Inhoudsopgave 1.
Voorwoord ............................................................................................................................................................ - 2 -
2.
Verslag Directeur-bestuurder.............................................................................................................................. - 4 -
3.
Verslag RvC .......................................................................................................................................................... - 8 -
4.
Maatschappelijk presteren ................................................................................................................................ - 14 -
4.1.
Missie en beleid .................................................................................................................................................... - 14 -
4.2.
Relatie met belanghouders ................................................................................................................................... - 17 -
4.3.
Relatie met onze bewoners ................................................................................................................................... - 20 -
4.4.
Relatie met gemeenten .......................................................................................................................................... - 21 -
4.5.
Relatie met maatschappelijke partners ................................................................................................................. - 24 -
4.6.
Relatie met collega-corporaties............................................................................................................................ - 26 -
4.7.
Leefbaarheid, zorg en welzijn ............................................................................................................................... - 29 -
4.8.
Sponsoring en donaties......................................................................................................................................... - 36 -
5.
Duurzaam investeren ......................................................................................................................................... - 42 -
5.1.
Passende woonruimte voor alle klanten ............................................................................................................... - 42 -
5.2.
Het bezit ............................................................................................................................................................... - 42 -
5.3.
Bevordering eigen woningbezit ............................................................................................................................ - 45 -
5.4.
Het aanbieden en verhuren van de woningen ....................................................................................................... - 47 -
5.5.
De kwaliteit en ontwikkeling van vastgoed ........................................................................................................... - 56 -
5.6.
Energiebeleid en milieu ........................................................................................................................................ - 59 -
5.7.
Nieuwbouw ........................................................................................................................................................... - 61 -
6.
Innovatief ondernemen ...................................................................................................................................... - 70 -
7.
De organisatie ..................................................................................................................................................... - 78 -
7.1.
Verslag ondernemingsraad 2010.......................................................................................................................... - 79 -
7.2.
Goed ondernemingsbestuur .................................................................................................................................. - 83 -
7.3.
Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie .............................................................................................. - 84 -
7.4.
Interne organisatie ............................................................................................................................................... - 86 -
8.
Toekomst ............................................................................................................................................................. - 98 -
9.
Financiële positie en risico-management ........................................................................................................ - 102 -
9.1.
Financiële positie en continuïteit........................................................................................................................ - 102 -
9.2.
Jaarresultaat 2010 ............................................................................................................................................. - 102 -
9.3.
Risicomanagement.............................................................................................................................................. - 108 -
9.4.
Verkorte jaarrekening 2010................................................................................................................................ - 114 -
10.
Verklaringen ..................................................................................................................................................... - 120 -
10.1.
Verklaring directeurbestuurder .......................................................................................................................... - 120 -
10.2.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ....................................................................................... - 121 -
Tenslotte eindigt het jaarverslag met een verklaring van de directeurbestuurder en de accountantsverklaring.
1. Voorwoord
Wij hopen met dit jaarverslag inzichtelijk te maken hoe wij onze rol als corporatie in een sterk veranderende omgeving in 2010 hebben ingevuld, hoe wij zijn gevorderd met het verwezenlijken van onze doelstellingen zoals geformuleerd in ons ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ en hoe wij hier in 2011 vervolg aan zullen geven. Graag beantwoorden wij uw eventuele vragen of verschaffen wij u nadere informatie als u daar behoefte aan heeft.
Graag leggen wij in ons jaarverslag 2010 verantwoording af over onze maatschappelijke en volkshuisvestelijke prestaties. Met dit verslag voldoen wij aan onze wettelijke verplichtingen zoals opgelegd door diverse overheidsinstanties. Maar minstens zo belangrijk vinden wij het om verantwoording af te leggen aan onze klanten, medewerkers, collega’s en aan onze belanghouders. Ons jaarverslag 2010 is wederom gebaseerd op ons ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’. De koers van Wooncompagnie fundeert op drie inhoudelijke thema’s: maatschappelijk presteren, duurzaam investeren en innovatief ondernemen. Een vierde thema is de organisatie zelf en met name de mensen achter de organisatie; zij hebben immers de taak om alle doelen tot leven te brengen en te verwezenlijken. Wij willen naast een verslaglegging van onze maatschappelijke en volkshuisvestelijke prestaties in 2010 in het algemeen ook inzichtelijk maken waar we na dit jaar staan als het gaat om de specifieke doelstellingen zoals geformuleerd in het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’. Daarom volgt de opbouw van ons jaarverslag 2010, net als in 2009, de structuur van het ondernemingsplan. In hoofdstuk twee vindt u het verslag van de directeurbestuurder. In hoofdstuk drie blikt de Raad van Commissarissen terug op 2010. Hoofdstuk vier tot en met zes zijn gewijd aan de drie inhoudelijke thema’s uit het ondernemingsplan: maatschappelijk ondernemen, duurzaam investeren en innovatief ondernemen. Hoofdstuk zeven betreft het vierde thema; de organisatie. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op het ondernemingsbestuur, waarvoor de Governance Code leidend is. Hoofdstuk acht staat in het teken van de toekomst. In hoofdstuk negen leggen we verantwoording af over de inzet van onze financiële middelen in 2010 en treft u de verkorte jaarrekening.
-2-
Hoofdkantoor Hoorn
Kantoor vestiging Schagen
Kantoor vestiging Purmerend
-3-
2. Verslag Directeurbestuurder Het jaar 2010 heb ik als heel inspirerend ervaren. Het was een jaar van balans en bekrachtiging. Balans in wat Wooncompagnie daadwerkelijk kan in reactie op haar steeds veranderende omgeving. Het zijn van een ‘netwerkorganisatie’, hoe lastig ook in de praktijk, heeft wederom bewezen te werken. De kracht van het model is het in balans houden van de onder- en de bovenstroom binnen de organisatie. Niet enkel bottomup en ook niet enkel top-down maar in dialoog en in gezamenlijkheid. Het is en blijft een continu leerproces. 2010 is ook het jaar gebleken waarin ‘het oude denken’ over het corporatiestelsel definitief voorbij ging. Het kabinet Rutte toont in dat opzicht daadkracht en heeft stappen gezet om die kentering onomkeerbaar te verwezenlijken. In die zin was 2010 gek genoeg voor Wooncompagnie een jaar van genieten van de rust. Genieten van de juiste keuzes die we in het verleden hebben gemaakt. Wooncompagnie is nog steeds een ‘lean en mean’ organisatie. We stappen niet in risicovolle projecten, productie zien wij als middel en niet als doel. Onze huurders zijn tevreden en onze relaties met gemeenten en maatschappelijke ondernemingen in ons werkgebied zijn goed en duurzaam. Dit blijkt ook uit externe beoordelingen: In 2009 hebben we ons laten visiteren met een prachtig resultaat. In 2010 hebben we met het participatielabel het derde KWH label binnengehaald en daarnaast wederom een geweldige uitslag behaald met het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek. De grondhouding van onze organisatie is terug te vinden bij de individuele medewerkers. Betrokken en degelijk; noem het Noord–Hollandse nuchterheid. Opportunisme is ons dan ook vreemd. De definitieve kentering in het denken binnen de sector heeft ervoor gezorgd dat het imago van de sector langzaamaan herstelt. De misstappen van andere corporaties stralen in afnemende mate één op één af op de hele sector maar worden steeds meer gezien als excessen. Het voelt prettig om
los te raken van een onrustige familie. We vervullen onze taak; beoordeel ons op onze daden. Ook de nieuwe koers van Aedes –smal en verfijnd– stemt mij tevreden. Het ligt geheel in de lijn waarin de sector zich ontwikkelt en het past een brancheorganisatie om deze lijn te adopteren. Het besef dat het oude denken achter ons ligt, betekent nog niet dat een nieuw denken is uitontwikkeld. Waar gaat de sector heen? Hoe ziet het ‘nieuwe denken’ van de overheid er dan uit? Deze vragen zijn op dit moment nog moeilijk te beantwoorden. En ik betwijfel of de antwoorden op korte termijn wel te geven zijn. Want ondanks het feit dat het kabinet daadkracht heeft getoond, lijkt het geen brede, integrale visie op de totale woningmarkt te hebben, die de basis moet vormen om samenhangende stappen te kunnen zetten. De politiek toont zich op dit moment geen grote inspirator. Het denken lijkt stil te staan. Wooncompagnie concentreert zich dus op de vraag: Waar zijn wij voor? Voor wie? Het antwoord op die vraag is en blijft dat wij er zijn voor diegenen die door hun financiële of persoonlijke omstandigheden niet zelfstandig in hun huisvesting kunnen voorzien. Met de invoering van de ministeriële regeling per 1 januari 2011 is dit hard afgekaderd op huishoudens met een belastbaar gezinsinkomen tot € 33.614. Minimaal 90% van het vrijkomende aanbod dient te worden aangeboden aan deze huishoudens. Medio 2010 is binnen Wooncompagnie een aantal strategische sessies gehouden om onze reactie op en de impact van de ministeriële regeling vast te stellen. De uitkomst is dat wij ons zullen conformeren aan de regeling. In die zin dus geen burgerlijke ongehoorzaamheid. Wel hebben we gesteld dat de huishoudens met een gezinsinkomen tussen € 33.614 en € 43.000 nog steeds onze doelgroep van beleid is. Deze huishoudens gaan immers naar onze mening grote moeite krijgen om woonruimte te vinden als zij niet meer terecht kunnen in de sociale huursector. Een deel van de resterende 10% van het vrijkomende aanbod, vrije sectorhuurwoningen en koop(garant)woningen zijn de producten die we voor deze secundaire doelgroep kunnen inzetten. Wel beseffen we ons dat er steeds groter wordende verschillen zijn te constateren tussen de werkgebieden -4-
van de vestiging Purmerend en de vestiging Schagen. Het gat tussen huur en koop is in de Noordkop relatief klein. Het kopen van een woning zit daarbij in het gedachtegoed van de bevolking. De omvang van de sociale voorraad is veelal aanmerkelijk kleiner dan het aantal koopwoningen. In deze gebieden zal onze voorraad dan ook niet te groot zijn als we kijken naar de 90%–regel. De omvang van de benodigde voorraad wordt daar eerder bepaald door consolidatie dan wel krimp en vergrijzing van de bevolking. In de zuidflank van ons werkgebied liggen deze feiten heel anders. De verschillen die wij in ons werkgebied constateren, zijn landelijk bezien uiteraard nog groter. De vraag is wat de effecten zullen zijn van de ministeriele regeling. Dat het de uitstroom, en daarmee de in– en doorstoom binnen de sociale sector niet ten goede komt, moge duidelijk zijn. Ruimte creëren voor de lagere inkomens zal daarmee een illusie blijken. In 2010 is hard gewerkt om de organisatie voor te bereiden op de invoering van de ministeriële regeling. Naast de strategische sessies zijn de toewijzingsregels aangepast, is de inkomenstoets voorbereid en is de kadernotitie maatschappelijk vastgoed vastgesteld. In 2010 hebben verschillende ontwikkelingen aanleiding gegeven om aan de slag te gaan met de doorontwikkeling van Wooncompagnie. Nieuwe regelgeving, aangescherpt toezicht en het in het geding komen van de financierbaarheid van investeringsplannen maken het zorgvuldig beheer van het bestaand vastgoed nog belangrijker, waarbij nadrukkelijk de heroverweging moet plaatsvinden om over te gaan tot levensduurverlenging in plaats van sloop en nieuwbouw. Als het gaat om projectontwikkeling, dan kan gesteld worden dat de omstandigheden waaronder projecten kunnen worden ontwikkeld ingrijpend zijn gewijzigd. Hierdoor kan niet meer worden vastgehouden aan het eerdere besluit om de projectontwikkelingsafdeling Bouwcompagnie verder te verzelfstandigen als projectontwikkelaar. Dit heeft ertoe geleid dat Wooncompagnie de huidige processen met betrekking tot projectontwikkeling onder de loep heeft moeten nemen om voorbereid te zijn op de toekomst. Tegelijkertijd is in 2010 Trevin van start gegaan. Hierdoor moest een aantal ‘achterblijvende’ afdelingen
die deel uitmaakten van de Backoffice en niet over zijn gegaan naar Trevin, een plek krijgen binnen Wooncompagnie. Eén van deze afdelingen is Vastgoed. Omwille van eerder genoemde ontwikkelingen is besloten de afdelingen Vastgoed en Bouwcompagnie te bundelen. Hierdoor kan de verhouding tussen prijs en kwaliteit beter worden geborgd, kan er een betere afstemming en processturing plaatsvinden als het gaat om herstructurering, maatschappelijk vastgoed en maatschappelijke huisvesting, vindt er een betere beheersing plaats van het lange termijn onderhoud van de woningportefeuille en wordt kennis en kunde rondom vastgoed bij elkaar gebracht. Ook de overige afdelingen van de vroegere Backoffice krijgen een plek binnen de organisatie. Zoals gezegd is Trevin in 2010 van start gegaan en heeft de samenwerking binnen Trevin verder gestalte gekregen. Doelstelling van Trevin is om de drie corporaties te versterken als het gaat om denkkracht, bestuurskracht en daadkracht. Binnen Trevin zijn twee sporen uitgezet, enerzijds het Shared Service Center (SSC) en anderzijds het Programmanetwerk. Het Shared Service Centre is een feit. De medewerkers hebben hun intrek genomen in het nieuwe pand van Trevin in Alkmaar. Op het gebied van daadkracht zijn flinke slagen gemaakt. Op het gebied van denkkracht wordt het Programmanetwerk als inspiratiebron op prijs gesteld. Algemeen wordt het Programmanetwerk gezien als een inspirerend platform voor kennisuitwisseling en innovatie, waar een aantal thema’s gezamenlijk wordt ‘besnuffeld’ en onderzocht. Mogelijk leidt dat soms tot gezamenlijke invoering, maar dat is niet het doel op voorhand. Voor 2010 kan worden genoemd het Europadossier en het regeerakkoord, maar ook nieuwe vormen van participatie en maatschappelijke huisvesting. De komende periode moet aantonen of de geleverde inspanning opweegt tegen de uiteindelijke resultaten. Begin 2009 heeft Woningstichting Wherestad vastgesteld dat de opgave waarvoor de woningstichting zich geplaatst zag zo omvangrijk was dat de Raad van Commissarissen het bestuur opdracht heeft gegeven om de mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken. Dat onderzoek heeft in het najaar van 2009 geresulteerd -5-
in een keuze voor een verdergaande verkenning met twee mogelijke fusiepartners waaronder Wooncompagnie. Wooncompagnie heeft zichzelf eind 2009 gepresenteerd in antwoord op het verzoek van Wherestad. Begin 2010 is uit dit verkennend onderzoek gebleken dat Wooncompagnie het meest past bij de opgave, de cultuur, het beleid en de organisatie van Wherestad en dat de mogelijkheid tot een fusie het best met Wooncompagnie kon worden gerealiseerd. Een verdiepend onderzoek in 2010 heeft duidelijk gemaakt dat een fusie in financiële zin mogelijk zou zijn geweest. Maar het ‘plattelandsdenken’ bij Wooncompagnie en het ‘stedelijk denken’ bij Wherestad bleken tot onoverbrugbare verschillen te leiden. Daar waar Wooncompagnie denkt in maatschappelijke rendementen, beschouwt Wherestad een positieve waardeontwikkeling van het vastgoed als rendement. Voor beide valt iets te zeggen; het gaat ook niet om wie de juiste definitie hangt aan de term rendement. Feit is wel dat hier de kern ligt in de uiteindelijke conclusie om het traject van fusie niet verder voort te zetten.
In een omgeving van aanhoudende economische mineur, onzekerheid over onze toekomst, de koers van het kabinet en de toekomst van de woningmarkt in brede zin, zijn de prestaties die wij in 2010 hebben gerealiseerd, enkel mogelijk omdat we blijven durven werken vanuit eigen kracht en overtuiging. Wederom ben ik trots op Wooncompagnie als bedrijf en op haar medewerkers waarbij een ieder vanuit zijn of haar eigen rol de doelstellingen van Wooncompagnie, de belangen van huurders en woningzoekenden en in breder opzicht die van gemeenten en maatschappelijke partners tracht waar de maken.
John Hendriks Directeurbestuurder
-6-
-7-
Hoofdberoep: Hoofd Vastgoed van De Hartekamp Groep, een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking in Midden- en ZuidKennemerland. Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht van een maatschappelijke organisatie.
3. Verslag RvC De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het bestuur en op de algemene gang van zaken bij Wooncompagnie en de met haar verbonden ondernemingen. De governancestructuur is hierbij leidend. De Raad functioneert en handelt in het belang van Wooncompagnie. In 2010 lag de focus van de Raad van Commissarissen op het toekomstperspectief van Wooncompagnie binnen sterk veranderende economische, politieke en regionale verhoudingen. Samenstelling van de Raad De Raad van Commissarissen bestaat statutair uit tenminste drie en ten hoogste zeven personen, die primair voor een periode van drie jaar worden benoemd. Deze periode kan maximaal tweemaal worden verlengd. Twee commissarissen zijn op voordracht van de huurdersorganisaties benoemd. In 2010 heeft de Raad, conform het besluit uit 2009, de samenstelling gehandhaafd op vijf personen. Deze samenstelling is tevens uitgangspunt voor 2011.
De heer H. (Henk) Wokke uit Hoorn, 1966, eerste benoeming in 2009, huidige eerste zittingsperiode tot 10 februari 2012. Voorzitter Auditcommissie. Hoofdberoep: Organisatieadviseur, geassocieerd partner Rijnconsult B.V. Nevenfuncties: lid raad van commissarissen/ toezicht van drie maatschappelijke organisaties. Tevens lid rekenkamercommissie gemeente Opmeer.
De heer A. (Aad) de Wit uit Castricum, 1956, eerste benoeming 2009, huidige eerste zittingsperiode tot 14 december 2012. Hoofdberoep: Voorzitter van Bestuur van ROC Kop van Noord-Holland. Nevenfuncties: lid raad van toezicht van drie maatschappelijke organisaties.
De heer K. (Koos) Parie uit Amsterdam, 1950, eerste benoeming 2010, huidige eerste zittingsperiode tot 8 februari 2013. Hoofdberoep: Zelfstandig adviseur en interim managerbestuurder, verbonden aan ORKA advies. Nevenfuncties: geen
Op 31 december 2010 bestond de raad uit de volgende personen:
Mevrouw A. (Arina) van Damme uit Alkmaar, 1969, eerste benoeming in 2005, huidige tweede zittingsperiode tot 11 oktober 2011. Voorzitter van de Raad tot 20 december 2010, wegens drukke werkzaamheden vrijwillig en met instemming van de Raad afgetreden en gekozen tot vicevoorzitter per 20 december 2010. Hoofdberoep: Directeur fitnessbedrijf Fit4lady. Nevenfuncties: geen. De heer H. (Han) Quick, uit Heerhugowaard, 1953, eerste benoeming in 2008, huidige eerste zittingsperiode tot 18 oktober 2011. Vicevoorzitter van de Raad, gekozen tot voorzitter per 20 december 2010, lid Auditcommissie, aftredend per 20 december 2010 wegens voorzitterschap.
De heer Han Quick en de heer Aad de Wit hebben op voordracht van de huurdersorganisaties zitting in de Raad. Bezoldiging leden van de Raad in 2010 De leden van de Raad ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste honorering. De vergoeding van de leden van de Raad is gebaseerd op de Adviesregeling ‘Honorering toezichthouders in woningcorporaties’. De jaarlijkse aanpassing is gekoppeld aan de aanpassing van de salarissen van medewerkers in dienst van corporaties, per 1 januari. Eenmaal per vier jaar vindt een benchmark onderzoek plaats. Het honorarium van de Commissarissen is niet gekoppeld aan de financiële prestaties van Wooncompagnie.
-8-
In 2010 bedroeg de honorering van de leden van de Raad: € 8.080 (2009: € 8.000). Voor de voorzitter: € 10.100 (2009: € 10.000). De leden van de auditcommissie ontvangen een jaarlijkse toeslag van € 1.010. Er is geen vaste onkostenvergoeding. De totale bezoldiging over 2010 bedroeg € 43.420. Deskundigheidsbevordering De vele ontwikkelingen in de corporatiesector, de veranderende wet–, en regelgeving, de economie en de regionale ontwikkelingen op termijn leiden tot een complexer toezicht. De Raad is zich hiervan terdege bewust. Daarom hebben de leden van de Raad er in 2010 voor gekozen zich in vier speciale avondsessies extra te laten adviseren door externe adviseurs. Thema’s hierbij waren o.a. maatschappelijk ondernemen in de toekomst, identiteit, positionering en legitimering van de corporatie. Deze sessies worden doorgezet in 2011, met aandacht voor marktwerking en bedrijfsvoering. Daarnaast blijft de Raad op de hoogte van actuele ontwikkelingen die belangrijk zijn voor het toezicht via publicaties van VTW, Aedesmagazine en Media Select. Nieuw benoemde leden volgen een korte kennismaking met de organisatie, inclusief kennismaking met de OR. Zelfevaluatie De zelfevaluatie over het verslagjaar 2010 is wegens gladheid in december 2010 uitgesteld tot 10 januari 2011. Tijdens deze aparte vergadering, zonder de aanwezigheid van de bestuurder, hebben de leden van de Raad het eigen functioneren besproken. De leden hanteren hierbij zes invalshoeken, zijnde: de RvC als toezichthouder de RvC als werkgever de RvC als adviseur het functioneren van de RvC als team de kwaliteit van de verantwoording de positie van de individuele commissaris Uit de evaluatie zijn de volgende conclusies getrokken: de Raad stelt een remuneratiecommissie in; de Raad wil doelgericht en efficiënt opereren; de auditcommissie ziet toe op het opstellen van een verbindingenstatuut. Voor 2011 was reeds afgesproken dat de zelfevaluatie met begeleiding van een externe adviseur zal plaatsvinden.
Kerncommissies Binnen de Raad zijn twee commissies met bijzondere taken. Zij bereiden de besluitvorming van de Raad voor betreffende financiële aspecten en de beoordeling en honorering van de directeurbestuurder. De auditcommissie bestaat uit twee leden van de Raad van Commissarissen. De leden schenken hun aandacht met name aan: het functioneren van de interne risicobeheersing– en controlesystemen; de financiële informatievoorziening door Wooncompagnie en derden; de naleving van de aanbevelingen van de externe accountant; de treasury–activiteiten. De leden van de auditcommisie spraken in 2010 in vier vergaderingen met de directeurbestuurder, de manager finance, planning en control en de treasurydeskundigen. In deze gesprekken kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: jaarrekening en jaarverslag 2009, alsmede het rapport van bevindingen PWC treasurystatuut, treasury jaarplan 2010, treasury rapportage 2009 nevenstructuur Wooncompagnie Trevin risicomanagement evaluatie dienstverlening externe accountant evaluatie functioneren auditcommissie audit Governance Code jaarplan 2011 en begroting audit jaarrapportage, audit agenda De reguliere onderwerpen zoals in control informatie en viermaandsrapportages stonden periodiek op de agenda van de auditcommissie. De beoordelings– en doelstellingsgesprekken met de directeurbestuurder worden namens de Raad door twee vaste leden voorbereid en gevoerd te weten de voorzitter en vicevoorzitter. De leden van de Raad van Commissarissen geven met behulp van vragenlijsten hun individuele oordeel over het functioneren van de directeurbestuurder, de uitkomst wordt met de directeurbestuurder besproken. In 2010 zijn het
-9-
beoordelingsgesprek, het doelstellingengesprek en het voortgangsgesprek in drie bijeenkomsten verdeeld over het kalenderjaar gevoerd. In het kader van de uitkomsten van de zelfevaluatie zullen deze gesprekken in 2011 door een door de Raad in te stellen Remuneratiecommissie worden gevoerd. Integriteit Wooncompagnie kent sedert 2008 een integriteitscode. Deze gedragscode geeft richting aan de afwegingen die medewerkers dagelijks moeten maken in hun relatie met de huurders van Wooncompagnie, leveranciers, belanghouders, bedrijfseigendommen en met elkaar. Daarnaast beschikt Wooncompagnie over een klokkenluidersregeling. Over de werkzaamheden van de klachtencommissie heeft het bestuur bij bespreking van het jaarverslag, verslag gedaan. De Raad stelt vast dat gedurende het verslagjaar het toezicht is uitgevoerd volgens de regels die daarvoor gelden. De eigen onafhankelijkheid is daarbij immer gewaarborgd. Er is in 2010 geen sprake geweest van situaties van tegenstrijdig belang tussen de leden van de Raad van Commissarissen en Wooncompagnie. De werkwijze van de Raad Binnen de Raad zijn juridische, financiële, volkshuisvestelijke en maatschappelijke expertises vertegenwoordigd; de leden zijn zowel in de private als in de publieke sector werkzaam. De leden van de Raad kennen het werkgebied van de corporatie en opereren als team. De sfeer binnen de Raad is collegiaal en constructief, waarbij ieder van de commissarissen de ruimte krijgt én neemt die voor een goede uitoefening van de toezichtrol vereist is. Op de website is het door de Raad gehanteerde toezichtkader te vinden. Dit toezichtkader is op 14 juni 2010 wederom voor één jaar vastgesteld. Op 22 juli 2010 is in het kader van risicomanagement een interne audit uitgevoerd gericht op de naleving van de Governance Code Woningcorporaties door Wooncompagnie. De audit heeft zich toegespitst op het beoordelen van de opzet, het bestaan en de werking van de Governance Code en het vaststellen dat de Governance Code wordt nageleefd. De huidige Governance Code is in 2008 geïmplementeerd. Op
basis van de bestaande documenten, waaronder onder andere: governance code woningcorporaties, governancestructuur Wooncompagnie, ‘van der Laanbrief’, managementletter 2009 van de externe accountant en het visitatierapport worden de volgende aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen gerapporteerd: Stel een Governance agenda op. Benoem een secretaris om de agenda te monitoren. Leg uit hoe de zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen plaatsvindt. Betrek bij deze zelfevaluatie een externe. Beoordeel of de waarborgen in het kader van de tekenbevoegdheden en de drempelbedragen voldoende zijn. De Raad heeft de aanbevelingen overgenomen en ten dele in 2010 reeds uitgevoerd. De Governance agenda en de externe begeleiding bij de zelfevaluatie wordt in 2011 ter hand genomen. De werkzaamheden van de Raad De Raad is in 2010 in zes reguliere vergaderingen met de directeurbestuurder bijeengekomen. Vaste onderwerpen werden gevormd door: jaarstukken over 2009 meerjarenplanning en begroting 2010 activiteiten auditcommissie viermaandsrapportages Trevin In aanwezigheid van de accountant werd op 14 juni 2010 de jaarrekening 2009 goedgekeurd. Buiten de vaste onderwerpen is tijdens de bijeenkomsten gesproken over diverse bouwprojecten, inwerkprogramma Raad van Commissarissen, ontwikkelingen in de corporatiesector, doorontwikkeling Wooncompagnie, bedrijfsplan Bouwcompagnie, Governance Code, medewerkerstevredenheidsonderzoek, participatielabel en ontwikkelingen in de regio. Behalve de directeurbestuurder waren leden van het management aanwezig voor zover onderwerpen op hun terrein geagendeerd waren. Daarnaast is de Raad bijeengekomen voor themabijeenkomsten in het kader van deskundigheidsbevordering, ontmoeting met andere leden van de Raden van Commissarissen van Woonwaard en
- 10 -
Intermarishoeksteen en fusieverkennende gesprekken met Wherestad. Een delegatie van de Raad is aanwezig geweest bij overleggen met de ondernemingsraad en de huurdersorganisaties en bij de bijeenkomst voor de belanghouders en de personeelsbijeenkomst. De Raad wordt mondeling en schriftelijk geïnformeerd. De informatie bestaat onder andere uit externe rapportages en correspondentie van WSW, CFV, het ministerie, de accountant en de fiscaal adviseur. Verder worden interne notities en onderzoeken, waaronder audits, die voor het functioneren van Wooncompagnie relevant zijn in de informatievoorziening betrokken. De Raad stelt vast dat zij haar toezichthoudende taak in onafhankelijkheid heeft kunnen vervullen en dat zij zonder terughoudendheid de daartoe benodigde informatie verkreeg. De Raad wordt door de directeurbestuurder proactief geïnformeerd en waardeert de kritische opstelling van de directeurbestuurder daarbij. Algemene indrukken De Raad is in 2010 wederom onder de indruk geraakt van de actieve wijze waarop Wooncompagnie haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. In 2010 is Wooncompagnie door één extern onderzoek getoetst, namelijk het KWH–participatielabel. Dit belangrijke label mocht gelijk in het eerste jaar van onderzoek in ontvangst genomen worden. De uitkomsten van de visitatie uit 2009 zijn ter hand genomen en waar nodig in verbeterplannen voor 2010 omgezet. Onverlet de goede resultaten uit voornoemde onderzoeken blijft Wooncompagnie werken aan verbeteringen. De Raad spreekt hier haar waardering voor uit. Een scherpe kijk op de doelstellingen uit het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 - 2012’ heeft in 2010 vaak centraal gestaan in de gesprekken tussen de Raad en de directeurbestuurder. Het verzoek van Wherestad om samen een fusietraject serieus op te pakken heeft veel van de organisatie en medewerkers gevraagd. Toen uiteindelijk bleek dat het gewenste fusiemodel door Wherestad niet geaccepteerd kon worden restte er een duidelijk leermoment voor Wooncompagnie: nog beter focussen. Voor 2011 is de verwachting dat de omstandigheden zoals ook al beschreven in de inleiding
alleen maar complexer zullen worden. De kritische kijk op het eigen functioneren blijft onze grote aandacht houden alsmede het focussen op de eigen kracht van de organisatie. Organisatieontwikkeling In het verslagjaar is de coöperatie ten behoeve van de samenwerking met de woningcorporaties IntermarisHoeksteen en Woonwaard Noord– Kennemerland, bekend als Trevin, verder uitgebouwd. De Raad volgt de ontwikkelingen in Trevinverband nauwlettend. Daarbij onderschrijft de Raad haar uitgangspunten uit het verslag van 2009: samenwerken moet bijdragen aan de doelstellingen en het resultaat van Wooncompagnie. Het interne doorontwikkelingstraject binnen Wooncompagnie vindt de Raad een positieve ontwikkeling waarbij de wijzigende omstandigheden tijdig worden vertaald in organisatie aanpassingen. Bestuurder, medewerkers en ondernemingsraad hebben zich slagvaardig getoond. Honorering directeurbestuurder De honorering van de directeurbestuurder, de heer J.W. (John) Hendriks, 1951, werkzaam bij Wooncompagnie sinds 1998), bedraagt € 155.947 (periodiek betaalde beloningen) en € 41.754 (pensioendeel). (2009: € 146.636 resp. € 39.932). De stijging ten opzichte van 2009 komt voort uit de jaarlijkse salarisstijging en een eenmalige jubileumuitkering in verband met het 12,5 jarig dienstverband. De beloningsstructuur (met een vast salaris en een beoordelingsafhankelijke stijging van (2% of 4%) is in het verslagjaar ongewijzigd gebleven. De jaarlijkse salarisstijging wordt door de volledige Raad vastgesteld na een beoordelingsgesprek met een tweetal leden van de RvC. De directeurbestuurder heeft een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Daarbij zijn geen bijzondere aanvullende voorwaarden van kracht met betrekking tot bijvoorbeeld ontslag, pensioen of variabele beloningen. De RvC heeft besloten in 2011 een remuneratiecommissie in te stellen. In 2010 is de honorering van de directeurbestuurder getoetst aan de nieuwe beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties. Hierbij is geconcludeerd dat de huidige beloning van de directeurbestuurder in overeenstemming is
- 11 -
met de functiezwaarte en past binnen de herziene beloningscode. Tot slot Het jaar 2010 stond in het teken van adequaat reageren en anticiperen op de snel veranderende omstandigheden. Bedreigingen en kansen, fusieonderzoeken en samenwerkingsinitiatieven hebben veel van de organisatie en haar medewerkers gevraagd. De relatief nieuwe Raad heeft met waardering de processen en de uitkomsten getoetst en beoordeeld. Met het oog op de toekomst en de uitdagingen die daarin nog in het verschiet liggen herkent de Raad een vitale en veerkrachtige organisatie die bereid is het nieuwe te ontdekken zonder het oude te verliezen. Het verkrijgen van het participatielabel past geheel in deze visie. De waardering over de inzet en de prestaties die de directeurbestuurder naar de medewerkers hierover heeft kenbaar gemaakt onderschrijft de Raad van Commissarissen van harte.
Namens de Raad van Commissarissen, J.F.T. Quick, voorzitter
- 12 -
Maatschappelijk presteren Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’ 1.
Een kader op basis waarvan we bepalen hoe ver we gaan bij het investeren in leefbaarheid en het oppakken van zaken die anderen laten liggen. Dit op basis van onze definiëring van ‘vitale buurten’ en onze kernexpertise: wonen en vastgoed.
2.
Inzicht in de maatschappelijke opgaven in de wijken en buurten waar wij woningbezit hebben, op basis van een ‘scan’, uit te voeren in samenwerking met onze partners. Prioriteiten vastgesteld, de meest urgente kernen en buurten bepaald, en gedefinieerd wat onze bijdrage (onze ‘taartpunt’) is.
3.
Relaties met gemeenten en andere duurzame partners die passen bij de wederzijdse verwachtingen en die gebaseerd zijn op vertrouwen en afspraken. Transparante prestatieafspraken waarin de wederzijdse ambities erkend en gedragen zijn. Structurele monitoring van de naleving van prestatieafspraken, intern en extern.
4.
Nieuwe vormen van participatie, ontwikkeld samen met onze huurders. Waardoor die huurders meer dan nu meedoen, meedenken en meebeslissen in hun woongebied. En Wooncompagnie een representatief beeld opbouwt van wat er speelt en nodig is in ‘onze’ kernen en buurten.
5.
Herkenbaar zijn en blijven als investeerder in maatschappelijk vastgoed, in die gebieden waar wij bezit hebben, dan wel bezit willen creëren.
6.
Transparantie over onze inzet van mensen en financiële middelen. In ons maatschappelijk jaarverslag geven wij duidelijkheid over de samenstelling, hoogte en besteding van de maatschappelijke budgetten. Vooraf én achteraf.
- 13 -
4.1.
4. Maatschappelijk presteren Als woningcorporatie hebben we een belangrijke maatschappelijke taak. Wooncompagnie meent dat optimaal maatschappelijk presteren kan worden gerealiseerd door je te richten op zowel het proces als op de inhoud. Wat betreft het proces vindt Wooncompagnie het erg belangrijk om helder te maken welke relatie wij hebben en willen hebben met onze belanghouders. Daarmee wordt duidelijk wat we voor elkaar willen en kunnen betekenen. Op basis daarvan kunnen we heldere, concrete en resultaatgerichte afspraken maken met gemeenten en andere maatschappelijke partners en deze vastleggen in (prestatie)afspraken en samenwerkings- of intentieovereenkomsten. Als de relaties helder zijn, is ook duidelijk waar sprake zal zijn van informeren, afstemmen dan wel samenwerken. Daarnaast zal Wooncompagnie uiteraard ook tussentijds en achteraf verantwoording afleggen. Over de wijze en frequentie daarvan kunnen concrete afspraken worden gemaakt in de overeenkomsten.
Missie en beleid
De woningvoorraad van Wooncompagnie is verspreid over de Kop van Noord-Holland, West-Friesland, Noord-Kennemerland en Stadsregio-Noord. We hebben daarom twee vestigingen, één in Schagen en één in Purmerend. De vestiging Purmerend heeft haar werkgebied in de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Graft-de Rijp, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Schermer, Waterland en Zeevang. De vestiging Schagen is actief in de gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Hoorn (Blokker), Medemblik, Niedorp, Opmeer (Hoogwoud), Schagen, Wieringermeer en Zijpe.
Ook de bewoner wordt door Wooncompagnie gezien als een belanghouder. Immers: Mensen maken wonen, de bewoners weten wat nodig is in buurten en wijken. We willen onze bewoners dan ook meer invloed geven op onze keuzes en waar mogelijk ook meer eigen verantwoordelijkheid. Wat betreft de inhoud wil Wooncompagnie met de bewoners, maatschappelijke partners en gemeenten in beeld brengen wat er nodig is in buurten en wijken. Duidelijk moet zijn wat Wooncompagnie reeds doet en wat onze partners van ons mogen verwachten. Dit bepaalt de door ons gedefinieerde rol en kaders met betrekking tot het maatschappelijk investeren, bijvoorbeeld in maatschappelijk vastgoed.
- 14 -
Wooncompagnie staat voor goed en betaalbaar wonen voor iedereen. Met de invoering van de ministeriële regeling per 1 januari 2011 hebben wij heroverwogen wie wij zien als onze doelgroepen van beleid. Wooncompagnie is voornemens zich aan de regeling te houden en wijst 90% van de leegkomende sociale huurwoningen toe aan huishoudens met een inkomen tot € 33.614. Wel heeft de heroverweging ertoe geleid dat wij ons naast huishoudens met een laag inkomen, ook richten op de lage middeninkomens (tot € 43.000) voor wie de koopmarkt onbereikbaar lijkt. Concreet betekent dit dat wij het resterende deel van de 10% ‘ruimte’ dat over blijft na huisvesting van bijzondere groepen, in de toewijzing zullen benutten voor de lage middeninkomens. Daarnaast verhuren wij een (nog) bescheiden aanbod in de vrije sector en bieden wij huishoudens met een inkomen tot € 43.000 de mogelijkheid om met Koopzeker (vanaf 2011 Koopgarant) een woning te kopen. Tevens behoren specifieke groepen zoals gehandicapten, mensen met een zorgvraag, statushouders, enzovoort uiteraard tot onze doelgroepen van beleid. Wooncompagnie vindt dat kwetsbare groepen gelijke toegang tot de woningmarkt moeten hebben. Wooncompagnie ziet haar klanten en hun vraag als de reden van haar bestaan. Onze missie luidt dan ook: Wooncompagnie biedt haar klanten woningen en woondiensten, draagt actief bij aan vitale kernen en buurten en is betrouwbaar, open, duidelijk en vernieuwend. Wooncompagnie is een plattelandscorporatie. In die traditie is Wooncompagnie gevormd. We hebben affiniteit met het platteland en de plattelandscultuur. Bovendien ligt onze professionaliteit op dit terrein. Onze structuur, cultuur en onze kennis zijn hierop toegesneden. Wij hebben veel aandacht voor de identiteit, kleinschaligheid en kwaliteit van de dorpen en kernen. Ook omdat wij daar vaak de enige aanbieder zijn. Wooncompagnie speelt in op de ontwikkelingen op het platteland, zoals de veranderende samenstelling van huishoudens (met name naar grootte en leeftijd), de stabiliserende omvang van de bevolking en de groeiende vraag naar onze investeringen in leefbaarheid. Wij werken dan ook nauw samen met
bewoners, gemeenten en andere aanbieders van diensten op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Die positie van plattelandscorporatie veronderstelt dat ons aanbod van woonproducten breed, toegankelijk, kwalitatief goed en herkenbaar is, zodat we zoveel mogelijk kunnen beantwoorden aan de vraag van verschillende groepen mensen. Wooncompagnie zoekt voortdurend naar de meest optimale invulling van het maatschappelijk ondernemerschap om vorm te kunnen blijven geven aan haar bestaansrecht. De organisatie opereert daarbij binnen een netwerk van verschillende belanghouders om haar missie te realiseren. Onze missie realiseren en daartoe succesvol opereren binnen ons netwerk vraagt enerzijds om een opstelling naar buiten toe die het functioneren binnen dat netwerk ondersteunt, en anderzijds een interne organisatie en besturing die dit faciliteren. De lijn die Wooncompagnie hierbij zoekt is die van samenwerking, waarbij de sterke punten van elkaar worden opgezocht daar waar dit meerwaarde biedt: het is de lijn van een netwerkorganisatie, zowel extern als intern (zie 7.4.1 en 7.4.2). De missie geeft aan waartoe ‘we op aarde zijn’ en geeft richting aan onze activiteiten. Maar gezien de gesignaleerde ontwikkelingen hebben wij er behoefte aan om op een nog scherpere manier positie te kiezen. We zijn ons bewust van onze belangrijke betekenis in ons werkgebied. Omdat Wooncompagnie in veel kernen en buurten de enige sociale verhuurder is, moeten we onze verantwoordelijkheid kennen en nemen. Wij staan voor onze maatschappelijke opgaven en voor onze klanten. De thema’s waar we ons in de looptijd van het ondernemingsplan in het bijzonder op richten zijn: ‘maatschappelijk presteren’, ‘duurzaam investeren’ en ‘innovatief ondernemen’ (zie 4.1.1). Dat vraagt een ondernemende en waar nodig tegendraadse instelling. Daarom willen we voor de komende jaren nadrukkelijk het volgende toevoegen:
- 15 -
We varen onze eigen koers, zoeken binnen het bestel de grenzen op van het ondernemerschap en gaan inhoudelijk de discussie aan.
4.1.1.
Ondernemingsplan 2009 – 2012
In het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ heeft Wooncompagnie voor een periode van vier jaar keuzes gemaakt en een koers uitgezet. Zo duidelijk en transparant mogelijk. We hebben dat meetbaar gemaakt en gerangschikt op een drietal belangrijke thema’s. Daarnaast is naar binnen gekeken, naar onze eigen organisatie. Want het zijn tenslotte onze medewerkers die de ingezette koers moeten waarmaken. In de zomer van 2010 is een aantal strategische sessies gehouden om te anticiperen op de Europese beschikking en de te verwachten koers van het kabinet Rutte ten aanzien van het wonen. Tijdens deze sessies zijn keuzes gemaakt die nodig waren om de Europese beschikking –vertaald in de ministeriële regeling– voor 1 januari 2011 te kunnen implementeren. Zo is bijvoorbeeld benoemd wie wij blijven zien als onze doelgroepen van beleid (zie subparagraaf 5.4.4) en hoe wij omgaan met maatschappelijk vastgoed. Het laatste kwartaal van 2010 is met succes de hoogste prioriteit gegeven aan het volbrengen van de implementatie van de ministeriële regeling. Inmiddels wordt de in te zetten koers van het kabinet Rutte ten aanzien van het wonen iets duidelijker. In de loop van 2011 zullen wij dan ook ons ondernemingsplan herijken om te bezien of onze strategische koers en de gemaakte keuzes nog actueel zijn en/of de juiste prioriteiten zijn toegekend.
vinger aan de pols en bepalen we in welke richting ons woningbestand zich moet ontwikkelen. We blijven daarbij speciale en gespecialiseerde aandacht schenken aan kwetsbare groepen zoals mensen met lage inkomens, mensen met beperkingen, dak– en thuislozen, (ex-) verslaafden, slachtoffers van huiselijk geweld en ex-gedetineerden. Ook nemen we nog meer onze verantwoordelijkheid op het gebied van energie en duurzaamheid. We sluiten ons daarom aan bij de opgave van de corporatiesector als geheel om tot 2025 een vermindering van 20% van het energieverbruik in onze woningen te realiseren. We doen dit niet alleen om energie te besparen en de CO2–uitstoot te verminderen, maar zeker ook om de totale woonlasten van onze huurders te verlagen. Innovatief ondernemen Wooncompagnie wil met haar woonaanbod en diensten zo goed mogelijk inspelen op vragen uit de samenleving. Op een creatieve, innovatieve manier. Daarom willen we onze klanten en maatschappelijke partners nog beter leren kennen en op een andere manier met ze communiceren. Langs die weg werken we aan verbeteringen, productontwikkeling en uitbreiding van ons productenpakket. Zo zetten we een klantregistratiesysteem op en ontwikkelen we een digitale woonwinkel. We zetten een denktank op voor milieu en gaan onze mogelijkheden uitnutten om middels het huur–, investerings– en onderhoudsbeleid de totale woonquote van onze klanten te beheersen.
