Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
‘Niet vinken, maar vonken’ ‘Volg de energie van onderaf’, luidt het advies van de Achterhoekse wethouder Jan Bart Wilschut, ‘ga niet geforceerd aan de gang met regio’s die eigenlijk niet willen’. Hoe moeten bestuurders en het maatschappelijk middenveld in de zes Zuid-Hollandse anticipeerregio’s omgaan met krimp en een veranderende bevolkingssamenstelling? En wat is de rol van de provincie hierbij? Die vragen stonden centraal tijdens het (voorlopig ) laatste Zuid-Hollandse Krimp-café. Eén ding is zeker: Er zijn altijd mensen nodig die de zaak in beweging zetten. Dat wilde Elly van der Klauw van Bureau Krimp en Ruimte ook met de zes krimpcafés in de Zuid-Hollandse anticipeerregio’s, die zij naar NoordNederlands voorbeeld organiseerde. Haar initiatief werd ondersteund door de provincie en het ministerie van Binnenlandse Zaken in het kader van het Nationaal Programma Bevolkingsdaling. De boodschap werd niet overal met gejuich ontvangen, aldus Elly van der Klauw tijdens haar inleiding van dit zevende Krimpcafé in Café de Haagsche Kluis in het hart van de provinciehoofdstad Den Haag. ‘Soms werd ik in een gebied enthousiast ontvangen: ‘Blij dat u er over begint’; soms vond men dat ik het imago van het gebied in diskrediet bracht. Krimp is niet iets wat
je in je toeristische folder wilt melden, ook al heet je gebied Krimpenerwaard. Soms voelde ik me een beetje een onheilsprofeet van onheil dat nog nauwelijks zichtbaar is. Nergens dichtgespijkerde huizen immers. Toch worden dit als de anticipatiegebieden van Zuid-Holland gezien. En daar is ook reden voor. Zelfs in de Rijnstreek, het gebied met de minste belangstelling voor dit thema daalt het aantal kinderen tot 2030 met zo’n 200 per jaar, zo’n zeven schoolklassen.’ Het doel was ook om informatie over te brengen. Vanmiddag is de opzet iets anders: Er zijn drie mensen uitgenodigd – twee uit Zuid-Holland en een uit de Achterhoek – om te vertellen hoe het er bij hun in de regio aan toe gaat bij de aanpak van krimp en een veranderende bevolkingssamenstelling.
Maar eerst vertelt Rob van Zwet iets over het anticipatieprogramma van het ministerie van BZK. Eén jaar anticipatieprogramma In het kader van het Nationaal Programma Bevolkingsdaling wilde het ministerie ook iets doen met de zes Zuid-Hollandse anticipeerregio’s. Door de demografische
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
veranderingen ontstaat hier een mismatch op het gebied van wonen en voorzieningen. De daling van de beroepsbevolking heeft ook z’n weerslag op de economie. Doelstelling van het programma was dat betrokkenen in de regio de demografische ontwikkelingen her- en erkenden; dat de opgaven in beeld waren gebracht en dat de regio’s hierin keuzes maakten en ermee aan de slag gingen. De regio’s moesten een omslag maken van groei naar kwaliteitsdenken; van meer naar beter.
De ervaring na één jaar is dat die omslag bestuurlijk lastig is. Er zijn nog een aantal leer- en aandachtspunten: Krimp communiceert moeilijk: ontgroening, vergrijzing en de invloed daarvan op de leefbaarheid; het zijn geen zaken die mensen graag willen horen. Daarom is het zaak om niet in problemen te denken, maar in oplossingen. Stem je beleid af op de (te verwachten) ontwikkelingen: Anticiperen is beleid maken. Sluit aan bij lopende lokale ontwikkelingen als decentralisaties en herindeling en voorkom een ‘beleidsknip’ door de gemeenteraadsverkiezingen van 2014, waarin krimp natuurlijk geen populair onderwerp is. Leg de bal bij de regio’s,
maar zorg als provincie dat je op onderdelen de regie houdt. Betrek ook het bedrijfsleven bij de ontwikkelingen; daar zit bestuurlijk veel energie. En ‘last but not least’: neem bewoners mee in het proces, zorg dat ze meeweten, meedenken en meedoen. Ontwikkelingen die invloed hebben op de leefbaarheid raken hen immers als eerste. Regionale woonvisie Een programma vanuit Den Haag is natuurlijk prachtig op papier maar wat vinden regio’s er van of wat doen ze zelf. Elly van der Klauw vraagt het drie wethouders: Jan Bart Wilschut, nu wethouder in Doetinchem, maar jarenlang regiodirecteur in de Achterhoek, Johan van Buuren, wethouder van OudBeijerland in de Hoeksche Waard en Wim van der Leij, wethouder van Leerdam in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Van der Leij: ‘In 2008 was het nog de bedoeling om in de regio 8.000 woningen bij te bouwen. Dat aantal is nooit gehaald.’ In het kader van een pilot van de provincie en het ministerie van BZK heeft bureau Companen in 2009 een onderzoek uitgevoerd naar krimp in het Groene Hart. De resultaten daarvan zijn in de Alblasserwaard voor kennisgeving aangenomen, maar dienden wel als input voor de regionale woonvisie, die binnenkort door de gemeenteraden moet worden vastgesteld.
