statuten en reglementen per 1 januari 2006
2
Inhoud
pagina
Voorwoord Statuten
5 6
preambule begripsbepalingen naam en zetel verenigingsjaar grondslag doel en taakstelling middelen geldmiddelen rechtskundige bijstand leden aanmelding en toelating als lid einde lidmaatschap contributie Algemene Vergadering samenstelling afgevaardigden stemrecht taken en bevoegdheden voorzitterschap, notulen besluitvorming Bestuur verkiezing einde bestuurslidmaatschap, schorsing, ontslag Bestuursfuncties taken en bevoegdheden, vertegenwoordiging goedkeuring van besluiten van het Bestuur Raad van Toezicht aantal leden vergoeding taak en bevoegdheden werkwijze en besluitvorming Landelijke Groepen geldmiddelen Landelijk Groepsbestuur Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen geschillen reglementen algemene bepalingen wijziging ontbinding en vereffening beslissingsbevoegdheid overgangsbepaling publicatie
6 7 7 8 8 8 8 9 9 9 10 10 11 11 11 12 12 12 14 14 15 15 15 15 16 16 17 17 17 17 18 19 19 19 20 21 21 21 22 22 23 23 23
3
huishoudelijk reglement
begripsbepalingen leden contributie wijzigingen schorsing verenigingsorganen Algemene Vergadering Bestuur Raad van Toezicht stemmingen binnen verenigingsorganen raadpleging verslagen
reglement Raad van Toezicht begripsbepalingen doel reglement taken en bevoegdheden specifieke taken bevoegdheden individuele advisering kwaliteitseisen (plv.)voorzitter secretariaat vergaderingen en besluitvorming informatie verantwoording commissies
reglement Landelijke Groepen begripsbepalingen Landelijke Groep doel en taakstelling instelling Landelijk Groepsbestuur samenstelling taken en bevoegdheden vergaderingen raadpleging stemmen Dagelijks groepsbestuur voorzitter secretaris penningmeester aftreden algemene ledenvergadering voorstellen algemene ledenvergadering
pagina 24
24 24 24 25 26 26 26 27 27 28 28 28
30 30 30 30 30 31 31 31 32 32 33 33 34
35 35 35 36 36 36 36 36 37 37 37 38 38 38 39 39 39 39
4
oproeping algemene ledenvergadering financieel beheer rekening en verantwoording geldmiddelen jaarverslag algemene bepalingen opheffing aanvullend reglement Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen slotbepaling
reglement commissies begripsbepalingen overige bepalingen
reglement van orde Algemene Vergadering begripsbepalingen overige bepalingen
reglement van beroep begripsbepalingen Raad van Toezicht bevoegdheid het beroep kosten wijzigingen
40 40 40 41 41 41 41 41 42 42
43 43 43
45
45 45
47
47 47 47 47 48 48
5
Voorwoord Deze statuten en reglementen zijn op 1 januari 2006 in werking getreden naar aanleiding van het besluit van de Algemene Vergadering op 24 november 2005 tot wijziging van de bestuursstructuur van de Vereniging CNV Publieke Zaak. Tot 1 januari 2006 kende CNV Publieke Zaak een Hoofdbestuur (met een bezoldigd en een onbezoldigd deel). Vanaf die datum wordt de structuur gevormd door een Bestuur (bestaande uit drie bezoldigde leden, t.w. Voorzitter, Secretaris en Penningmeester) en een Raad van Toezicht (bestaande uit zeven leden). Het Bestuur bestuurt de Vereniging en de werkorganisatie. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vereniging. Voorts kent de Vereniging een Algemene Vergadering die bestaat uit afgevaardigden van de Landelijke Groepen. Aan de Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen van de Vereniging zijn opgedragen. Statuten en reglementen geven een formeel-juridische basis aan de structuur van CNV Publieke Zaak. De structuur is leidraad voor ons dagelijks vakbondswerk waarbij de belangenbehartiging, zowel individueel als collectief, voorop staat. Bij het stellen van beleidsprioriteiten zal de structuur regelmatig kritisch moeten worden bezien. Het kan dan noodzakelijk zijn de structuur aan te passen. Wij zijn er immers niet voor de structuur. De structuur is er voor ons. Als leden van CNV Publieke Zaak geven wij onze organisatie zelf vorm. Het Bestuur.
6
Statuten Preambule CNV Publieke Zaak is per twintig juni tweeduizend twee de rechtsopvolger van de CFO: CNV-bond voor Overheid, Zorgsector en Verzelfstandigde Overheidsinstellingen (roepnaam de CFO), opgericht op één januari negentienhonderddrieëntachtig, hierna te noemen: ‘de CFO’ CFO om de naam van de CFO te wijzigen in CNV Publieke Zaak. Deze wijziging vloeide voort uit het besluit van de algemene vergadering van de CFO op veertien juni tweeduizend één om te participeren in het gezamenlijke CNV project ‘Nieuwe Huisstijl’. Dit project is gebaseerd op het benutten van de naamsbekendheid van het CNV voor de deelnemende organisaties. Op grond hiervan worden de namen van de deelnemende organisaties (alsmede de namen van de landelijke groepen van deze organisaties) voorafgegaan door de aanduiding CNV. CNV Publieke Zaak zet de werkzaamheden voort van de CFO. De CFO was op haar beurt weer een voortzetting van de: • ARKA (‘ARKA, vereniging van personeel werkzaam bij de Overheid en in de sectoren Gezondheidszorg en Maatschappelijk Welzijn’, oorspronkelijk genaamd Algemene Rooms-Katholieke Ambtenarenvereniging), opgericht op acht september negentienhonderdzeventien; • NCBO (Nederlandse Christelijke Bond van personeel, werkzaam bij de Overheid en in de sectoren gezondheidszorg en maatschappelijk welzijn), opgericht op zestien oktober negentienhonderdzesenveertig; • NCVVV (Nederlandse Christelijke Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden), opgericht op 16 maart 1946. CNV Publieke Zaak richt zich op de materiële en immateriële belangenbehartiging van haar leden. De kaderleden en de medewerkers van CNV Publieke Zaak streven dit doel na door gebruik te maken van de hun ingevolge artikel 6 van de statuten ter beschikking staande middelen. Op grond van haar doelstelling is CNV Publieke Zaak aangesloten bij de CCOOP (Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel) en het CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond) alsmede bij enige internationale organisaties, zoals de Europese en de Internationale Federatie van Overheidspersoneel (Eurofedop en Infedop). Als oprichtingsdatum wordt aangehouden: zeven februari negentienhonderd drie. Op deze datum werd te Amsterdam besloten een organisatie van Christelijke gemeentewerklieden te stichten onder de naam Nederlandschen Christelijken Bond van Personeel in Publieken Dienst. Deze datum kan derhalve als het officiële beginpunt van de Christelijke ambtenarenvakbeweging in Nederland worden beschouwd. De desbetreffende bond ging op zestien oktober negentienhonderdzesenveertig op in de NCBO.
7
Begripsbepalingen Artikel 1 In de statuten wordt verstaan onder: a. Algemene Vergadering : het orgaan dat wordt gevormd door afgevaardigden, die door en uit de leden worden gekozen, zoals bedoeld in artikel 39 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; b. algemene vergadering : de bijeenkomst van afgevaardigden; c. Bestuur : het bestuur van de Vereniging als bedoeld in Titel 2 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; d. Bestuurder : lid van het Bestuur; e. Voorzitter : de voorzitter van het Bestuur; f. Secretaris : de secretaris van het Bestuur; g. Penningmeester : de penningmeester van het Bestuur; h. Landelijk Groepsbestuur : het bestuur van de Landelijke Groep; i. Landelijke Groep : het organisatorisch verband van leden binnen een groep, als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a tot en met f van de statuten, waarvoor een collectieve arbeidsvoorwaardenregeling met een landelijke werking wordt afgesloten, alsmede van de leden genoemd in artikel 9 lid 1 onder g; j. Regionale Groep : de regionale groep als bedoeld in artikel 31 van de statuten; k. Plaatselijke Groep : de plaatselijke groep als bedoeld in artikel 31 van de statuten; l. Bedrijfsledengroep : de bedrijfsledengroep als bedoeld in artikel 31 van de statuten; m. Raad van Toezicht : de raad van toezicht als bedoeld in artikel 24 van de statuten; n. Huishoudelijk Reglement : het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak als bedoeld in artikel 22 lid 4 van de statuten; o. Vereniging : de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Publieke Zaak; p. Kaderlid : het lid van de Vereniging dat tevens lid is van een verenigingsorgaan van CNV Publieke Zaak of zitting heeft in een ondernemingsraad bij een dienst, bedrijf, instelling, stichting of vereniging als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a tot en met f van de statuten of op welke wijze dan ook activiteiten ontwikkelt ten behoeve van CNV Publieke Zaak. Naam en zetel Artikel 2 1. De vereniging draagt de naam: CNV Publieke Zaak. 2. Zij is gevestigd te 's-Gravenhage.
8
Verenigingsjaar Artikel 3 Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar. Grondslag Artikel 4 Als uitgangspunt voor haar doelstellingen, beleid en werkzaamheden aanvaardt CNV Publieke Zaak de Bijbel, die de mens oproept tot dienst aan God en de naaste. Doel en taakstelling Artikel 5 1. De Vereniging stelt zich ten doel de behartiging van materiële en immateriële belangen van haar leden. 2. De Vereniging oefent daartoe in elk geval de volgende taken uit: a. het bevorderen van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud en arbeidsverhoudingen - zowel nationaal als internationaal - die bijdragen tot rechtvaardige arbeidssituaties, medeverantwoordelijkheid en het welzijn van de leden; b. het verlenen van hulp aan individuele leden; c. het bevorderen van de ontwikkeling en vorming van de leden in het algemeen en van de beroeps- casu quo vakopleiding in het bijzonder. 3. De Vereniging kan andere dan in het vorige lid genoemde taken uitoefenen die het welzijn van de leden kunnen bevorderen. Middelen Artikel 6 1. De Vereniging tracht haar doel te bereiken door: a. vertegenwoordiging in organen waarbij de belangen van de leden direct of indirect betrokken zijn; b. het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten alsmede collectieve regelingen met publiekrechtelijke organen; c. het benaderen van en het voeren van overleg met overheidsorganen of andere organen of personen; d. het verlenen van rechtskundige bijstand aan leden in gevallen die verband houden met hun werk en inkomen; e. het laten verlenen van rechtskundige bijstand aan leden door de Onderlinge Verzekeringsmaatschappij Rechtshulp CNV U.A.; f. het houden van vergaderingen van verenigingsorganen, scholingscursussen voor leden en het organiseren van andere bijeenkomsten; g. het communiceren met de leden door middel van de uitgave van een informatieblad en overige informatiemiddelen; h. aansluiting bij het Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland casu quo aansluiting bij en samenwerking met andere vak- en sociale organisaties in zowel Nederland als andere landen;
9
2.
i. het kenbaar maken van CNV Publieke Zaak-standpunten in de publiciteitsmedia; j. het voeren van acties; k. het aanwenden van overige wettige middelen, die voor het doel van de Vereniging bevorderlijk zijn. De Vereniging kan, voor zover de in het vorige lid genoemde werkzaamheden dit met zich meebrengen, ten behoeve van haar leden rechten bedingen en te hunnen laste verplichtingen aangaan. Onder verplichtingen als bedoeld in de vorige volzin worden nadrukkelijk mede begrepen het aangaan van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten als bedoeld in het vorige lid.
