Personal branding op social media Hoe en waarom professionals zich online presenteren .
Naam:
Fieke Knüppe
Studentnr.: 5749735 Master:
Corporate communicatie UvA 2011-2012 Graduate School of Communication Science
Begeleider: Joost Verhoeven Datum:
29-06-12
Abstract: Dit onderzoek kijkt naar hoe ondernemers sociale media gebruiken voor personal branding en wat hun motivaties hiervoor zijn. Om dit te onderzoeken zijn twee studies uitgevoerd. Allereerst is door middel van een inhoudsanalyse gekeken hoe ondernemers sociale media gebruiken. Hiervoor zijn 100 LinkedIn en 100 Twitter profielen geanalyseerd. Vervolgens zijn er interviews afgenomen bij 10 ondernemers, om te achterhalen welke motivaties zij hadden voor de manier waarop zij zich presenteren op sociale media. Uit de resultaten bleek dat ondernemers op beide platformen vaak laten zien wat zij op zakelijk gebied doen. Op Twitter gebeurt dit echter met een meer persoonlijke insteek dan op LinkedIn. De motivatie die hiervoor gegeven werd is dat LinkedIn echt bedoeld is voor zakelijke informatie, terwijl er op Twitter meer ruimte is voor de privé persoon.
1
Inleiding Ondanks dat steeds meer bedrijven gebruik maken van sociale media als branding instrument, zijn sociale media in eerste plaats media voor persoonlijk gebruik (Kaplan & Haenlein, 2010). Persoonlijk contact staat centraal. Daarom is het een goed instrument voor personen om zichzelf te presenteren. Het presenteren van jezelf, zowel online als offline, wordt personal branding genoemd. (Labreque, Markos & Milne, 2010). Het gebruik van personal branding kan meerdere redenen hebben, zoals het vinden van een baan, maar ook het uiten van een mening. Iedereen is tegenwoordig CEO van zijn eigen brand en zal zich daar ook naar moeten gedragen (Peters, 1997). Als werknemer is het bijvoorbeeld van belang om goed na te denken wat je wel en niet openbaar maakt op internet. Werkgevers en opdrachtgevers gebruiken Google om bij sollicitanten te kijken welk vlees ze in de kuip hebben en daarom is het belangrijk om bewust om te gaan met de online presentatie. Met de komst van sociale media en sociale netwerk sites (SNS) is online communicatie meer interactief en dialogisch geworden (Kaplan & Heanlein, 2010). Sociale media spelen een steeds belangrijkere rol in de zelfpresentatie van individuen (Vaast, 2007). Door nieuwe technologieën zoals SNS, blogs en microblogs (bijvoorbeeld Twitter), kunnen personen zich, vergelijkbaar met producten en organisaties, als merk positioneren (Labreque et al, 2010). Vooral voor professionele doeleinden is het gebruik van sociale media als personal branding instrument belangrijk, omdat het de mogelijkheid biedt om openbaar te laten zien wat je kunt en wat voor ervaring je hebt (Harris & Rae, 2011). Politici, CEO’s, werkzoekende en ondernemers gebruiken deze media om zichzelf op de markt te zetten. Werkzoekende positioneren zich op de arbeidsmarkt en politici willen bekendheid krijgen bij het Nederlandse publiek (Smith, 2001). Voor ondernemers is het gebruik van sociale media belangrijk om
2
verschillende redenen. Het gebruik vergroot de online zichtbaarheid, waardoor de onderneming beter vindbaar is voor opdrachtgevers. Door interessante vakkennis online te delen kan de ondernemer tevens laten zien dat de onderneming goed onderlegd is in haar vakgebied. Als laatste vergemakkelijkt het gebruik het aangaan en onderhouden van zakelijke relaties (Labreque et al, 2010). Personal branding onderzoek en onderzoek naar zelfpresentatie richt zich veelal op jongeren (Back et al, 2010; Mallan, 2009) of op medewerker van organisaties en hun online gedrag (Vaast, 2007; Harris & Rae, 2011). Ondernemers en hun gebruik van sociale media zijn tot dusver niet als specifieke groep onderzocht. Dit onderzoek gaat daarom in op ondernemers en hun gebruik van sociale media voor personal branding.
RQ: De onderzoeksvraag die hierbij hoort is: Hoe presenteren professionals zich op sociale media en wat is hun motivatie hiervoor?
Uit de onderzoeksvraag zijn in feite twee vragen te herleiden. Namelijk: Hoe presenteren professionals zich online en welke motivaties hebben professionals voor deze manier van personal branding. Dit onderzoek wordt daarom opgesplitst in twee studies. De eerste studie gaat in op hoe professionals zich online presenteren. Door middel van een inhoudsanalyses van Twitter en LinkedIn profielen wordt de online presentatie bekeken. De tweede studie kijkt naar de motivaties die professionals hebben voor de manier waarop zij zich presenteren. De motivatie wordt onderzocht door middel van interviews met ondernemers.
3
Theoretisch kader In het theoretisch kader zal worden gekeken naar het concept personal branding, vervolgens wordt dit toegespitst op sociale media en daarna wordt verder ingezoomd op personal branding op sociale media door ondernemers.
Personal branding/zelfpresentatie Zelfpresentatie wordt gebruikt om de impressies van anderen te beïnvloeden, zodat er een gewenst beeld ontstaat (Lewis & Neighbors, 2005). Hoe mensen zichzelf presenteren, is afhankelijk van de context waarin zij zich op dat moment bevinden (Goffman, 1959). De context is bijvoorbeeld de ruimte waarin de persoon zich bevindt, het publiek en het doel van de zelfpresentatie. Zelfpresentatie kan zowel expliciet zijn, bijvoorbeeld door wat iemand zegt en uitspreekt, maar ook impliciet, bijvoorbeeld door gezichtsuitdrukkingen. Zelfpresentatie is een vorm van informatiemanagement. Informatiemanagement houdt in dat mensen de informatie en indrukken die zij geven proberen te beïnvloeden. Hierbij wordt rekening gehouden met de context waarin mensen zich bevinden, zoals de omgeving of de mensen met wie wordt gesproken. Er is echter onderscheid te maken tussen de indruk die iemand bewust geeft en de manier waarop een ander dit ontvangt. De indruk die iemand wil maken kan in zekere mate worden gemanaged, maar de daadwerkelijke indruk bij de ontvanger blijft afhankelijk van hoe hij/zij de presentatie ontvangt. Zelfpresentatie is een tweezijdig proces. Aan de ene kant staat de indruk die een persoon wil achterlaten, door middel van impressiemanagement en aan de andere kant staat de ontvanger die de indrukken van de zender op een bepaalde manier ontvangt (Goffman, 1959). De impressies die mensen achterlaten op anderen zijn dus deels te beïnvloeden en zijn afhankelijk van de context waarin iemand zich bevindt. De invloed van de context is echter niet heel groot. Het kan namelijk niet zo zijn dat iemand zich voor het ene publiek totaal
4
anders presenteert dan voor het andere publiek. Er moet een zekere mate van authenticiteit in de presentatie zitten en de presentatie moet in lijn zijn met de persoonlijkheid, anders is het erg lastig om het personal brand voor langere tijd te behouden (Goffman, 1959). De zelfpresentatie die hierboven wordt beschreven is van toepassing op face-to-face communicatie en dus niet direct op online communicatie. Online communicatie is anoniemer en het is veel makkelijker om een andere identiteit aan te nemen, omdat bijvoorbeeld gezichtsuitdrukkingen niet meetellen (Boyle & Johnson, 2010). Sociale media, ook vormen van online communicatie, is daarentegen een stuk socialer. Er is mogelijkheid tot interactie en dialoog en mensen verwachten een gezicht (foto) te zien (Miller, 1995).
