Verslag informatievergadering Genk Zuid Datum: 24 januari 2013 Uur: 20u00 tot 22u30 Plaats: Feestzaal De Kastert, Kastertstraat 51te Genk
uw bericht van -
uw kenmerk -
ons kenmerk AB-nummer TD4/637.7.41/RDS.SYA/132 -
datum 2013-02-04
1. INLEIDING Burgemeester Wim Dries leidt de vergadering in. Het verhaal van de luchtverontreiniging in Genk Zuid loopt reeds sinds december 2002. Vandaag de dag is het onderzoek nog steeds lopende. Deze avond zullen de voorlopige resultaten van het onderzoek toegelicht worden door Edward ROEKENS van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en door Bart BAUTMANS Toezicht Volksgezondheid (TOVO). Dhr. Roekens zal voornamelijk een toelichting geven over de luchtmetingen uitgevoerd in Genk – Zuid door de VMM. Dhr. Bautmans van TOVO zal hierna de impact op de gezondheid en de verschillende stadia weergeven.
2. TOELICHTING DHR. ROEKENS (VMM) Dhr. Roekens zal de volgende punten nader toe lichten: - meteo - zware metalen in fijn stof (PM10) - kwik (Hg) - Fijn stof (PM10), stikstofdioxide (NO2), zwaveldioxide (SO2) - Dioxine- en PCB-depostie - Vluchtige organische componenten (BTEX)
2.1 Meteo Dhr. Roekens verklaart dat de de windrichting een zeer belangrijke parameter is bij van het uitvoeren van een luchtmeting. De windrichting bepaalt namelijk in welke richting bepaalde emissies zullen verspreid worden. In Vlaanderen is er meestal een dominante ZW-wind. Dit maakt dat de verontreiniging over het algemeen naar het NO afgevoerd wordt. De windrichting kan echter van jaar tot jaar verschillen en kan ook een invloed hebben op de concentraties van de verontreinigde stoffen die gemeten worden. In 2011 en 2012 waaide de wind voor 46% vanuit het ZW. In 2010 was het aandeel van de ZW-wind kleiner en kwam er gemiddeld meer wind uit het NO.
Figuur 1: Windrozen van 2010, 2011 en 2012 (januari – september)
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
1/10
2.2 Zware metalen in fijn stof (PM10) De meetposten voor zware metalen in fijn stof werden opgesteld op onderstaande locaties: Code
Adres
GK02 GK03 GK05 GK06 GK09
Opstart Stop Meetplaatsen 2012 Krelstraat, Genk 29/01/2003
Ford Genk De Koor, Genk Zinniastraat, Diepenbeek Sluis Langerlo, Genk
GK11
E. Fabrylaan, Genk
Swinnenweyerweg, Genk GK18 Loskaaistraat 9, Genk GK29 Tabel 1: Meetplaatsen in 2012
18/02/2006 28/03/2006 10/07/2008 07/02/2008 31/05/2008 02/04/2008 01/03/2009 01/09/2009 09/10/2009 05/05/2003 14/04/2009
Parameters Zware metalen in PM10-stof
18/05/2011
Zware metalen in PM10-stof Zware metalen in PM10-stof PM10 SO2 NO2 PM10 BTEX Zware metalen in PM10-stof Hg Dioxines en PCB’s Dioxines en PCB’s
Dhr. Roekens geeft een overzicht van het resultaat van de luchtmetingen, van de afgelopen jaren, voor de verschillende componenten (Pb, Zn, Cu, Ni, As, Mn, Cd, Cr). Periode 2011 Lood (Pb)
Zink (Zn)
Koper (Cu)
Nikkel (Ni)
17 94 11 21 00GK02: Krelstraat 12 84 10 17 00GK03: Ford Genk 11 67 8,6 8,5 00GK05: De Koor 25 144 18 00GK11: E.Fabrylaan 32 EU-grenswaarde 500 EU-streefwaarde* 20 VLAREMgrenswaarde WGO-richtwaarde 500 Tabel 2: Resultaten zware metalen in fijn stof in 2011 (ng/m³)
Arseen (As) 0,5 0,5 0,5 0,5
Mangaan (Mn)
Cadmium (Cd)
26 25 16 48
0,7 0,6 0,5 0,9
6
Chroo m (Cr) 62 69 23 71
5 30 150
5
- In 2011 voldoen de gemeten concentraties van: • lood aan de EU-grenswaarde van 500 ng/m³; • arseen aan de toekomstige EU-streefwaarde van 6 ng/m³; • cadmium aan de toekomstige EU-streefwaarde en de WGO-richtwaarde van 5 ng/m³ en de VLAREM-grenswaarde van 30 ng/m³; • mangaan aan de WGO-richtwaarde van 150 ng/m³. - Daarnaast zijn in 2011 de gemeten concentraties hoger dan: • de toekomstige EU-streefwaarde van 20 ng/m³ voor nikkel op 2 meetplaatsen (Krelstraat, E. Fabrylaan). De gemeten concentraties dalen naarmate de afstand tot Aperam groter wordt. Het jaargemiddelde voor nikkel is op de meetpost De Koor (GK05) – op een afstand van 1000 m van Aperam – bijna 4 keer lager dan op de meetpost in de E. Fabrylaan (GK11) die zich op circa 190 m van Aperam bevindt.
