Verslag Zuid-Spanje & Portugal
2010 Zaterdag 30 oktober. Weeze – Malaga. 15 km gereden. Om half één in de middag verzamelen we ons, zodat we na de laatste check om 1 uur kunnen vertrekken naar Weeze. Ger en Leo brengen ons weg. Om 14 uur staan we op de airport. Na een bakje koffie zwaaien we onze ‘taxi’ uit, en gaan Twan en Sjef de koffer alvast ‘inleveren’. Zo, daar zijn we vanaf voor de komende paar uur. Direct daarna gaan we door de douane, en lopen nog wat winkeltjes af, en pakken nog iets te eten. Om half 5 gaan we boarden en om 5 uur vertrekken we. Twee en een half uur later staan we in een droog Malaga. De auto is zo geregeld op de airport. Het is inmiddels donker en we gaan op weg naar Torremolinos. Hotel Adriano. Een ritje van 15 km. De airport ligt namelijk precies tussen Malaga en Torremolinos in. We checken in, en de madame achter de balie heeft nog een parkeergarage waar ze korting op kan geven. Ok, dan verzetten we de auto even van de ene naar de andere parkeergarage. Honger hebben we wel gekregen, dus stappen we rond half 10 de tegenovergelegen MacDonalds binnen. Daarna lopen we in een miezerig buitje, maar wel met een aangename temperatuur een keer door downtown, en pikken een 3-tal cafeetjes. Lekker bier, dat San Miguel. Om een uur of 2 zijn we weer terug in ons hotel waar we nog even de nieuwe laptop testen. De klok wordt vannacht immers toch verzet in ons voordeel. De TV gaat aan, en daarna is het slapen.
Zondag 31 oktober. Torremolinos – Malaga - Torremolinos. 50 km. Klokslag 8 uur gaat de wekker, en om 9 uur zitten we aan ons overheerlijke ontbijt in het hotel. We hebben een uur ontbeten, zodoende kunnen we er wel weer effe tegen. We lopen richting strand om wat rond te kijken op de boulevard. Het wordt inmiddels zo warm, dat we het vest terug brengen naar het hotel. Ligt toch op de route die we aan het lopen zijn (10 min van de zee). Daarna lopen we in het t-shirt de andere kant van de boulevard af. Veel touristenwinkeltjes, veel mensen, en ook nog nederlands sprekende mensen. Na een aantal kilometers lopen we door de stad terug, want we moeten nog naar Malaga. We doen nog wat aankopen in de supermarkt op de hoek, en gaan naar ons hotel om de sleutel van de auto op te halen. Om 14 uur zijn we aan het rijden, en omstreeks half 3 staan we recht voor het Alcazaba, een groot fort met mooie paleistuinen. Het is een hele lange steile helling/trap/pad die we betreden. Elke keer waar het pad weer een bocht maakt, heb je weer een ander uitzicht over Malaga. Hoe hoger je komt, hoe meer je ziet uiteraard. Zo krijg je een mooi overzicht over het fort, de stad en de Middellandse Zee. We lopen over de muren van het fort, en wanen ons in de Romeinse tijd. Zo rond 18 uur zijn we weer beneden, en pakken de auto weer om terug te rijden naar
Torremolinos. De zon gaat al wat onder, en in no time is het donker. Na effe tot rust te zijn gekomen gaan we eten in een steakhouse. De mensen eten hier laat (van 20.30 tot 23.00 uur in de regel), maar voor ons is half 9 al laat genoeg. Terug in het hotel zoeken we op internet wat cafeetjes op, en maken een planning voor morgen. Zo rond 23 uur zitten we buiten bij een Rock Cafe, te kijken hoe de harde wind alle rotzooi en tentjes wegblaast. Mooi om te zien, zolang het pilsje maar overeind blijft staan. Het is een ‘vest-temperatuur’ buiten, en nadat we het allemaal wel gezien hebben gaan we ons bed opzoeken na deze drukke dag. Maandag 1 november. Torremolinos – Salobrena. 200 km. Om 8 uur gaat de wekker weer. Na de douche en ontbijt zitten we om 10 uur in de auto richting Motril. We rijden langs de kust waar we vele mooie uitzichten hebben. Hoge bergen, de zee, witte dorpjes, tuinbouwgebieden met krakkemikkige plastic kassen. Veel tunnels, viaducten en niet al te veel verkeer ivm Allerheiligen.
In Motril aangekomen is het niet zo’n mooie stad. We kijken even in de navigatie, en we besluiten een stukje terug te rijden naar Salobrena. Een knus dorpje aan de zee. We pikken er een leuk hotelletje uit. San Juan. Keurig verzorgd pensionnetje met een tiental kamers. Na de koffers binnen gegooid te hebben rijden we rond een uur of 1 naar Nerja. In Nerja ligt het ‘Balkon van Europa’: een platform boven de zee waar de piraten vroeger op de loer lagen. Erg touristisch, maar wel mooi en lekker warm (25 tot 28 graden). We kijken uit over de zee, lopen door de smalle straatjes met souvenir-winkeltjes, en wandelen een keer door het mulle zand over de rotsstranden.
Het is inmiddels tegen 5 uur als we de auto weer richting huis pakken. Nadat we terug zijn lopen we een keer door het dorp voor het donker wordt. We zijn net op tijd bij de zee aangekomen voor mooie zonsondergang foto’s.