Het ondernemingsplan stoelt op vier thema’s: Maatschappelijk presteren Wooncompagnie is een verhuurder met een sterk sociale inslag die zich in grote mate verbonden voelt met het platteland. Wij willen onze maatschappelijke prestaties dan ook op een nog hoger plan brengen. Dit gaan we realiseren door te blijven investeren in maatschappelijk vastgoed, door de samenwerking met duurzame partners te intensiveren en door nieuwe vormen te ontwikkelen van huurdersparticipatie. Duurzaam investeren Onze woningvoorraad dient in de pas te blijven lopen met de vraag vanuit onze doelgroepen. Met behulp van ons strategisch portefeuillebeleid (SPB) houden we de
Van plan naar actie: onze organisatie Wooncompagnie zet in het ondernemingsplan een koers uit voor de komende jaren. Maar de medewerkers die samen Wooncompagnie vormen moeten het uiteindelijk doen! Motiverend leiderschap, netwerkdenken, heldere communicatie en gezond financieel beleid zijn daarbij de belangrijkste uitgangspunten. Voor– en achteraf verantwoording afleggen, heldere communicatie en transparantie zijn belangrijke begrippen in het ondernemingsplan. Om hier vorm aan te geven is er voor wat betreft het jaarverslag evenals in 2009 gekozen voor een inrichting conform de structuur van het ondernemingsplan. Dit draagt bij aan de herkenbaarheid en laat de relatie zien tussen onze rol
- 16 -
als. toegelaten instelling vanuit het BBSH bezien en de door ons ingezette koers Het volledige ondernemingsplan is te downloaden van onze website.
4.2.
Relatie met belanghouders
Als woningcorporatie hebben we een belangrijke maatschappelijke taak. Wooncompagnie meent dat optimaal maatschappelijk presteren kan worden gerealiseerd door constructief samen te werken met onze belanghouders. Helder moet zijn welke relatie wij hebben en willen hebben met onze belanghouders. Op basis daarvan kunnen we concrete en resultaatgerichte afspraken maken met gemeenten en maatschappelijke partners en deze vastleggen in (prestatie)afspraken en samenwerkings– of intentieovereenkomsten. Ook de bewoner wordt door Wooncompagnie gezien als een belanghouder. Immers: Mensen maken wonen, de bewoners weten wat nodig is in buurten en wijken. 4.2.1.
KWH-maatschappijlabel en Visitatie
Wooncompagnie heeft in 2009 onderzoek laten doen naar de kwaliteit van haar maatschappelijk ondernemerschap. Dit is een kwaliteitskeurmerk van het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH) dat staat voor goed maatschappelijk ondernemerschap. Aan de hand van uitkomsten van enquêtes en interviews met relaties van Wooncompagnie zoals gemeenten en maatschappelijke organisaties, documentenanalyse en onderzoek bepaalt het Kwaliteitscentrum een rapportcijfer voor vier onderdelen van maatschappelijk ondernemerschap: open beleid, vertrouwengevend beleid, gewaardeerde prestaties en een goede reputatie. Wooncompagnie voldoet met een gemiddelde score van een 7,4 voor alle onderdelen ruimschoots aan de eisen van het Kwaliteitscentrum: minimaal een zeven voor twee onderdelen en minimaal een zes voor de resterende twee. Wij hebben daarmee niet alleen onszelf verbeterd ten opzichte van de vorige meting in 2006, maar we hebben nu ook in vergelijking met andere corporaties in Nederland de hoogste score voor goed maatschappelijk ondernemerschap. Het in 2009 behaalde label is geldig tot 28 september 2012. Het volledige rapport is te downloaden van onze website.
Wooncompagnie heeft in 2009 tevens een maatschappelijke visitatie laten uitvoeren door Raeflex. De visitatie is een belangrijk instrument om op transparante en objectieve wijze inzicht te krijgen in de prestaties die wij als woningcorporatie leveren. In de visitatie wordt de prestatie van de corporatie vanuit vier invalshoeken beoordeeld: • presteren naar eigen ambities en doelen; • presteren naar opgaven; • presteren naar vermogen; • presteren volgens stakeholders; Ook de governance wordt onderzocht. Samenvattend heeft de visitatiecommissie gesteld dat Wooncompagnie is te typeren als een rolbewuste maatschappelijke onderneming met een duidelijke ambitie, die zich vertaalt in prestaties. Deze prestaties zijn zichtbaar op de verschillende werkvelden. Wooncompagnie heeft dan ook een brede oriëntatie op de opgave in zowel de Kop van Noord–Holland als de streek rond Purmerend. Door haar intensieve contacten met stakeholders en haar uitgewerkte communicatiebeleid is de corporatie goed verankerd in haar werkgebied. Ze werkt met stakeholders aan tal van initiatieven op het gebied van leefbaarheid, wonen, zorg en welzijn en dorpsvernieuwing. Stakeholders vinden in Wooncompagnie een bereidwillige en enthousiaste samenwerkingspartner. De corporatie stelt zich open en communicatief op en opereert transparant. Stakeholders waarderen dat zeer. De hoge waardering voor het KWH-maatschappijlabel is daar een illustratie van. Tot slot heeft de commissie geconstateerd dat Wooncompagnie doelmatig met haar middelen om gaat en deze naar vermogen in zet. De visitatiecommissie heeft het presteren van Wooncompagnie met een acht gewaardeerd. Ook het visitatierapport is te downloaden van onze website. Met de uitkomsten van beide rapportages willen we ons verantwoorden over onze prestaties aan allen die daarbij belang hebben, zoals huurders, gemeenten en maatschappelijke partners. Maar bovenal willen we leren hoe we onze prestaties verder kunnen verbeteren. Daarom is begin 2010 een verbeterplan opgesteld naar aanleiding van de aanbevelingen die zijn opgenomen in
- 17 -
de rapportages. Na het opstellen van het verbeterplan is gestart met de uitvoering. Aanbeveling Verantwoordelijkheden binnen decentrale besturingsmodel expliciteren.
Kaders afronden om intern en extern duidelijkheid te creëren. Afstemmen interne procedures en regisseursrol t.b.v. verbetering bouwproductie.
Alternatieven zoeken die kunnen bijdragen aan een betere rentedekkingsgraad. Controlemechanismes verder perfectioneren.
Onderscheid aanbrengen in onderhoudskosten en twee soorten activeren. Meer draagvlak voor beleid t.a.v. starters en gemeenten woonruimteverdelingsregels laten herzien. Meer inzage geven in financiële resultaten. Adequaat tegenspel naar directeurbestuurder binnen de organisatie en continueren kwaliteit in de RvC. Met belanghouders overleggen over gewenst contact. Zorg voor goede overdracht bij vertrek van directeurbestuurder en/of vestigingsmanagers. Onderzoeken met belanghouders of communicatiemiddelen aansluiten bij verwachtingen. Geef inzicht in afwegingskaders zodat belanghouders weten wat zij kunnen verwachten van Wooncompagnie en waarom. Geef duidelijke kaders en grenzen aan. Durf ‘nee’ te zeggen. Breng gerealiseerde activiteiten gestructureerd in verband met de doelstellingen.
De voortgang daarvan is opgenomen bij de betreffende paragrafen in dit jaarverslag.
Verbeteractiviteit(en) Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, ontwikkelen leiderschap binnen Wooncompagnie en P&O instrumentarium. Uitwerken kaders Kosten Kwaliteit, vaststellen bijdrage aan maatschappelijke opgave, communicatie intern en extern en financiële informatie op internet. Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, regulier acquisitieoverleg en kwartaaloverleg over projectenportefeuille. Implementatie nieuw huurbeleid en stimuleren verkoop woningen. Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, herijken belangrijkste processen, uitvoeren audits, risicomanagement op projectniveau en rearisk implementeren. Onderhoudsdefinitie. Plan van aanpak inspanningen woonruimteverdeling.
Financiële informatie op internet. Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, ontwikkelen leiderschap binnen Wooncompagnie en P&O instrumentarium en bevorderen/continueren kwaliteit nieuwe RvC–leden. Inbeddingsladder maatschappelijke partners vaststellen en uitwerken belanghoudersparticipatie Geen: er is op dit moment geen aanleiding voor concrete actie en een goede overdracht bij vertrek is een vanzelfsprekend onderdeel van een goede functie-uitoefening. Inbeddingsladder maatschappelijke partners vaststellen, uitwerken belanghoudersparticipatie en maatschappelijk jaarverslag apart uitbrengen. Uitwerken kaders Kosten Kwaliteit, vaststellen bijdrage aan maatschappelijke opgave, communicatie intern en extern, financiële informatie op internet en maatschappelijk jaarverslag apart uitbrengen Uitwerken kaders Kosten Kwaliteit, vaststellen bijdrage aan maatschappelijke opgave, communicatie intern en extern, financiële informatie op internet. Verantwoording van gerealiseerde doelstellingen.
- 18 -
4.2.2.
KWH-participatielabel
Als maatschappelijk ondernemer wordt van ons verwacht dat wij onze bewoners en bewonersorganisaties actief betrekken bij het beleid en hen zeggenschap en een rol geven in de uitvoering daarvan. Onze bewoners verwachten van ons dat wij integer, open en aanspreekbaar zijn en dat wij ze betrekken bij beleidsmatige zaken. Met het KWH-participatielabel hebben wij een instrument om de kwaliteit van onze bewonersparticipatie te meten en inzichtelijk te krijgen op welke onderdelen verbeterslagen kunnen worden gemaakt. Daarom hebben we in 2010 voor het eerst onderzoek laten doen naar de kwaliteit van onze participatie. Gemeten is hoe wij onze bewoners en bewonersorganisaties betrekken bij het beleid, bewoners en bewonersorganisaties invloed laten hebben op zaken die gaan over wonen, woonomgeving en leefbaarheid en of deze organisaties voldoende middelen en ondersteuning krijgen. Om het label te behalen dienen minimaal twee cijfers boven een 7 te zijn en maximaal twee cijfers daaronder, maar wel boven de 6. Wooncompagnie is er trots op dat wij in 2010 het KWH-participatielabel ruimschoots hebben gehaald: Scores Wooncompagnie
2010
Visie
7,3
Randvoorwaarden
7,0
Samenwerking
6,9
Rendement
6,8
Daarmee liggen alle cijfers boven het landelijk gemiddelde. Met het KWH-label is Wooncompagnie de trotse eigenaar van drie KWH-labels. Het KWHparticipatielabel is drie jaar geldig. 4.2.3.
Stakeholdersbijeenkomst
Op 17 maart 2010 heeft Wooncompagnie een bijeenkomst georganiseerd voor al haar belanghouders. Wij hebben tot ons genoegen 65 genodigden mogen ontvangen van heel diverse organisaties. Doel van de bijeenkomst was vooral gericht op het beargumenteerd laten zien wat wij doen en wat we niet doen. Leidraad daarbij was ons ondernemingsplan ‘Thuis in de kern’2009 - 2012’ en de brede context waarin wij als woningcorporatie opereren. Naast onze eigen presentatie over de stand van zaken van het ondernemingsplan waren drie gastsprekers uitgenodigd om vanuit hun expertise een bijdrage te leveren aan de bijeenkomst. Mevrouw A. van Damme, voorzitter van onze Raad van Commissarissen (RvC) in 2010, heeft een en ander verteld over de rol van de RvC en de wijze waarop deze toezicht houdt. Prof. dr. P. Hooimeijer, hoogleraar Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit van Utrecht en voorzitter van de onafhankelijke visitatiecommissie van Raeflex, heeft een presentatie gehouden over ons maatschappelijk presteren aan de hand van de visitatie die wij in 2009 hebben laten uitvoeren. Tevens is hij dieper ingegaan op het instrument visitatie.
- 19 -
Als laatste heeft Prof. dr. J. Conijn, hoogleraar aan de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) en directeur van Ortec, de aanwezigen meegenomen in bredere context waarbinnen corporaties operen. Effecten van het huidige economische en politieke klimaat en Europese en landelijke wet- en regelgeving zijn daarbij aan de orde gekomen. Tijdens het diner zijn rondetafelgesprekken gehouden, waarbij de thema’s maatschappelijk vastgoed en doelgroepen aan de orde zijn gekomen. Uiteraard is tevens nagepraat over de presentaties. Ter afsluiting hebben wij de genodigden verzocht een evaluatieformulier in te vullen. De resultaten van de evaluatie waren zeer positief. De aanwezigen waren zeer enthousiast over de bijeenkomst. Het inzicht in de corporatiesector is in brede zin vergroot en het werd zeer gewaardeerd dat Wooncompagnie een stand van zaken heeft gegeven van het ondernemingsplan. De presentaties van de sprekers, de notitie over de stand van zaken van het ondernemingsplan en de enquêteresultaten hebben wij in een boekje verwerkt en aan de uitgenodigde belanghouders toegezonden.
4.3.
Relatie met onze bewoners
Wooncompagnie betrekt haar bewoners zoveel als mogelijk bij het beleid. Veelal gebeurt dit via vertegenwoordigers. Dit zijn huurdersorganisaties zoals de huurdersverenigingen en bewonerscommissies. Het is nu eenmaal onmogelijk elke individuele bewoner bij de beleidscyclus te betrekken. De meeste bewoners zouden dat bovendien niet eens willen. Individuele huurders die wél graag betrokken willen worden bij onze beleidsvorming, kunnen bijvoorbeeld deelnemen aan het klantenpanel (zie hoofdstuk 6). 4.3.1.
Samenwerkende Huurders Organisaties (SHO)
De SHO voert overleg met de directeurbestuurder. De SHO is het officiële orgaan waaraan Wooncompagnie (gekwalificeerd) advies vraagt conform de samenwerkingsovereenkomst en de overlegwet. De SHO is een samenwerkingsverband tussen de Huurderskoepel Schagen en Omstreken, en Huurdersvereniging De Vijfhoek. In 2010 heeft Wooncompagnie onder andere de volgende
onderwerpen besproken met de SHO dan wel ter advisering voorgelegd: jaarplan en begroting 2010 energiebeleid voortgang Trevin kleine kernenbeleid en buurtanalyses samenwerkingsovereenkomst Met een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de SHO en Wooncompagnie is in 2010 gewerkt aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Deze is begin 2011 ondertekend. De samenwerkingsovereenkomst is aangepast aan nieuwe wet– en regelgeving en afgestemd op de bestaande werkwijze. Daarnaast is met de SHO op 31 mei 2010 een overeenkomst afgesloten over het energiebeleid. Op 21 januari 2010 heeft huurdersvereniging De Vijfhoek gevierd dat zij 15 jaar bestaan. Tijdens een gezellig samenzijn met een diner in de Beemster Hofstee in Noordbeemster hebben zij hier bij stilgestaan. Ook hun collega’s van de Huurderskoepel Schagen en omstreken waren aanwezig evenals een aantal mensen van Wooncompagnie dat regelmatig dan wel vaak met De Vijfhoek te maken heeft. De Vijfhoek heeft ook de huurders niet vergeten. Zij konden een idee aandragen voor de verbetering van hun woonomgeving. Het beste idee zal door De Vijfhoek financieel worden gesteund. 4.3.2.
Huurdersvereniging De Vijfhoek
In 2010 is met het bestuur van huurdersvereniging De Vijfhoek 4 keer overleg geweest. De Vijfhoek vertegenwoordigt haar leden in het gebied van de vestiging Purmerend. Aan de orde kwamen onder andere: jaarplan vestiging Purmerend 2011 klachtenafhandeling prestatieafspraken gemeenten KWH huurlabel activiteitenplannen gemeenten samenstelling bestuur de Vijfhoek leefbaarheidprojecten De vestigingsmanager heeft diverse malen overleg gevoerd met de voorzitter van De Vijfhoek. Dit is een gestructureerd overleg waarbij kleine zaken aan de orde
- 20 -
komen die niet hoeven te wachten op de vergaderingen met het voltallige bestuur. 4.3.3.
Huurdersbelangenverenigingen regio Schagen
In 2010 is vijf keer overleg geweest met de Huurderskoepel waarin de verschillende huurdersverenigingen vertegenwoordigd zijn. Daarnaast is er een voor– en najaarsoverleg geweest waaraan alle besturen van de verenigingen hebben deelgenomen. Het najaarsoverleg was gekoppeld aan een excursie naar Zeewolde waar een alternatief energieproject werd bezocht. De huurdersverenigingen hebben regelmatig contact met meewerkers van de vestiging. Bij planmatig onderhoudsprojecten is goed overleg en afstemming geweest tussen de huurdersvereniging en Wooncompagnie. De vestiging Schagen zet bij grote planmatig onderhoudsprojecten tijdelijke bewonerscommissies op. Deze worden ondersteund door de huurdersvereniging. Bij de herstructurering Middenmeer is de bewonerscommissie actief in de projectgroep.
In 2009 heeft Wooncompagnie een kadernotie opgesteld wanneer, waar en onder welke condities wij investeren in maatschappelijk vastgoed. Niet alleen voor onszelf maar zeker ook voor onze maatschappelijke partners schept de kadernotie duidelijkheid wat men wel en niet van ons kan verwachten op het gebied van maatschappelijk vastgoed. Het maken van concrete afspraken wordt daardoor vergemakkelijkt. De focus kan direct worden gelegd op waar wij wél bereid zijn inspanningen te plegen en in welke mate, waardoor wij uiteindelijk herkenbaar kunnen zijn en blijven als investeerder in maatschappelijk vastgoed, in die gebieden waar wij bezit hebben dan wel bezit willen creëren. In 2010 heeft Wooncompagnie in Trevinverband (zie paragraaf 7.3) een kadernotitie voor maatschappelijk vastgoed opgesteld waarbij ook de ministeriële regeling een prominente plaats heeft gekregen (zie subparagraaf 5.5.5). In 2011 zullen we de kadernotitie van Wooncompagnie herijken en bepalen welke elementen we overnemen uit de kadernotitie van Trevin.
De huurdersverenigingen in Schagen hebben een eigen budget voor leefbaarheidprojecten. De projecten worden begeleid door medewerkers van Wooncompagnie. Ook in 2010 is hier op verschillende wijze en in overleg met Wooncompagnie invulling aangegeven.
4.4.
Relatie met gemeenten
Om onze relaties met gemeenten in beeld te brengen, maken wij gebruik van ‘de inbeddingsladder’. Deze inbeddingsladder geeft de verschillende niveaus aan waarop Wooncompagnie relaties kan onderhouden met andere partijen. Per niveau geeft de ladder de intensiteit, het karakter en de afspraken met partijen aan. De ladder is een hulpmiddel bij het ontwikkelen van relaties die passen bij de wederzijdse verwachtingen en die gebaseerd zijn op de lokale situatie en het wederzijds vertrouwen. In 2010 is de inbeddingsladder herijkt en de uitkomst is tijdens het bestuurlijk overleg met de verschillende gemeenten besproken.
Prestatieafspraken Passend bij een netwerkorganisatie, zoekt Wooncompagnie de afstemming en samenwerking met gemeenten actief op. We hebben elkaar nodig om onze doelen te bereiken. Met alle gemeenten is in het vooren het najaar dan ook op bestuurlijk niveau overleg gevoerd. Gezien de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen in 2010, die in veel gemeenten heeft geleid tot een wezenlijke wijziging in
- 21 -
de samenstelling van de raad, was het kennismaken met elkaar een belangrijk onderdeel van de overleggen. Wooncompagnie is voorstander van het maken van concrete afspraken. Bij voorkeur leggen we intenties en inhoudelijke en procesmatige afspraken vast in een convenant of prestatieafspraak. Door de economische crisis is wel gebleken dat gemeenten en corporaties terughoudend moeten zijn in het verder concretiseren van afspraken. De polstok lijkt minder lang te zijn dan voorheen. Ondanks de gemeenteraadsverkiezingen en de aanhoudende crisis is het in 2010 gelukt om met een aantal gemeenten de afspraken te herijken en nieuwe afspraken te maken. Met de gemeente Anna Paulowna zijn in 2010 de prestatieafspraken herijkt. De prestatieovereenkomst met de gemeente Wieringermeer is in 2010 afgerond en ondertekend. Ook met de gemeente Harenkarspel is het gelukt om tot prestatieafspraken te komen. Daarmee heeft Wooncompagnie ultimo 2010 prestatieafspraken met alle gemeenten waar de vestiging Schagen positie van enige omvang heeft.
Voor het werkgebied van vestiging Purmerend zijn in 2010 nieuwe prestatieovereenkomsten afgesloten met de gemeente Edam-Volendam. Wooncompagnie heeft ultimo 2010 prestatieafspraken gemaakt met alle gemeenten waar vestiging Purmerend positie van enige omvang heeft, behoudens de gemeente Schermer. Met de gemeente Schermer zijn ultimo 2010 nog geen afspraken gemaakt. Er heeft een aantal bijeenkomsten plaatsgevonden in 2010. Echter, mede door de uitslag en effecten van de gemeenteraadsverkiezingen was het traject vanuit gemeentezijde tijdelijk stilgelegd. In december 2010 is het traject weer opgepakt en heeft Wooncompagnie het eerste concept prestatieafspraken aan de Gemeente Schermer gestuurd. Behandeling zal in het 1e kwartaal van 2011 plaatsvinden. Wel is met de gemeente Schermer in 2009 een convenant afgesloten over de toewijzing van seniorenwoningen. De verwachting is dat in de loop van 2011 met de gemeente Schermer afspraken zijn gemaakt.
- 22 -
Gemeente Anna Paulowna
Inhoud Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid, samenstelling woningvoorraad: betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad: ontwikkelingen in en van de
Gereed/Verwacht
voorraad, huurbeleid, woonruimteverdeling, schuldhulpverlening en ontruiming, energiebeleid, investeringsafspraken. Beemster
Doelgroepen (met name starters en mantelzorgers), samenstelling woningvoorraad: betaalbaarheid en kernvoorraad, grondprijs, rollende voorraad
(nieuwbouw, kwaliteit op peil houden van de bestaande voorraad, verkoop), duurzaamheid en energie, samenwerking en overleg. Edam-
Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid en veiligheid, betaalbaarheid,
Volendam
kernvoorraad, ontwikkelingen woningvoorraad, verkoop, woonruimteverdeling,
maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening, ontruimingen en 2e kansbeleid, onderzoek en monitoring woningmarkt. Harenkarspel
Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid, samenstelling woningvoorraad, betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad, ontwikkelingen in en van de
voorraad, huurbeleid, woonruimteverdeling, energiebeleid, investeringsafspraken. Medemblik
Beleid ten aanzien van ouderen en starters, voorraad betaalbare huurwoningen, toewijzing van woningen, huurbeleid, verkoop van woningen, overleg met en
inspraak van huurders. Purmerend
Doelgroepen, voorraadontwikkeling, kwaliteit van de leefomgeving, wonen, zorg en welzijn, monitoring en overleg, begrip sociale huurwoning, sociale grondprijs,
onvoorziene omstandigheden. Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid en veiligheid, samenstelling Schagen
woningvoorraad: betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad (nieuwbouw,
bestaande voorraad - kwaliteit op peil houden, verkoop), huurbeleid, woonruimteverdeling, maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en ontruiming. Niedorp
Aandachtsgroepen, wonen zorg en welzijn, leefbaarheid, ontwikkeling van de woningvoorraad, woonruimteverdeling, samenwerking en overleg.
Schermer
-
In december 2010 weer opgestart. Ondertekening 2e kwartaal 2011.
Waterland
Betaalbaarheid, aanpak schaarste, oplossingen bieden in de woonbehoefte van speciale doelgroepen , samenwerking en overleg.
Wieringer-
Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid, samenstelling woningvoorraad,
meer
betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad, ontwikkelingen in en van de
voorraad, huurbeleid, woonruimteverdeling, energiebeleid, investeringsafspraken. Zeevang
Onderzoek en monitoring, doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid en bewonersparticipatie, sociale woningvoorraad / kernvoorraad, nieuwbouw,
woonruimteverdeling. Zijpe
Kernvoorraad, huurbeleid, ontwikkeling van de woningvoorraad, wonen met zorg en welzijn, woonruimteverdeling, leefbaarheid, samenwerking en overleg.
- 23 -
Open dag gemeenten Eens per twee jaar wordt voor de raden en colleges van de gemeenten waar wij actief zijn, een bijeenkomst georganiseerd. Doel is het versterken van de relatie tussen de gemeenten en Wooncompagnie. In verband met de raadsverkiezingen in 2010 is in september 2009 een extra bijeenkomst georganiseerd voor alle gemeenten en alle politieke partijen waar Wooncompagnie actief is. Het doel was om nog input te kunnen leveren voor de verkiezingsprogramma’s. Zo`n 60 raadsleden en wethouders zijn op de open dag af gekomen. De bijeenkomst was een groot succes en heeft een positief effect gehad op de onderlinge relaties. Het geplande vervolg op deze bijeenkomst in de zomer van 2010, is uitgesteld naar 2011 in verband met de op stapel staande herijking van het ondernemingsplan. In november 2010 zijn de gezamenlijke corporaties in Purmerend met de gemeenteraad op excursie geweest langs een aantal bijzondere projecten in Purmerend. Met de gemeenteraad van Waterland heeft in 2010 een informatieavond plaatsgevonden.
4.5.
Relatie met maatschappelijke partners
Ook met de maatschappelijke partners zoekt Wooncompagnie de samenwerking actief op. We hebben elkaars kennis en kunde hard nodig om onze doelen te bereiken. Informeren, afstemmen en samenwerking is daarbij hard nodig. Per maatschappelijke partner kunnen de wederzijdse verwachtingen –gebaseerd op de lokale situatie en wederzijds vertrouwen– anders zijn. Om dit goed in beeld te krijgen en daar transparant in te kunnen zijn, is Wooncompagnie in 2010 gestart met het opstellen van een inbeddingsladder voor maatschappelijke partners, net zoals we voor gemeenten hebben gedaan. De afronding daarvan zal in 2011 plaatsvinden. De inbeddingsladder kan als hulpmiddel fungeren bij het komen tot concrete afspraken. Net als met gemeenten, legt Wooncompagnie bij voorkeur intenties en inhoudelijke en procesmatige afspraken vast in een convenant of samenwerkingsovereenkomst. Ook in 2010 zijn diverse afspraken op deze wijze bekrachtigd en vastgelegd:
Raamovereenkomst Mulder Obdam Naar aanleiding van aanhoudende slechte resultaten met betrekking tot het klachtenonderhoud en mutatieonderhoud voor de vestiging Purmerend en de 24-uursdienst voor het gehele werkgebied, is besloten om een nieuwe partij in te zetten voor de genoemde werkzaamheden, te weten Mulder Obdam. Een en ander is het gevolg van de jaarlijkse leveranciersbeoordeling. Hierbij wordt een grote groep medewerkers gevraagd een leveranciersbeoordeling in te vullen. Door deze aanpak houden we de markt scherp en stellen we ons in staat om met de beste partijen voor Wooncompagnie te werken. Op 28 januari 2010 heeft de ondertekening plaatsgevonden van de raamovereenkomst met Mulder Obdam. Samenwerkingsovereenkomst vastgoedbeheer Raphaëlstichting Op 7 januari 2010 is een samenwerkingsovereenkomst getekend voor het vastgoedbeheer van Midgard. Midgard is een zorginstelling in Tuitjenhorn en onderdeel van de Raphaëlstichting. Het is de eerste keer dat Wooncompagnie een beheercontract heeft afgesloten met derden. Administratief en technisch beheer De Grondslag In 2010 zijn gesprekken opgestart met Stichting De Grondslag (onderdeel van de Raphaëlstichting) om het administratief en technisch beheer van woningen van Stichting De Grondslag over te nemen van Kennemer Wonen en Stichting Bureau Organisatie Bouwwezen. Per 1 januari 2011 heeft Wooncompagnie het administratief en technisch beheer overgenomen. Overeenkomst Meerwijk bibliotheek Edam Op 27 oktober 2010 hebben de gemeente EdamVolendam, De Zorgcirkel, Openbare Bibliotheek Waterland, Regionale Stichting WonenPlus NoordHolland Midden en Wooncompagnie een visiedocument ondertekend. In dit document is vastgelegd hoe de partijen samenwerken om van Meerdijk Bibliotheek in Edam een bruisend wijksteunpunt te maken. De doestelling is: Mensen betrekken bij de lokale samenleving en hun actieve participatie bevorderen.
- 24 -
Een bijdrage leveren aan een goed woon– en leefklimaat in de gemeente. De sociaal-culturele en educatieve functie van de bibliotheek optimaal vormgeven. Zorg dragen voor een goede informatie– en adviesfunctie. Ruimte bieden aan activiteiten voor alle bewoners van de gemeente, met of zonder beperking.
Het bestemmingsplan en de RO procedure zijn voorbereid. In 2011 zal daadwerkelijke plaatsing plaatsvinden.
Wooncompagnie is eigenaar van het gebouw en draagt zorg voor het onderhoud aan het casco. De hoofdhuurder is Meerdijk Bibliotheek en is als zodanig verantwoordelijk voor het gebouwbeheer. Jaarlijks stellen alle partners in gezamenlijkheid een jaarprogramma op met betrekking tot de kaders voor de activiteiten in Meerdijk Bibliotheek. Dit bevat de te ondernemen activiteitsoorten, de inzet van medewerkers, te betrekken overige partijen en openingstijden.
In het kader van De Verbinding is onderzocht of de wijksteunpunten in het gebied functioneel kunnen worden verbeterd. De eindrapportage is opgeleverd en zal met alle betrokkenen worden besproken. Eventuele maatregelen zullen worden uitgevoerd.
Een ander project is het werken met domoticatoepassingen in zelfstandige woningen met als doel mensen langer thuis te laten wonen. Ook hiervan zal de uitvoering in 2011 plaatsvinden.
De Verbinding De Verbinding is een samenwerkingsverband van Wooncompagnie, de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Schermer, Zeevang en de Zorgcirkel om de dienstverlening op het gebied van wonen, zorg en welzijn te verbeteren voor mensen die dit nodig hebben. In dit kader is er een project in voorbereiding genomen om een mobiele mantelzorgwoning te plaatsen (zie subparagraaf 5.7.2). Het betreft hier een pilot.
De Verbinding is in 2009 door de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) aangewezen als ‘proeftuin woonservicegebied’. Dit project loopt in twaalf provincies en heeft als doel evaluatie, doorontwikkeling en verankering van woonservicegebieden. De onderzoeken lopen, de aanbevelingen zullen worden besproken en zo nodig worden overgenomen. Bovenstaande projecten kunnen worden uitgevoerd door een subsidie van de Provincie. Ook de deelnemende partijen betalen mee aan de projecten.
- 25 -
4.6.
Relatie met collega-corporaties
Het speelveld van de corporaties is voortdurend in beweging. Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op en dit heeft een groot effect op ons denken en handelen. Corporaties zijn meer en meer markt- en klantgericht gaan denken en werken. Het merendeel van de corporaties verlegt de focus van vastgoed naar mensen en de maatschappij. Als een reactie op alle ontwikkelingen in de sector, zien we een duidelijke trend van schaalvergroting onder woningcorporaties. Ook de afspraken over het toekennen van staatssteun die de voormalig minister van der Laan met de EU in december 2009 heeft gemaakt hebben een grote invloed op de woningcorporaties. Met name de afspraak rondom de toewijzing van sociale huurwoningen heeft een grote impact op de corporaties. Daarnaast worden de financiële mogelijkheden van corporaties niet alleen door de EU beperkt, maar heeft ook het Rijk een grote impact op de investeringsruimte door maatregelen als het heffen van vennootschapsbelasting en de Vogelaarheffing. Tegelijkertijd doet de maatschappij een beroep op corporaties om juist in deze economisch barre tijden anticyclisch te investeren en worden veelvuldig posities en projecten aan corporaties aangeboden. Corporaties komen dus klem te zitten tussen ‘willen’ en ‘kunnen’. Brancheorganisatie Wooncompagnie is lid van Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Aedes maakt zich sterk voor de condities waaronder corporaties als maatschappelijke ondernemingen hun werk kunnen doen, geeft voorlichting en informatie en initieert onderzoek en productontwikkeling. Aedes is ook de werkgeversvereniging van de corporatiebranche. Aedes heeft begin 2011 aangegeven zich te concentreren op de kerntaken belangenbehartiging, ledenbinding en professionalisering. Het bestuur en de directie willen daarvoor extra specialisten op het gebied van de belangenbehartiging aantrekken. Tegelijkertijd is de inzet de personeelsomvang terug te brengen van 120 volledige arbeidsplaatsen naar maximaal 75. Wooncompagnie is blij met deze koerswijziging. De drie kerntaken zijn waar het Wooncompagnie om gaat en wat voor ons de
meerwaarde geeft van het hebben van een brancheorganisatie. Trevin In 2008 hebben IntermarisHoeksteen, Woonwaard en Wooncompagnie met elkaar gesproken over bovenstaande ontwikkelingen en geconstateerd dat we op dezelfde manier tegen grenzen, vraagstukken en ontwikkelingen aankijken en aanlopen. De grenzen zien wij op het gebied van: professionalisering marktmacht & coalitievorming invloed en rol in het debat IntermarisHoeksteen, Woonwaard en Wooncompagnie hebben in 2009 besloten om door middel van samenwerking beter hun ambities waar te maken en een sterke positie in te nemen in een steeds veranderend speelveld. Het betreft een samenwerking tussen partners met dezelfde ambities, eenzelfde organisatorische omvang en een focus op lokale verankering. Met name dit laatste is een belangrijke reden om te kiezen voor de netwerkorganisatie als samenwerkingsvorm. Op deze wijze is het mogelijk om als grotere partij te opereren terwijl lokaal de gewenste kleinschaligheid in stand kan blijven. Daarnaast kan de ‘coleur locale’ van de individuele corporaties in dit verband gewoon blijven bestaan. In 2009 is een samenwerkingsovereenkomst getekend. Het samenwerkingsverband heeft de vorm van een coöperatie gekregen, genaamd Trevin (zie ook paragraaf 7.3). 2010 stond in het teken van het opbouwen van het bedrijf Trevin. Naast reguliere werkzaamheden ten aanzien van denkkracht en daadkracht is eind 2010 hard gewerkt aan het realiseren van het jaarplan en de waardering voor inbreng en output voor 2011; het eerste jaar waarin Trevin volledig zal draaien. Voorts is besloten om in het eerste kwartaal 2011 een grondige evaluatie van Trevin uit te voeren. Inmiddels is het duidelijk dat bij Shared Service Center (SSC) ICT meer meldingen binnen komen dan er afgehandeld kunnen worden. Dit heeft tot een aantal veranderingen geleid. Zo heeft een verschuiving plaatsgevonden van database-beheertaken naar
- 26 -
systeembeheertaken en is extra inzet gepleegd om de werkvoorraad te verkleinen. Ten aanzien van SSC-Inkoop blijkt het lastig om alle budgethouders gecommitteerd te houden aan de besparingsdoelstellingen, waardoor de doorlooptijd en het succes van de inkooptrajecten nadelig worden beïnvloed. In Trevinverband is hard gewerkt aan het project om gezamenlijk keukens in te kopen. Doel was te kijken of door gezamenlijk in te kopen bij één leverancier betere en dus voordeligere afspraken gemaakt kunnen worden. Maar ook onderdelen als service, transport, garantie en dergelijke zijn onderdelen die in dit beoordelingstraject zijn meegenomen. Dit traject is januari 2011 afgerond.
Wat betreft de bundeling van denkkracht zijn diverse werkgroepen gestart met het uitwerken van de onderwerpen van het jaarplan 2011 in een projectplan, dat in het bestuur zal worden besproken. De werkgroep maatschappelijk vastgoed heeft het advies over de kaders voor maatschappelijk vastgoed opgeleverd. Wooncompagnie heeft het advies inmiddels in behandeling genomen en besluit begin 2011 over hoe
met dit advies zal worden om gegaan. De werkgroep huur&koop heeft een oriënterende notitie opgeleverd met betrekking tot koopvarianten. Tevens heeft de werkgroep aanbevelingen gedaan ter stimulering van de verkoop. In het kader van kennismaken, kennis delen en inspireren is in het najaar van 2010 een (intern) Trevin symposium georganiseerd met als thema woonfraude. De kennis van de betrokken professionals is door middel van twee workshops vergroot en de onderlinge contacten zijn verder versterkt. Kracht door Verbinding Wooncompagnie voelt zich sterk betrokken bij de toekomst van Noord-Holland en neemt hier haar verantwoordelijkheid in. Veel ontwikkelingen overstijgen de grenzen van steden en dorpen, en zelfs die van de subregio’s. Zaken als krimp en bereikbaarheid zijn geen lokale onderwerpen, maar kunnen slechts in een breder verband begrepen en aangepakt worden. Zo kan het voor een individuele gemeente, woonkern of buurt verleidelijk zijn om ieder voor zich zoveel mogelijk voorzieningen en woningen binnen te halen. Dat zijn we wel zo gewend. We komen uit een tijd waarin ‘groei’ gemeengoed was, overal. Maar we weten dat naast ‘groei’ ook ‘stabilisatie’ en zelfs ‘krimp’ bestaat. Dat is een nieuw fenomeen. Deze ontwikkelingen kunnen zich soms in één en dezelfde regio voordoen. Op dat moment kan het ‘ieder voor zich’ scenario contraproductief of zelfs ‘kannibalistisch’ uitpakken. Het risico is groot dat woningen deels voor de leegstand worden gebouwd, en voorzieningen het uiteindelijk niet redden door gebrek aan draagvlak. Voor een regio als geheel kan het dan beter zijn dat partijen in buurten en woonkernen in samenhang gericht investeren in een beperkt aantal voorzieningen, maar die goed en kwalitatief van niveau zijn. Wij willen de uitdaging aangaan om met een gezamenlijke, gerichte inzet te werken aan een krachtig en toekomstgericht Noord-Holland. Daarom zijn wij in 2009 het samenwerkingsverband ‘Kracht door Verbinding’ aangegaan met vijf andere corporaties: Woningstichting Den Helder, IntermarisHoeksteen, Parteon, De Woonschakel en
- 27 -
Woonwaard. De corporaties hebben naast hun volkshuisvestelijke taak ook te maken met de ontwikkeling van de regio op het gebied van bijvoorbeeld wonen, leefbaarheid of duurzaamheid. Het is in hun belang om te investeren op een manier die het meest optimaal is voor de regio en de mensen die er wonen. Daarbij is het werken aan de woningvoorraad of het meedenken over voorzieningen niet altijd genoeg. Wij hebben daarom als initiatiefnemers Berenschot gevraagd om het perspectief van de Noord-Hollandse corporaties in een regionaal kader te schetsen. Dat heeft geresulteerd in het rapport ‘Kracht door verbinding’. Hierin staan zes thema’s centraal: wonen, bereikbaarheid, duurzaamheid & energie, leefbaarheid & voorzieningen, leisure en kenniseconomie & agribusiness. Uit de analyse blijkt dat Noord-Holland er zeker niet slecht voorstaat. Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat Noord-Holland zijn kracht ontleent aan het feit dat de verschillende kernen onderling hun eigen karakter en pluspunten hebben, en dat die kernen in hun samenhang een aantrekkelijk geheel vormen waar collectief het totale palet aan functies op een aantrekkelijke manier voorhanden is. Maar er is naast groei in bepaalde regio’s en kernen, ook een tendens naar krimp; van de bevolking, de arbeidsmarkt, voorzieningen, leefbaarheid en ook van de woningmarkt. Alleen met een integrale benadering, zo blijkt, is het mogelijk de regionale opgaven aan te gaan. Daarbij moeten naast de woningmarkt onder andere ook voorzieningen, economie en onderwijs worden betrokken. In het rapport doen we een voorzet hoe we de samenwerking zien, en hoe die samenwerking zich verhoudt tot andere verbanden binnen onze branche. Daarbij gaan wij ook in op de partners buiten onze sector die we uitnodigen voor samenwerking. Wij zoeken dialoog en samenwerking met partijen van binnen en buiten onze sector. De discussies rondom de totstandkoming van dit rapport hebben ons geholpen om tot een scherper beeld te komen van wat die samenwerking zou kunnen inhouden.
regionaal samen te werken. Dit heeft in 2010 de vorm gekregen van regioscans en daarop volgende ‘Alliantiefabrieken’. De Alliantiefabrieken zijn een manier om op de gekozen thema’s concrete uitvoeringallianties te smeden tussen de deelnemers. Wooncompagnie is partner in verschillende allianties en zal hier in 2011 verder invulling aan gaan geven. Samenwerkende Waterlandse Woningcorporaties (SWW) De Samenwerkende Waterlandse Woningcorporaties (SWW) vormen samen met de Federatie van Zaanse woningcorporaties de Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek-Waterland (SWZW). De vestigingsmanager neemt deel aan het directeurenoverleg van het SWW dat in 2010 zes keer heeft plaatsgevonden. Belangrijke onderwerpen in 2010 waren: huisvestingswet staatssteundossier beleid voorkomen dakloosheid bijeenkomst met gemeenteraad Purmerend bijeenkomst met gemeenteraad Waterland onderzoek rekenkamercommissie Waterland voorbereiding bestuurlijke overleggen problematiek stadsverwarming nieuwe woonvisie Purmerend Woningcorporaties Noordvleugel Randstad Het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad is een samenwerking tussen corporaties in de Stadsregio Amsterdam. Wooncompagnie wordt vertegenwoordigd door de directeurbestuurder. In 2010 is onder andere aan de orde gekomen: Europese beschikking en de gevolgen voor de woningmarkt begroting 2010 gevolgen ontwerphuisvestingswet dienstverleningsovereenkomst versneld aanbieden inschrijf– en verlengingskosten voor woningzoekenden in de Stadsregio afschaffen huur-inkomenstabel
Zoals gezegd is de visie een uitnodiging aan gemeenten, (belangen)organisaties en maatschappelijke groepen om - 28 -
Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland Het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland is een samenwerking van woningcorporaties in NoordKennemerland (SVNK). Wij participeren in dit overleg vanwege ons woningbezit in Schermer. Wooncompagnie wordt vertegenwoordigd door de directeurbestuurder. In 2010 is onder andere aan de orde gekomen: provinciale & regionale woonvisie woonlastendiscussie begroting woningmarktontwikkeling toekomstvisie grondprijsbeleid en erfpachtregeling met gemeente Alkmaar protocol huiselijk geweld Kracht door Verbinding Europese beschikking en de gevolgen voor de woningmarkt herijking Regionale huisvestingsverordening Platform Woningcorporaties West-Friesland In verband met het woningbezit in de gemeente Medemblik is Wooncompagnie aangesloten bij Platform Woningcorporaties West-Friesland. Wooncompagnie wordt vertegenwoordigd door de directeurbestuurder. In 2010 is onder andere aan de orde gekomen: Vogelaarheffing buitenlandse werknemers geschillencommissie huisvestingsverordening gemeenschappelijk woonruimteverdeelsysteem (Woningmatch) Stichting Morene Wooncompagnie is één van de vijf woningcorporaties die Stichting Morene hebben opgericht. Deze stichting stelt zich ten doel uitsluitend op het gebied van huisvesting van dak– en thuislozen werkzaam te zijn in de gemeenten Andijk, Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec en Wervershoof. In 2010 heeft Stichting Morene geen activiteiten ondernomen.
