Verslag van de Werkconferentie Platform Wmo Utrecht 4 maart 2013 en het advies aan wethouder Victor Everhardt
www.utrecht.nl
DE KERNWAARDEN VAN HET PLATFORM WMO UTRECHT
NORMALITEIT / ZINGEVING 'Ieder mens is anders en dat is normaal' 'Ieder leeft op eigen wijze'. 'Mensen uitnodigen om iets te brengen in de samenleving'.
COMPASSIE / ONTFERMING 'Met mededogen je buren (in brede zin) zien en er voor hen zijn'.
SOLIDARITEIT 'Houdt in de gaten, je hoeft niet altijd te vragen om geholpen te worden'.
INTEGRAAL INTEGRAAL 'Een mens is één geheel, zorg dat de zorg dat ook is'. 'Samenleven is niemand buiten de kring laten staan'.
Idealen in de praktijk 4 maart 2013 Vooraf Steeds meer taken op het terrein van zorg, welzijn, wonen, werk en inkomen worden naar gemeenten overgedragen. Maatregelen die gevolgen zullen hebben voor inwoners en maatschappelijke partners in de stad en zeker ook voor de gemeente zelf. In de Utrechtse aanpak 'Meedoen naar Vermogen' wordt eerst gekeken naar wat mensen zelf kunnen, hoe zij krachtiger kunnen worden en waar familie, vrienden of buren inzetbaar zijn als sociaal netwerk. Voor het ontwikkelen van beleid op het sociale domein is het noodzakelijk om een vertaalslag te maken van idealen naar de eigentijdse praktijk. Eigen Kracht en Solidariteit verdienen verdieping en versterking om mensen echt te laten Meedoen naar vermogen. Hoe 'vertaal' je deze begrippen in beleid en uitvoering en hoe breng je het maatschappelijk effect in beeld? Waar liggen mogelijkheden en kansen? De leden van het Platform Wmo zijn onafhankelijke deskundigen uit de Utrechtse praktijk, die de wethouder adviseren over Wmo onderwerpen en hoe inwoners daarbij betrokken zijn. In deze werkconferentie zijn zij in gesprek gegaan met professionals uit het zorg- en welzijnsveld, met de Utrechtse politiek, met vertegenwoordigers van inwoners, belangengroepen en ambtenaren. In dit verslag vindt u de samenvatting van de vier inleiders, het gesprek met bewoners, de resultaten van de dialoogsessies en het advies dat het Platform Wmo heeft opgesteld voor wethouder Everhardt.
1. Samenvatting van de inleidingen In zijn inleiding sprak de voorzitter van het Platform Wmo Marius Buiting, Buiting zijn enthousiasme uit over de Utrechtse aanpak in de transitie van AWBZ naar Wmo. Utrecht kiest voor een vernieuwende inzet op wijkniveau, zet de mens centraal en probeert in overleg met uitvoerende partners de vraagstukken die er liggen in beleid te vertalen. Daarnaast noemde Marius ook de bezorgdheid die bij het Platform leeft of het wel lukt om de ondersteuning en de zorg te blijven bieden die nodig is voor die mensen die daarvan afhankelijk zijn in hun leefsituatie. De door het Platform geformuleerde waarden komen hieruit voort en gaan over blijven participeren, over mensen om je heen niet uit het oog verliezen en over met elkaar integraal ondersteuning en zorg verlenen. In deze werkconferentie wil het Platform haar enthousiasme en haar zorgen met de aanwezigen delen en met hen de dialoog aangaan over de operationalisering van de waarden die zij hebben benoemd.
Marius vertaalde de Wmo in 'Wij met ons'! Hans van Ewijk van de universiteit van Humanistiek vertelde dat de hoeders van de waarden in de samenleving vroeger de religieuze zuilen waren. Nu is dat overgedragen aan de overheid en straks is dat de Wmo; de samenleving, de mensen zelf die samen met professionals en overheid de waarden moeten toepassen en uitdragen. Ook gaf hij aan dat iedereen het wel eens is over het belang van waarden in de samenleving, maar dat de vraag is hoe je het goede goed doet. Een kanteling is nodig van het heelbaarheidsthema naar het leefbaarheidsthema, van behandelen naar begeleiden, van therapeutiseren naar socialiseren. Dat vraagt moed, het bestaande anders ordenen is niet genoeg. We moeten met zijn allen op zoek naar het hervinden van eenvoud en het verbinden van kennis en de zorg voor elkaar in de buurt.
