Verslag Verantwoord Beleggen 2014 bpfBOUW
bpfbouw.nl
Voorwoord De keuze om verantwoord te beleggen, is een principiële. Wij willen dat bedrijven zich fatsoenlijk gedragen. Niet alleen in Nederland maar ook in de ruim zestig andere landen waar de meer dan 4.000 bedrijven gevestigd zijn waarin wij het pensioenvermogen van onze deelnemers beleggen. Daarnaast geloven we dat verantwoord beleggen goed uitpakt voor ons rendement. Bedrijven met voldoende oog voor mens en milieu verkleinen het risico op schandalen die financiële consequenties kunnen hebben. Goed bestuurde ondernemingen zijn minder vatbaar voor omkoping en corruptie. Ook hebben ze meer aandacht voor de belangen van hun aandeelhouders zoals pensioenfondsen. Het beleid van bpfBOUW op het gebied van verantwoord beleggen wordt in de praktijk uitgevoerd door haar vermogensbeheerders APG en Bouwinvest (vastgoed). Een belangrijk onderwerp afgelopen jaar was klimaatverandering. Onze vermogensbeheerder APG sprak als enige vermogensbeheerder op de VN-Klimaattop in New York. Daarbij ging het over de rol van vermogensbeheerders en hun opdrachtgevers bij het afremmen van de opwarming van de aarde. Ook wij nemen daarbij onze verantwoordelijkheid.
Onze aandelenportefeuille hebben we doorgelicht op CO2-uitstoot. Met olie- en gasbedrijven bespreken we hoe zij op klimaatverandering inspelen. Natuurlijk speelden er ook andere zaken. Honderd grote bedrijven werden erop gewezen hoe ze hun bestuurders moeten belonen. Bij meer dan de helft van alle beloningsvoorstellen op aandeelhoudersvergaderingen werd tegen gestemd. Het Koreaanse elektronicabedrijf Samsung beloofde een compensatieregeling voor (ex)werkneemsters met leukemie. En we ontwikkelden een methode om ook in kwantitatieve aandelenportefeuilles, waarin veel bedrijven zitten, goed zicht te krijgen op ondernemingen die hun bestuur niet op orde hebben. Onze manier van verantwoord beleggen kreeg in 2014 waardering van buiten. In het jaarlijkse onderzoek van de Vereniging voor Verantwoord Beleggen (VBDO) onder 49 Nederlandse fondsen stegen we van de zevende naar de zesde plek. Bestuur bpfBOUW
jaarverslag 2014 bpfBOUW
2
Inhoudsopgave jaarverslag 2014 Voorwoord pagina 2 Verantwoord beleggen in 2014 in cijfers pagina 4 H01
Beleid voor verantwoord beleggen pagina 5
H02 Milieu, sociaal beleid en goed bestuur als onderdeel van de beleggingsstrategie pagina 8 H03
Verduurzaming en beter bestuur bij bedrijven pagina 14 H03.1 Inspelen op klimaatverandering pagina 14 H03.2 Fatsoenlijke arbeidsomstandigheden pagina 17 H03.3 Bewust belonen pagina 18 H03.4 Goed bestuurde ondernemingen pagina 20 H03.5 Mensenrechten pagina 23 H03.6 Aansporen andere partijen pagina 24
H04 Uitgesloten bedrijven en staatsleningen pagina 25 H05 Vooruitblik 2015 pagina 26 Bijlage 1: Bedrijven waarmee vermogensbeheerder APG contact had over duurzaamheid en goed bestuur pagina 27 Bijlage 2: Overzicht uitgesloten bedrijven en staatsleningen pagina 29
jaarverslag 2014 bpfBOUW
3
Verantwoord beleggen in 2014 in cijfers 47,9 miljard euro: Totaal belegde vermogen op 31 december 48 miljoen euro: Toename beleggingen in groene obligaties (naar 55 miljoen euro) 4.587: Aandeelhoudersvergaderingen waar bpfBOUW vertegenwoordigd was 218: Aantal bedrijven waarmee het duurzaamheidsteam contact had 89,6%: P ercentage ‘groene’ energielabels binnen de Nederlandse vastgoedbeleggingen 67%: Percentage indirecte vastgoedinvesteringen (internationaal) dat heeft deelgenomen aan het jaarlijkse ESG-assessment (2013: 61%) 54%: Percentage beloningsvoorstellen waar bpfBOUW tegen stemde 13,8%: Energiereductie in het Retail Fund van vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest 12%: Percentage beleggingen met hoge duurzaamheidswaarde 10%: CO2-reductie vermogensbeheerder APG 4,0%: CO2-reductie vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest 3: Aantal Nederlandse vastgoed sectorfondsen in portefeuille die zijn gewaardeerd met een GRESB Green Star Aantal Green Stars in de Internationale vastgoedportefeuille: meer dan verdubbeld in de afgelopen drie jaar
jaarverslag 2014 bpfBOUW
4
Hoofdstuk 01
eleid voor verantwoord B beleggen De pensioenpremies die de deelnemers van bpfBOUW en hun werkgevers elke maand afdragen, belegt het bestuur zodanig dat ze een zo goed mogelijk rendement opleveren tegen een aanvaardbaar risico. Verantwoord beleggen draagt eraan bij dat deelnemers nu en in de toekomst een goed pensioen kunnen krijgen.
1. Verbeteren van het financieel rendement (gecorrigeerd voor risico). 2. Aantonen dat we maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. 3. Bijdragen aan de integriteit van de financiële markten.
Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest heeft één fulltime Corporate Social Responsibilitymanager die verantwoordelijk is voor onder meer het stimuleren en coördineren van het verantwoord ondernemen en beleggingsbeleid van Bouwinvest, in lijn met de beleggings overtuigingen van bpfBOUW. Naast het onder steunen van de investment-, fonds- en asset managers bij verantwoord beleggen hoort ook de externe vertegenwoordiging in diverse stakeholderdialogen tot de kerntaken. In het jaarlijks beleggingsplan en individuele fonds plannen wordt het verantwoord beleggingsbeleid geconcretiseerd. De beleggingscommissie van vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest ziet toe op de naleving en invulling bij investeringen.
Uitvoering door vermogensbeheerders
Milieu, sociaal beleid en goed bestuur
Het beleggingsbeleid (en het beleid voor verantwoord beleggen) wordt vastgesteld door het bestuur dat hierbij ondersteund wordt door het bestuursbureau. Zij houden toezicht op de uitvoering die ondergebracht is bij APG Asset Management en Bouwinvest die het pensioen vermogen beheren (deels via inschakeling van externe managers).
Om goed te kunnen beleggen, willen onze vermogensbeheerders de kansen en risico’s van hun beleggingen duidelijk in beeld hebben. Daarom gaan zij bij beleggingsbeslissingen niet alleen af op de financiële prestaties en de bedrijfsprocessen, maar kijken zij ook of bedrijven beschikken over een goed milieu- en sociaal beleid en of zij goed worden bestuurd. Dit zijn de zogenoemde ESG-factoren: environment, social en governance. BpfBOUW wil weten welke kansen en risico’s haar beleggingen op deze terreinen lopen en laat dit door de vermogensbeheerders meewegen bij beleggingsbeslissingen.
Dit beleid kent drie doelen:
APG Asset Management heeft een team van negen specialisten op het terrein van duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur. Tot de taken van dit team behoren onder meer: portefeuillemanagers ondersteunen bij verantwoord beleggen, gesprekken voeren met bedrijven over verantwoord ondernemen, voorstellen voor niet-beursgenoteerde beleggingen beoordelen op duurzaamheid en goed bestuur en het uitvoeren van het stembeleid. Een van deze specialisten is gestationeerd op het APG-kantoor in Hongkong.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
5
Heldere verwachtingen Voor het duurzaamheidsbeleid heeft bpfBOUW heldere verwachtingen geformuleerd, in aansluiting op nationale en internationale regelgeving. In de eerste plaats zijn dat de Nederlandse wetten en de internationale verdragen waarbij Nederland partij is. Van bedrijven en fondsen waarin wordt belegd, verwacht het bestuur dat ze handelen in lijn met de richtlijnen voor verantwoord ondernemen van de Verenigde Naties (Global Compact). Hierbij gaat het om mensenrechten, arbeidsrechten, corruptie en milieu5. Op verschillende manieren controleert vermogensbeheerder APG of bedrijven hieraan voldoen. Twijfels hierover kunnen aanleiding zijn voor een dialoog die soms jaren duurt. Als een bedrijf er niet in slaagt om ernstige tekortkomingen te verbeteren en er ook geen zicht is op verbetering in de nabije toekomst, kan het bestuur tot uitsluiting overgaan waarna vermogensbeheerder APG het belang in het bedrijf verkoopt. Dit is een laatste stap die slechts bij hoge uitzondering wordt gezet, al was het maar omdat na verkoop van het belang geen invloed meer kan worden uitgeoefend. Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest controleert op verschillende manieren en op verschillende momenten in het investeringsproces (acquisitie, management en dispositie) of (vastgoed)fondsen handelen in lijn met internationale richtlijnen en standaarden voor verantwoord ondernemen en investeren. Diverse onderdelen van de GRESB survey maken bijvoorbeeld onderdeel uit van of zijn gebaseerd op de eerder genoemde internationale richtlijnen. Hiermee verkrijgt Bouwinvest inzicht in de ESG-prestaties. Structurele underperformance kan aanleiding zijn de dialoog aan te gaan met de betreffende fondsmanager.
Een ander middel is het inzetten op investor advisory board seats, waarmee Bouwinvest (meer) invloed kan uitoefenen en thema’s kan agenderen. Belangrijk voor het ESG-beleid zijn verder de richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de principes voor goed ondernemingsbestuur van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de bestuursrichtlijnen van het Internationale Corporate Governance Netwerk, een samenwerkingsverband van vermogensbeheerders dat goed ondernemings bestuur bevordert.
Bijdragen aan betere prestaties Vermogensbeheerder APG staat voortdurend in contact met de bedrijven en fondsen waarin hij belegt. Naast het feit dat de vermogens beheerder op de hoogte is van de risico’s en kansen van deze bedrijven, kan hij -door goede relaties met het management te onderhoudenook meepraten over de strategie. Dit geldt voor zowel de beursgenoteerde ondernemingen, als de niet-beursgenoteerde beleggingen. Vermogensbeheerder APG wendt zijn invloed aan om andere marktpartijen aan te sporen ook verantwoord beleggen centraal te stellen. Ook vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest zet in op actief aandeelhouderschap, vervult een actieve rol in diverse brancheorganisaties en commissies (INREV, ANREV, ULI, GRESB, DGBC), zoekt samenwerking met mede- investeerders en ondersteunt diverse initiatieven in de vastgoed keten die duurzaamheid en transparantie bevorderen.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
6
Rendement en verantwoord beleggen Betere risico-gecorrigeerde rendementen kunnen behaald worden door bij beslissingen structureel aandacht te schenken aan ESG-factoren. Deze factoren zorgen voor een completer beeld van risico’s en kansen waardoor beter geïnformeerde beslissingen genomen kunnen worden. Een in 2014 verschenen metastudie van 190 academische onderzoeken1 concludeert dat beleggingsstrategieën met aandacht voor ESG-factoren het beter doen dan vergelijkbare strategieën die hier geen aandacht aan besteden. Informatie over ESG-prestaties kan soms al in een vroeg stadium waarschuwen voor eventuele misstanden als omkoping en corruptie die mogelijk grote gevolgen hebben voor de beurskoers. Door een goed oog te hebben voor ESG-factoren was vermogensbeheerder APG meerdere keren in staat aandelen (deels) te verkopen voordat de koers onderuitging. Ook heeft APG beleggingen (deels) van de hand gedaan nadat ondernemingen weigerden een serieuze dialoog aan te gaan over onderwerpen met mogelijk grote toezichtrisico’s of potentiële problemen met maatschappelijke stakeholders. Het risico van een incidentele of structurele waardedaling kan betrekking hebben op individuele bedrijven maar ook op alle bedrijven in een bepaalde markt, bijvoorbeeld waar het overheidsbestuur niet op orde is. Een verstoorde machtsbalans in het ondernemingsbestuur is ook een waarschuwingssignaal. Bedrijven die hun bestuursproblemen niet oplossen, zien vermogensbeheerders vaak negatief reageren wanneer ze voor nieuwe strategieën kiezen die op zich wel veelbelovend zijn. Vermogensbeheerders hebben er dan geen vertrouwen in dat ze gerealiseerd zullen worden.