Geldmiddelen Artikel 7 De inkomsten van de Vereniging bestaan uit: a. de contributies van de leden; b. hetgeen wordt verkregen door erfstellingen en legaten, met dien verstande dat erfstellingen niet anders kunnen worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving; c. andere baten. Rechtskundige bijstand Artikel 8 1. Aan een lid wordt geen rechtskundige bijstand verleend indien het rechtspositionele problemen betreft, welke zijn ontstaan vóór dan wel binnen zes maanden na de datum waarop het lidmaatschap is ingegaan, tenzij het Bestuur anders besluit. 2. De Vereniging behoudt zich het recht voor geen rechtskundige bijstand te verlenen indien een zaak naar het oordeel van het Bestuur niet haalbaar is, dan wel het belang te gering is. 3. Geen aanspraak op gratis rechtskundige bijstand bestaat, indien en voor zover deze is veroorzaakt door of samenhangt met een onrechtmatige daad van een derde en op die derde verhaal ook daadwerkelijk mogelijk is. 4. Kostenveroordelingen komen voor rekening van het lid. Leden Artikel 9 1. Leden kunnen zijn: alle personen die ermee instemmen dat de Vereniging handelt vanuit de in artikel 4 geformuleerde grondslag en: a. werkzaam zijn in openbare dienst; b. werkzaam zijn bij diensten en bedrijven door de staat en de openbare lichamen beheerd; c. werkzaam zijn bij een dienst, bedrijf, instelling, stichting of vereniging, waarvan het doel is de bevordering van de geestelijke en/of lichamelijke volksgezondheid en/of het maatschappelijk welzijn en/of het geven van onderwijs;
10
2.
3.
d. werkzaam zijn bij organisatorische eenheden als bedoeld in de Wet Sociale Werkvoorziening; e. werkzaam zijn in dienst van privaatrechtelijke lichamen met een zodanige doelstelling en financiële verhouding tot één of meer onder sub a tot en met d bedoelde lichamen dat zij qua rechtspositie geheel of ten dele kunnen worden aangemerkt als werknemers, bedoeld in sub a tot en met d; f. werkzaam zijn in dienst van verzelfstandigde of geprivatiseerde (delen van) instellingen als bedoeld onder sub a tot en met e; g. uit de dienst van de onder a tot en met f bedoelde lichamen zijn ontslagen en op grond daarvan een pensioen, wachtgeld of uitkering hebben dan wel aansluitend hierop een uitkering krachtens de Algemene Bijstandswet genieten; h. weduwe of weduwnaar zijn van hen die tot hun overlijden lid van de Vereniging waren dan wel zij die rechtspositionele aanspraken ontlenen aan het overlijden van het betrokken lid. Leden kunnen tevens zijn degenen die ermee instemmen dat de Vereniging handelt vanuit de in artikel 4 geformuleerde grondslag en die een opleiding voor functies bij één van de instellingen als genoemd in lid 1 sub a tot en met f volgen, of hebben afgerond, maar die nog geen werkkring hebben kunnen aanvaarden bij deze instellingen. Het Bestuur kan anderen toelaten als lid dan de in de vorige leden bedoelde personen.
Aanmelding en toelating als lid Artikel 10 1. Personen die als lid tot de Vereniging wensen toe te treden, melden zich schriftelijk aan bij het Bestuur. 2. Het Bestuur beslist over de toelating van een lid. Van een besluit omtrent toelating tot het lidmaatschap wordt de betrokkene schriftelijk in kennis gesteld. 3. Wanneer het Bestuur tot niet-toelating besluit, wordt de betrokkene daarvan in kennis gesteld onder opgaaf van redenen. De betrokkene heeft het recht, binnen één maand na kennisneming van het besluit tot niet-toelating, in beroep te komen bij de Raad van Toezicht, volgens de wijze als bepaald in het reglement voor de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht kan alsnog tot toelating besluiten. In dat geval is lid 2, tweede volzin van dit artikel van overeenkomstige toepassing. 4. Het lidmaatschap vangt aan op de eerste dag van de maand, volgend op de datum van toelating, dan wel op een andere door het Bestuur te bepalen datum. Einde lidmaatschap Artikel 11 1. Het lidmaatschap eindigt door: a. het overlijden van het lid; b. schriftelijke opzegging door het lid; c. schriftelijke opzegging door de Vereniging; d. ontzetting.
11
2. 3.
4. 5.
6. 7. 8.
Het lidmaatschap eindigt, in geval van schriftelijke opzegging door het lid, twee maanden volgend op de laatste datum van de maand waarin de opzegging is binnengekomen. Opzegging door de Vereniging kan geschieden door het Bestuur: a. bij het niet meer voldoen aan de in artikel 9 gestelde voorwaarden voor het lidmaatschap; b. ingeval ernstige achterstand in de betaling van de opgelegde contributie is ontstaan; c. wanneer redelijkerwijs van de Vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. Ontzetting geschiedt door het Bestuur wanneer een lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging of de Vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het lid aan wie is opgezegd als bedoeld in lid 3 sub c of dat is ontzet ingevolge lid 4 wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgaaf van redenen in kennis gesteld. Betrokkene heeft het recht, binnen één maand na kennisneming van bedoeld besluit, in beroep te komen bij de Raad van Toezicht, volgens de wijze bepaald in het reglement van de Raad van Toezicht. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Bij het eindigen van het lidmaatschap verliest men alle rechten aan het lidmaatschap verbonden. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten. Het Bestuur kan, in geval van opzegging als bedoeld in lid 3 sub b, de achterstallige contributie kwijtschelden.
Contributie Artikel 12 1. De leden zijn gehouden tot het betalen van contributie. De contributie wordt door de Algemene Vergadering vastgesteld. De leden kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld. 2. Het Bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen. 3. De normen voor vaststelling van de contributie worden in het Huishoudelijk Reglement vastgesteld. Daarbij wordt tevens de inning van de contributie geregeld.
Algemene Vergadering Samenstelling Artikel 13 1. De Vereniging kent een Algemene Vergadering die bestaat uit afgevaardigden van de Landelijke Groepen en hun plaatsvervangers die worden gekozen op de wijze als bepaald in artikel 14.
12
2. 3.
4.
Aan de Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen van de Vereniging zijn opgedragen. Naast de (plaatsvervangende) afgevaardigden hebben Bestuurders, leden van de Raad van Toezicht en de door het Bestuur genodigden toegang tot de algemene vergadering. Geen toegang tot de algemene vergadering hebben (plaatsvervangende) afgevaardigden, Bestuurders, leden van de Raad van Toezicht die als zodanig zijn geschorst. Over toelating van andere dan de in het vorige lid bedoelde personen beslist de voorzitter van de Algemene Vergadering.
Afgevaardigden Artikel 14 1. Afgevaardigden worden telkens voor vier verenigingsjaren door en uit de leden van de Landelijke Groepen gekozen. Iedere Landelijke Groep heeft het recht ten hoogste twee afgevaardigden en twee plaatsvervangende afgevaardigden te benoemen. Uit de door de leden van de Landelijke Groepen benoemde afgevaardigden wijst ieder Landelijk Groepsbestuur één stemgerechtigde afgevaardigde aan, van welke aanwijzing onverwijld mededeling aan het Bestuur wordt gedaan. De aanwijzing van een afgevaardigde kan te allen tijde worden beëindigd. Van een zodanig besluit doet het Landelijk Groepsbestuur onmiddellijk mededeling aan het Bestuur. Hetzelfde geldt ten aanzien van de benoeming van een nieuwe afgevaardigde, die de plaats van de gewezen afgevaardigde inneemt. 2. De stemgerechtigde afgevaardigde wijst, in geval van zijn verhindering om welke reden dan ook, uit het midden van de (plaatsvervangende) afgevaardigden een plaatsvervangende stemgerechtigde afgevaardigde aan. Van deze aanwijzing wordt onverwijld mededeling aan het Bestuur gedaan. Stemrecht Artikel 15 1. De stemgerechtigde afgevaardigden hebben stemrecht in de algemene vergadering. 2. Het aantal uit te brengen stemmen wordt gerelateerd aan het aantal leden per Landelijke Groep per één januari van het desbetreffende jaar. 3. Per vijftig leden, of een gedeelte daarvan, van iedere Landelijke Groep, afgerond naar boven, wordt één stem uitgebracht. 4. Een algemene vergadering waar niet alle stemgerechtigde afgevaardigden aanwezig zijn, is slechts bevoegd tot het nemen van rechtsgeldige besluiten indien de stemgerechtigde afgevaardigden van de Landelijke Groepen ten minste de helft plus één van de totaal aan de gezamenlijke Landelijke Groepen toegekende stemmen vertegenwoordigen. Taken en bevoegdheden Artikel 16 1. Tot de taken en bevoegdheden van de Algemene Vergadering behoren alle bij statuten of reglementen voorgeschreven werkzaamheden, doch in ieder geval:
13
2.
3.
4. 5.
a. het bespreken van het bestuursbeleid; b. het behandelen en vaststellen van de rekening en verantwoording over het door het Bestuur over het afgelopen boekjaar gevoerde financiële beleid en van de begroting van baten en lasten van het volgende boekjaar alsmede van het jaarverslag; c. het verlenen van decharge aan het Bestuur over het gevoerde beleid en beheer; d. het verlenen van decharge aan de Raad van Toezicht over het uitgeoefende toezicht; e. het besluiten omtrent de door het Bestuur en Landelijke Groepen ingediende voorstellen inzake: statuten en reglementen; het beleidsprogramma van de Vereniging; de contributiebedragen als bedoeld in artikel 12 van de statuten; het arbeidsvoorwaardenbeleid van de Vereniging (in hoofdlijnen); f. het bespreken van het CNV-beleid; g. het verkiezen, schorsen en ontslaan van Bestuurders; h. het verkiezen, schorsen en ontslaan van leden van de Raad van Toezicht; i. het benoemen van leden in de commissies, waarvan de instelling, samenstelling en werkwijze is geregeld in het reglement Commissies. De algemene vergadering wordt ten minste tweemaal per jaar gehouden. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het Bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de leden van de Algemene Vergadering in afschrift aan de leden van de Landelijke Groepsbesturen. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste vier weken. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld. Het Bestuur roept de algemene vergadering verder bijeen zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt of wanneer het daartoe door de wet of de statuten verplicht is. Binnen zes maanden na afloop van een boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering, wordt een algemene vergadering gehouden waarin onder meer de rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar als bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel wordt vastgesteld. Voordat vaststelling plaatsvindt, wordt het verslag, als bedoeld in de vorige volzin, onderzocht door een registeraccountant. Op voordracht van het Bestuur wijst de Raad van Toezicht de registeraccountant aan. Gaat deze daartoe niet over, dan is het Bestuur bevoegd. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Raad van Toezicht en aan het Bestuur. Het Bestuur is verplicht aan de accountant alle door hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de Vereniging te geven. Het Bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in het vorige lid zeven jaren te bewaren. Op schriftelijk verzoek en met opgaaf van redenen van ten minste een zodanig aantal afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van eentwintigste van de stemmen in de algemene vergadering, is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien binnen veertien dagen aan het verzoek geen gevolg is gegeven,
14
kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan onder vermelding dat de bijeenkomst geschiedt op grond van dit lid van dit artikel. Voorzitterschap, notulen Artikel 17 1. De Algemene Vergadering wordt geleid door de Voorzitter of diens plaatsvervanger. Zijn zij niet aanwezig, dan voorziet de Algemene Vergadering zelf in haar leiding. 2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de Secretaris of een ander door de Voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gehouden. De notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de Voorzitter en de Secretaris van die vergadering per pagina geparafeerd en ondertekend. Besluitvorming van de Algemene Vergadering Artikel 18 1. Het op de algemene vergadering uitgesproken oordeel van de Voorzitter dat een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het voorgaande lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 4. Alle stemmingen geschieden mondeling. De Voorzitter kan echter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde afgevaardigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij één van de stemgerechtigde afgevaardigden hoofdelijke stemming verlangt. Indien in het geval van een verkiezing sprake is van een enkelvoudige kandidaatstelling wordt de kandidaat gekozen geacht, tenzij één der stemgerechtigde afgevaardigden in de algemene vergadering schriftelijke stemming verlangt. 5. Schriftelijke stemming bij verkiezing van personen vindt plaats naar de volgende regels: a. indien bij de eerste vrije stemming geen meerderheid wordt verkregen, volgt een tweede vrije stemming; b. leidt deze stemming niet tot het gewenste resultaat, dan heeft herstemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben behaald;
15
6.
