Statuten en Reglementen
Januari 2012
STATUTEN EN REGLEMENTEN I.
STATUTEN .................................................................................................................. 3 Naam, zetel en duur............................................................................................................................... 3 Grondslag............................................................................................................................................... 3 Doel........................................................................................................................................................ 4 Middelen................................................................................................................................................. 4 Lidmaatschap......................................................................................................................................... 5 Beëindiging van het lidmaatschap ......................................................................................................... 6 Belangstellenden.................................................................................................................................... 7 Bondsbestuur ......................................................................................................................................... 7 Taken en bevoegdheden bondbestuur .................................................................................................. 9 Dagelijks bestuur ................................................................................................................................... 9 Bondsraad.............................................................................................................................................. 9 Bondscongres (Algemene Vergadering).............................................................................................. 10 Sectoren, sectorraden, vakgroepen en afdelingen .............................................................................. 13 Bezoldigdenoverleg.............................................................................................................................. 16 Bondsblad ............................................................................................................................................ 16 Geldmiddelen, contributie en registeraccountant................................................................................. 16 Boekjaar en boekhouding .................................................................................................................... 17 Stemmingen......................................................................................................................................... 17 Aansluiting bij verenigingen ................................................................................................................. 18 Reglementen........................................................................................................................................ 18 Statutenwijziging en ontbinding............................................................................................................ 18 Slotbepalingen ..................................................................................................................................... 19
II.
REGLEMENTEN ......................................................................................................... 20 Lidmaatschap....................................................................................................................................... 20 Actieve leden........................................................................................................................................ 21 Vakgroepen.......................................................................................................................................... 22 Vakgroepsledenvergaderingen ............................................................................................................ 23 Afdelingen ............................................................................................................................................ 23 Afdelingsledenvergaderingen............................................................................................................... 24 Sectoren en sectorraden...................................................................................................................... 25 Bondsbestuur ....................................................................................................................................... 28 Dagelijks bestuur ................................................................................................................................. 29 Werkgroepen ....................................................................................................................................... 29 Commissie van Beroep........................................................................................................................ 30 Commissie van Goede Diensten ......................................................................................................... 30 Bondsblad ............................................................................................................................................ 30 Slotbepalingen ..................................................................................................................................... 31
III.
Rechtenpakket leden .................................................................................................. 32 Lidmaatschapsrechten......................................................................................................................... 32 Jubilea.................................................................................................................................................. 32
IV. Faciliteitenregeling ..................................................................................................... 33 V.
Contributieregeling FNV Kunsten Informatie en Media 2010 ............................................. 33
2
I.
STATUTEN
Naam, zetel en duur Artikel 1 1. De bond draagt de naam: FNV Kunsten Informatie en Media. 2. Hij heeft zijn zetel in de gemeente Amsterdam. 3. De bond is opgericht voor onbepaalde tijd. Grondslag Artikel 2 1. De bond gaat uit van de democratische beginselen en van de grondrechten, neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. 2. De bond erkent de betekenis die geloof en levensovertuiging hebben als bron van inspiratie voor vakbewegingsactiviteiten. De bond is echter geen godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke richting toegedaan en stelt zich in dat opzicht onafhankelijk op van welke groepering dan ook. Citaat uit artikel 2.1. van de FNV Grondslag negentienhonderd zeven en negentig, mede onderschreven door FNV Kunsten Informatie en Media: “De mensenrechten, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, zijn het vertrekpunt van de FNV. De Universele Verklaring is een uniek document. Het beschrijft niet alleen de klassieke grondrechten van mensen, namelijk het recht van de mensen om, beschermd tegen dwang en willekeur van de overheid, hun eigen leven te leiden. Maar ook de sociale grondrechten. De Verklaring gaat uit van de waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle mensen als grondslag voor vrijheid, vrede en gerechtigheid. In de Verklaring is het besluit verankerd van de Volkeren van de Verenigde naties om sociale vooruitgang en hogere levensstandaard in vrijheid te bevorderen. Van bijzonder belang voor de FNV zijn het recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Iedereen, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. Een ieder moet ook het recht hebben om vakbonden op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.”
3
Doel Artikel 3 1. Doel van de bond is: a. het behartigen van de belangen van haar leden, alsmede het opkomen voor mensen met een zwakke positie in de samenleving en/of op de arbeidsmarkt; b. het als vakbond optreden voor haar leden en het bevorderen en beschermen van de beroepsbelangen van haar leden, zowel in ideële, materiële als sociale zin; c. het beschermen en bevorderen van de maatschappelijke erkenning van het beroep en de werkzaamheden van haar leden; d. het ijveren voor die structuren die een verdergaande integratie van kunst en samenleving bewerkstelligen; e. het beschermen van het recht op een vrije beroepsuitoefening van haar leden; f. het deelhebben aan het ontwikkelen van een cultuurpolitiek beleid. g. het behartigen van de belangen van haar leden als belanghebbende bij een bedrijfstakpensioenfonds of ondernemingspensioenfonds. 2. Het doel van de bond is tevens gericht op maatschappelijke veranderingen die leiden tot grotere bestaanszekerheid, meer welzijn en een rechtvaardige verdeling van welvaart, kennis, ontplooiingskansen en zeggenschap van de leden. Middelen Artikel 4 De bond tracht haar doel te bereiken door: a. het samenwerken met - en het deelnemen aan de activiteiten van “De Federatie Nederlandse Vakbeweging”, alsmede van internationale verbanden bij welke zij is, of bij welke haar vakgroepen zijn aangesloten; b. het samenwerken met andere rechtspersonen en instellingen die werkzaam zijn op sociaaleconomisch, maatschappelijk, cultureel en vaktechnisch terrein; c. het vertegenwoordigen van de leden in de overheidsinstanties, publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen en instellingen; d. het streven naar optimale arbeidsvoorwaarden voor de leden door onder andere: - het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten; - het onderhandelen over, en het medebepalen van, collectieve en individuele regelingen ten aanzien van salarissen, honoraria, pensioen en overige arbeidsvoorwaarden, sociale voorzieningen en dergelijke; - het ijveren voor regelingen betreffende de voorwaarden bij verkoop en expositie, zo ook bij subsidies, opdrachten, stipendia en honorering door de overheid; e. het bevorderen van de ontwikkeling van de leden op sociaal-economisch, maatschappelijk, cultureel en vaktechnisch terrein; f. het bevorderen van volledige werkgelegenheid voor de leden; g. het bevorderen van de kunstverspreiding; h. het verlenen van medewerking aan de totstandkoming en instandhouding van fondsen en het sluiten van overeenkomsten, die ten doel hebben de bestaanszekerheid van de leden in beroep en levensomstandigheden te vergroten; i. het uitgeven van één of meer periodieken; j. het geven van informatie en voorlichting aan leden en andere belanghebbenden; k. het aanwenden van alle overige wettelijke middelen tot verwezenlijking van het doel dienend;
4
l.
het in naam en/of ten behoeve van de leden plegen van overleg over rechtenvergoedingen van leden ter zake van het gebruik van de prestaties van leden alsmede het rechtstreeks of door middel van een daartoe aangewezen instantie incasseren en beheren van en eventueel het beschikken over de gelden die uit dien hoofde worden betaald. De belangen waarvoor de bond in het leven is geroepen worden geacht belangen van de bond zelve te zijn. De bond wordt mitsdien geacht rechtstreeks in zijn belangen getroffen te zijn, indien er sprake is van bedreiging van aantasting van de beroepsbelangen van zijn leden, zowel in ideële, materiële als sociale zin. Lidmaatschap Artikel 5 1. Lid van de bond kunnen slechts zijn natuurlijke personen, die met de grondslag en de doelstelling van de bond instemmen, de inhoud van deze statuten onderschrijven en die tevens: a. werkzaamheden verrichten, hetzij zelfstandig, hetzij in loondienst, in één of meer der volgende sectoren: 1. kunsten; 2. prepublishing; 3. grafisch; 4. verpakkingen; 5. uitgeverij; 6. audiovisueel, of b. een beroepsopleiding volgen aan een vakonderwijsinstelling, of c. werkloos zijn en werk zoeken in één van de sectoren als genoemd in lid 1 sub a van dit artikel, of d. laatstelijk in één van de in lid 1 sub a van dit artikel genoemde sectoren werkzaam zijn geweest en in verband met arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, pensionering, vervroegde uittreding of om een andere reden tijdelijk of blijvend niet meer aan het arbeidsproces deelnemen, of e. weduwe of weduwnaar van leden zijn voor zover zij niet zelf een dienstbetrekking hebben en op grond daarvan lid dienen te zijn van een andere vakorganisatie, of f. bezoldigde bestuurders van de bond zijn, of g. als zodanig zijn toegelaten door het bondsbestuur. Geen lid van de bond kunnen zijn: personen, die in hun gedrag of uitlatingen er blijk van geven groeperingen of individuen geen gelijke positie in de samenleving te willen toekennen op grond van geslacht, huidskleur, afkomst, ras, geloof of levensbeschouwing en/of seksuele geaardheid. 2. De aanmelding voor het lidmaatschap moet, met behulp van een daartoe vanwege de bond te verstrekken aanmeldingsformulier, geschieden bij het bondsbestuur. 3. Het lidmaatschap wordt verkregen zodra het desbetreffende lid is ingeschreven in het ledenregister van de bond. 4. Het bondsbestuur beslist omtrent de al dan niet toelating tot het lidmaatschap uiterlijk drie maanden nadat het verzoek hem heeft bereikt. 5. Indien het lidmaatschap wordt geweigerd moet het desbetreffende besluit tevens ten spoedigste met opgave van redenen schriftelijk aan de betrokkene, aan het desbetreffende afdelingsbestuur en aan het desbetreffende sectorbestuur en/of vakgroepsbestuur worden medegedeeld. Tegen een dergelijk besluit staat voor betrokkene binnen één maand na ontvangst van de mededeling beroep open op het eerstvolgende bondscongres, dat in hoogste instantie over de toelating beslist. 6. Het is de leden niet toegestaan om de naam van de bond te gebruiken bij hun activiteiten die geen verband houden met het doel van de bond, dan wel met het lidmaatschap van de bond. 5
Beëindiging van het lidmaatschap Artikel 6 1. Het lidmaatschap van de bond eindigt door: a. overlijden van het lid. b. schriftelijke opzegging door het lid bij het bondsbestuur. Bij opzegging door het lid eindigt het lidmaatschap op de laatste dag van de tweede maand, volgend op die, waarin de opzegging is binnengekomen. c. opzegging door het bondsbestuur. Het bondsbestuur kan tot opzegging overgaan in elk der volgende gevallen: I. wanneer een lid niet of niet meer voldoet aan de vereisten welke in artikel 5 voor het lidmaatschap worden gesteld; II. wanneer een lid drie maanden of langer dan wel dertien weken of langer in gebreke is met de betaling van de verschuldigde contributie; III. wanneer redelijkerwijs van de bond niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; IV. wanneer blijkt, dat een lid sympathiseert met of lid is van een fascistische en/of racistische organisatie, zulks onverminderd het hierna sub d I en II bepaalde. Bij opzegging door het bondsbestuur eindigt het lidmaatschap op het moment van ontvangst van de in lid 2 van dit artikel bedoelde kennisgeving, tenzij het betrokken lid gebruik maakt van de mogelijkheid van beroep, als bedoeld in lid 3 van dit artikel. d. ontzetting door het bondsbestuur. Het bondsbestuur kan slechts tot ontzetting overgaan wanneer het lid: I. in strijd met statuten, reglementen of besluiten van de bond handelt, of II. de bond op onredelijke wijze benadeelt. 2. Het betrokken lid wordt ten spoedigste, met opgave van redenen, schriftelijk in kennis gesteld van: a. het besluit tot opzegging; b. het besluit tot ontzetting. 3. Het betrokken lid kan binnen een maand na ontvangst van de schriftelijke opzegging dan wel het besluit tot ontzetting door het bondsbestuur beroep instellen bij het bondscongres. 4. Een beroep tegen een besluit tot opzegging is slechts mogelijk indien het bondsbestuur is overgegaan tot opzegging op grond van het lid 1 sub c van dit artikel onder III genoemde geval. 5. Gedurende de in lid 3 van dit artikel bedoelde beroepstermijn en hangende het beroep is het betrokken lid geschorst.