Kop van Noord-Holland De corporaties in de Kop van Noord-Holland vormen formeel geen samenwerkingsverband, anders dan een gezamenlijke geschillencommissie. Wooncompagnie heeft het initiatief genomen tot afstemming over de aanstaande ministeriële regelgeving als gevolg van staatssteundiscussie. Het overleg heeft niet geleid tot concrete afspraken, maar er is wel bereidheid om de regionale samenwerking te versterken.
4.7.
Leefbaarheid, zorg en welzijn
Leefbaarheid is voor Wooncompagnie de mate waarin bewoners zich prettig voelen in hun woonomgeving en de beschikbaarheid van voorzieningen. De woonomgeving moet schoon en veilig zijn. Wat defect is moet snel gemaakt worden. Kinderen van verschillende leeftijden moeten er kunnen spelen. Ouderen moeten zich op hun gemak voelen. Winkels, scholen en openbaar vervoer moeten goed bereikbaar zijn. De beschikbaarheid van kinderopvang, gezondheidszorg, mogelijkheden voor sport en recreatie: Het zijn allemaal onderdelen van een goed woon– en leefklimaat. Voor oudere bewoners is een combinatie van goed wonen en de nabijheid van zorg– en welzijnsvoorzieningen van extra groot belang. Vooral op het platteland staat de aanwezigheid van voorzieningen onder druk. De trend is dat voorzieningen vooral worden geconcentreerd in de hoofdkernen. In de wijken en buurten waar wij woningen hebben, leveren we een passende bijdrage aan de leefbaarheid. Om inzicht te krijgen in de leefbaarheid in een wijk of buurt maken we onder andere gebruik van de zogenoemde leefbaarheidsmonitor Lemon. Lemon maakt verschillende aspecten van leefbaarheid op buurt–, wijk– of gemeenteniveau inzichtelijk. Het onderzoek wordt tweejaarlijks uitgevoerd en bekostigd door Wooncompagnie en de betreffende gemeente. In 2010 is Lemon opnieuw uitgevoerd. De resultaten daarvan zullen in de loop van 2011 bekend zijn. Voor de prioritering van leefbaarheidprojecten en bij de wijkpanels in Schagen in 2010 zijn de resultaten van de in 2008 uitgevoerde metingen gebruikt.
- 29 -
Naast de term ‘leefbaarheid’ heeft Wooncompagnie in het ondernemingsplan het bredere begrip ‘vitaliteit’ geïntroduceerd, vanuit het besef dat ook andere thema’s belangrijk zijn: de sociale samenhang, een actieve dorpsraad, een florerend verenigingsleven, rust, ruimte en (het gevoel van) veiligheid. Vitaliteit is veel meer dan alleen wonen, werken en voorzieningen. Vitaliteit is een regionaal of lokaal wisselende mix van deze elementen en hoe burgers deze ervaren en waarderen. De inhoud van het begrip vitaliteit is in de tijd aan verandering onderhevig en kan voor elk individu anders zijn. Wat de één vitaal vindt, kan de ander niet vitaal vinden; wat iemand op een bepaald moment vitaal vindt, kan op een ander moment niet vitaal zijn. Een eenduidige definitie voor vitaliteit is er daarom niet. Toch bestond de behoefte aan een definitie wel zodat intern en extern helder is wat we bedoelen als we praten over vitaliteit. Daarom heeft Wooncompagnie in 2009 vitaliteit in het Strategisch Portefeuillebeleid (zie subparagraaf 5.5.1) als volgt gedefinieerd.
Vitaliteit van een kern of buurt wordt bepaald door een wisselende mix van wonen, werken, voorzieningen, sociale samenhang, een actieve dorpsraad, een florerend verenigingsleven, rust en ruimte en hoe burgers deze ervaren en waarderen. Rode draad daarbij is steeds een adequate combinatie van sociaal en fysiek, integraal en afgestemd op de lokale situatie. De mate waarin de sociale en fysieke leefomgeving voldoen aan de normen en waarden van onze klanten en andere gebruikers, is uiteindelijk bepalend voor de mate van vitaliteit. Het realiseren en behouden van vitale kernen raakt veel onderwerpen en beleidsterreinen en vraagt daarom om een integrale aanpak, op lokaal en regionaal niveau. Provincies, gemeenten, corporaties, zorg– en welzijnsinstellingen en bewoners zijn daarmee de aangewezen partijen in het realiseren en behouden van vitale kernen en buurten. De beleidsvelden leefbaarheid, zorg en welzijn dienen daarbij in samenhang te worden bezien.
- 30 -
Dit sluit naadloos aan bij onze visie dat Wooncompagnie een netwerkorganisatie moet zijn. Per onderdeel kan de rol en verantwoordelijkheid per partij verschillen. Dat verandert niet door een integrale aanpak dus rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten helder zijn en blijven. Een goede afstemming tussen partijen is gewenst, maar de afzonderlijke partijen moeten ook met hun eigen problematiek en maatregelen de ruimte krijgen om zich te onderscheiden. Naast rollen, taken en verantwoordelijkheden is het van belang om vooraf helder te hebben waar in het proces en op welke onderwerpen informeren voldoende is en waar afstemming dan wel samenwerking noodzakelijk is. Met het opstellen van buurtanalyses in 2009 is in beeld gebracht waar volgens Wooncompagnie de maatschappelijke en volkshuisvestelijke opgaven liggen. Met een aantal gemeenten zijn nieuwe prestatieafspraken gemaakt waarin ook afspraken zijn gemaakt over deze maatschappelijke opgaven. Naast de inbeddingsladder met betrekking tot gemeenten, is Wooncompagnie in 2010 ook gestart met het opstellen van een inbeddingsladder voor maatschappelijke partners. Doel hiervan is om ook ten opzichte van de maatschappelijke partners vooraf helderheid te creëren over rollen, taken en verantwoordelijkheden en de wijze van samenwerking. De inbeddingsladder zal in 2011 zijn afgerond en met de verschillende partners worden besproken. Onderstaand een aantal voorbeelden van projecten die Wooncompagnie in 2010 in het kader van vitale kernen en buurten heeft uitgevoerd. Fysiek maatschappelijke projecten zijn weergegeven in paragraaf 5.5. De projecten behoren tot de beleidsvelden leefbaarheid, zorg en/of welzijn. Dag van de Dialoog Landelijk wordt sinds 2002 de dag van de dialoog georganiseerd. Sinds 2008 is dit initiatief ook in Purmerend opgepakt. Op deze dag kunnen mensen die wonen of werken in Purmerend elkaar ontmoeten tijdens een maaltijd. De tafels worden gedekt door allerlei organisaties op hun eigen locatie. Dat kan een wijkcentrum zijn, een supermarkt, een
vrijwilligersorganisatie, een kerk of moskee en zo ook onze woonwinkel van vestiging Purmerend. Het thema van 2010 was ‘Vriendschap’. Vijf gasten en drie medewerkers van Wooncompagnie wisselden van gedachten over hoe een ieder vriendschap ervaart en wat vriendschap is. Maar ook hoe het komt en hoe het zou zijn wanneer je helemaal geen vriendschappen hebt in je leven. De bijeenkomst werd afgesloten in wijkcentrum ‘Vooruit’. Alle gasten van de diverse tafels kwamen bij elkaar om ervaringen uit te wisselen met de andere deelnemers. De avond werd afgesloten met een volksdansgroep die allerlei Europese dansen vertoonde. Een prachtig initiatief waarbij veel leuke contacten zijn gelegd tussen mensen van verschillende culturen en met diverse gewoonten en ideeën. Themamiddag Woonconsulenten Op 22 april 2010 hebben de vestigingen Purmerend en Schagen voor de eerste keer een themamiddag georganiseerd voor alle woonconsulenten en hoofden van Wooncompagnie. In het Heerenhuis in Middenbeemster is het Thema Leefbaarheid behandeld. Vanuit beide vestigingen zijn cases ingebracht en deze zijn besproken. Er zijn films bekeken over leefbaarheid en hier is met elkaar van gedachten over gewisseld. Een inspirerende middag die ook in 2011 met een nieuw thema georganiseerd zal worden. Dorpsraden In de maanden februari, maart en april heeft een afvaardiging van de vestiging Purmerend een bezoek gebracht aan zes dorpsraden. Deze dorpsraden uit Stompetoren, Ilpendam, Marken, Middelie, Broek in Waterland en Kwadijk hadden gereageerd naar aanleiding van ons verzoek om nader met elkaar kennis te maken. Naast kennismaken was het doel van onze bezoeken om te komen tot een gestructureerd overleg. Het streven is om door intensievere samenwerking uiteindelijk de leefbaarheid in de kernen te verbeteren. De ontmoetingen met de dorpsraden zijn zeer positief verlopen. Ideeën over leefbaarheid en vitaliteit zijn uitgewisseld en de eerste stap is gezet in het helder krijgen van rollen en ambities en het benoemen van onderwerpen waarbij samenwerken een meerwaarde
- 31 -
oplevert. Voortaan zullen de dorpsraden jaarlijks door ons worden bezocht. Schoonmaakcontracten In 2010 heeft een projectgroep in Trevinverband alle lopende schoonmaakcontracten van de Trevincorporaties onder de loep genomen. De projectgroep heeft de betreffende complexen geïnventariseerd, waarbij digitale tekeningen en plattegronden van de complexen zijn verzameld en eenduidige schoonmaakprogramma`s zijn ontwikkeld. Deze informatie is vervolgens in de markt getoetst op marktconformiteit. Het huidige prijsniveau en bijbehorende kwaliteit zijn daarbij inzichtelijk gemaakt. Dit komt de kwaliteit van de schoonmaakwerkzaamheden ten goede. Van ruim 40 schoonmaakbedrijven zijn zeventien schoonmaakbedrijven geselecteerd om op onze complexen in te schrijven. Volgens is bepaald welke schoonmaakbedrijven gecontracteerd worden. De verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2011 met de gecontracteerde partijen wordt gestart. Naast het realiseren van een betere prijs/kwaliteitverhouding is het uiteindelijke doel een toename van de tevredenheid van onze huurders en een verbeterde leefomgeving. Leefbaarheid op Marken Op het Minnehof op Marken heeft Wooncompagnie in het kader van leefbaarheid het binnenterrein opgeknapt. In overleg met de gemeente zijn aan de straatkant ondergrondse vuilcontainers geplaatst waardoor alle containers op het binnenplein weg konden. Vervolgens is het straatwerk opgehoogd met een hinkelbaan en is een barbecue geplaatst voor gemeenschappelijk gebruik. Ook zijn twee plantenbakken geplaatst om het geheel op te fleuren. Feestelijke aftrap herstructurering Middenmeer 29 september 2010 was het feest in Middenmeer om de start van de herstructurering van Middenmeer te vieren. Een kille loods was omgetoverd tot een gezellige ruimte met bar, podium en diverse eetgelegenheden. De dagen
zorgde voor het installeren van het geluid, de ander voor de bar en ook aan de aankleding werd hard gewerkt voor het feest was iedereen druk in de weer. De een. Voor de kinderen was een speurtocht georganiseerd. Het officiële gedeelte vond plaats in de Brugstraat. De burgemeester en de directeurbestuurder van Wooncompagnie spraken de bewoners en de pers toe. Vervolgens onthulden zij de steen ‘Middenmeer leeft’. In de feestzaal werd verdere informatie verschaft over de herstructurering en werden verschillende activiteiten en workshops gehouden. Zo was er een streetdanceworkshop voor kinderen en was er live muziek. De sfeer was gemoedelijk en de opkomst groot. Kortom: Een geslaagde start voor de herstructurering in Middenmeer. De Woonwens 2010 Sinds 2007 schrijft Wooncompagnie jaarlijks de prijsvraag ‘De Woonwens’ uit onder haar huurders. Met de prijsvraag is in totaal € 10.000 gemoeid; € 5.000 voor de winnende Woonwens in het werkgebied Schagen en € 5.000 voor de winnaar in het werkgebied Purmerend. Het idee achter De Woonwens is huurders direct te vragen wat ze willen veranderen in of toevoegen aan hun wijk. De winnaars van De Woonwens 2010 van de vestiging Purmerend zijn bewoners van het Borghesepark. Zij willen een visplaats gecreëerd hebben aan het NoordHollands Kanaal, waar zij op uitkijken. Wooncompagnie is langdurig in conclaaf geweest met gemeente Purmerend, die toestemming moest geven voor de uitvoering. Na toestemming van de gemeente moest ook een vergunning bij het Hoogheemraadschap worden aangevraagd. Bij een positieve beslissing kan begin 2011 tot uitvoering worden overgegaan. In de vestiging Schagen is De Woonwens gewonnen door een huurder van het Juffrouw van Harlingenhof in Slootdorp. Het hofje ligt om een gazon met daarop een grote beukenboom. De boom is prachtig, maar het gazon was een rommeltje. Met het winnen van De Woonwens is het hofje dan ook opgeknapt.
- 32 -
aanhoudende overlast van hangjongeren. In de gemeente Purmerend is naar aanleiding van overlast van hangjongeren de overkapping bij de entree dichtgezet. Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de nieuw ontstane ruimte te benutten als opstelplaats voor scootmobiels. De gemeente Purmerend heeft hiertoe subsidie verstrekt in het kader van de WMO. Verlichting achterpaden Uit het LEMON onderzoek komt geregeld naar voren dat het gevoel van veiligheid in de avond nadelig wordt beïnvloed door onvoldoende verlichte achterpaden. Bij diverse complexen heeft Wooncompagnie dan ook in 2010 de verlichting bij de achterpaden aangebracht dan wel verbeterd. Veelal gebeurt dit in samenspraak met de gemeente: Wooncompagnie investeert in het verbeteren van de verlichting, het stroomverbruik komt vervolgens ten laste van de gemeente. Plaatsing fietsenrekken Een veel voorkomende klacht van onze bewoners is het stallen van fietsen door derden tegen de gevel van de woning of het complex. In 2010 heeft Wooncompagnie op diverse plaatsen fietsenrekken geplaatst. Afsluiten portieken in Schagen Wooncompagnie vindt het belangrijk om te weten wat bewoners vinden van hun woning én woonomgeving. In dat kader is begin 2010 een enquête gehouden onder bewoners van de A. Mauvestraat en het Regioplein in Schagen. Uit de enquête bleek dat de bewoners een groot gevoel van onveiligheid ervoeren omdat de portieken niet afsluitbaar zijn. Daardoor vertoefden met enige regelmaat onbevoegden in de portalen. Naast het afsluiten van de portieken heeft Wooncompagnie naar aanleiding van de enquête enkele andere zaken aangepakt die het woongenot in de buurt moeten vergroten. Als gevolg van het afsluiten van de portieken zijn aan de buitenzijde van het complex brievenbussen en een bellentableau geplaatst. In elke woning is een intercominstallatie aangebracht. Uit de enquête is verder naar voren gekomen dat de bewoners het complex aantrekkelijk vinden en er prettig wonen. Ook zijn de bewoners tevreden over de verlichting rond het complex. Ook in de gemeenten Waterland en Edam zijn bij twee complexen de portieken afgesloten in verband met
Social Sofa in Wieringerwaard Leerlingen van basisschool De Tweewegen onthulden op 26 mei 2010 officieel een zogeheten Social Sofa bij een speelterrein in Wieringerwaard. De met mozaïek versierde bank, gemaakt op basis van tekeningen van de scholieren, is door Wooncompagnie ter beschikking gesteld ter gelegenheid van het vierhonderdjarig bestaan van de polder Wieringerwaard. De kinderen hebben zelf een deel van de mozaïeken op de bank aangebracht. De kleurrijke Social Sofa fleurt de wijk op en komt de leefbaarheid ten goede. De bank is namelijk een ideale ontmoetingsplaats voor de inwoners van Wieringerwaard; jong en oud. Wooncompagnie heeft de totale kosten van de mozaïekbank voor haar rekening genomen. Daarnaast heeft Wooncompagnie de hoofdprijs ter beschikking gesteld voor de mooist versierde straat. De winnende straat krijgt een bedrag van € 500 waarmee een straatbarbecue kan worden georganiseerd.
- 33 -
IJsbaanterrein Middenbeemster geopend Op maandag 26 juli is door wethouder J. Klaver het opnieuw ingerichte ijsbaanterrein te Middenbeemster geopend. Wooncompagnie heeft tezamen met de buurtbewoners, politiek en sponsors gezamenlijk besloten hoe de nieuwe inrichting eruit moest komen te zien. Het voetbalveld is opnieuw ingelegd en ingezaaid, er zijn nieuwe doelen geplaatst en op de kop staan buiten-fitnesstoestellen. Tevens zijn panna-doelen en een aantal banken geplaatst. Het veld ligt te midden van onze huurwoningen en met onze bijdrage zijn we dus ook onze huurders op een leuke manier van dienst. Maatschappelijk betrokken ondernemers Voor het derde achtereenvolgende jaar is de vestiging Purmerend actief betrokken bij de werkgroep ‘betrokken maatschappelijk ondernemers’. Op 29 september 2010 is een diner georganiseerd waarbij bedrijven in contact werden gebracht met vrijwilligers– en non-profit organisaties om met elkaar diensten te ruilen. De diensten worden uitgevoerd met een gesloten beurs. Meer informatie over dit project is te vinden op www.betrokkenondernemerspurmerend.nl. Intentieverklaring Centrum Jeugd en Gezin De toekomstige fusiegemeente Hollands Kroon (Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer) is gestart met de totstandkoming van een Centrum Jeugd en Gezin (CJG). Donderdag 20 mei 2010 ondertekenden zij en alle partners de intentieverklaringen. Informatie, advies en ondersteuning op het gebied van opvoeden, opgroeien en gezondheid is wat het CJG gaat bieden. Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen hier terecht met al hun vragen en problemen over opgroeien en opvoeden. Deze ontwikkeling is landelijk in volle gang. Het is de bedoeling dat in iedere voormalige gemeente tenminste een inlooppunt CJG wordt gerealiseerd. Het inlooppunt maakt deel uit van het basismodel CJG, zoals wettelijk wordt voorgeschreven. Wooncompagnie is betrokken bij het inloopput in Middenmeer. De getekende intentieverklaring betreft de samenwerking tussen de gemeente Wieringermeer, de GGD als centrale huurder van het gezondheidscentrum en Wooncompagnie als verhuurder. Plannen voor een gezondheidscentrum in Middenmeer zijn er al een paar
jaar. In dit gezondheidscentrum wordt onder andere het CJG gevestigd. Eind 2010 is de bouw gestart. Buurtfeest Purmerend Eén van de oudste bewoners van seniorencomplex De Botterhoek in Purmerend ontstak zaterdag 12 december om 17.00 uur een grote kerstboom op het veld voor het complex. Wooncompagnie hecht grote waarde aan de leefbaarheid in wijken. Het samenbrengen van buurtbewoners die elkaar anders nooit of weinig spreken past in dit plaatje. Op initiatief van Wooncompagnie, hoveniersbedrijf Lageveen en de activiteiten- en bewonerscommissie van De Botterhoek werd dit jaar het ontsteken van de lichtjes van de kerstboom op feestelijke wijze gedaan. Inzet is het verbeteren van de contacten tussen jong en oud in de buurt. De jongere bewoners van de wijk zijn overdag veelal niet thuis omdat ze werken en de bewoners van het seniorencomplex hebben op hun beurt weinig contact met de bewoners van de wijk. Alle buurtbewoners hadden een uitnodiging voor het feestelijke samenzijn gekregen. Na het ontsteken van de lichtjes stond in de algemene ruimte een snertmaaltijd met brood klaar. Mensen uit de wijk die hulp nodig hadden om bij het feest aanwezig te kunnen zijn, konden dit aangeven. Wooncompagnie heeft ervoor gezorgd dat zij werden opgehaald.
- 34 -
- 35 -
4.8.
Sponsoring en donaties
Iedereen wil in een fijne buurt wonen waar hij of zij zich thuis voelt. Daarnaast moet de stad of het dorp waar je woont iets extra’s bieden zoals sportevenementen, cultuur of een actief verenigingsleven. Door lokale initiatieven te sponsoren tonen wij onze maatschappelijke betrokkenheid. Als een sponsorverzoek wordt ingediend bij Wooncompagnie, toetsen wij het voorstel aan de hand van de volgende criteria: het brengt mensen samen; de activiteit is toegankelijk voor de lokale mensen in het werkgebied van Wooncompagnie het versterkt de leefbaarheid in de kleine kernen (o.a. het verenigingsleven); het zijn bij voorkeur maatschappelijke projecten; het zijn eenmalige evenementen of projecten; het valt in principe binnen ons verzorgingsgebied; het is geen landelijk project of stichting; het sponsorobject is geen individu Maatschappelijk project Ethiopië In 2010 heeft Wooncompagnie € 20.000 beschikbaar gesteld voor de realisatie van een maatschappelijk project in het buitenland. De medewerkers konden zelf ideeën aanleveren. Er zijn voorstellen gedaan voor allerlei soorten projecten. De projecten zijn aan de hand van verschillende criteria beoordeeld: gelegen in een derdewereldland of Oost Europa; niet gelegen in een oorlogsgebied; kleinschalig van aard; een structuur waarbij de ontwikkelingen en het effect van onze deelname goed gevolgd kunnen worden; een meerjarige relatie met een vooraf bepaald einddoel; een project waarbij de eigen organisatie een rol kan spelen. Een aantal projecten viel af, omdat zij niet werden geaccepteerd door het ministerie van VROM. Uiteindelijk zijn er twee organisaties overgebleven, waar de medewerkers op konden stemmen. Het project dat uiteindelijk heeft gewonnen, betreft de bouw van extra klaslokalen en een bibliotheek in een klein dorpje in Ethiopië. Daar krijgt 44% van de kinderen geen
onderwijs. Ontwikkelingsorganisatie Edukans gelooft in scholing als de meest duurzame vorm van ontwikkelingssamenwerking. Met de uitbreiding van de school kunnen meer kinderen leren lezen en schrijven. Maar ook krijgen zij belangrijke voorlichting om de gemeenschap na te laten denken over hiv/aids, meisjesbesnijdenis en kinderrechten. Donatie via digitaal jaarverslag 2009 Belanghouders en relaties van Wooncompagnie konden een goed doel steunen door via het digitale jaarverslag 2009 een cheque van tien euro te verzilveren. Wooncompagnie heeft de opbrengst verdubbeld. Stichting Dupla in Nieuwe Niedorp ontving een bedrag van € 1.080. De stichting stelt zich ten doel om kinderen en volwassenen die meervoudig gehandicapt zijn, toch de sensatie van huifbedpaardrijden te laten beleven. In de manege van de stichting is ook een ruime snoezelkamer ingericht. De donatie is gebruikt om de snoezelkamer te moderniseren. De vestigingen en Bouwcompagnie ontvangen jaarlijks een budget dat zij kunnen inzetten voor sponsoractiviteiten. Sponsoring is daarbij altijd in het belang van de lokale gemeenschap en het betreft veelal een eenmalig evenement of activiteit. In totaal hebben de vestigingen en Bouwcompagnie € 24.093 besteed aan sponsoractiviteiten.
- 36 -
Overzicht sponsoractiviteiten Wooncompagnie 2010 organisatie Stichting 400 jaar Polder Wieringerwaard Kolfclub Wieringerwaard St. Beemster Werelderfgoed Protestantse gemeente Beemster Stichting Singelfestival Stichting Sinterklaasintocht Warmenhuizen Stichting Harenkarspel Pop Stichting Verenigingsgebouw 't Centrum Architectuurcentrum Hoorn Mulder Obdam Kees Klaver Trim- en atletiekvereniging '80 't Veld Voetbalvereniging VZV Stichting Tentoonstelling Opmeer Reuring Ziekenomroep PRO Purmerend Odion Gors Live Waterlandziekenhuis Purra Skillz Stichting Villa Purmerend Harddraverij Prins Bernhard TAS Schagen Historische Vereniging Voetbalvereniging SRC Stichting Kunstplein Woonzorgroep Samen Stichting Promotie Petanque Arthouse Oudesluis Wonen Plus Welzijn Basisschool De Wiekslag Turnlust Voetbalvereniging DWOW Oranjevereniging Middenmeer ANBO Wieringerwerf OTC Sluis 1 Huttendorp Middenmeer Midlake American Cars Meet Middenmeer Havenfeest Middenmeer Stichting DPJ Jeugdsportpromotie Oudesluis Stichting Innovatief Zijpe Parochiekerk 't Zand Evenementencommissie Burgerbrug Totaal
gemeente Anna Paulowna Anna Paulowna Beemster Beemster Edam Harenkarspel Harenkarspel Harenkarspel Hoorn Koggenland Niedorp Niedorp Niedorp Opmeer Purmerend Purmerend Purmerend Purmerend Purmerend Purmerend Purmerend Purmerend Schagen Schagen Schagen Schagen Schagen Schagen Schagen / 6 gemeenten Schagen / Niedorp Schermer Wieringermeer Wieringermeer Wieringermeer Wieringermeer Wieringermeer Wieringermeer Wieringermeer Wieringermeer Zeevang Zijpe Zijpe Zijpe Zijpe
- 37 -
doel Dansproject O.B.S. de Tweewegen Nederlandse Kampioenschap Kolven Muziek aan de Middenweg Historische dag Beemster Diverse activiteiten tijdens festival Intocht Sinterklaas Springpop Aanschaf stoelen Festiviteiten 75 jarig bestaan Kinderhuis Samuël Loopshirts Vernieuwen balvangers Algemene donatie Festival 50 jarig bestaan Advertentie in brochure Evenement voor wijk De Gors Beterboek voor kinderen Jongerendebat over de stad Bouw huis begeleid wonen Algemene donatie evenement Jubileumloop Den Helder/Schagen Jubileumuitgave Kakelepost Keepersdag Kunstplein 2010 Alzheimertuin Jeu de Boules toernooi Tentoonstelling Read, Eat and Art Bokroute Fancy Fair Nederlands Kampioenschap turnen Kleding Zeskamp Renovatie biljarts en biljartoernooi Tennistoernooi Bouw huttendorp Algemene donatie evenement Havenfeest Drugsinformatiepakket voor scholen 12,5 jaar jubileum Sipen (4 kaartspellen met info over Zijpe) Restauratie Ypma orgel Dorpsfeest Burgerbrug
bedrag € 1.000 € 500 € 500 € 750 € 1.000 € 200 € 350 € 800 € 1.000 € 500 € 100 € 1.000 € 500 € 2.500 € 1.000 € 750 € 250 € 250 € 180 € 150 € 920 € 1.300 € 500 € 250 € 300 € 200 € 500 € 100 € 900 € 35 € 150 € 250 € 200 € 500 € 450 € 150 € 300 € 200 € 1.000 € 300 € 500 € 1.000 € 500 € 308 € 24.093
- 38 -
en leer-werkbedrijf kenbaar gemaakt. En moet je zien wat voor moois er nu staat!’
Stichting Odion over vliegende start Eetcafé De Andere Oever: ‘Het concept werkt twee kanten op’
Vol overgave In het eetcafé werken cliënten van Odion in twee shifts. De dagploeg maakt verse friet, wast groenten, bakt koekjes en verzorgt de huishoudelijke taken. De avondploeg werkt in de keuken en in de bediening. Teamleider Maria de Ruiter vertelt enthousiast: ‘Er wordt vol overgave gewerkt en enorm genoten. Ondertussen leren ze veel. We gaan altijd uit van wat mensen wél kunnen en streven naar zo veel mogelijk zelfstandigheid. We bieden nu ook officiële opleiding aan. Sommige cliënten stromen zelfs door naar een ander bedrijf.’
‘De ene keer kloppen wij met een vraag aan bij Wooncompagnie, de andere keer vragen zij ons of er interesse bestaat in deelname aan een project’, vertelt Gerard Fokke van stichting Odion. De directeur Vastgoed demonstreert hiermee opzettelijk de hechte relatie tussen beide partijen. Een treffend voortvloeisel hieruit is eetcafé De Andere Oever in Purmerend, waar mensen met een beperking leren en werken. Met zorg het gewone leven ondersteunen, luidt het credo van Odion. De stichting wil mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking een zo normaal mogelijk leven laten leiden. Met een fijn thuis en leuk werk bijvoorbeeld. De meeste benodigde woon- en werklocaties houdt de stichting echter liever zorgvuldig buiten haar bezit. ‘Wij zijn goed in zorg en dienstverlening, niet in zelfstandig panden bouwen en volledig onderhouden. Dat laten we dus graag over aan een corporatie als Wooncompagnie en wij huren het terug’, licht Fokke toe. Extra wensen Volgens deze constructie worden al jarenlang projecten voor Odion gerealiseerd. Zo opende eetcafé De Andere Oever, voorheen De Gulle Waard, vorig jaar haar deuren in de Purmerendse wijk De Oeverlanden. Het was verhuisd naar het pas opgeleverde appartementengebouw, waarin bovendien 15 van de 58 woningen bestemd zijn voor cliënten van stichting Odion. Fokke: ‘Het initiatief kwam van Wooncompagnie, dat op de hoogte was van de woningbehoefte van onze cliënten. Vervolgens hebben wij onze extra wensen met betrekking tot dagbesteding
Linda Bijl geeft Gerard uitleg bij de menukaart, terwijl Yvonne van Gorkum alvast netjes het glas van Maria vult. Martin Schaap kijkt goedkeurend toe. - 39 -
Buurtcontact Het eerste jaar op de nieuwe locatie was meteen succesvol voor het etablissement. Niet alleen qua bezoekersaantallen en ontwikkeling van de cliënten, maar ook qua maatschappelijke functie in de buurt. De Ruiter: ‘Cliënten moeten worden gezien als gewone buren; burgers die participeren in onze maatschappij. De woon-werksituatie in De Oeverlanden schept ideale omstandigheden. We zitten ook in de bewonerscommissie van het complex, wat het contact merkbaar bevordert. Elke avond krijgen we wel gasten uit de buurt. En iedereen komt graag terug! Het concept werkt twee kanten op.’
‘Wooncompagnie denkt in de mogelijkheden. Wat dat betreft delen we elkaars visie’
Londenhaven Gerard Fokke krijgt nog een kopje koffie ingeschonken. De zorgvuldige serveerster verklapt ‘speciaal voor de foto’s’ gisteren naar de kapper te zijn geweest. Lachend geeft Gerard haar gelijk en blikt alweer vooruit. ‘In 2012 wordt in de wijk Weidevenne project Londenhaven met 24 zorgwoningen opgeleverd. Ook door Wooncompagnie. Van alle ontwikkelpartijen waarmee wij samenwerken, toont Wooncompagnie zich het meest stabiel, zowel in nieuwbouw als in onderhoud. Zelfs in deze crisisjaren. Wooncompagnie benadert haar maatschappelijke taken serieus en denkt in mogelijkheden. Wat dat betreft delen we elkaars visie. Een hele goede zaak, voor iedereen. Ontdek het zelf en kom eens lekker eten bij De Andere Oever, zou ik zeggen. Wel eerst reserveren hoor!’
groepsoverleg
- 40 -
Duurzaam investeren Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
7.
Strategisch portefeuillebeleid maakt vanaf 2009 structureel onderdeel uit van de beleidscyclus.
8.
Strategisch portefeuillebeleid is continu actueel en marktgericht.
9.
Onze woningvoorraad is rollend (wordt voortdurend ververst) en blijft qua volume gelijk.
10. Uitgangspunten over de gewenste strategische positie in de kernen opnieuw bediscussieerd en herijkt. 11. Gemiddeld 8% besparing op het (theoretisch) energieverbruik in onze woningen. 12. Een stimuleringsregeling voor het toepassen van energiebesparende maatregelen, om onze bewoners te motiveren deze actie onder regie van Wooncompagnie uit te voeren. 13. Minimaal twee inspirerende en tot de verbeelding sprekende projecten realiseren in nieuwbouw en bestaand bezit op het gebied van energie en milieu. 14. Het FSC Convenant ondertekend en in de bedrijfsvoering geïntegreerd.
- 41 -
5.1.
5. Duurzaam investeren
Wooncompagnie staat voor goed en betaalbaar wonen voor iedereen. We richten ons op huishoudens met een laag inkomen, de lagere middeninkomens voor wie de koopmarkt onbereikbaar is, en specifieke groepen zoals gehandicapten, mensen met een zorgvraag, statushouders, enzovoort. Wooncompagnie vindt dat kwetsbare groepen gelijke toegang tot de woningmarkt moeten hebben. We zoeken samenwerking met andere partijen om die toegang te kunnen bieden. Wij willen continu een gevarieerd woningaanbod, met verschillende woningtypes, kwaliteit– en huurniveaus aan kunnen bieden. Dat bereiken we door nieuwbouw, woningverbetering, aan– en verkoop van woonruimte en door ons huurbeleid. Onze huidige woningvoorraad is van goede kwaliteit. Om ook op termijn te voldoen aan de wensen van onze klanten is het noodzakelijk dat we de toekomstige vraag helder voor ogen hebben en voortdurend investeren. Dat betekent bijvoorbeeld dat we een complex uit exploitatie nemen als kwaliteitsverbetering niet verantwoord is. Het alternatief is meestal sloop en vervangende nieuwbouw.
Het ondernemingsplan richt zich wat betreft duurzaam investeren op twee onderdelen. Het gaat enerzijds om de bedrijfsmatig strategische inzet van middelen en anderzijds om de zorg voor het milieu. Voor wat betreft de strategische inzet van middelen zal de woningportefeuille aansluiting moeten houden met de behoefte vanuit de markt. Onze woningvoorraad moet in de pas lopen met de vraag vanuit onze doelgroepen. Nu en in de toekomst, getalsmatig en kwalitatief. Zowel de vrager als de vraag verandert daarbij voortdurend. De toekomstige vragers zullen vaker senioren en iets minder dan nu jonge gezinnen zijn. De vraag van starters blijft groot. Daarbij zal met name in de Noordkop de vraag naar kwaliteit sterker toenemen dan de vraag naar kwantiteit. Een ander belangrijk aspect van duurzaamheid is het milieu. Als maatschappelijke organisatie willen we verantwoord omgaan met energie en grondstoffen. Méér nog dan we nu al doen. Wooncompagnie onderzoekt daarom alle mogelijke extra inspanningen op het vlak van energiebesparing en duurzaamheid bij het bouwen en aanpassen van onze woningen (zie 5.5.6).
Mutaties in het bezit
31-12-2009
Passende woonruimte voor alle klanten
5.2.
Het bezit
5.2.1.
Omvang van de voorraad
Het totaal aantal verhuureenheden in eigendom per 31 december 2010 was 13.175. Het verloop in 2010 is hieronder weergegeven. Tevens is het bezit per 31 december 2010 weergegeven per gemeente en naar huurklasse, inclusief de overige woongelegenheden en het aantal eenheden in een verzorgingshuis.
Nieuw-
Aankoop
Sloop
Verkoop
Overige
bouw Woningen Overige woongelegenheden Subtotaal woongelegenheden Overige verhuureenheden Totaal verhuureenheden in eigendom Verhuureenheden in beheer voor derden Totaal aantal verhuureenheden
12.903
31-12-2010
mutaties
131
0
-30
-115
0
12.889
156
21
0
0
0
0
177
13.059
152
0
-30
-115
0
13.066
104
6
0
0
-1
0
109
13.163
158
0
-30
-116
0
13.175
11
0
0
0
0
11
22
13.174
158
0
-30
-116
11
13.197
- 42 -
Gemeente
Goedkoop
Betaalbaar
Tot
Boven
Eenheden
Overige
huurtoeslag
huurtoeslag
verzorgings-
woon-
grens
grens
huis
gelegenheid
Anna Paulowna
39
211
Beemster
74
484
42
163
586
91
97
838
8
Edam-Volendam Harenkarspel Hoorn
12 2
16
Langedijk Medemblik
14 64
381
9
250
595
42
Purmerend
183
2416
435
38
Schagen
299
1893
139
18
Schermer
92
257
13
Waterland
171
302
27
Wieringermeer
Niedorp Opmeer
16 1
9 49
436
973
13
Zeevang
69
378
14
Zijpe
71
622
26
2
9
2008
9952
868
61
125
Totaal
5.2.2.
13
55
7 12 52
Nieuwbouwproductie ten behoeve van eigen verhuur
In 2010 hebben wij totaal 152 woongelegenheden en zes niet-woongelegenheden gerealiseerd. In onderstaand overzicht is een specificatie opgenomen van de opgeleverde projecten. Project het Hoefje betreft de realisatie van twaalf startersappartementen. Het project was begroot voor 2010. Echter, door enige vertraging in verband met een onderzoek van incidentele vervuiling van grond van de gesloopte opstallen is de oplevering eind maart 2011 gepland.
Ook het project Hoep Centrum was begroot voor 2010. Het project betreft jongerenhuisvesting voor Parlan. Het project heeft enige vertraging opgelopen. De gemaakte bezwaren zijn inmiddels ingetrokken en de financiering is rond. Op 16 september 2010 is gestart met de bouw. Dit verloopt voorspoedig.
- 43 -
Specificatie
Begroot
nieuwbouw
2010
Huur-
Overige woon
Overige
Stichtings-
Onrendabele
SK
Onrendabele
woningen
gelegenheden
verhuur
Kosten
investering
(in euro's
investering
eenheden
(SK)
per vhe)
(in euro's
2010
per vhe) 5
Achtervang
5
935.626
261.992
187.125
52.398
trambaan Wooncompagnie heeft 5 woningen afgenomen van Bouwfonds Ontwikkeling. De afname maakt onderdeel uit van een serie van 51 woningen welke door Bouwfonds zijn ontwikkeld en in drie fases zijn gebouwd. Het project maakt deel uit van de gezamenlijke ontwikkelingen op de locatie Trambaan te Nieuwe Niedorp. Deze woningen zijn overgenomen met een korting van € 30.000,- per eenheid. Wij hebben ze in de verhuur ondergebracht net onder de huurtoeslaggrens. 42
Weidevenne
14
3.448.457
824.417
246.318
58.887
fase III Het project Weidevenne Kanaalzone 3 is verworven via prijsaanvraagindiening. In totaal worden er 42 appartementen opgeleverd in de duurdere en huurtoeslag huur. In 2010 zijn er reeds 14 duurdere huurappartementen opgeleverd. 59
Oeverlanden
58
huurwoningen
43
woningen
15
4 7.954.22
3.264.548
184.982
75.920
2
2.768.742
1.300.843
162.867
76.520
2
1.466.15
-335.829
733.076
-167.915
Odion en alg. ruimten eetcafé en dagbesteding In samenwerking met Linden Groep heeft Wooncompagnie op de locatie Oeverlanden 43 driekamerwoningen gerealiseerd, bestemd voor starters en doorstromers. Daarnaast zijn er 15 woningen, ruimte voor dagbesteding, twee algemene ruimtes en een restaurant ten behoeve van de stichting Odion gebouwd. De woningen van Odion zijn door Stichting Odion toegewezen. 17
Brede school
16
1
miva-woningen dagopvang
3.541.749
1.503.809
221.359
93.988
3.457.16
-2.194.356
3.457.165
-2.194.356
In Purmerend hebben wij geparticipeerd in het Brede School project. Er zijn 16 miva-woningen opgeleverd en een gehandicapten dagopvang. Onderdelen worden door stichting Odion geëxploiteerd. Trefpunt
1
1
1.204.650
181.880
1.204.650
181.880
Marken Wijksteunpunt op Marken, genaamd 't Trefpunt. Wooncompagnie heeft bijgedragen aan de financiering van de verbouw cq. aanpassing. Trambaan
26
24
4.181.53
1.201.430
174.231
50.060
In Nieuwe Niedorp zijn 24 levensloopbestendige woningen opgeleverd, die deel uitmaken van het project Trambaan fase 3 met appartementen, huisartsenpost, wijksteunpunt en zorgwoningen. Grote Sloot
9
9
1.317.223
17.417
146.358
1.935
Deze zorgboerderij is gebouwd in Burgerbrug en bestaat uit 8 onzelfstandige woningen voor cliënten van de Raphaëlstichting en 1 beheerderswoning. Leeghwater III 44
14
12
3.560.960
665.189
136.960
25.584
Dit project in de Beemster maakt onderdeel uit van een project van totaal 100 koop– en huurwoningen. Wij hebben 12 appartementen gebouwd die zijn bestemd voor dove cliënten van stichting Odion. De overige 14 woningen zijn bestemd voor de sociale verhuur.
5.2.3.
- 44 -
Aan- en verkoop
In 2010 zijn in totaal 132 woningen verkocht. Het betreft 115 verkopen aan zittende huurders dan wel verkoop bij mutatie. In het kader van de terugkoopplicht zijn in 2010 achttien woningen teruggekocht. Tien woningen zijn zonder bijzondere voorwaarden doorverkocht en zeven woningen zijn verkocht onder de Koopzekerconstructie. Ultimo 2010 staat een woning van de teruggekochte woningen nog te koop. Van de in totaal 132 verkochte woningen zijn 63 woningen aan huurders van Wooncompagnie verkocht en 65 aan overige natuurlijke personen. Voor een toelichting op de verkopen wordt verwezen naar subparagraaf 5.3.3. 5.2.4.
Sloop
Waar noodzakelijk, vindt in herstructureringsgebieden sloop van sociale huurwoningen plaats. Veelal worden op deze locaties nieuwe sociale huurwoningen ontwikkeld. In 2010 zijn 30 woningen gesloopt; vijftien in de gemeente Beemster en vijftien in de gemeente Wieringermeer. Vooruitlopend op herstructurering worden vrijkomende woningen in beheer gegeven bij Interim Vastgoed. Ultimo 2010 waren 174 woningen in beheer bij Interim Vastgoed.
5.3.
Bevordering eigen woningbezit
Om het woon– en leefklimaat te verbeteren, stimuleert Wooncompagnie het eigenwoningbezit. Een deel van het woningbezit van Wooncompagnie is dan ook aangewezen voor verkoop. In 2010 is op basis van ons strategisch portefeuillebeleid de verkooplijst geactualiseerd. Bestaande woningen die worden verkocht, zijn uiteraard goed onderhouden, maar (op enkele uitzonderingen na) minimaal 30 jaar oud. Daarnaast is het aantal te slopen en verkopen woningen in evenwicht met de nieuwbouwproductie. Hiermee wordt het effect van een rollende voorraad versterkt. 5.3.1.
