Verslag Cultuurnetwerkbijeenkomst 28 november 2014 In een interview in de Volkskrant vertelde Johan Remkes, Commissaris van de Koning in NoordHolland en voorzitter van het Interprovinciaal Overleg, dat de culturele infrastructuur voor een goed vestigingsklimaat voor bedrijven in Noord-Holland van belang is. “Zonder de aanwezigheid van culturele voorzieningen red je het niet als economische regio”: dat was een uitspraak in een artikel in het NRC van Max van den Berg, Commissaris van de Koning in Groningen. Voldoende aanleiding om de bijeenkomst van Cultuurnetwerk NH aan het thema “Cultuur en Economie” te wijden. In 2009 publiceerde de econoom en historicus Gerard Marlet “De aantrekkelijke stad”, een onderzoek naar de kenmerken van een stad, de geografische ligging en specifieke factoren als historie, cultuur, horeca en veiligheid. Wie zijn er bepalend voor het economisch succes van een stad, mensen of bedrijven? Volgt wonen werken, of werken wonen? Hoe kan de aantrekkingskracht van een stad en vooral ook van een regio worden vergroot? Cultuur is het fundament onder de aantrekkelijke stad. Het is een van de weinige knoppen waaraan beleidsmakers kunnen draaien om de aantrekkingskracht van een stad of regio te vergroten. Cultuur levert een wezenlijke bijdrage aan het vestigingsklimaat voor bedrijven en nieuwe bewoners, was één van de uitkomsten van dit onderzoek. Sprekers Noord-Holland heeft goud in handen! Dat is de stelling van de eerste spreker Stephen Hodes van LAgroup. Onder de titel: “Cultuur & Economie – verstandshuwelijk, gedwongen huwelijk of echte liefde” neemt hij de zaal mee met beelden zoals wij deze van Nederland en met name van NoordHolland kennen. Zee, duinen en bos. Polders, dijken en molens. Historische steden, kastelen en kerken. Volendam en tulpen. Teylers Museum, Singer Museum en het onlangs geopende Kranenburg in Bergen. Industrieel erfgoed langs de Zaan, forten van de Stelling van Amsterdam. Deze bijzondere culturele, traditionele, industriële, maritiem/kust, werelderfgoederen, historische en cultuurlandschappelijke plekken hebben een sterk recreatieve en toeristische waarde. We kunnen er schaatsen, fietsen, wandelen en varen. Al deze plekken dragen bij aan de identiteit van NoordHolland. Maar wij Nederlanders zijn niet trots op deze bijzondere plekken. Nederlanders zijn ongelooflijk kritisch. De Metropoolregio Amsterdam is een van de meest bijzondere regio’s in de wereld: het heeft groen (parken en velden), blauw (water) en rood (gebouwen). Amsterdam wordt gezien als de meest aantrekkelijke stad om in te wonen, na Hong Kong. “Cultuur en Economie gaan Hand in Hand” en daarvoor moeten partijen samenwerken. Dit vraagt een collectivistische (wij) houding, masculiniteit (traditioneel mannelijke kwaliteiten) en een lange termijn denken. Nederland is heel individualistisch (ik), feminien (polderen) en korte termijn denkend. Deze houding bemoeilijkt het samenwerken. Het DNA van Nederland leidt tot een “verstandshuwelijk” tussen cultuur en economie, maar dat hoeft niet negatief te zijn. Er kunnen goede resultaten uit voortkomen. Deze tegenstelling zien we ook tussen ‘recreatie en toerisme’ (economie) en ‘kunst en cultuur’. Toeristische ondernemers zijn commercieel, resultaatgericht en korte termijn denkend. Terwijl over het algemeen de kunst en cultuursector gesubsidieerd wordt, inhoudelijk gericht is en een lange termijn denken hanteert. Wat is er nodig om deze twee werelden met elkaar te laten samenwerken?