6
Belangstellenden Artikel 7 1. Een lid dat door verandering van werkkring niet langer beroepsmatig werkzaam is in één of meer der in artikel 5 lid 1 sub a genoemde sectoren, kan het lidmaatschap van de vereniging omzetten in een aansluiting als belangstellende. 2. De belangstellenden hebben het recht op toezending van alle informatie en publicaties, het bondsblad daaronder begrepen, die worden verzonden naar de leden van zijn/haar vroegere vakgroep. De belangstellenden kunnen de ledenvergaderingen van de bond bijwonen als toehoorder. 3. De bijdrage, die de belangstellende verschuldigd is, wordt telkenjare een ruime periode voor het begin van een kalenderjaar vastgesteld door het bondscongres op voorstel van het bondsbestuur. De bijdrage van belangstellenden dient per kwartaal te worden voldaan, uiterlijk op de eerste dag van het desbetreffende kwartaal. De belangstellende komen geen verdere rechten dan hiervoor vermeld toe. 4. Het belangstellendenschap eindigt zo veel mogelijk overeenkomstig de in artikel 6 opgenomen regeling voor beëindiging van het lidmaatschap, met dien verstande dat er geen beroep op het bondscongres openstaat. Bondsbestuur Artikel 8 1. De bond wordt bestuurd door een bondsbestuur, bestaande uit ten minste vijftien leden. Tot bestuursleden kunnen slechts worden benoemd: leden van de bond van achttien jaar en ouder, die ten minste één jaar, aansluitend voorafgaande aan hun verkiezing, lid van de bond zijn. 2. Het bondsbestuur wordt als volgt samengesteld: a. drie leden, bestuurders in bezoldigde dienst van de bond; b. ten minste twaalf leden, onbezoldigde leden van de bondsraad. De onbezoldigde leden van het bondsbestuur dienen afkomstig te zijn uit zeven verschillende sectoren, als bedoeld in artikel 19 lid 1. 3. De bezoldigde leden van het bondsbestuur worden door het bondscongres benoemd. Het congres benoemt de voorzitter, algemeen secretaris en penningmeester in functie door een stemming met volstrekte meerderheid van stemmen uit voorgedragen kandidaten op een door het bondsbestuur opgesteld profiel en kandidatenlijst. Daartoe stelt het bondsbestuur uiterlijk 6 maanden voor het bondscongres passende functieprofielen op voor de functies van bezoldigd bondsbestuurder en informeert in de publicatie waarin het bondscongres bijeen wordt geroepen (vgl art. 17.15) over de al dan niet herkiesbaarheid van zittende bezoldigde bondsbestuursleden en de van toepassing zijnde kandidaatstellingstermijn. De onbezoldigde leden van het bondsbestuur worden door het bondscongres benoemd uit een bindende voordracht, door de bondsraad uit zijn in artikel 14 lid 1 sub b en c bedoelde leden op te maken. Over de benoeming van een tijdelijk benoemd bestuurslid voor het Bondsbestuur wordt definitief beslist tijdens het eerstvolgende bondscongres. 4. De door de bondsraad op te maken voordracht dient uiterlijk zes weken vóór het bondscongres te worden gepubliceerd in het bondsblad. 5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een besluit van het bondscongres, genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde gedeelte der uitgebrachte stemmen. 6. Indien geen voordracht is opgemaakt of indien aan de voordracht het bindend karakter is ontnomen, is het bondscongres vrij in zijn keuze.
7
7.
8. 9. 10.
11. 12.
13. 14.
Indien een onbezoldigd bestuurslid zijn functie in de bondsraad verliest doordat hij niet wordt herkozen blijft hij niettemin bestuurslid tot hij moet aftreden volgens het in lid 8 bedoelde rooster. In alle gevallen van verlies van de functie in de bondsraad eindigt tevens het bestuurslidmaatschap. Bondsbestuursleden worden gekozen voor een periode van drie jaar. Zij treden af volgens een door het bondsbestuur op te stellen rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. De bondsbestuursleden kunnen te allen tijde door het bondscongres worden geschorst en ontslagen. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Bij een tussentijds ontstane vacature kan de bondsraad een tijdelijke voorziening treffen door de benoeming van een bestuurslid uit de leden van de bondsraad, als in artikel 14 lid 1 sub b bedoeld. Alle bondsraadsleden kunnen zich kandidaat stellen voor het bondsbestuur, mits alle sectoren vertegenwoordigd blijven in het bondsbestuur. Deze motivatie dient uiterlijk vijf werkdagen voor de stemming in de bondsraad aan alle bondsraadsleden te worden toegezonden. Over de benoeming van een tijdelijk benoemd bestuurslid wordt definitief beslist in het eerstvolgende bondscongres. Hij die is benoemd ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden. Mocht(en) in het bondsbestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden of vormt het overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bondsbestuur, behoudens het bepaalde in artikel 11. Het bondsbestuur is belast met het leidinggeven aan de werkzaamheden van de bond en de uitvoering van de besluiten van het bondscongres en van de bondsraad. Bestuursbesluiten kunnen slechts worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen in een vergadering, waarin de meerderheid der in functie zijnde bestuursleden aanwezig is.
Artikel 9 1. Het bondsbestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of vijf andere bestuursleden dit nodig acht(en), doch ten minste tien maal per jaar. 2. Van het verhandelde wordt door de secretaris een schriftelijk verslag opgemaakt, dat na goedkeuring door de bestuursvergadering, door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. 3. De vergaderingen van het bondsbestuur worden ten minste twee weken tevoren schriftelijk bijeengeroepen door de voorzitter, de algemeen secretaris, de plaatsvervangend voorzitter of de plaatsvervangend algemeen secretaris. 4. Het bondsbestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een verslag opgemaakt, dat wordt mede-ondertekend door de voorzitter.
8
Taken en bevoegdheden bondbestuur Artikel 10 1. Het bondsbestuur is belast met het besturen van de bond. 2. Het bondsbestuur is ook bevoegd tot het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten en van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. 3. Het bondsbestuur is voorts bevoegd in bijzondere omstandigheden tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de bond zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Artikel 11 1. Het bondsbestuur vertegenwoordigt de bond. 2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bondsbestuursleden, waarvan ten minste een dient te zijn: hetzij de voorzitter, hetzij de plaatsvervangend voorzitter, hetzij de algemeen secretaris, hetzij plaatsvervangend algemeen secretaris, hetzij de penningmeester, hetzij de plaatsvervangend penningmeester. Artikel 12 1. Het bondsbestuur kan één of meer leden van het bondsbestuur als ook anderen, zowel tezamen als afzonderlijk, van geval tot geval een volmacht verlenen om de bond te vertegenwoordigen binnen in die volmacht vermelde grenzen. 2. Tot de taken van het bondsbestuur behoort eveneens het bij afzonderlijk reglement regelen van de rechtspositie van de bezoldigde bestuurders in dienst van de bond. Dagelijks bestuur Artikel 13 1. De bezoldigde leden van het bondsbestuur vormen gezamenlijk het dagelijks bestuur. 2. De taak van het dagelijks bestuur is het verrichten van alle taken die door bondscongres en bondsbestuur aan het dagelijks bestuur worden opgedragen. 3. Het dagelijks bestuur vergadert ten minste eenmaal per veertien dagen. Bondsraad Artikel 14 1. De bondsraad bestaat uit: a. het dagelijks bondsbestuur, en b. alle gekozen statutaire sectorraadsleden. De bestuurders zullen uit hoofde van hun functie de vergaderingen van de bondsraad bijwonen en hebben het recht om daarin het woord te voeren. 2. De in lid 1 sub b bedoelde leden worden -op de wijze als is bepaald in artikel 19 leden 2 en 3gekozen. 3. De nieuw gekozen leden van de bondsraad treden in functie onmiddellijk na de bekendmaking van de uitslag van de verkiezingen als in het vorig lid bedoeld. De niet-herkozen leden van de bondsraad treden af op het eerstvolgende bondscongres na de in artikel 19 lid 2 bedoelde verkiezingen. 4. De bondsraad blijft een bevoegd college, ook al is het in lid 1 van dit artikel genoemde aantal leden niet in functie.
9
5.
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de algemeen secretaris van het bondsbestuur treden tevens als zodanig op in de bondsraad. 6. De bondsraad vergadert ten minste twee maal per jaar. 7. Aftredende onbezoldigde bondsraadsleden zijn via de in dit artikel omschreven procedure terstond herkiesbaar. 8. Leden, die tussentijds tot lid van de bondsraad zijn benoemd, treden - behoudens in geval van herkiezing - af overeenkomstig het in lid 3 van dit artikel (14) bepaalde. 9. De samenstelling van de bondsraad zal niet tussentijds gewijzigd worden als gevolg van een tussentijdse overgang van de ene naar de andere sector van één van haar leden, tenzij een lid dit zelf door omstandigheden wenselijk acht. 10. Indien een lid van de bondsraad als bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel, geen deel meer uitmaakt van de sectorraad, zal tevens het lidmaatschap van de bondsraad daarmee eindigen. 11. Uit de bondsraad wordt een financiële commissie ingesteld bestaande uit drie leden ieder voorkomend uit een verschillende sector. De kandidaatstelling en verkiezing geschieden gelijktijdig met de verkiezing van onbezoldigde bondsbestuursleden. De taak van de financiële commissie is het toetsen van de financiële aspecten van de vereniging aan de uitgangspunten van werkwijze en financieel beleid. De commissie werkt aan de hand van financiële kwartaalrapportages door de penningmeester aan te reiken. De commissie brengt ten minste adviezen uit ten aanzien van de voorbereiding van de budgettering van enig jaar en ten aanzien van het opgestelde jaarverslag van enig jaar. Artikel 15 1. Aan de bondsraad is opgedragen: a. het adviseren van het bondsbestuur betreffende alle zaken liggende op het sociaal-economisch terrein; b. het adviseren van het bondsbestuur, gehoord de vergaderingen van de bij de desbetreffende “cao” betrokken leden, over onderhandelingsvoorstellen en bereikte onderhandelingsresultaten; c. het adviseren omtrent het sectorplan, dat ten behoeve van het budget voor de sectoren en de begroting voor elk jaar wordt opgemaakt; d. het uit de in artikel 14 lid 1 sub b bedoelde leden van de bondsraad opmaken van de bindende voordrachten voor de benoeming van de twaalf onbezoldigde leden van het bondsbestuur; e. al hetgeen verder uit de statuten en reglementen voortvloeit. 2. Het opmaken van de bindende voordrachten als bedoeld in lid 1 sub d vindt plaats binnen een maand, na de bekendmaking in het bondsblad van de uitslag van de in artikel 19 leden 2 en 3 bedoelde verkiezingen. 3. De leden van de bondsraad kunnen slechts zitting hebben in de onderhandelingsdelegaties voor die “cao”-onderhandelingen, welke op hun eigen “cao” betrekking hebben. 4. De bondsraad vergadert zo vaak als het bondsbestuur dan wel ten minste één/derde gedeelte van het totale aantal in functie zijnde bondsraadsleden de wens daartoe te kennen geeft, doch ten minste twee maal per jaar. Een vergadering van de bondsraad zal geen doorgang vinden, indien niet de meerderheid van het aantal bondsraadsleden aanwezig is. Bondscongres (Algemene Vergadering) Artikel 16 De Algemene Vergadering, hierna te noemen het bondscongres, wordt gehouden te Amsterdam, tenzij door een vorig bondscongres daartoe een andere plaats in Nederland is aangewezen.
