Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018

Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018 Marktconsultatiedocument

Zwolle, 12 februari 2016 Status: definitief Versie: 1.0

Marktconsultatiedocument Midden Overijssel 2016 Def. 1.0 .docx

blz. 1/8

Inhoud 1.

Inleiding

3

2.

Onderwerpen voor de marktconsultatie

5

2.1 Interesse uit de markt

5

2.2 Transitie andere mobiliteit

5

2.3 Transitie schone mobiliteit

5

2.4 Rol van de overheid

6

2.5 Financieel

6

2.6 Aanbestedingsvorm

6

2.7 Scholierenvervoer

7

2.8 Overname van het materieel aan het einde van de concessie

7

2.9 Looptijd(en) van de concessie

7

2.10 Best practices

7

3.

Procedure marktconsultatie

8

3.1 Publicatie marktconsultatie

8

3.2 Vragen naar aanleiding van de marktconsultatie

8

3.3 Schriftelijke reactie marktpartijen

8

3.4 Mogelijkheid tot aanvullende gesprekken

8

3.5 Vervolg na de marktconsultatie

8


blz. 2/8

1.

Inleiding

De provincie Overijssel is bezig met de transities naar andere en schonere mobiliteit. Diverse maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, urbanisatie en digitalisering zorgen voor andere vervoerspatronen en andere behoeftes van reizigers. Ook is er toenemende aandacht voor duurzaamheid en worden er binnen het OV momenteel landelijke afspraken gemaakt om te komen tot zero emission vervoer. Vanuit de landelijke brandstoffenvisie lijkt elektrisch rijden daarbij de gedragen techniek, maar groen gas kan nog een transitiebrandstof zijn. Diverse technologische ontwikkelingen in de mobiliteitsmarkt zoals de e-bike en de zelfrijdende auto geven nieuwe mogelijkheden om in te spelen op deze maatschappelijke opgaven en te komen tot een nieuwe mobiliteitsmix in Overijssel. Daarbij zullen wel meer keuzes tussen modaliteiten moeten worden gemaakt. Door afnemende exploitatiebudgetten voor OV, afnemende budgetten voor beheer en onderhoud van wegen en afnemende investeringsbudgetten voor nieuwe wegen fietsinfrastructuur zullen begrippen als ketenmobiliteit en beter benutten belangrijk zijn. Bovenstaande zal naar verwachting leiden tot de inzet op duurzame mobiliteit als oplossingsrichting voor deze maatschappelijke opgaven. Bij duurzame mobiliteit is er sprake van drie speerpunten, te weten het vermijden van mobiliteit, het veranderen van mobiliteit en het verschonen van mobiliteit (“trias mobilica”). Op het onderdeel vermijden van mobiliteit zal de provincie zelf de nodige initiatieven nemen door mobiliteit meer kaderstellend te laten zijn voor ruimtelijk/economische ontwikkelingen. Op de twee andere transities wil de provincie nadrukkelijk de samenwerking met marktpartijen en samenleving zoeken. Dit kan op verschillende manieren, maar zal in ieder geval ook een plek moeten krijgen bij komende aanbestedingen van OV. Op het gebied van OV is in Overijssel overigens al wel duidelijk dat de provincie zich wil concentreren op het realiseren van een aantrekkelijk kernnet OV, bestaande uit de nationale en regionale spoorlijnen in Overijssel, aangevuld met de belangrijkste buslijnen. Daarbuiten zal een mix van individuele en collectieve mobiliteitsvormen ontstaan, waarbij het onderscheid tussen auto, fiets en OV steeds verder zal vervagen. Op knooppunten sluiten de systemen op elkaar aan. Door de veranderende mobiliteit zal er zeker ook aandacht moeten zijn voor flexibiliteit en dus een adaptieve inrichting van die knooppunten. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het doelgroepenvervoer. Per 1 januari 2017 vervalt de OV functie van de regiotaxi. De gemeenten in West Overijssel pakken het doelgroepenvervoer gezamenlijk of individueel op. Er wordt samenwerking gezocht met bestaande en nieuwe alternatieven zoals buurtbussen, vrijwilligersprojecten. De zorginstellingen en de gemeenten kijken samen naar goede oplossingen. In deze transitie zijn de gemeenten leidend, de provincie faciliteert met kennis en financiën. De huidige busconcessie Midden-Overijssel (MO) loopt tot 1 september 2018. De concessie beslaat het gebied tussen Zwolle, Deventer, Holten, Hardenberg, Coevorden, Hoogeveen en Meppel inclusief de stadsdiensten in Zwolle en Deventer. In totaal gaat het om ongeveer 275.000 dienstregelinguren per jaar, uitgevoerd met ongeveer 100 standaardbussen. Daarnaast maken nog een tiental buurtbussen onderdeel uit van de concessie. In 2014 is gestart met de ombouw van het OV naar een voor de provincie financieel beheersbaar niveau. Dat betekent dat jaarlijks zoveel mogelijk via natuurlijk verloop van buschauffeurs ongeveer 5 procent wordt bezuinigd door ritten uit de dienstregeling te halen. De provincie Overijssel is de concessieverlener van deze vervoersconcessie. Door de onzekerheden m.b.t. de transities andere mobiliteit en schonere mobiliteit en de


