Statuten en reglementen CNV Vakmensen >> september 2014
Vakmensen
Inhoudsopgave Statuten Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12
2
Voorwoord Begripsbepalingen Naam en zetel, grondslag, doel, middelen, werkterrein Leden, lidmaatschap, bijdragen Vakgroepen en bestuursplatforms Het bondsbestuur Jaarverslag, -rekening en verantwoording Bondsraad en bondsraadvergaderingen Congres Commissies Statutenwijziging, juridische fusie en juridische splitsing, ontbinding Huishoudelijk reglement Overgangs- en slotbepaling
3 3 4 5 6 8 11 14 15 18 19 20 21 22
Huishoudelijk reglement Inleiding Hoofdstuk 1 Werkterrein Hoofdstuk 2 Leden en lidmaatschap Hoofdstuk 3 Vakgroepen Hoofdstuk 4 Bestuursplatforms Hoofdstuk 5 Bondsbestuur Hoofdstuk 6 Bondsraad Hoofdstuk 7 Commissies van de bond Hoofdstuk 8 Seniorenraad en andersactievenraad Hoofdstuk 9 Congres Hoofdstuk 10 Collectieve arbeidsovereenkomst Hoofdstuk 11 Staking Hoofdstuk 12 Diversen
24 25 26 27 30 32 34 37 39 41 42 43 45 47
Bijlage 1 Bijlage 2
48 50
Modelreglement vakgroep Modelreglement bestuursplatform
Vrijwilligersreglement
55
Reglement rechtshulp Hoofdstuk 1 Definities Hoofdstuk 2 Werkingssfeer Hoofdstuk 3 Aanspraak op rechtshulp Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen inzake de aanspraak op rechtshulp Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen inzake betaalde rechtsbijstand Hoofdstuk 6 Kosten van rechtsbijstand Hoofdstuk 7 Aansprakelijkheid Hoofdstuk 8 Geschillen en uitzonderingen
60 61 62 63 64 65 66 67 68
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
69 70 72
Rechtsgebieden Rechtsbijstand inzake verkeersrecht Klachtenreglement
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Voorwoord CNV Vakmensen is statutair opgericht op 26 oktober 2009. De vereniging CNV Vakmensen komt voort uit een fusie tussen de CNV BedrijvenBond en CNV Hout en Bouw, officieel de Nederlandse Christelijke Bond van Werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid. Deze beide voorgangers zijn met ingang van de fusie opgeheven. De CNV BedrijvenBond is in 1998 ontstaan uit een fusie tussen de CNV Industrie- en Voedingsbond en de Vervoersbond CNV. De in 1983 opgerichte CNV Industrie- en Voedingsbond was de voortzetting en rechtsopvolger van verschillende verenigingen, waaronder de in 1896 opgerichte Nederlandsche Christelijke Textielarbeidersbond ‘Unitas’ de oudste is. De in 1979 opgerichte Vervoersbond CNV was de voortzetting en rechtsopvolger van de Protestants Christelijke Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel. De in 1955 opgerichte Nederlandse Christelijke Bond van Werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid komt voort uit: 1. de in 1916 opgerichte Christelijke Houtbewerkersbond die was ontstaan uit de in 1912 opgerichte Nederlandse Christelijke Houtbewerkersbond. 2. de in 1908 opgerichte Nederlandse Christelijke Bouwbedrijfsbond die was ontstaan uit de, ter uitvoering van het oprichtingsbesluit van 26 december 1900, in 1901 opgerichte Christelijke Bond van Timmerlieden, die in 1915 was samengevoegd met de in 1910 opgerichte Christelijke Bond van Schildersgezellen, een voortzetting van de in 1901 opgerichte Protestants-Christelijke Bond van Schilders.
3
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 1 | Begripsbepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1.1
In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenissen:
afgevaardigde andersactievenraad arbeidsvoorwaardencommissie bestuurder bestuursperiode
bestuursplatform bond bondsbestuur bondsjaar bondsraad bondsraadvergadering commissie van vertrouwen congres dagen
geschillencommissie huishoudelijk reglement lidmaatschap leden schriftelijk
seniorenraad statuten vakgroep vakgroepbestuur vakgroepbestuurslid vakgroepvergadering 1.2
4
een afgevaardigde in de bondsraad van (I) een vakgroep, (II) een bestuursplatform, (III) de seniorenraad of (IV) de andersactievenraad de andersactievenraad van de bond de arbeidsvoorwaardencommissie van de bond een lid van het bondsbestuur de periode tussen de (jaar)vergadering waarin een bestuurder, vakgroepbestuurslid dan wel lid van het bestuur van een bestuursplatform is benoemd en de (jaar)vergadering waarin deze aftreedt een onderdeel van de bond in de vorm van een bestuursplatform de vereniging waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten het bestuur van de bond het boekjaar van de bond het orgaan van de bond dat in Titel 2 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering een bijeenkomst van de bondsraad de commissie van vertrouwen van de bond het congres als bedoeld in artikel 23 alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen de geschillencommissie van de bond het huishoudelijk reglement van de bond het lidmaatschap van de bond de leden van de bond, tenzij anders vermeld een bericht dat is overgebracht bij brief, telefax of e-mailbericht of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is de seniorenraad van de bond de statuten van de bond; in algemene zin wordt ten aanzien van de statuten verwezen naar hetgeen in artikel 28 staat vermeld een onderdeel van de bond in de vorm van een vakgroep het bestuur van een vakgroep een lid van het vakgroepbestuur de vakgroepvergadering van de bond
Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 2 | Naam en zetel, grondslag, doel, middelen, werkterrein Artikel 2. Naam en zetel 2.1 2.2.
De bond draagt de naam: CNV Vakmensen. De bond is gevestigd te Utrecht.
Artikel 3. Grondslag De bond aanvaardt de Bijbel, het Woord van God, als uitgangspunt voor al zijn denken en handelen, en wil zich bij de realisering van de doelstellingen en de uitvoering van activiteiten daardoor laten leiden.
Artikel 4. Doel De bond stelt zich ten doel de behartiging van de maatschappelijke belangen van de leden, waaronder wordt verstaan: maatschappijhervorming, emancipatie en belangenbehartiging, alsmede het behartigen van de belangen van haar leden als belanghebbenden bij een pensioenfonds, en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De bond streeft naar maatschappelijke structuren en verhoudingen die in overeenstemming zijn met de beginselen van verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, duurzaamheid, naastenliefde en solidariteit, zoals die in de Bijbel tot uitdrukking komen.
Artikel 5. Middelen De bond tracht zijn doel te bereiken door: a. de aansluiting bij de statutair te Utrecht gevestigde vereniging: Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland (CNV), ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40478675; b. het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten ingevolge de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst; c. het bevorderen van een goed sociaal beleid in ondernemingen, inclusief democratische structuren, de kwaliteit van de arbeidsorganisatie en van maatschappelijk verantwoord ondernemen; d. het bevorderen van goede arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen en arbeidsinhoud; e. het bevorderen van een zo gericht mogelijke voorlichting, informatie en communicatie met de leden; f. het verlenen van rechtskundig advies en bijstand aan de leden; g. de samenwerking met daarvoor in aanmerking komende nationale en internationale organisaties van werkgevers en werknemers, met behoud van zijn eigen zelfstandigheid; h. het aangaan van overeenkomsten met andere organisaties, ondernemingen en personen, waaronder ook zodanige overeenkomsten waaruit voor de individuele leden verplichtingen tegenover derden kunnen voortvloeien; i. het vormen en in stand houden van zodanige instellingen, kassen en fondsen als voor de uitoefening van zijn taak nodig zijn; j. alle andere middelen, waaronder begrepen - maar niet daartoe beperkt - het initiëren van, en/of voegen in, gerechtelijke procedures zowel ter bescherming van de belangen van leden of groepen daarvan, dan wel ter bescherming van de belangen van werknemers of groep van werknemers in het algemeen, die bevorderlijk zijn of kunnen zijn tot het bereiken van het doel van de bond.
Artikel 6. Werkterrein De bond heeft als werkterrein de bedrijfstakken, sectoren en ambachten met betrekking tot vervoer, industrie, hout en bouw, woningcorporaties, voeding en land- en tuinbouw, (facilitaire- en/of zorg) diensten, kunst en cultuur in brede zin, een en ander zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement.
5
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 3 | Leden, lidmaatschap, bijdragen Artikel 7. Leden 7.1
7.2
7.3
Leden van de bond kunnen slechts zijn natuurlijke personen, die in loondienst, of op basis van een flexibele arbeidsrelatie (zoals op uitzend- of detacheringsbasis), dan wel als zelfstandige zonder personeel, werkzaam zijn in een bedrijfstak die tot het werkterrein van bond behoort, dan wel in het kader van een leerovereenkomst daarin werkzaam zijn. Scholieren in het (voorbereidend) beroepsonderwijs kunnen eveneens lid worden van de bond . Personen werkzaam op grond van een arbeidsrelatie met de bond, kunnen eveneens lid worden van de bond. Personen die werkzaam zijn geweest in een bedrijfstak zoals bedoeld in artikel 7.1, maar ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, pensionering of vervroegd uittreden niet meer aan het arbeidsproces deelnemen, kunnen ook lid zijn van de bond, evenals de echtgenoot of geregistreerde partner van een lid wiens lidmaatschap door de dood is geëindigd. Het bondsbestuur kan besluiten andere dan de in artikel 7.1 en artikel 7.2 bedoelde personen toe te laten als lid van de bond.
Artikel 8. Aanmelding als lid en toelating tot het lidmaatschap, ledenregister 8.1 8.2 8.3 8.4
8.5
8.6
Aanmelding als lid geschiedt door middel van een verzoek daartoe aan het bondsbestuur. De toelating tot het lidmaatschap door het bondsbestuur geschiedt op de wijze en onder de voorwaarden zoals nader bepaald in het huishoudelijk reglement. Zij die tot het lidmaatschap zijn toegelaten, worden geacht de grondslag en het doel van de bond te respecteren. In geval van niet-toelating door het bondsbestuur staat de betrokkene beroep open bij de geschillencommissie. De geschillencommissie kan alsnog tot toelating besluiten. Het bondsbestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. De leden zijn verplicht (adres)wijzigingen onverwijld aan het bondsbestuur mede te delen door middel van een schriftelijk bericht aan het adres van de bond. Minderjarigen, die lid van de bond wensen te worden, behoeven daartoe de schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordigers.
Artikel 9. Contributie, lidmaatschapsverplichtingen 9.1
9.2 9.3
De leden zijn gehouden tot het betalen van contributie aan de bond, waarvan de hoogte door de bondsraad wordt vastgesteld. Zij kunnen daartoe door het bondsbestuur in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen. Het bondsbestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen. De bond kan namens en ten laste van haar leden overeenkomsten van verzekering aangaan met een verzekeringsmaatschappij die werkzaam zal zijn ten behoeve van de leden op het terrein van de rechtsbijstandverzekering. Voor zover de inning van de premies van een dergelijke verzekeringsmaatschappij is opgedragen aan de bond, kan de bond die premies verdisconteren in de contributie.
Artikel 10. Einde van het lidmaatschap, schorsing 10.1
6
Het lidmaatschap eindigt: a. door de dood van het lid; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging door de bond; d. door ontzetting.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6 10.7
10.8
7
Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts schriftelijk geschieden met inachtneming van een opzeggingstermijn van negentig dagen gerekend vanaf de eerste van de maand, volgend op de maand waarop de schriftelijke opzegging is ontvangen door de bond, met dien verstande dat een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang kan opzeggen binnen één maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen andere dan de verplichtingen van geldelijke aard zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. Een opzegging in strijd met het bepaalde in artikel 10.2, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd. Opzegging van het lidmaatschap door de bond geschiedt door het bondsbestuur, naast de in de wet genoemde gevallen, indien een lid een contributieachterstand heeft van ten minste zes maanden en in geval van maatschappelijk onbehoorlijk gedrag van een lid dat niet valt onder artikel 10.5. Opzegging van het lidmaatschap door de bond doet het lidmaatschap met onmiddellijke ingang eindigen. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bondsbestuur. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de bond handelt, of de bond op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting doet het lidmaatschap met onmiddellijke ingang eindigen. Het besluit tot ontzetting wordt niet door het bondsbestuur genomen dan nadat het desbetreffende lid in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Het lid dat is ontzet, staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij de geschillencommissie, welke met uitsluiting van de gewone rechter beslist of de ontzetting al dan niet terecht heeft plaatsgevonden. Tegen de uitspraak van de geschillencommissie staat binnen veertien dagen nadat de uitspraak aan de betrokkenen is medegedeeld, beroep open bij de bondsraad. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het bondsbestuur kan besluiten een lid te schorsen. Een schorsing die niet binnen negentig dagen gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van die termijn.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 4 | Vakgroepen en bestuursplatforms Artikel 11. Vakgroepen, afgevaardigden, vakgroepbestuur 11.1
11.2
11.3
11.4
11.5
11.6
11.7 11.8
11.9
8
De bond bestaat uit vakgroepen ter behandeling van aangelegenheden van leden die in dezelfde bedrijfstakken, sectoren of ambachten werkzaam zijn of laatstelijk werkzaam zijn geweest. De vakgroepen kunnen geen rechtspersoonlijkheid hebben. Instelling, vorming en opheffing van vakgroepen geschiedt door de bondsraad op voorstel van het bondsbestuur, met inachtneming van hetgeen ter zake in het huishoudelijk reglement is bepaald. De leden van elke afzonderlijke vakgroep benoemen buiten een vergadering uit hun midden een vakgroepbestuur van ten minste drie natuurlijke personen die op het moment van hun benoeming werkzaam zijn zoals bedoeld in artikel 11.1; de leden kunnen daartoe kandidaten stellen, zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement. Daarnaast kan een vakgroepbestuur besluiten dat ten hoogste vijfentwintig procent van het aantal vakgroepbestuursleden bestaat uit anders actieven of gepensioneerde leden van de bond. De leden kunnen daartoe eveneens kandidaten stellen, zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement. Overschrijding van voormeld percentage is uitsluitend toegestaan na schriftelijke goedkeuring van het bondsbestuur, verkregen na een daartoe strekkend met redenen omkleed verzoek van het betreffende vakgroepbestuur, gericht aan het bondsbestuur. Het vakgroepbestuur kiest uit zijn midden de voorzitter en secretaris van het vakgroepbestuur, en kan ook andere bestuursfuncties vaststellen. Een vakgroepbestuurslid kan geen deel uitmaken van een ander vakgroepbestuur. Elk vakgroepbestuur benoemt uit zijn midden een lid dat zitting zal hebben in de bondsraad als afgevaardigde van de desbetreffende vakgroep. Op gelijke wijze wordt een plaatsvervanger van deze afgevaardigde benoemd. Uitsluitend werkenden kunnen tot afgevaardigde of plaatsvervanger worden benoemd. In het huishoudelijk reglement is de regeling inzake voordracht voor benoeming van afgevaardigden opgenomen. De afgevaardigden zijn in de bondsraad vrij om naar bevind van zaken te handelen. Een vakgroepbestuurslid wordt benoemd voor een bestuursperiode van omstreeks vier jaar. Elk vakgroepbestuurslid treedt na de bestuursperiode waarvoor hij is benoemd af volgens een door het vakgroepbestuur op te maken rooster van aftreden, met dien verstande dat zolang in de vacature niet is voorzien, hij in functie blijft. Een aftredende vakgroepbestuurslid is terstond tweemaal herbenoembaar. Een vakgroepbestuurslid kan worden geschorst en ontslagen door de gezamenlijke overige vakgroepbestuursleden. In elk bondsjaar wordt ten minste één vergadering van het vakgroepbestuur gehouden, voorafgaande aan de vergadering van de bondsraad als bedoeld in artikel 19.4. Voorts wordt een vergadering van het vakgroepbestuur uitgeschreven zo dikwijls het bondsbestuur of het vakgroepbestuur dit nodig oordeelt. Nadere regelingen omtrent vakgroepen worden opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Artikel 12. Bestuursplatforms, afgevaardigden, bestuur van een bestuursplatform, seniorenraad, andersactievenraad 12.1
De bond bestaat, naast de vakgroepen zoals bedoeld in artikel 11, uit regionale bestuursplatforms. Naast de taken zoals hierna vermeld in dit artikel en de taken zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement, zijn de bestuursplatforms ingesteld ter bevordering van onder meer de onderlinge sociale verhouding van de leden, waartoe regionale activiteiten worden georganiseerd. Een bestuursplatform behartigt voorts de belangen van de bond in de desbetreffende regio. De bestuursplatforms kunnen geen rechtspersoonlijkheid hebben. 12.2 Het overgangsartikel 31 voorziet in een aantal plaatselijke afdelingen die ressorteren onder de bestuursplatforms. Nieuwe plaatselijke afdelingen kunnen niet worden ingesteld. Door het bondsbestuur kunnen plaatselijke afdelingen worden opgeheven. Opheffing kan ofwel op verzoek van een plaatselijke afdeling, ofwel op initiatief van het bondsbestuur in welk geval uitsluitend indien de betreffende plaatselijke afdeling niet meer voldoet aan hetgeen is bepaald in artikel 10.2 van het huishoudelijk reglement. Dergelijke afdelingen kunnen geen rechtspersoonlijkheid hebben. 12.3 Het bondsbestuur stelt, na voorafgaande goedkeuring door de bondsraad, de geografische begrenzing van de bestuursplatforms vast en deelt de leden van de bond (op basis van hun woonadres zoals dat op één januari van elk kalenderjaar in het ledenregister van de bond is vermeld) in bij één van de bestuursplatforms. 12.4 De leden van elk afzonderlijk bestuursplatform benoemen buiten een vergadering uit hun midden een bestuur van het bestuursplatform bestaande uit ten minste drie natuurlijke personen; de leden kunnen daartoe kandidaten stellen, zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement. 12.5 Het bestuur van een bestuursplatform kiest uit zijn midden de voorzitter, secretaris en penningmeester van het bestuur van het bestuursplatform, en kan ook andere bestuursfuncties vaststellen. Een lid van het bestuur van een bestuursplatform kan geen deel uitmaken van het bestuur van een ander bestuursplatform. 12.6 Elk bestuur van een bestuursplatform benoemt uit zijn midden een lid dat zitting zal hebben in de bondsraad als afgevaardigde van het desbetreffende bestuursplatform. Op gelijke wijze wordt een plaatsvervanger van deze afgevaardigde benoemd. In het huishoudelijk reglement is de regeling inzake benoeming van afgevaardigden opgenomen. De afgevaardigden zijn in de bondsraad vrij om naar bevind van zaken te handelen. 12.7 Een lid van het bestuur van een bestuursplatform wordt benoemd voor een bestuursperiode van omstreeks vier jaar. Een lid van het bestuur van een bestuursplatform treedt na de bestuursperiode waarvoor hij is benoemd af volgens een door het bestuur van het bestuursplatform op te maken rooster van aftreden, met dien verstande dat zolang in de vacature niet is voorzien, hij in functie blijft. Het aftredende lid van het bestuur van een bestuursplatform is terstond tweemaal herbenoembaar. 12.8 Een lid van het bestuur van een bestuursplatform kan worden geschorst en ontslagen door de gezamenlijke overige leden van het bestuur van het bestuursplatform. 12.9 Vanuit elk bestuur van een bestuursplatform wordt één persoon verkozen in de seniorenraad van de bond. De seniorenraad adviseert het bondsbestuur over het bondsbeleid voor senioren en de activiteiten die de bond ontplooit of kan ontplooien voor senioren. Daarnaast kiest de seniorenraad uit zijn midden één persoon die zitting heeft als afgevaardigde van de seniorenraad in de bondsraad als adviesgerechtigd lid. Op gelijke wijze wordt een plaatsvervanger van deze afgevaardigde benoemd. In het huishoudelijk reglement is de regeling inzake benoeming van afgevaardigden opgenomen. 12.10 Vanuit elk bestuur van een bestuursplatform wordt één persoon verkozen in de andersactievenraad van de bond. De andersactievenraad adviseert het bondsbestuur over het bondsbeleid voor andersactieven en de activiteiten die de bond ontplooit of kan ontplooien voor andersactieven. Daarnaast kiest de andersactievenraad uit zijn
9
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
midden één persoon die zitting heeft als afgevaardigde van de andersactievenraad in de bondsraad als adviesgerechtigd lid. Op gelijke wijze wordt een plaatsvervanger van deze afgevaardigde benoemd. In het huishoudelijk reglement is de regeling inzake benoeming van afgevaardigden opgenomen. 12.11 De bondsraad kan besluiten om, op voorstel van het bondsbestuur, naast de in artikel 12.9 en artikel 12.10 genoemde belangenraden, een of meer andere belangenraden in te stellen. Op deze andere belangenraden is hetgeen de statuten, waaronder artikel 19.1, artikel 19.2 en artikel 21.3, bepalen omtrent de seniorenraad en andersactievenraad, van overeenkomstige toepassing. 12.12 Nadere regelingen omtrent de bestuursplatforms, de seniorenraad en de andersactievenraad worden opgenomen in het huishoudelijk reglement.
