Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement geldt dat dit tevens van toepassing is voor de gewezen deelnemers per 31 december 2013. - Het VP-reglement is niet van toepassing voor de deelnemers uit het 67-reglement voor wie het opgebouwde VP per eind 2013 is geconverteerd naar de 67-regeling. Hieronder is een compleet overzicht van de structuur van de reglementen opgenomen: Groep
Regeling
Actieven (basisregeling) Actieven, (gesloten groep per 31-122005)
67-regeling
Actieven (AO-ers: gesloten groep per 31-12-2013) Gewezen deelnemers met OP65/PP rechten
65-regeling (voorheen: regeling A t/m 1949) N.v.t.
(Gewezen) deelnemers (gesloten groep) met premievrije VP rechten
VP-regeling (voorheen: regeling B)
1
VPL overgangsregeling
Reglement
Pens. richtlft
Opmerkingen 1,875% en lage franchise
67
1e vd maand waarin 67
Geconverteerde grondslag; opbouw 8,57% tot uiterlijk 2021; Voortgezette opbouw o.b.v. 1,616% en hoge franchise
65
VP
1e vd maand waarin 65
1e vd maand waarin 62
Premievrij, maar nw bepalingen toepassen: mogelijkheid uitstel OP en inkoop AOW-hiaat Ingegaan VP (1950-1952) en eind 2005 premievrij gemaakt VP van gesloten restant groep (1953-1960). VP aanspraken van actieven in basis-regeling zijn eind 2013 geconverteerd)
Voor de diverse reglementen geldt de volgende inhoud op hoofdlijnen: Schema 65-reglement en VP-reglement Overgangsregeling Uitkeringen voor 65 jaar - VPL overgangsregeling is niet van toepassing. - VP reglement kan van toepassing zijn, nl indien in het verleden een Vroegpensioen bij DEPF is opgebouwd. Voor AO-ers is het verplicht dit aan KDE te cederen.
Ingroei regeling deelnemersbijdrage Deelnemers per 31-3-2011 hebben recht op een ingroeiregeling deelnemersbijdrage: Tot 31-3-2016: 2,5% en vanaf 1-4-2016: 3,0%
Basis: uitkeringen vanaf 65 jaar In 2016 geldt voor de pensioenopbouw een maximum jaarsalaris van € 101.519,Per 2014 is de voormalige BPR bij ABN AMRO Pensioenen ondergebracht. De bestaande rekeningen zijn 31-12-2013 juridisch overgedragen van DEPF naar ABN AMRO Pensioenen. Per 2015 is de BPR stopgezet, met gelijktijdige verhoging van het maximum jaarsalaris in de DEPF-regeling naar € 100.000. 65-reglement: middelloonopbouw voor salarisdeel tot maximaal € 101.519 - Opbouwpercentage 1,616% - Franchise € 21.798 (2016) - Deelnemersbijdrage % van salaris (max 101.519) minus franchise
Schema 67-reglement (= 67-regeling en VPL-overgangsregeling) Overgangsregeling Basis: uitkeringen vanaf 67 jaar Uitkeringen voor 67 jaar - Voor actieve deelnemers zowel per 31-12-2005 als per 31-12-2013 is een VPL-overgangsregeling van toepassing. Dit heeft richtleeftijd 67 jaar maar dient t.b.v. vervroeging. - Premievrij Vroegpensioen is 31-122013 geconverteerd naar de 67regeling.
Ingroei regeling deelnemersbijdrage Deelnemers per 31-3-2011 hebben recht op een ingroeiregeling deelnemersbijdrage: Tot 31-3-2016: 2,5% en vanaf 1-4-2016: 3,0%
2
In 2016 geldt voor de pensioenopbouw een maximum jaarsalaris van € 101.519,Per 2014 is de voormalige BPR bij ABN AMRO Pensioenen ondergebracht. De bestaande rekeningen zijn 31-12-2013 juridisch overgedragen van DEPF naar ABN AMRO Pensioenen. Per 2015 is de BPR stopgezet, met gelijktijdige verhoging van het maximum jaarsalaris in de DEPF-regeling naar € 100.000. 67-reglement: middelloonopbouw voor salarisdeel tot maximaal € 101.519 - Opbouwpercentage 1,875% - Franchise € 13.662 (2016) - Deelnemersbijdrage % van salaris (max 101.519) minus franchise
Beschrijving 67-reglement De 67-regeling ouderdomspensioen en partnerpensioen heeft voor de standaard groep de volgende kenmerken: Regeling:
Middelloon / Uitkeringsovereenkomst.
Pensioenrichtleeftijd:
De eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 67jarige leeftijd bereikt, waarbij deeltijdpensioen vervroeging en inkoop AOW-gat mogelijk is (zie bij flexibilisering).