blz. 3/8

invloed hiervan op de concessie MO wil de provincie graag van geïnteresseerde marktpartijen weten of en hoe zij een rol willen spelen in deze transities en/of partijen aanbevelingen hebben m.b.t. de te volgen aanbestedingsprocedure. Marktpartijen worden van harte uitgenodigd om deel marktconsultatie ter voorbereiding op de daadwerkelijke vervoersconcessie Midden Overijssel.

te nemen aan deze aanbesteding voor de

Reacties insturen kan tot 11 maart 2016. Graag wisselen wij met mogelijk geïnteresseerde marktpartijen van gedachten over de in hoofdstuk 2 genoemde onderwerpen. In hoofdstuk 3 is de procedure van deze marktconsultatie opgenomen. In dit marktconsultatiedocument worden onderwerpen geschetst met betrekking tot de aanbesteding van de vervoersconcessie Midden Overijssel. Er is nog geen besluitvorming geweest over de beschreven onderwerpen. Dit betekent dat aan dit marktconsultatiedocument geen rechten kunnen worden ontleend.


blz. 4/8

2.

Onderwerpen voor de marktconsultatie

In dit hoofdstuk worden de onderwerpen beschreven waarover wij van u een reactie vragen. Van belang is dat de vragen verband met elkaar hebben, de ene vraag kan niet los worden gezien van de andere. Verzoek is om hier bij de beantwoording rekening mee te houden.

2.1 Interesse uit de markt De provincie Overijssel is voornemens om, conform de inleiding in hoofdstuk 1, deze concessie aan te besteden. Graag horen wij van u of u, op basis van de in dit marktconsultatie document beschikbaar gestelde informatie, voornemens bent om in te schrijven op deze aanbesteding.

2.2 Transitie andere mobiliteit Door de ingezette bezuinigingen op regulier busvervoer en de opkomst van mogelijke alternatieve, deels vervangende systemen, ontstaat de vraag hoe dit te organiseren. Is het verstandig om zoveel mogelijk vervoersvormen te combineren binnen een concessie of juist niet ? a. Wat is uw advies ten aanzien van de inhoud van de concessie (onderscheid in kernnet en aanvullend net, lijnconcessie, stad, streek, bus, kleinere voertuigen) Wat kan of moet wel/niet of optioneel in de scope? b. Wat zijn voor en nadelen van het samen aanbesteden met de maatwerkvoorziening van de gemeenten (doelgroepenvervoer WMO en leerlingen etc.)? c. De verwachting is dat de ombouw/afbouw nog doorloopt in de nieuwe concessie. Hoe kunnen we deze flexibiliteit goed inbrengen? d. Welke rol ziet u als marktpartij in de komende concessie in het licht van de flexibiliteit en transitie, ook t.a.v. andere vervoerssystemen of aanvullende systemen? e. Welke aandachtspunten, risico’s en kansen ziet u op dit onderwerp?

