Verslag Verantwoord Beleggen
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
Inhoud
Inleiding 5 Implementatie van ESG in alle beleggingscategorieën 6 Verantwoord beleggen 8 Het Global Compact als minimumstandaard 12 Richtlijnen 16 Beleggen in duurzame oplossingen 17 Opkomende ESG-aandachtsgebieden 20 Klimaatverandering 22 Uitsluitingen 23 Goed ondernemingsbestuur 24 Voornemens 28 Bijlage 1: de ‘heatmap’ Bijlage 2: het duurzaamheids- en governanceteam Bijlage 3: geraadpleegde niet-gouvernementele organisaties Bijlage 4: stemmingen in aandeelhoudersvergaderingen Bijlage 5: uitgesloten bedrijven Bijlage 6: Rapportage United Nations Principles for Responsible Investment
4
Inleiding
Vraagstukken ten aanzien van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur zijn nauw verbonden met de financiële prestaties van beleggingen. Daarnaast is APG sterk gemotiveerd om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het beleggingsbeleid van APG richt zich dus namens haar opdrachtgevers naar belangrijke richtlijnen op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur. Voor deze begrippen wordt hierna de Engelse afkorting ESG gebruikt: ‘environment, social, governance’.
die direct aan de aanpak van belangrijke maatschappelijke en milieuvraagstukken bijdragen, onder andere in biobrandstoffen, wind- en zonne-energie, energieefficiëntie, microfinanciering en gezondheidszorg in Afrika. Ten aanzien van goed ondernemingsbestuur heeft APG veel aandacht besteed aan onder meer de beloning en deskundigheid van bestuurders.
Naar aanleiding van de klimaattop in Kopenhagen hebben APG en andere institutionele beleggers met extra veel energie wereldleiders gewezen op het belang van een stringent klimaatakkoord. Voor beleggingen kan klimaatverandering ingrijpende gevolgen in de vorm van kansen en risico’s hebben. APG heeft zich daarom namens haar opdrachtgevers hard gemaakt voor een daadkrachtig overheidshandelen op dit gebied. Dat de top van Kopenhagen niet het resultaat opleverde waarop we hadden gehoopt laat onverlet dat dit onderwerp belangrijk blijft voor APG. Mensenrechten, kinderarbeid, milieu en maatschappelijke consequenties van de mijnbouw, en de exploitatie van teerzanden zijn voorbeelden van andere ESG-issues waar APG in 2009 aandacht aan besteedde. APG heeft zich ook op deze punten met veel energie ingezet om ondernemingen tot verantwoordelijk gedrag te bewegen. Hiernaast zijn er talloze nieuwe beleggingen gedaan
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
5
Implementatie van ESG in alle beleggingscategorieën
Het beleid voor verantwoord beleggen van APG omvat alle beleggingscategorieën en wordt in de hele portefeuille geïmplementeerd. Iedere categorie vereist een specifieke aanpak. Ten aanzien van de verschillende beleggingscategorieën zijn de werkzaamheden van het duurzaamheids- en governanceteam van APG in 2009 de volgende geweest. (In de hoofdstukken hierna worden deze activiteiten meer uitgebreid beschreven.)
Beursgenoteerde aandelen
APG is samen met het World Resources Institute een onderzoek gestart naar de gevolgen voor Amerikaanse bedrijfsobligaties van wet- en regelgeving op het gebied van klimaatverandering. APG heeft ook de volledige bedrijfsobligatieportefeuille op ondernemingen gescreend die het Global Compact van de VN niet naleven. Er is één nieuw vastrentend mandaat aan een externe beheerder gegund. De beheerder kon aantonen dat ESG in het beleggingsproces wordt geïntegreerd.
Vastgoed Om portfoliomanagers beter inzicht in de ESG-aspecten bij beursgenoteerde bedrijven te geven, zijn twee instrumenten ingevoerd. In de ‘heatmap’ zien de portfolio managers voor ieder bedrijf de score op duurzaamheid en corporate governance. In bijlage 1 is een voorbeeld opgenomen. De ‘issue matrix’ geeft de portfoliomanagers een overzicht van relevante duurzaamheidsaspecten per sector. Daarnaast heeft APG de hele portefeuille op ondernemingen gescreend die het Global Compact van de VN niet naleven. APG heeft de dialoog met deze bedrijven voortgezet. Daarnaast heeft APG ook andere bedrijven over ESG-risico’s en kansen aangesproken. In totaal betrof dit 78 ondernemingen in 2009. APG heeft verder het stembeleid geformaliseerd en openbaar gemaakt en bij ongeveer 4.100 vergaderingen wereldwijd gestemd. De lijst met uitsluitingen is geactualiseerd. Er is één nieuw aandelenmandaat aan een externe beheerder gegund. Deze beheerder kon aantonen dat ESG in het beleggingsproces is verankerd en dat de analisten leren hoe ze de Principles for Responsible Investment van de VN moeten toepassen.
Vastrentende waarden Het duurzaamheids en governanceteam van APG en de portfoliomanagers vastrentende waarden zijn begonnen belangrijke maatschappelijke en milieuvraagstukken per sector te onderzoeken en de relatieve ESG-prestaties van ondernemingen in de portefeuille in kaart te brengen.
6
APG heeft het initiatief genomen tot een omvangrijk programma om de prestaties van vastgoed ten aanzien van maatschappelijke en milieuvraagstukken te verbeteren. De eerste stap was met een unieke wereldwijde enquête naar de milieuprestaties van meer dan 200 beursgenoteerde vastgoedbedrijven en niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen. APG organiseerde in november 2009 een lunchseminar voor alle grote fondsmanagers en beursgenoteerde vastgoedbedrijven in Nederland. Met grote vastgoedbedrijven is een gesprek gestart, waarin APG concrete aanbevelingen voor verbetering van milieuprestaties heeft gedaan.
Infrastructuur APG analyseerde in 2009 de maatschappelijke en milieuvraagstukken van alle nieuwe infrastructuurbeleggingen. Waar nodig eiste APG van de externe beheerder nieuw beleid en regelmatige verslaglegging over de uitvoering van dat beleid. De meest voorkomende onderwerpen waren klimaatverandering, milieubeheer in het algemeen en veiligheid en gezondheid. APG deed binnen de bestaande infrastructuurfondsen een aantal nieuwe beleggingen met een hoge duurzaamheidswaarde. Enkele voorbeelden daarvan zijn investeringen in windparken, waterkrachtcentrales, zonne-energie en energiebesparingstechnologieën.
Grondstoffen, inclusief bosbouw en landbouwgrond Van alle nieuwe beleggingen in grondstoffen analyseerde APG de maatschappelijke en milieuvraagstukken op diverse onderwerpen. Voorbeelden zijn het effect van landbouw op biodiversiteit, de gevolgen voor lokale gemeenschappen, effecten op de gemeenschap van de teelt van gewassen voor brandstoffen, het gevaar dat die gewassen de plaats van de voedselproductie innemen, en de certificering van productiesystemen. APG verlangde van een belegging in de produktie van biobrandstoffen dat hierbij de standaarden van de Roundtable on Sustainable Biofuels worden onderschreven en nageleefd.1 Bij een landbouwconcern in Argentinië maakte APG de belegging afhankelijk van de inzet voor de Roundtable on Responsible Soy. 2 APG handhaafde het beleid dat alle bosbouwbeleggingen moeten zijn gecertificeerd (FSC of SFI).
tatie van het beleid. APG zat samen met AlpInvest in een werkgroep van de Principles for Responsible Investment van de VN om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van richtlijnen voor de integratie van ESG-factoren in investeringen in private equity. APG deed één nieuwe belegging in microfinanciering, voor 30 miljoen dollar, en investeerde 12,5 miljoen euro in een fonds dat zich voor een betere gezondheidszorg in Afrika gaat inzetten (zie pagina 17).
Hedgefunds Waar relevant analyseerde APG de maatschappelijke en milieuvraagstukken van nieuwe beleggingen. De beheerder van een fonds in energieprojecten in ontwikkelingslanden kreeg de opdracht het beleid te enten op de richtlijnen voor maatschappelijke en milieuprestaties van de International Finance Corporation. Ook heeft APG regelmatig rapportage over de implementatie van dat beleid gevraagd.
Private equity, inclusief microfinanciering Het beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen van private equity-partner AlpInvest is in nauw overleg met APG opgesteld. AlpInvest heeft zich in 2009 vooral gericht op de integratie van ESG-factoren in de processen voor nieuwe beleggingen. Daarnaast kregen de medewerkers instructies over de nieuwe procedures. APG en AlpInvest hebben regelmatig overleg over de implemen-
1 http://cgse.epfl.ch/page65660.html 2 http://www.responsiblesoy.org/
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
7
Verantwoord beleggen
APG heeft in 2009 voor haar opdrachtgevers meer dan 200 miljard euro wereldwijd in uiteenlopende vermogenscategorieën belegd. ESG is daarbij al sinds enkele jaren een belangrijk issue. Het beleid voor verantwoord beleggen heeft tot doel: 1 het voor risico gecorrigeerde financiële rendement voor haar opdrachtgevers te verbeteren, 2 blijk te geven van maatschappelijke verantwoordelijkheid, 3 bij te dragen aan de waarborging van de integriteit van de financiële markten. APG is ervan overtuigd veel te kunnen bereiken door als aandeelhouder bedrijven te blijven uitdagen om hun duurzaamheidprestaties te verbeteren. Engagement kan op de lange termijn tot verandering leiden. Gefundeerd op zeven pijlers Om hieraan invulling te geven is het APG-beleid voor verantwoord beleggen namens haar opdrachtgevers op zeven pijlers gefundeerd: 1 Verantwoord beleggen is een integraal onderdeel van het beleggingsproces van APG. 2 APG gaat de dialoog aan met ondernemingen om duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur te realiseren. 3 APG verwacht van ondernemingen dat zij handelen met respect voor de uitgangspunten van de VN Global Compact en verkoopt zijn belangen als dialoog niet leidt tot verbetering. Ook belegt APG niet in producten die verboden zijn volgens de Nederlandse wet of internationale regelgeving. 4 APG gebruikt actief zijn rechten als aandeelhouder. 5 APG maakt zich nationaal en internationaal sterk voor betrouwbare regelgeving om duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur te verankeren. 6 APG is actief op zoek naar aantrekkelijke beleggingen die duurzaamheid bevorderen. 7 APG draagt het verantwoord beleggingsbeleid actief uit om zo duurzaamheid en corporate governance te bevorderen.