10
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 5 | Het bondsbestuur Artikel 13. Bondsbestuur, bestuursleden 13.1
13.2 13.3
13.4
13.5
Het bondsbestuur bestaat uit ten minste drie bestuurders. Slechts natuurlijke personen zijn tot bestuurder benoembaar. De benoeming van bestuurders geschiedt door de bondsraad uit de leden van de bond voor een bestuursperiode van omstreeks vier jaar. Het aantal bestuurders wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 13.1, vastgesteld door de bondsraad. Kandidaten voor het bondsbestuur kunnen door het bondsbestuur alsmede door de bondsraad bij de commissie van vertrouwen worden aangemeld, met inachtneming van hetgeen daaromtrent in het huishoudelijk reglement is bepaald. De commissie van vertrouwen doet vervolgens een voordracht aan de bondsraad uit voormelde kandidaten. Een dergelijke voordracht kan door de bondsraad slechts worden doorbroken met twee derden van de uitgebrachte stemmen. De voorzitter van het bondsbestuur wordt door de bondsraad in functie benoemd. Het bondsbestuur bestaat verder uit een algemeen secretaris en een penningmeester, die in deze functie door het bondsbestuur worden aangewezen. De functies van algemeen secretaris en penningmeester kunnen door eenzelfde persoon worden vervuld. Het bondsbestuur stelt, na overleg met de commissie van vertrouwen, de beloning en de overige arbeidsvoorwaarden vast met betrekking tot de werkzaamheden van de bestuurders.
Artikel 14. Duur, einde lidmaatschap bondsbestuur, ontslag, schorsing en aftreden 14.1
14.2
14.3
14.4
11
Elke bestuurder treedt na de bestuursperiode waarvoor hij is benoemd af volgens een door het bondsbestuur op te maken rooster van aftreden, met dien verstande dat zolang in de vacature van de periodiek aftredende bestuurder niet is voorzien, hij in functie blijft. De aftredende bestuurder is terstond tweemaal herbenoembaar door de bondsraad, indien die bestuurder als zodanig wordt voorgedragen door de commissie van vertrouwen. Een dergelijke voordracht kan door de bondsraad slechts worden doorbroken met twee derden van de uitgebrachte stemmen. Wanneer de voorzitter wordt gekozen uit de reeds zittende bestuursleden, geldt voor deze functionaris ook, dat hij voor één bestuursperiode in de functie van voorzitter wordt benoemd en als zodanig tweemaal herbenoembaar is voor een bestuursperiode, ongeacht de reeds eerder in een andere bestuursfunctie doorgebrachte tijd. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in. Een bestuurder defungeert door: a. het eindigen van zijn lidmaatschap van de bond; b. zijn vrijwillig ontslag; c. ontslag door de bondsraad; d. het verlies van het vrije beheer over zijn eigen vermogen; en e. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overige bestuurders met het bestuur belast. Indien één of meer bestuurders ontbreken, vormen de overgebleven bestuurders of de overgebleven bestuurder een bevoegd bondsbestuur. In vacatures dient zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, te worden voorzien. Indien, ondanks het bepaalde in het slot van de eerste volzin van artikel 14.1, geen bestuurder in functie is, zal de bondsraad onverwijld nieuwe bestuurders benoemen. Elke bestuurder kan te allen tijde door de bondsraad worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen negentig dagen wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Artikel 15. Besluitvorming van het bondsbestuur 15.1 15.2
15.3
15.4
15.5
15.6
Het bondsbestuur vergadert zo dikwijls dit ingevolge de statuten nodig is of de voorzitter of een andere bestuurder zulks wenst, doch ten minste vier keer per jaar. In vergaderingen van het bondsbestuur kunnen slechts besluiten worden genomen indien ten minste de helft van de bestuurders aanwezig of bij wijze van volmacht aan medebestuurders vertegenwoordigd is. Het bondsbestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, mits alle bestuurders zich omtrent het desbetreffende voorstel schriftelijk hebben uitgesproken, waaronder begrepen per elektronische gegevensdrager. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgesteld, die na vaststelling door het bondsbestuur door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Bij reglement van het bondsbestuur kunnen nadere regelingen aangaande onder meer de vergaderingen en de besluitvorming van het bondsbestuur worden vastgesteld. Het reglement van het bondsbestuur wordt, na voorafgaande goedkeuring van de bondsraad, vastgesteld en gewijzigd door het bondsbestuur.
Artikel 16. Bestuurstaak en bevoegdheid 16.1 16.2
16.3
16.4
Het bondsbestuur is belast met het besturen van de bond en met de voorbereiding en de uitvoering van het bondsbeleid. Het bondsbestuur doet jaarlijks een voorstel aan de arbeidsvoorwaardencommissie inzake het arbeidsvoorwaardenbeleid van de bond. Nadat de arbeidsvoorwaardencommissie ter zake advies heeft uitgebracht aan de bondsraad, stelt de bondsraad het arbeidsvoorwaardenbeleid van de bond vast. Het bondsbestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen alsook tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de bond zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt. Van het aangaan van een dergelijke overeenkomst, indien daarmee een waarde van ten minste vijfhonderdduizend euro is overschreden, maakt het bondsbestuur melding op de jaarvergadering zoals bedoeld in artikel 19.4. Erfstellingen mogen door het bondsbestuur slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Artikel 17. Vertegenwoordiging 17.1 17.2
17.3
12
De bond wordt vertegenwoordigd door het bondsbestuur. Voorts kan de bond worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuurders. Het bondsbestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders alsook aan derden, om de bond binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bondsbestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen. Bij het aangaan en opzeggen van collectieve arbeidsovereenkomsten en andere overeenkomsten die de rechtspositie van leden regelen, kan de bond ook worden vertegenwoordigd door een bestuurder gezamenlijk handelend met de werknemer van de bond die betrokken is geweest bij de totstandkoming van de desbetreffende arbeidsovereenkomst casu quo rechtspositieregeling. Het bondsbestuur draagt er zorg voor
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
17.4 17.5
17.6
13
dat de hierbedoelde personen voor deze rechtshandelingen genoegzame volmacht zullen hebben. Het bondsbestuur kan van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. In het geval dat zich een tegenstrijdig belang voordoet ten aanzien van een bestuurder, dient de desbetreffende bestuurder dit te melden aan de overige bestuurders. De desbetreffende bestuurder dient zich voorts van de beraadslaging en besluitvorming ter zake te onthouden. De aanwezigheid van de desbetreffende bestuurder telt niet mee ter bepaling of het vereiste quorum voor de besluitvorming is behaald. In geval van een tegenstrijdig belang tussen één of meer bestuurders en de bond, wordt de bond vertegenwoordigd door het voltallig bondsbestuur, dan wel door de persoon of personen die daartoe door de bondsraad zijn aangewezen.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 6 | Jaarverslag, -rekening en verantwoording Artikel 18. Bondsjaar, administratie, jaarverslag, jaarlijkse begroting 18.1 18.2
18.3
18.4
18.5
18.6
14
Het bondsjaar valt samen met het kalenderjaar. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de bond en van alles betreffende de werkzaamheden van de bond, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de bond kunnen worden gekend. Het bondsbestuur brengt op een jaarvergadering zoals bedoeld in artikel 19.4 - derhalve binnen zes maanden na afloop van het bondsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de bondsraad - zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de bond en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de bondsraad over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Het bestuursplan en de jaarlijkse begroting voor het volgend bondsjaar worden ten minste zestig dagen voor de aanvang van dat bondsjaar opgesteld door het bondsbestuur. Zij worden daarna vastgesteld door de bondsraad. De bondsraad kan aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek, de opdracht verlenen om de door het bondsbestuur opgemaakte balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dat artikel. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de stukken. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de bondsraad ter vaststelling worden voorgelegd. Het bondsbestuur is verplicht de in artikel 18.2 en artikel 18.3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 7 | Bondsraad en bondsraadvergaderingen Artikel 19. Bondsraad, samenstelling 19.1
19.2
19.3 19.4
19.5 19.6
De algemene vergadering van de bond bestaat uit de stemgerechtigde afgevaardigden die door en uit de leden worden gekozen op de wijze zoals bepaald in artikel 11.5 en artikel 12.6. De algemene vergadering wordt als orgaan van de bond aangeduid met de term ‘bondsraad’. Aan een afgevaardigde van de seniorenraad alsmede een afgevaardigde van de andersactievenraad wordt een advieszetel toegekend. Een advieszetel geeft uitsluitend recht op het bijwonen van de bondsraadvergadering en daarin advies uit te brengen. De bondsraad is zodanig samengesteld dat elke vakgroep en elk bestuursplatform één lid afvaardigen. Een lid van de bondsraad kan niet afgevaardigde zijn van meer dan één van de onderdelen of organen genoemd in de vorige volzin. Een lid van de bondsraad of plaatsvervanger defungeert indien en zodra hij niet langer deel uitmaakt van de vakgroep of het bestuursplatform waarvan hij afgevaardigde dan wel plaatsvervanger is. Elke vakgroep en bestuursplatform wijst plaatsvervangers aan voor zijn afgevaardigden in de bondsraad, zoals bedoeld in artikel 11.5 en artikel 12.6. De seniorenraad en de andersactievenraad vaardigen elk eveneens één lid af ten behoeve van het vervullen van beide advieszetels en benoemen voorts elk één plaatsvervanger voor de respectieve advieszetels zoals bedoeld in artikel 12.9 en artikel 12.10. Een afgevaardigde of plaatsvervanger als bedoeld in de vorige volzin defungeert indien en zodra hij niet langer deel uitmaakt van de seniorenraad of andersactievenraad waarvan hij afgevaardigde dan wel plaatsvervanger is. Indien de bondsraad uit minder leden bestaat dan zou voortvloeien uit artikel 19.2, behoudt hij niettemin zijn bevoegdheden. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het bondsjaar, wordt een bondsraadvergadering de jaarvergadering gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 18 met het verslag van de aldaar genoemde accountant; b. de benoeming van de in artikel 18 genoemde accountant voor het volgende bondsjaar; c. voorstellen van het bondsbestuur of de bondsraad, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering. Andere bondsraadvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bondsbestuur dit wenselijk oordeelt. Voorts is het bondsbestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden van de bondsraad als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een bondsraadvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 20.
Artikel 20. Wijze bijeenroepen en toegang bondsraadvergadering 20.1
20.2
20.3
15
De bondsraadvergaderingen worden bijeengeroepen door het bondsbestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden van de bondsraad, volgens het ledenregister. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vier weken, de dag van de oproeping en die van de bondsraadvergadering niet meegerekend. De oproeping aan ieder lid van de bondsraad, die daarmee instemt, kan ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de vereniging bekend is gemaakt. Bij de oproeping worden de op de bondsraadvergadering te behandelen onderwerpen vermeld. Een onderwerp, waarvan de behandeling schriftelijk is verzocht aan het
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
20.4
bondsbestuur door een vakgroepbestuur of het bestuur van een bestuursplatform, wordt opgenomen in de oproeping indien het bondsbestuur het verzoek niet later dan op de zestigste dag voor die van de bondsraadvergadering heeft ontvangen en mits geen zwaarwichtig belang van de vereniging zich daartegen verzet. Toegang tot de bondsraadvergadering hebben alle niet geschorste leden en niet geschorste plaatsvervangende leden van de bondsraad, de afgevaardigden van de seniorenraad en de andersactievenraad belast met het vervullen van beide advieszetels alsmede hun plaatsvervangers en voorts de bestuurders van de bond. Over toelating van andere dan de hiervoor bedoelde personen beslist het bondsbestuur.
Artikel 21. Stemrecht en besluitvorming bondsraad, adviesrecht seniorenraad en andersactievenraad 21.1
21.2
21.3
21.4
21.5 21.6
21.7
16
In bondsraadvergaderingen hebben alle leden van de bondsraad stemrecht. Aan de afgevaardigden van de seniorenraad en de andersactievenraad komt uit hoofde van hun advieszetel uitdrukkelijk geen stemrecht toe. Een afgevaardigde van een vakgroep of een bestuursplatform kan zoveel stemmen uitbrengen in een bondsraadvergadering als het aantal leden dat is ingedeeld bij de vakgroep respectievelijk het bestuursplatform waarvan hij afgevaardigde is. Voor de vaststelling van het aantal leden dat is ingedeeld bij een vakgroep respectievelijk bestuursplatform, is bepalend het ledenregister van de bond zoals dat luidt op één januari van het bondsjaar waarin de bondsraadvergadering wordt gehouden. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, in een bondsraadvergadering waarin ten minste éénenvijftig procent (51%) van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering kan worden uitgebracht, is vertegenwoordigd. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. De seniorenraad en de andersactievenraad worden in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen aan de bondsraad over alle onderwerpen die ter besluitvorming in de bondsraadvergadering voorliggen. De seniorenraad en de andersactievenraad kunnen de adviezen door hun afgevaardigden tijdens de bondsraadvergadering uitbrengen of ervoor kiezen om geen advies uit te brengen. Een lid van de bondsraad kan geen volmacht verlenen aan een ander om namens hem stem uit te brengen in de bondsraadvergadering. Dit laat onverlet dat zijn plaatsvervanger, zoals bedoeld in artikel 11.5 en artikel 12.6, stem kan uitbrengen in de bondsraadvergadering. Indien de stemmen staken over een ander voorstel dan de benoeming van personen, is het voorstel verworpen. Stemming over personen geschiedt schriftelijk, tenzij de bondsraad besluit tot stemming bij acclamatie. Indien bij een benoeming van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming (tussen de voorgedragen kandidaten) plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats tussen de personen die in de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Ingeval bij deze derde stemming de stemmen tussen twee personen de stemmen staken, is het voorstel verworpen. Het bondsbestuur kan vervolgens een bindende voordracht doen aan de bondsraad, welke voordracht slechts kan worden doorbroken door de bondsraad met twee derden van de uitgebrachte stemmen. Zolang in een bondsraadvergadering alle leden van de bondsraad vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent vermelding van de te behandelen onderwerpen en/of het oproepen en houden van bondsraadvergaderingen niet in acht genomen.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
21.8
21.9
Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de bondsraadvergadering, dat door de bondsraad een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits genomen met voorkennis van het bondsbestuur en met inachtneming van het bepaalde in artikel 21.3 eerste volzin, dezelfde kracht als een besluit van de bondsraad.