Personal branding op sociale media Sociale media worden beschreven als technologieën die online interacties faciliteren en die het maken en delen van user-generated-content mogelijk maken. Door sociale media is de mogelijkheid ontstaan om online interactief, snel en direct met elkaar te communiceren (Kaplan & Heanlein, 2010). Sociale media hebben, door hun sociale karakter gebaseerd op contact met anderen, , online personal branding mogelijk gemaakt, omdat het gezien kan worden als een vorm van face-to-face communicatie, waarin persoonlijk contact centraal staat (Miller, 1995). Gebruikers geven personal branding, naast het onderhouden van persoonlijke relaties, aan als reden voor het gebruik van deze media (Boyle, 2010). Personal branding gebeurt bijvoorbeeld via de profielfoto, de persoonlijke informatie die wordt opgegeven en de berichten die iemand stuurt. Naast persoonlijk gebruik van sociale media, worden deze media ook veel door organisaties ingezet voor ofwel relatiemanagement ofwel het creëren en in stand houden van product of organisatie imago (Yan, 2011). Maar naast productbranding en organisatiebranding
5
zien ook steeds meer ondernemers en professionals de kracht van online personal branding in (Labreque et al., 2010).
Personal branding op sociale media door ondernemers Met de komst van het internet is het belang van personal branding voor professionals gegroeid (Peters, 1997). Actieve online presentatie van een individu maakt het online brand makkelijker te managen (informatiemanagement (Goffman, 1959)) doordat je als persoon kan beïnvloeden wat er zichtbaar is als een potentiële opdrachtgever jouw naam intypt op Google (Harris & Rae, 2011). Aanwezig zijn op sociale netwerken vergroot de online zichtbaarheid. Deze zichtbaarheid brengt wel consequenties met zich mee, want wanneer het personal brand niet goed gemanaged wordt, heeft dit negatieve invloed op het beeld dat andere mensen van het individu krijgen (Harris & Rae, 2011). Wat iemand online plaatst kan moeilijk gewist worden. Er moet dus goed nagedacht worden over de content die gedeeld wordt op sociale netwerken. Veel organisaties gebruiken sociale media als naslagwerk voor personen. Zo worden sollicitanten bijvoorbeeld vaak online bekeken (Dutta, 2010). Het meest belangrijke van het gebruik van sociale media voor personal branding is authenticiteit. Wat online wordt gepresenteerd moet overeenkomen met de offline persoonlijkheid. De online wereld is voor een groot deel gebaseerd op vertrouwen wat echtheid en authenticiteit nog belangrijker maakt (Harris & Rae, 2011). Ondernemers hebben baat bij het gebruik van sociale media omdat het hen helpt bij het onderhouden van relaties, het een goede manier is om de zichtbaarheid van de onderneming te vergroten en het een manier is om te laten zien dat de ondernemer kennis van zaken (het vakgebied) heeft (Labreque et al, 2010). Voor het onderhouden van relaties en het vergroten van de zichtbaarheid is met name LinkedIn hiervoor geschikt (Dutta, 2010). Op dit platform zijn zowel werkgevers, als werknemers, als ondernemers actief. LinkedIn wordt door
6
veel bedrijven gebruikt om vacatures en openstaande opdrachten te verspreiden. Werknemers gebruiken het platform als plek om hun CV openbaar te maken en voor sollicitaties. Ondernemers zetten LinkedIn met name in als online portfolio en als verzamelplek van connecties (Dutta, 2010). Het is op LinkedIn belangrijk dat het profiel volledig is ingevuld. Volledig houdt in dat de huidige functie, functies in het verleden en de educatie zijn ingevuld (Harris & Rae, 2011). Een volledig ingevuld profiel geeft mensen die het profiel bekijken het gevoel dat zij de persoon achter het profiel persoonlijk kennen. Een gevoel van een persoonlijke band maakt potentiële werkgevers en opdrachtgevers eerder geneigd om iemand aan te nemen (Harris & Rae, 2011). Ook Twitter wordt door ondernemers en andere professionals gebruikt als personal branding instrument (Dutta, 2010). Dit platform wordt met name gebruikt door individuen om op de hoogte te blijven en om interesses te delen, maar is zakelijk gezien ook goed om relaties te behouden en het bedrijf te promoten. Het is een platform dat zowel door bedrijven wordt gebruikt voor business-to-business communicatie (communicatie van bedrijven naar andere bedrijven) en business-to-consumer communicatie (communicatie van bedrijven naar consumenten) als door personen onderling (persoonlijk gebruik) (Harris & Rae, 2011). Twitter biedt professionals een platform om hun kennis tentoon te stellen. Door het versturen van Tweets met interessante informatie binnen een specifiek vakgebied, zien volgers dat de professional kennis heeft van dat specifieke vakgebied (Dutta, 2010). Voor professionals is het van belang om een groot netwerk te hebben, ook online. Een groot netwerk zorgt voor naamsbekendheid en meer potentiele opdrachten. Het aantal connecties op LinkedIn is gedeeltelijk afgeschermd. Vanaf 500 connecties is het exacte aantal niet meer zichtbaar. Op Twitter is wel duidelijk hoeveel volgers iemand heeft. Een professional met veel volgers kan door anderen eerder worden gezien als een deskundige in zijn of haar vakgebied (Harris & Rae, 2011).
7
De profielfoto Sociale media hebben online zelfpresentatie veranderd van puur tekstueel (de websites van vroeger), naar zowel tekstueel als visueel. Een belangrijk onderdeel van het visuele aspect is de profielafbeelding (Hancock & Toma, 2009). Een profielfoto kan worden gezien als een vorm van impliciete zelfpresentatie (goffman, 1959), waarbij iemand persoonlijke karakteristieken communiceert door de foto (Zhao, Grasmuck, & Martin, 2008). Wanneer sociale media voor zakelijke doeleinden worden gebruikt, is de eerste indruk belangrijk. Een onderdeel van die eerste indruk is de profielfoto. De keuze voor een foto moet daarom doordacht zijn (Goldsborough, 2009). Hiermee wordt bedoeld dat er moet worden gekeken naar de presentatie die een persoon wil uitstralen en de foto die daar bij past. Bij een zakelijke presentatie hoort een profielfoto met een vergelijkbare uitstraling (Goldsborough, 2009).