De ESG-score die vermogensbeheerder APG in 2014 ontwikkeld heeft voor de beleggingen in de kwantitatieve aandelenportefeuille2, geeft een goed zicht op risico’s van koersdalingen3. Het eigen onderzoek, dat de basis voor deze score vormt, heeft een aantal milieu- en bestuursfactoren geïdentificeerd die duidelijk maken of een bedrijf grotere risico’s loopt.
Voor de studie ‘From the stockholder to the stakeholder; how sustainability can drive financial outperformance’ analyseerden Gorden Clarck, Andreas Feiner en Michael Viehs meer dan 190 verschillende academische studies over verantwoord ondernemen en verantwoord beleggen (september 2014).
1
Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest ziet het als zijn verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de vastgoedinvesteringen aan duurzaamheidscriteria voldoen en dat zij en onze samenwerkingspartners op een verantwoorde en ethische manier werken. Bouwinvest heeft altijd al vanuit een langetermijnvisie gewerkt en ESG-factoren spelen een belangrijke rol in de beleggingsstrategie. Dit hangt samen met de overtuiging dat duurzame en maat schappelijk verantwoorde investeringen en bedrijfsactiviteiten een belangrijke bijdrage leveren aan stabiele rendementen op vastgoedinvesteringen.
2
Een kwantitatieve aandelenportefeuille komt op systematische wijze tot stand op basis van aandelenselectieen risicomodellen. Kwantitatieve analyse van de financiële en operationele prestaties van een onderneming,
3
ermogensbeheerder V APG heeft deze ESG-score getest op historische data.
Om die reden is het een van de topprioriteiten van Bouwinvest om in samenwerking met alle stakeholders de duurzaamheid van zijn vastgoedobjecten en van het bedrijf als geheel te verbeteren. Daarbij wordt samengewerkt met huurders, bouwbedrijven, zakenpartners en andere belanghebbenden zoals gemeenten, om duurzaam vastgoed en duurzame leefomgevingen te creëren – locaties waar mensen willen wonen, werken en winkelen, nu en in de toekomst.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
7
Hoofdstuk 02
Milieu, sociaal beleid en goed bestuur als onderdeel van de beleggingsstrategie Het pensioenvermogen van de deelnemers hebben we belegd in verschillende beleggings categorieën zoals aandelen, obligaties, vastgoed, infrastructuur, private equity, hedgefondsen en grondstoffen. De beleggingen zijn verdeeld over verschillende portefeuilles die allen een eigen beleggingsstrategie kennen. Verantwoord beleggen is onderdeel van elke strategie, maar wordt per categorie op maat uitgevoerd.
Figuur 2.1: Waarin belegt bpfBOUW zijn vermogen?
Rentetermijnstructuur
Belegd vermogen (eur 47,9 miljard, 2014)
4% 14% 37%
0% 3% 3% 2%
32%
4%
Obligaties
Private equity
Inflatie-gecorrigeerde leningen
Infrastructuur
Aandelen
Vastgoed
Grondstoffen
Overige
Actief beleggen door eigen beheerder
Een fundamentele aandelenportefeuille wordt vormgegeven op basis van het verschil tussen de prijs en de waarde van een aandeel waaraan gedegen bedrijfs- en industrieanalyses door de portefeuille managers ten grondslag liggen.
4
In tegenstelling tot sommige andere pensioen fondsen kiest het bestuur ervoor om het grootste deel van het vermogen actief te beleggen. Dit betekent dat de marktontwikkelingen niet passief gevolgd worden maar dat beleggingsbeslissingen worden genomen op basis van eigen kennis van ondernemingen en marktinzichten. Daarnaast zijn de meeste beleggingen bij APG in eigen beheer (ongeveer 80 procent). Door deze manier van beleggen kunnen we duurzaamheid en goed bestuur een duidelijke plek geven in de beleggingspraktijk. In 2014 is vermogensbeheerder APG begonnen met het verder vergroten van het percentage aandelen in eigen beheer, met name in die sectoren waarin APG over voldoende schaalgrootte en over voldoende kennis beschikt (bijv. fundamentele aandelenbeleggingen4 in de VS). Hierdoor zal het rechtstreekse contact met bedrijven toenemen. Om ervoor te zorgen dat de portefeuillemanagers toegang hebben tot de meest actuele en relevante informatie over duurzaamheid en goed bestuur, heeft APG in de afgelopen jaren verschillende instrumenten ontwikkeld. Hierna volgen de belangrijkste stappen die in 2014 zijn gezet bij het versterken van de aandacht voor duurzaamheid en goed bestuur in de beleggingspraktijk.
Hedgefondsen
jaarverslag 2014 bpfBOUW
8
Kennis verankeren onder de portefeuillemanagers Om portefeuillemanagers en beleggingsstrategen beter in staat te stellen om in hun dagelijkse werk handen en voeten te geven aan verantwoord beleggen, heeft vermogensbeheerder APG in 2014 achtergrondpapers gemaakt. Deze gaan over de vier kernthema’s van de UN Global Compact die aan de basis liggen van het beleid: mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en corruptie. Het thema klimaatverandering is hieraan toegevoegd. Elk achtergrondpaper geeft uitleg over hoe de thema’s gezien worden binnen de UN Global Compact, hoe zeer ze relevant zijn voor de beleggingsportefeuille en hoe de portefeuillemanagers deze aan de orde kunnen stellen in de contacten met bedrijven.
Sectorraamwerken Voor 38 verschillende bedrijfstakken heeft vermogensbeheerder APG in 2014 in beeld gebracht waar de grootste risico’s zitten op het terrein van duurzaamheid en goed bestuur. Daarbij is per branche gekeken hoe groot de kans is dat een bedrijf met een bepaald risico te maken krijgt en wat vervolgens de gevolgen daarvan zijn. Dat kan zijn in de vorm van boetes maar ook een waardedaling als gevolg van overheidsmaatregelen, druk van maat schappelijke organisaties of weerstand van lokale gemeenschappen. De raamwerken, die eind 2014 in een afrondende fase zijn, zijn bedoeld voor de portefeuillemanagers die er aandachtspunten in kunnen vinden voor hun gesprekken met bedrijven en vragen die ze kunnen stellen.
De ‘Quant’duurzaamheidsscore Het bestuur vindt het belangrijk om duurzaamheidsfactoren en kenmerken van goed bestuur ook een duidelijke plek te geven in de kwantitatieve aandelenstrategieën. Bij veel andere kwantitatieve vermogensbeheerders spelen ESG-data slechts een beperkte rol. Het team dat bij vermogensbeheerder APG de kwantitatieve aandelenstrategieën beheert, heeft samen met het team van duurzaamheid en
goed ondernemingsbestuur in 2014 een model ontwikkeld dat bedrijven in deze portefeuilles een score kan toekennen voor duurzaamheid en goed bestuur. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gegevens van gespecialiseerde bureaus en een zelfontwikkeld algoritme dat nieuws analyseert (text mining) op negatieve berichtgeving over bijvoorbeeld omkoping en corruptie. Uitgebreid intern onderzoek heeft aangetoond dat bedrijven met een lage ‘Quant’-duurzaamheids score hogere risico’s met zich meebrengen die in onvoldoende mate gecompenseerd worden door hogere rendementen. De ‘Quant’duurzaamheidsscore wordt inmiddels gebruikt in het beleggingsproces. Als vervolg op dit initiatief, worden ideeën ontwikkeld om bedrijven te kunnen identificeren die niet alleen goed scoren wat betreft de verhouding tussen risico en rendement, maar ook positief bijdragen aan een duurzame samenleving.
Groei beleggingen met hoge duurzaamheidswaarde De beleggingen met een hoge duurzaamheids waarde zijn in 2014 flink gegroeid. Eind 2013 was hier nog voor 1,2 miljard euro in belegd, eind 2014 was dat verder gestegen naar 5,7 miljard euro. De stijging in 2014 is met name het gevolg van het feit dat de Nederlandse vastgoedfondsen een GRESB Green Star-label kregen. Bij beleggingen met een hoge duurzaamheids waarde, genaamd: high sustainability investments (HSI), gaat het om activiteiten die bijdragen aan oplossingen voor klimaatverandering, waterschaarste, wateroverlast, vervuiling, verlies van leefgebieden of diersoorten en behoefte aan microfinanciering. Een verdeling naar categorie van beleggingen met een hoge duurzaamheidswaarde wordt weergeven in figuur 2.2. Onder deze HSI’s vallen ook beleggingen in bedrijven die hoog scoren op de Acces to Medicine Index. Deze index, die gefinancierd wordt door onder andere de Nederlandse en Britse overheid, geeft weer in hoeverre farmaceutische bedrijven bijdragen aan een toegankelijke gezondheidszorg in landen waar de gemiddelde inkomens laag zijn.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
9
Global Real Estate Sustainability (GRESB)
Figuur 2.2: Waarin belegt bpfBOUW zijn beleggingen met een hoge duurzaamheidswaarde? Rentetermijnstructuur
2%
17% 0% 4%
77%
Hernieuwbare engergie
Econoische participatie en gezondheidszorg
Milieutechnologie en infrastructuur
Duurzaam vastgoed
Sociale infrastructuur en onderwijs
Toename green bonds Binnen de beleggingen met een hoge duurzaamheidswaarde is ook het aantal groene obligaties (green bonds) sterk gegroeid. Dit zijn leningen die worden gebruikt voor duurzame projecten. Onze green bonds zijn onder meer uitgegeven door de Europese Investeringsbank, de ontwikkelingsbank voor de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en het Franse energiebedrijf GDF Suez. Green bonds zijn relatief nieuwe producten. Op 1 januari 2014 had bpfBOUW twee green bonds ter waarde van bijna 7 miljoen euro. Eind 2014 bezit bpfBOUW twaalf green bonds met een totale waarde van bijna 55 miljoen euro. Deze groei was mogelijk doordat er relatief veel van dit soort obligaties op de markt kwamen die aan de eisen voldeden, bijvoorbeeld door een marktconform rendement te bieden. Ook zijn ze groter in omvang waardoor ze onder meer beter verhandelbaar zijn. Ondanks dat er steeds meer green bonds op de markt verschijnen, is het totale aanbod nog steeds redelijk beperkt.