De terugweg gaat dwars door het dorp, en we houden een oogje open voor een leuk eettentje. Er is niet bijster veel, maar als we bijna thuis zijn zien we een leuk restaurantje, met een soort van tent buiten. Het ziet er goed uit, en het eten smaakte ook voortreffelijk. Het is inmiddels half 10 als we weer in ons pension zijn, en we gaan mooi beneden in de lobby op 2 computers uitdokteren wat we morgen gaan doen. Dinsdag 2 november. Salobrena – Granada. 250 km. Iets voor 8 wakker, een douche en schone kleren, en we zitten iets voor 9 aan ons stokbrood-met-jam ontbijt met een flinke bak koffie en thee. Op ons gemakje laden we daarna de auto in en stellen de navigatie af. Er wordt nog even een fotootje van ons knusse pensionnetje gemaakt. We gaan rijden, en zitten al gauw op de doorgaande weg naar het National Park Sierra Nevada. Het landschap onderweg is wederom mooi. Hoge bergen en diepe dalen. Zo af en toe staat er een wit dorpje op een helling, waar we uiteraard effe een foto van moeten maken. De
Sierra Nevada is één van de grootste bergketens van Europa, en dat is te zien ook! Onderweg treffen we een Brits cafeetje, waar ook voornamelijk Engels wordt gesproken, zowel door het personeel als de bezoekers. Ook wel eens makkelijk om eens te buurten zonder handen en voeten te gebruiken, al gaat dat Spaans spreken steeds beter. We nemen een bakje koffie/thee en een toast. Vervolgens volgen we de weg door het park, waarbij we ook een dorpje doorkruisen. Zeer smalle straatjes waar onze toch al redelijk compacte Toyota Yaris Diesel maar nét door kan. Rustig rijden, dan komt alles goed. In het dorpje zelf lopen we een rondje, en gaan een winkeltje met prullaria binnen. Mooi. Uiteindelijk rijden we het park uit (alleen te zien aan het bord, verder blijft het landschap hetzelfde). De snelweg naar Granada vervolgens schiet goed op. In Granada is het behoorlijk druk, we staan meer stil dan we rijden. Maar we proberen toch een hotelletje te vinden. Dat lukt aardig, meerdere zelfs, alleen parkeren gaat weer niet. Uiteindelijk zetten we de auto in een willekeurige parkeergarage in ’t centrum en lopen naar het eerste beste hotel wat we zien. Dat is dus 50 meter van de parkeergarage af... Hotel Niza, midden in het centrum, maar dan ook écht in hartje downtown. Het is een oud hotelletje wat voornamelijk door backpackers wordt aangedaan. Goedkoop in ieder geval. We slepen de koffers uit de parkeergarage, en zetten die op de kamer neer. We maken nog een babbeltje met de eigenaresse, die nog helemaal in de jaren ’60 leeft en denkt, en gaan vervolgens de stad in. Te voet. We lopen rechtstreeks naar de Burger King, omdat we geen zin hebben om een halve avond te wachten op ons eten. Het is inmiddels half 9. Na een menuutje weggewerkt te hebben maken we een wandeling door alle straatjes in downtown Granada. Er is veel volk op de been, ergens ook logisch want Granada is toch een aardige touristische trekpleister. Zo rond elf uur hebben we het wel gezien en gaan weer naar huis. We gaan nog even met de laptop in de lobby zitten (alléén daar is WiFi). Daarna is het tijd voor een pint/cola.
Woensdag 3 november. Granada – Almodovar del Rio. 250 km. Om 8 uur worden we weer door het alombekende Nokia-wekker-geluidje wakker gemaakt. Na de douche gaan we op weg naar de ontbijtzaal, waar niemand is. Mm. De man van de office ronselt wat mensen die ons (wij plus een jongedame die we ontmoet hebben) een lekker ontbijt aanbieden met koude koffie. Ze hoeven ook maar 1 tafel af te ruimen, maar alla, het is tenslotte ook een backpackershotel, wat op alle fronten wat primitief in elkaar steekt. We hebben zelf gisteren de complete tv en satelliet installatie op de kamer opnieuw moeten installeren en programmeren omdat ie niet werkte... Maar voor 38 euro per kamer per nacht kun je ook niet veel meer verwachten. Om 10 uur gaan we op weg richting Cordoba. Het is wederom erg druk in de stad, en besluiten om de volgende stad niet meer in het centrum te gaan zoeken naar een hotel. Onderweg verandert het landschap al gauw in een wat meer dorre omgeving met vooral veel olijfbomen. Wel 50 km aan een stuk staan de klei- en rotsachtige hellingen vol boompjes, netjes in rijtjes, en zonder onkruid. Mooi om te zien. Zo af en toe doorkruisen we een dorpje, waar we ergens ook een bakje koffie drinken. De toast hebben we maar achterwege gelaten, aangezien ze op het platteland alleen maar kei Spaans spreken, en wij dat dus niet uitgelegd konden krijgen. Een eindje verderop lukt het wel, met handen en voeten welteverstaan. Een gigantische sandwich met kaas en ham (rechtstreeks gesneden voor onze neus van een poot van één of ander beest).
Vervolgens rijden we door. Door de bergen, vlaktes, dorre toestanden en dorpjes. We naderen Cordoba, een grote stad. Wel erg druk, we rijden een aantal hotels af die de navigatie ons suggereert, maar dat zijn allemaal van die dure chique hotels. We staan meer stil dan we rijden, en we besluiten een dorpje verderop te gaan kijken. Na 20 km komen we in een dorpje aan waar boven op een berg een groot kasteel staat (in Spanje wordt je doodgegooid met kastelen). We pakken de enige slaapplaats die Almodovar Del Rio, zo heet het dorpje, rijk is, en gaan rond half 6 vlug richting kasteel, zodat we voor de donker toch nog één en ander gezien hebben. Het ligt heel mooi boven op de berg, waar we vanaf de parkeerplaats (van 1 hectare, waar 2 auto’s staan) te voet heen lopen. Flink steil, maar je ziet echt ver weg te kijken over de vlaktes, en het kasteel komt steeds dichterbij. We betalen entree, en we kunnen volop genieten aan de binnenkanten van dit Castillo, Spaans voor kasteel. We kunnen over de muren lopen, in de ruimtes komen, op de binnenplaats, om de mooiste plaatjes te maken. Als het donker wordt rond een uur of zeven, willen ze gaan sluiten. We hebben onze ‘ronde’ toch af, en allebei de accu’s van de fotocamera leeg, dus dalen we ook maar weer af. Terug in ons hotel drinken we een pint in de bar, en klooien wat met de laptop. Om 20.30 uur gaat het restaurantgedeelte open, en we zijn de eersten die bestellen (van de 3 tafels die bezet zijn tot 22 uur). Een zeer goed bord met schwein, tomatensaus, champions, frites en een flinke bak rauwkost. De serveerster moet lachen als ze ziet dat we alles helemaal opgegeten hebben. Ja goed, we hadden honger... Op de kamer pakken we de laptop (die het pas doet als Sjef in de eetzaal langs het restaurant de stekker van de WiFi erin gestoken heeft.. en elke keer is ie er weer uit op de één of andere manier...)en TV erbij, en al rustende van de drukke dag vallen we een keer in slaap.