Personal branding en strategieën Er zijn strategieën ontwikkeld die aangeven hoe mensen zich kunnen presenteren en positioneren op online sociale media. In deze strategieën wordt onderscheid gemaakt tussen persoonlijke en zakelijke communicatie, tussen informeren en verkopen en tussen communicatie vanuit de persoon en vanuit een organisatie (Miller, 1995). Er worden vijf strategieën onderscheiden: de persoonlijke strategie, de zakelijke strategie, de organisatie strategie, de interesse strategie en de personal advertisement strategie (Miller, 1995). Bij gebruik van de persoonlijke strategie presenteert iemand zich op een heel persoonlijke manier. Het draait hier om het leven van het individu, het privé leven. Wanneer iemand gebruik maakt van deze strategie wordt er bijvoorbeeld veel gesproken over de kinderen en het liefdesleven. In de zakelijke strategie, beschrijft een persoon zichzelf als medewerker van een organisatie. De zakelijke persoonlijkheid wordt in deze strategie beschreven. Het gaat om wie de persoon is op werkgebied en welke kennis en ervaring
8
iemand heeft. Bij de organisatie strategie wordt er een omschrijving gegeven van een groep, dit kan gaan om een familie of om een organisatie. Het draait hier niet om de persoon. De informatie is bijvoorbeeld geschreven in ‘wij’-vorm en de profielafbeelding is een logo. In de interesse strategie draait het om wat een persoon interessant, leuk en goed vindt. Mensen die deze strategie inzetten delen bijvoorbeeld hobby’s, filmpjes, muziek, boeken en artikelen. De vijfde categorie is een vorm van personal advertisement, waar het draait om het verkopen van jezelf. Bij gebruik van deze strategie wordt de achterban expliciet opgeroepen om de persoon in te huren, of iets van de persoon te kopen. (Miller, 1995).
Methode studie 1 Onderzoeksmethode In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een inhoudsanalyse waarin zowel de Twitter accounts als de LinkedIn profielen van 100 ondernemers zijn geanalyseerd. De ondernemers werden geselecteerd door middel van de zoekfunctie op LinkedIn, waarin gezocht werd op ‘ondernemer’. Vervolgens is gekeken of de ondernemer ook een Twitter account had. Dit was een vereiste, omdat in dit onderzoek is gekeken naar zowel Twitter als LinkedIn. In de inhoudsanalyse is voor zowel Twitter als LinkedIn gekeken naar de strategieën die de ondernemers gebruikten. Vervolgens is geanalyseerd of het profiel volledig was ingevuld. Er is gekeken of alle mogelijke onderdelen waren gevuld en of er geen informatie ontbrak. Daarna is de profielfoto van beide platformen geanalyseerd. Om te beoordelen of een personal brand sterk of minder sterk was is gekeken naar het aantal connecties op LinkedIn en het aantal volgers op Twitter. Iemand met veel volgers heeft een groot bereik, wat voor een ondernemer heel belangrijk is voor het succes van het bedrijf. Dit geldt ook voor LinkedIn .Daarnaast heeft iemand met veel LinkedIn connecties, zakelijk
9
veel mensen om zich heen. Een succesvol personal brand wordt dus hierop beoordeeld (Harris & Rae, 2011).
Steekproef Voor dit onderzoek zijn honderd LinkedIn profielen en honderd Twitter profielen van dezelfde mensen bestudeerd. Na een scheefheidsanalyse bleek dat één respondent zeven standaarddeviaties van het gemiddelde af lag, kijkend naar het aantal volgers op Twitter. Het bleek hier om een bekende Nederlander te gaan. Om deze reden is besloten deze persoon uit het onderzoek te verwijderen. Er bleven daardoor 99 respondenten over. 27 hiervan waren vrouw en 72 man. De meeste respondenten vielen in de leeftijdscategorie 30 tot 40.
Operationalisering Om te zien welke strategieën (Miller, 1995) ondernemers gebruiken op zowel LinkedIn als op Twitter is geanalyseerd welke strategie het meest duidelijk werd gebruikt op de profielen. Er is eerst gekeken welke strategie het meest werd gebruikt en vervolgens welke strategie daarna het meest werd gebruikt. Ook is gekeken welke strategie het minst werd gebruikt Om te zien of de profielen op LinkedIn volledig waren ingevuld is eerst gekeken welke onderdelen waren ingevuld en welke door de ondernemer waren opengelaten. De onderdelen waren bijvoorbeeld werkervaring uit het verleden, huidige functie, website van het bedrijf, Twitter account, het hebben van recommandations (aanbevelingen van anderen), een ingevulde summary en interesses van de ondernemer. Alle onderdelen werden gecodeerd met ‘ja, aanwezig’ of ‘nee, niet aanwezig’. Het construct bestond in totaal uit negen items die volledigheid van het profiel meten. Uit de principale componenten analyse bleek dat zes items samen een schaal vormden met een eigenwaarde van 1,96. Dit component verklaard voor
10
33% de variantie in de oorspronkelijke items. De schaal van dit construct is minimaal betrouwbaar (Cronbachs α = 0,52). De profielafbeelding is geanalyseerd aan de hand van zeven vragen. Voorbeeldvragen zijn: ‘Is er gebruik gemaakt van een foto van een persoon, een foto van iets anders dan een persoon of een logo?’, ‘Wat is de afstand van de foto?’ (dus is het een close-up of staat de persoon er helemaal op) en ‘Is de achtergrond/de kleding van de foto formeel of informeel’. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te berekenen is 10% van de data gecontroleerd door een andere codeur. Zo kon de intercodeurbetrouwbaarheid worden bepaald. De betrouwbaarheidsanalyse is uitgevoerd door middel van een kruistabelanalyse en het berekenen van de Kappa. De Kappa bleek in alle gevallen goed tot perfect. Tabel 1: Intercodeursbetrouwbaarheid Variabele Kappa Strategie LinkedIn
.779
Strategie Twitter
.683
Aantal connecties LinkedIn
1.0
Aantal volgers Twitter
.825
Volledigheid profiel
1.0
Type foto
1.0
Formaliteit foto
.796
Afstand foto
.796
Resultaten studie 1 Uit de resultaten bleek dat alle ondernemers op zowel Twitter als LinkedIn zakelijke informatie deelden. De strategie die werd toegepast was voor beide platformen wel verschillend. Op LinkedIn werd met name de zakelijke strategie gebruikt, namelijk in 56 gevallen (60%, N=94). De strategie die het minst voorkwam is de strategie met focus op interesse van de professional (2%, N=94). De meest gebruikte strategie op Twitter bleek de persoonlijke strategie, deze werd gebruikt op 33 profielen (37%, N=90). Naast de
11