c. hebben verschillende personen een gelijk aantal stemmen op zich verenigd, dan vindt tussen dezen herstemming plaats; d. bij staking der stemmen beslist het lot. Indien de stemmen staken over andere onderwerpen dan verkiezing van personen, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Bestuur Verkiezing Artikel 19 1. De Vereniging kent een Bestuur, bestaande uit ten minste drie leden. Het aantal leden wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering. 2. De Voorzitter wordt door de Algemene Vergadering in functie gekozen voor een periode van vier jaar. Het Bestuur en de Landelijke Groepen kunnen kandidaten stellen ter vervulling van de vacature van Voorzitter. Een voordracht door de Landelijke Groepen moet schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend, en wel zo tijdig, dat deze bij de oproeping tot de vergadering kan worden vermeld. Het Bestuur stelt de Landelijke Groepen tijdig in kennis van het bestaan van een vacature. De Voorzitter is herkiesbaar. 3. De overige Bestuurders worden op voordracht van het Bestuur door de Algemene Vergadering gekozen voor een periode van vier jaar en zijn herkiesbaar. Een voordracht door het Bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering vermeld. 4. Is geen voordracht opgemaakt dan is de Algemene Vergadering vrij in de keus. 5. Bestuurders kunnen niet tegelijkertijd lid zijn van Landelijke, Regionale en/of Plaatselijke groepen van de Vereniging, als bedoeld in de artikelen 28 en 31 van de statuten, noch lid zijn van andere organen van de Vereniging. Wel hebben zij toegang tot vergaderingen van andere organen van de Vereniging. Einde bestuurslidmaatschap, schorsing, ontslag Artikel 20 1. Iedere Bestuurder kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst en ontslagen en door de Raad van Toezicht worden geschorst. Een besluit tot schorsing of ontslag behoeft een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen. 2. Een schorsing kan niet langer duren dan drie maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen omtrent de opheffing van de schorsing of over ontslag, dan eindigt de schorsing. 3. Een Bestuurder defungeert voorts door het eindigen van het lidmaatschap van de Vereniging. Bestuursfuncties Artikel 21 1. Het Bestuur kent de functies van:
16
2.
3.
a. Voorzitter; b. Secretaris, en c. Penningmeester. Het Bestuur regelt de onderlinge vervanging. Van het verhandelde in elke vergadering van het Bestuur wordt door de Secretaris een besluitenlijst gemaakt, welke in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de Voorzitter en de Secretaris van die vergadering per pagina wordt geparafeerd en ondertekend. In het Huishoudelijk Reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen en de besluitvorming van het Bestuur worden gesteld.
Taken en bevoegdheden, vertegenwoordiging Artikel 22 1. Het Bestuur bestuurt de Vereniging en haar werkorganisatie. 2. Indien het aantal Bestuurders tot beneden het door de Algemene Vergadering vastgestelde aantal is gedaald, blijft het Bestuur bevoegd. Het is echter verplicht binnen een maand een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt. 3. Het Bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de Vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. 4. De taken en bevoegdheden van het Bestuur zijn geregeld in de statuten en het Huishoudelijk Reglement van de Vereniging. Het Bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak ook door anderen dan zichzelf te doen uitvoeren. 5. De Vereniging wordt vertegenwoordigd door: a. hetzij het Bestuur; b. hetzij twee gezamenlijk handelende Bestuurders. 6. Het Bestuur kan aan een derde volmacht verlenen tot vertegenwoordiging van de Vereniging in en buiten rechte. Goedkeuring van besluiten van het Bestuur Artikel 23 1. Onverminderd het elders in de statuten dienaangaande bepaalde, zijn aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht onderworpen de besluiten van het Bestuur tot: a. het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen; b. het aangaan van overeenkomsten waarbij de Vereniging zich als borg of als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. 2. Het ontbreken van een goedkeuring als bedoeld in dit artikel tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of Bestuurders niet aan.
17
Raad van Toezicht Aantal leden Artikel 24 1. De Vereniging heeft een Raad van Toezicht, bestaande uit zeven leden. 2. De leden van de Raad van Toezicht worden door de Algemene Vergadering gekozen voor een periode van vier jaar. Ieder lid van de Raad van Toezicht kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag behoeft een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen. Eén lid van de Raad van Toezicht wordt door de Algemene Vergadering gekozen op voordracht van de ondernemingsraad van de Vereniging. Is geen voordracht opgemaakt dan is de Algemene Vergadering vrij in de keus. 3. De leden van de Raad van Toezicht treden periodiek af volgens een door de Raad van Toezicht vast te stellen rooster. De leden zijn herkiesbaar met dien verstande dat deze leden voor maximaal twee aaneengesloten perioden van vier jaar herkiesbaar zijn. 4. De leden van de Raad van Toezicht zijn lid van de Vereniging. De leden wijzen uit hun midden een voorzitter aan. 5. De leden van de Raad van Toezicht worden voorgedragen door de Landelijke Groepen op grond van de door de Algemene Vergadering vast te stellen kwaliteitseisen. Een voordracht door de Landelijke Groepen moet schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend, en wel zo tijdig, dat deze bij de oproeping tot de vergadering kan worden vermeld. Het Bestuur stelt de Landelijke Groepen tijdig in kennis van het bestaan van een vacature. 6. De leden van de Raad van Toezicht kunnen niet tegelijkertijd bestuurder zijn van Landelijke, Regionale en/of Plaatselijke Groepen van de Vereniging, als bedoeld in de artikelen 28 en 31 van de statuten, noch lid zijn van andere organen van de Vereniging. Wel hebben zij toegang tot vergaderingen van andere organen van de Vereniging. Vergoeding Artikel 25 De onkostenvergoeding en het presentiegeld van ieder lid van de Raad van Toezicht worden vastgesteld door de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur. Taak en bevoegdheden Artikel 26 1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vereniging. Hij geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het Bestuur met betrekking tot (de hoofdlijnen van) het (arbeidsvoorwaarden)beleid van de Vereniging (waaronder statuten en reglementen, het beleidsprogramma van de Vereniging en de contributiebedragen
18
2. 3. 4. 5.
als bedoeld in artikel 7 van de statuten). In ieder geval is het Bestuur verplicht aan de Raad van Toezicht advies te vragen over de volgende onderwerpen: a. het doen van een belangrijke investering; b. een belangrijke wijziging in de organisatie van de Vereniging; c. het voornemen tot samenwerking met andere organisaties; d. het aantrekken of verstrekken van een belangrijk krediet ten behoeve van de Vereniging; e. een voorstel tot statutenwijziging, als bedoeld in artikel 35; f. een voorstel tot ontbinding, als bedoeld in artikel 36. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Toezicht zich naar het belang van de Vereniging. De Raad van Toezicht keurt de rekening en verantwoording goed over het door het Bestuur over het afgelopen boekjaar gevoerde financiële beleid en de begroting van lasten en baten van het volgende boekjaar alsmede het jaarverslag. Het Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht noodzakelijke gegevens. De Raad van Toezicht kan een Bestuurder schorsen met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 lid 1, tweede volzin, van de statuten. Ten aanzien van de rechtspositie van Bestuurders, in dienst van de Vereniging, welke bij schriftelijke overeenkomst wordt geregeld, wordt de Vereniging vertegenwoordigd door de Raad van Toezicht.
Werkwijze en besluitvorming Artikel 27 1. De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, die eerstgenoemde bij diens afwezigheid vervangt. Hij benoemt al dan niet uit zijn midden een secretaris en treft een regeling voor diens vervanging. 2. Bij afwezigheid van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter in een vergadering wijst de vergadering zelf een voorzitter aan. 3. De Raad van Toezicht vergadert telkenmale wanneer de voorzitter dan wel twee andere leden zulks nodig acht(en), doch ten minste tweemaal per jaar. 4. Van het verhandelde in de vergadering van de Raad van Toezicht wordt een besluitenlijst door de secretaris gemaakt, welke besluitenlijst in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de Raad van Toezicht wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris per pagina geparafeerd en ondertekend. 5. Alle besluiten van de Raad van Toezicht worden genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 6. De Raad van Toezicht kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 7. Een lid kan zich door een medelid bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Onder schriftelijk wordt verstaan: via gangbare communicatiekanalen overgebracht en mogelijk op schrift te ontvangen. Een lid kan voor niet meer dan één medelid als gevolmachtigde optreden.
19
8. 9.
De Raad van Toezicht vergadert tezamen met het Bestuur zo dikwijls de Raad van Toezicht of het Bestuur zulks nodig acht. De Raad van Toezicht brengt na het einde van een kalenderjaar binnen zes maanden schriftelijk verslag uit aan de Algemene Vergadering over door hem verrichte werkzaamheden.
Landelijke Groepen Artikel 28 1. De leden van de Vereniging zijn ingedeeld in Landelijke Groepen, waarvan het aantal door het Bestuur wordt vastgesteld. 2. Een Landelijke Groep kan niet worden opgeheven zolang vijftig of meer van de hierbij aangesloten leden zich daartegen verzetten. 3. Een Landelijke Groep waarvan het aantal leden gedurende een periode, aanvangend op één januari van een verenigingsjaar en eindigend op één januari van het daaropvolgende jaar, onafgebroken minder dan vijftig bedroeg kan eerst na afloop van die periode worden opgeheven. 4. Elke Landelijke Groep wordt aangeduid met de naam van de Landelijke Groep voorafgegaan door de woorden CNV. 5. Landelijke Groepen hebben geen rechtspersoonlijkheid. Geldmiddelen van de Landelijke Groepen Artikel 29 1. De geldmiddelen van de Landelijke Groepen bestaan uit de bij de jaarlijkse begroting van de Vereniging aan elke Landelijke Groep toegekende bijdragen. 2. De hoogte van de ter beschikking te stellen bedragen wordt door de Algemene Vergadering voor iedere Landelijke Groep afzonderlijk vastgesteld op basis van jaarlijks op uitnodiging van de Penningmeester in te dienen activiteitenplannen. Het Bestuur kan al dan niet op verzoek van een Landelijk Groepsbestuur besluiten aanvullende bedragen toe te kennen. 3. De Landelijke Groep regelt de verdeling en het beheer van het op basis van haar activiteitenplan toegekende budget over de Regionale en Plaatselijke Groepen en de Bedrijfsledengroepen. 4. Overschotten per eenendertig december van enig jaar worden met nieuwe bijdragen verrekend. 5. De Landelijke Groepen zenden jaarlijks hun gecombineerde jaarverslag en hun financiële verslag vóór één maart, volgend op het verslagjaar, aan het Bestuur. 6. Bij opheffing van een Landelijke Groep, alsmede indien naar het oordeel van het Bestuur andere omstandigheden daartoe aanleiding geven, worden de gelden en bescheiden aan het Bestuur ter hand gesteld. Landelijk Groepsbestuur Artikel 30 1. Het Landelijk Groepsbestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijftien leden, onder wie in elk geval een voorzitter, een secretaris en een penning-
20
2. 3.