8
Internationale normen Als basis voor het verantwoord beleggingsbeleid hanteert APG internationale normen voor duurzaamheid en goed bestuur. Deze normen zijn: – het United Nations Global Compact, – de OECD Guidelines for Multinational Enterprises, – het International Corporate Governance Network Statement on Global Corporate Governance Principles, – de OECD Principles of Corporate Governance. Het duurzaamheids- en governanceteam Bij APG houdt zich een team van acht mensen met ESGvraagstukken bezig. Zo hebben we een full-time ESG specialist in ons kantoor in Hong Kong die de Aziatische context begrijpt en dicht op de bedrijven zit. In Nederland hebben we een duurzaamheidsspecialist die zich alleen met vastgoed bezig houdt en daarmee al zichtbare verandering in de sector op gang brengt. Verder hebben we een mensenrechten specialiste die met bedrijven op indringende wijze praat over moeilijke onderwerpen zoals ondernemen in Birma en Sudan. Het team wordt gecompleteerd met experts op gebied van goed ondernemerschap en duurzaamheidsaspecten. Dit duurzaamheids- en governanceteam werkt onder toezicht van een stuurgroep. De chief investment officer is voorzitter van deze stuurgroep en de verantwoordelijke managers van de verschillende afdelingen hebben er zitting in. Het duurzaamheids- en governanceteam werkt nauw samen met de portfolio managers, de specialisten van de juridische afdeling, account managers en de communicatieafdeling van APG. Het team volgt de ontwikkelingen in het publieke debat en in wet- en regelgeving en analyseert de duurzaamheid van voorgenomen beleggingen. Samen met de portefeuillemanagers beoordeelt het team per sector en per beleggingscategorie de belangrijkste ESG-vraagstukken. In bijlage 2 is meer informatie over het team te vinden.
Intern en extern beheer APG beheert circa 80 procent van het vermogen van haar opdrachtgevers intern en besteedt de rest uit aan externe beheerders. Deze worden vooral voor gespecialiseerde beleggingsstrategieën ingezet. Waar relevant wordt in de overeenkomst met deze beheerders vereist dat zij de uitgangspunten van APG voor verantwoord beleggen overnemen. Liquide beleggingen De werkwijze bij liquide beleggingen is als volgt. 3 Bij liquide beleggingen beslissen de portfoliomanagers over de beleggingen. Regelmatig overleggen de portfoliomanagers en het ESG-team om met behulp van de heatmap en de issuematrix een beter inzicht in kansen en risico’s te krijgen. De portfoliomanagers en de ESG-specialisten spreken samen de prioriteiten af voor verder onderzoek. De ESG-specialisten betrekken de portfoliomanagers bij de voorbereiding op de dialoog met bedrijven. Ook in gesprekken met het management van bedrijven in het kantoor van APG schuiven de ESG-specialisten vaak aan. De volledige aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuilles worden jaarlijks op ondernemingen doorgelicht die het Global Compact van de VN niet naleven of die anderszins bij controverses betrokken zijn. Waar nodig worden de desbetreffende ondernemingen direct aangesproken. Illiquide beleggingen Voor illiquide beleggingen4 stelt de portfoliomanager een beleggingsvoorstel op en legt dit voor aan een commissie van senior managers, onder het voorzitterschap van de Chief Investment Officer. Sinds 1 januari 2009 moet zo’n beleggingsvoorstel een analyse van relevante ESG-vraagstukken bevatten. De ESG-specialisten zijn direct betrokken bij de voorbereiding van alle beleggingsvoorstellen
waarbij ESG relevant is. Zij analyseren de maatschappelijke en milieugevolgen van de voorgestelde beleggingen en zien erop toe dat het ESG-beleid wordt toegepast. Van externe partijen verlangt APG dat ze passend beleid kunnen aantonen en regelmatig aan APG verslag over de prestaties uitbrengen. Het kan voorkomen dat er volgens de ESG-specialisten geen maatschappelijke of milieukwesties spelen, bijvoorbeeld bij beleggingen in muziekrechten of bepaalde financiële producten. ‘Best in class’ APG belegt niet systematisch uitsluitend in ondernemingen met de hoogste score op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (‘best in class’). APG acht die benadering niet geschikt voor de aard en omvang van de portefeuille. APG bewaakt de ESG-score van de beursgenoteerde aandelen en vastrentende waarden in de portefeuille en onderzoekt en voert gesprekken met belangrijke ondernemingen die een lage rating hebben. Informatiebronnen Om ESG optimaal in de beleggingsbeslissingen te integreren, heeft APG toegang tot een groot aantal informatiebronnen. In 2009 waren dat de gespecialiseerde onderzoeksinstituten Riskmetrics, Sustainalytics, Governance Metrics International en Asset4 en verder effectenhuizen, denktanken en academische instellingen (bijvoorbeeld het World Resources Institute), jaarverslagen en jaarvergaderingen, Bloomberg, het Carbon Disclosure Project, adviseurs en diverse niet-gouvernementele organisaties. In bijlage 3 is aangegeven welke niet-gouvernementele organisaties zijn geraadpleegd en welke onderwerpen daarbij aan de orde zijn geweest.
3 Liquide beleggingen, bijvoorbeeld aandelen in beursgenoteerde ondernemingen en de meeste bedrijfsobligaties, kunnen gemakkelijk op de belangrijkste beurzen worden aangekocht en verkocht. 4 Illiquide beleggingen, bijvoorbeeld niet-beursgenoteerd vastgoed, infrastructuur, sommige grondstoffen (bosbouw, landbouwgrond en mijnbouw), hedgefunds, private equity en extern beheerde aandelen- en vastrentende fondsen, zijn niet gemakkelijk verhandelbaar.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
9
APG | Verantwoord Beleggen 2009 APG PIJLERS VOOR VERANTWOORD BELEGGEN CANADA Shell
INTEGRATIE
Verantwoord beleggen is een integraal onderdeel van het beleggingsproces van APG.
Canadian Oil Sands
Canadian Natural Resources
Hammerson
VERENIGDE STATEN Niagara Mills Hydro Solar Power Partners
Merck
IN DIALOOG
VERENIGD KONINKRIJK
BP
Nexen
APG Asset Management US Inc. New York
Wal-Mart
APG gaat de dialoog aan met ondernemingen om duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur te realiseren.
UITSLUITING – SCHENDING VN GLOBAL COMPACT EN WAPENS
Cadbury
APG verwacht van ondernemingen dat zij handelen met respect voor het VN Global Compact en verkoopt zijn belangen als dialoog niet leidt tot verbetering. APG belegt niet in producten die verboden zijn volgens de Nederlandse wet of internationale regelgeving.
Nestlé
BRAZILIË Biogreen Oil
ACTIEF ALS AANDEELHOUDER
APG gebruikt actief zijn rechten als aandeelhouder.
ARGENTINIË Agrarisch bedrijf
BETROUWBARE REGELGEVING
APG maakt zich nationaal en internationaal sterk voor betrouwbare regelgeving om duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur te verankeren. SELECTIE VAN APG FOCUSPUNTEN INVESTEREN IN DUURZAAMHEID
APG is actief op zoek naar aantrekkelijke beleggingen die duurzaamheid bevorderen en draagt het verantwoord beleggingsbeleid actief uit om zo duurzaamheid en corporate governance te bevorderen.
10
NOORD-AMERIKA
Canada: bij oliebedrijven aangedrongen op milieuverbeteringen bij exploitatie teerzanden Verenigde Staten: nieuwe beleggingen in schone energie; schadeclaim bij farmaceut Merck; in dialoog met Wal-Mart over werknemersrechten
ZUID-AMERIKA
Brazilië: belegging in een biobrandstofbedrijf dat volgens de criteria van de Roundtable on Sustainable Biofuels werkt Argentinië: bij een nieuwe investering in een agrarisch bedrijf hebben we toetreding tot Roundtable for Sustainable Soy geëist
WERELDWIJD
ZWEDEN Castellum
VASTGOEDENQUÊTE
STEMMEN
Wereldwijde enquête naar de milieuprestaties van meer dan 200 bedrijven en fondsen
Aandeelhoudersvergaderingen waar APG een stem heeft uitgebracht
NOORD- EN ZUIDAMERIKA 1238 EUROPA 875 AZIË 837 AUSTRALIË 239
RUSLAND Norilsk Nickel
DENEMARKEN DUITSLAND
Klimaattop Windpark Spremberg Kopenhagen Corio NEDERLAND
Drax
FRANKRIJK UnibailRodamco
APG Amsterdam APG Heerlen
CHINA
LUXEMBURG
SPANJE
ZUID-KOREA
Longyuan
ProLogis European Properties
Hankook Tire
Waterkrachtconcern
Zonne-energie project
BIRMA
INDIA
Daewoo International
Arcelor Mittal
Petrochina
Vedanta Resources
KOGAS
POSCO
GHANA Olam International ADM
SOEDAN CNPC
Waterkrachtconcern
Sinopec
ONGC
APG Asset Management Asia Hong Kong
Ramky Enviro Engineers
Petronas
Hershey’s
IVOORKUST
INDONESIË International Fund For Health in Africa
Freeport-McMoRan Barrick Gold
Grassroots Microfinance Fund
PAPOEA-NIEUW GUINEA
AUSTRALIË Infigen International Power
EUROPA
Verenigd Koninkrijk: analyse van de gevolgen van CO2-prijzen Nederland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk: in dialoog met vastgoedbedrijven om milieuprestaties te verbeteren Nederland: aangedrongen op matiging van het beloningsbeleid Rusland: met mijnbouwbedrijf in dialoog gegaan over duurzaamheid
Zweden: lid van de benoemingscommissie bij groot vastgoedbedrijf Luxemburg: bij vastgoedbedrijf aangedrongen op verbetering van aandeelhoudersrechten Denemarken: gepleit voor een sterk internationaal klimaatakkoord Duitsland: belegging in windenergie Spanje: belegging in zonne-energieparken in Andalusië
AFRIKA
Ivoorkust, Ghana: in dialoog met cacaobedrijven over het uitbannen van kinderarbeid Soedan: gesprekken met oliebedrijven over het respecteren van mensenrechten Meerdere landen: investeringen in de gezondheidszorg en microfinanciering
AZIË
India: met mijnbouwbedrijven in gesprek over mensenrechten Birma: gesprekken over het voorkomen van dwangarbeid Indonesië, Papoea-Nieuw Guinea: in dialoog met mijnbouwbedrijven over lozen van afval in rivier India, China: investering in waterkracht, windenergie en afvalbeheer Zuid-Korea: bij bandenfabrikant gepleit voor verbeteren veiligheid
AUSTRALIË
Belegging in toonaangevend windenergiebedrijf; analyse van de gevolgen van CO2prijzen
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
11
Het Global Compact als minimumstandaard
In het Global Compact van de VN zijn de belangrijkste VN-standaarden ten aanzien van mensenrechten, arbeid, milieu en corruptie samengevat. APG wenst niet in bedrijven te beleggen die in strijd met de uitgangspunten van dit Global Compact handelen. Waar aanwijzingen bestaan dat ondernemingen zich aan schendingen van deze principes schuldig maken, gaat APG met deze bedrijven de dialoog aan. APG kan ondernemingen uitsluiten die in strijd met het Global Compact blijven handelen en er geen blijk van geven hun praktijken aan te willen passen. APG heeft vooralsnog geen bedrijven op deze gronden uitgesloten. Sustainalytics/Jantzi, een gerenommeerd internationaal onderzoeksbureau op het gebied van verantwoord beleggen, onderzoekt voor APG welke bedrijven schijnbaar in strijd met de principes van het Global Compact opereren. De meeste van die bedrijven ontplooien activiteiten in Birma of Soedan en zitten veelal in olie, energie of mijnbouw. In deze landen met grote olie- en gasreserves is het lastig om te opereren zonder bij ernstige mensenrechtenschendingen betrokken te raken. Net als in voorgaande jaren heeft APG ook in 2009 een deel van de engagementactiviteiten op ondernemingen gericht die in deze landen zaken doen. Daarnaast staat er op de lijst van Sustainalytics/Jantzi nog een tiental ondernemingen dat onverantwoord met hun afval omgaat, slecht voor hun werknemers zorgt of zich aan corruptie schuldig maakt. Ook met deze bedrijven is APG in gesprek. In beginsel neemt APG ongeveer twee jaar de tijd om een bedrijf de kans te geven zich substantieel te verbeteren. De ervaring leert dat het opbouwen van een vertrouwensrelatie, waarin veranderingen mogelijk zijn, een lange adem vergt. In 2010 zal de dialoog met een aantal ondernemingen worden afgerond en zal de balans worden opgemaakt.
