VERSLAGGEVING VAN DE BEDRIJVEN IN PORTEFEUILLE VAN DE FPIM
2010
Inhoudsopgave I. PORTEFEUILLE OVERHEIDSHOLDING ArcelorMittal Rodange Schifflange Asco BMI Brussels Airport Holding Certi-Fed China Belgium Direct Equity Investment Fund Congrespaleis Credibe De Post Fedimmo Flagey Omroepgebouw Fonds voor Spoorweginfrastructuur Idoc Nationale loterij Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) SN Airholding Sonaca Sopima Startersfonds Techspace Aero Zephyr-Fin
II. PORTEFEUILLE INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ Cissoid Electrawinds Fidentia Green Buildings IRE Elit Navitell Vesalius Biocapital I Xylowatt Zilver Avenue Participatiemaatschappij
III. PORTEFEUILLE GEDELEGEERDE OPDRACHTEN ASTRID BNP Paribas Dexia Ethias Finance Fedesco Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost Fortis Bank KBC Groep Kringloopfonds Royal Park Investments
p. 7 p. 7 p. 9 p. 11 p. 12 p. 13 p. 14 p. 15 p. 17 p. 18 p. 20 p. 24 p. 24 p. 25 p. 27 p. 29 p. 32 p. 33 p. 34 p. 35 p. 36 p. 39 p. 43 p. 43 p. 44 p. 46 p. 48 p. 49 p. 50 p. 52 p. 54 p. 57 p. 57 p. 58 p. 63 p. 66 p. 68 p. 69 p. 72 p. 74 p. 75 p. 76
Introductie
Aan de bedrijven waarin de FPIM een participatie bezit of aan dewelke zij een lening heeft toegekend, werd gevraagd een syntheserapport op te stellen over hun activiteiten van het boekjaar. De FPIM meent hierdoor de lezer op een volledige en relevante wijze te informeren. De rapporten die hierna worden opgenomen zijn door de bedrijven opgesteld. Voor de erin opgenomen gegevens en informatie zijn enkel deze bedrijven verantwoordelijk. Rapporten van sommige bedrijven ontbreken omdat deze pas zijn opgericht en weinig relevante informatie kunnen geven of omdat zij al een tijdje in vereffening zijn of geen activiteit meer uitoefenen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 7
Portefeuille Overheidsholding
ARCELORMITTAL RODANGE SCHIFFLANGE 1. Activiteit ArcelorMittal Rodange en Schifflange is voor 79,0 % dochteronderneming van ArcelorMittal Belval en Differdange en is een geïntegreerde eenheid die beschikt over een elektrische staalgieterij op de site van Schifflange en over twee walserijen op de site van Rodange. ArcelorMittal Rodange en Schifflange verkoopt onder meer rails, profielen, speciale profielen, damwandstaal en rondstaal voor beton, naast een aantal halffabricaten die voornamelijk geproduceerd worden voor de toevoer van de walserij (T.L.M.) van het bedrijf Laminés Marchands Européens (L.M.E.). ArcelorMittal Rodange en Schifflange heeft een belang van 34,0 % in L.M.E dat de enige aandeelhouder is van T.L.M. 2. Verslag Productie: De productie kende de volgende evolutie: 2010 T
2009 T
+/%
Staal
657.483
596.753
+10.2
Walsproducten
529.983
477.158
+11.1
Productie
De productie van staal is in vergelijking met 2009 in 2010 sterk gestegen tot 657.483 ton. Deze stijging is toe te schrijven aan de toename van de leveringen van STFS (+12,53 %) en binnen walsgroep C (+8,09 %). In 2010 werd de staalgieterij gedurende 103 dagen stilgelegd. In 2010 werd voor 514.966 ton afgewerkte producten verzonden tegenover 453.876 ton in 2009, wat overeenstemt met een stijging van 13,5 %.Voor profielen en rails liep de stijging op tot 43,9 %, terwijl er in het segment rondstaal voor beton een lichte daling merkbaar was van 2,26 %.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 8
Investeringen: In totaal werd 8.901.833,10 EUR geïnvesteerd in de volgende projecten: • renovatie van de reconditioneringsfaciliteit van walsgroep C; • aankoop van walscilinders; • installatie van een machine voor koppeling van damwandstaal; • diverse werkzaamheden met betrekking tot milieuaspecten en de veiligheid op het werk; • diverse werkzaamheden met betrekking tot het onderhoud van gereedschap. Milieu: De eerste opvolgingsaudit van het geïntegreerd managementsysteem KVM (Kwaliteit-Veiligheid-Milieu) voor de sites Rodange en Schifflange werd met succes uitgevoerd eind 2010. In 2010 produceerde ArcelorMittal Rodange en Schifflange S.A. 64.696 ton CO2 voor een toewijzing van 81.073 ton. Er werden tijdens het voorbije boekjaar geen emissierechten gekocht of verkocht. De belangrijke projecten die in 2010 gerealiseerd werden met betrekking tot milieuaspecten hebben in het bijzonder betrekking op: • doorslaggevende proef met betrekking tot de nuttige toepassing van 500 ton stofdeeltjes van de filtering van de elektrische oven bij Hydrometal; • droging door persfilters van het slib uit walserijen van Rodange om dit beter te kunnen verwijderen; • nuttige toepassing van het hittebestendige afval van de staalgieterij van Schifflange door HORN; • ondertekening van een nieuw contract voor drie jaar voor de verkoop van zinkerts van Rodange en Schifflange; • onderzoek naar lozing van water en atmosferische uitstoot met het oog op de verlenging van de exploitatievergunning van de site van Schifflange; • uitvoering van de wettelijke conformiteitsaudit H&S op het vlak van milieu. Personeelsbestand: Op 31 december 2010 stelde de vennootschap in totaal 730 personen te werk tegenover 806 personen eind 2009. De daling van het aantal personeelsleden ten opzichte van eind 2009 houdt hoofdzakelijk verband met het niet vervangen van uittreders (vervroegd pensioen, einde van arbeidscontracten voor bepaalde duur) tijdens de economische crisis. Veiligheid op het werk: Veiligheid op het werk is een essentieel onderdeel van het personeelsbeheer. Tijdens het boekjaar 2009 werden in het bijzonder de volgende projecten gerealiseerd: • verdere invoering van de normen van ArcelorMittal met betrekking tot de thema’s “Besloten ruimtes”, “Spoorwegveiligheid”, “Consignatie”, “Hoogtewerk” en “Bruggen en hijswerken” met risicobeoordeling, bijbehorende instructies en betere signalisatie op het terrein; • voortzetting van het initiatief “TOP 20 van risico’s in Rodange” met het oog op de technische en organisatorische verbetering van de functies en van de werkomgeving; • lancering van het initiatief “Safety Stewards en Safe Steel Captains” om de waakzaamheid binnen de vestigingen overal en op ieder ogenblik aanzienlijk te verbeteren;
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 9
•w erelddag voor Veiligheid en Gezondheid 2010 waarbij het accent gelegd werd op de ArcelorMittal Standards om de kennis bij het personeel te vergroten en om hun gedrag op het vlak van veiligheid te verbeteren.
Voortzetting van het geïntegreerd systeem voor Kwaliteit, Veiligheid en Milieu; eerste audit voor opvolging en handhaving van de 4 certificaten ISO 9001, ISO 14001, ISO TS 16949 en OHAS 18001. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) Activa Immateriële en materiële activa
Passiva 139.147.353 Kapitaal en uitgiftepremies
Financiële activa
68.258.554 Geïmmuniseerde meerwaarden
Voorraden
91.006.457 Overgedragen reserves en resultaten
Schuldvorderingen
63.346.262 Voorzieningen voor risico's en kosten
Geldbeleggingen Totaal
117.582 Schulden 361.878.207
Totaal
87.293.722 2.684.616 -35.854.078 12.896.173 294.857.775 361.878.207
ASCO 1. Activiteit Asco heeft als ambitie een wereldleider te zijn in het ontwerp en de productie van complexe structurele vliegtuigcomponenten en de assemblage ervan. Met een geconsolideerd zakencijfer van om en bij 211 miljoen EUR in 2010 en een tewerkstelling van 1.092 werknemers is Asco een risk-sharing, single-source leverancier van zeer vitale vliegtuigcomponenten voor alle vliegtuigbouwers ter wereld. Asco is betrokken bij het ontwerp en de productie van slattrack- en flaptrackmechanismen en bouwt onderdelen voor onder meer landingsgestellen en motorophangingen. Asco is zowel medeaandeelhouder van Belairbus als van Flabel en heeft vestigingen in Zaventem (B), Gedern (D) en Vancouver (Can). Naast volledige designcapaciteiten beschikt de groep over een groot aantal vier- en vijfassige, multipalletbewerkingscentra en een volledige gecertificeerde verantwoordelijkheid met de nodige oppervlaktebehandelingafdelingen, installaties voor warmtebehandeling, destructieve en niet-destructieve testen. Uit de voor 2010 gepubliceerde macro-economische cijfers blijkt dat de sector van de luchtvaartindustrie in 2010 opnieuw groeipercentages heeft neergezet van voor de crisis van 2008/2009. Uit de voorlopige cijfers voor de eerste drie trimesters van 2010 werd een gemiddelde groei op jaarbasis van ongeveer 10 % opgetekend. - Het vervoer van personen is met 8,5 % toegenomen met een bezettingsgraad van 78,5 %. - Het vervoer van vracht kende een groei van 21,9 % op jaarbasis met een laadcoëfficiënt van 53,8 %.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 10
- Het volume passagiersverkeer stijgt bij de Europese maatschappijen van het eerste tot het derde kwartaal 2010 met 9 % op jaarbasis. Dat resultaat is vergelijkbaar met de cijfers van voor de crisis. Noord-Amerika kent dezelfde ontwikkeling: de groei op jaarbasis bedroeg eind november 9 %, iets minder dan de gemiddelde groei op jaarbasis aan het einde van het derde trimester. - Ondanks een sterke groei tijdens de tweede helft van 2009 heeft de regio Azië-Pacific zich nog niet hersteld tot het volume van voor de crisis. De groei op jaarbasis bedroeg in 2010 slechts 4 tot 5 %, nauwelijks de helft van de groei in de Verenigde Staten. - In de regio Afrika/Midden-Oosten groeit het passagiersvolume op jaarbasis met meer dan 12 %; dit is onder meer te danken aan de grondstoffenboom. Voor de luchtvaartmaatschappijen uit het Midden-Oosten bedraagt de volumegroei op jaarbasis voor 2010 (op basis van de cijfers tot november) zelfs 16 %; zij vervoeren nu ook 16 % meer passagiers dan in 2008 door een uitbreiding van hun marktaandeel ten nadele van hun concurrenten. - Ondanks aanzienlijke verschillen in verschillende delen van de wereld was 2010 een goed jaar voor het luchtverkeer: de volumes stegen opnieuw tot het niveau van 2008. De IATA voorspelt dat deze groei de komende jaren zal aanhouden, zij het aan een lager tempo dan dat van 2010.
De luchtvaartsector kent een cyclische evolutie (met cycli van 7 à 10 jaar). Volgens de IATA zijn we nu op een punt aanbeland waarop de luchtvaartmaatschappijen opnieuw winst gaan maken. Het herstel zou gebaseerd zijn op een beter economisch klimaat, een stijgende groei, een meer optimaal gebruik van de vliegtuigen en een betere rentabiliteit dankzij een betere afstemming van het aanbod (de capaciteit) op de vraag. De brutowinstmarge zou op jaarbasis stijgen tot meer dan 5 % en de nettowinst na belastingen zou in 2010 15,1 miljard dollar bedragen. De positieve tendens van de resultaten die de luchtvaartmaatschappijen neerzetten, zou echter kunnen worden afgezwakt door de oliekoers en de broosheid van sommige (Europese) economieën die geconfronteerd worden met de schuldencrisis en verplicht zijn om besparingsmaatregelen te nemen die een impact kunnen hebben op hun groei en die in sommige gevallen zelfs het risico kunnen inhouden dat men opnieuw in een recessie terechtkomt. Deze factoren zouden een negatieve impact hebben op de resultaten van de luchtvaartmaatschappijen. De Verenigde Staten zouden het ondanks hun enorme overheidsschuld beter moeten doen, maar toch zouden de groei in de luchtvaartsector en de resultaten van de luchtvaartmaatschappijen er slechts matig zijn. In de nieuwe industrielanden echter zou het luchtverkeer veel sneller blijven groeien dan in Europa of in de Verenigde Staten. De snelle ontwikkeling van het vrachtverkeer zal deze tendens daar trouwens nog versterken.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 11
2. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) Activa
Passiva
Immateriële en materiële activa
5.855 Kapitaal en uitgiftepremies
19.654
Financiële activa
8.989 Herwaarderingen
43.479
Vorderingen en voorraden
87.011 Voorzieningen Risico’s
Geldbeleggingen
98.479 Schulden
Overlopende rekeningen Totaal
10.378 127.703
880 201.214 Totaal
201.214
BMI 1. Activiteit Het cofinancieren van buitenlandse investeringen van Belgische bedrijven hoofdzakelijk ten behoeve van KMO’s die zich in een expansiefase bevinden of die een belangrijk groeipotentieel vertonen. 2. Verslag Bij het afsluiten van het boekjaar 2010 omvatte de portefeuille van de BMI 21 projecten die gerealiseerd werden aan de zijde van 18 Belgische industriële partners (waaronder 11 KMO’s). De globale portefeuille van de BMI (met inbegrip van bepaalde fondsen van derden) bedroeg 22,5 miljoen EUR, voor het merendeel geïnvesteerd onder de vorm van risicodragend kapitaal (80 %) in opkomende markten (62,5 %). De liquiditeitspositie is gedaald tot 18,618 miljoen EUR. Het boekjaar 2010 wordt afgesloten met een positief nettoresultaat van 886.324 EUR. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële vaste activa Financiële activa Vorderingen Geldbeleggingen Regularisatie TOTAAL
PASSIVA 64 Kapitaal en uitgiftepremies Herwaarderingen
32.970
12.280 Reserves en overgedragen resultaten
1.980
5.424 Schulden
2.172
18.618 735 37.122 TOTAaL
37.122
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 12
BRUSSELS AIRPORT HOLDING 1. Investeringen De aandelenparticipatie in The Brussels Airport Company NV bleef ongewijzigd in 2010. 2. Financiële resultaten De onderneming ontving in 2010 voor 70.693.581 EUR aan dividenden van The Brussels Airport Company. De netto financiële resultaten bedroegen 23.372.615 EUR, de operationele kosten 602.580 EUR en ander inkomen 402.500 EUR. Gezien de vennootschap zich in een fiscale verliessituatie bevindt, werden er geen belastingen in rekening gebracht. Het nettoresultaat na belastingen bedroeg 23.172.536 EUR. De Raad van Bestuur heeft beslist om de rekeningen van 2010 ter goedkeuring voor te leggen op de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering heeft de winstverdeling (23.172.536 EUR) als volgt goedgekeurd: - 5 % van de netto winst m.a.w. 1.158.627 EUR zal overgeboekt worden naar de Wettelijke Reserves zoals vermeld in het Wetboek van Vennootschappen; - 48.355.304 EUR zal geboekt worden als Overgedragen Winst. 3. Andere opmerkingen In 2010 werd de inventaris van risico’s op kwartaalbasis bijgewerkt om voor het bedrijf de belangrijkste risicogebieden in kaart te brengen en op te volgen. Hoofdzakelijk gaat het hier over risico’s die verbonden zijn aan de economische crisis, terrorisme, milieu en veiligheid. De nodige maatregelen werden getroffen om de prijs-, krediet-, liquiditeits- en cashflowrisico’s op te volgen en te controleren en waar nodig werden boekhoudkundige provisies geboekt. De Raad van Bestuur bevestigt dat er geen belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden na jaarafsluiting noch dat tijdens 2010 gebeurtenissen plaatsvonden welke een materiële impact kunnen hebben op de toekomstige ontwikkeling van het bedrijf. Tijdens 2010 werden er geen speciale onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten verricht, noch hebben er zich veranderingen wat betreft aandelen voorgedaan die zouden moeten gerapporteerd worden conform artikel 608 van de vennootschapswetgeving. Noch de vennootschap, noch een dochteronderneming, noch een persoon handelend in naam van de onderneming of van een dochteronderneming heeft aandelen, obligaties of aandelencertificaten aangeworven van de vennootschap.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 13
Er hebben zich in 2010 geen gebeurtenissen voorgedaan, noch werden er beslissingen genomen onderworpen aan art. 523 van de vennootschapswetgeving. Het bedrijf heeft geen bijkantoren. De financiering van de vennootschap gebeurt door een achtjarige kredietfaciliteitovereenkomst welke afloopt in 2015. Eind 2010 bedroeg de lening 1.300 miljoen EUR waarvan 1.250 miljoen EUR gewaarborgd is tegen interestfluctuaties tot 2015. De Raad van Bestuur bevestigt dat geen andere financiële middelen gebruikt worden die van belang zijn voor de beoordeling van de balans, financiële positie of het resultaat van het bedrijf.
CERTI-FED 1. Activiteit De vennootschap werd op 14 juni 2007 opgericht in het kader van de herstructureringsoperatie van The Brussels Airport Company (TBAC) en de oprichting van Brussels Airport Holding (BAH). De vennootschap heeft tot doel certificaten uit te geven met als onderliggende waarden de aandelen van TBAC die in het bezit zijn van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Aldus heeft de FPIM op 19 juni 2007 435.787 A-aandelen van TBAC overgedragen aan Certi-Fed en heeft deze laatste 435.787 A-certificaten in naam van de FPIM uitgegeven en overgedragen aan BAH ter vertegenwoordiging van de aandelen van TBAC. Op 22 oktober 2007 hebben de FPIM en Macquarie Airport Brussels SA (MABSA) een akkoord gesloten om 72.631 A-aandelen (of 5 % van de aandelen min 1 aandeel) van BAH over te dragen aan MABSA. Op dezelfde dag werden 72.631 A-certificaten overhandigd aan BAH en vernietigd. Het aantal uitgegeven certificaten per einde boekjaar 2008 bedroeg aldus 363.156 voor een bedrag van 160.022.573 EUR en bleef ongewijzigd in 2009 en 2010. De certificering wordt niet in de balans van de vennootschap geboekt. 2. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) Het balanstotaal bedraagt 65.250 EUR en het eigen vermogen 65.246 EUR. De geldbeleggingen en liquide middelen bedroegen in totaal 65.111 EUR. De jaarrekening 2010 sluit af met een verlies van 2.087 EUR. Er wordt voorgesteld om het verlies van het boekjaar over te dragen. In overeenstemming met artikel 96.6° van de Vennootschapswet, wijst de Raad erop dat het eigen vermogen voldoende is om de activiteiten van de vennootschap verder te zetten en dat er dus geen reden is om de waarderingsregels aan te passen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 14
ACTIVA Materiële en immateriële vaste activa Vorderingen Geldbeleggingen en beschikbare geldmiddelen Overige activa Totaal
Passiva 120 Kapitaal en uitgiftepremies 65.111 Reserves en overgedragen resultaat Voorzieningen voor risico’s en kosten 19 Overige passiva 65.250 Totaal
72.500 -7.254
4 62.250
CHINA BELGIUM DIRECT EQUITY INVESTMENT FUND 1. Activabeheer Tegen eind 2010 werden er 4 nieuwe projecten afgerond met in totaal een investeringskapitaal van 128,64 miljoen RMB. Tot 31 december 2010 heeft het Fonds in 26 projecten geïnvesteerd voor een totaal van 1,09 miljard RMB. In 2010 boekte het Fonds een goede vooruitgang op de genoteerde portefeuille. Zes ondernemingen hebben zich met succes genoteerd op de Shenzheng en GEM effectenbeurs. Door nog 5 andere genoteerde projecten op te nemen, heeft het Fonds 11 genoteerde projecten verworven, waarvan 3 projecten hun exitoperatie uit de secundaire markt hebben voltooid, en 8 projecten op de wachtlijst staan om de secundaire markt te verlaten. Bovendien werden er drie andere noteringsaanvragen door de overheid goedgekeurd. In 2010 bedroegen de inkomsten uit de verkoop van participaties 270 miljoen RMB en werd er 85,96 miljoen RMB aan contante dividenden ontvangen van 9 portefeuilles. Zonder rekening te houden met het startkapitaal en de uitgaven bedraagt de nettowinst van het jaar 213,16 miljoen RMB (niet geauditeerd), terwijl de voorafbetaling van de inkomstenbelasting 45,36 miljoen RMB bedraagt. In verband met de resolutie 2009 van de Eerste Buitengewone Aandeelhoudersvergadering heeft het Fonds 400 miljoen aan dividenden uitbetaald aan 9 aandeelhouders. Fortis heeft recht op 40 miljoen RMB aan dividenden, waarbij de inkomstenbelastingen voor buitenlandse aandeelhouders 4 miljoen RMB bedraagt, en er nog 36 miljoen RMB aan contante dividenden overblijft. De FPIM ontvangt 34 miljoen RMB aan dividenden, waarbij de inkomstenbelastingen voor buitenlandse aandeelhouders 3,4 miljoen RMB bedraagt, en er nog 30,6 miljoen RMB aan overblijvende contante dividenden wordt overgedragen aan de RMB-rekening van de FPIM in China. In overeenstemming met de Activa Beheerovereenkomst werd de opgeleverde interest van de eerste 3 kwartalen, 56,14 miljoen RMB, uitbetaald aan de Fondsbeheerder, waarvan 20 % werd overgedragen aan de risicoprovisie. De opgeleverde interest van het vierde kwartaal zal worden uitbetaald uitgaande van de in de balans opgenomen nettowinst van het hele jaar.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 15
De met België gerelateerde investeringsprojecten vormen het centraal punt van het activabeheer, en de laatste jaren heeft het veel aandacht gekregen van alle delen van het Fonds. In 2010 is er eindelijk een forse doorbraak bereikt, waarbij Eden Chocolate (Suzhou) op 16 november 2010 door het beslissende Investeringscomité van de Fondsbeheerder werd goedgekeurd als het eerste met België gerelateerde project, voor een investering van 3 miljoen EUR met een aandeelhouderspercentage van 10,75 %. Hierna werd de officiële investeringsovereenkomst op 15 december 2010 ondertekend. 2. Werkplan voor 2011 Sinds het begin van 2010 zijn er grote veranderingen geweest in het binnenlandse Private Equity-marktpatroon: er was een voortdurende opkomst van verschillende investeringsinstellingen, de kapitaalgrootte van de nieuwkomers steeg dramatisch en de concurrentie op de markt werd steeds scherper. In 2011 moet het Fonds nog meer ervaring opdoen en de werkkoers blijven volgen om een marktgeoriënteerd beheersysteem te vervolmaken, voor meer investeringen en risicocontrolemogelijkheden te zorgen en de inkomsten van activa te verhogen. Het Fonds streeft naar de volgende doelstellingen: • Trouw blijven aan de beleggingsprincipes veiligheid, behoudendheid en efficiëntie, volop gebruik maken van alle soorten bronnen, actief op zoek gaan naar waardevolle beleggingsobjectieven, streng toezien op de beleggingskwaliteit, globaal en rationeel zorgen voor een beleggingsplan en kapitaal, geleidelijk het kapitaal van het Fonds vergroten. •U itgaande van het dossier Eden Chocolate, moet het Fonds leren uit de succesvolle ervaring en de beleggingsstrategie aanpassen om zo de besluitvormingsprocedure te versnellen en meer waardevolle met België gerelateerde projecten uit te voeren. • Actief instaan voor opvolgingsbeheer, geïnvesteerde projecten helpen om een noteringsaanvraag in te dienen en een service met toegevoegde waarde bieden van intern beheer. • Op zoek gaan naar en verkennen van flexibele en diverse exitmechanismen. • Volledig de taak en de verplichting van de Raad vervullen om het beheersysteem verder te vervolledigen en de wettelijke rechten en belangen van de aandeelhouders te beschermen. • De informatieoverdracht efficiënter maken en het communicatiekanaal duidelijk houden. • Public relations behouden en een sterk imago op de markt opbouwen, op eigen initiatief aan de overheden verslag uitbrengen over de ontwikkeling van de werking en beleids- en marktinformatie verzamelen. • Voor een sterker beheer van het dagelijkse werk van het secretariaat zorgen.