Donderdag 4 november. Almodovar Del Rio – Cordoba – Almodovar Del Rio. 160 km. 8 Uur staan we op (neen, uitslapen doen we niet op vakantie). Ontbijt doen we in het cafégedeelte van ons hotel. Een sterk bakje koffie, een hete thee en 2 warme sandwiches. Lekker. We ruimen de kamer wat op, zodat de poetsploeg z’n werk goed kan doen, we moeten immers nóg een nacht hier vertoeven. Affijn. Om 10 uur vertrekken we naar Cordoba, een 20 km terug, waar we gisteren ook al geweest zijn. De plannen zijn gericht op de beroemde Mesquita Moskee/Kathedraal. We zetten de auto op een parkeerplaats niet ver van de Moskee af. Eerst komen we in de paleistuinen van een paleis wat er net voor ligt. Na een entree van 8 euro kunnen we zelf alles nader bekijken, en ongelimiteerd rondlopen in het gebouw en de tuinen. Je krijgt een mooi uitzicht over het Historic Center van Cordoba als je op een uitkijktorentje gaat staan. En de tuinen zijn werkelijk schitterend, alles netjes in bordertjes en onkruidvrij. De vijvers met een ontelbaar aantal sproeiers zien er ook strak uit. Hier wordt veel aandacht aan besteed. En uiteraard ontbreken de sinaasappelboompjes niet. Na dit gezien te hebben gaan we wandelend verder naar de Mesquita Moskee/Kathedraal. Het ziet er van buiten enorm uit. Vele touristen die voor de kathedraal zitten, fototoestel en flesje water in de handen. We gaan eens kijken hoe groot 23.000 m2 van binnen er uit ziet. Gigantisch. Eén en al gewelven, kapelletjes, altaars, vitrines met oude bouwmaterialen en aankleding. We zijn een uurtje onder de pannen voordat we alles gezien hebben. Druk is het binnen niet, wel erg stil.
Vervolgens lopen we naar de Romeinse brug, de bekendste brug van Cordoba. Het is toch nog wel een eindje lopen, maar het is mooi langs de rivier. We maken enkele foto’s en gaan daarna weer naar de auto, waar we al vlak bij zijn. Vervolgens zetten we de navitatie op een meer vlakbij. Effe de stad uit, de natuur in. Al gauw komen we op slingerweggetjes uit die door de bergen en later ook om het meer heen kronkelen. We komen praktisch niemand tegen, zo rustig is het er. Als we dieren zien lopen op een boerderij moeten er toch effe wat foto’s gemaakt worden. Evenals een eindje verderop waar ze onderhoud aan een stuwdam aan het plegen zijn. Na dit alles is het 16 uur, en we zetten koers naar huis. Onderweg eten we in een restaurantje langs de weg een sandwich met ei en ham. Besteld op z’n Spaans (!). Bakje koffie erbij, melk erbij en we kunnen er weer tegen tot vanavond een uur of 9. Het is toch anders om pas vanaf een uur of half 9 te kunnen dineren, dan moet je op de dag zelf wat meer spreiden, en af en toe een broodje tussendoor eten. We rijden vervolgens verder richting ons hotel, en als we aankomen is het bijna donker buiten.
We maken met de laptop een planning voor de volgende dagen (nadat we de WiFi stekker in de eetzaal er weer in hebben gestoken...). De reisboeken en atlas komen er natuurlijk ook aan te pas. De gewassen shirts hangen netjes buiten te drogen, en wij kunnen weer aanvallen in het restaurant, het is immers half 9 geweest. Wederom een heerlijk menu gegeten voor niet te veel geld (in Spanje is alles toch degelijk goedkoper dan in Nederland). Vervolgens is het tijd om niks te doen, je bent toch een hele dag druk bezig, en dan merk je het ’s avonds tóch wel. TV kijken is wel een genot met dat superscherp beeld overal in de hotels. Da’s standaard daar. Evenals lcd schermen met alle functies die je je maar kan voorstellen. Ook een sleep-functie.. Tijd om te slapen. Vrijdag 5 november. Almodovar Del Rio – Merida. 260 km. 8 Uur weer wakker uiteraard. Effe later nemen we een ontbijt in het café gedeelte waar enkele gasten al aan de sterke drank zitten. Werkvolk uit de omgeving. We hebben weer een overheerlijk broodje uit het tosti-apparaat, wat hier is gebaseerd op een lopend bandje wat een keer of 3 de tosti op en neer beweegt onder verwarmingselementen, en vervolgens de vierde keer de tosti knapperig bruin eruit kiept. Jam erover en smullen maar. Die koffie en melk komen ook als geroepen zo vroeg op de morgen. ‘Nee, dank je, geen whisky, we moeten nog rijden...’. Ok. Om 10 uur hebben we afgerekend en de koffers ingeladen. We gaan rijden richting Merida. Eerst hebben we voornamelijk kronkelweggetjes waar je max 50 kunt rijden, we hebben geen zin om op de snelweg rond Cordoba te gaan rijden in de drukte. Het landschap biedt hier vooral olijfbomen, sinaasappelbomen, scharrelvarkens en scharrelkoeien, en akkerbouw. In deze kanten van Europa doen ze 2 oogsten per jaar, dat kan omdat de temperatuur hier hoog genoeg is gemiddeld genomen. Na anderhalf uur komen we op een weg die wat sneller gaat. Het landschap verandert in dorre vlaktes en kleigronden die bewerkt zijn om graan in te zaaien. De heuvels worden glooiender, met af en toe een echt hoge berg erin. Deze flinke rit van 250 km eindigt op een stukje snelweg wat in Merida uitkomt. In Merida aangekomen rijden we enkele hotels af die we opgezocht hadden op internet, en in de navigatie gezet hebben. Na