Bedrijven in Birma Total APG bezocht in 2008 de activiteiten in Birma (Myanmar) van het Franse oliebedrijf Total. Tijdens dit bezoek werd duidelijk dat Total zich lokaal voor betere mensenrechten inzet, evenals voor onder meer de bouw van scholen, wegenaanleg en gezondheidszorg. In 2009 zocht Total samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) om haar ontwikkelingsprojecten verder te verbeteren en projecten beter op de belangen van de lokale bevolking af te stemmen.Total reageert alert op misdragingen van legereenheden in het werkgebied en stelt in voorkomende situaties incidenten bij het militaire regime aan de orde. Total bood haar werknemers in 2009 een mensenrechtentraining aan en heeft het voornemen deze jaarlijks te herhalen. In 2009 kwam Total op verschillende manieren tegemoet aan de aanbevelingen van APG om ook op nationaal niveau mensenrechtenkwesties bij het regime aan de orde te stellen. De onderneming organiseerde bijvoorbeeld een training voor overheidsambtenaren over internationaal recht en mensenrechten en heeft aangekondigd dat zij deze training jaarlijks zal aanbieden. Daarnaast toonde Total zich in 2009, in gesprekken met het regime en ook openbaar, bezorgd over het proces tegen oppositieleidster Aung San Suu Kyi. Tot slot drong de onderneming bij andere buitenlandse energiebedrijven aan om in Birma met respect voor mensenrechten te opereren. We blijven de ontwikkelingen volgen maar zien momenteel geen aanleiding om onze positie te heroverwegen. Daewoo International
Ook met bedrijven die niet op deze lijst i.v.m. schendingen van het Global Compact staan, hebben in 2009 engagementactiviteiten plaatsgevonden om het risico-rendementsprofiel van de onderneming of de impact op mens en milieu te verbeteren.
12
In 2008 had APG twee ontmoetingen met het management van het Zuid-Koreaanse Daewoo International in Seoul. APG is bezorgd over de wijze waarop een gasveld wordt ontgonnen in het westen van Birma. APG wil van de onderneming horen hoe zij ervoor zorgt niet betrokken te raken bij mensenrechtenschendingen door het militaire regime. In Rangoon werden gesprekken met het lokaal management gevoerd. In 2009 vond opnieuw een gesprek
in Seoul plaats. Het management heeft aan een aantal aanbevelingen van APG gehoor gegeven. Het implementeerde een gedragscode en verbeterde de externe communicatie hierover. Voorts zei het management de zorgen van APG te delen over mensenrechtenschendingen bij de geplande aanleg van een gaspijpleiding door een Chinese partij. Helaas is nog niet voldaan aan het verzoek van APG om in het contract met deze Chinese onderneming harde garanties op te nemen. APG sprak hierover ook met het Zuid-Koreaans KOGAS, dat partner is in dit gasproject. Immers ook van consortium partners verwachten wij een proactieve houding om ervoor te zorgen dat het gasproject en de pijpleiding op een verantwoordelijke wijze worden uitgevoerd. In 2010 zal APG het gesprek over dit gaspijpleidingproject met Daewoo International en haar partners in het consortium uitbreiden. Mocht de dialoog in 2010 niet leiden tot verbeteringen dan zal APG haar positie in de ondernemingen heroverwegen. SBM Offshore SBM Offshore maakt installaties voor de opslag van olie en gas. In een gesprek met het management van dit bedrijf in maart 2009 heeft APG geïnformeerd naar de maatregelen van SBM Offshore om te voorkomen dat de onderneming bij mensenrechtenschendingen door het Birmese militaire regime betrokken raakt. De onderneming is een gedragscode gaan hanteren en weegt mensenrechtenthema’s mee in de besluitvorming over nieuwe contracten. SBM Offshore heeft verder aangegeven dat het leasecontract met het Maleisische bedrijf Petronas niet zal worden verlengd en heeft inzicht gegeven in de resultaten van audits van toeleveranciers in Birma. In deze audits wordt onder meer op vakbondsvrijheid gecontroleerd.
Bedrijven in Soedan APG en andere institutionele beleggers hebben gesprekken gevoerd met de oliebedrijven CNPC en Sinopec (uit China), ONGC (uit India) en Petronas (uit Maleisië). Deze gesprekken gingen over de werkwijzen van deze ondernemingen in Soedan.
Olie is in dit door armoede en conflicten getergde land een belangrijke bron van inkomsten. Echter berichten over de rol van regeringsmilities in de burgeroorlog in Darfur roepen vragen op of de regering haar prioriteiten bij de ontwikkeling van de bevolking legt. En of het aanstaande referendum over de onafhankelijkheid van Zuid Soedan definitief een einde maakt aan het tijdperk van de conflicten in het zuiden, waar de oliebedrijven actief zijn, is de vraag.APG wil van de oliebedrijven weten hoe zij in Soedan op een verantwoorde manier kunnen ondernemen zonder betrokken te raken bij schendingen van mensenrechten. Denk hierbij aan de manier waarop operaties worden beveiligd of de lokale bevolking wordt gecompenseerd voor verlies aan land. Naast dat we van bedrijven ook in deze situatie verwachten dat ze veilige arbeidsomstandigheden garanderen, vragen we hen om de invloed van hun activiteiten op het milieu en de lokale gemeenschappen goed in kaart te brengen. In voorbereiding op een reis naar Soedan gaf APG een expert de opdracht het effect van de activiteiten van deze bedrijven op de lokale bevolking in kaart brengen. Aan de hand van de onderzoeksresultaten zal APG het gesprek met deze ondernemingen voortzetten.
Bedrijven in de mijnbouw Freeport-McMoRan Freeport-McMoRan loost al jaren mijnafval in een rivier in het Indonesische Grasberg. APG heeft in april 2008 eerste activiteiten op dit gebied ondernomen en in 2009 gesprekken hierover gevoerd in Phoenix (VS), Wilmington (VS) en Londen. Samen met vier Zweedse staatspensioenfondsen en het pensioenfonds van New York City diende APG in juni 2009 tijdens de jaarvergadering een aandeelhoudersresolutie in. Daarin werd voorgesteld een milieuspecialist als commissaris te benoemen. Hoewel ruim dertig procent van de aandeelhouders voor de resolutie stemde, wat uitzonderlijk hoog is voor dergelijke resoluties, heeft het management van Freeport het voorstel niet overgenomen. Toch is tijdens constructieve gesprekken met het manage-
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
13
ment voortgang geboekt. Freeport staat open voor discussie en heeft inmiddels nieuwe informatie over problemen en oplossingen verschaft. Het consortium van investeerders heeft besloten om de resolutie op de jaarvergadering van 2010 opnieuw in te dienen. APG zal Grasberg in 2010 bezoeken, afhankelijk van de veiligheidsomstandigheden in Papoea. Vedanta Resources Vedanta Resources wordt bekritiseerd vanwege een mijnbouwproject in Orissa (India). De lokale bevolking vreest de gevolgen voor haar levenswijze van de ontginning van de mijn. APG had in 2008 een gesprek hierover met Vedanta in Londen en drong er toen op aan de engagementactiviteiten met de lokale bevolking te versterken en de externe communicatie hierover te verbeteren. In een gesprek in 2009 in India werd Vedanta gevraagd, zonder resultaat overigens, in te gaan op de bemiddeling door het OESO-richtlijnencontactpunt met de niet-gouvernementele organisaties die het bedrijf bekritiseren. Wel had Vedanta belangstelling voor de suggesties ten aanzien van communicatie en transparantie. APG blijft zo veel mogelijk gelegenheden aangrijpen om het management op de belangen van de lokale bevolking in Orissa te wijzen. In 2010 zullen we de balans opmaken over de vraag of Vedanta op een verantwoorde wijze haar activiteiten in India kan ontplooien. Arcelor Mittal en Posco APG sprak met Arcelor Mittal en Posco over hun mijnbouwactiviteiten in Orissa. APG moedigt deze bedrijven aan om met elkaar samen te werken met het oog op de belangen van de bevolking bij alle mijnbouwactiviteiten in het gebied. Barrick Gold Het Canadese goudmijnbedrijf Barrick Gold kreeg kritiek te verduren over de schade van de Porgera-mijn (PapoeaNieuw Guinea) voor milieu en gezondheid en in het
14
bijzonder over de afvoer van mijnafval in een rivier. APG steunde een aandeelhoudersresolutie waarin werd opgeroepen een en ander door derden te laten onderzoeken. APG is inmiddels met Barrick in gesprek over de verhoudingen met de lokale bevolking en over meer openheid in rapportage en strategie. Voorts pleit APG voor een betere informatievoorziening over de diverse opties voor het lossen van mijnafval bij Porgera en de milieueffecten daarvan. Op aandringen van APG heeft Barrick de verantwoordelijkheden uitgebreid van de bestuurscommissie Milieu, Gezondheid, Veiligheid en Duurzaamheid.
