Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid – 21 januari 2016
1 MEETPLAATSEN De VMM meet de luchtkwaliteit in Genk-Zuid op verschillende meetplaatsen. Tabel 1 geeft informatie over: — de ligging van de meetplaatsen; — datum van opstart en stopzetting; — de gemeten parameters. Tabel 1: Meetplaatsen in 2015
Code GK05 GK06 GK09
Adres De Koor, Genk Zinniastraat, Diepenbeek Sluis Langerlo, Genk
GK11
E. Fabrylaan, Genk
GK18 GK29 GK21 GK32
Swinnenweyerweg, Genk Loskaaistraat 9, Genk Hengelhoefstraat, Genk Bethaniëstraat 74, Genk
Start 28/03/2006 10/07/2008 07/02/2008 31/05/2008 02/04/2008 01/03/2009 01/09/2009 09/10/2009 05/05/2003 14/04/2009 26/05/2015 01/01/2014
Stop
18/05/2011
Parameters Zware metalen in PM10-stof PM10 SO2 NO2 PM10 BTEX Zware metalen in PM10-stof Hg Dioxines en PCB’s Dioxines en PCB’s Dioxines en PCB’s PAK’s
De kaart (figuur 1) op pagina 2 toont de verschillende meetplaatsen in de regio Genk-Zuid in 2015.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 16/06/2015
1
Figuur 1: Meetplaatsen in Genk-Zuid in 2015
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 2
21/01/2016
2 METEO Figuur 2 toont de windrozen van 2014 en 2015 (januari – september) en de 30-jarige referentie. Figuur 2: Windrozen van 2014 en 2015 (januari – september) en de 30 jarige referentie
Tabel 2 geeft de verdeling van de windrichting per jaar tussen 2005 en 2015. Tabel 2: Verdeling windrichting tussen 2005 en 2015
Antwerpen Luchtbal Gent Antwerpen Luchtbal
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 (jan – september) Gemiddelde 1981-2010
Sector 355 - 85 Sector 85 - 175 NO ZO 20 % 17 % 20 % 18 % 23 % 7% 21 % 14 % 22 % 16 % 28 % 16 % 20 % 17 % 18 % 15 % 28 % 13 % 18 % 22 % 22 % 13 % 21 %
18 %
Sector 175 - 265 ZW 40 % 43 % 49 % 48 % 41 % 34 % 46 % 48 % 41 % 44 % 42 %
Sector 265 - 355 NW 23 % 18 % 21 % 16 % 20 % 22 % 16 % 19 % 18 % 16 % 23 %
41 %
20 %
In 2014 was het aandeel van de ZW-wind het grootst. De windverdeling in 2014 is vergelijkbaar met de 30jarige referentiewaarde. In de eerste 9 maanden van 2015 kwam de wind voor 42 % uit zuidwestelijke \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
3
richting, het aandeel van de noordoostelijke richting was 22 %. Dit is ook vergelijkbaar met de 30-jarige referentie.