CONGRESPALEIS 1. Kader en activiteit De NV Congrespaleis is een naamloze vennootschap van publiek recht die werd opgericht op 07/09/2004. De vennootschap is een gespecialiseerde dochtervennootschap van FPIM. • De vennootschap heeft tot doel vergaderingen, congressen, tentoonstellingen, beurzen, evenementen
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 16
en soortgelijke activiteiten te organiseren. Ze verzekert de transformatie, de renovatie en de organisatie van de gebouwen van de NV CP waarin deze diensten plaatsvinden.
•D e vennootschap kan elke soort vennootschap oprichten, belangen nemen in, coöpereren of fuseren met een vennootschap, dochterondernemingen oprichten met vennootschappen die een identiek, gelijkaardig of aanverwant doel bezitten, die haar activiteiten kunnen bevorderen of de verkoop van haar producten of diensten vergemakkelijken. Bovendien kan de vennootschap, rechtstreeks ofwel onrechtstreeks door het toekennen van concessies, elke opdracht van algemeen of openbaar belang uitvoeren die verband houdt met het onderhavige doel.
2. Verslag In uitvoering van haar opdracht en statutair doel heeft de NV CP in 2010: •d e exploitatievennootschap GL Events Brussels NV begeleid en bijgestaan in haar opdracht; • deelgenomen aan de Raden van Bestuur van de exploitatievennootschap; • het beheer waargenomen van de gebouwen; de tekortkomingen en defecten na renovatie geanalyseerd, en oplossingen gezocht voor anomalieën zoals waterinfiltraties, geurhinder, ontbrekende installaties, etc.; met aannemers, controleorganismen, architecten, verzekeringsinstellingen en exploitanten werden er veelvuldige vergaderingen georganiseerd om de vaak ingewikkelde problemen op te lossen; • e en nieuwe algemeen directeur aangetrokken die een halftijdse opdracht uitvoert sedert half mei 2010; • een politiek voor het financieel beheer beslist, inzonderheid voor de belegging van haar thesauriemiddelen; • het boekjaar 2010 werd afgesloten met een verlies van 3.740.099 EUR. Het overgedragen verlies van 2004 tot en met 2009 bedroeg 7.058.137 EUR zodat na overdracht van het verlies van 2010 het overgedragen verlies eind 2010 10 798 236 EUR en het eigen vermogen 21 955 302 EUR zal zijn. Dit brengt de voortzetting van de vennootschap niet in gevaar. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) Activa Immateriële en materiële activa Financiële activa Vorderingen Geldbeleggingen Regularisatierekeningen – activa Totaal
Passiva 6.712 Kapitaal en uitgiftepremies
32.500
38 Herwaarderingen, kapitaal subsidies
254
4.924 Reserves en overgedragen resultaten
-10.798
15.710 Schulden 1.755 Regularisatierekeningen – passiva 29.139 Totaal
542 6.642 29.139
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 17
CREDIBE 1. Activiteit Credibe beheert verder verschillende activiteiten en activa, met name een portefeuille van chirografaire schuldvorderingen, contracten ter mobilisering van hypothecaire vorderingen, een participatie in Stater Belgium NV, enkele schulden op korte termijn en risico’s (verschillende geschillen en gedingen) evenals een kantorencomplex. 2. Verslag De activiteiten met betrekking tot het beheer van de verschillende geschillen en rechtsvorderingen in verband met dossiers uit het verleden en het beheer van de documenten en dossiers in de archieven verminderen geleidelijk. Het aantal opportuniteitsbeslissingen, die genomen worden in deze speciale dossiers, blijven ook dalen, maar de bedragen die hiermee gepaard gaan, blijven aanzienlijk. Bij de andere activiteiten zijn deze, waar de controle uitgeoefend wordt over de behandeling van de geschillendossiers en de chirografaire schuldvorderingen, beheerd door Stater Belgium NV in het kader van de outscourcingsovereenkomst, stabiel gebleven. Daarnaast zal de renovatie van het laatste pand, gelegen in de Wetstraat 42 te 1040 Brussel, tegen eind oktober 2011 afgewerkt moeten zijn. De verhuur ervan zou in de loop van het tweede semester van dit jaar moeten aanvangen. Het aantal fulltime-equivalenten daalde van 7 personeelsleden eind 2009 naar 5 begin 2010. Dit aantal zou nog verder moeten dalen voor half 2012. Het courant resultaat van het jaar 2010 bedraagt 251.849,24 EUR en komt voornamelijk voort uit de inkomsten van de portefeuille chirografaire schuldvorderingen, de contracten ter mobilisering van hypothecaire vorderingen, huuropbrengsten en financiële inkomsten. De terugnemingen en aanwendingen van de provisies die hoofdzakelijk de kosten dekken van risico’s die inherent zijn aan de lopende juridische geschillen, de handlichtingskosten voor opheffing van dossiers, de kosten van de herstructureringen en van werken in uitvoering aan het vastgoedcomplex van de Wetstraat te Brussel, werden opgenomen voor 975.618,59 EUR. Na verrekening van de buitengewone kosten en van de belastingen bedraagt het nettoresultaat van het boekjaar 2010 1.220.681,84 EUR. De Raad van Bestuur stelt op de Algemene Vergadering voor om een bedrag van 1.200.000,00 EUR te bestemmen voor de uitkering van een dividend en het overschot van het resultaat van dit boekjaar over te dragen. Vooruitzichten voor 2011 en belangrijke gebeurtenissen na de afsluiting van het boekjaar: CREDIBE zal in 2011 een beleid voortzetten van beheer en verkoop van de overige activa aan hun optimale waarde.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 18
De renovatie van de gebouwen die de maatschappelijke zetel van CREDIBE, Wetstraat te Brussel huisvesten, zal eind oktober 2011 voltooid zijn om een bestemming voor gemengd gebruik ervan mogelijk te maken. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA
Passiva
Immateriële en materiële activa
5.368 Kapitaal en uitgiftepremies
816
Financiële activa
1.955 Herwaarderingen
271
Vorderingen Geldbeleggingen Overlopende rek. TOTAAL
590 Reserves en overgedragen resultaten 60.777 Voorzieningen Risico’s 1.087 Schulden 69.777 TOTAAL
59.027 7.652 2.011 69.777
DE POST 1. Activiteit Bpost levert nationale en internationale postdiensten die bestaan uit de ophaling, het transport, de sortering en de uitreiking van poststukken, drukwerk, dagbladen en geadresseerde en ongeadresseerde documenten. Bpost levert eveneens financiële en bancaire diensten en voert namens de overheid activiteiten van “universele dienstverlening” uit. 2. Verslag De derde postrichtlijn 2008/6 van het Europese Parlement en de Europese Raad werd goedgekeurd op 20 februari 2008 en gepubliceerd op 27 februari 2008. De richtlijn streeft naar de totstandbrenging van een interne markt voor postdiensten via het wegwerken van exclusieve en speciale rechten in de postsector, naar het vrijwaren van een gemeenschappelijk niveau van universele diensten voor alle gebruikers in alle landen van de Europese Unie en naar het vastleggen van geharmoniseerde principes voor de regulering van postdiensten. Op 18 november 2010 keurde het Belgische Parlement de wet betreffende de liberalisering van de postmarkt goed. Deze wet omvat ondermeer het aanduiden van bpost als enige universele dienstverlener voor het hele grondgebied, de financiering van de dienstverlening door de overheid, het verbieden van zelfstandigen en de reglementering voor nieuwkomers. In februari 2009 herriep het Europees Hof om procedurele redenen de beslissing van de Europese Commissie waardoor de kapitaalverhoging van 2003 werd goedgekeurd. De Belgische Staat ging in beroep tegen dit vonnis.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 19
Op 21 januari 2010 bereikten bpost en de sociale partners een overeenkomst met betrekking tot de omvorming van het Mail-netwerk. Deze overeenkomst omvat onder meer de aanwerving van alle nieuwe werknemers van de Mail-afdelingen volgens een nieuwe loonschaal die lager ligt dan de huidige. Nieuwe werknemers zullen echter de mogelijkheid krijgen om na verloop van tijd te evolueren naar de huidige loonschaal. Deze overeenkomst zal eveneens leiden tot een vermindering van de globale eenheidskost en de mogelijkheid om het uitreikingsnetwerk te consolideren van 450 naar ongeveer 130 platformen. Eind 2010 telde het Retail-netwerk 1.394 verkooppunten waarvan 704 PostPunten. Tijdens het jaar werden 74 PostPunten geopend (en 58 gesloten). Zij vervangen 26 eigen postkantoren die in 2010 werden gesloten. De vervanging van postkantoren door PostPunten is erop gericht de aanwezigheid van bpost in het hele land te behouden en daarbij de kosten onder controle te houden, teneinde de financiële en commerciële leefbaarheid van het netwerk te vrijwaren. In 2010 ging bpost verder met de omvorming van het Mail-netwerk. De uitrol van de sortering per ronde en op huisnummer liep verder en bereikte voor sortering op ronde 81 % en sortering op huisnummer 12 %. De hergroepering van de distributiecentra in distributieplatforms leidde tot een verdere daling van het aantal distributiecentra van 450 centra in 2009 naar 391 centra in 2010. Op 17 juni maakt De Post de naamswijziging en modernisering van het logo bekend. Deze veranderingen zullen geleidelijk aan doorgevoerd worden teneinde de kosten hiervan te beperken. Hoewel De Post“bpost” als handelsbenaming begon te gebruiken in de loop van 2010 gebeurde de wettelijke wijziging pas op 17 januari 2011. Een nieuwe Collectieve Arbeidsovereenkomst voor 2011 werd door het Paritair Comité op 12 oktober 2010 goedgekeurd. Deze overeenkomst voorziet, naast andere maatregelen, in een mogelijke betaling van een éénmalige bonus in 2011 indien een bepaalde winstgevendheid is bereikt en het behoud van de maatregel uit vorige CAO’s voor werknemers vanaf 50 jaar die opteren voor deeltijds werk. Ten slotte wordt aan werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt en die voldoen aan een aantal voorwaarden de mogelijkheid geboden om een aanvraag tot vervroegd pensioen in te dienen. Na een aanbesteding uitgeschreven door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit heeft bpost een contract verkregen voor de levering en distributie van nieuwe nummerplaten die in overeenstemming zijn met de nieuwe Europese criteria. Dit contract kan 1,6 miljoen platen vertegenwoordigen voor de komende 4 jaar.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 20
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) Activa
Passiva
Materiële en immateriële vaste activa
489.271 Kapitaal en uitgiftepremies
Financiële activa
294.519 Meerwaarden
Vorderingen
355.933 Reserves en overgedragen resultaat
Geldbeleggingen en beschikbare Geldmiddelen Overige activa
1.274.645 Voorzieningen voor risico’s en kosten 33.455 Schulden Overige passiva
Totaal
2.447.823 Totaal
783.780 76 142.594 270.849 1.131.249 119.275 2.477.823
FEDIMMO 1. Activiteit Fedimmo NV houdt zich bezig met alle mogelijke vastgoedoperaties, in brede zin, en met name de opsporing, bestudering en uitvoering van vastgoedprojecten, evenals de bouw, de aankoop, het beheer, de inrichting en de overdracht en verhuur van gebouwen. De onderneming is eigenaar van 57 gebouwen, die grotendeels aan de Belgische Staat worden verhuurd. 2. Evolutie van de zaken, resultaat en situatie a) Gerealiseerde operaties: Fedimmo heeft tijdens dit boekjaar voor rekening van de Regie der Gebouwen, ook zijn taak als afgevaardigd bouwheer voor de herinrichtingswerken voor de huurder voortgezet, en dit vooral voor rekening van de diensten Financiën en Justitie. Overeenkomstig haar contractuele verbintenissen ten opzichte van de Belgische Staat voltooide Fedimmo binnen de overeengekomen termijn het algemene renovatieprogramma voor haar gebouwen. Uitzondering zijn de werken aan Toren 3 van het World Trade Center in Brussel, die op verzoek van de Belgische Staat uitgesteld werden. De eerste twee fases zullen volledig voltooid zijn begin 2011, de laatste fase zou in september 2012 moeten afgewerkt zijn. Fedimmo, dat zich toespitst op de sector van het kantoorvastgoed, wenst haar gebouwen met kortlopende huurcontracten, en waarvoor een reconversie met herbestemming (woningen, logistiek, enz.) de meest aangewezen oplossing lijkt, te verkopen aan gespecialiseerde promotoren en dit alles door een meerwaarde
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 21
te genereren. Zo werden, tijdens het boekjaar 2007/2008, de gebouwen Langerei te Brugge en Tabaksvest te Antwerpen, en tijdens het boekjaar 2008/2009 het gebouw Frankrijklei te Antwerpen, van de hand gedaan. Fedimmo heeft tijdens het boekjaar 2009/2010 een procedure georganiseerd voor de overdracht van het gebouw Kattendijkdok in Antwerpen. Dit leidde tot de ondertekening van een verkoopovereenkomst voor het gebouw, en heeft tijdens het boekjaar 2010/2011 een resultaat van 2,7 miljoen EUR gegenereerd. Ter herinnering, in het kader van een openbare promotieopdracht sloot de Belgische Staat begin 2009 met Fedimmo een huurcontract voor een nog op te trekken gebouw (voor een totale geraamde kostprijs van 91,1 miljoen EUR) aan de rue Paradis in Luik. Dit gebouw moet de nieuwe kantoren van de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën huisvesten en is met ingang van 1 juni 2013 voor 25 jaar vast verhuurd. Voor de uitvoering van deze opdracht vroeg Fedimmo een “enige vergunning” aan, op basis van het stedenbouwkundige attest dat haar midden 2008 afgeleverd werd. Deze procedure loopt momenteel. In het kader van deze procedure, en om in te gaan op bepaalde opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek werden gemaakt, werden wijzigingen gevraagd door het Waals Gewest, het bevoegd orgaan dat de “enige vergunning” aflevert. Niettegenstaande de uitvoering van deze veranderingen opnieuw een studie en ontwikkeling vereisen, evenals een bijkomende instructietijd, zullen deze geen gevolg hebben op het behoud van de prestaties en voorschiften zoals voorzien in het Speciaal Lastenboek opgesteld door de Regie der Gebouwen. De beslissing van autoriteiten over het gewijzigde ontwerp wordt tegen midden 2011 verwacht. Het gebouw zal dus met een voorzienbare vertraging van enkele maanden opgeleverd worden. Het huurcontract van de Regie der Gebouwen liep op 27 maart 2010 af voor het gebouw WetenschapMontoyer. Fedimmo is onmiddellijk gestart met herinrichtingswerken in het gebouw. Dit project omvat de volledige herinrichting van het gebouw en de reorganisatie van het verticaal en horizontaal verkeer, voor een optimaal gebruik van de bestaande oppervlaktes. Het budget voor de werken bedraagt 10,3 miljoen EUR. Het project was laureaat van de wedstrijd ”BIM 2009 – Groene gebouwen” en kreeg het Breeam-certificaat Design & preconstruction “Excellent”. Het gebouw is uitstekend gelegen in de Europese Wijk van Brussel en zou in het tweede halfjaar van 2011 beschikbaar moeten zijn voor verhuur. Fedimmo voltooide de renovatiewerkingen in het Froissart-gebouw voor een totale kostprijs van 5,7 miljoen EUR. Dit ideaal gelegen gebouw, in de onmiddellijke nabijheid van de Schuman-rotonde in Brussel, in het hart van de Europese Wijk, is beschikbaar voor verhuur en wekt belangstelling. Tijdens het boekjaar heeft Fedimmo stedenbouwkundige attesten evenals milieuattesten aangevraagd teneinde te starten met de bouw van Toren 4 van het World Trade Center. Fedimmo heeft gebruik gemaakt van haar recht op vervroegde ontbinding van de erfpacht, verleend aan de NV Compagnie de Promotion, op het terrein van Blok II van het World Trade Center in Brussel. Zo werd Fedimmo op 1 april 2010 volle eigenaar van de bestaande constructies op dit Blok II, namelijk de sokkel van
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 22
Torens 3 en 4 en de Toren 3 van het World Trade Center. Deze operatie werd afgewikkeld met een netto resultaat van 7,2 miljoen EUR in de rekeningen van de Vennootschap. De Regie der Gebouwen heeft samen met Fedimmo een onderhoudscontract en een totaal garantiecontract opgesteld die het gebouw WTC3 omvat evenals alle gebouwen in Vlaanderen. Dezelfde procedure wordt georganiseerd voor de overige gebouwen die zich in Brussel of Wallonië bevinden. b) Balans en resultatenrekeningen: Actief: op 30 september 2010 bedraagt het totale actief 694.208.616 EUR. De vaste activa vormen met 662.329.007 EUR het hoofdbestanddeel. De liquide middelen bedragen 11.014.404,26 EUR. Passief: de eigen middelen bedragen 602.953.476 EUR. De schuld bestaat hoofdzakelijk uit een bedrag van 54.857.751 EUR, die een schuld vertegenwoordigt bij financiële instellingen (zie overdracht van toekomstige huurgelden). Resultatenrekening: tijdens het boekjaar werd 41.171.759 EUR aan huurgelden ontvangen, hetgeen een winst na aftrek van belasting opleverde van 19.374.474,96 EUR. De algemene vergadering ging op 8 december 2010 akkoord met de betaling van een brutodividend per aandeel van 1,8742820214 EUR. 3. Belangrijkste risico’s en onzekerheden a) Risico’s op huuropbrengsten: Het behoud van de cashflows van het bedrijf hangt voornamelijk af van het op lange termijn veiligstellen van haar huurinkomsten. Dit risico wordt beperkt door het feit dat de huurcontracten een gewogen gemiddelde duur hebben van 13,55 jaar en dat voor op korte termijn aflopende huurcontracten dankzij een dynamisch beheer overdrachten worden gerealiseerd. b) Compliancerisico’s: Deze risico’s krijgen bijzondere aandacht van de Raad van Bestuur. De onderneming doet geregeld een beroep op externe adviseurs om haar bij te staan bij de naleving van de wet- en regelgeving waaraan haar activiteiten zijn onderworpen. Dit is in het bijzonder het geval voor de risico’s inzake urbanisme, milieu en eventuele installatiegebreken. c) Vastgoedrisico’s: Alle gebouwen van Fedimmo beschikken over passende verzekeringspolissen en de onderneming ziet erop toe dat zij te allen tijde in goede staat verkeren. Fedimmo heeft besloten in haar gebouwen omvangrijke renovaties en investeringen uit te voeren. Om de risico’s in verband met de uitvoering van deze werken tot een minimum te beperken, werden alle technische aspecten, budget en planning nauw opgevolgd. Na de werken zullen deze inspanningen zich vertalen in een verhoging van de huurgelden.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 23
d) Debiteurenrisico: De onderneming hoeft zich weinig zorgen te maken over dit risico, want zij verhuurt vooral aan de Staat. e) Risico in verband met toegang tot krediet: Dit risico zou zich slechts voordoen indien Fedimmo massaal kredieten zou afsluiten om nieuwe grote projecten te financieren. In dat geval zou ze zich in dezelfde situatie bevinden als de overige actoren in de vastgoedwereld.
GEREALISEERD op 30/09/2010
GEREALISEERD op 30/09/2009
VASTE ACTIVA
664.980.953
665.340.605
Onroerende goederen
662.329.007
662.566.552
2.651.946
2.774.053
29.227.662
62.353.069
17.383.643
60.020.701
14.404
760.440
11.829.615
1.571.928
694.208.616
727.693.674
SCHULDEN
91.255.140
132.800.365
Schulden op meer dan één jaar
53. 779.207
55.904.749
Schulden op ten hoogste één jaar
36.055.821
65.700.950
1.420.111
11.194.667
NETTOACTIEF (eigen vermogen)
602.953.476
594.893.309
Kapitaal
431.008.050
431.008.050
Uitgiftepremie
150.858.024
150.858.024
2.681.651
1.712.927
18.405.751
11.314.308
694.208.616
727.693.674
BALANS (in EUR)
Andere vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Schuldvorderingen Beschikbare kasmiddelen Overlopende rekeningen TOTAAL ACTIVA
Overlopende rekeningen
Wettelijke reserve Resultaat van het boekjaar TOTAAL PASSIVA
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 24
FLAGEY OMROEPGEBOUW De renovatie van de NIR-site en zijn beroemde “Studio 4” die op het Flagey-plein gevestigd is, heeft lang geduurd en heeft veel werk vereist. Een veertigtal investeerders, die voornamelijk Belgische ondernemingen en financiële groepen verzamelen (waaronder de FPIM), hebben samen meer dan 30 miljoen EUR besteed aan de lancering van het project. Voor het culturele gedeelte, dat meer dan de helft van het gebouw beslaat, werd de uitbating toevertrouwd aan de VZW Flagey. Flagey is de eerste grote culturele instelling die het voorwerp is van een structurele co-communitaire financiering. Na langdurige onderhandelingen besloten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de gemeente Elsene hun krachten te bundelen om een publieke steun van 2,45 miljoen EUR toe te kennen aan het project Flagey. Dit betekent een belangrijke erkenning van de rol die de NV Omroepgebouw Flagey en haar investeerders, waaronder de FPIM speelde bij de opstart van dit project.