Artikel 22. Voorzitterschap, notulen 22.1
22.2
22.3
17
De bondsraadvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bondsbestuur. Ontbreekt de voorzitter van het bondsbestuur, dan treedt één van de andere bestuurders op als voorzitter van de bondsraadvergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de bondsraadvergadering zelf daarin. Van het verhandelde in elke bondsraadvergadering worden door of namens de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die na vaststelling door de bondsraadvergadering door de voorzitter en de secretaris van de vergadering worden ondertekend. De inhoud van de notulen wordt ter kennis gebracht van de vakgroepbesturen, de besturen van de bestuursplatforms, de plaatselijke afdelingen, de seniorenraad en de andersactievenraad. Indien een bondsraadvergadering met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.6 op verzoek van leden van de bondsraad wordt bijeengeroepen, kunnen degenen die de vergadering hebben verzocht anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de bondsraadvergadering en het opstellen van de notulen.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 8 | Congres Artikel 23. Congres 23.1
23.2 23.3
18
Eenmaal per vier jaar wordt het congres van de bond gehouden waarop vakgroepoverstijgende thema’s aan de orde komen en discussie en meningsvorming kan plaatsvinden. Een congres kan voorts worden gehouden na besluit daartoe van de bondsraad. Nadere regelingen inzake het congres worden in het huishoudelijk reglement opgenomen.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 9 | Commissies Artikel 24. Commissie van vertrouwen 24.1
24.2
24.3
De bondsraad stelt een commissie van vertrouwen in, die onder meer in de gelegenheid wordt gesteld om te overleggen met het bondsbestuur over de vaststelling en wijziging van arbeidsvoorwaarden van de bestuurders en die optreedt als agendacommissie voor de bondsraad. De leden van de commissie van vertrouwen vormen tezamen de sollicitatiecommissie voor de invulling van vacatures in het bondsbestuur, zoals omschreven in artikel 13.3 en 14.1. Nadere regelingen inzake de commissie van vertrouwen worden in het huishoudelijk reglement opgenomen.
Artikel 25. Arbeidsvoorwaardencommissie 25.1
25.2
25.3
De bond heeft een arbeidsvoorwaardencommissie die bestaat uit de afgevaardigden van de vakgroepbesturen in de bondsraad. De voorzitter van de arbeidsvoorwaardencommissie is een persoon die zitting heeft in het bondsbestuur. De voorzitter leidt de vergaderingen van de arbeidsvoorwaardencommissie. De arbeidsvoorwaardencommissie is bevoegd om advies uit te brengen aan de bondsraad over het door het bondsbestuur voorgestelde arbeidsvoorwaardenbeleid zoals bedoeld in artikel 16.2. Nadere regelingen inzake de arbeidsvoorwaardencommissie worden in het huishoudelijk reglement opgenomen.
Artikel 26. Geschillencommissie 26.1
26.2
26.3
De bond heeft een geschillencommissie die bestaat uit (i) vier door de bondsraad uit zijn midden gekozen leden van de bondsraad, en (ii) één bestuurder. De geschillencommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan. De geschillencommissie heeft tot taak bindende uitspraken te doen: a. in geschillen over niet-toelating zoals bedoeld in artikel 8.4; b. in geschillen die rijzen tussen leden of een vakgroepbestuur of het bestuur van een bestuursplatform enerzijds en het bondsbestuur anderzijds inzake de uitlegging en/of toepassing van bepalingen uit statuten en/of reglementen; en c. bij de ontzetting van een lid uit zijn lidmaatschap. De werkwijze van de geschillencommissie, alsmede de termijn binnen welke een geschil aanhangig gemaakt moet worden, wordt in het huishoudelijk reglement geregeld.
Artikel 27. Overige commissies Het bondsbestuur kan één of meer commissies van de bond instellen en opheffen. De taken en de bevoegdheden van dergelijke commissies, alsmede bepalingen omtrent functioneren daarvan, worden neergelegd in het huishoudelijk reglement.
19
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 10 | Statutenwijziging, juridische fusie en juridische splitsing, ontbinding Artikel 28. Statutenwijziging, juridische fusie en juridische splitsing 28.1
28.2
28.3
28.4
28.5
28.6 28.7
In de statuten van de bond kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de bondsraad, waartoe een bondsraadvergadering is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. Een besluit tot statutenwijziging kan eerst worden genomen nadat het voorstel daartoe uiterlijk één maand voor de bondsraadvergadering is toegezonden aan de secretarissen van alle vakgroepbesturen en besturen van bestuursplatforms. Ten minste tien dagen voor de bondsraadvergadering dient een afschrift van het voorstel waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats (waaronder mede te verstaan de website van de bond) voor de leden ter inzage liggen tot na afloop van de dag, waarop de bondsraadvergadering wordt gehouden. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen, in een bondsraadvergadering waarin ten minste éénenvijftig procent (51%) van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering kan worden uitgebracht, is vertegenwoordigd. Indien in een bondsraadvergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is niet ten minste éénenvijftig procent (51%) van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering kan worden uitgebracht, aanwezig of vertegenwoordigd is, dan wordt een nieuwe bondsraadvergadering bijeengeroepen, te houden ten minste veertien dagen later, doch uiterlijk binnen dertig dagen na de eerste. In deze bondsraadvergadering kan een besluit tot statutenwijziging rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van ten minste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemmen in de bondsraadvergadering. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij een besluit tot juridische fusie of juridische splitsing. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is afzonderlijk bevoegd die notariële akte te doen verlijden.
Artikel 29. Ontbinding 29.1 29.2
29.3
29.4 29.5
20
De bond kan worden ontbonden door een besluit daartoe van de bondsraadvergadering. Het bepaalde in artikel 28 is van overeenkomstige toepassing. De bond blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn. De bestuurders zijn de vereffenaars van het vermogen van de bond. Op hen blijven de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuurders van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zo veel mogelijk van kracht tijdens de vereffening. Het batig saldo na vereffening wordt aangewend voor door de bondsraad te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel van de bond overeenstemmen. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden bond gedurende zeven jaar onder berusting van de door de bondsraad daartoe aangewezen persoon.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 11 | Huishoudelijk reglement Artikel 30. Huishoudelijk reglement 30.1
30.2
21
Bij huishoudelijk reglement kan naast hetgeen waarnaar wordt verwezen in de statuten, al datgene geregeld worden, waarvan een nadere regeling gewenst wordt geacht. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of de statuten. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de bondsraad.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 12 | Overgangs- en slotbepaling Artikel 31. Overgangsbepaling plaatselijke afdelingen Nederlandse Christelijke Bond van Werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid De bestaande plaatselijke afdelingen van de Nederlandse Christelijke Bond van Werknemers in de Houten Bouwnijverheid worden vanaf de oprichting van de bond eveneens aangemerkt als plaatselijke afdelingen van de bond, indien en zolang zij voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 32. Slotbepaling Aan het bondsbestuur komen in de bond alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
22
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
23
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Huishoudelijk reglement CNV Vakmensen >> conform artikel 30 van de statuten
Vakmensen
24
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Inleiding
25
0.1
Dit reglement is opgesteld ingevolge artikel 30 van de statuten van CNV Vakmensen, statutair gevestigd te Utrecht (de bond).
0.2
Dit reglement is een aanvulling op, en uitwerking van, bepalingen zoals opgenomen in toepasselijke wet- en regelgeving en de statuten van de bond.
0.3
Met verwijzingen in dit reglement naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 1 | Werkterrein 1.
-
26
Werkterrein Tot het werkterrein van de bond behoren in ieder geval de volgende bedrijfstakken, sectoren en ambachten waarin haar leden werkzaam zijn of zijn geweest: agrarische bedrijfstakken en aansluitende afzetcoöperaties van agrarische producten; brood- en zoetwaren; beroepsgoederenvervoer; bouwnijverheid; burgerluchtvaart; chemische- en aardolie-industrie, alsmede winning en verwerking van delfstoffen; confectie-industrie en maatkledingbedrijf; horecabedrijf, cateringbedrijf en recreatiebedrijf; houtnijverheid; kappersbedrijf; lederindustrie en lederverwerkingsindustrie; metaal- en elektrotechnische industrie; metaal en technische bedrijfstakken; papier- en kartonindustrie, alsmede flexibele verpakkingen en kartonnage; personenvervoer over de weg, waaronder stads- en streekvervoerbedrijven, taxibedrijven, rijscholen en tourbedrijven; railvervoer; schoonmaakbedrijf; slachterijen en vleesverwerkende industrie; steen-, cement, betonproducten-, glas-, aardewerk- en kleiwarenindustrie; textielindustrie (kleding) en wasserij; visserij en visverwerking; voedings- en genotsmiddelenproducerende en –verwerkende ondernemingen alsmede de tabaksindustrie; waterbouw; watervervoer, waaronder havenbedrijven, olieopslagbedrijven, rijn- en binnenvaartbedrijven, koopvaardijbedrijven en beroepsduikers; zorg; zuivelindustrie; woningcorporaties; en overige huidige en nieuw ontstane sectoren en ambachten van vervoer, voeding, land- en tuinbouw, hout en bouw, industrie, voor zover in dit artikel niet genoemd, die naar hun aard eveneens behoren tot het werkterrein van de bond.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 2 | Leden en lidmaatschap
27
2.
Aanmelding als lid, toelating tot het lidmaatschap en aanvang lidmaatschap
2.1
Een schriftelijk verzoek tot aanmelding als lid geschiedt door middel van een aanmeldingsformulier (zoals onder meer via de website van de bond kan worden verkregen en ingestuurd). Iemand kan zich ook telefonisch aanmelden als lid. De toelating tot het lidmaatschap van de bond door het bondsbestuur blijkt uit het toezenden vanuit de bond van een machtigingsformulier inzake betaling contributie. Indien het bondsbestuur iemand niet als lid toelaat, doet zij daarvan zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk drie weken na ontvangst van het aanmeldingsformulier of de aanmelding, aan de betrokkene schriftelijk mededeling onder vermelding van de redenen die tot het besluit hebben geleid.
2.2
Gedurende vier weken na ontvangst van het afwijzingsbesluit zoals bedoeld in artikel 2.1 staat hiertegen voor de betrokkene beroep open bij de geschillencommissie.
2.3
Het lidmaatschap begint op de eerste dag van de maand waarover voor het eerst contributiebetaling heeft plaatsgevonden, met dien verstande dat het lidmaatschap niet eerder kan beginnen dan op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin bevestiging van het lidmaatschap door of namens het bondsbestuur aan verzoeker kenbaar is gemaakt. Dagtekening van de brief waarin hiervan mededeling wordt gedaan is hierbij doorslaggevend. Na betaling van de eerste contributie ontvangt het lid een bewijs van lidmaatschap. Statuten, huishoudelijk reglement en eventuele andere reglementen zijn beschikbaar via de website of worden op verzoek toegestuurd.
2.4
De leden zijn verplicht bij verandering van woonadres en bij verandering van werkkring, dan wel van uitkeringspositie en bij verandering van de omvang van hun dienstverband, waaruit consequenties voortvloeien voor de contributiebetaling, daarvan onmiddellijk opgaaf te doen aan de administratie van de bond. Bovendien moeten zij ten behoeve van de bondsadministratie desverlangd gegevens verstrekken welke voor de bondsadministratie en of het ledenregister noodzakelijk zijn.
3.
Partnerlidmaatschap
3.1
De echtgenoot of geregistreerde partner van een overleden lid kan zich aanmelden als lid van de bond.
3.2
Indien de desbetreffende partner een werkkring heeft in een sector of bedrijfstak, behorende tot het werkterrein van een andere bond van CNV, dan zal de partner naar die andere CNV-bond worden doorverwezen voor een lidmaatschap.
3.3
Indien de partner geen werkkring heeft, dan kan deze lid worden van de bond, waarbij de telling van de lidmaatschapsjaren vanaf dat moment plaatsvindt en voor de contributie een gereduceerd tarief wordt gehanteerd.
3.4
Wanneer het overleden lid 60 jaar of langer lid van de bond of diens rechtsvoorganger is geweest, behoeft de partner geen contributie te betalen wanneer deze lid wordt van de bond indien het overleden lid geen contributie hoefde te betalen.
3.5
Indien de partner geen lid wordt van de bond, houdt de partner uitsluitend recht op belangenbehartiging gedurende één jaar na het overlijden van het desbetreffende lid, met betrekking tot zaken die uit het overlijden van het lid voortvloeien.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
3.6
28
Het bepaalde in artikel 3.5 is eveneens van toepassing op de thuiswonende kinderen van het overleden lid.
4.
Contributie
4.1
De contributie van de bond moet door de leden maandelijks worden voldaan, tenzij het bondsbestuur in een voorkomend geval anders besluit.
4.2
Bij aanvang van het lidmaatschap ontvangt een lid een machtigingsformulier waarmee de bond kan worden gemachtigd de verschuldigde contributie maandelijks automatisch te incasseren volgens de regels van SEPA (Single Euro Payments Area) incasso.
4.3
Ieder lid dat schriftelijk heeft aangegeven gebruik te willen maken van de onder 4.2 bedoelde incassering ontvangt schriftelijk (waaronder begrepen per email) een zogenaamde “prenotificatie” van het bondsbestuur. Deze prenotificatie is een vooraankondiging waarin staat vermeld op welke data de verschuldigde contributie wordt afgeschreven. Ten aanzien van de prenotificatie worden drie situaties onderscheiden: a. Bestaande leden ontvangen jaarlijks in de maand december een prenotificatie. Daarin staat zowel het te incasseren bedrag als de datum van iedere incasso in het volgende verenigingsjaar vermeld. In de regel zal de incassodatum voor alle leden op of omstreeks de 25e dag van de maand vallen. b. Nieuwe leden ontvangen een prenotificatie op het moment van aanvang van het lidmaatschap. Daarin staat zowel het te incasseren bedrag als de datum van iedere incasso in het lopende verenigingsjaar vermeld. Aan nieuwe leden wordt zoveel mogelijk verzocht in te stemmen met het verkorten van de wettelijke prenotificatietermijn tot drie dagen. In de maand december ontvangt het betreffende lid opnieuw een prenotificatie. Daarin staat - conform het sub 4.3.a. bepaalde - zowel het te incasseren bedrag als de datum van iedere incasso in het volgende verenigingsjaar vermeld. c. Indien de verschuldigde contributie lopende het verenigingsjaar wijzigt, ontvangt het betreffende lid opnieuw een prenotificatie. Daarin staat zowel het gewijzigde te incasseren bedrag als de datum van iedere incasso in het lopende verenigingsjaar vermeld. Ook wordt aangegeven dat de eerder toegezonden prenotificatie komt te vervallen. In de maand december ontvangt het betreffende lid opnieuw een prenotificatie. Daarin staat - conform het sub 4.3.a. bepaalde - zowel het te incasseren bedrag als de datum van iedere incasso in het volgende verenigingsjaar vermeld.
4.4
In Mijn CNV kan een lid tevens zien welk bedrag aan contributie is verschuldigd. Indien de persoonlijke (werk)omstandigheden van een lid wijzigen, is een lid gehouden de bond hiervan in kennis te stellen, zodat de bond - voor zover van toepassing - ook de hoogte van de verschuldigde contributie direct kan aanpassen in Mijn CNV en de hoogte van de alsdan verschuldigde contributie vaststaat tussen het lid en de bond. Op dat moment zal de bond tevens aan het betreffende lid verzoeken in te stemmen met het verkorten van de wettelijke prenotificatietermijn. Het betreffende lid ontvangt vervolgens zo spoedig mogelijk een nieuwe prenotificatie als bedoeld onder 4.3.c.
4.5
Indien een lid zijn contributie over een totaal van ten minste zes maanden niet heeft betaald, zal het bondsbestuur zijn lidmaatschap opzeggen. Van een dergelijke opzegging wordt het lid schriftelijk in kennis gesteld. Het bondsbestuur gaat niet tot opzegging op deze grond over voordat het lid tweemaal op schriftelijke wijze tot betaling is aangemaand. Een lid van wie het lidmaatschap op grond van deze bepaling is opgezegd, kan weer als lid worden toegelaten wanneer deze de contributieschuld heeft voldaan.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Het staat het bondsbestuur vrij om de toelating te weigeren op grond van het betaalgedrag van het lid gedurende de jaren dat hij lid is geweest. 4.6
29
Het bondsbestuur kan een lid dat zestig jaar of langer lid is van de bond of diens rechtsvoorganger ontheffing verlenen van de verplichting tot betaling van contributie.
5.
Financiële verplichtingen en lidmaatschapsrechten na einde lidmaatschap
5.1
Wanneer het lidmaatschap in de loop van een bondsjaar eindigt, blijft het lid gehouden de financiële verplichtingen uit zijn lidmaatschap tot het tijdstip van de beëindiging van het lidmaatschap na te komen.
5.2
Een lid dat door het bondsbestuur uit het lidmaatschap is ontzet, is in de uitoefening van al zijn rechten uit het lidmaatschap geschorst, ook gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep bij de geschillencommissie.
5.3
Een uit het lidmaatschap ontzet lid kan gedurende drie jaren na het definitief worden van het besluit tot ontzetting niet worden toegelaten als lid van de bond.
5.4
Het bondsbestuur kan besluiten een lid te schorsen. Een dergelijke schorsing heeft tot gevolg dat het lid geen rechten uit het lidmaatschap kan uitoefenen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van die termijn.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 3 | Vakgroepen 6.