GRESB, die vermogensbeheerder APG samen met anderen oprichtte in 2009 om de duurzaamheid van vastgoedbeleggingen te kunnen beoordelen, is in 2014 overgenomen door het Amerikaanse Green Building Certification Institute (GBCI). Het bedrijf zal de jaarlijkse GRESB-metingen onafhankelijk blijven voortzetten waarbij de validatie van de data verder zal worden verbeterd. Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest is investor member van GRESB. Bouwinvest voert een jaarlijks ESG-assessment uit voor de vastgoedbeleggingen om continu de duurzaamheidprestaties te verbeteren en transparantie in de vastgoedsector te vergroten. Voor dit assessment wordt gebruik gemaakt van GRESB. GRESB heeft als doel de duurzaamheidprestaties van vastgoedfondsen over de hele wereld inzichtelijk te maken en te promoten. De dynamische benchmark wordt gebruikt door institutionele beleggers om de dialoog aan te gaan met de managers van hun vastgoedinvesteringen. Het doel hiervan is de ESG-prestaties van hun beleggingsportefeuille en de wereldwijde onroerendgoedsector te verbeteren. De resultaten geven Bouwinvest inzicht in de duurzaamheidprestaties van de directe Nederlandse en indirecte internationale vastgoedbeleggingen en mogelijke verbeterpunten. Benchmark directe Nederlandse vastgoedinvesteringen In 2014 hebben de drie Nederlandse sectorfondsen onder management van vast goedvermogensbeheerder Bouwinvest, waarvan bpfBOUW aandeelhouder is, actief geparticipeerd in dit GRESB-initiatief. Aan de hand van een actieplan is de afgelopen drie jaar gewerkt aan het verder verbeteren van de duurzaamheidprestaties op fondsniveau. Dit heeft tot positieve resultaten geleid. De drie Nederlandse sectorfondsen hebben alle een hogere GRESB-score ten opzichte van vorig jaar. Daarmee behoren ze nu tot de hoogst mogelijke categorie binnen GRESB, de zogenoemde Green Stars. Binnen de eigen peer group bezetten alle drie de fondsen bovendien een tweede plaats.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
10
GRESB Green Star: De drie Nederlandse sectorfondsen (totaal 3,9 miljard euro) zijn in 2014 alle drie gewaardeerd met een Green Star. Internationaal: • Beursgenoteerd: 18 Green Stars (waarde: 70 miljoen euro ) • Niet-beursgenoteerd: 15 Green Stars (waarde: 460 miljoen euro) Benchmark indirecte internationale vastgoedinvesteringen Vanwege de aard van de beleggingen wijkt de ESG-benadering voor de internationale indirecte vastgoedportefeuille af van die van de directe Nederlandse portefeuille. Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest heeft minder mogelijkheden om direct te sturen en normen te stellen. Door middel van engagement worden fondsmanagers bewust gemaakt van de, voor Bouwinvest en bpfBOUW, belangrijke ESG-onderwerpen binnen de vastgoedsector en opgeroepen de prestaties inzichtelijk te maken. Het engagementprogramma omvat proactieve betrokkenheid, samenwerking zoeken met medeaandeelhouders en het agenderen van duurzaamheid tijdens rechtstreekse contacten, bijeenkomsten en jaarlijkse vergaderingen van aandeelhouders. Fondsmanagers worden gestimuleerd en gewezen op het belang van duurzaamheid voor Bouwinvest (o.a. door verzoek deelname GRESB en due dilligence-vragenlijst) om: duurzaamheidsbeleid te ontwikkelen, inzicht te geven in hun duurzaamheidsprestaties, uitgedaagd om best practices in te voeren en om betrokkenheid rondom ESG-onderwerpen te tonen. Ook in 2014 is vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest actief de dialoog aangegaan met internationale externe fondsmanagers en heeft druk uitgeoefend om deel te nemen aan het jaarlijks ESG-assessment (GRESB). Inzicht en beschikbaarheid van ESG-gegevens is een eerste belangrijke stap richting verbetering. De focus lag afgelopen jaar dan ook op een verhoogde response. Dit heeft geleid tot een stijging van
het aantal deelnemende fondsen naar 67% (2012: 44% en 2013: 61%). De resultaten van dit assessment maken het mogelijk de algehele milieu- en sociale impact van de indirecte vastgoedinvesteringen op wereldschaal te beoordelen. De indirecte vastgoedbeleggingen binnen het mandaat van Bouwinvest deden het in 2014 met een gemiddelde overall GRESB-score van 52 iets beter dan de gemiddelde wereldwijde overall GRESB-score van 47. Afgelopen drie jaar is het aantal Green Stars (de hoogste categorie) in de internationale vastgoedportefeuille meer dan verdubbeld. Er is echter nog steeds ruimte voor verbetering in de komende jaren. De dialoog zal worden aangegaan met die fondsmanagers die op belangrijke onderdelen onder de benchmark presteren. Bouwinvest zet hierop in vanuit de overtuiging dat betere duurzaamheidsprestaties van vastgoedbeleggingen op termijn een beter rendement opleveren.
Meer aandacht bij externe managers De externe managers bij wie vermogensbeheerder APG het beheer van een deel van het vermogen van bpfBOUW heeft ondergebracht, hebben in 2014 meer aandacht besteed aan duurzaamheid en goed bestuur. Dat blijkt uit de herhaling van het onderzoek waarmee in 2013 werd vastgesteld hoever deze managers op zeven verschillende terreinen waren met verantwoord beleggen. Van de 28 managers die aan beide onderzoeken meededen, lieten er 18 verbeteringen zien, 7 bleven gelijk en 3 deden het minder dan in 2013. Een manager die bij de vorige inventarisatie nog geen beleid had, bleek daar nu wel over te beschikken. Een ander had zijn beleid flink uitgebreid. Drie van de acht kwantitatieve managers zijn nieuwe ESG-gegevensbestanden gaan gebruiken of ontwikkelden methodes om ESG-factoren een plek te geven in hun modellen. APG wil de uitkomsten van dit onderzoek gebruiken bij de jaarlijkse evaluaties van de managers om te kijken hoe ze zich verder kunnen ontwikkelen.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
11
Integratie in het beleggingsproces Hoe de aandacht voor milieu, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur een plek heeft gekregen in de verschillende strategieën van vermogensbeheerders APG en Bouwinvest, staat in onderstaande overzicht. Van alle beleggingen verwachten we dat ze handelen in lijn met de afspraken die in VN-verband zijn gemaakt over hoe bedrijven moeten omgaan met mensenrechten, arbeidsrechten, corruptie en milieu5. Het uitsluitingsbeleid geldt ook voor de gehele portefeuille6. De landenrisicometer, die vermogensbeheerder APG ontwikkeld heeft in samenwerking met onderzoeksbureau Sustainalytics, geeft portefeuillemanagers zicht op de risico’s van landen waar het gaat om duurzaamheid en goed bestuur. Verder worden voorstellen voor nieuwe beleggingen (boven een bepaalde omvang) in niet-beursgenoteerde ondernemingen en nieuwe mandaten voor externe managers ook beoordeeld door het team van duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur. Dit team heeft niet alleen adviesrecht maar is ook betrokken bij het opstellen van de voorwaarden die opgenomen worden in de overeenkomsten die de basis vormen voor de nieuwe beleggingen. • Aandelen in eigen beheer Alle portefeuillemanagers van vermogens beheerder APG hebben toegang tot het, in eigen huis ontwikkelde, ESG Dashboard dat een indruk geeft hoe een bedrijf scoort op milieu, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur. In het dashboard staan verder het stemgedrag van APG bij het bedrijf, de correspondentie over ESG-factoren en de gesprekken die hierover hebben plaatsgevonden. Ook staan er analyses in van drie onafhankelijke onderzoeksbureaus. Het ESG bedrijfsrisico’s vergelijkingsprofiel, dat APG heeft ontwikkeld met dataleverancier Bloomberg, geeft portefeuillemanagers inzicht in trendmatige ontwikkelingen, zoals het aantal ernstige ongelukken. Via dit model, dat in 2013 werd geïmplementeerd, kunnen prestaties van een bedrijf worden vergeleken met die van sector- en branchegenoten. Risicowaarderingsmodellen voor duurzaamheid en goed bestuur geven zicht op de mate waarin de waarde van een belegging wordt beïnvloed als gevolg van risico’s en kansen op een van de ESG-terreinen.
De in 2014 in eigen huis ontwikkelde ‘Quant’-score maakt het eenvoudiger om ESG-factoren een rol te laten spelen bij beleggingsbeslissingen in de omvangrijke portefeuille die vooral wordt beheerd met behulp van kwantitatieve modellen.
Bij nieuwe beleggingen worden afspraken gemaakt met managers op ESG-vlak. Uitzondering hierop is een aantal niet-beursgenoteerde beleggingen die al in de portefeuille zaten voordat we met het beleid verantwoord beleggen van start gingen. Afspraken hierover zijn niet in de contracten opgenomen.
5
• Aandelen externe managers Bij elk nieuw mandaat dat bij een externe manager wordt ondergebracht, wordt gecontroleerd of dit gebeurt in overeenstemming met het beleid voor verantwoord beleggen. De ongeveer dertig grote vermogensbeheerders die voor vermogensbeheerder APG werken, zijn in 2014 voor het tweede achtereenvolgende jaar uitgebreid doorgelicht op de aandacht die ze geven aan milieu, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur. Deze analyse wordt elk jaar herhaald en de uitkomsten worden met de managers besproken.
Bij nieuwe beleggingen worden afspraken gemaakt met managers op ESG-vlak. Uitzondering hierop is een aantal niet-beursgenoteerde beleggingen die al in de portefeuille zaten voordat het uitsluitingsbeleid (of delen daarvan) van kracht werd (en).
6
• Staatsobligaties Vermogensbeheerder APG belegt niet in landen waarvoor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een wapenembargo heeft afgekondigd. De Landenrisicometer wordt door portefeuille managers gebruikt bij de analyse van kansen en risico’s van de beleggingen in opkomende markten. • Bedrijfsobligaties Alle portefeuillemanagers hebben toegang tot het door vermogensbeheerder APG ontwikkelde ESG Dashboard dat in een oogopslag laat zien hoe een bedrijf scoort op milieu, sociaal beleid en goed ondernemings bestuur. De portefeuillemanagers nemen in de beleggingsvoorstellen de duurzaamheidsscores op. Als die lager zijn dan de scores van vergelijkbare bedrijven, volgt een meer gedetailleerde analyse. • Inflatie-gecorrigeerde leningen Alle beleggingsvoorstellen worden beoordeeld door het ESG-team op duurzaamheid.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
12
• Vastgoed Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest neemt ESG-criteria mee bij nieuwe directe en indirecte vastgoedinvesteringen en monitort vervolgens de prestaties van de investeringen. Er wordt onder andere gekeken naar implementatie en management van duurzaamheid, milieuaspecten (bijv. energie, materialen, verontreiniging), sociale aspecten (bijv. gezondheid, comfort, flexibiliteit) en governance-elementen als integriteit, beloning en er vinden uitgebreide zakenpartnertoetsen plaats. Energielabels of bredere duurzaamheids labels als BREEAM worden bijvoorbeeld gehanteerd op gebouwniveau. Internationaal wordt door vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest de Global Market Monitor gehanteerd om kansrijke vastgoedmarkten wereldwijd te identificeren. Naast een corruptie-index voor landen is deze onlangs uitgebreid met de Robeco SAM duurzaamheidsindex voor landen. Door deze uitbreiding verlagen wij blootstelling aan mogelijke ESG-risico’s bij het selecteren van onze internationale vastgoedinvesteringen. Vervolgens wordt een stap verder in het beleggingsproces in de due-diligence o.a. de GRESB-score gehanteerd bij de beoorde ling van individuele vastgoedfondsen of beursgenoteerde vastgoedondernemingen. Jaarlijks wordt de voortgang van de prestaties gemonitord.