FONDS VOOR SPOORWEGINFRASTRUCTUUR 1. Activiteit De vennootschap heeft de uitvoering van de volgende activiteiten tot doel, ongeacht deze direct of indirect, voor eigen rekening of ten behoeve van derden, alleen of in samenwerking met derden worden uitgeoefend: het beheer en de tegeldemaking van de terreinen bedoeld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 30 december 2004 tot vaststelling van de lijsten van de passiva en van de activa bedoeld in artikel 454, § 2, tweede lid van de programmawet van 22 december 2003, die door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen aan het Fonds voor Spoorweginfrastructuur overgedragen werden en andere commerciële activiteiten op het gebied van de ontwikkeling, de aankoop en verkoop, het beheer en de financiering van vastgoed. De vennootschap mag optreden als bestuurder, beheerder, afgevaardigde dagelijks bestuurder of, indien van toepassing, vereffenaar, en staat over het algemeen in voor het beheer van, en het toezicht of de controle op elke andere vennootschap of bedrijf. Ze kan in om het even welke vorm, in het bijzonder door aanbreng in contanten of in natura, door inschrijving, fusie, splitsing, gedeeltelijke splitsing of op om het even welke andere manier een deelneming of belang nemen in alle commerciële, industriële, financiële, vastgoed- of andere bestaande of op te richten vennootschappen, waarvan het maatschappelijke doel identiek, analoog of verwant is aan haar doelstelling, of dat de realisatie van haar doelstelling bevordert. De vennootschap kan alle roerende en onroerende, materiële of immateriële zaken huren, oprichten, vervreemden of ruilen, en ze kan globaal genomen alle commerciële, industriële of financiële acties ondernemen die direct of indirect verband houden met haar maatschappelijke doel of die de realisatie van haar doel bevorderen. 2. Verslag De vennootschap heeft in 2010 een groot deel van haar voorraad terreinen verkocht, waardoor deze van 97.744.188,16 EUR in 2009 gedaald is tot 55.851.903,60 EUR in 2010. De belangrijkste verkoop betreft het terrein “Antwerpen Zuid”.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 25
Tijdens een verkoopprocedure waarbij de belangrijkste projectontwikkelaars betrokken waren, is de vennootschap erin geslaagd om een onvoorwaardelijke meerwaarde te realiseren op de verkoop van dit terrein, doordat ze geen verbintenis is aangegaan ten aanzien van de toekomstige stedenbouwkundige vergunning en doordat ze ook het bij de overdracht door de NMBS bestaande juridische geschil rond dit terrein heeft overgedragen. De gerealiseerde omzet bedraagt 42.419.980,63 EUR voor de verkoop van terreinen met een boekwaarde van 39.315.656, waardoor voor het boekjaar exclusief kosten en voor opname van de waardeverminderingen op de nog niet verkochte terreinen, een meerwaarde kan opgenomen worden van 3.104.324,63 EUR. De vennootschap neemt een belangrijke waardevermindering op voor het terrein “Antwerpen Noord” als gevolg van de met betrekking tot dit terrein gerealiseerde en nog te realiseren verkopen. Dit terrein werd in 2006 gedeeltelijk door Sopima in naam en voor rekening van de FIF-FSI verkocht aan de Hogeschool. In 2009 werd een tweede gedeelte van het terrein verkocht. In 2010 heeft de vennootschap dit terrein opnieuw gewaardeerd op grond van de offertes die ze ontving in het kader van de openbare offerteaanvraag met het oog op het bepalen van de werkelijke waarde van dit laatste gedeelte van het terrein. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa Financiële activa
Passiva 5,9 Kapitaal en uitgiftepremies
141.691,2
1.490,1 Overgedragen reserves en resultaten
-937,5
Schuldvorderingen
70.606,0 Voorzieningen voor risico's en kosten
8.942,6
Geldbeleggingen
78.750,4 Schulden
1.152,1
Overlopende rekeningen Totaal
62,6 Overlopende rekeningen 150.915,0 Totaal
66,6 150.915,0
IDOC 1. Historiek en invereffeningstelling De overheid heeft in 2002 na een aanbestedingsprocedure de beslissing genomen om voor de aanmaak van de elektronische identiteitskaart een beroep te doen op de NV ZETES. De overheid heeft per 25 augustus 2006 een einde gesteld aan de overeenkomst van 1985 met IDOC voor de verdere aanmaak van de klassieke identiteitskaarten. Tussen 2002 en 2006 heeft IDOC de productiecapaciteit in stand gehouden voor de verdere aanmaak van deze kaarten. Bij gebrek aan meer informatie en van enige afspraken met de overheid, werd de capaciteit in stand gehouden wat geleid heeft tot aanhouden van een reeks variabele en vaste kosten (huisvesting, personeel, voorraad, ...). Deze kosten werden weliswaar gefactureerd aan de overheid, maar werden nooit betaald.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 26
In december 2005 heeft IDOC een verzoekschrift ingeleid bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel met het oog het bekomen, in hoofdzaak, van de betaling van de facturen voor de gemaakte kosten en een schadevergoeding voor gederfde winsten. De verdediging was gebaseerd op de contractuele bepalingen. De rechter heeft op 5 september 2007 het verzoek ongegrond verklaard. De reden van deze afwijzing ligt hoofdzakelijk in de aanname dat IDOC over voldoende tijd beschikte om de capaciteit af te bouwen en dat het i.c. niet gaat om een “wijziging van de reglementering” maar om de beëindiging van de overeenkomst. Op 1 februari 2008 tekende IDOC beroep aan tegen dit vonnis en op 14 september 2010 heeft het Hof het verzoek op basis van dezelfde argumentatie ongegrond verklaard. Gelet op deze gerechtelijke uitspraken zou er weinig kans zijn dat het Hof van Cassatie het arrest zou verbreken. De vraag om in cassatie te gaan werd voorgelegd aan de aandeelhouders. De aandeelhouders hebben op 29 oktober 2010 beslist om niet in cassatie te gaan en om de vennootschap in vereffening te stellen aangezien de vennootschap geen bedrijfsactiviteit meer uitoefent. 2. Financiële toestand Het bedrijfsverlies bedraagt 1.665.442,54 EUR. Dit negatieve resultaat is een gevolg van: • het afboeken van de facturen, ten bedrage van1.590.838 EUR, die verzonden waren aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, en die betrekking hadden op een deel van de claim; • de aangelegde voorzieningen ten bedrage van 117.322,56 EUR voor de verwachte kosten die verbonden zijn aan de beëindiging van de werkzaamheden, inclusief de aan het personeel uit te keren vergoedingen. De financiële opbrengsten bedragen 32.880,42 EUR en zijn de opbrengsten van thesauriebeleggingen. Het verlies van het boekjaar is 1.632.692,05 EUR. 3. Verkorte balans op 30/09/2010 (in EUR) ACTIVA Immateriële en materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Overlopende rekeningen Totaal
Passiva 111,55 Kapitaal en uitgiftepremies
2.726.828,77
8.678,00 Reserves en overgedragen resultaten
-1.566.618,60
1.302.887,09 Voorzieningen en risico's
117.322,56
17.651,80 Schulden 1.329.328,44 Totaal
51.795,71 1.329.328,44
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 27
NATIONALE LOTERIJ 1. Activiteit De Nationale Loterij is ermee belast, in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, openbare loterijen, weddenschappen en wedstrijden te organiseren in de vormen en volgens de nadere regels bepaald door de Koning op voordracht van de minister tot wiens bevoegdheid overheidsbedrijven en overheidsdeelnemingen behoren. De Nationale Loterij is er tevens mee belast, in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, kansspelen te organiseren in de vormen en volgens de nadere regels bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad, op voordracht van de minister tot wiens bevoegdheid overheidsbedrijven en overheidsdeelnemingen behoren en van de minister van Justitie en na advies van de kansspelcommissie, bedoeld in artikel 9 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. De handelingen van de Nationale Loterij worden geacht daden van koophandel te zijn. 2. Verslag In 2010 realiseerde de Nationale Loterij een omzet van 1.099.540.650,64 EUR. In vergelijking met 2009 betekent dit een omzetdaling van 3,0 % of 35.419.430,39 EUR in absolute cijfers. De omzetdaling manifesteert zich overigens iets sterker voor wat betreft de trekkingsspelen (-3,1 %) dan voor de krasproducten (-2,7 %). Zeer positief was het eerste werkingsjaar van het IGS-platform (gelanceerd op 29 maart 2010), waarmee de Nationale Loterij haar trekkingsspelen aanbiedt op het internet. Op 31 december 2010 hadden maar liefst 124.000 spelers zich geregistreerd en werd er voor 17,8 miljoen EUR aan inzetten geregistreerd, cijfers die alle prognoses overtreffen. Verder werd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2010 (BS 20/09/2010) een nieuwe beheersovereenkomst tussen de Nationale Loterij en de federale Staat geconcretiseerd voor een periode van 5 jaar en werd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010 (BS 21/10/2010) een kapitaalverhoging met 30.000.000 EUR uitgevoerd door incorporatie van beschikbare reserves, zodat het maatschappelijke kapitaal van de Nationale Loterij nu 150.000.000 EUR bedraagt. Ondanks de dalende omzet en de verhoging van de aan de federale Staat verschuldigde monopolierente met 8.237.000 EUR, slaagde de Nationale Loterij erin tot een niet onaardig resultaat te komen: de te bestemmen winst van het boekjaar 2010 (na belastingen én na overboeking van 750.000,00 EUR naar en onttrekking van 1.050.000,00 EUR van de belastingvrije reserves in het kader van de tax shelter investeringen van de onderneming) bedroeg immers 11.994.860,36 EUR (in 2009 beliep de te bestemmen winst, na belastingen en na toevoeging van 750.000,00 EUR aan de belastingvrije reserves, 22.283.331,62 EUR). Dat resultaat werd mede gerealiseerd dankzij een besparingsprogramma dat in juni werd goedgekeurd en waardoor de werkingskosten van de onderneming met 5 % werden teruggedrongen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 28
In 2010 besteedde de vennootschap meer dan speciale aandacht aan: - een innoverend en attractief spelaanbod. Zo werd er met de internationale partners druk vergaderd over aanpassingen aan het product Euro Millions en over de ontwikkeling van andere gemeenschappelijke (mondiale) spelen. Daarnaast werd de broodnodige modernisering van de producten Lotto en Joker, waarvan volledig nieuwe versies voorzien zijn voor 2011, zeer grondig voorbereid. Verder werden – met succes – zes nieuwe krasproducten gelanceerd en werden bestaande “klassieke” spelen, zoals King of Cash, opgefrist; - de ontwikkeling van het IGS-platform dat het sinds 29 maart 2010 mogelijk maakt om via het internet de online producten van de Nationale Loterij te spelen; - de optimalisatie van het verkoopsnetwerk. Heel wat nieuwe verkooppunten werden geopend, zowel onafhankelijke als verkooppunten die het voorwerp vormen van een raamovereenkomst die werd afgesloten met de keten waartoe ze behoren. Teneinde de toekomst voor te bereiden, werd het Lottery Inside-project opgestart (verkoop van online producten aan de kassa’s van supermarkten) en werd de plaatsing van ITVM (automatische verdelers van krasproducten) uitgetest in een twintigtal verkooppunten; - het project “verantwoord spelgedrag”, dat tot doel heeft de schade die het spel bij kwetsbare personen zou kunnen veroorzaken, tot een minimum te beperken; deze inspanningen leidden tot de verwerving van het certificaat “Verantwoord Spel”, uitgereikt door de European Lotteries Association; - de belangrijkste productiefactor, nl. de mens. Daarom werd het voorbije jaar verder hard gewerkt aan de modernisering van het HR-beleid, met de introductie van het evaluatiesysteem PEC (Performantie Evolutie Cyclus) en een nieuwe remuneratiepolitiek als belangrijkste voorbeelden. Die inspanningen zullen uiteraard in de komende jaren worden voortgezet; -d e informatica, waarbij de fundamenten werden gelegd van een meerjarig ICT-plan waarvan de impact zich vanaf 2011 zal laten voelen; - het behalen van een nieuw WLA-certificaat, één van de vereisten voor verdere deelname aan Euro Millions. Bovendien versterkt een dergelijke certificatie ongetwijfeld het vertrouwen van de spelers en de partners in de Nationale Loterij; - het project Total Supply Chain, met als doel het hertekenen van de logistieke processen van de onderneming, dat sinds begin 2010 in de praktijk wordt toegepast en dat halfweg 2011 definitief zal worden afgerond. Alle bovenstaande projecten werden overigens vertaald in een nieuw bedrijfsplan. In dat plan wordt voor de periode 2011-2015 een gemiddelde jaarlijkse groei van 4,3 % vooropgesteld en een verdere verbetering van het operationele resultaat van de onderneming.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 29
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA
Passiva
Immateriële en materiële vaste activa
29.628 Kapitaal en uitgiftepremies
150.000
Financiële vaste activa
16.991 Reserves en overgedragen resultaten
59.382
Vorderingen
28.647 Voorzieningen voor risico’s en lasten
16.698
Geldbeleggingen Overlopende rekeningen Totaal
359.758 Schulden 5.577 Overlopende rekeningen 440.601 Totaal
181.368 33.153 440.601
PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN (BOZAR) 1. Activiteit Het Paleis voor Schone Kunsten, een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden, heeft tot doel en streeft op actieve wijze naar het uitwerken en uitvoeren van een pluridisciplinaire en geïntegreerde culturele programmering die bijdraagt aan de Europese en internationale uitstraling van het federale België, van de Gemeenschappen en van Brussel-Hoofdstad. Deze opdracht houdt in: -H et brengen van culturele producties specifiek aan de vennootschap Paleis voor Schone Kunsten, die zich niet exclusief tot de ene of de andere Gemeenschap richten. - Het realiseren van coproducties in de domeinen zoals bedoeld in de vorige paragraaf, in samenwerking met verenigingen, organismen en instellingen die hetzelfde doel nastreven. -H et ter beschikking stellen van de zalen en de infrastructuur van het gebouw aan verenigingen, organismen en instellingen die een eigen culturele programmering ontwikkelen. 2. Verslag In 2010 legde het Paleis der Schone Kunsten zich met betrekking tot de infrastructuur specifiek toe op de volgende punten: de volledige renovatie van de Ontvangstzaal die omgevormd werd tot VIP-room voor bedrijfsleiders en eregasten, de uitbreiding van de loges van Zaal M, de opvolging van de expertise die in samenspraak met de Regie der Gebouwen aangevraagd en gefinancierd werd als gevolg van de overstromingen van 10 en 14 juli 2011, de invoering van een softwaresysteem voor technisch beheer, de voortzetting van de energieaudit...
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 30
In 2010 bedroeg het aantal frontoffice-activiteiten 6.118. Het totaal aantal activiteiten steeg tot 12.369, waaronder 6.251 backoffice-activiteiten. De frontoffice-activiteiten waren evenredig (elk 1/3) gespreid over: Eigen Bozar-activiteiten; Coproducties; Verhuur van zalen. Het project had betrekking op alle artistieke en culturele sectoren en stelde altijd twee criteria voorop: kwaliteit en diversificatie. Muziek Op het vlak van muziek werd uitgegaan van vier basisprincipes: trouw aan de klassieke en hedendaagse muziek, diversiteit qua muziekstijlen (inclusief wereldmuziek en jazz), ontdekking van jong talent en nieuwe creaties, en de permanente zorg om zich open te stellen voor alle soorten publieksgroepen. Er werden bijna 300 concerten geprogrammeerd, waaronder heel wat coproducties met culturele partners zoals het NOB, de Munt, het Orchestre Philharmonique de Liège, de Filharmonie van Vlaanderen, het Klara Festival en Ars Musica. Film Sinds haar oprichting zes jaar geleden heeft de afdeling BOZAR CINEMA van het Paleis voor Schone Kunsten richtlijnen ingevoerd voor een sterke en eclectische programmering, die tegelijk het grote publiek, een specifiek doelpubliek van filmkenners, cinefiele kijkers en een publiek dat aangetrokken wordt door multimediaervaringen kan aanspreken. Dankzij dit programma bekleedt het Paleis voor Schone Kunsten door zijn unieke, eigen interdisciplinaire aanpak een originele positie binnen het Brusselse filmlandschap. Bozar biedt filmmakers en hun team altijd een ereplaats tijdens de filmvoorstellingen en plaatst ontmoetingen met het publiek telkens op de voorgrond. Bozar Cinema organiseerde dit jaar twee belangrijke evenementen: het WE rond de Iranese film in januari en het WE Cinema Troïka rond het Belgische voorzitterschap. BOZAR CINEMA maakt sinds 2010 ook gebruik van nieuwe communicatiekanalen zoals Facebook en Twitter. De tweemaandelijkse newsletter blijft echter het meest gebruikte digitale instrument. Tentoonstellingen In 2010 stelde de afdeling tentoonstellingen een dertigtal projecten voor rond o.m. El Greco, Frida Kahlo en Lucas Cranach die met bijna 600.000 bezoekers een enorm succes kenden. De programmering concentreerde zich rond drie sleutelmomenten: het Spaanse voorzitterschap en de viering van 200 jaar onafhankelijkheid van Mexico in het voorjaar, de projecten rond Afrika en Azië in het kader van de 50ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo en de Azië-Europa top in de zomer, en het thema Centraal-Europa en Lucas Cranach in de herfst. Het Paleis voor Schone Kunsten heeft zich ook geprofileerd door zijn kennis ook buiten de eigen muren uit te dragen, met onder meer de reizende tentoonstelling in Afrika (Art@work), “Ensor ontmaskerd” in het ING Cultuurcentrum of de verkoop van de tentoonstelling rond Lucas Cranach aan Parijs.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 31
Het hele team werd voor zijn inspanningen beloond met tal van prijzen zoals de Plantin-Moretusprijs voor het beste kunstboek over Lucas Cranach en de prijs voor Culturele tentoonstelling 2010 voor “Frida Kahlo y su Mondo”. De uitgesproken Europese en internationale programmering bracht ook een eerbetoon aan de kunstenaars van ons land, zowel binnen het domein van de fotografie met Arno Roncada, de architectuur met Laurent Ney, en de plastische kunst met Wim Delvoye. Een topjaar voor Bozar dat heel wat aandacht kreeg in de nationale en internationale pers. Architectuur In 2010 steunde de programmering binnen dit domein op drie belangrijke pijlers: tentoonstellingen, een reeks voordrachten en een reeks microtentoonstellingen en -voordrachten. Tijdens al deze evenementen was architectuur het centrale thema. Dans, theater, literatuur, multidisciplinariteit: Het PSK organiseert daarenboven projecten vanuit een multidisciplinaire benadering. In 2010 werden diverse landen in de kijker geplaatst in het kader van een aantal geïntegreerde projecten, die gewijd waren aan Afrika en Azië.Tijdens deze festivals ging de aandacht uit naar een aantal soms minder bekende culturen.Vanuit deze visie beperkten we ons niet louter tot de meer traditionele dans- of theaterproducties: ook jonge hedendaagse kunstenaars namen een belangrijke plaats in deze projecten in. Tegelijk blijven Bozar Theater, Dans en Literatuur het publiek een rijk en gediversifieerd aanbod voorstellen, vaak in samenwerking met Brusselse, Belgische of internationale partners, zoals Jeudi-Lire, Jeugdtheater Bronks, Festival des Courts Métrages, Passa Porta, le théâtre du Rideau de Bruxelles, Flagey, Charleroi Danses, of Cinematek. De afdeling Bozar Studios zette in samenwerking met haar team van gidsen, piloten (gidsen voor de kinderen) en animatoren de activiteiten voort en verstevigde haar originele concepten. Scholen, kinderen en jongeren in hun vrije tijd, gezinnen, volwassenen, senioren, Bozar biedt elk doelpubliek een reeks activiteiten die zich grotendeels concentreren rond de actuele programmering. Enkele voorbeelden: Ontdekkingsreis, Orkest op zijn Best en Musica Maestro (voor scholen), verjaardagsfeestjes en AudioKids (voor kinderen), Family Days en BOZAR SUNDAYS (voor gezinnen), BOZAR NIGHT (voor jongeren), BOZAR PLUSDAYS (voor senioren), en rondleidingen voor jong en oud.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 32
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa Financiële activa
Passiva 29.134 Kapitaal en uitgiftepremies 64 Herwaarderingen
22.609 385
Schuldvorderingen
7.145 Overgedragen reserves en resultaten
Geldbeleggingen
1.994 Kapitaalsubsidies
5.268
Liquiditeiten
1.691 Voorzieningen voor risico's en kosten
1.337
Overlopende rekeningen
279 Schulden
13.887
Overlopende rekeningen Totaal
-5.369
40.307 Totaal
2.191 40.307
SN AIRHOLDING 1. Activiteit De vennootschap heeft tot doel, zowel in België als in het buitenland, of participaties te verwerven en/of aan te houden in alle bestaande activiteiten op het gebied van luchtvervoer of in domeinen die daarmee zijn verbonden. De vennootschap heeft eveneens tot doel elk type van dienstverlening ter ondersteuning van of bijstand aan luchtvaartmaatschappijen. 2. Verslag In het algemeen werd het jaar gekenmerkt door de geleidelijke integratie in de Lufthansa-groep. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa Financiële activa Vorderingen Geldbeleggingen Totaal
Passiva 22 Kapitaal en uitgiftepremies 179.375 Reserves en overgedragen resultaten 2.548 Schulden
127.475 1.748 146.566
93.844 275.789 Totaal
275.789
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 33