1. Investeer in elkaar leren kennen, in elkaar begrijpen. 2. Identificeer de gezamenlijke kansen en werk met een coalition of the willing. 3. Werk projectmatig samen, met een duidelijke begin- en einddatum. 4. Begin bescheiden en bouw de samenwerking stapsgewijs uit. 5. Bouw op bewoners, bezoekers en bedrijven. 6. Vier successen! Waar liggen de kansen? 1. Partijen moeten een lange adem hebben. 2. Inwoners en bezoekers willen bijzondere ervaringen beleven op bijzondere plekken. 3. Verbind creatieve industrie, cultuur en toerisme aan elkaar. Karin Hagelstein, brandmanager van de Stichting Marketing Zaanstreek over “Gebiedsmarketing als middel om bedrijven en bezoekers naar de regio te trekken” en Cecilia Keuchenius van Motivaction over “Hoe inwoners en verschillende type bezoekers de Zaanstreek ervaren en de rol van cultuur daarin”. De Stichting Marketing Zaanstreek verbindt verschillende partijen met elkaar; de partijen voeren zelf uit. Zaanstreek is bekend om de Dam tot Dam loop, allerlei culturele evenementen op en rond de Zaan, en men kan er goed wonen, werken en leven. De Stichting Marketing Zaanstreek is een publiek-private samenwerking tussen Zaanse overheden en Zaanse organisaties. De bedrijven investeren in deze samenwerking. Er zijn weinig voorbeelden van gebiedsmarketing in Nederland waar de bedrijven leidend zijn. In Zaanstreek was eerst de verhouding van de investeringen 50% publiek en 50% private gelden. Nu is dit omgebogen in een 30 % (publiek) en 70% (privaat) verhouding. Het doel van de Stichting Marketing Zaanstreek is de welvaart en het welzijn van de Zaanstreek borgen voor de toekomst door de sociaaleconomische positie van de Zaanstreek gelijk te krijgen aan het gemiddelde van de andere sub-regio’s in de Metropoolregio Amsterdam, zoals de Haarlemmermeer. Daarnaast is het verhogen van de koopkracht en de kopkracht (inkomen en opleiding) belangrijk. In 20 jaar wil de Zaanstreek op gelijke hoogte zijn als andere plaatsen in de Metropoolregio Amsterdam. Dat wordt bereikt door het vasthouden en het aantrekken van de zogenaamde ‘modern georiënteerde hoogopgeleiden’. De levensstijl van deze groep is vooruitkomen en daarvan genieten. Cultuur en erfgoed zijn belangrijk voor hen maar meer als een omgeving om in te recreëren dan echt gebruikmakend van deze culturele voorzieningen. Het doen van onderzoek is belangrijk om te meten of de gestelde doelen ook wel echt bereikt worden. Motivaction heeft in opdracht van de Stichting Marketing Zaanstreek in 2011 een nulmeting uitgevoerd en in 2013 een vervolgmeting. Er is onderzoek gedaan naar het imago van de Zaanstreek bij zowel inwoners als bij bezoekers. Door investeringen in het landelijk gebied en in Zaandam zijn zowel inwoners als bezoekers positiever geworden over hun omgeving. Het imago van de Zaanstreek is vooral verbeterd door allerlei cultuurhistorische iconen meer zichtbaar te maken. De omgeving is mooier, gevarieerder en levendiger geworden. Bezoekers komen vaker naar Zaandam om te shoppen en men vindt Zaandam beter bereikbaar geworden. De doelgroep opwaartse mobielen die centraal staat in de marketing van de Zaanstreek heeft als kenmerken dat zij actief en ondernemend zijn, ambitieus en gericht op hogere inkomensklasse, willen consumeren en zich vermaken en ze zijn redelijk jong (25-35 jaar). Zij zijn op zoek naar meer woonkwaliteit voor hun geld dan Amsterdam kan bieden. Ze willen dicht bij allerlei voorzieningen wonen. Het centrum van Zaanstad biedt betaalbaar wonen in een goed bereikbare binnenstad en