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
2/10
Periode 1/10/2011 – 30/09/2012 Lood (Pb) 13 11 10 19 500
Zink (Zn) 82 73 64 107
Koper (Cu) 9,8 8,9 7,8 14
Nikkel (Ni) 16 14 6,5 20,1
Arseen (As) 0,5 0,5 0,5 0,5
Mangaan (Mn) 21 19 14 39
00GK02: Krelstraat 00GK03: Ford Genk 00GK05: De Koor 00GK11: E.Fabrylaan EU-grenswaarde EU-streefwaarde* 20 6 VLAREMgrenswaarde WGO-richtwaarde 500 150 Tabel 3: Resultaten zware metalen in fijn stof in de periode 1/10/2011 – 30/09/2012 (ng/m³)
Cadmium (Cd) 0,6 0,6 0,5 0,8
Chroom (Cr) 54 56 19 56
5 30 5
- Tijdens de periode 1/10/2011 -30/09/2012 voldoen de gemeten concentraties van: • lood aan de EU-grenswaarde van 500 ng/m³; • arseen aan de toekomstige EU-streefwaarde van 6 ng/m³; • cadmium aan de toekomstige EU-streefwaarde en de WGO-richtwaarde van 5 ng/m³ en de VLAREM-grenswaarde van 30 ng/m³; • mangaan aan de WGO-richtwaarde van 150 ng/m³. - Daarnaast zijn in deze periode de gemeten concentraties hoger dan: • de toekomstige EU-streefwaarde van 20 ng/m³ voor nikkel op 1 meetpost (E. Fabrylaan). Dhr. Roekens merkt op dat de meetresultaten van oktober 2012 nog maar net binnen zijn, en dus niet verwerkt zijn in de presentatie. Indien het resultaat van oktober 2012 wordt meegerekend, voldoet het jaargemiddelde (17,3 ng/m³) van de meetpost op de E. Fabrylaan ook aan de toekomstige EUstreefwaarde van 20 ng/m³ voor nikkel.