• Hedgefondsen Vermogensbeheerder APG verwacht van alle fondsen (behalve bij strategieën die niet meer dan een minimale analyse maken van de onderliggende bedrijven) dat ze een beleid hebben met aandacht voor milieu, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur. APG hanteert hierbij een op maat gesneden aanpak waarbij de strategie van het fonds voor een belangrijk deel bepaalt hoe die eisen eruitzien. Hedgefondsen worden aangemoedigd lid te worden van de Hedge Fund Standards Board die transparantie, integriteit en goed ondernemingsbestuur promoot
De procedure voorziet er in dat orders uitgevoerd en in lijn gebracht worden met het te verwachten totale handelsvolume voor een bepaalde periode. Hierbij wordt gekeken naar het meest recente han delsvolume. Traders hebben als gevolg van de procedure de flexibiliteit om af te wijken als blijkt dat handelsvolumes tegenvallen.
7
• Private equity Vermogensbeheerder APG streeft ernaar dat private equity-managers een passend ESG-beleid hebben. Belangrijk is ook transparantie over hun prestaties op dit terrein. Om dit eenvoudiger te maken, heeft APG bijgedragen aan het opstellen van het ESG Disclosure Framework van de European Private Equity & Venture Capital Association. Dit raamwerk heeft APG geïntegreerd in zijn eigen procedures bij de due dilligence en de monitoring van de private equity-beleggingen. • Grondstoffen Beleggingen in grondstoffen worden uitgevoerd middels termijncontracten, waarbij procedures zijn vastgelegd om een prijsopdrijvend effect te voorkomen7.
• Infrastructuur Vermogensbeheerder APG heeft samen met andere grote vermogensbeheerders in 2014 gewerkt aan een nieuw onafhankelijk duurzaamheidsmeetinstrument voor infra structuur. Dit zal een beter inzicht geven in de duurzaamheidsprestaties van infrastructuur beleggingen en aanknopingspunten bieden voor gesprekken met managers om hun prestaties te verbeteren.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
13
Hoofdstuk 03
Verduurzaming en beter bestuur bij bedrijven Vermogensbeheerder APG wil de bedrijven en fondsen waarin wordt belegd zo goed mogelijk kennen. Door relaties te onderhouden met het management blijft hij op de hoogte van de ontwikkelingen en kan hij meepraten over de strategie. Bedrijven worden aangesproken als er zorgen zijn over de duurzaamheid van de bedrijfsvoering of de bestuurspraktijk. Dit gebeurt op verschillende manieren en varieert van het geven van een mening tot het starten van een intensiever proces dat gedragsverandering als doel heeft. Dat laatste wordt ‘engagement’ genoemd en kan verschillende vormen aannemen afhankelijk van het bedrijf, de aard en omvang van de belegging en het onderwerp dat speelt. Regelmatig spelen meerdere onderwerpen tegelijk. Engagements heeft APG niet alleen met bedrijven. Voor bpfBOUW is het belangrijk dat overheid en marktpartijen regels afspreken die ertoe bijdragen dat het fonds ook op de lange termijn kan blijven zorgen voor een goed pensioen voor de deelnemers. Het goed functioneren van financiële markten is daarvoor van belang, net als een stabiel klimaat dat geen bedreiging vormt voor de waarde van beleggingen. Om dit te bevorderen, overlegt APG met verschillende partijen. Daarnaast oefent APG invloed uit door te stemmen op de aandeelhoudersvergaderingen van de bedrijven waarin bpfBOUW belegt. Met praktische en inhoudelijke ondersteuning van een extern bureau bracht APG in 2014 zijn stem uit over ruim 46.000 voorstellen op 4.587 vergaderingen van beursgenoteerde bedrijven. Dit gebeurde op basis van het door het bestuur vastgestelde stembeleid. Hoe gestemd is, wordt per bedrijf weergegeven op bpfBOUW.nl8.
3.1 Inspelen op klimaatverandering
www.bpfBOUW.nl/ pensioen-bouw/ beleggen-voor-uwpensioen/ stemmenaandeelelhouders vergaderingen.aspx
8
Klimaatverandering is van groot belang. Een forse wereldwijde temperatuurstijging kan grote gevolgen hebben. Hetzelfde geldt voor overheidsmaatregelen die klimaatverandering moeten tegengaan en de technologische innovaties die (mede) daaruit voortkomen.
VN-Klimaattop Tijdens de VN-Klimaattop in september kondigde vermogensbeheerder APG aan dat het in drie jaar tijd zijn beleggingen in duurzame energieproductie zou verdubbelen ten opzichte van begin 2014, toen hij voor ongeveer een miljard euro hierin belegd had. Samen met ruim 300 andere partijen, ondertekende bpfBOUW een verklaring met de belofte om serieus op zoek te gaan naar beleggingen met een lage CO2-uitstoot, zover dat past binnen haar rol als (pensioenfonds)vermogensbeheerder. Daarnaast beloofde vermogensbeheerder APG om bedrijven, waarin hij belegt, aan te zetten om duidelijk en open te zijn over de risico’s die ze lopen door klimaatverandering. In een toespraak op de VN-Klimaattop benadrukte APG dat voor het tegengaan van de ergste vormen van klimaatverandering wereldwijd een verdubbeling nodig is van het totale bedrag dat geïnvesteerd wordt in hernieuwbare energie (op dit moment ongeveer 250 miljard euro). Ook pleitte APG voor een stevige wereldwijde CO2-prijs en afschaffing van subsidies op fossiele energie.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
14
Lobbyen voor Europese maatregelen Op de VN-Klimaattop maakte toenmalig voorzitter Barroso van de Europese Commissie bekend dat de EU de CO2-uitstoot in 2030 met 40 procent wil terugbrengen ten opzicht van 1990. Hiermee volgde hij het pleidooi van de Institutional Investor Group on Climate Change (IIGCC), die hiervoor gelobbyd heeft bij de verschillende Europese Instellingen (Commissie, Raad en Parlement). In de IIGCC hebben zich zo’n 80 vermogensbeheerders verenigd, waaronder vermogensbeheerder APG. De IIGCC lobbyde eveneens voor een drastische hervorming van het Europese systeem van de handel in uitstootrechten, omdat de huidige CO2-prijs veel te laag is om over te schakelen van kolen naar schonere alternatieven. Een besluit hierover is nog niet genomen.
Duurzame vastgoed investeringen door samen werking met stakeholders In de directe Nederlandse vastgoedinvesteringen van bpfBOUW zijn in 2014 vervolgstappen gezet in het inzichtelijk maken en verbeteren van de duurzaamheidsprestaties op gebouw- en fondsniveau. Wereldwijd geaccepteerde prestatie-indicatoren en duurzaamheidslabels waren hierbij de leidraad. Verantwoordelijkheid nemen en samenwerking zoeken met belangrijke stakeholders in de vastgoedketen stond daarbij centraal. Samen met bouwbedrijven, vastgoedbeheerders en huurders is gewerkt aan CO2-reductie, reductie van energie- en waterverbruik en de scheiding en recycling van afvalstromen.
Zonnepanelen Vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest is in 2014 gestart met de uitrol en installatie van zonnepanelen op een eerste selectie eengezinswoningen in het Bouwinvest Residential Fund. Hiermee wordt waarde gecreëerd op meerdere vlakken. De totale woonlasten van de huurder gaan omlaag, doordat de energielasten dalen. Daarnaast neemt de kwaliteit en waarde van de woning toe door onder andere een beter energielabel. Bovendien wordt hierdoor de uitstoot van CO2 teruggedrongen en wordt er een bijdrage geleverd aan de doelstelling van het Rijk om het percentage duurzame energie te laten groeien naar 14% in 2020. De panelen worden gefinancierd door het fonds, maar door de huurders terugbetaald via een kleine huurverhoging. Per saldo gaat de huurder erop vooruit. De resultaten geven aan hoe duurzaamheid in een concrete samenwerking tussen eigenaar en huurder kan leiden tot ‘meervoudige winst’; winst voor het milieu, winst voor de huurder en winst voor de investeerder. Daarnaast zijn in 2014 energiereducties gerealiseerd in: het Residential Fund (4,1%), het Office Fund (4,8%) en het Retail Fund (13,8%).
Analyse risico fossiele beleggingen Vermogensbeheerder APG heeft een analyse gemaakt van de risico’s die bpfBOUW’s beleggingen lopen door strengere overheids maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Om de ergste gevolgen daarvan te voorkomen, zal de wereld minder energie moeten gaan gebruiken en overschakelen van kolen en olie naar gas en hernieuwbare bronnen. Dit zal vooral gevolgen hebben voor de beleggingen in energie. Een afname van de kolenvraag en een sterk stijgende CO2-prijs zouden negatief kunnen uitpakken voor mijnbouwbedrijven en kolencentrales. Een sterke toename van elektrische auto’s kan negatief uitpakken voor oliebedrijven.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
15
Vermogensbeheerder APG heeft geanalyseerd waar de grootste risico’s zitten wanneer de wereldwijde CO2-uitstoot in 2020 zijn hoogtepunt bereikt en daarna afneemt. Dat is namelijk wat er volgens klimaatdeskundigen moet gebeuren om de gemiddelde temperatuurstijging aan het einde van de eeuw tot twee graden te beperken. De grootste risico’s voor het fonds zitten hierbij in de beleggingen die sterk afhankelijk zijn van steenkool. Vermogensbeheerder APG was al voor de analyse begonnen om deze beleggingen te beperken en overweegt nu of een verdere afname nodig is. De analyse geeft geen aanleiding om alle beleggingen in fossiele brandstofproducenten van de hand te doen, zoals verschillende maatschappelijke groepering in 2014 bepleitten. APG ziet de vraag naar energie de komende jaren nog stijgen en verwacht niet dat hernieuwbare energiebronnen daar in voldoende mate aan kunnen voldoen. Wel wordt er een verandering in de energiemix verwacht: minder kolen en olie, meer gas en hernieuwbare energie.
Amerikaanse olie- en gasbedrijven Met acht olie- en gasbedrijven in Texas heeft vermogensbeheerder APG na afloop van de VN-conferentie gesproken over hoe zij in hun bedrijfsvoering rekening houden met mogelijk strengere milieumaatregelen van de overheid tegen klimaatverandering. Veel bedrijven blijken daar nog nauwelijks op in te spelen, omdat ze er vanuit gaan dat die strengere maatregelen er niet komen, althans niet in de mate dat het gevolgen heeft voor hun business model. Dat lijkt onverstandig, omdat nieuwe olie-investeringen mogelijk niet zullen renderen. Andere oliebedrijven in de portefeuille laten zien dat ze hier wel op inspelen door zich bijvoorbeeld meer te gaan richten op de winning van gas. Deze ontwikkeling lijkt bij Europese bedrijven verder doorgevoerd te zijn dan bij bedrijven in de VS.
Vooruitgang merkte vermogensbeheerder APG in de gesprekken die met verschillende olie- en gasbedrijven werden gevoerd over schaliegas dat gewonnen wordt via fracking. Door grote hoeveelheden water, zand en chemicaliën in de grond te spuiten, wordt het harde schalie gesteente gebroken waarna het gas dat erin zit, kan worden gewonnen. Het Amerikaanse Apache heeft aangekondigd minder chemische stoffen te gaan gebruiken en rapporteerde over 2014 al een afname van 47% ten opzichte van 2012. Ook wil het besparen op water- en energieverbruik en het aantal vrachtwagenritten van en naar winlocaties. Ook Encana (eveneens VS) is bezig het waterverbruik bij fracking terug te dringen.