SONACA Na twee sombere jaren als gevolg van de financiële crisis van 2008 begon de markt van de vliegtuigbouw zich te herstellen tijdens het boekjaar 2010. Alle constructeurs noteerden aanzienlijk meer bestellingen die wellicht de komende jaren zullen zorgen voor een belangrijke activiteit. De financiële toestand van de luchtvaartmaatschappijen verbetert echter slechts met mondjesmaat doordat de groei van het luchtvaartverkeer afgeremd wordt door de hoge brandstofprijzen, de politieke instabiliteit in verschillende regio’s ter wereld, het strenge begrotingsbeleid en de dramatische ontwikkelingen in Japan, die aanzetten tot voorzichtigheid wat betreft prognoses op lange termijn. Deze situatie had een positieve weerslag op de groep SONACA, die het volume van haar activiteiten met bijna 15 % zag toenemen ten opzichte van 2009. Hoewel deze stijging hoger is dan voorzien, blijft dit toch nog steeds 23 % beneden het niveau van 2008. Het herstel dat zich begon af te tekenen in 2009 zette zich door, de verkopen en dienstverlening namen toe met 11 %, het (geconsolideerde) bedrijfsresultaat steeg met bijna 35 M EUR ten opzichte van het vorige boekjaar en het verlies voor het boekjaar bleef beperkt tot 15,9 M EUR, onder het niveau van de begroting. De daling van de vaste kosten gekoppeld aan de invoering van het sociale plan dat overeengekomen werd in 2009, en in mindere mate de verbeterde productiviteit kenden een weerslag die echter op het niveau van de groep getemperd werd door een tijdelijk ontoereikende rentabiliteit van bepaalde dochterondernemingen, die in 2010 geconfronteerd werden met sterke schommelingen wat betreft de benuttingsgraad, wijzigingen van het industriële schema en ongunstige muntpariteiten. Bovendien heeft het strikte beleid op het vlak van investeringen en beheer van uitstaande risico’s en werkkapitaal, in combinatie met een trager dan verwacht bestedingsritme met betrekking tot de nieuwe programma’s, ervoor gezorgd dat de kaspositie kon gehandhaafd blijven op meer dan 50 M EUR (SONACA SA), wat aanzienlijk hoger is dan voorzien in het meerjarenplan. De vennootschap slaagde er niet enkel in om deze duidelijk op haar doelstellingen georiënteerde financiële resultaten te behalen, maar kwam door haar betrokkenheid in niet minder dan vijf belangrijke nieuwe programma’s voor AIRBUS, EMBRAER en BOMBARDIER ook haar verbintenissen na op het vlak van klanttevredenheid, ondanks de zeer nipte planning en dankzij de investering van bijna 28 M EUR tijdens het boekjaar. Naar verwachting zal de Groep in 2011 opnieuw vooruitgang boeken wat betreft de rentabiliteit voor elk van haar onderdelen dankzij de aanhoudende activiteit die, zolang de inflatiedruk gematigd blijft, werkzekerheid biedt aan bijna 2.000 personeelsleden, van wie 1.400 tewerkgesteld zijn in Gosselies. In deze positieve context en vanuit deze vooruitzichten zet de meerderheidsaandeelhouder zijn besprekingen voort met het oog op een uitbreiding van het aantal aandeelhouders. Door dit initiatief voldoet de meerderheidsaandeelhouder aan de wens van de Raad van Bestuur om SONACA te verstevigen door een partnership dat de groep bijkomende financiële middelen biedt om actief bij te dragen aan haar strategische oriëntering en zo betere mogelijkheden te bieden voor een rijke ontwikkeling van de potentiële mogelijkheden van al haar medewerkers en partners.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 34
SOPIMA 1. Activiteit Sopima heeft als maatschappelijk doel alle handelingen met betrekking tot vastgoed. Zij beheert administratieve gebouwen die haar eigendom zijn en die tot verhuur zijn bestemd. Zij voert renovaties, meestal zware, uit van kantorengebouwen. 2. Verslag De verbetering van de gebreken vermeld bij de voorlopige oplevering van de ruwbouwwerken voor de renovatie van het Douanehotel (Turn en Taxis) werd uitgevoerd. De jaarlijkse monitoring, die door BrusselLeefmilieu werd opgelegd, van de ondergrond van dit gebouw heeft geen abnormale toestand aangetoond. Een ontwerp voor de verkaveling van een terrein gelegen aan de Bosstraat te Hasselt, werd bestudeerd. Een verkavelingvergunning werd aangevraagd. Zij werd gewijzigd na een eerste administratief onderzoek. Er werd aan de Regie der Gebouwen voorgesteld om grond te ruilen teneinde de vorm te optimaliseren van de percelen die op de voorgemelde plaats eigendom zijn van respectievelijk de Staat en Sopima. De vennootschap heeft de herinrichtingswerken van de lokalen die zij in het gebouw gelegen op De Meeussquare, 35, te Brussel, bezet tot een goed einde gebracht. Deze werken waren het gevolg van haar beslissing om een kleinere oppervlakte in te huren ter gelegenheid van de hernieuwing van het huurcontract. De vennootschap heeft voor de FPIM een brede bijstandopdracht uitgevoerd in verband met het opzoeken, inhuren en inrichten van nieuwe lokalen. Zij heeft ook de herstelling in de vorige staat van de door de FPIM verlaten lokalen bestudeerd en voorbereid. Er werd een studie aangevat voor de vernieuwing van de daken van een kantorencomplex gelegen te Charleroi, dat de vennootschap verhuurt aan de Regie der Gebouwen. Er werd voorbereidend werk verricht met het oog op een fusie tussen de NV FIF-FSI en Sopima onder de aegis van de FPIM. Dit dossier hangt af van een regeringsbeslissing. De rechtbank die het geschil diende te beslechten met de fiscale administratie in verband met vertragingsinteresten opgeëist wegens het gebrek aan herbelegging van meerwaarden gerealiseerd tijdens het belastingjaar 2006 op verkopen van onroerende goederen, heeft beslist om dit geschil te voegen bij het gelijkaardige geschil met betrekking tot het belastingjaar 2007 en het hele dossier tot september 2013 uit te stellen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 35
3. Verkorte balans op 30/06/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa Financiële activa Vorderingen Geldbeleggingen Overlopende rekeningen Totaal
Passiva 5.543 Kapitaal en uitgiftepremies 11.505 Reserves en overgedragen resultaten 7.336 Schulden 272.416 Overlopende rekeningen
120.909 165.166 10.317 773
365 297.165 TotaAl
297.165
STARTERSFONDS 1. Activiteit De vennootschap heeft als doel bij te dragen tot de financiering van leningen toegekend door het Participatiefonds ten gunste van natuurlijke of rechtspersonen, daarin begrepen niet-werkende werkzoekenden, die hun eigen onderneming wensen op te richten of die gestart zijn met hun beroepsactiviteit sedert maximum vier jaren. 2. Verslag De jaarrekening sluit met een winst van 4.000 EUR. Voorgesteld wordt om het resultaat over te dragen naar het volgende boekjaar. Aldus wordt de over te dragen winst gebracht op 7.248 EUR. Er zijn geen risico’s en onzekerheden gekend waarmee het Startersfonds geconfronteerd wordt. Het balanstotaal op 31.12.2010 beloopt 110.717.660 EUR tegenover 111.152.415 EUR eind 2009. De daling is te wijten aan de terugbetalingen aan de erfgenamen van overleden inschrijvers. De obligatielening van 108.780.500 EUR uitgegeven in 2009 wordt beheerd door het Participatiefonds in de daartoe specifiek ontwikkelde informaticatoepassing SEDNA. Van de 16.600 inschrijvers resten er op 31.12.2010 nog 16.512. Het kapitaal van de overleden personen werd conform de prospectus teruggestort aan de erfgenamen. Het totaal teruggestort bedrag in 2010 bedraagt 429.000 EUR. De bedrijfskosten (175.971 EUR) bleven nagenoeg status quo maar de financiële kosten (4.215.325 EUR) stegen ten opzichte van 2009 daar er op de obligatielening voor het eerst over een volledig boekjaar intresten dienen te worden aangerekend. De financiële inkomsten bedroegen het afgelopen boekjaar 4.395.296 EUR. Het leeuwendeel, namelijk 4.384.854 EUR, slaat op de interestvergoeding van het Participatiefonds voor de lening van 106.000.000 EUR.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 36
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Oprichtingskosten Financiële VA Vorderingen
Passiva 841.450 Kapitaal en uitgiftepremies
130.000
106.000.000 Reserves en overgedragen resultaten
7.248
1.566 Schulden
Geldbeleggingen + kredietinstellingen
1.024.265 Overlopende rekeningen
Overlopende rekeningen
2.850.379
Total
110.717.660 Totaal
107.942.331 2.638.081
110.717.660
TECHSPACE AERO 1. Commerciële activiteit Militaire productie Op het vlak van de militaire productie was het activiteitenniveau globaal gezien lager dan in 2009. Het ging daarbij voornamelijk om de productie in onderaanneming van onderdelen voor de F100-motoren van Pratt & Whitney en de F110-motoren van General Electric. Verder werden in 2010 de ontwikkelingswerkzaamheden in het kader van het TP400-programma en de kwalificatietests op de proefbanken in het fort van Liers afgerond. Civiele productie Qua volumes bleef de civiele productie in 2010 heel licht onder die van 2009, maar ze viel niettemin beter uit dan de aanvankelijke ramingen. Deze daling komt vooral door de verkopen van reserveonderdelen, die enerzijds te lijden hebben gehad onder het teruglopende luchtvaartverkeer na de financiële crisis in 2008 en anderzijds onder de optimalisering van het onderhoudsbeleid door de luchtvaartmaatschappijen. Zonder mogelijke risico’s voor de toekomst uit het oog te willen verliezen, lijken de effecten van deze crisis inmiddels toch achter de rug te zijn. De voorspelde verkopen van vliegtuigen zijn op middellange/lange termijn naar boven bijgesteld en de belangrijkste vliegtuigfabrikanten vertonen alweer een volle orderportefeuille. 2010 werd verder gekenmerkt door nieuwe vertragingen in het programma voor de Boeing 787 en door een langzame productiestijging van de Airbus A380. De vooruitzichten blijven gunstig, zowel voor de mature programma’s (CFM56) als voor de nieuwe programma’s waaraan Techspace Aero sedert enkele jaren werkt (met name de GEnX). Een belangrijk punt is dit jaar het snellere tijdschema voor de toekomstige opvolger van de CFM56, de LeapX. Daarnaast worden op korte termijn 2 programma’s geconcretiseerd: de NG34 voor General Electric en de Sivercrest voor Snecma.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 37
Ruimtevaartproductie De omzet van de activiteit (productie en onderzoek) is in 2010 stabiel gebleven, ook al loopt de productieactiviteit zelf terug. Sterk stijgende O&T met betrekking tot de Vinci- en Score-motoren en lancering, in overleg met Astrium, van O&T-activiteiten voor de kleppen van houdbare stuwstofmotoren. Proefbanken (turbinefaciliteiten) 2010 was een historisch sterk jaar in termen van geconsolideerde omzet (Cenco Inc en Techspace Aero). Opmerkelijk is de rol van Rolls Royce in alle orders die gebruik maken van grote proefbanken. 2. Investeringen & industriële activiteiten Productie & personeel: Een stabiele gecontroleerde rentelast in 2010. Er worden omvangrijke productiviteitsmaatregelen genomen en nieuwe groepssynergieën worden versterkt op het gebied van aankopen en zogeheten “ondersteunende” activiteiten. In februari 2010 nam Techspace Aero een meerderheidsparticipatie in de Amerikaanse onderneming A.C.I. uit Miami, die gespecialiseerd is in het ontwerp en de uitvoering van stalen olietanks. Het personeel bedraagt 1.216 personen, tegen 1.209 eind 2009. Door de sterke groei van de O&O-activiteit moesten meer ingenieurs worden aangenomen. Personeelsopleiding maakt 4,1 % van de loonmassa uit. Ontwikkeling & industrialisering De ontwikkelingswerkzaamheden draaiden vooral rond de booster GEnX PiP2 en de afronding van de projecten TP400, CF34-10A, smeermodule voor GTF-motoren. De technische activiteit had vooral betrekking op de industrialisering van de onderdelen GP7000, GEnX PiP2, GTF en nieuwe schoepen voor de CFM56-7, evenals de ondersteuning van de O&T. Onderzoek en technologie Sterk toegenomen inspanning op het vlak van compressoren, teneinde vernieuwende technologieën te kunnen aanbieden voor de toekomstige motoren LeapX en NG34.Twee zwaartepunten werden bestudeerd: het gebruik van composietmaterialen en de uitwerking van het geoctrooieerde concept van BluM. Op het gebied van uitrusting: onderzoek naar nieuwe pompen en monitoring van het olieverbruik. En ten slotte neemt de onderneming nog actief deel aan de competitiviteitspool Skywin, in het kader van het “Marshallplan” in het Waalse Gewest. Techspace Aero realiseerde in 2010 materiële en immateriële investeringen ter waarde van 8,5 miljoen EUR, een stuk minder dan in 2009. Dit kwam door de teruglopende ontwikkelingsuitgaven en de beperking van de investeringen in apparatuur en infrastructuur tot voornamelijk vervangingsinvesteringen. De belangrijkste afgeronde of in uitvoering zijnde investeringen zijn de volgende: • onderzoek & ontwikkeling voor nieuwe programma’s: 1,5 miljoen EUR; • aankoop van nieuwe productie-installaties en -uitrustingen: 6,7 miljoen EUR.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 38
3. Analyse van de resultatenrekening De omzet bedroeg 318,1 miljoen EUR in 2010 tegenover 318,3 miljoen EUR in 2009. Bij een constante euro/ dollar-pariteit en gelijke perimeter zien we een licht dalende trend. Het bedrijfsresultaat bedraagt 14,3 miljoen EUR (4,5 % van de omzet) ten opzichte van 22,3 miljoen EUR in 2009. Het stond in 2010 in het teken van teruglopende reserve-inkomsten van de CFM56, stijgende uitgaven aan O&T en de vorming van nieuwe voorzieningen voor contractverliezen en brugpensioenen. Het financiële resultaat bedraagt 1,3 miljoen EUR tegenover 0,3 miljoen EUR in 2009. Dit komt voornamelijk door de toenemende afschrijvingen van kapitaalsubsidies. In termen van financiële instrumenten steunt Techspace Aero op een beheer van het wisselkoersrisico dat op het niveau van de groep is gecentraliseerd. De vennootschapsbelasting voor 2010 is berekend op 3,3 miljoen EUR (tegenover 4,2 miljoen EUR in 2009). Techspace Aero sluit het boekjaar af met een nettoresultaat van 12,5 miljoen EUR in 2010 (3,9 % van de omzet), tegenover 18,5 miljoen EUR in 2009 (5,8 % van de omzet). De Raad heeft geen kennis van gebeurtenissen na de afsluiting van het boekjaar die de hierboven gepresenteerde resultaten ingrijpend zouden kunnen veranderen. 4. Winstbestemming Op het einde van boekjaar 2010 bedroeg het te bestemmen saldo 136,2 miljoen EUR, wat overeenkomt met de te bestemmen winst van het boekjaar ten bedrage van 12,5 miljoen EUR, vermeerderd met de nieuwe overdracht van 123,7 miljoen EUR. De Raad van Bestuur stelt de volgende winstbestemming voor: • uitkering van een brutodividend van 1,00 EUR per aandeel: 7,6 miljoen EUR; • over te dragen winst: 128,6 miljoen EUR. Op basis van dit voorstel zou het eigen kapitaal 190,8 miljoen EUR bedragen, d.w.z. 38 % van het balanstotaal. 5. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA
Passiva
immateriële vaste activa
85.588.841 Kapitaal en emissiepremies
materiële vaste activa
35.355.656 Kapitaalsubsidies
Financiële vaste activa Voorraden
7.568.084 Reserves 99.065.381 overgedragen resultaten
Vorderingen
105.565.183 Voorzieningen voor risico’s en lasten
Liquide middelen
167.885.136 Schulden meer dan een jaar
Overlopende rekeningen
113.342 Schulden tot een jaar Overlopende rekeningen
Totaal
501.141.623 Totaal
54.889.224 1.831.584 5.488.923 128.562.623 88.691.12 69.152.263 151.746.731 779.147 501.141.623
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 39
6. Samenvatting Markante feiten voor Techspace Aero waren in 2010: • een sneller dan verwachte verbetering van de luchtvaartmarkt; • een stabiele omzet in courante euro’s en een heel lichte daling bij constante euro/dollar-pariteit; • e en sterke daling van de reserve-inkomsten als gevolg van het teruglopende luchtvaartverkeer na de financiële crisis in 2008; • een stabiele industriële activiteit en nieuwe vertragingen in de levering van de GenX-programma’s; • een tijdschema voor de invoering van de opvolger van de CFM56 dat sneller uitvalt door de lancering van de Airbus A320 NEO. Dit betekent dat het Onderzoek- en Technologieplan moet worden uitgebreid teneinde sneller innoverende ontwikkelingen te kunnen voorstellen; • een sociaal conflict dat de activiteiten van het bedrijf 3 weken lang heeft verlamd; • een bevredigende vooruitgang; • een meerderheidsparticipatie in de Amerikaanse onderneming ACI, die gespecialiseerd is in olietanks; • financiële resultaten die lager zijn dan in 2009, maar hoger dan de begrotingsramingen. 7. Vooruitzichten In een omgeving die gekenmerkt werd door zeer volatiele grondstofprijzen, een sterke prijsdruk en een permanente schommeling van de euro/dollar-pariteit, wil Techspace Aero haar opmars voortzetten en verdere stappen ondernemen om haar kostenstructuur, industriële programma’s, aankoopbeleid en financieel beleid zo bij te sturen dat ze haar voornaamste financiële en industriële doelstellingen kan realiseren. De evolutie van de financiële structuur van de onderneming blijft op middellange termijn goed.
ZEPHYR-FIN 1. G erechtelijke procedures tegen SAIRGROUP, SAIRLINES, SWISSAIR INTERNATIONAL FINANCE III en de voormalige bestuurders van deze vennootschappen Tijdens het voorbije boekjaar heeft de vennootschap de gerechtelijke procedures voortgezet die waren ingeleid tegen SAirGroup en verscheidene vennootschappen van haar groep. Deze gerechtelijke procedures werden toegelicht in de voorgaande verslagen. Tevens werd de mogelijkheid voorbehouden om een vordering tot schadeloosstelling in te stellen tegen de bestuurders van SAirGroup en SAirLines voor de fouten die gemaakt werden bij het onderhandelen en sluiten van meerdere overeenkomsten. Enerzijds heeft de vennootschap, samen met de FPIM en de Belgische Staat, de gerechtelijke procedures te Brussel voortgezet tegen SAirGroup, SAirLines, en Swissair International Finance III met het oog op de veroordeling van SAirGroup en SAirLines tot het herstellen van de schade veroorzaakt door hun fouten en het doen tenietgaan van de schuldvordering ontstaan uit de lening die SAirGroup heeft toegekend aan de FIM in 1995. Het Hof van Beroep van Brussel heeft zijn arrest op 27 januari 2011 geveld. Het beslist dat SAirGroup en SAirLines de overeenkomsten van januari en van 2 augustus 2001 hebben geschonden, maar veroordeelt SAirGroup en SAirLines slechts tot een bedrag van 283.276,58 EUR, verwerpt meerdere schadeposten en
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 40
schort haar uitspraak over de schendingen van de SMA van 1995 en over de terugbetaling van de lening toegekend door SIF III aan de FPIM op. Zephyr-Fin, alsook de Belgische Staat en de FPIM hebben beslist een cassatievoorziening tegen dit arrest in te stellen. Anderzijds heeft de rechtbank van eerste aanleg te Zurich, in het kader van het geschil betreffende de herziening van de gerechtelijke rangregeling opgemaakt door de vereffenaars van SAirGroup en SAirLines, in een beslissing van 22 februari 2011, de vorderingen van de FPIM, van de Belgische Staat en van Zephyr-Fin zonder meer verworpen. Zephyr-Fin, alsook de Belgische Staat en de FPIM hebben op 1 april 2011 hoger beroep aangetekend tegen deze beslissing. Bovendien heeft het Parket van Zurich in het kader van het tweede luik van het strafonderzoek dat in Zwitserland werd ingesteld (voornamelijk toegespitst op het onderzoek of de toepasselijke boekhoudkundige normen werden nageleefd door de organen van SAirGroup en SAirLines) drie beschikkingen van buitenvervolgingstelling uitgesproken. Op 5 november 2008 werd door Zephyr-Fin, alsook door de Belgische Staat en de FPIM beroep ingesteld tegen deze beschikkingen voor het Hof van Beroep te Zurich. Op 6 mei 2010 heeft het Hof van Beroep te Zurich dit beroep onontvankelijk verklaard wegens gebrek aan belang. 2. Verslag Het boekjaar 2010 wordt afgesloten met een verlies van 1.145.168,97 EUR. Dit verlies volgt voornamelijk uit de overname door de maatschappij van honoraria van advocaten betreffende het proces van Sabena en dit in overeenstemming met het percentage van Sabena dat in handen was van Zephyr-Fin. We herinneren eraan dat de moedervennootschap FPIM deze honoraria in het verleden volledig op zich nam. In overeenstemming met artikel 96.6° van het Wetboek van Vennootschappen wijst de Raad erop dat rekening houdend met de eigen middelen en gezien de maatschappij geen activiteiten meer uitoefent, de thesaurie het toelaat om tijdelijk de lasten met betrekking tot de Sabena rechtszaak het hoofd te bieden. In overeenstemming met artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen zal een kapitaalverhoging dienen uitgevoerd te worden, indien bij het op zich nemen van de advocatenhonoraria betreffende het dossier Sabena, het nettoactief zou gereduceerd worden tot een bedrag dat lager is dan de helft van het kapitaal, namelijk 973.500 EUR.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 41
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Financiële activa Vorderingen
Passiva 100 Kapitaal en uitgiftepremies
1.947.000
13.815 Reserves en overgedragen resultaat
-702.272
Geldbeleggingen en beschikbare geldmiddelen
1.632.153 Schulden
Totaal
1.646.068 Totaal
401.340 1.646.068
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 43
Portefeuille investeringsmaatschappij
CISSOID 1. Activiteit Cissoid is een vennootschap die actief is op het vlak van het ontwerp en de verkoop van halfgeleiders en geïntegreerde circuits die bestand zijn tegen extreme temperaturen. Cissoid ontwerpt, ontwikkelt en verkoopt deze producten, maar ze besteedt een deel van de productie uit. De vennootschap verleent ook advies met betrekking tot dit type producten en installaties. De FPIM bezit 952.381 aandelen B (of 24,16 % van het kapitaal) van de vennootschap, en 238.095 warrants sinds de kapitaalverhoging die werd doorgevoerd op 20 juli 2010. 2. Verslag a) Evolutie van de activiteiten: Het boekjaar 2010 wordt afgesloten met een bedrijfsverlies van 804.000 EUR, een beter resultaat dan verwacht op grond van het bedrijfsplan (BP) waarop FPIM zich baseerde om te kiezen voor Cissoid (omzet conform de prognose, maar betere EBITDA). Dit goede resultaat kan, ook al gaat het om een negatief cijfer, toegeschreven worden aan een goede kostenstructuur, een verruiming van het productgamma (12 nieuwe producten in 2010) en de bevestiging van Cissoid als marktleider op het vlak van chips die bestand moeten zijn tegen extreme temperaturen. De betrouwbaarheid en de duurzaamheid van de voorgestelde oplossingen maken Cissoid tot een zekere waarde. Daardoor bleef de verkoop van producten verder toenemen met 124 % op jaarbasis. De brutobedrijfsmarge heeft in 2010 voor het eerst een positieve waarde. Als gevolg van de kapitaalverhoging tijdens de zomer van 2010 werd het overgedragen verlies van eind 2009 aangezuiverd met 3,3 miljoen EUR. De vennootschap beschikt over een uitstekende kaspositie die haar toelaat om haar BP te realiseren. b) Vooruitzichten: Voor 2011 zijn de eerste resultaten op het vlak van bestellingen bemoedigend en overstijgen deze nu al de records van 2010. Toch heeft de Raad van Bestuur besloten om bijzondere aandacht te besteden aan een aantal factoren die de verwachte groei zouden kunnen beïnvloeden: •d e komst van nieuwe concurrenten: interesse van grote elektronicaconcerns voor het segment hoge temperatuur en interne ontwikkeling van eigen oplossingen door fabrikanten van elektronische apparatuur (Schneider, Toyota);
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 44
• beveiliging van de toevoerketen van grondstoffen (silicium, enz.); • versterking van de distributieketen van producten; • onderzoek van een mogelijke positionering binnen een ander marktsegment met het oog op diversificatie van de portefeuille van Cissoid; • als bedrijf aantrekkelijk blijven om de toegang te verzekeren tot het noodzakelijke personeel om de productie van Cissoid veilig te stellen.
