VERSLAG VAN DE VERENIGDE VERGADERING OP 19 FEBRUARI 2015 VV: 25 maart 2015
Aanwezig:
voorzitter; de heer mr. M.A.P. van Haersma Buma; de heer A. van den Berg, mevrouw mr. A.W. Bom-Lemstra, de heren J.W.A. van Olphen, A.G. Wiegman en mevrouw I.J.A. ter Woorst, hoogheemraden; mevrouw M. Ammerlaan-Romeyn, de heren J.M. Batist, J.B. van den Berg, mr. P. van den Berg, drs. B. Canton, mevrouw N.J. Dijkshoorn-van Dijk, mevrouw G. Döll, de heer P. van der Ende, mevrouw drs. J. Engels, mevrouw drs. M.J. Hilders, de heren ir. L.P.I.M. Hombergen, J. de Hoog, mevrouw drs. A.C.J. Jans RC, de heren J. de Jong, C. Kuijvenhoven, dr.ir. A.J. Middendorp, drs. L.W. Nanninga, J.Th. Overmeer, drs. A.P. Ranner, R. Reijn, ir. J.A.A.M. van Rossum, mevrouw dr.ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg, de heren drs. M. Smits. B.E. van der Velde en ir. G.A. van der Wedden, hoofdingelanden; de heer mr.drs. P.I.M. van den Wijngaart, secretaris; de heer H.M.J. Hoogweg, griffier.
Opening De voorzitter opent om 9.00 uur de vergadering. 01.
Vaststelling agenda
De voorzitter deelt mee dat agendapunt B.21. een hamerstuk wordt. De heer Canton deelt mee dat de Partij voor de Dieren bij ingekomen stuk 07.05 een motie zal indienen. Voorts wil zij twee moties vreemd aan de orde van de dag indienen. De voorzitter zegt dat dit kan in de loop van de vergadering. De heer Canton zal een stemverklaring afleggen bij H.05. Mevrouw Hilders wil ingekomen stuk 07.26, van de Visitatiecommissie Waterketen, als bespreekstuk behandelen. Zij heeft daarover in de commissie vragen gesteld, die nog niet zijn beantwoord. De voorzitter zegt dat nu niet gesproken kan worden over antwoorden die er niet zijn. Daar moet eerst in de commissie over worden gesproken. Dat is ook afgesproken in de Agendacommissie. Het stuk zal worden geagendeerd voor de Commissie Waterkwaliteit. De heer Hombergen vraagt om doorgeleiding naar de commissie van de ingekomen stukken 07.06 over de Watertafel (Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering) en 07.19, over 3Di (idem). De voorzitter zegt dat toe. Mevrouw Engels wil een opmerking maken over H.05. De heer Van der Velde vraagt om behandeling van de ingekomen stukken 07.03, schriftelijke vragen van de SP aan de minister van RIM (Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering) en 07.24, over het bevorderen van de waterkwaliteit door prijsbeleid water (idem) De voorzitter zegt dat toe. Mevrouw Dijkshoorn zal een opmerking maken over ingekomen stuk 07.18, over de egalisatiereserve ongebouwd. De heer Middendorp zou graag in het openbaar spreken over B.06, over de waterharmonica, een punt dat op de agenda voor de besloten vergadering staat. De voorzitter zegt dat daarover alleen beslist kan worden bij de vaststelling van de vertrouwelijke agenda. De heer Van der Wedden wil kort het woord voeren bij H.05, H.08 en H.21. De agenda wordt met inachtneming van het voorgaande vastgesteld.
1
02.
Notulen VV d.d. 18 december 2014
De notulen en de lijst van besluiten en toezeggingen van de VV van 18 december 2014 worden vastgesteld. 0.3
Mededelingen
De vergadering wordt getrakteerd op beschuit met blauwe muisjes vanwege de geboorte van Jonathan Canton. Het college zal een aantal randvoorwaarden formuleren over de begroting van AQUON. Die zullen in april 2015aan de VV worden voorgelegd. In de begroting van AQUON, die voor de zomer wordt behandeld, wordt een aantal voorstellen opgenomen, die aan die voorwaarden zullen moeten voldoen. Bij het Provinciehuis, de Kamer van Koophandel, Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen in Den Haag staan grote borden ter gelegenheid van de komende verkiezingen. Er is een aantal acties geweest om de verkiezingen voor waterschap en provincie onder de aandacht te brengen en er zullen er meer volgen. De heer Nanninga vraagt of er informatie in het Engels komt voor expats in bijvoorbeeld de internationale stad achter de duinen. De voorzitter antwoordt dat het nu te laat is om dat voor openbare uitingen te organiseren, want dat is allemaal aanbesteed. Misschien kan nog iets op de site worden gedaan. De mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen. 04.
Insprekers
Mevrouw A. de Gouw en mevrouw L. van der Horst over de bochtafsnijding Delftse Schie Mevrouw De Gouw vertegenwoordigt het Museum Oud-Overschie en de Werkgroep Bochtafsnijding. Zij noemt de bochtafsnijding Delftse Schie een oplossing voor een achterhaald probleem, want de binnenvaart heeft er geen behoefte meer aan. Wel raakt de boezemwaterfunctie van de Schie in de knel. Dat geldt ook voor de Schie als drager van cultureel erfgoed. Zij hoopt dat de VV met Hollandse nuchterheid en bestuurlijk inzicht eraan meewerkt dat de schade wordt beperkt. Het hoogheemraadschap beschouwt het project als een project van de provincie Zuid-Holland. Het neemt aan dat de verantwoordelijkheid voor het cultuurlandschap en de monumenten bij de provincie gewaarborgd is. Helaas is de werkelijkheid dat de cultuurhistorische waarden niet zijn meegewogen. Het rapport over de proefboringen en de sleuven van het archeologisch onderzoek is nog niet beschikbaar. De provincie stuurde gisteren nog een brief waarin staat, dat tot haar verrassing aan de westzijde van de toekomstige vaargeul archeologische resten zijn gevonden. Deze zullen worden opgegraven. Dat duurt circa twee weken. Voor veel mensen in Overschie was de archeologische vindplaats geen verrassing. Er zijn in de Oost-Abtspolder veel archeologische vindplaatsen. De provincie was kennelijk niet voorbereid op de grote schade die zal worden aangericht. Zij heeft een aantal vragen ingezonden, voornamelijk over de schade die zwaar verkeer in de polder zal aanrichten. Er komt een brug die 14 ton moet kunnen dragen. Er komt een tijdelijke toegangsweg voor hetzelfde gewicht, vlak bij de archeologische vindplaats. Op één plaats is in verband met de waterveiligheid het opgraven uitgesteld tot na de aanleg van het nieuwe tracé. De grond van de polder is heel slap. Zware wagens die daar drie jaar overheen gaan zullen niets heel laten van wat er onder de oppervlakte aanwezig is. Zij heeft nog niet kunnen vaststellen dat daar voldoende zorg over is. In een aantal gevallen is tijd de belangrijkste factor. Zij verzoekt de Verenigde Vergadering daarom de besluitvorming aan te houden totdat het archeologisch rapport beschikbaar is. Zij vraagt om de vaststelling van de legger en het verlenen van eventuele vergunningen aan te houden totdat er een volledig beeld is. Mevrouw Van der Horst vertegenwoordigt de Vereniging Tegen Milieubederf (VTM). Zij wijst op de vele open einden die nog moeten worden bestudeerd. Zij kondigt een stevig juridisch gevecht aan over de grondslagen en de consequenties van het voorgenomen besluit. Haar voorgangster heeft de consequenties op het gebied van de archeologie al toegelicht. Zelf legt zij de nadruk op de fysieke bodemgesteldheid op de plek waar de nieuwe dijk moet komen. Afgelopen maandag heeft zij een televisieploeg op het terrein rondgeleid. Er werden 2½ à 3 uur lang opnamen gemaakt. In die tijd is niet één schip voorbijgekomen. In het rapport van CE Delft is het geringe belang van de scheepvaart bewezen.