3 ZWARE METALEN IN PM10-STOF Tabel 3 geeft de resultaten van zware metalen in fijn stof (PM10) in de periode 01/10/2014 t.e.m. 30/09/2015. Er wordt gewerkt met een glijdend jaargemiddelde zodat de resultaten getoetst kunnen worden aan de Europese, WGO en Vlaamse grens-, streef- en advieswaarden die gelden op jaarbasis. De analyses van Cd in PM10-stof voert de VMM uit met behulp van twee XRF-toestellen. De hoge cadmiumconcentraties meet de VMM met een energie dispersieve X-stralen fluorescentie spectrometer (3D-ED-XRF), voor de lage cadmiumconcentraties en voor antimoon maakt de VMM gebruik van een golflengte dispersieve X-stralen fluorescentie spectrometer (WD-XRF). Door een defect aan dit WD-XRFtoestel kan de VMM sinds juni 2014 geen analyses voor antimoon en lage cadmiumconcentraties meer uitvoeren. De cadmiumanalyses vanaf de maand mei 2014 voerde de VMM verder uit met 3D-ED-XRF. Dit toestel heeft een hogere bepalingsgrens dan het WD-XRF toestel. Van de meetplaats GK11 heeft de VMM de monsters met een Cd-concentratie onder de bepalingsgrens van het 3D-ED-XRF toestel uitbesteed, enkel voor deze meetplaats kan een jaargemiddelde cadmiumconcentratie berekend en gerapporteerd worden. Voor cadmium zijn momenteel de resultaten tot en met juni beschikbaar. Tabel 3: Resultaten zware metalen in fijn stof in de periode 01/10/2014 – 30/09/2015 (ng/m³)
(ng/m³)
Lood (Pb)
Zink (Zn)
Koper (Cu)
Nikkel (Ni)
Arseen (As)
Mangaan (Mn)
Cadmium (Cd)
Chroom (Cr)
GK05: De Koor GK11: E.Fabrylaan EU-grenswaarde EU-streefwaarde VLAREMgrenswaarde WGO-advieswaarde
9 16 500
44 88
7 12
7 18
< 0,4 < 0,4
13 36
0,6**
23 62
20
6
5 30
500
2,5*
0,66*
150
5
* Bij een levenslange blootstelling aan een concentratie hoger dan WGO-advieswaarde is het extra risico op kanker groter dan 1 op 1 miljoen. ** gemiddelde van 01/07/2014 t.e.m. 30/06/2015
In de periode 01/07/2014 – 30/06/2015 voldeden de gemeten concentraties van cadmium aan de EUstreefwaarde en de WGO-advieswaarde van 5 ng/m³ en de VLAREM-grenswaarde van 30 ng/m³. In de periode 01/10/2014 – 30/09/2015 voldeden de gemeten concentraties van: — lood aan de EU-grenswaarde van 500 ng/m³; — arseen aan de EU-streefwaarde van 6 ng/m³ en aan de WGO-advieswaarde van 0,66 ng/m³; — nikkel aan de EU-streefwaarde van 20 ng/m³; — mangaan aan de WGO-advieswaarde van 150 ng/m³; Op de beide meetplaatsen in Genk was de gemiddelde nikkelconcentratie hoger dan de WGOadvieswaarde. Volgens de WGO betekent dit dat bij een levenslange blootstelling aan deze concentraties, het extra risico op kanker hoger is dan 1 op 1 miljoen mensen. De figuren 3 tot en met 5 tonen de evolutie van de nikkel-, mangaan- en chroomconcentraties aan de hand van glijdende jaargemiddelden in functie van de tijd. Elk punt in de grafiek geeft het gemiddelde van de voorgaande 365 dagen.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 4
21/01/2016
Figuur 3: Evolutie nikkelconcentraties
Figuur 4: Evolutie mangaanconcentraties
Figuur 5: Evolutie chroomconcentraties
60
160 120
40 Cr (ng/m³)
Mn (ng/m³)
50
30 20
80 40
10
Ford Genk
De Koor
E.Fabrylaan
Krelstraat
Ford Genk
De Koor
1/01/2015
1/01/2014
1/01/2013
1/01/2012
1/01/2011
1/01/2010
1/01/2009
1/01/2008
1/01/2015
1/01/2014
1/01/2013
1/01/2012
1/01/2011
1/01/2010
1/01/2009
1/01/2008
1/01/2007
Krelstraat
1/01/2007
0
0
E.Fabrylaan
Vanaf begin 2009 was er voor alle parameters een daling van het glijdend jaargemiddelde. Dit was deels een gevolg van de economische crisis en een verminderde productie. De productie is sinds eind 2009 weer toegenomen, de verhoogde productie geeft geen verhoging van de concentraties aan nikkel en chroom in het PM10-stof. In 2010 bleven voor chroom en nikkel de concentraties van dezelfde grootteorde. Sinds eind 2011 daalden de nikkel- en chroomconcentraties op alle meetplaatsen. Vanaf eind 2012 lag het glijdend gemiddelde van nikkel op alle meetplaatsen in Genk onder de EU-streefwaarde van 20 ng/m³. In 2013 was er een verdere daling van de nikkel-, mangaan- en chroomconcentraties op de meetplaatsen