een half uurtje keuren en beoordelen pikken we er een hotel uit. Hotel Zeus, aan de rand van het Historisch Centrum. We checken in, zetten de auto op de private parking, en we gaan wandelend de stad in. Na 100 meter zien we het Torro stadion, waar normaal gesproken stierengevechten worden gehouden. Nu niets te doen. De flyer die we in het hotel gekregen hebben volgen we netjes, zodat we langs allerlei bezienswaardigheden komen, met als topper het Amphitheater uit de Romeinse tijd. Hier kunnen we na entree betaald te hebben rondlopen over het terrein. Vele foto’s worden gemaakt, want het ziet er allemaal mooi uit (al is het al behoorlijk oud). Nadat we het gezien hebben zijn we weer enkele uurtjes verder en lopen door het drukke touristische centrum richting hotel. Hierbij nemen we een omweg, waardoor we over een grote Romeinse brug wandelen. Mooi uitgelicht, en ook weer erg touristisch. Na effe gerust te hebben besluiten we naar MacDonalds te rijden een km of 5 verderop. De stad is een beetje té touristisch om daar nou eens de hele avond te zitten wachten op je eten. Ok. Lekker Mac gegeten, en toevallig komen we bij een groot winkelcentum uit wat tegenover de MacDonalds ligt. Een enorme supermarkt (Carrefour) doorkruisen we, en kijken of er nog interessante dingen
te koop zijn. Genoeg, maar we houden het bij vergelijken, vooral de electronica-afdeling. Een stapeltje sokken en wat drinken en versnaperingen gaat wel mee de winkel uit. Terug bij het hotel vragen we een code aan voor het internet, en maken de avond vol met plannen en foto’s terugkijken, in combinatie met een pint, cola, chips en de TV uiteraard. Zaterdag 6 november. Merida (Spanje) – Evora (Portugal). 200 km. 8 Uur wakker dus. Opstaan en naar het ontbijtcafé in ons hotel. Lekkere kofie/thee en een tweetal warme sandwiches met jam. Na het inladen van de koffers zetten we koers naar Evora (Portugal). De eerste 50 km rijden we over de snelweg, waarna we de binnenwegen pakken. Touristisch en geen tol. Na het passeren van de grens (en dus ook een andere tijdzone binnengaan) valt ons op dat Portugezen net zo gejaagd zijn als Spanjaarden. We rijden netjes 105 op een 100 km weg, en ze komen nog vlot voorbij jagen. Affijn, het zal wel bij de cultuur horen.
We stoppen onderweg bij een tankstation om diesel te tanken. De man heeft tijd genoeg en tankt de auto netjes af voor ons. 40 Euro voor een volle tank, we kunnen weer 1000 km vooruit (ons autootje is heel zuinig, en heel pittig). We rijden verder door de binnenlanden, zo’n beetje parallel aan de (tol)snelweg. Het landschap is niet veel anders dan in Spanje, en rotzooi ligt overal genoeg. Netjes alles in een vuilnisbak gooien moeten ze in beide landen nog leren. En als de container vol is, dan kunnen de vuilniszakken ook in het bos gegooid worden. We hebben wel het idee dat het hier in Portugal nog wat armzaliger is dan in Spanje. Een half uurtje later staan we aan de rand van Evora. Eerst wat eten. Met handen en voeten leggen we in ons beste Portugees uit wat we graag zouden willen hebben. Uiteraard lukt dat ons. En het is ook wederom erg lekker. Buiten is het lekker warm en stoffig. De klok is een uur terug gegaan, dus het is rond half 1 als we aankloppen bij een
hotel. Hotel Dom Fernando, ligt aan de rand van de binnenstad. Het is redelijk groot, en we hebben uitzicht vanaf ons privé-terras over de binnenplaats met zwembad (waar geen kip in ligt). Nadat de koffers weer geinstalleerd zijn, gaan we eens in de binnenstad kijken. 300 Meter lopen, en we bevinden ons binnen de oude stadsmuren, die er nog steeds staan. We zien vanalles. Een stadspark/tuin, een aquaduct, oude tempels, kathedralen, bruggen en andere gebouwen komen we tegen op onze ‘kris-kras door de stad’ touristische route. Vele winkeltjes, hele steile straatjes (opletten dat je naar beneden niet uitschuift over de duizenden kinderkopjes) en een scherpe zon van over de 25 graden die door onze zonnebril probeert te prikken. Goed dat we zonnebrand bij ons hebben. We lopen zo vele kilometers, en om elke hoek is wel weer wat moois te zien. Zo rond 18 uur zijn we terug in ons hotel. Moe. Een uurtje niks doen is het resultaat. Daarna rijden we met de auto een rondje door de achterliggende wijken, dan weten we ook hoe het er daar uitziet. In ieder geval niet zo historisch als de binnenstad. Als we na een uurtje weer terug zijn, gaan we weer te voet de stad in om een restaurantje te zoeken. Al gauw vinden we iets van onze gading, dus vallen we maar direct aan. Dat mag ook wel om 9 uur in de avond. Na het goede diner gaan we terug naar het hotel om wat planningen te maken. Sjef gaat naar een band kijken in een zaal pal tegenover ons hotel, en Twan gaat met de laptop op het terras zitten, en geniet ook flink mee van de muziek (geluidsisolatie? Wat is dat?). De band