2
VTM wil alle moeite doen om Delfland te behoeden voor een ondermijning van zijn bestuurskracht en geloofwaardigheid. Zij noemt daarom enkele open einden. In november 2014 heeft de VV via de Kaderrichtlijn Water de bodemkwaliteitskaart vastgesteld. Daarin staat duidelijk dat er een gevaar is dat waterkwaliteit en waterveiligheid worden aangetast door de ophoping van havenslib. Er kan vervuiling plaatsvinden vanaf de landbodem naar de waterbodem. In een ander stuk las zij dat waar voor water gegraven wordt er in hetzelfde stroomgebied ook gedempt moet worden. Daarvoor zouden de insteekhavens in de Spaanse polder in beeld zijn. Een consequentie van het ontwerpbesluit zou dus zijn dat er een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt in Rotterdam. Wat in het stuk wordt vermeld over natuurvriendelijke oevers is strijdig met het vaarwaterbeheer. Er mogen geen planten in een vaarweg komen, want die kunnen in de schroef van een schip terechtkomen. Op het beheer dat hier nodig is gaat zij nu niet verder in. In het kader van het Deltaprogramma is een rapport opgesteld door het Rotterdam Climate Initiative, over het overstromingsgevaar. De VTM heeft er in haar eerste zienswijze op gewezen dat de nieuwe dijk niet voor tien jaar veilig moet zijn, maar tot 2050. Het overstromingsgevaar voor Overschie is duidelijk op de kaart aangegeven. Wat de VV nu beslist heeft heel veel open einden, ontzettend veel risico’s en lijkt op een gebonden beschikking. “Het waterschap moet wel”. Zij wijst erop dat de VV bestaat uit gekozen volksvertegenwoordigers, die moeten opkomen voor de belangen van de burgers en van het waterschap. De Waterlegger voorziet in een watervergunning die nog niet is afgegeven, voor de plek waar Overschie en Schiedam ooit zijn ontstaan. Wordt de legger vastgesteld, dan wordt de juridische grondslag gelegd voor een watervergunning die niet eens is aangevraagd. Zij verzoekt de VV om daar even diep over na te denken. Wordt het voorstel als hamerstuk aangenomen, dan ziet zij zich genoodzaakt om de zaal meteen te verlaten, want de pers staat te wachten. De heer Van der Wedden dankt beide insprekers ervoor dat zij de VV wijzen op haar verantwoordelijkheid als volksvertegenwoordiging. Hij heeft het gevoel dat het hoogheemraadschap meer de plannen van de provincie moet volgen dan dat het de problemen veroorzaakt waarover zij inspreken. Hij raadt hen aan in te spreken bij de provincie. Hij vraagt of de nieuwe waterkering niet veilig gemaakt kan worden, vanwege de slappe ondergrond. Hij kan die vraag ook aan de hoogheemraad stellen. Wie moet betalen als die waterkering steeds weer verhoogd en versterkt moet worden? Mevrouw Van der Horst zegt dat de medewerkers van het hoogheemraadschap haar organisatie zeer ter wille waren door een en ander uit te leggen. De inklinking van de grond leidt ertoe dat er over tien jaar de kering moet worden opghhogd. Dat is ook nodig omdat er een zware vaste brug moet komen. Dat heeft in elk geval gevolgen voor de archeologische vindplaatsen. Zij gaat ervan uit dat overstromingsrisico’s zijn doorgerekend voor de plannen. Als dat niet zo is, kan zij daarover nog informatie verstrekken. Zij voorziet een gigantisch risico. Mevrouw De Gouw vult aan dat bij de provincie aandacht is gevraagd voor de problemen. De provincie moet onder andere zorgen voor de bescherming van het archeologisch erfgoed. Door de verdeling van de portefeuilles daar is geen aandacht besteed aan hetgeen in de OostAbtspolder en in Overschie aanwezig is. Zij beseft dat het waterschap volgend is. Wel wordt in het Verdrag van Malta aangegeven dat iedere partij de zorg heeft voor het archeologisch erfgoed. Alle partijen samen moeten tot een oplossing komen. Mevrouw Engels is niet helemaal duidelijk wat werd bedoeld met de opmerking over de bodemkwaliteitskaart. Zij vraagt wat het archeologisch rapport kan opleveren dat haaks staat op de plannen. Mevrouw Van der Horst voert aan dat de ophoging van wat nu bedrijfsterrein Noord-West heet, eigenlijk de Oost-Abtspolder en de definitieve opslagplaats Noord-Oost leiden tot uitspoeling. Dat staat gewoon op de kaart, ook al worden er watergangen omgelegd. Zij baseert zich op de bodemkwaliteitskaart. Een ander open einde is dat tijdens de bouw van de dijk kwel ontstaat. De provincie moet dat regelen, maar voor het waterschap is het een open einde dat het daar geen controle meer op heeft. Mevrouw De Gouw geeft aan dat er veel vindplaatsen zijn, die uniek zijn voor Nederland. Op een aantal daarvan hebben opgravingen plaatsgevonden. Eerder was nog niet bekend dat in
3
dit laag gelegen deel van West-Nederland Romeinse nederzettingen waren. Er zijn potscherven gevonden die gewijd waren aan Jupiter. Volgende week begint een opgraving van een terp waarop de vroegste bebouwing plaatsvond. De provincie is daardoor verrast. Bijzonder is dat alle bewoningslagen daar in de historische volgorde kunnen worden bekeken. Er is een stoel uit de dertiende eeuw gevonden. Er ligt een oude dijk. De nieuwe brug komt op de plaats van de oude loop van de Schie. De Romeinse resten lagen 80 centimeter onder de oppervlakte, wat heel bijzonder is. De samenhang van de vindplaatsen moet haars inziens behouden worden. De actievoerders maken zich niet druk om privé belangen, maar om wat vernietigd wordt. De heer Hombergen merkt op dat het gebied thans wordt omsloten door aan de ene kant de kom van Overschie en aan de andere kant een bedrijventerrein. Hij vraagt wat de insprekers zouden willen dat gebeurt met het tot nu toe onbebouwde stukje grond en wat daarmee naar zij verwachten zal gebeuren als de plannen niet doorgaan. De druk op de open ruimte is erg groot. Nu zal het gebied open blijven, maar wat zal er gebeuren als de bochtafsnijding niet doorgaat? De heer Canton vraagt wat de mening van de insprekers is over de relatie tussen waterkwaliteit en de geplande natuurvriendelijke oevers. De voorzitter verklaart de vraag van de heer Canton buiten de orde, omdat er geen verband is met de leggerwijziging. De vraag zou eventueel gesteld moeten worden aan de hoogheemraad. Mevrouw Van der Horst heeft wel eens gehoord dat er al sinds 1933 een claim op het gebied is vanwege de bochtafsnijding. Zou die er niet zijn geweest, dan was er wellicht geen mooi poldertje meer achter het Veerhuis. Er is veel gesloopt aan Achterom en Voorom. Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot het besef dat wat er nog is een maatschappelijke waarde heeft. Zij zou het gebied nu willen houden zoals het is, agrarisch en natuurvriendelijk. Als daarnaast de archeologische resten nog in beeld kunnen worden gebracht, zou dat winst zijn en ook een soort ode aan vroegere generaties. De voorzitter onderbreekt mevrouw Van der Horst, want Delfland gaat niet over de ruimtelijke ordening. Delfland is een functioneel bestuur. Mevrouw Ter Horst deelt mee dat er gedegen onderbouwde plannen zijn voor het geval de bochtafsnijding niet doorgaat. Mevrouw De Gouw voegt daaraan toe dat het Erfgoedhuis ZuidHolland, een zelfstandig onderdeel van de provincie Zuid-Holland, heel druk is met het opnieuw leefbaar maken van trekvaarten. Het stukje bij Overschie is een van de meest unieke en alleroudste delen van de trekvaart. De voorzitter meent dat ook dit niet in de discussie in het hoogheemraadschap past. Omdat de insprekers de zaal zouden willen verlaten om de pers te woord te staan, doet hij het voorstel van orde om nu eerst H.05. aan de orde te stellen. Daartoe wordt besloten. Mevrouw Ammerlaan komt ter vergadering. Hamerstuk H.05. Project Bochtafsnijding Schie (PZH), vaststellen besluiten inzake a) wijziging Leggers Waterkeringen en b) watervergunning De heer Van der Wedden stelt vast dat Delfland de bochtafsnijding ziet als een project van de provincie. Het spreekt zich niet uit over de vraag of het project in het belang is van goed waterbeheer. Hij zou dat wel verwachten van een waterschap. Hij vraagt wie zal opdraaien voor het extra onderhoud van de dijk. Voorts vraagt hij of het niet mogelijk is het onderhoud aan de kade uit te voeren over het water, zodat de zware verkeersbrug en vervoer over een weg over archeologisch erfgoed niet nodig zijn. De voorzitter meent dat deze vragen ook wel in de volgende commissievergadering aan de orde kunnen komen, want de provincie begint nog niet meteen aan het project. De vraag over de extra kosten voor het onderhoud van de dijk is in de commissie aan de orde geweest.
4
Mevrouw Engels constateert dat veiligheid voor Delfland in deze zaak het belangrijkst is. Water Natuurlijk is op dat punt akkoord met het voorstel. De VTM heeft zich heel goed ingeleefd in de consequenties en de details van het voorstel. Water Natuurlijk zou graag zien dat de VTM door de provincie en, waar Delfland betrokken is door Delfland, bij de uitvoering wordt betrokken. Mevrouw Ter Woorst zal de suggestie van Water Natuurlijk doorgeven aan de provincie. De VTM is voor haar geëvolueerd van gevreesde tegenstander naar gewaardeerde medestander. Zij zal zien of de VTM nog bij de uitvoering kan worden betrokken. Mevrouw Ruijgh verzoekt het college te reageren op de opmerking in de inspraak dat het reeds opnemen in de Waterlegger van de mogelijkheid van een watervergunning een juridische misstap kan blijken. Mevrouw Bom zegt dat er uitdrukkelijk voor is gekozen de vergunning en de leggerwijziging samen te doorlopen. Dat leidt niet tot risico’s. De heer Canton voorziet grote gevolgen van het verplaatsen van de dijk. Zijn fractie is wel blij met het voornemen om een natuurvriendelijke oever aan te leggen. Daar staat tegenover dat er bomen moeten worden gekapt en archeologisch interessante grond wordt weggegraven. Hij heeft een academische opleiding als archeoloog. Een archeoloog laat bij voorkeur alles zo lang mogelijk in de grond zitten, maar dat kan hier niet als het project wordt uitgevoerd. Zijn fractie is op een aantal punten tevreden over het voorstel, maar niet over het geheel. Zij stemt daarom tegen. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel, onder aantekening dat de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren ertegen hebben gestemd. 05.
Vragenrondje
Van het vragenrondje wordt geen gebruik gemaakt. 06.
Stukken ter kennisname
De stukken onder 06.01 worden voor kennisgeving aangenomen. 07.