09/2012
07/2012
05/2012
03/2012
01/2012
11/2011
09/2011
07/2011
05/2011
03/2011
01/2011
11/2010
09/2010
07/2010
05/2010
03/2010
01/2010
11/2009
09/2009
07/2009
05/2009
03/2009
01/2009
11/2008
09/2008
07/2008
05/2008
03/2008
01/2008
Dhr. Roekens bespreekt de concentraties van nikkel en chroom in functie van de bedrijfsactiviteit in de omgeving en doet volgende vaststellingen:
180
80000
160
70000
140
60000 50000
100 40000 80 30000
productie (ton)
ng/m³ Cr, Ni
120
60 20000
40
10000
20
Ni GK02
Ni GK11
Cr GK02
Cr GK11
Prod SFA
7/08/2012
8/06/2012
9/04/2012
9/02/2012
11/12/2011
12/10/2011
13/08/2011
14/06/2011
15/04/2011
14/02/2011
16/12/2010
17/10/2010
18/08/2010
19/06/2010
20/04/2010
19/02/2010
21/12/2009
22/10/2009
23/08/2009
24/06/2009
25/04/2009
24/02/2009
26/12/2008
27/10/2008
28/08/2008
29/06/2008
1/03/2008
30/04/2008
0 1/01/2008
0
Prod KW HR
Figuur 1: Evolutie van de gemiddelde bedrijfsactiviteit en de glijdende jaargemiddelden voor nikkel en chroom in functie van de tijd
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
3/10
Vanaf begin 2009 is er zowel voor nikkel als voor chroom een daling van het glijdend jaargemiddelde. Dit is deels een gevolg van de economische crisis en een verminderde productie. Vanaf 2010 blijven voor nikkel en chroom de concentraties van dezelfde grootteorde. De productie is sinds eind 2009 weer toegenomen, de verhoogde productie geeft dus geen verhoging van de concentraties aan nikkel en chroom in het PM10-stof. In 2012 is er terug een licht dalende tendens. Sinds eind 2011 is er een licht dalende tendens in de nikkel- en chroomconcentraties in het PM10-stof. De totale productie blijft in deze periode vergelijkbaar. Er is een daling in de productie van de staalfabriek en een stijging in de productie van de koudwals. Bij beide productieprocessen kan er metaalstof gevormd worden. De resultaten van de meetposten geven uiteraard enkel een beeld van de concentraties op een bepaalde locatie. Door het toepassen van modellen kunnen de concentraties tussen deze meetposten ook in kaart gebracht worden. VITO voerde voor het jaar 2011, in opdracht van de VMM, modelberekeningen voor zware metalen uit. Via het model berekende de VMM de oppervlakte waar de jaargemiddelde concentratie hoger ligt dan de Europese grens- of streefwaarde en het aantal inwoners in deze zone. Op basis van de modellering schat de VMM dat er in de regio Genk-Zuid een 300-tal inwoners blootgesteld worden aan te hoge – meer dan 20 ng/m³ als jaargemiddelde – nikkelconcentraties. Voor cadmium is de zone van de overschrijding klein en beperkt het zich tot een gebied waar geen bewoning is. Voor lood en arseen is er nergens een overschrijding van de grens- of streefwaarde. Van zodra alle meetresultaten van het jaar 2012 verkregen zijn, zal dezelfde modellering gebeuren van 2012. Voor chroom zijn er geen streef- of richtwaarden van kracht. Chroom wordt echter ook gemeten aangezien een bepaalde variant van chroom toxisch en carcinogeen kan zijn. Totaal Chroom bestaat uit twee ‘varianten’. Cr3+is niet schadelijk voor de mens, Cr6+ daarentegen is toxisch en carcinogeen. De metingen die uitgevoerd worden door de VMM i.s.m. het VITO bepalen enkel de totale chroom concentraties aangezien het zeer ingewikkeld is om Cr6+ afzonderlijk te bepalen. Tussen 2010 en 2012 zijn er in de regio Genk verschillende meetcampagnes uitgevoerd waarin de Cr6+concentratie bepaald werd, met name tussen: • 4 oktober en 9 december 2010: VITO voerde, in opdracht van de VMM, een meetcampagne uit op 2 meetplaatsen in Genk. (E. Fabrylaan en De Koor); • 10 oktober en 21 december 2011: metingen uitgevoerd door de universiteit Hasselt in het kader van het Interreg project PM Lab; • 2 mei en 5 juli 2012: metingen uitgevoerd door de universiteit Hasselt in het kader van het Interreg project PM-lab. Tijdens de eerste meetcampagne heeft VITO vastgesteld dat met de huidige analyse methode • niet al het Cr6+ wordt teruggevonden (mogelijke onderschatting van de reële gehaltes); • een deel van het Cr3+ oxideert naar Cr6+ (mogelijke overschatting van de reële gehaltes). Op de meetlocatie ‘E. Fabrilaan’ is de Cr6+-concentratie van dezelfde grootteorde in 2010 als in 2011. De Cr6+-concentratie op de meetlocatie ‘De Koor’ is veel lager dan op de meetlocatie ‘E. Fabrilaan’. In 2012 ligt de Cr6+ concentratie veel lager dan in 2010 en 2011. Het aandeel van de Cr6+-concentratie in functie van de totale Cr-concentratie ligt voor de totale meetcampagnes tussen de 2 en 3,5 %. In oktober startte de VMM 3 extra toestellen op voor de bepaling van zware metalen in fijn stof. Twee toestellen staan in Genk (Koebaan en Wintergroenstraat) en deze metingen zullen door de stad Genk gebruikt worden bij de keuze van een nieuwe locatie voor een school. De metingen lopen van 5 oktober 2012 tot en met 6 maart 2013. Daarnaast startte de VMM 1 extra meetpost op in de Daalstraat in Zutendaal. Het doel van deze metingen is de invloed van de schouwverhoging van Aperam na te gaan en de invloed van het
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
4/10
industrieterrein ten zuiden van Zutendaal te evalueren. Ook deze metingen lopen van 5 oktober tot en met 6 maart 2013.