Verkoop onder voorwaarden
In 2010 is uitgebreid onderzoek gedaan naar de verschillende vormen die bestaan tussen huur en koop. De aanleiding daartoe ligt in het feit dat Koopzeker een eigen product is dat we zelf moeten onderhouden en een beperkte naamsbekendheid heeft. Daarnaast kent Koopzeker in financiële zin een grens wat betreft de inzetbaarheid door de terugkooplicht. Op basis van dit onderzoek is besloten om in 2011 te gaan werken met
het product Koopgarant in plaats van Koopzeker. Eind 2010 is de licentie van Koopgarant aangekocht. De producten zijn redelijk vergelijkbaar: Een ‘te verrekenen korting’ wordt verstrekt op de taxatieprijs. Bij verhuizing koopt Wooncompagnie de woning terug en wordt deze renteloze korting weer verrekend. Een eventuele waardestijging of waardedaling wordt gedeeld op basis van het Fair Value model. Door de korting hoeft de klant minder te financieren zodat de maandlasten betaalbaar blijven. Bovendien heeft hij de zekerheid dat Wooncompagnie bij verhuizing de woning binnen drie maanden terugkoopt. Koopgarant kent ten opzichte van Koopzeker echter enkele belangrijke voordelen, zoals de verrekening van de zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV’s), de naamsbekendheid voor de klant en het externe onderhoud van dit ver doorontwikkelde product door stichting OpMaat. Het product heeft zijn succes bewezen. Doordat Koopgarant ook een terugkoopplicht heeft, is het probleem met betrekking tot de mate van inzetbaarheid echter niet opgelost. Terwijl we juist meer koopwoningen bereikbaar willen maken voor de lage middeninkomens. Daarom is ook positief besloten over het product Startersrenteregeling. Daar waar Koopgarant geschikter lijkt voor verkoop van bestaande bouw en voor huishoudens die geen significante inkomensgroei meer verwachten, lijkt de Startersrenteregeling met name passend voor huishoudens die wel een inkomensgroei verwachten. Daarnaast is de Startersrenteregeling goed inzetbaar bij nieuwbouw door de relatief lage voorfinanciering. De verwachting is dat we door beide producten naast elkaar in te zetten, zowel in nieuwbouw als bestaande bouw meer huishoudens met een laag middeninkomen in staat kunnen stellen een woning te kopen. Daarnaast bevordert dit de uitstroom uit de sociale huursector wat uiteindelijk meer kansen biedt voor in- en doorstroom binnen de sociale huursector. Begin 2011 wordt de implementatie van Koopgarant opgepakt en zullen de mogelijkheden van de Startersrenteregeling nader worden onderzocht. Wat betreft Koopzeker is in de loop van 2010, mede op basis van de uitkomsten van de staatssteundiscussie, besloten dit product alleen aan te bieden aan
- 45 -
5.3.3.
huishoudens met een inkomen tot € 43.000 (onze doelgroep van beleid) om er voor te zorgen dat het product alleen wordt gehanteerd voor de huishoudens die het nodig hebben om de stap naar de koopmarkt te kunnen maken. Bij de implementatie van Koopgarant wordt deze beleidslijn gecontinueerd. 5.3.2.
Nieuwbouw koopwoningen
Wooncompagnie heeft in 2010 ook middels nieuwbouw koopwoningen in de markt gezet. Een deel daarvan is als Koopzeker verkocht, waardoor ook een nieuwbouwwoning bereikbaar wordt voor huishoudens die net niet voldoende inkomen hebben om een woning te kopen. Gemeente Opgeleverd 2010 Verkocht Koopzeker Verkocht regulier
Totaal 7
Schermer
Niet verkocht
3 0 4 €169.750
Gem. prijs koopzeker Gem. prijs regulier
-
Aantal verkopen per gemeente naar huurklasse (exclusief teruggekochte Koopzekerwoningen) Gemeente Anna Paulowna Beemster Broek in Waterland Edam-Volendam Harenkarspel Medemblik Niedorp Purmerend Schagen Waterland Wieringermeer Zijpe Totaal Totaal %
Goedkoop
Betaalbaar
Verkochte huurwoningen
Huurders die een woning kopen van Wooncompagnie, krijgen 5% korting op de taxatieprijs. Ter bevordering van de verkoop en met name ter bevordering van de reguliere verkoop, is in 2010 is besloten om de korting tijdelijk (tot 1 januari 2011) te verhogen naar 10%. De actie is succesvol te noemen: De verkoopdoelstelling in aantallen woningen is in 2010 dan ook bijna gehaald. Gezien het succes van deze tijdelijke actie, is eind 2010 besloten deze te verlengen tot 1 april 2011. We hebben in 2010 132 woningen overgedragen aan een nieuwe eigenaar; 115 huurwoningen en zeventien teruggekochte Koopzekerwoningen. Van de verkochte woningen ging 46% (71 stuks) naar huurders van Wooncompagnie, waarvan 34 aan zittende huurders. Van de 132 verkochte woningen zijn 22 verkocht onder de Koopzekerconstructie. De Koopzekerkorting bedroeg daarbij 25% en Wooncompagnie deelt voor 50% mee in de waardeontwikkeling (conform Fair Value). De gemiddelde Koopzekerprijs bedroeg € 136.063 en de gemiddelde koopprijs waarbij zonder voorwaarden is verkocht, bedroeg € 156.540. De opbrengst van verkopen wordt gebruikt om nieuwe huurwoningen en maatschappelijk vastgoed te realiseren. De verkoopdoelstelling voor 2011 is
Duur tot Duur boven huurtoeslagrens huurtoeslaggrens
9 1 1
1 1 1 3 2%
7 6 8 15 17 9 1 15 13 101 88%
1 5 4
10 1 9% 1% wederom op 150 woningen gesteld.
- 46 -
Totaal 9 1 1 7 6 9 15 23 14 1 16 13 115 100%
Echter, gezien het huidige klimaat is in de begroting rekening gehouden met 100 te verkopen woningen in 2011.
Onderdeel
Aantal verkopen per gemeente naar type koper (inclusief teruggekochte Koopzekerwoningen) Verkoop
Verkoop
Verkoop
Totaal
aan
aan
aan
zittende
huurder
derden
2
9
12
2
2
huurder
Anna Paulowna
1
Beemster Edam-Volendam
6
2
8
Harenkarspel
4
1
1
6
Medemblik
3
3
3
9
Niedorp
7
2
8
17
Purmerend
2
2
25
29
Schagen
6
7
4
17
Waterland
1
Wieringermeer
1
7
1
2
9
17
Zijpe
3
3
7
13
Totaal
34
27
71
132
26%
20%
54%
100%
Totaal %
5.4. 5.4.1.
Het aanbieden en verhuren van de woningen KWH-huurlabel
Wooncompagnie is naast houder van het KWHmaatschappijlabel, ook houder van het KWH-huurlabel. Elk jaar worden vijf van de tien onderdelen van het KWH-huurlabel gemeten. De resultaten van het onderzoek door KWH worden uitgedrukt in een rapportcijfer. Om in aanmerking te komen voor dit huurlabel moet het eindcijfer van elk onderdeel minimaal een 7 zijn. Dit geldt niet voor het onderdeel ‘klachten afhandelen’. Hiervoor geldt een minimaal eindcijfer van 6,5. In 2010 zijn net als in 2008 de volgende onderdelen gemeten:
2010
2008
Corporatie bezoeken
7,9
7,8
Huur betalen
7,8
8,2
Reparatie uitvoeren
8,2
8,0
Woning betrekken
8,0
8,1
Woning bezoeken
7,3
7,6
Gemiddeld
7,7
7,7
Net als in 2008 scoren we ook nu gemiddeld een 7,7. Daarmee heeft Wooncompagnie het KWH-huurlabel behouden. We zijn dan ook bijzonder trots op dit goede resultaat. In de periode september tot en met december 2010 is de volledige rapportage geanalyseerd en is een verbeterplan gemaakt op basis van de aanbevelingen zoals die staan aangegeven in de rapportage. Veel acties naar aanleiding van het verbeterplan zijn inmiddels uitgezet bij de proceseigenaren. Een greep uit de opmerkingen / aanbevelingen van KWH naar aanleiding van de meting in 2010: De routebeschrijving naar kantoor Purmerend op internet is te summier. Op de website is te weinig informatie aanwezig over het woningbezit / prijsklasse. Op de website is niet van alle woningen een plattegrond en/of foto aanwezig. Op de website is niet van alle beschikbare woningen inzichtelijk of huurtoeslag ontvangen kan worden of niet. In de ontvangstruimte van de woonwinkels moet meer aandacht besteed worden aan de omvang van het bezit en de samenstelling ervan. Onderdelen van het mutatieproces, waaronder het vastleggen van de technische staat van de woning, zijn voor verbetering vatbaar. Gelijktijdig met de meting zijn in 2010 ook twee nieuwe onderdelen gemeten, te weten: kwaliteit van de dienstverlening rond de woning kwaliteit van de dienstverlening rond het kopen van een woning Voor deze onderdelen hebben we respectievelijk een 6,8 en 6,9 gescoord. Deze meting betrof een pilot en tevens nulmeting. Deze cijfers hadden dan ook dit keer geen invloed op het behouden of verliezen van het KWHhuurlabel. Ook uit deze rapportage zullen we lering
- 47 -
trekken en verbeteringen in onze dienstverlening gaan aanbrengen. Meer informatie over het KHW-huurlabel is te vinden op onze website. Nieuwe meldkamer In 2010 is het besluit genomen om over te stappen naar een nieuwe meldkamer. Met ingang van 1 januari 2011 zullen de meldkamerwerkzaamheden (spoedeisende reparatieverzoeken buiten kantoortijden) door De Service Meldkamer in Hoorn worden verzorgd. De Service Meldkamer Hoorn is een bekende speler binnen corporatieland op het gebied van meldkamerwerkzaamheden. Zo hebben zij meer dan 100 corporaties als klant. Wij hebben er vertrouwen in dat deze nieuwe meldkamer er toe zal bijdragen dat wij onze dienstverlening richting onze klanten naar een hoger niveau brengen. Continue meting telefonische bereikbaarheid Naast de meting van de jaarlijkse KWH huurlabel, is ook gestart met het continu meten van de telefonische bereikbaarheid. Over drie perioden van elk zestien weken zal onze telefonische bereikbaarheid gemeten worden. Medio augustus 2010 is gestart met de eerste periode van zestien weken. Deze eerste meetperiode liep tot begin december 2010. De rapportage ten aanzien van deze eerste meetperiode is eind december verschenen. Afdeling
2010
2009
Front Office (TIP)
7,1
7,0
Back Office (excl. Hoorn)
5,5
6,6
Totaal (gewogen score)
6,8
6,8
De resultaten en aanbevelingen van de rapportage van de eerste meetperiode zullen in het eerste kwartaal van 2011 worden geanalyseerd en omgezet in een concreet verbeterplan. 5.4.2.
Mutatiegraad
De mutatiegraad is ten opzichte van 2009 met 1,2% gestegen tot 6,5%. In het werkgebied van de vestiging Schagen bleef de mutatiegraad met 7,8% nagenoeg gelijk aan vorig jaar (7,9%). De mutatiegraad in het
werkgebied van de vestiging steeg van 4,9% in 2009 naar 5,3% in 2010. Hoewel dit een licht herstel is ten opzichte van 2009, is de mutatiegraad nog steeds erg laag. De lage mutatiegraad is een effect van de stagnerende huizenmarkt dat in het gehele spectrum van de woningmarkt zijn weerslag heeft. Mede door de lage mutatiegraad zijn zowel doorstromende als startende woningzoekenden minder goed in staat een passende woning te vinden. Daarnaast is het door de lage mutatiegraad lastig om de verkoopdoelstelling te halen omdat het merendeel van de woningen wordt verkocht bij mutatie. Onze verwachting is dat de mutatiegraad in 2011 weer zal dalen en de doorstroming verder zal stagneren. Door de effecten van de ministeriële regeling zullen huishoudens die meer verdienen dan € 33.614 minder snel geneigd zijn om te verhuizen omdat zij niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Dat geldt zeker de huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en € 43.000, die een koopwoning of een huurwoning in de vrije sector veelal niet kunnen betalen. In 2011 monitoren wij de mutatiegraad en de toewijzingen heel strikt om –binnen de mogelijkheden– tijdig te kunnen bijsturen als bepaalde groepen onevenredig in de knel komen. 5.4.3.
Woonruimteverdeling
Omdat Wooncompagnie woningen in verschillende regio’s heeft, wordt er gewerkt met drie verschillende woonruimteverdelingsmodellen. Aanpassing woonruimteverdeelsystemen Vanaf 1 november 2010 is in de regio West-Friesland een nieuw woonruimteverdeelsysteem geïntroduceerd. Meerdere corporaties en gemeentelijke woningbedrijven in West-Friesland gaan met elkaar invulling geven aan de Regionale Huisvestingsverordening. Om dit goed te kunnen doen, is gekozen voor een systeem waarin alle woningzoekenden en woningen staan van de aangesloten organisaties. De nieuwe samenwerking bestaat uit: Woningstichting Het Grootslag, Welwonen, IntermarisHoeksteen, De Woonschakel, Gemeente Opmeer en Gemeente Koggenland. Wooncompagnie zal deelnemen voor het woningbezit in West-Friesland. In de toekomst kunnen
- 48 -
ook andere verhuurders uit West-Friesland zich aansluiten. Eind 2010 is veel energie gestoken in het aanpassen van de woonruimteverdeelsystemen om per 1 januari 2011 te kunnen voldoen aan de ministeriële regeling om maximaal 90% van het vrijkomende aanbod toe te wijzen aan huishoudens met een belastbaar jaarinkomen van maximaal € 33.614.Wooncompagnie heeft daarbij te maken met drie verschillende systemen. Binnen het werkgebied van de vestiging Schagen heeft Wooncompagnie de mogelijkheid om de aanpassing van het systeem zelf te bepalen. De vestiging Schagen heeft op basis van ervaringscijfers ingeschat op welke manier we de groep woningzoekenden met een inkomen van € 33.614 tot € 43.000 toch kunnen bedienen en tevens 90% van het vrijkomende aanbod kunnen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 33.614. Concreet heeft dit ertoe geleid dat huishoudens met een inkomen van € 33.614 tot € 43.000 kunnen reageren op het aanbod met een huurprijs vanaf € 575. De vestiging Purmerend participeert met betrekking tot de woonruimteverdeling in twee samenwerkingsverbanden, te weten Woningnet (de Stadsregio) en de woonruimteverdeling NoordKennemerland voor het bezit in de gemeente Schermer.
Of en op welke manier de woonruimteverdeling wordt aangepast naar aanleiding van de ministeriële regeling, is dan ook in samenspraak met de betrokken partijen bepaald. Voor de Stadsregio heeft dit ertoe geleid dat de regeling ‘strak in de leer’ wordt toegepast. Vrijkomende sociale huurwoningen worden allemaal toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot € 33.614. Daarnaast zijn specifieke groepen aangewezen die met een hoger inkomen ook mogen reageren (zoals sociaal-medisch urgenten, stadsvernieuwingsurgenten). Binnen de Stadsregio zullen ‘gewone’ woningzoekenden met een inkomen boven € 33.614 dus niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Wooncompagnie had liever gezien dat de resterende ruimte binnen de 10% ruimte volledig benut zou worden ten gunste van deze huishoudens. Echter, eenduidige regels binnen hetzelfde gebied hebben we ook hoog in het vaandel staan. Dit geeft optimale duidelijkheid aan de klant. In Noord-Kennemerland is wel naar mogelijkheden gezocht om huishoudens met een inkomen net boven € 33.614 toch te kunnen bedienen. Op basis van ervaringscijfers is bepaald dat de resterende ruimte binnen de 10% kan worden ingezet door huishoudens met een inkomen tot € 38.500 te kunnen laten reageren op het aanbod met een huurprijs vanaf € 518.
- 49 -
Ultimo 2010 zijn alle systemen aangepast, de interne procedures met betrekking tot de inkomenstoets geïmplementeerd en de (toekomstige) huurders geïnformeerd over de wijzigingen. Gemeente Schermer: Regionaal aanbodmodel Stichting Sociale Verhuurders Noord-Kennemerland (SVNK). Onze woningen in de gemeente Schermer behoren tot de regio Noord-Kennemerland. Jaarlijks wordt de Rapportage Woonruimteverdeling NoordKennemerland opgesteld. Met het beschikbaar komen van DOMIS (Digitaal Online Management Informatie Systeem) is het mogelijk een grote hoeveelheid cijfers op eenvoudige wijze uit dit systeem te halen, evenals gegevens per corporatie. Om dit systeem te raadplegen is één medewerker geautoriseerd. De laatste rapportageperioden (2006 - 2010) neemt het aantal woningzoekenden sterk toe. In 2010 is 82% van de woningzoekenden uit de regio afkomstig. Hogere inkomens vormen een zeer kleine groep woningzoekenden. De grootste groep naar leeftijd vormt de groep van 30-55 jarigen. Het aantal jongere woningzoekenden neemt af. Het aantal actief woningzoekenden neemt relatief het sterkst toe in Schermer en Bergen, maar daalt in Heiloo en Graft-de Rijp. 83% maakt deel uit van een één– of tweepersoons huishouden. Het aantal verhuringen neemt in 2010 weer toe ten opzichte van 2009, maar is nog niet op het niveau van de jaren ervoor. Het aandeel van de woningen dat is verhuurd aan reguliere woningzoekenden neemt iets af. Aan de hoogste inkomensgroepen worden weinig woningen verhuurd. Het aandeel verhuringen aan de laagste inkomensgroepen neemt toe. De meeste woningen worden verhuurd aan 23 tot 29 jarigen. Het aandeel goedkope en betaalbare woningen daalt van 73% tot 63%. Het grootste aandeel van de vrijgekomen woningen heeft drie kamers. Het aantal verhuringen stijgt sterker dan het aantal actief woningzoekenden wat resulteert in een lichte toename van de slaagkans. De slaagkans naar inkomen
is het sterkst toegenomen voor de woningzoekenden met een inkomen tussen de grens van de doelgroep en de grens zelfredzaamheid. Ondanks een daling van het aantal woningzoekenden in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar, neemt de slaagkans voor deze leeftijdgroep af. Meest genoteerde reden van het weigeren van een woning is geen reactie van de woningzoekende. Opvallend is de relatief sterke toename van de weigeringen omdat de kwaliteit van de woning niet voldoet. Met ingang van 20 april 2010 verschijnt de krant wekelijks en kan via internet wekelijks op woningaanbod worden gereageerd. Van alle woningzoekenden die in Schermer op een woning hebben gereageerd, komen 843 (2009: 448) uit de regio en 243 (2009: 135) van buiten de regio. Schermer is vooral populair bij woningzoekenden uit Langedijk en Heerhugowaard. De gemeenten Graft-de Rijp en Schermer trekken meer woningzoekenden van buiten de regio. Het lijkt erop dat de gemeenten die het dichtst bij de stedelijke woningmarkt van de Zaanstreek liggen, relatief veel woningzoekenden van buiten de regio trekken. De groei van het aantal actief woningzoekenden uit Schermer is opvallend te noemen: van 85 in 2006 tot 154 in 2010. Zeker ten opzichte van 2009 is het een forse toename (101). In Schermer was sprake van een instroom van 14 huishoudens uit Alkmaar en van 8 binnengemeentelijke verhuizingen. Gemeente Beemster, Edam-Volendam, Purmerend, Waterland en Zeevang: Regionaal aanbodmodel (Stadsregio) via WoningNet Jaarlijks wordt een rapportage Woonruimteverdeling voor de Stadsregio opgesteld. Daarnaast laat Wooncompagnie specifiek voor de verdeling van het eigen bezit een jaarrapportage opstellen. In het jaar 2010 zijn in de Stadsregio 13.797 woningen verhuurd. Dat is 5% minder dan in 2009. Het aantal verhuurde woningen is daarmee op het laagste punt uit gekomen. De grootste daling is te zien in de verhuur van nieuwbouw. Het afgelopen jaar daalde het aantal verhuringen van nieuwbouwwoningen met meer dan een kwart. Afgelopen jaar was er sprake van een toename van het aanbiedingsresultaat in de hele Stadsregio. De toename - 50 -
was het grootst in Amsterdam en ons deel van de Stadsregio (Noord). Dat betekent dat woningen vaker aangeboden moesten worden om ze verhuurd te krijgen. In ons deel van de regio hadden doorstromers die een woning hebben gekregen gemiddeld een woonduur van 18,5 jaar en stonden starters die een woning hebben gekregen gemiddeld 8,2 jaar ingeschreven. Per gemeente zijn echter grote verschillen te constateren: Gemiddelde woonduur van doorstromers naar gemeente van de woning: Gemeente
Woonduur
Beemster en Zeevang
< 15 jaar
Edam
> 25 jaar
Purmerend en Waterland
20 – 25 jaar
Gemiddelde inschrijfduur van starters naar gemeente van de woning: Gemeente Edam Zeevang Waterland
Gemeente Harenkarspel, Niedorp, Schagen, Wieringermeer en Zijpe, de kern Wieringerwaard in de gemeente Anna Paulowna en de kern Blokker in de gemeente Hoorn, de kern Hoogwoud in de gemeente Opmeer en de kernen Wognum, Nibbixwoud en Zwaagdijk-West in de gemeente Medemblik: Aanbodmodel regio Schagen Wooncompagnie stelt jaarlijks zelf een rapportage op over woonruimteverdeling van vestiging Schagen. In 2010 zijn 397 woningen aangeboden. Ten opzichte van 2009 is dit een daling van 17%. Dit is grotendeels te verklaren door ons verkoopprogramma. Het aantal verkochte woningen is in dit deel van ons werkgebied dan ook hoger dan in 2010. Andere oorzaken zijn een lagere mutatiegraad en een hoger aantal woningen dat niet meer beschikbaar is wegens herstructurering. Aanbod naar woningtype:
Inschrijfduur
Type
> 8 jaar
2010
2009
5 – 6,5 jaar
Eengezinswoning
175 (44%)
248 (52%)
6,5 – 8 jaar
Etage- of galerijwoning
88 (22%)
135 (28%)
Senioren /geschikt voor zorg
86 (22%)
57 (12%)
Duplex / HAT/
48 (12%)
38 (8%)
397 (100%)
478 (100%)
Ultimo 2010 stonden 446.387 woningzoekenden ingeschreven. Van dit aantal waren gedurende het afgelopen jaar 89.225 woningzoekenden actief. In 2009 waren dit er nog 91.151. In 2010 is het gemiddeld aantal reacties van 146 in 2009 gestegen naar 155 reacties per woning. Er was in 2010 minder aanbod, maar er waren ook minder actief woningzoekenden. Omdat het aanbod sneller is gedaald dan het woningzoekendenaantal is de druk wat toegenomen en daardoor is het gemiddeld aantal reacties gestegen. De mutatiegraad voor de gehele regio is uitgekomen op 5,1%. In ons deel van de Stadsregio was de mutatiegraad 6,4%. De mutatiegraad van de vestiging Purmerend lag met 5,3% beduidend lager. Wellicht is dit voor een deel te verklaren door het relatief hoge aandeel eengezinswoningen in ons aanbod (39%) ten opzichte van de collega-corporaties die actief zijn in de Stadsregio Noord (21%).
maisonnette/standplaats Totaal
Het aantal woonpashouders (actief woningzoekenden) is met 9 % gestegen naar 3.869 (2009: 3.539). De toename betreft in absolute zin alle leeftijdscategorieën. Hoewel de gegevens per gemeente verschillen is de gemiddelde stijging in de categorie tot 30 jaar 9%, in de categorie 30-55 jaar 14% en in de categorie boven de 55 jaar 5%. Als het gaat om de huishoudgrootte van de woningzoekenden, is met name de groep eenpersoonshuishoudens toegenomen van 51% in 2009 naar 56% in 2010. Maar liefst 85% van de woningzoekenden betreft een een– of tweepersoons huishouden. Het aanbod betrof in 2010 voor 64% drie- of vierkamer woningen (2009: 62%). De huurprijs lag bij 89% onder de € 535 (2009: 93%). De stijging ten opzichte van
- 51 -
2009 in het aanbod met een huurprijs boven € 535 komt met name door nieuwbouw.
in 2009 naar 46% in 2010. In de gemeenten Zijpe en Niedorp was daarbij de acceptatiegraad het hoogst met 76% respectievelijk 68%.
Aanbod naar kamertal: Kamertal
2010
2009
4 (1%)
8 (2%)
2
87 (22%)
113 (24%)
3
138 (35%)
167 (35%)
4
115 (29%)
130 (27%)
5
53 (13%)
60 (13%)
397 (100%)
478 (100%)
1
Totaal
Woningruil In 2010 hebben in de regio Purmerend tien woningruilen plaatsgevonden. In de regio Schagen betrof het aantal woningruilen twaalf. 5.4.4.
Aanbod naar huurprijs: Huurprijs
2010
2009
< € 425
(31%)
(36%)
€ 425 - € 535
(58%)
(57%)
> € 535
(11%)
(7%)
Totaal
397 (100%)
478 (100%)
Het gemiddeld aantal reacties is aanzienlijk gestegen van 80 in 2009 naar 103 in 2010. De stijging is absoluut bezien in Schagen het grootst, van 180 in 2009 naar 262 reacties gemiddeld in 2010. In Anna Paulowna is de stijging met 62% procentueel bezien het grootst. Het gemiddeld aantal reacties is daar gestegen van 21 naar 34. In de gemeente Zijpe is het gemiddeld aantal reacties met 8% het minst toegenomen. Ook absoluut bezien is het gemiddeld aantal reacties in Zijpe met 38 ten opzichte van het totale gemiddelde van 96 laag. Steeds meer reacties komen via internet binnen. In 2009 was dat 76%; in 2010 is dit gestegen tot 83%. Trend gemiddeld aantal reacties: Gemiddeld aantal reacties 2006
49
2007
50
2008
66
2009
80
2010
103
Door de toename van het aantal woningzoekenden en de vermindering van het aantal beschikbare woningen is de theoretische wachttijd gestegen tot 10,9 jaar (2009: 8,0). De stijging van de werkelijke wachttijd is beperkt van 1,9 jaar in 2009 tot 2,0 jaar in 2010. De gemiddelde acceptatiegraad (eerste acceptatie) is gestegen van 42%
Aandachtsgroepen
Wooncompagnie is er om betaalbare en kwalitatief goede woonruimte te verschaffen. Dat kunnen zelfstandige woningen zijn, of woonvormen in de sfeer van beschermd wonen. We schenken hierbij speciale en gespecialiseerde aandacht aan kwetsbare groepen zoals mensen met de allerlaagste inkomens, mensen met een beperking of zorgvraag, dak– en thuislozen, (ex-) verslaafden, slachtoffers van huiselijk geweld en exgedetineerden. Kwetsbare groepen hebben recht op een gelijke toegang tot de woningmarkt. Voor hen blijven wij het vangnet. Daarnaast zijn huishoudens met een inkomen tot € 33.614 onze primaire doelgroep van beleid conform de ministeriële regeling. De lage middeninkomens (tot € 43.000) zien wij als onze secundaire doelgroep van beleid, omdat zij veel moeite hebben bij het vinden van een bereikbare koopwoning of een woning in de vrije sector. En als de doorstroming van deze groep stagneert (en dus de uitstroom uit de sociale sector), hebben de lagere inkomensgroepen daar direct last van. Statushouders Vanzelfsprekend willen we bijdragen aan de taakstelling die elke gemeente heeft voor het huisvesten van statushouders. Dit zijn asielzoekers met een verblijfsvergunning. Vanaf 2010 hoeven gemeenten geen pardonners meer te huisvesten. Eventuele tekorten of overschotten uit 2009 worden niet verrekend. In 2010 heeft Wooncompagnie in de regio Purmerend in totaal vijftien woningen verhuurd aan statushouders. Er is voldaan aan de taakstelling van Purmerend. De vestiging Schagen fungeert als coördinator voor het huisvesten van statushouders voor de gemeenten waar vestiging Schagen actief is. In de regio Schagen zijn door Wooncompagnie 35 woningen verhuurd aan 50 statushouders. Met uitzondering van de gemeenten
- 52 -
Niedorp (drie) en Wieringermeer (een) hebben de gemeenten voldaan aan hun taakstelling. Opvallend is de verdere daling van de gemiddelde gezinsgrootte van 2,5 in 2008 naar 1,7 in 2009 en 1,4 in 2010. Statushouders betreffen steeds vaker eenpersoonshuishoudens. Urgente woningzoekenden Soms hebben mensen dringend woonruimte nodig en kunnen deze zelf op korte termijn niet vinden. Zij kunnen in dat geval een urgentieverklaring aanvragen. Urgente woningzoekenden krijgen voorrang bij het toewijzen van een vrijgekomen huurwoning. In de regio Purmerend kan een urgentieverklaring bij de desbetreffende gemeente worden aangevraagd. In de regio Schagen kan dit bij de Regionale Adviescommissie Beoordeling Sociale en Medische urgentie. Voor urgentieaanvragen in de gemeente Medemblik geldt de procedure uit de Regionale Huisvestingsverordening in West-Friesland. In 2010 heeft Wooncompagnie in totaal 59 woningzoekenden met een sociaal medische urgentieverklaring gehuisvest. Daarnaast zijn 29 woningzoekenden geherhuisvest met een urgentieverklaring op basis van stadsvernieuwing. Deze kwamen vooral uit Middenmeer, Niedorp, Schagen en Schermer. In Purmerend, Zeevang en Edam zijn in totaal zeven woningen toegewezen op basis van de lokale 5% beleidsruimte van corporaties. Deze ruimte is bedoeld voor woningzoekenden die acuut woonruimte nodig
Totaal toegekend Vertrokken huurders Totaal actieve huurders Totaal toegekend Gemiddeld per huishouden
Totaal toegekend Vertrokken huurders Totaal actieve huurders Totaal toegekend Gemiddeld per huishouden
hebben maar niet binnen bestaande urgentieregelingen geholpen kunnen worden. De corporaties leggen achteraf verantwoording af over het gebruik van de 5%regeling. Beperkt budget Wij streven ernaar dat huurders van onze doelgroep zo min mogelijk een beroep hoeven te doen op huurtoeslag. Bewoners zijn echter vrij om buiten ons om huurtoeslag aan te vragen. Op deze aantallen hebben wij geen zicht. Onderstaand een weergave van het aantal huurders dat hun aanvraag voor huurtoeslag via Wooncompagnie heeft laten lopen. Het toeslagjaar loopt van januari tot december; in januari heeft een aantal aanvragers nog geen toekenning gehad. 5.4.5.
Betaalbare huren
Bij nieuwbouw beperkten wij ons vrijwel altijd tot de aftoppingsgrenzen die gelden voor huurtoeslag. Deze beleidslijn is eind 2010 genuanceerd. Voortaan wordt de maximale grens van de huurtoeslag als bovengrens gedefinieerd. Allereerst speelt de financiële haalbaarheid van projecten daarbij een rol. Daarnaast spelen in onze toewijzingsregels de aftoppingsgrenzen geen rol meer in de zin dat lage inkomens boven die grenzen worden uitgesloten om te reageren. Op dit moment heeft ca. 95% van ons bezit een huurprijs onder de aftoppingsgrenzen. De behoefte bestaat om meer differentiatie aan te brengen in de huurniveaus. Met name voor woningen van zeer goede woontechnische en energetische kwaliteit zullen wij vaker een huurprijs vragen die ligt tussen de
Huurtoeslag per 31-12-2009
Huurtoeslag per 1-1-2010
2482
2102
-15
-16
2467
2086
€ 444.382
€ 385.489
€180
€ 185
Huurtoeslag per 31-12-2010
Huurtoeslag per 1-1-2011
2309
2126
-13
-5
2296
2121
€ 421.294
€ 386.724
€183
€ 182
- 53 -
aftoppingsgrens en de maximale huurgrens van de huurtoeslag. Dit kan nieuwbouw betreffen, maar ook bestaande bouw. Eind 2010 is daarom de beleidslijn losgelaten om bij harmonisatie de geharmoniseerde huurprijs af te toppen op de aftoppingsgrens. We harmoniseren op basis van het voor de woning vastgestelde streefhuurpercentage en toppen zo nodig af op de maximale huurgrens van de huurtoeslag. Mogelijk verhogen we in de toekomst bij mutatie in beperkte mate ook huurprijzen naar de vrije sector. Echter, het in 2011 uit te voeren marktonderzoek zal eerst de behoefte daaraan moeten aantonen. Daarnaast moeten wij ook eerst meer duidelijkheid hebben over de consequenties van het overhevelen van DEAB (Dienst van Algemeen Economisch Belang) naar niet DEAB-bezit. Wooncompagnie blijft vanzelfsprekend bereid een vangnetfunctie te vervullen voor kwetsbare groepen van huurders door een substantieel deel van de huren kunstmatig laag te houden, zowel bij nieuwbouw als bestaande bouw. Dit doen we door minder huur te vragen dan het woningwaarderingsysteem toelaat. Ook al houdt dit in dat we verlies moeten nemen. Een sociale woning kan niet worden gebouwd zonder een onrendabele investering. De huurinkomsten zijn –over de hele levensduur van de woning gezien– onvoldoende om de investering en het beheer van de woning te betalen. Alle woningen hebben in 2010 een inflatievolgende huurverhoging gekregen van 1,2% met uitzondering van: woningen die in 2010 zijn opgeleverd; woningen die worden gesloopt; woningen waar een sociaal plan van kracht was. 5.4.6.
weer kunnen rekenen op correcte betaling van de huur. Ondanks de aanhoudende gevolgen van de recessie heeft Wooncompagnie het huurachterstandpercentage ten opzichte van 2009 gelijk kunnen houden op 0,5% van de bruto jaarhuur. 5.4.7.
In 2010 zijn 34 ontruimingen aangezegd en 14 woningen daadwerkelijk ontruimd. Dat zijn 7 ontruimingen meer dan in 2009. Bij 2 ontruimingen was het proces echter al in 2009 gestart. Een aantal ontruimingen had betrekking op huurachterstand. Het lukt Wooncompagnie om het aantal ontruimingen op basis van huurschuld beperkt te houden, door direct in actie te komen bij een huurachterstand. Door direct te handelen en te komen tot een betalingsafspraak, voorkomen we dat de financiële problemen dusdanig groot worden dat ontruimen onontkoombaar is. Om vroegtijdig in contact te komen met huurders die betalingsproblemen hebben, is de vestiging Schagen in 2010 als proef gestart met huisbezoeken. De verwachting daarbij is dat deze persoonlijke manier van benaderen bevorderend werkt bij het komen tot een oplossing. Bij een positieve evaluatie zal dit worden omgezet in regulier beleid. In Purmerend hebben de corporaties en de gemeente convenanten afgesloten met betrekking tot het Tweede Kansbeleid en voorkoming van dakloosheid (zie subparagraaf 5.4.8). In 2010 zijn twee tweedekans huishoudens toch alsnog ontruimd door (drugs)overlast en onrechtmatige bewoning. In totaal lag bij vier ontruimingen de oorzaak bij (drugs)overlast of onrechtmatige bewoning. 5.4.8.
Huurachterstand
Met ons incassobeleid anticiperen we op slechte betalers en huurders die elke maand te laat betalen. We begrijpen dat financiële problemen vaak niet op zichzelf staan. Bij een problematische schuld kunnen ook andere problemen een rol spelen. We nodigen daarom huurders met (beginnende) betalingsproblemen uit om over hun situatie te komen praten. Het doel is om zo tot een betalingsafspraak te komen en eventueel door te verwijzen naar hulpinstanties. Wij streven naar een oplossing van de problemen zodat we voor de toekomst
Ontruimingen
Tweede Kansbeleid
Ter voorkoming van dakloosheid hebben vijf corporaties en de gemeente Purmerend in 2007 een convenant gesloten waarin afspraken over een Tweede Kansbeleid staan beschreven. In 2009 hebben de gezamenlijke corporaties een voorstel voor verlenging van het Tweede Kansbeleid gedaan naar aanleiding van de resultaten van een evaluatie die eind 2008 is uitgevoerd. Daarbij heeft de gemeente geen sturende rol meer maar een controlerende rol met als doel de resultaten te optimaliseren. Voor het casemanagement werkt
- 54 -
Wooncompagnie samen met het RIBW. In 2010 is name veel aandacht besteed aan het voorkomen van huurschuld, zodat het traject van het Tweede Kans Beleid niet hoeft worden ingezet. Daar waar dat wel nodig was, heeft het Tweede Kans Beleid naar tevredenheid gefunctioneerd.
5.4.9.
Op deze manier krijgen we goed zicht op de klachten en kunnen we de totale dienstverlening verbeteren. Als we er niet uitkomen met de huurder, dan kan deze een beroep doen op een Geschillencommissie. De samenstelling en de werkwijze van elke commissie is vastgelegd in een reglement. Wij stellen de huurder na de uitspraak schriftelijk op de hoogte van de eventueel te nemen maatregelen. Op onze website is de werkwijze omtrent klachten en geschillen weergegeven en is de wegwijzer voor klachten en geschillen te downloaden. In 2010 heeft de vestiging Schagen zeventien klachten ontvangen over onze dienstverlening. De aard van de klachten heeft te maken met: miscommunicatie over de betaling van de Woonkrant; niet reageren op brieven van de klant; geen duidelijkheid verschaffen over termijn afhandeling reparatieverzoeken; niet nakomen van afspraken; gedrag tijdens huisbezoek; niet reageren op melding reparatieverzoek; niet tevreden met standpunt Wooncompagnie; niet reageren op telefonische melding reparatie.
Klachten en Geschillen
De klachten over onze dienstverlening worden per vestiging op één centraal punt bijgehouden. De medewerkers werken volgens een vaste procedure wanneer ze een klacht ontvangen. Als er een klacht wordt ingediend, ontvangt de huurder zo spoedig mogelijk een ontvangstbevestiging. We geven daarbij aan hoe lang het duurt voordat Wooncompagnie actie onderneemt. Tussentijds houden we de huurder op de hoogte van wat er met de klacht gebeurt. De status van de klacht kan op elk gewenst moment bekeken worden. Na afhandeling van een klacht nemen wij contact op om te vragen of de huurder tevreden is over de manier waarop Wooncompagnie de klacht heeft afgehandeld.
De vestiging Purmerend heeft in 2010 negentien klachten over onze dienstverlening ontvangen. De aard van de klachten had te maken met: niet nakomen van afspraken door derden; afhandelen van reparatieverzoek; ontevreden over uitvoering en communicatie van planmatig onderhoud; niet eens met beslissing opzichter; hoogte factuur mutatiekosten; ontevreden over kwaliteit uitgevoerde werkzaamheden; ontevreden over telefonisch contact met medewerker Wooncompagnie. Regionale Klachtencommissie Woonruimteverdeling (regio Schagen) In het werkgebied Schagen is een Regionale Klachtencommissie Woonruimteverdeling actief voor alle gemeenten in dit werkgebied. Ook inwoners van de gemeente Medemblik kunnen klachten over de woonruimteverdeling aan deze commissie sturen. Klachten over woonruimteverdeling in de overige
- 55 -
gemeenten in West-Friesland worden behandeld door de Regionale Klachtencommissie Woningtoewijzing WestFriesland. De klachtencommissie regio Schagen heeft in 2010 twee klachten ontvangen. Eén klager is door de commissie in het gelijk gesteld. Geschillenadviescommissie Kop van Noord-Holland Geschillen uit het werkgebied van de vestiging Schagen die niet over de woonruimteverdeling gaan, worden behandeld door de Geschillenadviescommissie Kop van Noord-Holland. Er zijn in 2010 vijf klachten ingediend over Wooncompagnie. Daarvan zijn vier klachten in goed overleg opgelost. Eén klacht is niet ontvankelijk verklaard omdat deze al bij de Huurcommissie liep. De onderwerpen van de geschillen zijn divers. Zo was een huurder het niet eens met de informatie op de verhuurdersverklaring, een huurder was niet tevreden over de hoogte van een schadevergoeding en de duur van de afhandeling bij overlastklachten heeft tweemaal geleid tot een geschil. Geschillencommissie Samenwerkende Woningcorporaties Waterland (SWW) In de zes gemeenten van het werkgebied van de vestiging Purmerend worden de geschillen behandeld door de geschillencommissie SWW. Deze werkt –behalve voor Wooncompagnie– ook voor De Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam en met ingang van 2009 ook voor Stichting Woningbeheer De Vooruitgang in Volendam. De geschillencommissie heeft in 2010 twee klachten over Wooncompagnie behandeld. Een daarvan is ongegrond verklaard. De tweede klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard en in goed overleg opgelost. Huurcommissie Naar aanleiding van de huurverhoging in 2010 zijn drie bezwaarschriften tegen de huurverhoging ingediend. Twee uitspraken van de Huurcommissie zijn ten gunste van Wooncompagnie uitgevallen omdat de bezwaarschriften ten onrechte waren ingediend. Een bezwaarschrift is gehonoreerd en betrof een huurverhoging ondanks een reeds genomen sloopbesluit.
5.5. 5.5.1.
De kwaliteit en ontwikkeling van vastgoed Strategisch Portefeuillebeleid
Het Strategisch Portefeuillebeleid (SPB) wordt in de corporatiesector steeds meer gezien als een noodzakelijk instrument dat leidend is in de uitvoering van de primaire taakstelling van een corporatie. Dit is bij Wooncompagnie niet anders. Immers, in het SPB komen demografie en marktontwikkelingen, de passendheid van de woningvoorraad voor nu en in de toekomst en de verwachte ontwikkeling van de woonlasten samen. Al deze punten hebben betrekking op de kernactiviteiten van Wooncompagnie, namelijk het realiseren, verhuren en beheren van woningen met een aanbod dat aansluit bij wat de maatschappij van ons vraagt. In het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’ is opgenomen dat het SPB vanaf 2009 structureel onderdeel uitmaakt van de beleidscyclus van Wooncompagnie, waarmee aangegeven wordt dat het SPB een belangrijk onderdeel is van de bedrijfssturing van Wooncompagnie. Voor het ontwikkelen en uitvoeren van het SPB hanteert Wooncompagnie de beleidsachtbaan van Rigo Research en Advies BV. Het strategische en het operationele niveau raken elkaar op het tactisch niveau in de vorm van de buurtanalyses. In 2009 heeft Wooncompagnie een meerjarenplanning voor de cyclus van het SPB opgesteld. De planning omvat het actualiseren van de strategische kaders, de buurtanalyses, de complexbeheerplannen en het marktonderzoek en heeft een logische aansluiting met de vierjaarlijkse cyclus van het ondernemingsplan. In de tweede helft van 2009 zijn de buurtanalyses opgesteld. Op basis daarvan is voor alle kernen aangevuld of de positie gehandhaafd moeten blijven, en zo ja, of de positie dan kleiner, gelijk of verstevigd moet worden. Omdat vanuit de buurtanalyses op basis van andere criteria dan bij de kleine kernendiscussie is gekeken naar de kernen, heeft dat voor sommige kernen geleid tot een aangepast advies. Begin 2010 is het SPB besproken met de SHO en ter advisering aan hen voorgelegd. Met name de voorgestelde koers in de kleine kernen waar
- 56 -
Strategisch Portefeuille Beleid
Eindrapportage
Werkgroep SPB
Buurtanalyses
Opdracht Project groep
Complexbeheerplannen
Wooncompagnie zeer weinig bezit heeft, gaf veel aanleiding tot discussie. Eind 2010 zijn de grootste knelpunten opgelost. Begin 2011 heeft de SHO een positief advies afgegeven waarna de buurtanalyses en de geactualiseerde verkooplijst is vastgesteld. Tweede helft 2010 zijn de complexbeheerplannen geactualiseerd op basis van de buurtanalyses en het in april 2010 vastgestelde energiebeleid. Voor de komende vier jaar zijn de strategieën doorberekend (inclusief energetische maatregelen en terugverdiencapaciteit) en in de begroting opgenomen. Begin 2011 zijn na het vaststellen van de buurtanalyses en de geactualiseerde verkooplijst, de laatste complexbeheerplannen afgerond en vastgesteld. Tevens is in december 2010 een start gemaakt met het actualiseren van het marktonderzoek. Besloten is dit onderzoek wederom door het Rigo te laten uitvoeren. Om trends en ontwikkelingen goed zichtbaar te krijgen, is de vraagstelling voor een belangrijk deel hetzelfde als in het vorige marktonderzoek. Wel is nu heel expliciet de ontwikkeling, woonsituatie en woonwensen van huishoudens met een inkomen tot € 33.614 en huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en € 43.000 meegenomen. Deze informatie is essentieel voor het maken van de juiste beleidskeuzes als reactie op de ministeriële regeling en de definiëring van onze doelgroepen van beleid; in 2011 zal de strategische beleidsnotitie van het SPB worden geactualiseerd. 5.5.2.
