Verslag openbare coalitiebespreking donderdag 15 april 2010 Onderwerp: Milieu&Duurzaamheid en Investeren in mensen en voorzieningen (waaronder speerpunten economie, bedrijvigheid en praktisch onderwijs ) Tijdstip: 19.30-22.15 uur Locatie: Raadszaal gemeentehuis Wijk bij Duurstede Aanwezigen: Voorzitter Griffier Raadsleden VVD
de heer J. Jongejan, voorzitter/formateur mevrouw M.A.C. van Esterik
de heer J.W.F. van der Laag de heer S. Segboer de heer R. Vinke
CDA
de heer R.W. Peek de heer G. Migchels
SP
de heer J. Brouwer de heer G. Pouw
Extern deskundigen mevrouw E. Muis (voorzitter OKW), de heer P. van Dijk en de heer A. Harting (Platform Wijk bij Duurzaam)
Notulist
mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Opening De heer Van der Laag (VVD) opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom. Dit is de derde openbare bespreking tussen VVD, SP en CDA om te komen tot een coalitieakkoord. Hij stelt de heer Jongejan voor die zal optreden als formateur en voorzitter, en de aanwezigen van de zijde van VVD, SP en CDA. Vanavond is het thema Milieu&Duurzaamheid en Investeren in mensen en voorzieningen (waaronder speerpunten economie, bedrijvigheid en praktisch onderwijs) aan de orde. Inleiding door de formateur, de heer Jongejan De heer Jongejan heet op zijn beurt iedereen welkom en licht toe dat er verschillende bijeenkomsten zijn voorzien over verschillende thema’s. Zijn opdracht valt uiteen in vier punten. Als eerste noemt hij het ondersteunen in het tot stand komen van een college samengesteld uit de partijen VVD, SP en CDA. Deze partijen gaan proberen een akkoord op hoofdlijnen te sluiten met elkaar. Daarna volgt de portefeuilleverdeling en de verkiezing van de wethouders. De partijen die nu niet aan tafel zitten zullen ook betrokken worden bij deze coalitievorming. Hij vindt het goed dat deze 1 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
besprekingen in het openbaar kunnen plaatsvinden. Hij licht het programma voor de bespreking van vanavond toe. Milieu en Duurzaamheid Inbreng door externe deskundige van Wijk bij Duurzaam , de heer Harting De heer Harting houdt een inleiding. Het Platform Wijk bij Duurzaam zet in op duurzame ontwikkeling in haar brede economische, ecologische en humanitaire context (people, planet en profit), hetgeen rentmeesterschap, onafhankelijkheid, economische potentie en kostenbesparing inhoudt. Steekwoorden zijn lange termijn, vitaliteit, schokbestendigheid. Er moet een hoop gebeuren, daar is iedereen het over eens. Geopolitieke verhoudingen in de wereld, energie armoede in de straat, het raakt ons allemaal. ‘De overheid’ moet daarbij de constante factor en het faciliterend orgaan zijn. Binnen het gemeentebestuur bestaat groot draagvlak om duurzaamheid te realiseren, getuige de brainstorm over beleidsmonitoring vorig jaar en het verkiezingsdebat eerder dit jaar. Echter vaak wordt duurzaamheid verengt tot energie of de wettelijke milieutaken. Daarmee wordt het begrip ernstig tekort gedaan. Het gaat over toekomstbestendigheid van onze samenleving, volgens People, Planet en Profit. Of wat concreter ingevuld, de breedte van fossiel energieverbruik, grondstoffengebruik, gezondheid/binnenmilieu, leefomgevingskwaliteit, natuurontwikkeling, participatie, financiële robuustheid om wat aspecten te noemen. Vanwege de lange termijn typisch het domein van de overheid om hierin sturend en enthousiasmerend op te treden. Daarnaast heeft overheid ook een voorbeeldfunctie en moet zij haar geloofwaardigheid uitdragen. De financiële crisis heeft geleerd dat anderen dan de overheid eerder geneigd zijn om slechts naar de korte termijn, naar het hier en nu, te kijken. Ondernemingen die duurzaam opereren hebben minder last van deze crisis. Duurzaamheid heeft te maken met weerbaar en vitaal. De gemeente moet dat faciliteren. “Think global, act local.” Vanuit haar werkveld steekt Wijk bij Duurzaam in op de fysieke mogelijkheden en uitdagingen, op de gebouwde omgeving. Met de Ver. Natuur & Milieu ook de natuur/groen kant, die ik nu niet verder uitdiep. Voor de fysieke mogelijkheden en uitdagingen is het Milieubeleidsplan een goede basis. Van belang is het creëren van een gelijk speelveld voor ieder, dat geborgd en bewaakt moet worden. Harde afspraken zijn de garantie voor dit gelijke speelveld, ieder moet hetzelfde hoge niveau halen. Het daagt ondernemingen uit om naar een hogere kwaliteit te streven. En zo willen ze zich ook presenteren. Als afgeleide betekent dit voldoende bekwaamheid van die overheid. De voortgang van uitvoering van het gemeentelijk duurzaamheidbeleid, waaronder de acties voortvloeiend uit het Milieubeleidsplan, moet gemonitord worden, zo mogelijk met een benchmark om Wijk bij Duurstede te meten met andere gemeenten in het land. Zie het Koploper streven