Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool 27 en 28 mei 2013 Definitieve versie
Utrecht, 18 september 2013 Visitatiecommissie: Raymond Kok (directeur College De Brink) Pieter Ettema (afdelingsleider Casparus College) Mirjam van den Hoek (zorgcoördinator A. Roland Holst College) Reinier de Groot (docent De Fontein) Begeleiders: Nanny Schoenmakers (extern adviseur Capgemini Consulting) Valérie Overmeer (secretaris College van Bestuur Gooise Scholen Federatie)
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding
3
2. Domein: Onderwijsvisie en beleid
5
3. Domein: Onderwijsleerproces
7
4. Domein: Opbrengsten
10
5. Domein: Kwaliteitszorg
12
6. Domein: Organisatie en personeel
13
7. Conclusies en aanbevelingen
15
Bijlagen A. Programma collegiale visitatie
17
B. Gebruikte documenten
18
1. INLEIDING Binnen de Gooise Scholenfederatie (GSF) is in 2005 gestart met het opzetten van een praktijk van collegiale visitaties om het kwaliteitsbewustzijn binnen de scholen te verhogen. De doelstelling van de collegiale visitaties is om de scholen van elkaar te laten leren en te laten reflecteren op sterke en zwakke punten door hen door ‘critical friends’ een spiegel te laten voorhouden. De collegiale visitaties bieden daarmee input voor kwaliteitsverbetering en schoolontwikkeling. Nadat alle 8 GSF-scholen aan de beurt zijn geweest, is in 2010 gestart met een 2e visitatieronde, met een nieuw visitatiekader. In dit visitatiekader zijn de normindicatoren van de Inspectie verwerkt, zodat met de visitatie eventuele kwaliteitsrisico’s in kaart worden gebracht (‘early warning’). Daarnaast is meer ruimte gemaakt om in de visitatie te kijken naar het onderwijsbeleid van de school en de keuzes die de school heeft gemaakt en naar relevante GSF-brede kwaliteitsstandaarden en beleidskaders. Op 27 en 28 mei 2013 was het de beurt aan de Gooise Praktijkschool voor een collegiale visitatie. De collegiale visitatie is georganiseerd door de externe begeleider van Capgemini in samenwerking met de secretaris van het College van Bestuur van de GSF. De collegiale visitatie is uitgevoerd door een visitatiecommissie bestaande uit vier collega’s van andere GSF-scholen. De visitatiecommissie voor de Gooise Praktijkschool was als volgt samengesteld: Raymond Kok (directeur College De Brink). Pieter Ettema (afdelingsleider Casparus College). Mirjam van den Hoek (zorgcoördinator A. Roland Holst College). Reinier de Groot (docent De Fontein). Het programma van de collegiale visitatie besloeg één dag en bestond uit diverse gesprekken met de schoolleiding, medewerkers, leerlingen en ouders en een aantal lesbezoeken (zie bijlage A). Vooraf zijn door de Gooise Praktijkschool de relevante documenten beschikbaar gesteld aan de visitatiecommissie (zie bijlage B). In dit verslag zijn de bevindingen van de visitatiecommissie over de Gooise Praktijkschool weergegeven op de vijf domeinen die zijn opgenomen in het visitatiekader van de GSF:
In de achtereenvolgende hoofdstukken wordt per domein verslag gedaan van de bevindingen. In de kaders staan de criteria uit het visitatiekader. Bij ieder domein worden per criterium de bevindingen van de visitatiecommissie weergegeven. De leden van de visitatiecommissie hebben zich opgesteld als kritische, doch meedenkende collega’s. Waar daar aanleiding toe was, zijn suggesties voor verbeteringen gedaan.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
3