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA immateriële vaste activa materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden
Passiva 1.459.311,30 Kapitaal en uitgiftepremies 151.170,77 Kapitaalsubsidies 452,42 Overgedragen reserves en resultaten 282.523,10 Schulden op meer dan één jaar
4.162.183,00 216.258,84 (803.798,65) 2.9934,22
Schuldvorderingen
1.098.142,22 Schulden op ten hoogste één jaar
1.403.009,45
Beschikbare waarden
2.830.505,42 Overlopende rekeningen
835.500,54
Overlopende rekeningen Totaal
17.982,17 5.840.087,40 Totaal
5.840.087,50
ELECTRAWINDS 1. Activiteit Electrawinds is een Belgische leidinggevende producent van groene stroom met een ruime ervaring in het ontwikkelen, bouwen en exploiteren van windturbineparken, biomassacentrales en zonnepanelen. Electrawinds wil als producent van groene stroom een kernspeler worden op de Belgische en zelfs de Europese energiemarkt. Het elektriciteitsbedrijf telt momenteel 240 medewerkers. Electrawinds is actief in 10 verschillende landen en heeft operationele projecten lopen in België, Italië, Frankrijk, Roemenië en Zuid-Afrika. Deze producent van groene stroom is ook betrokken bij de ontwikkeling van twee offshorewindparken in België, de projecten Seastar en Rentel die in 2011 zijn ondergebracht in het Belgische kenniscentrum Otary. Electrawinds kiest voor diverse energiebronnen (wind, biomassa én zonne-energie), technologiediversificatie (biobrandstof, biostoom, … ) én internationalisering. De gerealiseerde projecten worden door de vennootschap verder uitgebaat. Er is een continu streven naar verbetering en optimalisering van de bestaande installaties.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 45
In 2010 heeft Electrawinds een afdeling Innovations opgericht die nieuwe biomassastromen verzekert en nieuwe technologieën bestudeert. Zo maakt Electrawinds deel uit van het onderzoeksproject Flansea dat de productie van elektriciteit uit golfslag bestudeert. Electrawinds werkt hiervoor samen met gereputeerde partners zoals de Universiteit Gent en het baggerbedrijf DEME. Electrawinds heeft als groen elektriciteitsbedrijf een maatschappelijke voorbeeldrol en streeft bij de energieproductie naar een minimale impact op mens en milieu. Electrawinds ijvert voor open communicatie en wil een waardige ambassadeur zijn voor de sector van de hernieuwbare energie. 2. Verslag Electrawinds heeft het boekjaar 2010 afgesloten met totale bedrijfsopbrengsten van 110,4 miljoen EUR, wat andermaal een belangrijke stijging betekent tegenover het jaar ervoor (79,8 miljoen EUR in 2009). Het geïnstalleerd vermogen is in 2010 bijna verdubbeld van 123,8 MW naar 202,2 MW. Daarmee overschrijdt Electrawinds voor het eerst de kaap van 200 MW. De forse groei is toe te schrijven aan de opstart van nieuwe windparken in België, Frankrijk, Roemenië en Zuid-Afrika. In het najaar van 2010 heeft Electrawinds ook een vierde biomassacentrale in gebruik genomen: Greenpower in Oostende. Verder valt de toenemende internationalisering op. In december 2010 komt 42 procent van het geïnstalleerde vermogen al van productie-eenheden buiten België. In 2009 was dat nog 22,9 procent. De internationalisering heeft zich op het einde van 2010 ook weerspiegeld in het aandeelhouderschap aangezien de Franse groep Demeter Partners ingestapt is in het kapitaal van Electrawinds voor een bedrag van 15 miljoen EUR. Het bedrijfsresultaat kende een zeer belangrijke groei en bereikte 17,4 miljoen EUR (versus 4,2 miljoen EUR in 2009). De toename van het aantal windparken die in bedrijf genomen zijn en de meerwaarden gerealiseerd door de verkoop van enkele windprojecten droegen bij tot dit zeer goede resultaat. Electrawinds zal ook in de toekomst haar verdere snelle groei gedeeltelijk financieren door investeerders als minderheidsaandeelhouders in sommige operationele parken toe te laten. De bedrijfskasstroom bereikte 7,9 miljoen EUR tegenover 20,5 miljoen EUR het vorige jaar, maar dit is vertekend door de uitstap van Electrawinds uit het offshorepark Eldepasco op 31 december van het jaar. Zonder deze vertekening was de bedrijfskasstroom uitgekomen op 27,9 miljoen EUR. Electrawinds heeft de ambitie haar snelle groei voort te zetten, wat geïllustreerd wordt door het feit dat de totale investeringen in 2010 meer dan 95 miljoen EUR bedroegen tegenover 85,4 miljoen EUR in 2009. De mooie resultaten weerspiegelen zich ook in de nettowinst van het boekjaar, die uitkwam op 3,7 miljoen EUR, tegenover een nettoverlies van 2,2 miljoen EUR in 2009.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 46
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraad
Passiva 6.233,00 Kapitaal en uitgiftepremies 97.298,00 Reserves en overgedragen resultaten 4.683,00 Schulden
Vorderingen
87.313,00 Overlopende rekeningen
Geldbeleggingen en liquide middelen
19.486,00
Overlopende rekeningen Totaal
67.182,00 10.058,00 142.539,00 1.448,00
6.213,00 221.226,00 Totaal
221.227,00
FIDENTIA GREEN BUILDINGS 1. Activiteit Fidentia Green Buildings is een fonds dat gericht is op het ophalen van 140 miljoen risicokapitaal, dat 50/50 verdeeld is over kapitaal/achtergestelde lening. Dit fonds hanteert de volgende basisprincipes: - beleggingen in gebouwen met als voornaamste bestemming kantoorruimte; - de gebouwen moeten zich situeren in België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk of Nederland; - het fonds belegt enkel in gebouwen die beschikken over een energieprestatiecertificaat; - het fonds belegt vanaf het ontwerp en de constructie, via de reconstructie, van het gebouw (doel = nieuw gebouw). Als gevolg van de kapitaalverhoging in 2009 heeft de FPIM 6 miljoen EUR geïnvesteerd in de SCA FGB, waarvan 3 miljoen in de vorm van een participatie en 3 miljoen via achtergestelde obligaties. Hierdoor bedraagt het kapitaal van de SCA FGB 14.062.000 EUR, vertegenwoordigd door 14.062 effecten. Fidentia Green Buildings bezit het eerste gebouw in België dat beschikt over een milieucertificaat: SOLARIS, dat gelegen is te 1000 Brussel, werd onderscheiden met de Green BUILDING-prijs op MIPIM 2010 en met de Belgische prijs voor energie en milieu in de categorie “ECO BUILDING”.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 47
2. Verslag De verkoopprocedure van het SOLARIS-gebouw werd voortgezet. Het gebouw wordt voor een oppervlakte van 4500 m² en voor een termijn van 13 jaar gehuurd door het advocatenkantoor NAUTADUTILH en voor een oppervlakte van 1110 m² en een termijn van 9 jaar door de beleggingsmaatschappij ATLAS.Voor de verhuur van de resterende oppervlakte zullen verdere onderhandelingen voortgezet worden. In april 2010 sloten Fidentia Green Buildings sca en Pylos Europe een akkoord over de aankoop en transformatie tot “green building” van een kantoorgebouw gelegen aan de Louizalaan 143 in Brussel. Fidentia Green Buildings heeft aan de NV E-Lite een bedrag van 6.300.000 EUR ter beschikking gesteld in de vorm van een achtergestelde lening om bij te dragen aan de financiering van de aankoop van een gebouw dat fundamenteel zal getransformeerd worden en dat ongeveer 6.000 m² oppervlakte zal bieden voor kantoorruimten en 800 m² voor archiefruimten, en dat over ongeveer 60 interne parkeerplaatsen en tal van fietsstallingen zal beschikken. Naar verwachting zal het getransformeerde gebouw tijdens de eerste zes maanden van 2012 in gebruik kunnen genomen worden. Het boekhoudresultaat op 31 december 2010 is een verlies van 915.503,80 EUR. Rekening houdend met een overgedragen verlies van 1.699.734,69 EUR, bedraagt het toe te wijzen verlies 2.615.238,49 EUR. Het overgedragen verlies van Fidentia Green Buildings heeft in het bijzonder betrekking op de opname van de kosten voor de aankoop van aandelen van de NV Hippogone. Deze opname is niet terugkerend. Het verlies voor het boekjaar wordt voornamelijk gegenereerd door de kosten voor aankoop van de NV E-Lite en door de betaling van financiële kosten (achtergestelde obligaties en bankkosten). De financiële situatie van de vennootschap zal zich herstellen door de inkomsten uit deze participaties. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Financiële activa Schuldvorderingen Geldbeleggingen Beschikbare waarden Overlopende rekeningen Totaal
Passiva 24.245,519 Kapitaal en uitgiftepremies
14.062,000
1.053,484 Overgedragen reserves en resultaten
(2.615,238)
154,599 Schulden 1,200 Overlopende rekeningen 25.454,804 Totaal
14.008,042 3,422 25.454,804
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 48
IRE ELIT 1. Activiteit Het IRE Elit is een dochteronderneming van het Nationaal Instituut voor Radio-elementen, die opgericht werd in juni 2010, en waarin de FPIM een participatie van 49,90 % heeft verworven. De FPIM heeft zich ertoe verbonden om aan het IRE Elit een obligatielening toe te kennen voor een totaalbedrag van 7,2 miljoen EUR. In juli 2010 werd een schijf van 5.040.000 EUR van deze lening toegekend. Deze dochteronderneming IRE Elit legt zich in het bijzonder toe op de ontwikkeling van 2 sectoren/activiteiten: • de productie van radio-isotopen voor radiofarmaceutische toepassingen (eenheid RP); • analyse, toezicht en ondersteuning bij de ontmanteling van nucleaire bronnen (eenheid BUS). 2. Verslag Het boekjaar 2010 werd afgesloten met een negatief resultaat van +/- 424.000 EUR, terwijl het basisbedrijfsplan uitging van een verlies van 573.000 EUR. Al lijkt dit resultaat beter dan verwacht, toch: • is de omzet van de eenheid BUS minder dan oorspronkelijk geraamd; • zijn de betere cijfers met betrekking tot de bedrijfsuitgaven toe te schrijven aan een trage procedure voor het verkrijgen van vergunningen voor de eenheid RP, wat dus een weerslag heeft op de investeringskosten (uitgesteld tot 2011/2012). Voor de productieketen bedragen de investeringen echter 803.000 EUR. In 2010 ging de vennootschap over tot de aanwerving van een persoon die belast is met het verbeteren van de organisatie en de werking van de eenheid BUS. 3. Vooruitzichten a) Eenheid RP: Voor 2011 heeft de langer dan oorspronkelijk voorziene timing van de lancering van de eenheid RP (omwille van het verkrijgen van de vergunningen) een negatieve weerslag op de verwachte omzet van deze eenheid. Bovendien heeft IBA om tegemoet te komen aan BAYER besloten om de productie van YTTRIUM-90 niet langer toe te vertrouwen aan IRE Elit. Al deze elementen hebben de Raad van Bestuur van IRE Elit ertoe aangezet om een systeem van toezicht uit te werken om de evolutie van beide op dit ogenblik in situ ontwikkelde projecten regelmatig op te volgen en zo te waken over de gevolgen voor de kaspositie van de vennootschap. b) Eenheid BUS: De vooruitzichten voor 2011 zijn goed en zouden de eenheid moeten toelaten om te voldoen aan de doelstelling van de BP. Toch moeten we het volgende benadrukken: • belang voor de eenheid om door het Federaal Agentschap voor de Nucleaire Controle (FANC) geaccrediteerd te worden voor de opdrachten m.b.t. toezicht op het grondgebied (het contract loopt ten einde in 2012); • belang voor de eenheid om te beschikken over eigen lokalen en IT-systemen om zo sneller en op meer efficiënte wijze te kunnen inspelen op analyseverzoeken;
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 49
• belang van een betere beheersing van de productiekosten met betrekking tot de door de eenheid ontwikkelde “baken” en van een vereenvoudiging/rationalisering van de procedures die moeten gevolgd worden bij de uitvoering van analyses.
4. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Financiële materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden
Passiva 9.308.214,07 Kapitaal en uitgiftepremies
8.500.000,00
1.000,00 Overgedragen reserves en resultaten
(423.969,39)
55.633,97 Schulden op meer dan één jaar
4.320.000,00
Schuldvorderingen
1.441.800,44 Schulden op ten hoogste één jaar
1.991.859,31
Geld-beleggingen
3.109.353,70 Overlopende rekeningen
41.181,76
Beschikbare waarden Overlopende rekeningen Totaal
504.271,31 9.798,19 14.429.071,68 Totaal
14.429.071,68
NAVITELL 1. Activiteit Navitell specialiseert zich in technologie die “audiovisuele storytelling” via a) computer en b) verschillende mobiele toestellen op de juiste plek, op het juiste moment naar de juiste doelgroep kan ontsluiten. Navitell ontwikkelt daartoe een centraal verhalenplatform www.storynations.com dat zowel via computer als via smartphones toegankelijk is. Op dit basisplatform grijpen een aantal technologieën in die de verhalen op een mobiel apparaat kunnen activeren: (1) via kabel, (2) via Bluetooth, (3) via QR (Quick Response)-technologie aangevuld met de Navitell “Mobile Zap”-Module, (4) via Augmented Reality (StoryNations op Layar) en (5) via de internationaal unieke ASP-technologie (Automatic StoryPlay van verhalen op Google Android-toestellen door connectie met satellieten). Dit verhalenplatform wordt evenzeer als white label verkocht aan derde bedrijven die de technologie willen integreren in hun IT. Daarnaast ontwikkelt Navitell een StoryBuilder die moet toelaten dat het platform www.storynations.com niet louter een plek is om audiovisuele storytelling te vinden, doch evenzeer om ze te creëren en te publishen, waarbij louter kwalitatieve storytellers de kans krijgen om hun auditieve of audiovisuele mobiele verhalen op het verhalenplatform aan te bieden. Gekoppeld hiermee zal ook een Admanager toegelaten worden, waarbij adverteerders hun mobiele kortingsbonnen en coupons kunnen verbinden aan verhalen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 50
2. Verslag Op 18 december 2008 bekwam Navitell een kapitaalsinjectie van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij om het internetcontentplatform StoryNations te bouwen. Sinds juli 2009 staat een eerste proefversie van het verhalenplatform online. De ervaringen van de eerste versie hebben geleid tot de aanmaak van StoryNations 2.0. Een aantal van de vernieuwende elementen kregen een subsidie vanuit IWT. StoryNations 2.0 werd in diverse stappen aan het publiek voorgesteld vanaf midden mei 2010. Momenteel plant Navitell de lancering van de StoryBuilder in Q4 2011 en de Admanager in Q2 2012. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Immateriële en materiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen en overlopende rekeningen Totaal
Passiva 489.226,32 Kapitaal en uitgifte premies
329.365,35
6.232,22 Reserves en overgedragen resultaten
(597.251,44)
164.398,03 Voorzieningen risico's 4.498,72 Schulden 664.355,29 Totaal
50.000,00 882.241,38 664.355,29
VESALIUS BIOCAPITAL I 1. Activiteit Vesalius Biocapital I SA Sicar werd in 2007 opgericht als durfkapitaalfonds om investeringen te doen in ondernemingen die zich bezighouden met biowetenschappen. Er wordt zowel geïnvesteerd in bedrijven die zich in een vroeg stadium als reeds in een meer gevorderd stadium bevinden in het proces van ontwikkeling van geneesmiddelen, en waarbij de mogelijkheden voor waardecreatie op de korte of lange termijn duidelijk vastgesteld zijn. Vesalius Biocapital richt zich op verschillende segmenten: (i) nieuwe methoden in geneesmiddelenontwikkeling en diagnosemiddelen met unieke en concurrerende voordelen en uitstekende marktperspectieven, (ii) geneesmiddelentoedieningstechnologie en celtherapie gericht op snel groeiende markten, (iii) de ontwikkeling van nieuwe materialen met intelligente structurele en functionele eigenschappen die nieuwe toepassingen mogelijk maken in de medische technologie, (iv) innovatieve medische instrumenten, (v) de allernieuwste baanbrekende platformtechnologieën, en, (vi) overige essentiële innovatie in de gezondheidszorg, mits de werking van de economische waardevastlegging duidelijk is vastgelegd.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 51
Vesalius Biocapital investeert doorgaans samen met andere durfkapitaalfondsen en heeft voor haar participaties een investeringshorizon gaande van 4 tot 8 jaar. Vesalius Biocapital is ook heel vaak de zogenaamde lead investor. 2. Verslag In de loop van het boekjaar 2010 heeft Vesalius Biocapital voor een bedrag van 4.209.338 EUR aan investeringen gedaan in 4 verschillende ondernemingen. Daarvan werd er één nieuwe participatie genomen in Complix NV, gevestigd in Hasselt. Complix NV is een zeer jonge onderneming actief in de ontwikkeling van therapeutische producten die gebaseerd zijn op zogenaamde alphabodies, een nieuwe categorie biofarmaceutische moleculen waarvan verwacht wordt dat zij betere prestaties zullen brengen dan de huidige therapieën gebaseerd op proteïnen. Er werden tijdens het boekjaar 2010 ook 3 opvolgingsinvesteringen gemaakt. Het gaat hier om investeringen in Promethera Bioscienses SA, Activaero GmbH en Skyline Diagnostics BV. In de loop van het boekjaar heeft Vesalius Biocapital nog bijkomende opbrengsten gehad uit de exit die ze gerealiseerd had in 2009 naar aanleiding van de desinvestering van Fovea Pharmaceuticals SA. Deze opbrengst werd onverwijld doorgestort aan de aandeelhouders. Vesalius Biocapital heeft ook de waardering van haar portefeuille herzien omdat belangrijke mijlpalen gehaald werden. Zo werd een waardevermeerdering geboekt op de participaties genomen in Genomic Vision SA en in Activaero GmbH. De waardevermindering die Vesalius Biocapital vorig jaar op haar participatie in Bienca SA had geboekt, werd in 2010 verder opgetrokken omwille van de blijvende onzekerheden en de juridische geschillen met de stichter van Bienca. Het jaar werd afgesloten met een nettoverlies van 247.073 EUR. In de loop van het boekjaar 2010 heeft de vennootschap haar zogenaamde commitmentperiode afgerond omdat 75 % van het opeisbare kapitaal geïnvesteerd of toegewezen zijn aan projecten. De verplichtingen van de aandeelhouders inzake kapitaaltoezeggingen werden behouden aan 100 %. Er werd geen kapitaal opgevraagd. In het nieuwe boekjaar 2011 blijft Vesalius Biocapital actief investeren. Gedurende het eerste trimester werden opvolgingsinvesteringen gedaan in de participaties Activaero GmbH en Bienca SA. Er werd ook een nieuwe participatie genomen in Profibrix BV, een onderneming gevestigd in Leiden (Nederland) die actief is in de ontwikkeling van innovatieve producten bestemd voor de stolling van bloedingen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 52
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Financiële activa Vorderingen Geldplaatsingen Totaal
Passiva 18.749.514,00 Kapitaal en uitgiftepremies
35.016.605,00
118.130,00 Reserves en overgedragen resultaten
-5.891.017,00
10.434.526,00 Schulden 29.302.170,00 Totaal
176.582,00 29.302.170,00
XYLOWATT 1. Activiteit De vennootschap houdt zich bezig met het bestuderen, ontwerpen, ontwikkelen, produceren, verkopen, onderhouden en beheren van systemen en diensten voor de productie van energie op basis van biomassa. Ze concentreert zich in het bijzonder op de productie van gas op grond van houtachtige biomassa binnen het domein van de warmteproductie, maar vooral de elektriciteit. In 2010 richtte Xylowatt de dochteronderneming Xylergy op met het oog op de financiering en de werking van eenheden voor de productie van energie op basis van de technologie van XYLOWATT, en de verkoop van energieproducten aan eindklanten die zich van groene energie wensen te voorzien zonder te moeten investeren in de aanleg of het beheer van infrastructuur. De FPIM is in het bezit van 9,10 % van het kapitaal van de vennootschap Xylowatt (zijnde 11.429 aandelen) en heeft, met het oog op de ondersteuning van projecten die moeten ontwikkeld worden door de dochteronderneming Xylergy, aan Xylowatt achtergestelde obligaties (vergezeld van warrants) toegekend voor een bedrag van 1 miljoen EUR, die tot op heden nog niet gebruikt werden. De originaliteit van de procédés die ontwikkeld worden door XYLOWATT berust bij: - het vergassen van hout: na droging, behandeling door pyrolyse en reductie worden de houtspaanders omgezet in H2CO-gas dat na filtering en zuivering motoren aandrijft voor de productie van elektriciteit.Tijdens het volledige procédé worden de vrijgekomen warmte en de gerecupereerde zuurstof opnieuw gebruikt om de productieketen van het gas te bevoorraden. (NOTAR); - het benutten van behandeld, beschilderd of geïmpregneerd hout. (FLEXFUEL).
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 53
2. Verslag Op het vlak van beheer en organisatie De Raad van Bestuur van de vennootschap heeft het project bekrachtigd voor herstructurering van de vennootschap op grond van 3 pijlers: technologie - industrie - commercieel/corporate. Door deze nieuwe indeling wordt de vennootschap verder geduwd in de richting van industrialisering en commercialisering zonder afbreuk te doen aan de versteviging van de technologische knowhow op het vlak van vergassing van hout. Dit heeft in grote mate bijgedragen aan het behalen van steeds krachtigere resultaten op het vlak van vermogen, aantal uren werktijd en betrouwbaarheid van de reeds geïnstalleerde centrales in Gedinne en Doornik. Ook al blijven in 2010 de statistieken beneden de verwachtingen en laten ze de oplevering van de vermelde installaties niet toe. Bovendien werd begin 2011 de techniek ontwikkeld van de zogenaamde zuurstofvergassing die een betere werking van de centrales moet toelaten tegen een lagere installatiekost. Op commercieel vlak Ondanks de inspanningen door het commerciële management is de vennootschap er niet in geslaagd om de projecten Mont-Godinne (uitgezonderd de aspecten met betrekking tot de installatie van de eenheid voor warmtekrachtkoppeling die, samen met het houtgas, de productie van elektriciteit en warmte zal mogelijk maken op grond van houtachtige biomassa) en BWR (uitgezonderd de exploitatievergunning 1A en de bevestiging van de subsidiëring van dit project door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) in 2010 af te ronden. De vooruitzichten blijven bemoedigend, gezien begin 2011 een aantal akkoorden werden ondertekend met grote spelers zoals Saint-Gobain en GDF Suez, wat een bewijs is voor de aantrekkelijkheid van dit procedé. Verder werd in 2010 ook de dochteronderneming Xylergy opgericht. Activiteiten op het vlak van onderzoek en ontwikkeling Door de installatie in de UCL van het prototype TGP (Test gasifier pilot) kon een hele reeks tests uitgevoerd worden die zullen leiden tot de toename en de uitbreiding van de functionaliteiten van de centrales, hetzij door een steeds grotere betrouwbaarheid van de installaties, hetzij door diversificatie van de producten die gebruikt worden om deze installaties aan te drijven (slib van zuiveringsstations - met creosoot behandeld hout), hetzij door een meer krachtige werking van deze installaties.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 54
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Oprichtingskosten Financiële immateriële vaste activa
Passiva 8.164,69 Kapitaal en uitgiftepremies 3.095.510,36 Kapitaalsubsidies
5.515.550,00 483.006,17
materiële vaste activa
268.938,61 Overgedragen reserves en resultaten
Financiële vaste activa
187.736,12 Voorzieningen voor risico’s en kosten
150.000,00
Voorraden
219.440,75 Schulden op meer dan één jaar
608.092,04
Bestellingen in uitvoering
(3.174.848,49)
3.307.385,36 Schulden op ten hoogste één jaar
4.478.290,91
Schuldvorderingen
569.666,96 Overlopende rekeningen
8.000,98
Geld-beleggingen
199.519,76
Beschikbare waarden
173.447,50
Overlopende rekeningen Totaal
38.251,89 8.068.091,61 Totaal
8.068.091,61
Buiten een overgedragen verlies van 2009, waarvan een gedeelte werd aangezuiverd door een kapitaalvermindering in 2010 voor een bedrag van 4.000.000 EUR (startkapitaal van 9.515.550 – 4.000.000), bedraagt het verlies voor het boekjaar 2010 in totaal 2.595.717,17 EUR, wat het overgedragen resultaat eind 2010 brengt op een gecumuleerd verlies van 3.174.848,49 EUR. Dit resultaat is hoofdzakelijk toe te schrijven aan 4 elementen: verschuiving van personeel in sleutelfuncties – niet-ondertekening van contracten voor levering van centrales - problemen om de werking van verouderde centrales te handhaven (onderhoudskosten) - problemen om externe financiering te vinden voor de installatie van nieuwe centrales. Toch slaagt de vennootschap erin om de meest recente centrales te laten werken met naleving van 80 % van het lastenboek wat betreft aantal uren werktijd en werkvermogen, om haar managementteam te stabiliseren, om 2 nieuwe ontwikkelingen te bekrachtigen om de centrales te laten werken, en om dus de hieraan gekoppelde kapitaaluitgaven en bedrijfsonkosten te verminderen.