persoonlijke strategie was ook de zakelijke strategie veel aanwezig, namelijk op 31 profielen (34%, N=90). De minst voorkomende strategie was personal advertisement (2%, N=90). Op LinkedIn was het merendeel van de onderzochte profielen volledig ingevuld (42,4%, N=99). Ook op Twitter was dit het geval (75%, N=99). Vervolgens is een regressieanalyse uitgevoerd. Hieruit bleek dat wanneer zowel een LinkedIn als een Twitter profiel volledig waren ingevuld, de ondernemers ook significant meer volgers en connecties hadden. Om dit te berekenen is voor de variabelen ‘volledigheid profiel LinkedIn’ en ‘volledigheid profiel Twitter’ een dummy variabele aangemaakt, zodat kon worden gerekend met de ja en nee antwoorden. Vervolgens is voor beide een regressie analyse uitgevoerd. Voor het LinkedIn profiel bleek het verband tussen een volledig ingevuld profiel en het aantal connecties significant (F= 15,24; df = 1,97; p < 0,01). Het model voorspelt voor 13,6 procent het aantal connecties die iemand heeft op LinkedIn (R² = 0,14). Voor Twitter is ook een regressie analyse uitgevoerd en ook hier bleek het verband tussen de volledigheid van het profiel en het aantal volgers significant (F= 4,85; df = 1,97; p < 0,05). Het model voorspelt voor 4,8 procent het aantal volgers op Twitter (R² = 0,05). De profielfoto van de ondernemers op LinkedIn is ook geanalyseerd. Uit de resultaten bleek dat de meeste professionals op LinkedIn gebruik maken van een foto van een persoon (93%, N=99). Een enkeling gebruikte een logo als afbeelding (2%, N=99) en de overige profielen hadden geen afbeelding. Op 76% van de profielen was de gebruikte foto een closeup van een persoon (N=94), dit betekend dat het hoofd en de schouders zichtbaar waren. Er is ook gekeken naar of de foto formeel of informeel was. De kleding van de persoon en de achtergrond van de foto zijn geanalyseerd, beide gemeten op een schaal van heel informeel tot heel formeel. De kleding op LinkedIn profielfoto’s bleek in de meeste gevallen formeel (35%, N=84). De achtergrond van de foto was in de meeste gevallen heel formeel (34%, N=91). Uit de regressie analyse bleek dat de mate van formaliteit van de foto significant samenhangt met
12
het succes van het personal brand op LinkedIn. Iemand met een formele foto heeft significant meer connecties dan iemand die een informele foto gebruikt als profielfoto op LinkedIn (F= 7,70; df = 1,90; p < 0,01). Het model voorspelt voor 8 procent het aantal connecties op LinkedIn. De profielfoto die ondernemers op Twitter gebruiken blijkt in de meeste gevallen een foto van een persoon te zijn (87%, N=99). In 44% van de gevallen was de foto op Twitter hetzelfde als de foto op LinkedIn (N=98). Net als op LinkedIn was de profielfoto in de meeste gevallen een close-up van een persoon (71%, N=86). De kleding die persoon op de foto droeg was zowel formeel (33%), als informeel (31%). Hier kon geen duidelijk verschil worden aangetoond. De achtergrond was op de meeste profielfoto’s informeel (29%, N=85), in tegenstelling tot de resultaten van LinkedIn. Ook voor Twitter is gekeken naar het effect van een formele of informele foto op het aantal volgers, door gebruik te maken van een regressieanalyse. Uit deze resultaten bleek een marginaal significant resultaat (F= 2,99; df = 1,82; p < 0,1). Het model voorspelt voor 3,5 procent het aantal volgers op Twitter.
Discussie studie 1 In deze studie is gekeken naar hoe ondernemers Twitter en LinkedIn gebruiken voor personal branding. Allereerst is gekeken naar welke strategieën veel gebruikt worden door de professionals. Hieruit bleek dat alle ondernemers informatie deelde over hun werk en bedrijf maar dat de strategie die zij hiervoor gebruikte verschilde. Op LinkedIn wordt voornamelijk gebruik gemaakt van de zakelijke strategie, waarbij iemand zich op zakelijke wijze presenteert (informatie over werk en zakelijke persoonlijkheid). Dit zou verklaard kunnen worden door het feit dat LinkedIn een zakelijk platform is, bedoeld voor professionals en organisaties en niet voor persoonlijk gebruik. Op Twitter zijn zowel de persoonlijke als de zakelijke strategie veel gebruikt. Twitter is in gebruik in principe meer een persoonlijk
13
netwerk dan LinkedIn (Dutta, 2010), maar het is ook heel geschikt voor zakelijk gebruik, omdat er gemakkelijk relaties kunnen worden gevormd (Dutta, 2010). Veel ondernemers hadden hun LinkedIn en Twitter profielen volledig ingevuld. Op alle onderdelen was een antwoord gegeven. Een goed ingevuld profiel is belangrijk (Harris & rae, 2011)). Het laat zien dat iemand open is en dat er aandacht is besteed aan het profiel. Dit bleek ook uit de resultaten. Mensen die hun profiel volledig hadden ingevuld, hadden ook meer connecties op LinkedIn en Twitter. In de meeste gevallen gebruikten ondernemers op zowel LinkedIn als op Twitter een foto van een persoon als profielafbeelding. Dit was vaak een close-up foto, waarbij alleen het hoofd en de schouders zichtbaar was. Op LinkedIn was de profielfoto vaker formeel dan op Twitter. Dit kan verklaard worden doordat LinkedIn een zakelijker profiel is dan Twitter (Dutta, 2010) en daarom ook meer om formaliteit vraagt. Uit de analyse van de profielfoto bleek dat een foto met een formele uitstraling beter is voor het personal brand dan wanneer gekozen werd voor een informele foto. Uit de resultaten bleek dat dit verband duidelijker significant was op LinkedIn dan op Twitter Dit kan verklaard worden doordat Twitter een minder zakelijk platform is dan LinkedIn (Dutta, 2010) en daarom ook een minder zakelijke uitstraling behoefd.
Methode studie 2 Onderzoeksmethode Na het uitvoeren van de inhoudsanalyse zijn 15 van de 99 onderzochte ondernemers gevraagd om deel te nemen aan een interview. Uiteindelijk hebben 10 ondernemers toegestemd in een interview. In de interviews is gekeken naar de manier waarop ondernemers gebruik maken van Facebook en Twitter, door te vragen welke strategieën (Miller, 1995) zij gebruiken op de netwerken. Zo kon worden gekeken in hoeverre zij zich bewust waren van de
14
manier waarop zij zich op Twitter presenteerden en zo ja, welke strategieën zij daarvoor gebruikten. In de interviews kregen de participanten diverse strategieën voorgelegd. Dit waren vijf personal branding strategieen: de persoonlijke strategie, de zakelijke strategie, de organisatie strategie, de interesse strategie en de personal advertisement strategie. Zij moesten vervolgens aangeven welke van deze strategieën op hen van toepassing was. Daarna werd er samen met de participanten naar de accounts gekeken, en werd vervolgens besproken hoe de participant zich presenteert en of dit overeen kwam met de perceptie.