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
Hierin is volgens Wim van der Leij de denkomslag gemaakt om samen te gaan voor kwaliteit en de pijn te verdelen. De regio investeert alleen nog in kansrijke projecten. Om vast te stellen welke projecten kansrijk zijn, wordt gekeken naar marktonderzoek en een concurrentieanalyse. Van der Leij is zich ervan bewust dat je hiermee ook gegevens naar je hand kunt zetten. Het instrument moet nog worden uitontwikkeld.
de Achterhoek. ‘Voor ons was dit een wake-up call’, aldus Johan van Buuren. ‘We bevinden ons nog in de voorfase en zijn dus in de gelegenheid om problemen tijdig aan te pakken.’ Op initiatief van de Kamer van Koophandel wisten maatschappelijke partijen elkaar te vinden en werd de samenwerking Hoeksche Waard Toekomstwaardig opgericht.
‘U kiest dus voor een regionale aanpak op het gebied van wonen, maar hoe zit het met andere sectoren’, vraagt Elly van der Klauw zich af. ‘Op andere terreinen lopen we in de Alblasserwaard helaas een beetje achter’, moet Wim van der Leij toegeven. ‘Ook bij ons moeten negen scholen sluiten, zoals onlangs de basisschool in Schoonrewoerd. Die ontwikkeling hebben volgen we, maar sturen we (nog) niet.’
Vertegenwoordigers uit de politiek en het bedrijfsleven, onderwijs en zorg en welzijn buigen zich in een ‘bende van acht’ over een eilandbrede, integrale aanpak. ‘Zo proberen we bijvoorbeeld opleidingen in de zorg te organiseren om tegemoet te komen aan de toenemende zorgvraag.’ Informatievoorziening is ook belangrijk via zogeheten dialoogtafels en de dagelijkse digitale nieuwsbrief HW Toekomstwaardig Daily. ‘Zo proberen we ook bewoners te informeren en te betrekken en initiatief van onderaf te stimuleren.’
HW Toekomstwaardig
Wie brengt de zaak in beweging?
In de Hoeksche Waard kiest men voor een bredere aanpak. Aanleiding hiervoor was een bezoek van Jan Bart Wilschut, die vertelde over zijn ervaringen met krimp in
In de Achterhoek zijn ze al verder met de aanpak van bevolkingskrimp. ‘Voor ons bracht de crisis een ‘sense of urgency’’, aldus Jan Bart Wilschut. Deze vormde de aanleiding om de stuurgroep Achterhoek Agenda 2020 in het leven te roepen. Onder supervisie van de stuurgroep zoeken de 3 O’s (ondernemers, organisaties en overheid) en de inwoners van de Achterhoek samen een antwoord op de grote opgaven voor de regio, zoals de economische crisis, de bevolkingsdaling en de overgang naar duurzame energie,
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
met als doel een toekomstbestendige, vitale, innovatieve en economisch gezonde Achterhoek. In een filmpje laat hij zien dat er soms maar één persoon nodig is om zaken in beweging te krijgen (in dit geval een Indiase schooljongen die in z’n eentje tegen een omgevallen boom gaat duwen die een verkeersopstopping heeft veroorzaakt. Omstanders schieten hem te hulp en met vereende krachten weten ze de boom van de weg te krijgen) Hiermee illustreert Jan Bart Wilschut dat je altijd mensen nodig hebt die, met een gezonde dosis naïviteit, de bal aan het rollen brengen en hiermee anderen weten te inspireren. ‘Volg daarom altijd de energie van onderaf’, luidt zijn advies. ‘Ondersteun kansrijke initiatieven en probeer niet om de middelen evenredig te verdelen, maar bind het vraagstuk en de oplossing aan de mensen. Daarbij moet je mensen niet dwingen, maar verleiden. We moeten af van het concurrentiedenken. Ik mis de politieke boosheid daarover en vind dat hogere overheden dat moeten afstraffen. Als je niet kunt delen, kun je ook niet vermenigvuldigen. Ik ben zelf wethouder van de centrumstad Doetinchem en een goede centrumstad is dienend in mijn ogen. In Gelderland hebben we het voordeel dat we een steenrijke provincie hebben. We stellen programma’s op die de provincie kan ondersteunen. Provincies
moeten durven sturen met dat geld.’