ZILVER AVENUE PARTICIPATIEMAATSCHAPPIJ 1. Activiteit Zilver Avenue Participatiemaatschappij (ZAPM), en haar filialen, is een dienstverlenende groep die zich specifiek richt tot de markt van senioren. ZAPM commercialiseert foyerappartementen (serviceflats) via een eigen, uniek systeem met obligaties. Klanten kunnen hierop, niet-leeftijdsgebonden, intekenen en zich alzo vanaf een bepaalde leeftijd verzekeren van een gratis woning (foyerappartement) met een uniek aanbod aan diensten
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 55
en faciliteiten. De obligaties zijn verkrijgbaar op verschillende looptijden en kennen allemaal een kapitaalgarantie op eindvervaldag die ingevuld wordt door een Belgische grootbank. ZAPM ontwikkelt hiertoe vastgoedprojecten, gespreid over gans het Belgische grondgebied, volgens een eigen concept en streeft daarbij na een kwaliteitsnorm te zijn en een merknaam. ZAPM werkt voor de realisatie van haar nieuwbouw of verbouwingsprojecten steeds met gereputeerde spelers samen teneinde de kwalitatieve normen die zij zichzelf stelt te kunnen garanderen en de “droom” voor haar klanten waar te maken. ZAPM beweegt zich in een groeisector met een sterk maatschappelijk engagement. 2. Verslag Realisaties 2010: • De aankoop van het Cantecroy-kasteel werd gerealiseerd en de ingrijpende renovatiewerken zijn inmiddels in uitvoering. De oplevering is voorzien tegen eind 2011. • Een princiepsovereenkomst werd bereikt voor de site Zeebries te Oostduinkerke die in een erfpachtstructuur zal verworven worden. • Eveneens werd een Zilver Avenue-partnership uitverkoren voor de realisatie van een site in Brasschaat, met een volume gelijk aan drie normale ZA-sites. • Samenwerking met verenigingen van Europese medewerkers en gepensioneerden te Brussel, resulteert in een belangrijke opportuniteit voor het vinden van een locatie en het oprichten van een site in het Brussels Gewest. • Samenwerking met DKV werd opgestart rond een privézorgverzekering. • In juni 2009 wed er een kaderovereenkomst met Institutionele non-profit groep voor de levering van diensten en de vaste afname van appartementen . • De ZAPM-organisatie wordt aangepast aan een nieuwe werkmethodiek, waarbij kostenbesparing en herschikking van het personeelsbestand gerealiseerd worden. Prioriteiten 2010-2011: • Opstart van de bouwprojecten te Oostduinkerke en Brasschaat. • Uitbouw Rollend Fonds voor versnelde opstart nieuwe sites. • Sales- en marketingacties in functie van eerste opening in 2011. • Uitwerking van de dienstverlening aan de ZA-klant, op gebied van service, zorg en RVT-invulling. 3. Verkorte balans op 30/06/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa
Passiva 649 Kapitaal
1.333
Financiële activa
2.855 overgedragen resultaten
-551
Vorderingen
1.277 Langlopende schulden, waaronder een converteerbare obligatie
3.688
Liquide middelen Overlopende activa Totaal
924 Schulden 18 Overlopende passiva 5.723 Totaal
932 321 5.723
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 57
Portefeuille gedelegeerde opdrachten
A.S.T.R.I.D.
wFJ>K6A:CIH
*%#%%%
B
?V
c#
$&
% Vg h$ & B % V^ $ ?j &% ^a# $ HZ &% ei #$& C % dk #$& %
1. Activiteit )*#%%% Het maatschappelijke doel van de vennootschap bestaat uit de totstandbrenging, de exploitatie, het )%#%%% onderhoud en de verdere ontwikkeling en uitbreiding van een radiocommunicatienetwerk voor spraak- en dataverkeer. Doelgroepen zijn de Belgische hulp- en veiligheidsdiensten, de Veiligheid van de Staat en instellingen, vennootschappen of verenigingen van publiek of privaat recht die diensten verstrekken op het vlak van de hulpverlening en de veiligheid (art. 3 van de wet). Een beheerscontract tussen de Belgische Staat en A.S.T.R.I.D. bepaalt de verplichtingen van beide partijen. 2. Verslag (synthese)
wFJ>K6A:CIH
I:GB>C6JM
% Vg h$ & B % V^ $ ?j &% ^a# $ HZ &% ei #$& C % dk #$& %
c# $&
B
?V c# $ B &% Vg h$ & B % V^ $ ?j &% ^a# $ HZ &% ei #$& C % dk #$& %
**#%%% *%#%%%
*%#%%% )*#%%% )%#%%%
?V
+%#%%%
?V
c#
$&
%
Vg h$ & B % V^ $ ?j &% ^a# $ HZ &% ei #$& C % dk #$& %
Het aantal radio-equivalente abonnementen (gewogen) die verdeeld zijn over de diensten “radio” en “paging”, bedraagt 49.652. Dit potentieel van openbare gebruikers en privégebruikers die banden hebben met de openbare veiligheid was nooit voor mogelijk gehouden door de oprichters van het project. Sinds enkele boekjaren werden er aanzienlijke inspanningen gedaan om het leiderschap te vestigen van een I:GB>C6JM professionele telecommunicatieorganisatie met procesmatig beheer. De kernslogan “communicatie voor veiligheid’’ vat in drie woorden perfect dit doel samen, en maakt bovendien +%#%%% duidelijk dat in een samenleving waarin het thema veiligheid steeds meer aan belang wint, de vennootschap **#%%% een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen heeft, met name ook voor de 112-centrales die momenteel *%#%%% in alle provincies worden geïnstalleerd.
B
Het boekjaar 2010 is winstgevend voor het tweede opeenvolgende jaar in de exploitatieperiode.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 58
3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa Financiële activa
Passiva 71.153 Kapitaal Herwaarderingen 9 Reserves en overgedragen resultaten
Vorderingen
17.367 Kapitaalsubsidies
Geldbeleggingen
74.382 Voorzieningen risico's
Overlopende rekeningen
333 Schulden Overl. rekeningen
Totaal
162.244 Totaal
143.779 -31.936 13.141 6.766 31.324 170 162.244
BNP PARIBAS 1. Activiteit BNP Paribas, Europees marktleider op het vlak van bank- en financiële diensten, heeft vier thuismarkten voor retailbanking in Europa: België, Frankrijk, Italië en Luxemburg. De groep stelt meer dan 200.000 mensen tewerk in meer dan 80 landen, van wie 160.000 in Europa. BNP Paribas bekleedt sleutelposities in drie grote activiteitsdomeinen: • Retailbanking, dat de volgende operationele entiteiten omvat: - Banque De Détail en France (BDDF); - BNL banca commerciale (BNL bc), retailbanking in Italië; - BeLux Retail Banking; - Europa-Middellandse Zeegebied; - BancWest; - Personal Finance; - Equipment Solutions. • Investment Solutions; • Corporate and Investment Banking (CIB); BNP Paribas SA is de moedermaatschappij van de groep BNP Paribas. 2. Verslag Een nettowinst aandeel van de groep van 7,8 miljard euro, die de stevigheid van het model van BNP Paribas bevestigt Dankzij haar actieve rol bij de financiering van de economie en de succesvolle integratie met Fortis Bank die de Groep een nieuwe dimensie geeft, behaalt BNP Paribas in 2010 een nettowinst (aandeel van de Groep) van 7.843 miljoen EUR, wat overeenstemt met een stijging van 34,5 % ten opzichte van 2009. In 2010, het eerste volledige boekjaar binnen de nieuwe perimeter, heeft de Groep een netto-opbrengst van het bankbedrijf (NOB) van 43.880 miljoen EUR gerealiseerd, een stijging van 9,2 % ten opzichte van 2009
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 59
(-0,1 % bij constante perimeter en wisselkoers). De beheerskosten bedragen 26.517 miljoen EUR, (+13,6 %; + 3,3 % bij constante perimeter en wisselkoers). Het brutobedrijfsresultaat blijft dus vrijwel stabiel op 17.363 miljoen EUR (+3,0 %; -5,1 % bij constante perimeter en wisselkoers). Dankzij de sterke daling van de kosten van risico (-42,6 % tot 4.802 miljoen EUR; -50,0 % bij constante perimeter en wisselkoers) door het betere economische klimaat, bedraagt het resultaat voor belastingen 13.020 miljoen EUR, wat overeenstemt met een stijging van 44,7 % (+36,5 % bij constante perimeter en wisselkoers). Elke operationele entiteit vertoont een verbetering van het resultaat voor belastingen en de sterke heropleving van de retailbank laat toe om hun respectieve bijdrage opnieuw in evenwicht te brengen. Door de succesvolle integratie van de entiteiten van BNP Paribas Fortis en BGL BNP Paribas met deze van de Groep, dankzij de inzet van teams in alle landen en binnen alle metiers, moet de voor 2012 oorspronkelijk geraamde synergie van 900 miljoen EUR opgetrokken worden tot 1200 miljoen EUR m.b.t. herstructureringskosten die van 1,3 miljard EUR opgetrokken worden tot 1,65 miljard EUR. De rentabiliteit van het eigen vermogen bedraagt 12,3 % tegenover 10,8 % in 2009. De nettowinst per aandeel bedraagt 6,3 EUR en vertoont hiermee een stijging van 21,7 % ten opzichte van het boekjaar 2009. Het nettoactief per aandeel bedraagt 55,5 EUR en stijgt met 9,0 % ten opzichte van 2009 en met 29,4 % ten opzichte van 2006, het laatste jaar voor de crisis: het model van BNP Paribas verzekert een sterke groei van de waarde van het nettoactief per aandeel doorheen de cyclus. Hoge kredietwaardigheid en een ruime en gediversifieerde toegang tot liquiditeit BNP Paribas heeft een ruime en gediversifieerde toegang tot liquiditeit: • haar brede en stabiele depositobasis (553 miljard euro) dankzij haar positie als retailbank in het hart van de eurozone, haar reserve van in aanmerking komende activa bij centrale banken (160 miljard EUR beschikbaar) en de kwaliteit van het onderpand waarover de groep beschikt om de uitgifte van schuldobligaties mogelijk te maken, zijn structurele troeven; • bovendien beschikt BNP Paribas, in vergelijking met haar sectorgenoten, over toegang tot alle grote schuldmarkten op middellange en lange termijn (EUR, USD, AUD, JPY) tegen bijzonder gunstige uitgiftevoorwaarden, zowel met betrekking tot de spread als de looptijd. Zo slaagde de groep er in januari 2011 in om voor een totaal voor 2011 voorzien programma van 35 miljard, 7 miljard EUR op te halen, met een aanzienlijke verlenging van de gemiddelde looptijd tot 8 jaar. Door het hoge niveau van de resultaten overgedragen naar reserves en het betere beheer van de gewogen activa, die met 601 miljard EUR een daling van 20 miljard vertonen ten opzichte van 31 december 2009, ondanks de stijging van de dollar, slaagde de Groep erin om haar kredietwaardigheid nogmaals aanzienlijk te versterken. Op 31 december 2010 bedraagt de Tier 1-ratio 9,2 % tegenover 8,0 % op 31 december 2009, wat overeenstemt met een stijging met 120 bp in één jaar tijd. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan de organische groei van eigen vermogen (+80 bp) en aan de daling van de gewogen activa (+30 bp). De balans van de Groep vertoont met 1.998 miljard EUR op 31 december 2010 een lichte daling ten opzichte van 31 december 2009 (2.058 miljard EUR), ondanks de stijging van de dollar ten opzichte van de euro tijdens deze periode. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de vermindering van de verhandelbare activa en repo-overeenkomsten (-30 miljard EUR) en van de leningen aan centrale banken
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 60
(- 22 miljard EUR). De activa beschikbaar voor verkoop blijven stabiel op 220 miljard EUR. Hun waardering tegen marktwaarde heeft een nagenoeg neutrale impact (- 0,014 miljard EUR) op het eigen vermogen. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in miljoen EUR)
ACTIVA Kas, centrale banken, PCR Financiële instrumenten in marktwaarde per resultaat Afgeleide financiële instrumenten met het oog op dekking Financiële activa beschikbaar voor verkoop Leningen en schuldvorderingen bij kredietinstellingen Leningen en schuldvorderingen bij klanten Herwaarderingsverschil van de portefeuilles gedekt in percentages
33.568 832.945 5.440 219.958 62.718 684.686 2.317
Financiële activa gehouden tot aan de vervaldatum
13.773
Activa lopende en uitgestelde belastingen
11.557
Overlopende rekeningen en diverse activa
83.124
Participatie in gelijkgestelde bedrijven
4.798
Vastgoedbeleggingen
12.327
Materiële vaste activa
17.125
Immateriële vaste activa Goodwill Totaal activa
2.498 11.324 1.998.158
SCHULDEN Centrale banken, PCR Financiële instrumenten in marktwaarde per resultaat Afgeleide financiële instrumenten met het oog op dekking
2.123 725.105 8.480
Schulden bij kredietinstellingen
167.985
Schulden bij klanten
580.913
Schulden vertegenwoordigd door een effect
208.669
Herwaarderingsverschil van de portefeuilles gedekt in percentages
301
Passiva lopende en uitgestelde belastingen
3.745
Overlopende rekeningen en diverse passiva
65.229
Technische voorzieningen van verzekeringsmaatschappijen Voorzieningen voor risico's en kosten Achtergestelde schulden Totaal schulden
114.918 10.311 24.750 1.912.529
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 61
EIGEN VERMOGEN Kapitaal en kapitaalreserves
25.659
Geconsolideerde reserves
40.961
Resultaat van het boekjaar, aandeel van de Groep Totaal kapitaal, geconsolideerde reserves en resultaat voor de periode, aandeel van de Groep Wijzigingen activa en passiva direct opgenomen bij eigen vermogen
7.843 74.463 169
Totaal aandeel van de Groep
74.632
Reserves en resultaten minderheidsbelangen
11.293
Wijzigingen activa en passiva direct opgenomen bij eigen vermogen
(296)
Totaal minderheidsbelangen
10.997
Totaal geconsolideerd eigen vermogen
85.629
Totaal passiva
1.998.158
Retailbanking BNP Paribas heeft in 2010 meer dan de helft van haar inkomsten (54 %) gerealiseerd via de activiteiten retailbanking en gespecialiseerde financiële dienstverlening. Het klantenbestand van de kantoren bestaat uit 22 miljoen particulieren, professionals en ondernemers en 200.000 bedrijven en de gespecialiseerde kredietactiviteiten richten zich tot 13 miljoen actieve klanten. In totaal stelt Retail Banking meer dan 148.000 mensen te werk in 52 landen, wat overeenstemt met 72 % van het totale personeelsbestand van de Groep. Retail Banking omvat zowel kantorennetwerken (7.300 kantoren in totaal, waarvan 6.500 in Europa en rond het Middellandse Zeegebied) als gespecialiseerde financiële diensten. Het bestaat uit 7 autonome operationele entiteiten: • Banque De Détail en France, retailbanking in Frankrijk; • BNL bc, retailbanking in Italië; • BeLux Retail Banking, retailbanking in België en Luxemburg, opgericht na de integratie met Fortis; • Europa-Middellandse Zeegebied, retailbanking in Centraal- en Oost-Europa, in het Middellandse Zeegebied en West-Afrika; • BancWest, retailbanking in de Verenigde Staten; •P ersonal Finance, de gespecialiseerde activiteiten voor financiering van particulieren, consumptiekrediet en vastgoedkrediet; • Equipment Solutions, financiering van uitrusting voor bedrijven. De originele organisatie van Retail Banking wil de transversale samenwerking tussen de operationele entiteiten stimuleren: 8 transversale teams -Distribution, Market and Solutions (DMS), IT Transverse, US Pilotage, Development, Wealth Management, Platforms, Operations and Processes (POP), HR, Brand and Communicationstellen hun deskundige kennis ter beschikking en ontwikkelen gemeenschappelijke projecten.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 62
2010 heeft de doeltreffendheid van deze organisatie en de kracht van het industriële model van distributie en geïntegreerde productie aangetoond. Met Retail Banking is BNP Paribas marktleider op het vlak van private banking1 in de eurozone, marktleider in Europa op het vlak van consumentenkrediet2, cash management3 en de financiering van uitrusting van bedrijven4. Dankzij de integratie van de netwerken Retail Banking en CIB is BNP Paribas ook één van de meest vooraanstaande banken op het vlak van dienstverlening aan bedrijven die zich wensen te ontwikkelen in Europa. Investment Solutions BNP Paribas Investment Solutions biedt een uniek gamma van oplossingen die voldoen aan alle bestaande en toekomstige behoeften van institutionele beleggers, bedrijven of particulieren: • vermogensbeheer (BNP Paribas Investment Partners); • verzekeringen (BNP Paribas Assurance); • private banking (BNP Paribas Wealth Management); • sparen en online makelarij (BNP Paribas Personal Investors); • effectenbeheer (BNP Paribas Securities Services); • vastgoed (BNP Paribas Real Estate). In 2010 bekleden de diverse metiers van Investment Solutions allemaal de positie van marktleider binnen hun niche. De metiers zijn aanwezig in 68 landen en stellen in totaal bijna 30.000 medewerkers van 70 verschillende nationaliteiten te werk. De metiers van Investment Solutions zetten hun internationale ontwikkeling voort – voornamelijk in Europa, Azië, Latijns-Amerika en in het Midden-Oosten – in de vorm van nieuwe vestigingen, overnames, jointventures of samenwerkingsakkoorden. De experts van Investment Solutions stellen hun klanten voortdurend producten en diensten voor die optimaal afgestemd zijn aan hun verwachtingen op het vlak van transparantie, prestaties en veiligheid, en die voldoen aan het hoogste niveau van duurzame ontwikkeling. Corporate and Investment Banking BNP Paribas Corporate & Investment Banking (CIB) heeft 19.800 medewerkers in meer dan 50 landen overal ter wereld. CIB is actief op het vlak van financiering, adviesverlening en op de kapitaalmarkten. In 2010 leverde CIB een aanzienlijke bijdrage aan de groep BNP Paribas, zowel wat betreft de activiteit (27 % van de netto-opbrengst van het bankbedrijf) als met betrekking tot het resultaat (41 % van het nettoresultaat voor belastingen). De 14.000 klanten van BNP Paribas CIB, zowel bedrijven, financiële instellingen als beleggingsfondsen, staan centraal in de strategie en het businessmodel van BNP Paribas CIB. De voornaamste doelstelling van de teams is het ontwikkelen en in stand houden van duurzame relaties met hun klanten, hen begeleiden bij hun ontwikkelings- of beleggingsstrategie en hun globale oplossingen bieden die voldoen aan hun behoeften op het vlak van financiering, financieel advies en beheer van hun risico’s.