in de Krelstraat, in de Koor en in de E. Fabrylaan. Op de meetplaats op het terrein van Ford Genk stegen de concentraties van deze metalen in 2013. Deels is dit een gevolg van het groter aandeel van de noordoostenwind in 2013. Voor nikkel en chroom mat de VMM de hoogste gemiddelde concentraties op het terrein van Ford. Sinds de tweede helft van 2013 was er opnieuw een stijging van de concentraties zowel voor Ni, Cr als Mn op de meetplaatsen in de E. Fabrylaan en De Koor. In deze periode was de overheersende windrichting zuidwest. Dit betekent dat de wind van over Aperam naar de meetplaatsen van de VMM waaide. De stijgende trend bleef zich ook in 2014 voortzetten. Dit was onder meer te wijten aan een aantal calamiteiten in de periode januari – mei 2014 binnen Aperam. Hierdoor is de gemiddelde concentratie in de E. Fabrlylaan sinds half maart 2014 opnieuw hoger dan de EU-streefwaarde van nikkel. Deze stijgende trend stopte, zowel voor Ni, Cr als Mn, in juni. Vanaf dan bleven de concentraties van dezelfde grootteorde. Begin 2015 trad er voor nikkel opnieuw een daling op tot onder de EU-streefwaarde. \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
5
Figuur 6 toont de gemiddelde bedrijfsactiviteit in kton en de glijdende jaargemiddelden voor nikkel en chroom in functie van de tijd. De totale productie daalde mede door de economische crisis sterk in 2009. Deze daling in productie gaf ook een daling van nikkel- en chroomconcentraties in de omgevingslucht. De totale productie bleef tussen de tweede helft van 2010 en 2013 van dezelfde grootteorde. Toch zagen we een verdere daling van de nikkelen chroomconcentraties deels door een aantal saneringsmaatregelen van Aperam. In 2014 en 2015 was er terug een lichte toename in de totale productie. Ook de concentraties aan zware metalen in de omgevingslucht kenden globaal gezien in deze periode opnieuw een stijgende trend. Figuur 6: Evolutie van de gemiddelde bedrijfsactiviteit en de glijdende jaargemiddelden voor nikkel en chroom in functie van de tijd
4 KWIK (Hg) De VMM heeft op 9 oktober 2009 kwikmetingen opgestart op de meetplaats GK11 in de E. Fabrylaan. Tabel 4 geeft de resultaten van deze metingen. Tabel 4: Resultaten kwik
ng/m³ (uurwaarden) Houtem Genk
Gemiddelde Gemiddelde P50 P98 Max. uurwaarde
WGOadvieswaarde 1.000 1.000
2009 okt-dec 2,6 2 33 220
2010
2011
2012
2013
2014
2,5 2 14 250
0,7 3,3 1 21 675
0,7 4,4 3 23 195
0,7 4,4 2 29 1254
/* 5,6 4 31 277
2015 jan–okt /* 6,1 4 38 471
* Meetplaats stopgezet.
Het gemiddelde voor kwik in Genk was in 2014 verhoogd in vergelijking met de metingen in het achtergrondgebied Houtem in 2013. De jaargemiddelden in Genk in de periode 2010-2014 lagen ver onder \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 6
21/01/2016
de WGO-advieswaarde van 1.000 ng/m³ als jaargemiddelde. Sinds de start van de metingen in 2009 was er een stijging van de jaargemiddelde concentratie. In 2013 stabiliseerde het jaargemiddelde. Enkele piekwaarden waren wel sterk verhoogd. De gemeten waarden in 2014 gaven een verdere stijging weer, zowel van het gemiddelde als het 50ste en 98ste percentiel. In de periode januari – oktober van 2015 werden hogere meetwaarden opgetekend als in 2014. Figuur 7 toont de evolutie van de Hg-concentraties in Genk. Figuur 7: Evolutie Hg-metingen in Genk op basis van dagwaarden
In 2015 mat de VMM ook een aantal verhoogde piekconcentraties (zie Tabel 5). Deze kwamen vooral voor in de tweede helft van 2015. Tabel 5: Verhoogde Hg-concentraties
Datum (jan – okt 2015) 6 juni 8 juli 31 augustus 31 augustus 3 september 4 september 5 september 25 oktober 25 oktober
Maximale halfuurwaarde (ng/m³) 239 378 499 365 259 251 230 896 220
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
7
5 ZWAVELDIOXIDE (SO2), STIKSTOFDIOXIDE (NO2) EN FIJN STOF (PM10) Tabel 6 toont de resultaten van SO2 en NO2 van de meetplaats aan de sluis Langerlo (GK09) en de PM10resultaten van de meetplaats in de Zinniastraat (GK06) tussen 2011 en 2015 (periode januari – oktober).