Ingekomen stukken
07.18 Toezegging ontwikkeling egalisatiereserve ongebouwd Mevrouw Dijkshoorn dankt het college voor de brief, waarom al enige tijd geleden is gevraagd. Zij leest daarin: In de jaren 2011 en 2012 is door de VV van de hiervoor geschetste methodiek afgeweken in verband met de (toen nog actuele) weeffout in de Waterschapswet. Naar haar mening bestaat die weeffout nog steeds. Zij wil daarom het deel tussen haakjes laten vervallen. De heer Wiegman memoreert dat de tariefegalisatiereserve is ingevoerd om de ongelijkheid tussen de verschillende heffingen in de loop van vijf jaar teniet te doen. De VV zou die egalisatiereserve weer kunnen afschaffen, al is hij daar geen voorstander van. De VV heeft in 2008 vooruitlopend op de reparatie waaraan werd gewerkt het tarief voor de categorie ongebouwd al verlaagd. Als de nieuwe VV een andere situatie wil, zal zij daartoe moeten besluiten. Mevrouw Dijkshoorn hoort van de hoogheemraad een toelichting op wat is gebeurd, maar daarmee is er nog steeds geen goede oplossing voor het tarief voor ongebouwd. De weeffout in de Waterschapswet, het meetellen van de wegen voor de berekening van het tarief, blijft bestaan, ook al is de egalisatiereserve een goed instrument om met de tarieven te schuiven. Zij wil die ook niet afschaffen. De heer Wiegman zegt dat vooral Delfland gebruik heeft gemaakt van de gecreëerde mogelijkheid om te schuiven met het tarief voor wegen. Daardoor is het bedrag dat de categorie gebouwd moet opbrengen verhoogd. Er blijft voortdurend discussie over de verhouding tussen
5
de verschillende tarieven. Zou het tarief voor ingezetenen omlaag gaan, dan heeft dat weer consequenties voor het tarief voor ongebouwd. Mevrfouw Ruijgh pleit ervoor het woord “toen” te vervangen door: ook nu. De voorzitter merkt op dat de Kamer vindt dat de weeffout verholpen is. De heer Wiegman wil de zinsnede best wijzigen, al is dat eigenlijk in strijd met wat in de Kamer is aangegeven. Mevrouw Dijkshoorn bepleit om het stukje tussen haakjes weg te laten. De voorzitter zegt toe dat de brief in die zin wordt aangepast. 07.05 Resultaten evaluatie Muskusrattenbeheer De heer Overmeer is er teleurgesteld over dat het beleid nog steeds niet is veranderd. Er is een onderzoek afgesproken dat volgend jaar wordt voltooid. Hij heeft daar vertrouwen in. Hij heeft gezocht naar een manier om de huidige periode voor zijn partij en hemzelf op een waardige wijze af te sluiten. Hij dacht eraan om een beverrat die ergens gevangen zat te adopteren, maar ethisch gezien is dat erg moeilijk. Hij heeft er diep over nagedacht, zo lang dat de organisatie die het dier hield er elders een plaats voor heeft gevonden. Zijn fractie is toen tot een andere oplossing gekomen. Hij heeft zich wel afgevraagd of hij daarmee bij het onderhavige agendapunt moest komen of bij het onderwerp Huisvesting. De huisvesting van Delfland zou kunnen worden uitgebreid door een kooi te financieren bij de Stichting Vogelasiel Delft. Hij dient een motie in die behalve door hemzelf is ondertekend door de heren Canton en Van der Wedden. De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, in vergadering bijeen op 19 februari 2015 overwegende dat dierenwelzijn hoog in het vaandel staat van het Hoogheemraadschap van Delfland; spreekt uit dat het Hoogheemraadschap van Delfland in ieder geval gedurende 1 jaar een kooi financiert voor het opvangen van gewonde en/of zieke en/of verlaten vleermuizen en andere dieren die bij de Stichting Vogelasiel Delft worden binnengebracht, voor de som van € 200,00 per jaar, en gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter beschouwt dit als een moderne manier van crowdfunding. Mevrouw Hilders zou het prettig vinden voor het verloop van de vergadering als zo’n motie of een amendement direct na indiening kon worden ingevoerd in IBABS. De heer Middendorp vindt de motie sympathiek. Hij suggereert om die motie niet in stemming te brengen maar om als gebaar jegens de heer Overmeer een eenmalige donatie te doen. De heer Hombergen beoordeelt het voorstel van de heer Middendorp als praktisch en sympathiek. Hij wist dat de motie zou komen en heeft er al even over nagedacht. Hij kwam er niet helemaal uit of dit nu tot de kerntaken van Delfland hoort. Hij is persoonlijke gaarne bereid om voor een jaar zelf een donatie van bijvoorbeeld € 50 te doen. Misschien zijn er meer VVleden die daaraan willen meedoen. De heer J. van den Berg acht het een goed idee om met collega’s een donatie te doen. De buitenwereld zal het niet begrijpen als Delfland een bedrag uittrekt om een diersoort die de veiligheid bedreigt en die door het hoogheemraadschap wordt bestreden te beschermen of ergens onder te brengen. Mevrouw Ruijgh is uit sympathie voor het initiatief van de heer Overmeer ook graag bereid om uit de eigen portemonnee een donatie te doen. Dat moet niet gebeuren met belastinggeld. De heer Nanninga zegt dat Water Natuurlijk op het ogenblik een enorme kas ter beschikking heeft. Het heeft geen enkel probleem met een donatie daaruit. Hij deelt de mening dat de steun aan het vogelasiel niet direct een taak van Delfland is.
6
De voorzitter zou moeten adviseren om de motie aan te houden, om uit te zoeken of een donatie door Delfland rechtmatig is. De heer Overmeer kan zijn idee echter verwerkelijken door straks even met de collectezak langs te gaan bij de andere leden. De heer Overmeer zou het een voordeel vinden als in het dierenasiel een bordje werd geplaatst met de vermelding van de donatie door Delfland. De voorzitter denkt dat er zoveel sympathie voor het idee van de heer Overmeer is, dat het geld er wel komt. De heer Overmeer trekt zijn motie in. De stukken onder de nrs. 07.01 t/m 07.03, 07.05 t/m 07.10 en 07.14 t/m 07.26 worden voor kennisgeving aangenomen. Het stuk onder 07.11 zal worden toegevoegd aan het pakket overdrachtsdossiers t.b.v. de coalitie-onderhandelingen Bespreekstukken B.01. Huisvesting De heer Smits bevestigt dat een- en andermaal in de VV is vastgesteld dat er een weeffout in de tarieven is. Die is veroorzaakt in de Staten-Generaal. Binnenkort zijn er verkiezingen voor provinciale staten en waterschappen. Dat biedt de gelegenheid om naar andere politieke verhoudingen te streven, waardoor de weeffout in de Staten-Generaal kan worden hersteld. Tarieven en huisvesting zijn punten die leiden tot emoties, ook bij het electoraat. In de eerste discussie over de huisvestingswensen heeft hij naar voren gebracht dat van belang is dat de procedure zorgvuldig wordt uitgevoerd. Een vertrekkende VV moet niet een besluit nemen. Zo wordt nu ook geopereerd. Het afgelopen jaar is een traject afgelegd waardoor de nieuwe leden van de VV handvaten kunnen worden aangereikt. Zij kunnen ook nog een andere procedure kiezen dan de huidige VV zich voorstelt. De nieuwe VV beslist uiteindelijk. De fractie van het CDA ziet de noodzaak van een verbouwing in, maar wenst wel dat die plaatsvindt tegen de laagst mogelijke kosten. Uiteindelijk vindt de financiering plaats uit middelen die worden opgehaald bij de ingezetenen. De verbouwing moet plaatsvinden aan de hand van de meest actuele inzichten. De voordelen die zijn behaald door de uitvoering van de motie-Dijkema mogen niet versluierd worden meegenomen. Aan een aantal van zijn voorwaarden wordt al duidelijk voldaan. In de commissie heeft hij opgemerkt dat de discussie van het afgelopen jaar heel vruchtbaar is geweest. Hij roept de nieuwe VV op om de tijd te nemen om tot een weloverwogen besluit te komen. Aanvankelijk was er sprake van het betrekken van het museum Nusantara in de plannen. Dat gebeurt nu niet. Inmiddels is het Haakpand verkocht. Het is niet nodig om medewerkers onder het dak te huisvesten. Kantoren in het Delftechpark en in Vlaardingen worden gesloten. Op termijn wordt de vestiging Kijkduin gesloten. De ambitie van een aanzienlijke verbouwing is teruggebracht tot een overzichtelijk plan voor de locatie Gemeenlandshuis. De tijd nemen voor een discussie leidt dus tot goede resultaten en consensus. Hij is erkentelijk voor de wijze waarop de fractievoorzitters bij het proces zijn betrokken. Hij herinnert aan het bezoek aan het stadhuis in Leidschendam, waar het nieuwe werken is geïntroduceerd. Dat was erg overtuigend. De VV is verplicht de medewerkers bij de huisvesting kwaliteit te bieden. De ingrediënten daarvoor zijn te vinden in het voorstel. Hij is ook erkentelijk voor de ondersteuning vanuit het apparaat en door externe adviseurs. Zijn fractie gaat akkoord met het doorgeleiden van de stukken naar de volgende VV, in de overtuiging dat daar een juist en wijs besluit zal worden genomen. De heer P. van den Berg sluit zich aan bij de opmerking van de heer Smits dat huisvesting voor de buitenwereld altijd een gevoelig dossier is. Zorgvuldigheid is geboden. Het is wijs om niet aan het einde van de huidige bestuursperiode al een besluit af te raffelen. Wel ligt er een dossier waarmee de nieuwe VV verder kan. De huidige VV heeft de randvoorwaarde gesteld dat de exploitatielasten bij de nieuwe huisvesting niet hoger mogen uitvallen en eigenlijk lager zouden moeten zijn dan in de huidige situatie. Op basis daarvan is een aantal varianten verkend. Over de soliditeit van de financiële overzichten is gediscussieerd in de Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering. Inmiddels is een schriftelijk verzoek aan de accountant gedaan om daar nog eens naar te kijken. Hij denkt dat de nieuwe VV nu een goede basis krijgt om een keuze te maken. Zij kan ook accenten anders leggen. Zijn fractie stemt in met het voorstel.