met de provincie op het gebied van klimaatbeleid. Ook daarin heeft de gemeente zich gecommitteerd om doelen te halen en stappen te zetten op klimaatterrein. De duurzaamheidsmarkt is te verdelen in professionals en particulieren en non-profit. Professionals worden geacht de weg naar duurzame ontwikkeling zelfstandig te kunnen vinden. Hulp vanuit de gemeente moet geboden worden om partijen bij elkaar te brengen, een platform te bieden waar vraag en aanbod over duurzame mogelijkheden bij elkaar komen. Voorts is dat gelijke speelveld van belang. De particulier en de non-profit sector moeten geholpen worden, met kennis, ondersteuning en stimulering. Kijk ik bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van De Kamp in Cothen, dan heeft de gemeente daar hoge ambities. De gemeente trekt er hard aan, probeert partijen bij elkaar te brengen en voert zelf verkenningen naar mogelijkheden uit. Hulde, ga zo door. Het kan Wijk bij Duurstede en haar bedrijfsleven op de kaart zetten. “Cothen maakt het!” Maar dan moet de gemeente evenwichtig omgaan met haar dubbele pet, die van grondverkoper en van duurzaamheid aanjager. Beide rollen tegelijk 2 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
spelen kan problemen opleveren. Duurzame kwaliteit verlangen verhoudt zich niet met de hoogst mogelijke grondopbrengsten. Dat moet een gemeente zich realiseren. Duurzaamheidsambities afspreken betekent ook de consequenties aanvaarden. Anders loopt de gemeentelijke geloofwaardigheid gevaar. En het moet partijen ook financieel aantrekkelijk gemaakt worden. Denk eens aan een proef om de OZB belasting te differentiëren naar milieuvriendelijkheid van het bouwwerk. De gemeente is ook ‘inkoper’, denk aan riolering, wegen en kantoorbenodigdheden. De gemeente geeft in haar aanbestedingsbeleid het goede voorbeeld door tenminste de criteria Duurzaam Inkopen te volgen. Wat Wijk bij Duurzaam betreft, liefst op een wat hoger niveau. Leveranciers moeten aan duurzaamheidscriteria voldoen. De CO2-ladder van Prorail of het instrument DuBoCalc van Rijkswaterstaat kunnen daarbij als voorbeeld dienen. Daarmee neemt de gemeente haar maatschappelijke taak serieus. Duurzaamheid geldt ook voor de eigen huishouding. Energiebesparen, milieuvriendelijk onkruid verwijderen, elektrische mobiliteit, handhaving groene stroom en compenseren van het gasverbruik, kortom gemeentelijke interne milieuzorg moet door gaan. Ook dat vraagt deskundigheid en inzet binnen de gemeente. Tenslotte noem ik het ongenoegen dat bij investerende partijen ontstaat door zwalkend overheidsbeleid. De gemeente moet koers houden, ieder is gebaat bij continuïteit en duidelijkheid van ingezet beleid. Houdt dit vast. Ik sluit af met de aanbieding dat met het Platform Wijk bij Duurzaam de gemeente een kritische maar tegelijkertijd ook constructieve gesprekspartner heeft. Maak daar gebruik van. Via haar kunnen ook andere partners gevonden worden, want wij zijn er van overtuigd dat er in de Wijkse samenleving heel veel deskundigheid aan te boren en draagvlak te vinden is. Niet in de laatste plaats bij bedrijven en organisaties. Doorgaan op de ingeslagen weg. De heer Van der Laag verwijst naar de opmerking over De Kamp, duurzaamheid verstaat zich niet met het zien te bereiken van de hoogst mogelijke grondprijs. Graag een toelichting. De heer Harting licht toe dat de gemeente met één pet een hoge prijs wil bereiken. De bouwende partij zegt dan geen ruimte meer te hebben om meer kwaliteit te bieden dan de bouwregelgeving aangeeft. Bouwende partijen moet enige ruimte geboden worden; er moet een optimum gevonden worden tussen geld verdienen en duurzaamheid. De heer Van der Laag noemt de bezuinigingen van de rijksoverheid en het feit dat de gemeente moet proberen elders geld te verdienen om actief te kunnen zijn met milieu en duurzaamheid. De heer Harting bevestigt dat er een spanningsveld is; er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Alleen richten op de hoogste grondprijs zal niet werken. De heer Van der Laag zegt niet te willen vooruitlopen op de volkshuisvesting. Er spelen meer aspecten mee dan de grondprijs. Duurzaamheid is daar één van. Op termijn kan zich een en ander uitbetalen. De heer Michgels kan zich voorstellen dat daarvoor in gemeenten als Almere al creatieve oplossingen gevonden zijn. De heer Harting zegt daar onvoldoende over te weten. De gemeente zit in een spanningsveld. Investeringen die mensen moeten doen kunnen gefaciliteerd worden door een flexibele grondprijs voor de langere termijn, zodat de investeringen mogelijk gemaakt worden. 3 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
Hij noemt het collectieve particuliere collectieve opdrachtgeverschap; als dat de ruimte niet krijgt is dat de dood in de pot. De gemeente moet zich dat realiseren.