2014
2 61 24 109 26 22
2 36 22 102 21 16
EUgrenswaarde WGOadvieswaarde
2013
2 41 25 97 26 30
2 22 21 112 20 8
20 125 40 200 20 3
2015
2012
2 22 25 114 27 33
jan - okt
2011
Tabel 6: Resultaten (µg/m³) van SO2, NO2 en PM10 in de periode 2011 tot en met oktober 2015
locatie
SO2 NO2 PM10
GK09
Gemiddelde (µg/m³) Max. uurwaarde (µg/m³) GK09 Gemiddelde (µg/m³) Max. uurwaarde (µg/m³) GK06 Gemiddelde (µg/m³) # dagen > 50 µg/m³
350 40 200 40 35
Van 2011 tot 2014 en in de periode januari – oktober van 2015 waren er geen overschrijdingen van de grenswaarden voor SO2, NO2 en PM10. Ook de WGO-advieswaarden voor SO2 en NO2 werden gerespecteerd. De WGO-advieswaarde voor jaargemiddelde en daggemiddelde PM10-concentratie waren beiden overschreden in 2014. Op 20 oktober 2014 werd op de meetplaats in de Zinniastraat (GK06) het PM10-meettoestel vervangen door een FIDAS-meettoestel dat simultaan PM10 en PM2,5 meet. De PM2,5resultaten worden mee opgenomen in de rapportering als de dataset van 2015 volledig is.
6 ORGANISCHE STOFFEN 6.1 Depositie van dioxines en PCB’s Er zijn geen Europese of internationale normen voor dioxine- en PCB-depositie. Het Europees Wetenschappelijk Comité voor menselijke voeding heeft in 2001 een advies uitgebracht over het aantal dioxines en dioxineachtige PCB’s dat men wekelijks maximaal mag innemen. Dit bedraagt 14 pg TEQ per kg lichaamsgewicht per week. Deze dosis ligt binnen de toelaatbare dosis die de Wereld Gezondheidsorganisatie voorstelt (1 à 4 pg TEQ/(kg.dag)). De VMM heeft door de VITO een studie laten uitvoeren om te berekenen welke jaargemiddelde depositie overeenstemt met dit EU-advies van 14 pg TEQ/(kg.week) en definieerde zo een maandgemiddelde en jaargemiddelde drempelwaarde. Tabel 7 toont de drempelwaarden:
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 8
21/01/2016
Tabel 7: Drempelwaarden voor de deposities van dioxines en dioxineachtige PCB’s
Opname (EU) Toelaatbare dosis gedefineerd door EU
Drempelwaarden jaargemiddelde depositie
Luchtkwaliteit (VMM) Drempelwaarden maandgemiddelde depositie
14 pg TEQ/(kg.week)
8,2 pg TEQ/(m².dag)
21 pg TEQ/(m².dag)
Waar agrarische gebieden woonzones
Vanaf 2010 gebruikt de VMM deze drempelwaarden voor de toetsing van de gemeten concentraties. Ze gelden voor de som van dioxines en dioxineachtige PCB’s. Deze drempelwaarden zijn niet opgenomen in de wetgeving maar ze laten toe te beslissen welke regio’s extra aandacht verdienen. Dioxines en PCB’s worden vooral via de voeding opgenomen. Vandaar dat deze drempelwaarden enkel van toepassing zijn op meetplaatsen met een mogelijke impact op de voedselketen. Dit zijn meetplaatsen in agrarisch gebied en in de buurt van een woonzone. Dit betekent dat de resultaten van de meetplaats GK29 in de woonzone getoetst worden aan de drempelwaarde. De meetplaats GK18 ligt in een industriezone, deze resultaten toetst de VMM dus niet aan de drempelwaarden. Vanaf april 2012 meet de VMM de depositie van de 12 dioxineachtige PCB’s (en niet enkel de meest toxische PCB126). Vanaf mei 2015 gebeuren er metingen in functie van de shredder Stassen Recycling (meetplaats GK21). Deze metingen worden gefinancierd door de Milieu-inspectie maar zitten onder hetzelfde contract dat de VMM met SGS heeft afgesloten. Deze metingen kaderen in de benchmarkanalyse die AMI uitvoert om na te gaan of er nog andere shredders zijn die aanleiding geven tot de verspreiding van PCB’s in de omgevingslucht. De meetplaats staat op de terreinen van Werkhuizen Hengelhoef. Er zijn vier stalen voorzien. Hierin worden enkel de PCB’s geanalyseerd. Deze nieuwe meetplaats GK21 ligt ook in een industriezone. De VMM toetst deze resultaten dus ook niet aan de drempelwaarden. Tabel 8 toont de maand- en jaargemiddelde depositie van de som van dioxines en PCB’s van 2011 tot en met november 2015 voor de twee meetplaatsen in de regio Genk in de omgeving van Stelimet.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