2.3 Kwik(Hg) De VMM heeft op 9 oktober 2009 een meetpost voor kwikmetingen opgestart in de E. Fabrylaan. Uit de meetresultaten kan men afleiden dat het gemiddelde voor kwik in Genk hoger ligt t.o.v. de metingen in het achtergrondgebied Houtem (2012: 4,4 ng/m³ vs 0,7 ng/m³). De concentraties in Genk liggen ver onder de WGO-richtlijn van 1.000 ng/m³. Sinds de start van de metingen in 2009 is er een stijging van de jaargemiddelde concentratie.
2.4 Fijn stof (Pm10), Stikstofdioxide(NO2), Zwaveldioxide (SO2) De metingen van SO2, NO2 en PM10 werden uitgevoerd aan de meetpost aan de sluis Langerlo (40GK09) in 2010, 2011 en 2012. In 2010, 2011 en 2012 zijn er geen overschrijdingen van de grenswaarden voor SO2, NO2 en PM10. De meetpost voor PM10-stof aan de sluis Langerlo werd op 18 mei 2011 stopgezet wegens lage metingen en instrumentele problemen.
2.5 Dioxine en PCB-depositie Er zijn geen Europese of internationale normen voor dioxine- en PCB-depositie. Het Europees Wetenschappelijk Comité voor menselijke voeding heeft in 2001 een advies uitgebracht hoeveel dioxines en dioxineachtige PCB’s men wekelijks maximaal mag innemen. Dit bedraagt 14 pg TEQ/kg lichaamsgewicht per week. Deze dosis ligt binnen de toelaatbare dosis die de Wereld Gezondheidsorganisatie voorstelt (1 à 4 pg TEQ/kg.dag). De VMM heeft door de VITO een studie laten uitvoeren om te berekenen welke jaargemiddelde depositie overeenstemt met dit EU-advies van 14 pg TEQ/kg.week en definieerde zo een maandgemiddelde en jaargemiddelde drempelwaarde. Vanaf 2010 gebruikt VMM deze drempelwaarden voor de toetsing van de gemeten concentraties. Ze gelden voor de som van dioxines en dioxine-achtige PCB’s. Dioxines en PCB’s worden vooral via de voeding opgenomen. Vandaar dat deze drempelwaarden enkel van toepassing zijn op meetposten met een impact op de volksgezondheid, dus meetposten in: • agrarisch gebied, • woonzone. Dit betekent dat de resultaten van de meetpost Loskaaistraat 9 getoetst worden aan de drempelwaarde. De meetpost Swinnenweyerweg ligt in industriezone, deze resultaten toetst de VMM dus niet aan de drempelwaarden. Vanaf april 2012 meet de VMM de depositie van de 12 dioxine-achtige PCB’s (en niet enkel de meest toxische PCB126). In 2011 ligt de maanddepositie voor de meetpost Loskaaistraat 9 steeds onder de maandgemiddelde drempelwaarde. In 2012 wordt de maandgemiddelde depositie overschreden in 1 van de 5 maandstalen. De jaargemiddelde drempelwaarde wordt in 2011 niet overschreden op de meetpost Loskaaistraat 9. In 2012 wordt deze wel overschreden. Wel valt op te merken dat we slechts meten gedurende 5 van de 12 maanden. De resultaten van de meetpost Swinnenweyerweg worden niet getoetst aan de drempelwaarden omdat deze meetpost in een industriezone ligt. De gemeten deposities zijn hier veel hoger dan op de meetpost in de woonzone.