blijkt tot 4 uur te hebben doorgespeeld, daar hebben we echter niks meer van meegekregen, aangezien we al op één oor lagen. Zondag 7 november. Evora – Colares. 300 km. Om 8 uur op. Ja, ook op zondag. Het is best frisjes buiten, maar het zonnetje schijnt toch flink. We maken ons op voor het ontbijt in het restaurantgedeelte van ons hotel. Redelijk chique naar onze maatstaven, maar het smaakt picobello. Redelijk druk ook, en wij maar denken dat we als enigen in het hotel sliepen. Nou, dan houden die andere mensen blijkbaar niet van buiten op het terras zitten, anders hadden we ze wel gezien. En ze gaan ook keurig op tijd naar bed, want gisterenavond was er maar een enkel lampje aan. Affijn, we pakken de koffers en onze 8 liter waterkruik en frisdrank bijeen en gaan richting de office. Na een babbeltje met de receptioniste (die vloeiend Engels spreekt, een uitzondering op de modale bevolking) en receptionist. We krijgen nog een adres mee van een collega-hotel op onze eindbestemming van vandaag. De navigatie stellen we in op Sintra (nét even voorbij Lissabon). Via lokale wegen rijden we de touristische route die we zelf bedacht hebben. Het is wat bewolkt, en de weersvoorspellingen zijn ook niet echt denderend te noemen. Zo rond een uur of 2 zitten we in de agglomeratie van Lissabon. Druk, druk, en dat op zondag. We vervolgen de weg naar het zeer touristische Sintra. Hotels zoeken is onbegonnen werk, het zoeken gaat goed, maar het parkeren en onze tevredenheid over de hotels niet zo. We stellen de navigatie in op het adres wat we van onze receptionist hebben gekregen, in Colares, 10 km van Sintra, aan de oceaan. Daar vinden we het gigantische hotel, praktisch óp het strand. Het is erg rustig, daar het een echt ‘zomerhotel’ is. We checken in, en bekijken onze gigantische kamer met even zo
groot balkon met uitzicht pal op de oceaan. Er zit een enorm restaurant bij, een grote bar in het verlengde, en een kelder vol met spelen zoals biljart, voetbal, en een movie-hoek. Mooi. Voor heel weinig geld veel luxe. Na geacclimatiseerd te zijn gaan we een keer op en neer over het strand. Het waait gigantisch, de golven zijn hoog, en wij zijn tot onze oren aangekleed met de warmste kleren die we bij ons hebben (vest). We maken wat leuke foto’s van de golven en de zonsondergang, en keren dan terug naar het hotel voor ons diner. Een hele behulpzame ober begeleid ons door de menukaart. Heeft ie ook tijd genoeg voor, want wij zijn de enige gasten. De hele staff van het hotel spreekt picobello Engels, zodoende kunnen we een leuk praatje maken over het onstaan van het hotel, wie de eigenaren zijn, wat de verbouwingsplannen zijn, hoe vergunningen in Portugal werken enz. We krijgen nog wat Engelstalige gidsen over de regio. Het eten was voortreffelijk. Na het eten pakken we de auto weer, en rijden terug naar Sintra. Het waait, het is wat kouder, maar we zijn stellig van plan om op kasteeljacht te gaan. Die zijn daar wel. En gevonden, na drie kwartier slingerende en smalle bergpaden te hebben gevolgd, en 10 keer het dorp te hebben doorkruist. We maken enkele foto’s van het kasteel, en van mooie gebouwen die we op de route tegenkomen, en gaan weer terug naar het hotel. 23 Uur zijn we terug. We regelen nog effe een dongel voor mobiel internet, en voor een euro of 4 kunnen we unlimited internetten. Mail checken, en de route van morgen voorbereiden. Dan is het bedtijd.
Maandag 8 november. Colares – Lissabon – Colares. 20 km. Netjes weer om 8 uur op natuurlijk. Douchen en dan naar het ontbijt. 2 Verdiepingen naar beneden in ons hotel. De voorkant van het hotel ligt 2 verdiepingen hoger dan de achterkant, zodat we in beide gevallen op ‘de begane grond’ zijn. Het ontbijt is lekker luxe met zoveel verschillende broodsoorten, daar kunnen ze in Nederland nog wat van leren. Ook veel beleg, veel verschillende dranken. En dat voor 3 tafeltjes met 7 mensen. Na het ontbijt pakken we de auto en gaan op weg naar Sintra. We parkeren hem bij het station (auto is toch leeg, we slapen nog een nacht in Colares), en gaan met de trein naar Lissabon. Het is een pendeltrein, die in drie kwartier en 20 stations naar downtown Lissabon boemelt. De laatste paar stations zitten onder de grond, in de metrogangen. In de wijk Rossia stappen we uit. We lopen naar boven, en staan midden in hartje Lissabon. Poe, blij dat we dát niet met de auto geprobeerd hebben. En voor die 2 euro voor het treinkaartje hoef je het ook niet te doen... We lopen de winkelstraten door, waar natuurlijk weer erg veel touristen zijn. En veel dure merkwinkels. Er is veel te zien, en nu merk je ook hoe groot dat die stad wel niet is. We besluiten een sight-seeing tour te doen met zo’n open dubbeldekker. Het weer is niet geweldig, dus dan kunnen we nog lekker onder de afhang zitten ook. Het miezert wat, en het is maar 17 graden. Zo gezegd zo gedaan. Bij een halte gaan staan, 20 euro per persoon betalen, en we worden een uurtje rondgereden. We komen langs vele gebouwen en monumenten, foto’s maken doen we tussen de regendruppels door. Er staan ook opvallend veel gebouwen in de steigers, er wordt hier flink opgeknapt en nieuwgebouwd. Zo rond 16.30 uur zijn we klaar met de sight-