9
Tabel 8: Dioxine en PCB-depositie van 2011 tot november 2015
GK29 woonzone 21 8,2 3,5 6,1
GK18 industriegebied
Juni – juli 2011
17
341
Augustus – september 2011 Oktober – november 2011
9,8 4,7
92 266
December 2011 – januari 2012
1,0
3,2
Gemiddelde Februari – maart 2012 April – mei 2012 Juli – augustus 2012 September – oktober 2012 November – december 2012 Gemiddelde Januari – februari 2013 Maart – april 2013 Mei – juni 2013 Juli – augustus 2013 September – oktober 2013 November – december 2013 Gemiddelde Januari – februari 2014 Maart – april 2014 Mei – juni 2014 Juli – augustus 2014 September – oktober 2014 November – december 2014 Gemiddelde Januari – februari 2015 Maart – april 2015 Juli – augustus 2015 Oktober – november 2015
7,0 3,3
281
pg TEQ/(m².dag) Drempelwaarde maanddepositie Drempelwaarde jaardepositie Februari – maart 2011 April – mei 2011
12 5,0 24 7,2 10 5,0 6,3 4,2 6,8 26,8 3,3 8,7 9,7 10,8 46,6 7,2 4,9 2,7 13,7 4,2 5,4 3,2 3,8
187 795
70 507 22 8,3 30 127 106 1325 217 139 466 108 394 89 115 172 13,8 8,7 114 85 56 261 10 154
Figuur 8 toont voor de meetplaats in de woonzone (GK29) de toetsing van de maandgemiddelden van 2014 tot en met november 2015 en van de jaargemiddelden van 2010 tot 2014 aan de drempelwaarden. Naast het jaartal staat het aantal maandstalen dat genomen werd in dat jaar. Voor 2015 zijn er momenteel slechts vier resultaten beschikbaar door een contaminatie van stalen in het externe labo. Daardoor zullen er extra stalen in 2016 genomen worden.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 10
21/01/2016
Figuur 8: Toetsing aan drempelwaarden voor de meetplaats GK29 50
Dioxines + PCB's (pg TEQ/(m².dag))
40
30
maandgemiddelde drempelwaarde 20
jaargemiddelde drempelwaarde 10
0 2010 (6)
2011 (6)
2012 (5)
2013 (6)
2014 (6)
01-02/15
03-04/15
07-08/15
10-11/15
De indicatieve jaargemiddelde depositie op de meetplaats GK29 was in 2014 hoger dan de jaargemiddelde drempelwaarde. Er werd wel slechts gedurende 6 van de 12 maanden gemeten. In 2014 was één van de zes maandstalen hoger dan de maandgemiddelde drempelwaarde. Voor 2015 zijn momenteel de resultaten van vier maandstalen beschikbaar. Deze liggen onder de maandgemiddelde drempelwaarde. De resultaten van de meetplaats GK18 worden niet getoetst aan de drempelwaarden omdat deze meetplaats in een industriezone ligt. De gemeten deposities zijn hier veel hoger dan op de meetplaats in de woonzone. Figuur 9 toont de evolutie van de dioxine- en PCB126-depositie op de meetplaats GK18 in de industriezone. We tonen hier de depositie van de meest toxische PCB-verbinding, PCB126, omdat de VMM deze verbinding al het langst meet. De bemonsteringsduur voor dioxine- en PCB-depositie is 1 maand. Vanaf 2009 wordt de depositie van dioxines en PCB126 in Genk zes maanden per jaar gemeten aan de hand van zes maandstalen. Deze zijn uniform verdeeld over het jaar, dit betekent dat de ene maand wel bemonsterd wordt en de volgende maand niet. De PCB126-deposities zijn over het algemeen veel hoger dan de dioxinedeposities. Voor beide is er een wisselend verloop in functie van de tijd. In het staal van maart-april 2013 waren zowel de deposities van dioxines als PCB’s heel hoog. In de daaropvolgende stalen en ook in 2015 lag de PCB-depositie meestal duidelijk hoger dan de dioxinedepositie.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