10
Artikel 17 1. Aan het bondscongres komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of deze statuten aan andere bondsorganen zijn opgedragen. De besluiten van het bondscongres, mits genomen binnen het kader van de bevoegdheden, zijn voor alle bondsorganen en voor alle bondsleden bindend. 2. Het bondscongres wordt gevormd door de leden van het bondsbestuur en door de afgevaardigden uit de afdelingen, vakgroepen en sectoren van de bond, één en ander zoals hierna bedoeld. 3. a. Elke afdeling en vakgroep kan zich op het bondscongres doen vertegenwoordigen en wel bij een aantal leden van: 1 tot en met 500 leden: 1 afgevaardigde; 501 tot en met 1.000 leden: 2 afgevaardigden; 1.001 tot en met 1.500 leden: 3 afgevaardigden; En voor elke 750 leden meer: telkens 1 afgevaardigde meer. b. Elke sector kan zich op het bondscongres doen vertegenwoordigen door gekozen leden van de sectorraad en wel bij een aantal leden per sector van: 1 tot en met 1.000 leden: 1 afgevaardigde; En voor iedere 1.000 leden meer: telkens 1 afgevaardigde meer. 4. Bijzondere doelgroepen, dit ter beoordeling van het bondsbestuur, kunnen met twee vertegenwoordigers aan het bondscongres deelnemen, zodat zij bij de reguliere voorbereiding betrokken zijn, voorstellen kunnen doen en spreekrecht hebben 5. Voor het benoemen van afgevaardigden zal door het bondsbestuur een termijn worden gesteld met betrekking tot de periode die ligt tussen de datum waarop het bondsbestuur de afdelingen en de vakgroepen en (/of) de sectorraden schriftelijk verzoekt afgevaardigden te benoemen en de datum waarop de namen van de afgevaardigden bij het bondsbestuur schriftelijk kenbaar moeten zijn gemaakt door afdelingsbesturen, vakgroepsbesturen en door de sectorraadsbesturen. De hier bedoelde termijn zal nimmer korter zijn dan vier weken. 6. De kosten die verbonden zijn aan de afvaardiging komen voor rekening van de bond. 7. Afgevaardigden naar het bondscongres mogen niet zijn: bondsbestuurders of bestuurders. 8. Ieder lid van het bondsbestuur en iedere afgevaardigde heeft in het bondscongres het recht tot het uitbrengen van één stem. Vertegenwoordiging is niet toegestaan. 9. De leiding van het bondscongres berust bij een presidium, bestaande uit de voorzitter van het bondsbestuur en twee door het bondsbestuur te benoemen leden. 10. Het bondscongres neemt besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen, behoudens wanneer in de statuten anders is bepaald. Bij staking van stemmen vindt terstond herstemming plaats. Indien bij herstemming de stemmen opnieuw staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 11. De afdelingen en de vakgroepen en (/of) de sectorraden hebben niet het recht hun afgevaardigde(n) een bindend mandaat te geven. 12. Behalve voor de leden van het bondsbestuur en de afgevaardigden is het bondscongres toegankelijk voor personen, die daartoe door het bondsbestuur worden uitgenodigd. Alle bestuurders, niet zijnde lid van het bondsbestuur zijn uit hoofde van hun functie aanwezig. 13. a. De afgevaardigden van de afdelingen en van de vakgroepen naar het bondscongres worden door de ledenvergaderingen van de afdelingen respectievelijk de vakgroepen gekozen uit de kandidaten, bij wijze van niet bindende voordracht, gesteld door: a. het afdelingsbestuur respectievelijk het vakgroepbestuur; b. een lid van de afdeling, casu quo een lid van de vakgroepen mits het lid daarin door ten minste twee andere leden wordt gesteund. b. De afgevaardigden van de sectoren naar het bondscongres worden door de sectorraadsvergaderingen gekozen uit de sectorraadsleden, die zich verkiesbaar hebben gesteld. Een afgevaardigde kan uitsluitend afgevaardigde zijn hetzij van een afdeling hetzij van een vakgroep, hetzij van een sector. 11
14. De bijeenroeping van het bondscongres geschiedt door: a. publicatie in het bondsblad; b. publicatie in ten minste drie landelijke dagbladen, indien het een bijeenroeping betreft, als bedoeld in lid 19 van dit artikel. 15. Het bondscongres dient plaats te vinden: a. niet eerder dan drie maanden na de datum van bijeenroeping; b. niet eerder dan vier weken na de datum van bijeenroeping, indien het een buitengewoon bondscongres, als bedoeld in lid 17 van dit artikel betreft. 16. De agenda, alsmede de tijd waarop en de plaats waar het bondscongres zal worden gehouden, worden - voor wat de plaats betreft met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 - vastgesteld door: a. het bondsbestuur; b. de afdelingen en/of de vakgroepen en (/of) de sectorraden, indien die ingevolge het bepaalde in lid 19 van dit artikel zelf zijn overgegaan tot bijeenroeping. 17. Het bondsbestuur is te allen tijde bevoegd buitengewone bondscongressen te beleggen. 18. Het bondsbestuur is verplicht een buitengewoon bondscongres bijeen te roepen, indien hiertoe het schriftelijk verzoek is binnengekomen van ten minste een zodanig aantal afdelingen en/of vakgroepen en (/of) de sectorraden, als waarvan de afgevaardigden bevoegd zijn tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte van de stemmen in het bondscongres. 19. Indien aan het schriftelijk verzoek, bedoeld in het voorgaande lid, door het bondsbestuur binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de betrokken afdelingen en/of vakgroepen zelf overgaan tot het bijeenroepen van een bondscongres op de wijze bepaald in lid 14 sub b van dit artikel. Een dergelijk bondscongres voorziet zelf in haar leiding. 20. Voorstellen die op het bondscongres niet door ten minste zes (6) afdelingen of drie (3) vakgroepen of ten minste zestien (16) afgevaardigden worden ondersteund, kunnen door de voorzitter van de agenda worden afgevoerd. 21. Het bondsbestuur zorgt voor een kort verslag van ieder eendaags bondscongres dat uiterlijk vier maanden na het tijdstip van de vergadering ter kennis aan de leden wordt gebracht. 22. Het bondsbestuur zorgt voor een uitgebreid verslag van ieder meerdaags bondscongres dat uiterlijk zes maanden na het tijdstip van de vergadering ter kennis aan de leden wordt gebracht. Artikel 18 1. Jaarlijks wordt ten minste één bondscongres gehouden, dat tevens de jaarvergadering is. 2. De jaarvergadering moet worden gehouden binnen zes maanden na afloop van ieder boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door het bondscongres. 3. In de jaarvergadering wordt: a. door het bondsbestuur zijn jaarverslag uitgebracht; b. door het bondsbestuur rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen jaar gevoerd bestuur gedaan, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten en een daarop betrekking hebbend verslag van een registeraccountant; c. in openstaande of in de vergadering openvallende vacatures voorzien; d. het verslag van het voorgaande congres vastgesteld. 4. Voorts kunnen in elk bondscongres en moeten ten minste om de twee bondscongressen aan de orde komen: a. het nemen van besluiten in alle zaken die door het bondsbestuur naar het bondscongres zijn verwezen; b. het bespreken en beoordelen van het door het bondsbestuur gevoerde beleid; c. het bespreken en beoordelen van de redactie van het bondsblad;
12
5.
6.
7.
d. het behandelen van en besluiten over voorstellen, ingediend door het bondsbestuur, door de afdelingen of door de vakgroepen; e. het bespreken en vaststellen van beleidsvoornemens van het bondsbestuur; f. het vaststellen van de regeling van de contributie; g. het instellen van een Commissie van Beroep; h. het instellen van een Commissie van Goede Diensten; i. alle overige taken die door de statuten en de door het bondscongres vastgestelde reglementen en de wet aan het bondscongres kunnen worden opgedragen. De agenda en alle op de agenda betrekking hebbende stukken worden uiterlijk drie maanden voor een te houden bondscongres ter kennis gebracht aan de leden. Afdelingen en sectoren hebben vier weken de tijd voorstellen in te dienen. Definitieve stukken en agenda worden minimaal vier weken voor het bondscongres aan de afgevaardigden, de afdelingssecretarissen en de secretarissen van de vakgroepbesturen toegezonden. De in de beide voorgaande leden vermelde termijnen gelden niet voor een buitengewoon bondscongres.
Sectoren, sectorraden, vakgroepen en afdelingen Artikel 19 Sectoren 1. De leden van de bond worden ingedeeld in sectoren naar de aard van hun werkzaamheden en/of de aard van de onderneming, waarin zij werkzaam zijn of zijn geweest en in een sector uitkeringsgerechtigde leden. Deze sectoren zijn onderverdeeld in sectoren bestaande uit vakgroepen en sectoren bestaande uit afdelingen en wel als volgt: A. sectoren met vakgroepen: 1. Kunsten omvattende de vakgroepen: Klassieke Muziek; Theater; Podiumtechniek en organisatie; Beeldend; BV Pop; Dans; Kunst en Kunsteducatie; Vocaal; Vrije sector; 2. Uitgeverij omvattende de vakgroepen: Boeken en Tijdschriftenuitgeverij, Boekendistributie, Boekhandel; Multimedia; 3. Audiovisueel omvattende de vakgroepen: Omroep (commercieel en publiek); AV-productie; AVfacilitair; Freelance/Zelfstandig in de AV; VVFT, Film; Bioscopen; Crewbelangen. B. sectoren met afdelingen: 4. Prepublishing waaronder begrepen: databasepublishing, voorbereiding ten behoeve van multimediale productie en voorbereiding grafisch; 5. Grafisch waaronder begrepen: drukvormverwerking, drukwerk, afwerking en verspreiding; 6. Verpakkingen waaronder begrepen: kartonnage, papierbe- en papierverwerkende industrie en papiergroothandel; 7. Uitgeverij (onderdeel kranten/dagbladen); 8. Uitkeringsgerechtigden waaronder begrepen: gepensioneerden, werklozen, arbeidsongeschikten, vutters en partners van overleden leden.
13
De sectoren sub B 4 tot en met 8 omvatten de afdelingen: Friesland; Noord; IJsselvallei; Drenthe; Doetinchem e.o.; (Eerbeek; Zutphen; Arnhem/Wageningen); Twente; Oost-Brabant; Nijmegen; Zuid-Limburg; (Midden-Limburg; Noord-Limburg); West-Brabant; (Rotterdam; Waterweg-Noord); Zeeland; Haaglanden; Het Groene Hart; Eemland/West-Veluwe; Utrecht; (Flevoland; Gooiland); Zaanstreek/Waterland; Schagen/Heerhugowaard/Alkmaar. Voor de sector Uitkeringsgerechtigden komen leden in aanmerking die niet meer actief zijn in het arbeidsproces (zij worden in deze sector ingedeeld nadat zij de verklaring hebben verstrekt dat zij niet meer actief in het arbeidsproces betrokken zijn). Leden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt worden ten gevolge daarvan vanzelf in deze sector ingedeeld behalve als zij verklaren nog beroepsactiviteiten uit te voeren. Sectorraden 2. Door en uit de leden van iedere sector wordt een sectorraad gekozen. Het aantal statutaire plaatsen in de sectorraad is maximaal per driehonderd vijftig (350) leden telkens één (1) zetel. Er worden twee afzonderlijke kieslijsten samengesteld. Op één lijst kan men zich kandidaat stellen voor vertegenwoordiger namens het vakgroepbestuur respectievelijk de afdeling (met de bijzondere taak om de wisselwerking tussen verenigingsorganen te bevorderen). Op de andere lijst kan men zich kandidaat stellen vanuit de eigen beroepsgroep (met het extra accent om het eigen beroepsveld gezicht te geven in de sectorraad). Een kandidaat kan zich slechts op één kieslijst tegelijk plaatsen. Werkende leden kunnen uiterlijk tot hun pensioengerechtigde leeftijd zich kandidaat stellen en hun lopende termijn afmaken. Ieder stemgerechtigd lid brengt op beide kieslijsten een stem uit. Op de eerste kieslijst kan slechts één stem uitgebracht worden op een kandidaat van de eigen vakgroep of afdeling. Op de tweede kieslijst worden zoveel stemmen uitgebracht als er plaatsen in de sectorraad beschikbaar zijn voor kandidaten van deze kieslijst. Het aantal statutaire plaatsen wordt gelijk verdeeld over de beide kieslijsten. Kandidaten zijn gekozen in volgorde van het grootste aantal stemmen dat op hen is uitgebracht. 3. De statutaire leden van iedere sectorraad zijn tezamen de in artikel 14 lid 1 sub b bedoelde leden van de bondsraad. 4. De in lid 2 van dit artikel (19) bedoelde verkiezingen geschieden bij schriftelijke stemming en bij gewone meerderheid van stemmen. Tot sectorraadslid kunnen worden gekozen leden van de bond van achttien jaar en ouder, die ten minste één jaar, aansluitend voorafgaande aan hun verkiezing, lid van de bond zijn. Op basis van de ledentallen van de sectoren zal ten aanzien van de zetelverdeling in de sectorraden door het bondsbestuur de sleutelverdeling worden vastgelegd. Deze sleutelverdeling zal worden vastgelegd op basis van verhoudingen van de ledentallen van de sectoren op de eerste dag van de negende maand voorafgaande aan de datum van het bondscongres. De leden van de sectorraad worden bij schriftelijke stemming en met gewone meerderheid van stemmen gekozen uit de via de afdelingen en vakgroepen te stellen kandidaten. De in lid 2 van dit artikel bedoelde verkiezingen worden telkens na drie jaar ten minste vijf (5) maanden vóór het tijdstip van aanvang van een bondscongres gehouden onder leiding van het bondsbestuur. Voor elke verkiezing kunnen de leden die zich verkiesbaar willen stellen, zich via het secretariaat van een afdeling of een vakgroep aanmelden. De namen van de kandidaten alsmede de sector waarvoor zij kandidaat zijn gesteld, worden in een door het bondsbestuur vast te stellen volgorde in het bondsblad bekend gemaakt, waarbij tevens wordt aangegeven of de kandidaat al dan niet verkiesbaar is. Op de stembiljetten worden uitsluitend de namen van de kandidaten, de desbetreffende sector en de desbetreffende afdeling/vakgroep vermeld. 14