De heer Michgels zegt dat de gemeente misschien een extra garantie zou kunnen geven over een klein stukje, bijvoorbeeld voor een investering van € 25.000,00, niet te verwerken in de grondexploitatie. De heer Harting zegt dat je in die orde van grootte kunt denken. De heer Van der Laag merkt op dat onderscheid gemaakt moet worden tussen grondkosten en bouwkosten. De gemeente zou ook kunnen helpen door meer actief mensen die willen bouwen te wijzen op allerlei subsidiemogelijkheden die vanuit het rijk geboden worden. De heer Harting bevestigt dat er meerdere mogelijkheden zijn; hij noemt de groenhypotheek, die overigens wel afgelost moet worden. Als de bank meer wil investeren moet dat ook terugbetaald worden. De heer Brouwer merkt op dat er met betrekking tot het milieu een hoge ambitie is. Hij vraagt of er een mogelijkheid is om binnen het beleid wat te schuiven. Kan het ook soberder en doelmatiger? De heer Harting heeft geen voorbeelden van wat minder gedaan zou kunnen worden. De heer Segboer waar wel in geïnvesteerd moet worden en wat aan het landelijke overgelaten moet worden. Waar wordt het meeste rendement van een investering verwacht? In de woningbouw, elders? De heer Harting merkt op dat in de bestaande bouw de grootste slag te maken is. Ook in de nieuwbouw kan de milieubelasting sterk teruggebracht worden. De gemeente heeft daar weinig invloed op want een ander moet het betalen. Hij zou vooral op het gebied van handhaving en toetsing blijven zitten. Bedrijven die met nieuwbouw bezig zijn moeten aan bepaalde eisen voldoen. Dat moet goed gevolgd worden zodat er een gelijk speelveld blijft. De heer Van der Laag noemt de samenhang met het gelijke speelveld waar het gaat om woningbouw en bedrijfsvestiging en zegt dat de gemeente in een concurrerende positie ten opzichte van andere gemeenten zit. Dat kan ook een knelpunt opleveren. De vraag is of dat in een breder regionaal verband opgepakt kan worden. De heer Harting adviseert dat te doen. Hij noemt de milieudienst ZO-Utrecht; in die regio kunnen afspraken gemaakt worden. De voorzitter informeert naar de overeenkomsten en verschillen tussen de partijen. De heer Michels merkt op dat het CDA drie dingen wil realiseren. Er moet gewerkt worden aan een biomassa-centrale, door de gemeente te faciliteren. Het totstandkomen van een glasvezelnet, het verminderen van het aantal forenzen-bewegingen (8400). Een bushalte op het bedrijventerrein. Het CDA worstelt ook met de vraag hoe het meeste rendement behaald kan worden. 4 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
De heer Brouwer merkt op dat het vorige college een hoog ambitieniveau had op het gebied van milieu en duurzaamheid. Voor de SP staat voorop dat er beleid is ingezet dat voortgezet moet worden om kapitaalsvernietiging te voorkomen. Anderzijds legt hij de vraag voor hoe vernieuwend de gemeente wil zijn. Misschien moet er rekening mee gehouden worden dat het soms ook eenvoudig kan, sober en doelmatig. Hij noemt de bouwplannen die doorgezet moeten worden, isolatieprojecten, energiezuinig bouwen. Ooit heeft hij gesproken over windmolens; die discussie moet eens afgerond worden. De SP wacht nog steeds op een onderzoek. Prioriteit bij het handhaven van het huidige beleid en in het licht van de crisis niet veel nieuw beleid inzetten. De heer Van der Laag sluit aan bij de woorden van de heer Brouwer. Het milieubeleidsplan niet over boord gooien. De VVD zou graag zien dat er binnen vier jaar een nieuwe milieustraat komt. Er is ook winst te behalen door in breder verband te proberen het nascheiden van plastic afval in te voeren. De gemeente kan meer initiatief nemen in het actief wijzen op subsidiemogelijkheden voor energiemaatregelen. Senter Novem heeft dit soort zaken in de aanbieding. Verwijzingen via de gemeentelijke website. Biomassa-centrale met particulier initiatief en de gemeente faciliteert; daarmee kan hij ook instemmen. Aarzelingen bij windmolens. Zet liever in op zonne-energie en aardwarmte. Desgevraagd zegt hij naar aanleiding van de opmerking over het glasvezelnet en de forenzenbewegingen, dat de werkgever wel het thuiswerken zou moeten toestaan. Glasvezel alleen kan dat niet oplossen. Moet de gemeente investeren in glasvezel? De heer Michgels zegt dat het geld zo effectief mogelijk ingezet moet worden. De heer Harting zegt dat er zaken genoemd zijn waar hij niet direct aan zou denken. Biomassa: Eneco is op Lage Weide bezig met het ontwikkelen van een enorme biomassacentrale en struint de hele wereld af voor biomassa. Glasvezelnet: er zijn al goede voorzieningen om thuis te kunnen werken. Aardwarmte: onderscheid maken tussen warmtekoude-opslag in de bodem (is geen aardwarmte) en aardwarmte. Dat laatste is alleen effectief als je het voor 2000-4000 woningen doet. Daar is een netwerk voor nodig en dat is erg kostbaar en alleen te doen in