Bedrijven en arbeidsomstandigheden Wal-Mart APG en de supermarktketen Wal-Mart zijn sinds 2008 in gesprek over de klachten en rechtszaken over arbeidsomstandigheden. In 2009 bleek dat het bedrijf de werknemerstevredenheid heeft gemeten. APG heeft Wal-Mart verzocht de resultaten daarvan en de wijze waarop de arbeidsomstandigheden worden verbeterd, openbaar te maken. De communicatie door het bedrijf is inmiddels verbeterd. Bovendien heeft Wal-Mart in 2009 lopende rechtszaken geschikt en maatregelen genomen om overwerk beter te reguleren. In 2010 staat een vervolg gesprek gepland om te evalueren hoe onze aanbevelingen zijn opgevolgd en wat de resultaten zijn van de stappen zijn die Wal-Mart in 2008 aankondigde. Nestlé APG heeft in 2009 het gesprek met chocoladeproducenten over kinderarbeid in de cacaoproductie voortgezet. APG heeft de desbetreffende producenten gevraagd om duidelijk te maken hoe zij kinderarbeid in hun productieketen willen voorkomen en welke resultaten zij daarbij boeken. APG zou willen dat deze producenten meer controle op hun toeleveranciers uitoefenen, om de aanvoer te kunnen garanderen van cacao die onder verantwoorde omstandigheden is geproduceerd. Sommige bedrijven hebben inmiddels de externe communicatie uitgebreid en
Hankook Tire heeft, na indringende gesprekken, maatregelen genomen om de werkomstandigheden te verbeteren. toegezegd de invloed op de productieketen te zullen versterken. Nestlé heeft op dit gebied verbeteringen gerealiseerd door haar aanpak van de problemen in de cacaoketen te structureren. De onderneming heeft een uitbreiding van de training aan cacaoboeren en van de certificering aangekondigd. Voor de KitKat-reep gebruikt Nestlé alleen nog ‘fair trade’-cacao. Door van kleine boeren in coöperaties in te kopen, krijgt Nestlé meer controle op de cacaotoevoer en de cacao-oogst. Nestlé verbetert zo de omstandigheden van de boeren, waarmee kinderarbeid niet meer zou hoeven voorkomen. Wij houden een vinger aan de pols of deze initiatieven van Nestlé inderdaad leiden tot een uitbanning van kinderarbeid bij haar toeleveranciers. APG blijft met Nestlé en andere bedrijven in gesprek met het oog op constructieve oplossingen van de problemen in de cacaoketen. Hankook Tire In de afgelopen drie jaar zijn vijftien (oud )werknemers van de bandenproducent Hankook Tire in Zuid-Korea overleden als gevolg van ernstige ziektes zoals kanker en hartaanvallen. In de productie wordt met gevaarlijke chemicaliën gewerkt, maar het bedrijf ontkent elk verband daarmee. Deze situatie kan ook financiële gevolgen voor het bedrijf hebben. Afnemers als VW, Renault, BMW en Hyundai Motor verwachten van hun leveranciers dat zij maatschappelijk verantwoordelijk werken. Inmiddels heeft het management van Hankook Tire, na indringende gesprekken, een aantal maatregelen genomen om de werkomstandigheden te verbeteren (waaronder een periodieke medische controle van het personeel). In 2010 zal een duurzaamheidsverslag worden gepubliceerd. Hankook Tire overweegt zich bij het Global Compact van de VN aan te sluiten.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
15
Richtlijnen
Richtlijnen ten aanzien van mensenrechten Onder leiding van het Global Compact van de VN heeft APG meegewerkt aan richtlijnen voor ondernemingen in conflictgebieden. Het is voor zulke ondernemingen vaak niet helder wat ‘good practice’ is. Met de nieuwe richtlijnen kunnen deze bedrijven aan de verwachting van aandeelhouders voldoen dat ze ook in ongewone omstandigheden internationale mensenrechtennormen respecteren en niet bij mensenrechtenschendingen betrokken zullen raken. Deze richtlijnen zullen in 2010 in het gesprek met deze bedrijven worden ingebracht. Daarnaast heeft APG onder leiding van het Global Reporting Initiative meegewerkt aan een nieuwe handleiding voor bedrijven voor rapportages over mensenrechten. Met deze handleiding kunnen bedrijven inzichtelijk maken hoe zij met respect voor mensenrechten opereren. Door op zo’n manier begrip en bewustzijn onder het bedrijfsleven te vergroten, helpt APG de mensenrechtensituatie te verbeteren in landen waar internationale bedrijven actief zijn.
Rapportagerichtlijnen over ESG Met goede ESG-informatie kunnen beleggers risico’s en kansen ten aanzien van duurzaamheid en governance in kaart brengen en deze vervolgens naar beslissingen over beleggingen vertalen. APG verwacht daarom van ondernemingen dat zij over essentiële ESG-vraagstukken verslag uitbrengen (onder meer in het jaarverslag, in een duurzaamheidsverslag en op de website) en dat zij die vraagstukken aan de ondernemingsstrategie koppelen. Op het gebied van informatievoorziening hebben beleggers initiatieven genomen als het Carbon Disclosure Project (CDP)5 en het Forest Footprint Disclosure-project (FFD)6.
5 www.cdproject.net 6 www.forestdisclosure.com
16
Het CDP spoort ondernemingen aan inzicht te geven in hun broeikasgasemissies. Het FFD vraagt duidelijkheid van ondernemingen over (de beheersing van) de effecten op bossen van eigen activiteiten en die van de toeleveringsketen. APG steunt deze initiatieven en werkt er actief aan mee. APG heeft mede leiding gegeven aan een project van het CDP en de Principles for Responsible Investment. Hierin worden ondernemingen aangespoord plannen op te stellen voor de reductie van broeikasgassen of over die uitstoot verslag uit te brengen. Ook door de Europese Commissie is in 2009 onderzocht hoe informatieverschaffing over ESG-factoren het beste kan worden bevorderd. APG nam actief aan deze discussie deel. Ten aanzien van corporate governance vormt transparantie de beste bescherming voor de minderheidsaandeelhouder. APG verlangt van ondernemingen informatie over zaken als stemrecht, structuur en strategie van de onderneming en de eventuele invloed van andere belanghebbenden. Ook initiatieven als de enquête naar de milieuprestaties van de vastgoedsector en de betrokkenheid bij de GRI-werkgroep voor vastgoed zijn gebaseerd op de overtuiging dat transparantie tot betere prestaties leidt én tot betere beslissingen van beleggers.
Beleggen in duurzame oplossingen
Beleggingskansen die tevens maatschappelijke en milieuproblemen helpen oplossen, zoals armoede in ontwikkelingslanden en klimaatverandering, zijn belangrijk voor APG en haar opdrachtgevers. Vanwege de financiële crisis in 2009 heeft APG door een tekort aan mede-investeerders minder dan gewenst in bepaalde fondsen of projecten kunnen investeren. Over investeringen die APG heeft toegezegd, maar nog niet door mede-investeerders zijn bevestigd, kan nog niet worden gerapporteerd. De paragrafen hierna over nieuwe investeringen in 2009 schetsen vooral een representatief beeld en geen uitputtend overzicht.
Nieuw in 2009 Biogreen Oil (10 miljoen dollar toegezegd) Biogreen Oil teelt jatropha en produceert biobrandstoffen in Brazilië. APG heeft als voorwaarde gesteld dat alle activiteiten van Biogreen Oil aan de normen van de Roundtable on Sustainable Biofuels voldoen. International Fund for Health in Africa (12,5 miljoen euro toegezegd) Het Investment Fund for Health in Africa (IFHA) investeert in particuliere bedrijven in de gezondheidszorg, met name die actief zijn op het gebied van apotheekbenodigdheden, ziektekostenverzekering, particuliere ziekenhuizen en laboratoria. Aldus draagt APG in Afrika bij aan een betere gezondheidszorg en toegang daartoe. Grassroots Global Microfinance Equity Fund (30 miljoen dollar toegezegd) Het Grassroots Global Microfinance Equity Fund investeert in microfinancieringsinstellingen wereldwijd. Deze instelingen winnen aan professionaliteit en bieden de sterk groeiende middenklasse in opkomende markten toegang tot financiële dienstverlening.
De geografische onderverdeling van onze beleggingen in microkredieten is momenteel: India 33 procent, overig Azië 8 procent, Latijns Amerika 30 procent, Afrika 27 procent en de rest van de wereld 2 procent.