De mens kan meer dan wij denken en dan hij zelf denkt! Victor Everhardt, Everhardt wethouder van onder andere Welzijn/Wmo en Volksgezondheid, wil met de Utrechtse partners van zorg en welzijn de omslag maken. Zijn uitgangspunten: De Utrechter centraal in wijk, buurt en straat. Het moet eenvoudiger en begrijpelijker. Het is te complex geworden (teveel mensen, teveel formulieren, teveel details). Achter het jargon van Eigen Kracht zit een gezamenlijk koersen op de Civil society. We willen kantelen van de institutionele wereld naar de leefwereld van mensen. En, het gaat ook over geld, het moet minder maar het mag ook minder. Durven loslaten en willen veranderen met passie en integriteit. Victor onderkent ook de waarde van psychisch welbevinden om mee te kunnen blijven doen in de maatschappij en het belang van een sociaal, betrokken omgeving/netwerk. De overheid moet de discussie en het gesprek met cliënten en professionals blijvend organiseren.
Op naar de meest sociale stad van het land! Yvonne van Gilse, Gilse directeur van het LOC, de landelijke organisatie van cliëntenraden, zegt dat het over mensen gaat, op zoek naar hun eigen manier van leven en hoe dat vorm te geven. Verschillen tussen mensen zijn normaal. In het huidige standaardaanbod van ondersteuning en zorg herkennen mensen/cliënten zich niet. Meer van hetzelfde zal niet werken, dus het moet anders. Yvonne maant cliënten en cliëntenraden om 'het recht op' los te laten en in gesprek te gaan over wat past. Solidariteit is niet hetzelfde willen als je buurman, maar datgene willen waar je baat bij hebt. Zijn we samen klaar voor de omslag van de vanzelfsprekendheid van de verzorgingsstaat naar de zorgzame samenleving? Een proces dat in ruim 60 jaar is opgebouwd is niet in 3 jaar tijd omgebouwd. Dat vraagt een grote inspanning van iedereen. De professional van morgen moet anders worden opgeleid, de aanbieders moeten over grenzen heenkijken, de mensen zelf moeten meer denken in eigen oplossingen.
Loslaten in Vertrouwen is het advies van Yvonne aan het openbaar bestuur!
2. DE PRAKTIJK IN BEELD: in gesprek met bewoners Voorzitter Marius Buiting in gesprek met Magda Spermon die haar ervaringen met informatie, advies, ondersteuning en hulp van professionals en professionele organisaties wil delen en met Mariska van Keulen en Kees Fortuin, Fortuin die actief zijn in een buurthuis in zelfbeheer in de wijk Hoograven, waar bewoners zorg dragen voor de activiteiten en het beheer. Het verhaal van Magda De overheersende gedachte van mij als ervaringsdeskundige (mijn partner werd in zeer korte tijd volledig hulpbehoevend) is dat het beschikbare budget leidraad is bij de zorg die verleend wordt. Uit contact met het WMO loket bleek dat hulp niet in gang gezet kon worden vanwege ziekte en vakantie van het allereerste aanspreekpunt. Voor mij absoluut onbegrijpelijk dat er geen personele bezetting/vervanging was tijdens kantooruren op het Wijk Service Centrum in Vleuten. Uiteindelijk heeft de contactpersoon van Careyn ons adequaat en naar volle tevredenheid geholpen. Hij was altijd bereikbaar en wij voelden ons door hem 100% begrepen en gesteund. Toen eenmaal de thuiszorg in gang was gezet (voorlopig 1 uur douchen per week) en een indicatie ZZP 5 afgegeven was, was het maar afwachten wanneer er iemand beschikbaar zou zijn voor hulp. Je moet je richten naar de beschikbare personen en hun manier van werken. Het is bekend dat mensen met dementie gebaat zijn bij vaste regels en rituelen. Zo waren wij gewend ’s avonds te douchen, m.i. ook belangrijk bij incontinentie. Dat was niet mogelijk gezien de werktijden. Met een douchebeurt tot 10 uur in de ochtend was ons leven uit balans, temeer daar de hulp vasthield aan de eigen manier van werken. Dat betekende een vermoeiende start van een nieuwe dag. Preventief advies werd niet gegeven over bv. de te verwachten incontinentie. Dergelijke praktijkadviezen hadden me werkelijk geholpen. Het gevolg was dat ik steeds achter de feiten aan liep. Dit betekent dat de hulpverleners meer inzicht moeten hebben in diverse gradaties van de ziekte en verloop. Waar