nieuwbouwlocaties. Hier zou hij niet direct voor kiezen. Subsidiewijzer: www.energiesubsidiewijzer.nl. De heer Michgels zegt dat de hoeveelheid biomassa een beperkende factor is maar de ondernemers die hier nu mee bezig zijn, gaan uit van hun eigen biomassa, dus een andere schaal. De voorzitter vraagt reacties over de windmolens en de milieustraat. De heer Michgels noemt de nascheiding van plastic afval; technisch gezien heeft de heer Van der Laag gelijk maar het gaat ook om gedragsverandering. De heer Van der Laag zegt dat hij hiermee is gekomen. Gedragsverandering en overvolle containers en vervoer: het wordt tijd dat allerlei milieuvraagstukken benaderd worden vanuit de invalshoek om het makkelijker te maken voor burgers en bedrijven. Uit een proef in Limburg is gebleken dat het nascheiden milieuwinst oplevert. De voorzitter concludeert dat de rode draad is dat de gemeente duurzaam moet zijn maar dat er ook prioriteiten gesteld moeten worden, niet al te veel nieuwe dingen verzinnen. 5 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
Tegelijkertijd is er een flinke ambitie neergezet en is de vraag of er keuzes gemaakt moeten worden. De heer Van der Laag merkt op dat er beleid in gang is gezet. Op het gebied van woningbouw wordt gewerkt aan duurzaam bouwen, afkoppelen van hemelwaterafvoer. Daar moet de gemeente mee doorgaan. Keuzes: hij heeft er geen behoefte aan een datum vast te leggen waarop de gemeente CO2 en klimaatneutraal moet zijn. De heer Michgels sluit zich hierbij aan en noemt de effectiviteit van de inzet van euro’s. Nu geen geld steken in zonnecollectoren maar pas over vijf jaar. De heer Brouwer wil de hoge ambitie zoveel mogelijk bewaren maar ook sober en doelmatig omgaan met de euro’s. De voorzitter vraagt of er investeringen te verwachten zijn die daadwerkelijk iets opleveren voor de gemeente. De heer Michgels weet niet wat het composteren van bermafval en gft de gemeente kost, maar dit zou mogelijk naar de biomassa-centrale kunnen gaan als die er komt. De heer Van der Laag verwijst naar de proef in Limburg inzake het nascheiden van plastic en zegt dat dit kosten kan besparen. De milieustraat kan voorkomen dat de gemeente provinciale boetes krijgt. Op 10 april kwam aan de orde de burger als consument of als producent. Het moet voor de burger leuker worden om zich bezig te houden met milieu en duurzaamheid. Een van de aanwezigen reageert hierop en zegt dat de containers overlopen. Die moeten eerder geleegd worden of er moeten er meer geplaatst worden. De heer Michgels zegt met betrekking tot windmolens dat hij de SP begrijpt, maar dit kost ook veel ambtelijke tijd. De heer Brouwer zegt dat er misschien lokale kennis benut worden; een discussie kan ook op een andere manier georganiseerd worden. De heer Harting zegt dat een windmolen niet voor niets op gemeentelijke grond geplaatst wordt. Energiebedrijven hebben daar wel wat voor over, misschien 20.000 tot 40.000 per jaar. De heer Michgels zegt dat het ook ambtelijke uren gaat kosten. De voorzitter vat samen: een hoge ambitie, milieubeleidsplan voortzetten, geen kapitaal vernietigen, goed kijken naar de vraag of investeringen financieel technisch verstandig zijn, geen grote verschillen tussen de fracties. CO2 neutraal maar geen datum neerzetten. Afval nascheiden en hoe betrek je de burger hierbij via Wijk bij Duurzaam. De heer Van der Laag zegt dat de milieustraat voor de VVD een belangrijk punt is. De heer Peek noemt het faciliteren van de biomassa-centrale als belangrijk punt voor het CDA. 6 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
De voorzitter voegt beide toe aan zijn samenvatting. Inleidingen door externe deskundigen van Ondernemerskring Wijk bij Duurstede (mevrouw Muis), Ondernemersvereniging Cothen (heer Van Dijk) Mevrouw Muis geeft een presentatie (handout uitgereikt). Zij stelt OKW en OVC voor die samen de presentatie hebben opgesteld. De vereniging Langbroek is opgeheven, maar men wil Langbroek ook meenemen. In totaal vertegenwoordigen zij 140 leden. In april 2008 is een analyse gemaakt uit de PAR. Zij toont hiervan de resultaten. De gemeente Wijk bij Duurstede is de grootste werkgever in de gemeente. Er zijn 12000 mensen die 12 uur of meer werken, daarvan zijn er 5700 werkzaam in Wijk bij Duurstede. Van die 5700 personen komt 72% uit Wijk bij Duurstede. Er is een beperkte pendel vanuit Wijk bij Duurstede, 28%. Toegelicht wordt dat Wijk bij Duurstede 23000 inwoners heeft, 12000 zitten in de beroepsbevolking. Er zijn in 2009 6000 banen. Van die 6000 wordt 72% ingevuld door mensen die in Wijk bij Duurstede wonen, ruim 4000. De zelfvoorzienendheid is al erg hoog. Een kleine 8000 mensen vertrekt dagelijks uit Wijk bij Duurstede, 4200 mensen blijven in Wijk bij Duurstede om te werken. Er is een ingaande pendel van ongeveer 1800 mensen, die 28%. Mevrouw Muis vervolgt haar presentatie. Het