een omgeving met recreatiemogelijkheden. De opwaartse mobielen hechten minder waarde aan culturele voorzieningen in Amsterdam dan de postmoderne doelgroep. Niet alleen de opwaartse mobielen zijn veel positiever over de Zaanstreek, maar ook de mensen met een hoger inkomen vinden dat Zaandam er echt op vooruit is gegaan. De Zaanse architectuurstijl en het Hembrugterrein als industrieel erfgoed dragen daar toe bij. Het dorpse en landelijk gebied wordt door de meeste bezoekers als het best beoordeeld. Daarbij vinden ze het behoud van het landelijke karakter erg belangrijk. Wat laat het onderzoek ons zien en kunnen we leren van de Zaanstreek? 1. Het is gelukt om door verbeteringen in de binnenstad de waardering te laten stijgen. 2. Verschillende (culturele) voorzieningen trekken verschillende type bezoekers. 3. Opwaartse mobielen worden getrokken door laagdrempelige cultuur. 4. Hoge inkomens waarderen cultuurhistorie en specifieke evenementen en locaties. Kortom: houd rekening met het type cultuuraanbod dat je in stad of regio brengt als je een bepaald type bezoekers wil trekken. Thijs Pennink, directeur van Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord over “Bedrijfsleven en culturele sector hebben elkaar hard nodig om een succesvolle, dynamische regio te ontwikkelen en het vestigingsklimaat te verbeteren”. Het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord richt zich op het gebied boven de Zaanstreek. Aandeelhouders zijn de provincie Noord-Holland en 19 gemeenten. De kerntaken van het Ontwikkelingsbedrijf richten zich op een goed vestigingsklimaat, de regiomarketing en een servicepunt voor bedrijven en organisaties. Het gebied van Noord-Holland Noord is cultureel en economisch niet gemakkelijk; partijen moeten in samenwerking echt tot meerwaarde komen. Als het gaat om de internationale concurrentiekracht van Nederlandse regio’s kwam de regio Noord-Holland Noord nooit voor op de lijst. En dat is gek want een aantal grote internationale bedrijven is gevestigd in deze regio, zoals Seedvalley met bedrijven die voedselleverancier zijn voor de gehele wereld. Om Noord-Holland Noord meer als economisch belangrijke regio te profileren moet de regio in de markt worden gezet door middel van iconen zoals de Westfriese Omringdijk. Binnenkort gaat het Ontwikkelingsbedrijf met een nieuwe campagne van start: “Van Hollandse Bodem”. Alles waar Holland om bekend is in het buitenland, is terug te vinden in de regio Noord-Holland Noord. Daar moeten we trots op zijn en dat laten zien. Thijs Pennink gelooft in de relatie van cultuur en economie. Hij is een voorstander van het onderbrengen van het gemeentelijk cultuurbeleid in de sector economie van gemeenten. Om tot resultaten te komen moeten we “ontkokeren en ontschotten” en vooral ook blijven investeren in cultuur en economie.