Omdat uitstootcijfers pas laat bekend zijn, kan de voetafdruk alleen worden uitgedrukt aan de hand van data over 2013. De voetafdruk van vorig jaar is gebaseerd over cijfers uit 2012.
9
CO -voetafdruk beleggingen daalt 2
De bedrijven in onze aandelenportefeuille van vermogensbeheerder APG stoten op jaarbasis ongeveer 3,6 miljoen ton CO2 uit. Dat blijkt uit een analyse die APG maakte om inzicht te krijgen in de CO2-voetafdruk van de beleggingen. Voor elk bedrijf is (op basis van cijfers over 20139) bekeken hoe hoog de uitstoot is. Vervolgens is berekend hoeveel daarvan voor rekening van bpfBOUW komt gezien zijn percentage van de aandelen. Ten opzichte van vorig jaar daalde onze CO2-voetafdruk met meer dan 10 procent. Vorig jaar was elk miljoen aan andelenbeleggingen goed voor 305 ton CO2. Dit jaar is dat 237 ton. BpfBOUW’s voetafdruk is vergelijkbaar met die van de benchmark. Een vergelijking met andere pensioenvermogensbeheerders is niet mogelijk, omdat die veelal nog geen voetafdruk hebben. Fondsen die na afloop van de VN-Klimaattop van 2014 de zogenoemde Montreal Carbon Pledge tekenden, beloofden dat ze er wel een willen gaan berekenen. De uitkomsten van dit onderzoek wil vermogensbeheerder APG aan de orde stellen in de contacten met afzonderlijke bedrijven.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
16
3.2 Fatsoenlijke arbeids omstandigheden Werknemers moeten zich vrij kunnen verenigingen in vakbonden en collectief kunnen onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. Gedwongen arbeid mag niet, net als discriminatie op de arbeidsmarkt en op de werkvloer. Kinderarbeid is niet geoorloofd. Goed personeelsbeleid kan de waarde van een belegging vergroten. Hieronder enkele voorbeelden van acties die ondernomen zijn door vermogensbeheerder APG met betrekking tot dit onderwerp.
Compensatieregeling bedrijfsziekte Ex-medewerkers van Samsung Electronics die leukemie hadden ontwikkeld tijdens hun werkzaamheden in een fabriek voor semiconductors, kregen in 2014 excuses van hun voormalige werkgever. Ook kondigde het Zuid-Koreaanse bedrijf aan dat het een compensatieregeling zou uitwerken samen met getroffen ex-werknemers en nabestaan den van werknemers die inmiddels waren overleden. Eerder al had het een nieuw gezondheidsbeleid opgezet. De inspanningen van vermogensbeheerder APG om dit te bereiken, begonnen vier jaar geleden toen bekend werd dat negen voormalige medewerksters van de semiconductorfabriek waren overleden. Op dat moment hadden al 23 ex-medewerkers gevaarlijke ziektes ontwikkeld, veelal leukemie. In de jaren daarna heeft APG hierover contact gehad met het bedrijf, vertegenwoordigers van de getroffenen, maatschappelijke organisaties, overheden en andere investeerders.
WK-Voetbal Qatar Naar aanleiding van een rapport van mensenrechtenorganisatie Amnesty International over slechte behandeling van werknemers die werkten aan de bouw van hotels en andere voorzieningen voor het wereldkampioenschap voetbal in 2022 in Qatar, heeft vermogens beheerder APG contact opgenomen met Hyundai Engineering and Construction. Een onderaannemer van dit Koreaanse bouwbedrijf zou zijn buitenlandse personeel laten werken onder slechte arbeidsomstandigheden en slecht behandelen. Huisvesting was onder de
maat en verblijfsvergunningen werden niet goed geregeld. APG nam ook contact op met het Franse bouwbedrijf Vinci dat zaken zou doen met leveranciers die hun werknemers zeven dagen per week lieten werken, slecht betaalden voor overwerk en onvoldoende aandacht hadden voor veiligheid (geen helmen bijvoorbeeld). Beide bedrijven lieten weten dat ze de geconstateerde wantoestanden inmiddels hadden aangepakt (wat door Amnesty werd bevestigd). Ook legden ze uit welke procedures ze hanteerden om ervoor te zorgen dat hun onderaannemers en leveranciers werknemersrechten respecteren. Het Nederlandse advies- en ingenieursbureau Arcadis, dat niet in het Amnesty-rapport genoemd wordt maar wel meewerkt aan bouw projecten in Qatar, verzekerde dat het niet betrokken is bij arbeidsrechtenschendingen. Door deel te nemen aan een overheids commissie die nieuwe nationale regelgeving moet ontwerpen, zet Arcadis kennis op het terrein van gezondheid en veiligheid in om lokale regelgeving te verbeteren.
Aanpakken onveilige werkomstandigheden Het Amerikaanse vastgoed bedrijf Avalon Bay heeft op verzoek van vermogensbeheerder APG zijn arbeidsomstandighedenbeleid aangescherpt. Naar aanleiding van klachten van medewerkers over de veiligheid op bouwplaatsen, waar relatief veel ongelukken plaatsvonden, startte APG twee jaar geleden een dialoog die er toe leidde dat het bedrijf meerdere managers heeft aangesteld die voor meer veiligheid moeten zorgen. Avalon Bay onderzoekt de mogelijkheden om bonussen toe te kennen aan managers van locaties met weinig ongelukken. Ook ontwikkelt het een systeem dat beter zicht moet geven op de arbeidsveiligheid bij onderaannemers. APG vond geen bewijs voor de beschuldiging van een Amerikaanse vakbond dat Avalon Bay een anti-vakbondsbeleid voert waarbij werknemers niet vrij kunnen kiezen om zich bij een bond aan te sluiten. Avalon Bay zegt zich volledig te houden aan de wet die de verhouding tussen sociale partners regelt (National Labor Relations Act). In een brief benadrukt het bedrijf te geloven in het recht van werknemers om zich al dan niet via een vakbond te organiseren.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
17
Naar aanleiding van een aantal dodelijke ongelukken bij Hyundai Heavy Industries - een vakbond rapporteerde er in 11 in 2014 - heeft vermogensbeheerder APG contact opgenomen met de Koreaanse scheepsbouwer en met andere scheepsbouwers in Azië om ze er toe aan te zetten meer aandacht te besteden aan veiligheid. Om ervoor te zorgen dat ze zich gaan houden aan de wereldwijd erkende veiligheidstandaarden en open zijn over hun prestaties op het terrein van arbeidsveiligheid, heeft APG contact opgenomen met andere vermogensbeheerders, bedrijven die schepen kopen, maatschappelijke organisaties en de OESO. Concreet resultaat heeft dit nog niet opgeleverd. APG bezocht een mijn en een titaniumfabriek in China. Het bezoek was een vervolg op een dialoog die in 2011 startte na drie dodelijke ongelukken. De veiligheid op beide plekken leek voldoende verbeterd, mede doordat het management zich beter van de risico’s bewust leek.
Werken in de textiel- en palmolieproductie Om beter zicht te krijgen op de werk- en veiligheidsomstandigheden bij de textielproductie in opkomende markten, bezocht een duurzaam heidsspecialist van vermogensbeheerder APG zeven kledingfabrieken in Bangladesh en Birma. Daar sprak zij ook met internationale bedrijven en maatschappelijke organisaties. De bevindingen zullen gebruikt worden in gesprekken met kledingbedrijven die hun productie laten plaats vinden in opkomende markten. APG bracht ook een bezoek aan een groot kledingmerk waarin hij belegt via een private equity-fonds. Een fonds dat investeert in meerdere kledingmerken gaat op verzoek van onder andere APG een duurzaamheids medewerker aanstellen die er onder meer voor moet zorgen dat merken die minder scoren op ESG-terrein leren van merken in hetzelfde fonds die het beter doen.
Scoren met goed personeelsbeleid Met verschillende bedrijven in de voedingsmiddelensector sprak vermogensbeheerder APG over hoe ze hun personeelsbeleid (of elementen daaruit) inzetten voor betere bedrijfsresultaten. Unilever heeft het beloningsbeleid deels gekoppeld aan werknemerstevredenheid. Ahold kreeg beter zicht op werknemerstevredenheid door onderzoeken die inmiddels, na aandrang van APG, wereldwijd worden uitgevoerd. Soortgelijke gesprekken waren er ook met het Amerikaanse Kroger, het Duitse Metro en het Engelse Woolworths en Sainsbury. Bij al deze bedrijven dringt APG aan op grotere openbaarheid over hun inspanningen. Wanneer ze gegevens over bijvoorbeeld werknemerstevredenheid en personeelsverloop systematisch opnemen in hun jaarverslagen, kunnen vermogensbeheerders hen beter vergelijken. Metro en Woolworths publiceren al veel van dit soort data. Sainsbury gaf aan dat in zijn volgende jaarverslag ook te willen gaan doen.
3.3 Bewust belonen Bestuurders moeten alleen bonussen krijgen op basis van duidelijke, vooraf vastgestelde doelstellingen die bijdragen aan het creëren van waarde voor een onderneming op de lange termijn en die uitstijgen boven een normale functievervulling. Welkomst- en vertrekbonussen waar geen duidelijke prestaties tegenover staan, zijn onwenselijk.
In 2014 stemde vermogensbeheerder APG op meer dan 1.700 aandeelhoudersvergaderingen over ruim 1.800 beloningsvoorstellen. Bij meer dan de helft van alle voorstellen (54 procent) stemde hij tegen, omdat ze niet voldeden aan principes die bpfBOUW hierbij hanteert. In de Verenigde Staten stemt APG vaker tegen dan in andere regio’s (75%). Dat komt vooral door de omvang van de beloningen, met name bij overnames en verkoop. Op de 15 Nederlandse aandeel houdersvergaderingen met beloningsvoorstellen op de agenda stemde APG 7 keer voor en 8 keer tegen.
In gesprekken met zeven grote Indonesische palmoliebedrijven wees vermogensbeheerder APG op het belang van goede arbeidsvoor waarden, redelijke huisvesting en werknemers beloning en de noodzaak om gedwongen arbeid en kinderarbeid uit te bannen. Ook was aandacht voor een verdere verduurzaming van de productie door onder meer geen waardevol bos te kappen of velden af te branden.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
18
Figuur 3.1: Hoe stemde vermogensbeheerder APG over beloningsvoorstellen?
Hoe stemde onze belegger over beloningsvoorstellen?