MKB-overleg is nieuw leven ingeblazen. De gemeente heeft het accountmanagement versterkt. De revitalisering van Broekweg is gestart, zo ook is gestart met Langshaven. In 2009 waren er 4 faillissementen van bedrijven. Het lastige is dat als zzp-ers in de knel komen, die niet geregistreerd zijn. Een zzp-er schrijft zich niet snel uit. De Wijkse economie draait overigens goed. Over zzp-ers kan zij niet veel zeggen. Er zijn veel familiebedrijven die de crisis redelijk goed doorkomen. De transport- en horecasector hebben het wel moeilijk als gevolg van de crisis. Het huidige lokale bedrijfsleven wordt gekenmerkt door veel ambachtelijke productiebedrijven en zakelijke dienstverleners. Het aantal zzp-ers neemt toe. De gemeente heeft een 10 punten plan opgesteld en de OKW een 7 punten plan. Op basis daarvan is een actieplan gemaakt zodat de gemeente en de ondernemers dezelfde weg lopen. De raad heeft 250.000 euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het EAP. Zij schetst de activiteiten in dit kader. Vervolgens schetst zij de wensen voor de komende raadsperiode. De voorzitter geeft gelegenheid voor het stellen van vragen. De heer Peek vraagt met betrekking tot de uitbreiding van het bedrijventerrein aandacht voor de vraag wanneer het een goed moment is om hiermee te starten. Mevrouw Muis zegt dat hier nu mee begonnen kan worden. Als de economie weer goed op gang komt, kan begonnen worden met uitgifte. Het duurt wel twee jaar tot de verkaveling op orde is. Bedrijven uit andere plaatsen zullen ook actief benaderd moeten worden. Er zijn dingen waar de gemeente trots op kan zijn, bijvoorbeeld op glasvezel. Er zijn ook middelen voor om hieraan bekendheid te geven; in het actieplan zijn hier ook middelen voor. Het is belangrijk om bedrijven naar de gemeente te trekken. Er liggen kansen. De heer Vinke merkt op dat een deel vrij is en nog niet verkocht is. Wat is daar de status van? Het is prachtig om een derde deel te ontwikkelen, maar is er gekeken naar de behoefte vanuit de markt?
7 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
Mevrouw Muis licht toe dat de behoefte van eigen mensen voor een deel al bevredigd is. Je zult actief naar buiten moeten om kandidaten voor het derde terrein aan te trekken. Als de faciliteiten en de grondprijs goed zijn, zal dat succes hebben. Er zijn nu nog 4 of 5 kavels niet verkocht van het tweede plan. Voor zover zij weet zijn er geen beperkingen van de gemeente. Het beeldkwaliteitsplan bepaalt wel of een bedrijf zich er kan vestigen. De heer Segboer vraagt aandacht voor het bedrijventerrein in Cothen waarover gesproken wordt. Hij vraagt in hoeverre dit te combineren is met Broekweg. De heer Van Dijk zegt dat er op het tweede deel ook al verschillende Cothense ondernemers gevestigd zijn. Grotere bedrijven komen uiteindelijk op het industrieterrein terecht. Mevrouw Muis zegt dat het gaat om het terrein van Van Dijks Koel- en Vrieshuis. Er zijn bedrijven die het liefst op een zichtlocatie zitten. Er is ook een bedrijf dat met zijn vrachtwagens hinder ondervindt van de vier rotondes. Voor zo’n bedrijf zou het prettig zijn om in Cothen gevestigd te zijn. De heer Peek noemt de bedrijvigheid in kleine kernen. Heeft de OKW daar ook ideeën bij hoe die te behouden? Mevrouw Muis zegt dat de grote bedrijven uit de kernen gehaald kunnen worden, maar kleine bedrijven zijn heel goed voor de kleine kernen vanwege de levendigheid. Een bedrijf met grote vrachtwagens in een kleine kern is niet handig. De kleine kernen moeten geen slaapkernen worden. Kleine bedrijvigheid moet behouden en gestimuleerd worden in de kernen. De heer Van der Laag verwijst naar de discussie in Bunnik over Salto, de aansluiting op de A12 en naar de plannen voor woningbouw in Werkhoven en Odijk-West. Hoe kijkt de OKW daar tegenaan als het gaat om de bereikbaarheid van Wijk bij Duurstede? Mevrouw Muis antwoordt dat de busverbinding geoptimaliseerd is waardoor de bereikbaarheid is vergroot. De pendel is er sowieso vanwege de arbeidsplaatsen. Dat kan voor een deel ontlast worden door het creëren van werkgelegenheid in de gemeente. In dit kader merkt zij ook op dat er vooral werkgelegenheid is op VMBO en MBO niveau en te weinig op HBO en WO-niveau. Misschien kan op dat punt geprobeerd worden bedrijven op een ander niveau aan te trekken. De heer Van Balen denkt dat het goed is om te kijken naar een virtueel bedrijventerrein, zichtbaarheid op internet, het nieuwe werken. Niet plaatsgebonden en tijdgebonden werken. Ook is het goed om te kijken naar de aanwezige kennis in de gemeente; de creativiteit kan gebundeld worden en de ondernemersgeest gestimuleerd. Opgemerkt wordt dat ondernemen op het gebied van de zorg op deze plaats ook een belangrijke kans is. Gevraagd wordt of er inzicht is in de verhouding hoger opgeleid en lager opgeleid. Er moet natuurlijk wel aanbod zijn.