De in lid 2 van dit artikel bedoelde verkiezingen worden telkens na drie jaren ten minste drie maanden vóór het tijdstip van aanvang van een bondscongres afgesloten door middel van een bekendmaking van de uitslag in het bondsblad. 5. Het bondsbestuur waarborgt de bijeenroeping en de leiding van de vergaderingen van de sectorraden. Het bondsbestuur zorgt ervoor dat sectoractiviteiten worden uitgevoerd. 6. Taak en werkwijze van de sectorraden worden bij (sector) reglement geregeld. 7. Bestuurders hebben om reden van hun werkzaamheden voor de vereniging toegang tot het bondscongres als genodigden. 8. De bestuurders leggen aan de sectorraad en de bondsraad verantwoording af over het verloop en de uitvoering van het sectorplan. 9. De sectorraden adviseren het Dagelijks Bestuur bij de aanstelling van een bestuurder die met de betreffende sectorraad zal gaan samenwerken. 10. Sectorraden kunnen actieve leden uit hun sector betrekken bij het sectorraadswerk door middel van de instelling van een denktank/werkgroep of commissie mits een inhoudelijk activiteitenplan (doelen resultaten), een budget en een tijdsfasering geëxpliciteerd is. Artikel 20 Afdelingen en vakgroepen 1. De vereniging kent afdelingen, ieder bestaande uit leden van de bond, onderscheiden naar de plaats waar zij wonen of werken, een en ander als nader bij huishoudelijk reglement te regelen 2. De afdelingen worden bestuurd door een bestuur, bestaande uit ten minste drie leden. 3. De leden van het afdelingsbestuur worden door en uit de leden van de afdeling gekozen en ontslagen. 4. Het bondsbestuur stelt de afdelingsgrenzen vast. 5. Het bondsbestuur besluit tot oprichting van afdelingen, en - na overleg met de daarbij betrokken afdelingsbesturen- tot wijziging van afdelingsgrenzen en opheffing van één of meer afdelingen. 6. Noch de afdelingen noch hun besturen kunnen daden stellen, welke de bond in rechte binden. 7. In het in artikel 28 lid 2 bedoelde (afdelings)reglement worden nadere regelen met betrekking tot de afdelingen gesteld. 8. a. De vereniging kent vakgroepen, ieder bestaande uit leden van de bond, onderscheiden naar de werkzaamheden die zij feitelijk verrichten, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement te regelen. b. De vakgroepen behartigen, in de zelfstandigheid die binnen het kader en het doel van de bond mogelijk is, in het bijzonder de belangen van hun leden. 9. a. De vakgroepen hebben ieder een vakgroepbestuur, dat belast is met de dagelijkse gang van zaken binnen de vakgroep. Het vakgroepbestuur wordt benoemd en ontslagen door de vakgroepledenvergadering. b. Iedere vakgroep heeft een vakgroepledenvergadering, aan welke het vakgroepbestuur omtrent zijn beleid verantwoording dient af te leggen. c. Iedere vakgroep kan een vakgroepledenraad kiezen. 10. Omtrent de bevoegdheden en verplichtingen van, alsmede de gang van zaken binnen de vakgroepen kunnen bij (vakgroepen) reglement nadere regelen worden gesteld. 11. Het bondsbestuur stelt de vakgroepgrenzen vast. Het besluit tot oprichting van vakgroepen zal na overleg met de daarbij betrokken vakgroepen en de sectorraad plaatsvinden. 12. Tegelijkertijd met het vaststellen van afdelingsgrenzen (lid 4) en vakgroepgrenzen (lid 11) stelt het bondsbestuur de samenstelling van het Netwerk Actieve Leden per sector vast. Criteria daarbij zijn ten minste: slagkracht, afspiegeling en diversiteit; inhoudelijke en organisatorische kwaliteit. Zo nodig
15
kunnen verbeteringsplannen opgesteld worden met als doel: betere dienstverlening; beter vakbondswerk. De vereniging onderscheidt twee functionaliteiten in het netwerk van actieve leden: a. Belangenbehartiging: (individueel) zoals consulenten helpdesk, consulenten IBB, begeleider WAO, belastinginvuller (collectief) leden in ondernemingsraden, bedrijfcontactpersonen/vertrouwenslieden, leden van een cao-onderhandelingscommissie. Deze activiteiten zijn gericht op informatie en advies aan leden en ondersteuning bij belangenbehartiging. b. Door de eigen achterban gekozen afgevaardigden in de vereniging: bestuurslid vakgroep, bestuurslid afdeling, lid sectorraad, lid bondsbestuur. Deze activiteiten zijn gericht op achterbanraadpleging, meningsvorming en (mede) beleidsbepaling en zorgen voor inbreng en participatie in beleid en activiteiten via de verenigingslijn. Bezoldigdenoverleg Artikel 21 1. Ten behoeve van een goede coördinatie der werkzaamheden komen alle bezoldigde bestuurders periodiek in bezoldigdenoverleg bijeen. 2. Het bezoldigdenoverleg is bedoeld als werkoverleg van de bestuurders. Tevens kunnen adviezen gegeven worden aan het bondsbestuur over alle zaken de bond betreffende. Artikel 22 1. Door het bondsbestuur kunnen werkgroepen worden ingesteld en opgeheven. 2. De taken en bevoegdheden van zodanige werkgroepen worden door het bondsbestuur vastgesteld overeenkomstig het daaromtrent bepaalde bij Algemeen Reglement. Bondsblad Artikel 23 1. De bond geeft onder toezicht van het bondsbestuur een bondsblad uit. 2. De regeling van de redactie en de wijze van verschijnen van het blad worden bij Algemeen Reglement vastgesteld. Geldmiddelen, contributie en registeraccountant Artikel 24 1. De geldmiddelen van de bond worden verkregen door: a. contributies van leden; b. renten van fondsen en opbrengsten uit eigendommen; c. schenkingen, erfstellingen en legaten; d. andere baten. 2. De bond heft van zijn leden een contributie, bij vooruitbetaling te voldoen.
16
3.
De contributieregeling wordt door het bondscongres vastgesteld. a. De jaarlijks aan het congres voor te leggen contributieregeling wordt ieder jaar aangepast met een percentage gelijk aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindices voor alle huishoudens van het voorafgaande kalenderjaar. 4. De leden zijn verplicht tot behoorlijke betaling der vastgestelde contributie en van eventuele extra bijdragen, die door het bondscongres, of in opdracht van deze door het bondsbestuur worden voorgeschreven en verplicht gesteld. 5. Het bondsbestuur beheert alle geldmiddelen van de bond. 6. Het bondsbestuur oefent controle uit op de uitgaven van de afdelingen, de sectoren en de vakgroepen, die verplicht zijn daartoe alle benodigde bescheiden over te leggen. 7. De wijze van financiering van de afdelingen, de sectoren en de vakgroepen wordt bij Algemeen Reglement geregeld. 8. De controle en het toezicht op het financieel beheer en de boekhouding van de bond is opgedragen aan een door het bondscongres op voordracht van het bondsbestuur aan te wijzen registeraccountant. 9. De registeraccountant onderzoekt de financiële rekening en verantwoording van het bondsbestuur en brengt verslag van dit onderzoek uit aan het bondscongres onder gelijktijdige overlegging van een schriftelijke verklaring. 10. Het bondsbestuur is verplicht aan de aangewezen registeraccountant alle door hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage in de boeken en bescheiden van de bond te geven. Boekjaar en boekhouding Artikel 25 1. Het boekjaar van de bond loopt van één januari tot en met éénendertig december. 2. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de bond zodanig aantekening te houden, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Stemmingen Artikel 26 1. In alle bijeenkomsten van de bond wordt door ieder lid of elke afgevaardigde één stem uitgebracht. 2. a. Tenzij anders is bepaald, beslist bij alle stemmingen de volstrekte meerderheid. b. Onder volstrekte meerderheid wordt verstaan ten minste de helft plus één van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. 3. Alle ongeldige of blanco stemmen tellen niet mee. Zij worden derhalve afgetrokken van het aantal uit te brengen en uitgebrachte stemmen. 4. a. Over personen wordt schriftelijk gestemd. b. Over zaken wordt, tenzij anders wordt besloten, mondeling gestemd. 5. Indien bij een verkiezing van personen een volstrekte meerderheid is vereist en niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede vrije stemming plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen hetzij tussen twee personen gestemd is en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet begrepen de tweede vrije stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, waarop bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, waarop bij die voorafgaande stemming het geringste aantal
17
6. 7.
stemmen is uitgebracht. Is bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, dan beslist het lot wie van beiden is gekozen, tenzij er een bindende voordracht is opgemaakt, in welk geval de op de voordracht eerst vermelde kandidaat is gekozen. Bij staking van stemmen over zaken, ook nadat een tweede stemming heeft plaatsgevonden, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij het uitbrengen van stemmen geldt, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, het navolgende: a. Het stemrecht kan uitsluitend, door bij het uitbrengen der stemmen aanwezigen, in persoon worden uitgeoefend. b. Het stemrecht kan derhalve nimmer aan een ander worden overgedragen. Indien dit zou geschieden, dan vervalt zowel de door betrokkene in persoon als ook de aan de betrokkene overgedragen stem, terwijl de betrokkene niet meer aan verdere in dezelfde vergadering te nemen beslissingen mag deelnemen. c. Leden, danwel afgevaardigden mogen nimmer met een bindend mandaat worden belast, doch dienen steeds naar bevind van zaken en naar eigen overtuiging hun stem uit te brengen.
Aansluiting bij verenigingen Artikel 27 1. De bond, de afzonderlijke afdelingen en sectoren van de bond mogen zich nimmer aansluiten bij een politieke of staatkundige vereniging. 2. Aansluiting bij landelijke, nationale of internationale organisaties en/of secretariaten en andere algemene organisaties kan alleen door de bond in zijn geheel geschieden. De afdelingen, vakgroepen en sectoren van de bond is het verboden afzonderlijk van dergelijke organisaties deel uit te maken. 3. Een besluit tot aansluiting of afscheiding van in het voorgaande lid bedoelde organisaties moet met ten minste tweederde van het aantal op een bondscongres uitgebrachte stemmen genomen worden. Reglementen Artikel 28 1. Nadere bepalingen, de interne organisatie van de bond betreffende, worden in het Algemeen Reglement geregeld. 2. Nadere bepalingen, betreffende de afdelingen, sectoren en vakgroepen worden geregeld in afzonderlijke reglementen. 3. Het bondsbestuur kan door het bondscongres gemachtigd worden de reglementen aan te passen in het verlengde van de door het bondscongres aangebrachte wijzigingen in de statuten. 4. Bedoelde reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, deze statuten of met elkaar. 5. Bij strijdigheid tussen de reglementen onderling prevaleert het Algemeen Reglement. Statutenwijziging en ontbinding Artikel 29 1. Een meerderheid van ten minste tweederde gedeelte der stemmen uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de helft van het totale aantal afgevaardigden aanwezig is, is vereist voor besluiten strekkende tot wijziging van de statuten der bond of tot ontbinding van de bond.
18
2.
3. 4.
5.
Degenen die de oproeping tot het bondscongres ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding der bond hebben gedaan, moeten: ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen dan wel waarin de bestemming van het liquidatiesaldo is vermeld, op een daartoe geschikte plaats neerleggen, ter inzage voor ieder lid tot na afloop van de dag der vergadering. ten minste veertien dagen vóór de vergadering het voorstel ter kennis brengen van de besturen der afdelingen en van de besturen der sectoren. Een statutenwijziging is eerst van kracht nadat daarvan een notariële akte is verleden. Tot het doen verlijden van die akte is ieder lid van het bondsbestuur afzonderlijk bevoegd. De bondsbestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijzigingen van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken in welker gebied de bond haar zetel heeft. Ingeval van ontbinding van de bond treden de leden van het bondsbestuur op als vereffenaars, tenzij het bondscongres anders besluit.
Slotbepalingen Artikel 30 1. In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien, alsmede bij verschil van opvatting over de uitleg van deze statuten, beslist het bondsbestuur. 2. In alle geschillen, welke zich in de bond mochten voordoen, beslist, indien overigens een redelijke oplossing niet te bereiken is, het bondscongres: één en ander overeenkomstig bij Algemeen Reglement vast te stellen regelen. 3. Door het lidmaatschap van de bond te aanvaarden verklaart men zich te onderwerpen aan de statuten, de reglementen, alsmede de besluiten van de bond. 4. Alle besluiten worden door middel van het bondsblad of zo nodig op andere wijze aan de leden bekend gemaakt en worden uit dien hoofde geacht aan alle betrokkenen bekend te zijn onmiddellijk na de bekendmaking. 5. Onbekendheid met statuten, Algemeen Reglement, of door de bond genomen besluiten zal, ingeval van overtreding van enig(e) bepaling of besluit, de leden niet ontheffen van de uit die overtreding voortvloeiende aansprakelijkheid.