4%
1% 24%
42% 54%
Totaal
8%
75%
Verenigde Staten
35%
13% 57%
Europa
(zonder Verenigd Koninkrijk)
20%
67%
Verenigd Koninkrijk
Voor tegen Onthouding/niet gestemd
Helderheid voor bedrijven In september stuurde vermogensbeheerder APG aan honderd belangrijke ondernemingen in de Europese aandelenportefeuille zijn hernieuwde beloningsrichtlijnen. Hierin wordt uitgelegd dat bonussen niet verbonden moeten zijn aan kortetermijnwinsten maar aan waardecreatie voor aandeelhouders op de lange termijn. Bedrijven moeten nadenken over een koppeling van variabele beloningen aan sociale- of milieu prestaties. Ook moeten ze letten op de verhouding tussen de beloning van het management en die van overige medewerkers. APG verwacht dat bedrijven hiermee rekening houden wanneer ze nieuwe beloningsvoorstellen presenteren aan hun aandeelhouders. Waar nodig worden de hernieuwde richtlijnen aan de orde gesteld tijdens de gesprekken die portefeuillemanagers met bedrijven voeren. Bij ongeveer tien bedrijven is dat eind 2014 al gebeurd. Eerder in 2014 had APG al een brief gestuurd aan ongeveer 25 banken in de Europese Unie over de nieuwe European Capital Requirements Directive. Deze richtlijn bepaalt dat bonussen die banken
toekennen aan hun medewerkers niet groter mogen zijn dan het vaste inkomen. Alleen na expliciete toestemming van de aandeelhouders zijn bonussen tot maximaal 200 procent van het vaste inkomen toegestaan. APG waarschuwde de banken om de nieuwe richtlijn niet aan te grijpen voor een salarisverhoging waardoor ze hun medewerkers per saldo toch meer konden betalen. Deutsche Bank deed dat wel maar legde dit niet voor aan zijn aandeelhouders, zoals andere banken wel deden. Door tegen de decharge van de raad van commissarissen te stemmen, heeft APG zijn afkeuring kenbaar gemaakt. Samen met andere vermogensbeheerders binnen institutionele vermogensbeheerdersvereniging Eumedion heeft vermogensbeheerder APG zijn steun uitgesproken voor de plannen van de Europese Commissie om de richtlijn over aandeelhoudersrechten aan te passen. Aandeel houders krijgen in alle EU-landen de mogelijkheid om te kunnen stemmen over beloningsbeleid voor bestuurders. Bedrijven zullen naar hun stem moeten luisteren. De richtlijn is eind 2014 nog niet behandeld door het Europees Parlement.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
19
Duidelijke prestatiecriteria Bestuurders moeten beloond worden op basis van heldere en uitdagende prestatiecriteria die in lijn zijn met de strategie van het bedrijf. Daarom kijkt vermogensbeheerder APG kritisch naar de prestaties die bestuurders moeten leveren om naast hun basissalaris nog variabele beloningen te mogen ontvangen.
APG stemde tegen de decharge van de raad van commissarissen van Heineken. De belonings commissie van de bierbrouwer had het voor de bestuursleden eenvoudiger gemaakt om in aanmerking te komen voor een bonus door de criteria te versoepelen (hercalibreren). Dit betekende dat de CFO en de CEO alsnog in aanmerking kwamen voor beloningen met een totale waarde van respectievelijk bijna 1 en 2 miljoen euro, ondanks dat ze de vooraf vastgestelde doelen niet gehaald hadden. APG was het hiermee niet eens omdat dit inging tegen het beloningsbeleid dat de aandeelhoudersvergadering eerder had goedgekeurd. Over de versoepeling zelf konden de aandeelhouders zich niet uitspreken. Door tegen de decharge van de commissarissen te stemmen, maakte APG zijn ongenoegen duidelijk. Op de aandeelhoudersvergadering van Wereldhave keerde vermogensbeheerder APG zich tegen de speciale bonus van 50.000 euro die de CEO zou moeten krijgen als bijzon dere waardering voor zijn prestaties in 2013. BpfBOUW vindt dat bestuurders alleen beloond moeten worden op basis van geleverde prestaties die zijn vastgelegd in het beloningsbeleid dat de aandeelhouders hebben goedgekeurd. Het Britse energiebedrijf BG Group paste het beloningspakket voor de nieuwe CEO aan na kritiek van onder meer vermogensbeheerder APG. BG Group wilde de topman een speciale beloning in het vooruitzicht stellen van ruim 15 miljoen euro in aandelen voor prestaties die tot zijn normale takenpakket behoren. Nadat vermogensbeheerders hun bezwaren hadden kenbaar gemaakt, haalde het bedrijf het voorstel van tafel. In een nieuwe regeling wordt een duidelijke koppeling gelegd met de ondernemingsprestaties.
Het Oostenrijkse AMS AG trok onder druk van de vermogensbeheerder een beloningsvoorstel in voordat de aandeelhouders erover konden stemmen. De plannen van de producent van sensoren waren te onduidelijk over de prestatie criteria en zouden te makkelijk gewijzigd kunnen worden buiten de aandeelhouders om. Ook het Noorse TGS Nopec trok een beloningsvoorstel in na kritiek van vermogens beheerder APG. De dienstverlener voor de olie- en gasindustrie wilde een nieuwe systematiek invoeren die er ook bij een negatief totaalrendement toe zou leiden dat bestuurders aandelen kregen toegekend. Alhoewel dit geen grote aantallen betrof, ging dit in tegen de opvatting van bpfBOUW dat onderprestatie niet beloond moet worden. Het bedrijf zal in 2015 met een nieuw voorstel komen. Ook het Franse Pernod Ricard komt in 2015 met nieuwe beloningsvoorstellen. De producent van wijn en gedestilleerde dranken kreeg op de aandeelhoudersvergadering onvoldoende steun voor zijn plannen om bestuurders te belonen met aandelenopties. Vermogensbeheerder APG stemde tegen omdat de prestatiecriteria onduidelijk waren en onvoldoende uitdagend.
3.4 Goed bestuurde ondernemingen Een goed ondernemingsbestuur is gevarieerd samengesteld, kent een duidelijke taakverdeling tussen uitvoering en toezicht en bevat voldoende onafhankelijke bestuurders die letten op de belangen van de minderheidsaandeelhouders. Bestuurders zorgen voor een soepele opvolging. Vermogens beheerder APG belegt in landen met vaak totaal verschillende regelgeving en tradities wat betreft ondernemingsbestuur.
Vermogensbeheerder APG stemde in 2014 in met het grootste deel van de voorgestelde (her) benoemingen van bestuurders en auditors. Het percentage voorstemmen bij bestuurs verkiezingen was in 2014 exact gelijk aan dat in 2013. De in 2014 voorgestelde auditors konden op iets meer steun rekenen dan die van een jaar eerder. Toen kreeg 86% een voorstem, nu 90%. In Engeland en Canada konden alle voorgestelde auditors (respectievelijk 189 en 179) op een voorstem rekenen. Het slechtst scoorde Indonesië waar APG tegen alle voorgestelde auditors (43) stemde. Dat was omdat bedrijven voorafgaande aan de vergadering geen of onvoldoende informatie over hen hadden verschaft.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
20
Figuur 3.2: Hoe stemde vermogensbeheerder APG over voorgestelde bestuurders en auditors?
10%
6%
6%
84%
Verkiezing bestuurder
4%
90%
Benoeming auditor
Voor tegen Onthouding/niet gestemd
Ongewenste functiecombinaties Bestuurders van bedrijven moeten voldoende tijd hebben voor hun functie. Sommige bestuurders hebben tegelijkertijd meerdere functies bij verschillende bedrijven of vervullen zowel een uitvoerende als een toezichthoudende rol bij hetzelfde bedrijf. Dat laatste speelt met name in landen als Engeland, Frankrijk en de VS waar niet zoals in Nederland aparte raden van commissarissen bestaan die toezicht houden. Uitvoerders en toezichthouders zitten daar in hetzelfde bestuur (one tier board). De CEO die verantwoordelijk is voor de dagelijkse bedrijfsvoering, mag niet tegelijkertijd voorzitter zijn van het bestuur dat ook als taak heeft om het toezicht uit te oefenen.
Vermogensbeheerder APG stemde tegen de benoeming van de voorzitter van het Britse Betfair. De beoogd voorzitter van het online-wedkantoor had nog twee andere voorzitterschappen die samen te veel tijd zouden kosten om de nieuwe functie goed te kunnen uitoefenen. APG volgt de Nederlandse Corporate Governance Code die stelt dat bestuurders van beursgenoteerde bedrijven maximaal vijf bestuursfuncties mogen combineren waarbij voorzitterschappen dubbel tellen. Maar waar de Nederlandse code alleen kijkt naar functies in
Nederland, telt APG ook functies mee in andere landen. Vanwege een te grote functiestapeling kreeg ook een bestuurder bij de Britse supermarktketen Wm Morrisons een tegenstem. Met verschillende Franse bedrijven sprak vermogensbeheerder APG over de noodzaak om de uitvoerende en toezichthoudende taken in het bestuur beter te scheiden. Frankrijk is een van de laatste Europese landen die het wettelijk toestaan om de functies van CEO en voorzitter te combineren op voorwaarde dat een bedrijf hierover een toelichting geeft. Omdat bpfBOUW het beter vindt om beide functies te scheiden, stemt APG op Franse aandeelhoudersvergaderingen tegen dit soort dubbele benoemingen. Gesprekken over dit onderwerp die vermogens beheerder APG al sinds 2012 voert met Orange hebben ertoe geleid dat het telecombedrijf een zogenoemde lead independent director wil aanstellen. De nieuwe functionaris zal de voorzitter vervangen waar diens rol als toezicht houder in conflict dreigt te komen met zijn rol als CEO. Ook moet hij opkomen voor de rechten van (minderheids)aandeelhouders. Met autofabrikant Renault is gesproken om de opvolging van de huidige voorzitter aan te grijpen om de functies van voorzitter en CEO te scheiden.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
21
Ook in de Verenigde Staten zijn de functies van voorzitter en CEO vaak in een hand. Omdat ierover binnen het Amerikaanse bedrijfs leven nauwelijks discussie bestaat, stemt vermogensbeheerder APG niet per definitie tegen wanneer een bedrijf één kandidaat voor beide functies voordraagt. Wel gaat APG met zo’n bedrijf in gesprek om zijn bezwaren uit te leggen.
Onafhankelijke bestuurders Het bestuur van bedrijven moet voor de meerder heid uit onafhankelijke bestuurders bestaan. Dit is belangrijk vanwege het toezicht op de bedrijfsvoering en de strategie. Een onafhankelijke positie is in het belang van het bedrijf en zijn aandeelhouders.
Onze beleggingsorganisatie pleit al jaren voor meer onafhankelijke bestuurders in Japan dat tot voor kort als een van de laatste landen ter wereld geen verplichtingen op dit terrein kende. Sinds begin 2014 bestaat er een wettelijke verplichting om minimaal een bestuurszetel te reserveren voor een onafhankelijke kandidaat. Bedrijven kunnen daar onderuit wanneer ze daarvoor een verklaring geven. Gesprekken met zeven grote Japanse bedrijven waren bedoeld om ze ertoe aan te zetten onafhankelijke kandidaten te benoemen. Vier van hen deden dat ook: vastgoedonderneming Aeon Mall, staalbedrijf Nippon Steel, telecombedrijf KDDI en meetapparatuurmaker SMC. In Zuid-Korea gaf de topman van KB Financial Group aan meer onafhankelijke leden in zijn bestuur te willen opnemen nadat onze beleggingsorganisatie daarop had aangedrongen. Een belangrijke reden om te blijven hameren op meer onafhankelijke bestuurders in Korea en Japan, is dat bedrijven er relatief gezien lage dividenden uitkeren terwijl ze over grote financiële reserves beschikken. Toen Hyundai Motor in 2014 zo’n 10 miljard dollar stak in de aankoop van land was dat voor vermogens beheerder APG aanleiding om namens een groep van bijna 20 vermogensbeheerders het bedrijf aan te spreken op zijn bedrijfscultuur. Dit leidde tot een hogere dividenduitkering. Ook elektronicagigant Samsung kwam met een hoger dividend nadat APG het bedrijf hierop had aangesproken. Dankzij steun van vermogensbeheerder APG zijn 24 onafhankelijke commissarissen benoemd bij negen Italiaanse ondernemingen. De Italiaanse
wetgeving maakt het makkelijk voor onafhankelijke kandidaten om gekozen te worden. Voorwaarde is dat de minderheidsaandeelhouders die hen voordragen een minimumpercentage van de uitstaande aandelen houden. Dit percentage wordt jaarlijks vastgesteld en varieert tussen 0,5 en 4,5 procent. Om meer onafhankelijke bestuurders bij Italiaanse ondernemingen te krijgen, werkt APG al enkele jaren samen met de Italiaanse vermogensbeheerdersvereniging Assogestioni. Gesprekken met het Amerikaanse vastgoedbedrijf Vornado zullen naar verwachting leiden tot een vernieuwing van het bestuur (twee bestuurs leden maken plaats) en meer duidelijkheid over de precieze rol van de lead independent director. Die laatste moet onafhankelijk toezicht kunnen houden op de voorzitter die tevens CEO is. Vermogensbeheerder APG wil dat het Amerikaanse vastgoedbedrijf nog verder gaat en de dubbelrol van voorzitter/CEO splitst. Ook moet er ‘majority voting’ worden ingevoerd waardoor bestuurders alleen benoemd kunnen worden wanneer een meerderheid van de aandeelhouders zich voor hen uitspreekt. Op verzoek van vermogensbeheerder APG heeft het Spaanse bedrijf Viscofan zijn kandidaat voor de Auditcommissie teruggetrokken. De produ— cent van synthetische worstenvellen wilde een kandidaat benoemen die niet onafhankelijk genoeg was omdat ze al ruim 15 jaar in het bestuur zat.