Lokaal versus regionaal Johan van Buuren denkt dat de provincie Zuid-Holland niet zo rijk is als Gelderland. Maar delen, ook van kennis en ervaring, levert in zijn ogen pure winst op. ‘Wat gun je elkaar? Dat is altijd een dilemma’, vult Wim van der Leij aan. ‘Krimp wordt bij ons nog niet als een regionaal probleem onderkend. Daarom moeten we blijven overleggen, delen en overtuigen. Een regionale visie overstijgt het lokale belang. Zo heb ik gehoord dat omliggende gemeenten hebben bijgedragen aan de bouw van de schouwburg in Doetinchem.’ Jo Kolf, ondernemer in de Hoeksche Waard en bestuurslid van de Rotterdamse kamer van Koophandel vindt dat de Hoekse gemeenten moeite hebben om verder te kijken dan het lokale belang. ‘De samenwerking loopt niet helemaal goed en zou eigenlijk niet vrijblijvend moeten zijn. Krimp is politiek niet aan de orde; het probleem is onvoldoende onderkend.’ De oplossing ligt volgens hem in het samengaan van de vijf gemeentes in de Hoeksche Waard.
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
Hans Halbesma, strategisch adviseur bij de gemeente Súdwest Fryslân, vraagt zich af hoe je bij de voortschrijdende decentralisatie je lokale netwerken in stand houdt. Volgens Bart Jan Wilschut hoeft het een het ander niet uit te sluiten. Je moet bestuurlijk opschalen, zodat je een sterke regie kunt voeren en afdalen in de uitvoering. Daartoe moet je lokale gemeenschappen mobiliseren. ‘Mensen hebben geen wethouder nodig.’ Provincie of regio?
groeigedachte. ‘Het geeft lucht om groei niet meer te begroten. We kijken wel naar kansen, maar we rekenen er niet op.’ Bart Crouwers, wethouder in de gemeente Vlist, vindt dat de overheid een paar stappen terug moeten doen. ‘Zij hebben in het verleden de nodige steken laten vallen. De samenleving is veranderd en niet alles concentreert zich in de regio. Wij gaan voor kwaliteit en willen daarbij meer ruimte bieden aan bewoners en particuliere initiatieven.’
Mark Reede, betrokken bij het anticipatieprogramma van de provincie Zuid-Holland vindt dat de provincie vooral kennis moet uitwisselen en delen, hoewel het soms ook nodig is om druk uit te oefenen. Jan Bart Wilschut denkt dat de voortrekkersrol vooral is weggelegd voor de regio’s zelf. Zo hebben acht wethouders ruimtelijke ordening in de Achterhoek hun eigen ‘bende van acht’ gevormd om de woningbouw uit het slop te trekken, nadat ze eerst een gezamenlijk bezoek hadden gebracht aan de provincie Zuid-Limburg. ‘Daar hebben we gezien wat er gebeurt als je te laat bent.’ Ook het primair en voortgezet onderwijs heeft er veel aan gedaan om de krimp op te schalen naar één gezamenlijke opgave. ‘Urgentie helpt en mensen helpen, zoals Jo Kolf, die trekt en duwt in de Hoeksche Waard.’ Volgens wethouder Van Buuren ligt het probleem vaak in de gemeentelijke begrotingen die nog uitgaan van de
Decentralisatie Henriëtte ten Berge van de SER vraagt zich af hoe je in het licht van de decentralisatie om moet gaan met problemen in het sociale domein, bijvoorbeeld de zorg. Jan Bart Wilschut erkent dat hier een probleem ligt in het licht van de toenemende ontgroening en vergrijzing. ‘Ik was sterk gekant tegen het ontslag van de Sensire werknemers in mijn regio. We zetten dan immers mensen op straat die we straks keihard nodig hebben. Maar decentralisatie is nodig om de stroperigheid van procedures op te heffen’, vindt hij. ‘Het aanvragen van een bouwvergunning verschilt per gemeente; de uitvoering van de WMO idem. Soms
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
lijkt het of we alleen maar vinkjes aan het zetten zijn. We moeten niet vinken, maar vonken.’ Cees van der Graaf, wethouder in de gemeente Nederlek, geeft aan dat er in zijn gemeente vier scholen zijn met nu nog maar samen veertig leerlingen in de eerste groep. De sluiting van een school zou echter betekenen dat er een belangrijke functie voor de buurt verloren gaat. Maar die school kan ook een andere functie krijgen, bijvoorbeeld als ontmoetingsplek voor ouderen, vindt men in de zaal. Je moet de ontwikkelingen volgen. Cees Reichard, raadslid in de Krimpenerwaard meldt dat de herindeling van K5 gemeentes stroperig verloopt. Hoe haal je de angst weg en betrek je burgers bij het proces? En moeten we wel of niet drie scholen in een gemeente handhaven? Hoe kan de overheid hierin sturen?