11
Figuur 9: Trend dioxine- en PCB126-maanddepositie op de meetplaats GK18
700
700
600
600
500
500
400
400
300
300
200
200
100
100
07-08/15
01-02/15
09-10/14
05-06/14
01-02/14
09-10/13
05-06/13
01-02/13
04-05/12
09-10/12
12-01/12
08-09/11
04-05/11
12-01/11
08-09/10
04-05/10
12-01/10
08-09/09
04-05/09
01-02/09
11-12/08
09-10/08
06/08
07-08/08
11-12/07
02-03/08
06-07/07
02-03/07
11-12/06
07-08/06
02-03/06
10-11/05
06-07/05
02-03/05
11-12/04
07-08/04
11-12/03
0
05-06/03
0
PCB126-depositie (pg TEQ/(m².dag))
dioxinedepositie (pg TEQ/(m².dag))
dioxines PCB126
Het grote verschil tussen de PCB-deposities gemeten in de woonzone en in het industriegebied volgt uit de volgende grafiek (Figuur 10). In de woonzone zijn de PCB-waarden veel lager. Toch komen er soms hogere PCB-waarden voor die ervoor kunnen zorgen dat de maandgemiddelde drempelwaarde overschreden wordt. Figuur 10: Trend PCB126-maanddepositie op de industriële meetplaats GK18 (grijs) en de meetplaats in de woonzone GK29 (blauw)
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 12
21/01/2016
In mei werden er PCB-metingen opgestart op een nieuwe meetplaats GK21. Deze staat in functie van het bedrijf Stassen, een schrootbedrijf met shredderinstallatie. Momenteel zijn er twee resultaten gekend. De PCB-waarden waren heel laag en vergelijkbaar met een achtergrondlocatie zonder bron.
6.2 Benzeen – Tolueen Tabel 9 toont de resultaten van benzeen en tolueen van de meetplaats aan de sluis Langerlo (GK09) en de grens- en advieswaarden in de periode 2013 - augustus 2015. De verschillende grens-en advieswaarden voor tolueen en benzeen werden gerespecteerd. Tabel 9: Normering en concentraties benzeen en tolueen tussen 2013 en augustus 2015
Benzeen
Benzeen
Tolueen
Tolueen
gemiddelde
P98 op basis van dagwaarden
Maximale
Weekgemiddelde
halfuurwaarde
5
-
-
-
-
50 -
1000
260
2013
0,4
1,3
606
4,2
2014
0,5
2015 (jan – aug)
0,4
1,9 1,3
196 128
4,1 2,8
(µg/m³)
EU-grenswaarde
op basis van uurwaarden
VLAREM-grenswaarde WGO-advieswaarde
Figuur 11en Figuur 12 geven de evolutie van de benzeen en tolueenmetingen in de periode 2009 – 2015 weer. Figuur 11: Evolutie benzeenmetingen in Genk op basis van uurwaarden
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
13
Figuur 12: Evolutie tolueenmetingen in Genk op basis van uurwaarden
Het jaargemiddelde voor benzeen in Genk was laag en vergelijkbaar met het jaargemiddelde voor benzeen op het achtergrondstation in Houtem. Voor benzeen voldeden de metingen aan: — de EU-grenswaarde van 5 µg/m³ als jaargemiddelde; — de VLAREM-grenswaarde van 50 µg/m³ voor de 98 percentiel waarde (P98). Voor benzeen bleef het gemiddelde en het 98ste percentiel (P98) in functie van de tijd van dezelfde grootteorde. Het jaargemiddelde van tolueen in Genk was sterk verhoogd ten opzichte van het jaargemiddelde in het achtergrondmeetplaats in Houtem en verhoogd ten opzichte van de andere industriële meetplaatsen in Vlaanderen. In Genk kwamen ook hoge piekwaarden van tolueen voor. In 2013 was de hoogste halfuurwaarde 606 µg/m³ in 2014 196 µg/m³. Deze waarden waren lager dan de WGO-advieswaarde van 1.000 µg/m³ . Ook het weekgemiddelde lag veel lager dan de WGO-advieswaarde van 260 µg/m³. De VMM mat de hoogste tolueenconcentraties bij wind uit ZW-sector. Voor tolueen was er sinds de start van de metingen, zowel voor het gemiddelde als voor de P98, een daling in functie van de tijd.