8 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
Mevrouw Muis zegt dat het aanbod er is. Die cijfers zijn bekend. Er is nog niet actief beleid op gevoerd om de hoog opgeleiden in de gemeente te behouden. Je kunt er wel rekening mee houden als je bedrijfsterreinen gaat promoten. De heer Brouwer vraagt hoe men tegen recreatie en toerisme aankijkt als motor van de lokale economie. Moet daar meer in geïnvesteerd worden? Mevrouw Muis antwoordt dat daar mee in geïnvesteerd moet worden. Daar is winst te behalen. Het is wel belangrijk dat de club die daar profijt bij heeft zich beter organiseert en met elkaar dingen onderneemt. Er zijn contacten geweest, maar die club heeft geen kracht. Het OKW wil meer gaan bundelen en probeert de krachten te bundelen. Met de horeca zijn ook veel contacten. Voor de binnenstad zijn er veel kansen. Zij vindt het jammer dat de binnenstad niet over de eigen schaduw heen stapt. Zij zou er graag iets aan doen, maar de OKW moet ook zijn grenzen weten. De heer Van Balen zegt dat vorig jaar is begonnen met reflectiestad. Daar zit een verbinding in. De snelheid waarmee we werken in het samenwerken, Wijk bij Duurstede kan de plaats zijn waar mensen de verbinding maken. Korte rustpunten. Daar is ook veel geld in te verdienen. De heer Van der Laag bevestigt dat Wijk bij Duurstede een uitstekende plek is voor het nieuwe werken. Hij wijst op het feit dat de files er nog steeds tussen 0800 en 0900 en 1600 en 1700 uur zijn. Hij noemt voorts het vakonderwijs als punt van discussie. Stel dat er in Wijk bij Duurstede vakonderwijs zou kunnen komen, heeft het bedrijfsleven in Wijk bij Duurstede dan voldoende vacatures om die mensen van een baan te voorzien? Mevrouw Muis bevestigt dit. Op LBO en MBO niveau is veel werkgelegenheid. Het zou goed zijn om vakonderwijs op te starten. Zij zou willen starten met Wijkse Werkplaats maar dat kost erg veel tijd. De heer Van der Laag heeft ooit gezegd dat dit een probleem van de ondernemers was; dat deed haar zeer. De heer Van der Laag noemt de discussie op landelijk niveau over het onderwijsbeleid in samenhang met het functioneren van de ROC’s. Bij het vakonderwijs is ook een groot financieringsvraagstuk aan de orde. Mevrouw Muis bevestigt dit. Dit zal in het MKB-overleg ook besproken moeten worden. De heer Vinke vraagt aandacht voor het feit dat zzp-ers niet geregistreerd zijn. Dat geeft een vertekend beeld. Veel van hen gaan failliet. Zij moeten gesteund worden. Hierover zou meer informatie beschikbaar moeten komen. Mevrouw Muis hoort graag waar zij dat vandaan kan halen. Zij kan een en ander niet onderbouwen. Weinig zzp-ers benaderen haar. Opgemerkt wordt dat dit wellicht bij het CWI of UWV of de KvK te verkrijgen is. Vanuit het EAP wordt onderzocht hoe deze groep bereikt kan worden en wat de kansen zijn voor deze mensen. Daartoe zal een avond georganiseerd worden.