Instelling, vorming en opheffing van vakgroepen
6.1
De bondsraad kan op voorstel van het bondsbestuur een vakgroep instellen, welk voorstel in ieder geval vermeldt welke sectoren en bedrijfstakken tot de vakgroep behoren. Het voorstel van het bondsbestuur zoals hier bedoeld vermeldt tevens dat het bondsbestuur, na instemming van de bondsraad met het voorstel, de leden die werkzaam zijn, laatstelijk werkzaam zijn geweest of gaan werken in die sector of bedrijfstak in die vakgroep zal indelen.
6.2
De bondsraad toetst bij het besluit zoals bedoeld in artikel 6.1 de omvang van de te vormen vakgroep wat betreft het aantal leden, de onderlinge samenhang van de sectoren of bedrijfstakken, alsmede de noodzaak tot vorming van een vakgroep uit oogpunt van onder meer herkenbaarheid.
6.3 -
De bond kent de volgende vakgroepen: CNV Afbouw en onderhoud, waaronder de vakgroepen Afbouw en Schilders vallen CNV Beroepsgoederenvervoer CNV Bouwnijverheid CNV Burgerluchtvaart CNV Chemie en energie CNV Havens, rijn- en binnenvaart CNV Hout, waaronder de vakgroep Timmerindustrie valt CNV Land- en tuinbouw CNV Metaaltechniek CNV Metalektro CNV Papier en karton CNV Spoorwegen CNV Stads- en streekvervoer CNV Steen en glas CNV Taxi CNV Textiel en confectie CNV Tour CNV Vlees en vis CNV Voeding, waaronder de vakgroepen Brood en zoetwaren, Horeca, recreatie, catering, kappers en schoonmaak en Zuivel vallen CNV Woondiensten
-
30
6.4
Artikel 6.1 en artikel 6.2 zijn van overeenkomstige toepassing op de opheffing van een vakgroep.
6.5
De vakgroepen verrichten hun activiteiten voor de leden in de sectoren en bedrijfstakken waarvoor zij zijn ingesteld, in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4 van de statuten van de bond en binnen de door de bond vastgestelde beleidskaders.
7.
Vakgroepbestuur
7.1
De leden van een vakgroep benoemen buiten vergadering uit hun midden een vakgroepbestuur met inachtneming van hetgeen staat vermeld in artikel 11.3 van de statuten van de bond en voorts op de wijze zoals nader omschreven in het vakgroepreglement.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
7.2 a.
b. c.
d.
e. f.
g.
h.
7.3
Vakgroepbesturen die in strijd handelen met de bepalingen van de statuten en de reglementen van de bond of weigeren besluiten van daartoe bevoegde organen uit te voeren kunnen daarvoor door het bondsbestuur ter verantwoording worden geroepen. Bij blijvend verschil van mening staat beroep open op de geschillencommissie van de bond.
7.4
Vakgroepbesturen kunnen, indien de aard van de sector daartoe aanleiding geeft, met instemming van het bondsbestuur districtskadergroepen of bedrijfsledengroepen in het leven roepen.
7.5
Een bedrijfsledengroep omvat alle leden werkzaam in een bedrijf. Een bedrijfsledengroep heeft tot doel de belangen van de leden in het bedrijf te bevorderen. Een bedrijfsledengroep heeft onder meer tot taak: beïnvloeding van het bondsbeleid ten opzichte van de eigen bedrijfssituatie via contact tussen de desbetreffende bezoldigd bestuurder en het bestuur van de bedrijfsledengroep; het mede zorg dragen voor de totstandkoming van een cao. De leden van een bedrijfsledengroep kiezen het bestuur van die bedrijfsledengroep. Het bestuur bestaat uit tenminste twee leden. In ondernemingen met meerdere vestigingen of concerns kan een centraal bedrijfsledengroepbestuur worden ingesteld. Alle bestuursleden worden voor de tijd van vier jaar gekozen uit en door de bedrijfsledengroep. Zij zijn terstond herkiesbaar. Het bepaalde in artikel 7.3. ten aanzien van de vakgroepbesturen is van overeenkomstige toepassing voor bedrijfsledengroepen.
a.
b.
31
Het vakgroepbestuur is in ieder geval verantwoordelijk voor: de vorming van het vakbondswerk, waaronder het arbeidsvoorwaardenbeleid, ten behoeve van de sectoren of bedrijfstakken die bij de desbetreffende vakgroep zijn ingedeeld en heeft ten aanzien van die aangelegenheden besluitvormende bevoegdheid; het vestigen van een herkenbaar profiel naar leden en potentiële leden; het vaststellen van een jaarlijks werkplan voor de desbetreffende vakgroep. Dit werkplan is een concrete vertaling ten behoeve van die vakgroep van de gestelde doelen vanuit het jaarlijkse bestuursplan, welke laatste is vastgesteld door de bondsraad; het organiseren van activiteiten voor de leden van de vakgroep. Deze activiteiten kunnen, naar gelang de omvang en structuur van de vakgroep, regionaal van opzet zijn dan wel ten behoeve van een of meerdere doelgroepen binnen de vakgroep worden georganiseerd; het bespreken van zaken die tijdens de vergadering van de bondsraad aan de orde zijn, alsmede het zonodig formuleren van voorstellen ten behoeve van de bondsraad; het verkiezen van een lid en plaatsvervangend lid uit het midden het vakgroepbestuur die als afgevaardigde van de desbetreffende vakgroep deel zal uitmaken van de bondsraad, zoals bedoeld in artikel 11.5 van de statuten en artikel 14.5 van dit reglement; het opstellen van reglementen ten behoeve van het goed functioneren van de desbetreffende vakgroep. Een dergelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met artikelen in statuten en/of dit reglement; advies uitbrengen aan het bondsbestuur inzake de benoeming van een functionaris die wordt belast met de coaching en begeleiding van het vakgroepbestuur.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 4 | Bestuursplatforms 8.
Instelling, vorming en opheffing van bestuursplatforms
8.1
Het bondsbestuur stelt, na voorafgaande goedkeuring door de bondsraad, de geografische begrenzing van de bestuursplatforms vast, hetgeen de instelling van een bestuursplatform impliceert, en deelt de leden overeenkomstig artikel 12.3 van de statuten van de bond bij de bestuursplatforms in.
8.2
Een wijziging van de geografische begrenzing kan slechts worden aangebracht door het bondsbestuur na voorafgaande goedkeuring door de bondsraad. De vorige volzin is ook van toepassing op de opheffing van een bestuursplatform.
8.3
Bepalend voor de indeling van leden in een bestuursplatform is het woonadres van de leden op één januari zoals uit het ledenregister blijkt. Een onjuiste registratie in het ledenregister komt voor rekening en risico van het lid indien deze zijn gegevens niet goed, onvolledig of niet tijdig heeft doorgegeven aan de administratie van de bond.
9.
De besturen van bestuursplatforms
9.1
De leden van een bestuursplatform benoemen buiten vergadering uit hun midden een bestuur van het bestuursplatform op de wijze zoals nader omschreven in het modelreglement bestuursplatform.
9.2 a. b. c. d. e. f.
Het bestuur van een bestuursplatform is in ieder geval verantwoordelijk voor: de bevordering van de onderlinge sociale verhouding van de leden; het organiseren van regionale activiteiten voor de leden; het coördineren en begeleiden van acties van leden op regionaal niveau; het bespreken van de agenda van de bondsraad; het bespreken van de economische situatie in de regio; het vaststellen van een jaarlijks werkplan voor het desbetreffende bestuursplatform; dit werkplan is een concrete vertaling ten behoeve van dat bestuursplatform van de gestelde doelen vanuit het jaarlijkse bestuursplan, welke laatste is vastgesteld door de bondsraad; het coördineren en indienen van initiatiefvoorstellen van de leden van een bestuursplatform, namens het betreffende bestuursplatform voor de agenda van de bondraad.
g.
9.3
10.
Plaatselijke afdelingen
10.1
Het overgangsartikel 31 van de statuten van de bond voorziet in een aantal plaatselijke afdelingen die ressorteren onder de bestuursplatforms en binnen een bepaald geografisch gebied van een bestuursplatform.
10.2
Naast de bestaande plaatselijke afdelingen kunnen geen nieuwe plaatselijke afdelingen worden ingesteld. Een bestaande plaatselijke afdeling kan slechts voortbestaan indien zij ten minste voldoet aan onderstaande vereisten: de afdeling dient minimaal drie bestuursleden te hebben die de functies vervullen van voorzitter, secretaris en penningmeester; de afdeling heeft een contactpersoon;
a. b.
32
Besturen van bestuursplatforms die in strijd handelen met de bepalingen van de statuten en de reglementen van de bond of weigeren besluiten van daartoe bevoegde organen uit te voeren kunnen daarvoor door het bondsbestuur ter verantwoording worden geroepen. Bij blijvend verschil van mening staat beroep open op de geschillencommissie van de bond.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
c. d. f.
de afdeling organiseert een jaarlijkse ontmoetingsbijeenkomst; de afdeling verzorgt afdelingsinformatie (zoals afdelingsboekje, gemeentegids, opstellen persbericht over ontmoetingsbijeenkomst); de afdeling participeert actief binnen, en werkt samen met, het bestuursplatform waaronder de afdeling is ingesteld. Ten aanzien van het opheffen van een afdeling wordt verwezen naar hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel 12.2 van de statuten.
10.3
33
Een plaatselijke afdeling wordt gereguleerd door de wet, de statuten van de bond en door dit reglement alsmede door het reglement van het bestuursplatform waaronder zij ressorteert.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 5 | Bondsbestuur 11.
Taken en bevoegdheden van het bondsbestuur
11.1
Het bondsbestuur is belast met de algemene leiding van de bond, onverminderd zijn specifieke taken zoals genoemd in de statuten en artikel 11.3 van dit reglement, hetgeen onder meer betekent dat het bondsbestuur verantwoordelijk is voor het realiseren van de doelstellingen van de bond, de strategie en het beleid. Het bondsbestuur legt hierover verantwoording af aan de bondsraad.
11.2
De verantwoordelijkheid voor het besturen van de bond berust bij het bondsbestuur als collectief. Individuele leden van het bondsbestuur kunnen in het bijzonder worden belast met bepaalde onderdelen van de bestuurstaak, onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid van het bondsbestuur als geheel. Het bondsbestuur blijft collectief verantwoordelijk voor besluiten, ook indien deze zijn voorbereid door individuele leden van het bondsbestuur. Een individueel lid van het bondsbestuur kan slechts die bevoegdheden uitoefenen die het bondsbestuur uitdrukkelijk aan hem heeft toegekend of gedelegeerd en hij kan nimmer bevoegdheden uitoefenen die verder strekken dan de bevoegdheden die het bondsbestuur als geheel kan uitoefenen.
11.3 a. b. c. d. e. f.
Het bondsbestuur is in het bijzonder belast met: voorbereiding van het door de bondsraad vast te stellen beleid; de uitvoering van het door de bondsraad vastgestelde bondsbeleid; de zorg voor de beleidsontwikkeling; toezicht op het functioneren van de vakgroepen(structuur) en bestuursplatforms; het zorg dragen voor het goed functioneren van de organisatie; het onderhouden van contacten met de vakcentrale CNV, collega-vakbonden in binnen- en buitenland, alsmede met werkgeversorganisaties, politiek en overheid; de handhaving en naleving van de statuten en dit huishoudelijk reglement; de leiding van de werkorganisatie van de bond; het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van het financiële beleid.
g. h. i.
34
11.4
Ieder lid van het bondsbestuur heeft te allen tijde recht op inzage in, en controle van, de boeken en de financiële positie van de bond. Tevens laat het bondsbestuur verplicht jaarlijks een accountantsonderzoek instellen. De penningmeester is in het kader van dit artikel 11.4 steeds gehouden alle gewenste medewerking te verlenen en inlichtingen te verstrekken.
11.5
Aan het bondsbestuur komen in de bond alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
12.
Samenstelling van het bondsbestuur, kandidaatstelling en benoeming
12.1
De voorzitter wordt rechtstreeks in functie gekozen door de bondsraad voor een periode van vier jaar. Inzake aftreden en herbenoeming geldt het bepaalde in artikel 14.1 van de statuten van de bond.
12.2
Bij de samenstelling van het bondsbestuur wordt gelet op diverse facetten die de aandacht van het bondsbestuur vragen waarbij het bondsbestuur als geheel in ieder geval wordt samengesteld op basis van algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de bond en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden.
12.3
De aandachtspunten met betrekking tot de van de voorzitter van het bondsbestuur gevraagde deskundigheid en achtergrond worden in algemene zin op voorstel van het bondsbestuur vastgesteld door de bondsraad in een profielschets.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
35
12.4
Kandidaten voor het bondsbestuur kunnen door het bondsbestuur alsmede door de bondsraad bij de commissie van vertrouwen worden aangemeld. Aanmelding geschiedt door middel van een schriftelijk verzoek daartoe gericht aan de voorzitter van de commissie van vertrouwen voorzien van een motivatie en curriculum vitae van de betreffende kandidaat. Omtrent aldus aangemelde kandidaten vindt overleg plaats met de sollicitatiecommissie van de bondsraad. Dat overleg leidt tot rapportage aan de bondsraad met een gemotiveerd advies over het al dan niet kandideren van de desbetreffende kandidaat. De zorgvuldigheid wordt daarbij te allen tijde gewaarborgd.
12.5
De kandidaten presenteren zich op de dag van hun officiële kandidaatstelling en bij de benoeming door de bondsraad.
13.
Vergaderingen van het bondsbestuur, besluitvorming
13.1
De voorzitter van het bondsbestuur leidt de vergaderingen en draagt met de overige leden van het bondsbestuur zorg voor de uitvoering van de daarin vermelde besluiten. De voorzitter en de algemeen secretaris ondertekenen de goedgekeurde notulen.
13.2
De voorzitter en de algemeen secretaris dragen zorg voor het uitschrijven en voorbereiden van de vergaderingen van het bondsbestuur, de vergaderingen van de bondsraad en, indien van toepassing, de daaruit samengestelde commissies.
13.3
De algemeen secretaris is belast met het voeren van de correspondentie en het (doen) verzorgen van de notulen van de vergaderingen van het bondsbestuur.
13.4
De leden van het bondsbestuur bevorderen zoveel mogelijk dat besluiten bij unanimiteit worden genomen. Ieder lid van het bondsbestuur heeft één stem. Indien unanimiteit niet haalbaar blijkt en de wet, de statuten van de bond of dit reglement geen grotere meerderheid voorschrijven, worden besluiten van het bondsbestuur genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien de stemmen staken, is de stem van de voorzitter van het bondsbestuur doorslaggevend. Het bondsbestuur kan slechts besluiten nemen indien een meerderheid van de in functie zijnde leden van het bondsbestuur aanwezig is.
13.5
Besluiten van het bondsbestuur worden in beginsel genomen in een vergadering van het bondsbestuur.
13.6
Het bondsbestuur neemt geen besluiten op een gebied waarvoor een bepaald lid van het bondsbestuur in het bijzonder verantwoordelijk is indien dat lid afwezig is.
13.7
Besluiten van het bondsbestuur kunnen ook schriftelijk worden genomen, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde leden van het bondsbestuur is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle leden van het bondsbestuur. Een verklaring van een lid van het bondsbestuur dat zich ter zake van een schriftelijk te nemen besluit wil onthouden van stemming, dient in te houden dat hij zich niet tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
13.8
Het bondsbestuur mag afwijken van de bepalingen van de artikelen 13.4 (laatste zin), 13.6 en 13.7 van dit reglement indien de voorzitter van het bondsbestuur dit noodzakelijk acht gezien het dringende karakter of andere omstandigheden van de zaak, mits alle leden van het bondsbestuur in staat worden gesteld deel te nemen aan de besluitvorming. De voorzitter en de algemeen secretaris van het bondsbestuur stellen een verslag op van aldus genomen besluiten, dat bij de stukken voor de volgende vergadering van het bondsbestuur wordt toegevoegd.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
13.9
36
Van een door het bondsbestuur genomen besluit kan extern worden blijk gegeven door een verklaring van de voorzitter of de algemeen secretaris van het bondsbestuur.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 6 | Bondsraad 14.
Samenstelling van de bondsraad, verkiezing van (plaatsvervangende) leden
14.1
De bondsraad is zodanig samengesteld dat elke vakgroep en elk bestuursplatform elk één lid afvaardigen op de wijze zoals bedoeld in artikel 19.2 van de statuten van de bond. Een lid van de bondsraad kan niet afgevaardigde zijn van meer dan één van de onderdelen of organen genoemd in de vorige volzin. De seniorenraad en de andersactievenraad vaardigen elk eveneens één lid af ten behoeve van het vervullend beide advieszetels in de bondsraad, een en ander op de wijze zoals bedoeld in artikel 19.2 van de statuten van de bond
14.2
Tenzij anders vermeld, is het bepaalde in dit artikel 14 niet van toepassing op de afgevaardigden van de seniorenraad en de andersactievenraad.
14.3
Per vakgroepbestuur wordt uit zijn midden één lid en één plaatsvervangend lid voor de bondsraad gekozen.
14.4
Per bestuur van een bestuursplatform wordt uit zijn midden één lid en één plaatsvervangend lid voor de bondsraad gekozen.
14.5
De verkiezing van leden van de bondsraad vindt plaats op basis van een door de bondsraad vastgesteld functieprofiel.
14.6
Voor de verkiezing van de leden en plaatsvervangende leden van de bondsraad kunnen de leden van de vakgroepbesturen/besturen van de bestuursplatforms kandidaten stellen, waarvan de namen worden ingediend bij de secretaris van het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform. Het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform beoordeelt of de voorgestelde kandidaten passen binnen het door de bondsraad vastgestelde functieprofiel.