4.
5. 6.
meester dan wel, in plaats van beide laatstgenoemden, een secretarispenningmeester. Het aantal bestuurders van de Landelijke Groep wordt binnen de in de vorige volzin gestelde grenzen door het Landelijk Groepsbestuur vastgesteld. De voorzitter van het Landelijk Groepsbestuur wordt in functie gekozen door de algemene ledenvergadering van de Landelijke Groep. De overige functies van het Landelijk Groepsbestuur worden in onderling overleg verdeeld. Bij een tussentijdse vacature van een gekozen lid van het Landelijk Groepsbestuur is het Landelijk Groepsbestuur bevoegd een lid van de desbetreffende Landelijke Groep tot bestuurslid van de Landelijke Groep te benoemen tot de eerstvolgende algemene ledenvergadering van de Landelijke Groep. a. Jaarlijks treedt een vierde deel van het in lid 1 bedoelde Landelijk Groepsbestuur af, of een aantal dat zo dicht mogelijk een vierde deel benadert. De aftredende bestuursleden zijn herkiesbaar met dien verstande dat zij voor maximaal twee aaneengesloten periodes van vier jaar herkozen kunnen worden. b. Het Bestuur kan op een gemotiveerd verzoek afwijken van het in lid 4 sub a van dit artikel bepaalde. Een bestuurslid van een Landelijke Groep defungeert voorts: a. door het eindigen van het lidmaatschap van de Vereniging; b. door bedanken. Nadere regels met betrekking tot de Landelijke Groepen worden door het Bestuur neergelegd in het reglement Landelijke Groepen.
Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen Artikel 31 1. De Vereniging kent naast Landelijke Groepen ook Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen. 2. Het instellen en functioneren van Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen worden geregeld in het reglement Landelijke Groepen. Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen maken deel uit van een Landelijke Groep en functioneren onder verantwoordelijkheid van een Landelijke Groep. 3. De Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen zijn, volgens regels te stellen in het reglement Landelijke Groepen, mede aangewezen om doel en taakstelling van de Vereniging binnen hun groep te verwezenlijken, voorzover nodig in samenwerking met en volgens richtlijnen van het Bestuur. 4. De Landelijke Groepen stellen de reglementen van de Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen vast. 5. De leden van de Vereniging werkzaam in dezelfde regio of (burgerlijke) gemeente (‘plaats’) worden door het Landelijk Groepsbestuur ingedeeld in Regionale en/of Plaatselijke Groepen. De leden van de Vereniging werkzaam bij dezelfde instelling of onderneming worden door het Landelijk Groepsbestuur ingedeeld in een Bedrijfsledengroep. 6. De Regionale en Plaatselijke Groepen en Bedrijfsledengroepen hebben geen rechtspersoonlijkheid.
21
Geschillen Artikel 32 1. Indien een Kaderlid in strijd met de statuten en/of reglementen en/of het belang van de Vereniging handelt of heeft gehandeld, kan het Bestuur – in afwachting van nader te treffen definitieve maatregelen - dit Kaderlid in de uitoefening van zijn functie schorsen. 2. Het geschorste Kaderlid kan tegen zijn schorsing beroep aantekenen bij de Raad van Toezicht. Het bepaalde in artikel 11 lid 5, laatste volzin van deze statuten is van overeenkomstige toepassing. Reglementen Artikel 33 1. De reglementen van de Vereniging, waaronder het Huishoudelijk Reglement, worden vastgesteld door een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar vaststelling van die reglementen zal worden voorgesteld, tenzij in deze statuten de vaststelling aan een ander orgaan van de Vereniging is overgelaten. 2. De reglementen van de Vereniging mogen geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze statuten. In geval van onduidelijkheid prevaleren de bepalingen van de statuten. 3. De reglementen van de Vereniging kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van die reglementen zal worden voorgesteld, tenzij het een reglement betreft dat door een ander orgaan van de Vereniging is vastgesteld. In geval een ander orgaan dan de Algemene Vergadering een reglement heeft vastgesteld is het desbetreffende orgaan tot wijziging bevoegd. 4. Een besluit tot wijziging van een door de Algemene Vergadering vastgesteld reglement van de Vereniging wordt genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen uitgebracht in een algemene vergadering waarin ten minste een zodanig aantal stemgerechtigde afgevaardigden vertegenwoordigd is als is gerechtigd tot het uitbrengen van tweederde gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht. Is het vereiste quorum niet aanwezig, dan wordt een tweede algemene vergadering bijeengeroepen - te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de algemene vergadering waarin over het voorstel is gestemd – waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest kan worden besloten. Algemene bepalingen Artikel 34 1. Vergaderingen van de Vereniging worden geopend en gesloten op een wijze, die in overeenstemming is met de grondslag van de Vereniging.
22
2.
In beginsel worden op zondagen geen vergaderingen gehouden; als regel ook niet op algemene erkende Christelijke feestdagen.
Wijziging Artikel 35 1. In deze statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van die statuten zal worden voorgesteld. 2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, dragen zorg dat tegelijk met de oproeping een afschrift van dat voorstel waarin de tekst van de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, aan de besturen van de Landelijke Groepen, de afgevaardigden van de Landelijke Groepen en de leden van de Raad van Toezicht is toegestuurd. De Raad van Toezicht kan ter zake een advies uitbrengen. 3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derde van de stemmen, uitgebracht in een algemene vergadering waarin ten minste een zodanig aantal stemgerechtigde afgevaardigden vertegenwoordigd is als is gerechtigd tot het uitbrengen van tweederde gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht. Is het vereiste quorum niet aanwezig, dan wordt een tweede algemene vergadering bijeengeroepen - te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de algemene vergadering waarin over het voorstel is gestemd – waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen. 4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere Bestuurder bevoegd. 5. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien ter algemene vergadering de aanwezige stemgerechtigde afgevaardigden tezamen alle stemmen vertegenwoordigen en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen. 6. De Bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden handelsregister. Ontbinding en vereffening Artikel 36 1. De Vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2, 3 en 5 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de Algemene Vergadering tot ontbinding van de Vereniging. 2. De Algemene Vergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast van het overschot na vereffening en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de Vereniging. 3. Tenzij de Algemene Vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het Bestuur.
23
4.
5.
Na ontbinding blijft de Vereniging voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden 'in liquidatie'. Het gestelde in de artikelen 23, 23a, 23b, 23c, en 24 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is op de vereffening van toepassing.
Beslissingsbevoegdheid Artikel 37 In gevallen waarin de statuten of reglementen van de Vereniging niet voorzien, alsmede bij verschil van mening over de uitleg van enige bepaling hiervan, beslist het Bestuur. Overgangsbepaling Artikel 38 1. De onbezoldigde leden van het Hoofdbestuur van de Vereniging, in de zin van de statuten zoals deze voor twintig december tweeduizend vijf golden, die ten tijde van het verlijden van deze akte reeds in functie zijn, zullen allen defungeren per één januari tweeduizend zes. 2. De drie bezoldigde leden van het dagelijks bestuur die tevens deel uitmaken van het hoofdbestuur en die ten tijde van het verlijden van deze akte reeds in functie zijn, worden met ingang van één januari tweeduizend zes geacht te zijn benoemd als Bestuurder van de Vereniging, mits zij deze benoeming uitdrukkelijk aanvaarden. Het bepaalde in artikel 19 van deze statuten vindt voor wat deze bezoldigde leden van het dagelijks bestuur betreft geen toepassing. De benoemingstermijn van vier jaren wordt verminderd met de termijn waarin zij, sinds hun laatste benoeming op basis van de statuten zoals die tot twintig december tweeduizend vijf golden, als hoofdbestuurder van de Vereniging hebben gefungeerd. Publicatie Artikel 39 Van alle wijzigingen in de statuten van CNV Publieke Zaak zal via een publicatie mededeling worden gedaan aan de leden.
24
Huishoudelijk reglement Begripsbepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: 1. statuten : de statuten van CNV Publieke Zaak; 2. reglement : het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak; 3. leden : de leden van CNV Publieke Zaak; 4. Bestuur : het Bestuur van CNV Publieke Zaak; 5. Algemene Vergadering : de Algemene Vergadering van CNV Publieke Zaak; 6. Raad van Toezicht : de Raad van Toezicht van CNV Publieke Zaak; 7. Landelijke Groep : de Landelijke Groep van CNV Publieke Zaak waartoe een lid behoort; 8. Landelijk Groepsbestuur : het bestuur van de Landelijke Groep 9. Kaderlid : het lid van de Vereniging dat tevens lid is van een verenigingsorgaan van CNV Publieke Zaak of zitting heeft in een ondernemingsraad bij een dienst, bedrijf, instelling, stichting of vereniging als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a t/m f van de statuten of op welke wijze dan ook activiteiten ontwikkelt ten behoeve van CNV Publieke Zaak. Leden Artikel 2 1. De aanmelding als lid geschiedt door invulling en ondertekening van het aanmeldingsformulier, overeenkomstig artikel10 lid 1 van de statuten. 2. Indien geen bezwaren tegen toelating bestaan, vindt inschrijving plaats overeenkomstig artikel 10 lid 4. van de statuten. 3. Inschrijving van leden vindt plaats in de Landelijke Groep waartoe men behoort. 4. Het lid zal in de administratie van CNV Publieke Zaak worden geregistreerd als kaderlid: a. bij verkiezing in één van de verenigingsorganen van CNV Publieke Zaak; b. bij verkiezing in een medezeggenschapsorgaan; c. indien op welke wijze dan ook activiteiten worden ontwikkeld voor dan wel namens CNV Publieke Zaak. 5. De in lid 4. sub b. en c. genoemde leden c.q. de verenigingsorganen zijn verplicht tijdig opgave te doen aan de administratie van de desbetreffende registratie. 6. Bij aanvang van het lidmaatschap wordt een gratis exemplaar van de statuten en reglementen aan het lid toegezonden. Contributie Artikel 3 De contributies worden geïnd door de administratie van CNV Publieke Zaak.