Feitelijke pensioendatum:
De dag waarop het pensioen ingaat, nadat gebruik is gemaakt van vervroegingsmogelijkheid. De feitelijke pensioendatum ligt altijd op de eerste dag van een kalendermaand.
Jaarinkomen:
Het basisdeel bedraagt het totaal van het geldende maandsalaris, vermenigvuldigd met de factor 12 en verhoogd met de daaraan verbonden vakantie-uitkering. Voor deelnemers in de CAO C&T worden de eindejaarsuitkering en de ploegentoeslag hier aan toegevoegd. Voor deelnemers in de CAO Diensten wordt de variabele beloning van het voorgaande kalenderjaar hier aan toegevoegd. Het jaarinkomen is gemaximeerd op het Maximum jaarinkomen.
Maximum jaarinkomen:
Het jaarinkomen is per 1 januari 2016 gemaximeerd op € 101.519. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld, rekening houdend met de fiscale wet- en regelgeving.
Loonindex:
De ontwikkeling van de in het jaarinkomen van het desbetreffende jaar verwerkte structurele collectieve inkomens-ontwikkeling in de CAO C&T over het voorgaande jaar.
Prijsindex:
Het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex-cijfer ‘alle huishoudens’ over de referteperiode 1 oktober van het voorafgaande jaar en 1 oktober van het daaraan voorafgaande jaar.
Pensioengrondslag:
Het jaarinkomen minus de franchise.
Franchise:
Op 1 januari 2016 bedraagt de franchise € 13.662. De franchise wordt vanaf 2017 jaarlijks aangepast met de loonindex. De franchise zal niet hoger zijn dan (10/7) maal de AOW voor twee gehuwden, beiden AOW-gerechtigd, inclusief vakantietoeslag inclusief structurele delen.
Ouderdomspensioen:
De opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt per jaar van deelneming 1,875% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar van deelneming.
Levenslang partnerpensioen:
70% van het bereikbare ouderdomspensioen.
Toeslagreserve actieven (TRA)
Bestemde reserve ten behoeve van aanvullende toeslagverlening voor actieve deelnemers.
3
Tijdelijk partnerpensioen:
20% van het levenslang partnerpensioen, met een maximum van 8/7 maal de Anw-uitkering (inclusief vakantiegeld) vermeerderd met het verschil in verschuldigde premie voor volksverzekeringen voor en na pensioengerechtigde leeftijd, zoals bedoeld in artikel 7a lid 1 AOW.
Wezenpensioen:
20% van het levenslang partnerpensioen per wees. Bij volle wezen wordt dit bedrag verdubbeld.
Ambitie waardevastheidstoeslagen voor inactieven:
Het bestuur kan per 1 januari, als de financiële middelen dit toestaan, een toeslag verlenen op de ingegane pensioenen en uitgestelde aanspraken van gewezen deelnemers. Als leidraad wordt hiervoor de prijsindex gehanteerd. Het bestuur is te allen tijde bevoegd om de systematiek van toeslagverlening aan te passen. Daarbij wordt rekening gehouden met de bedoelingen ten aanzien van het toeslagbeleid in de Pensioenovereenkomst (CAO partijen), alsmede met verleende adviezen, informatie van DNB en bepalingen uit weten regelgeving. De toeslagverlening is voorwaardelijk; er is geen recht op toeslag en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslag verleend zal worden.
Ambitie welvaartstoeslagen voor actieven:
Het bestuur kan per 1 januari, als de financiële middelen dit toestaan, een toeslag verlenen op de pensioenaanspraken van actieve deelnemers. Als leidraad wordt hiervoor de loonindex gehanteerd. Bij de toeslagverlening voor actieve deelnemers wordt rekening gehouden met de volgende punten: Voor de basis-toeslag: de dekkingsgraad; Voor de aanvullende toeslag, indien en zolang er een TRA aanwezig is: de Leidraad actieven toeslag. Het bestuur is bevoegd om de systematiek van toeslagverlening aan te passen. Daarbij wordt rekening gehouden met de bedoelingen ten aanzien van het toeslagbeleid in de Pensioenovereenkomst (CAO partijen), alsmede met verleende adviezen, informatie van DNB en bepalingen uit wet- en regelgeving. De toeslagverlening is voorwaardelijk; er is geen recht op toeslag en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslag verleend zal worden. Een pensioengerechtigde die op het moment van de laatste CAO aanpassing een arbeidsovereenkomst had waarop de CAO van toepassing was, wordt voor de toeslagverlening eenmalig als actieve deelnemer behandeld.
Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid:
Bij arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk voortgezet, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het jaarinkomen zal elk jaar worden aangepast op basis van de in dat jaar geldende loonindex. Indien de arbeidsongeschiktheidsgraad hoger wordt, wordt de toekomstige pensioenopbouw op basis van het behoud van het ’oude’ arbeidsongeschiktheids-percentage gecontinueerd. Toekomstige wijzigingen in de pensioenregeling zijn onverkort van toepassing op de arbeidsongeschikten.
Flexibiliseringsmogelijkheden (met volgorde)
Bij het toepassen van de flexibiliseringsmogelijkheden, zoals door het reglement worden geboden, wordt de volgende volgorde toegepast: a. Deeltijdpensioen b. Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen (vv) c. Vervroegen ingangsdatum d. Inkoop AOW-gat e. Hoog-Laag Deze mogelijkheden worden hieronder toegelicht.
4
a.
Deeltijdpensioen:
Bij vervroeging kan de deelnemer onder voorwaarden en in overleg met de werkgever kiezen voor een gedeeltelijke pensioeningang. De resterende werkfactor moet minstens 0,5 bedragen en deze factor mag na ingang van deeltijdpensioen nog maximaal één keer tussentijds naar beneden worden aangepast.
b.
Uitruil partnerpensioen:
De mogelijkheid bestaat om het partnerpensioen om te zetten in een extra ouderdomspensioen. De deelnemer ontvangt vóóraf een offerte van de administrateur van het pensioenfonds. Uitruil is uitsluitend mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de partner.
c.
Vervroegen:
De deelnemer kan éénmalig kiezen het ouderdomspensioen te laten ingaan op een datum vóór de pensioenrichtleeftijd, maar niet eerder dan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 60-jarige leeftijd bereikt; dit kan onder de voorwaarden die in het reglement zijn vastgesteld en alleen indien de deelnemer niet de AO-status heeft. Deze datum is de feitelijke pensioendatum.
d.
Inkoop AOW-gat
Als de feitelijke pensioendatum eerder ligt dan de ingangsdatum van de AOW, dan kan de deelnemer ervoor kiezen het AOW-gat in te kopen. Dit betekent dat een deel van het ouderdomspensioen uitruilt tegen een tijdelijke uitkering (vanaf de feitelijke pensioendatum tot en met de maand waarin de AOW ingaat) ter grootte van de bruto AOW uitkering (naar keuze: zelfstandige AOW, alleenstaande AOW of het bedrag voor een echtpaar die beiden AOW ontvangen).
e.
Hoog-laag:
De deelnemer heeft het recht om op de feitelijke pensioendatum, zijn ingaand ouderdomspensioen om te zetten in een ouderdomspensioen dat gedurende de periode tot aan de pensioendatum hoger is dan het oorspronkelijke ouderdomspensioen en in de periode daarna lager is dan het oorspronkelijke ouderdomspensioen. Dit kan onder de voorwaarden die in het reglement zijn vastgesteld.
Bijdrage:
Deelnemersbijdrage wordt in de betreffende CAO opgenomen. De bijdrage van de onderneming wordt geregeld in de Uitvoeringsovereenkomst.
Overgangsbepaling voor gesloten groep:
Voor deelnemers die zowel op 31 december 2005 als op 1 januari 2006 deelnemer waren, geldt het volgende Aanvullende opbouw van 8,57% van de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen en partnerpensioen in gevolge het tot 31 december 2005 geldende pensioenreglement A. Deze aanspraken zijn tot en met 2013 geindexeerd en per 31-12-2013 geconverteerd naar de 67-regeling. Toekenning en financiering van deze opbouw vindt plaats vanaf 1 januari 2006 gedurende een tijdvak van 15 jaar evenredig in tijd. Indien op 1 januari 2006 ouder dan 47 jaar: opbouw in de periode tussen 1 januari 2006 en het bereiken van de 62-jarige leeftijd. Bij overlijden wordt alleen het reeds opgebouwde partnerpensioen uitgekeerd. Het nog niet toegekende deel van de extra aanspraken volgt jaarlijks de toeslagen voor actieven. De opbouw van deze aanvullende opbouw stopt bij einde dienstverband en wordt in geval van AO-status niet gecontinueerd.
5
Voor deelnemers, die tot en met 31 december 2013 hebben deelgenomen aan de Dienstenregeling (Delta Lloyd) of Laurentisregeling (Zwitserleven) en op dat moment bij de verzekeraar verzekerd waren voor partnerpensioen: over de pensioenjaren tot en met 2013 wordt een partnerpensioen op risicobasis verzekerd, waarbij de pensioengrondslag gelijk is aan de actuele pensioengrondslag en het percentage per jaar gelijk is aan 1,160%.
6