14.7
De secretaris van het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform stelt de kandidaatstellingsprocedure open vanaf acht weken voor de datum van aftreden van de bondsraadleden in wier vacatures moet worden voorzien. Kandidaten kunnen tot vier weken voor het einde van de lopende zittingstermijn van de desbetreffende bondsraadleden, worden ingediend bij de secretaris van het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform.
14.8
Wanneer er één persoon voor één vacature kandidaat is gesteld, vindt een schriftelijke stemming plaats onder leden van het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform over deze kandidaat. Wanneer meerdere personen kandidaat zijn gesteld voor dezelfde vacature vindt een verkiezing plaats waarbij geldt dat indien niemand de volstrekte meerderheid van stemmen verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootst aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien meerdere personen evenveel stemmen op zich verenigen en voor herstemming in aanmerking zouden komen, zal door loting worden beslist, wie van hen voor herstemming in aanmerking komt.
14.9
De secretaris van het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform doet uiterlijk op éénendertig december aan de secretaris van het bondsbestuur schriftelijk opgave van het verkozen lid en plaatsvervangend lid.
14.10 De leden van de bondsraad kunnen maximaal drie aansluitende termijnen van een bestuursperiode zitting hebben in de bondsraad.
37
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
14.11 De datum van aftreden van leden van de bondsraad respectievelijk aantreden van nieuwe leden van de bondsraad valt samen met de aanvang van een nieuwe bestuursperiode van omstreeks vier jaar. De leden van de bondsraad treden voor het eerst in functie met ingang van de in de vorige volzin bedoelde datum. 14.12 Bij het eindigen van het lidmaatschap van de bond of het lidmaatschap van het vakgroepbestuur/bestuur van een bestuursplatform, of door vrijwillig bedanken, eindigt van rechtswege het lidmaatschap respectievelijk plaatsvervangend lidmaatschap van de bondsraad. Hij is bij herverkiezing als lid van het vakgroepbestuur/bestuur van een bestuursplatform ook herkiesbaar als lid van de bondsraad. Het bepaalde in dit artikel 14.12 is van overeenkomstige toepassing op de afgevaardigden van de seniorenraad en de andersactievenraad. 14.13 Indien een lid van de bondsraad regelmatig afwezig is van bondsraadvergaderingen wordt hij daartoe ter verantwoording geroepen door de voorzitter van het bondsbestuur en dient hij daarna onmiddellijk zijn zetel in de bondsraad ter beschikking te stellen. De voorzitter zal hieromtrent onmiddellijk het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform informeren waaruit de afgevaardigde afkomstig is. 14.14 Binnen drie maanden na het aftreden van een lid van de bondsraad zal een nieuw lid door het vakgroepbestuur/bestuur van het bestuursplatform waarvan het aftredende lid afgevaardigde was, moeten worden verkozen. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt wat betreft zittingstermijn de plaats van zijn voorganger in. 14.15 Bij ontstentenis van een lid van de bondsraad treedt zijn plaatsvervanger onmiddellijk in functie. Het desbetreffende bondsraadlid stelt hiervan de algemeen secretaris van het bondsbestuur direct in kennis.
15.
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.
38
Taken en bevoegdheden van de bondsraad De bondsraad is, naast de uit de wet en de statuten voortvloeiende taken en bevoegdheden, belast met: de vaststelling op hoofdlijnen van het algemeen bondsbeleid, dat vooral is gericht op de sturing en profilering van de bond in algemene zin; bespreking van het door het bondsbestuur voorgestane en gevoerde beleid; instelling, vorming en opheffing van vakgroepen en bestuursplatforms; vaststelling van het jaarlijkse bestuursplan en de jaarlijkse begroting zoals opgesteld door het bondsbestuur; het eens in de vier jaar vaststellen van het meerjarenbeleidsstrategieplan; bespreking en evaluatie van het functioneren van de vakgroepen en bestuursplatforms; de behandeling en indien van toepassing goedkeuring van voorstellen van het bondsbestuur; de behandeling en indien van toepassing goedkeuring van de onderwerpen zoals geagendeerd op verzoek van een vakgroep of bestuursplatform; vaststelling van de jaarrekening; de verkiezing, schorsing en ontheffing uit de functie van leden van het bondsbestuur; bespreking van CNV-brede aangelegenheden, waaronder de voorbereiding van de jaarlijkse algemene ledenvergadering van het CNV; alle overige zaken voor zover deze in de wet, statuten of huishoudelijk reglement zijn voorbehouden aan de bondsraad.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 7 | Commissies van de bond 16.
Commissie van vertrouwen
16.1
De commissie van vertrouwen bestaat uit acht personen, waarvan zes personen door en uit de bondsraad zijn gekozen en twee personen door en uit het bondsbestuur zijn gekozen. Van de zes door en uit de bondsraad gekozen leden zijn drie personen aan te merken als vertegenwoordigers van de vakgroepen en zijn drie personen aan te merken als vertegenwoordigers van de bestuursplatforms. In een vacature in de commissie wordt zo spoedig mogelijk voorzien. De bondsraad bepaalt welke leden deel uitmaken van de commissie van vertrouwen.
16.2
De voorzitter van de commissie van vertrouwen wordt in functie gekozen uit de zes personen die de bondsraad vertegenwoordigen. De voorzitter fungeert als woordvoerder namens de commissie van vertrouwen in de bondsraadvergadering.
16.3
De commissie van vertrouwen treedt op als agendacommissie voor de bondsraad, in welk verband de commissie voorafgaand aan de bondsraad bijeenkomt en verslag uitbrengt aan de bondsraad. Verder is de commissie van vertrouwen in ieder geval belast met: het onderzoeken van kandidaten voor het bondsbestuur; het bemiddelen bij onenigheden binnen de bond, voor zover deze nog niet bij de geschillencommissie in behandeling zijn; het uitbrengen van advies inzake het algemene beleid van de bond; het uitbrengen van advies inzake het financiële beleid van de bond; het uitbrengen van advies over andere onderwerpen dan die genoemd onder c. en d. indien de commissie van vertrouwen zulks wenselijk acht.
a. b. c. d. e.
39
16.4
Het bondsbestuur verschaft uit eigen beweging en tijdig de informatie aan de commissie van vertrouwen en zijn leden die zij nodig hebben om adequaat te kunnen te functioneren en hun taken naar behoren te kunnen uitoefenen. Deze informatie wordt zoveel mogelijk schriftelijk verstrekt.
16.5
Ieder lid van de commissie van vertrouwen verbindt zich zowel tijdens zijn lidmaatschap van deze commissie als ook daarna op geen enkele wijze aan wie dan ook enige mededeling te doen van gegevens van vertrouwelijke aard betreffende de bond, die het lid van de commissie van vertrouwen ter kennis is gekomen in het kader van de uitoefening van zijn werkzaamheden voor deze commissie en waarvan hij weet of dient te weten dat deze vertrouwelijk is, tenzij hij zulks bij wet verplicht is. Het is een lid van de commissie van vertrouwen wel toegestaan mededeling te doen van gegevens als hierboven bedoeld aan de overige leden van de commissie van vertrouwen en de leden van het bondsbestuur.
17.
Arbeidsvoorwaardencommissie
17.1
De arbeidsvoorwaardencommissie bestaat uit zoveel personen als het aantal vakgroepen dat bij de bond is ingesteld. De leden van de arbeidsvoorwaardencommissie zijn de vertegenwoordigers van de vakgroepen in de bondsraad. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Tussen de arbeidsvoorwaardencommissie en de bondsraad bestaat een personele unie.
17.2
De arbeidsvoorwaardencommissie is bevoegd tot het bespreken met, en adviseren van, de bondsraad over het door het bondsbestuur jaarlijks vast te stellen arbeidsvoorwaardenbeleid van de bond.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
40
18.
Geschillencommissie
18.1
De geschillencommissie bestaat uit vijf personen, waarvan vier personen door en uit de bondsraad zijn gekozen en één persoon door en uit het bondsbestuur is gekozen.
18.2
De geschillencommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.
18.3
Een geschil wordt door middel van een schriftelijk verzoek kenbaar gemaakt aan de voorzitter van de geschillencommissie. In dat verzoek wordt in ieder geval vermeld de namen van de verzoeker en de betrokken andere partij(en), alsmede een beknopte omschrijving van het geschil.
18.4
Binnen zes weken na ontvangst van het schriftelijk verzoek daartoe doet de geschillencommissie schriftelijk uitspraak in het geschil, tenzij de geschillencommissie binnen twee weken na ontvangst van het verzoek te kennen geeft die termijn te zullen verlengen tot acht weken.
18.5
Indien bij de geschillencommissie een beroep is ingesteld op grond van artikel 8.4 van de statuten kan zij besluiten (i) de betrokkene alsnog tot lid van de bond toe te laten, dan wel (ii) de betrokkene niet als lid van de bond toe te laten. Indien zij tot laatstgenoemd oordeel komt, moet zij zulks motiveren.
18.6
Van de beslissingen van de geschillencommissie staat geen beroep open bij de bondsraad.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 8 | Seniorenraad en andersactievenraad
41
19.
Seniorenraad
19.1
Door het bondsbestuur wordt een seniorenraad ingesteld die bestaat uit zoveel leden als dat er bestuursplatforms zijn. Uit zijn midden kiest de seniorenraad een voorzitter. Senioren zijn leden die de voor hun sector geldende (vroeg)pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
19.2
Nadere regelingen omtrent de seniorenraad worden opgenomen in het reglement van een bestuursplatform.
20.
Andersactievenraad
20.1
Door het bondsbestuur wordt een andersactievenraad ingesteld die bestaat uit zoveel leden als dat er bestuursplatforms zijn. Uit zijn midden kiest de andersactievenraad een voorzitter. Andersactieven zijn leden die een uitkering ontvangen krachtens de Werkloosheidswet, de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, de Wet werk en bijstand, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, of aanverwante regelingen.
20.2
Nadere regelingen omtrent de andersactievenraad worden opgenomen in het reglement van een bestuursplatform.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 9 | Congres 21.
Congres Eenmaal per vier jaar wordt het congres van de bond gehouden waarop vakgroep- en bestuursplatformoverstijgende thema’s aan de orde komen en discussie en meningsvorming kan plaatsvinden. Daarnaast kan de bondsraad besluiten dat een congres wordt gehouden.
42
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 10 | Collectieve arbeidsovereenkomst 22.
Algemene bepalingen
22.1
Bij het afsluiten of wijzigen van een cao gelden de beleidsuitgangspunten van de bond en het door de bondsraad vastgestelde algemene arbeidsvoorwaardenbeleid. De cao zal getoetst worden aan de beleidsuitgangspunten en het algemene arbeidsvoorwaardenbeleid.
22.2
Overeenkomstig het bepaalde in de statuten zullen de bezoldigde bestuurders de leden dan wel vertegenwoordigers van de leden raadplegen: over de voorstellen voor de cao die op hen van toepassing is; indien de aard der onderhandelingen daartoe aanleiding geeft, tijdens de onderhandelingen over de cao die op hen van toepassing is; bij het afsluiten van de cao die op hen van toepassing is.
a. b. c. 22.3
Deze raadplegingen geschieden in het algemeen mondeling in daartoe belegde vergaderingen. De leden dan wel vertegenwoordigers van de leden kunnen ook schriftelijk of langs elektronische weg worden geraadpleegd.
22.4
De vergaderingen waar de voorstellen worden vastgesteld, waar tussentijds overleg wordt gepleegd en waar het bereikte resultaat wordt vastgesteld vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de betrokken onderhandelaar. Indien de betrokken onderhandelaar niet persoonlijk bij die vergadering aanwezig kan zijn, stelt de vergadering een rapportage van het resultaat van de vergadering en brengt die zo snel mogelijk ter kennis van de betrokken onderhandelaar. Indien het bondsbestuur van oordeel is dat de beslissing van de leden, op wie de cao van toepassing is, in strijd is met de in artikel 21.1 bedoelde uitgangspunten, dan kan de bondsraad het bondsbestuur op zijn voorstel machtigen van de beslissingen der leden af te wijken.
22.5 a. b. c.
Een cao kan betrekking hebben op: een onderneming met één vestiging; een onderneming met meerdere vestigingen of een concern; een landelijke bedrijfstak.
22.6
Voor iedere afzonderlijke cao, die betrekking heeft op een landelijke bedrijfstak, een onderneming met meerdere vestigingen of op meerdere ondernemingen, kan door het desbetreffende vakgroepbestuur een cao-commissie worden ingesteld, voor zover deze bevoegdheid nog niet is neergelegd bij een ander in de statuten of huishoudelijk reglement vermeld bestuur.
22.7
Leden van de cao-commissie worden door en uit de leden gekozen voor een periode van vier jaar. De leden zijn terstond herkiesbaar.
22.8
De voorzitter van de cao-commissie wordt door en uit de leden van de cao-commissie gekozen.
22.9
43
"Collectieve arbeidsovereenkomst voor een onderneming met één vestiging." De bezoldigde bestuurder stelt de bedrijfsledengroep in de gelegenheid te worden geraadpleegd over de voorstellen voor de cao. De bedrijfsledengroep stelt deze voorstellen vast.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
22.10 Tussentijds zal, indien de aard van de onderhandelingen daartoe naar de mening van de bezoldigde bestuurder aanleiding geeft, overleg worden gepleegd met het bestuur van de bedrijfsledengroep. 22.11 Over het bereikte resultaat wordt door de bedrijfsledengroep beslist. "Collectieve arbeidsovereenkomst voor een onderneming met meerdere vestigingen of een concern." 22.12. De bezoldigde bestuurders stellen de bedrijfsledengroepen in de gelegenheid te worden geraadpleegd over de voorstellen voor de cao. De centrale bedrijfsledengroep stelt deze voorstellen vast. 22.13 Tussentijds zal, indien de aard van de onderhandelingen daartoe naar de mening van de bezoldigde bestuurders aanleiding geeft, overleg worden gepleegd met de centrale bedrijfsledengroep. 22.14 Over het bereikte resultaat wordt door de bedrijfsledengroepen beslist. "Collectieve arbeidsovereenkomst voor een landelijke bedrijfstak." 22.15 De bezoldigde bestuurder raadpleegt het vakgroepbestuur of, indien er door het vakgroepbestuur een cao-commissie is ingesteld, de cao-commissie over de voorstellen voor de cao. Vakgroepbestuur of cao-commissie stellen, gehoord hebbende de leden, deze voorstellen vast. 22.16 Tussentijds zal, indien de aard van de onderhandelingen daartoe naar de mening van de bezoldigde bestuurder aanleiding geeft, overleg worden gepleegd met het vakgroepbestuur of de cao-commissie. 22.17 Over het bereikte resultaat wordt door het vakgroepbestuur of de cao-commissie, gehoord hebbende de leden, beslist.
44
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 11 | Staking 23.1
Nimmer zal tot staking worden overgegaan, dan nadat door of namens het bondsbestuur met de betrokken leden is vergaderd en de vergadering zich bij schriftelijke stemming met tenminste drie/vierde (3/4) der uitgebrachte stemmen voor staking heeft uitgesproken. Over deze vergadering wordt het lid van de bondsraad van de desbetreffende vakgroep geïnformeerd. Hierna beslist het bondsbestuur of tot staking zal worden overgegaan. Het bondsbestuur beslist, gehoord het resultaat van het overleg met de betrokken leden, over opheffing of voortzetting van een staking.
23.2
In bijzondere gevallen kan het bondsbestuur van deze procedure afwijken onder het afleggen van verantwoording aan de bondsraad.
23.3
Het bondsbestuur zal de leiding bij werkstaking of het begeleiden van door uitsluiting getroffen leden op zich nemen en de nodige maatregelen treffen.
23.4
De bond vormt en houdt in stand een weerstandsfonds, waaruit aan de leden uitkeringen kunnen worden verstrekt bij een al dan niet door de bond geproclameerde staking, bij uitsluiting en slachtofferschap. De inkomsten van dit fonds bestaan uit: een bij de behandeling van de financiële jaarstukken door de bondsraad te bepalen bedrag; eventueel van de leden te heffen extra contributie overeenkomstig een door de bondsraad genomen besluit; vrijwillige bijdragen en giften.
a. b. c. 23.5
Bij een staking als bedoeld in artikel 23.1 en bij uitsluiting hebben de leden, die daarbij betrokken zijn, recht op een uitkering uit de weerstandskas, indien zij tenminste drie maanden onafgebroken lid zijn van de bond en hun contributie overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 1 van de statuten hebben voldaan.
23.6
Het bondsbestuur is voorts bevoegd om aan werknemers die bij de aanvang van een actie lid worden van de bond casu quo korter dan drie maanden lid zijn, een uitkering te verstrekken.
23.7
Het bedrag van de (netto)stakingsuitkering wordt vastgesteld door de bondsraad op voorstel van het bondsbestuur.
23.8
Geen uitkering wordt verleend aan hen, die hun verplichtingen tegenover de bond, met name die van juiste contributiebetaling, niet zijn nagekomen.
23.9
Het bondsbestuur is bevoegd uitkering te weigeren aan leden, die zich niet willen onderwerpen aan door het bondsbestuur vastgestelde controlemaatregelen. Worden de maatregelen, door het bondsbestuur getroffen, niet stipt uitgevoerd door de schuld van de betrokken werknemers, dan heeft het bondsbestuur het recht de uitkering te doen inhouden.