ik destijds ook behoefte aan had was een oppas zodat ik even weg kon voor boodschappen, sociale contacten e.d. Dat bleek volstrekt onmogelijk te regelen. Er is wel een particuliere organisatie à €95 euro per uur, op afroep beschikbaar, echter financieel niet haalbaar voor mij. De dagbesteding in Vleuten was op mijn verzoek bereid de uren aan te passen t.w. van 13.00 uur tot 17.30 uur. Echter door de ziekte was dit ook niet meer mogelijk. Mijn partner werd opgenomen in een verpleeghuis en overleed na 3 weken. Hulp heeft uiteindelijk weinig soelaas geboden. Enerzijds door de beperkingen van de organisatie m.b.t. de werkzaamheden en anderzijds door het onvoldoende inspelen op de te verwachten problemen. Ik was teleurgesteld over de beperkte mogelijkheden van hulp. Belangrijk nog te zeggen dat de mensen die kwamen voor intake en douchebeurt allervriendelijkst en met respect omgingen met mijn partner, bijna op het kinderlijke af, terwijl het een hoog opgeleide en intelligente man was. Mijn partner en ik hadden een LAT relatie en woonden volkomen zelfstandig. Toen hij niet meer alleen kon blijven kwam hij bij mij in huis. Het gevaar gekort te worden op de AOW hing als dreiging boven ons hoofd. Er zijn veel regels om ontheffing aan te vragen en daar is ook tijd mee gemoeid.
Het moet een punt van aandacht zijn voor de overheid dat, indien zorg verleend wordt vooruitlopend op opname (er was immers ZZP5 geïndiceerd), de AOW niet gekort wordt". De knelpunten op een rij: - Eind van het jaar geen pgb budget om zelf hulp in te kunnen schakelen. - Geen vervanging personeel bij het Wmo-loket. - Aandacht voor preventief advies vanuit kennis van ziekte en het verloop daarvan. - Geen zorg in acute noodsituatie. - Dagbesteding uren zelf regelen. - Oppas onmogelijk. - Gekort worden op de AOW wanneer je je zwaar zorgbehoevende partner in huis neemt.
Het verhaal van Mariska van Keulen en Kees Fortuin Met Mariska van Keulen en Kees Fortuin praat Marius over het zelfbeheer van buurthuis De Nieuwe Jutter, een buurthuis in de Utrechtse Rivierenwijk en sinds 2008 in eigen beheer van diverse bewonersorganisaties. Volgens Mariska en Kees is De Nieuwe Jutter een plek waar mensen graag komen om anderen te ontmoeten en voelen ze zich er thuis. Activiteiten worden voor en door buurtbewoners georganiseerd en beheerd. Sinds het buurthuis in zelfbeheer is bij de bewoners zijn de kosten gehalveerd en is het aantal bezoekers verdrievoudigd! Het netwerk van zzp’ers Dirk! in Dichterswijk en Rivierenwijk heeft aansluiting gezocht bij het buurthuis. Er zitten in de wijk naar schatting 800 zzp’ers, waarvan er ongeveer 130 bij Dirk! zijn aangesloten. Ze zoeken de verbinding met het buurthuis vanuit de visie dat hoog- en laag opgeleide buurtbewoners niet met de rug naar elkaar moeten staan. Het gevolg is heel veel nieuwe dynamiek waarbij de verschillende groepen in de wijk elkaar goed aanvullen. Volgens Kees is de Jutter-aanpak in Utrecht uniek op het punt van eigen kracht van burgers. Er komt bv. een vraag van een deelnemer van De Nieuwe Jutter over de mogelijkheid ondersteuning te bieden aan eenzame ouderen waaronder mensen met (lichte) dementie. In De Nieuwe Jutter wordt geïnventariseerd of er meer mensen zijn die dit een goed idee vinden en vervolgens gaan ze aan de slag. En zo start er een project dagverzorging voor eenzame ouderen uit de wijk, ondersteund door de mantelzorgers van die ouderen, vrijwilligers en een professional. Een ander project is de gezamenlijke aanpak energiebesparing. Hier werken hoog opgeleide professionals samen met andere buurtbewoners, in eerste instantie om het buurthuis energiezuinig te maken, maar in tweede instantie vooral om te zorgen dat iedereen in de wijk de smaak te pakken krijgt. er is samenwerking met de woningcorporatie Bo-Ex gezocht, die steeds enthousiaster wordt en goed ondersteunt. Ook hier lag de aanleiding dichtbij. De Nieuwe Jutter kreeg een forse naheffing op de energierekening en moest dus wel iets aan het verbruik doen. Het resultaat is enorm. Zo is het energieverbruik van de biljartclub met 95% afgenomen.