25
Artikel 4 1. Als basis voor de contributieheffing worden de volgende normen in acht genomen: a. de leden met een bruto-inkomen boven het wettelijk minimumloon voor volwassenen betalen de volle contributie; b. de leden met een bruto-inkomen boven de helft van het wettelijk minimumloon, doch niet boven het wettelijk minimumloon voor volwassenen en jongeren tussen 19 en 23 jaar betalen drievierde deel van de volle contributie; c. de leden met ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen, FLO- of VUTuitkering, wachtgeld of daarmee gelijk te stellen uitkeringen, de leden met een bruto-inkomen gelijk aan of beneden de helft van het wettelijk minimumloon en de leden jonger dan 19 jaar, betalen de helft van de volle contributie; d. de leerlingen in opleiding voor functies, die CNV Publieke Zaak tot haar werkveld rekent, leden die wonen in gezinsvervangende tehuizen en die zijn aangewezen op een bescheiden zakgeldregeling, leden werkzaam als vrijwillige brandweerman of -vrouw betalen een kwart van de volle contributie, tenzij zij uit hoofde van hun hoofdfunctie georganiseerd (kunnen) zijn bij CNV Publieke Zaak; e. leden die werkzaam zijn als zaterdagbesteller bij TPG Post betalen eenvijfde deel van de volle contributie; f. van het bepaalde in de voorgaande leden kan op voordracht van het Bestuur door de Algemene Vergadering worden afgeweken. 2. Het Bestuur kan leden, die geen gebruik maken van de mogelijkheid de contributie van het salaris te laten inhouden en evenmin gebruik maken van incassogiro, inningskosten in rekening brengen. 3. Contributierestitutie ten vervolge op wijziging van de titel van lidmaatschap kan tot maximaal één jaar worden verleend, onverminderd de plicht van het lid wijzigingen als hiervoor genoemd onverwijld ter kennis van de administratie van CNV Publieke Zaak te brengen. Wijzigingen Artikel 5 1. Het lid brengt zijn besluit tot opzegging schriftelijk ter kennis van het Bestuur van CNV Publieke Zaak. 2. Het lid is verplicht adresverandering, verandering van werkgever en functie alsmede - in verband met de contributieheffing - wijziging in salaris en overige relevante wijzigingen ter kennis te brengen van de administratie van CNV Publieke Zaak. Artikel 6 Het Bestuur van CNV Publieke Zaak kan een lid op diens verzoek of op verzoek van het Landelijk Groepsbestuur in zeer bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke vrijstelling van contributiebetaling verlenen. Artikel 7 1. Het Bestuur kan vooraf advies inwinnen bij een betrokken Landelijk Groepsbestuur:
26
2. 3.
4.
a. bij gerezen bezwaren tegen toelating tot het lidmaatschap; b. in geval van voorgenomen opzegging als bedoeld in artikel 11 lid 3 van de statuten; c. in geval van voorgenomen ontzetting als bedoeld in artikel 11 lid 4 van de statuten. Ernstige achterstand in de contributiebetaling, als bedoeld in artikel 11 lid 3. sub b. van de statuten wordt geacht aanwezig te zijn indien een contributieschuld van zes of meer maanden niet is voldaan. Indien het Bestuur één van de gevallen als bedoeld in lid 1. aanwezig acht, wordt van het besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand schriftelijk, met opgaaf van redenen, kennis gegeven aan betrokkene alsmede aan de secretaris van het betreffende Landelijk Groepsbestuur. Het Bestuur wijst betrokkene op de mogelijkheid van beroep overeenkomstig artikel 10 lid 3 en artikel 11 lid 5 van de statuten.
Schorsing Artikel 8 1. In geval van een door het Bestuur voorgenomen schorsing als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de statuten, kan het Bestuur vooraf advies inwinnen bij een of meerdere betrokken verenigingsorganen. 2. Indien het Bestuur tot schorsing van het lid besloten heeft, wordt van het besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand, schriftelijk met opgaaf van redenen kennis gegeven aan betrokkene alsmede aan de betrokken organen. 3. Een schorsing als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de statuten duurt ten hoogste zes maanden. Deze termijn kan ten hoogste met zes maanden worden verlengd. 4. Het Bestuur wijst betrokkene op de mogelijkheid van beroep overeenkomstig artikel 11 lid 5 van de statuten. Verenigingsorganen Artikel 9 1. De besturen van de verenigingsorganen dienen zo representatief mogelijk te zijn voor de leden van het desbetreffende verenigingsorgaan. 2. De leden van de bestuurs- en overige organen van CNV Publieke Zaak dienen de informatie die zij uit hoofde van de uitoefening van hun functie ontvangen, vertrouwelijk te behandelen. Algemene Vergadering Artikel 10 1. Voor afloop van elk jaar stelt de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur de data vast waarop zij het volgend jaar bijeenkomt en welke onderwerpen in die vergaderingen in ieder geval worden besproken. 2. Het Bestuur stelt de leden via een publicatie in kennis van de data waarop de Algemene Vergadering wordt gehouden alsmede van de agenda van de desbetreffende vergadering.
27
3.
4.
De Landelijke Groepen kunnen voorstellen, voorzien van een toelichting, ter behandeling door de algemene vergadering, indienen bij het Bestuur. Het Bestuur plaatst deze voorstellen, voorzien van een advies, op de agenda, mits deze voorstellen - spoedeisende gevallen uitgezonderd - acht weken voor de desbetreffende algemene vergadering zijn ingediend. De agenda en de daarop betrekking hebbende stukken van de algemene vergadering worden in de regel vier weken voor de vergaderdatum aan de afgevaardigden en de Landelijke Groepsbesturen gezonden.
Bestuur Artikel 11 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 22 van de statuten behoren in elk geval tot de taken en bevoegdheden van het Bestuur: a. het voorbereiden en uitvoeren van de door de Algemene Vergadering genomen besluiten; b. het indienen van voorstellen voor de Algemene Vergadering; c. het voorbereiden van zaken die in de Raad van Toezicht aan de orde komen; d. het houden van toezicht op het financiële beleid van de Landelijke Groepen en het zonodig nemen van de vereiste maatregelen. 2. Verricht enig orgaan handelingen of neemt het besluiten in strijd met de statuten of één van de reglementen van CNV Publieke Zaak, dan worden door het Bestuur onmiddellijk die maatregelen getroffen, die leiden tot het ongedaan maken van die handelingen of het vernietigen van die besluiten. 3. Indien deze maatregelen niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kan het desbetreffende bestuur of een deel daarvan door het Bestuur voorlopig worden geschorst. In afwachting van een definitieve beslissing van het Bestuur, treft het Bestuur zodanige maatregelen dat de werkzaamheden van enig orgaan onbelemmerd voortgang vinden. 4. Indien het Bestuur overgaat tot ontzetting uit de functie van het Landelijk Groepsbestuur of een deel daarvan, dan wordt in een ledenvergadering van de desbetreffende Landelijke Groep, die geleid wordt door een lid van het Bestuur, een nieuw bestuur gekozen. Raad van Toezicht Artikel 12 De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in artikel 10 lid 3, artikel 11 lid 5, artikel 20 lid 1, artikel 23, artikel 26 en artikel 32 van de statuten. Voor zover deze taken en bevoegdheden betrekking hebben op het zijn van beroepsinstantie bij besluiten van het Bestuur op het niet toelaten van leden ingevolge artikel 10 lid 3 van de statuten en bij besluiten van het Bestuur tot het opzeggen en/of het ontzetten uit het lidmaatschap ingevolge artikel 11 lid 3 en lid 4 van de statuten is de wijze van het in beroep komen bij de Raad van Toezicht geregeld in het reglement voor de Raad van Toezicht en in het reglement van Beroep.
28
Stemmingen binnen verenigingsorganen Artikel 13 1. De verkiezing van personen in verenigingsorganen geschiedt schriftelijk in algemene zin. 2. Indien in het geval van een verkiezing sprake is van een enkelvoudige kandidaatstelling wordt de kandidaat gekozen geacht, tenzij één der stemhebbende leden in het verenigingsorgaan schriftelijke stemming verlangt. 3. Schriftelijke stemming vindt plaats naar de regels zoals vastgelegd ten aanzien van de Algemene Vergadering in artikel 18 lid 5 a. tot en met d. van de statuten. 4. Stemmingen over voorstellen en zaken geschieden mondeling tenzij de vergadering anders beslist. Bij staking van stemmen over een voorstel of zaak wordt dit/deze conform het terzake bepaalde in artikel 18 lid 6 van de statuten geacht te zijn verworpen. 5. Besluiten worden, tenzij in wet of statuten een andere meerderheid is voorgeschreven, genomen met meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Raadpleging Artikel 14 1. Leden kunnen op uitnodiging van het Bestuur, buiten de in de reglementen van CNV Publieke Zaak voorziene periodieke vergaderingen, geraadpleegd worden op een wijze in overeenstemming met de aard van de vraagstelling. 2. Het resultaat van deze raadpleging wordt met het oog op de besluitvorming in de algemene vergadering ter kennis gebracht van de Algemene Vergadering. Verslagen Artikel 15 Op aanvraag wordt aan de leden van CNV Publieke Zaak een verslag van de werkzaamheden van CNV Publieke Zaak toegezonden. Dit verslag omvat een overzicht van het beleid van de Algemene Vergadering en het Bestuur en van het toezicht door de Raad van Toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vereniging. Het Bestuur kan, in afwijking van het vorenstaande, besluiten het verslag van de werkzaamheden van CNV Publieke Zaak of een gedeelte daarvan op te nemen in de door CNV Publieke Zaak uit te geven publicaties. Artikel 16 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur. Artikel 17 Dit reglement kan worden gewijzigd bij besluit van de Algemene Vergadering met meerderheid van stemmen, zoals omschreven in artikel 33 lid 4 van de statuten. Voor het indienen van voorstellen terzake geldt het bepaalde in artikel 10 lid 3 van dit reglement.
29
Van alle wijzigingen in het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak zal via een publicatie mededeling worden gedaan aan de leden.
30
Reglement Raad van Toezicht Begripsbepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: Vereniging : de Vereniging CNV Publieke Zaak; Raad van Toezicht (raad) : de Raad van Toezicht van CNV Publieke Zaak; Bestuur : het Bestuur van CNV Publieke Zaak; Algemene Vergadering : de Algemene Vergadering van CNV Publieke Zaak; Ondernemingsraad : de Ondernemingsraad van CNV Publieke Zaak. Doel reglement Artikel 2 Het doel van dit reglement is het vastleggen van de werkwijze van de Raad van Toezicht van CNV Publieke Zaak, van de werkverdeling binnen de Raad van Toezicht en van de relatie van de Raad van Toezicht met het Bestuur en met de overige organen van CNV Publieke Zaak. Het reglement dient voorts ter uitwerking van, dan wel ter aanvulling op hetgeen met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht in wet en/of statuten is bepaald. Taken en bevoegdheden Artikel 3 1. De Raad van Toezicht heeft op grond van artikel 26 lid 1, artikel 35 lid 2, artikel 36 lid 1 van de statuten een toezichthoudende en/of adviserende taak met betrekking tot de in deze artikelen genoemde onderwerpen. 2. De Raad van Toezicht verleent op grond van artikel 23 lid 1 van de statuten al dan niet goedkeuring aan door het Bestuur te nemen besluiten. 3. De Raad van Toezicht heeft ingevolge artikel 26 lid 2 van de statuten een goedkeurende taak met betrekking tot: - de rekening en verantwoording over het door het Bestuur over het afgelopen jaar gevoerde financiële beleid; - de begroting van lasten en baten van het volgende boekjaar; - het jaarverslag. 4. De Raad van Toezicht richt zich bij vervulling van zijn taak naar het belang van de Vereniging. Specifieke taken en bevoegdheden Artikel 4 1. Ingevolge artikel 26 lid 4 van de statuten is de Raad van Toezicht bevoegd tot schorsing van leden van het Bestuur. 2. Op grond van artikel 26 lid 5 van de statuten vervult de Raad van Toezicht het werkgeverschap van het Bestuur.