Nieuw binnen bestaande fondsen die op duurzame oplossingen zijn gericht Het mandaat aan AlpInvest voor schone technologie (250 miljoen euro toegezegd) Het ‘cleantech’-mandaat van APG aan AlpInvest voorziet erin dat APG de helft van het vermogen voor haar rekening neemt dat voor de periode 2007-2010 is toegezegd. Sinds 2007 heeft AlpInvest 412 miljoen euro aan negen Amerikaanse en Europese fondsen in schone technologie toegezegd. Deze fondsen hadden in het tweede kwartaal van 2009 in 57 bedrijven geïnvesteerd. In 2009 werden door een minder actieve financieringsmarkt en een meer terughoudende allocatie door investeerders minder fondsen voor schone technologie geworven. AlpInvest heeft daardoor aan slechts één nieuwe beheerder een investeringstoezegging gedaan. Voorbeelden van recente investeringen door de fondsen waarin AlpInvest belegt zijn: 1 een producent van transmissieloze turbines voor de opwekking van windenergie, 2 een online platform voor het te gelde maken of recyclen van gebruikte elektronische apparatuur, 3 een onderneming die met behulp van technologie algen in natuurlijke olie en biomateriaal omzet, 4 de oprichting van een onderneming voor de buyout van een grote windenergie-ontwikkelingsportefeuille met een pijplijn van 4.000 megawatt, 5 een toonaangevende aanbieder van open beheersoftware voor interoperabele netwerken voor de smart grid van de nutssector en 6 een toonaangevende fabrikant van lithium-ionaccu’s op basis van nanotechnologie voor elektrische auto’s.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
17
Door de ligging in een gebied met grootschalige winning van vervuilende bruinkool, staat dit windpark bij uitstek symbool voor het contrast tussen oude en nieuwe energiebronnen.
Ampere Equity Fund (100 miljoen euro toegezegd)
FE Clean Energy Group (100 miljoen dollar toegezegd)
Het Amperefonds investeert uitsluitend in duurzame energieproductie in West-Europa. Het fonds is 320 miljoen euro groot, waarvan 31 procent van APG afkomstig is. APG streeft naar samenwerking met en tussen de externe managers om te investeren in duurzame initiatieven. Eind 2009 werd het bewijs van het succes van dit beleid geleverd door het Amperefonds en NIBC’s infrastructuurfonds. APG is mede-initiatiefnemer van het Amperefonds en ‘cornerstone’-investeerder in NIBC’s fonds. In december investeerden de beide fondsen gezamenlijk in een portefeuille van 9 zonne-energieparken in Andalusië met een totale capaciteit van 46 MW. Gelegen in het Spaanse zonnige zuiden zorgt de sterke zoninstraling voor maximale benutting van de geïnstalleerde zonnepanelen.
FE Clean Energy Group richt zich op de infrastructuur voor duurzame energie in opkomende markten. In 2009 werd onder meer een investering in een Indiaas waterkrachtconcern goedgekeurd. Daarnaast investeert FE Clean Energy in een waterkrachtconcern in China. De onderneming wil nieuwe elektriciteitsprojecten in Chinese provincies met veel water opzetten. De infrastructuur voor elektriciteit en transmissie is daar nog onderontwikkeld.
Het Amperefonds heeft in 2009 verder onder meer een overname gedaan van windpark Spremberg in Duitsland. Door de ligging in een gebied met grootschalige winning van het vervuilende bruinkool, staat dit windpark bij uitstek symbool voor het contrast tussen oude en nieuwe energiebronnen. Met een totale hoogte van 191 meter van de windturbines tegenover de 160 meter hoge koeltoren van de nabijgelegen bruinkoolcentrale, wint de nieuwe energie het hier van de oude.
Nieuw binnen bestaande algemene infrastructuurfondsen ABN Amro Global Infrastructure Fund ABN Amro Global Infrastructure Fund is in 2009 in het Britse Cory Environmental gestapt. Dit bedrijf exploiteert twaalf afvalstortplaatsen en heeft langlopende contracten met zeven gemeenten voor recycling, straatvegen en afvalverzameling. Cory bouwt nabij Londen een fabriek die energie uit afval gaat genereren. Met een verwerkingscapaciteit van 670.000 ton afval per jaar wordt deze fabriek een van de grootste in zijn soort in Europa. DIF II Infrastructure Fund DIF II Infrastructure Fund richt zich op publiek-private samenwerking en duurzame energieprojecten in Europa. Het fonds heeft onder meer in studentenfaciliteiten in Hertfordshire (VK), scholen in Noord-Londen en een windpark in het Duitse Wehrhain geïnvesteerd.
18
Energy Investors Funds, US Power Fund III
SCI Asia Infrastructure Growth Fund
Nieuwe investeringen in 2009 waren onder andere Niagara Mills Hydro (een waterkrachtproject op de grens tussen Wisconsin en Michigan) en Solar Power Partners (een investering in een distributienetwerk van zonneenergiefaciliteiten).
In 2009 werd geïnvesteerd in Ramky Enviro Engineers Ltd., een pionier in afvalbeheer in India. Dit bedrijf bezit vijftien verwerkingsfaciliteiten voor biomedisch afval, twaalf voor gevaarlijk afval en vijf gemeentelijke faciliteiten voor vast afval. Tevens werd in Crystal Water geïnvesteerd, een van de grootste particuliere waterzuiveringsconcerns van India.
Macquarie European Infrastructure Fund II In 2009 werd Techem aangekocht, een onderneming in gebruiksafhankelijke registratie van energie- en waterkosten. Deze registratie zorgt voor bewust gebruik van energie en daarmee voor aanzienlijke besparingen. Het energiebesparende ‘adapterm’ van Techem zorgt voor een efficiënte beheersing van de verwarmingsperiodes van boilers in gebouwen.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
19
Opkomende ESG-aandachtsgebieden
Azië APG is in 2009 ESG-activiteiten in Azië gestart met een bewaking van de ESG-score van Aziatische aandelenfondsen en de integratie van ESG-factoren bij het doorlichten van infrastructuur en vastgoedbeleggingen. Daarnaast is onderzoek verricht naar het ondernemingsbestuur van tien beursgenoteerde vastgoedbedrijven in Australië, Hongkong en China, de Filippijnen en Indonesië, evenals naar klimaatveranderingsbeleid, ontwikkelingen in de wet- en regelgeving en groene energiesectoren. Dit onderzoek heeft tot investeringen geleid in Longyuan (het grootste windenergiebedrijf van China) en Infigen (de grootste ontwikkelaar van windparken in Australië). Voorts werden directe gesprekken gevoerd met ondernemingen die slecht op ESG scoren en met beurzen en beleidsmakers ten bate van een beter ondernemingsbestuur. Azië wint aan belang voor de wereldeconomie en dus ook voor de beleggingsstrategie van APG. Echter in veel Aziatische landen wijken de duurzaamheids- en governance prestaties sterk af van die in Europa en de VS. In de meeste landen is de milieuwetgeving nog onvoldoende ontwikkeld en zijn veel ondernemingen weinig gevoelig voor milieukwesties. Overheden in Azië hebben veelal een andere benadering van de bescherming van mensenrechten en de controle op goede arbeidsomstandigheden bij bedrijven schiet meer dan eens tekort. Aziatische ondernemingen ondervinden ook weinig druk van consumenten, beleggers en niet-gouvernementele organisaties om normen ten aanzien van milieu en maatschappij in acht te nemen. Niet in de laatste plaats is de corporate governance naar westerse maatstaven vaak slecht geregeld. In dit alles neemt China een aparte plaats in. Het Chinese bedrijfsleven was al in 2009 nagenoeg volledig van de financiële crisis hersteld en Chinese bedrijven zijn actief op de overname van westerse bedrijven uit, om de toevoer van energie en grondstoffen veilig te stellen. Omdat de economische groei in China om een forse uitbreiding van de energievoorraad vraagt, wil het land alle mogelijke energiebronnen aanspreken (inclusief duurzame energie)
20
en tegelijkertijd de energie-efficiëntie verhogen. Niettemin hebben Chinese ondernemingen nog een slechte reputatie op het gebied van milieuvraagstukken. Hetzelfde geldt voor maatschappelijke vraagstukken, bijvoorbeeld als het gaat om de veiligheid in de Chinese mijnen. Mogelijk zal westerse druk ertoe leiden dat ook Chinese ondernemingen de ESG-lat hoger gaan leggen. Ondertussen zoekt APG ook actief naar de investeringskansen voor haar opdrachtgevers die de ontwikkelingen in China bieden.
Vastgoed De aandacht voor ESG bij vastgoedbeleggingen heeft in 2009 een impuls gekregen door de aanzienlijke allocatie naar vastgoed, de constatering dat de vastgoedsector een grote vervuiler is (40% van de wereldwijde CO2-uitstoot) en het feit dat de financiële businesscase voor duurzaamheid binnen vastgoed zeer sterk is. De relatie tussen duurzame gebouwen en de waarde van deze gebouwen is onmiskenbaar. APG is ervan overtuigd dat een duurzame vastgoedportefeuille op termijn een beter risico-rendementsprofiel kent dan een conventionele portefeuille. Vanuit deze overtuiging werden in 2009 criteria voor nieuwe vastgoedinvesteringen gedefinieerd. Daarnaast werd in 2009 door middel van een groot internationaal en uniek onderzoek inzicht verkregen in de mate van duurzaamheid (met name energieconsumptie, waterverbruik, afvalverwerking en CO2-reductie) van de bestaande vastgoedinvesteringen. In dit kader vond een nulmeting plaats waarbij vastgoedondernemingen en -fondsen werden bevraagd over de mate waarin duurzaamheid is geïntegreerd. De nulmeting laat een zeer wisselend beeld zien voor wat betreft beleid en implementatie en het onderzoek richt zich daarom juist op die twee aspecten. Aan het onderzoek hebben ruim tweehonderd beursgenoteerde vastgoedbedrijven (met een marktwaarde van meer dan honderd miljard euro) en private vastgoedfondsen meegedaan. Het is daarom een zeer representatief onderzoek. De deelnemers eraan hebben inmiddels een onderzoeksverslag ontvangen, evenals een opgave van hun milieuperformance en concrete handvatten voor de verduurzaming van de vastgoedportefeuille. Voorbeelden
van de aanbevolen projecten zijn de invoering van ‘groene’ huurovereenkomsten, de introductie van energieprestatiecertificaten voor bestaande objecten en de deelname aan de ontwikkeling van BREEAM voor de Europese markt . Het onderzoek beoogt voorts meer focus en eenduidigheid ten aanzien van duurzaamheid binnen vastgoed te creëren, in die zin dat investeerders, de vastgoedsector en de beleidsmakers dezelfde taal spreken en overeenstemming over de prioriteiten binnen de sector bereiken. In dit kader spreekt APG niet alleen ondernemingen afzonderlijk aan, maar evenzeer de hele sector, via een actief lidmaatschap van het net opgerichte EPRA Sustainability Committee en deelname aan de werkgroep Construction and Real Estate Sector Supplement van het Global Reporting Initiative (GRI).