Onderhoud en kwaliteit bestaande woningvoorraad
ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen, veiligheid en energiebesparing. De kosten om de woningen naar standaardkwaliteit te brengen komen voor onze rekening. Waar mogelijk bieden we op individuele basis, tegen huurverhoging of eenmalige bijdrage, een aantal aanpassingen in de woning aan. In 2010 is het Functioneel Programma van Eisen (PvE) opgesteld, het Technisch PvE aangescherpt en samengevoegd tot één PvE. Het Functioneel PvE is opgesteld om gebruiksvriendelijke woningen te realiseren, die in de toekomst hun functionele eigenschappen behouden of makkelijk aanpasbaar zijn aan de toekomstige eisen en wensen van onze huurders. Het Functioneel PvE is bedoeld voor de nieuwbouw van eengezins–, meergezins– en nultrapswoningen. De overige typen zijn buiten dit PvE gelaten. Voor de bestaande bouw is het Functioneel PvE ook van toepassing, al zal daar in alle redelijkheid gekeken moeten worden welke eisen haalbaar zijn. Het Technisch PvE is bedoeld voor de nieuwbouw en het onderhoud met betrekking tot doorexploitatie. In principe dient bij elk project het PvE gebruikt te worden. Het is mogelijk om van delen van het PvE af te wijken, zij het goed beargumenteerd. Indien blijkt dat in de praktijk consequent van een onderdeel van het PvE wordt afgeweken, zal dit aangepast dienen te worden. Het voornemen is één keer per half jaar het PvE te herzien. In 2010 zijn de volgende onderhoudsprojecten uitgevoerd:
Wooncompagnie onderhoudt haar woningen conform haar portefeuillebeleid. We onderhouden ze niet alleen, de kwaliteit wordt ook verbeterd. We gaan mee met de - 57 -
Edam In het seniorencomplex het Ye zijn op verzoek van bewoners een lift en nieuwe bergingen geplaatst.
CV ketels in het bezit van Wooncompagnie beschikt inmiddels over een hoog rendement. Dit levert de huurders een energiebesparing op.
Purmerend In Purmerend is in 2010 een aantal grote projecten uitgevoerd. Zowel aan de Castorstraat/Polluxstraat als aan de Diligencehof zijn kozijnen vervangen. In de Diligencehof zijn daarbij ook de goten vervangen. Voor de Castorstraat is volstaan met het opknappen van de goten omdat daar over een aantal jaar dakvervanging gepland staat. Aan het Beatrixplein zijn naast schilderwerkzaamheden ook werkzaamheden aan de gevel uitgevoerd.
Mechanische ventilatie In 2010 is gestart met planmatig onderhoud van de mechanische ventilatiesystemen in onze woningen. Er zijn ongeveer 780 onderhoudsbeurten uitgevoerd en 380 vervangingen.
Schagen In Schagen is onderhoud gepleegd aan de 108 woningen in onder andere de G. Breitnerstraat en J. Marisstraat. De onderhoudswerkzaamheden omvatten het vervangen van de bergingskozijnen, het aanbrengen van nieuwe draaiende delen, het vervangen van de bestaande beglazing door isolatiebeglazing en het saneren van de asbestpanelen. De woningen van dit project scoren na het onderhoud twee energielabels hoger. Schagerbrug Bij twee woningen in Schagerbrug is een pilot uitgevoerd op het gebied van energiebesparing. Naast geclusterde onderhoudswerkzaamheden is extra geïsoleerd en zijn energiebesparende installaties aangebracht. Deze woningen zijn van een F en G-label naar een B-label gegaan. Schilderwerk algemeen In 2010 is bij ongeveer 2400 woningen schilderwerk en houtrotherstel uitgevoerd. Veiligheidskeuringen In 2010 zijn voor 400 woningen veiligheidskeuringen uitgevoerd, en zijn de gevonden gebreken opgelost of is de bewoner verzocht deze op te lossen. De pilot is positief verlopen en zal voor de komende jaren worden voortgezet. HR Combiketels In 2010 zijn ruim 500 cv-ketels vervangen door nieuwe, energiezuinige HR-combiketels. Ongeveer 95% van de
Badkamers en toiletten Na een uitgebreid inkooptraject zijn we in 2010 van start gegaan met het planmatig vervangen van badkamers en toiletten. Hiervoor zijn drie aannemers geselecteerd die ieder gemiddeld drie badkamers en toiletten per week uitvoeren. Er zijn planmatig 200 badkamers vervangen en 300 toiletten, naast de individuele vervangingen bij lekkages.
Preventief onderhoud Huurders hebben al langere tijd de mogelijkheid om gebruik te maken van preventief onderhoud. In de praktijk bleek echter dat niet meer dan 30% van de aangeschreven bewoners zich aanmelden. Als proef is eind 2009 in Schagen gestart met een andere aanpak waarbij preventief onderhoud wordt ingepland. Dit blijkt zeer succesvol want meer dan 85% van de huurders hebben gebruik gemaakt van deze dienstverlening. De reacties van de huurders zijn zeer positief en de verwachting is dat dit een positief effect zal hebben op het serviceonderhoud door een vermindering van het aantal serviceverzoeken.
- 58 -
5.6.
Energiebeleid en milieu
huurverhoging is overeengekomen met de SHO.
Als maatschappelijke organisatie willen we verantwoord omgaan met energie en grondstoffen. Méér nog dan we nu al doen. We sluiten ons daarom aan bij de opgave van de corporatiesector als geheel om tot 2025 een vermindering van 20% van het energieverbruik in onze woningen te realiseren. Wij hebben onszelf als doel gesteld om gedurende de looptijd van het ondernemingsplan gemiddeld 8% te besparen op het theoretisch energieverbruik van onze woningen. Het slopen van woningen met een slecht energielabel en het toevoegen van energetisch hoogwaardige nieuwbouw wordt daarbij overigens buiten beschouwing gelaten. Wooncompagnie heeft haar bijdrage daarvoor bepaald op netto € 8 miljoen euro voor vier jaar. Om aan deze doelstelling invulling te kunnen geven, is eind 2009 het energiebeleid van Wooncompagnie intern afgerond. Begin 2010 is deze beleidsnota ter advisering voorgelegd aan de SHO, wat heeft geleid tot een positief advies. In de beleidsnota zijn de kaders vastgelegd wanneer we welke maatregelen treffen en hoe de prioritering tot stand komt. Wooncompagnie vraagt bij extra maatregelen een bijdrage door middel van een huurverhoging ter hoogte van maximaal 60% van de theoretische besparing aan energielasten. Ook de wijze van berekenen van de
Uitgangspunt van het energiebeleid is om energiebesparende maatregelen zoveel mogelijk gelijktijdig uit te voeren met (planmatig) onderhoudsmaatregelen. In de meerjaren onderhoudsbegroting zijn reeds maatregelen opgenomen die leiden tot energiebesparing. Bij ketelvervanging wordt standaard een HR-ketel geplaatst ter vervanging van de oude, meestal minder energiezuinige, ketel. Hierdoor wordt, door het grote aantal vervangingen, een substantiële energiebesparing geboekt. Ook bij kozijnvervanging wordt het bestaande glas (meestal enkelglas of oud isolatieglas) standaard vervangen door HR++-glas. Dat is in 2010 grootschalig gebeurd bij de complexen Diligencehof en Castorstraat in Purmerend. Omdat dit standaard onderhoudsmaatregelen zijn, vragen wij de huurders hiervoor geen huurverhoging. Daarnaast wordt op verzoek van bewoners HR++-glas geplaatst in individuele gevallen. Hier betalen huurders wel een huurverhoging voor. Met het actualiseren van de complexbeheerplannen is in 2010 de koppeling gelegd tussen energetische maatregelen ingegeven vanuit het energiebeleid en reeds geplande onderhoudsmaatregelen. Doorrekening
- 59 -
van de complexbeheerplannen heeft laten zien dat de doelstelling van 8% besparing op het energieverbruik met de totaal geplande energetische maatregelen wordt gehaald. In de looptijd van het ondernemingsplan willen we vier inspirerende en tot de verbeelding sprekende projecten realiseren op het gebied van energie en milieu. Het gaat om twee projecten in de nieuwbouw en twee in het bestaand bezit. Begin 2010 zijn twee nieuwbouwprojecten aangewezen als inspirerend project op het gebied van energie en milieu. Het betreft het project Dijkgatshoeve in Wieringermeer (zie subparagraaf 5.6.3). Het tweede nieuwbouwproject betreft de bouw van tien koopwoningen en acht huurwoningen in Middenmeer. Alle woningen hebben een warmtepomp en een meer duurzame Rc. De huurwoningen worden voorzien van PV-cellen. Voor de kopers is dat een optie. De huurwoningen bereiken daarmee een EPC van 0,48. Ten tijde van de bouwaanvraag was de eis 0,8 (is inmiddels 0,6). Het project start als 70% van de koopwoningen is verkocht is (naar verwachting eind 2011). In 2010 zijn ook voor de bestaande bouw twee projecten aangewezen. In Schagen worden zes identieke woonblokken energetisch opgewaardeerd. Daarbij zullen drie verschillende innovatieve systemen worden gebruikt, zodat het mogelijk is om goed te evalueren welk systeem zowel in besparing als in wooncomfort het beste resultaat levert. De uitvoering zal eind 2012 / begin 2013 starten. Het tweede project in de bestaande bouw dat is aangewezen als inspirerend project, betreft de opwaardering van seniorencomplex het Ye in Edam. Dit project bevindt zich in de initiatieffase. Tevens is in 2010 een tweetal (pilot)projecten uitgevoerd in de bestaande bouw waarbij energiebesparende maatregelen gecombineerd zijn met onderhoudsingrepen. Het gaat om in totaal 110 woningen, 108 in Schagen en twee in Schagerbrug. Van beide projecten is de uitvoering gestart vóór vaststelling van het energiebeleid. Hier is dus geen huurverhoging doorberekend. Wel is in beide projecten sprake van een levensduurverlenging.
Vanuit het thema ‘Duurzaam investeren’ is de doelstelling geformuleerd dat wij een stimuleringsregeling willen inrichten voor het toepassen van energiebesparende maatregelen, om onze bewoners te motiveren deze actie onder regie van Wooncompagnie uit te voeren. In het vastgestelde energiebeleid is omschreven hoe wij de bewoners kunnen motiveren om energiebesparende maatregelen te treffen. Dit zijn met name faciliterende en financiële maatregelen. In 2011 zullen wij dit nader concretiseren door een actualisatie van het beleid met betrekking tot zelf aangebrachte voorzieningen.
Lage Meterstanden Loterij Om het onderwerp alvast onder de aandacht van de klanten te brengen, is Wooncompagnie begin 2010 van start gegaan met de Lage Meterstandenloterij. Dit project is opgezet in samenwerking met Ressort Wonen, Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, HW Wonen en Eneco Energie. De Lage Meterstanden Loterij is een spel dat mensen enthousiast moet maken om energie te besparen. Zes weken lang geven de
- 60 -
deelnemers hun meterstand door. Met de besparingen die in de loop van de weken werd behaald, kon men ‘taartpunten’ winnen. De grootste bespaarders konden daarnaast diverse prijzen winnen. Wooncompagnie heeft haar huurders in Middenbeemster, Tuitjenhorn en Warmenhuizen de mogelijkheid gegeven om deel te nemen aan de Lage Meterstanden Loterij. Van de 1100 huishoudens hebben 70 daadwerkelijk meegedaan. Wekelijks kon men leuke prijzen winnen en taartpunten sparen. Aan het einde van het spel konden zij de verdiende taartpunten daadwerkelijk bij een lokale bakker ophalen. De reacties van de deelnemende huurders waren enthousiast. Ook Eneco is tevreden over het verloop van de pilot. In 2011 zal hier dan ook een vervolg aan worden gegeven. Op de corporatiedag van Aedes in 2011 zal aandacht worden besteed aan dit vervolg om collega-corporaties enthousiast te maken over de Lage Meterstanden Loterij. FSC convenant Sinds 2009 handelt Wooncompagnie geheel volgens het FSC convenant. In 2009 is het briefpapier aangepast. Het briefpapier en de enveloppen zijn van milieuvriendelijk papier en dragen het milieukeurmerk FSC. Per 1 januari 2010 is tevens overgestapt op het gebruik van de enveloppen, vervaardigd van papier met het keurmerk. Bij bouw- en onderhoudsprojecten wordt gebruik gemaakt van hout met het FSC keurmerk. Begin 2010 is het FSC convenant daadwerkelijk ondertekend. Op 25 november heeft Wooncompagnie een FSC bijeenkomst georganiseerd. Tijdens de bijeenkomst kwamen diverse sprekers aan het woord om onze aannemers te overtuigen van het gebruik van FSC hout. De aanwezigen werden geïnformeerd over de huidige staat van het bos in Indonesië, het effect van ontbossing, de veranderingen in de houtmarkt, het belang van de bouwsector en welke voordelen FSC biedt. Er kwamen enkel positieve reacties van de aannemers en zij zagen in dat zij niet achter kunnen blijven in het gebruik van FSC hout. Dag van de duurzaamheid Op 11 november 2010 is de landelijke dag van de duurzaamheid gehouden. Om die reden heeft de
vestiging Purmerend onder het personeel een ‘weggeeftafel’ georganiseerd. Alle collega’s konden voorafgaand aan 11 november spullen inleveren die hij of zij zelf niet meer gebruikt. Zo ontvingen we veel speelgoed, keukenspullen, boeken, dvd’s en ook kleding, tuintafels en campingspullen. In een ‘winkeltje’ gemaakt in de vergaderzaal ontvingen we collega’s om spullen uit te zoeken en mee te nemen. De winkel is goed bezocht! De spullen die over zijn gebleven hebben we naar de kringloopwinkel gebracht. De reacties op dit initiatief waren enthousiast. In 2011 zullen we het dan ook weer organiseren.
5.7.
Nieuwbouw
Bouwcompagnie is de projectontwikkelingsafdeling van Wooncompagnie Zij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, realisatie en eventueel verkoop van nieuwbouwprojecten. Ook de herstructureringsprojecten vallen onder verantwoording van Bouwcompagnie. Uitgebreide informatie over de projecten is te vinden op www.bouwcompagnie.nl.
- 61 -
Uiteraard is ook Bouwcompagnie vast verankerd in Noord-Holland. De medewerkers kennen het gebied en voelen zich betrokken bij de ontwikkeling van de Provincie. Bouwcompagnie zet zich in om delen van dorpen of wijken te herontwikkelen, passend binnen de natuurlijke elementen die de omgeving zo karakteriseren én met respect voor de historie en haar bewoners. Een overzicht van de in 2010 opgeleverde nieuwbouw ten behoeve van verhuur staat vermeld in subparagraaf 5.2.2. 5.7.1.
Maatschappelijk vastgoed
Wooncompagnie heeft in 2009 een kadernotitie opgesteld waarin is vastgelegd onder welke condities wij bereid zijn te investeren in maatschappelijk vastgoed. De kadernotitie gaat zowel in op financiële als op procesmatige en inhoudelijke kaders en randvoorwaarden. Deze kadernotitie helpt ons om onze belanghouders (vooraf) helderheid te verschaffen wanneer en onder welke voorwaarden Wooncompagnie bereid is maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen en wanneer niet. In 2010 heeft de Trevinwerkgroep maatschappelijke huisvesting & maatschappelijk vastgoed een kadernotitie maatschappelijk vastgoed opgesteld. Doel van de kadernotitie is om de Trevincorporaties beter in staat te stellen om beargumenteerd en weloverwogen wel of niet te participeren in een initiatief met betrekking tot maatschappelijk vastgoed. Daarnaast schept het uiteraard duidelijkheid voor gemeenten en onze partners in het maatschappelijk middenveld; helder is wanneer wij wel of niet zullen participeren, en waarom. Begin 2011 zal Wooncompagnie haar kadernotitie daar waar nodig verbeteren, aanscherpen en aanvullen aan de hand na de kadernotitie die is opgesteld door de Trevinwerkgroep. Ook in 2010 zijn nieuwe initiatieven gestart en heeft Wooncompagnie maatschappelijk vastgoed gerealiseerd dan wel gerenoveerd, zoals: Brede school Purmerend In de nieuwbouwwijk Europa in Weidevenne te Purmerend hebben Bouwcompagnie en de gemeente
Purmerend samen onder andere een brede school, kinderopvang, gymzaal, dagopvang en woningen voor meervoudig gehandicapte kinderen ontwikkeld. Al deze activiteiten zijn geconcentreerd onder één dak. De gemeente Purmerend was verantwoordelijk voor de bouw van de school (zestien lokalen), de gymzaal en de kinderopvang (SKOP). Tevens hebben zij een parkeeroplossing gebouwd met bovenop het dak een basketbalveld. Bouwcompagnie heeft 1900 m2 dagopvang voor meervoudig gehandicapte kinderen en zestien minder validen (miva) woningen ontwikkeld. Daarnaast bevat het gebouw een therapeutisch zwembad. Stichting Odion huurt zowel de dagopvang als de woningen. In oktober 2008 is de bouw van het complex gestart en in het eerste kwartaal van 2010 is het project opgeleverd. Wijksteunpunt Marken Eind 2009 is Wooncompagnie gestart met de realisatie van een wijksteunpunt op Marken. Het bestaande dorpshuis ’t Trefpunt wordt uitgebreid met de functie wijksteunpunt. Tevens wordt het bestaande dorpshuis gedeeltelijk verbouwd en uitgebreid. In dit nieuwe dorpshuis c.q. wijksteunpunt zullen onder andere een bibliotheek, fysiotherapie, fitness, dagopvang, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang worden ondergebracht. In 2009 is een huurovereenkomst afgesloten met het bestuur. De officiële opening van ‘t Trefpunt heeft in het bijzijn van de Commissaris van de Koningin plaatsgevonden op 30 oktober 2010. Hospice Purmerend Met het hospice ‘In Vrijheid’ Waterland is eind 2009 een intentieovereenkomst afgesloten om een hospice te realiseren in de wijk Overwhere in Purmerend. In 2010 is gebleken dat het project financieel niet haalbaar was. In overleg is het ontwerp aangepast. De architectonische kwaliteit van het eerste ontwerp heeft daarbij plaats moeten maken voor een soberder maar doelmatig ontwerp. Er is een nieuw directievoorstel gemaakt gebaseerd op dit nieuwe concept. Met het bestuur van het hospice wordt begin januari 2011 een nieuwe intentieovereenkomst gesloten die is gebaseerd op nieuwe uitgangspunten. De verwachting is dat eind 2011 gestart kan worden met de bouw.
- 62 -
Project Oosthuizen en Beets Wooncompagnie heeft in 2010 veelvuldig overleg gepleegd met de gemeente Zeevang over de diverse wensen van de gemeente met betrekking tot woningbouw en maatschappelijk vastgoed. Door Ortec worden diverse scenario’s doorgerekend. Op basis daarvan zal begin 2011 opnieuw met de gemeente worden overlegd. Het verkopen van bestaand bezit zal daarbij tevens een gespreksonderwerp zijn. Vooralsnog geeft de gemeente nog geen toestemming tot verkoop van bestaand bezit. Voor Wooncompagnie is dit wel een absolute voorwaarde. Enerzijds omdat verkoop de onrendabele investeringen in het maatschappelijk vastgoed deels kan dekken. Anderzijds willen wij door het laten rollen van de voorraad onze portefeuille beter aan laten sluiten bij de huidige en toekomstige vraag. Dorpshuis Uitdam De inwoners van Uitdam zijn letterlijk en figuurlijk weer ‘onder de pannen’. Vanaf medio februari 2011 kunnen ze voor verschillende activiteiten terecht in het nieuwe dorpshuis na een bouwperiode van bijna een jaar. Het dorpshuis, dat wordt beheerd door de Stichting Dorpshuis Onder de Pannen, voldoet aan alle moderne eisen en heeft een efficiënte indeling. Het project heeft een karakteristieke, maar eigentijdse uitstraling. Het Dorpshuis is belangrijk voor de gemeenschap. Het is een plek waar verschillende activiteiten kunnen worden gehouden en waar je elkaar kunt ontmoeten. Het project is een samenwerking tussen de gemeente Waterland, stichting Dorpshuis Onder de Pannen en
Wooncompagnie. De nieuwbouwplannen zijn ontwikkeld door Bouwcompagnie. ‘De Andere Oever’ Stichting Odion Purmerend In mei 2010 is het project Oeverlanden opgeleverd. Wooncompagnie heeft op een bijzondere locatie aan het water, in samenwerking met de Linden Groep, 43 sociale huurwoningen gerealiseerd. Deze zijn vooral bestemd voor alleenstaanden en kleinere huishoudens. Bovendien bevinden zich op de eerste en tweede verdieping van het gebouw vijftien appartementen ten behoeve van de stichting Odion. Deze stichting ondersteunt volwassenen en kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijk beperking, zodat ze een zo’n gewoon mogelijk leven kunnen leiden. Naast de aangepaste woningen is op de begane grond een ruimte voor dagbesteding ontwikkeld en eetcafé de Andere Oever. Het is een bijzondere eetgelegenheid omdat hier mensen met een verstandelijke beperking werken. Samen met hun begeleiders bereiden ze de maaltijd voor, zorgen ze voor de bediening en zetten ze een smakelijke maaltijd op tafel. Kinderdagverblijf Purmerend In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor de bouw van een nieuw complex voor buitenschoolse opvang in Purmerend. Op maandag 10 januari 2011 is de eerste paal geslagen voor dit project. Het complex zal worden gehuurd door Partou Kinderopvang. Het ontwerp van
- 63 -
het gebouw is geïnspireerd door de ‘open luchtschool’ van architect Jan Duiker. Binnen dat ontwerp draait alles om het contact met de buitenwereld; de buitenlucht. Het gebouw voor de buitenschoolse opvang in de Weidevenne zal zes lokalen omvatten, verdeeld over twee lagen. Alle lokalen hebben aan de zuidkant grote schuifpuien van zeven meter breed. Via deze puien kijken de kinderen regelrecht de wijde wereld in én kunnen ze naar het speelterrein of het ruime balkon. Bovendien is bewust gekozen voor meer lokalen dan strikt noodzakelijk is.
5.7.2.
Deze overmaat biedt de kans eenvoudig met verschillende thema's te werken. Zo worden een theaterlokaal, een bouwplaatslokaal en een natuurlokaal ingericht, maar ook een heus atelier voor beeldende vorming. Bij de bouw van het complex, dat een goede warmte-isolatie en energiezuinige installaties krijgt, worden duurzame materialen gebruikt. Bovenal is het gebouw levensloopbestendig ontworpen. Het gebouw is nu zeer geschikt als BSO, maar in de toekomst kan er op eenvoudige wijze ook een viertal appartementen worden gerealiseerd.
Ook in 2010 zijn nieuwe initiatieven gestart en heeft Wooncompagnie maatschappelijke huisvesting gerealiseerd dan wel gerenoveerd, zoals:
Maatschappelijke huisvesting
Wooncompagnie schenkt speciale en gespecialiseerde aandacht aan kwetsbare groepen zoals mensen met een handicap of zorgvraag. Kwetsbare groepen hebben recht op een gelijke toegang tot de woningmarkt en voor hen blijven wij het vangnet. Eind 2010 is de Trevinwerkgroep maatschappelijke huisvesting & maatschappelijk vastgoed na het gereedkomen van de kadernotitie maatschappelijk vastgoed gestart met het opstellen van een kadernotitie maatschappelijke huisvesting. De doelstelling is daarbij gelijk.
Zorgboerderij Burgerbrug Aan de Grote Sloot in Burgerbrug heeft Wooncompagnie een boerderij aangekocht. Deze boerderij is verbouwd tot een zorgboerderij annex tuinderij voor cliënten en begeleiding van de Raphaëlstichting, Scorlewald.
- 64 -
De voormalige koeienstal is verbouwd tot een bloemenkas. Deze kas biedt een beschermde werkomgeving aan de cliënten van de Raphaëlstichting.
geuren, geluiden, vanzelfsprekende ervaringen van dag en avond, weersomstandigheden en seizoenen. De modelboerderij bestaat uit een stolpboerderij, erf, opstallen en een agrarische omgeving. Op het erf rond om de boerderij zullen drie of vier woningen voor elk zes mensen met dementie gerealiseerd worden. In de Hulst zelf zal ook ruimte worden gerealiseerd waar activiteiten kunnen worden gehouden. De bouw is op 18 augustus 2010 van start gegaan. Het project zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2011 worden opgeleverd. Bij het project worden extra energetische maatregelen getroffen. Zo worden een zonneboiler en warmtepomp geplaatst. De EPC komt uit op 0,5. Dijkgatshoeve Wieringermeer Wooncompagnie is in Wieringerwerf in samenwerking met de Raphaëlstichting bezig met de ontwikkeling van een zorgboerderij waarin aan verstandelijk beperkten, begeleiding, zorg en huisvesting zal worden geboden. Tevens zullen er ook bedrijfsruimten ten behoeve van die zorgverlening worden gerealiseerd. De boerderij zal als volgt worden ingedeeld: twee groepswoonvoorzieningen van elk zes wooneenheden; twaalf wooneenheden voor zelfstandig wonende cliënten; een woonappartement voor een medewerker; een medewerkers eengezinswoning.
WarmThuis Oterleek In 2005 heeft Wooncompagnie een prachtige maar vervallen stolpboerderij ‘de Hulst’ aangekocht. Nadat het plan met sociale huur– en koopwoningen werd afgeblazen, zijn wij benaderd door Stichting WarmThuis, een organisatie van wonen en welzijn dementie. Stichting WarmThuis zocht een locatie waar zij hun principes vorm zouden kunnen geven in een modelboerderij voor mensen met dementie in de gemeente Schermer (Oterleek). WarmThuis gaat uit van het gegeven dat mensen met dementie als gevolg van deze ziekte, behoefte hebben aan een herkenbare en veilige omgeving waar zij zich geborgen voelen. Naast een kleinschalige omgeving die zoveel mogelijk voldoet aan het archetype ‘huis’ is een rijk aanbod aan herkenbare, zogenaamde non-cognitieve prikkels onderdeel van dit concept. Een agrarische omgeving heeft van nature een rijk aanbod van deze prikkels zoals
De bouw is in augustus 2010 gestart en zal naar verwachting in het najaar van 2011 worden opgeleverd. De wooneenheden zullen worden toegewezen aan cliënten met indicatie door de Raphaëlstichting. Dijkgatshoeve is tevens een nieuwbouwproject dat is aangewezen als inspirerend project op het gebied van energie en milieu. In het project worden vernieuwende technieken toegepast. De zorgboerderij zal energetisch geheel ‘self supporting’ zijn. Daarnaast raakt het ook de dagbesteding van de bewoners. Zij zullen (zoveel als mogelijk) zelf het hout in de omgeving zoeken dat benodigd is voor de houtovens. Mobiele mantelzorgwoning Beemster Eind 2010 heeft Wooncompagnie een mobiele mantelzorgwoning gebouwd. De mantelzorgwoning omvat een woonkamer, keuken, slaapkamer en
- 65 -
badkamer. De woning is rolstoeltoegankelijk, heeft een eigen ingang en kan volledig worden aangepast aan de speciale behoeften van de gebruiker. Het idee van een mobiele mantelzorgwoning is ontstaan in het samenwerkingsverband ‘De Verbinding’ (zie paragraaf 4.5). Het afgelopen jaar werd de regelgeving voor verschillende vormen van mantelzorgwoningen in de participerende gemeenten in De Verbinding verruimd.
Ook is besloten een pilot te starten met een mobiele mantelzorgwoning in de Beemster. De ervaringen worden uitgewisseld met de gemeenten Schermer, Graft-De Rijp en Zeevang. De woning wordt verhuurd door Wooncompagnie.
- 66 -
‘Wonen is emotie’
denkt over de hele breedte met ons mee. Ze helpt huurders indien gewenst bij het overkopen van hun woning of bij het doorstromen naar een andere woning. Verouderde huurwoningen worden duurzaam opgeknapt indien mogelijk en anders vervangen door woningen waar vraag naar is.’
Burgemeester Wieringermeer over samen werken aan woonkwaliteit ‘Duurzaamheid komt neer op handelen met aandacht voor de toekomst’, definieert burgemeester P.F. (Peter) Leegwater van Wieringermeer. ‘Thuis, waar je zuinig omgaat met energie. En op gemeentelijk niveau, waar dorpen aantrekkelijke woonplaatsen moeten zijn. Voor huidige én toekomstige generaties.’ De burgemeester spreekt over deze impactvolle missie en de rol van Wooncompagnie. Er is de afgelopen jaren in Wieringermeer veel bereikt op het gebied van huisvesting en leefomgeving. Leegwater, burgemeester sinds begin 2007: ‘Er staan hier veel huurwoningen: een erfenis uit de jaren’50 en ’60 toen legio agrarische arbeiders veelal tijdelijk gehuisvest moesten worden. Gelukkig richt Wooncompagnie, eigenaar van veel huurhuizen, zich op het stimuleren van eigen woningbezit. De bewonersvoordelen zijn duidelijk. Ze kunnen hun woning naar eigen wens inrichten en aanpassen, wat bovendien het straatbeeld verlevendigt. Daarnaast biedt een eigen woning op termijn meer financiële vrijheid dan een huurhuis.’ Balans in totaalaanbod Aan de andere kant kent Leegwater ook de noodzaak van huurwoningen. ‘Natuurlijk, bepaalde omstandigheden laten mensen soms geen andere keus. Daarom streven we naar een uitgebalanceerd totaalaanbod. Wooncompagnie ziet dit als geen ander en
Van weerstand naar tevredenheid Klinkt gemakkelijk. Maar alsof het beleid bepalen niet al lastig genoeg is, volgen de echte hobbels pas in de praktijk. Leegwater: ‘Wonen is emotie. Dus als mensen hun huizen moeten verlaten, tijdelijk of voorgoed, kan dat weerstand opleveren. Wooncompagnie besteedt daarom veel aandacht aan de communicatie met onze inwoners. Met informatieavonden en inspraakmogelijkheden wordt gedurende het hele proces de nodige betrokkenheid gecreëerd. Het mooiste is dat 99% procent van de mensen na de ingreep enthousiast is over de verkregen verbeteringen. De herstructurering in Slootdorp vormt het bewijs. Hebben we toch iets moois gebracht.’ Maatschappelijke rol Momenteel leidt Wooncompagnie een herstructurering in Middenmeer, een ingrijpende operatie om het dorp een toekomst als fijne woonplaats te geven. Dat gaat verder dan alleen woningen renoveren. ‘De drie scholen zijn verhuisd naar een hagelnieuwe en compleet uitgeruste brede school. Een letterlijke investering in de toekomst. Op de voormalige schoollocaties wordt gevarieerde nieuwbouw ontwikkeld: van sociale huur tot vrije kavels. Het winkelgebied wordt aangepakt, de zorgsector wordt geclusterd en er komen nieuwe jeugdvoorzieningen. Hieruit blijkt dat Wooncompagnie haar maatschappelijke rol optimaal vervult. Ze denkt mee en dóet mee’, stelt Leegwater tevreden.
- 67 -
Voor iedereen Wooncompagnie is de enige speler in de huursector in Wieringermeer. Zou enige concurrentie niet beter zijn? ‘Nou, met fusie tot gemeente 'Hollands Kroon' zal die vanzelf wel komen. Maar concurrentie is in mijn ogen geen must hoor. Misschien gaat dat zelfs ten koste van de kwaliteit. Wooncompagnie doet het hier uitstekend en onze decennialange relatie is meer dan goed. Duurzaam zou ik willen zeggen! Dat is een basisvereiste voor succesvol woningbeleid en gebiedsontwikkeling. Natuurlijk verschillen we soms van mening, maar dat levert gezonde spanning en nieuwe inzichten op. Uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: de leefbaarheid bevorderen en goed wonen bereikbaar maken voor iedereen. Als men in Anna Paulowna, Niedorp en Wieringen deze wens ook koestert, beveel ik Wooncompagnie van harte aan.’
‘Wooncompagnie vervult haar maatschappelijke rol optimaal. Ze denkt mee en dóet mee’
Burgemeester P.F. (Peter) Leegwater van gemeente Wieringermeer
- 68 -
Innovatief Ondernemen Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
15. Direct en interactief contact (tweerichtingsverkeer) met onze klanten. Zodat we onze klanten kennen en weten wat we ze moeten bieden. We registreren klantcontacten in een klantrelatiesysteem. Medewerkers informeren elkaar via dit systeem en ook persoonlijk over klantcontacten en gemaakte afspraken. 16. Een persoonlijke, digitale woonwinkel voor klanten (mijnwooncompagnie.nl), toegankelijk via onze website. De klant kan hier persoonlijke gegevens inzien en wijzigen, opdrachten inplannen, informatie opvragen en geven, etc. 17. Twee denktanks (met interne en externe expertise): één op het gebied van milieu en één op het gebied van productontwikkeling. Beide komen minimaal één maal per jaar bijeen. 18. Kiezen welke eigendomsvormen tussen huur en koop wij – naast Koopzeker – actief gaan aanbieden om huurders te verleiden tot een stap in hun wooncarrière. 19. Een huur-, investerings- en onderhoudsbeleid afgestemd op het beperken van de woonlasten cq. de stijging van de woonlastenquote, met bijzondere aandacht voor de huurders met de laagste inkomens (voor wie wij een vangnetfunctie vervullen).
- 69 -
6. Innovatief ondernemen Kennis registreren Met ons woonaanbod en onze diensten willen we zo goed mogelijk inspelen op vragen uit de samenleving. Om dat goed te kunnen doen is het essentieel dat we onze klanten en maatschappelijke partners nog beter leren kennen. Relevante informatie zullen we daartoe op een goede manier moeten vastleggen en op een zinnige manier gebruiken. Wooncompagnie heeft hiertoe € 400.000 gereserveerd voor de duur van het ondernemingsplan. In 2009 is vestiging Schagen gestart met een pilot om de gegevens van de klant te actualiseren en completeren. Dit wordt gedaan door schriftelijk contact op te nemen met onze huurders. Tijdens de proef in Niedorp bleek dat de vraagstelling aangepast moest worden om het juiste resultaat te behalen. Het streven is om in 2011 de proef om te zetten in een reguliere werkwijze waarbij periodiek de gegevens ter controle worden voorgelegd aan de huurders.
Klantcontacten We willen ook op andere manieren met onze klanten communiceren, en niet alleen met de klanten die ons opzoeken maar ook met degenen die dat niet doen. Men moet met ons in contact kunnen treden en zaken zelf kunnen regelen wanneer dat hen het beste uitkomt. Indien gewenst zonder tussenkomst van een medewerker en onafhankelijk van onze openingstijden. Wooncompagnie wil daartoe een persoonlijke, digitale woonwinkel voor klanten opzetten die toegankelijk zal zijn via onze website (www.mijnwooncompagnie.nl). De klant kan hier persoonlijke gegevens inzien en wijzigen, opdrachten inplannen, informatie opvragen en geven, enzovoort. In 2010 is gestart met het opstellen van een functioneel Programma van Eisen voor een digitale woonwinkel. Begin 2011zal dit PvE gereed zijn. Daarnaast is in 2009 is gestart met de voorbereidingen van een digitaal klantenpanel. In 2010 is het eerste digitale klantenpanel gehouden. Het thema was verkoop. Wij zijn tevreden over de resultaten van het eerste digitale klantenpanel. Van de 129 panelleden hebben 111 de enquête ingevuld. Dit komt neer op een respons van 86%.
- 70 -
De uitslag geeft ons een mooi beeld hoe huurders denken over de verkoop van huurwoningen en geeft ons handvatten voor nader beleid. De volgende enquête is in voorbereiding genomen en handelt over de ministeriële regeling (toewijzingsregels). Een heel persoonlijke methode om met individuele huurders in contact te komen, was het project ‘Op de koffie bij…’. In 2010 bezochten medewerkers van Wooncompagnie in de regio Purmerend maar liefst 239 huurders voor een informeel gesprek. De huurdersbezoeken werden afgelegd door steeds twee wisselende medewerkers, uit alle gelederen van de organisatie. Doel van de ‘koffiebezoeken’ was het contact met de huurders te versterken en de dienstverlening waar mogelijk te verbeteren. Verder wilden we via het project de betrokkenheid van huurders bij Wooncompagnie vergroten en het gevolgde beleid toetsen. Tijdens de bezoeken stond een aantal thema’s centraal. Zo werd met de huurders gepraat over de fysieke en sociale woonomgeving, de voorzieningen in de buurt, de persoonlijke situatie en de verwachtingen en wensen. Veel voorkomende vragen bij huurders betroffen het onderhoud aan de woning, maar ook de thema’s energie en leefbaarheid kwamen vaak aan bod. Sommige bewoners hadden veel vragen, anderen wilden alleen laten zien hoe ze de woning hadden opgeknapt. Of gewoon gezellig praten over de dingen die ze bezighouden. Via een antwoordkaart konden huurders hun reactie geven op de huurdersbezoeken. De reacties van de huurders waren zeer positief. De meeste bewoners gaven aan dat ze het prettig vonden om eens persoonlijk contact te hebben met een medewerker van Wooncompagnie en in een informele sfeer al hun vragen te kunnen stellen. De resultaten van de huurdersbezoeken worden begin 2011 nader geëvalueerd en voorgelegd aan de huurders. Verder zal het beleid naar aanleiding van de bevindingen, waar nodig, worden aangepast. Praktische zaken, zoals wensen op het gebied van onderhoud, zijn naar aanleiding van de bezoeken direct opgepakt. In 2010 hebben we onze klanten ook bij ons op de koffie uitgenodigd. In oktober 2010 hebben de
vestigingen een open dag georganiseerd. Beide open dagen waren een groot succes. Het hoofddoel, extra persoonlijk contact met klanten, is dan ook in alle opzichten behaald. Met vele positieve reacties als bonus. Mensen kwamen gemakkelijk binnen, genietend van een hapje, een drankje en live muziek. En ondertussen kregen zij antwoord op al hun vragen op woongebied. De open dag van de vestiging Schagen was druk, gezellig en nuttig. Maar liefst 400 mensen bezochten de open dag. Zowel huidige huurders van Wooncompagnie als woningzoekenden wisten het vestigingskantoor te vinden. Sommigen voor een vrijblijvend kijkje achter de schermen, anderen voor antwoord op een specifieke vraag. Bezoekers konden informatie krijgen over alles wat te maken heeft met het huren of kopen van een woning; van woonruimteverdeling tot nieuwbouwprojecten. De vestiging liet zien méér te doen dan woningen verhuren. Energiebesparende concepten, keukenvervanging, service– en onderhoudsdienst, leefbaarheidprojecten; over elk onderwerp was wel een informatiestand aanwezig. Ook de huurdersverenigingen waren van de partij. Daarnaast was gezorgd voor de nodige afleiding. Uiteraard een hapje en een drankje, maar ook een springkussen, clowns en ballonnen voor de kleintjes. Voor de volwassenen was de workshop huisnummermozaïeken een doorslaand succes. De open dag van vestigingskantoor Purmerend stond in het teken van ‘gezond wonen & leven’. Ook in Purmerend was het bezoekersaantal hoog en waren alle standhouders erg enthousiast. Onder andere de ongediertebestrijder, de brandweer, de zorgverzekeraar en zelfs de sportschoolmedewerksters hadden het er maar druk mee. Ook de stand van de plantenkenner was erg populair. De best vertegenwoordigde doelgroep tijdens de open dag, de senioren, stelden ook de aanwezigheid op prijs van WonenPlus, Vereniging Vervoer Ouderen (VVO), Stichting Spurd en Clup Welzijnswerk. Een grote publieksbinder was de workshop pompoenen versieren. Gezien het grote succes zullen de vestigingen in 2011 wederom een open dag organiseren.