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
5/10
Voor benzeen blijft de gemiddelde en de 98e percentiel (P98) in functie van de tijd van dezelfde grootteorde. Voor tolueen is er sinds de start van de metingen, zowel voor het gemiddelde als voor de P98, een daling in functie van de tijd. Deze daling voor tolueen wordt in 2012 bevestigd met een gemiddelde over deze periode van 4,3 µg/m³ en een 98e percentiel van 39 µg/m³.
2.6 Besluit Zware metalen in PM10-stof In de periode oktober 2011 tot en met september 2012 is er voor nikkel een overschrijding van de toekomstige EU-streefwaarde op 1 meetpost. Voor lood, cadmium en arseen voldoen de gemeten waarden aan de Europese grens- en streefwaarden. Op basis van modellering schat de VMM dat er in 2011 een 300-tal inwoners blootgesteld werden aan te hoge nikkelconcentaties. De Cr6+-concentraties dalen in 2012. Kwik (Hg) In 2011 en 2012 is het gemiddelde verhoogd ten opzichte van de achtergrondlocatie in Houtem. Het gemiddelde in Genk-Zuid ligt wel ver onder de WGO-richtwaarde van 1.000 ng/m³. Zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) In 2011 en 2012 respecteren de gemeten waarden voor SO2, NO2 en PM10 de Europese grenswaarden. Dioxines en PCB’s De hoogste waarden van dioxines en PCB’s worden gemeten op de meetpost in de industriezone. In de woonzone wordt in 2012 in één staal de maandgemiddelde depositie voor dioxines en PCB’s overschreden. Ook het jaargemiddelde van 2012 ligt hoger dan de jaargemiddelde drempelwaarde. In 2012 zijn er voor tolueen nog verhoogde piekconcentraties. De WGO-richtwaarde wordt niet overschreden. Er is een dalende trend in de concentraties voor tolueen sinds de start van de metingen.
3. TOELICHTING DHR. BAUTMANS (TOVO) Dhr. Bautmans geeft, zoals eerder vermeld, een toelichting over de impact van de gemeten verontreiniging op de gezondheid van de omwonenden in Genk-Zuid. Er zijn twee manieren om deze metingen te beoordelen. Men kan de impact op de gezondheid ‘theoretisch’ bepalen zonder daarbij te meten bij de mens. Een tweede mogelijkheid is te kijken naar de gezondheidseffecten bij de mensen zelf. Aangezien de verontreiniging in Genk Zuid een zeer complex verhaal is, zal een combinatie van beide methodes vereist zijn om een juist beeld te creëren van de impact op de gezondheid van de omwonenden. Sinds 2005 is men gestart met de concentraties van nikkel te meten in Genk Zuid. In het begin werd het aandeel ‘totaal stof’ gemeten, later (eind 2006) is men overgeschakeld naar het meten van PM10partikels. PM10- partikels zijn partikeltjes die kleiner zijn als 10 micrometer (1 micrometer = 0,001 millimeter). Hoe fijner het stof, hoe dieper het kan indringen in de longen, hoe gemakkelijker het kan opgenomen in het bloed. Eens de partikels worden opgenomen in het bloed, worden deze verspreid over het hele lichaam (nieren, lever, hersenen,…).
3.1 Nikkel (Ni) - Chroom (Cr) – Cadmium(Cd) De resultaten van de meetposten werden al eerder toegelicht door drh. Roekens. Zowel voor nikkel als voor chroom kan er een dalende trend vastgesteld worden. Voor nikkel moest de Europese norm van 20 ng/m³ behaald worden. We hebben reeds van dhr. Roekens vernomen dat men onder deze streefwaarde zit voor het jaargemiddelde van 2012 (jan-okt 2012). Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
6/10
Voor chroom bestaat er helaas geen norm. Er bestaat wel een richtwaarde voor Cr6+ van 12,5 ng/m³ (WGO). DEFRA concludeerde een drietal jaar geleden dat er onder 0,2 ng/m³ Cr6+ geen kankerverwekkende eigenschappen of effecten op luchtwegen optreden.