23.10 Het bondsbestuur heeft het recht om achterstallige contributie met de stakingsuitkering te verrekenen.
45
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
23.11 Een lid die als gevolg van een niet door de bond geproclameerde staking zijn werkzaamheden niet meer kan uitoefenen en geen inkomen casu quo loon ontvangt, één en ander ter beoordeling van het bondsbestuur, ontvangt gedurende deze periode met een maximum van acht weken een uitkering als geregeld in artikel 23.5. 23.12 De in artikel 23.11 bedoelde uitkering vervalt indien het lid zijn eventueel aangeboden passende arbeid weigert te aanvaarden. 23.13. De beslissing omtrent het bepaalde van artikel 23.11 alsmede omtrent de aanvaarding respectievelijk weigering van aangeboden passende arbeid, berust bij het bondsbestuur van welke beslissing beroep open staat bij de geschillencommissie genoemd in artikel 26 van de statuten. 23.14 Het bondsbestuur is bevoegd de uitkeringsduur met maximaal vier weken te verlengen.
46
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 12 | Diversen
47
24.1
Wijziging. Dit reglement kan van tijd tot tijd door de bondsraad worden gewijzigd. Voorafgaand aan wijziging van dit reglement vindt ter zake overleg plaats met het bondsbestuur.
24.2
Interpretatie. In geval van onduidelijkheid of verschil van mening over de betekenis van enige bepaling uit dit reglement is het oordeel van de voorzitter van het bondsbestuur daaromtrent beslissend.
24.3
Toepasselijk recht en jurisdictie. Dit reglement wordt beheerst door Nederlands recht. De Nederlandse rechter is exclusief bevoegd om geschillen als gevolg van of in verband met dit reglement (inclusief geschillen omtrent het bestaan, de geldigheid of de beëindiging van dit reglement) te beslechten.
24.4
Partiële nietigheid. Indien een of meer bepalingen van dit reglement ongeldig zijn of worden tast dit de geldigheid van de overblijvende bepalingen niet aan.
24.5
Vaststelling. Dit reglement is vastgesteld door de bondsraad in zijn vergadering van 9 april 2010.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Bijlage 1 Modelreglement Vakgroep
1
Vakgroepbestuur Benoeming
1.1
De leden van een vakgroep benoemen buiten vergadering uit hun midden een vakgroepbestuur dat uit ten minste drie en ten hoogste vijfentwintig leden bestaat. Deze benoeming geschiedt door middel van een schriftelijke procedure ter zake waarvan ieder lid in de gelegenheid wordt gesteld om deel te nemen.
1.2
Ten minste twintig leden van een vakgroep hebben gezamenlijk het recht om kandidaten te stellen voor de vervulling van vacatures in het vakgroepbestuur.
1.3
Bij de kandidaatstelling van leden voor het vakgroepbestuur wordt rekening gehouden met een zekere regionale spreiding, alsmede met leeftijd en geslacht, zodat een afspiegeling ontstaat van het ledental van de vakgroep in het vakgroepbestuur, alsmede een afspiegeling van bedrijfstakken casu quo bedrijven.
1.4
De verkiezing van leden van het vakgroepbestuur vindt plaats op basis van een door de bondsraad vastgesteld profiel voor de desbetreffende vacature in het vakgroepbestuur.
1.5
Bij het ontstaan van tussentijdse vacatures wordt hierin voorzien door een tussentijdse verkiezing door en uit de leden van de vakgroep. Een aldus gekozen lid treedt af in hetzelfde jaar als degene zou aftreden wiens plaats hij vervult.
1.6
Indien een lid van het vakgroepbestuur van werkkring verandert en daardoor bij een andere vakgroep wordt ingedeeld kan dat lid geen deel meer uitmaken van het vakgroepbestuur en is daardoor aftredend. Vergaderingen en besluitvorming
48
1.7
Het vakgroepbestuur vergadert zo dikwijls als het dit nodig oordeelt, doch ten minste één keer per jaar. Het vakgroepbestuur komt tevens bijeen wanneer twee of meer leden van het vakgroepbestuur daarom verzoeken of op verzoek van het bondsbestuur, al dan niet in het kader van hetgeen staat vermeld in artikel 7.2 sub e van het huishoudelijk reglement.
1.8
Ieder lid van het vakgroepbestuur heeft het recht te verlangen dat een onderwerp op de agenda van een vergadering van het vakgroepbestuur wordt geplaatst.
1.9
Vergaderingen van een vakgroepbestuur worden over het algemeen gehouden ten kantore van de bond maar kunnen ook elders worden gehouden. Vergaderingen van de vakgroep kunnen tevens worden gehouden door middel van conference call, video conference of andere communicatiemiddelen, mits de deelnemers daarbij tegelijkertijd met elkaar kunnen communiceren.
1.10
Ieder lid van een vakgroep kan bij het vakgroepbestuur voorstellen indienen over de structuur, werkwijze en activiteiten van de vakgroep. Het vakgroepbestuur is niet gehouden dergelijke voorstellen te implementeren of anderszins op te volgen.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
49
1.11
De leden van een vakgroepbestuur bevorderen zoveel mogelijk dat besluiten bij unanimiteit worden genomen. Ieder lid van een vakgroepbestuur heeft één stem. Blanco stemmen gelden niet als uitgebrachte stemmen.
1.12
Indien unanimiteit niet haalbaar blijkt, worden besluiten van het vakgroepbestuur genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien de stemmen staken over een voorstel dat niet de verkiezing van personen betreft, wordt het voorstel geacht verworpen te zijn. Het vakgroepbestuur kan slechts besluiten nemen indien een meerderheid van de in functie zijnde leden van het vakgroepbestuur ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Is het vereiste aantal leden van het vakgroepbestuur niet aanwezig, dan wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden van het vakgroepbestuur, omtrent de onderwerpen op de agenda van de voorafgaande vergadering kan worden besloten.
1.13
Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootst aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien meerdere personen evenveel stemmen op zich verenigen en voor herstemming in aanmerking zouden komen, zal door loting worden beslist, wie van hen voor herstemming in aanmerking komt.
1.14
Besluiten van het vakgroepbestuur worden in beginsel genomen in een vergadering van het vakgroepbestuur. Besluiten van het vakgroepbestuur kunnen ook schriftelijk worden genomen, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde leden van het vakgroepbestuur is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle leden van het vakgroepbestuur. Een verklaring van een lid van het vakgroepbestuur dat zich ter zake van een schriftelijk te nemen besluit wil onthouden van stemming, dient in te houden dat hij zich niet tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden een relaas opgemaakt dat door de voorzitter van het vakgroepbestuur wordt ondertekend.
1.15
Van een door het vakgroepbestuur genomen besluit kan extern worden blijk gegeven door een verklaring van de voorzitter van het vakgroepbestuur.
1.16
Van dit reglement kan worden afgeweken na schriftelijke goedkeuring door het bondsbestuur.
1.17
Een verzoek tot afwijking kan door het vakgroepbestuur schriftelijk worden ingediend bij het bondsbestuur.
1.18
Het bondsbestuur is gehouden binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek ofwel goedkeuring te verlenen aan het verzoek van het betreffende vakgroepbestuur, ofwel met redenen omkleed te berichten om welke reden goedkeuring niet of niet ten aanzien van alle bepalingen wordt verleend.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Bijlage 2 Modelreglement Bestuursplatform
1
Bestuur van een bestuursplatform Benoeming
1.1
De leden van een bestuursplatform benoemen buiten vergadering uit hun midden een bestuur van het bestuursplatform dat uit ten minste drie leden bestaat. Deze benoeming geschiedt door middel van een schriftelijke procedure ter zake waarvan ieder lid in de gelegenheid wordt gesteld om deel te nemen.
1.2
Ten minste twintig leden van een bestuursplatform hebben gezamenlijk het recht om kandidaten te stellen voor de vervulling van vacatures in het bestuur van een bestuursplatform.
1.3
Bij de kandidaatstelling van leden voor het bestuur van een bestuursplatform wordt rekening gehouden met leeftijd, geslacht, actief/niet-actief, zodat een afspiegeling ontstaat van het ledental van het bestuursplatform in het bestuur van het bestuursplatform.
1.4
De verkiezing van leden van het bestuur van een bestuursplatform vindt plaats op basis van een door de bondsraad vastgesteld profiel voor de desbetreffende vacature in dat bestuur.
1.5
Bij het ontstaan van tussentijdse vacatures wordt hierin voorzien door een tussentijdse verkiezing door en uit de leden van het bestuursplatform. Een aldus gekozen lid treedt af in hetzelfde jaar als degene zou aftreden wiens plaats hij vervult.
1.6
Indien een lid van het bestuur van een bestuursplatform van woonplaats verandert en daardoor bij een ander bestuursplatform wordt ingedeeld kan dat lid geen deel meer uitmaken van het bestuur van het bestuursplatform waar hij niet langer is ingedeeld; hij is daardoor aftredend. Vergaderingen en besluitvorming
50
1.7
Het bestuur van een bestuursplatform vergadert zo dikwijls als het dit nodig oordeelt, doch ten minste één keer per jaar. Het bestuur komt tevens bijeen wanneer twee of meer leden van het bestuur van een bestuursplatform daarom verzoeken,of op verzoek van het bondsbestuur.
1.8
Ieder lid van het bestuur van een bestuursplatform heeft het recht te verlangen dat een onderwerp op de agenda van een vergadering van dat bestuur wordt geplaatst.
1.9
Vergaderingen van bestuur van een bestuursplatform worden over het algemeen gehouden ten kantore van de bond maar kunnen ook elders worden gehouden. Deze vergaderingen kunnen tevens worden gehouden door middel van conference call, video conference of andere communicatiemiddelen, mits de deelnemers daarbij tegelijkertijd met elkaar kunnen communiceren.
1.10
Ieder lid van een bestuursplatform kan bij het bestuur van een bestuursplatform voorstellen indienen over de structuur, werkwijze en activiteiten van het bestuurs-
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
platform. Het bestuur is niet gehouden dergelijke voorstellen te implementeren of anderszins op te volgen. 1.11
De leden van een bestuur van een bestuursplatform bevorderen zoveel mogelijk dat besluiten bij unanimiteit worden genomen. Ieder lid van een dergelijk bestuur heeft één stem. Blanco stemmen gelden niet als uitgebrachte stemmen.
1.12
Indien unanimiteit niet haalbaar blijkt, worden besluiten van het bestuur van een bestuursplatform genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien de stemmen staken over een voorstel dat niet de verkiezing van personen betreft, wordt het voorstel geacht verworpen te zijn. Het bestuur van een bestuursplatform kan slechts besluiten nemen indien een meerderheid van de in functie zijnde leden van het bestuur ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Is het vereiste aantal leden van het bestuur niet aanwezig, dan wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden van het bestuur, omtrent de onderwerpen op de agenda van de voorafgaande vergadering kan worden besloten.
1.13
Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootst aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien meerdere personen evenveel stemmen op zich verenigen en voor herstemming in aanmerking zouden komen, zal door loting worden beslist, wie van hen voor herstemming in aanmerking komt.
1.14
Besluiten van het bestuur van een bestuursplatform worden in beginsel genomen in een vergadering van het bestuur van het bestuursplatform. Besluiten van dit bestuur kunnen ook schriftelijk worden genomen, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde leden van het bestuur is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle leden van het bestuur. Een verklaring van een lid van het bestuur dat zich ter zake van een schriftelijk te nemen besluit wil onthouden van stemming, dient in te houden dat hij zich niet tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden een relaas opgemaakt dat door de voorzitter van het bestuur wordt ondertekend.
1.15
Van een door het bestuur van een bestuursplatform genomen besluit kan extern worden blijk gegeven door een verklaring van de voorzitter van dat bestuur.
2.
Plaatselijke afdelingen Afdelingsbestuur
51
2.1
Het bestuur van een plaatselijke afdeling wordt benoemd door en uit de stemgerechtigde leden van de bond die binnen het geografische gebied van de plaatselijke afdeling blijkens het ledenregister van de bond op 1 januari van het desbetreffende jaar hun woonadres hebben.
2.2
De functies in het bestuur van een plaatselijke afdeling worden door de bestuurders in onderling overleg verdeeld.
2.3
Elke bestuurder van een plaatselijke afdeling treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af, met dien verstande dat zolang in zijn vacature niet is voorzien, hij in functie blijft. Een aftredende bestuurder is terstond tweemaal herbenoembaar voor een termijn van steeds vier jaar.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
52
2.4 a. b. c.
Een bestuurder van een plaatselijke afdeling defungeert voorts door: het eindigen van zijn lidmaatschap van de bond; zijn vrijwillig ontslag; ontslag door de afdelingsvergadering.
2.5
Een bestuurder van een plaatselijke afdeling kan als zodanig worden geschorst door het bondsbestuur, bij kennelijke ongeschiktheid voor de uitoefening van diens functie als bestuurder. Voordat het bondsbestuur daartoe overgaat, hoort het hierover de overige bestuurders van de plaatselijke afdeling.
2.6
Het bestuur van een plaatselijke afdeling vergadert zo dikwijls als zijn voorzitter wenselijk acht, doch ten minste eenmaal per jaar.
2.7
In vergaderingen van het bestuur van een plaatselijke afdeling kunnen slechts besluiten worden genomen indien ten minste de helft van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
2.8
Het bestuur van een plaatselijke afdeling kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, mits alle bestuurders zich omtrent het desbetreffende voorstel schriftelijk hebben uitgesproken, waaronder begrepen per elektronische gegevensdrager.
2.9
Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgesteld, die na vaststelling door het bestuur van de plaatselijke afdeling door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.
2.10
Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3.
Seniorenraad
3.1
De verkiezing van de leden van de seniorenraad wordt door het bondsbestuur geregeld. De zittingstermijn van de leden van de seniorenraad is vier jaar. De periodiek aftredende leden zijn terstond tweemaal herkiesbaar voor een termijn van steeds vier jaar.
3.2
De seniorenraad adviseert het bondsbestuur over het bondsbeleid voor senioren en de activiteiten die de bond ontplooit of kan ontplooien voor senioren. Een afgevaardigde van de seniorenraad is bevoegd om de bondsraadvergaderingen bij te wonen en daarin advies uit te brengen over voorliggende onderwerpen.
3.3
De seniorenraad komt zo vaak bij elkaar als door zijn voorzitter of het bondsbestuur nodig wordt geacht.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
53
4.
Andersactievenraad
4.1
De verkiezing van de leden van de andersactievenraad wordt door het bondsbestuur geregeld. De zittingstermijn van de leden van de andersactievenraad is vier jaar. De periodiek aftredende leden zijn terstond tweemaal herkiesbaar voor een termijn van steeds vier jaar.
4.2
De andersactievenraad adviseert het bondsbestuur over het bondsbeleid voor andersactieven en de activiteiten die de bond ontplooit of kan ontplooien voor andersactieven. Een vertegenwoordiger van de andersactievenraad is bevoegd om de bondsraadvergaderingen bij te wonen en daarin advies uit te brengen over voorliggende onderwerpen.
4.3
De andersactievenraad komt zo vaak bij elkaar als door zijn voorzitter of het bondsbestuur nodig wordt geacht.
5.
Wijziging reglement
5.1
Van dit reglement kan worden afgeweken na schriftelijke goedkeuring door het bondsbestuur.
5.2
Een verzoek tot afwijking kan door het bestuur van een bestuursplatform schriftelijk worden ingediend bij het bondsbestuur.
5.3
Het bondsbestuur is gehouden binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek ofwel goedkeuring te verlenen aan het verzoek van het betreffende bestuur van een bestuursplatform, ofwel met redenen omkleed te berichten om welke reden goedkeuring niet of niet ten aanzien van alle bepalingen wordt verleend.
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
54
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Vrijwilligersreglement CNV Vakmensen
Vakmensen
CNV Vakmensen is een beweging die mensen tot hun recht laat komen. Mensen staan centraal in ons handelen. Dat uit zich in de doelen die we willen bereiken (een rechtvaardige samenleving waarin iedereen mee kan doen en tot zijn bestemming kan komen) en in de wijze waarop we dat willen doen (met persoonlijke aandacht en respect voor ieder mens).
artikel 1. Inleiding CNV Vakmensen is een vakorganisatie van en voor werkenden, die de belangen behartigt van de (oud)werknemers, in het bijzonder voor de leden. De vele werkzaamheden die hieruit voortvloeien, kunnen onmogelijk alleen door mensen in de werkorganisatie gedaan worden. Inzet van vrijwilligers, in onze bond kaderleden genoemd, is daarbij onmisbaar. De bond zou ook niet anders willen. Want kaderleden staan heel dicht bij de leden. Zij spreken de taal van de leden en kennen hun belevingswereld. Zij waarborgen de persoonlijke aandacht voor elk lid en zijn daarom van onschatbare waarde voor de bond. Om de werkzaamheden van kaderleden goed te laten verlopen is het raadzaam om afspraken te maken over hoe de professionals in de werkorganisatie en de kaderleden met elkaar omgaan en wat kaderlid en bond van elkaar mogen verwachten. De afspraken zijn vastgelegd in dit vrijwilligersreglement. De overeenkomst begint met de missie van CNV Vakmensen, die de basis is van het werk dat de vertegenwoordigers van de werkorganisatie en kaderleden doen.
artikel 2. Missie CNV Vakmensen wil de belangen van mensen behartigen op het gebied van werk en inkomen. Vanuit ons christelijk-sociaal denken geloven wij dat het doel van ieder mens is tot zijn bestemming te komen; zowel op materieel als op immaterieel gebied. CNV Vakmensen wil hieraan bijdragen door mensen weerbaar, betrokken, respectvol en nieuwsgierig te maken. Wij kiezen voor een samenleving waarin duurzaamheid en betrokkenheid leidende begrippen zijn. CNV Vakmensen wil deze bijdrage leveren met deskundige en betrokken professionals en leden. De christelijke identiteit wordt zichtbaar gemaakt in visie, beleid en gedrag. Kernwaarden die bij onze visie, beleid en gedrag horen zijn: verantwoordelijkheid rechtvaardigheid duurzaamheid naastenliefde solidariteit We geven invulling aan onze missie langs drie centrale lijnen: Belangenbehartiging Emancipatie Maatschappijhervorming Om de missie tot uitvoer te brengen zijn kaderleden enorm belangrijk. CNV Vakmensen wil zich onder meer onderscheiden door: Een persoonlijke benadering. Leden zijn geen nummers maar mensen met elk hun eigen wensen en problemen; Een grote openheid. Leden worden uitgenodigd om mee te denken, te praten en te beslissen over het beleid van de bond; Een hoge kwaliteit en snelheid van de dienstverlening. Kwaliteit en snelheid worden voortdurend getoetst; Een grote betrouwbaarheid. Afspraken worden nagekomen. Eerlijke voorlichting is een handelsmerk. De bond gaat met overlegpartners om zoals de bond wil dat overlegpartners met hem omgaan.