19
II. REGLEMENTEN Deze reglementen zijn bedoeld als houvast voor actieve leden, die met het vakbondswerk bezig zijn in de praktijk van alledag. Ze sluiten aan op de statuten van FNV KIEM die op het bondscongres van 13 december 1999 opnieuw zijn vastgelegd. Bij het opstellen van deze reglementen is ervoor gekozen om alleen het hoogst noodzakelijke vast te leggen. Veel aspecten van de werkwijze van alledag moeten naar eigen keuze door actieve leden in het vakbondswerk kunnen worden ingevuld. Ruimte voor autonoom werken en decentralisatie dus. De rode draad in deze reglementen is “Een opbouw van vakbondswerk en vakbondsorganisatie van onderaf”. Vanuit vakgroepen en afdelingen zijn korte lijnen getrokken naar het bestuur van de vereniging. Lidmaatschap A1 Het lidmaatschap wordt verkregen zodra een lid is ingeschreven in het ledenregister van de vereniging en een bewijs van lidmaatschap is verstrekt. A2 De leden zijn verplicht alle veranderingen in de persoonsgegevens op het aanmeldingsformulier onmiddellijk ter kennis te brengen van het bondsbestuur. A3 De bond streeft de grootst mogelijke bescherming na van de door leden verstrekte persoonsgegevens. A4 Contributie is verschuldigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die, waarin de aanmelding voor het lidmaatschap heeft plaatsgevonden. A5 Aan elk lid wordt bij aanvang van het lidmaatschap een exemplaar van de Statuten en reglementen uitgereikt. A6 Na wijziging van Statuten of reglementen wordt op verzoek van een lid een geldend exemplaar van de Statuten en reglementen toegestuurd. A7 De hoogte van de contributie van de ledengroep “Belangstellenden” dient zodanig te zijn dat deze minstens kostendekkend is. In de sector uitgeverij (onderdeel dagbladen) is ruimte gemaakt voor een gratis lidmaatschap van krantenbezorgers. A8 Het bondsbestuur beslist over het al dan niet toelaten tot het lidmaatschap. Indien er op basis van met name de artikelen 2 tot en met 5 van de Statuten redenen zijn om het lidmaatschap te weigeren, legt de bondspenningmeester de aanvraag van het lidmaatschap voor aan het bondsbestuur. Een besluit van het bondsbestuur om het lidmaatschap te weigeren wordt aan betrokkene, met opgaaf van redenen, schriftelijk meegedeeld. Binnen één maand na ontvangst kan betrokkene tegen de weigering bezwaar indienen bij een Commissie van Bezwaar. Elke sectorraad kan een Commissie van Bezwaar instellen, bestaande uit drie door de sectorraad gekozen leden. De Commissie van Bezwaar doet een bindende uitspraak over het bezwaar binnen één maand na ontvangst van het bezwaarschrift en meldt dit aan betrokkene en bondsbestuur. Betrokkene kan tegen de uitspraak van de Commissie van Bezwaar in beroep bij het bondscongres. A9 Royement van een lid der vereniging als bedoeld in art. 6 lid 1.d der Statuten geschiedt door het bondsbestuur en wordt binnen één maand per aangetekend schrijven met opgave van redenen aan betrokkene meegedeeld. Het betreffende lid kan binnen één maand na ontvangst van dat schrijven, schriftelijk, tegen dat royement bezwaar indienen bij een Commissie van Bezwaar. De Commissie van Bezwaar behandelt het bezwaar zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval, binnen één maand na kennisgeving. Beslissingen van de Commissie van Bezwaar zijn bindend. Betrokkene kan tegen de uitspraak in beroep bij het bondscongres.
20
Actieve leden B1 De vereniging onderscheidt twee functionaliteiten in het netwerk van actieve leden: a. Belangenbehartiging: (individueel) zoals consulenten helpdesk, consulenten IBB, begeleider WAO, belastinginvuller (collectief) leden in ondernemingsraden, bedrijfcontactpersonen/vertrouwenslieden, leden van een cao-onderhandelingscommissie. Deze activiteiten zijn gericht op informatie en advies aan leden en ondersteuning bij belangenbehartiging. b. Door de eigen achterban gekozen afgevaardigden in de vereniging: bestuurslid vakgroep, bestuurslid afdeling, lid sectorraad, lid bondsbestuur. Deze activiteiten zijn gericht op achterbanraadpleging, meningsvorming en (mede) beleidsbepaling en zorgen voor inbreng en participatie in beleid en activiteiten via de verenigingslijn. B2 Contactpersonen hebben tot taak om - in overleg met het vakgroeps- of afdelingsbestuur - de bond te vertegenwoordigen in de onderneming waar zij werkzaam zijn en de communicatie tussen de bond en de leden te onderhouden en te bevorderen. Contactpersonen kunnen optreden namens leden die zij vertegenwoordigen. B3 Contactpersonen worden voorgedragen en indien wenselijk verkozen uit en door de in de onderneming werkzame leden van de bond en aangesteld door het betrokken vakgroepsbestuur of afdelingsbestuur. B4 Het vakgroeps- of afdelingsbestuur bepaalt in overleg met de in de onderneming werkzame leden van de bond of de grootte en/of de structuur van de onderneming aanleiding geeft tot de verkiezing van meerdere contactpersonen. B5 Het vakgroeps- of afdelingsbestuur is verplicht schriftelijk de namen van de gekozen contactpersonen mee te delen aan de leden van de onderneming waarin de gekozen contactpersonen werkzaam zijn, aan de leden van het eigen bestuur en aan het bondsbestuur. B6 Indien namens de vereniging zitting wordt genomen in besturen, commissies, werkgroepen of overlegorganen niet behorende tot de vereniging, zal gehoord hebbende betreffende vakgroep of afdeling, het bondsbestuur de vertegenwoordiging bekrachtigen, tenzij hij dit niet nodig acht. B7 Actieve leden die in strijd handelen met Statuten, reglementen of besluiten van de bond, kunnen door het bondsbestuur van hun functie worden ontheven of geschorst. Hierover zal vooraf overleg plaatsvinden met betrokkene(n) en de betreffende sector. Alvorens daartoe wordt besloten, zal het bondsbestuur het voornemen daartoe voorleggen aan de door het congres ingestelde Commissie van Goede Diensten. De Commissie van Goede Diensten zal binnen een redelijke termijn trachten de problemen tot een oplossing te brengen. Een geschorst of uit zijn functie ontheven actief bondslid heeft recht van beroep bij het bondscongres, mits dit beroep binnen één maand na schorsing of ontheffing is ingediend. B8 Actieve leden die terugtreden zijn verplicht binnen een door het bondsbestuur te bepalen termijn de in zijn of haar bezit zijnde boeken en bescheiden en verdere eigendommen van de vereniging aan het bondsbestuur, danwel aan het betreffende vakgroepsbestuur, afdelingsbestuur of presidium van de sectorraad, over te dragen. B9 Actieve leden vormen een belangrijke schakel tussen de vereniging- en werkorganisatie van de bond. Goed samenspel is nodig om te komen tot een netwerk van gemotiveerde actieve leden en een zichtbaar en herkenbare bond voor (potentiële) leden en een goed bereikbare organisatie. De vertegenwoordigende en uitvoerende verantwoordelijkheden die actieve leden op zich nemen zijn groot. Daarom is vanuit de vereniging ondersteuning van hun activiteiten belangrijk. Daarbij is vooral te denken aan: informatievoorziening en goede communicatie, faciliteiten voor hun functioneren ter plaatse, zo nodig rechtsbescherming, aansturing en begeleiding. Actieve leden 21
zullen de ruimte krijgen in de organisatie voor en namens collega’s op te treden om een zo hoog mogelijke kwaliteit van hun functioneren te waarborgen. B10 Actieve leden, bezoldigd en onbezoldigd mogen geen belangen hebben in marktpartijen die voor FNV KIEM werken of gaan werken, met uitzondering van andere FNV vakorganisaties. Vakgroepen C1 Met inachtneming van artikel 19 lid 9 tot en met lid 11 van de Statuten worden leden van de vereniging ingedeeld in vakgroepen. C2 Bij een nieuwe vakgroep of bij het ontbreken van een vakgroepsbestuur is een sectorraad verantwoordelijk voor het uitschrijven van een ledenvergadering, waarin een vakgroepsbestuur wordt gekozen. C3 Een vakgroepsbestuur bestaat uit ten minste drie leden. Een vakgroepsbestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De bestuursleden worden gekozen telkens voor een periode van drie jaar. In tussentijds ontstane vacatures in het vakgroepsbestuur zal in de eerstvolgende ledenvergadering worden voorzien. Tot bestuurslid kunnen worden gekozen leden van achttien jaar en ouder, die ten minste één jaar, aansluitend voorafgaande aan hun verkiezing, lid van de bond zijn, behoudens ontheffing van het bondsbestuur. C4 Taken en verantwoordelijkheden van het vakgroepsbestuur: a. het beleggen van ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen en, zo nodig, vergaderingen voor groepen van leden van zijn vakgroep ter bespreking van het bondsbeleid en het beleid van de vakgroep en verantwoording afleggen over verrichte werkzaam heden, alsmede het behartigen van de belangen, in de meest ruime zin van het woord, van de leden; b. het verlenen van hulp aan de leden krachtens de hun toekomende rechten volgens Statuten, reglementen of besluiten van de bond en wel met name door aanspreekpunt te zijn, te zorgen voor doorverwijzing naar de professionele dienstverlening op het bondskantoor en door zorg te dragen voor goede contacten tussen leden en organisatie; c. Het werven van leden, nieuwe vakgroepsbestuursleden en het werven en ondersteunen van actieve contactpersonen op de werkvloer alsmede het verzorgen van hun aanmelding bij het bondsbestuur; d. het jaarlijks schriftelijk opstellen van een beleids- en werkplan, inclusief begroting en tijdpad; e. het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen van de verrichte activiteiten; f. het verzorgen van administratie en correspondentie en het zorgvuldig beheren van het toegekende budget; g. het verrichten van werkzaamheden, die door het bondsbestuur of andere daartoe bevoegde verenigingsorganen worden opgedragen; h. het dagelijks bestuur adviseren bij aanstelling van een sectorverantwoordelijke die met de betreffende vakgroep zal gaan samenwerken; i. overleg en afstemming met de sectorraad over bovengenoemde zaken. i.a. Formuleren van activiteiten in samenwerking met de sectorverantwoordelijke(n), op basis van ontwikkelingen in de vakgroep en te stellen prioriteiten ten behoeve van de belangenbehartiging en de leden ontwikkeling. i.b. Het beleid vaststellen op het gebied van kunst en cultuur de vakgroep betreffende binnen door het bondsbestuur vastgelegde beleidskaders. i.c. Het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de vakgroep vaststellen binnen door het bondsbestuur vastgestelde beleidskaders. i.d. Concept cao-voorstellen aan de leden voorleggen en de leden adviseren omtrent onderhandelingsresultaten.