Teerzanden Voor de vraag naar olie zijn de teerzanden in Canada interessant. De exploitatie ervan is echter kostbaar (het is één van de duurste manieren van productie wereldwijd), energie-intensief en kent een aantal milieuproblemen. Een eerste milieuprobleem is de uitstoot van CO2. Bij olieproductie vanuit teerzanden komt in vergelijking met conventionele olieproductie 1,5 à 2 keer zoveel CO2 vrij. Om aan langetermijndoelen en wetgeving te voldoen, moeten oliemaatschappijen manieren vinden om deze emissies te reduceren. Dat kan door efficiënter te produceren maar uiteindelijk zullen oliemaatschappijen ook CO2 in de grond moeten opslaan. Opslag van alle CO2 is momenteel nog zeer kostbaar en zou de kostprijs van een vat olie met 10 dollar verhogen. Dit zou de rentabiliteit van teerzanden onder druk zetten. De oliemaatschappijen zetten zich nu vooral in om efficiënter te produceren en hebben er vertrouwen in dat de kosten voor CO2-opslag omlaag zullen gaan. Waarschijnlijk zal Shell in 2010 beginnen met de bouw van de eerste grootschalige proef met de opslag van CO2 uit teerzandwinning. Een ander milieuprobleem is de schade aan het landschap. Voor de exploitatie van teerzanden worden in sommige omstandigheden open mijnen gebruikt. Deze schade aan het landschap moet door de oliemaatschappijen worden
hersteld. Momenteel geven oliemaatschappijen slechts zeer beperkt inzicht in hun activiteiten voor landschapsherstel en daardoor is er onvoldoende inzicht in de toekomstige kosten ervan. Een derde probleem zijn de ‘fine tailings’: een mengsel van klei en water dat overblijft nadat de olie van het zand is gescheiden. Dit afval wordt in enorme vijvers opgeslagen om de klei te laten bezinken. ‘Fine tailings’ bezinken echter nauwelijks en inmiddels is de totale oppervlakte van de vijvers tot 140 km2 toegenomen. In 2009 is nieuwe wetgeving van kracht geworden die oliemaatschappijen een ambitieus tijdpad oplegt om het probleem op te lossen. Hoewel de industrie nog enorme stappen moet maken in het oplossen van problemen met ‘fine tailings’, is het merkbaar dat ze meer energie steken in het vinden van innovatieve en duurzame oplossingen. Vanuit beleggingsperspectief moet worden vastgesteld dat een combinatie van hoge milieukosten en een stabilisering van de wereldvraag naar olie de rentabiliteit van de Canadese teerzanden zou kunnen bedreigen. Het is daarom zaak de bedrijven aan te sporen om transparant over de aanpak van milieuproblemen en sociale vraagstukken te zijn, om inzicht in bijkomende kosten te geven en om nieuwe technieken te ontwikkelen die de druk op het milieu kunnen verkleinen en het energie- en waterverbruik kunnen reduceren. In 2009 heeft APG samen met enkele tientallen andere investeerders diverse oliemaatschappijen verzocht aan te geven hoe zij met de verschillende risico’s omgaan. APG en andere investeerders hebben in het najaar van 2009 in Canada een bezoek gebracht aan een groot project van Shell, gesprekken gevoerd met het management van vijf bedrijven en, met de premier van Alberta en met het Pembina Instituut, een onafhankelijke milieudenktank. Ook in 2010 blijft dit voor APG een belangrijk aandachtsgebied. Op de aandeelhouders vergaderingen van BP en Shell worden bijvoorbeeld aandeelhouder resoluties in stemming gebracht over de teerzanden. De resolutie die door een groep van meer dan 100 investeerders is ingediend is goed onderbouwd en we delen een groot deel van de punten. Het verloop van onze gesprekken met de bedrijven zal ons stemgedrag bepalen.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
21
Klimaatverandering Voorafgaand aan de klimaattop in Kopenhagen in december 2009 heeft APG, samen met andere institutionele beleggers, voor een internationale aanpak van klimaatverandering gepleit. APG is actief lid van de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC). Deze groep vormt samen met andere beleggersgroeperingen een coalitie die 190 instellingen vertegenwoordigt, met meer dan 13.000 miljard dollar aan vermogen onder beheer. Deze coalitie heeft een Investor Statement on the Urgent Need for a Global Agreement on Climate Change gepubliceerd. (Zie kader)
Investor Statement on the Urgent Need for a Global Agreement on Climate Change Een sterk internationaal klimaat akkoord zou de volgende onderdelen moeten bevatten: – Emissiereductie doelen voor de ontwikkelde landen van 50 à 85 procent in 2050 en 80 à 95 procent in 2050 – Actieplannen voor ontwikkelingslanden met meetbare en controleerbare doelen – Instrumenten om schone technologie te stimuleren en een effectieve internationale markt voor de CO2-handel – Herziening van het ‘Clean Development Mechanism’ voor emissiereductie projecten in ontwikkelende landen – Nieuwe financieringsregelingen om op grotere schaal in ontwikkelingslanden te investeren – Maatregelen om ontbossing tegen te gaan en bebossing te bevorderen
APG was daarnaast nauw betrokken bij de ontwikkeling van voorstellen om overheden en organisaties als de Wereldbank, in samenwerking met onder meer pensioenfondsen, te bewegen tot investeringen in duurzame energie in de ontwikkelingslanden. Tijdens de klimaattop in Kopenhagen bleven de diverse overheden het oneens over de reductie van broeikasgassen en de bevordering van oplossingen voor klimaatverandering. Wel deden belangrijke ontwikkelingslanden als China, India, Indonesië, Zuid-Afrika, Mexico en Brazilië toezeggingen over uitstootreducties of de uitstoot van CO2 per eenheid bbp. Het binnenlandse beleid van de Europese Unie blijft voorzien in een uitstootverlaging en een energieproductie uit duurzame bronnen van beide 20 procent in 2020. In Kopenhagen werd wel afgesproken dat de internationale aanpak van klimaatverandering ook over bossen moet gaan, omdat ontbossing voor 17 procent aan klimaatverandering bijdraagt. Ook binnen de Verenigde Staten worden maatregelen genomen tegen de opwarming van de aarde.
Het is voor beleggers belangrijk dat een duidelijk signaal wordt afgegeven dat de internationale gemeenschap klimaatverandering serieus gaat aanpakken.
22
Uitsluitingen
Niettemin is het voor beleggers belangrijk dat een duidelijk signaal wordt afgegeven dat de internationale gemeenschap klimaatverandering serieus gaat aanpakken. Die duidelijkheid is nodig om de investeringsgelden te mobiliseren die nodig zijn om CO2 uit de economie te krijgen en temperatuurstijging in te perken. APG zal daarom in 2010 samen met andere beleggers aandringen op een positieve uitkomst van de volgende ronde internationale onderhandelingen, in Cancun in december 2010.
APG belegt niet in ondernemingen die direct bij de fabricage zijn betrokken van antipersoon landmijnen, clusterbommen, chemische of biologische wapens of kernwapens die in strijd met het Nuclear Non-Proliferation Treaty zijn vervaardigd. APG heeft het uitsluitingbeleid in 2009 geëvalueerd en de lijst van uitgesloten ondernemingen bijgewerkt. De tabel in bijlage 5 geeft de lijst van de ondernemingen die zijn uitgesloten dat per 1 januari 2010 van kracht is geworden. Naast dat APG niet wenst te beleggen in bovenstaande activiteiten, doet APG ook afstand van haar aandelen in ondernemingen die bij voortduring blijven handelen in strijd met de uitgangspunten van de VN Global Compact. Daar waar een dialoog met deze ondernemingen niet leidt tot significante verbeteringen van de bedrijfspraktijk zullen we onze positie in deze bedrijven heroverwegen.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
23
Goed ondernemingsbestuur
Aan beleggingen in beursgenoteerde aandelen zijn managementrisico’s verbonden. Dit zijn de risico’s als gevolg van verkeerde beslissingen of onjuist beleid door het ondernemingsbestuur. Het corporate governancebeleid van APG is erop gericht deze managementrisico’s te onderkennen en te beperken.
Beïnvloeding via stemmen Door op aandeelhoudersvergaderingen te stemmen kan APG zaken als benoemingen, het beloningsbeleid en de uitgifte van nieuwe aandelen beïnvloeden. In het in 2009 vernieuwde stembeleid van APG is beschreven hoe op standaardvoorstellen wordt gestemd. Voor afzonderlijke ondernemingen wordt op basis van externe adviezen, met name van Glass Lewis, en in samenspraak tussen de portfoliomanagers en de corporate governance-specialisten het stemgedrag bepaald. Is APG het met bepaalde voorstellen van een onderneming oneens, dan wordt zo veel mogelijk het gesprek aangegaan om standpunten toe te lichten. Over het algemeen blijken ondernemingen daarvoor open te staan en soms worden als gevolg daarvan agendapunten herzien of zelfs ingetrokken. In 2009 heeft APG in ongeveer vijftig landen het stemrecht in aandeelhoudersvergaderingen gebruikt (zie bijlage 4).
Op afstand, persoonlijk of via een volmacht Op aandeelhoudersvergaderingen in Nederland is APG veelal persoonlijk vertegenwoordigd. In 2009 werden tien aandeelhoudersvergaderingen in Nederland bezocht, van Aegon, Corio, Fortis (twee keer), Van Lanschot, OCE, Philips, SNS Reaal, Wereldhave en Wolters Kluwer. Elders in de wereld stemt APG meestal via een elektronisch stemsysteem of wordt een andere institutionele belegger gevolmachtigd om namens APG het woord te voeren. In 2009 heeft APG bijvoorbeeld een volmacht aan PGGM afgegeven voor de aandeelhoudersvergaderingen van de ondernemingen TSMC en Acer in Taiwan. In 2009 heeft de Britse pensioenbelegger Hermes mede namens APG het woord gevoerd op de aandeelhoudersvergaderingen van de autofabrikanten Porsche en Volkswagen.