Niet iedereen komt in een buurthuis, maar als bekend is dat het leuk is en een goede sfeer uitstraalt dan worden mensen nieuwsgierig en komen kijken. Zo groeit het, en we proberen er voor te zorgen dat De Nieuwe Jutter voor steeds meer mensen iets gaat betekenen. Volgens Kees en Mariska heb je mensen met een zorghart en mensen met een burenhart. Sommige mensen zitten graag in een hulpverleningsrelatie met één persoon met een hulpvraag, anderen organiseren het netwerk van buren rond hulpbehoevende bewoners. Dat is een heel andere aanpak. We werken bij De Nieuwe Jutter vanuit de buurtrelaties naar zorg en niet andersom. Daarom beginnen we niet met gesprekken en activiteiten met ‘de zorg’ maar juist met de bewoners. De gemeente is op zoek naar een aanpak die door burgers gedragen wordt. De Jutter hééft die aanpak, en zij willen de ervaringen van de Nieuwe Jutter in zelfbeheer graag uitdragen in de stad.
Positief: -
Sinds het buurthuis in zelfbeheer is bij de bewoners zijn de kosten gehalveerd en is het aantal bezoekers verdrievoudigd!
-
De Jutter-aanpak in Utrecht is uniek op het punt van eigen kracht van burgers.
3. RESULTATEN UIT DE DIALOOGSESSIES Het Parelsnoer Het gevoel dat 'Waarden' een sturend principe kan en moet zijn in de komende transities van AWBZ naar Wmo, wordt breed gedeeld door de aanwezigen. De dialoog is bedoeld om gezamenlijk te onderzoeken wat nodig is om de gedeelde waarden aan te laten sluiten op de dagelijkse praktijk van mensen/cliënten, professionals en overheid. Erkenning van de waarden van de professional is belangrijk evenals de erkenning van de waarden van het individu. Mensen willen graag een bijdrage leveren en zichtbaar zijn, maar wel op een manier die bij ieders persoon past. Dat betekent een herwaardering van de positie en de rol van cliënten, professionals en overheid. Onderstaand de parels uit de dialoogdiscussie. De Parels
Professioneel zijn en mens zijn met elkaar verbinden. Professionals ook opleiden met deze aspecten.
Ontschotten en communiceren, zowel m.b.t. regels als geld. Wat is kwaliteit, iedereen houdt daar verschillende normen op na.
Onder druk is alles vloeibaar, we gaan veranderen omdat we moeten. En er is ook een gezamenlijk willen voelbaar om het echt anders te doen. Samen de schouders eronder en over en weer vertrouwen hebben.
Wederkerigheid is belangrijk, gebaseerd op wat iemand wel kan en waarde gestuurd beleid en handelen i.p.v. financieel gestuurd.
Belangrijk om risico’s bewust te durven nemen (en daarmee ruimte te geven) zodat vanuit creativiteit nieuwe dingen kunnen ontstaan (denk aan de Jutter). Communiceer over de Wmo, wat weten burgers nou over de Wmo?
Grote behoefte aan eenvoud. First Things First. Dicht bij de vraag en bij de mens blijven. De mens in zijn/haar totaliteit bezien. Er is behoefte aan het vertrouwen dat als je in deze sector werkt, het wel goed zit met je gedrevenheid om het goede te doen.