Energie brengen of volgen? Angelique van Wingerden, coördinator van het Kennisnetwerk Noord-Nederland vertelt hoe ze momenteel in het noorden
met krimp bezig zijn. ‘Het gaat nu meer over de uitvoering.’ Zij zet vraagtekens bij de uitspraak van Jan Bart Wildschut dat je de energie van onderaf moet ondersteunen en initiatieven moet belonen. Wat doe je met gebieden waar minder sociaal kapitaal aanwezig is, zoals de Veenkoloniën in Groningen? Moet je die juist niet ondersteunen en je middelen inzetten waar het nodig is? Jan Bart Wilschut is van mening dat de overheid - conform een uitspraak van Paul Visser- intelligent moet meebewegen. ‘Nu is de overheid juist vaak een belemmerende factor. Help de gemeente die over haar eigen schaduw heenstapt.’ De kwestie van het onderwijs blijft de gemoederen bezig houden. De heer Zaal uit de gemeente Brielle laat weten dat de gemeente, omwille van de leefbaarheid, graag de basisschool in een kleine kern in stand wil houden, maar de schoolvereniging ligt dwars. Jan Bart Wilschut beaamt dat dit een ingewikkeld vraagstuk is omdat emoties een belangrijke rol spelen. Een van de aanwezigen denkt dat je je vooral moet afvragen wat kinderen pedagogisch nodig hebben. Een grotere school kan wellicht beter aan die behoefte tegemoet komen dan een kleine dorpsschool. Natuurlijk is leefbaarheid belangrijk, maar bekijk het probleem niet eendimensionaal vanuit de dorpsschool. Hans Halbesma uit Friesland heeft een tip: Leg het probleem voor aan
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
de ouders, zodat die van onderaf druk kunnen uitoefenen op het schoolbestuur.
steeds van bovenaf te sturen, waar wij juist ruimte nodig hebben.’
Jooske Baris van Platform 31 vindt dat je moet profiteren van de ervaringen in andere regio’s. Daar is bewezen dat er geen relatie is tussen leefbaarheid en voorzieningen. Leefbaarheid zit ’m vooral in de emotionele beleving. In de woorden van Jacob Bruintjes (wethouder en spreker op het 1e café): ‘Naar de basisschool ga je maar tot groep 8, maar naar het café ga je je hele leven.’
Jan Bart Wilschut heeft ten slotte nog een tip om statenleden en politici te betrekken: Maak een filmpje, en vraag ze daarin wat ze van krimp vinden of weten, zo verleid je ze om zich er in te verdiepen. De heer Wiersma, docent aan de hogeschool van Rotterdam, nodigt als laatste uit tot een gesprek hoe het onderwijs in de regio tegemoet kan komen aan de groeiende zorgvraag van dementerende ouderen. Elly van der Klauw sluit af met de opmerking dat vandaag in elk geval waardevolle contacten zijn gelegd, waarop kan worden voortgebouwd. En dat ook dit Haagse café weer stof tot nadenken heeft opgeleverd.
Sturen of loslaten? Wat neemt de provincie mee uit deze bijeenkomst, wil Elly van der Klauw weten. Volgens de mini-enquête die de bezoekers bij binnenkomst hebben ingevuld is de provincie op tijd begonnen met de aanpak van krimp in Zuid-Holland. Mark Reede laat weten dat hij het in dat opzicht jammer vindt dat er geen statenleden aanwezig zijn. ‘In het noorden van het land zijn ze de demografie al voorbij. Ook in Zuid-Holland moet de aandacht niet langer uitgaan naar cijfers en prognoses, maar naar de werkelijke problemen. Breng de verspilling in beeld en kies voor een positieve aanpak. De provincie moet daarbij kunnen loslaten en kiezen voor een ander, meer antropologisch beleid.’ Volgens Johan van Buuren ontbrak er nog een keuzemogelijkheid op de enquête: de provincie is nog niet eens van start gegaan. ‘In de conceptvisie Ruimte en Mobiliteit probeert de provincie nog
Verslag Hanneke Luitwieler, foto’s Patricia Reichard Informatie over volgende cafés of bijeenkomsten?
[email protected]. Meer informatie over bevolkingskrimp: www.vanmeernaarbeter.nl www.zuidholland.nl (voor de Krimp-Deler en voor de Nieuwsbrief:
[email protected]
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.
Krimp-café Zuid-Holland verslag 14 november 2013 Den Haag
De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van het Bureau Krimp en Ruimte en wordt ondersteund door de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Interbestuurlijk Programma Bevolkingsdaling.