seeing-tour, en gaan op winkeljacht. Het weer niet echt beter geworden, dus ín een winkel kun je nu beter zijn dan op straat. En dat hebben meer mensen bedacht... Via de H&M, waar we spijkerbroeken en blouses kopen, gaan we naar de MacDonalds voor ons avondeten. Daarna lopen we terug tussen de walmende kastanjebakplaten die alle straten onder de rook zetten weer terug naar ons station. Drie kwartier boemelen en we staan weer in Sintra. Het is effe zoeken voordat we de auto gevonden hebben (volgende keer toch maar de parkeerplaats in de navigatie opslaan), maar nadat we die gevonden hebben zijn we ook zo weer thuis, dankzij onze kennis van het wegennet wat we gisterenavond opgedaan hebben... Vanuit het hotel zie je de hoge golven denderen tegen de rotsen, en over het strand. Sjef maakt nog een wandeling over het strand (met regenjas), en Twan houdt het liever bij de TV, laptop en koelkast. Zo rond middernacht is het weer bedtijd. Dinsdag 9 november. Lissabon – Portimao. 350 km. Vanaf 8 uur wakker, en om kwart voor negen staan we weer fris gedouched in de deuropening van ons ontbijtgedeelte. Een uitgebreid ontbijt staat weer klaar voor ons. Wederom lekker. Nadat we de auto ingeladen hebben, en het hotel betaald hebben, gaan we omstreeks kwart over 10 op weg naar onze volgende bestemming. Eerst door Sintra, en vervolgens over de snelwegen dwars door Lissabon. 20 Minuten file gehad, maar eenmaal weer rijdende zijn we zó op de grote brug die noord- en zuid Lissabon met elkaar verbindt. We sturen zo gauw mogelijk op een touristische route aan. Lekker door de ‘onbewoonde’ wereld. Zo tutteren we ook door een dorpje waar we in een kleine supermarkt broodjes, beleg en drinken aan zodat we onderweg ergens kunnen picknicken. Zo gooien we weinig tijd weg, we moeten immers nog veel kilometertjes maken vandaag. Zo lunchen we een half uurtje later op een parking. We rijden verder. Het landschap bestaat uit voornamelijk heuvels, druivenakkers en bomen. Het zijn eigenlijk overal 100 km wegen (zoals in Nederland de 80 km wegen zijn). Het schiet aardig op, er is ook niet veel verkeer op de weg. De laatste 50 km rijden we even over de snelweg. Als we
Portimao binnenrijden vinden we na een rondje door de stad rijden ons hotel aan de boulevard, tegen de zee aan. Hier is het dus 100% tourisme in de zomer, maar nu is er praktisch niks te doen. Een kamer is 25 euro, inclusief ontbijt, in een vrij chique hotel, en de auto kan praktisch voor de deur staan. En gratis. Nadat we gesetteld zijn maken we een wandeling over de enorme boulevard, waar normaal alles met de benen buiten hangt, en nu voor meer als de helft simpelweg gesloten is. Aan het strand zelf zijn alle strandtenten gesloten op ééntje na. Daar gaan we lekker een bakje koffie en thee drinken op het terras. Het is immers wel zalig weer. We maken vervolgens al wandelend foto’s van de zee en boulevard, eigenlijk dezelfde foto’s als in een reisgids staan, maar dan zonder mensen erop. Het ziet er wel lekker apart uit als alles leeg is, en je alles voor jezelf hebt. Op het einde van het knuppelpad gaan we weer omhoog, de bewoonde wereld in, en zien daar talloze restaurantjes die flink met prijzen aan het stunten zijn, en elk restaurant heeft een ‘binnenprater’ op straat staan. We laten ons overhalen, en gaan ergens binnen om te eten (we moeten tóch eten...). Het is 18 uur als we een lekker diner voor onze neus neergezet krijgen. Na het eten gaan we even naar het hotel terug, om daarna te gaan shoppen in een groot winkelcentrum. Het broodnodige wordt ingeslagen, voor de rest blijft het kijken. Van allerhande luxe winkels zijn open, waar we op ons dooie gemak doorheen slenteren. Als we weer terug zijn in het hotel gaan we nog effe met de foto’s op de computer aan de slag, totdat het tijd is om te gaan slapen.
Woensdag 10 november. Portimao – Monchique – Portimao. 125 km. Vandaag zijn we de wekker weer vóór. Even voor achten staan we op. Het ontbijt is dunnetjes, maar voor 25 euro voor 2 personen all-in kun je ook niet zo heel veel meer verwachten. Affijn. We hebben ontbeten, en da’s het belangrijkst. We gaan vandaag naar Monchique, een touristisch plaatsje temidden van de gelijknamige hoogste bergketen van Portugal. De heenweg bestaat nadat we goed en wel de stad uit zijn uit slingerweggetjes door de bergen. Met weinig verkeer. We gaan dan weer berg op, dan weer berg af, dus veel mooie fotomomenten. Uiteindelijk komen we aan in Monchique, een klein dorpje tegen een berg. We parkeren de auto in het centrum ergens en wandelen het dorpje in. Hier leiden de mensen een rustig leven. Alles op z’n tijd, een enkele gestresste tourist raced door de smalle straatjes, om 200 meter verder weer stil te staan, achter een ‘rustige dorpsbewoner’. We wandelen verder, richting berg op, door de steile smalle straatjes. We komen uit op een rotspad, en besluiten dat maar te volgen. Nu zien we opeens niemand meer. Na een 300 meer komen we uit bij een oud vervallen kasteel, en de bewoner staat te wenken dat we binnen mogen komen kijken. Ok dan. We stappen de binnenplaats op, via de ‘fietsenstalling’, en staan midden tussen de erg vervallen kasteelmuren. Verschillende ruimtes zijn ingericht als werkplaats, kippenren, en rotzooi-opslag. Leuk om te zien hoe zo iemand kan wonen, erg primitief allemaal. Vervolgens zijn we de berg verderop geklauterd, het rotspad is opgehouden, en we lopen door smalle paden, die onstaan zijn door wandelaars. Het is een hele trip, zo af en toe zien we een oud vervallen schuurtje staan met blaffende honden, wat geiten, en een hele oude auto. Maar geen mens te zien. We lopen eigenlijk een