Steekproef De tien mensen die zijn geïnterviewd, varieerden in leeftijd van 23 tot 57. De groep bestond uit vier mannen en zes vrouwen. Elke respondent had een eigen bedrijf. Vijf daarvan haalde ook hun hoofdinkomen hieruit. Procedure Elke respondent is apart benaderd voor een interview en de interviews vonden per individu plaats. Achter een computer werden zowel de LinkedIn als de Twitter profielen van de respondenten geopend en samen bekeken. Vervolgens werd aan de respondent gevraagd om aan te geven hoe lang zij op beide netwerken actief waren en waarvoor zij de netwerken gebruikten. Ook werd gevraagd een motivatie voor de keuze van de foto te geven. Daarnaast werd hen gevraagd om aan te geven welke strategie zij het meest gebruikten op LinkedIn en Twitter en welke het minst op hen van toepassing was. Als afsluiting werd gevraagd of zij ooit een echt effect hadden ervaren van het gebruik van sociale media (een opdracht, een baan). Bovenstaand beschrijft in hoofdlijnen waar de interviews over zijn gegaan.
15
Resultaten studie 2 De resultaten laten zien dat er verschillen zijn, in het gebruik van de strategieën. (Miller, 1995), tussen Twitter en LinkedIn. Op LinkedIn wordt met name de zakelijke strategie gebruikt. Deze strategie wordt door sommige gecombineerd met de persoonlijke strategie. Dit is in lijn met de bevindingen in studie 1. Ook daar kwam de zakelijke strategie als hoofdstrategie naar voren. Iemand zei hierover: Op LinkedIn presenteer ik mijzelf op een persoonlijke manier, maar laat vooral zien hoe mijn persoonlijkheid past binnen mijn werkervaring. Ik laat zien wie ik ben en wat dit op zakelijk vlak toevoegt aan mijn kwaliteiten. De ondernemers gaven als reden voor de keuze van de zakelijke strategie dat het platform heel duidelijk een zakelijke focus heeft en daarom ook een zakelijke benadering vraagt. Iemand zei bijvoorbeeld dat wat er speelt in het privé leven minder van belang is. Het draait op LinkedIn om zakelijke ervaring en vaardigheden. Op Twitter worden andere strategieën veel gebruikt. Hier komt met name de strategie waarin de interesse van de persoon centraal staat naar voren. Daarnaast wordt hier de persoonlijke en zakelijke strategie veel gebruikt. Op Twitter komt dus minder duidelijk één strategie naar voren die het meest gebruikt wordt. Een van de deelnemers geeft aan dat zij Twitter met name gebruikt om rond om haar bedrijf een persoonlijkheid te creëren. Ze laat zichzelf zien op een persoonlijke manier. Ze laat zien waar haar interesses liggen en wat zij leuk vind, maar houdt hierbij haar zakelijke belangen in het achterhoofd. De reden die gegeven wordt voor het gebruik van strategieën is verschillend. Door sommige werd Twitter beschreven als een ‘socialer’ netwerk dan LinkedIn, omdat het een persoonlijker karakter heeft. Anderen gaven aan dat doordat zij Twitter actiever gebruikten, zij ook sneller geneigd waren persoonlijke informatie te delen. Zo werd er bijvoorbeeld over Twitter gezegd: Twitter leek mij een leuk middel om veel mensen te kunnen te bereiken en snel op de hoogte te zijn van andere mensen en hun (zakelijke) activiteiten. Ik gebruik LinkedIn om te zorgen dat ik (toekomstige) opdrachtgevers kan laten zien wat mijn werkervaring is, als een soort online cv. Wellicht biedt het opdrachten of een aanbod
16
van een baan. Waar veel overeenstemming was, was over de keuze van de foto. Veel van de ondervraagden gaven aan dat zij heel bewust hadden gekozen voor een foto op zowel LinkedIn als Twitter. Zo werd er gezegd dat op LinkedIn een zakelijke foto gebruikt moet worden die professionaliteit uitstraalt, maar ook laat zien wat voor persoonlijkheid iemand is. Op Twitter kan de foto iets losser zijn. Een formele uitstraling is op dat platform minder van belang, je kunt laten zien wie je in je privé leven bent. Van belang is dat mensen de foto aansprekend genoeg vinden om die persoon te gaan volgen. Veel van de ondervraagden gaven aan om bovenstaande reden te kiezen voor een andere foto op LinkedIn dan op Twitter. Een iemand deed dit bewust niet. Zij geeft aan: Ik heb bewust gekozen om zowel op LinkedIn als Twitter (en ook Facebook) te kiezen voor eenzelfde foto. Op deze manier creëer je namelijk een eenduidig beeld, waardoor je herkenbaar bent. Wat verder opviel is dat veel van de gebruikers niet actief waren op LinkedIn maar daarentegen wel zeer actief op Twitter. Twee mensen gaven aan dat zij interessante berichten die zij op Twitter plaatsten ook zo nu en dan op LinkedIn delen. Verder gebruikte alle ondervraagden LinkedIn alleen als online CV, zodat hun werkervaring zichtbaar is voor potentiële opdrachtgevers. Zo geeft een iemand aan dat ze zichzelf ziet als een passieve gebruiker van LinkedIn. Ze houdt alleen zakelijke connecties bij en zorgt ervoor dat haar profiel ‘up to date’ is, maar deelt geen berichten op het platform. Ze zegt: Ik zie mijzelf niet als een actieve gebruiker. Ik plaats geen updates of Tweets of iets dergelijks. Het platform voelt voor mij namelijk niet ‘dichtbij’ genoeg. De uitstraling vind ik niet echt uitnodigen tot frequent gebruik. Met ‘dichtbij’ werd bedoeld dat het zakelijke karakter van het platform een afstand creëert, omdat de privé persoonlijk minder van belang is. Daarnaast werd aangegeven dat het niet overzichtelijk genoeg is. Er was nog iemand die dit aangaf. Twitter daarentegen wordt actief gebruikt. De ondervraagden gaven aan dat zij goed nadenken over hoe zij hun profiel hebben ingericht en over de berichten die zij plaatsen. Ze zijn zich bewust van de
17
openbaarheid van de informatie en geloven ook allen dat het ‘goed’ gebruiken van sociale media positieve invloed kan hebben op een onderneming. Wat betreft conversie naar bijvoorbeeld opdrachten of andere zakelijke kansen, zijn de ervaringen verdeeld. Een aantal mensen geven aan dat zij door zowel LinkedIn als door Twitter wel eens zakelijk benaderd zijn door potentiële opdrachtgevers. Zo zei iemand dat hij via met name LinkedIn connecties legt met mensen uit zijn vakgebied en daar in sommige gevallen ook echt een samenwerking mee is aangegaan. Een van de deelnemers geeft aan dat sociale media haar werk hebben opgeleverd. In de tijd dat zij op zoek was naar een stage en hierover een Tweet had verstuurd, werd zij door twee bedrijven benadert. Hiervan is één uiteindelijk ook haar stage bedrijf geworden.