3.2Geschatte risico’s Voor het bepalen van een extra carcinogeen risico t.g.v. levenslange inhalatoire blootstelling worden volgende theoretische risiconiveaus (per inwoners) gehanteerd: -
< 1 op 1.000.000: geen enkel probleem (doelstelling); tussen 1 op 1.000.000 en 1 op 100.000: niet verwaarloosbaar, maar aanvaardbaar; tussen 1 op 100.000 en 1 op 10.000: gezondheidskundig niet aanvaardbaar, maar aanvaardbaar mits beleidsmatige afweging (bv. Industriezone); > 1 op 10.000 : onaanvaardbaar.
Wat Genk-Zuid betreft was er een risiconiveau van 1,07 - 1,28 op 10.000 in 2011. In 2012 is het risiconiveau gedaald naar 3,16 - 4,52 op 100.000 inwoners. Op 1 jaar tijd is men reeds 1 risiconiveau gezakt. Momenteel zit men dus met een risico dat aanvaardbaar is. Het is uiteraard de bedoeling om het risico zo laag mogelijk te krijgen. Hieronder een overzicht van verschillende niveaus van overlijdensrisico per activiteit om een vergelijking te kunnen maken met het risiconiveau van de luchtverontreiniging in Genk Zuid. Activiteit
Overlijdensrisico
Sigaretten roken (1 pakje per dag)
1 op de 200 mensen
Motorrijder
1 op de 1.000 mensen
Bromfietser
1 op de 5.000 mensen
Autorijden
1 op de 5.700 mensen
Maximaal Toelaatbaar Risico voor kankerverwekkende stoffen
1 op de 10.000 mensen
Asbest (beroepsmatige blootstelling)
1 op de 16.000 mensen
Straling
1 op de 20.000 mensen
Fietsen
1 op de 26.000 mensen
Voetganger
1 op de 54.000 mensen
Brand en verbranding
1 op de 100.000 mensen
Vliegen
1 op de 814.000 mensen
Streefwaarde voor kankerverwekkende stoffen
1 op het miljoen mensen
Bliksem
1 op de 2 miljoen mensen
Bijensteek
1 op de 5 miljoen mensen
Verdrinking door dijkdoorbraak
1 op de 10 miljoen mensen
Een röntgenopname in een goed ziekenhuis
1 op de 700 miljoen mensen
meteorietinslag
1 op de 1.000 miljoen mensen
Tabel 3: geschatte risico’s: rechtomweten.nl
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
7/10
3.3 Bionmonitoring Nikkel Uit een biomonitoring van twee jaar geleden, waarin de vergelijking werd gemaakt tussen een hele reeks jongeren uit Genk-Zuid is gebleken dat er 7-8 % minder nikkel aanwezig was in het bloed/ urine t.o.v. jongeren uit heel Vlaanderen. De verklaring hiervoor is dat men bij de biomonitoring enkel de concentratie oplosbare nikkel kan bepalen in het bloed of de urine. Nikkel kan in vier vormen aanwezig zijn: oxide, sulfide, oplosbaar of metallisch. Om deze reden kan men de biomonitoring niet vergelijken met de cijfergegevens die men verkregen heeft van de meetposten. Cadmium Vroeger waren er grote cadmiumpieken omwille van de uitstoot van het bedrijf Aperam. Vandaag de dag kan men deze uitstoten op een eenvoudige manier serieus beperken. De voornaamste bron van de Cd-emissie was afkomstig van batterijen die in de autowrakken aanwezig waren bij verwerken van de wrakken. Momenteel heeft het bedrijf een eenvoudige manier toegepast om dit te vermijden. Uit de biomonitoring is gebleken dat het aandeel cadmium in de urine 18% hoger ligt (10% hoger in het bloed) bij jongeren afuit Genk-Zuid t.o.v. jongeren uit heel Vlaanderen. Dhr. Bautmans merkt op dat het aandeel cadmium in de urine afkomstig is van de laatste 10 jaar. Dus ook uit de periode toen de cadmiumemissies veel hoger waren. Het aandeel cadmium in het bloed is afkomstig van de laatste paar dagen. Hierdoor kan men afleiden dat cadmium niet echt een probleem is. Men moet de cadmiumemissies uiteraard in het oog blijven houden.