- 71 -
Denktank milieu De vraag van onze klant en relaties is geen statisch gegeven maar ontwikkelt zich voortdurend. Naast het nauwlettend volgen van deze ontwikkeling door metingen en onderzoek, heeft Wooncompagnie in het ondernemingsplan de doelstelling geformuleerd om een denktank op te richten met interne en externe expertise, gericht op verdieping en instigatie. Deze denktank zal zich richten op het thema milieu, gezien het hoofdthema duurzaam investeren. Op 8 november 2010 is de conferentie ‘Energiebesparing maatregelen in de bestaande bouw’ gehouden. Deze conferentie was bedoeld voor wethouders en beleidsmakers bij gemeenten en directie en beleidmakers van corporaties. Doel van de conferentie was het belang van het uitvoeren van energiebesparende maatregelen in de bestaande bouw onder de aandacht te brengen. Ter voorbereiding van deze conferentie heeft Wooncompagnie deel genomen in de klankbordgroep. In de periode van de voorbereiding heeft Wooncompagnie het initiatief genomen om een platform van corporaties op te richten. Wooncompagnie is enthousiast over het opgestelde energiebeleid (zie paragraaf 5.6) en wil dit uitdragen. Zowel naar haar bewoners als naar collega-corporaties. Dit is voor Wooncompagnie de drijfveer geweest voor het initiatief van het platform. In de corporatiesector is veel kennis over bestaande bouw en energiebesparing aanwezig. In het platform kan deze kennis worden uitgewisseld en gebundeld. Na een inventarisatieronde bleek dat er voldoende interesse was om het platform daadwerkelijk op te richten. Tijdens de conferentie op 8 november is het ‘Eco-platform Corporaties Bestaande Bouw’ met een deelname van veertien corporaties officieel van start gegaan.
bij een andere corporatie georganiseerd. De coördinatie van het platform ligt bij Wooncompagnie. Soms worden specialisten van buiten de sector uitgenodigd. De onderwerpen voor het platform zijn een afgeleide van de conferentie van 8 november 2010. Aan de orde komt onder andere: woonlasten / huurconsequenties; afstemming gemeente en corporaties, belemmeringen en oplossingen; aanpak bij huurwoningen en particuliere woningen; (bewoners) communicatie; bewonersgedrag; technische ontwikkelingen / toepassingen; themabijeenkomsten. Productontwikkeling Wooncompagnie wil haar productenpakket van huur–, koopwoningen uitbreiden. Het thema productontwikkeling is in Trevinverband verder opgepakt. Eind 2009 is de Trevinwerkgroep huur & koop van start gegaan. Deze werkgroep heeft in 2010 voor de Trevincorporaties een inventariserende notitie opgesteld met betrekking tot reeds toegepaste
Het platform stelt zich tot doel een open discussieplatform te zijn waarbij gebruik wordt gemaakt van de ervaringen, kennis en expertise van medewerkers in de corporatiesector en de gemeenten waarin de corporaties actief zijn. Daarbij is het platform een inspiratiebron en kennisbank voor de corporatiesector en gemeenten. Het platform richt zich voornamelijk op energiebesparing in de bestaande bouw en de daaraan verbonden consequenties. Het platform komt eens per kwartaal bij elkaar. De bijeenkomsten worden elke keer - 72 -
koopconstructies en financieringsvormen. Op basis van dit onderzoek heeft Wooncompagnie besloten om in 2011 te gaan werken met het product Koopgarant in plaats van Koopzeker. Eind 2010 is de licentie van Koopgarant aangekocht. Tevens is positief besloten over het product Startersrenteregeling. De verwachting is dat we door beide producten naast elkaar toe te passen, meer huishoudens met een laag middeninkomen in staat kunnen stellen een woning te kopen. Daarnaast bevordert dit de uitstroom uit de sociale huursector wat uiteindelijk meer kansen biedt voor in- en doorstroom binnen de sociale huursector. Begin 2011 wordt de implementatie van Koopgarant opgepakt en zullen de mogelijkheden van de Startersrenteregeling nader worden onderzocht. Woonlasten beheersbaar houden Een laatste item van innovatief ondernemen is voor Wooncompagnie het beheersbaar houden van de ‘woonquote’ van onze klanten. Om de woonlasten beheersbaar te houden, is Wooncompagnie vanzelfsprekend bereid een vangnetfunctie te vervullen voor kwetsbare groepen van huurders. Wet– en regelgeving maakt nu nog dat wij dat alleen kunnen doen door alle huren over de hele linie kunstmatig laat te houden. Redenerend vanuit een woonquote, vindt Wooncompagnie een hogere woonlast echter geoorloofd naarmate het inkomen van de klant hoger is. Middelen, bedoeld om de woonlasten beheersbaar te houden, kunnen op die manier effectiever worden ingezet ten behoeve van diegenen die dat echt nodig hebben. De mogelijkheden van inkomensafhankelijk beleid zijn zoals gezegd op dit moment erg beperkt, al is in het Regeerakkoord opgenomen dat aan huurders met een inkomen hoger dan € 43.000 een huurverhoging van inflatie + 5% gevraagd mag gaan worden. Wooncompagnie is voornemens deze beleidsruimte te gaan benutten omdat deze huishoudens niet gedefinieerd zijn tot onze doelgroep van beleid en over voldoende middelen beschikken om hun wooncarrière voort te zetten in de vrije huursector dan wel in de koopsector. Eind 2009 is een startnotitie opgesteld over aanpassingen van het huurbeleid bij mutatie. In deze startnotitie wordt onder andere een koppeling gelegd tussen de huurhoogte en het energielabel van de
woning. Hoofdlijn in deze notitie wordt gevormd door het uitgangspunt dat de netto huurprijs als percentage van de maximale huurprijs lager is naarmate de woning een slechter energielabel heeft en vice versa. Door het beleid op deze manier in te richten, versterken wij het effect dat zal optreden als het energielabel een plek krijgt in de woningwaardering om zo de woonlasten van de klant beheersbaar te houden. Daarnaast vormt deze inrichting van het beleid een extra zelfstimulans om te investeren in energetische maatregelen. In 2009 hebben wij in het jaarverslag gemeld dat wij wachten op de implementatie van nieuwe wet– en regelgeving omtrent het energielabel in de woningwaardering en de concrete effecten daarvan, alvorens wij hervorming van ons huurbeleid nader zouden uitwerken en bespreken met de SHO. Deze wetgeving heeft erg lang op zich laten wachten en zal naar verwachting medio 2011 pas beslag krijgen. Inmiddels is per 1 januari 2011 de ministeriële regeling van kracht geworden. De actualisatie van ons streefhuurbeleid moet zeker ook in samenhang met de effecten van deze ministeriële regeling worden bezien. Het woningmarktonderzoek dat Wooncompagnie begin 2011 laat uitvoeren, zal ons op dat punt meer inzicht verschaffen. Actualisatie van het streefhuurbeleid is dan ook uitgesteld naar medio 2011. Wij kunnen ook direct invloed uitoefenen op de woonquote met ons investeringsbeleid met betrekking tot energetische maatregelen. Wij hebben onszelf dan ook als doel gesteld om gedurende de looptijd van het ondernemingsplan gemiddeld 8% te besparen op het theoretisch energieverbruik van onze woningen. Wooncompagnie heeft haar bijdrage daarvoor bepaald op netto acht miljoen euro voor vier jaar. Begin 2010 is het energiebeleid met een positief advies van de SHO definitief vastgesteld. In de beleidsnota zijn de kaders vastgelegd wanneer we welke maatregelen treffen, hoe de prioritering tot stand komt en welke huurverhoging wordt gevraagd. Omdat de huurverhoging maximaal 60% van de theoretische besparing aan energielasten bedraagt, zal de klant te allen tijde profiteren van een verlaging van de woonlasten.
- 73 -
De actualisatie van het onderhoudsbeleid en investeringsbeleid op basis van het inkomensniveau is voor 2011 en 2012 ingepland.
- 74 -
Eigen wensen Op 1 januari 2010 ging de operatie van start. En hoe. Bianca: ‘Alles werd gesloopt. Alleen de buitenmuren stonden er nog! Dat was wel even schrikken. Gelukkig konden we met onze vragen altijd terecht bij de woonconsulenten van Wooncompagnie. En bij Aannemingsbedrijf Ooijevaar; een betere aannemer hadden ze niet kunnen uitzoeken. Zonder problemen namen ze onze wensen mee qua indeling en aansluitingen voor de badkamer en keuken. Flexibel, meedenkend en netjes. Zelfs met onze koikarpers werd zorgvuldig rekening gehouden.’
Innovatief ondernemen is ook duurzaam vooruitkijken Oog voor de bewoners én hun woonlasten Een half jaar leefden Bianca en Pascal de Jong met hun twee zoons in een andere woning. ‘Het was kamperen tussen stenen muren’, zegt Pascal, ‘maar het eindresultaat was alle moeite meer dan waard. Hij doelt op hun eigen woning, die ondertussen grondig werd gerenoveerd door Wooncompagnie. ‘We wonen nu mooier, comfortabeler én goedkoper!’ Ruim twintig jaar geleden ging het stel samenwonen aan de J.A. de Boerstraat in Schagerbrug. De staat van hun twee-onder-een-kapwoning, gebouwd in de jaren vijftig, was bedenkelijk. ‘Dat merkten we goed aan onze stookkosten: 366 euro per maand. En dan moesten we na de afrekening vaak nóg honderden euro’s bijbetalen!’, aldus Bianca. Kopen of renoveren De ingrijpende plannen van Wooncompagnie kwamen dus als geroepen. Pascal: ‘Onze buren en wij konden kiezen: het huis overkopen of laten renoveren tot energiezuinige testwoning. Wooncompagnie wilde ze namelijk aanpakken om te ontdekken welke energiebesparing verschillende maatregelen per saldo opleveren. Met open en eerlijke hulp van Wooncompagnie hebben we beide opties uitvoerig vergeleken. Uiteindelijk was de keuze niet moeilijk: optimaal woongenot zónder hypotheekschuld. ’
Pascal en Bianca de Jong
- 75 -
Impact De zes maanden in een vreemd huis hadden meer impact op het gezinsleven dan de familie had verwacht. ‘Het was bepaald geen vakantie. Onze zoon wilde zijn vrienden niet eens ontvangen. Daarbij mis je gewoon veel van je spullen, vaste plekjes en je buren. Wooncompagnie had ons al gewaarschuwd en hielp waar mogelijk, maar de wetenschap dat alles tijdelijk is maakt wonen heel vreemd. Gelukkig zaten we vlakbij ons eigen huis: de snelle bouwvorderingen gaven altijd weer positieve energie’, beschrijft Pascal.
Lagere woonlasten Pascal lacht tevreden: ‘Ons vernieuwde huis woont heerlijk comfortabel en bespaart ons nu al geld! Vorige maand betaalden we nog maar 166 euro aan gas en elektra. De besparing is dus veel groter dan de huurverhoging door de verbouwing.’ Bianca vult aan: ‘Wij zijn onwijs gelukkig met het resultaat en de manier waarop het tot stand is gekomen. Ik hoop dat de pilot voor Wooncompagnie net zo goed uitpakt als voor ons!’
Volledige aanpak Het ‘kamperen’ werd rijkelijk beloond. De woning is volledig gerenoveerd en voorzien van energiebesparende producten: dak, spouw- en vloerisolatie, kunststof kozijnen, vloerverwarming, mechanisch ventilatiesysteem. ‘Maar we hebben ook een nieuwe keuken, badkamer, toilet, álles! Zelfs de indeling is aangepast aan onze wensen’ vertelt Bianca enthousiast. ‘En de buitenkant is aangepakt. Gevelbekleding, dakgoten, muurcoating en we hebben dakpannen gekregen die mooi kleuren bij de zonnecollectoren.’
‘Ons vernieuwde huis woont heerlijk comfortabel en bespaart ons nu al geld’
Fraaie, bescheiden radiatoren ter ondersteuning van de vloerverwarming.
- 76 -
De organisatie Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
20. Leiderschap met de verantwoordelijkheden laag in de organisatie. Dit betekent in ieder geval dat medewerkers worden betrokken bij het bepalen van en sturen op doelstellingen. En ook dat zij worden geïnformeerd over de resultaten en hun bijdrage daaraan. 21. Het netwerkdenken is eigen gemaakt door de hele organisatie. Het handelen van medewerkers is gericht op samenwerken en het realiseren van toegevoegde waarde in de interne en externe keten. 22. Partnerorganisaties, huurders en medewerkers worden betrokken bij het maken van keuzes op strategisch en tactisch niveau. 23. Onze informatie is op orde: helder is wat we willen weten, waar we het vandaan halen (intern, extern, toekomstverwachtingen, bij onze partners, uit de markt, bij klanten, uit benchmarks) en waar we het terug kunnen vinden. 24. Medewerkers en belanghouders weten waar Wooncompagnie voor staat. Doelen en kaders zijn volstrekt helder (niet multi-interpretabel). Met een duidelijke focus, waar echt op gestuurd wordt. Als doelen niet gehaald worden, wordt hierover verantwoording afgelegd en waar mogelijk tijdig bijgestuurd en verbeterd (proactief).
- 77 -
7. De organisatie Wooncompagnie heeft ambities en zet met het ondernemingsplan de koers uit voor de komende jaren. De mensen die de organisatie van Wooncompagnie vormen, zullen de gestelde doelen moeten verwezenlijken. Daartoe zal de organisatie van Wooncompagnie optimaal moeten zijn toegerust. Voor alles moet de uitgezette koers voor een ieder helder zijn. De medewerkers moeten niet alleen weten maar ook echt begrijpen wat we willen bereiken. Dat vergt ruimte voor inbreng en discussie, gevolgd door heldere besluitvorming en communicatie die niet voor meerdere interpretaties vatbaar is. Daarnaast stelt het eisen aan leiderschap: onze leidinggevenden moeten in staat zijn om medewerkers eigen verantwoordelijkheid te geven, hen te coachen en te motiveren. Ze te betrekken bij het bepalen van de doelstellingen, duidelijk te maken of de doelstellingen worden gehaald en wat ieders bijdrage daarin is (geweest). Het stelt vervolgens ook eisen aan samenwerking. Wooncompagnie werkt veel samen met andere maatschappelijke partners. Zoals eerder geformuleerd, willen we deze samenwerkingsverbanden meer structureren en effectiever maken. Voor de medewerkers van Wooncompagnie betekent dit dat zij, intern en extern, goed moeten kunnen samenwerken en dat het ‘netwerkdenken’ in de hele organisatie verankerd is. Wooncompagnie is financieel gezond en het is noodzakelijk dat zo te houden om de geformuleerde doelstellingen te kunnen waarmaken. Zicht op toekomstige risico’s is daarbij belangrijk. Voor de financiële vertaling van de beleidskeuzes uit het ondernemingsplan staat helderheid over de reële financiële ruimte voorop. Voor de gewenste omvang van het weerstandsvermogen heeft Wooncompagnie een harde ondergrens gesteld waarop actief wordt gestuurd. Voor een gezonde operationele kasstroom hanteren we een ICR van jaarlijks minimaal 1,4. - 78 -
7.1.
Verslag ondernemingsraad 2010
Samenstelling ondernemingsraad
Conform het reglement bestaat de ondernemingsraad van Wooncompagnie uit zeven leden die worden gekozen door en uit de volgende kiesgroepen: twee leden door en uit vestiging Schagen; twee leden door en uit vestiging Purmerend; twee leden door en uit de centrale vestiging (hoofdkantoor Hoorn); één lid wordt gekozen door en uit de gehele organisatie (in een tweede verkiezingsronde). De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Om de twee jaar treden twee leden af, met dien verstande dat er nooit twee leden uit dezelfde kiesgroep tegelijk aftredend zijn. In elke derde verkiezingsperiode zijn drie leden aftredend. De aftredende leden zijn direct herkiesbaar. In 2010 was het voornemen om per kiesgroep algemene verkiezingen te houden voor twee zetels in de kiesgroep Schagen en een zetel in de kiesgroep Purmerend.
Een aftredend lid van de kiesgroep Schagen stelde zichzelf direct herkiesbaar. Het tweede aftredend lid uit de kiesgroep Schagen heeft besloten te stoppen met de werkzaamheden voor de ondernemingsraad en stelde zichzelf niet verkiesbaar. Voor de tweede zetel in kiesgroep Schagen hadden zich geen nieuwe kandidaten aangemeld. Het aftredend lid van de kiesgroep Purmerend stelde zich direct herkiesbaar en een nieuwe kandidaat heeft zich aangemeld. Voor het herkiesbare lid was het echter om gezondheidsredenen niet mogelijk om campagne te voeren en bestond er onduidelijkheid over hoe lang hij uit de roulatie zou zijn. De lege zetel in de kiesgroep Schagen en het feit dat het herkiesbare lid uit de kiesgroep Purmerend mogelijk voor langere tijd uit de roulatie zou zijn, heeft gemaakt dat besloten is om, in afwijking van het reglement, geen verkiezingen voor de kiesgroep Purmerend te houden de plek in kiesgroep Schagen op te vullen met de kandidaat van vestiging Purmerend. De eerst vrijkomende plek in kiesgroep Purmerend zal daardoor worden teruggegeven aan kiesgroep Schagen.
De samenstelling van de OR per 31 december 2010 Functie
Naam
Kiesgroep
Voorzitter
Peter Cornielje
Hoorn
Organisatie & Samenwerking
Secretaris
Ingeborg van den Bergh
Hoorn
Communicaite & Organisatie
Vice-voorzitter / notulist
Hanneke van Ofwegen
Hoorn
Personeelsbeleid / ARBO
Lid (herkozen 2010)
Silvan Wiersma
Schagen
Lid (nieuw 2010)
Mariël Esser
Purmerend
Lid (herkozen 2010)
Anton de Wit
Purmerend
ARBO
Lid
Sandra Hoffs
Purmerend
Personeelsbeleid
- 79 -
Taken
Communicatie & Samenwerking
Tijdsbelasting
De ondernemingsraad heeft het afgelopen jaar wederom afspraken met de directie gemaakt over de te besteden tijd aan OR-werk. Elke week is er voor elk OR-lid vier uur gereserveerd. Indien dit voor de eigen functiegerelateerde werkzaamheden of de werkzaamheden van directe collega’s leidt tot een te grote belasting, is de leidinggevende bevoegd deze vier uur per week opvullen. In principe gebruiken de leden de donderdagochtend voor OR-gerelateerde werkzaamheden, inclusief vergaderen. Deze afspraak geeft duidelijkheid aan de ondernemingsraad maar vooral ook duidelijkheid aan de overige medewerkers van de organisatie. Ongeplande tijdsbelasting
In 2010 is er door het Dagelijks Bestuur van de ondernemingsraad extra tijd besteed aan het onderwerp Trevin. Dit resulteerde in een bijkomende tijdsbelasting van ca. 125 uur per persoon. Voor het jaar 2010 zijn hier geen afspraken over gemaakt. In 2011 staat het op de agenda om hier wel afspraken over te maken. Cursusdagen
De volledige ondernemingsraad is in maart een dag op cursus geweest in het kader van de CAO 2010. In november heeft de ondernemingsraad een cursusdag gevolgd over de werkkostenregeling en de CAO 2010. Daarnaast is in 2010 een dag georganiseerd in het kader van het leiderschapstraject met de directie en de twee externe begeleiders van het leiderschapstraject. Doel van de dag was met name bijpraten en afstemmen. De ondernemingsraad heeft dit als een informatieve en constructieve dag ervaren. Vergaderstructuur en onderwerpen
De ondernemingsraad heeft in 2010 onderling twintig keer vergaderd en acht keer formeel met de directie overleg gevoerd. Daarbij is driemaal een afvaardiging van de Raad van Commissarissen aanwezig geweest. Zaken die tijdens deze drie vergaderingen aan de orde zijn gekomen zijn onder andere:
terugblik 2009, stand van zaken en vooruitblik 2011; leiderschapstraject; mogelijke fusie met Wherestad; Samenwerking binnen Trevin. De ondernemingsraad heeft het als positief ervaren dat in 2010 het contact met de Raad van Commissarissen wat intensiever is geweest dan in voorgaande jaren. De overleggen verliepen in een open en transparante sfeer. Tijdens de overige vijf vergaderingen met de directie en de onderlinge overleggen kwam in 2010 onder andere aan de orde: samenwerking binnen Trevin; doorontwikkeling; mogelijke fusie met Wherestad; werkdruk; Plan van Aanpak, vragenlijst en evaluatie; medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO); ARBO; Plan van Aanpak agressiebeleid; collectieve vrije dagen; bedrijfsplan Bouwcompagnie; functieomschrijving Controller Bouwcompagnie; pilot functiedifferentiatie; opleiding en ontwikkeling; wagenparkbeheer; zakelijke kilometers met privéauto. Adviezen
De ondernemingsraad heeft in 2010 twee adviezen voorgelegd gekregen: doorontwikkeling (prefase en opdracht kwartiermaker); pilot functiedifferentiatie. Met betrekking tot de doorontwikkeling heeft de ondernemingsraad een positief advies afgegeven op de prefase na gesproken te hebben met de medewerkers van de afdelingen Bouwcompagnie en Vastgoed. De ondernemingsraad is tevens aanwezig geweest bij de presentaties die de directie heeft gehouden voor alle afdelingen. Daardoor was de Ondernemingsraad op de hoogte van de reacties, vragen en opmerkingen van de medewerkers.
- 80 -
wordt wel met de directeurbestuurder afgerond. De ondernemingsraad is positief over deze aangepaste werkwijze.
Wat betreft de opdracht voor de kwartiermaker heeft de ondernemingsraad enkele aanvullingen geadviseerd. Deze betroffen het onderzoeken van de mogelijkheden tot een efficiënter secretariaat, het onderzoeken van nut en noodzaak van de functie van manager Vastgoed en de taken, rol en positie van deze managersfunctie. Deze aanvullingen zijn opgenomen in de opdracht voor de kwartiermaker maar kwamen niet terug in het rapport van de kwartiermaker. Wel komen deze punten terug in de volgende adviestraject (2011).
De directie heeft geen advies gevraagd met betrekking tot het fusietraject met Wherestad: Fusie bleek in het vooronderzoek en voordat het adviestraject nog moest worden ingezet, geen optie. Instemming
Wat betreft de pilot functiedifferentiatie heeft de ondernemingsraad ook positief geadviseerd over de pilot. De doelstellingen van de pilot en wijze van evalueren waren goed omschreven en SMART gemaakt. Wel heeft de ondernemingsraad twee aanbevelingen gedaan. Eén betrof de looptijd van de pilot. De ondernemingsraad was van mening dat deze met 18 weken te kort was en heeft geadviseerd dit te verlengen naar 36 weken. De looptijd is uiteindelijk verlengd naar 28 weken. Wat betreft de breedte van de pilot heeft de ondernemingsraad geadviseerd de pilot bij meer (minder procesgebonden) afdelingen in te voeren. Dit advies is niet overgenomen omdat de urgentie bij de voorgestelde pilotafdelingen Bedrijfsadministratie (BA) en Finance Planning & Control (FPC) veruit de hoogste prioriteit had. De ondernemingsraad is ten tijde van het schrijven van dit jaarverslag nog in afwachting van de definitieve adviesaanvraag met betrekking tot functiedifferentiatie. In het kader van het leiderschapstraject heeft de Ondernemingsraad een aantal ongevraagde adviezen afgegeven. Doordat de directie de ondernemingsraad goed betrekt bij het leiderschapstraject, wordt de ondernemingsraad ook in staat gesteld om een proactieve bijdrage te kunnen leveren. Het leiderschapstraject heeft er overigens toe geleid dat de samenwerking tussen de ondernemingsraad en de directie is aangepast. Daar waar voorheen alleen de directeurbestuurder de gesprekspartner was van de ondernemingsraad, is nu afgesproken dat de ondernemingsraad zich voor informatie (ook) tot de betreffende manager kan wenden. Het formele traject
Eind 2010 is conform de CAO de aangepaste opleidingsregeling van kracht geworden. De ondernemingsraad heeft daarbij bereikt dat het percentage vergoedingen in de zogenaamde C-categorie opgeplust is ten opzichte van de CAO. Tevens heeft de ondernemingsraad ingestemd met het voorstel over de vergoeding van zakelijke kilometers met een privéauto. De voorgestelde regeling is voor de werknemers gunstiger dan in de CAO is bepaald, wat voor de ondernemingsraad voldoende reden gaf om in te stemmen. De ondernemingsraad heeft ingestemd met het Plan van Aanpak van de verbouwing van het kantoorpand in Hoorn. Ook is ingestemd met het Agressiebeleid. Als laatste heeft de ondernemingsraad ingestemd met de opdracht tot het uitvoeren van een Taak Risico Analyse (TRA) van het buitengebied (risico’s bezit). Na enkele door de directie overgenomen suggesties van de ondernemingsraad om het Plan van Aanpak (PvA) meer SMART te maken, is ook ingestemd met het PvA. Initiatief
De ondernemingsraad heeft in 2010 één keer gebruik gemaakt van het initiatiefrecht. Op initiatief van de ondernemingsraad van Wooncompagnie is namens de ondernemingsraden van de Trevin-corporaties voorgesteld een Pre-OR Trevin in te richten. Op dit moment zijn alle medewerkers gedetacheerd vanuit een van de Trevin-corporaties. Op termijn zullen medewerkers echter in dienst zijn bij Trevin en zal dus ook een ondernemingsraad moeten worden opgericht. De directies van de Trevincorporaties hebben ingestemd
- 81 -
met het voorstel. De Pre-OR is dan ook eind 2010 opgericht en bestaat uit drie medewerkers van Trevin. Trevin
Om ervoor te zorgen dat de ondernemingsraden van de Trevin-corporaties op dezelfde wijze en op hetzelfde moment worden geïnformeerd, zijn de Stuurgroep (bestaande uit de directeurbestuurders van de Trevincorporaties), de drie ondernemingsraden in 2010 vijf keer bij elkaar geweest. Daarnaast komen de drie ondernemingsraden met regelmaat bij elkaar om elkaar te informeren en adviesaanvragen op elkaar af te stemmen. Communicatie naar medewerkers
Wooncompagnie wil verantwoord omgaan met energie en grondstoffen, zoals verwoord in het ondernemingsplan. Ook de ondernemingsraad wil dit credo uitdragen en haar steentje bijdragen. In 2010 is dan ook besloten om de nieuwsbrief van de ondernemingsraad niet meer standaard in papiervorm bij de medewerkers thuis te laten bezorgen, maar via het intranet digitaal beschikbaar te stellen. De medewerkers is daarbij de mogelijkheid geboden om aan te geven dat zij wel de nieuwsbrief op papier willen ontvangen, bijvoorbeeld omdat zij vanuit de aard van hun functie niet of nauwelijks het intranet kunnen raadplegen. Vooruitblik 2011
De ondernemingsraad verwacht dat 2011 wederom een druk jaar wordt. Uiteraard zullen de ontwikkelingen binnen Trevin en het ondersteunen van de Pre-OR de nodige tijd vergen. Daarnaast is de verwachting dat in de tweede helft van 2011 de werkkostenregeling en de secundaire arbeidsvoorwaarden van Trevin stevige thema’s zullen zijn. Als laatste zal de ARBO-commissie in 2011 een jaarplan opstellen en zal de werkdruk een terugkerend agendapunt zijn.
- 82 -
7.2.
Goed ondernemingsbestuur
Wooncompagnie heeft op basis van haar missie en strategische positie en in het licht van haar maatschappelijk ondernemerschap de volgende hoofddoelstelling geformuleerd:
Wooncompagnie spant zich in om de verbinding met haar omgeving te behouden, te versterken en uit te bouwen en zet haar vermogen, middelen en organisatie zo optimaal mogelijk in, om haar rol als maatschappelijk ondernemer zo optimaal mogelijk te vervullen. Een constante dialoog met de buitenwereld en met belanghouders in het bijzonder is het logische gevolg. Immers, bij een maatschappelijke onderneming is de status van belanghouders ten aanzien van het goed presteren van de onderneming van groot belang. Verder impliceert maatschappelijk ondernemen dat het ondernemingsbestuur integer en transparant handelt. En dat er goed intern toezicht is op het handelen van het ondernemingsbestuur en het afleggen van verantwoording daarover. Governance Code Woningcorporaties De Governance Code Woningcorporaties is voor Wooncompagnie leidend voor de inrichting van het ondernemingsbestuur. Wooncompagnie onderschrijft en volgt de ‘Governance Code Woningcorporaties’ volgens het principe ‘pas toe of leg uit’. Dat betekent dat wij de code volgen en waar we dat niet doen, leggen we dat uit. In het document ‘Governancestructuur Wooncompagnie’ verantwoorden wij ons over de toepassing van de Governance Code. Dit document is beschikbaar via onze website. De voornaamste punten waarop Wooncompagnie afwijkt van de Governance Code Woningcorporaties: De benoeming van de directeurbestuurder voor een (her)benoemingsperiode van maximaal vier jaar. De Raad van Commissarissen heeft de directeurbestuurder van Wooncompagnie aangesteld voor onbepaalde tijd. Dat is langer dan de aanbeveling en een bewuste afwijking. Wooncompagnie hecht groot belang aan de continuïteit binnen het bestuur. Daarnaast is de huidige directeurbestuurder benoemd vóór de
invoering van de Code. Om die reden is Wooncompagnie gebonden aan de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De Raad van Commissarissen is niet voltallig aanwezig geweest bij het overleg met de belanghouders. Twee leden van de Raad namen deel aan het Volkshuisvestingsplatform. Zij hebben de andere leden van de Raad hierover geïnformeerd. Er is geen selectie/remuneratiecommissie ingesteld. Eenmaal per jaar voeren de voorzitter en de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen een functioneringsgesprek met de directeurbestuurder. Het bezoldigingsbeleid van de leden van de Raad van Commissarissen en de directeurbestuurder wordt vastgesteld door de voltallige Raad van Commissarissen. Hetzelfde geldt voor de selectiecriteria en de benoemingsprocedure voor de leden van de Raad van Commissarissen en de directeurbestuurder.
De Corporate Governance principes zoals Wooncompagnie die hanteert zijn vastgelegd in onderstaande separate documenten: governancestructuur Wooncompagnie; reglement Raad van Commissarissen; reglement Auditcommissie; profielschets Raad van Commissarissen; rooster van aftreden; directiebestuursreglement; integriteitscode; klokkenluidersregeling; toezichtskader. Deze reglementen zijn samengesteld met inachtneming van de code. U kunt ze vinden op de website van Wooncompagnie onder het hoofdstuk ‘Corporate Governance’. Werkwijze en verantwoordelijkheid directeurbestuurder De directeurbestuurder is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen, de strategie, de financiering, het beleid, de resultaten van Wooncompagnie, de beheersing van de risico’s en de naleving van wet- en regelgeving. Niet in de laatste plaats is de directeurbestuurder verantwoordelijk voor
- 83 -
de continuïteit van het bedrijf. De strategie en doelstellingen zijn vastgelegd in het nieuwe ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 - 2012’ dat in 2008 is vastgesteld als opvolger van ‘Buitengewoon in Noord-Holland’. De directeurbestuurder wordt gesteund door de managers van de bedrijfsonderdelen en vormt samen met hen het managementteam.
Naam:
J.W. (John) Hendriks
Leeftijd:
59 jaar
Werkzaam als directeur:
sinds 1 januari 1998
Nevenfuncties:
Voorzitter Commissie opdrachtgevers WoningNet;
Bestuurslid Stichting Vrienden Sociaal Logement;
De directeurbestuurder richt zich bij de vervulling van zijn taak op het belang van de corporatie. Dat gebeurt vanuit de volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling van de onderneming, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van betrokkenen bij de corporatie. De directeurbestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen.
Lid bestuur Wonen Plus Welzijn Noord-Holland Noord;
Lid agendacommissie platform woningcorporaties
Noordvleugel Randstad;
Lid Raad van Commissarissen Stichting Morene;
Lid examencommissie Hogeschool Limburg;
Gecommitteerde Hogeschool Zuyd;
Voorzitter Raad van Commissarissen KWH;
Daartoe verschaft de directeurbestuurder de Raad de benodigde informatie en bespreekt de wijze waarop de interne controle en beheersing is ingericht. In het bestuursreglement van 10 juni 2008 is vastgelegd wanneer sprake is van een tegenstrijdig belang. In 2010 bekleedde de directeurbestuurder geen nevenfuncties die strijdig waren met de statuten of het bestuursreglement. En er was dan ook geen sprake van tegenstrijdige belangen.
7.3.
Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie
Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie heeft een overzichtelijke holdingstructuur. De directeur van Wooncompagnie houdt invloed op de besluitvorming en controle. Het toezicht vindt plaats door de Raad van Commissarissen van Wooncompagnie. Binnen de dochters vinden geen activiteiten plaats die strijdig zijn met die van Wooncompagnie. Wooncompagnie Holding bv Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie is de oprichter en enige aandeelhouder van Wooncompagnie Holding bv. Op 31 oktober 2003 is de - 84 -
akte van oprichting notarieel gepasseerd. De directeurbestuurder is de heer John Hendriks. Het maatschappelijk kapitaal van de holding bedraagt € 90.000, het geplaatste en gestorte kapitaal € 18.000. In 2010 heeft er een agiostorting door Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie plaatsgevonden van € 503.000. Hiermee komt het vermogen van Wooncompagnie Holding bv ultimo 2010 uit op € 18.000. De partijen hebben een rekeningcourantovereenkomst afgesloten met een limiet van € 3 miljoen. Over het rekening-courantkrediet wordt een rente berekend van het 1-jaars Euribor-tarief per 1 januari van elk boekjaar, verhoogd met een opslag van 0,05%. De stand per 31 december 2010 bedraagt € 2.201.000. Wooncompagnie Ontwikkeling bv Wooncompagnie Holding bv heeft op 28 september 2005 Wooncompagnie Ontwikkeling bv opgericht. Zij is enige aandeelhouder en bestuurder. Het maatschappelijk kapitaal van Wooncompagnie Ontwikkeling bv bedraagt € 90.000, het geplaatste en gestorte kapitaal is € 18.000. In 2010 heeft er een agiostorting door Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie via Wooncompagnie Holding bv plaatsgevonden van € 2.649.000. Hiermee komt het vermogen van Wooncompagnie Ontwikkeling bv ultimo 2010 uit op € 500.000. Wooncompagnie Ontwikkeling bv heeft een rekeningcourantovereenkomst met Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie. De stand per 31 december 2010 bedraagt € 7.411.000.
tussen Wognum en Wervershoof gaan ontwikkelen. In het plan is aandacht geschonken aan waterberging (40 ha), ecologie (40 ha) en recreatie (120 km fiets- en vaarroutes), aangevuld met 1200 woningen van alle types. In 2010 heeft Wooncompagnie Ontwikkeling bv haar belang in dit samenwerkingsverband uitgebreid tot 23,3%. Vof Polderkamer Op 26 maart 2008 is gezamenlijk met Bouwfonds MAB Ontwikkeling bv de vof Polderkamer opgericht. In dit samenwerkingsverband zullen grondposities worden verworven in de uitbreidingsgebieden waarvan verwacht kan worden dat deze voor (her)ontwikkeling in aanmerking zullen komen. Het werkgebied van deze ‘grondbank’ is afgestemd op het huidige bezitsgebied van Wooncompagnie en het potentiële werkgebied. Vof Groene Dijk. Vof Groene Dijk is een samenwerking met USP Vastgoed en is opgericht op 14 januari 2010. Doel van deze samenwerking is het voor gezamenlijke rekening uitvoeren van het bouwproject De Omloop in Sint Maarten (gemeente Harenkarspel). Bouwcompagnie Project bv Wooncompagnie Holding bv heeft op 31 oktober 2003 Bouwcompagnie Project bv opgericht. Zij is enige aandeelhouder en bestuurder. Het maatschappelijk kapitaal van Bouwcompagnie Project bv bedraagt € 90.000, het geplaatste en gestorte kapitaal is € 18.000. Bouwcompagnie Project bv heeft een rekeningcourantovereenkomst met Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie. De stand per 31 december 2010 bedraagt € 3.638.000. Bouwcompagnie Project bv heeft geen langlopende schulden.
In Wooncompagnie Ontwikkeling bv zijn enkele grondposities ondergebracht waarvan pas op langere termijn duidelijk wordt of die locatie een woningbouwbestemming krijgt. Voor een specificatie van de grondposities wordt verwezen naar paragraaf 9.2.3.
Vof Bot Bouwcompagnie
Het Leeker Woonland bv Het Leeker Woonland bv is een samenwerking van Scholten Holding Groep bv, Matrix bv, Dura Vermeer en Wooncompagnie Ontwikkeling bv. Dit samenwerkingsverband wil een gebied van 1500 hectare
Begin 2004 heeft Bouwcompagnie Project bv samen met een partner grond in Schagen gekocht. Hiervoor is de vof Bot Bouwcompagnie opgericht. In 2007 werd deze grond verkocht aan de Gemeente Schagen. Verder vinden er geen activiteiten plaats.
- 85 -
Vof Stompetoren Noord Bouwcompagnie Project bv en Mulder Obdam Ontwikkeling bv hebben op 19 december 2006 de samenwerkingsovereenkomst vof Stompetoren Noord getekend. Het doel is de ontwikkeling en realisatie van huur– en koopwoningen in het plan Stompetoren Noord. Overeengekomen is dat Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie eerste recht van koop heeft van de negentien woningen in de sociale sector. De onderneming is op 17 januari 2007 ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het project in Stompetoren zat per balansdatum nog in de voorbereidende fase.
Stichting Centraal Woningbeheer Wieringermeer en Bouw- & Beheerstichting Wieringermeer Van voor de fusie tussen ‘ROAC Huisvesting’ te Purmerend en ‘Wooncompagnie’ te Wieringerwerf stamt de bestuurlijke verbondenheid met een tweetal stichtingen: ‘Stichting Centraal Woningbeheer Wieringermeer’, opgericht op 1 juli 1950 en Bouw- & ‘Beheerstichting Wieringermeer’, opgericht op 28 april 1995. In beide stichtingen vinden feitelijk geen activiteiten meer plaats. Stichting Centraal Woningbeheer Wieringermeer heeft een woonhuis met bedrijfsruimte en enkele terreinen in eigendom.
Vof Bouw-Meester-Compagnie
7.4.
Bouwcompagnie Project bv en partner hebben op 7 mei 2007 de samenwerkingsovereenkomst getekend van vof Bouw-Meester-Compagnie. De vof is op dezelfde datum ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het doel van deze vof is voor gezamenlijke rekening en risico de exploitatie en ontwikkeling te realiseren van registergoederen ten behoeve van maatschappelijke vastgoedprojecten, zoals woningbouw, in de ruimste zin van het woord.
7.4.1.
Vof Scholtens-Project-Compagnie Vof Scholtens-Project-Compagnie is een samenwerking met Scholtens en is opgericht op 27 januari 2010. Doel van deze samenwerking is het voor gezamenlijke rekening en risico ontwikkelen van de strategische grondpositie in Spierdijk (gemeente Koggenland). Coöperatieve Trevin U.A. Op 12 augustus 2009 hebben IntermarisHoeksteen, Woonwaard Noord-Kennemerland en Wooncompagnie een samenwerkingsovereenkomst getekend met als doel een professionaliseringsslag te willen maken waaruit een meerwaarde ontstaat voor de samenwerkende partijen. Op 20 november 2009 is deze samenwerking geformaliseerd door het gezamenlijk oprichten van Coöperatieve Trevin U.A. (Trevin), waarinIntermarisHoeksteen, Woonwaard NoordKennemerland en Wooncompagnie als leden zijn toegetreden.
Interne organisatie Structuur
Wooncompagnie kiest voor een strategie waarbij het ‘netwerken’ centraal staat. De relaties en interacties die ontstaan wanneer mensen en organisaties informatie en daarmee betekenis met elkaar uitwisselen zijn typerend voor netwerken. De nadruk ligt op transparantie en het sociaal construeren van betekenis (mening, visie, keuze, beslissing, handelen). Bij deze werkwijze worden bestaande verschillen bij de besluitvorming betrokken. Waar mogelijk en gewenst worden zaken aan het management overgelaten, waarbij de directeurbestuurder vooral een completerende rol moet spelen en er voor zorgt dat de organisatie, samengesteld uit allerlei bedrijfseenheden, op koers blijft. Hierbij wordt de directeurbestuurder ondersteund door het ‘bestuurlijk centrum’. Deze koers vormt het collectieve kader waarbinnen de eenheden vervolgens vrij kunnen handelen. Het is een besturingsfilosofie met integraal management als uitgangspunt.
- 86 -
Bestuurlijk centrum
Ultimo 2010 was het managementteam als volgt samengesteld:
Manager vestiging Schagen
Manager S&O Naam
A. (Annique) Bruin
Leeftijd
33 jaar
In dienst per
1 februari 2009
Nevenfuncties
Geen
Manager FPC/ Concerncontroller Naam
S. J. (Stefan) van Schaik
Leeftijd
32 jaar
In dienst per
14 april 2008
Nevenfuncties
Lid Raad van Toezicht Stichting Kinderopvang Hoorn
Bestuurslid Stichting Hotel Mariakapel
Manager Bouwcompagnie Naam
H.J.M. (Huub) Ostendorf
Leeftijd
57 jaar
In dienst per
1 november 2001
Nevenfuncties
Bestuurslid Stichting kunstwerk loods 6 Amsterdam
Bestuurslid Stichting manege de Ruif in Amsterdam
gehandicaptensport Nederland
Manager vestiging Purmerend Naam
C.W.M (Rina) van Rooij
Leeftijd
59 jaar
In dienst per
1 juli 1989
Nevenfuncties
Bestuurslid St. Sociaal Logement Waterland Bestuurslid Regionale Stichting Wonen Plus
Bestuurslid Purmerendse Voedselbank
Bestuurslid St. Algemeen Opvangcentrum Purmerend
R. (Roeland) Gravestein
Leeftijd
47 jaar
In dienst per
1 mei 2007
Nevenfuncties
Lid Raad van Toezicht en Stichting Welsaen Zaandam
Per 1 oktober 2010 heeft de manager Backoffice een overstap gemaakt naar Trevin en is daarmee geen lid meer van het managementteam van Wooncompagnie. 7.4.2.
Besturingsfilosofie
De basis van alle activiteiten van Wooncompagnie ligt in de overtuiging: dingen doen die ‘nuttig’ zijn, de ‘goede’ dingen. Als maatschappelijk ondernemer ervaren wij daarbij zowel de rol van eigenaar als die van beheerder. Deze dubbelrol vertaalt zich in de besturingsfilosofie en bijbehorende structuur van de organisatie. Om de diverse taken uit te voeren zijn verschillende organisatie-eenheden ingericht, die binnen de kaders van het geheel zoveel mogelijk als kleine zelfstandige ondernemingen worden gezien. Om daarbij de gezamenlijke koers te behouden is niet zozeer het begrijpen van de samenstellende elementen belangrijk, maar vooral de relatie tussen deze elementen. Voor Wooncompagnie zijn deze relaties voorwaarden om goed te kunnen functioneren, zowel intern als extern.
Lid Raad van Toezicht project Elahuizen van Stichting
Naam
Lid Provinciale Staten NoordHolland (vanaf 18/4/2011)
Wooncompagnie zoekt voortdurend naar de meest optimale invulling van het maatschappelijk ondernemerschap om vorm te geven aan haar bestaansrecht. De organisatie opereert daarbij binnen een netwerk van verschillende belanghouders om haar missie te realiseren. Dit vraagt om een interne organisatie en besturing die dit faciliteren. De lijn die Wooncompagnie hierbij kiest is die van samenwerking, waarbij de sterke punten van elkaar worden opgezocht daar waar dit meerwaarde biedt. Juist in een concurrerende markt is er behoefte aan een krachtige, flexibele organisatie met medewerkers die in hun voelen, denken en handelen de klant op elk moment centraal stelt, met organisatieeenheden die over een voldoende vrijheid en beslissingsruimte beschikken en die niet gehinderd worden door te zware verticale beslissing- , rapportering- en controlestructuren. De kerntaak van de - 87 -
Besturingsfilosofie Wooncompagnie Vestiging Vestiging Purmerend Schagen
Back Office
Bouwcompagnie
Eenduidige processen worden centraal geregeld vanuit de BackOffice en organisatiebreed toegepast. Ze belichamen interne normen. Opgelet: De keuzes hoe je deze werkprocessen inricht en wat de samenhangende normen zijn, houden (soms) onderliggende beleidskeuzes in.
Overkoepelende kernwaarden op vlak van maatschappelijke opdracht en manier van samenwerken / medewerkerbeleid . Overkoepelende strategie van Wooncompagnie totaal
De directeurbestuurder maakt in overleg outputafspraken vanuit de overkoepelende strategie, conform de kernwaarden en normen, waarbij het operationele proces bij de managers ligt. De directeurbestuurder wordt ondersteund door de staffunctionarissen
directeurbestuurder bestaat dan niet zozeer in het coördineren, het verzorgen en (waar nodig) het bijsturen van de overkoepelende organisatieprocessen, maar vooral in het creëren van de nodige ruimte waarbinnen de dynamiek kan gedijen. Deze filosofie maakt efficiënte besluitvorming mogelijk door een slagvaardig lijnmanagement, waarbij een manager –binnen vaststaande collectieve kaders en in dialoog met anderen– zelfstandig beslissingen kan nemen, passend bij de specifieke, lokale, omstandigheden. Op directieniveau is behoefte aan meer ruimte om de lange termijnkoers van de organisatie binnen het netwerk te realiseren met minder aandacht voor de meer dagelijkse, operationele zaken De werkwijze combineert twee zaken. Aan de ene kant wordt er maximale duidelijkheid verschaft over wat bereikt moet worden. De prestaties als volkshuisvester, zoals verwoord in de missie, moeten naar een zo hoog mogelijk niveau worden getild. Dit vereist heldere doelstellingen ten aanzien van prestaties, concrete afspraken en een goed zicht op de realisatie van prestaties. Tegelijkertijd wordt maximale vrijheid verschaft over hoe dit bereikt moet worden, waarmee er voldoende ruimte voor eenheden ontstaat om zelf beslissingen en verantwoordelijkheid te kunnen nemen. De vraag hoe zal worden geleverd is dan de eigen verantwoordelijkheid, in goed overleg met de andere
managers. Vuistregels daarbij zijn een open communicatie (kwetsbaar durven opstellen) en de zorg voor het geheel. Wooncompagnie kiest voor leiderschap dat eerder veiligheid schept door niet alleen de ruimte van mogelijkheden aan te geven, maar ook de grenzen en voorwaarden waarbinnen die ruimte benut kan worden. Deze grenzen en voorwaarden bepalen het collectieve kader, waarbinnen met respect voor het geheel vrij kan worden gehandeld. Het kader bestaat uit de strategische koers van de organisatie, naleving van gemeenschappelijke normen, het behoud van samenhang, de minimaal vereiste uniformiteit in werkwijze en daarmee het voorkomen van versnippering en eilandvorming, en de maximalisering van budgetten en investeringsruimte. In 2009 hebben alle leidinggevenden een leiderschapstraject doorlopen om invulling te geven aan de besturingsfilosofie en de bijbehorende principes zoals integraal management, ‘decentraal, tenzij…’ en de netwerkorganisatie. Het doel van het leiderschapstraject is het realiseren van de doelstellingen uit het ondernemingsplan. Bij de afronding van het traject met de leidinggevenden, die plaatsvond in februari 2010, is afgesproken dat het thema leiderschap in 2010 zou worden voortgezet door middel van
- 88 -
themabijeenkomsten. Hiertoe is in 2010 Rina van Rooij (vestigingsmanager Purmerend) benoemd als programmamanager. De programmamanager heeft als opdracht het leiderschapstraject verder vorm te geven en daarin competentiemanagement mee te nemen in samenwerking met P&O. De programmamanager wordt ondersteund door een werkgroep, bestaande uit leidinggevenden van verschillende afdelingen binnen de organisatie en P&O. Door de programmamanager en de werkgroep zijn in samenwerking met P&O twee themabijeenkomsten georganiseerd om leidinggevenden nog meer handvatten te geven om invulling te geven aan de besturingsfilosofie. In 2011 zal het traject worden vervolgd, waarbij de focus zal liggen op het eigen maken van het netwerkdenken binnen de gehele organisatie. 7.4.3.