(1) Bron: interne studie gebaseerd op publieke informatie van de concurrenten op 30 september 2010. (2) Bron: jaarverslagen van kredietverleners aan particulieren (3) Bron: TMI, 2010 (4) Bron: klassement Leaseurope 2009 gepubliceerd in september 2010.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 63
DEXIA 1. Activiteit De vennootschap heeft tot doel, zowel in België als in het buitenland: het verwerven, het behouden, het beheren en het vervreemden, op om het even welke manier, van alle soorten deelnemingen in bestaande of nog op te richten vennootschappen en alle andere rechtspersonen, ongeacht hun juridische vorm, die werkzaam zijn als kredietinstelling, verzekerings- of herverzekeringsonderneming of die financiële, industriële, handels- of burgerlijke, administratieve of technische activiteiten uitoefenen, alsmede van alle soorten aandelen, obligaties, overheidsfondsen en alle andere financiële instrumenten, van welke aard ook; het administratief, commercieel en financieel ondersteunen of beheren en het verrichten van alle studies ten behoeve van derden en in het bijzonder van de vennootschappen en alle andere rechtspersonen, ongeacht hun juridische vorm, waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks een deelneming bezit, alsmede het toekennen van leningen, voorschotten, waarborgen of borgtochten, in welke vorm ook; het uitvoeren van alle roerende, onroerende, financiële, industriële, handels- of burgerlijke verrichtingen, inclusief het verwerven, het beheren, het verhuren en het vervreemden van alle roerende en onroerende goederen, die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van het doel van de vennootschap of die de verwezenlijking ervan kunnen bevorderen. 2. Verslag Het hervormingsplan van Dexia bepaalde het ritme van de gebeurtenissen in 2010. Aan het begin van het jaar keurde de Europese Commissie de vooruitgang goed die werd geboekt sinds het plan in november 2008 werd opgestart. Op 5 februari 2010 sloten de Belgische, Franse en Luxemburgse overheid immers een overeenkomst met de Europese Commissie over het herstructureringsplan van de groep Dexia, dat de nieuwe Commissie op 26 februari 2010 definitief bekrachtigde. Het hele jaar door werkte de Groep succesvol voort aan de implementatie van het hervormingsplan, waarbij de financieringsbehoeften op korte termijn werden teruggedrongen en meteen ook het risicoprofiel verlaagd, ondanks het onrustige economische klimaat. Verkooptransacties De Groep plooide verder terug op haar voornaamste activiteiten en haar historische markten, wat tot een aantal verkooptransacties heeft geleid. In maart 2010 rondde Dexia een secundair openbaar aanbod af van 21 848 934 gewone aandelen van Assured Guaranty die het in zijn bezit had sinds de verkoop in 2009 van de verzekeringsactiviteit van FSA aan Assured Guaranty.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 64
De Groep rondde tijdens het eerste kwartaal 2010 eveneens de verkoop van haar dochteronderneming Dexia Epargne Pension af. In juni 2010 sloot Dexia een overeenkomst met EDF over de verkoop van zijn belang van 6,13 % in SPE, een onderneming die actief is in de Belgische energiesector. Het kwam ook tot een akkoord met Network Research Belgium, een Belgische verlener van IT-diensten, over de verkoop van zijn belang van 51 % in Adinfo, een onderneming die IT-diensten verleent aan de Belgische lokale besturen. In november 2010 sloot Dexia met de Centraal-Europese investeringsmaatschappij Penta Investments een overeenkomst over de verkoop van zijn belang van 88,71 % in Dexia banka Slovensko. De transactie werd op 31 maart 2011 afgerond. Dexia startte eveneens de procedure voor de verkoop of de beursgang van DenizEmeklilik, de verzekeringsdochter van DenizBank in Turkije. Ten slotte heeft Dexia eveneens toegezegd om zijn belang van 70 % in Dexia Crediop (Italië) van de hand te doen vóór 31 oktober 2012, en zijn belang van 60 % in Dexia Sabadell voor 31 december 2013. Inkrimping van de balans De inkrimping van de balans blijft een hoge prioriteit en Dexia heeft het verkooptempo in 2010 gevoelig opgevoerd. In totaal werden in 2010 voor 27,2 miljard EUR aan obligaties en leningen verkocht met een beperkt gemiddeld verlies. Dexia verkocht eveneens voor 4,8 miljard EUR aan niet-strategische leningen van het metier Public and Wholesale Banking. Deze leningen stonden voornamelijk geboekt in Japan. Het versnelde verkoopproces zal de Groep in staat stellen de sluiting van haar internationale entiteiten in 2011 vervroegd af te ronden. Het balanstotaal van de Groep bedraagt 567 miljard EUR op 31 december 2010, tegenover 578 miljard EUR op 31 december 2009 en 651 miljard EUR op 31 december 2008. Verbetering van het liquiditeitsprofiel In combinatie met de correcte uitvoering van het herfinancieringsprogramma op lange termijn, de beperking van de toekenning van nieuwe leningen aan de openbare sector en de groei van de retaildeposito’s stelde het verkoopprogramma van activa de Groep in staat haar liquiditeitspositie verder te verbeteren. De liquiditeitskloof op korte termijn van de Groep werd met een indrukwekkende 141 miljard EUR teruggeschroefd in vergelijking met de piek van oktober 2008, en beliep 119 miljard EUR eind december 2010. De daling bedroeg 48 miljard EUR in 2010. In 2010 haalde de Groep op de wholesalemarkt voor 44,4 miljard EUR aan middelen op halflange en lange termijn op. De ingezamelde fondsen bestaan voor 23,2 miljard EUR uit door de overheid gewaarborgde schulden, voor 13,6 miljard EUR aan gedekte obligaties (covered bonds), voor 4,4 miljard EUR aan gewaarborgde financieringen op lange termijn die geen covered bonds zijn en voor 3,2 miljard EUR aan senior nietgedekte financieringen. In juni 2010 stapte Dexia volledig uit het systeem van de staatswaarborg voor zijn financieringen, dat in oktober 2008 werd uitgewerkt. Rekening houdend met de verbetering van de liquiditeitssituatie en conform
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 65
zijn verbintenissen ten aanzien van de Europese Commissie stopte de Groep vier maanden vóór de formele vervaldag van 30 oktober 2010 met het uitgeven van gewaarborgde schulden. Die uitstap gebeurde geleidelijk. Dexia maakte vanaf oktober 2009 geen gebruik meer van die waarborg voor contracten met een looptijd van minder dan één maand of met een onbepaalde looptijd. Vervolgens deed de Groep vanaf 1 maart 2010 niet langer een beroep op de waarborg voor haar depositocontracten, met name voor interbancaire deposito’s. Uiteindelijk zette de Groep op 31 mei 2010 een punt achter elke vorm van waarborg voor haar financieringen op minder dan één jaar, en op 30 juni 2010 deed zij hetzelfde voor haar financieringen op halflange en lange termijn. Alle nog niet terugbetaalde instrumenten die vóór 30 juni 2010 in het kader van de staatswaarborg werden uitgegeven, blijven de genoemde waarborg genieten, conform de voorwaarden die van toepassing zijn op die uitgiften. De uitstaande gewaarborgde transacties belopen 44,4 miljard EUR op 31 december 2010 (tegenover 50,4 miljard EUR eind december 2009). Dat gewaarborgde uitstaande bedrag zal in 2014 volledig afgeschreven zijn, waarvan ongeveer 40 % in 2011. Resultaat 2010 Dexia boekte in 2010 een nettowinst van 723 miljoen EUR tegenover 1 010 miljoen EUR in 2009. De Tier 1-ratio en de core-Tier 1-ratio bedroegen respectievelijk 13,1 % en 12,1 % eind december 2010 en bevestigen de goede solvabiliteit van de Groep die nog eens versterkt werd in 2010 door de organische groei van kapitaal. De raad van bestuur van Dexia heeft beslist om, zoals in 2010, aan de buitengewone algemene vergadering van 11 mei 2011 een kapitaalverhoging ten belope van ongeveer 280 miljoen EUR ter goedkeuring voor te leggen. De kapitaalverhoging zal worden gerealiseerd door incorporatie van reserves met uitgifte van nieuwe aandelen, in de vorm van bonusaandelen, ten gunste van de aandeelhouders. De bonusaandelen zijn gewone nieuwe aandelen die het kapitaal van Dexia vertegenwoordigen. Ze zullen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders pro rata hun deelneming en zullen, vanaf hun uitgiftedatum, op dezelfde manier recht op dividenden en dezelfde rechten genieten als de bestaande Dexia-aandelen. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA
Passiva
Oprichtingskosten
4.919 Kapitaal en uitgiftepremies
22.059.603
Immateriële en materiële activa
7.949 Reserves en overgedragen resultaten
-2.876.844
Financiële activa
23.268.554 Voorzieningen risico’s
Vorderingen
67.853 Schulden
Geldbeleggingen
16.683 Overlopende rekeningen
Beschikbare waarden
23.801
Overlopende rekeningen Totaal
162.304 4.042.667 10.122
8.093 23.397.852 Totaal
23.397.852
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 66
ETHIAS FINANCE 1. Activiteit Ethias Finance heeft als doel de deelneming in en de financiering van verzekeringsondernemingen en kredietinstellingen in welke vorm of op welke wijze ook en tevens alle verrichtingen die er rechtstreeks uit voortvloeien. 2. Verslag Ethias Finance NVNV werd op 3 oktober 2008 gevormd door Ethias Gemeen Recht en Ethias Arbeidsongevallen met een kapitaal van 25.000.000 EUR ter hoogte van respectievelijk 90 % en 10 %. Na de kapitaalsverhoging van 13 februari 2009 bedraagt dit 2.000.000.000 EUR en is dit op 31 december 2010 samengesteld uit 20.000 aandelen die in het bezit zijn van: - 5.001 aandelen door de FPIM; - 5.001 aandelen door het Vlaams Gewest; - 5.001 aandelen door FIWAPAC; - 4.997 aandelen door Ethias Gemeen Recht. Dit kapitaal is volledig geïnvesteerd in de deelneming Ethias NV. De Raad van Bestuur is van mening dat de waarde van de deelneming in Ethias NV geen voorwerp moet uitmaken van een waardevermindering omdat de waardering van het nettoactief dat uit de balans voortvloeit geen rekening houdt met de activiteitenwaarde van Ethias NV noch met de waardering van de herstructurering van de Ethias-groep via de toepassing van het plan Horizon 2011. In het kader van het artikel 646, § 1er van het Wetboek der vennootschappen is Ethias Finance overgegaan tot de afkoop van een aandeel dat Ethias NV bezit in de vennootschappen Nateus NV, Nateus Life en Ethias Bank. De onderneming kent geen belangrijke gebeurtenissen na de afsluiting. 3. Balans Het balanstotaal bedraagt 2.001.891.386 EUR. De belangrijkste rubriek van het actief bestaat uit de financiële vaste activa voor 2.000.205.824 EUR. Het passief is hoofdzakelijk samengesteld uit het eigen vermogen. Actief De deelnemingen in Ethias NV (2.000.000.000 EUR), Nateus Life NV (123.157 EUR), Nateus NV (82.636 EUR) en Ethias Bank NV (31 EUR) zijn ingeschreven onder de rubriek Financiële vaste activa in verbonden ondernemingen. De vorderingen (206.121 EUR) vertegenwoordigen de te ontvangen interesten op zichtrekening, de te recupereren belasting en een recuperatie van kosten bij derden. De beschikbare waarden bedragen 980.052 EUR en de schatkistcertificaten 499.389 EUR. Passief Het gestorte kapitaal op 31 december 2010 bedraagt 2.000.000.000 EUR.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 67
De wettelijke reserve bedraagt 104.000 EUR en de overgedragen winst 1.713.247 EUR. De schulden op ten hoogste één jaar bedragen 74.139 EUR en zijn samengesteld uit de presentiegelden van het vierde kwartaal voor 13.548 EUR, de bedrijfsvoorheffing op deze laatste voor 8.077 EUR en de te ontvangen facturen voor 52.514 EUR. Resultatenrekeningen Kosten: De lasten zijn hoofdzakelijk samengesteld uit enerzijds diverse goederen en diensten, met name honoraria van revisoren voor 61.710 EUR, presentiegelden voor 145.750 EUR en van de RSVZ-taks voor 27.952 EUR en anderzijds uitzonderlijke kosten voor 156.580 EUR. Deze uitzonderlijke kosten vertegenwoordigen de waardeverminderingen op financiële vaste activa geboekt op 31 december 2010. Opbrengsten De financiële opbrengsten zijn enerzijds afkomstig van de lopende activa voor 7.480 EUR en anderzijds van het dividend verdeeld door Nateus NV voor 6.500 EUR. De recuperatie van de premie BA Bestuurders 2009 voor een bedrag van 124.004 EUR vertegenwoordigt de uitzonderlijke opbrengsten. Het verlies van het boekjaar bedraagt 257.967 EUR. Wij stellen voor om het te bestemmen op de over te dragen winst. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Financiële vaste activa
Passiva 2.000.206 Kapitaal en uitgiftepremies
Vorderingen
206 Reserves en overgedragen resultaten
Schatkistcertificaten
499 Schulden
Beschikbare waarden
980
Totaal
2.001.891 Totaal
2.000 .000 1.817 74 2.001.891
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 68
FEDESCO 1. Activiteit Fedesco faciliteert en financiert energie-efficiëntieprojecten in federale overheidsgebouwen. Door gericht advies en “state-of-the-art” diensten en technologieën draagt Fedesco bij tot de vermindering van de broeikasgassen en kostenbesparingen. 2. Verslag a) 2010: Het jaar van vernieuwde uitdagingen De activiteiten van Fedesco zijn in 2010 verder sterk gegroeid. Zowel de bestaande als de nieuwe projecten zijn van die aard dat Fedesco nu op kruissnelheid is gekomen. Het totaal van de tot eind 2010 afgesloten contracten (57 in totaal) bedraagt nu 27.743.900 EUR en brengt het totaal aantal federale klanten op 25. In totaal beheert Fedesco zo’n 800 projecten van standaard- en transversale maatregelen in federale overheidsgebouwen. De eerste van de investeringsprojecten van fotovoltaïsche zonnepanelen, gefinancierd vanuit overheidsmiddelen, op de Europese School van Woluwe, is in dienst gegaan in maart 2010 en levert sindsdien groene stroom aan de school. De tweede installatie op het dak van het Justitiepaleis in Kortrijk wacht alleen nog op het wegwerken van een aantal administratieve vertragingen. Ook de installaties in samenwerking met de Regie der Gebouwen via een concessieopdracht voor 10.000 m² daken van federale overheidsgebouwen in Vlaanderen op de daken van de gevangenis van Brugge, de Rijksarchieven in Beveren en een gebouw van de federale politie in Merksplas zijn vergevorderd. De uitbouw van de interne organisatie en ondersteuning werd voortgezet door de verdere ontwikkeling van de interne beheerssoftware (ESCO Tools), de investering in een eigen aanbestedingssoftware (3P) en de uitbouw van het energieboekhouding, -monitoring en verificatieplatform (EMBV). De onderneming heeft zich verder uitgebreid door 3 nieuwe medewerkers in dienst te nemen. b) In 2010 uitgevoerde projecten: verdere groei in standaard- en transversale maatregelen Fedesco heeft een groot aantal standaard en transversale maatregelen uitgevoerd. Er werden 73 nieuwe energiekadasters (snelle quickscans van transversale maatregelen) gerealiseerd. 4 nieuwe sensibiliseringscampagnes werden gelanceerd. Naast 7 realisaties van relighting die werden geïnitieerd, werden er 11 nieuwe haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Voor één project is het bestek klaar. 8 projecten van spectraalselectieve glasfolie voor een oppervlakte van meer dan 10.000 m² werden gerealiseerd. Ook het aantal HVAC-projecten, in het bijzonder stookplaatsrenovaties, en WKK-projecten is sterk toegenomen. De WKK in de gevangenis van Hoei, de eerste volledig uitgevoerd door Fedesco, is eveneens een feit. De daken van 5 gebouwen werden geïsoleerd. c) Beheerscontract: vertraging ten gevolge van aanslepende regeringsvorming Het ontwerp van het beheerscontract dat werd uitgewerkt in de loop van 2009 en dat klaar was voor bespreking met de regering en de andere belanghebbenden is door de val van de regering en de sinds de
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 69
federale verkiezingen aanslepende onderhandelingen voor een regeringsvorming in de koelkast beland. De bedoeling is alsnog in de loop van 2011 een aantal voorbereidende stappen te zetten in afwachting van de besluitvorming ter zake door de nieuwe regering. d) Kenniscentrum voor Energiediensten en Derdepartijfinanciering Fedesco heeft in november 2010 met succes haar Kenniscentrum voor Energiediensten en Derdepartijfinanciering (Knowledgecenter by Fedesco) gelanceerd, dat onderdeel uitmaakt van de acties van de Lente van het Leefmilieu. Via een aantal partnerships kunnen bestaande klanten nu op een nog professionelere manier begeleid worden bij hun projecten en kan er invulling gegeven worden aan behoeften van nieuwe nietfederale eigenaars en beheerders van publieke gebouwen. Vanaf nu worden ook een aantal lopende internationale projecten van kennisverwerving en kennisdeling vanuit het Kenniscentrum aangestuurd. e) BELESCO Fedesco heeft in maart 2010, als medeoprichter, samen met 19 andere bedrijven, de Belgische ESCO-vereniging (BELESCO VZW), boven de doopvont gehouden. Dit is het resultaat van heel wat voorbereidend werk dat in 2008 werd gestart. Hiermee bereikt Fedesco een belangrijke mijlpaal in het kader van haar objectieven rond de stimulering van de ontwikkeling van de ESCO-markt in België, zoals voorzien in haar statutaire opdracht, het Nationaal Energie-Efficiëntie Actie Plan (NEEAP) en de Energy Services Directieve (ESD). 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa
Passiva 706.749 Kapitaal en uitgiftepremies
Vorderingen
2.159.531 Reserves en overdragen resultaten
Geldbeleggingen
1.957.273 Schulden
Overlopende rekeningen Totaal
4.000.000 -1.175.838 2.490.411
491.020 5.314.573 Totaal
5.314.573
FONDS TER REDUCTIE VAN DE GLOBALE ENERGIEKOST 1. Activiteit Het fonds heeft tot doel bij te dragen tot de financiering van structurele maatregelen tot bevordering van de reductie van de globale kostprijs van energie in private woningen voor de doelgroep van de minstbedeelden, evenals tot de toekenning van goedkope leningen voor werken tot bevordering van de reductie van de globale kostprijs van energie in private woningen. De vennootschap werd opgericht op 10/03/2006.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 70
2. Verslag In het kader van het hierboven beschreven maatschappelijk doel wordt hierna de evolutie van de aan particulieren toegekende individuele leningen weergegeven, wetende dat elke individuele lening zelden meer bedraagt dan 10.000 EUR: 2007 : 200.000 EUR 2008 : 1.323.333 EUR => Gecumuleerd totaal van 1.523.333 EUR 2009 : 9.169.409 EUR => Gecumuleerd totaal van 10.692.742 EUR 2010 : 15.279.523 EUR => Gecumuleerd totaal van 25.972.265 EUR In 2008 werden deze leningen toegekend via drie lokale entiteiten, in Oostende, Mechelen en Gent. In 2009 waren er in totaal 10 samenwerkingsovereenkomsten afgesloten waarvan 8 met al actieve lokale entiteiten. In 2010 zijn er in totaal 15 overeenkomsten afgesloten en 13 lokale entiteiten actief: We stellen ze voor in alfabetische volgorde: AG EOS (Oostende), Duwolim (Provincie Limburg), EBW (Regio Louvain La Neuve), EL Soignies, Igemo (regio Mechelen), IGO-Leuven (regio Leuven), Interwaas (regio SintNiklaas), OCMW Charleroi, OCMW La Louviere, OCMW Mons, Pendule (stad Leuven), Recyclant (stad Antwerpen), Regent (stad Gent), Solva (regio Aalst) en Welzijnsconsortium (regio Z-W-Vlaanderen). In het eerste trimester van 2011 worden overeenkomsten afgesloten met 6 bijkomende LE (IOK, Veneco, 3WPlus, 3WPlus Pajottenland, Liege en Famenne Energie). De in 2009 getroffen structurele maatregelen hebben geleid tot de aangekondigde bijkomende versnelling in het toekennen van het aantal leningen: • nieuw beheerscontract met de federale staat, onder meer gericht op een intensere samenwerking met de verschillende Gewesten in ons land (KB van 06/07/2009); • toekenning van een interestsubsidie ter dekking van de financiële kosten als gevolg van de uitgifte van obligaties in 2007 en van een eventuele nieuwe toekomstige lening (KB van 13/11/2009); • statutenwijziging ter implementatie van deze nieuwe structurele maatregelen (23/11/2009). De intensere samenwerking met de Gewesten heeft er onder meer toe geleid dat in het Vlaams (10/09/2010) en Waals Gewest (16/12/2010) regelingen zijn getroffen om Gewestelijke waarborgen te voorzien ter vervanging van de voordien vereiste gemeentelijke waarborgen. Deze gemeentelijke waarborgen vormden het belangrijkste struikelsblok bij de vorming van bijkomende LE. In 2007 verkreeg het fonds zijn middelen via een obligatielening (met fiscaal voordeel) van 50.000.000 EUR. Volgend op de wijziging van het beheerscontract, waarbij onder andere aan de Gewesten de mogelijkheid wordt geboden om rechtspersonen aan te wijzen die middelen kunnen ontlenen via het Fonds, en in het kader van het economisch relanceplan van de federale regering werd in 2009 de permanente schuldpositie van het fonds verhoogd tot 250.000.000 EUR. Eind 2010 stelt het fonds vast dat de totaliteit van de aan de LE toegekende trekkingsrechten het beschikbare
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 71
kapitaal overschrijdt. Er wordt dientengevolge aan de Minister van Financiën de toestemming gevraagd een bijkomende lening aan te gaan ten bedrage van 100 M EUR. Deze toestemming werd verleend begin 2011. De structurele kosten van het fonds en van de lokale entiteiten worden gefinancierd door een jaarlijkse federale structurele toelage. Het boekhoudkundig resultaat van de naamloze vennootschap FRGE hangt elk jaar af van de financiële opbrengsten (interesten verkregen uit de beleggingen van geldmiddelen + interesten verkregen op de toegekende leningen) en de financiële kosten (interesten betaald op de obligatielening). In 2006, 2007 en 2008 was dit resultaat telkens positief. In 2009 is dit resultaat positief gebleven dankzij de rentesubsidie, toegekend door de minister van Klimaat en Energie, door het KB van 13/11/2009.Tot op heden werd er geen enkel dividend toegekend op de resultaten van de vennootschap. 3. Opmerkingen voor de toekomst Het fonds is momenteel op kruissnelheid gekomen. Er is echter momenteel een debat aan de gang met de Inspectie van Financiën die de tweede schijf van werkingstoelage zoals bedoeld in het KB van 26/11/2010 nog niet heeft vrijgegeven. De uitkomst van dit debat en de beslissingen inzake de verdere financiële ondersteuning van het fonds zullen bepalend zijn voor de toekomstperspectieven inzake de ontwikkeling van de activiteit van het FRGE en de LE. Uit de prognoses blijkt immers dat de jaarlijkse werkingstoelage van 2.000.000 EUR, toegekend sinds eind 2006, vanaf 2011 niet langer zal volstaan tot dekking van de jaarlijkse werkingskosten en de beloofde subsidies voor de werking van de lokale entiteiten die actief zijn in de Gewesten. De reserve op 31/12/2010 van deze tot 31/12/2010 verkregen en nog niet gebruikte werkingstoelage bedraagt 4.535.399,80 EUR. Die reserve zou snel opgebruikt kunnen geraken indien de jaarlijkse werkingstoelage, die tot 2010 2.000.000 EUR bedroeg, ofwel wordt geblokkeerd (of zoals voor 2011 gedeeltelijk wordt geblokkeerd ten belope van 1.000.000 EUR), niet wordt verlengd of niet wordt verhoogd in functie van de stijging van de behoeften. 4. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële vaste activa Vorderingen op lange termijn Vorderingen op korte termijn
Passiva 147 Kapitaal 17.077 Reserves en resultaten
2.500 2.226
5.172 Schulden op lange termijn
49.483
Geldbeleggingen
36.773 Schulden op korte termijn
5.504
Liquide middelen
6.146 Overlopende rekeningen
6.296
Overlopende rekeningen Totaal
694 66.009 Totaal
66.009
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 72