31
3.
4. 5. 6. 7. 8.
De Raad van Toezicht is de beroepsinstantie bij besluiten van het Bestuur als bedoeld in de statuten bij artikel 10 lid 3, artikel 11 lid 5 en artikel 32 lid 2. In een dergelijk door het Bestuur te nemen besluit wordt betrokkene schriftelijk ingelicht over: - de wijze waarop beroep bij de Raad van Toezicht kan worden aangetekend; - binnen welke termijn dit beroep kan worden aangetekend; - binnen welke termijn door de Raad van Toezicht hier op wordt beslist. De Raad van Toezicht behandelt een beroep met inachtneming van het gestelde in het Reglement van Beroep. De Raad van Toezicht wijst overeenkomstig het gestelde in artikel 16 lid 3 van de statuten de registeraccountant aan. De Raad van Toezicht doet een voordracht voor benoeming uit zijn midden van één lid van het bestuur van de Stichting Pensioenfonds CNV Publieke Zaak. Bij tussentijdse vacature(s) in de Raad van Toezicht meldt de raad dit zo spoedig mogelijk aan het Bestuur met het verzoek om conform artikel 24 van de statuten in de vervulling van die vacature(s) te voorzien. Overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 3 van de statuten hebben de leden van de Raad van Toezicht toegang tot de algemene vergadering.
Individuele advisering Artikel 5 1. Elk individueel lid van de Raad van Toezicht kan op incidenteel verzoek van het Bestuur advies geven aan het Bestuur. Dit verzoek om advies wordt door dit lid gemeld aan de Raad van Toezicht. 2. Aan een in lid 1 vermeld advies kan geen tegenprestatie, vergoeding of honorarium worden verbonden. Kwaliteitseisen Artikel 6 In voorkomende gevallen, doch ten minste één keer per jaar, zal door de Raad van Toezicht worden bezien of de kwaliteitseisen gesteld aan de leden van de Raad van Toezicht nog voldoen of dat aanpassingen nodig zijn. Indien dit laatste het geval is, doet de Raad van Toezicht door tussenkomst van het Bestuur een voorstel tot aanpassing aan de Algemene Vergadering. (Plv.)voorzitter Artikel 7 1. Overeenkomstig het gestelde in artikel 27 van de statuten worden de voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter door de Raad van Toezicht uit zijn midden benoemd aan de hand van de in artikel 6 van dit reglement bedoelde kwaliteitseisen. 2. De voorzitter onderhoudt contact met het Bestuur en houdt de Raad van Toezicht van deze contacten nauwkeurig en regelmatig op de hoogte. 3. De voorzitter vertegenwoordigt de Raad van Toezicht. Hij streeft naar optimale participatie van de overige leden van de Raad van Toezicht bij de werkzaamheden
32
4.
van de Raad van Toezicht, coördineert alle activiteiten van de Raad van Toezicht en bevordert de deskundigheid van de leden van de Raad van Toezicht. De voorzitter van de Raad van Toezicht is belast met de leiding van de vergaderingen van de Raad van Toezicht.
Secretariaat Artikel 8 1. De Raad van Toezicht voorziet overeenkomstig artikel 27 lid 1 van de statuten in een secretariaat. 2. Het secretariaatsarchief bevat de notulen en andere vergaderstukken, alsmede alle correspondentie en overige documentatie betreffende de Raad van Toezicht, welke gedurende zeven jaar worden bewaard. Vergaderingen en besluitvorming Artikel 9 1. Jaarlijks stelt de voorzitter van de Raad van Toezicht een vergaderschema op. 2. Overeenkomstig artikel 27 lid 3 van de statuten worden per kalenderjaar minimaal twee vergaderingen gehouden. Voorts wordt een vergadering gehouden wanneer de voorzitter dan wel twee andere leden van de Raad van Toezicht zulks nodig acht(en). 3. Wanneer twee of meer leden van de Raad van Toezicht het nodig achten dat een vergadering wordt gehouden, dan kunnen zij de voorzitter van de Raad van Toezicht schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van het (de) te behandelen punt(en) verzoeken een vergadering bijeen te roepen. Geeft de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg dan zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze waarop de secretaris, uit naam van de voorzitter, een vergadering bijeenroept. Aan een dergelijk verzoek wordt in ieder geval geacht geen gevolg te zijn gegeven door de voorzitter indien de vergadering niet binnen drie weken na het verzoek wordt gehouden. 4. Aan de vergaderingen, als bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel, neemt het Bestuur deel. 5. De agenda’s van de vergaderingen, als bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel, worden in overleg met het Bestuur vastgesteld. 6. Naast de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde vergaderingen, vergadert de Raad van Toezicht ten minste eenmaal per jaar buiten de aanwezigheid van het Bestuur. Deze vergadering heeft onder meer als doel het functioneren van het Bestuur alsmede het eigen functioneren van de Raad van Toezicht te evalueren 7. De oproeping voor een vergadering geschiedt met inachtneming van een termijn van zeven dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden meegerekend. 8. De oproeping voor een vergadering gebeurt schriftelijk waarbij worden vermeld de plaats en het tijdstip van de vergadering. De oproeping gaat vergezeld van de agenda en eventueel te bespreken stukken. 9. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Van de vergadering wordt, overeenkomstig het bepaalde in de artikel 27 lid 4 van de statuten, door de se-
33
cretaris al dan niet met behulp van een notulist(e) een besluitenlijst gemaakt. Deze besluitenlijst wordt in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de Raad van Toezicht vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 lid 4 van de statuten. 10. In de besluitenlijst zal worden aangegeven welke besluiten in de vergadering zijn genomen. Deze besluiten zullen onder vermelding van het kalenderjaar doorlopend per jaar worden genummerd. 11. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 lid 5 van de statuten worden alle besluiten van de Raad van Toezicht genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt een tweede vergadering uitgeschreven. Indien dan opnieuw de stemmen staken, is de stem van de voorzitter beslissend. 12. Ieder lid van de Raad van Toezicht wordt geacht de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij te wonen. Bij frequente afwezigheid zal het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht hierop worden aangesproken. Op grond van artikel 16 lid 1 h van de statuten kan bij recidive na advies van de Raad van Toezicht de Algemene Vergadering overgaan tot schorsing en/of ontslag van het desbetreffende lid. Informatie Artikel 10 1. De Raad van Toezicht bevordert dat hij tijdig schriftelijke informatie van het Bestuur ontvangt over alle feiten en ontwikkelingen met betrekking tot de Vereniging, welke informatie de Raad van Toezicht nodig heeft om adequaat te kunnen functioneren en zijn taken naar behoren te kunnen uitoefenen. 2. Ontvangt een lid van de Raad van Toezicht uit andere bron dan het Bestuur of de Raad van Toezicht informatie of signalen die in het kader van het werk van de Raad van Toezicht van belang zijn, dan brengt hij deze informatie zo spoedig mogelijk ter kennis van de voorzitter, die vervolgens de Raad van Toezicht op de hoogte zal stellen. 3. Ieder lid van de Raad van Toezicht zal alle informatie en documentatie, die hij in het kader van het lid zijn van de Raad van Toezicht verkrijgt en die redelijkerwijs als vertrouwelijk is te beschouwen, als strikt vertrouwelijk behandelen en niet buiten de Raad van Toezicht en het Bestuur openbaar maken, ook niet na zijn aftreden. Verantwoording Artikel 11 1. De Raad van Toezicht verantwoordt zich over de door de raad verrichte werkzaamheden door na het eind van een kalenderjaar - conform artikel 27 lid 9 van de statuten - binnen zes maanden schriftelijk verslag uit te brengen aan de Algemene Vergadering. 2. In dit verslag worden onder meer de navolgende onderwerpen behandeld: a. de goedkeuring van de rekening en verantwoording over het door het Bestuur over het afgelopen jaar gevoerde financiële beleid alsmede het jaarverslag; b. het aantal vergaderingen van de Raad van Toezicht;
34
c. opsomming van de meest belangrijke onderwerpen die zijn behandeld tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht; d. melding van de aanwezigheid van een reglement Raad van Toezicht; e. informatie over de individuele leden van de Raad van Toezicht en de benoemingsperioden; f. informatie omtrent eventuele benoemingen en herbenoemingen binnen de Raad van Toezicht; g. informatie aangaande de evaluatie van het eigen functioneren en de relatie tot het Bestuur; h. overige van belang zijnde informatie. Commissies Artikel 12 1. De Raad van Toezicht kan uit zijn midden commissies instellen, dan wel individuele leden een opdracht geven. 2. De commissie werkt met een schriftelijke opdrachtverstrekking waarin het doel van de werkzaamheden, het product en/of resultaat, de tijdsduur, de werkwijze en de verantwoording aan de Raad van Toezicht zijn vastgelegd. Dit geldt tevens voor de individuele leden van de commissie. 3. Van het bestaan van commissies wordt in het in artikel 11 van dit reglement bedoelde verslag melding gemaakt. Artikel 13 1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering. 2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.
35
Reglement Landelijke Groepen Begripsbepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: 1. statuten : de statuten van CNV Publieke Zaak; 2. huishoudelijk reglement : het huishoudelijk reglement van CNV Publieke Zaak; 3. reglement : het reglement van de Landelijke Groep; 4. leden : de leden van CNV Publieke Zaak, ressorterend onder de desbetreffende Landelijke Groep; 5. Landelijke Groep : het organisatorisch verband van leden binnen een groep, als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a tot en met g van de statuten; 6. Landelijk Groepsbestuur : het bestuur van de Landelijke Groep; 7. Regionale Groep : de regionale groep als bedoeld in artikel 31 van de statuten; 8. Plaatselijke Groep : de plaatselijke groep als bedoeld in artikel 31 van de statuten; 9. Bedrijfsledengroep : de bedrijfsledengroep als bedoeld in artikel 31 van de statuten; 10. algemene ledenvergadering : algemene ledenvergadering van een Landelijke Groep; 11. bestuurder : de medewerker, in dienst van CNV Publieke Zaak, toegevoegd aan de Landelijke Groep; 12. Bestuur : het Bestuur van CNV Publieke Zaak; 13. Algemene Vergadering : de algemene vergadering van CNV Publieke Zaak. Landelijke Groep Artikel 2 In dit reglement wordt verstaan onder een Landelijke Groep: 1. een organisatorisch verband van leden binnen een sector van CNV Publieke Zaak als bedoeld in artikel 9 sub a tot en met f van de statuten waarvoor een collectieve arbeidsvoorwaardenregeling met een landelijke werking wordt afgesloten en door het Bestuur ingedeeld conform artikel 28 van de statuten; 2. het organisatorisch verband van anders actieve en gepensioneerde leden van CNV Publieke Zaak als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub g van de statuten en door het Bestuur ingedeeld conform het bepaalde in artikel 28 van de statuten. 3. Het organisatorisch verband van leden niet vallend onder de omschrijving van lid 1 en lid 2 van dit artikel kan door het Bestuur als Landelijke Groep worden aangemerkt.