Vernieuwing en diversiteit Diversiteit in de bestuurssamenstelling heeft betrekking op zowel geslacht, etnische achtergrond, opleiding, leeftijd als ervaring. Vermogensbeheerder APG kijkt of de samenstelling van het bestuur past bij het type bedrijf en of er voldoende vernieuwing van bestuurders plaatsvindt. Bedrijven moeten duidelijk zijn over hoe zij diversiteit binnen hun organisatie bevorderen.
In gesprekken met de CEO en de bestuursvoorzitter van Siemens kwam meer duidelijkheid over de vernieuwing van het bestuur. De benoeming van twee nieuwe bestuurders is een stap in de goede richting. Vermogens beheerder APG wil dat Siemens verder gaat door aan te kondigen dat de voorzitter voor 2018 plaatsmaakt voor zijn opvolger.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
22
Vermogensbeheerder APG onthield zich van stemming bij de decharge van de CFO van TNT Express omdat er ten tijde van zijn vertrek nog geen accountantscontrole was geweest van de financiële gegevens waarvoor hij verantwoordelijk was. Daardoor was er onvoldoende informatie om voor de kwijting te kunnen stemmen. Na aandrang van vermogensbeheerder APG is het Franse transportbedrijf Veolia afgestapt van het uitgangspunt dat alleen bestuursleden uit Franstalige landen benoemd kunnen worden. Veolia wilde alleen bestuurders die Frans als moedertaal hadden. APG heeft hen gewezen op andere Franse bedrijven die prima kunnen functioneren met bestuurders uit andere landen. Inmiddels zitten ook een Tsjech en een Qatarees in het bestuur.
APG neemt inmiddels deel aan een groeps vordering (class action) tegen Petrobras. Via een gerechtelijke uitspraak wil het schade vergoeding krijgen voor de koersdaling van de aandelen als gevolg van de omkoopschandalen. Het Zwitsers-Britse Glencore is lid geworden van het internationale samenwerkingsverband van mijnbouw- en metaalbedrijven dat probeert de verduurzaming van deze sectoren te bevorderen. Het mijnbedrijf vergrote de diversiteit van zijn bestuur door voor het eerst een vrouwelijke bestuurder te benoemen en kondigde formeel aan dat het zich aan de regels van de UN Global Compact zal gaan houden. Op al deze zaken had vermogensbeheerder APG in meerdere gesprekken aangedrongen nadat het bedrijf enkele jaren geleden in verband was gebracht met verschillende milieu- en omkopingsschandalen.
Tegengaan corruptie
3.5 Mensenrechten
Bedrijven moeten handelen in lijn met de VN Global Compact. Het tegengaan van fraude en corruptie is onderdeel daarvan. Beleggingsorganisatie APG verwacht dat bedrijven hun fraude- en corruptierisico’s in kaart brengen en een beleid hebben om met die risico’s om te gaan.
Volgens de Global Compact-regels moeten bedrijven voorkomen dat ze door hun activiteiten bijdragen aan schendingen van mensenrechten. Mensenrechtenschendingen die direct verbonden zijn aan hun activiteiten of producten moeten ze zien te stoppen, ook wanneer ze niet zelf aan deze schendingen hebben bijgedragen.
Bij het Braziliaanse oliebedrijf Petrobras heeft vermogensbeheerder APG samen met andere vermogensbeheerders gepleit voor de instelling van een werkgroep die bestuurlijke oplossingen moet vinden om corruptie tegen te gaan. Aanleiding hiervoor waren grootschalige omkoopschandalen bij de bouw van raffinaderijen in het noorden van Brazilië en in de VS en bij een petrochemische complex in de buurt van Rio de Janeiro (Comperj). Eigen onderzoek hiernaar van Petrobras zelf lijkt onvoldoende resultaat op te leveren. De nieuwe werkgroep moet rechtstreeks rapporteren aan het bestuur. Ook de aandeel houders moeten van de uitkomsten op de hoogte worden gebracht. Verder moet de werkgroep eisen formuleren omtrent de onafhankelijkheid van bestuurders en andere belangrijke mede werkers in de onderneming. Dat is van groot belang omdat Petrobras voor het grootste deel in handen is van de overheid. Politieke motieven mogen geen rol spelen bij bedrijfsbeslissingen.
Het Zuid-Afrikaanse MTN heeft na aandringen van vermogensbeheerder APG een mensen rechtenbeleid gemaakt en gepubliceerd. Zo’n beleid was nodig omdat het telecombedrijf actief is in dictatoriaal geregeerde landen als Syrië en Iran. Onderdeel van het nieuwe beleid zijn duidelijke regels over hoe MTN omgaat met verzoeken van overheden om gegevens van klanten en het afsluiten van netwerken. Klantgegevens afstaan is alleen nog mogelijk wanneer er sprake is van een justitieel verzoek. Bij het beoordelen van dergelijke verzoeken zal het bedrijf meer kijken naar mensenrechtenoverwegingen.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
23
Pogingen van vermogensbeheerder APG om ook bij beveiligingsbedrijf G4S een duidelijk mensenrechtenbeleid van de grond te krijgen dat stevig verankerd is in de praktijk, zijn nog in volle gang. G4S, dat met ruim 600.000 medewerkers tot de grootste werkgevers ter wereld behoort, zorgt onder meer voor de veiligheid in gevangenissen, vluchtelingenkampen en asielzoekerscentra. Gezien de aard van het werk en de omgeving waarin het wordt uitgevoerd, is het noodzakelijk dat het bedrijf een stevig mensenrechtenbeleid heeft dat ook daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Daarvoor zal er een klachtenregeling moeten komen voor mede werkers en andere belanghebbenden waar het hoofdkantoor op toeziet. Dit zal het bedrijf helpen om misstanden al in een vroeg stadium te kunnen signaleren waarna het in actie kan komen. Bij het Franse Schlumberger heeft vermogens beheerder APG eveneens aangedrongen op een krachtig mensenrechtenbeleid. De dienstverlener in de olie- en gassector vindt dit niet nodig omdat de bepalingen die onderdeel zouden moeten zijn van dat beleid al zijn opgenomen in de eigen gedragscode. APG vindt deze gedragscode niet krachtig genoeg en verlangt een duidelijker mensenrechtenbeleid waarbij er ook een procedure moet komen voor klachten over de naleving van dit beleid. Het Canadese olie- en gasbedrijf Pacific Rubiales, dat vooral actief is in Zuid-Amerika, heeft na gesprekken met vermogensbeheerder APG zijn mensenrechtenbeleid uitgebreid en zijn klachtenregeling in Colombia geprofessiona liseerd. APG zal met het bedrijf in gesprek blijven over de effectiviteit van de procedures en een uitbreiding van het systeem in andere productielanden.
3.6 Aansporen andere partijen Het hoofd private equity van vermogens beheerder APG sprak in Washington op de jaarlijkse beleggersbijeenkomst van private equity-reus Carlyle over ESG-beleid. APG’s duurzaamheidsspecialist voor niet-beurs genoteerde beleggingen verzorgde in Londen een cursusonderdeel over het integreren van verantwoord beleggen in de private equitysector waaraan ongeveer 25 pensioenbeleggers en private equity-managers meededen. APG sprak samen met andere beleggers in Zurich in een vertrouwelijke setting (de Europese afdeling van de Conference Board) met banken en farmaceutische bedrijven over de aanpak van fraude en corruptie in hun sectoren. Het belang van goed bestuurde ondernemingen was de hoofdboodschap van toespraken voor Turkse ondernemers in Istanbul en een bijeenkomst van accountants uit meer dan dertig verschillende landen in Amsterdam. In een paneldiscussie op de jaarlijkse conferentie van de Londen Stock Exchange in Milaan sprak vermogensbeheerder APG over het opbouwen en onderhouden van langetermijnrelaties tussen aandeelhouders en ondernemingen. Op de jaarlijkse conferentie van het International Corporate Governance Network waarschuwde APG’s CEO voor de onbedoelde gevolgen van nieuwe Europese regelgeving op het beleggings beleid van langetermijnbeleggers als pensioen fondsen en hun mogelijkheden om risico’s af te dekken (hedging). Hoe APG invulling geeft aan langetermijninvesteren was ook de boodschap in Montreal op het jaarcongres van de organisatie die op initiatief van de Verenigde Naties aanspoort tot verantwoord beleggen (UN PRI). Dat het belangrijk is dat bedrijven niet alleen rapporteren over hun financiële prestaties maar ook over hun sociale en milieu-impact, werd op het wereldcongres van accountants in Rome door vermogensbeheerder APG naar voren gebracht tijdens een paneldiscussie over integrale verslaggeving (integrated reporting).
jaarverslag 2014 bpfBOUW
24
Hoofdstuk 04
Uitgesloten bedrijven en staatsleningen Ons beleid is om niet te beleggen in bedrijven die betrokken zijn bij het maken van clusterbommen, antipersoons (land)mijnen, chemische en biologische wapens. Bedrijven die kernwapens produceren, worden uitgesloten als ze dit doen in tegenspraak met het door Nederland geratificeerde internationale verdrag dat kern wapenverspreiding moet tegengaan (Nucleaire Non-proliferatieverdrag). Concreet betekent dit dat het alleen is toegestaan om kernwapens te produceren voor en door landen die er volgens dit verdrag over mogen beschikken (de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad). Het schenden van de UN Global Compact-regels kan eveneens tot uitsluiting leiden. Elk jaar maakt vermogensbeheerder APG een selectie van bedrijven die mogelijk deze regels overtreden met als doel om hun gedrag te verbeteren. Dit leidt doorgaans tot een zogenoemd engagement traject dat meerdere jaren kan duren. Uitsluiting is daarbij een laatste stap die APG zoveel mogelijk probeert te vermijden. Eind 2014 liepen er vijf engagements met mogelijke Global Compactschenders.
Op dit moment staan 17 bedrijven op de uitsluitingslijst van bpfBOUW (zie bijlage 2). Daarbij gaat het in de meeste gevallen om bedrijven die clusterwapens produceren. Sinds 2013 geldt in Nederland een wettelijk verbod om in deze bedrijven te beleggen. Voor bpfBOUW was clusterwapenproductie al langer een uitsluitingsgrond.