3.4 Preventietips Voor de preventietips verwijzen wij graag naar de nota in bijlage.
4. VRAGEN - Iemand uit het publiek vraagt of de verhoging van de gemeten waarden van dioxine te maken heeft met de uitbreiding van het bedrijf ‘Stelimet’? Dienst Leefmilieu & Duurzame ontwikkeling kan momenteel enkel vermelden dat dit onderzocht wordt door de Milieuinspectie (LNE) en dhr. Nico Bleux (Stad Genk) i.k.v. het Emissieplan Genk-Zuid. - Iemand uit het publiek vraagt hoe het zit met de luchtverontreiniging in Kolderbos en Langerlo? De burgemeester legt uit dat Kolderbos en Langerlo buiten de meest voorkomende windrichting liggen en dat er op die locaties geen verhoogde concentraties gemeten werden. - Iemand uit het publiek vraagt of er een nieuwe biomonitoring uitgevoerd zal worden? Het is de bedoeling dat er opnieuw een biomonitoring wordt uitgevoerd. Momenteel zijn de dokters bezig om een kostenefficiënte methode te ontwikkelen om een langdurige biomonitoring te kunnen opstarten. - Iemand uit het publiek vraagt of de biomonitoring enkel zal gaan over de zware metalen aanwezig in het bloed of zal dit men de kans op het voorkomen van longziekten en dergelijken onderzoeken? Dhr. Bautmans bevestigt dat de biomonitoring meer dan enkel de zware metalen zullen onderzoeken.
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
8/10
- Iemand uit het publiek vraagt of men al weet op welke populatie of op welk gebied de biomonitoring zal uitgevoerd worden? Dhr. Bautmans licht toe dat de doktoren momenteel nog bezig zijn met een studie rond de biomonitoring. Er staat nog niets vast. - Iemand uit het publiek vraagt of al emissiebronnen van Cr6+ van Aperam bekend zijn? Dhr. Bautmans wijs op de daling van C 6+ tijdens de laatste jaren. Er zijn dus reeds een aantal belangrijk bronnen aangepakt. Aperam heeft zelf ook bevestigd dat zij er alles aan willen en zullen doen om de emissie van Cr6+ zo veel mogelijk te beperken. Dhr. Bautmans is ervan overtuigd dat de concentratie Cr 6+ nog verder zal dalen tijdens de komende jaren. - Dr. Caenepeel merkt op dat het verhaal van de luchtverontreiniging in Genk-Zuid nu misschien wel een goednieuwsshow is, maar het is 15 jaar heel slecht geweest en zware metalen stapelen zich op met alle gevolgen vandien.
5. AFSLUITING Schepen Joke Quintens sluit de vergadering met de conclusie dat de gezondheidsimpact verbeterd is door de maatregelen die reeds genomen zijn. Er is een vooruitgang t.o.v. enkele jaren geleden, maar de ambitie is natuurlijk om het risiconiveau te beperken tot een minimum.
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
9/10
6. AFKORTINGENLIJST VMM TOVO PM10 Hg NO2 SO2 BTEX ZW NO Pb Zn Cu Ni As Mn Cd Cr PCB EU WGO DEFRA ng/m³ VITO VLAREM TEQ/kg LNE
Vlaamse Milieumaatschappij; Toezicht Volksgezondheid; Deeltjes met een aerodynamische diameter kleiner dan 10 micrometer. PM is hierbij de afkorting voor particulate matter; Kwik; Stikstofdioxide; Zwaveldioxide; Is een acroniem dat verwijst naar een kleine groep aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen; Zuidwesten; Noordoosten; Lood; Zink; Koper; Nikkel; Arseen; Mangaan; Cadmium; Chroom; polychloorbifenyl, een groep van zeer giftige organische chloorverbindingen in de scheikunde; Europese Unie; Wereldgezondheidsorganisatie; Departement for Environment, Food and Rural Affiars; Nanogram per kubieke meter; Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek; Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning; Toxisch equivalent per kilogram; Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid.
Verslaggever Sylvio Amor-Calzado Dienst Leefmilieu & Duurzame Ontwikkeling
Bijlage: Nota preventietips Genk - Zuid
Verslag infovergadering resultaten luchtmetingen Genk – Zuid
10/10