24
Het steunen van resoluties Met name in de Verenigde Staten, maar ook in Japan en een aantal andere landen worden ESG-vraagstukken vaak in aandeelhoudersresoluties aan de orde gesteld. APG heeft onder meer aandeelhoudersresoluties gesteund over de instelling van een mensenrechtencommissie (bij CocaCola), mensenrechtenprotocollen voor de onderneming en de toeleveranciers (bij Reynolds American Inc.) en een aanpassing van het anti-discriminatiebeleid (bij Eastman Chemical Company). APG heeft in 2009 zelf een resolutie ingediend waarin werd gevraagd een milieu-expert op bestuursniveau toe te voegen (bij Freeport McMoRan). APG zal in het algemeen resoluties steunen waarin om meer ESG-informatie wordt gevraagd. De door APG uitgebrachte stemmen op aandeelhoudersvergaderingen zijn toegankelijk via de onderstaande link: http://www.apg.nl/apgsite/pages/hoe-apg-belegt/ maatschappelijk-verantwoord-beleggen/stemrecht-apg.asp Sinds 2009 heeft APG het stembeleid gepubliceerd op de website. De meest recente versie van het stembeleid is toegankelijk via de volgende link: http://www.apg.nl/apgsite/pages/images/Stembeleid_ NL_tcm124-102770.pdf
Gesprekken met ondernemingsbesturen APG treedt ook buiten de algemene vergadering in gesprek met ondernemingsbesturen, bijvoorbeeld om de agenda van de algemene vergadering voor te bereiden. Vanzelfsprekend zien alle betrokkenen er dan nauwlettend op toe dat er geen koersgevoelige informatie wordt besproken. In die gesprekken werkt APG regelmatig samen met andere beleggers. De organisatie Governance Platform is hierbij in Europa behulpzaam. In verschillende landen waar toezichthouders zo’n samenwerking beletten, heeft APG erop aangedrongen goed aan te geven wat wel of niet toelaatbaar is.
De Britse regelgever en de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten hebben wat dat betreft in 2009 de regels nader toegelicht. Meestal zijn de gesprekken met ondernemingsbesturen niet openbaar, maar in 2009 werd een uitzondering gemaakt ten aanzien van de dialoog met het bestuur van de vastgoedonderneming Prologis European Properties.
Gesprekken over de bestuurssamenstelling APG hecht veel belang aan een juiste bestuurssamenstelling. Om te beginnen vindt APG de scheiding tussen het toezicht op en de uitvoering van beleid essentieel. In landen met een zogenoemde ‘one tier board’-structuur betreft dit de scheiding van de functies van ‘chairman’ en ‘chief executive officer’ (zoals in Nederland een scheiding tussen de voorzitter van de raad van commissarissen en de voorzitter van de raad van bestuur). Samen met andere beleggers benaderde APG in de Verenigde Staten meer dan honderd ondernemingen om aandacht voor deze functiescheiding te vragen. In Europa werd hetzelfde gedaan bij de Franse bedrijven Veolia en AXA. Overigens is de rol van aandeelhouders bij het nomineren en benoemen van bestuurders van land tot land verschillend geregeld. Het Italiaanse ‘voto di lista’-systeem houdt bij ondernemingen met een dominante grootaandeelhouder enkele plekken in de raad van commissarissen vrij voor voordrachten van minderheidsaandeelhouders. Samen met Italiaanse institutionele beleggers nomineerde APG kandidaatcommissarissen bij enkele ondernemingen. Het Zweedse ‘election committee’ van de vier grootste aandeelhouders van een onderneming draagt kandidaat-bestuurders voor aan de algemene vergadering van aandeelhouders. In 2009 werd APG lid van het ‘election committee’ van de Zweedse vastgoedonderneming Castellum AB. In de Verenigde Staten wilde het Californische pensioenfonds CalPERS bij veertien ondernemingen aandeelhouders zeggenschap over de benoeming van bestuurders geven. APG steunde dit streven en kondigde aan een voorstel van die strekking op de agenda van de algemene vergadering van aandeel-
houders te plaatsen, indien het bestuur niet zelf met voorstellen zou komen. In bijna alle gevallen leidde deze gezamenlijke aanpak tot het gewenste resultaat.
Gesprekken over beloning De bestuurdersbeloning leidde in 2009 nogal eens tot ophef op aandeelhoudersvergaderingen. Zo keerde de meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders op de vergadering van VastNed Retail zich principieel tegen de toekenning van een buitengewone bonus aan de directie. Het voorstel vormde voor deze aandeelhouders een belangrijke reden om de raad van commissarissen niet te dechargeren over het in 2008 uitgeoefende toezicht. In een nieuwe buitengewone vergadering werd, na een dialoog, een en ander rechtgezet. Bij Koninklijke Shell had het bestuur, net als in 2008, zijn discretionaire bevoegdheid gebruikt om de bestuurders bonussen toe te kennen die niet met de gemeten prestaties overeenkwamen. Daarom stemde APG samen met andere beleggers tegen het verslag van de remuneratiecommissie. Het bestuur van Shell nam daar goede nota van en kondigde aan om in 2010, na overleg met de aandeel houders, een nieuw beloningsbeleid voor te zullen stellen. Opmerkelijk ook was het voorstel van aandelenbeurs Hellenic Exchanges om de uitoefenprijs van uitstaande opties te halveren, om zo de bestuurders in de gelegenheid te stellen nog iets aan hun (door de dalende beurskoers waardeloos geworden) opties te verdienen. APG was tegen een dergelijke compensatie. Onder meer omdat APG een grootaandeelhouder van Hellenic Exchanges is, toonde het management zich daar gevoelig voor en trok het voorstel in.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
25
Gesprekken met regelgevers Om haar positie als minderheidsaandeelhouder in circa vierduizend bedrijven wereldwijd te beschermen en haar aandeelhoudersrechten te kunnen gebruiken, acht APG goede wet- en regelgeving van groot belang. Daarom neemt APG actief deel aan nationale en internationale discussies, consultaties, werkgroepen en samenwerkingsverbanden, zoals Eumedion (in Nederland), Council of Institutional Investors (in de Verenigde Staten), Asian Corporate Governance Association (in Azië) en International Corporate Governance Network (internationaal). Waar mogelijk werkt APG samen met andere institutionele beleggers, zoals in 2009 in Griekenland (om de regering aan te sporen de Europese aandeelhoudersrichtlijn zodanig te implementeren, dat het voor buitenlandse beleggers eenvoudiger zou worden om hun stemrecht te gebruiken), in Zweden (om bij de toezichthouder op betere regels voor overnamebiedingen aan te dringen), in Amerika (waar APG
26
haar steun uitsprak voor aangekondigde verbeteringen in corporate governance), in de Filippijnen, Maleisië en Japan (waar eveneens over verbeteringen in corporate governance werd meegediscussieerd) en in Zuid-Korea (waar APG en andere beleggers bij de regering protesteerden tegen plannen om nieuwe beschermingsconstructies voor beursgenoteerde ondernemingen in te voeren).
Het verhalen van schade In 2009 heeft APG haar aandeelhoudersrechten bij de herstructurering van Fortis gebruikt om de schade te verminderen. Daarnaast heeft APG bij de Europese Commissie geklaagd over de schade van minderheidsaandeelhouders in Hellenic Telecom Organisatie door transacties tussen de Griekse regering en Deutsche Telecom. In de Verenigde Staten zijn de wettelijke mogelijkheden voor aandeelhouders om schade op ondernemingen te verhalen groter dan in Europa. APG is in de Verenigde
APG heeft aandeelhoudersresoluties gesteund over de instelling van een mensenrechtencommissie, mensenrechtenprotocollen en een aanpassing van het anti-discriminatiebeleid. Staten geregeld betrokken bij ‘class actions’ van aandeelhouders tegen beursgenoteerde ondernemingen, bijvoorbeeld bij schade door fraude. APG is daar in de meeste gevallen passief bij betrokken, maar in sommige gevallen ook actief. Momenteel leidt APG een ‘class action’ tegen het farmaceutische bedrijf Merck, dat de onderzoeksresultaten naar de werking van een medicijn heeft gemanipuleerd. Beleggers kunnen in de Verenigde Staten ook via een ‘opt out’ een eigen procedure beginnen, in plaats van aan een ‘class action’ mee te doen. In 2009 heeft APG voor zo’n ‘opt out’ gekozen in het proces tegen de Amerikaanse bank Wachovia, diens overnemer Wells Fargo en vijf voormalige bestuurders van Wachovia.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
27
Voornemens
Het puur vanuit financieel perspectief doorgronden van ESG-vraagstukken wordt voor institutionele beleggers steeds belangrijker. APG blijft tegelijkertijd haar maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen en derhalve met deze vraagstukken omgaan op een manier die bij haar opdrachtgevers past. In 2010 en de jaren daarna zullen discussies en activiteiten voortgaan ten aanzien van klimaat (veel landen houden vast aan hun klimaatdoelen en voeren beleid uit om hun emissies te reduceren) en in december 2010 zal er een klimaattop in Mexico plaatsvinden), maatschappij (met name ten aanzien van veilige en gezonder werkomstandigheden en mensenrechten) en ondernemingsbestuur (denk aan beloningspraktijken en deskundigheid van bestuurders). In dit kader heeft APG zich voorgenomen om in 2010 voor iedere beleggingscategorie een formele ESG-strategie te ontwikkelen.
28
De engagementinspanningen van APG zullen op vraagstukken worden gericht die een hoge prioriteit hebben ten aanzien van verantwoord ondernemen en financiële relevantie voor de portefeuille. Nieuwe projecten moeten bijdragen aan de integratie van ESG-factoren en de verbetering van de ESG-kwaliteit van de portefeuille. APG blijft zoeken naar beleggingsmogelijkheden die bijvoorbeeld klimaatverandering en armoede tegengaan en tegelijkertijd aan de financiële rendementseisen voldoen en blijft zich inzetten voor een internationale aanpak van dergelijke problemen. Voor wat betreft corporate governance volgt APG de acties van niet-uitvoerende bestuurders in ondernemingen en zal waar dat relevant is voor en na jaarvergaderingen over de stemkeuze in gesprek met het ondernemingsbestuur gaan.