Uitgesloten staatsleningen Medio 2014 voegde bpfBOUW de Centraal Afrikaanse Republiek toe aan de lijst met landen waar niet in staatsleningen belegd wordt. Dit was een rechtstreeks gevolg van het wapenembargo dat de Veiligheidsraad van de VN had afgekondigd. BpfBOUW belegt namelijk niet in staatsobligaties van landen waarvoor een dergelijke wapenembargo van kracht is. Dit betekent dat er zich in de portefeuille eveneens geen staatsobligaties bevinden van Congo, Eritrea, Irak, Iran, Ivoorkust, Libië, Liberia, Noord-Korea, Somalië en Sudan. BpfBOUW had geen beleggingen in staatsschuld van de Centraal Afrikaanse Republiek.
Nieuwe uitgesloten bedrijven Eind 2014 besloot bpfBOUW twee nieuwe bedrijven toe te voegen aan de lijst van uitgesloten ondernemingen. De Russische wapenfabrikant Motovilikha Plants JSC werd uitgesloten omdat het betrokken is bij clusterwapenproductie. Het Indiase Larsen & Toubro werd uitgesloten vanwege mogelijke betrokkenheid bij de productie van kernwapens voor een land dat er volgens het Nucleaire Non-proliferatie Verdrag niet over mag beschikken (India). Naar aanleiding van berichten hierover, verzocht APG het bedrijf herhaaldelijk om publiekelijk te bevestigen dat het niet betrokken was. Toen Larsen & Toubro dat weigerde, was dat aanleiding om de onderneming uit te sluiten. Eind 2014 heeft vermogensbeheerder APG de beleggingen in Larsen & Toubro verkocht. In Motovilikha Plants waren op dat moment geen beleggingen.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
25
Hoofdstuk 05
Vooruitblik 2015 Aan het eind van 2015 organiseren de Verenigde Naties een nieuwe mondiale klimaattop. Tijdens deze bijeenkomst in Parijs hebben overheden als doel stelling om afspraken te maken over de CO2-uitstoot om de opwarming van de aarde en de daarmee gepaard gaande klimaatverandering te beperken. Het monitoren van de portefeuille op risico’s die samenhangen met klimaatverandering zal meer structurele aandacht krijgen. Vermogensbeheerder APG werkt aan een vervolg op de ‘quant’-duurzaamheidsscore die in 2014 ontwikkeld werd om beter zicht te krijgen op duurzaamheids- en bestuursrisico’s bij bedrijven in de kwantitatieve aandelenportefeuille. De nieuwe methode zal het eenvoudiger moeten maken om bedrijven te kunnen vinden die verantwoord ondernemen.
bijvoorbeeld ontwikkelingshulp en zal meer gekeken worden naar private financieringsmogelijkheden waarbij ook pensioenfondsen in beeld zijn. Portefeuillemanagers zullen bij hun beleggings beslissingen en hun contacten met bedrijven gebruik gaan maken van de sectorraamwerken die vermogensbeheerder APG in 2014 ontwikkelde. Daarin is voor 38 verschillende bedrijfstakken in kaart gebracht wat de belangrijkste factoren zijn op het terrein van duurzaamheid en goed bestuur. In Azië zal APG blijven ijveren voor veilige arbeids omstandigheden in de scheepsbouw en meer onafhankelijke bestuurders bij grote ondernemingen. Ondernemingen in met name Japan en Zuid-Korea beschikken over grote financiële reserves, terwijl ze tegelijkertijd lage dividenden uitkeren. Bestuurders zullen meer aandacht voor aandeelhouders moeten hebben.
Overheden en maatschappelijke organisaties zullen in 2015 op dit terrein ook meer verwachten van grote beleggers als pensioenfondsen. Dat komt mede doordat de Verenigde Naties de zogenoemde Millenniumdoelstellingen, die rond de eeuwwisseling werden vastgesteld om onder meer de armoede uit te bannen, zullen vervangen door duurzame ontwikkelingsdoelen. Voor het realiseren daarvan zal minder overheidsgeld beschikbaar zijn in de vorm van
Belangrijke thema’s en aandachtsgebieden voor vastgoedvermogensbeheerder Bouwinvest in 2015 zijn: het bevorderen van duurzaamheid in de keten, duurzame herontwikkeling van vastgoedobjecten met aandacht voor zowel het milieu als de sociale kant in samenwerking met onze stakeholders en het doorontwikkelen van beleid, monitoring, verantwoording en rapportage rondom het verantwoord beleggingsbeleid van bpfBOUW.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
26
Bijlage 01
Bedrijven waarmee vermogensbeheerder APG contact had over duurzaamheid en goed bestuur In 2014 had het team duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur van vermogensbeheerder APG contact met 198 beursgenoteerde bedrijven10 over duurzaamheid en goed bestuur. Een overzicht van het soort onderwerpen dat bij bedrijven aan de orde werd gesteld staat hieronder. Met verschillende bedrijven werd gesproken over meerdere onderwerpen.
Milieu (51 ondernemingen) Anadarko Petroleum Corporation; Apache; Astra Agro; AvalonBay Communities; Bakrie Sumatera; BHP; Boston Properties; BP; BW Plantation; Centrica; ConocPhillips; Corio; Derwent London; Deutsche Bank; Devon; Drax; EDF; Equity One; Equity Residential; Exxon; First Resources; GDF-Suez; Glencore; Golden Agri; Hammerson; Health Care REIT; Host Hotels & Resorts; ICADE; Indofood Agri; Kimco Realty Corporation; Land Securities; Liberty Property Trust; Marathon Oil Corporation; Nestle; POSCO; Prologis; Regency Centers Corporation; Renault; Repsol; Sampoerna Agro; Shell; Simon Property Group; Tesla; Total; Transocean; Unibail-Rodamco; Unilever; Ventas; Volkswagen; Vornado Realty Trust; Wereldhave.
Sociale onderwerpen (80 ondernemingen)
De 12 nietbeursgenoteerde bedrijven waarmee contact was, zijn niet in dit overzicht opgenomen.
10
Ahold; Anglo American; Apache; Arcadis; Astra Agro; AvalonBay Communities; Bakrie Sumatera; Bank Hapoalim; Bank Leumi; Bank of America Corporation; BG Group; BHP; Boston Properties; BP; Brasil Foods; BW Plantation; Centrica; Charoen Pokphand Foods; Chevron; CNOOC; ConocPhillips; Corio; Costco; Danone; Derwent London; Deutsche Bank; Deutsche Telekom; Devon; Drax; EDF; Equity One; Equity Residential; Exxon; First Resources; G4S; Glencore; Golden Agri; Hammerson; Health Care REIT; Hon Hai Precision / Foxconn; Host Hotels & Resorts; Hyundai Engineering & Construction; ICADE; Indofood Agri; K+S; Kimco Realty Corporation; Kroger; KT Corp; Land Securities; Larsen & Toubro; Liberty Property Trust; Lonmin; Metro; Mizrahot Tefahot Bank; MTN; Nestle; Onex Corporation; Pacific Rubiales; POSCO ; Prologis; Regency Centers Corporation; Repsol; Sainsbury; Sampoerna Agro; Schlumberger; Shell; Siemens; Simon Property Group; Societe Generale; Total; Transocean; Tullow; Unibail-Rodamco; Unilever; Ventas; Vinci; Vornado Realty Trust; Wereldhave; Wood Group; Woolworths.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
27
Goed bestuur (144 ondernemingen) Abbott Laboratories; Aegon; Aeon Mall; Airbus Group; Alexandria Real Estate Trust; AMS; Apache; Arkema; Asahi Group Holdings; AXA; Axis Bank ; Axis Capital ; Bank of America Corporation; Barclays; Barrick Gold; BBVA; Betfair Group; BG Group; BHP; BP; Britvic; Cairn India; Centrica; Citigroup; Cobalt International Energy; Compagnie Financiere Richemont; ConocPhillips; Credit Suisse; Derwent London; Deutsche Bank; Deutsche Wohnen; Devon; Dexus Property Group; Domtar Corporation; Dr Pepper Snapple Group; DTE Energy; Elementis; E-Mart; ENEL; ENI; Exxon; Gazprom; GDF-Suez; GlaxoSmithKline; Glencore; GPT; Groupe Eurotunnel; Hammerson; Hana Financials; Hon Hai Precision / Foxconn; HSBC; Hyundai Department Store; Hyundai Heavy Industries; Hyundai Mobis; Hyundai Motor Co.; IBM; ING; Inmarsat; Itau; JP Morgan; K+S; KB Financial Group; KDDI; KEPCO; Kia Motor; KT Corp; KT&G; Land Securities; LG Chemical; LG Display; LG Electronics; LG Household & Health;
Lotte Shopping; Mahindra Mahindra; Morrisons; Naver Corp; Nestle; News Corp.; Nippon Steel ; Novartis; Novo Nordisk; Nutreco; ONGC; Orange; Pepsico; Pernod Ricard; Petrobras; Philips; Pirelli & C; POSCO; Post NL; Prudential; Renault; Repsol; Roche; Rotork; Ryanair; SAIL; Sainsbury; Saipem; SAMCO; Samsung Electronics; Samsung Fire & Marine; Samsung Life Insurance; SBM Offshore; Shell; Shinhan Financial Group; Shinsegae; Siemens; SK Hynix; SK Innovation; SK Telecom; SMC; SNC Lavalin; Societe Generale; Solvay; Standard Chartered; State Bank of India; Sumimoto Realty; Sun Hung Kai Property; Suzuki Motor; Swiss Life Holdings; Swiss Re; Target Corp.; Tecan; Telefonica; Tesco; TGS Nopec; Time Warner; TNT Express; Total; Transocean; Unicredit; Ventas; Veolia Environnement; Viscofan; Volkswagen; Vornado Realty Trust; Wereldhave; Western Digital; Wm Morrison Supermarkets; Wood Group; Woori Finance Holding; Yahoo Japan.
jaarverslag 2014 bpfBOUW
28
Bijlage 02
Overzicht uitgesloten bedrijven en staatsleningen Uitgesloten bedrijven vanwege betrokkenheid bij de productie van clusterwapens
Uitgesloten bedrijven vanwege schending VN Global Compact
Aeroteh S.A. Roemenië Alliant Techsystems Inc. Verenigde Staten Aryt Industries Ltd. Israël Ashot Ashkelon Israël China Aerospace International Holdings China China Spacesat China Hanwha Corporation Zuid-Korea Motovilikha Plants JSC Rusland Norinco International Corporation Ltd. China Poongsan Corporation Zuid-Korea Poongsan Holdings Corporation Zuid-Korea Singapore Technologies Engineering Singapore Textron Verenigde Staten
PetroChina China TEPCO Japan Walmart Verenigde Staten
Uitgesloten bedrijven vanwege kernwapenproductie in strijd met Non-proliferatieverdrag Larsen & Toubro India
Uitgesloten staatsobligaties vanwege wapenembargo Veiligheidsraad Verenigde Naties Centraal-Afrikaanse Republiek Democratische Republiek Congo Eritrea Liberia Libië Irak Iran Ivoorkust Noord-Korea Soedan Somalië
jaarverslag 2014 bpfBOUW
29
jaarverslag 2014 bpfBOUW
30
31.0049.15A
Colofon Uitgave APG Basisweg 10 1043 AP Amsterdam Postbus 637 1000 EE Amsterdam
bpfbouw.nl