6.3 PAK’s Op de vorige stuurgroep werden de resultaten van 2014 voorgesteld. Wegens technische problemen met de analysemethode waren er in 2014 geen directe gegevens van benzo(a)pyreen (BaP) beschikbaar. Door omrekening van een andere PAK-verbinding (benzo(k)fluorantheen = BkF) met een vaste factor konden we een indicatieve concentratie berekenen voor BaP (=BaP*). In 2015 werd er eerst verder onderzoek gedaan naar de analysemethode voor PAK’s. Hierdoor zijn er momenteel nog geen resultaten van 2015 beschikbaar.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 14
21/01/2016
7 BESLUIT Zware metalen in PM10-stof In de periode oktober 2014 – september 2015 lag de nikkelconcentratie opnieuw onder deze streefwaarde. Voor lood, cadmium en arseen voldeden de gemiddelden aan de Europese grens- en streefwaarden. De VMM blijft deze metingen voortzetten op 2 locaties (00GK05 en 00GK11) in 2016. Kwik (Hg) Het gemiddelde in Genk-Zuid ligt ver onder de WGO-advieswaarde van 1.000 ng/m³. Wel was het gemiddelde sinds de start van de metingen verhoogd ten opzichte van de achtergrondlocatie in Houtem. Verder is er een stijging van de concentratie in Genk-Zuid in functie van de tijd. In 2016 blijft de VMM deze metingen voortzetten. Zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) Sinds de start van de metingen respecteerden de gemeten waarden voor SO2, NO2 en PM10 de Europese grenswaarden. Verder werden ook de WGO-advieswaarden voor NO2 en SO2 gerespecteerd. Er was wel overschrijding van de WGO-advieswaarden voor jaargemiddelde PM10-concentratie en daggemiddelde PM10-concentratie. Alle metingen worden voortgezet in 2016. Organische stoffen De hoogste waarden van dioxines en PCB’s worden gemeten op de meetplaats in de industriezone. In de woonzone lag één van de zes maandstalen van 2014 boven de maandgemiddelde drempelwaarde voor dioxines en PCB’s. Voor 2015 zijn er vier meetresultaten gekend. Deze lagen onder de maandgemiddelde drempelwaarde. Het jaargemiddelde van 2014 lag boven de jaargemiddelde drempelwaarde. We merken wel op dat het jaargemiddelde berekend werd op basis van 6 maanden. De VMM zet haar meetactiviteiten op beide meetplaatsen voorlopig verder. In mei 2015 werd een nieuwe meetplaats opgestart in functie van een ander schrootbedrijf. Twee meetresultaten zijn gekend. De PCB-waarden waren heel laag. Er waren in 2012 en 2013 voor tolueen nog verhoogde piekconcentraties. De WGO-advieswaarde werd niet overschreden. Er was in de periode 2009 – augustus 2015 een dalende trend in de gemiddelde tolueenconcentraties. In 2016 zal de VMM deze metingen voortzetten. Voor 2015 zijn er nog geen PAK-resultaten beschikbaar.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 21/01/2016
15