22
i.e. De kaderleden aanwijzen, die tezamen met de sectorverantwoordelijke(n) de caoonderhandelingen voeren in de bedrijven, instellingen en bedrijfstakken met de werkgevers(organisaties). i.f. Indien gewenst, werkgroepen en/of commissies instellen en taken en bevoegdheden van deze werkgroepen en/of commissies vaststellen. i.g. Toezien op afvaardiging van gekozen vakgroepsbestuursleden in de organen van de vereniging en hen ondersteunen bij het functioneren. C5 Een vakgroepsbestuur is bevoegd om al datgene te doen dat bijdraagt aan de uitvoering van de voorgenomen plannen uit het door de sectorraad en het bondsbestuur goedgekeurde werkplan. Noch de vakgroep, noch haar bestuur kan daden stellen welke de bond in rechte binden. C6 Een vakgroepbestuur kan een beroep doen op het bondsbestuur, onder andere voor organisatorische en administratieve ondersteuning, opdat de door hun noodzakelijk geachte vakgroepsactiviteiten uitgevoerd kunnen worden. Een vakgroepsbestuur zal tijdig op de hoogte worden gebracht van activiteiten van afdelingen, sectorraden en bestuurders, voor zover die het werkterrein van de vakgroep raken. C7 Leden uit vakgroepen die in de uitkeringsgerechtigdensector worden ingedeeld (arbeidsproces verlaten of pensioengerechtigde leeftijd bereikt) moeten, als zij dat willen, communicatie met hun vakgroep kunnen onderhouden. C8 Een vakgroep kan in subgroepen werken, als dat voor de belangenbehartiging van een groep nodig is. Een en ander binnen de kaders van de geldende budgettering. Vakgroepsledenvergaderingen D1 De vakgroepsledenvergadering bestaat uit alle leden van de vakgroep en vergadert ten minste eenmaal per jaar ter voorbereiding van het bondscongres. Voorts telkens wanneer het vakgroepsbestuur, het bondsbestuur of ten minste een tiende van het aantal leden der vakgroep zulks wenst. D2 Het vakgroepsbestuur nodigt de leden schriftelijk uit, binnen een termijn van minstens twee weken behoudens in spoedgevallen - onder meezending van agenda en bijbehorende stukken. D3 De vergaderingen worden voorgezeten en genotuleerd door respectievelijk de voorzitter en secretaris van het vakgroepsbestuur, danwel door het gekozen presidium indien daarin is voorzien. D4 Een vakgroepsbestuur wordt als volgt gekozen: kandidaatstelling geschiedt schriftelijk bij de secretaris van het vakgroepsbestuur. Verkiezing vindt plaats tijdens een vakgroepsledenvergadering. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. In tussentijdse vacatures wordt voorzien onder verantwoordelijkheid van het bestaande vakgroepsbestuur. Afdelingen E1 Met inachtneming van artikel 20 van de statuten worden leden van de vereniging ingedeeld in afdelingen. E2 Een afdelingsbestuur wordt gekozen uit en door de leden van de afdeling en bestaat uit ten minste drie leden. Een afdelingsbestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De bestuursleden worden gekozen telkens voor een periode van drie jaar. In tussentijds ontstane vacatures in het afdelingsbestuur zal in de eerstvolgende ledenvergadering worden voorzien. Tot bestuurslid kunnen worden gekozen leden van 18 jaar en ouder, die ten minste één jaar, aansluitend voorafgaande aan hun verkiezing, lid van de bond zijn, behoudens ontheffing van het bondsbestuur. E3 Taken en verantwoordelijkheden van het afdelingsbestuur: a. het beleggen van ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen en, zo nodig, vergaderingen voor groepen van leden van zijn afdeling ter bespreking van het bondsbeleid en het beleid van de
23
afdeling en de verantwoording afleggen over verrichte werkzaamheden, alsmede het behartigen van de belangen, in de meest ruime zin van het woord, van de leden; b. het verlenen van hulp aan de leden krachtens de hun toekomende rechten volgens Statuten, reglementen of besluiten van de bond toekomende rechten; c. het werven van nieuwe leden en het aanmelden van dezen bij het bondsbestuur; d. het jaarlijks schriftelijk opstellen van een beleids- en werkplan, inclusief begroting en tijdpad; e. het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen van de verrichte activiteiten; f. het verzorgen van administratie en correspondentie en het zorgvuldig beheren van het toegekende budget; g. het verrichten van werkzaamheden, die het door het bondsbestuur of andere daartoe bevoegde verenigingsorganen worden opgedragen; h. het door de leden in ondernemingen doen verkiezen van contactpersonen, die het bestuur in het vervullen van zijn taak kunnen bijstaan; E4 Een afdelingsbestuur is bevoegd om al datgene te doen dat bijdraagt aan de uitvoering van de voorgenomen plannen uit het door het bondsbestuur goedgekeurde werkplan. Noch de afdeling, noch haar bestuur kan daden stellen welke de bond in rechte binden. E5 Afdelingsbesturen zullen tijdig op de hoogte worden gebracht van activiteiten van vakgroepen, sectorraden en sectorverantwoordelijke(n), voor zover die het werkterrein van afdelingen raken. E6 (In aansluiting op artikel 19 lid 1 omschrijving van de afdelingsindeling). Afdelingen die tussen haakjes zijn geplaatst vallen in één afdelingswerkgebied. Zij kunnen samen één zetel in een sectorraad bezetten. Afdelingsledenvergaderingen F1 Alle leden uit een afdeling worden uitgenodigd voor een afdelingsledenvergadering. De afdelingsledenvergadering vergadert ten minste eenmaal per jaar ter voorbereiding van het bondscongres. Voorts telkens wanneer het afdelingsbestuur, het bondsbestuur of ten minste zeven procent van het aantal leden of een aantal van minstens vijftig leden van de afdeling dat wenst. F2 Het afdelingsbestuur nodigt de leden schriftelijk uit, dan wel via een publicatie in het bondsblad of op andere wijze, binnen een termijn van minstens twee weken, behoudens in spoedgevallen. Leden kunnen op verzoek de agenda en bijbehorende stukken ontvangen. F3 De vergaderingen worden voorgezeten en genotuleerd door respectievelijk de voorzitter en secretaris van het afdelingsbestuur, dan wel door personen die zijn aangewezen door het afdelingsbestuur.
24
F4 Onder verantwoordelijkheid van het bondsbestuur wordt een afdelingsbestuur als volgt gekozen: kandidaatstelling geschiedt schriftelijk voor een door het zittende afdelingsbestuur bepaalde datum bij de secretaris van het betreffende afdelingsbestuur. Verkiezing vindt plaats tijdens een afdelingsledenvergadering. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. In tussentijdse vacatures wordt voorzien onder verantwoordelijkheid van het functionerende afdelingsbestuur. Sectoren en sectorraden H1 De leden van de bond worden ingedeeld in sectoren naar de aard van hun werkzaamheden en/of de onderneming, waarin zij werkzaam zijn en in een sector uitkeringsgerechtigde leden (zie statuten art. 19 lid 1). Deze sectoren zijn: Kunsten: beeldende kunst, muziek, techniek en organisatie, kunsteducatie en amateurkunst, symfonie, toneel/mime, BV Pop, dans, vocaal, vrije sector; Prepublishing: database publishing, voorbereiding ten behoeve van multimediale productie en voorbereiding grafisch; Grafisch: drukvormverwerking, drukwerk, afwerking en verspreiding; Verpakkingen: kartonnage, papierbe- en verwerkende industrie en papiergroothandel; Uitgeverij: kranten, boeken, tijdschriften; Audiovisueel: AV-productie en facilitair, film, vertalers voor film en televisie, fotofinishing (beeld, geluid, film en video); Uitkeringsgerechtigden: gepensioneerden, leden die ten gevolge van arbeidsongeschiktheid niet meer werkzaam zijn, leden die een VUT-uitkering ontvangen, werklozen en partners van overleden leden, voor zover zij niet zelf in een dienstbetrekking zijn en op grond daarvan lid dienen te zijn van een andere vakorganisatie. H2 Sectorraden kunnen een voorstel tot indeling van leden in vakgroepen/afdelingen indienen. De indeling in vakgroepen/afdelingen geschiedt naar de aard van de werkzaamheden of beroepsuitoefening, dan wel de werkzaamheden of het beroep dat leden zouden uitoefenen wanneer zij niet door arbeidsongeschiktheid of werkloosheid daartoe verhinderd zouden zijn, respectievelijk dat zij niet meer uitoefenen vanwege VUT of pensionering. Leden die een uitkering ontvangen en tegelijkertijd aan actieve beroepsuitoefening (willen) doen, worden ingedeeld in de voor dat beroep passende vakgroep, indien zij dit wensen. Een verzoek tot wijziging van indeling in een vakgroep kan, met redenen omkleed, worden gericht aan de ledenadministratie van de vereniging. Bij verschil van mening beslist het bondsbestuur. H3 Bij een voorstel om een nieuwe vakgroep in te stellen, dan wel een bestaande vakgroep op te heffen, gelden als beoordelingscriteria: herkenbaarheid als groep vakgenoten, effectiviteit en mogelijkheden om activiteiten te kunnen ontwikkelen. H4 Bij de in lid 1 van dit artikel genoemde sectoren zijn de bestaande vakgroepen/afdelingen genoemd op het moment van besluitvorming over het reglement. Bij aanpassing van het reglement zal telkenmale het meest recente overzicht van ingestelde vakgroepen/afdelingen verwerkt worden. H5 Uitkeringsgerechtigde leden kunnen, op verzoek, sector- en/of vakgroepinformatie ontvangen. H6 De sectorraad heeft tot taak het leiding geven aan de ontwikkeling en uitvoering van het vakbondswerk en de belangenbehartiging in de sector. Ook draagt de sectorraad zorg voor een goede algemene gang van zaken in de sector en tussen verwante vakgroepen en afdelingen onderling (met name een goede organisatie van het eerstelijns werk).
25
De sectorraad zal daartoe met name: a. bondsbestuur, bestuurders, vakgroepen en afdelingen terzijde staan en adviezen verstrekken op het sociaal-economisch terrein én over alle beleidsaspecten die de sector raken; b. formuleren van activiteiten in samenwerking met de sectorverantwoordelijke(n), op basis van ontwikkelingen in de sector en te stellen prioriteiten ten behoeve van de belangenbehartiging en ledenontwikkeling, jaarlijks vastgelegd in een sectorplan en bijbehorende begroting, goed ledencontact en goede dienstverlening; c. het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector vaststellen en coördineren binnen door het bondsbestuur vastgestelde beleidskaders; d. indien gewenst, commissies instellen en taken en bevoegdheden van deze commissies vaststellen. e. toezien op afvaardiging van gekozen sectorraadsleden in de organen van de vereniging en hen te ondersteunen bij het functioneren; f. het dagelijks bestuur adviseren bij aanstelling van een sectorverantwoordelijke die met de betreffende sectorraad zal gaan samenwerken; g. afspraken maken met vakgroepen/afdelingen over het delegeren van werkzaamheden; h. dienstdoen als platform van kennis en informatie-uitwisseling en voor discussie over (on)mogelijkheden van de uitvoering van bondsbesluiten en de praktische belemmeringen daarbij. H7 Werkwijze van een sectorraad: a. de sectorraad kiest uit zijn midden een presidium, bestaande uit drie leden van de raad en in functie gekozen door de sectorraad tijdens de eerste vergadering in de nieuwe samenstelling na verkiezingen. b. de leden van een sectorraad zullen schriftelijk worden gekozen door de leden van de vakgroepen/afdelingen binnen de betreffende sector. De sectorraad is zoveel mogelijk een afspiegeling van de betreffende vakgroepen/afdelingen. Verkiezing van de sectorraad vindt eenmaal per drie jaar plaats conform artikel 14 lid 9 van de Statuten. Aftredende leden van de sectorraad zijn terstond herkiesbaar. c. de sectorraad komt - in aanwezigheid van de betrokken sectorverantwoordelijke(n) - minstens twee maal per jaar bijeen. d. de sectorraad ziet toe op goede communicatie met de achterban, zo mogelijk via de vakgroepen/afdelingen, onder meer door het verstrekken van informatie en het organiseren van achterbanraadpleging. e. de gekozen leden van de sectorraad en de door het bondsbestuur toegevoegde sectorverantwoordelijke(n) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede gang van zaken binnen de sectorraad en leggen daarover middels periodieke rapportage verantwoording af aan het bondsbestuur. f. de sectorraad besluit bij meerderheid van stemmen in aanwezigheid van ten minste de helft van het aantal leden. Bij het staken der stemmen wordt opnieuw gestemd. Indien de stemmen voor de tweede keer staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Indien bij stemming het quorum ontbreekt, kan in een volgende vergadering bij meerderheid van stemmen over het onderwerp een besluit worden genomen. H8 Voorzieningen ten behoeve van een sectorraad: a. het bondsbestuur draagt zorg voor relevante informatie ten behoeve van het werk van de sectorraad. b. de sectorraad kan een beroep doen op het bondsbestuur, onder andere voor organisatorische en administratieve ondersteuning, opdat de door hen noodzakelijk geachte sectoractiviteiten uitgevoerd kunnen worden.