Conclusie studie 2 Uit de resultaten van de interviews blijkt dat er veel overeenkomsten zijn tussen ondernemers in hoe zij sociale media gebruiken. De strategieën die de ondernemers gebruiken komen met elkaar overeen. De zakelijke strategie werd op LinkedIn het meest gebruikt. De motivatie die hiervoor gegeven werd is dat LinkedIn bedoeld is voor zakelijke informatie, hier sluit de zakelijke strategie het best op aan. Deze motivatie komt overeen met eerder onderzoek waaruit bleek dat LinkedIn ook een heel zakelijk platform is, bedoeld voor zakelijke relaties en communicatie en minder voor persoonlijk gebruik (Dutta, 2010). De keuze voor strategieen op Twitter was minder eenduidig dan op LinkedIn. Er kwamen drie veelgebruikte strategieen naar voren, de interesse, persoonlijke en zakelijke strategie. De motivaties hiervoor varieerden, maar waren vooral gericht op het idee dat Twitter een socialer platform was dan LinkedIn. Het gebruik van strategieën Twitter is ook te verklaren door de typering van het platform. Twitter is een medium dat heel breed inzetbaar is, zowel zakelijk (business
18
to business), commercieel (marketing), als persoonlijk. Die brede inzetbaarheid is ook terug te vinden in het gebruik van ondernemers (Dutta, 2010). De motivatie voor keuze van de profielafbeelding was voor veel ondernemers gelijk. Op LinkedIn moest de foto passen bij het zakelijke karakter van het platform. Op Twitter was een zakelijke uitstraling minder van belang. Dit is ook de reden waarom de ondernemers, op één uitzondering na, voor een andere foto op LinkedIn kozen dan op Twitter. De uitkomst is in lijn met de omschrijving van de twee platformen (Harris & rae, 2011). LinkedIn is echt voor zakelijk gebruik, terwijl op Twitter ook de persoonlijkheid naar voren mag komen (Harris & Rae, 2011). In studie 1 werd aangetoond dat ondernemers op LinkedIn vaker kiezen voor een formele foto dan voor een informele foto, terwijl dit verschil op Twitter niet duidelijk was. De uitkomst van studie 1 ondersteund hiermee de gevonden resultaten in studie 2.
Discussie Conclusie De onderzoeksvraag van dit artikel is ‘Hoe presenteren professionals zich op sociale media en wat is hun motivatie hiervoor?’. Om deze vraag te beantwoorden zijn twee studies uitgevoerd. Allereerst is er een inhoudsanalyse gedaan om te kijken hoe professionals zich op sociale media presenteren en vervolgens is met interviews gekeken wat de motivatie hiervoor is. Uit studie 1 bleek dat op LinkedIn voornamelijk gebruik wordt gemaakt van de zakelijke strategie en dat op Twitter zowel de zakelijke als de persoonlijke strategie veel werden gebruikt. In de interviews van studie 2 kwam naar voren dat ondernemers op LinkedIn de zakelijke strategie gebruiken, net als in studie 1. Als motivatie voor de keuze van deze strategie werd gezegd dat LinkedIn een zakelijk platform is, waarin het van belang is om de zakelijke persoonlijkheid te delen en waar teveel privé informatie niet van belang is. Deze
19
motivatie komt overeen met wat in eerder onderzoek werd gezegd. Hierin werd aangegeven dat LinkedIn voor zakelijke informatie is, zoals een CV en dat Twitter veel breder is, zowel te gebruiken voor zakelijk als persoonlijk gebruik (Dutta, 2010; Harris & Rae, 2011). De keuze van de foto is afhankelijk van het platform. Op LinkedIn wordt eerder gekozen voor een foto met een formele uitstraling (studie 1), als motivatie hiervoor werd in studie 2 aangegeven dat LinkedIn als zakelijk platform ook vraagt om een zakelijke uitstraling. Op Twitter wordt door ondernemers zowel gebruik gemaakt van een formele als een informele foto. De motivatie die hiervoor werd gegeven in studie 2 was dat Twitter minder zakelijk is en vraagt om een persoonlijkere uitstraling. De verklaring voor de keuze van de foto is te vinden in de, eerder genoemde, kenmerken van de onderzochte platformen (Dutta, 2010; Harris & Rae, 2011).
Beperkingen en vervolgonderzoek Een interessant punt wat naar voren kwam in een van de interviews was dat het op Twitter mogelijk is een persoonlijkheid te geven aan een bedrijf of merk. Hier wordt in feite een link gelegd tussen personal branding en product- of organizational branding. Het kan interessant zijn om te kijken hoe deze verbinding door organisaties wordt gemaakt. Er kan bijvoorbeeld worden gekeken of organisaties personen inzetten om een gezicht te geven aan een merk. Dit onderzoek is gericht op hoe ondernemers zich presenteren op sociale media en waarom zij dit doen. Er is niet gekeken naar hoe de manier van presenteren wordt ontvangen door het publiek. De strategieën die in het onderzoek als veelgebruikt worden genoemd, zijn dus niet per definitie degenen die het best werken. In vervolgonderzoek zou het goed zijn om de strategieën te testen en te kijken welke het best wordt gewaardeerd door het publiek.
20
De selectie van de LinkedIn en Twitter profielen gebeurde op basis van de lijst die LinkedIn gaf na het invoeren van het zoekwoord ‘ondernemer’ in de zoekbalk. De eerste 100 die naast LinkedIn ook Twitter hadden, zijn meegenomen in het onderzoek. Het nadeel van deze selectieprocedure is dat de eerste resultaten mensen uit het eigen netwerk of het netwerk van het eigen netwerk zijn. De profielen die zijn gebruikt zijn dus vooral binnen het eigen netwerk gevonden. Een andere manier van selecteren, waardoor de steekproef algemener wordt, zou de resultaten kunnen beïnvloeden. In het onderzoek is ook gekeken naar de invloed van een aantal gedragingen op LinkedIn en Twitter (activiteit, gebruik van profielfoto) op het aantal connecties en volgers. Op Twitter wordt het aantal volgers in exacte getallen gegeven, maar op LinkedIn wordt vanaf 500 connecties niet meer geteld. Vanaf 500 connecties is alleen 500+ te zien, ook voor de eigenaar van het profiel. Daarom is voor LinkedIn gebruik gemaakt van een schaalverdeling. Echter, het maximaal aantal connecties op LinkedIn is 30.000 en het verschil tussen 500 en 30.000 is vrij groot. Exacte getallen zouden daarom invloed kunnen hebben gehad op de resultaten. Omdat de eigenaar van het profiel zelf ook niet kan zien hoeveel connecties er zijn, behalve door te tellen, was deze schaalverdeling toch de beste oplossing. Voor vervolgonderzoek zou het, naast kijken naar effecten, ook interessant kunnen zijn om te kijken naar verschillen tussen vakgebieden. Het zou kunnen dat mensen met een bedrijf gespecialiseerd in (online) communicatie of marketing, zichzelf anders presenteren dan mensen in bijvoorbeeld financiële dienstverlening, omdat zij meer ervaring hebben met sociale media.
