Ketensamenwerking verstandshuwelijk of lat-relatie
Inleiding •
•
• •
•
Sinds invoering sociale zekerheid is er voortdurende zoektocht naar optimale afstemming tussen uitkeringsverstrekking en arbeidsvoorziening. Met invoering van SUWI werd expliciet ingezet op netwerksamenwerking als mechanisme om tot afstemming te komen tussen CWI, gemeenten en UWV Door fusie CWI en UWV is publieke arbeidsvoorziening als aparte organisatie in 2008 opgeheven De huidige uitvoering van de publieke arbeidsvoorzieningtaak binnen een samenwerkingsverband van UWV en gemeenten lijkt een nieuwe balans te bieden in de afstemming van arbeidsvoorziening en uitkeringsverstrekking De vraag is of en onder welke condities deze balans houdbaar is
Ketensamenwerking vanuit historisch perspectief (1) •
•
•
•
•
Ketensamenwerking is niet nieuw. Al bij de eerste sociale regelingen rond 1900 was er een koppeling tussen de verschillende uitkeringen en de arbeidsbeurzen. In historie voortdurende discussie over voor- en nadelen van inschrijvingsplicht uitkeringsgerechtigden bij arbeidsvoorziening (=basale vorm van samenwerking). Perioden van (pogingen tot) integratie wisselen zich af met perioden waarin de gedachte overheerste dat de uitvoering separaat moet gebeuren. Met het argument dat samenwerking nodig is om uitkeringsgerechtigden te activeren, keerde de integratievisie steeds terug. Belangrijkste argumenten tegen integratie waren: • de rol van verschillende stakeholders in de aansturing • de beeldvorming naar werkgevers • balans tussen werk- en inkomenstaken
Ketensamenwerking vanuit historisch perspectief (2) •
• • •
In jaren tachtig eerste poging tot verdergaande samenwerking in de uitvoering met regionale coördinatie commissies (RCC’s). SWI-experimenten jarenlange (mislukte) experimenten, toch blijft inzet op samenwerking, uitmondend in SUWI (2002). Na de invoering van SUWI hebben CWI, UWV en gemeenten zich verenigd in Algemeen Keten Overleg (AKO) Beleidsmatig ingezet op geintegreerde dienstverlening voor werk waarbij de klant centraal staat
De huidige praktijk van ketensamenwerking (1) Onderzoeksmodel ketensamenwerking
partners
niveaus
taken
coördinatievorm
UWV
programma
intake en diagnose
product
Centrumgemeente
klanten
re-integratie
proces
Regiogemeenten
middelen
arbeidsbemiddeling
Scholen
informatie
vacatureregistratie
Werkgevers Re-integratiebedrijven Kamer van koophandel
De huidige praktijk van ketensamenwerking (1) • •
• •
Focus ligt op samenwerking tussen UWV en gemeenten in de werkpleinen (landelijk 100 beoogd) en richt zich op werk. Grote verschillen tussen werkpleinen: • Minste samenwerking = productcoördinatie bij intake en diagnose werkzoekenden • Meeste samenwerking = geïntegreerde teams voor intake en diagnose en bemiddeling werkzoekenden met korte afstand tot arbeidsmarkt • Niet alle gemeenten aangehaakt Meeste werkzoekenden krijgen gescheiden dienstverlening Opvallend: (nog) nauwelijks samenwerking bij vacatureregistratie en bemiddeling werkgevers.
De huidige praktijk van ketensamenwerking (2) •
• •
Samenwerking op programmaniveau beperkt: • Op werkplein optelsom jaarplannen UWV en gemeenten • Sommige regio’s aanzet tot bredere samenwerking met scholen en werkgevers Informatie-uitwisseling groot knelpunt door slechte afstemming ICT en gescheiden verantwoording Gezamenlijke inzet van mensen in integrale teams, inzet financiële middelen beperkt
Conclusie: samenwerking UWV en gemeenten richt zich op invulling voormalige taken arbeidsvoorziening waarbij de koppeling tussen werk en inkomen in de uitvoering is losgelaten en deze koppeling in de sturing sterker is geworden.
Het huidige model in historisch perspectief (1) •
•
• •
Door zelf inhoud en vorm te geven aan de uitvoering van de publieke arbeidsvoorziening wordt de voormalige spanning tussen arbeidsvoorziening en de uitkeringsorganisaties UWV en gemeenten geïnternaliseerd binnen de twee organisaties. De belangentegenstelling tussen UWV en gemeenten concentreert zich nu op MT-niveau (management team) van de werkpleinen. De samenwerking tussen gemeenten in de regio komt als complicerende factor sterker naar voren. Imago werkplein als ‘loket voor steuntrekkers’ blijkbaar minder relevant in huidige tijdsgewricht?
Huidig model in historisch perspectief (2) •
•
Op basis van de historie zou een doorontwikkeling naar (opnieuw) een zelfstandige organisatie voor bemiddeling en re-integratie van werkzoekenden te verwachten zijn. De oplossing voor het spanningsveld tussen werk en inkomen zit niet in de (re)organisatie van de uitvoering maar lijkt daar nog steeds verwacht te worden
Tot slot •
•
Interessante vraag is of en onder welke condities het huidige model een balans biedt voor de uitvoering van de werk- en inkomenstaken. Vanuit empirisch perspectief kan het model een balans bieden onder de condities: • Decentralisatie taken en verantwoordelijkheden binnen UWV naar regioniveau • Versterking rol centrumgemeenten • Sturing vanuit regionaal arbeidsmarktbeleid • Goede match managementteam werkpleinen • Uiteindelijk overdracht re-integratietaken naar gemeenten? Vanuit theoretisch perspectief lijkt een structuurwijziging door overdracht re-intgratietaken naar gemeenten de meest logische
Tot slot •
Ik zou ook graag de argumentatie terugzien dat het erop lijkt dat beleidsmakers de illusie hebben dat volledighe werkgelegenheid een haalbaar doel is. Steeds tergukerende frustratie dat dit doel niet wordt gehaald zorgt voor continue aanpassingen in de institutionele vormgeving. Waar houdt het op? Blijven we altijd aanpassen (met de bijbehorende nadelige effecten) of bereiken we een keer een punt waarop we het langere tijd blijven proberen? Welk punt zou dat dan moeten zijn wat ons betreft?