26
H9 Sectorplan en rapportage. Een sectorplan bevat de werkplannen van de bij de sectorraad behorende vakgroepen/afdelingen en kan daarnaast gezamenlijke activiteiten bevatten. Bij voorkeur worden prioriteiten aangegeven. Een sectorplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het bondsbestuur. Een sectorplan bevat ten minste: doelstellingen met beoogde resultaten die gerelateerd moeten zijn aan algemene beleidsprioriteiten; de wijze waarop de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd en de daartoe benodigde menskracht, middelen en andere vormen van ondersteuning; een tijdsplan om de doelstellingen te realiseren en de momenten waarop de voortgang wordt gemeten en (tussen)rapportage zal plaatsvinden; een overzicht van de te maken kosten (budget); een onderbouwing van het te verwachten effect op ledenontwikkeling. Evaluatie vindt plaats zo vaak als volgens plan wenselijk wordt geacht, maar in ieder geval aan het eind van een boekjaar. De schriftelijke rapportage bevat ten minste: inzicht in de mate waarin het werkplan gerealiseerd is, welke neveneffecten zijn opgetreden en welke onderdelen niet of onvolledig zijn gerealiseerd; inzicht in de ontwikkeling van het ledental in (het specifieke deel van) de sector waar het werkplan op gericht is; een verantwoording van de (niet) bestede financiële middelen. H10 Aandachtspunten reglement / verkiezingsdraaiboek: 1. Draaiboek verkiezingen opstellen in samenwerking met sectorraden. 2. Tijdig opmaken van functieprofielen voor sectorraadsleden in samenwerking met sectorraden. Bondsbestuur toetst kandidaten op algemene functionaliteitcriteria. 3. - Garanderen dat de noodzakelijke kennis van wat speelt binnen vakgroepen aan de orde wordt gesteld binnen de sectorraad en weer wordt terugvertaald naar de vakgroepen. - Bevorderen overleg tussen gekozen sectorraadsleden en vakgroepsbesturen. Er moet een nauwe band zijn. - “Voorgesprekken” organiseren van kandidaten met het bestuur van vakgroepen waaruit zij voortkomen. 4. - Gerichte wervingscampagne opzetten. - Aandacht voor contacten met leden in de bedrijven/de werkvloer. 5. - Aandacht voor financiële faciliteiten en verloffaciliteiten voor sectorraadsleden (te betrekken bij uitwerking vergoedingsregeling actieve leden). 6. - Aandacht voor kwaliteitsverbetering sectorraadsleden door scholing/kennisaanbod. - Bereidheid van sectorraadsleden om energie te stoppen in het vergaren van de nodige kennis. 7. - Voldoende ruimte creëren in verkiezingskranten voor presentatie/motivatie kandidaten. - In plaats van presenteren kandidaten in alfabetische volgorde, een vorm kiezen waarin zichtbaar is uit welke regio of beroepsgroep een kandidaat voortkomt. 8 - Een lid dat zich verkiesbaar stelt als sectorraadslid moet zich na verkiezing verbonden weten aan het bestuur van het werkgebied waar hij/zij onder valt.
27
Bondsbestuur I1 Tot de taken en bevoegdheden van het bondsbestuur behoren: a. het voorbereiden van alle zaken, die in de bond aan de orde komen; b. het verrichten van al hetgeen voortvloeit uit de toepassing van de Statuten en reglementen; c. indien het bestuur dit noodzakelijk of gewenst acht: het uitschrijven van een ledenvergadering voor een bepaalde groep leden, in overleg met of met mededeling aan betrokken sectorraad, vakgroeps- of afdelingsbestuur, zulks afhankelijk van omstandigheden. I2 Het bondsbestuur stelt een adviescommissie in die hem adviseert over de rechtspositie van de bezoldigde bestuurders in dienst van de bond. I3 Het bondsbestuur treedt in functie op de dag die volgt op de laatste dag van het bondscongres, waarin het bestuur is benoemd. Tot op dat moment is het zittende bondsbestuur in functie. I4 Het bondsbestuur verstrekt op verzoek aan een afdelingsbestuur, een sectorraad of een vakgroepsbestuur een goedgekeurde besluitenlijst van een bondsbestuursvergadering. I5 Leden van het bondsbestuur kunnen gevraagd en ongevraagd - de aanwezigheid aangekondigd afdelingsledenvergaderingen, vakgroepsledenvergaderingen en bijeenkomsten van afdelingsbesturen, sectorraden, vakgroepsbesturen en werkgroepen bijwonen en daar het woord voeren. I6 Leden van het bondsbestuur kunnen geen deel uitmaken van andere bondsorganen die onder meer tot taak hebben het bondsbeleid te controleren, behalve die waarvan ze statutair deel uitmaken. I7 Aandachtspunten reglement / verkiezingsdraaiboek 1. Tijdig opmaken van concrete functieprofielen vast te stellen door het bondsbestuur * Voor onbezoldigde bondsbestuurders. * Voor bezoldigde bondsbestuurders (met een bestanddeel algemene bestuurstaken en een bestanddeel voor de onderscheidende functieaspecten van voorzitter, secretaris, penningmeester). 2. In de conceptbeschrijvingsbrief van het bondscongres informeert het bondsbestuur over herkiesbare zittende DB’ers en kondigt de kandidaatstellingstermijn/en procedure aan. 3. In de definitieve beschrijvingsbrief voor het bondscongres informeert het bondsbestuur over de vastgestelde lijst met verkiesbare personen voor de functie van dagelijks bondsbestuurders, die getoetst zijn op algemene functionaliteitcriteria. Het bondsbestuur formuleert een eigen preadvies. De sollicitatiecommissie kijkt zorgvuldig naar geschikte kandidaten binnen FNV KIEM. Ervaring met het vakbondswerk is een pre. 4. De werkwijze is als volgt: Functieprofielen worden samengesteld nadat de verschillende geledingen van de vereniging daarvoor een eigen inbreng hebben kunnen leveren. Een externe deskundige verstaat zich voor dat doel met leden uit de diverse bondsorganen. Vervolgens worden er teksten voor profielen geformuleerd die het bondsbestuur vaststelt. Als het bondsbestuursbesluit afwijkt van wat er was voorgesteld, dan wordt dat in verslaglegging vastgelegd; congresafgevaardigden ontvangen van dat verslag een afschrift. Na de vaststelling van de profielen zal een commissie toetsen of aangemelde kandidaten in voldoende mate aan de profielen voldoen en zodoende, of gemelde kandidaten inderdaad op de kieslijst thuishoren. De samenstelling van de commissie zal zijn 1 lid uit elke sectorraad (met dus vertegenwoordiging uit zowel afdelingen als vakgroepen), aangevuld met 3 leden uit het bondsbestuur (die de nodige ervaringsgegevens kunnen inbrengen). De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De commissie brengt verslag uit over de beraadslagingen en adviseert het bondsbestuur over de kieslijst, waarna het bondsbestuur een eigen preadvies formuleert. Ook hier geldt, dat het bondsbestuur het verslag van de commissie samen met het eigen preadvies aan het congres overbrengt.
28
I8
In bijzondere gevallen als het gaat om benoemingen van bondsbestuursleden in bezoldigde dienst kunnen ook personen benoemd worden, van buiten de organisatie die aantoonbaar affiniteit (en bij voorkeur ervaring) hebben met de activiteiten en het gedachtegoed van de vakbond.
Dagelijks bestuur J1 Ingeval van vacatures in het dagelijks bestuur vormen de overige leden een bevoegd college. Congres K1 Het congres wordt van tijd tot tijd onderbroken door pauzes. Daar is in de dagorde in voorzien. Pauzes dienen voor verpozing, voor delegatie-overleg en beraad bondsbestuur. Aan het vastgestelde tijdschema zal strak de hand worden gehouden. K2 Per onderwerp is er gelegenheid voor afgevaardigden om het woord te voeren. Daarvoor zullen twee afzonderlijke spreekronden worden gehouden. K3 Het presidium van het congres kan de spreektijd van afgevaardigden en bestuursleden beperken, als een goede voortgang van de vergadering dat vereist. K4 Het presidium van het congres zal slechts moties in behandeling laten nemen als ze voldoen aan de volgende criteria: de motie heeft betrekking op een onderwerp, dat niet bij wijze van voorstel of amendement aan de orde kan worden gesteld de motie heeft betrekking op een onderwerp, waaromtrent naar de mening van het congres een spoedige uitspraak van de bond is gewenst. K5 Het presidium van het congres zal besluiten van het congres opnieuw ter discussie en besluitvorming voorleggen aan het congres, als: het desbetreffende besluit niet strookt met één of meer andere besluiten van dit congres het desbetreffende congresbesluit ingrijpende gevolgen heeft voor de werkorganisatie van de bond. K6 In het geval dat de congreszitting onderbroken wordt voor nader beraad van delegaties (schorsing) zal het presidium zo nodig een voorstel doen voor de leiding daarvan. Werkgroepen L1 Werkgroepen kunnen worden ingesteld op een duidelijk omschreven doelstelling, passend binnen het bondsbeleid en met een tijdpad ter realisering van de doelstelling. L2 Werkgroepen krijgen door het bondsbestuur toe te kennen middelen en faciliteiten. L3 Werkgroepen zullen jaarlijks op door het bondsbestuur vooraf vastgestelde criteria over de voortgang van werkzaamheden rapporteren en tussentijds indien daar door het bondsbestuur om wordt verzocht. L4 Werkgroepen worden samengesteld uit vertegenwoordigers van relevante bondsgeledingen. L5 Het bondscongres 1997 heeft besloten om werkgroepen in te stellen met een nadrukkelijke doelstelling voor: instromers: het betreft die vakbondsleden die pas betrekkelijk kort lid van de organisatie zijn en die speciale aandacht moeten krijgen; uitstromers: hieronder te verstaan in algemene zin, die werknemers, die of wel aan het einde van hun carriëre zijn ofwel tot groepen behoren waarvan uit ervaring blijkt dat veelvuldig voor het bondslidmaatschap wordt bedankt; afspiegeling: doel van deze werkgroep is het streven om de bond en zijn organen meer een afspiegeling van de beroepsbevolking te doen zijn. scholing/activering: doel is het inspelen op ontwikkelingen in het vakbondswerk door (actieve) leden tot steun te zijn met aanbieden van informatie en vaardigheden.
29
L6
Als permanente werkgroep is een Landelijk Vrouwen Overleg (LVO) ingesteld, waar vrouwelijke leden elkaar kunnen ontmoeten en afstemmen over specifieke belangen.
Commissie van Beroep M1 Door het bondscongres wordt een Commissie van Beroep ingesteld, overeenkomstig artikel 18, lid 4, sub g van de Statuten. M2 De Commissie van Beroep onderzoekt en doet uitspraak in geschillen die zijn ontstaan tussen bondsbestuur en een vakgroep, afdeling of ander bondsorgaan over de toewijzing van een door die betreffende groep ingediende begroting. M3 De Commissie van Beroep bestaat uit zeven leden, elk uit een andere sector afkomstig. Bij behandeling van een geschil zal de sectorvertegenwoordiging in wiens sector het geschil zich voordoet niet meedoen aan eventuele stemming. M4 De uitspraken van de Commissie van Beroep zijn bindend. M5 De Commissie van Beroep kan desgevraagd een advies over geschillen betreffende toewijzing van gelden aan sectorraden uitbrengen, ten behoeve van besluitvorming op het congres. Commissie van Goede Diensten N1 Door het bondscongres wordt, overeenkomstig artikel 18, lid 4, sub h, van de Statuten een Commissie van Goede Diensten ingesteld. N2 De Commissie van Goede Diensten onderzoekt de ontstane problematiek als gevolg van het door een actief lid in strijd handelen met Statuten, reglementen of besluiten van de bond of een door het bondsbestuur aangegeven gedragslijn en tracht tot oplossingen te komen. Tevens beoordeelt de Commissie of een ingezonden artikel ten behoeve van plaatsing in het bondsblad al of niet terecht is geweigerd. De Commissie doet van haar werkzaamheden en bevindingen verslag aan het bondscongres. N3 De Commissie van Goede Diensten bestaat uit zeven leden, elk uit een andere sector afkomstig. Bij behandeling van een geschil zal de sectorvertegenwoordiging in wiens sector het geschil zich voordoet, niet meedoen aan een eventuele stemming. Bondsblad O1 De bond geeft een bondsblad uit waarin de standpunten en het doel van de bond, alsmede de middelen, die aan dit doel bevorderlijk zijn, worden toegelicht en gepropageerd. Voorts kan het artikelen bevatten die gewijd zijn aan de belangen van de bond en zijn leden in algemene zin. O2 De redactie van het bondsblad staat onder verantwoordelijkheid van het bestuur. O3 Vakgroepsbesturen en afdelingsbesturen hebben recht op plaatsing van door hen ingezonden berichten of artikelen betreffende de taak en werkzaamheden van hun groep. De strekking van deze berichten en artikelen blijft buiten verantwoordelijkheid van de redactie. O4 De leden van de bond hebben het recht in het bondsblad de middelen te bespreken, die aan het doel van de bond bevorderlijk zijn. Deze artikelen dienen met naam te zijn ondertekend en blijven buiten verantwoordelijkheid van de redactie. O5 Indien een ingezonden artikel geweigerd wordt, kan de inzender in beroep gaan bij de Commissie van Goede Diensten. O6 Het bondsblad wordt gratis aan alle leden toegezonden. Niet-leden kunnen zich tegen een door het bondsbestuur vastgestelde prijs op het bondsblad abonneren.