beetje een halve ronde om het dorp heen, zodat we andere kant weer naar beneden gaan. Na dat geklim en geklauter hebben we wel honger gekregen, dus gaan we midden in het dorpje op het terras zitten, en bestellen wat te drinken en één of ander omelethamburger-broodjes-menu. Smaakt goed. Goed, we gaan weer verder. Via een andere weg als de heenweg rijden we terug door de bergen. Richting Aljezur en Lagos. In Lagos houden we weer een tussenstop, en wandelen een keer door dit vissersstadje. Het ziet er mooi uit, goed bijgehouden. Een aantal touristen loopt hier door de smalle winkelstraatjes, waar iedereen zijn waren buiten heeft uitgestald. Vervolgens lopen we via de kust naar het historisch centrum, en maken de nodige foto’s. Zo rond half 6 hebben we het wel gezien, en gaan weer terug naar huis. Om half 7 zitten we in een restaurant op onze boulevard. Lekker rustig uiteraard. En wederom goed gegeten. Het is inmiddels donker geworden, en we besluiten de lange strandwandeling van gisteren omgekeerd te doen. Pikdonker is het als je over het water kijkt, en het zand zie je niet eens liggen onder je voeten. Het is een aangename temperatuur, en als we bij de pier aangekomen zijn, lopen we naar de boei. Dat is een flink eind, zo’n 500 meter het water in, over een betonnen pad van een meter of 4 breed. Gelukkig zie je hier wel waar je loopt, vanwege het licht uit de stad. Na een aantal kilometers is het alweer half 10 als we in het hotel aankomen. Zo, vandaag lopen we geen meter meer. We pakken de atlas, trotterboek en laptop en we weten zó waar we morgen heen moeten. Buiten vanaf het balkon zien we over de beruchte boulevard uit te kijken, waar nu nog geen 10 man loopt. De disco’s hebben de muziek vol open staan, in hun lege zaken. Nog effe TV kijken en internetten, en dan slapen met de muziek van buiten op de achtergrond...
Donderdag 11 november. Portimao (Portugal) – Sanlucar la Mayor (Spanje). 300 km. 8 Uur weer wakker. Rustig pakken we de spullen bijeen en kijken nog een keer vanaf het balkon over de boulevard. Niks te doen. Om 9 uur ontbijten we, en om 10 uur zitten we in de auto richting Sevilla (Spanje). We rijden de hele afstand over snelwegen, dan zijn we er vlug. Onderweg is er toch niet zo veel aparts te zien. Rond half 3 komen we aan in een dorpje vlak bij Sevilla. We zoeken weer een makkelijk hotelletje met parkeerruimte. Dat was zo gevonden. Het is ietswat chiquer, maar we hebben een donkere kamer zonder terras. Alleen een smal raampje waar je op een binnenplaatsje kijkt 3 verdiepingen lager. Neen, dat wordt maar 1 nacht hier. Affijn, we zijn toch het grootste gedeelte van de dag weg. We gaan eens richting Sevilla. Eerst komen we langs een groot shopping-center. Aangezien we onze voorraad aan moeten vullen, gaan we daar eens kijken. We wandelen een keer door het gebouw heen, en slaan het nodige in. Vervolgens rijden we naar downtown Sevilla. Kei druk, en de auto kunnen we maar niet kwijt worden. Een stukje buiten het centrum past ie nog net op een zandvlakte, waar ze binnenkort ook wel weer een gebouw neerzetten. Nóg minder parkeerruimte. Affijn, we wandelen rustig een keer door de brede straten vol touristen. Heel apart is het niet, wel veel oude gebouwen uiteraard, daar staat Sevilla bekend om.
Zo rond een uur of 9 gaan we weer richting hotel. We hebben het gezien, én we hebben het gehád met het verkeer. Aangekomen in het hotel rest ons nog wat TV kijken en met de laptop in de weer zijn. Op de achtergrond horen we de lokale harmonie die aan het oefenen is in een schuur. Daarna is het bedtijd. Vrijdag 12 november. Sancular la Mayor - Ronda. 175 km. Om 8 uur gaat de wekker, en het is nog donker. Huh? Oja, we hebben bijna geen ramen in onze kamer. We frissen ons op, zetten de koffers vast ingepakt klaar, en gaan dan ontbijten buiten de deur, aangezien er geen ontbijt in het hotel is. Na 200 meter zitten we lekker in het zonnetje op een terras. Een beetje een bouwvallig eetcaféetje, met als buurman een bandenmontagebedrijfje. We bestellen onze koffie, thee, en sandwich, en kijken met de zonnebril op ons gezicht naar de buurman, die de band van een landbouwmachine af aan het halen is. Er komt steed meer werkvolk een bak koffie drinken en wat eten, gezien de werkkleding die ze aan hebben. Mooi. Vervolgens gaan we onze koffers inladen, de rekening betalen en op weg naar Ronda. Dwars door Sevilla (inclusief files). Het grootste gedeelte van de trip bestaat uit niemandsland, akkerbouwgebieden, heuvels en 100 km wegen. We zien in de verte op een heuvel weer een kasteel staan. We gaan er even langs. Via een smal weggetje komen we bij een verlaten kasteel. Er is niemand. We lopen de binnenplaats op en maken de nodige foto’s. Naar onze mening is het een ruimte waar de paarden en het vee gestald wordt. Het is stil, lekker weer, en mooi. Aangekomen in Ronda hebben we zo een hotel gevonden aan de rand van het dorp. Hotel Berlanga. Een ruime en nette kamer, met een gigantisch terras op de 1e verdieping. Hier zitten we goed voor de rest van de vakantie. De auto staat nét om de hoek, op priveterrein.