36
Doel en taakstelling Artikel 3 De Landelijke Groep draagt bij aan de verwezenlijking van doel en taakstelling van CNV Publieke Zaak als bedoeld in artikel 5 van de statuten en oefent daartoe in elk geval de volgende taken uit: 1. de Landelijke Groep draagt zorg voor de ontwikkeling en zonodig uitvoering van een beleid inzake: arbeidsvoorwaarden, promotie, scholing en vorming, ledenwerving en ledenbehoud, in het bijzonder gericht op de eigen groep; 2. de Landelijke Groep draagt zorg voor een geregelde voorbereiding van het in te nemen standpunt namens de Landelijke Groep in de Algemene Vergadering en draagt mede zorg voor de uitvoering van de besluiten van de Algemene Vergadering; 3. de Landelijke Groep meldt de door de groep voorgenomen acties aan de bestuurder en legt deze vervolgens ter goedkeuring aan het Bestuur voor; 4. de Landelijke Groep pleegt met betrekking tot haar werkzaamheden regelmatig overleg met haar bestuurder. Instelling Artikel 4 Een Landelijke Groep wordt door het Bestuur ingesteld. Landelijk Groepsbestuur Samenstelling Artikel 5 1. De samenstelling van het Landelijk Groepsbestuur alsmede het verkiezen, het tussentijds voorzien in vacatures en het bij rooster aftreden van de leden van het Landelijk Groepsbestuur is geregeld in artikel 30 van de statuten. 2. De bestuurder ondersteunt het betreffende Landelijk Groepsbestuur en is ambtshalve belast met het voeren van het secretariaat. 3. Voor zover een nadere regeling met betrekking tot kandidaatstelling van leden van het Landelijk Groepsbestuur wordt gewenst wordt deze, op voorstel van het Landelijk Groepsbestuur, door de algemene ledenvergadering van de betreffende Landelijke Groep vastgesteld. Deze regeling behoeft de goedkeuring van het Bestuur. Taken en bevoegdheden Artikel 6 1. Het bestuur van de Landelijke Groep berust bij het Landelijk Groepsbestuur. 2. Het Landelijk Groepsbestuur is voor zijn werkzaamheden verantwoording schuldig aan de algemene ledenvergadering van de betreffende Landelijke Groep.
37
3.
Een niet voltallig Landelijk Groepsbestuur is slechts bevoegd tot het nemen van besluiten indien tenminste de meerderheid van het aantal bestuursleden aanwezig is. Vergaderingen Artikel 7 1. Het Landelijk Groepsbestuur kan maximaal één keer per jaar een algemene ledenvergadering uitschrijven, bestaande uit maximaal twee vertegenwoordigers van iedere Regionale en/of Plaatselijke groep en/of Bedrijfsledengroep. 2. Het Landelijk Groepsbestuur kan na toestemming van het Bestuur een extra algemene ledenvergadering uitschrijven, bestaande uit maximaal twee vertegenwoordigers van iedere tot de betrokken Landelijke Groep behorende Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroep. 3. Het Landelijk Groepsbestuur kan na toestemming van het Bestuur een algemene ledenvergadering uitschrijven waaraan alle tot de landelijke groep behorende leden kunnen deelnemen. Raadpleging Artikel 8 1. Leden van (een) Landelijke Groep(en) kunnen, na toestemming van het Bestuur, op uitnodiging van één of meer Landelijk Groepsbestu(u)r(en), buiten de in de reglementen van CNV Publieke Zaak voorziene periodieke vergaderingen, geraadpleegd worden op een wijze in overeenstemming met de aard van de vraagstelling. 2. Het resultaat van deze raadpleging wordt met het oog op de definitieve besluitvorming terzake in het/de betreffende Landelijk Groepsbestu(u)r(en) ter kennis gebracht van het/de betreffende Landelijk Groepsbestu(u)r(en). Stemmen Artikel 9 1. Stemrecht hebben de vertegenwoordigers van de Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen. Ieder lid kan naast het ter vergadering uitbrengen van de eigen stem, van maximaal één niet-aanwezig lid de volmacht ontvangen, om namens dit lid te stemmen. Een schriftelijk bewijs dient hiertoe aan de secretaris van het Landelijk Groepsbestuur te worden overlegd. 2. In de algemene ledenvergadering van de landelijke groepen brengt iedere Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroep voor elke 50 leden of een deel daarvan een stem uit, uitgaande van het ledental op 1 januari voorafgaande aan de datum waarop de algemene ledenvergadering wordt gehouden. 3. Bij de stemming kan worden aangegeven welke Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen binnen de Regionale Groep vóór dan wel tegen het voorstel zijn. 4. Bij het ontbreken van een Regionale Groep is de Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroep gerechtigd conform lid 2 leden naar de algemene ledenvergadering af te vaardigen, waarmee het stemrecht aan deze groep toekomt. 5. In de algemene ledenvergadering, als bedoeld in artikel 7 lid 3 van dit reglement, zijn de leden 1, 2 en 3 niet van toepassing. In deze vergadering hebben de aanwezige leden van de groep stemrecht.
38
Dagelijks groepsbestuur Artikel 10 1. Uit het Landelijk Groepsbestuur kan een dagelijks groepsbestuur worden gevormd. Het dagelijks groepsbestuur bestaat in ieder geval uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. 2. Een dagelijks groepsbestuur bestaat in aantal leden uit minder leden dan de helft van het totaal aantal leden van het Landelijk Groepsbestuur. 3. Indien binnen een Landelijk Groepsbestuur geen dagelijks groepsbestuur wordt of kan worden aangewezen, dan worden, behoudens de functie van voorzitter, ingevolge artikel 30 lid 2 van de statuten de functies onderling door het bestuur verdeeld, waarbij tevens wordt bepaald welk lid van het Landelijk Groepsbestuur de functie van voorzitter vervult bij diens afwezigheid. Voorzitter Artikel 11 1. De voorzitter bepaalt, na overleg met de leden van het Landelijk Groepsbestuur en de aan het Landelijk Groepsbestuur toegevoegde bestuurder, de dag, het uur en de plaats waarop en waar de vergaderingen van het bestuur en de algemene ledenvergadering worden gehouden. 2. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door een ander uit en door het Landelijk Groepsbestuur aan te wijzen lid. 3. De voorzitter ziet toe dat de besluiten van het bestuur tijdig worden uitgevoerd. 4. De voorzitter tekent alle van de groep uitgaande stukken waarvoor, ingevolge besluit van het Landelijk Groepsbestuur, de handtekening van de voorzitter vereist wordt. Secretaris Artikel 12 1. De secretaris is belast met: a. de voorbereiding van de beleidsmatige en organisatorische werkzaamheden van de groep; b. de zorg voor de algemene correspondentie van de groep; c. het samenstellen van notulen, rapporten en verslagen; d. het bijhouden van de groepsadministratie. 2. De secretaris draagt er zorg voor dat, behoudens de spoedeisende gevallen, de leden van het bestuur ten minste veertien dagen voor de vergadering worden uitgenodigd. 3. De secretaris brengt op de algemene ledenvergadering, als bedoeld in artikel 7 van dit reglement, verslag uit over de door de groep verrichte werkzaamheden over het afgelopen jaar. 4. Van alle belangrijke uitgaande stukken wordt door de secretaris afschrift gehouden.
39
Penningmeester Artikel 13 1. De penningmeester beheert de geldmiddelen die ter beschikking van het Landelijk Groepsbestuur staan. 2. De penningmeester draagt, zonodig in overleg met de aan het Landelijk Groepsbestuur toegewezen bestuurder, zorg voor de financiële administratie van de groep. 3. De penningmeester is voor zijn beheersdaden verantwoording schuldig aan het Landelijk Groepsbestuur. 4. De penningmeester brengt op de algemene ledenvergadering schriftelijk verslag uit over het financieel beheer. 5. De penningmeester is verplicht zijn boeken en bescheiden te doen controleren door een controlecommissie, als bedoeld in artikel 18, lid 1. van dit reglement. Van deze controle legt hij een door de leden van de controlecommissie ondertekend verslag voor aan het Landelijk Groepsbestuur. 6. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd naar het geldelijk beheer van de penningmeester een onderzoek in te stellen of te doen instellen. Aftreden Artikel 14 Bij aftreden, zowel periodiek als tussentijds, zijn de voorzitter, de secretaris en de penningmeester verplicht binnen acht dagen het archief, kas, boeken en verdere stukken over te dragen onder het afleggen van rekening en verantwoording aan het Landelijk Groepsbestuur. Algemene ledenvergadering Artikel 15 In de algemene ledenvergadering als bedoeld in artikel 7 van dit reglement worden in de regel aan de orde gesteld: a. het jaarverslag van de secretaris, als bedoeld in artikel 29 lid 5 van de statuten; b. het financiële verslag van de penningmeester, als bedoeld in artikel 29 lid 5 van de statuten; c. het verslag van de in artikel 18 van dit reglement bedoelde controlecommissie; d. de benoeming van de controlecommissie, bedoeld in artikel 18 van dit reglement; e. het door het Landelijk Groepsbestuur gevoerde en te voeren beleid; f. de verkiezing c.q. benoeming van bestuursleden; g. een voorgenomen wijziging van het reglement van de Landelijke Groep. Voorstellen algemene ledenvergadering Artikel 16
40
1. 2.
De Regionale, Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen hebben het recht zowel schriftelijk tijdig vóór, als mondeling tijdens de vergadering voorstellen in te dienen. De voorzitter is bevoegd de behandeling van voorstellen die minder dan twee maal vierentwintig uur voor de aanvang van de vergadering zijn ingediend, alsmede de tijdens de vergadering ingediende voorstellen, te verdagen. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op de tijdens de vergadering ingediende, nadere voorstellen of amendementen inzake de door de voorzitter aan de orde gestelde onderwerpen.
Oproeping algemene ledenvergadering Artikel 17 1. De oproeping voor de vergadering geschiedt als regel via een uitnodiging met inbegrip van de agenda. 2. Behoudens in spoedeisende gevallen, dienen uitnodigingen met inbegrip van de belangrijke agendapunten ten minste veertien dagen vóór de vergadering bij de Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen bekend te zijn. Financieel beheer Artikel 18 1. Onverminderd de verantwoordelijkheid van het Landelijk Groepsbestuur voor het financieel beheer van de groep, wordt de controle op de financiële administratie en de kasmiddelen van de Landelijke Groep opgedragen aan een controlecommissie, bestaande uit tenminste twee niet tot het Landelijk Groeps- bestuur behorende personen die door de algemene ledenvergadering worden gekozen, op voordracht van het Landelijk Groepsbestuur. 2. Ieder jaar treedt volgens rooster één van de commissieleden af. De leden zijn slechts één maal herkiesbaar. 3. Deze commissie heeft tot taak: a. het ten minste éénmaal per jaar controleren van de financiële administratie van de Landelijke Groep; b. aan het Landelijk Groepsbestuur onmiddellijk kennis te geven van bijzonderheden; c. het uitbrengen van verslag van haar bevindingen aan de algemene ledenvergadering. 4. De penningmeester is verplicht zijn boeken en bescheiden ter inzage te geven aan deze commissie en haar alle inlichtingen te verstrekken die zij voor de uitoefening van haar taak nodig acht. Rekening en verantwoording Artikel 19 1. Het Landelijk Groepsbestuur legt na afloop van het ingetreden boekjaar doch vóór één maart aan het Bestuur de door de controlecommissie gecontroleerde jaarrekening over. Het Bestuur kan hiertoe richtlijnen geven.
41
2. 3. 4.