Personeel & Organisatie
Doorontwikkeling In de achterliggende periode hebben verschillende ontwikkelingen aanleiding gegeven om aan de slag te gaan met de doorontwikkeling van de organisatie. Nieuwe regelgeving, aangescherpt toezicht en het in het geding komen van de financierbaarheid van investeringsplannen maken het zorgvuldig beheer van het bestaand vastgoed nog belangrijker, waarbij nadrukkelijk de heroverweging moet plaatsvinden om over te gaan tot levensduurverlenging in plaats van sloop en nieuwbouw. Als het gaat om projectontwikkeling, dan kan gesteld worden dat de omstandigheden waaronder projecten kunnen worden ontwikkeld ingrijpend zijn gewijzigd. Hierdoor kan niet meer worden vastgehouden aan het eerdere besluit om met de projectontwikkelingsafdeling Bouwcompagnie naam te maken als projectontwikkelaar. Dit heeft ertoe geleid dat Wooncompagnie de huidige gang van zaken met betrekking tot projectontwikkeling onder de loep heeft moeten nemen om voorbereid te zijn op de toekomst. Tegelijkertijd is in 2010 Trevin van start gegaan. Hierdoor moest een aantal ‘achterblijvende’ afdelingen die deel uitmaakten van de Backoffice en niet over zijn gegaan naar Trevin, een plek krijgen binnen Wooncompagnie.
Eén van deze afdelingen is Vastgoed. Omwille van eerder genoemde ontwikkelingen is besloten de afdelingen Vastgoed en Bouwcompagnie te bundelen. Hierdoor kan de verhouding tussen prijs en kwaliteit beter worden geborgd, kan er een betere afstemming en processturing plaatsvinden als het gaat om herstructurering, maatschappelijk vastgoed en maatschappelijke huisvesting, vindt er een betere beheersing plaats van het lange termijn onderhoud van de woningportefeuille en wordt kennis en kunde rondom vastgoed bij elkaar gebracht. De nieuwe afdeling waarbinnen Vastgoed en Bouwcompagnie zullen worden samengevoegd zal worden aangestuurd door een in 2011 aan te trekken manager Vastgoed. Ook de overige afdelingen van de vroegere Backoffice krijgen een plek binnen de organisatie. De afdeling Bedrijfsadministratie wordt ondergebracht bij het bedrijfsonderdeel Middelen & Bedrijfsvoering, per 1 januari 2011 de nieuwe naam van FPC. Hetzelfde geldt voor de functies die betrekking hebben op informatiemanagement. De afdeling Communicatie & PR wordt ondergebracht bij het bedrijfsonderdeel Strategie & Ontwikkeling, per 1 januari 2011 de nieuwe naam van Strategie & Beleid. De afdeling Facilitaire Dienst wordt onderdeel van Vastgoed. In 2010 is Felix Beekman als adviseur aangetrokken om als kwartiermaker in een korte periode een opzet te maken voor de op te zetten afdeling Vastgoed. Daarnaast is eind 2010 de adviesaanvraag aan de OR voorbereid en ingediend. In 2011 zal dit traject worden voortgezet en afgerond. Tevens zal het proces worden geëvalueerd. Ontwikkeling Telefonisch Informatie Punt (TIP) De invoering van het TIP bij Wooncompagnie zo’n tien jaar geleden was redelijk uniek en vooruitstrevend in corporatieland. Klant centraal, één nummer voor alle klantvragen. Echter, sinds de invoering is er qua doorontwikkeling te weinig aandacht geweest voor het TIP. De apparatuur en werkwijze is inmiddels verouderd te noemen. Een onderdeel om dit te verbeteren is het toepassen van de zogenaamde TAPI applicatie. Maar ook het klantregistratie- en volgsysteem is een zeer belangrijk. Verder is het
- 89 -
gewenst dat er snellere en betere apparatuur komt waardoor de klant sneller, beter en efficiënter geholpen kan worden. Dubbele monitoren op iedere werkplek is daarbij geen overbodige luxe, maar een must. Een overzichtelijker en beter beheersbare kennisbank is hierbij ook noodzakelijk. Daarbij is het besluit genomen om ook het zakelijke nummer binnen te laten komen bij het TIP. Deze overgang is een kans om de bereikbaarheid van Wooncompagnie nog verder te verbeteren. Voor de benodigde aanpassingen zijn voorbereidingen getroffen en bedragen opgenomen in de begroting van 2011. Sommige aanpassingen zijn eenvoudig te realiseren, andere vergen een goede en nauwkeurige voorbereiding en uitwerking waarbij de samenhang tussen alle projecten een groot aandachtspunt is. Personeelsbestand Eind 2010 waren er 151 medewerkers in dienst (126,7 fte). In december zijn bovendien veertien medewerkers ingehuurd. Er waren geen vacatures. We hebben afscheid genomen van vier medewerkers. In 2010 zijn acht medewerkers in dienst getreden, is een UWV-er een herintredingtraject gestart en hebben zeven medewerkers binnen het bedrijf een andere functie gekregen. De gedragsregels voor personeel zijn vastgelegd in de huisregels van Wooncompagnie.
Stages We vinden het belangrijk om jonge mensen kennis te laten maken met ons bedrijf en onze sector. Daarnaast biedt het Wooncompagnie de gelegenheid voor een andere kijk op ons werk en doen we nieuwe kennis op. In 2010 hebben dan ook zes studenten van uiteenlopende opleidingen bij ons stage gelopen. Daarnaast hebben we in totaal acht leerlingen van een praktijkschool laten meedraaien met de servicediensten van de vestiging Purmerend en de vestiging Schagen. Ook in 2011 zullen we dergelijke leerlingen de kans geven om hun stage bij de servicedienst van Wooncompagnie in te vullen en op die manier kennis te maken met het bedrijfsleven. Trainees Plateau heeft samen met Aedes het traineeprogramma ‘Talent in Huis’ ontwikkeld. Daarmee worden corporaties bij het aantrekken en klaarstomen van jong talent voor toekomstige managementposities en vakspecialismen ondersteund. Wooncompagnie vindt het belangrijk om jong talent enthousiast te maken voor de sector en een leerplek te bieden om met de sector kennis te maken. In Trevinverband heeft
- 90 -
Wooncompagnie daarom in 2010 aan drie startende hoogopgeleiden een leer– en werkomgeving geboden. De trainees doorlopen een traject van drie keer een half jaar bij een van een de Trevincorporaties. De trainees maken met de drie corporaties kennis en zullen roulerend werkzaam zijn bij de projectorganisatie, Strategie en Beleid en Woonzaken. Medio 2010 heeft onze eerste trainee zich ingezet op de vestigingen. De vestigingsmanager van Purmerend heeft de trainee begeleid. Begin 2011 zal de tweede trainee de afdeling Strategie en Beleid gaan versterken. Het traineetraject loopt door tot eind 2011. Trevin Het P&O netwerk van Trevin heeft haar focus 2010 voornamelijk gehad op de plaatsing van medewerkers binnen Trevin. Alle medewerkers hebben hun voorkeur voor een functie kunnen uitspreken en hebben van de plaatsingscommissie een voorstel ontvangen voor een passende functie. Alle medewerkers hebben dit voorstel geaccepteerd. Het P&O-netwerk geeft ondersteuning bij het uitvoeren van het P&O-beleid. IntermarisHoeksteen verzorgt de personeels- en salarisadministratie voor Trevin. Eind 2010 is gestart met het ontwikkelen van een arbeidsvoorwaardenpakket voor Trevin. Daarnaast is het delen van kennis en het uitwisselen van informatie binnen het P&O netwerk een belangrijk aandachtspunt en worden vacatures worden actief uitgewisseld. Arbeidsomstandigheden Aan ARBO oftewel de arbeidsomstandigheden wordt binnen Wooncompagnie veel aandacht besteed. Het is een breed aandachtsgebied. Een gezonde werkplek, een veilige werkomgeving en een goede balans tussen inspanning en ontspanning leidt tot minder verzuim, tevreden medewerkers en betere prestaties. Er is beleid ten aanzien van werkplekken, verzuim en agressie en geweld. Het arbobeleid is echter nog in ontwikkeling. In 2010 zijn de volgende ARBO-activiteiten uitgevoerd: Er is een Risico Inventarisatie en Evaluatie uitgevoerd op de vestigingen in Schagen en Purmerend gericht op agressiepreventie. Op dit moment worden de aanbevelingen uitgewerkt in samenwerking met leidinggevenden en preventiemedewerkers.
In april is er een grote voorjaarsschoonmaak geweest op alle kantoren. In de periode van mei t/m juli hebben de PAGO’s plaatsgevonden. Aan dit onderzoek hebben 97 medewerkers deelgenomen. Dit is een respons van 65,5%. Alle deelnemers hebben een schriftelijke terugkoppeling ontvangen van Mediwork met de resultaten van zijn/ haar onderzoek en zijn voorgelicht over mogelijke gevolgen en te nemen maatregelen. Wooncompagnie ontvangt de resultaten op hoofdlijnen. Wat hierin opvalt zijn de klachten over de klimaatbeheersing (38%). Daarnaast bestaat er bij enkele medewerkers het gevoel van te hoge werkdruk (8%), het gevoel van onvoldoende waardering/ beloning voor het werk (4%) of problemen met computerwerkzaamheden (3%). De klimaatbeheersing is op meerdere locaties al langere tijd een punt van zorg. In de praktijk blijkt het erg lastig om het klimaat op de kantoren goed in te regelen en het heeft daarom nog steeds onze aandacht. Medewerkers die klachten ondervinden als gevolg van computerwerkzaamheden zijn gewezen op het belang van regelmatige momenten van ontspanning ter voorkoming van spanningsklachten. Bovendien krijgen zij in 2011 de mogelijkheid zich in te schrijven voor een werkplekonderzoek. De overige punten zullen terugkomen in het medewerkerstevredenheidonderzoek en zullen meegenomen worden in de uitwerking de actiepunten die hieruit voort zullen komen. Het agressieprotocol is aangevuld. Alle agressie en geweldsincidenten dienen te worden gemeld, zodat we inzicht krijgen in de frequentie en ernst van de incidenten. Voor en met de servicedienst zijn in juni en december 2010 twee voorlichtingsbijeenkomsten (‘toolbox’) georganiseerd met de thema's ‘Werken in besloten ruimtes’ en ‘Werken met gevaarlijke stoffen’. Alle medewerkers hebben in december 2010 de mogelijkheid gekregen om deel te nemen aan de herhalingsworkshop Gezond achter het beeldscherm’.
- 91 -
- 92 -
Medewerkerstevredendheidsonderzoek (MTO) In september is het MTO uitgevoerd. Voor de algemene tevredenheid scoort Wooncompagnie een 8,4. In 2008 was dit nog een 7,7 dus dat is een fantastisch resultaat. Ook de tevredenheid over leidinggevenden, de organisatie en ontwikkelingsmogelijkheden is enorm toegenomen. Maar liefst 88% van de medewerkers voelt zich thuis bij de organisatie. Dankzij de goede respons van 74,3 % kunnen we stellen dat deze score de mening van een meerderheid van de medewerkers weergeeft. Individueel loopbaanontwikkelingsbudget Vanaf 1 januari 2010 kunnen medewerkers gebruik maken van het individueel loopbaanontwikkelingsbudget. Inmiddels maken zes medewerkers gebruik van dit budget om zichzelf verder te ontwikkelen. Ondernemingsraad In 2010 is de ontwikkeling ingezet om leidinggevenden en de OR directer met elkaar in contact te laten komen. Om hier vorm aan te geven heeft een gezamenlijke bijeenkomst plaatsgevonden. Bovendien hebben alle leidinggevenden deelgenomen aan een cursus WOR, zodat ieder op de hoogte is van de inhoud van de WOR en hoe hiermee in de praktijk kan worden gewerkt. 7.4.4.
Betrekken van medewerkers
Uit het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek (MTO) 2008 is naar voren gekomen dat medewerkers graag actiever en intensiever mee wil praten over ontwikkelingen en onderwerpen op het gebied van volkshuisvesting in het algemeen en Wooncompagnie in het bijzonder. Het MTO van 2008 is input geweest voor het ondernemingsplan. Het actief betrekken van medewerkers bij het maken van keuzes op strategisch en tactisch niveau, is dan ook als doelstelling opgenomen in het ondernemingsplan. Personeelsbijeenkomst De jaarlijkse personeelsbijeenkomst wordt gebruikt om invulling te geven aan bovengenoemde doelstelling. Het thema van de personeelsbijeenkomst in 2010 was ‘Werken aan de toekomst’. Er zijn vier workshops gehouden met elk een eigen thema: integriteit, ondernemingsplan / jaarwerkplan, Trevin / doorontwikkeling en maatschappelijke projecten. Aan
de hand van enquêtes is gemeten wat het personeel van de avond vond. De workshop integriteit werd als leukste beoordeeld. Bijzonder hieraan is dat aan een serieus onderwerp een interactieve en speelse draai is gegeven. Het thema ondernemingsplan / jaarwerkplan was ook succesvol. Ca. 60% van de geënquêteerden heeft aangegeven nu een beter beeld te hebben van het jaarwerkplan. Volkshuisvestingscafé Een tweede –wat luchtiger– manier om actiever en intensiever met medewerkers te discussiëren over volkshuisvestelijke thema’s en ontwikkelingen binnen de sector, is het Wooncompagnie volkshuisvestingscafé. Medewerkers konden zich daartoe opgeven. Op 2 november 2010 is het tweede volkshuisvestingscafé georganiseerd. Circa 25 medewerkers hebben deelgenomen. De besproken thema’s waren het staatssteundossier en het regeerakkoord van kabinet Rutte. Gestart werd met een inleiding over het ontstaan en van woningcorporaties, de bruteringsoperatie en de staatssteundiscussie tussen Nederland en de Europese Commissie. Hierna is aan de hand van zes stellingen gediscussieerd over deze thema’s. Iedereen was gedreven aan het discussiëren en er werden diverse standpunten ingenomen. Vervolgens volgde in de vorm van het petje-op-petje-af spel een kennistoets over de sector in het algemeen en Wooncompagnie in het bijzonder. De winnaar ontving de Wooncompagnie wisseltrofee. De bijeenkomst werd afgesloten met een borrel. De deelnemers waren wederom zeer positief. Men vond het leuk en leerzaam en het heeft het teamgevoel verder versterkt. Een grote winst was dat de naar voren gebrachte standpunten meer inzicht hebben verschaft bij een ieder over de mogelijke effecten van de ministeriële regeling en het regeerakkoord. De uitkomst van de strategische discussie omtrent de onderwerpen die in de zomer hebben plaatsgevonden, werden breed gedragen. Voor 2011 is het voornemen het volkshuisvestingscafé twee keer per jaar te organiseren. Inventiviteitprijs Wooncompagnie heeft de medewerkers in 2010 gevraagd om met een idee te komen en uitwerken in het kader van het thema Innovatief Ondernemen. Het doel
- 93 -
van de wedstrijd was om zelf onze organisatie te verbeteren. De ideeën konden intern gericht zijn (faciliteiten voor medewerkers, kantoor, werkplek, beleid, organisatie) of extern (richting onze huurders en wijken). Tijdens de personeelsbijeenkomst hebben de deelnemers hun idee gepresenteerd en brachten de medewerkers hun stem uit op het beste idee. Het beste idee is beloond met een reischeque ter waarde van € 750. Het winnende idee was‘Dag zwerfafval, hallo leuke Buurt’. Doel van het idee is een schonere woonomgeving, meer verantwoordelijkheidsgevoel bij jongeren en samen doen/verantwoordelijk zijn. Met scholen in een buurt worden opruimacties georganiseerd in overleg met de gemeente. Hoe meer er wordt opgeruimd, hoe groter de beloning is. De beloning bestaat uit een geldbedrag dat door de kinderen weer in de wijk wordt geïnvesteerd (bijvoorbeeld nieuwe speeltoestellen of een pannaveld). In 2011 zal Wooncompagnie in gesprek gaan met gemeenten en scholen om uitvoering te geven aan het winnende idee.
Wooncompagnie Sterrenslag In 2010 heeft de vestiging Schagen ter bevordering van de bedrijfsbrede teambuilding de organisatie van ‘Wooncompagnie Sterrenslag’ op zich genomen waarbij collega’s in teams op sportieve wijze de strijd met elkaar zijn aangegaan. De opkomst was zeer groot en onder een stralende zon zijn de grenzen verlegd en de teamspirit verder versterkt.
Teambuildingsdag Naast betrokkenheid bij de organisatie vindt Wooncompagnie het ook belangrijk dat medewerkers onderling betrokken zijn. Daarom wordt om in een oneven jaar een maatschappelijke dag georganiseerd met als doel een bijdrage te leveren aan de maatschappij en de doelgroepen waar Wooncompagnie zich voor inzet. Het even jaar wordt door de locaties een teambuildingsdag georganiseerd. Op 3 juni hebben de locaties Schagen, Purmerend en Hoorn voor de medewerkers een teambuildingsdag georganiseerd. De medewerkers uit Hoorn hebben in teams een puzzeltocht gehouden door het centrum van Hoorn. Het team dat het eerste een ring had gevonden in een caférestaurant in het centrum had gewonnen. De medewerkers van de vestiging Purmerend hebben onder leiding van ‘de Frisse Blik’ in groepjes van drie filmpjes gemaakt en gemonteerd. De filmpjes werden gemaakt aan de hand van een meegnomen voorwerp. De creativiteit voerde de boventoon. Het resultaat is vele mooie, ontroerende en hilarische filmpjes. Een prachtig eindproduct waar hard aan is gewerkt is. De medewerkers van vestiging Schagen hebben hun grenzen verlegd en een antislipcursus gevolgd. De locaties hebben de dag alle afgesloten met een etentje. - 94 -
Individueel loopbaanontwikkelingsbudget voor medewerkers Studeren met financiële steun van Wooncompagnie
Elf jaar geleden begon Silvan (34) als timmerman in de servicedienst en is nu alweer vier jaar werkplanner bij Wooncompagnie Schagen. Het bevalt hem goed, maar op de vraag of dit nou écht is wat hij wil luidde het antwoord nee. ‘Ik zou graag meer bezig willen zijn met en voor mensen. Daar zijn diploma´s voor nodig. In september 2010 ben ik daarom gestart met de vierjarige opleiding Maatschappijleer aan de Hogeschool van Amsterdam. In mijn geval kan ik ongeveer de helft van de studiekosten betalen met mijn individueel loopbaanontwikkelingsbudget,’ aldus Silvan.
Silvan Wiersma, werkplanner bij Wooncompagnie
- 95 -
Studie en functie Werknemers van de corporatie hebben recht op een budget 900 euro voor loopbaanontwikkeling per afgerond dienstjaar, tot een maximum van 4.500 euro. Parttimers krijgen een budget naar rato. De medewerker is vrij in de cursus- of studiekeuze, als het maar niets te maken heeft met de huidige functie (dat zijn de kosten voor de werkgever). De kans op een baan binnen de corporatie die aansluit op de studie Maatschappijleer lijkt derhalve beperkt, weet ook Silvan. ‘Ik zou aan de slag kunnen als woonconsulent of leefbaarheidsmedewerker. Lukt dat niet, dan kijk ik verder. Dat is een ingecalculeerd risico voor Wooncompagnie, maar ook een kans: er ontstaat ruimte voor verschuivingen of gerichte versterkingen. Geen persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden aanbieden is overigens ook geen optie voor een werkgever: dan stappen mensen met andere interesses zéker een keer op.’
Suggestie Van zijn collega´s krijgt Silvan regelmatig belangstellende vragen, positieve reacties en bewondering. ‘Dat heeft ook te maken met die aanslag op mijn vrije tijd’, verklaart Silvan. ‘Maar ik was al van plan deze opleiding te volgen; het loopbaanontwikkelingsbudget was het laatste zetje in de rug. En meer kán het ook niet zijn, want om te slagen is motivatie vereiste nummer één. Alleen kan ik me voorstellen dat de belasting voor sommigen een te groot bezwaar vormt, zeker als je gewenste studie een vierjarige HBO-opleiding is. Daarom zou het voor Wooncompagnie een suggestie zijn om studies niet alleen financieel maar ook in tijd te faciliteren. Vrijstelling voor de stage- en examendagen zou al een mooie start zijn.’
Verrijking Als de opdrachten en examens in juni goed resultaat opleveren, heeft Silvan zijn propedeuse binnen. Hij blikt terug op een pittig eerste studiejaar. ‘Ik werk vier dagen in de week negen uur. De vijfde dag ga ik naar school. Leren en opdrachten maken doe ik ’s avonds en in de weekenden. Elke zaterdag sta ik op om kwart voor zes zodat ik de hele dag aan de studie kan besteden. Zondag van zeven tot een uur of twee.’ Een studie naast het werk vergt dus wilskracht en discipline. Van de 26 studenten uit zijn klas zijn er nog maar zes over. Maar Silvan is vastberaden. ‘Ik vind het leuk en ik weet waar ik het voor doe. Deze studie geeft mij bovendien meer dan alleen perspectief op ander werk. Ik leer anders tegen dingen aankijken. Het nieuws bijvoorbeeld. Ik vind het een verrijking voor mezelf dat ik vanuit cultureel, sociologisch en politicologisch standpunt een gefundeerde mening kan geven.’
- 96 -
‘Deze studie geeft mij meer dan alleen perspectief op ander werk’
- 97 -
8. Toekomst De afgelopen jaren zijn turbulent geweest. En ook 2011 belooft geen jaar van ‘business as usual’ te worden. De wereld om ons heen is significant gewijzigd ten opzichte van het moment dat wij ons ondernemingsplan hebben vastgesteld. Een tussentijdse herijking is dan ook noodzakelijk en zal in de zomer van 2011 plaatsvinden. Wooncompagnie wordt gedwongen zich meer en meer te richten op haar kerntaak: het bieden van huisvesting aan mensen die daar zelf niet in kunnen voorzien. Dat is ook de richting die de overheid steeds meer voorstaat. Bezuinigingen bij de overheid hebben hun weerslag op zowel de corporaties als op de huurders. Ook de financiële positie van Wooncompagnie komt mogelijk onder druk te staan. Met ons vermogen is in de kern niets mis, maar de ontwikkeling van de kasstromen baart ons wel zorgen. De investeringen nemen sterk toe, terwijl de rendementen op die investeringen steeds lager worden. Het voornemen van de overheid om een substantieel deel van de huurtoeslag door woningcorporaties te laten financieren maakt dat de exploitatie verder onder druk komt te staan. Voor Wooncompagnie betekent de bijdrage aan de financiering van de huurtoeslag een extra aanslag op de (meerjaren-)begroting van zo’n € 3 miljoen op jaarbasis. Het inflatievolgende huurbeleid, dat zal gelden voor het grootste deel van onze huurders, is ontoereikend om dat op te vangen. Deze ontwikkeling betekent ook een verandering, in de rol en positie, van onze huidige woningvoorraad. Een heroverweging van de keuze tussen sloop en vervangende nieuwbouw of het in stand houden (lees levensduurverlenging) van de huidige woningvoorraad is gegeven deze constatering opnieuw legitiem. Om nieuwe woningen te bouwen en om woningen te exploiteren is Wooncompagnie meer en meer afhankelijk van het verkopen van bestaande huurwoningen. Wetgeving en ontwikkeling op de woningmarkt Het Europadossier en het regeerakkoord zullen in 2011 belangrijke thema’s zijn voor Wooncompagnie. Begin
2011 hebben we in Trevinverband een aantal belangrijke aankomende wetsvoorstellen geanalyseerd: De ministeriële regeling, die zijn beslag gaat krijgen in de Huisvestingswet, de Woningwet, de Warmtewet, het initiatiefrecht voor huurders, het ‘right to buy’, aanpassing van het woningwaarderingssysteem (energielabels en schaarstepunten) en het huurbeleid. We hebben daarbij, voor zover dat in dit stadium mogelijk is, in kaart gebracht wat dit voor ons als corporaties betekent, welke speelruimte er is en vervolgens een aantal scenario’s opgesteld hoe we daar vanuit het wonen bezien mee om kunnen en willen gaan en welke gevolgen dat met zich meebrengt. Uiteraard heeft de veranderende wetgeving ook in financiële en organisatorische zin impact op onze organisatie. Eind 2010 zijn we gestart om ook dit goed in beeld te brengen. Op dit moment hebben we nog onvoldoende informatie om alles tot in detail in beeld te kunnen brengen. In ieder geval is wel het niet-DEAB bezit in kaart gebracht. Anticiperend op de vereisten van de EU-beschikking is begin 2011 Wooncompagnie Beheer BV in oprichting. Mogelijk dat later in 2011 duidelijk wordt of het niet-DEAB bezit verplicht in een aparte entiteit geplaatst moet worden; dan is de BV alvast opgericht. We hebben nauw contact met de accountants en leggen al onze interpretaties van de ministeriële regeling en de daaruit volgende keuzes aan hen voor. Met regelmaat hebben wij daar een pioniersgevoel bij. Op congressen en in de diverse netwerken bemerken we dat de collega’s met dezelfde vragen en onduidelijkheden worstelen en dat we zelfs lijken te kunnen stellen dat wij ons ‘in de kopgroep’ bevinden. Begin 2011 heeft Wooncompagnie conform de beleidscyclus van het SPB opdracht gegeven om het woningmarktonderzoek te actualiseren dat het Rigo in 1998 voor ons heeft uitgevoerd. Dit onderzoek betreft alle gemeenten waar wij actief zijn. Het geeft inzicht in de toekomstige vraag naar huur– en koopwoningen, de ontwikkeling van de woningvoorraad naar type, eigendom en prijsniveau, bevolkings– en huishoudensontwikkeling en verhuisbewegingen. Daarnaast hebben we nu expliciet een onderscheid gemaakt tussen huishoudens met een inkomen tot
- 98 -
€ 33.614, huishoudens met een inkomen van € 33.614 tot € 43.000 en huishoudens met een hoger inkomen. Daarmee krijgen we zicht op de omvang en ontwikkeling van deze groepen, hun woonvraag en hun (on)mogelijkheden.
doelstellingen heeft een meer continu karakter en blijven doorlopend onze aandacht behouden.
Vanzelfsprekend zijn de resultaten van de strategische sessies van medio 2010 naar aanleiding van het Europadossier, de resultaten van het marktonderzoek en de gemaakte analyse met betrekking tot toekomstige wetgeving belangrijke input voor de herijking van het ondernemingsplan. In 2011 actualiseren we ook het strategische document van het portefeuillebeleid waarbij nadrukkelijker wordt ingegaan op de verschillen tussen het werkgebied van de vestiging Schagen en dat van de vestiging Purmerend. Per vestiging zullen daarbij wellicht op onderwerpen andere keuzes worden gemaakt. Daarna zal het huurbeleid worden geactualiseerd. De geplande herijking laat onverlet dat wij in 2011 doorgaan met het realiseren van de 24 doelstellingen die in het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ zijn opgenomen. Een aanzienlijk deel van deze doelstellingen hebben we in 2009 en 2010 voortvarend opgepakt. In dit jaarverslag zijn deze doelstellingen en de voortgang daarvan opgenomen. Een aantal
Provincie en gemeenten In de loop van 2011 zullen de effecten van de verkiezingsuitslag van de Provinciale Statenverkiezing zichtbaar worden. Hoewel de verschuivingen met betrekking tot de zetelverdeling ten opzichte van andere provincies in Noord-Holland is meegevallen, zal naar verwachting de koers van de Provincie worden bijgesteld. Daarnaast spelen nog steeds de gemeentelijke herindelingen. Per 1 januari 2011 is de fusiegemeente Medemblik ontstaan uit de voormalige gemeenten Medemblik, Wervershoof en Andijk. Het gemeentehuis is gevestigd in Wognum in het voormalige hoofdkantoor van de DSB Bank en DSB Beheer. Deze kantoorpanden waren in 2010 door de te fuseren gemeenten opgekocht. Hiermee waren nieuwbouwplannen voor een gemeentehuis in de stad Medemblik van de baan. De voormalige gemeente Medemblik was slechts vier jaar eerder, op 1 januari 2007, gevormd door een fusie van de toenmalige gemeenten Noorder-Koggenland, Wognum (met uitzondering van een kleine strook grond die overging naar de gemeente Hoorn) en de toenmalige stadsgemeente Medemblik.
- 99 -
Hollands Kroon is een fusiegemeente die per 1 januari 2012 zal ontstaan. De nieuwe gemeente wordt gevormd door een fusie van de gemeenten Wieringen, Wieringermeer, Anna Paulowna en Niedorp. Een derde mogelijke fusie van gemeenten in NoordHolland betreft een fusie tussen de gemeenten Zijpe, Harenkarspel en Schagen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben op 11 januari 2011 een herindelingsadvies vastgesteld en deze aangeboden aan de Minister voor een fusie per 1 januari 2013. De gemeente Zijpe verzet zich echter. In 2009 is in Zijpe een referendum gehouden waarbij 63% van de stemmers heeft gekozen voor zelfstandigheid.
Provinciale samenwerking 2011 zal een belangrijk jaar worden voor Kracht door Verbinding. De in 2010 gesmede Allianties zullen in 2011 verder vorm gaan krijgen. Zo verkennen corporaties, samen met gemeenten en BZK/WWI de mogelijkheden van broedplaatsen om bewoners te betrekken en participatie op een geheel andere en prikkelende manier te vergroten. Verder zitten corporaties, gemeenten, de provincie Noord-Holland, BZK/WWI en bouwende partijen aan tafel om gezamenlijk een oplossing te zoeken voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO), dat maar niet goed van de grond wil komen. Een ander voorbeeld speelt zich af op het gebied van de recreatie. In WestFriesland heerst het gevoel dat de toeristische kwaliteiten nog onvoldoende worden benut. Verschillende partijen bedenken nu samen manieren om toeristen naar West-Friesland te trekken, bijvoorbeeld door een dagkaart te ontwikkelen voor verschillende toeristische activiteiten. Ten slotte zijn corporaties, bedrijven, Aedes en de Woonbond voornemens om gezamenlijk te werken aan bewustwording van woonconsumenten op gebied van energiebesparing. Om de contactmogelijkheden tussen de leden van de Alliantiefabrieken te vereenvoudigen is op www.linkedin.com de groep ‘Kracht door Verbinding’ actief. Jaarplan 2011 In het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ heeft Wooncompagnie voor een periode van vier jaar keuzes gemaakt en een koers uitgezet op basis van vier thema’s waarmee in dit jaarverslag van 2010 een duidelijke koppeling is gelegd. De uitgezette koers in het ondernemingsplan is geconcretiseerd aan de hand van 24 doelstellingen. Een aanzienlijk deel van deze doelstellingen hebben we reeds opgepakt. In dit jaarverslag zijn deze doelstellingen en de voortgang daarvan opgenomen. Zoals eerder gezegd is helder dat we het ondernemingsplan in 2011 moeten herijken. We sluiten niet uit dat we onze toekomstige ambities op basis hiervan zullen moeten bijstellen. In die wetenschap hebben we in het Jaarplan 2011 voor onze organisatie de volgende speerpunten benoemd:
- 100 -
Maatschappelijk presteren: maatschappelijke opgave in onze wijken en buurten vaststellen; maatschappelijk vastgoed realiseren in samenwerking met partners; een toetsingskader vaststellen met betrekking tot leefbaarheid, dat intern en extern duidelijkheid brengt; heldere relatie en afspraken met onze maatschappelijke partners. Duurzame voorraad: marktonderzoek uitvoeren en het Strategische Portefeuillebeleid actualiseren; energiebeleid (ingebed in complexbeheerplannen) uitvoeren; stimuleringsmaatregelen tot energie- en kostenbesparing door bewoners verder uitbouwen en implementeren; vier inspirerende projecten op het gebied van milieu voorbereiden / opleveren.
Ondernemen: persoonlijke digitale woonwinkel nader uitwerken en implementeren; Koopgarant en de Startersrenteregeling implementeren; woonlastenbeleid vormgeven. Organisatie: verkoop van woningen stimuleren en realiseren implementatie en evaluatie doorontwikkeling Ontwikkeling van medewerkers implementeren Persoonlijk Loopbaanplan Samenwerking Trevin: Shared Service Center evalueren en optimaliseren; Programmanetwerk en ontwikkelplatform verder uitbouwen; uitvoeren jaarplan Trevin 2011.
- 101 -
Voor de gewenste omvang van de solvabiliteit (op basis van de volkshuisvestelijke bedrijfswaarde) heeft Wooncompagnie een harde ondergrens gesteld van 15%. Deze ondergrens wordt verhoogd met een risicoopslag. Wij zijn een actieve corporatie en we zien het als onze taak om dit in de toekomst ook te blijven. Om deze reden wordt tevens een zachte bovengrens van het weerstandsvermogen van 30% gemonitord.
9. Financiële positie en risicomanagement Wooncompagnie is financieel gezond en wil dat graag zo houden. Het financiële beheer van Wooncompagnie is er enerzijds op gericht inzicht te krijgen in de toekomstige risico’s en anderzijds om solvabel en financierbaar te blijven. Vanuit die focus worden meerjarenbegrotingen opgesteld en gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. Aan de hand van de resultaten wordt het financiële beleid gemonitord en zo nodig bijgesteld. Wooncompagnie heeft een planningen controlcyclus die resultaatgericht, genormeerd en meetbaar is. Strategische doelen worden vertaald naar operationele doelen. De in het kader van het ondernemingsplan gemaakte keuzes krijgen uiteraard een financiële vertaling. Dit inzicht hebben we nodig om helderheid te krijgen over de reële financiële ruimte. 9.1. 9.1.1.
Financiële positie en continuïteit Algemene uitgangspunten financieel beleid
Het financiële beleid van Wooncompagnie is gebaseerd op de financiële pijlers solvabiliteit en het rentedekkingsgetal. De hoogte van deze ratio’s is tevens van belang voor de risico- en continuïteitsbeoordeling door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en de financieringsbeoordeling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
Jaarresultaat (bedragen x € 1 mln) Resultaat uit verhuuractiviteiten Resultaat uit financieringsactiviteiten Resultaat uit projecten en verkopen Vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen Mutatie actuele waarde materiële vaste activa Totaal
Verder vinden wij het belangrijk om een 'gezonde' operationele kasstroom te hebben zodat de financierbaarheid gegarandeerd blijft. Daarom wordt ook gestuurd op het rentedekkingsgetal. Deze ratio geeft aan hoe vaak de per saldo verschuldigde rente uit de operationele kasstroom kan worden betaald. Het rentedekkingsgetal moet jaarlijks minimaal 1,4 zijn. 9.2.
Jaarresultaat 2010
Het jaarresultaat van Wooncompagnie kwam in 2010 uit op € 22 miljoen positief. Dit is € 52 miljoen meer dan begroot en € 22 miljoen meer dan in 2009 is gerealiseerd. De verbetering van het jaarresultaat 2010 ten opzichte van 2009 en de begroting 2010 is veroorzaakt door schattingswijzigingen in de waardering van het bezit. Deze wijzigingen hebben een materiële impact gehad op het resultaat uit projecten en verkopen en de mutatie actuele waarde. Het resultaat uit verhuuractiviteiten en financieringsactiviteiten is vrijwel conform voorgaand jaar en de begroting. Resultaat uit verhuuractiviteiten Het resultaat uit verhuuractiviteiten is redelijk stabiel. Op individuele posten zijn echter wel verschillen ten opzichte van de begroting te onderkennen.
jaarrekening 2009 31 -18 -29 8 0 8 0
- 102 -
jaarrekening 2010 30 -19 16 -5 0 0 22
begroting 2010 30 -21 -40 -4 2 3 -30
Zo zijn de planmatig onderhoudsuitgaven achter gebleven ten opzichte van de begroting. Een deel, € 1,9 miljoen, van de planmatig onderhoudswerkzaamheden is doorgeschoven naar 2011 (in de begroting was rekening gehouden met een overloop van € 2 miljoen). Daarnaast is een aantal planmatig onderhoudswerkzaamheden komen te vervallen. Hier staat tegenover dat de kosten van niet planmatig onderhoud € 1 miljoen hoger uit zijn gekomen dan begroot. Resultaat uit financieringsactiviteiten Het renteresultaat over 2010 was bijna € 2 miljoen voordeliger dan begroot, voornamelijk als gevolg van achterblijvende kasstromen uit (des)investeringsactiviteiten. Hierdoor was het niet nodig de volledige financieringsbehoefte uit de begroting 2010 in te vullen. Daarnaast was er sprake van een lagere gemiddelde rente dan verwacht. De gewogen gemiddelde rente van de leningportefeuille per 31 december 2010 is 4,49% (per 31 december 2009 was deze 4,19% en in de begroting was rekening gehouden met 4,83%). De daling ten opzichte van de begroting is gerealiseerd doordat de nieuwe en herfinancieringen over 2010 hebben plaatsgevonden tegen een lager dan begroot rentepercentage. Resultaat uit projecten en verkopen Wooncompagnie heeft zich in 2010 ook actief ingezet in bestaande en nieuwe leefomgevingen door te investeren in nieuwbouw en herstructurering. Dit komt tot uiting in de onrendabele investeringen die ten laste van het resultaat zijn gebracht. Het onrendabele deel van een investering is het verschil tussen de investering en de actuele waarde. Door een (schattings)wijziging in de berekening van de actuele waarde kon in 2010 per saldo een deel van de onrendabele investeringen terug worden genomen. Om deze reden is een bedrag van € 5 miljoen geboekt ten gunste van het resultaat (2009: € 33 miljoen nadelig, begroot 2010: € 55 miljoen nadelig), bestaande uit projecten die ‘intern zijn geformaliseerd en extern zijn gecommuniceerd’ en projecten die nog in voorbereiding zijn waarbij het de verwachting is dat de uiteindelijke projectopbrengsten lager zullen zijn dan de verwachte stichtingskosten.
Het verkoopresultaat over 2010 is bijna 5 miljoen lager uitgevallen dan begroot. De oorzaak hiervan is dat er 35 woningen minder zijn verkocht dan begroot. Vennootschapsbelasting Het belastbaar bedrag over 2010 bedraagt € 11,5 miljoen. Als gevolg van een daling van de fiscale waarde van het bestaande bezit kon er een bedrag van € 21,9 miljoen ten laste van het belastbaar bedrag worden gebracht. Hiermee is er sprake van een acute belastingbaat over 2010 van € 2,6 miljoen (2009: € 2,4 miljoen nadelig, begroot: € 3,8 miljoen nadelig). Wooncompagnie heeft diverse belastinglatenties gevormd, voor het tijdelijke verschil tussen de fiscale en commerciële waardering van een aantal balansposten. In 2010 is er voor een bedrag van € 7,9 miljoen aan mutaties in deze latenties verantwoord. Mutatie actuele waarde materiële vaste activa In 2010 zijn er enkele belangrijke schattingswijzigingen doorgevoerd in de waarderingsgrondslagen en dan met name ten aanzien van de waardering van het bezit. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de wijziging van de disconteringsvoet van 6% naar 5,25% en een neerwaartse bijstelling van de restwaardeinschatting. Als gevolg hiervan is de mutatie actuele waarde ten opzichte van de begroting € 3 miljoen lager uitgevallen. 9.2.1.
Financiële continuïteit en meerjarenperspectief
Zoals beschreven in subparagraaf 9.1.1. wordt op basis van de restricties vanuit continuïteit en financierbaarheid actief gemonitord op zowel het weerstandsvermogen (op basis van de volkshuisvestelijke bedrijfswaarde) als het rentedekkingsgetal. Vermogen Ontwikkeling van het volkshuisvestelijke vermogen in % van het balanstotaal blijft op grond van de meerjarenbegroting 2011-2015 binnen de gestelde bandbreedte. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft bij het continuïteitsoordeel 2011 geconcludeerd dat de voorgenomen activiteiten passend zijn bij de vermogenspositie. Wooncompagnie blijft dan ook een financieel gezonde A1-status corporatie. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft het risicoprofiel (17%,
- 103 -
bestaande uit 13% risico en 4% Vpb-beklemming, ultimo 2015) van Wooncompagnie lager ingeschat dan de vermogenspositie op basis waarvan Wooncompagnie in 2010 heeft gestuurd.
Een belangrijk aandachtspunt is echter wel de impact van de mogelijke heffing voor huurtoeslag op de financiële positie van Wooncompagnie. Indien dit voornemen uit het regeerakkoord daadwerkelijk zal worden geëffectueerd zal Wooncompagnie moeten bijsturen om te kunnen blijven voldoen aan de gestelde ondergrens van het vermogen. Dit impliceert dat er keuzes moeten worden gemaakt in de activiteiten en dan met name ten aanzien van de nieuwbouw– en herstructureringsprojecten. Financierbaarheid Wooncompagnie heeft een zeer stabiele en gezonde operationele kasstroom. Ten opzichte van 2009 is het rentedekkingsgetal in 2010 toegenomen. De belangrijkste oorzaak hiervan is de in 2009 ‘dubbel betaalde’ vennootschapsbelasting (over 2008 en 2009).
Evenals voor het vermogen geldt dat de mogelijke heffing voor huurtoeslag een forse impact zal hebben op de operationele kasstroom. Desalniettemin kan op basis van de meerjarenbegroting 2011-2015 in alle jaren worden voldaan aan de gestelde ondergrens. Op 12 april 2011 heeft het WSW geconcludeerd dat Wooncompagnie kan voldoen aan de eisen van het WSW en onverminderd kredietwaardig is. Daarnaast is ook het faciliteringsvolume voor 2011-2013 onverkort vrijgegeven. Overige kengetallen De ‘loan to value’ op basis van de WOZ-waarde is gestegen van 19,5% ultimo 2009 naar 20,2%. Ultimo 2010. Deze ratio geeft aan in hoeverre het woningbezit is gefinancierd met vreemd vermogen. Deze verslechtering is het gevolg van de reeds in 2010 aangetrokken financiering voor investeringsuitgaven in 2011. Het ‘directe rendement op basis van de WOZ-waarde’ op de exploitatie van het woningbezit is iets verbetert van 1,0% in 2009 naar 1,3% in 2010. Deze ratio geeft aan wat de verhouding is tussen de operationele kasstroom (exclusief rente) en de waarde van het vastgoed. Deze verbetering is veroorzaakt door een toename van de operationele kasstroom doordat in 2009 voor twee jaar de vennootschapsbelasting is betaald. Echter op grond van de hoogte van het directe rendement kan geconcludeerd worden dat Wooncompagnie vrijwel geen rendement maakt op het eigen vermogen. Het ‘indirecte rendement op basis van de WOZ-waarde’ is de waardemutatie van de bestaande vastgoedportefeuille uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde van het bezit en is in 2010 afgenomen van 4,0% over 2009 naar -0,4% over 2010. In 2010 was duidelijk zichtbaar dat de vastgoedmarkt het moeilijk heeft en dat de waarde van het vastgoed sterk onder druk staat. 9.2.2.