7
De heer Van Rossum betuigt ook graag zijn instemming met het voorstel. De overdracht aan de nieuwe VV is goed georganiseerd. Voorlichting en begeleiding waren van een hoog niveau. Hij waarschuwt wel dat het budget dat in de stukken wordt gehanteerd niet direct leidinggevend mag zijn. Ook daarover mag de nieuwe VV een oordeel vellen. Mevrouw Jans beklemtoont ook dat de huisvesting van overheden altijd de aandacht trekt. Zij refereert aan de persberichten over de grootschalige verbouwing van de gebouwen aan het Binnenhof. Daarvoor worden al lange tijd plannen gemaakt. Delfland kan er de les uit leren dat, ook al wordt een heel zorgvuldig proces doorlopen, het op enig moment toch wijde aandacht trekt. In de Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering is gevraagd een onafhankelijke derde naar de cijfers te laten kijken, vooral naar de aannames. Uit de cijfers kan blijken of het verstandig is om van de huidige huisvesting over te gaan naar een nieuwe huisvesting. Op vragen van haar fractie over de kosten was de reactie of het algemeen bestuur misschien vond dat het college zijn huiswerk niet goed had gedaan. Zij is van oordeel dat het huiswerk goed is gedaan, maar zij zou wel een bevestiging willen horen dat de nieuwe huisvesting enerzijds leidt tot een verhoging van de efficiency en anderzijds tot een verbetering van de kwaliteit van het ambtelijk apparaat. De werkruimte zou efficiënter worden bezet. De kwaliteit van de werkruimte is gerelateerd aan de klimaatbeheersing. Er staat volgens haar onvoldoende geld op de bankrekening van Delfland. Er zal geld moeten worden geleend, hetgeen gevolgen heeft voor de leningenportefeuille. De voorzitter merkt op dat er geen geld voor investeringen geleend behoeft te worden. Eerder heeft hij al laten weten dat het geld uit de exploitatie komt. Het geld is er. Mevrouw Jans sluit zich aan bij de waarschuwing van de heer Van Rossum dat het genoemde budget niet leidend mag worden. Door een verbetering van de doelmatigheid en de kwaliteit van de huisvesting kunnen de kosten binnen de huidige exploitatielasten opgevangen worden. De motie-Dijkema had niet alleen betrekking op de leningenportefeuille, maar ook op de exploitatie. Dat is vertaald in een bezuinigingstaakstelling. De Algemene Waterschapspartij stemt in met het voorleggen van de plannen aan de VV in nieuwe samenstelling. Zij gaat niet op voorhand akkoord met die plannen. Zij verwacht dat uitvoering binnen de huidige exploitatielasten niet voldoende is. Zij wenst eerder lagere exploitatielasten, omdat een heel dure architect is aangetrokken. Zij denkt aan een vermindering met 15% tot 20%. Mevrouw Ruigh sluit zich graag aan bij de complimenten van voorgaande sprekers voor het proces dat is gevolgd. De VV is goed geïnformeerd en er is goed naar de VV geluisterd. Het is logisch dat het definitieve besluit over de verkiezingen heen wordt getild. Zij neemt afstand van het woord “afraffelen” dat zij heeft gehoord. Zij dringt erop aan dat het college nadenkt over de communicatie. Van waterschappen wordt altijd gevraagd sober en doelmatig te zijn. Juist bij huisvesting kunnen ideeën over wat sober is nog heel verschillend zijn. Goed duidelijk moet worden gemaakt hoe het eruit gaat zien en waarom het allemaal nodig is. De heer J. van den Berg schaart zich achter de opmerkingen van een aantal collega’s. Hij is blij dat de tijd is genomen voor een zorgvuldig proces, waardoor betere afwegingen konden worden gemaakt. Bijvoorbeeld over de bezettingsgraad van de verschillende locaties is veel duidelijk geworden. Bijna alle medewerkers blijken in het Gemeenlandshuis gehuisvest te kunnen worden. Als er vaart was gezet achter het proces zou dat onvoldoende duidelijk zijn geworden. Hij is blij dat een accountant nog eens heel goed naar de cijfers zal kijken. Het stemt hem tevreden dat bij het voldoen aan de randvoorwaarden de kosten binnen de exploitatie opgevangen kunnen worden. Overigens zijn er voorbeelden te over van de verbetering van oude historische panden die anders verliepen dan van tevoren was gedacht. Hij stemt in met het voorstel. De heer Van der Velde heeft ook veel waardering voor de gevolgde procedure. Hij is ontzettend blij dat in die procedure geen onomkeerbare besluiten zijn genomen. Er ligt nu een goed dossier, waarmee de nieuwe VV verder kan. Hoe lager de kosten zijn hoe beter, maar voor zijn fractie telt ook de kwaliteit van de werkplekken. Mevrouw Jans sprak over lagere exploitatiekosten. De VV zou ook kunnen besluiten tot verhuizing naar een lege kantorenkolos in Rijswijk. Het Gemeenlandshuis kan dan voor een euro worden verkocht aan de Stichting Hendrick de Keyser. De VV heeft besloten dat Delfland in het Gemeenlandshuis wil blijven. Hele-
8
maal vrijblijvend is de keuze door de nieuwe VV dus niet meer. Hij gaat er tenminste niet van uit dat die alsnog zal besluiten naar Rijswijk te gaan. Dit soort projecten wordt altijd mooi voorgesteld. De exploitatie is in de plannen altijd sluitend, maar de ervaring leert dat er vaak onvoorziene omstandigheden zijn. In Vlaardingen staan twee grote kantoren te koop waar nog geen kopers voor zijn. In de exploitatie van de huisvesting van de eigenaren is wel opgenomen dat zij worden verkocht. Hij meent dat de volgende VV kan voortbouwen op hetgeen nu is aangedragen. De heer Hombergen meent dat er goed voorwerk is gedaan voor de nieuwe VV, die overigens ook de tijd zal moeten nemen. De taken van de waterschappen doen ertoe in Nederland. Daarvoor is een apparaat nodig dat efficiënt kan werken en goed wordt gefaciliteerd. De huidige plannen maken dat mogelijk. Delfland moet ook een goede werkgever zijn. Bewaakt moet worden dat het geheel sober en doelmatig blijft. De huisvesting heeft ook een functie voor de awareness van taken en rollen van een waterschap. Een waterschap is meer dan een anonieme uitvoeringsorganisatie. Hij is dan ook blij dat besloten is om aan de Oude Delft te blijven. Het is goed dit pand te gebruiken om te communiceren wat het waterschap doet. Hij zou graag een kleine benchmark zien voor de huisvesting van Delfland in vergelijking met enkele andere waterschappen in de buurt. Hij vermoedt overigens dat de kosten per medewerker best zullen meevallen. Vervolgens vraagt hij of de raming in het voorstel in een SSKformat kan worden weergegeven. De SSK-methodiek voorziet in een opener beginraming. Als zij wordt gebruikt kan men zien op welke punten er nog een nadere invulling moet plaatsvinden. Er is dan ook een betere risico-inschatting mogelijk. De fractie van de PvdA stemt graag in met het voorstel. De voorzitter is tevreden met het resultaat dat in het huidige stadium is bereikt. De huisvesting van de medewerkers is een gevoelig en ingewikkeld proces. Er worden zekerheden gevraagd die bij geen enkel ander project worden gevraagd. De bouwstenen voor een besluit door de nieuwe VV zijn er. Het is een verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen dat de medewerkers fatsoenlijk gehuisvest zijn. Zij zullen straks heus geen gouden kranen kunnen gebruiken. Van het geraamde bedrag is bijna een kwart bestemd voor de omzetbelasting. Hij is blij met de inbreng die de fractievoorzitters hebben geleverd. Zijn emoties hebben nog wel eens de overhand gekregen, omdat hij iets wilde bereiken en dan weer heel veel vragen moest beantwoorden. Hij moest rekening houden met de gevoelens in de buitenwereld. Voorkomen moest worden dat er een halfbakken product zou ontstaan. Er zijn alleen nog maar bouwstenen voor de nieuwe VV. Hij kan zich nu niet uitlaten over details, want hij weet nog niet eens zeker welk alternatief wordt gekozen. Bovendien kan de nieuwe VV nog andere dingen bedenken, of hij dat nu leuk vindt of niet. Dat hoort bij een democratisch proces. Iedereen kan zien dat het Gemeenlandshuis na 20 jaar aangepast moet worden. Er moest stap voor stap worden geprocedeerd. Eerst werd nog gedacht dat er vierkante meters bij gekocht moesten worden, maar nu gaat het duidelijk de andere kant op. Dat is ook een gevolg van de inkrimping volgend op de aanneming van de motie-Dijkema. Er is 18 miljoen bezuinigd op de exploitatie. De vernieuwing van de huisvesting is de volgende ronde. Die kan binnen de exploitatie worden geaccommodeerd. Hij hoopt wel dat alle campagne voerende politici vasthouden aan wat is afgesproken. De eerste afspraak is dat geen nieuwe investering nodig is. Dat zou niet passen in het voorliggende voorstel. De cijfers zullen nog eens goed worden nagelopen, zodat dit goed vast komt te staan. Hij daagt de Algemene Waterschapspartij, die kennelijk denkt dat het nog voor minder geld kan, uit om aan te geven waar. Een grote post wordt bijvoorbeeld gevormd door maatregelen om tot minder energiegebruik te komen. Als die niet worden genomen, zijn de voorziene kosten lager. Zulke posten zijn de marges waar wat zou kunnen worden gedaan. De communicatie met de buitenwereld kan van start zodra bekend is welke variant wordt gekozen. Hij zal nagaan of hij elders gegevens van een vergelijkbaar waterschap kan vinden waarmee een benchmark over huisvestingskosten te maken zou zijn. Hij vraagt zich af of hij dan moet vergelijken met de huidige huisvesting van zo’n waterschap of met de tijd dat het nog een aantal panden gebruikte. Rijnland bijvoorbeeld heeft 12 miljoen besteed voor nieuwbouw, maar het heeft ook nog het Gemeenlandshuis in de Breestraat in Leiden. Hij weet niet of gegevens daarover te vinden zijn. Een SSK-raming is in een begroting over huisvesting niet mogelijk. De begroting die nu voorligt is de bouwsteen die moet worden gebruikt. Er komt te zijner tijd een kredietaanvraag voor een huisvestingsbudget. Tot een SSK-raming zou een jaar geleden besloten moeten zijn.