56
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
CNV Vakmensen kan deze kenmerkende diensten alleen leveren dankzij optimaal gemotiveerde medewerkers. De bond wil dan ook voor zijn medewerkers een aantrekkelijke werkgever zijn. Medewerkers hebben recht op een goede kwaliteit van de arbeid, met volop mogelijkheden voor medezeggenschap, ontplooiing en eigen verantwoordelijkheid. Van allen die in de bond werkzaam zijn, mag worden verwacht dat zij zich optimaal inzetten om de missie van de bond waar te maken.
Artikel 3. Definitie kaderlid Kaderleden zijn mensen die lid zijn van CNV Vakmensen. Zij voeren in hun vrije tijd regelmatig of structureel activiteiten uit, die in het belang zijn van CNV Vakmensen en zijn leden. Dit doen zij op basis van vrijwilligheid, het is onbetaald werk. Wel worden de onkosten, die zij moeten maken in het kader van de werkzaamheden voor de bond, vergoed*. Een kaderlid van CNV Vakmensen conformeert zich aan de visie en missie van de bond, en zal zijn werkzaamheden uitvoeren op een wijze die in lijn is met dit gedachtegoed.
Artikel 4. Werving kaderleden Zowel voor het kaderlid als de bond is het van groot belang dat de juiste man of vrouw op de juiste plaats komt. Ieder mens heeft eigen talenten. Het is de kunst om die talenten zo aan te wenden dat kaderlid én bond daar de meeste voldoening aan beleven. Beiden moeten het werk als plezierig en zinvol ervaren. Een vertegenwoordiger van de werkorganisatie (bijvoorbeeld een bestuurder) zal met ieder nieuw kaderlid een gesprek voeren. Daarbij zullen wensen en mogelijkheden geïnventariseerd worden. Samen wordt gekozen voor de kaderfunctie die het best past bij de wensen van het kaderlid en de door de bond gewenste kwaliteit.
Artikel 5. Overleg Een vertegenwoordiger van de werkorganisatie (bijvoorbeeld een bestuurder) houdt regelmatig overleg met de kaderleden. Daarbij komt aan de orde of de kaderleden tevreden zijn met de door de bond toegezegde ondersteuning, scholing, begeleiding en informatievoorziening. Ook wordt, aan de hand van de functieomschrijving en de afspraken in de vrijwilligersovereenkomst, bekeken hoe de kaderleden hun functie uitoefenen. Over eventuele knelpunten worden schriftelijke afspraken gemaakt om de situatie te verbeteren. Scholing kan hierbij een rol spelen. Deze afspraken worden voorzien van een tijdpad.
Artikel 6. Toetsing Er zijn verschillende contactmomenten tussen bestuurder en kaderlid, vaak collectief. Een kaderlid kan altijd een individueel gesprek aanvragen waarbij hij/zij zijn wensen en behoeften kan kenbaar maken. Daarnaast zal ieder kaderlid een aantal scholingsmodules volgen waarbij trainers kijken naar de vaardigheden en behoeften van kaderleden.
Artikel 7. Wat verwacht de bond van zijn kaderleden? Kaderleden moeten in elk geval de missie (artikel 2) onderschrijven. Dit betekent dat de dienstverlening van kaderleden zich kenmerkt door de volgende kernwaarden: -
verantwoordelijkheid rechtvaardigheid duurzaamheid naastenliefde solidariteit
* art. 3 & 8.3. Kaderleden die op voordracht van de bond worden benoemd in een extern bestuurlijk orgaan (zoals een PBOorgaan of een pensioenfonds), krijgen vacatiegeld van het betreffende orgaan. Ook declareren zij bij dit externe bestuursorgaan hun onkosten. Overige kaderleden kunnen een beroep doen op de declaratieregeling van CNV Vakmensen.
57
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
CNV Vakmensen verwacht daarnaast van kaderleden dat zij: 1. Kennis nemen van deze vrijwilligersovereenkomst en de inhoud daarvan onderschrijven. 2. Hun functie- en taakomschrijving onderschrijven. 3. Zich houden aan beleidsbesluiten van bondsraad en bondsbestuur en deze uitdragen. 4. Knelpunten in de uitoefening van de kaderfunctie direct melden aan degene die in de werkorganisatie verantwoordelijk is (bijvoorbeeld de bestuurder). 5. Informatie van en over leden geheimhouden; ook wanneer je geen (kader)lid meer bent van CNV Vakmensen. 6. Zorgvuldig gebruik van (sociale) media. Geen schade berokkenen aan de bond en de leden. Het starten van blogs, accounts, Facebook-pagina’s, sites, met de naam CNV Vakmensen is voorbehouden aan de afdeling Communicatie, Marketing & Sales. 7. Hun taak naar eer en geweten vervullen. 8. De werkorganisatie van informatie voorzien, over zaken die in het belang zijn van leden of de bond. 9. Beschikken over een e-mailadres voor de uitwisseling van informatie.
Artikel 8. Wat mogen kaderleden van de bond verwachten? Kaderleden kunnen er op rekenen dat de bond voor hen randvoorwaarden zal scheppen om optimaal te kunnen functioneren. Het gaat daarbij onder meer om: 1. Informatie, begeleiding en ondersteuning 2. Scholing Kaderleden hebben recht op scholing die nodig is voor de uitoefening van het kaderwerk. Aan iedere taak zijn een aantal vaste modules gekoppeld. Deze modules moeten de basis zijn voor het zo goed mogelijk uitvoeren van de taak. Als een kaderlid aanvullende scholing nodig heeft, worden hierover direct afspraken gemaakt. 3. Een passende onkostenvergoeding* 4. Juridische ondersteuning in geval van schade ten gevolge van de kaderfunctie. 5. Aansprakelijkheid Indien er sprake is van schade aan derden door toedoen van een kaderlid in verband met door de bond opgedragen werkzaamheden, zijn de kaderleden niet aansprakelijk. Het gaat hierbij om werkzaamheden in het kader van promotie, zoals, werkplekbezoeken, hiervoor is een verzekering afgesloten. ‘Verkeerde’ adviezen vallen niet onder deze verzekering. Als een lid hierdoor schade leidt, zal deze schade niet op het kaderlid worden verhaald, maar door de bond worden gedragen. 6. Ongevallenverzekering Het CNV heeft een ongevallenverzekering afgesloten voor de kaderleden van een aantal bonden, waaronder CNV Vakmensen. Deze verzekering is van kracht tijdens: werkzaamheden voor de bond. 7. Randvoorwaarden in de cao CNV Vakmensen zal ernaar streven om in de cao randvoorwaarden te realiseren voor kaderleden van de bond, zodat zij zich optimaal als vertegenwoordiger kunnen inzetten voor de belangenbehartiging van de bond en in het bijzonder van zijn leden.
* art. 3 & 8.3. Kaderleden die op voordracht van de bond worden benoemd in een extern bestuurlijk orgaan (zoals een PBOorgaan of een pensioenfonds), krijgen vacatiegeld van het betreffende orgaan. Ook declareren zij bij dit externe bestuursorgaan hun onkosten. Overige kaderleden kunnen een beroep doen op de declaratieregeling van CNV Vakmensen.
58
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
8.
Materiaal en middelen CNV Vakmensen stelt middelen beschikbaar, zodat kaderleden hun taak zo goed en veilig mogelijk kunnen uitvoeren. Denk aan kleding, veiligheidsschoenen, helm, etc. In sommige gevallen worden middelen opgenomen in de vrijwilligersovereenkomst, zoals een mobiele telefoon. Deze wordt ingeleverd wanneer een kaderlid stopt met zijn taak.
Artikel 9. Vertrek van kaderleden Wanneer een kaderlid besluit te stoppen met zijn kaderwerkzaamheden of vanuit de bond er reden is om te stoppen, zal er een gesprek plaatsvinden met zijn directe begeleider. In dit gesprek zal de reden van vertrek besproken worden. Dit in het belang van het kaderlid zelf, de bond en de dienstverlening aan de leden. Wél kan naar een andere kaderfunctie worden gezocht die beter bij de persoonlijke mogelijkheden aansluit. Ieder kaderlid dat afscheid neemt van de bond, ontvangt van het bondsbestuur een persoonlijke brief. Daarnaast zal de verantwoordelijk begeleider op gepaste wijze afscheid nemen. Het vrijwilligersreglement is geaccordeerd op de bondsraadvergadering van 29 en 30 november 2012.
59
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Reglement rechtshulp >> januari 2015
Vakmensen
60
Statuten en huishoudelijk reglement | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 1 | Definities Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: het lid De natuurlijke persoon die is toegetreden tot CNV Vakmensen en van wie het lidmaatschap conform de bepalingen van hoofdstuk 3 van de Statuten is ingegaan. de medewerker De vakbondsconsulent, rechtshulpverlener of bondsadvocaat in dienst van CNV Vakmensen dan wel de sociaal juridisch medewerker die werkzaamheden verricht ten behoeve van CNV Vakmensen. juridisch advies Het geven van een mondeling of schriftelijk advies aan leden ter voorkoming of oplossing van een (dreigend) geschil, dat tot stand komt na een inhoudelijke beoordeling van een kwestie, waarna het lid door de medewerker wordt aangegeven op welke wijze en langs welke weg het lid de kwestie verder kan (laten) oppakken. rechtsbijstand Het optreden in of buiten rechte voor en/of namens een lid door een medewerker van CNV Vakmensen, respectievelijk door een andere door CNV Vakmensen aangezochte rechtshulpverlener.
61
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 2 | Werkingssfeer Artikel 2. toepasselijk recht Rechtshulp wordt uitsluitend verleend binnen Nederland, in zaken waarin de Nederlandse rechter bevoegd is en Nederlands recht of in Nederland geldend internationaal of supranationaal recht van toepassing is. In zaken waarin grensarbeid aan de orde is, kan CNV Vakmensen ervoor kiezen om rechtshulp in te roepen van een buitenlandse vakbond en kan het lid wel worden geholpen in zaken die vallen buiten de werkingssfeer.
Artikel 3. gebieden van rechtshulp Rechtshulp wordt gegeven bij geschillen of dreigende geschillen op het gebied van arbeid, inkomen en sociale zekerheid in ruime zin. Bijlage 1 bevat een nadere aanduiding van de toepasselijke rechtsgebieden. Ten aanzien van zaken op het gebied van het verkeersrecht zijn nadere voorwaarden gesteld voor de rechtsbijstandverlening. Deze voorwaarden zijn uitgewerkt in bijlage 2. Ten behoeve van Zelfstandigen Zonder Personeel verleent CNV Vakmensen rechtshulp onder de voorwaarden zoals verwoord het Reglement Dienstverlening aan Zelfstandigen Zonder Personeel.
62
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 3 | Aanspraak op rechtshulp Artikel 4. recht op juridisch advies en rechtsbijstand Leden en degenen die ingevolge artikel 3 van het Huishoudelijk Reglement van CNV Vakmensen in de rechten van leden treden, hebben recht op juridisch advies en rechtsbijstand door CNV Vakmensen. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 van dit reglement heeft men recht op juridisch advies met ingang van de dag waarop het aanmeldingsformulier door CNV Vakmensen is ontvangen. Recht op rechtsbijstand ontstaat vanaf aanvang van het lidmaatschap voor zover er sprake is van een zaak die is ontstaan na de datum van aanvang van het lidmaatschap. Onder de voorwaarden van artikel 12 en 13 van dit reglement kan ook voor zaken die zijn ontstaan vóór de datum van aanvang van het lidmaatschap rechtsbijstand worden verleend. Een zaak ontstaat op de datum waarop het voor het lid duidelijk is of redelijkerwijs duidelijk kan zijn, dat er een vraag of probleem bestaat waarvoor hij rechtsbijstand nodig heeft c.q. zou kunnen hebben.
Artikel 5. uitsluitingen van rechtshulp Geen rechtshulp wordt verleend: Indien de gebeurtenis die het juridische probleem heeft doen ontstaan, het evident beoogde of redelijkerwijs te verwachten gevolg is geweest van het handelen of nalaten van het lid; Wanneer een lid problemen heeft die ontstaan uit de hoedanigheid van werkgever of directielid; Aan een lid in een zaak tegen een ander lid of tegen het CNV of een bij het CNV aangesloten organisatie, tenzij CNV Vakmensen gebruik maakt van de in artikel 16 van dit reglement gegeven bevoegdheid; In zaken waarin cassatieberoep bij de Hoge Raad dient te worden ingesteld. Deze uitsluiting omvat eveneens het aanvragen van een cassatieadvies bij een daartoe bevoegde advocaat; Indien het financiële belang van het lid (bedoeld wordt de hoofdsom van de vordering) bij het geschil of de gebeurtenis € 150,00 netto of € 220,00 bruto bedraagt. Hierop bestaan twee uitzonderingen: a. Wanneer sprake is van een periodiek terugkerend te betalen of te ontvangen bedrag; b. Wanneer het Bondsbestuur besluit om een zaak vanwege het strategische karakter toch te laten behandelen, ook al betreft het een bedrag onder de hierboven genoemde grens.
63
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 4 | Algemene bepalingen inzake de aanspraak op rechtshulp Artikel 6. wijze van behandeling Het belang van het lid, niet enig eigen belang van CNV Vakmensen c.q. de medewerker namens CNV Vakmensen, is bepalend voor de wijze waarop de rechtshulp door de medewerker wordt verleend.
Artikel 7. aard en omvang van rechtshulp De aard en omvang van de te verlenen rechtshulp wordt bepaald op basis van een inhoudelijke beoordeling van de zaak door de behandelend medewerker. Aanspraak op rechtshulp bestaat uitsluitend indien en voor zover er naar het oordeel van de medewerker van CNV Vakmensen een redelijke kans aanwezig is het beoogde resultaat te halen. Wanneer de medewerker van mening is dat die kans niet langer bestaat, zal hij/zij dit met opgave van redenen schriftelijk aan het lid mededelen.
Artikel 8. verplichtingen van het lid Het lid is verplicht om desgevraagd alle door de behandelend medewerker gewenste informatie te verstrekken dan wel uit eigen beweging inlichtingen te verschaffen waarvan hij kan weten of vermoeden dat dit noodzakelijk is voor de behandeling van zijn zaak. Voorts is het lid verplicht om alle medewerking te verlenen die overigens noodzakelijk is voor de behandeling van de zaak, zich te onthouden van met het oog op de behandeling van zijn zaak nadelige handelingen en alle aanwijzingen van CNV Vakmensen op te volgen.
Artikel 9. afkopen van vorderingen CNV Vakmensen is gerechtigd om in plaats van het verlenen of verder verlenen van rechtshulp, het betrokken lid een bedrag aan te bieden ter grootte van het financiële belang.
Artikel 10. opschorting Het verlenen van rechtshulp aan een lid wordt opgeschort, indien een achterstand in de contributiebetaling is ontstaan.
Artikel 11. beëindiging Het verlenen van rechtshulp aan een lid wordt beëindigd, indien: Het lidmaatschap van CNV Vakmensen wordt beëindigd conform 10 artikel van de Statuten; Een lid zijn of haar verplichting uit artikel 8 van dit reglement niet nakomt. In beide gevallen zal de beëindiging van de rechtshulp namens CNV Vakmensen met opgave van redenen schriftelijk aan het lid worden medegedeeld.
64
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 5 | Bijzondere bepalingen inzake betaalde rechtsbijstand Artikel 12. betaling van rechtsbijstand Indien zich een zaak voordoet, voordat er sprake is van een lidmaatschap van CNV Vakmensen, kan iemand lid worden van CNV Vakmensen en onder nadere voorwaarden toch direct aanspraak maken op (betaalde) rechtsbijstand. Op juridisch advies kan een lid in deze situatie wel kosteloos aanspraak maken, maar is dit gelimiteerd tot een tijdsbestek van één uur. Het lid dat aanspraak wil maken op betaalde rechtsbijstand, heeft recht op rechtsbijstand tegen een tarief dat jaarlijks door het Bondsbestuur wordt vastgesteld. Een voorschot op dit bedrag dient voorafgaand aan de behandeling van de zaak te worden betaald. Tevens is een intentieverklaring omtrent de lidmaatschapsduur vereist. Met betrekking tot een lid dat op deze basis aanspraak maakt op rechtsbijstand, geldt dat het door de gerechten geheven vast recht en de verschuldigde kosten aan de deurwaarder door CNV Vakmensen vanuit het voorschot worden voldaan. Indien deze kosten bij een gewonnen procedure aan het lid worden toegewezen, is hij/zij verplicht deze kosten conform artikel 15 van dit reglement aan CNV Vakmensen te voldoen. Ten aanzien van een mogelijke proceskostenveroordeling, inhoudende het salaris voor gemachtigde, geldt dat deze bij een positief vonnis ten behoeve van het lid komt, maar bij een negatief vonnis (een veroordeling in de kosten van de wederpartij) ook voor diens rekening komt.