Bijlage 1: de ‘heatmap’
Bedrijf
Score op Score op Corporate Voldoet aan duurzaamheid Governance Global Compact (externe leverancier) (externe leverancier) (externe leverancier)
Bank Oliemaatschappij Zakenbank Electronicaproducent Oliemaatschappij Autoproducent Telecombedrijf Verzekeringsmaatschappij Voedingsmiddelenbedrijf Farmaceutisch bedrijf Utiliteitsbedrijf Mijnbouwbedrijf Bierproducent Retailbedrijf Farmaceutisch bedrijf
B A BBB AAA BB AA CCC AA A AAA BBB CCC AAA BBB AA
7,00 9,50 4,00 8,50 5,00 5,00 7,00 6,50 6,00 7,50 10,00 5,00 4,50 9,50 3,00
ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja nee ja ja ja
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
31
Bijlage 2: Het duurzamheids- en governanceteam
Rob Lake, hoofd duurzaamheid Rob Lake is verantwoordelijk voor de integratie van duurzaamheidsaspecten in het beleggingsproces voor alle beleggingscategorieën. Hij is lid van de programmaraad van het onderzoeksprogramma voor duurzaam beleggen (gefinancierd door MISTRA, het milieu-onderzoeksagentschap van de Zweedse overheid), van de adviesraad van het Envest-programma van het World Resources Institute en van de adviesraad Socially Responsible Investment van de Ecole polytechnique, Parijs, en de Universiteit van Toulouse. Van 2000 tot 2006 was hij hoofd corporate engagement bij Henderson Global Investors in Londen . Claudia Kruse, senior duurzaamheids- en governancespecialist Claudia Kruse richt zich op het aangaan van betrekkingen met ondernemingen ter verbetering van hun duurzaamheidsprestaties, met de nadruk op milieuaspecten. In haar vorige functie was zij vice-voorzitter en hoofd milieu-, sociaal en governance-onderzoek bij JP Morgan Securities in Londen. Van 2002 tot 2007 was zij directeur governance en duurzaam beleggen bij F&C Asset Management in Londen en van 2000 tot 2002 werkte ze bij ESG-onderzoeksbureau CoreRatings.
32
YK Park, senior duurzaamheidsspecialist voor Azië YK Park is werkzaam in Hongkong. Haar rol betreft de integratie van ESG-factoren in de Aziatische beleggingen van APG en het aangaan van betrekkingen met Aziatische bedrijven. In een eerdere functie werkte ze bijna drie jaar bij de Association for Sustainable & Responsible Investment in Asia. In deze functie richtte zij zich op het creëren van fondsen voor ‘socially responsible investing’ en portals voor giftige stoffen en op het implementeren van het Carbon Disclosure Project. Zij heeft voor tal van Koreaanse en wereldwijde beleggers ESG-onderwerpen becommentarieerd en was van 1992 tot 2002 beleggingsanalist voor internationale investeringsbanken in ZuidKorea. Zij werd Bachelor of Arts in de informatiewetenschap aan de Yonsei Universteit in Korea. Anna Pot, senior duurzaamheidsspecialist Anna Pot is verantwoordelijk voor de dialoog met ondernemingen ten aanzien van mensenrechten en voor het beheer van het APG-beleid voor uitsluiting en kwesties van landenrisico’s. Eerder was zij coördinator voor het mensenrechten en bedrijfslevenprogramma van Amnesty International Nederland en fondsmanager van een duurzaam beleggingsfonds bij ING.
Erik-Jan Stork, senior duurzaamheidsspecialist Erik-Jan Stork is verantwoordelijk voor de verdere integratie van milieu- en sociale factoren in het beleggingsproces voor beursgenoteerde aandelen. Samen met de portfoliomanagers analyseert hij ondernemingen op nietfinanciële criteria en voorziet deze van vanuit beleggingsperspectief relevante onderzoeksinformatie. Daarnaast is hij sectoranalist voor bedrijven op het gebied van zonneenergie. Eerder was hij gedurende tien jaar duurzaamheidsadviseur bij KPMG Sustainability. In deze functie adviseerde hij ondernemingen in het kader van hun duurzaamheidsstrategie en controlesystemen. Daarvoor werkte hij bij Shell, waar hij het eerste bedrijfsbrede broeikasgassysteem opzette. Sander Paul van Tongeren, senior duurzaamheidsspecialist voor vastgoed wereldwijd Sander Paul van Tongeren is verantwoordelijk voor alle duurzaamheidskwesties binnen de beleggingscategorie vastgoed. Hij heeft eerder tien jaar ervaring opgedaan bij Diageo, Corporate Express en ING. Hij was portefeuillemanager ad interim bij ING Real Estate European Office Fund en businessmanager van twee pan-Europese industriële fondsen. Hij behaalde aan de Universiteit van Amsterdam het doctoraal Bedrijfskunde en de Executive Master’s Degree Finance and control en werkt momenteel aan de afronding van een doctoraalstudie Vastgoed aan de Amsterdam School of Real Estate.
Paul Frentrop, hoofd corporate governance Hoofd corporate governance Paul Frentrop was eerder directeur van beleggingsadviesbureau Deminor Nederland. Hij begon zijn loopbaan als financieel journalist, waarna hij bedrijfssecretaris werd van handels en private bank MeesPierson. In 2002 voltooide hij zijn doctoraalscriptie ‘The history of corporate governance 1602-2002’ aan de Universiteit van Tilburg. In deze scriptie volgt hij het spoor van actuele governancekwesties terug tot de Vereenigde Oostindische Compagnie in de zeventiende eeuw. Paul Frentrop is tevens bestuurslid van het ING Trust Office. Bram Hendriks, corporate governance-specialist Bram Hendriks is verantwoordelijk voor het beleid en alle activiteiten met betrekking tot stemmen op afstand. Daarnaast richt hij zich in het bijzonder op corporate governance in Azië.
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
33
Bijlage 3: geraadpleegde niet-gouvernementele organisaties
Hieronder is aangegeven welke niet-gouvernementele organisaties APG heeft geraadpleegd en welke onderwerpen daarbij aan de orde zijn geweest. Organisatie AidEnvironment Amnesty International Bank Track BothEnds Business Human Rights Resource Centre CDA Earth Rights International Global Reporting Initiative Good Electronics Network HOPE International Development Agency Human Rights Watch IKV Pax Christi International Labour Organisation Campagne tegen Wapenhandel Landelijke India Werkgroep Milieudefensie/Friends of the Earth NL National Wildlife Federation Natuur en Milieu Oxfam/Novib Pembina Institute Roundtable on Responsible Soy SOMO UN Global Compact Utz Certified World Resources Institute World Wildlife Fund (Wereldnatuurfonds)
34
Onderwerp Mensenrechten, landbouw en duurzaamheid Mijnbouw in India RWE Duurzame ontwikkeling en particuliere sector Mensenrechten Birma, Soedan Birma Mensenrechten; duurzaamheid in vastgoed Arbeidsomstandigheden toeleveringsketen Birma Birma en Soedan Soedan, wapens Birma Wapens India Biobrandstoffen Roundtable on Sustainable Biofuels Nieuwe kolengestookte elektriciteitscentrales Armoede in ontwikkelingslanden Oliezanden Duurzaamheid bij sojaproductie Duurzaamheid en de sector telecommunicatie Conflictgebieden Kinderarbeid en cacao Klimaatverandering, water, bossen, biobrandstoffen Bossen
Land Nederland Internationaal Nederland Nederland VK Canada Birma Office Internationaal Nederland Birma Office VS Nederland Birma Office Nederland Nederland Nederland VS Nederland Nederland, VK Canada Argentinië Nederland Internationaal Nederland VS Internationaal
Bijlage 4: stemmingen in aandeelhoudersvergaderingen
De tabel hieronder geeft de regio’s weer waar het meest in aandeelhoudersvergaderingen is gestemd (met daarbij de aantallen aandeelhoudersvergaderingen waarin is gestemd).
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Verenigde Staten Europa (exclusief VK) Japan Verenigd Koninkrijk Canada Australië China India Taiwan Korea
970 581 339 294 268 239 151 132 108 107
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
35
Bijlage 5: uitgesloten bedrijven
Het is uitgesloten dat APG in de onderstaande bedrijven belegt (met daarbij de reden voor uitsluiting). Onderneming Aerostar Alliant Techsystems Gencorp General Dynamics Goodrich Corporation Hanwha Kaman Corporation Larsen and Toubro Ltd
Land Roemenië Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zuid-Korea Verenigde Staten India
L-3 Communications Lockheed Martin Magellan Aerospace Norinco International Cooperation Poongsan Raytheon Singapore Technologies Engineering Textron Tata Power Ltd. Valentec Systems Inc Zodiac Aerospace
Verenigde Staten Verenigde Staten Canada China Zuid-Korea Verenigde Staten Singapore Verenigde Staten India Verenigde Staten Frankrijk
36
Reden voor uitsluiting Clusterbommen Landmijnen, clusterbommen Landmijnen, clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen Landmijnen, clusterbommen Clusterbommen Landmijnen, clusterbommen en kernwapens in overtreding van Non-Proliferation Treaty Clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen Landmijnen, clusterbommen Landmijnen, clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen Clusterbommen
Bijlage 6: Rapportage United Nations Principles for Responsible Investment
Principe 1. Wij betrekken ESG-onderwerpen in onze beleggingsanalyses en in het besluitvormingsproces 2. Wij zijn actief aandeelhouder en betrekken ESG-onderwerpen in ons aandeelhouderschapsbeleid 3. Wij vragen om geschikte rapportage over ESG-onderwerpen van de vennootschappen waarin wij investeren 4. Wij bevorderen acceptatie en implementatie van de principes in de beleggingssector 5. Wij werken samen aan verbetering van onze effectiviteit in invoering van de principes 6. Wij rapporteren allen over onze activiteiten en vorderingen ten aanzien van de invoering van de principes
Pagina 6-7, 20-21 12-15, 20-12, 24-25 6, 16 6, 16, 20 13, 14, 20, 21, 22 5 t/m 27
APG Verslag Verantwoord Beleggen 2009
37
Uitgave APG Postbus 4874, 6401 JS Heerlen Oude Lindestraat 70, 6411 EJ Heerlen Telefoon 045 579 8100 Fax 045 579 2194
[email protected] www.apg.nl Infographic Information Design Studio, Amsterdam Fotoverantwoording: Adek Berry/AFP Photo Ton Koene/ANP Photo Olaf Kraak/ANP Photo Pascal Rossignol/Reuters Druk- en bindwerk Roto Smeets GrafiServices Eindhoven Heerlen, 2010 APG
40.0802.10