9
De diensten ondergebracht aan het Binnenhof zullen misschien verhuizen naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. De kantoren aan het Binnenhof zijn wel wat te groot voor Delfland en zullen ook niet leeg blijven staan. Overigens, over huisvesting wordt alleen bericht als het misgaat en niet waar het goed gaat. De heer Smits heeft van het in het afgelopen jaar doorlopen traject geleerd dat er al werkende weg nieuwe inzichten kunnen ontstaan die voordelen opleveren. De hoge tarieven in Delfland verplichten de nieuwe VV om daarvan gebruik te maken. Hij kan zich voorstellen dat dit voor het hele verbouwingsproces geldt. De heer Van der Velde noemde Rijswijk, maar zelf zou hij willen kiezen voor Kijkduin, een mooie locatie met prima terrassen in de buurt. Ook voor het publiek is dat interessant. Delfland heeft fors bezuinigd, er werken nu honderd mensen minder. Een vergelijking met een ander waterschap op basis van de huisvestingskosten per medewerker zal zijns inziens altijd mank gaan. De heer Van Rossum wenst, nu het agendapunt over de verlichting van de gevel van het Gemeenlandshuis een hamerstuk is geworden, het college succes na alle afwijzingen van ideeën door de gemeente Delft. Hij neemt aan dat de kosten keurig in het budget terechtkomen. Mevrouw Jans wijst er nogmaals op dat een dure architect is ingehuurd. De belastingbetaler zal zeker heel kritisch zijn over de huisvestingskosten. De ontwikkeling van de spoorzone in Delft leek in het begin ook heel positief te verlopen, maar werd een groot probleem. De gemeente Delft plukt nu de wrange vruchten. Mevrouw Ruijgh laat graag een tegengeluid horen. Zij is blij dat er een goede architect is ingehuurd, want het Gemeenlandshuis is een lastig pand om te verbouwen. De presentatie die er is geweest geeft haar het vertrouwen dat op een heel goede manier met het bestaande gebouw zal worden omgegaan, zonder heel dure of ingewikkelde ingrepen. De voorzitter merkt op dat de ondernemingsraad dit met mevrouw Ruijgh eens zal zijn. De heer Van der Velde is het eens met mevrouw Ruijgh. De verbouwing van het stadhuis in Vlaardingen is 4 miljoen onder de begroting gebleven. De heer Hombergen wenst een goed gebouw, voor de werkplekken van de medewerkers en de publieksfunctie jegens de ingezetenen. Hij is blij dat de voorzitter zal onderzoeken of een vergelijking kan worden gemaakt met andere waterschappen, al begrijpt hij heel goed dat overal een ander verhaal te vertellen is. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B.07. Keur Delfland De heer J. van den Berg ziet in de kernboodschap dat het college de regeldruk wil verminderen, dat het ecologische zones wil beschermen en uniforme landelijke richtlijnen wenst. Zijn fractie vindt die drie punten ook ontzettend belangrijk. Het platteland weet alles van regeldruk. De bescherming van ecologische zones gaat hem zeer aan het hart. Waar die zijn aangelegd moeten zij in een goede staat worden gehouden. Het zou voorts prachtig zijn als alle waterschappen gelijk gericht waren in hun regelgeving. In de keur is in artikel 2.10 sprake van een veekerende afrastering. Hij acht het lang niet zeker dat een oever met een afrastering goed wordt beschermd. Zijn fractie vindt dat niet aangegeven behoeft te worden hoe de bescherming van de natuurvriendelijke oevers moet worden gerealiseerd. De verantwoordelijkheid berust bij de aanpalende landeigenaar, die ervoor kan kiezen zijn vee op stal te houden of de percelen langs natuurvriendelijke oevers te maaien. Er zijn genoeg voorbeelden van percelen waar vee geweid wordt en de natuur vriendelijke oever keurig in stand blijft. Over de doelstelling is er eensgezindheid, maar de verantwoordelijkheid voor de realisering daarvan zou hij aan de ondernemer willen laten. Het lijkt hem voldoende om in de keur vast te leggen dat de natuurvriendelijke oever moet worden beschermd en in een goede staat moet worden gehouden, maar het woord “afrastering” kan eruit. Het waterschap is in een eerder stadium eigenaar geworden van aantallen meters natuur vriendelijke oevers die bij een reconstructie zijn aangelegd. Boeren op percelen waar al eeuwen het boerenbedrijf werd uitgeoefend werden geconfronteerd met een nieuwe eigenaar. Het gaat naar zijn mening te ver als de nieuwe eigenaar dan een afrasteringsplicht oplegt aan die veehouders. Het is al wrang als zij meters moeten inleveren.
10
In de nota van beantwoording stelt het college dat er behoorlijk wat schade aan natuurvriendelijke oevers is. Vockestaert en LTO hebben in een zienswijze aangegeven dat zij de noodzaak van bescherming niet bestrijden, maar wel dat er afgerasterd moet worden. Zijn fractie betreurt dat die zienswijze niet is gehonoreerd. Hij verwijst naar de pilot van Vockestaert en het hoogheemraadschap in de Commandeurspolder. Als de resultaten van die pilot bekend zijn, kan de werkwijze daar verder worden uitgerold in Delfland. De sector zal dan meer gemotiveerd zijn. In de laatste vergadering in de huidige zittingsperiode kan de VV het besluit nemen voor een inzet in de komende periode, waarbij de sector meer gemotiveerd zal zijn. Lukt dat vanmorgen niet, dan zal de discussie over dit onderwerp nog een hele poos voortduren. Dat wil zijn fractie niet en dat willen de boeren niet. Hij geeft het college in overweging in de keur heel duidelijk aan te geven dat de natuur vriendelijke oever moet worden beschermd. Het hoogheemraadschap heeft de instrumenten voor toezicht en handhaving. Als er ergens iets gebeurt, kan het ook optreden. Hij stelt voor om als de nieuwe VV er is in de commissie Waterkwaliteit te bezien hoe een goede regeling kan worden gemaakt. De heer Van der Velde benadert het voorstel misschien wat rationeler dan de heer Van den Berg. Zijn fractie stemt daarmee in. LTO, Vockestaert en de gemeente Midden-Delfland zijn de enige die zienswijzen hebben ingediend. Gelet op de omvang van de keur valt dat nogal mee. Niet elke zienswijze haalt het. Artikel 2.10 is een voortzetting van de oude keur. Hij zou dat zo willen laten, al begrijpt hij de emoties over de herstructurering et cetera. Er is hem alles aan gelegen om de natuurvriendelijke oevers goed te beschermen. Hij vindt het niet nodig om een afrastering te maken langs een weiland waar geen vee loopt, al vindt hij het jammer dat er boeren zijn die hun vee binnen houden. Hij is overigens benieuwd wat een afrastering nu eigenlijk kost. Is de discussie heel principieel of gaat het maar om € 300? De heer Smits meldt dat het indringende betoog van de heer J. van den Berg bij zijn fractie overtuigend is overgekomen. In de commissie heeft hij geen opmerkingen gemaakt, maar afgelopen maandag heeft hij een vergadering bijgewoond van de Vereniging van ZuidHollandse Waterschappen. De kernboodschap daar was dat zoveel mogelijk moest worden samengewerkt en gestreefd naar consensus. In de Verenigde Vergadering moet het bestuur ook proberen er uit te komen met een zo breed mogelijk gedragen beleid. Hij is het eens met de doelstellingen die in het voorstel zijn geformuleerd, maar ter wille van de consensus roept hij het college op in elk geval te kijken naar de uitkomsten van de pilot in de Commandeurspolder. De heer P. van den Berg weegt het aantal inspraakreacties anders dan de heer Van der Velde, die het aantal gering vond. De zienswijzen komen niet van individuele eigenaren, maar van organisaties met een brede achterban. Daar alle drie het onderwerp “afrastering” aansnijden, is er zijns inziens sprake van een serieus probleem. De fractie Ongebouwd heeft weer aandacht gevraagd voor dat probleem. Bedrijfsgebouwd vindt het belangrijk dat er bij de grondeigenaren een draagvlak is en bereidheid tot medewerking aan het behoud van natuurvriendelijke oevers. Dat moet niet worden doorkruist door verplichtingen die als onrechtvaardig worden ervaren. Naar zijn oordeel moet er ruimte zijn voor alternatieve maatregelen als die hetzelfde doel dienen. Het is redelijk dat Delfland op een of andere manier bijdraagt aan de bekostiging van de afrastering indien die noodzakelijk is na de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Hij vraagt welke vrijheid er is om andere maatregelen ter bescherming van een natuur vriendelijke oever te nemen dan een afrastering, welke financiële bijdrage het hoogheemraadschap levert bij de aanleg van een afrastering en wat de stand van zaken is bij de proef in de Commandeurspolder. Hoe worden de ervaringen daar verwerkt in het beleid inzake de keur? Eigenlijk onderschrijft de fractie van Bedrijfsgebouwd de gedachten van Ongebouwd. Mevrouw Jans herinnert eraan dat haar fractie in de commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering naar voren heeft gebracht dat het gaat om het te bereiken effect Zij verzoekt het college daar vooral naar te kijken. De maatregel die in de keur wordt vermeld roept reacties op. Haar fractie heeft sympathie voor de gedachten van Ongebouwd. Mevrouw Ruijgh hoopte na de discussies in de commissie dat het college met een alternatief voor artikel 2.10 zou zijn gekomen. Nu dat niet is gebeurd, wil zij voorstellen iets aan de tekst te doen. Zij begrijpt heel goed dat in de keur een gebodsbepaling nodig is om te bereiken dat natuurrijke zones en de waterkeringen goed beschermd worden, in dit geval tegen het vertrappen door vee. In dat artikel zou het woord “beschermen” moeten worden opgenomen.