2.3 Transitie schone mobiliteit De transitie naar elektrisch busvervoer is al begonnen in Nederland. In alle recente aanbestedingen wordt een ontwikkeltraject gevraagd en geboden. De vraag is hoe dit transitieproces verstandig vorm kan worden gegeven binnen de concessie MiddenOverijssel. Is een volledige overgang naar elektrisch rijden denkbaar in 2018 ? f.

Hoe zien marktpartijen de transitie (inhoud en proces) naar schone mobiliteit en hun rol daarin?

g. Op welke wijze zou dit in de aanbesteding uitgevraagd kunnen worden? h. Dient de aanbesteding van vervoersmiddelen en/of laadinfrastructuur losgekoppeld te worden van de aanbesteding exploitatie? i. j.

Wie wordt verantwoordelijk/eigenaar van de laadinfrastructuur? Welke aandachtspunten, risico’s en kansen ziet u op dit onderwerp?


blz. 5/8

2.4 Rol van de overheid De rol van de overheid in de kantelende samenleving verandert. Een meer bescheiden overheid lijkt de trend. De participatieladder heeft zijn intrede gedaan en de provincie zoekt meer een rol waar die in de huidige samenleving ook echt nodig is. Waar mogelijk wil de provincie zoveel mogelijk vrijheden laten aan marktpartijen. Toch ziet de provincie nog wel een rol als marktmeester binnen de mobiliteit. De marktmeester zal nog wel enige ordening op de markt moeten aanbrengen om voor de gebruikers (inwoners en bezoekers) een voldoende aantrekkelijk aanbod te kunnen garanderen, maar wil zelf niet te bepalend zijn. k. Welke rol zien partijen voor de overheid in deze veranderende wereld. En waarom? l.

Welke vrijheden hebben marktpartijen nodig in beide transities ?

2.5 Financieel Dalende structurele budgetten voor exploitatie OV en kleinere budgetten voor incidentele investeringen maken het noodzakelijk bezuinigingen door te voeren en meer keuzes te maken binnen de mobiliteit. Begrippen als ketenmobiliteit en beter benutten zijn actueel. m. Op welke wijze kan het best de teruggang in financiële middelen opgevangen worden? n. Op welke manier kunnen we omgaan met financiële risico’s? o. Hoe om te gaan met de opbrengstverantwoordelijkheid? p. Welke aandachtspunten en kansen ziet u op dit onderwerp? q. In de huidige concessie Midden Overijssel ligt de opbrengstverantwoordelijkheid bij de opdrachtgever. Opdrachtgever heroverweegt deze stelling. Hoe kijkt u aan tegen opbrengstverantwoordelijkheid? Waar zou deze moeten liggen (bij opdrachtgever of opdrachtnemer)? Adviseert u een andere verdelingssystematiek? Ziet u hierin een verschil tussen het kernnet en de rest (mobiliteitmix)?

2.6 Aanbestedingsvorm De meest gebruikelijke manier van aanbesteden vereist een helder en duidelijk bestek, de zogenaamde traditionele vorm. Er zijn vele andere vormen van aanbesteden mogelijk. Deze zijn wellicht meer toepasbaar voor onze uitdagingen. r.

Welke aanbestedingsvorm acht u mogelijk en welke onmogelijk voor deze aanbesteding?

s. Wat betekent dit in uw ogen voor doorlooptijd van de aanbesteding en implementatietijd? t.

Wat zijn uw ervaringen met de andere vormen en waar zijn deze toegepast?

u. Inschrijvers op de traditionele aanbestedingen in het openbaar vervoer is doorgaans een beperkt aantal partijen. De transitie, zowel t.a.v. het onderliggend net als de energietransitie vraagt mogelijk meer dan dat deze partijen op dit moment bieden. Hoe kan de overheid samenwerking tussen partijen stimuleren of nieuwe partijen een kans geven? Is deze behoefte aanwezig? v.