Han Bakker, intendant cultuur College Gemeente Dordrecht over de ontwikkeling van de stad Dordrecht: de snelste stijger ooit in de Atlas voor Gemeenten op het gebied van woonaantrekkelijkheid Sinds 2006 werkt Han Bakker als adviseur voor het college van de Gemeente Dordrecht. De gemeente stond voor de opdracht om de woonaantrekkelijkheid te vergroten en jongeren aan te trekken om in de stad te komen wonen en aan zich te binden. In de jaren ’80 van de vorige eeuw is veel geïnvesteerd in de infrastructuur, maar dat leverde geen directe resultaten op in het feit dat meer mensen in Dordrecht wilden wonen. Daarom wilde de gemeente structureel gaan investeren in cultuur in de stad. Han Bakker kreeg de opdracht om hiermee aan de slag te gaan. Een vrije opdracht: geen dikke nota’s schrijven, maar een kantoorplek in de stad waar hij gesprekken met stadsbewoners kon voeren. De gemeente Dordrecht koos bewust voor een bottum-up aanpak en geen top-down benadering. In de gesprekken vroeg Han Bakker de bewoners om drie prioriteiten te noemen die zij graag in hun stad gerealiseerd wilden zien. Deze gesprekken leidden tot verschillende voorstellen aan het College. Van belang bij de projecten was ook een breed politiek draagvlak. Alle partijen moesten zich eigenaar voelen van het beleid en de keuzes die hierin gemaakt werden. Het uitroepen van het Calvijnjaar naar aanleiding van de 500ste geboortedag bijvoorbeeld was een jaar met veel activiteiten waar alle partijen op aan konden haken en waarmee samenwerking werd gecreëerd. Hiermee werd een identiteit aan Dordrecht toegevoegd waarvan men zich niet bewust was. Voor de inwoners in Dordrecht is het van belang dat mensen trots zijn op hun stad en zien hoe veel de stad te bieden heeft. De investeringen in onder meer cultuur die de afgelopen vijf jaar zijn gedaan, hebben verschillende resultaten opgeleverd: 1. Het bezoek aan de binnenstad is van 1,5 miljoen mensen gegroeid naar 2,3 miljoen bezoekers, met name ook met mensen van buiten Dordrecht. 2. Ondernemers en woningbouwcorporaties hebben 300 miljoen geïnvesteerd naast de 200 miljoen van de gemeente. 3. Steeds meer studenten (uit Rotterdam) vestigen zich in Dordrecht vanwege de aantrekkelijke prijs/kwaliteitverhouding van de huisvesting . 4. Dordrecht is gestegen in de Atlas voor Gemeenten in de woonaantrekkelijkheidsindex van 32 naar de 20e plaats. Het streven is om op plaats 15 te komen.
Na de pauze gaan de deelnemers in verschillende groepen uiteen om te spreken over de identiteit en kansen in de regio Noord-Holland Noord en de Metropoolregio Amsterdam.
Discussiegroep 1 Metropoolregio Amsterdam De opgaven en prioriteiten in de Metropoolregio Amsterdam is vooral het zichtbaar maken van de identiteit. Het hoeft geen één verhaal te zijn, maar maak juist gebruik van de diversiteit. Het verhaal voor bewoners én bezoekers van een stad of regio moet wel overeenkomen. Een trots bij een bewoner creëer je door het verhaal van de stad te vertellen; het een ‘sense of place’ te geven. De overheid kan in de verbinding van cultuur en economie de beschikbare budgetten voor cultuur en toerisme koppelen. Daarmee bereik je synergie in de resultaten. De investeringen van de overheid in cultuur en economie hebben een ‘return on investment’, maar dit kunnen we niet alleen financieel vertalen. Er is ook sprake van een ‘social on investment’. Voor de culturele sector is het noodzakelijk om zich verder te ontwikkelen in het cultureel ondernemerschap. Een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven benadrukt het