Misschien zijn de termen Professional en Vrijwilliger wel achterhaald en is een nieuwe definitie nodig. Maak de werkzaamheden van professionals meer zichtbaar voor burgers zodat ze vrijwillig kunnen aansluiten daarbij. Of je professional bent of vrijwilliger, zegt nog niet direct iets over je deskundigheid en over je toewijding.
Heb aandacht voor Successen en communiceer deze op een inventieve manier. 'Do good and tell it'.
Waardevol en in samenhang werken moet leidend zijn. Dit geldt ook voor de gemeente. Niet de regelgeving staat voorop maar de waardegerichtheid.
Ga op zoek naar paradoxen: zo kan solidariteit er toe leiden dat iedereen op een andere manier wordt behandeld. Neem risico’s maar houdt goed oog voor veiligheid voor iedereen.
4. ADVIES AAN WETHOUDER VICTOR EVERHARDT 1. De toepassing van waardeoriëntatie in de praktijk Wat het Platform Wmo Utrecht wilde bereiken met deze werkconferentie is het opfrissen van waarden die achter het jargon zitten van Eigen Kracht en Zelforganiserend vermogen van de samenleving. De door het Platform geformuleerde waarden zijn een leidraad bij het werk van professionals en vormen de ijkpunten bij het formuleren van beleid door de gemeente Utrecht. De dialoog tussen Utrechtse inwoners/cliënten, de professionals en de overheid is van het grootste belang bij het kantelen van zowel de uitvoerende organisaties als de ambtelijke beleidsvoorbereiders.
Als wethouder kunt u deze waarden uitdragen en voorleven. Het is aan u om structureel de dialoog tussen partijen te waarborgen en het beleid voor het sociale domein te toetsen aan de waarden. 2. Vertrouwen Vertrouwen is het kernwoord. Nu is er te weinig vertrouwen in de overheid en heeft de overheid ook te weinig vertrouwen in haar partners en haar inwoners. De spanning tussen enerzijds de nieuwe uitgangspunten van zelfsturing, samenwerking en flexibiliteit (ook fouten mogen maken) en anderzijds de behoefte aan sturing, controle en afrekenen (het is per slot gemeenschapsgeld) wordt erkend. Het begint al met het serieus nemen van en ruimte geven aan voorlopers en vernieuwers. Dit moet ook doorwerken in de ruimte die wordt gegeven aan medewerkers in het ambtelijk apparaat en aan aanbieders in de stad. Pilots en experimenten moeten aan de orde van de dag zijn, altijd blijven uitproberen. De oplossingen van vandaag zijn immers niet de oplossingen van morgen.
Als wethouder kunt u deze beweging in gang zetten en ruimte geven aan een dynamische werkwijze met veel en diverse experimenten. Geef vernieuwers een kans, van fouten maken, leren we ook. 3. Verantwoording Verantwoording van publieke middelen is algemeen aanvaard. Inmiddels hebben we in toenemende mate zoveel normen en regels opgesteld dat die belemmerend werken voor professionals (minder tijd voor cliënten) en voor cliënten (die niet in staat zijn formulieren in te vullen). De roep om vereenvoudiging van systemen wordt luider. Gepleit wordt voor meer zelfsturing en een andere manier van verantwoorden. Zelfsturende teams geven de mogelijkheid voor professionals om zelf hun werkzaamheden te regelen en af te stemmen op de cliënten (bv. 7x24 uur beschikbaar zijn), voor cliënten om zelf mee te denken over de noodzakelijke ondersteuning en zorg en die meer op maat te ontvangen (niet alleen tussen 9.00 en 17.00 uur), voor de organisatie die gemotiveerde werknemers heeft en tevreden klanten en voor de gemeente die vorm geeft aan 'haar' meest sociale stad.
Als wethouder kunt u pleiten voor een benadering die uitgaat van mensen met hun verschillen in zorgvraag en een aanbod dat daarop aansluit. Dus minder regelgeving en minder normactiviteit. Bij de verantwoording moet worden uitgegaan van maatwerk voor de cliënt, flexibiliteit in het aanbod en zoveel mogelijk opgesteld door samenwerkende organisaties. De beschikbaarheid van middelen en de keuzes die gemaakt moeten worden zijn randvoorwaardelijk. Communicatie en dialoog ook.