21
Literatuur Back, M. D., Stopfer, J. M., Vazire, S., Gaddis, S., Schmukle, S. C., Egloff, B., et al. (2010). Facebook profiles reflect actual personality, not self-idealization. Psychological Science, 21(3), 372–374. Boyle, K. &, Johnson, T.J. (2010). MySpace is your space? Examining self-presentation of MySpace users. Computers in Human Behavior, 26(6), 1392-1399. Dutta, S. (2010). What is your personal social media strategy? Harvard Business Review, 88 (11), 127-130. Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. New York: Doubleday Anchor. Goldsborough, R. (2009). Looking good on social networking sites. Teacher Librarian, 36(3), 62 Hancock, J. T., &, Toma, C. L. (2009). Putting your best face forward: The accuracy of online dating profile photographs. Journal of Communication, 59, 367-386. Harris, L. &, Rae, A. (2011). Building a personal brand through social networking. Journal of Business Strategy, 32 (5), 14-21. Kaplan, A. & Haenlein, M. (2010). Users of the world unite! The challenges and opportunities of social media. Business Horizons, 53, 59-68. Labreque, L. I., Markos, E. &, Milne, G. R. (2010). Personal branding processes: Processes, challenges and implications. Journal of Interactive Marketing, 25, 37-50. Lewis, M.A. &, Neighbors, C. (2005). Self-determination and the use of self-presentation strategies. The Journal of Social Psychology, 145(4), 469-489. Mallan, K. (2009). Look at me! Look at me! Self-representation and self-exposure through online networks. Digital Culture and Education, 1(1), 51. Miller (1995). The presentation of the self in electronic life: Goffman on the Internet. Embodied Knowledge and Virtual Space Conferance. Peters, T. (1997). The brand called you. Fast Company, 10(10). Smith, G. (2001). The 2001 general election: factors influencing the brand image of political parties and their leaders. Journal of Marketing Management, 17 (19/20), 989-1006. Vaast, E. (2007). The presentation of self in a virtual but work-related environment. International Federation for Information Processing, 236, 183-199. Yan, J. (2011). Social media in branding: Fulfilling a need. Journal of Brand Management, 18(9), 688-696.
22
Zhao, S., Grasmuck, S., &, Martin, J. (2008). Identity construction on Facebook: Digital empowerment in anchored relationships. Computers in Human Behavior, 24, 18161836.
23
Bijlage 1 Codeboek
Voor analyse Geslacht 1. Man 2. Vrouw Leeftijdscategorie 1. -20 2. 20-30 3. 30-40 4. 40-50 5. 60+ 6. Leeftijd niet duidelijk
Analysefase 1: LinkedIn Foto: Is er als profielfoto gebruik gemaakt van een logo, een foto van een persoon of een foto van iets anders dan een persoon? 1: Persoon 2: Logo 3: Foto van iets anders dan een persoon 4: Geen profielfoto (blanco) Wanneer er sprake is van een foto van een persoon. Is het een foto van dichtbij of veraf? 1: Close-up (Alleen het hoofd is zichtbaar) 2: Het hoofd en middel zijn zichtbaar 3: De persoon staat in het geheel op de foto 4: De persoon staat in het geheel op de foto met daarnaast een heel groot stuk achtergrond zichtbaar. 9: Niet duidelijk, omdat…. Is de persoon op de foto formeel gekleed? Denk hierbij aan een pak, mantelpak o.i.d. 1: Heel informeel 2: Informeel 3: Formeel 4: Heel formeel 9: Niet duidelijk, omdat …
24
Is de achtergrond van de foto formeel Denk hierbij aan de achtergrond van een professionele foto (wit, zwart, blauw) 1: Heel informeel 2: Informeel 3: Formeel 4: Heel formeel 9: Niet duidelijk, omdat … Zijn er op de foto meerdere mensen zichtbaar? 1: Ja 2: Nee 3: Niet duidelijk, omdat …. Wordt er op de foto gelachen? 1: Brede lach 2: Glimlach 3: Neutraal 9: Niet duidelijk, omdat…
Eerste blok: In het eerste blok wordt de huidige baan en enkele banen uit het verleden genoemd (info volgt dan in blok 2). Het opleidingsniveau wordt gegeven. Daarnaast worden de hoeveelheid connecties, de Twitterlink en website link gegeven. Is de current position ingevuld? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk Is de past position ingevuld? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk Is de education ingevuld? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk Heeft de persoon recommendations ontvangen? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk
25
Is er een website genoemd? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk Is het Twitter account genoemd? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk Hoeveel connections heeft de persoon?
Rest pagina: Is er een “summary” aanwezig of wordt gelijk overgegaan op “experience”? 1: Aanwezig 2: Niet aanwezig 9: Niet duidelijk, omdat … Wanneer 1: Is de informatie in de summary puur zakelijk of bevat deze ook persoonlijke info? 1: Puur zakelijk 2: Puur persoonlijk 3: Naast zakelijk ook persoonlijk 9: Niet duidelijk, omdat … Worden de skills van de persoon duidelijk uitgelicht in de pagina? Is er bijvoorbeeld een apart kopje voor aangemaakt, of wordt bij elke functie uitgelicht wat de persoon kan. 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Worden de interesses van de persoon uitgelicht op de pagina? In bijvoorbeeld de summary kan worden aangegeven waar de professional interesse in heeft, zowel professioneel als privé. Daarnaast kan onderaan de pagina worden aangegeven waarvoor de professional in contact wil komen. 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Wordt in het onderdeel “experience” alleen de functie en de duur van de baan genoemd of wordt deze extra toegelicht?
26
1: Alleen functie en duur 2: Extra toelichting 9: Niet duidelijk, omdat … Zijn de jaren opgegeven in zowel experience als education sluitend? (zitten er geen gaten in) 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat …
Analysefase 2: Twitter Basis Hoeveel volgers heeft de persoon op Twitter? Hoeveel mensen volgt de persoon op Twitter? Hoe lang is de persoon actief op Twitter? Hoeveel Tweets heeft de persoon verzonden?
Foto: Is er als profielfoto gebruik gemaakt van een logo, een foto van een persoon of een foto van iets anders dan een persoon? 1: Persoon 2: Logo 3: Foto van iets anders dan een persoon 4: Geen profielfoto (blanco) 9: Niet duidelijk, omdat… Is de foto op Twitter hetzelfde als de foto op LinkedIn? 1: Ja 2: Nee 3: Niet duidelijk Wanneer er sprake is van een foto van een persoon. Is het een foto van dichtbij of veraf? 1: Close-up (Alleen het hoofd is zichtbaar) 2: Het hoofd en middel zijn zichtbaar 3: De persoon staat in het geheel op de foto 4: De persoon staat in het geheel op de foto met daarnaast een heel groot stuk achtergrond zichtbaar. 9: Niet duidelijk, omdat….