30
Slotbepalingen P1 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, alsmede bij verschil van opvatting over de uitleg van de bepalingen van dit reglement, beslist het bondsbestuur. P2 Dit reglement is vastgesteld op 13 december 1999. N.B. De bond kent een vastgestelde contributieregeling, een rechtenpakket voor leden en een vergoedingsregeling voor actieve leden. De teksten daarvan zijn aan te vragen op het bondskantoor.
31
III.Rechtenpakket leden Lidmaatschapsrechten 1. Voor directe vragen over arbeid, inkomen en beroepspraktijk kunnen leden gebruik maken van de telefonische helpdesk. 2. Voor hulp bij geschillen over arbeid, inkomen en beroepspraktijk treden professionele medewerkers van de bond kosteloos op als bemiddelaar of als vertegenwoordiger in een gerechtelijke procedure (in speciale gevallen kan een eigen bijdrage of een provisiebedrag gevraagd worden). 3. Namens leden treden professionele vakbondsmedewerkers en actieve leden op als belangenbehartigers (bij cao-onderhandelingen, in sectorinstanties, bij lobby over beleid). 4. Leden van de bond kunnen tegen een geringe vergoeding gebruik maken van een speciaal productaanbod gericht op de ondersteuning van beroepsontwikkeling. a. Voor de zelfstandige beroepspraktijk: bedrijfskundig advies, verloningsservice, steun bij contractonderhandelingen, belastingservice eigen bedrijf. b. Voor werknemers in loondienst: loopbaanadvies, advies bij individuele arbeidsvoorwaardenkeuzes, steun bij cao-overleg op de werkvloer, belastingservice. 5. Voor alle leden gratis: voordeelkaart, bondsblad/sectorinformatie. De bond gaat de mogelijkheid na van een collectief lidmaatschap voor ondernemingsraden: abonnement OR-advies (tegen kostendekkend tarief). Jubilea a. Bij 25-jarig lidmaatschap ontvangt het jubilerende lid een zilveren speld van FNV KIEM. b. Bij 40-jarig lidmaatschap krijgt men € 100,- aangeboden. c Bij 50-jarig lidmaatschap ontvangt men een gouden speld van FNV KIEM. d. Bij 60-jarig lidmaatschap ontvangt men een gouden speld met diamant. e Bij bovengenoemde jubilea wordt bedoeld onafgebroken lidmaatschapsjaren, waarbij ook de jaren lidmaatschap bij andere bonden, aangesloten bij de FNV en bij bevriende organisaties (waarmee de FNV internationale samenwerking heeft), meetellen. f. Voor jubilarissen: 40-, 50- en 60-jarig lidmaatschap, wordt jaarlijks een feestelijke ledenbindingsbijeenkomst georganiseerd.
32
IV. Faciliteitenregeling Actieve leden 1 januari 2012 1. Onkostenvergoedingen a. - Onbezoldigde Bondsbestuurders - Onbezoldigde Sectorraadsleden - Onbezoldigde Vakgroepbestuursleden - Onbezoldigde Bondsraadsleden - Onbezoldigde Rayonraadsleden - Onbezoldigde leden van doe(l)werkgroepen - en (congres-)afgevaardigden, die een door of namens het bondsbestuur uitgeschreven vergadering, niet zijnde een afdelings(bestuur)vergadering, bezoeken die zij statutair moeten bezoeken, ontvangen daarvoor een onkostenvergoeding. b. De navolgende kosten worden vergoed: e - reiskosten 2e klasse openbaar vervoer, tijdens spitsuren kan bij uitzondering 1 klas worden gereisd, dit geldt voor de uren die vóór 09.00 gereisd worden. De declaratie wordt betaald ná inlevering van het betaalbewijs. - indien er sprake is van loonderving: - in geval van een dienstverband de werkelijk gederfde netto inkomsten - in geval er geen dienstverband en ook geen loonvervangende uitkering is, het aantal (verzuimde) uren maal het dubbele netto minimumuurloon. - een onkostenvergoeding van € 21,34 als er geen lunch aangeboden wordt door de organisatie. - een onkostenvergoeding van € 14,54 als er wel een lunch aangeboden wordt door de organisatie. c. In afwijking van het in lid b gestelde geldt voor - onbezoldigde bondsbestuurders, - onbezoldigde sectorraadsleden én - onbezoldigde vakgroepbestuursleden, uitsluitend wanneer zij een vergadering van - het bondsbestuur, - de sectorraad, - het vakgroepbestuur, - een CAO-onderhandelingsvergadering - of namens de organisatie een congres van een andere organisatie bijwonen, een reiskostenvergoeding op basis van een kilometervergoeding per gereden kilometer, indien zij van eigen vervoer gebruik maken. - of namens de organisatie een congres van een andere organisatie bijwonen, een reiskostenvergoeding op basis van een kilometervergoeding van € 0,234 per gereden kilometer, indien zij van eigen vervoer gebruik maken of € 0,324 als een mede kaderlid meerijdt ten behoeve van een geoormerkte activiteit van FNV KIEM1. d. Ongeacht het aantal vergaderingen per dag worden de verzuimkosten, de reiskosten en het vacatiegeld slechts eenmaal vergoed. e. Onbezoldigde bondsbestuursleden ontvangen, indien zij in een jaar ten minste zes vergaderingen van het bondsbestuur hebben bijgewoond, jaarlijks een bedrag van € 149,75. f. Onbezoldigde leden van een sectorraad of een vakgroepbestuur ontvangen (eventueel) een onkostenvergoeding en/of telefoonkostenvergoeding, die opgenomen wordt in het sectorwerkplan/sectorbudget of vakgroepwerkplan/vakgroepbudget.
33
g. Om een juiste opgave van declaratiekosten te bereiken, wordt bij de eerste declaratie in het nieuwe jaar een werkgeversverklaring (voor zover van toepassing) toegevoegd waaruit blijkt hoe hoog het uurloon is zoals dat op de loonstrook staat en wat de werkgever nog meer betaalt aan loonkosten indien werknemer een uur werkt. h. De onkostenvergoeding behoort per vergadering te worden gedeclareerd door middel van een daartoe beschikbaar gesteld formulier. Hierop wordt naast de onkosten, de naam en adres, eveneens de soort vergadering, de vergaderdatum, het giro- of bankrekeningnummer en de handtekening geplaatst. Het formulier wordt tijdens de vergadering bij de budgetverantwoordelijke ingeleverd. 2. Overnachtingkosten Indien ter bijwoning van een vergadering de noodzaak zich voordoet in een andere plaats dan de eigen woonplaats te overnachten, wordt hiervoor een vergoeding gegeven op basis van werkelijk gemaakte kosten (logies en ontbijt), tenzij het bondsbestuur centraal een regeling voor nachtlogies heeft getroffen. 3. Restitutie van vacatiegelden Indien een onbezoldigd lid van de bond als vertegenwoordiger van FNV Kunsten Informatie en Media deelneemt aan vergaderingen van besturen, fondsen, instellingen e.d. waar een vacatieregeling van toepassing is, dan geldt de volgende regeling: - de betrokken bestuurder ontvangt het gehele vacatiegeld rechtstreeks van de betreffende verstrekker op een door hem aangegeven bankrekeningnummer; - de betrokken bestuurder wordt geacht alle onkosten ten behoeve van de in dit artikel bedoelde activiteiten via het vacatiegeld te ondervangen en geen andere kosten te declareren; - de bestuurder wordt geacht de inkomsten uit vacatiegelden te verantwoorden aan de fiscus. 4. Onkostenvergoeding afdelingsbestuur a. Aan de afdelingsbestuurders worden jaarlijks de navolgende bedragen voor het bestuur beschikbaar gesteld: Afdelingen van 25 leden of minder € 80,77 Afdelingen van 26 tot 50 leden € 135,68 Afdelingen van 51 tot 100 leden € 230,07 Afdelingen van 101 tot 200 leden € 323,09 Afdelingen van 201 tot 300 leden € 430,64 Afdelingen van 301 tot 400 leden € 538,18 Afdelingen van 401 tot 500 leden € 645,73 Afdelingen van 501 tot 1000 leden € 753,28 Afdelingen van 1001 leden of mee € 834,05 b. Deze bedragen dienen in onderling overleg binnen het afdelingsbestuur te worden verdeeld. 5. Telefoonkostenvergoeding afdelingsbestuurders a. Voor een goede uitoefening van de werkzaamheden in de afdelingen dient men via de telefoon met de leden te kunnen communiceren. b. Voor het voeren van telefoongesprekken kunnen normbedragen bij de bondskas in rekening worden gebracht, gerelateerd aan het per 1 juli van ieder jaar geldend ledental per afdeling. c. Deze normbedragen zijn: Afdelingen tot 25 leden € 137,50 Afdelingen van 26 tot 100 leden € 259,56 Afdelingen van 101 tot 400 leden € 518,67 Afdelingen van 401 tot 1500 leden € 792,75 Afdelingen van 1501 tot 2500 leden € 1.036,89 1
Let wel: 0,19 ct wordt netto uitgekeerd, bij het meerdere wordt belasting ingehouden 34
Afdelingen van 2501 tot 4000 leden € 1.281,02 Afdelingen van 4001 of meer leden € 1.523,34 d. De afdelingen, die tot 26 of meer leden tellen en gebruik maken van de onder b genoemde normbedragen, dienen er voor zorg te dragen dat minimaal één aansluiting op naam van FNV Kunsten Informatie en Media in de telefoongids wordt vermeld. e. Nieuwe telefoonaansluitingen kunnen alleen na goedkeuring van het bondsbestuur worden aangevraagd. f. De kosten hiervan worden door de afdeling betaald en zullen niet worden teruggevorderd indien betrokkene drie jaar afdelingsbestuurder blijft. Vergoedingsregeling voor afdelingsbestuurders en intakers die in een ruimer afdelingswerkgebied gaan samenwerken. De navolgende bedragen worden jaarlijks beschikbaar gesteld, ter compensatie van kosten die gemaakt worden door leden van afdelingsbesturen en de leden die als intaker functioneren: Afdelingswerkgebied met: 1 tot 200 leden € 1.134,45 201 tot 500 leden € 2.268,90 501 tot 1.000 leden € 3.176,46 1.001 tot 1.500 leden € 3.630,24 1.501 tot 2.000 leden € 4.084,02 2.001 tot 2.500 leden € 4.537,80 2.501 tot 3.000 leden € 4.991,58 3.001 en méér leden € 5.445,36
35
V.Contributieregeling FNV Kunsten Informatie en Media 2012
Contributiebedragen per maand I Standaard contributiebedrag (85% - 100% arbeidstijd)* 19- en 20-jarigen
€ 16,27
17- en 18-jarigen
€ 7,98
16-jarigen
€ 6,03
Parttime: 50% tot 85%*, zzp'ers en freelancers met een inkomen lager dan het minimuminkomen Parttime < 50%*
€ 11,89
€ 11,89
€ 7,98
II WW, AOW+pensioen, ANW, AWBZ, WIK, bijstandswet (bij allen geldt: zonder aanvulling)
€ 6,50
III Overig, bijvoorbeeld studenten, belangstellenden, mensen zonder inkomen
€ 4,88
* Voor de in uw bedrijf geldende volle arbeidstijd Restitutie Leden die kunnen aantonen dat zij gedurende het lidmaatschap in het voorgaande jaar meer dan 1% van hun totale belastbare bruto jaarinkomen hebben besteed aan de betaling van de onder I genoemde contributiebijdragen (met een minimum contributiebedrag vermeld onder II) kunnen gedurende het eerste kwartaal van het daaropvolgende jaar restitutie uit de bondskas ontvangen van het meerbedrag, nadat zij dit hebben aangevraagd bij de bondspenningmeester, met een minimum contributiebedrag van € 6,50 per maand. Bruto jaarinkomen Onder bruto jaarinkomen wordt verstaan: - Voor personen die een dienstverband hebben, wordt uitgegaan van het bruto jaarinkomen uit arbeid dat onder de loonbelasting valt en dat na verrekening van aftrekposten en vrijstellingen het belastbaar inkomen bepaalt. - Voor zelfstandigen of mensen met een wisselend inkomen geldt het totaal van brutosalaris, brutouitkering en/of honorarium of brutowinst, dat verminderd met aftrekposten en vrijstellingen leidt tot het belastbaar inkomen. Bij het betalen van de contributie per acceptgiro wordt € 0,80 per betaling in rekening gebracht. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk om gebruik te maken van de mogelijkheid tot automatische incasso.
36