Welke aandachtspunten, risico’s en kansen ziet u op dit onderwerp?


blz. 6/8

2.7 Scholierenvervoer Het aandeel scholieren/studenten in West Overijssel is hoog. We zien een sterke toename van spitsvervoer. Het beleid is gericht op het faciliteren van het scholieren vervoer. Dit betekent een sterkere scheiding tussen spits en dal vervoer. Er zal een toename zijn van spitslijnen en een afname van ritten in de daluren. Flexibiliteit en het snel kunnen aanpassen op wensen en tijden van scholen (bv niet in de vakanties) is wenselijk. w. Met welke consequenties van deze ontwikkeling moeten we rekening houden. x. Wat betekent dat voor de aanbesteding (apart perceel?) y. Op welke wijze kan regie worden gevoerd op het scholierenvervoer? z. Wat zijn aandachtspunten op dit onderwerp

2.8 Overname van het materieel aan het einde van de concessie De provincie wil overwegen om een overnameregeling van het materieel in de concessiebeschikking op te nemen zodat aan het einde van de concessie het materieel (vervoersmiddelen en eventueel laadinfrastructuur) bij de daaropvolgende concessie weer ingezet kan worden. aa. Is een regeling, in de concessiebeschikking, voor overname van het materieel aan het einde van de concessie noodzakelijk? bb. Wat zijn uw argumenten bij het gegeven antwoord? cc. Onder welke voorwaarden zou het materieel overgenomen moeten worden? dd. Wat zijn de risico’s bij het overnemen van het materieel? ee. Op welke wijze zou de provincie de overname van het materieel kunnen opnemen in het Bestek en/of concessiebeschikking?

2.9 Looptijd(en) van de concessie ff. De huidige looptijd van de concessie is acht jaar. Gezien bovenstaande onderwerpen, welke looptijd(en) van de concessie stelt u voor en wat is uw onderbouwing?

2.10 Best practices Indien u goede ervaringen heeft met het invulling geven aan het beschreven vervoersvraagstuk en deze met ons wilt delen vernemen wij dat graag. gg. Uw reacties hierop zien we met belangstelling tegemoet


blz. 7/8

3.

Procedure marktconsultatie

De procedure voor deze marktconsultatie is als volgt: 1. publicatie marktconsultatie 2. vraag/antwoord ronde (Nota van Inlichtingen) 3. schriftelijke reactie marktpartijen 4. mogelijkheid tot aanvullende gesprekken.

3.1 Publicatie marktconsultatie Deze marktconsultatie is op 12 februari 2016 gepubliceerd op Negometrix, TenderNed en daarna ook op TED.

3.2 Vragen naar aanleiding van de marktconsultatie Mocht u naar aanleiding van de in deze marktconsultatie gestelde onderwerpen vragen hebben, dan kunt u deze stellen via [email protected] . De vragen zullen zoveel mogelijk gebundeld beantwoord worden in een Nota van Inlichtingen en naar verwachting 22 februari, 29 februari en 7 maart gepubliceerd worden op het Negometrix-platform.

3.3 Schriftelijke reactie marktpartijen Wij verzoeken u schriftelijk te reageren op deze marktconsultatie. Uw reactie verwachten wij uiterlijk 11 maart 2016 13:00 uur op [email protected], onder vermelding van ‘marktconsultatie vervoersconcessie Midden Overijssel 2018’.

3.4 Mogelijkheid tot aanvullende gesprekken Mogelijk willen wij u, op basis van uw reactie, uitnodigen voor een aanvullend gesprek. Deze bilaterale gesprekken vinden plaats op woensdag 23 maart 2016. Verzoek om in uw agenda hiermee rekening te houden.

3.5 Vervolg na de marktconsultatie Na deze marktconsultatie gaat opdrachtgever verder met de voorbereiding van de aanbesteding. Hierin zullen de resultaten van de marktconsultatie worden gebruikt. Relevante informatie uit de marktconsultatie zal geanonimiseerd in het bestek van de aanbesteding worden opgenomen. Opdrachtgever benadrukt dat geen rechten aan alle verstrekte informatie ontleend kan worden. De informatie van de marktpartijen zal als informerend/adviserend worden behandeld en het staat de opdrachtgever vrij staat om daarvan al dan niet gebruik te maken.


blz. 8/8

Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018

Recommend Documents