27
Is de persoon op de foto formeel gekleed? Denk hierbij aan een pak, mantelpak o.i.d. 1: Heel informeel 2: Informeel 3: Formeel 4: Heel formeel 9: Niet duidelijk, omdat … Is de achtergrond van de foto formeel Denk hierbij aan de achtergrond van een professionele foto (wit, zwart, blauw) 1: Heel informeel 2: Informeel 3: Formeel 4: Heel formeel 9: Niet duidelijk, omdat … Zijn er op de foto meerdere mensen zichtbaar? 1: Ja 2: Nee 3: Niet duidelijk, omdat …. Wordt er op de foto gelachen? 1: Brede lach 2: Glimlach 3: Neutraal 9: Niet duidelijk, omdat…
Biografie: Is de biografie van het Twitter profiel ingevuld? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Wordt er in de biografie persoonlijke informatie gegeven? Hierbij moet worden gedacht aan informatie over burgerlijke status, kinderen, hobby’s. 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Wordt er in de biografie vooral persoonlijke of vooral zakelijke informatie gegeven? Persoonlijke informatie gaat over het privéleven, zoals bijvoorbeeld de relatiestatus, hobby’s en kinderen. Zakelijke informatie is informatie over baan, werk gerelateerde kennis en de werkgever/het bedrijf.
28
1: Helemaal persoonlijk 2: Vooral persoonlijk 3: Zowel zakelijk als persoonlijk 4: Vooral zakelijk 5: Helemaal zakelijk 9: Niet duidelijk, omdat … (wanneer beide aanwezig). Wordt er begonnen met het beschrijven van persoonlijke informatie of zakelijke informatie. 1: Persoonlijk 2: Zakelijk 9: Niet duidelijk, omdat … Worden de skills van de professional duidelijk uitgelicht in de biografie? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Staat expliciet in de biografie aangegeven dat de professional open staat voor/op zoek is naar opdracht? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Worden, naast feitelijke informatie over privé/professionele leven, ook interesses uitgelicht? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat …
De laatste 10 Tweets: Wordt er in de Tweets aandacht besteed aan persoonlijke zaken? Hierbij moet worden gedacht aan informatie over burgerlijke status, kinderen, hobby’s en andere niet zakelijke activiteiten. 1: Helemaal persoonlijk 2: Vooral persoonlijk 3: Zowel zakelijk als persoonlijk 4: Vooral zakelijk 5: Helemaal zakelijk 9: Niet duidelijk, omdat …
29
Worden de skills van de professional duidelijk uitgelicht in de tweets? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Staat expliciet in de Tweets aangegeven dat de professional open staat voor/op zoek is naar opdracht? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat … Worden, naast informatie over privé/professionele leven, ook interesses uitgelicht? 1: Ja 2: Nee 9: Niet duidelijk, omdat …
Fase 3: Strategieen Welke strategie is het meest duidelijk gebruikt op LinkedIn? 1: Strategie 1: Een persoon presenteert zich op een heel persoonlijke manier. Het draait hier om het individu, om pure zelfpresentatie. 2: Strategie 2: De persoon presenteert zichzelf als onderdeel van een organisatie. Er wordt hier dus vooral ingegaan op zakelijke informatie en de rol binnen de organisatie. 3: Strategie 3: De persoon ziet zichzelf niet als persoon maar als groep. De presentatie vindt plaats vanuit bijvoorbeeld de organisatie. Denk hierbij aan een persoonlijk Twitteraccount uit naam van de organisatie met bijvoorbeeld een logo als profielafbeelding. 4: Strategie 4: Het draait vooral om de interesses van de persoon. Wat vindt iemand leuk, cool, interessant. Door hierover te schrijven krijgt het publiek een bepaald beeld van een persoon. 5: Strategie 5: personal advertisment. het draait om het verkopen van de zelf. Dit kan in drie verschillende vormen, namelijk door jezelf neer te zetten als expert op een bepaald gebied, door een soort online CV te creëren of door te adverteren met je werk, bijvoorbeeld door aan te geven waarvoor je in te huren bent en welke service je 9: Niet duidelijk, omdat… Welke strategie is het meest duidelijk gebruikt op Twitter? 1: Strategie 1 2: Strategie 2 3: Strategie 3 4: Strategie 4 5: Strategie 5 9: Niet duidelijk, omdat… Welke strategie is het minst te herkennen op LinkedIn?
30
1: Strategie 1 2: Strategie 2 3: Strategie 3 4: Strategie 4 5: Strategie 5 9: Niet duidelijk, omdat… Welke strategie is het minst te herkennen op Twitter? 1: Strategie 1 2: Strategie 2 3: Strategie 3 4: Strategie 4 5: Strategie 5 9: Niet duidelijk, omdat…
Bijlage 2 Leidraad interviews Hoelang ben je al actief op LinkedIn en Twitter? En ben je ook echt actief of meer een passieve gebruiker? Wat is de motivatie geweest om een linkedin account aan te maken? Wat is de motivatie geweest om een Twitter account aan te maken? Waarvoor gebruik je LinkedIn? Waarvoor gebruik je Twitter? Welke van deze 5 strategieen is van toepassing op jouw LinkedIn account? Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk. Bespreek daarnaast welke het minst van toepassing is. Voor strategieen zie onderaan de lijst. Welke van deze 5 strategieen is van toepassing op jouw Twitter account? Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk. Bespreek daarnaast welke het minst van toepassing is. Waarom heb je gekozen voor de foto op Linkedin. (wat versta jij bijvoorbeeld onder een “mooie foto” of een professionele uitstraling? En wat is het geen dat jij graag wil uitstralen op Linked In?) Waarom heb je gekozen voor de foto op Twitter. (wat versta jij bijvoorbeeld onder een “mooie foto” of een professionele uitstraling? En wat is het geen dat jij graag wil uitstralen op Twitter?) Maak je duidelijk onderscheid tussen de manier waarop jij je presenteert op Twitter en op LinkedIn. Zijn er bijvoorbeeld dingen die je op LinkedIn niet deelt, maar op twitter wel (of andersom)?
31
Heeft het gebruik van sociale media je zakelijk wel eens echt iets opgeleverd? Heb je bijvoorbeeld ooit een opdracht gekregen door gebruik van sociale media? (ik ben met name benieuwd hoe dit in zijn werk is gegaan). Strategie 1: Een persoon presenteert zich op een heel persoonlijke manier. Het draait hier om het individu, om pure zelfpresentatie. Strategie 2: De persoon presenteert zichzelf als onderdeel van een organisatie. Er wordt hier dus vooral ingegaan op zakelijke informatie en de rol binnen de organisatie. Strategie 3: De persoon ziet zichzelf niet als persoon maar als groep. De presentatie vindt plaats vanuit bijvoorbeeld de organisatie. Denk hierbij aan een persoonlijk Twitteraccount uit naam van de organisatie met bijvoorbeeld een logo als profielafbeelding. Strategie 4: Het draait vooral om de interesses van de persoon. Wat vindt iemand leuk, cool, interessant. Door hierover te schrijven krijgt het publiek een bepaald beeld van een persoon. Strategie 5: personal advertisment. het draait om het verkopen van de zelf. Dit kan in drie verschillende vormen, namelijk door jezelf neer te zetten als expert op een bepaald gebied, door een soort online CV te creëren of door te adverteren met je werk, bijvoorbeeld door aan te geven waarvoor je in te huren bent en welke service je
32