Artikel 13. uitzonderingen op de betaling van rechtsbijstand Het Bondsbestuur kan in afwijking van artikel 12 besluiten dat rechtsbijstand wordt verleend in een zaak die is ontstaan vóór datum aanvang lidmaatschap, wanneer die zaak samenhangt met een zaak die is ontstaan na datum aanvang lidmaatschap en deze zaken zich bovendien lenen voor gezamenlijke behandeling.
65
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 6 | Kosten van rechtsbijstand Artikel 14. specificatie kosten van rechtsbijstand De kosten van rechtsbijstand omvatten: de kosten van de rechtshulpverlener; de honoraria en verschotten van de door CNV Vakmensen ingeschakelde advocaten, procesadvocaten en deurwaarders; de kosten, verbonden aan het betekenen en executeren van een rechterlijke uitspraak tot een maximum van € 500,00; overige aan de deurwaarder verschuldigde afwikkelingskosten; de kosten van medische verklaringen van de eigen behandelend arts, waarbij een eigen bijdrage van € 30,00 verschuldigd is; de kosten van de in te schakelen onafhankelijk medisch deskundige, waarbij een eigen bijdrage van € 100,00 verschuldigd is; de kosten, verbonden aan het inwinnen van inlichtingen en het verzamelen van feiten; het door de gerechten geheven vast recht; de proceskosten van de tegenpartij, voor zover door een lid verschuldigd krachtens een onherroepelijke rechterlijke uitspraak. Of de voornoemde kosten ten behoeve van de rechtsbijstand gemaakt moeten worden, is afhankelijk van het belang en staat ter beoordeling van de behandelend medewerker.
Artikel 15. kosten van rechtsbijstand ten behoeve van CNV Vakmensen Indien het lid de kosten van rechtsbijstand kan verhalen op een tegenpartij of derde, is hij of zij verplicht om die kostenvergoeding volledig ten goede te laten komen aan CNV Vakmensen.
Artikel 16. vervangende voorziening In het geval, bedoeld in artikel 5 ten derde, kan het lid verwezen worden naar een andere rechtsbijstandverlener. CNV Vakmensen kan voor deze rechtsbijstand een tegemoetkoming in de kosten verlenen.
66
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 7 | Aansprakelijkheid Artikel 17. uitsluiting van aansprakelijkheid Iedere aansprakelijkheid in verband met het verlenen van rechtshulp, is beperkt tot het bedrag waarop de door CNV Vakmensen gesloten aansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico. Indien deze aansprakelijkheidsverzekering niet tot uitbetaling overgaat, is iedere aansprakelijkheid beperkt tot € 5.000,00.
67
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Hoofdstuk 8 | Geschillen en uitzonderingen Artikel 18. klachten over de medewerker en de behandeling van de zaak Klachten van het lid over de verlening van de rechtshulp door een medewerker van CNV Vakmensen ten aanzien van ondermeer de uitkomst van de behandeling van de zaak, de kwaliteit van de behandeling of het optreden van de medewerker, kunnen worden voorgelegd aan de klachtencommissie. De leden van de klachtencommissie worden benoemd door het Bondsbestuur. De werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie zijn nader bepaald in een klachtenreglement. Dit reglement is uitgewerkt in bijlage 3.
Artikel 19. geschillen over haalbaarheid van de zaak Indien tussen het lid en de medewerker een verschil van mening bestaat omtrent: • het niet of niet langer aanwezig zijn van een redelijke kans het beoogde resultaat te behalen als bedoeld in artikel 7; • het aanwenden van enig rechtsmiddel; • het accepteren van enig schikkingsvoorstel; wordt een dergelijk geschil voorgelegd aan de bondsadvocaat voor het geven van een bindend advies. Deelt de bondsadvocaat de mening van het lid, dan zal de rechtshulp worden verleend met inachtneming van het bindend advies. Deelt de bondsadvocaat de mening van het lid niet, dan heeft het lid het recht om de rechtshulp elders op eigen kosten voort te zetten.
Artikel 20. geschillen over toepassing van algemene voorwaarden Indien tussen het lid en de medewerker een verschil van mening bestaat omtrent de uitleg en toepassing van enige bepaling in dit reglement, met uitzondering van artikel 21, wordt een dergelijk geschil ter beslechting van een bindend advies voorgelegd aan de bondsadvocaat.
Artikel 21. hardheidsclausule Het Bondsbestuur is bevoegd, zulks geheel ter harer beoordeling, om wegens klemmende redenen of bijzondere omstandigheden in een individueel geval, af te wijken van de in dit reglement neergelegde bepalingen en beperkingen. Een door het Bondsbestuur daaromtrent genomen beslissing is uitdrukkelijk uitgesloten van de in artikel 19 neergelegde geschillenregeling.
68
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Bijlage 1 rechtsgebieden (artikel 3) Uitwerking van de criteria arbeid, inkomen en sociale zekerheid -
Arbeid
01.
Het Burgerlijk Wetboek (BW), boek 7 titel 10, waaronder de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst betreffende aanneming van werk, de overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten (opdracht) en de overeenkomst van handelsvertegenwoordiging. Het Wetboek van Koophandel (WvK), in het bijzonder de bepalingen betreffende de arbeidsovereenkomst tot de vaart der zee. De Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Wet CAO) en de Wet op het algemeenverbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van Collectieve Arbeidsovereenkomsten (Wet AVV). Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA), met daarbij het Ontslagbesluit. De Faillissementswet (Fw), voor zover betreffend een aanvraag tot faillietverklaring, de rechtsverhoudingen van de werknemer tot de failliete werkgever en de overnameverplichtingen ex artikel 61 e.v. Werkloosheidswet (WW). De Wet Minimumloon en Minimum vakantiebijslag (WMM). De Wet Gelijke Behandeling mannen en vrouwen (WGB). De Wet op de Ondernemingsraden (WOR), voor zover betrekking hebbend op de individuele rechtspositie van ondernemingsraadsleden, alsmede de daarmee gelijk gestelden. De Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW). De Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV). De Arbeidstijdenwet (ATW). De Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet).
02. 03.
04. 05.
06. 07. 08.
09. 10. 11. 12.
-
Inkomen
13.
Pensioenen.
-
Sociale zekerheid
14.
Werknemersverzekeringen, inclusief Zorgverzekeringswet (ZVW).
Op al deze rechtsgebieden heeft Internationaal Recht doorwerking, zoals het EEG-verdrag en de daarop gebaseerde Richtlijnen Gelijke Behandeling, het Europees Sociaal Handvest, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, diverse IAO-verdragen, enzovoorts. N.B.: De bovenstaande uitwerking is indicatief en niet limitatief.
69
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Bijlage 2 rechtshulp inzake verkeersrecht (artikel 3) Uitwerking van de rechtshulpverlening inzake verkeersrecht In aansluiting op de bepalingen van het reglement rechtshulp zijn de navolgende bepalingen aanvullend van toepassing.
-
Werkingssfeer Artikel 1 (toepasselijk recht) CNV Vakmensen biedt rechtshulp wanneer zich zaken voordoen die te maken hebben met het verkeersrecht. Deze rechtshulp geldt voor zowel Nederland als voor het buitenland. Artikel 2 (gebieden van rechtshulp) Onder de noemer van het verkeersrecht vallen zaken die te maken hebben met de Wegenverkeerswet, de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen en aanverwante regelingen.
-
Aanspraak op rechtshulp Artikel 3 (omvang rechtshulp) Rechtshulpverlening inzake verkeersrechtszaken vindt plaats, wanneer sprake is van een door een lid begane overtreding of een misdrijf. Artikel 4 (gedraging in bedrijfstijd) De overtreding/het misdrijf dient te zijn begaan in bedrijfstijd, c.q. uit hoofde van functioneel gebruik van het desbetreffende voertuig. Onder bedrijfstijd wordt mede begrepen de tijd waarin de werknemer zich in het kader van woon-werkverkeer verplaatst, maar met gebruikmaking van de vervoersmiddelen van de werkgever. Artikel 5 (rechtshulp bij overtreding in Nederland) In geval van een overtreding die begaan is in Nederland, is het lid geen eigen bijdrage verschuldigd. De rechtshulp bestaat uit advies, ondersteuning en zo nodig begeleiding. Artikel 6 (rechtshulp bij misdrijf in Nederland) In geval van een misdrijf dat begaan is in Nederland, is het lid wel een bijdrage verschuldigd volgens de navolgende regeling. Voor de eerste vijf uren van rechtsbijstand is geen vergoeding verschuldigd, voor het zesde tot en met tiende uur van rechtsbijstandverlening een vergoeding van vijftig procent en voor de meerdere uren boven tien uur de volledige vergoeding van de door CNV Vakmensen gemaakte kosten van rechtsbijstand. De eigen bijdrage wordt aan het lid teruggestort, indien de rechter het lid vrijspreekt van het ten laste gelegde. Artikel 7 (rechtshulp bij overtreding en misdrijf in buitenland) Voor alle overtredingen en misdrijven die begaan zijn in het buitenland en waarvoor naar het geldende recht toevoeging van een advocaat verplicht is, is geen eigen bijdrage regeling verschuldigd. De rechtshulp omvat maximaal tien uur gratis rechtsbijstand. Daarna moeten de door CNV Vakmensen gemaakte kosten van rechtsbijstand door het lid volledig worden vergoed.
70
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
-
Bijzondere bepalingen Artikel 8 (verplichting rechtshulp via derde) Indien de werkgever van het lid verplicht is het lid op grond van geldende cao-bepalingen in een voorkomend geval rechtsbijstand te verlenen, dan zal het lid van deze rechtshulp bij voorrang gebruik maken. Artikel 9 (rechtshulp op basis van gefinancierde rechtsbijstand) Indien het lid kiest voor rechtsbijstandverlening door een externe advocaat op basis van gefinancierde rechtsbijstand middels een verzoek daartoe aan de Raad voor Rechtsbijstand, kan het bondsbestuur besluiten een deel van die eigen bijdrage aan het lid te vergoeden.
-
Geschillen en uitzonderingen Artikel 10 (uitsluiting van rechtshulp) Het bondsbestuur kan rechtshulp weigeren in gevallen waarin een op grond van artikel 175 lid 2 of 3 van de Wegenverkeerswet strafbaar gesteld feit, ten laste wordt gelegd. Tegen deze beslissing staat beroep open bij de geschillencommissie van de bondsraad van CNV Vakmensen conform artikel 26 van de statuten. Artikel 11 (hardheidsclausule) Het bondsbestuur is bevoegd, zulks geheel ter harer beoordeling, om wegens klemmende redenen of bijzondere omstandigheden in een individueel geval, af te wijken van de in dit reglement neergelegde bepalingen en beperkingen.
71
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Bijlage 3 klachtenreglement (artikel 18) Uitwerking van de bevoegdheden en werkwijze van de klachtencommissie -
Werkingssfeer Artikel 1 (onderwerp van klachten) Conform artikel 18 van het reglement rechtshulp kunnen klachten over de verlening van juridisch advies en rechtsbijstand door een medewerker van CNV Vakmensen ten aanzien van ondermeer de uitkomst van de behandeling van de zaak, de kwaliteit van de behandeling of het optreden van de medewerker door de leden van CNV Vakmensen aan de klachtencommissie individuele dienstverlening worden voorgelegd. Artikel 2 (uitsluiting van klachtbehandeling) Klachten over de dienstverlening van door CNV Vakmensen ingeschakelde derden vallen niet onder de reikwijdte van dit reglement. De klager dient in een dergelijk geval een beroep te doen op de klachtenprocedure van de ingeschakelde derde. Artikel 3 (definitie medewerker) Onder medewerker wordt verstaan: De vakbondsconsulent, rechtshulpverlener of bondsadvocaat in dienst van CNV Vakmensen dan wel de sociaal juridisch medewerker die werkzaamheden verricht ten behoeve van CNV Vakmensen.
-
Klachtencommissie Artikel 4 (algemene bepalingen) De beoordeling van de klacht vindt plaats door de door het bondsbestuur benoemde leden van de klachtencommissie. De klachtencommissie functioneert als onafhankelijke commissie en beoordeelt de klacht objectief. De leden van de klachtencommissie hebben het recht van verschoning. De voorzitter wijst in dat geval een vervanger aan. Artikel 5 (samenstelling klachtencommissie) De klachtencommissie bestaat uit een lid van het bondsbestuur, een senior rechtshulpverlener en een tweetal leden, zijnde rechtshulpverleners. Vanuit het bondsbestuur neemt de penningmeester deel in de klachtencommissie en is vanuit deze hoedanigheid tevens voorzitter van de commissie. De senior rechtshulpverlener vervult de functie van secretaris van de klachtencommissie. Indien er sprake is van een klacht over een bondsadvocaat wordt in de plaats van de twee leden (rechtshulpverleners) door een externe advocaat in de commissie zitting genomen. Artikel 6 (inschakeling van derde) De klachtencommissie kan zich ten allen tijde en in alle gevallen laten bijstaan door een onafhankelijk extern adviseur en/of een inhoudelijk deskundige. Zij doet hiervan per omgaande schriftelijk mededeling aan de klager.
-
Klachtenprocedure Artikel 7 (tijdstip van indiening van de klacht) Klachten dienen zo spoedig mogelijk ingediend te worden, maar uiterlijk zes maanden na de laatste keer dat er van de kant van CNV Vakmensen telefonisch of schriftelijk contact is geweest met het lid over de kwestie.
72
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
-
-
Artikel 8 (procedure van indiening van de klacht) De klager meldt zijn klacht telefonisch, schriftelijk of per e-mail aan CNV Vakmensen. CNV Info neemt vervolgens telefonisch contact op met het lid. CNV Info beoordeelt de klacht op hoofdlijnen en stuurt vervolgens een klachtenformulier met begeleidende brief, kopie van de klachtenregeling en retourenvelop aan het lid. Het lid vult het klachtenformulier in (al dan niet met bijlage en begeleidende brief), ondertekent het formulier en retourneert de klacht. Artikel 9 (bemiddeling) Na ontvangst van de klacht beoordeelt CNV Info de klacht op de mogelijkheid om met behulp van bemiddeling tot een oplossing te komen. Wordt bemiddeling mogelijk geacht, dan tracht CNV Info om in deze fase zo spoedig mogelijk tot een oplossing te komen. Hierin zal contact worden gezocht met de leidinggevende van de betrokken medewerker en de medewerker zelf. Bemiddeling kan inhouden dat de betrokken medewerker wordt verzocht in contact te treden met het lid om gezamenlijk de klacht op te lossen. De voortgang wordt bewaakt door CNV Info. Is bemiddeling niet mogelijk, of uiteindelijk niet mogelijk gebleken, dan draagt CNV Info zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van de klacht, de klacht over aan de klachtencommissie. Artikel 10 (overdracht aan klachten-commissie) De voorzitter van de klachtencommissie draagt zorg voor een bevestiging van de overdracht van de klacht aan de klachtencommissie aan het lid en de betrokken medewerker. Hij deelt daarin het te verwachten tijdpad mee. De betrokken medewerker wordt in de gelegenheid gesteld om na ontvangst van bovengenoemde overdracht binnen twee weken een (schriftelijke) reactie op de klacht in te dienen bij de klachtencommissie. Artikel 11 (schriftelijke afdoening) Indien naar het oordeel van de klachten-commissie de klacht kennelijk gegrond, kennelijk ongegrond, dan wel kennelijk niet ontvankelijk is, dan kan de klachtencommissie de klacht zonder mondelinge behandeling schriftelijk afdoen. Artikel 12 (hoorzitting) De klager en de betrokken medewerker worden door of namens de klachtencommissie gehoord wanneer dit naar het oordeel van de klachtencommissie gewenst is. Deze mondelinge behandeling vindt plaats binnen twee weken nadat de beslissing is genomen dat een mondelinge behandeling nodig wordt geacht. Van de mondelinge behandeling wordt een verslag gemaakt en aan de klager overhandigd. Artikel 13 (termijn van afhandeling) Voor zover er geen mondelinge behandeling plaatsvindt en een situatie als bedoeld in artikel 14 zich niet voordoet, doet de klachtencommissie zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen zes weken na overdracht van de klacht aan de klachtencommissie uitspraak. In het geval van het houden van een hoorzitting, doet de klachtencommissie uiterlijk twee weken na de mondelinge behandeling uitspraak.
73
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen
Artikel 14 (verlenging van de afhandelingstermijn) Indien de aard van de klacht daartoe aanleiding geeft, wordt de totale periode van afhandeling verlengd met een periode van maximaal zes weken. Het lid krijgt hierover zo spoedig mogelijk schriftelijk bericht. Artikel 15 (uitspraak) De uitspraak van de klachtencommissie wordt aan het lid verzonden en een afschrift daarvan wordt verzonden aan de betrokken medewerker, zijn leidinggevende en het bondsbestuur. De uitspraak is bindend. In haar uitspraak kan de klachtencommissie, indien zij een, al dan niet ambtshalve, handelen of nalaten in strijd met een behoorlijke rechtshulpverlening vaststelt, aanbevelingen doen om maatregelen te treffen. Artikel 16 (vergoeding van kosten) In de uitspraak wordt ook bepaald of en tot welke hoogte de door de klager in verband met de klachtenbehandeling gemaakte onkosten worden vergoed door CNV Vakmensen. In beginsel heeft de vergoeding van onkosten slechts betrekking op reiskosten op basis van openbaar vervoer tweede klasse, gemaakt als gevolg van het bijwonen van de mondelinge behandeling van de klacht.
-
Overige bepalingen Artikel 17 (huishoudelijk reglement) De klachtencommissie kan een huishoudelijk reglement opstellen.
74
Statuten en reglementen | CNV Vakmensen