11
Duidelijk moet worden gemaakt wat het doel is van die bescherming. Als iemand een vergunning aanvraagt om geen afrastering te plaatsen, is een toetsingsgrond nodig. Misschien moet een splitsing worden aangebracht tussen natuurrijke zones en waterkeringen. Zij kan niet overzien of het belangrijk is dat er altijd wordt afgerasterd bij waterkeringen. Als dat zo is, kan beter een apart artikel worden gemaakt voor ecologische zones, waarin duidelijk wordt gemaakt dat zij natuurrijk moeten zijn en dat er, als zij niet op een andere manier goed worden beschermd, een afrastering moet worden geplaatst. Het gaat niet alleen om geld, het gaat vooral ook om arbeid. Er is vaak dagelijks of wekelijks terugkerend onderhoud nodig. Het vee moet worden weggehouden. Met name schapen houden zich niet altijd aan de afrastering. De voorzitter betoogt dat er een gebodsbepaling nodig is om de natuurvriendelijke oever te beschermen als er vee in de wei staat. In de praktijk wordt geen afrastering vereist waar geen vee is. Daarover is goed overleg met de agrariërs. Wat tijdens ruilverkavelingen is gebeurd kan hij niet meer terugdraaien. In de afgelopen zes jaar zijn miljoenen besteed aan natuurvriendelijke oevers. Het is dan niet gek dat die worden beschermd. Hij veronderstelt dat daar consensus over is. Er gelden bijvoorbeeld ook regels voor de scheepvaart. Het voorkomen van schade is niet voldoende. Er is overigens ook veel schade geweest. De afgelopen jaren is een andere koers ingeslagen. In de praktijk gaat het nu best goed, ook door het overleg tussen agrariërs en hogheemraadschap bij aanleg. Dat laat onverlet wat in het verleden wel is gebeurd. Een ander soort maatregel is er tot nu toe niet. Het klinkt mooi om de bescherming over te laten aan de grondeigenaar, maar de vrijheid van de een eindigt bij de gebondenheid van de ander. Als andere maatregelen afdoende waren, zou het waterschap de laatste zijn om die niet te willen. Als zulke maatregelen er waren, hadden Vockestaert en LTO ze wel genoemd. De pilot in de Commandeurspolder is juist gestart om daarnaar te zoeken. Als daaruit een alternatieve oplossing mogelijk blijkt, zal die worden opgenomen in de keur. Natuurlijk heeft het college nagedacht over een andere formulering. Gedacht kan worden aan “een gelijkwaardige voorziening”. Daarmee zou worden gesuggereerd dat er een gelijkwaardige voorziening is. Die term zal in de keur worden opgenomen als die er wel is. Misschien moet dat nog wat duidelijker in de brief aan LTO en Vockestaert worden geschreven. Naar zijn oordeel is wat Delfland van de agrariërs vraagt redelijk. Het maatschappelijke belang van de natuurvriendelijke oevers wordt afgewogen tegen hun belangen. Van de medewerkers heeft hij gehoord dat de emotionele aspecten meer iets van het verleden zijn. Er zijn nu goede afspraken te maken. De heer J. Van den Berg is het er helemaal mee eens dat de milieuvriendelijke oevers, waarin miljoenen zijn geïnvesteerd, moeten worden beschermd. Hij hoort de voorzitter zeggen dat dit tegenwoordig ook vrij goed lukt. Voortschrijdend inzicht voortkomend uit de pilot Commandeurspolder zou in de keur verwerkt kunnen worden. Daarom werken Vockestaert en de boeren daar ook aan mee. De doelstelling bescherming van de natuur vriendelijke oevers wordt door iedereen onderschreven. Hij blijft problemen houden met het woord “afrastering”. De heer Van der Velde houdt vast aan het eerder verwoorde standpunt van zijn fractie. De heer Hombergen vraagt of de fractie van Ongebouwd bekend is met alternatieve beschermingsmiddelen die misschien nog niet zijn geverifieerd en goedgekeurd, maar al wel in beeld zijn. De heer J. van den Berg antwoordt dat er niet zoveel alternatieven zijn. Hij pleit ervoor de verantwoordelijkheid aan de ondernemer over te laten. Iemand die veel aangrenzende natuur vriendelijke oevers heeft kan ervoor kiezen daar geen vee te weiden en er alleen te maaien. Er zijn ook veel ondernemers die hun grond langs de natuur vriendelijke oever nodig hebben voor beweiding, maar het is niet zo duidelijk dat daardoor schade aan de oever ontstaat. De heer Smits heeft het gevoel dat door het woord “bescherming” in de keur op te nemen het probleem kan worden opgelost. De heer P. van den Berg lijkt het goed om dadelijk even te schorsen. Hij wil met Ongebouwd overleggen waar het ongewijzigd in stemming brengen van het voorstel toe zou leiden. Mevrouw Jans heeft van het college gehoord dat de term “gelijkwaardige voorziening” in de keur zou kunnen worden opgenomen. Dat roept bij haar de vraag op hoe zo’n maatregel moet
12
worden bewaakt. Zij wacht een voorstel daartoe van het college af. Zij blijft op het standpunt staan dat het gaat om het te bereiken effect. Zij is benieuwd welk tekstvoorstel mevrouw Ruijgh zal doen. Zij heeft daar groot vertrouwen in. Mevrouw Ruijgh wil wel even nadenken of zij op een of andere manier kan helpen. Dat hangt erg af van de standpunten van andere fracties en van de bereidheid van het college om het artikel aan te passen. De voorzitter wijst er nog op dat niet in het artikel staat dat wie geen afrastering heeft wordt beboet. Het is een doelvoorschrift ter bescherming van de natuurvriendelijke oevers. De vergadering wordt enige tijd geschorst. De heer J. van den Berg stelt na overleg voor het woord “afrastering” te vervangen door “voorziening” of “maatregel”. Als er geen afrastering is, mag daar ook geen aanmerking op gemaakt worden. Hij stemt ermee in dat na de pilot Commandeurspolder heel goed wordt bezien waar de resultaten in het vervolgtraject in de keur kunnen worden verwerkt. De voorzitter heeft de toezegging over de verwerking van de resultaten van de pilot al gedaan. Voordat een eventuele procedure voor wijziging van de keur wordt gestart zal in de commissie worden kortgesloten hoe dat moet gebeuren. Hij legt er de nadruk op dat het artikel niet kan worden gebruikt om iemand te beboeten die niet voldoet aan iets waaraan hij niet hoeft te voldoen. In de voorliggende tekst is sprake van een veekerende afrastering, omdat de afzetting moet worden afgestemd op het soort vee dat in de wei staat. De afzetting zou bijvoorbeeld ook kunnen bestaan uit strobalen. Hij kan ermee leven als het woord “afrastering” wordt vervangen door: voorziening. Dat wordt dan in de memorie toegelicht en aan de bezwaarmakers gemeld. De heer Van der Velde kan wel leven met het woord “voorziening” in de tekst. Is er echter geen alternatief voor het stukje schrikdraad voor rundvee, dan zal die voorziening zo’n draadje zijn. Bij de realisering van natuurvriendelijke oevers plaatst het hoogheemraadschap de afrastering. Hij vraagt zich af waarover nu wordt gediscussieerd als er al een afrastering is. Of zijn er afrasteringen weggehaald? Mevrouw Ruijgh stemt in met het tekstvoorstel van de voorzitter. Wel wijst zij erop dat ook de titel van artikel 2.10 moet worden veranderd. Zij stelt voor: Bescherming tegen schade door vee. De voorzitter acht “veekerende voorzieningen” ook mogelijk. De heer P. van den Berg beschouwt een draagvlak bij de agrariërs voor een beschermingsmaatregel als erg belangrijk. Hij vindt dan ook belangrijk wat Ongebouwd vindt van de tekstaanpassing. De voorzitter merkt op dat de leden in de VV zitten voor het algemeen belang van Delfland. De heer Middendorp vindt dat de heer P. van den Berg vanuit het belang van Gebouwd moet reageren op het voorstel. De heer J. van den Berg betwist dat bij elke aanleg van een natuurvriendelijke oever een veekering wordt geplaatst. Hij refereert aan de voorgeschiedenis in Zouteveen, waar in 2006-2009 een pilot voor een afzetting is geweest. De discussie gaat al jarenlang over de verplichting tot afrastering en niet zozeer over de natuurvriendelijke oevers. Hij zal weer nagaan of er voor de nieuwe tekst draagvlak is bij zijn achterban. Het woord “afrastering” ligt zeer gevoelig bij de agrariërs. Er moet een tekst komen waarmee constructief verder kan worden gegaan. Hij heeft geconstateerd dat de andere fracties en het college dat ook willen. De voorzitter stelt vast dat de heer J. van den Berg kan leven met de vervanging van “afrastering” door “voorziening”. De heer Smits vraagt of een voorziening niet meer is dan alleen een stuk prikkeldraad of schrikdraad. De voorzitter zegt dat een afrastering zeker meer is. De achterban van de heer Van den Berg is allergisch voor het woord afrastering. Daarom moet er een ander woord worden gevonden om tot een goed besluit te komen. Mevrouw Ter Woorst bevestigt dat bij de aanleg van een natuurvriendelijke oever ook een draadje wordt gespannen. Bij de pilot in de Zouteveense polder is dat ook gebeurd, met een
13