Nadat we bijgekomen zijn en opgefrist van het rijden gaan we eens in het dorp kijken. Er moet ergens een flinke kloof zijn die Ronda in tweeen splitst. Orientatie is er gauw genoeg, aangezien er een hele lange promenade loopt van een kilometer lang. Hier zitten talloze winkeltjes en eetgelegenheden. En erg netjes allemaal, dat zijn we niet gewend in Spanje. Ook de zijstraatjes barsten van de winkeltjes en touristen. Op het eind van de promenade zien we de kloof. Die is flink diep inderdaad. Er is één brug, die leidt naar de veel minder touristische overkant. Hier staan wel de oude gebouwen nog in oorspronkelijke staat. Na de nodige uurtjes te hebben rondgedwaald in het dorp gaan we terug naar het hotel. Vanaf 8 uur kunnen we daar eten, en dat doen we ook in een gezellige bar-restaurant. TV’s staan er genoeg aan, de mensen in Spanje zijn bang dat ze wat missen. Zelfs de mensen die aan het eten zijn zitten met hun neus allemaal richting de TV. Het is dan wel voornamelijk lokaal volk, dat net afgewerkt is, en wat komt eten, om vervolgens in de bar een paar pinten te pakken. De menukaart is volledig Spaans, maar dankzij onze doorbraak in de taalbarriere lukt het ons toch om een lekker menu te bestellen. Na het eten pakken we de camera’s weer, en gaan weer terug het dorp in. Foto’s maken in het donker is het project van
vanavond. En dat is goed gelukt. We hebben ongeveer alle straten gehad, inclusief de wijken waar normaal geen touristen komen. Dat is juist het leuke, het ervaren hoe de mensen daar leven.
Om 11 uur zijn we terug, we gaan nog lekker even op het terras een pint drinken, binnen TV kijken en met de laptop in de weer zijn, totdat het bedtijd is. De volgende nacht zijn we ook nog hier, dus de tijd is niet zo belangrijk. Zaterdag 13 november. Ronda – Ronda. 80 km. De wekker moet ons dit keer echt wakker maken om 8 uur. Té actief bezig geweest gisteren. Omstreeks 9 uur zitten we in het gezellige café aan een lekker ontbijt. Bak koffie, glas melk, 4 toasts met jam: lekker. De planning verder voor vandaag is voornamelijk wandelen. We willen helemaal onder de kloof door. Gisteren hebben we van grote hoogte gezien dat er een pad loopt, dus dat kan. We pakken de camera’s met volle accu, flesjes water, en een vest (hoe koud is het daar?). We lopen weer door de winkelstraat richting de kloof. Daar kijken we
eerst nog eens goed waar de paden lopen, en vervolgens dalen we af. Trappen, smalle paadjes, het is wel uitkijken dat we niet uitschuiven. We lopen verder, en maken z’n
best foto’s, en naarmate we het einde van de afdaling naderen, wordt ook de pad breder. Het begint lekker zonnig en warm te worden. Goed dat we zonnebrand bij ons hebben. Er lopen niet veel mensen op deze route, en auto’s en motoren die er rijden, zijn voornamelijk lokale bewoners van het dal. Hoe verder we lopen, hoe minder mensen er zijn, zeg maar géén. Af en toe staat er een woonhuis tussen de bomen verscholen. Het is toch wel enkele uurtjes lopen door de scherpe zon en steile paden. We kunnen als we weer via de andere kant boven zijn weer een glimp opvangen van de bewoonde wereld. Het is toch verder dan we dachten in eerste instantie. Het eerste het beste eetcafeetje wat we tegenkomen doen we aan voor een flink glas fris en wat eten. Lekker ouderwets, maar die mensen daar zijn supertevreden. We herkennen weer waar we heen moeten (er loopt een spoor dwars door het dorp), en binnen een kwartiertje staan we weer in ons hotel. Effe uitrusten en opfrissen. Vervolgens gaan we voordat het donker wordt nog een ronde met de auto maken door de bergen. Hier zijn we ook een uurtje of twee mee zoet, en het is de moeite waard. Mooie uitzichten, leuke weggetjes waar wederom níemand is. We houden de navigatie sterk in de gaten, hoe ver we nog van het dorp af zijn. We willen hier dus absoluut niet in het donker rijden met die afgronden overal.
We zijn dus netjes voor het donker thuis. ’s Avonds wandelen we het dorp in om bij MacDonalds wat te gaan eten. Toch aardig vermoeid komen we daarna weer in ons hotel aan, waar de TV en laptop de rest van de avond bepaalt. Zondag 14 november. Ronda – Malaga – Weeze – Asten. 200 km. Om 8 uur weer op, zij het wat vermoeid van het lopen van gisteren. We maken een snelle planning, omdat we vandaag om 18.30 uur vliegen, dus op tijd op de luchthaven moeten zijn. We hebben in ieder geval tijd genoeg om lekker uitgebreid te ontbijten. En dat doen we ook in het gezellige café. We betalen de rekening en gaan de auto opruimen. Vervolgens pakken we de koffers vakkundig in, en sorteren we de handbagage eruit. Zo, alles is klaar om straks te kunnen en mogen vliegen. We zeggen gedag en vertrekken richting Malaga International Airport. Wel lekker binnendoor, met hier en daar een tussenstop. Verschillende dorpjes doorkruisen we, en we nemen onderweg nog een stevige lunch. Zo rond een uur of 4 staan we op de luchthaven. We leveren de auto in, en checken de bagage in. Na een uurtje shoppen en een bakje koffie drinken in de internationale zone kunnen we gaan. Het vliegtuig zit weer lekker vol, maar goed, dat moet ook wel als ze tegen zulke lage prijzen vliegen. Half 10 staan we in Weeze. Regen, regen, regen. Het blijkt dat er in Duitsland en Nederland heel erg veel water is gevallen de afgelopen tijd, en dat is te zien ook. En na thuis te zijn gekomen is een lekker bord erwtensoep wel op z’n plaats met dit grote temperatuursverschil met Spanje. De verwarming mag op 20 graden, om toch nog effe het Spanje-gevoel te blijven houden deze avond...
El final Kengetallen: Periode: zaterdag 30 oktober t/m zondag 14 november 2010 Afgelegde kilometers: 3000 Gebied: Andalucia, Extremadura in Spanje, Lisboa, Alentejo, Algarve in Portugal. Gemaakte foto’s: 1600