9 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
De heer Van der Laag vraagt met betrekking tot zzp-ers of de gemeente nog iets moet doen voor zzp-ers als het gaat om vestigingsmogelijkheden, bijvoorbeeld in een bestemmingsplan, woningbouwprogramma of zo. Mevrouw Muis zegt dat er bij Langshaven een bedrijfsverzamelgebouw is en op Broekweg ook. Het eerste waar zzp-ers mee ophouden is het huren of kopen van een bedrijfsruimte. Wat je wel veel ziet is dat kleine bedrijfjes onderhuren bij een groter bedrijf. Er werken ook veel zzp-ers vanuit huis. De gemeente doet overigens wel zijn best voor kleine bedrijfjes op dit punt. Geprobeerd wordt ook mensen met kleine bedrijfjes te bewegen naar het industrieterrein te gaan. De voorzitter sluit de vragenronde af en stelt de discussie over opvattingen van de fracties aan de orde. De heer Van der Laag zegt dat het om een breed terrein gaat, net als het bedrijfsleven in de gemeente. De VVD wil dat de gemeente nog meer meedenkt met de bedrijven en niet in eerste instantie zegt dat iets niet mogelijk is. Ook noemt hij het beleid met betrekking tot vergunningen als een blijvend punt van aandacht. Vergunningen moeten sneller verleend worden. Voor het verminderen van regeldruk is al beleid ingezet en daar moet de gemeente mee doorgaan. In het EAP is al opgenomen dat plaatselijke bedrijven meer kansen moeten krijgen bij aanbestedingen. Daar moet ook aan gewerkt worden. Goed kijken naar toerisme en recreatie als economische factor. In de structuurvisie is al iets opgenomen, maar daar moet scherper naar gekeken worden. Wat heeft Wijk bij Duurstede te bieden op dit gebied; Gravenbol, B&B, kamperen bij de boer en dergelijke. De heer Brouwer merkt op dat rekening gehouden moet worden met de economische crisis. Arbeid is essentieel voor de samenleving en daar moet je in blijven investeren. De SP staat voor stimuleren van bedrijvigheid, lokale werkgelegenheid in stand houden, voldoende grond voor bedrijfsvestiging, aantrekken van bedrijven, Langshaven afmaken, actief grondbeleid met betrekking tot het industriegebied, extra bushalte. De SP is voor een beperkt industrieterrein bij Cothen, voor blijven investeren in recreatie en toerisme, tweede fase Stadshaven beginnen. De vraag is of doorgegaan kan worden met het Rivierfront. Aandacht voor mensen die niet uit eigen kracht kunnen deelnemen aan het arbeidsproces. Hij heeft begrepen dat er gewerkt wordt aan een loket. Mevrouw Muis zegt dat dit tussen de RSD en OKW ligt. Er is een plan voor gemaakt en sinds een maand zit er iemand bij Binding op twee dagen in de week voor intake gesprekken voor mensen uit categorie die toegeleid worden naar de arbeidsmarkt. De eerste is al bijna geplaatst. De heer Brouwer zegt dat hier blijvend in geïnvesteerd moet worden. Zzp-ers en startende ondernemers, daar moet ook in geïnvesteerd worden en natuurlijk in zorg-werkgelegenheid. Met betrekking tot de Werkplaats zegt hij dat dit een breder maatschappelijk belang dient. Scholen moeten hierbij betrokken worden; zij hebben veel ideeën hierover. De heer Peek meent dat twee dingen afgerond moeten worden, het EAP en de projecten Broekweg en Langshaven. Het CDA ziet ook een koppeling met uitbreiding van mogelijkheden op het bedrijventerrein op een passend moment. Vijf aandachtspunten: revitalisering van het terrein van Van Dijk, een onderzoek naar de mogelijkheden en bereidheid tot verplaatsingen en eventueel woningbouw langs de Willem Alexanderweg. 10 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
Ruimte voor agrariërs in het buitengebied voor uitbreiding en verbreding van activiteiten. Behoud van kleinschalige lokaal gebonden bedrijvigheid in Langbroek. Blueport is ook een goede kans die het CDA onder de aandacht wil houden. Tot slot noemt hij het vakonderwijs of praktisch onderwijs. Hij noemt de invulling van de Wijkse Werkplaats. De gemeente zou ook een onderzoek kunnen doen naar de mogelijkheden voor het aantrekken van vakonderwijs binnen het reguliere onderwijs. De voorzitter stelt het vakonderwijs aan de orde. De heer Van der Laag brengt een nuance aan. Hij noemt het punt van huisvesting primair onderwijs en zegt dat in meer algemene zin over onderwijs(huisvesting) gesproken zou moeten worden. Hij vraagt degene die dit punt heeft opgevoerd waar deze vraag precies op ziet. De voorzitter stelt vast dat niemand zich meldt en parkeert deze vraag voor een ander moment. De heer Van der Laag noemt ook het onderwerp cultuurbenadering / cultuurbeleid dat is opgevoerd. De voorzitter stelt voor ook dit onderwerp even te parkeren. Hij beluistert de vergunningen en deregulering en vraagt CDA en SP om een reactie. De heer Peek vindt dit punt van de VVD uiteraard ook heel belangrijk. Er zijn al stappen voor gezet en dat moet voortvarend