elektrische installatie. Bij een aantal agrariërs zijn die nu niet meer aanwezig, bij een aantal anderen wel. De voorzitter stelt vast dat de VV akkoord gaat met de voorgestelde wijzigingen. De heer Canton verklaart dat de Partij voor het vee en ook voor alle andere dieren, zich niet in de discussie heeft gemengd, omdat dit in de commissie al aan de orde was. Zijn fractie wil tegen stemmen vanwege onderdeel b. van artikel 2.2, de verplichting voor onderhoudsplichtigen om dieren die schade aan de waterkeringen toebrengen te bestrijden. In haar visie brengt eigenlijk geen enkel dier schade toe, maar gelet op de interpretatie van het artikel ziet zij zich verplicht tegen de keur te stemmen. De voorzitter suggereert de PvdD alleen tegen artikel 2.2. te stemmen. De heer Canton geeft daar inderdaad de voorkeur aan. De Verenigde Vergadering besluit conform het gewijzigde voorstel, onder aantekening dat de leden van de fractie van de PvdD tegen artikel 2.2. hebben gestemd. B.11. Verhogen Investeringsplan en ontwerp- en uitvoeringskrediet complex Buitengewoon Onderhoud Mevrouw Dijkshoorn gaat niet inhoudelijk in op de vertrouwelijke bijlage, maar herinnert eraan dat zij in de commissie heeft gevraagd om aansluiting van het daarin gebruikte begrip clusters bij de brief van oktober 2014, waarin per gemeente wordt gerekend. Zij dankt het college voor de aanpassing. Haars inziens moet nog verder gesleuteld worden aan de wijze waarop gegevens worden gepresenteerd. Er zijn grote verschillen ontstaan doordat eerst werd gerekend met netto meters kadeonderhoud en vervolgens met bruto meters. Zij zou graag een nog betere toelichting krijgen op de aansluiting met eerder verstrekte gegevens. Zij beseft dat dit meer een vraag voor de commissie is, maar het nu verstrekte overzicht is niet te herleiden tot de gegevens van oktober 2014. Dergelijke overzichten zouden synchroon moeten lopen. Zij gaat ervan uit dat in de bijlage nu vooral de meters die in 2015 moeten worden gerealiseerd zijn vermeld. Die verschillen met het overzicht van oktober2014. Zij heeft een nieuw stuk ontvangen, maar daarin is niet aangegeven wat er zou zijn gewijzigd. Zij zou ook graag een beter aansluitende voortgangsrapportage in de P&C-cyclus zien. Mevrouw Engels wil de voortgang van de werkzaamheden niet blokkeren, maar is geschrokken van de meer dan verdubbeling van de kosten van het investeringsplan. Zij mist een duidelijke onderbouwing daarvan. In de bijlage is in vergelijking met de brief van oktober 2014 gekozen voor andere kengetallen voor de meters kadestrekking. Voor haar is niet inzichtelijk hoe de gegevens zijn omgerekend. In oktober 2014 was er een duidelijk en gedifferentieerd overzicht per gemeente. Wat nu voorligt is veel beperkter en spoort niet helemaal met het eerdere overzicht. Haar fractie neigt ertoe om voor de volgende VV een beter onderbouwd voorstel te vragen. De heer Kuijvenhoven ziet de enorme stijging van de kredieten als des Pudels Kern. Dit schijnt het gevolg te zijn van het feit dat men zich aanvankelijk heeft gebaseerd op de resultaten van één project, de Noordeindseweg. Hij meent dat in de toekomst een andere aanpak moet worden gevolgd. Hij heeft begrepen dat inmiddels van netto meters naar bruto meters is overgegaan, op basis van vier inschrijvingen. Hij wil dat er nauwkeuriger wordt gemonitord, wat hem betreft jaarlijks, op een bredere basis. Of dat moet gebeuren per cluster of per locatie laat hij in het midden. Hij hoopt niet meer geconfronteerd te worden met ongewenste verrassingen. De heer Ranner herinnert eraan dat de Rekeningcommissie in juli 2014 een advies heeft uitgebracht naar aanleiding van de evaluatierapportage over de Noordeindseweg. Zij vroeg om duidelijker normwaarden, uitgesplitst in directe kosten, indirecte kosten en kosten onvoorzien. Dat is niet terechtgekomen in de collegestukken. In dit geval is er dan ook geen verdere uitsplitsing. Hij heeft zich afgevraagd waar de meer dan verdubbeling van de kosten per strekkende meter vandaan komt. Dat was gebaseerd op vier trajecten, maar hij miste daarbij het resultaat van de Noordeindseweg. Hem valt op dat de hogere kosten veroorzaakt zouden kunnen zijn door de kosten van aanpalende delen van verbeteringstrajecten. Hij vraagt wat precies met aanpalende delen wordt bedoeld. Als er nieuwe elementen aan de vier trajecten waren toegevoegd, had hij graag een duidelijke onderbouwing daarvoor gezien. Normgetallen moeten goed gebruikt kunnen worden, vooral als men een gecombineerd ontwerp- en uitvoe-
14
ringskrediet wil, nota bene voor de periode tot 2020. Dat is te veel van het goede. Hij verneemt graag waarom het noodzakelijk was om op dit moment met het voorstel te komen. Het college had zich kunnen beperken tot 2015 en daarvoor een of twee investeringsplannen kunnen voorleggen. Het had een nieuw totaal programma eigenlijk aan de VV in de nieuwe samenstelling moeten overlaten. De heer P. van den Berg constateert dat in dit voorstel voor een nieuwe presentatie is gekozen. Er wordt niet voor elk project afzonderlijk een plan weergegeven, maar een aantal projecten wordt samengevoegd voor één kredietaanvraag of één investeringsplan. Er is een kengetal van € 750 per netto strekkende meter vastgesteld om de kosten te berekenen, op basis van het project Noordeindseweg. Inmiddels is dat getal niet betrouwbaar gebleken. De kosten zijn niet € 750 per netto strekkende meter, maar per bruto strekkende meter. De facto betekent dit dat de kosten twee keer hoger zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Dat roept de vraag op of het verstandig is om de methodiek van samenvoeging van projecten voort te zetten. Inmiddels is meer informatie beschikbaar, op basis waarvan een nieuw kengetal is vastgesteld, maar hij betwijfelt of dit wel een betrouwbaar kengetal is voor de resterende projecten. Het voor 2015 beschikbare krediet moet worden opgehoogd, maar er wordt ook meteen krediet gevraagd voor een investeringsplan tot en met 2020. Hij weet niet of dit verstandig is, want de VV raakt haar sturingsmogelijkheden kwijt als zij instemt met een investeringsplan of een krediet voor een langere periode. Er wordt wel regelmatig gerapporteerd, maar dat is achteraf. Hij voelt er niet zoveel voor om nu al een akkoord te geven voor de periode tot 2020. Er kan wel een aantal projecten worden samengevoegd, maar niet in een keer voor een heel lange periode. Daarmee zou de volgende VV min of meer voor een voldongen feit worden gesteld. Mevrouw Bom heeft in de commissie al gezegd dat zij het ook vervelend vindt dat dit voorstel in de laatste vergadering van de VV in de huidige samenstelling aan de orde komt. Zij heeft daar voor gekozen omdat een aantal aanbestedingen geheel is voorbereid, maar zij niet genoeg geld beschikbaar heeft. Als de VV nu niet wil beslissen, wordt de ophoging van een aantal kilometers kade vertraagd. Er moeten ongeveer 120 kadestrekkingen worden opgehoogd, variërend van stukjes van 20 meter tot 100 meter. Het is niet efficiënt om per stukje SSKramingen te maken en daarmee telkens naar de commissie en de VV te gaan. Daarom is besloten te komen tot een bulkartikel. Dat is gedaan op basis van het oude kengetal van € 750. Het project Oosteindseweg bestond destijds uit stukjes op te hogen kade en stukjes te versterken kade. Naast de stukjes die moeten worden opgehoogd ter versterking moeten ook stukjes worden aangepast, bijvoorbeeld omdat er een weg over loopt. Gaandeweg is daar meer ervaring mee opgedaan. Er werd aanvankelijk uitgegaan van een factor van anderhalf van het deel dat opgehoogd moest worden. Die factor moet twee zijn. Dat heeft grote financiele gevolgen, die in het voorliggende voorstel zijn meegenomen. De veranderingen in de bijlage zijn veroorzaakt door de wijziging van de basis voor berekeningen van clusters naar gemeenten. Geprobeerd wordt in elk P&C-document op hoofdlijnen te rapporteren over de verhoging van kades. De meer gedetailleerde informatie die mevrouw Dijkshoorn wenst past daar niet heel goed in. Misschien moet worden overgegaan tot het verschaffen van uitgebreidere, meer gedetailleerde informatie in losse documenten. In de P&Ccyclus kan de informatie dan op een hoger aggregatieniveau worden gebracht, zodat de cijfers goed aansluiten op de P&C-documenten. De VV heeft recht op adequate informatie. Een aantal projecten moet dit jaar worden aanbesteed. Als de besluitvorming daarover aan de volgende VV wordt overgelaten, worden die aanbestedingen vertraagd. In de commissie is altijd gevraagd om de verhoging van kades die nu te laag zijn voortvarend aan te pakken. Daarom meende zij het voorstel nu te moeten doen. Als dat niet gebeurt, zij dat zo. Dan kan er in juni 2015 een nieuw voorstel komen. Dan is er ook een kans dat de projecten duurder worden, want in naburige gemeenten is er een nog veel grotere opgave om kades te verhogen. Mevrouw Engels hoorde zowel de heer Ranner als de heer P. van den Berg pleiten voor meer concrete voorstellen in plaats van een bulkvoorstel voor de periode tot 2020. In de brief van oktober 2014 is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen risicovolle en minder risicovolle keringen. Zij heeft er begrip voor dat het college niet telkens voorstellen over heel kleine stukjes wil doen, maar misschien kan iets worden gedaan aan de hand van dit onderscheid. Als de risicovolle keringen snel kunnen worden aanbesteed, kan in een volgende VVvergadering een nieuw voorstel aan de orde komen.