persoonlijk contact van culturele instellingen met ondernemers en bedrijfsverenigingen. Betrek het bedrijfsleven bij je activiteiten, nodig ze persoonlijk uit en ga vooral met hen in gesprek. Dat levert het beste resultaat op. Discussie groep 2 Metropoolregio Amsterdam De vraag waaruit de identiteit van de Metropoolregio Amsterdam bestaat die voor het vestigingsklimaat van belang is kon niet zomaar worden beantwoord. De metropoolregio kent verschillende identiteiten. Met de culturele voorzieningen is het bijvoorbeeld goed gesteld, tenminste in Amsterdam zelf. De bereikbaarheid van die voorzieningen is van groot belang. Vanuit Amsterdam wordt vooral gekeken naar de voorzieningen die interessant zijn voor het internationale bedrijfsleven. De ruimte en de recreatiemogelijkheden in de directe omgeving van de hoofdstad bepalen mede de kwaliteit van het vestigingsklimaat. De buitenring profiteert zeker van het culturele aanbod in het centrum. Andersom is dat veel minder het geval. Volgens de deelnemers is de identiteit van de Metropoolregio voor de bezoekers van groter belang dan voor de (toekomstige) bewoners. Men is het er over eens dat de Metropoolregio voornamelijk is bedoeld voor de bezoekers van Amsterdam om voor hen de stad ruimer en groter, meer divers en aantrekkelijker te maken. Voor de bezoekers is het belangrijk om die beleving van de Metropoolregio mogelijk te maken door middel van goed openbaar vervoer. Over het algemeen zijn de radiale verbindingen redelijk voorzien, maar om haaks op de radialen te reizen van bijvoorbeeld Volendam naar de Beemster, of van de Zaanse Schans naar Spaarndam is lastiger. Daar zou wat aan gedaan kunnen worden. Misschien is het een goed idee om de Metropoolregio en haar betekenis ook aan de bewoners zelf duidelijk te maken zodat er vanuit de regio zelf meer support is. Stephen Hodes Van LAgroup betoogde dat de verschillen tussen de identiteiten beter kunnen worden aangescherpt. Dat is voor iedereen interessanter dan ze in elkaar te laten overvloeien. Als voorbeeld noemde hij Volendam-Edam waar een duidelijke grens ligt tussen de ene en de andere identiteit. Het is vruchtbaarder om aan de verschillen te werken dan tot samenwerking te komen. Zeker in dit geval.
Discussiegroep Noord-Holland Noord Unaniem was men het eens dat de Kop rijk aan cultuurhistorie is. Symbool voor de Westfriese identiteit staat de Westfriese Omringdijk. Die kon ontstaan door eerst te doen en dan pas te denken. Zo werkt het acht eeuwen later nog steeds in de Kop. Kenmerkend zijn de familiebedrijven die een goed arbeidsethos kennen en zorgen voor een lage werkeloosheid. Helaas kent Noord-Holland Noord plekken die het woon- en werkklimaat niet bevorderen. Te denken valt aan de gebieden zonder internet – een must voor werk en onderwijs- en waar de infrastructuur niet goed functioneert. De kwaliteit van de leefomgeving wordt ook bepaald door een goede openbare ruimte. Door geurvlaggen (kunst in de openbare ruimte) te plaatsen wordt de culturele ambitie van een gemeente zichtbaar. Daarnaast is het belangrijk dat culturele voorzieningen vindbaar zijn. Op die punten is nog wel wat te verbeteren in Noord-Holland Noord. De rol van de overheid moet niet langer een subsidieloket zijn. Initiatieven kunnen ook beloond en gestimuleerd worden in natura, door advies te geven of partijen te verbinden. Daarnaast is een topdown aanpak denkbaar. Zo zouden gemeenten bijvoorbeeld in een intergemeentelijke regiovisie thema’s kunnen bepalen waarop gestuurd wordt door initiatieven te laten ontstaan.