FORTIS BANk 1. Activiteit Fortis Bank biedt een totaalpakket van bankdiensten aan particuliere, zakelijke en institutionele klanten via haar eigen kanalen en via andere partners. Fortis Bank telt 27.868 medewerkers, waarvan bijna 17.500 in België. BNP Paribas nam op 12 mei 2009 de controle over Fortis Bank over en trok op 13 mei 2009 zijn aandeel in Fortis Bank op naar 74,93 %. De Belgische staat is nu, via zijn participatie- en investeringsvehikel, FPIM (de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), voor 25 % eigenaar van Fortis Bank, terwijl de resterende aandelen (0,07 %) in handen zijn van diverse andere aandeelhouders. In 2010 was Fortis Bank georganiseerd rond drie operationele segmenten: Fortis Bank in België, Fortis Bank in Luxemburg en Overige landen. • Fortis Bank in België. Onder de merknaam BNP Paribas Fortis biedt Fortis Bank NV een allesomvattend pakket van financiële diensten aan, bestemd voor privépersonen, zelfstandigen, professionals en KMO’s. Fortis Bank levert ook oplossingen op maat aan individuen met een hoge nettowaarde, vennootschappen en openbare en financiële instellingen. Daarvoor kan ze een beroep doen op de knowhow en het internationale netwerk van haar moederbedrijf BNP Paribas. • Fortis Bank in Luxemburg. BGL BNP Paribas brengt een bijzonder breed gamma producten op de Luxemburgse markt, niet alleen voor individuen, maar ook voor professionele en institutionele klanten. Fortis Bank is de grootste aanbieder van bankdiensten aan professionals en kleine en middelgrote ondernemingen in Luxemburg, en de nummer twee inzake diensten aan individuen. Ze is ook de leider op het gebied van bankverzekeringen, en biedt een gecombineerd aanbod verzekerings- en bankdiensten. • Het segment “Overige landen” bestrijkt alle activiteiten die door Fortis Bank worden uitgevoerd buiten haar thuismarkten, zijnde België en Luxemburg, in casu vooral Polen en Turkije. In Polen is Fortis Bank Polska een universele bank die spaarrekeningen, beleggingsproducten en leningen aanbiedt aan individuen, en geïntegreerde oplossingen aan bedrijven om hun activiteiten op plaatselijke en internationale markten te financieren. Fortis Bank is in Turkije actief via Fortis Bank Turkije, waarvan het met 94,11 % van de aandelen de grootste aandeelhouder is. Het retailaanbod bestaat uit debet- en kredietkaarten, persoonlijke leningen en beleggings- en verzekeringsproducten, die verspreid worden via 294 filialen en via internet- en telefonisch bankieren. Corporate bankingdiensten omvatten financiering van internationale handel, activa- en kasbeheer, kredietdiensten, factoring en leasing. Via haar afdelingen commercieel bankieren en bankieren voor KMO’s biedt Fortis Bank een reeks beleggingsdiensten aan kleine en middelgrote ondernemingen. 2. Verslag Het jaar 2010 was een geslaagd jaar voor Fortis Bank, dat een sterk commercieel resultaat neerzette en zo zijn klanten kon terugwinnen en zijn marktaandeel vergroten. De geconsolideerde resultaten van Fortis Bank voor 2010 leidden tot een nettowinst van 1.907 miljoen EUR. De niet-geconsolideerde resultaten van Fortis Bank NV in 2010 geven een nettowinst van 1.875 miljoen EUR.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 73
Het positieve nettoresultaat van 1.907 miljoen EUR in 2010 werd ondersteund door sterke commerciële prestaties, een laag niveau van bijzondere waardeverminderingen en een resultaat op beëindigde bedrijfsactiviteiten van 970 miljoen EUR. Dit resultaat op beëindigde bedrijfsactiviteiten omvat de winst (na belastingen) op de verkoop van activiteiten en entiteiten (1.003 miljoen EUR) en de exploitatiewinst of het exploitatieverlies (na belastingen) van de beëindigde activiteiten (-33 miljoen EUR). De herstructureringskosten in het kader van de integratie met BNP Paribas (-444 miljoen EUR) compenseerden deels de positieve elementen in de resultaten. Het balanstotaal van Fortis Bank bedroeg 348 miljard EUR aan het eind van 2010. Dat is 80 miljard EUR (19 %) lager dan eind van 2009. De daling is toe te schrijven aan veranderingen in de consolidatiekring in de loop van 2010 en aan de verdere afbouw van het risico van de balans. De Raad van Bestuur van Fortis Bank heeft de Jaarlijkse Algemene Vergadering op 21 april 2011 voorgesteld een brutodividend voor het jaar 2010 uit te keren van 0,80 EUR. Bovendien zijn er bemoedigende tekenen die wijzen op een wereldwijde verbetering van de economische vooruitzichten, ook voor onze thuismarkten. Betere economische omstandigheden zouden Fortis Bank moeten helpen de ambitie voor 2011 te realiseren, namelijk het marktleiderschap, dat over de jongste twee jaar teruggewonnen is, nog te versterken. Het Fortis Bank Jaarverslag 2010 is beschikbaar op: http://media-cms.bnpparibas.com/file/92/4/annualreport_2010_nl_int.13924.pdf 3. Verkorte balans na winstverdeling op 31 december 2010 (in duizend EUR) Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de niet-geconsolideerde jaarrekening 2010 van Fortis Bank, opgesteld in overeenstemming met het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekeningen van kredietinstellingen. ACTIVA
Passiva
Immateriële en materiële vaste activa
1.066.221 Kapitaal en uitgiftepremies
9.605.353
Financiële vaste activa
9.222.319 Reserves en overgedragen resultaten
2.317.857
Vorderingen Geldbeleggingen Overige activa Totaal
132.079.561 Voorzieningen voor risico's en kosten 351.579 Schulden 155.753.916 Overige passiva 298.473.596 Totaal
949.687 216.374.375 69.226.324 298.473.596
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 74
KBC GROep 1. Activiteit De KBC-groep is een bank-verzekeraar voor hoofdzakelijk retail-, KMO- en midcapcliënten. De groep concentreert zich op zijn thuismarkten in België en een selectie van landen in Centraal- en Oost-Europa. In de rest van de wereld is de groep selectief aanwezig in bepaalde landen of regio’s. Eind 2010 bestond de groep uit een holdingmaatschappij – KBC Groep NV – die drie onderliggende vennootschappen controleert: KBC Bank, KBC Verzekeringen en KBL European Private Bankers. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen. De managementstructuur van de groep is opgebouwd rond de volgende divisies: Divisie België (retailbankverzekeren, assetmanagement en private banking in België), Divisie Centraal- en Oost-Europa (retailbankverzekeren, assetmanagement, private banking en merchantbanking in Centraal- en Oost-Europa), Divisie Merchantbanking (bedrijfsbankieren en marktactiviteiten in België en het buitenland met uitzondering van Centraal- en Oost-Europa) en Divisie Gemeenschappelijke Diensten en Operaties (aantal diensten die fungeren als ondersteuning en productaanbieder voor de andere divisies). In haar thuismarkten in België en Centraal- en Oost-Europa bedient de groep ruwweg 12 miljoen cliënten. Eind 2010 had de groep bijna 53 000 mensen in dienst (in VTE). 2. Verslag In 2010 eindigde de KBC-groep het jaar met een geconsolideerde nettowinst van bijna 1,9 miljard EUR. Dat is een aanzienlijke ommekeer tegenover de twee vorige jaren, waarin onder meer waardeverliezen op gestructureerde producten de resultaten in het rood duwden. Wanneer we de uitzonderlijke en niet-operationele factoren terzijde laten, bedroeg de onderliggende nettowinst in 2010 1,7 miljard EUR, en dat was vooral te danken aan de goede nettorente-inkomsten, een sterk herstel van de provisie-inkomsten uit assetmanagementactiviteiten, een voortzetting van de strenge kostencontrole en per saldo lagere waardeverminderingen op de kredietportefeuille. Eind 2010 bedroeg de tier-1 kapitaalratio 12,6 %. In 2010 werd een aanzienlijke vooruitgang geboekt met de uitvoering van het strategische plan. Dat plan heeft tot doel KBC om te vormen tot een nog meer gefocuste, regionale Europese speler met een aanzienlijk lager risicoprofiel. Het risicobeheer werd hertekend en er werden al heel wat stappen gezet in de uitvoering van het desinvesteringsplan. Zo werd al een belangrijk deel afgebouwd van de niet-thuismarktgebonden internationale kredietverlening en bovendien werden een aantal andere niet-kernactiviteiten gestopt of verkocht. Die herfocus, samen met de interne winstgeneratie in de komende jaren, moet KBC tegelijkertijd in staat stellen middelen op te bouwen om de kernkapitaaleffecten die verkocht werden aan de Belgische Staat en het Vlaams Gewest binnen een redelijke termijn terug te betalen. We hebben in 2010 ook bijzonder veel tijd besteed aan de verdere uitwerking van de strategie voor de activiteiten die de kern zullen vormen van het toekomstige KBC. Het gaat meer bepaald over de bankverzekeringsactiviteiten in België en een selectie van landen in Centraal- en Oost-Europa, met de nadruk op retail-, KMO- en midcapcliënten. We kiezen daarbij
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 75
voor een aangepaste en gerichte marktbenadering waarbij we ons op sommige markten positioneren bij de marktleiders, met een algemene benadering van de markt, of als selectieve kampioen, waarbij we ons richten op specifieke cliëntensegmenten en/of producten die een bovengemiddeld rendement moeten opleveren. Door een doordachte keuze betreffende lokale of centrale productontwikkeling zullen we bovendien onze efficiëntie verder versterken. Ook al waren de uitdagingen in 2010 niet min, toch verwaarloosden we ook onze taak als lid van de maatschappij niet. Het is en blijft onze bedoeling onze activiteiten uit te oefenen op een maatschappelijk verantwoorde wijze en we werken continu verder aan de uitvoering daarvan. U vindt uitvoerige informatie over dat onderwerp in ons speciaal daaraan gewijde Corporate Social Responsability-rapport. 3. Verkorte niet-geconsolideerde balans op 31/12/2010 (in miljoenen EUR) ACTIVA Financiële activa Vorderingen Geldbeleggingen
Passiva 16.928 Kapitaal en uitgiftepremies
5 581
25 Reserves en overgedragen resultaten
2 616
370 Schulden
Liquide middelen
26 Overlopende rekeningen
Overlopende rekeningen
10
Totaal
17.359 Totaal
9 125 37 17.359
KRINGLOOPFONDS 1. Activiteit De opdracht en doelstellingen van het Fonds zijn duidelijk omschreven binnen enerzijds de wettelijke bepalingen en anderzijds in de statuten van de vennootschap. Meer specifiek stelt het Kringloopfonds zich als doel “elke vorm van tussenkomst ten voordele van organisaties of ondernemingen die tot de sociale economie behoren, met name de participatie in het kapitaal en/of het verstrekken van leningen”. 2. Verslag Met de goedkeuring van de Programmawet van 8 juni 2008 werd overgegaan tot een uitdoofscenario voor het Kringloopfonds, dat door de federale overheid werd gelanceerd om de sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen in ons land een duw in de rug te geven. Meer bepaald werd beslist dat “Vanaf 1 januari 2009 de activiteit van het Kringloopfonds zich zal beperken tot het beheer van de kredieten en de deelnemingen die voor die datum verleend zijn of waartoe voor die datum besloten is”. Mede door die vaststelling beslisten de aandeelhouders om het Kringloopfonds cvba te vereffenen.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 76
Het Participatiefonds werd op de Buitengewone Algemene Vergadering van 24.09.2009 aangesteld als vereffenaar van het Kringloopfonds. Dat werd bekrachtigd door de Rechtbank van Koophandel van Brussel op 15.10.2009. Het Participatiefonds staat aldus garant voor het verdere beheer van het Kringloopfonds en in het bijzonder van de lopende kredieten en participaties. De afsluiting van de vereffening wordt voorzien in 2029 zodat de looptijden van alle uitstaande kredieten van het Kringloopfonds kunnen worden gerespecteerd. De mogelijke risico’s en onzekerheden met het oog op de vereffening situeren zich vooral op de toekomstige realisatie van de kredietportefeuille en participaties en bij de financiering van de vennootschap waardoor er mogelijke liquiditeitstekorten zich kunnen voordoen. De rekeningen per 31/12/2010 sluiten af met een winst van 956.030 EUR. Hierdoor kan het overgedragen verlies verminderd worden tot 28.949.020 EUR. De winst werd in eerste instantie gerealiseerd door een terugname van 211.601 EUR van een waardevermindering van een belegging in een beleggingsfonds, die door de stijging van de beurs kon geboekt worden. Anderzijds werden de kosten onder controle gehouden, voornamelijk door het afsluiten van een nieuwe overeenkomst voor de uitstaande lening. 3. Verkorte balans op 31/12/2010 (in EUR) ACTIVA Financiële VAste activa Vorderingen Geldbeleggingen + kredietinstellingen Overlopende rekeningen Totaal
Passiva 990.310 Kapitaal en uitgiftepremies
8.406.000
31.197.262 Reserves en overgedragen resultaten
-28.990.165
4.564.932 Schulden 260.880 Overlopende rekeningen 37.013.384 Totaal
57.597.071 478 37.013.384
ROYAL PARK INVESTMENTS 1. Activiteit Royal Park Investments SA/NV (RPI) werd op 20 november 2008 opgericht, conform het protocol dat op 10 oktober 2008 werd ondertekend door BNP Paribas, de FPIM en verscheidene ondernemingen van de toenmalige Fortis-groep, maar ging pas van start op 12 mei 2009. RPI is een “special purpose vehicle” met als doel het verwerven en beheren van een deel van de gestructureerde kredietportefeuille van ex-Fortis Bank. De portefeuille activa werd verkregen op 12 mei 2009 voor een aankoopprijs van EUR 11.7 miljard tegenwaarde, tegenover een nominale waarde van EUR 20.5 miljard. Op 31 december 2010 was het uitstaande kapitaalbedrag van de portefeuille afgebouwd tot EUR 16.1 miljard tegenwaarde, grotendeels door kapitaalaflossingen, maar ook deels ten gevolge de evolutie van de USD wisselkoers.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 77
RPI is in handen van de verzekeringsholding Ageas (44.7 % of EUR 760 miljoen), de FPIM (43.5 % of EUR 740 miljoen) en BNP Paribas (11.8 % of EUR 200 miljoen), de nieuwe eigenaar van Fortis Bank (nu BNP Paribas Fortis). De resterende financiering van RPI gebeurde in de vorm van leningen verstrekt door BNP Paribas Fortis en BNP Paribas. RPI heeft, ondertussen, meer dan EUR 3 miljard terugbetaald met betrekking tot de super senior kredietfaciliteit verstrekt door BNP Paribas Fortis tot een uitstaand bedrag van EUR 2 miljard op 31 december 2010. Het senior overbruggingskrediet verstrekt door BNP Paribas Fortis, met een garantie van de Belgische overheid, ten belope van EUR 4.5 miljard werd omgezet naar 2 commercial paper programma’s voor USD 5.8 miljard en GBP 236 miljoen. De senior kredietfaciliteit verstrekt door BNP Paribas staat nog uit voor het volledige bedrag van EUR 519 miljoen. De ondersteunende administratieve functies, waaronder Back-Office, boekhouding en IT-platform, werden initieel uitbesteed aan BNP Paribas Fortis op basis van een zogenaamd Service Level Agreement. Voor het einde van het eerste semester 2010 werden deze diensten binnenshuis opgezet om een maximale integratie van de dienstverlening te realiseren. Ondertussen zijn alle vereiste departementen voor het opvolgen en financieren van de portefeuille op elkaar afgestemd en kunnen deze van nabij opgevolgd worden. Het integratieproces werd verder uitgebouwd door een doorgedreven automatisering van de Back-Office en boekhoudafdeling, wat niet enkel de efficiëntie van de uitgevoerde taken ten goede komt, maar ook de interne controle ervan bevordert. Om dit laatste te versterken werd ook een interne controle functie toegevoegd. 2. Verslag In de commentaar met betrekking tot de cijfers van 2009 waarschuwde het management van RPI dat de financiële marktomstandigheden lastig, onvoorspelbaar en uitdagend zouden blijven. Het management van RPI was van mening dat 2010 een cruciaal jaar zou worden. Het langzaam herstel van de wereldeconomie, van de meest verregaande financiële crisis sinds mensenheugenis, en een verbetering van de macro-economische indicatoren, vertaalde zich nog niet onmiddellijk in (i) een verbetering van de algemene Amerikaanse huizenmarkt, en (ii) in betere prestaties in de markt van individuele hypothecaire kredieten. Wetende dat 70 % van de portefeuille van RPI bestaat uit activa die direct of indirect gerelateerd zijn aan de Amerikaanse residentiële sector, kan men stellen dat het werkjaar 2010 nog steeds een erg moeilijk jaar was. Financiële Resultaten Ondanks de aanhoudend moeilijke marktomstandigheden slaagde RPI erin om bevredigende resultaten voor 2010 te tonen: RPI toont een resultaat voor belastingen van 319 miljoen EUR, wat overeenkomt met een nettowinst van 235 miljoen EUR. Deze resultaten werden ondersteund door 3 belangrijke pijlers: solide renteopbrengsten, hoge bijdragen van asset- & liabililty management en een sterkere dollar.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 78
Renteopbrengsten De rente-inkomsten op de portefeuille bedroegen 160 miljoen EUR. Dit is in lijn met de initiële inschatting, ondanks het feit dat de dollarrente ruim onder de forward curve lag. De rente-inkomsten zijn nochtans beperkt omwille van de extreem lage rentestand (de portefeuille geeft een brutocoupon van ongeveer 1 %). Dit positief resultaat, ook wel “carry” genoemd, komt doordat vandaag nagenoeg de totale portefeuille goed presteert qua couponbetalingen en dus interest betaald wordt op de volledige uitstaande nominale waarde, terwijl slechts interest verschuldigd is op de uitstaande schuld. Het is echter vrijwel zeker dat deze situatie in de toekomst niet meer houdbaar is, en dat een aanzienlijk deel van de activa in de portefeuille op een bepaald moment in de toekomst achterstallige betalingen zullen laten optekenen en finaal zullen “defaulten”, en dus uiteraard geen coupon meer zullen betalen. Om zoveel mogelijk de onzekerheid en volatiliteit met betrekking tot de rentecurve uit te sluiten, heeft RPI een aantal financiële transacties afgesloten. Deze transacties werden afgesloten, gespreid over een aantal jaren, op een deel van de niet-gefinancierde portefeuille, waarbij de variabele rente-inkomsten worden omgezet naar vastrentende inkomsten. Deze financiële transacties blijken uiterst effectief, zijn afgesloten op een voordelig moment en droegen bij tot het resultaat voor 2010 voor een nettobedrag van 103 miljoen EUR. Financieringskost De totale financieringskost (met inbegrip van de betalingen aan de overheid voor het verstrekken van de garantie op het commercial paper programma) bedroeg EUR 80 miljoen. Het effect van een lagere dan verwachte rente is lager op het passiva dan op het activa. Dit is voornamelijk te wijten aan 2 redenen: (i) het relatieve gewicht van de schuld, uitgedrukt in EUR is toegenomen, en zal verder blijven toenemen, en daardoor is het effect van een hogere Euribor belangrijker dan de impact van een lagere Libor en (ii) in de huidige lage rente-omgeving, is het effect van de rente marginaal op de “senior” schuld, waarin de garantiepremie meer dan 60 % van de financieringskost uitmaakt. Wisselkoersresultaat De winst- en verliesrekening werd verder positief beïnvloed door een wisselkoersresultaat van 82 miljoen EUR dat het gevolg is van (i) niet gerealiseerde wisselkoersverschillen ten gevolge een gunstige evolutie van de EUR/USD in 2010 en die betrekking hebben op een “long” positie in USD op de balans, die te wijten is aan het feit dat een groot deel van het eigen vermogen van de onderneming, in EUR uitgedrukt, werd gebruikt om USD activa aan te kopen bij de start van de onderneming, en (ii) winstname op een aantal wisselkoerstermijncontracten, die de onderneming had afgesloten, gedurende 2010, om het effect van schommelingen op de EUR/USD wisselkoers op het resultaat te verlagen.
Meerwaarde op verkoop activa De verkoop van activa, in combinatie met verschillende portfolio acties resulteerde gedurende 2010 in een nettoboekwinst van 9 miljoen EUR.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 79
Bijzondere waardevermindering Op basis van de herrekende recuperatiewaarde van de portefeuille op jaareinde 2010 werd een bijzondere waardevermindering van 100 miljoen EUR geboekt, goedgekeurd door de Raad van Bestuur, en in overeenstemming met de waarderingsregels van de onderneming. Deze waardevermindering wordt gerechtvaardigd door de aanhoudende slechte prestaties van de Amerikaanse huizenmarkt (zie “Uitdagingen en Opportuniteiten in 2011”) en de onzekerheden omtrent de potentiële gevolgen van de zogenaamde “Foreclosure-gate” op de toekomstige recuperatiewaarde van Amerikaanse RMBS obligaties. Afschrijving uitgestelde kapitaalopbrengsten Voor 2010 werd de jaarlijkse afschrijving van uitgestelde kapitaalopbrengsten geraamd op 156 miljoen EUR. Ieder kwartaal wordt, door de “Valuation Agent” van RPI (Société Générale CIB), de portefeuille geschat naar recuperatiewaarde (nominale waarde minus de verwachte verliezen in hoofdsom). Het positieve verschil tussen de geschatte recuperatiewaarde en de aangepaste aanschaffingswaarde wordt afgeschreven en opgenomen in de winst- en verliesrekening over de verwachte gemiddelde levensduur van de portefeuille, die gehandhaafd werd op 7 jaar. Er werd besloten om alle winst in te houden en over te dragen, naar het volgende boekjaar (mits toevoeging van de door de wet bepaalde bedragen aan de wettelijke reserve). Hierdoor groeit het eigen vermogen tot 2,0 miljard EUR, zijnde 20 % van het balanstotaal. Naast het aandelenkapitaal (en uitgiftepremies) van 1,7 miljard EUR omvat het eigen vermogen dus ook het resultaat van het boekjaar 2009 van 114 miljoen EUR, en de 235 miljoen EUR van het boekjaar 2010. 3. Uitdagingen en opportuniteiten in 2011 Hoewel verwacht wordt dat de wereldeconomie haar trage herstel zal voortzetten, blijven de vooruitzichten voor die markten die belangrijk zijn voor de prestaties van de activa in portefeuille bij RPI nog steeds vrij onzeker. RPI verwacht dat de huisprijzen in de Amerikaanse residentiële vastgoedmarkt zullen blijven dalen, zij het aan een veel trager tempo dan gedurende de laatste twee jaar, hoewel men reeds enige vorm van stabilisatie kan waarnemen in bepaalde geselecteerde regio’s en markten. Voor een meer algemene stabilisatie van de huisprijzen heeft men onder meer een hoger niveau van betaalbaarheid van huizen nodig (“affordability ratio”), een meer robuuste arbeidsmarkt en een lagere inventaris van “eigendommen te koop”. De vennootschap is gestart met het ondernemen van de nodige stappen betreffende wettelijk onderzoek naar mogelijke fraude en inbreuken met betrekking tot (i) het onderschrijven van hypothecaire leningen, die nadien werden verpakt in verschillende Amerikaanse effectiseringstransacties, zoals US RMBS en CDOs (“Foreclosure-gate” en “Robo-signers”) en (ii) het niet respecteren van investeringscriteria en -voorwaarden met betrekking tot de onderliggende portefeuille, door de beheerder, in een aantal CDOs. Verwacht wordt dat deze procedures een lange tijd in beslag kunnen nemen, maar dat de gerelateerde kosten economisch aanvaardbaar zijn en minimaal in verhouding tot de mogelijke uitkomst die enkel aanleiding kan geven tot
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 80
extra positief resultaat. Gezien de onzekerheid van zowel timing als het bedrag aan potentiële meerinkomsten, wordt hier in de resultaten voorlopig geen rekening mee gehouden. RPI is van mening dat de prijzen in de commerciële vastgoedsector in het algemeen stabiel zullen blijven presteren omwille van de sterkere onderliggende fundamentele marktvoorwaarden van de sector. Tegelijkertijd merkt RPI een heropflakkering van herfinancieringsmogelijkheden in de commerciële vastgoedmarkt, wat weer kan leiden tot ondersteuning van de prijzen van onroerend goed. Er wordt verwacht dat een verbetering in de markt voor commercieel vastgoed niet zal opwegen tegen de voortdurende negatieve marktvoorwaarden in het Amerikaanse residentiële segment. Met deze uitdaging in het achterhoofd zal RPI zich gedurende 2011 blijven inzetten om de verschillende risico’s met betrekking tot de activiteiten van de onderneming te beperken en zich verder te onderscheiden door meer uitgebreide en diepgaande analyses uit te voeren, van zowel passiva en activa, en de bereidheid te tonen om een visie weer te geven op lange termijn. Paradoxaal genoeg verwacht het management van RPI toch dat het herstel in de globale ABS-markt zich in 2011 zal voortzetten ondanks de minder positieve fundamentele marktvoorwaarden, voornamelijk in de Amerikaanse huizenmarkt. De ABS-markt werd harder getroffen door de financiële crisis dan veel andere markten en kwam effectief tot stilstand in de tweede helft van 2007, en gedurende 2008 en de eerste helft van 2009. De vraag van beleggers naar het product kwam met mondjesmaat in de tweede helft van 2009 opnieuw tot stand, en steeg verder in 2010. Dit leidde, zij het vooralsnog schoorvoetend, tot nieuwe emissies en aanzienlijk lagere marges. Het management van RPI blijft relatief pessimistisch over een meer uitgebreide hernieuwde golf van de nieuwe uitgiftetransacties, in de nabije toekomst, zeker voor wat betreft de Amerikaanse particuliere effectisering van hypothecaire leningen. Daarvoor zouden eerst de Amerikaanse huizenprijzen niet meer verder mogen dalen. Tegelijkertijd merken we ook dat heel wat investeerders beschikken over een behoorlijk hoog niveau van liquide middelen omwille van het feit dat hun bestaande investeringen aflopen. Een combinatie van enerzijds een opvallend gebrek aan nieuw uitgiftevolume en anderzijds de hoeveelheid geld dat beschikbaar is om te investeren, zet er ons toe aan een visie aan te nemen die over het algemeen positief en robuust is.
FPIM JAARVERSLAG 2010 | 81
4. Verkorte balans op 31/12/2010 (in duizend EUR) ACTIVA Immateriële en materiële activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar
Passiva 431,89 Kapitaal en uitgiftepremies
1.700.000,00
2,73 Reserv es en overgedragen resultaten
349.162,20
9.992.489,15 Schulden op meer dan één jaar
2.558.741,75
Vorderingen op ten hoogste één jaar
17.384,13 Schulden op ten hoogste één jaar
4.649.710,11
Liquide middelen
32.221,44 Overlopende rekeningen
850.321,76
Overlopende rekeningen
65.406,48
Totaal der activa
10.107.935,82 Totaal der passiva
10.107.935,82