Treasuryactiviteiten 2010
Realisatie doelstellingen 2010 Een van de doelstellingen was het aanpassen van de wijze van financiering van verbindingen waarbij de aanbevelingen uit de brief van voormalig minister van der Laan van 12 juni 2009 zouden worden - 104 -
meegenomen. Er zijn in 2010 verkennende gesprekken gevoerd met onder meer de ABN AMRO. Dit heeft nog niet geresulteerd in concrete acties omdat besloten is eerst de nieuwe Woningwet met het formele kader af te wachten. Wel worden in 2011 acties ondernomen om de vaste activa (met name grondposities) in de nevenstructuur zoveel mogelijk extern te financieren. Een andere doelstelling had betrekking op de herstructurering van de leningportefeuille middels derivaten. Na onderzoek in 2010 is gebleken dat het inzetten van derivaten niet direct noodzakelijk is. Wel wordt er onderzocht hoe de leningportefeuille efficiënter kan worden gemaakt. Bijvoorbeeld door het samenvoegen van enkele kleine leningen. Ook waren wij voornemens om de kredietfaciliteit te verhogen om zo meer flexibele financieringsruimte te creëren. In 2010 is deze faciliteit verhoogd van € 5 miljoen naar € 20 miljoen. Ook een onderzoek naar het financieren bij alternatieve partijen en middels alternatieve producten om hiermee het risico op het niet beschikbaar zijn van voldoende traditionele financiering te verkleinen, was als doelstelling geformuleerd. Hiervoor hebben wij in 2010 verkennende gesprekken gevoerd met verschillende partijen. Dit heeft nog niet geresulteerd in concrete alternatieve producten. Inmiddels (in 2011) zijn in samenwerking met een aantal corporaties in NoordHolland de eerste gesprekken gevoerd om te komen tot een alternatieve financiering van het ‘commerciële bezit’ (zogenaamde niet-DAEB). Voorts had in 2010 de implementatie van de EUbeschikking veel aandacht om de staatssteun te blijven garanderen. Bij de uitvoering van het financieringsplan 2010 is rekening gehouden met de EU-beschikking zodat eventuele toekomstige financieringsrisico’s zoveel mogelijk zijn afgedekt. Vanaf 2011 wordt volledig voldaan aan de voorschriften conform de Europese beschikking. Een andere doelstelling had betrekking op het afsluiten van een overeenkomst met een tweede bancaire partij om derivaten te kunnen afsluiten. Hiertoe is in 2010 met de ABN AMRO een ISDA-contract afgesloten waarbij
is geregeld dat er geen periodieke afrekening van de marktwaarde plaats zal vinden. Hiermee heeft Wooncompagnie een tweetal partijen waarbij onder gelijke voorwaarden een derivaat kan worden afgesloten. Het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheid van groen financieren en het aanwenden van alternatieve subsidiebronnen was tevens een doelstelling uit het jaarplan. In 2010 heeft voor enkele projecten een onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden voor groenfinanciering en is waar mogelijk de aanvraag in werking gezet. Liquiditeitenbeheer Wooncompagnie stuurt actief op kasstromen. Jaarlijks wordt een 12-maands kasstroom opgezet vanuit de begroting. Daarnaast wordt er wekelijks een financieel overzicht gemaakt aan de hand van de meest actuele informatie om de dagelijkse liquiditeit in de gaten te houden en waar nodig actie te ondernemen. Per juli 2010 is een voortschrijdend kasstroomoverzicht over de eerstvolgende 12 maanden samengesteld. Per december 2010 is getoetst hoe de realisatie over de afgelopen 6 maanden zich verhoudt ten opzichte van de planning. Verwacht werd dat binnen genoemde periode € 2,5 miljoen zou uitstromen. Totaal werd een uitstroom van € 4,7 miljoen gerealiseerd. Voornaamste redenen achterblijvende inkomsten uit verkoop en hogere uitgaven onderhoud. Faciliteringsvolume Het WSW heeft in 2010 aan Wooncompagnie een faciliteringsvolume van € 105,6 miljoen afgegeven. € 55 miljoen heeft betrekking op financiering van nieuwbouwprojecten en herfinanciering van contractuele aflossingen in 2010. € 17 miljoen heeft betrekking op de herfinanciering van de contractuele aflossingen in 2011; € 33,9 miljoen heeft betrekking op de herfinanciering van de contractuele aflossingen in 2012. Financieringsplan 2010 Als gevolg van de Europese Beschikking van 15 december 2009 en de daarop gebaseerde ‘tijdelijke
- 105 -
regeling diensten van algemeen en economisch belang Toegelaten Instellingen volkshuisvesting’ kunnen bedoelde Toegelaten Instellingen per 1 januari 2011 bestaande activa, niet zijnde DAEB (Dienst van Algemeen Economisch Belang), niet meer herfinancieren met door het WSW geborgde leningen.
aan inkomende kasstromen uit verkoop bestaand bezit en uitgaande kasstromen zoals onderhoud en investeringen in nieuwbouwprojecten. Externe financiering kan door middel van flexibele voorfinanciering worden aangewend op het moment dat dit noodzakelijk is.
Om op deze regelgeving vooruit te lopen heeft Wooncompagnie in augustus 2010 een financieringsplan ontwikkeld. Op dat moment werd verondersteld dat de regeling per 1 oktober 2010 van kracht zou worden. Uitgangspunt voor de financiering vormt het totaalbedrag van het faciliteringsvolume dat door het WSW was afgegeven.
Rentebasis lening De basisrente lening is een lening die sinds 2009 verkrijgbaar is via de NWB en BNG. In de leningsvorm wordt het rentepercentage in twee delen geknipt: Rentepercentage = de basisrente + de kredietopslag
De totale financiering van € 105,6 miljoen is zo flexibel mogelijk ingevuld. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende financieringsinstrumenten: flexibele voorfinanciering rentebasis lening roll over lening met variabele hoofdsom roll over lening kredietfaciliteit huisbank De contante waarde van het resultaat van het uitgevoerde financieringsplan vergeleken met de meerjarenbegroting 2010-2014 bedraagt € 24,8 miljoen. Het moment van afsluiten is een gelukkige geweest. Flexibele voorfinanciering: Bij verschillende leningvormen is het mogelijk om een flexibele voorfinanciering over een te komen met geldgever. Er kan gekozen worden voor een flexibiliteit van 1 tot 3 jaar. Over het opgenomen bedrag uit het depot wordt op maandbasis het rentepercentage vastgesteld op basis van 1 maands Euribor plus risicoopslag. Tot ingangsdatum van de definitieve lening kan maandelijks tot het totaal van de flexibele opnamefaciliteit gebruik worden gemaakt. Twee argumenten om gebruik te maken van flexibele voorfinanciering: Wooncompagnie verwacht dat de lange rente volgend jaar op een hoger niveau ligt dan de huidige rente. Het verloop van de toekomstige kasstromen is moeilijk in te schatten. Hierbij moet worden gedacht
De basisrente staat vast voor de contractuele looptijd en wordt vastgesteld aan de hand van de IRS-curve plus een marktconforme toeslag. De kredietopslag wordt vastgezet voor een kortere periode dan de basisrente met een minimum van twee jaar en een maximum van tien jaar. Rekening moet worden gehouden met de bepaling van de renterisico. Op het moment van de wijziging van het percentage van de kredietopslag loopt Wooncompagnie renterisico. Dit wordt in het overzicht renterisico uit financieringsportefeuille verwerkt. Argumenten om deze leningvariant toe te passen: De historisch lage rente wordt voor een lange periode vastgezet. Met deze vorm profiteert Wooncompagnie van de inverse rentestructuur indien gekozen wordt voor een looptijd langer dan 20 jaar. De hoge kredietopslag wordt vastgezet voor een korte periode. Er zijn drie basisrenteleningen aangetrokken met een totale waarde van € 55 miljoen. De looptijd varieert van 30, 40 tot 50 jaar. Roll over lening met variabele hoofdsom Met de roll over lening wordt een financiering met een hoofdsom voor een bepaalde periode overeen gekomen. De hoofdsom van de financiering staat bijvoorbeeld vast voor tien jaar. De rente wordt periodiek per drie of zes maanden op basis van drie maands of zes maands Euribor plus (vooraf overeengekomen) spread vastgesteld. Periodiek kan de hoofdsom ook naar behoefte worden aangepast. De beperking is dat er altijd minimaal 20% van de hoofdsom aangewend moet zijn. Maximaal 100%.
- 106 -
Argument om deze leningvariant toe te passen: Op langere termijn wordt door toepassing van deze variant flexibiliteit ingebouwd. Als er sprake is van een liquiditeitsoverschot kan periodiek tot 20% van de hoofdsom worden teruggestort. Is er sprake van liquiditeitsspanning dan kan de volledige hoofdsom worden aangewend. De huidige tarieven voor drie of zes maands Euribor liggen bijzonder laag. Deze leningvariant biedt ruimte om de rentelasten te drukken. Er zijn meerdere roll over leningen met een variabele hoofdsom aangetrokken. De totale waarde bedraagt € 30,6 miljoen. Voor de roll overs met variabele hoofdsom worden variërende kredietopslagen berekend omdat de looptijden en/of stortingsdata afwijken. De opslagen bewegen zich tussen 75 en 80 basispunten. Roll over lening op basis van drie maand Euribor Met de roll over lening wordt een financiering met een hoofdsom voor een bepaalde periode overeen gekomen. De hoofdsom van de financiering staat bijvoorbeeld vast voor tien jaar. De rente wordt periodiek per drie maanden op basis van 3 maands Euribor plus (vooraf overeengekomen) spread vastgesteld. Deze lening dient onder andere per 15 oktober te worden aangetrokken. De lening dient als onderliggende waarde voor de Swap die per genoemde datum ingaat. Er zijn twee roll over leningen aangetrokken met een waarde van € 20 miljoen. Grondpositie
Kredietfaciliteit huisbank (ING Bank) De kredietfaciliteit van de ING Bank is in juli verhoogd van € 5 miljoen tot € 20 miljoen. Dit biedt Wooncompagnie de flexibiliteit om haar investeringen etc. te financieren op het moment dat er sprake is van liquiditeitsspanning. Er wordt geen bereidstellingsprovisie betaald. Derivaten De contractuele aflossing in 2013 bedraagt € 28,8 miljoen. Het renterisico over € 15 miljoen is in september 2010 afgedekt met een swap. De swap (ruil) houdt in dat Wooncompagnie 1,84% betaalt en drie maands Euribor tarief ontvangt van ABN AMRO. De looptijd is tien jaar. Wooncompagnie moet nog een lening afsluiten van hetzelfde bedrag en dezelfde looptijd tegen drie maands Euribor tarief plus kredietopslag. Per saldo betaalt Wooncompagnie dan 1,84% van de swap plus de kredietopslag van de lening. De rente is zo laag omdat aan de swap een swaption is gekoppeld. De swaption werkt als volgt. Als de rente op 3 juli 2023 lager is dan 2,7% dan moet Wooncompagnie een bedrag ineens betalen aan ABN AMRO. Het bedrag is de contante waarde van: het verschil tussen de rente op 3 juli 2023 en 2,7% over € 15 miljoen over 30 jaar. Is de rente hoger dan 2,7% dan betaalt Wooncompagnie niets.
Jaar aankoop Oppervlakte
Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie 't Zand Zuid, Zijpe 2007 Dergmeerweg, Harenkarspel 2007 Schapenlandje, Waterland 2007 Spierdijk, Koggenland 2008 Veilingweg, Warmenhuizen 2008 Veilingweg, Warmenhuizen 2008 Bamestraweg, Middenbeemster 2007 Westerweg, Schagen 1999 Wooncompagnie Ontwikkeling bv A.C. de graafweg, Wognum 2010 De Omloop, Sint Maarten 2009 nabij Kerkstraat/Westeinderweg, Wognum 2008 Oosteinderweg Wognum, Medemblik 2008 Zwaagdijk, Medemblik 2008 VOF Polderkamer Dergmeerweg, Warmenhuizen 2009 Elshof Zuid, Anna Paulowna 2009
Eigendom
Samenwerkingspartner
Koopprijs x € 1 mln
243.083 m² 58.910 m² 7.090 m² 75.355 m² 11.055 m² 7.415 m² 75.031 m² 5.000 m²
50% 100% 100% 100% 100% 100% 99% 100%
Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. nvt VOF Bouw-Meester-Compagnie VOF Scholtens-Project-Compagnie nvt nvt HollandKwartier bv nvt
1,5 0,8 0,3 1,3 0,4 0,3 0,8 0,3
4.840 m² 22.300 m² 270.000 m² 352.380 m² 20.720 m²
100% 50% 100% 99% 99%
nvt USP Vastgoed bv nvt Het LeekerWoonland bv Het LeekerWoonland bv
0,2 0,5 4,8 0,2
33.630 m² 50% belang in VOF Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. 20.579 m² 50% belang in VOF Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V.
- 107 -
1,2 0,4
9.2.3.
Strategische grondposities
Wooncompagnie heeft in de jaren 2007, 2008 en 2009 verschillende strategische grondposities verworven om op middellange termijn de bouwproductie, tegen betaalbare condities, zeker te stellen. In de tabel op de vorige pagina is een overzicht opgenomen van de ultimo 2010 aanwezige strategische grondposities. In 2010 heeft er ruilverkaveling plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap. Wooncompagnie heeft een perceel water geruild voor cultuurgrond langs de A.C. de Graafweg te Medemblik. Behoudens deze transactie zijn er in 2010 geen nieuwe strategische grondposities ingenomen.
9.3. 9.3.1.
Risicomanagement Vormgeving risicomanagementproces
De onzekerheden waarmee de corporatiesector wordt geconfronteerd is de afgelopen periode sterk toegenomen. Niet alleen de economische crisis, maar ook de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving zorgen voor deze toename. Dit zien we terug in de toegenomen aandacht voor
risicomanagement binnen de corporatiesector. Ook binnen Wooncompagnie is de aandacht voor risico’s en interne beheersing de afgelopen jaren sterk toegenomen. Voor ons is risicomanagement een binnen de gehele corporatie een ingebed, proactief en continu proces, waarbij vanuit een gemeenschappelijk referentiekader op gestructureerde wijze wordt omgegaan met het beheersen van risico’s in relatie tot de organisatie– en beleidsdoelstellingen. Bij het vormgeven van het risicomanagement(proces) hebben wij gebruik gemaakt van de regelkring1 zoals linksonder afgebeeld: 9.3.2.
Risicomanagement in 2010
Waar in 2009 de risicomanagementfocus lag op het inventariseren van de zwakke punten in de interne beheersing en het opstellen van verbeterplannen is in 2010 daadwerkelijk een start gemaakt met het operationaliseren van het risicomanagementproces. Zowel vanuit een analyse van de processen en de strategische doelstellingen (top-down) als vanuit interviews met alle leidinggevenden binnen Wooncompagnie (bottom-up) zijn de belangrijkste risico’s geïnventariseerd. Deze risico’s zijn vervolgens verder geanalyseerd, geclassificeerd (impact en waarschijnlijkheid) en geprioriteerd (laag, middel en hoog). Vervolgens zijn voor alle risico’s risicoeigenaren benoemd. In overleg met de risico-eigenaren worden de risicomanagementstrategieën ontwikkeld en worden de huidige en gewenste beheersingsmaatregelen in kaart gebracht. Het risicomanagementproces is in 2010 onderdeel geworden van de reguliere planning & controlcyclus. Hiermee wordt geborgd dat de belangrijkste risico’s binnen de organisatie continu afdoende worden bewaakt. Een ander vast onderdeel van de planning- en controlcyclus is het uitvoeren van zogenaamde gevoeligheids- en scenarioanalyses. Hierbij wordt ondermeer de kans onderzocht dat niet kan worden voldaan aan de financiële doelstellingen ten aanzien van vermogen en financierbaarheid. Daarnaast worden
1
- 108 -
Uit het handboek ‘Corporatie Governance’ van Deloitte
voordat ingrijpende strategische beslissingen worden genomen altijd verschillende scenario’s doorgerekend. 9.3.3.
Risico’s Wooncompagnie
Onderaan deze paragraaf is een integraal overzicht van de grootste risico’s opgenomen. In dit overzicht is onderscheid aangebracht tussen de interne en externe risico’s. Daarnaast zijn de risico’s gegroepeerd per categorie. Zoals reeds aangegeven is voor ieder van deze risico’s de kans en impact (in euro’s) en de prioritering in kaart gebracht. In deze paragraaf vindt u een beschrijving van de risico’s die een hoge prioritering hebben gekregen. Nieuwe wet- en regelgeving ‘Het risico dat de voor Wooncompagnie relevante weten regelgeving aan verandering onderhevig is en dat Wooncompagnie niet in staat is om hierop in te spelen’. In de afgelopen jaren is de dynamiek in de wijzigingen van de wet– en regelgeving fors toegenomen. De monitoring van nieuwe wet– en regelgeving en de vertaling hiervan in beleid ligt bij de afdelingen Finance, Planning & Control en Strategie & Ontwikkeling. Het tijdig signaleren van en inspelen op (voorgenomen) wijzigingen in wet– en regelgeving vraagt steeds meer tijd en aandacht. In 2011 heeft een werkgroep binnen het samenwerkingsverband een aantal aankomende wetsvoorstellen geanalyseerd om daar tijdig en adequaat op te kunnen anticiperen (zie ook hoofdstuk 8). De verantwoordelijkheid voor de naleving van wet– en regelgeving ligt bij de proceseigenaren. Echter, doordat voor de processen niet bepaald is welke regelgeving van toepassing is, is het voor de proceseigenaren niet altijd eenvoudig invulling te geven aan deze rol. De komende jaren wordt hierin verandering aangebracht door deze wet– en regelgeving op te nemen in de procesbeschrijvingen.
Wooncompagnie ziet het Strategisch Portefeuillebeleid (SPB) als een noodzakelijk instrument dat leidend is in de uitvoering van de primaire taakstelling. Immers, in het SPB komen demografie en marktontwikkelingen, de passendheid van de woningvoorraad voor nu en in de toekomst en de verwachte ontwikkeling van de woonlasten samen. Al deze punten hebben betrekking op de kernactiviteiten van Wooncompagnie, namelijk het realiseren, verhuren en beheren van woningen met een aanbod dat aansluit bij wat de maatschappij van ons vraagt. Voor het ontwikkelen en uitvoeren van het SPB hanteert Wooncompagnie de beleidsachtbaan van Rigo Research en Advies BV. Het strategische en het operationele niveau raken elkaar op het tactisch niveau in de vorm van de buurtanalyses. In 2009 heeft Wooncompagnie een meerjarenplanning voor de cyclus van het SPB opgesteld. De planning omvat het actualiseren van de strategische kaders, de buurtanalyses, de complexbeheerplannen en het marktonderzoek en heeft een logische aansluiting met de vierjaarlijkse cyclus van het ondernemingsplan. Conform deze cyclus is in december 2010 een start gemaakt met het actualiseren van het marktonderzoek. Besloten is dit onderzoek wederom door het Rigo te laten uitvoeren. Om trends en ontwikkelingen goed zichtbaar te krijgen, is de vraagstelling voor een belangrijk deel hetzelfde als in het vorige marktonderzoek. Wel is nu heel expliciet de ontwikkeling, woonsituatie en woonwensen van huishoudens met een inkomen tot € 33.614 en huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en € 43.000 meegenomen. Deze informatie is essentieel voor het maken van de juiste beleidskeuzes als reactie op de ministeriële regeling en de definiëring van onze doelgroepen van beleid; in 2011 zal de strategische beleidsnotitie van het SPB worden geactualiseerd.
Demografische ontwikkelingen ‘Het risico dat ontwikkelingen in de samenstelling en opbouw van de bevolking (bijvoorbeeld krimp en vergrijzing) leiden tot een mismatch met het woningaanbod.’
- 109 -
Vernieuwing portefeuille ‘Het risico dat Wooncompagnie onvoldoende vernieuwing of verbetering aanbrengt in het bezit in de vorm van aankoop, nieuwbouw of herstructurering en/of hier geen rekening mee houdt in de bedrijfsvoering.’ Ook voor dit risico geldt het strategisch portefeuille beleid, inclusief meerjarige financiële vertaling, als fundament onder de vastgoedopgave. Als gevolg van het hebben van onvoldoende financiële middelen, vertraging in de uitvoering of inadequaat projectmanagement kan de realisatie van de vastgoedopgave onder druk komen te staan. In 2010 heeft het verder beheersen van de projectontwikkeling nieuwbouw en herstructurering veel aandacht gekregen (zie risico projectontwikkeling vastgoed). Daarnaast vindt de behandeling van acquisitie en – investeringsvoorstellen met ingang van december 2010 plaats in een investeringscommissie waarin de vestigingen, Bouwcompagnie en het Bestuurlijk Centrum zitting hebben. Projectontwikkeling vastgoed ‘Het risico dat er geen goed (totaal)inzicht bestaat in de lopende vastgoedprojecten binnen de corporatie en/of dat vastgoedprojecten (zowel maatschappelijk vastgoed, maatschappelijke huisvesting als overig vastgoed) niet goed beheerst worden.’ Projectontwikkeling behoort tot de meest risicovolle activiteiten van Wooncompagnie. Om het projectontwikkelingsproces te beheersen moet inzicht
bestaan in de voortgang, de belangrijkste kengetallen en de risico’s van een project. Wij hebben hiervoor de beschikking over een systeem waarmee monitoring plaatsvindt van de uitvoering van de lopende projecten en de overeenkomst hiervan met bestuursbesluiten. Daarbij wordt er gewerkt met een standaard proces voor projectontwikkeling, projectmanagement en interne verslaglegging. Om inzicht te verkrijgen in de risico’s van een project wordt de komende periode een projectrisicomanagementsysteem geïmplementeerd. Hiervoor is reeds de tool Rearisk aangeschaft, dat ons in staat stelt projectrisico’s te kwantificeren. Daarnaast is de formatie van Bouwcompagnie uitgebreid met een controller. In 2010 zijn alle projecten onderworpen aan een zogenaamde ‘paspoortcontrole’ waarbij gekeken is naar de voortgang, de bestuursbesluiten, budgetten, contracten, etc. Voorts is in 2010 de planning- & controlcyclus van Bouwcompagnie verder uitgewerkt, zijn het aantal projecten per ontwikkelaar teruggebracht en zijn de projecten geprioriteerd. Met deze maatregelen zijn belangrijke stappen gezet om te komen tot een verbeterde beheersing van de projectenportefeuille. Grondposities ‘Het risico dat Wooncompagnie grondposities heeft ingenomen waar substantiële verliezen uit volgen.’ Wooncompagnie heeft in de jaren 2007, 2008 en 2009 een actief grondaankoopbeleid gevoerd. Dit beleid werd ingezet om de bouwproductie op middellange termijn
- 110 -
zeker te stellen, tegen betaalbare condities. Een voorwaarde hierbij was dat er binnen tien jaar zou moeten kunnen worden gestart met ontwikkelactiviteiten. Bij het verwerven van gronden heeft de nadruk gelegen op grondposities die tegen agrarische waarde konden worden aangekocht. Hiermee is het risicoprofiel beperkt gebleven. Desalniettemin heeft Wooncompagnie geconcludeerd dat het beslag van de grondposities op het vermogen en de financieringsmiddelen aan de bovengrens van het gewenste zitten. Om deze reden is in 2010 een terughoudend aankoopbeleid van grondposities gevoerd en zijn onderzoeken gestart naar het afstoten van enkele van deze grondposities. Verkoop (tussenvormen) ‘Het risico dat Wooncompagnie afhankelijk is van woningverkopen en hieruit onvoldoende inkomsten genereert en/of dat de verkooptussenvorm(en) niet aansluiten bij de behoefte van de klant.’ Mede als gevolg van de ambitieuze nieuwbouwplannen was Wooncompagnie in de afgelopen jaren sterk afhankelijk van de verkoopopbrengsten. In het najaar 2010 heeft Wooncompagnie haar plannen bijgesteld waardoor de verkoopafhankelijkheid ook minder groot is geworden. De door Wooncompagnie gehanteerde verkooptussenvorm ‘Koopzeker’ zal in 2011 worden vervangen door de verkooptussenvorm ‘Koopgarant’. Daarnaast wordt onderzocht of Wooncompagnie naast ‘Koopgarant’ ook de startersrenteregeling zal gaan gebruiken (zie ook hoofdstuk 6). Informatie en kennismanagement ‘Het risico dat de informatievoorziening en kennismanagement niet op orde is: er is niet helder wat we willen weten, waar we het vandaan halen en waar we het terug kunnen vinden.’ Een van de speerpunten uit het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ is dat Wooncompagnie het kennis- en informatiemanagement verder op orde wil krijgen. Inmiddels zijn enkele stappen gezet om deze ambitie waar te maken. Zo is onderdeel van de doorontwikkeling van Wooncompagnie het optuigen van een nieuwe afdeling ‘informatiemanagement’.
(in)formele samenwerkingsverbanden ‘Het risico dat samenwerking met externe partijen, zowel met als zonder juridische en financiële afspraken, niet goed verloopt.’ De oorzaken van dit risico zijn te vinden in bijvoorbeeld tegenstrijdige belangen verschillende partijen, onvoldoende inzicht in de belangen van de betrokken partijen, onduidelijke afspraken, ontbreken vastlegging afspraken en ontbreken van een adequate monitoring van de voortgang. Wooncompagnie maakt binnen de bedrijfsvoering in beperkte mate gebruik van verbindingen, hoofdzakelijk ingericht ten behoeve van projectontwikkeling en grondposities. Ondanks dat het aantal verbindingen en de activiteiten hierin beperkt zijn is Wooncompagnie voornemens om de beheersing van dit risico verder te verbeteren. Zo is de controllingrol van de verbindingen centraal belegd en zijn alle gemaakte afspraken (zoals samenwerkingsovereenkomsten) ten aanzien van samenwerkingsverbanden centraal verzameld. Daarnaast is een start gemaakt met het opstellen van een verbindingenstatuut, welke in 2011 zal worden vastgesteld. In dit statuut zijn nadere kaders opgenomen rondom het aangaan en ontbinden van verbindingen, randvoorwaarden voor samenwerkingspartners, financiering, risicomanagement en periodieke verantwoording. Werking infrastructuur ‘Het risico dat de IT-infrastructuur (hardware en software) van Wooncompagnie veelvuldig buiten werking is of niet functioneert.’ Een optimaal werkende IT-infrastructuur is voor ons onmisbaar. Om de slagkracht op het gebied van ICT verder te vergroten is binnen het samenwerkingsverband Trevin een Shared Service Centre (SSC) opgericht. Binnen het SSC is een groot deel van de taken van ICT van de deelnemende corporaties centraal georganiseerd. Doelstelling is om hiermee de continuïteitsrisico’s te verminderen, de kwaliteit te verbeteren en innovatie mogelijk te maken. Fiscaliteiten ‘Het risico dat de afhandeling van fiscale vraagstukken plaatsvindt op een financieel onvoordelige wijze en/of
- 111 -
dat fiscale wetgeving niet wordt gevolgd (risico op boetes).’ De fiscale wereld van sector is in de afgelopen jaren ingrijpend gewijzigd, bijvoorbeeld door het invoeren van de integrale VPB-plicht en het vervallen van de vrijstelling voor integratieheffing. Mede als gevolg hiervan heeft Wooncompagnie verschillende maatregelen getroffen om de fiscale risico’s te beheersen. Zo is gewerkt aan het bouwen van een ‘Tax Control Framework’ (raamwerk met beheersingsmaatregelen), is per rijksbelasting een coördinator benoemd, heeft in 2010 intensief contact met de belastingdienst plaatsgevonden en is een BTWverbetertraject uitgevoerd. Dit BTW-verbetertraject heeft onder meer geresulteerd in een teruggaafverzoek over de jaren 2005-2009 van bijna € 4 miljoen.
nadelen voor Wooncompagnie. Met de aanscherping van de projectbeheersing (zie risico ‘projectontwikkeling vastgoed’), het opstellen van heldere en duidelijke (investerings)kaders en het actualiseren van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden is dit risico verder teruggebracht. 9.3.4.
Rente en flexibiliteit portefeuille ‘Het risico dat renterisico’s onvoldoende beheerst worden (bijvoorbeeld als gevolg van onvoldoende inzicht in de risico’s of te complexe derivaten) en/of dat de leningportefeuille onvoldoende flexibel is.’ Wooncompagnie heeft in haar treasurystatuut doelstellingen als het minimaliseren van de vermogenskostenvoet en het beheersen van renterisico’s vastgelegd. Wooncompagnie beschikt over een actief treasurybeleid en heeft verschillende beheersmaatregelen getroffen om de risico’s ten aanzien van de portefeuille te beheersen. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van een onafhankelijke externe adviseur als onderdeel van de treasurycommissie, de periodieke risicoanalyse & –rapportage en het onderzoek naar de herstructurering van de leningportefeuille dat in 2011 zal worden afgerond. Overigens maken de andere treasuryrisico’s, zoals beschikbaarheid van middelen, ook onderdeel uit van het risicomanagementsysteem (risico ‘financieringspositie’). Verwachtingsmanagement ‘Het risico dat Wooncompagnie verwachtingen schept (door bijvoorbeeld hoog ambitieniveau) die niet kunnen worden waargemaakt. Gevolg hiervan kan zijn dat de relatie met stakeholders en andere partners onder druk komt te staan.’ Dit risico heeft zich in de afgelopen jaren verschillende malen gemanifesteerd en geresulteerd in financiële
Kwantificering risico’s
Onderdeel van het risicomanagementproces is het bepalen van de totale risicosom. Ultimo 2010 bedroeg deze risicosom bijna € 104 miljoen ofwel 14,0 % van het balanstotaal op basis van de volkshuisvestelijke bedrijfswaarde. Ter vergelijking heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting op basis van het continuïteitsoordeel het totale risicobedrag tot en met 2015 bepaald op 17%. Het totale vermogen op basis van de volkshuisvestelijke bedrijfswaarde bedraagt ultimo 2015 € 135 miljoen (20,7% van het balanstotaal) en ligt dus hoger dan de totale risicosom.
De totale risicosom bestaat uit het macro-economische risico en de financiële vertaling van de overige geïnventariseerde risico’s. Voor de bepaling van het macro-economische risico maakt wooncompagnie gebruik van een scenario-analyse in een ALM-pakket. De financiële vertaling van de overige risico’s is voor een belangrijk deel een subjectieve inschatting van het management van Wooncompagnie waarbij de kans nadrukkelijk is meegewogen.
9.3.5.
Realisatie ambities risicomanagement
Het ontwikkelen van een effectief risicomanagement(proces) was een van de speerpunten uit het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’. Hierbij waren een drietal concrete activiteiten benoemd:
- 112 -
Per afdeling met de medewerkers inventariseren welke mogelijke risico’s er gemoeid zijn met hun werkzaamheden, en hierover op afdelingsniveau afspraken maken (bijvoorbeeld gedragsregels). Doel: medewerkers realiseren zich welke risico’s er kleven aan hun handelen en weten hoe zij deze kunnen en moeten beïnvloeden. De afspraken van alle afdelingen op managementniveau met elkaar delen, beoordelen en organisatiebreed vaststellen. Doel: Organisatiebreed inzicht in de risico’s van alle afdelingen en afspraken over hoe op risicobeheersing gestuurd wordt. De afspraken communiceren naar alle medewerkers en de naleving ervan op afdelingsniveau monitoren. Doel: er is sprake van een organisatiebreed risicomanagement waardoor de risico’s beheerst worden. Destijds was gekozen voor een bottom-up benadering met als doel het risicobewustzijn in de hele organisatie te vergroten. Uiteindelijk is gekozen voor een combinatie van een top-down en bottom-up benadering om de strategische risico’s ook goed in beeld te krijgen. In 2011 zullen voor alle medewerkers bijeenkomsten worden georganiseerd om de resultaten van de inventarisatie van risico’s en beheersingsmaatregelen te bespreken en praktisch te vertalen naar de operationele werkvloer.
- 113 -
9.4.
9.4.1.
Verkorte jaarrekening 2010
Geconsolideerde balans (na voorgestelde resultaatbestemming)
ACTIEF
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
764.917 31.824 7.463 2.730 0 62.425 869.358
743.585 26.350 7.747 3.092 1.499 61.083 843.356
846 73 4 50 8.437 9.409
1.050 574 2 50 11.599 13.274
878.767
856.631
288 2.042 2.330
306 1.782 2.088
3.885
1.676
620 517 7.153 1.283 864 10.438
516 583 1.398 2.193 524 5.214
27.871
20.964
44.524
29.942
923.292
886.573
Vaste activa Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken in exploitatie Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie Commercieel onroerend goed in exploitatie Vooruitbetaald op investeringen Woning verkocht onder voorwaarden
9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.1.5 9.1.6
Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies Leningen u/g Deelnemingen in groepsmaatschappijen Beleggingen Latente belastingvorderingen
9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4 9.2.5
Subtotaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhoudsmaterialen Voorraad koopwoningen
9.3 9.3.1 9.3.2
Onderhanden projecten
9.4
Vorderingen Huurdebiteuren Gemeenten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
9.5 9.5.1 9.5.1.1 9.5.1.2 9.5.2 9.5.3
Liquide middelen
9.6
Subtotaal vlottende activa Totaal
- 114 -
PASSIEF
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
383.432 383.432
361.708 361.708
371 2.191 232 6.634 92 480 46 10.047
193 14.046 282 1.836 50 0 46 16.453
27.011 419.604 60.659 507.275
29.843 403.295 57.751 490.889
5.125 13 4.716 179 507 11.999 22.538
9 64 4.375 356 841 11.878 17.523
Subtotaal schulden
529.813
508.412
Totaal
923.292
886.573
Eigen vermogen Overige reserve
9.7 9.7.4
Voorzieningen Voorziening huurverlaging Voorziening onrendabele investeringen Voorziening overdracht erfpachtgronden Voorziening latente belastingverplichting Voorziening jubilea uitkeringen Voorziening loopbaanbudget Voorziening garantieverplichtingen projecten
9.8 9.8.1 9.8.2 9.8.3 9.8.4 9.8.5.1 9.8.5.1.1 9.8.5.2
Schulden Langlopende schulden Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Verplichting verkoop onder voorwaarden
9.9 9.9.1 9.9.2 9.9.5
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen/overheid Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Onderhanden projecten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden en overlopende passiva
9.10 9.10.0.1 9.10.0.2 9.10.0.3 9.10.1 9.10.2 9.10.3
- 115 -
9.4.2.
Winst- en verliesrekening
2010 x € 1.000 Bedrijfsopbrengsten Huren Vergoedingen Overige bedrijfsopbrengsten
2009 x € 1.000
68.101 1.053 1.740 70.894
66.364 1.037 1.418 68.819
1.083 7.033 1.959 18.895 11.522 40.492
800 6.188 1.866 17.123 12.045 38.022
Resultaat uit verhuuractiviteiten
30.402
30.797
Resultaat uit projecten en verkopen Opbrengst verkopen bestaand bezit Opbrengst terugkoop/verkoop bestaand bezit Opbrengst verkopen overig Marge opgeleverde werken en projecten Opbrengst verkopen nieuwbouw Wijziging voorraad gereed product Kostprijs opgeleverde werken en projecten Onrendabele investeringen Resultaat uit projecten en verkopen
10.322 377 16 0 4.701 1.795 -6.286 4.976 15.901
2.657 78 202 247 3.019 0 -2.636 -32.622 -29.055
Bedrijfsresultaat
46.303
1.742
364 -19.741 -19.377
561 -18.506 -17.945
Resultaat uit bedrijfsuitoefening voor belastingen
26.926
-16.203
Vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen
-5.315 0
7.822 0
Resultaat na belastingen voor mutatie actuele waarde
21.611
-8.381
113
8.254
21.724
-127
Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa Salarissen Sociale lasten Kosten onderhoud Overige bedrijfslasten
Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Resultaat uit financieringactiviteiten
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa Resultaat na belastingen na mutatie actuele waarde
- 116 -
9.4.3.
Kasstroomoverzicht (indirecte methode)
2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
46.303
1.742
1.083 -4.976 -210 -10.715 5.448 7.961
800 32.622 414 -2.735 -351 -
-242 -2.209 -14.277 -109 204
-1.336 194 -1.309 -3.642 1.737
364 -19.741 -299 8.583
561 -18.554 -6.678 3.465
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen Desinvesteringen Mutatie deelnemingen Mutatie leningen u/g Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-39.633 18.855 -2 501 -20.279
-43.814 10.233 -33.581
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Verstrekte leningen Aflossing verstrekte leningen Toename leningen Aflossing leningen Kasstroom uit financieringsactiviteiten
35.000 -21.522 13.478
10.000 24.000 -26.129 7.871
1.782
-22.245
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat aanpassingen voor: Afschrijvingen Onrendabele investeringen Marge opgeleverde werken en projecten Verkoopresultaat Mutatie voorzieningen Mutatie fiscale latenties veranderingen in werkkapitaal: Mutatie voorraden Mutatie onderhanden projecten Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Mutatie BWS subsidies kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen rente Betaalde rente Betaalde/ontvangen vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen Kasstroom uit operationele activiteiten
Mutatie geldmiddelen
- 117 -
9.4.4.
Kengetallen op grond van de geconsolideerde jaarrekening 2010
Gegevens woningbezit Woningen in eigendom Woningen Overige woongelegenheden Garages Overige objecten Totaal aantal verhuureenheden
Aantal
Aantal
12.889 177 45 64 13.175
12.903 156 45 59 13.163
158 30 115 0 13
128 6 53 -5 64
2.008 9.952 868 61 12.889
2.330 9.888 638 47 12.903
Mutatiesin het woningbezit Opgeleverde nieuwbouw Sloop Verkoop Overige mutaties Saldo
Woningen naar huurklasse Goedkoop (< 361,66) Betaalbaar (>= 361,66 en < 554,76) Duur tot huurtoeslaggrens (>= 554,76 en < 652,52) Duur boven huurtoeslaggrens (>= 652,52)
Kwaliteit Kosten onderhoud per woning Niet-planmatig onderhoud Planmatig onderhoud Totaal kosten onderhoud
Maatschappelijke uitgaven Bijdrage wijkenaanpak Leefbaarheid Maatschappelijk ondernemen Wonen/Zorg/Welzijn
x€ 1
x€ 1
398 1.068 1.466
x €1.000
Het verhuren van woningen Gerealiseerde huurverhoging Huurachterstand in % van de jaarhuur Huurderving in % van de jaarhuur
- 118 -
2009
358 970 1.327
x €1.000
743 279 63 131 1.216
695 479 313 186 1.673
1,2% 1,34% 1,57%
2,5% 1,11% 1,22%
2010 Aantal, €, %
Personeelsbezetting einde boekjaar Aantal FTE Aantal vhe's per fte Opleidingskosten Ziekteverzuimpercentage
Aantal, €, %
126,7
124,2
104 204.053 4,83%
105 178.282 4,63%
x €1.000
Financierbaarheid Schuldrestant leningen overheid en kredietinstellingen Waarvan geborgd door het WSW Gemiddelde rentepercentage
2009
x €1.000
446.615 435.000 4,49%
431.187 420.000 4,19%
41,53% 198% 35,73% 1,44 2.207.849 764.917 20,23% 58,39% 1,3% 3,7% -0,38% 0,00% 5,67% 4,49%
40,80% 171% -4,86% 1,19 2.216.292 743.585 19,54% 58,25% 1,0% 2,9% 4,01% 2,20% -0,04% 2,06%
Financiële continuïteit Solvabiliteit 1 Liquiditeit 2 Investerings- en financieringsratio3 Rentedekkingsgetal (ICR)4 WOZ-waarde Bedrijfswaarde Loan to value (obv WOZ-waarde)5 Loan to value (obv bedrijfswaarde) Direct rendement (obv WOZ-waarde)6 Direct rendement (obv bedrijfswaarde) Indirect rendement (obv WOZ-waarde)7 Indirect rendement (obv bedrijfswaarde) Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit totaal vermogen
5 1
De solvabiliteit is het gepresenteerde eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. 2 De liquiditeit wordt berekend door de vlottende activa uit te drukken in een percentage van de kortlopende schulden. 3 De investerings- en financieringratio geeft aan welk gedeelte van de investering extern wordt gefinancierd. Deze wordt berekend door de investering in de vastgoedportefeuille af te zetten tegen de mutatie in de financiering. 4 De ICR bestaat uit het saldo van de exploitatiekasstroom (exclusief rente) in verhouding tot de totale rentelasten.
- 119 -
Bij loan to value wordt de financiering uitgedrukt in een percentage van de waarde van het bezit. Een hoger percentage leidt tot een hogere financieringslast. Hierboven hebben we de financiering afgezet tegen de woz-waarde en de bedrijfswaarde. 6 Het direct rendement is de exploitatiekasstroom (exclusief rente) uitgedrukt in een percentage van de waarde van het bezit, in dit geval de woz-waarde en de bedrijfswaarde. 7 Het indirect rendement is de waardemutatie van de bestaande vastgoedportefeuille uitgedrukt in een percentage van de totale waarde. In dit geval hebben we deze ook berekend op basis van de woz-waarde en de bedrijfswaarde.
10. Verklaringen 10.1.
Verklaring directeurbestuurder
De directeur van Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie, op grond van de statuten belast met de bestuurlijke bevoegdheden, verklaart dat alle uitgaven in 2010 door Wooncompagnie uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting zijn gedaan. Alle middelen (batige saldi daaronder begrepen) zijn uitsluitend voor werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting bestemd. De directeur heeft het jaarverslag en de jaarrekening vastgesteld. De jaarrekening omvat de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening. De Raad van Commissarissen heeft op 30 mei 2011 de jaarstukken 2010, inclusief het volkshuisvestingsverslag 2010, heeft goedgekeurd.
Hoorn, 30 mei 2011 ir. J.W. Hendriks, directeurbestuurder
- 120 -
10.2.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
- 121 -
- 122 -
Colofon © Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie Contactgegevens Hoofdkantoor: Geldelozeweg 41, Hoorn Vestiging Schagen: Laanplein 3, Schagen Vestiging Purmerend: Kraggeveenstraat 5, Purmerend Postadres: Postbus 160, 1620 AD Hoorn Telefonisch informatie punt: 0900 20 22 373 (lokaal tarief) www.wooncompagnie.nl
[email protected] Overige gegevens Instellingsnummer: L0478 NRV-nummer: 686 KvK-nummer: 360001723 Redactie jaarverslag Edith Abbring Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van Wooncompagnie. Bij het samenstellen van dit jaarverslag is de grootste zorg besteed aan de juistheid van de hierin opgenomen informatie. Wooncompagnie kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor enige onjuist verstrekte informatie.
- 123 -