Plenaire terugkoppeling Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum vertelt over zijn rol in de Leisure Board, een van de Boards van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Leisure Board is een samenwerking van overheden, ondernemers en de onderwijsinstelling Inholland en heeft tot doel om samen de regionale vrijetijdssector te versterken. De doelen daarbij zijn onder meer een sterke en herkenbare toeristische positionering van de regio. Ad Geerdink vertegenwoordigt de sector cultuur in de Leisure Board. Hij ziet zich zelf als een ambassadeur van cultuur en wil deze sector in de Leisure Board een stevigere basis geven. Als kwaliteit van het leven door cultuur verbetert, verbetert ook het vestigingsklimaat is zijn stelling. In de discussiegroep Noord-Holland Noord reflecteert Ad Geerdink dat er veel bevlogen mensen zijn, maar dat een ieder nog vanuit de eigen positie redeneert. Het is belangrijk dat er keuzes worden gemaakt welke identiteit van Noord-Holland Noord je zichtbaar wil maken, zoals duinen, kust, landschap, cultuurgeschiedenis, rust, ruimte, arbeidsethos, om enkele elementen te noemen. Vanuit deze identiteit bepalen voor wie je het doet en wat je gaat doen. Naast de identiteit van NoordHolland Noord heb je de regionale benadering binnen het gebied. Ook de thematische benadering van de verhalen kan de regio overstijgen. Doe niet iets tegen je eigen DNA in. Stephen Hodes, die de discussiegroepen van de Metropoolregio Amsterdam heeft gevolgd, vult aan dat door de druk van toerisme op Amsterdam de stad vanzelfsprekend moet uitwijken naar de regio. Dit beleid wordt ook ingezet door Amsterdam Marketing, de organisatie op het gebied van toerisme, cultuur, congressen en bedrijvigheid in Metropool Amsterdam. De provincie Noord-Holland past de methodiek van Identity Matching Academy toe om de identiteit van regio’s te duiden, zoals dat bijvoorbeeld met de kustplaatsen gebeurt. De fysieke verbinding binnen de Metropoolregio is een belangrijk aandachtspunt voor de ontsluiting van plekken en verhalen. Er is behoefte aan kengetallen naar het effect van cultuur op de
economische ontwikkeling. Er zijn verschillende onderzoeken die hiernaar verricht zijn. De Boekmanstichting publiceert begin december de Cultuurindex, een nationale barometer voor de kunsten. Afsluiting Noord-Holland heeft goud in handen! En hoe gaan we dat verzilveren? Belangrijke voorwaarden daarvoor zijn het investeren in een samenwerking tussen partijen die elkaar verstaan, die gezamenlijke kansen zien en stapsgewijs, projectmatig werken. Stephen Hodes noemde dit in zijn inleiding en ook de verschillende voorbeelden hebben dit geïllustreerd. Hoe kunnen deze partijen elkaar beter vinden en op een andere manier dan gebruikelijk samenwerken? Kim Spinder heeft een onconventionele manier van (samen)werken en probeert mensen in haar omgeving daarmee te inspireren. Kim Spinder, innovator en piraat over In beweging komen! Kim Spinder wordt omschreven als innovator en piraat. Ze heeft bij diverse overheden gewerkt maar heeft inmiddels haar eigen bedrijf. Onlangs heeft ze in Nijmegen een TEDx presentatie gegeven. Ze houdt van muiten en organisaties in beweging krijgen. Aan de hand van een prezi presentatie leidt ze deelnemers rond in de organisatie van de toekomst. Ze geeft aan dat een handgeschreven brief al bijna verleden tijd is en binnenkort zal dat ook het geval zijn voor een desktop computer en MS office. Twee jaar geleden is Kim gestopt met e-mail maar maakt veel gebruik van allerlei social media. Dé plek volgens haar om met elkaar te communiceren. On-line samenwerking levert goede resultaten op. Ze is geen voorstander van overleggen, projectplannen, urenregistratie (“management by excell”, zoals zij dat noemt), maar van experimenteren en gewoon doen. Begin vooral klein met initiatieven en laat mensen vervolgens aanhaken. Maak gebruik van visualisaties voor wat je wil bereiken en wat je wil overbrengen op mensen in plaats van tekst. Met nieuwe initiatieven, zoals www.deelstoel.nl brengt Kim Spinder organisaties en mensen in beweging. Aan de hand van een aantal, vaak grappige, video’s geeft ze aan hoe het ook anders kan. Aan het einde van de presentatie pakt ze een piratenvlag en nodigt de deelnemers uit om ook eens te gaan muiten in hun organisatie.