Het Bestuur is bevoegd de boeken en bescheiden van het bestuur zijnerzijds te con troleren of te doen controleren. Wanneer de resultaten van het onderzoek daartoe naar het oordeel van het Bestuur aanleiding geven, is het Bestuur - het Landelijk Groepsbestuur gehoord - bevoegd de nodige maatregelen te nemen. De kosten van de Landelijke Groepen komen voor rekening van het Bestuur. Het Landelijk Groepsbestuur is binnen het door de Algemene Vergadering van CNV Publieke Zaak conform artikel 29 lid 2 van de statuten vastgestelde budget ingevolge artikel 29 lid 3 van de statuten verantwoordelijk voor de verdeling van het budget over zijn Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen.
Geldmiddelen Artikel 20 De geldmiddelen bestaan uit ten minste hetgeen het Landelijk Groepsbestuur ter beschikking wordt gesteld op grond van artikel 29 van de statuten. Jaarverslag Artikel 21 Het Landelijk Groepsbestuur doet in een jaarlijkse rapportage vóór één maart aan het Bestuur verslag van zijn activiteiten in het verslagjaar. De leden (van de Landelijke Groep) kunnen op verzoek een afschrift van deze rapportage ontvangen. Aan de Regionale, Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen wordt de rapportage toegestuurd. Algemene bepalingen Artikel 22 Conform artikel 11 van het huishoudelijk reglement is het Bestuur bevoegd, indien het Landelijk Groepsbestuur naar het oordeel van het Bestuur door bijzondere omstandigheden niet functioneert en hierin niet op andere wijze is te voorzien, na overleg met het Landelijk Groepsbestuur, die regelen vast te stellen die het Bestuur in het belang van de Landelijke Groep noodzakelijk acht. Opheffing Artikel 23 Bij opheffing van een Landelijke Groep worden de boeken en stukken benevens de gelden, geldswaardige papieren en andere bezittingen aan het Bestuur overgedragen. Aanvullend reglement Artikel 24 Het Landelijk Groepsbestuur is bevoegd een aanvullend reglement ten behoeve van de Landelijke Groep op te stellen. Dit reglement behoeft, na vaststelling door de algemene ledenvergadering, de goedkeuring van het Bestuur.
42
Regionale en/of plaatselijke en/of bedrijfsledengroepen Artikel 25 1. De Landelijke Groep kent Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen. 2. Door het Landelijk Groepsbestuur worden Regionale en/ Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen ingesteld voor de leden. De begrenzing wordt door het Landelijk Groepsbestuur vastgesteld. Artikel 26 De Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen hebben tot taak het mede bepalen en uitvoering geven aan het beleid van de eigen groep als bedoeld in artikel 3 van dit reglement, volgens de aanwijzingen van het Landelijk Groepsbestuur. Vertegenwoordigers van Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen nemen daartoe zitting in de daarvoor in aanmerking komende regionale groepen, vertegenwoordigers van Regionale Groepen nemen daartoe zitting in de algemene ledenvergadering van de eigen Landelijke Groep. Artikel 27 De Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen zenden een convocatie van hun vergaderingen, en vóór één april van elk jaar het jaarlijks verslag, aan de secretaris van de landelijke groep. Artikel 28 De Regionale en/of Plaatselijke en/of Bedrijfsledengroepen stellen op aanwijzing van het Landelijk Groepsbestuur een eigen reglement vast. Het reglement mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de statuten en reglementen van CNV Publieke Zaak. Het reglement behoeft alvorens inwerkingtreding, goedkeuring door het Landelijk Groepsbestuur. In het reglement wordt in elk geval de wijze van afvaardiging naar algemene ledenvergadering en regionale groep geregeld. Slotbepaling Artikel 29 1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering. 2. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.
43
Reglement commissies Begripsbepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: 1. Algemene Vergadering : de Algemene Vergadering van CNV Publieke Zaak; 2. Bestuur : het Bestuur van CNV Publieke Zaak. Artikel 2 De Algemene Vergadering heeft, ingevolge artikel 16 lid 1 sub i van de statuten, de bevoegdheid om op beleidsmatige en/of organisatorische gronden commissies in te stellen en op te heffen. Artikel 3 1. De commissies bestaan elk uit maximaal zeven leden. 2 De leden van de commissies worden door de Algemene Vergadering benoemd. 3. De Landelijke Groepen en de leden van het Bestuur kunnen kandidaten voor het lidmaatschap voordragen. 4. Vereist voor het lidmaatschap van een commissie is het lidmaatschap van CNV Publieke Zaak alsmede het hebben van kennis en/of ervaring op het werkterrein van de commissie. 5. De leden van de commissies hebben hierin zitting zonder last. Artikel 4 1. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan. 2. De secretariële ondersteuning van de commissie wordt verleend door of vanwege het Bestuur. Artikel 5 Bij de instelling van een commissie stelt de Algemene Vergadering het werkterrein van de commissie vast door middel van een taakopdracht. Artikel 6 1. De commissie vergadert zo vaak als noodzakelijk is, gelet op haar taakopdracht. 2. Op schriftelijk verzoek van ten minste twee leden van de commissie wordt door de voorzitter binnen uiterlijk twee maanden na indiening van het verzoek een vergadering van de commissie belegd. Artikel 7 1. Van (de voortgang van) haar werkzaamheden doet de commissie verslag aan de Algemene Vergadering. 2. Minderheidsstandpunten worden, desgewenst, in de adviezen opgenomen. 3. De kosten van de commissies komen voor rekening van de Algemene Vergadering. 4. Alle adviezen en verslagen worden schriftelijk uitgebracht aan de Algemene Vergadering.
44
Artikel 8 1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene vergadering. 2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.
45
Reglement van orde Algemene Vergadering Begripsbepalingen Artikel 1 1. Algemene Vergadering 2. algemene vergadering 3. Bestuur 4. Voorzitter 5. Secretaris
: de Algemene Vergadering van CNV Publieke Zaak; : de bijeenkomst van afgevaardigden; : het Bestuur van CNV Publieke Zaak; : de voorzitter van het Bestuur; : de secretaris van het Bestuur.
Artikel 2 Onverminderd de bepalingen in de statuten en de overige reglementen geldt voor de bijeenkomst in de algemene vergadering van CNV Publieke Zaak het volgende reglement van orde. Artikel 3 De Voorzitter heeft de leiding van de vergadering. a. Geen der aanwezigen voert het woord dan na toestemming van de Voorzitter. b. De Voorzitter verleent het woord in beginsel in de volgorde waarin het is gevraagd. c. Het aantal termijnen waarbinnen wordt gediscussieerd is twee, tenzij de Voorzitter, in overleg met de Algemene Vergadering, anders bepaalt. Artikel 4 De Voorzitter kan na overleg met de Algemene Vergadering een maximum spreektijd over een bepaald onderwerp c.q. de spreektijd per woordvoerder vaststellen. Artikel 5 De volgorde van de agendapunten kan in overleg met de Algemene Vergadering worden gewijzigd. Artikel 6 Nadat de beraadslaging is gesloten, gaat de Algemene Vergadering (zo nodig) over tot het nemen van een besluit. Vraagt geen der afgevaardigden van de Landelijke Groepen stemming, dan wordt het besluit geacht met algemene stemmen te zijn genomen. Evenwel kunnen één of meer stemgerechtigde afgevaardigden van de Landelijke Groepen aantekening vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd. In dat geval wordt het besluit geacht met de stemmen van de overige aanwezige afgevaardigden van de Landelijke Groepen te zijn genomen. Artikel 7 De Voorzitter kan al dan niet op verzoek van de vergadering de bijeenkomst van de Algemene Vergadering gedurende een door hem te bepalen tijd schorsen om de goede gang van zaken te bevorderen.
46
Artikel 8 Punten voor de rondvraag dienen vóór aanvang van de vergadering schriftelijk aan de Secretaris te worden voorgelegd. Artikel 9 De delegaties van de Landelijke Groepen geven de Secretaris de naam op van de afgevaardigde die namens de landelijke groep de stemmen uitbrengt. De overige afgevaardigden van de Landelijke Groep kunnen hierbij als vervanger optreden. a. Bij stemming met hand opsteken dient de Voorzitter zich ervan te overtuigen wie vóór dan wel tegen een bepaald voorstel is. Hij dient daarbij tevens vast te stellen wie zich van stemming wenst te onthouden. b. Mocht er bij deze procedure twijfel zijn omtrent de stemverhouding, dan dient tot hoofdelijke stemming te worden overgegaan. c. Bij hoofdelijke stemmingen worden voor het uitbrengen van een stem de Landelijke Groepen door de Secretaris afgeroepen. Desgevraagd kan, door de Algemene Vergadering te bepalen, tot schriftelijke stemming worden overgegaan. Artikel 10 De dagvergaderingen zullen in het algemeen om 10.30 uur aanvangen en uiterlijk om 17.00 uur worden beëindigd. Artikel 11 De Voorzitter kan niet tot sluiting van de bijeenkomst overgaan voordat de agenda is afgewerkt, tenzij met toestemming van de algemene vergadering zelf. Artikel 12 a. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering. b. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur.
47
Reglement van beroep Begripsbepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: 1. het Bestuur : het Bestuur van CNV Publieke Zaak; 2. de Raad van Toezicht : de Raad van Toezicht van CNV Publieke Zaak; 3. appellant : (aspirant)lid dat beroep heeft ingesteld. Raad van Toezicht Artikel 2 1. CNV Publieke Zaak kent een Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 24 van de statuten. 2. De Raad van Toezicht geldt als beroepsinstantie voor de door het Bestuur genomen besluiten op grond van artikel 10, artikel 11 en artikel 32 van de statuten. Bevoegdheid Artikel 3 Door een appellant kan beroep bij de Raad van Toezicht worden ingesteld tegen een besluit van het Bestuur terzake van: a. schorsing van een voorgenomen maatregel tegen een kaderlid als bedoeld in artikel 32 van de statuten; b. niet-toelating van een persoon tot het lidmaatschap van CNV Publieke Zaak, uitgesproken door het Bestuur, een en ander als bedoeld in artikel 10 van de statuten; c. opzegging van een lidmaatschap door het Bestuur als bedoeld in artikel 11 van de statuten; d. ontzetting uit het lidmaatschap als bedoeld in artikel 11 van de statuten. Het beroep Artikel 4 1. Beroep van een der besluiten als bedoeld in artikel 3 van dit reglement wordt door de appellant bij de Raad van Toezicht aanhangig gemaakt door een aangetekend beroepsschrift aan de raad uiterlijk dertig dagen nadat appellant kennis heeft kunnen nemen van het besluit van het Bestuur. 2. Het ingediende beroepschrift wordt binnen twee weken na ontvangst in behandeling gegeven van de Raad van Toezicht. 3. De Raad van Toezicht beslist uiterlijk zes weken na ontvangst van het beroepsschrift en doet hiervan schriftelijk mededeling aan appellant en het Bestuur. 4. De Raad van Toezicht kan in alle gevallen en in elke stand van de zaak een vertegenwoordiger van het Bestuur en de appellant uitnodigen voor de raad te ver-
48
5. 6.
schijnen om informatie te verstrekken en/of een mogelijkheid tot schikking te beproeven. Appellant wordt op zijn verzoek gehoord door de Raad van Toezicht. Appellant kan zich doen bijstaan.
Kosten Artikel 5 Reis- en verblijfkosten door de appellant gemaakt als gevolg van een uitnodiging van de Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 4 lid 4. van dit reglement, worden door CNV Publieke Zaak vergoed. Wijzigingen Artikel 6 1. Wijziging van dit reglement vindt plaats bij besluit van de Algemene Vergadering. 2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Raad van Toezicht.