worden doorgezet. De landelijke overheid doet hier ook al pogingen toe. De heer Brouwer heeft hier niets aan toe te voegen. Hij wil hier ook ondernemers op aanspreken en verwijst naar de enquête die weinig respons opleverde. Mevrouw Muis zegt dat hier binnen het MKB ook over gesproken wordt. De voorzitter stelt vast dat de bushalte een punt van overeenstemming is. Hij noemt voorts het bedrijventerrein in Cothen en woningbouw aan de Willem Alexanderweg. De heer Van der Laag verwijst naar de bespreking in de raadsvergadering en zegt dat naar de grenzen van de mogelijkheden gekeken moet worden. Een groot industrieterrein zal niet haalbaar zijn. Er zijn ook initiatieven om het landschappelijk goed in te passen De heer Muis licht de stand van zaken toe. De voorzitter noemt Stadshaven 2e fase. De heer Peek zegt niet precies te weten in welke fase dit zich bevindt. De gelden zijn beschikbaar dus het kan uitgevoerd worden. Of er meer geïnvesteerd moet worden in de visie Waterfront, dat heeft niet de allerhoogste prioriteit voor het CDA als er nog geïnvesteerd moet worden. De voorzitter vraagt hoe de SP en VVD aankijken tegen Blueport. 11 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
De heer Brouwer zegt dat het een kans is, dus je moet er wel naar kijken. De heer Van der Laag zegt dat als het kansen biedt voor het bedrijfsleven en de werkgelegenheid, dit zeker onderzocht kan worden. Het is wel aardig om er een andere naam aan te geven dan Havanna aan de Lek, bijvoorbeeld Rotterdam aan de Lek. De voorzitter noemt het investeren in werkgelegenheid in de zorg. De heer Van der Laag zegt dat de VVD daar niets op tegen heeft als mensen daarin willen investeren. Hij noemt de vergrijzing en de toename van de zorgbehoefte. Het komt er voor de gemeente op aan om te zien of er geschikte locaties voor zijn. Particuliere initiatieven die voldoen aan de kwaliteitsnormen zijn welkom. De heer Michgels ziet dit ook zo. Er zijn kansen voor kleinschalige zorgondernemingen. In de RO zijn daar ook al stappen voor gezet. Mevrouw Muis zegt dat ook gedacht wordt aan het ombouwen van boerderijen tot kleine zorginstellingen. De OKW wil hier ook aan bijdragen. De tendens is ook dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen woonomgeving blijven wonen. Het aanbod aan activiteiten en tafeltje dekje en dat soort netwerken is ook goed in het vizier. De heer Michgels zegt dat er ook kansen zijn voor toerisme en recreatie. Dat moet goed in de marketing gezet worden. De grootste kans qua omzet zit in het verleiden van mensen vanuit de stad Utrecht om in Wijk bij Duurstede te creëren. De voorzitter constateert dat er behoefte is aan het aantrekken van bedrijvigheid. Keuze is afhankelijk van economische groei. Er is groei aan zzp-ers maar ook onduidelijkheid over hoe dit functioneert. De trend van het nieuwe werken is aan de orde gekomen. Het EAP moet afgemaakt worden. Blueport onderzoeken. Beperkte industrie in Cothen. Recreatie en toerisme is als belangrijk punt genoemd. Het succes van het lokale loket waar het gaat om werkgelegenheid. Economische groei en werkgelegenheid zijn gekoppeld en zijn ook een verantwoordelijkheid van de ondernemers. Dat geldt ook voor de regeldruk. Er zijn veel overeenkomsten in de richting. De heer Peek noemt ook het vakonderwijs als aandachtpunt. De voorzitter stelt voor dit ook nog mee te nemen met het onderwerp huisvesting primair onderwijs. De heer Brouwer noemt ook het investeren in de mensen die aan de zijkant van het arbeidsproces staan. De voorzitter bevestigt dat dit ook meegenomen wordt. De heer Harting noemt het duurzaam inkopen en het bieden van voordelen aan de eigen ondernemers. Ook noemt hij de voorbeeldfunctie van de gemeente als de grootste werkgever. De voorzitter sluit de bespreking af en bedankt ieder voor de inbreng.
12 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010
Mevrouw Muis wil graag de aanwezigen uitnodigen voor Wijk in Bedrijf en Beursplein. A.s. zaterdag zijn veel bedrijven op het bedrijfsterrein opengesteld. Daarna is er een bijeenkomst in de raadszaal voor bedrijfsleven en verenigingsleven. Sluiting De heer Van der Laag (VVD) zegt dat alle raadsleden hier ook op geattendeerd zullen worden. Hij bedankt mevrouw Muis en de heren Van Dijk en Harting voor hun inbreng, zo ook de heren Hardijzer, Muis en Van Balen. Hij bedankt ook alle andere aanwezigen. Op 21 april is de volgende bijeenkomst die gaat over de grote projecten, zorg en WMO. Deze bijeenkomst vindt ook plaats in de raadszaal en begint om 19.30 uur. Iedereen is daar van harte welkom. Hij sluit de bespreking. Aldus vastgesteld op 26 april 2010, De formateur, Jaap Jongejan Jan van der Laag, VVD Robbert Peek, CDA Jeroen Brouwer, SP
13 Coalitiebespreking gemeente Wijk bij Duurstede, 15 april 2010