15
De heer Ranner ziet in bijlage 1 dat er clusters vermeld worden met SSK-getallen erbij. Daar kan hij geen brood van bakken. Voor twee projecten die nu moeten worden aanbesteed, in Lansingerland en Westland, zijn heel hoge kengetallen vermeld. Hij vraagt wat daar dan aan de hand is. De bedragen voor twee andere projecten zijn veel lager. Hij krijgt graag meer informatie over de normen. Hij beseft dat er vertraging ontstaat als het voorstel niet wordt aangenomen, maar het is nu niet noodzakelijk om het hele programma vast te stellen. Naar hij meent kan wat in 2015 moet worden gedaan op vrij korte termijn worden gepresenteerd. Hij begrijpt dat dan risico’s worden gelopen in de sfeer van de bedragen die bij aanbestedingen zullen worden gevraagd, maar dat soort risico’s is er altijd. Als de kengetallen te ruim zijn is dat niet efficiënt. De heer P. van den Berg zou graag zien dat het voorstel werd doorgeschoven naar een later tijdstip. Zijn belangrijkste bezwaar is dat huidige methodiek van opbossing van kredieten en investeringen voor een heel lange periode wordt voortgezet. Na de ervaringen die zijn opgedaan moet dat naar zijn oordeel niet meer gebeuren. Als de nieuwe VV zo snel mogelijk een voorstel voorgelegd krijgt, blijft de vertraging zo gering mogelijk. De heer Reijn wil streven naar een zo goed mogelijke besteding van beschikbare financiën. Zijn fractie is daarom voor snelle aanbestedingen. Dat zal goedkoper zijn dan wanneer alle deeltrajecten straks afzonderlijk aanbesteed worden. De heer Kuijvenhoven is geen tegenstander van de huidige methodiek. Als de vertraging van de aanbestedingen binnen de perken blijft kan hij daarmee leven. Mevrouw Dijkshoorn dringt nogmaals aan op betere overzichten, die beter aansluiten bij de voortgangsrapportages. Zij hoopt dat zij nog een beter stuk kan krijgen. Zo ziet zij in een bepaald geval een veel geringere netto lengte dan zij in het stuk van oktober 2014 heeft gezien. Mevrouw Bom verzekert dat de wijzigingen in de bijlage alleen zijn veroorzaakt door het overgaan van clusters op gemeenten. In de bijlage is vermeld waarom in twee gevallen die de heer Ranner noemde de bedragen een stuk lager zijn dan in andere gevallen. In het ene geval is er laag ingeschreven. In het andere geval had de aannemer klei over, waardoor het project een stuk goedkoper kan worden uitgevoerd. Toen werd begonnen met de huidige methodiek werd gewerkt met normbedragen om een grove schatting te kunnen maken van het benodigde bedrag. Bij elke aanbesteding wordt wel degelijk een SSK-raming gemaakt. Het normbedrag wordt daardoor steeds scherper. Daarover wordt elke keer aan de VV gerapporteerd. Zij wil met clusters blijven werken, omdat dit efficiënt is. De meest risicovolle projecten zijn de projecten die voor 2015 op het programma staan. Het is denkbaar dat deze projecten nu worden doorgezet en dat een besluit over de projecten voor de periode daarna wordt doorgeschoven naar een volgende vergadering van de VV. Zij zou dan de huidige systematiek willen blijven hanteren. Wel kan worden getracht onderbouwingen en rapportages te verbeteren. Op deze manier behoeft er geen vertraging in de werkzaamheden te zijn. De heer P. van den Berg vindt dit een goede oplossing, als het splitsen van het voorstel ook praktisch uitvoerbaar is. De heer Kuijvenhoven is het daarmee eens. De heer Ranner wil de zaken niet nodeloos ophouden. Er moet beslist worden op het moment dat dit nodig is. Hij verbindt daaraan het verzoek om te bevorderen dat de kosten zo beperkt mogelijk blijven. Er moet nog eens naar de normbedragen gekeken worden, wil men de kosten beter kunnen beheersen. Die normbedragen moeten reëel zijn. De heer Kuijvenhoven verlaat de vergadering. De voorzitter stelt vast dat het voorstel in die zin wordt gewijzigd, dat het wordt beperkt tot de projecten voor 2015. In juni 2015 komt het deel voor na 2015 aan de orde. Mevrouw Engels verklaart zich namens Water Natuurlijk hiermee akkoord. De Verenigde Vergadering besluit conform het gewijzigde voorstel.
16
B.22. Twee moties vreemd aan de orde van de dag De heer Canton hoorde toen de vergadering begon met beschuit met muisjes de vraag of dat wel kon bij de Partij voor de Dieren. Blauwe muisjes zijn echter vegetarisch, in tegenstelling tot roze muisje. De leden van de VV hebben een uitnodiging gekregen voor een diner op 27 maart. Zij kunnen iets doen aan de hoeveelheid water die zij indirect gebruiken voor dat diner. Hij stelt, mede namens de heren Overmeer en Van der Wedden, twee moties voor: De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van Delfland, bijeen op 19 februari 2015 kennisgenomen hebbende dat: ● de Verenigde Vergadering vrijdag 27 maart 2015 bijeen is geroepen voor een afscheidsavond inclusief eten; ● water de kern is van het beleid van Delfland; constaterende dat: ● schoon water een schaars goed is; ● de productie van niet-biologisch vlees gepaard gaat met relatief veel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen/pesticiden die het water vervuilen; ● Delfland reeds een beleid heeft om een deel van zijn inkopen biologisch te doen; gevraagde besluitvorming, spreekt uit dat: ● de afscheidsavond volledig biologisch wordt gehouden, en gaat over tot de orde van de dag. De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van Delfland, bijeen op 19 februari 2015 kennisgenomen hebbende dat: ● de Verenigde Vergadering vrijdag 27 maart 2015 bijeen is geroepen voor een afscheidsavond inclusief eten; ● water de kern is van het beleid van Delfland; constaterende dat: ● schoon water een schaars goed is; ● de Universiteit Twente heeft vastgesteld dat het produceren van een portie vlees veel water kost. De productie van een kilo vlees kost in totaal 15.000 liter schoon water; een kilo varkensvlees kost 6000 liter water. Per calorie scoort rundvlees zo’n twintig keer hoger dan bijvoorbeeld aardappelen of graan; ● het uitsluiten van bepaalde (dierlijke) producten door Delfland geen nieuw beleid is, omdat Delfland reeds eerder heeft besloten dat bepaalde (dierlijke) producten niet geserveerd/gebruikt zullen worden bij bijeenkomsten van het Hoogheemraadschap, gevraagde besluitvorming, spreekt uit dat: ● de afscheidsavond vegetarisch en bij voorkeur volledig plantaardig wordt gehouden, en gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter brengt de motie over een biologische maaltijd in stemming. De heer Hombergen weet dat er biologische alternatieven zijn voor bijna elk product. Zijn fractie stemt dan ook in met de motie. De heer Van der Velde zegt dat dit ook geldt voor de fractie van Water Natuurlijk. De Voorzitter weet niet zeker of de motie ook kan worden uitgevoerd. De motie wordt bij handopsteken met 18 tegen 11 stemmen verworpen.
17
De voorzitter brengt de motie over een vegetarische maaltijd in stemming. De heer Van der Velde zegt dat zijn fractie tegen deze motie stemt. In de uitnodiging staat dat ieder lid dieetwensen kan uiten. Als men vegetarisch eten wenst, kan men dat aangeven. De heer Hombergen sluit zich nu aan bij Water Natuurlijk. Er is voldoende ruimte voor individuele leden om een dergelijk menu te kiezen. De heer J. van den Berg geeft aan dat ieder zich vrij kan voelen om een keuze te maken. Hij vindt niet dat door middel van een motie aan iedereen een keus moet worden opgelegd. De motie wordt bij handopsteken met 26 tegen 3 stemmen verworpen. Hamerstukken H.02. Rapport kwijtscheldingsbeleid van de Rekeningcommissie en collegereactie op het rapport H.03. Integriteitstoets nieuwe bestuurders H.04. Beleidsnota buitengewoon onderhoud wateren De Verenigde Vergadering besluit conform deze voorstellen. H.08. Voorstel nieuwe vaarverordening Delfland De heer Van der Wedden memoreert dat in de commissie BOB is gesteld dat Delfland in de vaarverordening niet op de recreatieve hoogte van bruggen kan handhaven. In een ambtelijk gesprek is hem inmiddels toegezegd dat er nog dit jaar een beleidsnota komt waarin wel eisen aan de hoogte van bruggen ten behoeve van de recreatievaart worden gesteld, ofschoon van secundair belang. Hij zou die toezegging graag bestuurlijk herhaald hebben. De voorzitter weet dat nu niet. Hij zal het navragen. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. H.09. Planning & Controlcyclus 2015 H.10. Investeringsaanvragen Voorkomen Wateroverlast polders H.12. Wijziging Legger Regionale Waterkeringen Eshofpolder nabij Uithofslaan te Den Haag H.13. Vervanging van het beslissingsondersteunend systeem voor de besturing van het peil van de boezem H.14. Gemaal Akkerdijksepolder (gemeente Midden-Delfland) H.15. Partiële wijziging Legger Wateren 2011 (2014-03) – Tekst Legger Wateren H.16. Investeringsaanvragen duikers regulierbeheer Polders en boezem H.17. Uitgangspunten Legger Wateren 2015-2021 H.18. Investeringsplan en Uitvoeringskrediet kade Klaas Engelbrechtspolder, gemeente Midden-Delfland H.19. Investeringsplan en Uitvoeringskrediet Buitengewoon Onderhoud Groene Kades 2015 H.20. Waterbodemkwaliteitskaart Delfland De Verenigde Vergadering besluit conform deze voorstellen. H.21. Verlichten gevel Gemeenlandshuis Oude Delft De heer Van der Wedden vindt het een prachtig voorstel. Hij vraagt of er nog overleg is of gevoerd gaat worden met bewonersvereniging en direct omwonenden. De voorzitter zet uiteen dat eerst verder wordt gepraat met de gemeente Delft. Als die voldoende draagvlak biedt, kan met de omwonenden worden gesproken. Zij willen bijvoorbeeld vermoedelijk weten tot hoe laat de verlichting aan is. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel.
18
Sluiting De voorzitter constateert dat dit de laatste reguliere openbare vergadering in de huidige zittingsperiode was. Het was een waardig eind van meer dan zes jaar Verenigde Vergadering. Hij sluit de vergadering om 12.35 uur. Aldus vastgesteld in de Verenigde Vergadering van 25 maart 2015. De Griffier,
De Voorzitter,
H.M.J. Hoogweg
mr. M.A.P. van Haersma Buma
19