In dit visitatieverslag wordt voorts ingegaan op de specifieke vragen die de schoolleiding van de Gooise Praktijkschool aan de visitatiecommissie heeft meegegeven. Deze vragen zijn: Wat is nodig om de visie op onderwijs en het concept Big Picture nog meer vorm te geven in de school? Voelen leerlingen zich voldoende uitgedaagd? Hebben leerlingen het gevoel dat er vooral wordt uitgegaan van hun mogelijkheden of juist van hun beperkingen? Wordt in de school voldoende de lat gelegd en door wie dan (leerlingen en/of docenten)? Wat is nodig in het leerlingvolgsysteem en de werkwijze hierbij om de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen goed in beeld te brengen en daarop te sturen? Wat heeft het werken in leerteams tot nu toe opgeleverd? Wat loopt goed in de teamontwikkeling en wat zijn nog aandachtspunten? Graag willen we op deze plaats iedereen bedanken voor de medewerking aan de collegiale visitatie bij de Gooise Praktijkschool. De gesprekken met de schoolleiding, medewerkers, leerlingen en ouders zijn in een constructieve sfeer verlopen. Zij gaven de visitatiecommissie een goed inzicht in de gang van zaken binnen de Gooise Praktijkschool. De dag na de visitatiedag gaf de visitatiecommissie een terugkoppeling van haar bevindingen aan de schoolleiding en medewerkers van de Gooise Praktijkschool. Tevens was hierbij aanwezig Kees Elzinga, voorzitter en lid van het College van Bestuur van de GSF. De visitatiecommissie vertrouwt er op dat de school haar voordeel doet met de bevindingen en aanbevelingen die zij in dit verslag verwoordt.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
4
2. ONDERWIJSVISIE EN BELEID De Gooise Praktijkschool verzorgt onderwijs voor leerlingen van wie verwacht wordt dat zij geen diploma in het vmbo zullen halen. Het praktijkonderwijs is er op gericht om leerlingen voor te bereiden op zelfstandig functioneren in de maatschappij en om leerlingen toe te leiden naar een (beschermde) baan op de arbeidsmarkt al dan niet in combinatie met vervolgonderwijs. Het leerlingenaantal van de Gooise Praktijkschool is de afgelopen jaren gegroeid tot circa 275 leerlingen. De Gooise Praktijkschool is sinds 2010 gehuisvest in een nieuw en goed geoutilleerd gebouw. Bevindingen op de criteria uit het visitatiekader 1. De school heeft een geëxpliciteerde en toekomstgerichte visie op het onderwijs en leren. De school beschikt over een expliciete visie op onderwijs en leren. De school werkt er aan om de onderwijsvisie af te stemmen op ontwikkelingen (toekomst), op wetenschappelijke inzichten en op maatschappelijk verantwoorde (gelegitimeerde) keuzes.
Een aantal jaren geleden heeft de Gooise Praktijkschool de keuze gemaakt om te gaan werken vanuit het Amerikaanse onderwijsconcept ‘One kid at a time’ van de ‘Big Picture Company’. In de afgelopen jaren is veel informatie verzameld over dit onderwijsconcept en zijn verschillende docenten naar Amerika geweest om zich te laten inspireren. Met deze informatie en inspiratie is de Gooise Praktijkschool in de afgelopen jaren aan de slag gegaan om de onderwijsvisie van de school verder uit te werken op basis van de uitgangspunten van het concept Big Picture, zoals het werken vanuit een persoonlijk leerplan en het leren in de echte wereld. In de ogen van de visitatiecommissie is de Gooise Praktijkschool heel goed op weg met het ontwikkelen van een expliciete onderwijsvisie van de school. De visitatiecommissie onderstreept dan ook het voornemen van de schoolleiding in het schoolplan 2012-2016 om de kenmerken van Big Picture binnen en buiten de school inhoudelijk te versterken en duidelijker neer te zetten. Het is aan te raden om daarbij ook goed te kijken naar wat kan worden geleerd van andere scholen in Nederland die met het onderwijsconcept Big Picture werken.
2. De school draagt de onderwijsvisie uit binnen de school en gaat na of de visie wordt gerealiseerd. De onderwijsvisie is bekend en erkend in de school. De onderwijsvisie kent concrete beleidsdoelstellingen en uitwerkingen in de school. De school heeft zicht op de mate waarin de onderwijsvisie wordt gerealiseerd en geëvalueerd. Het is zichtbaar dat de onderwijsvisie ook daadwerkelijk wordt vorm gegeven in de schoolpraktijk.
De visitatiecommissie heeft tijdens het schoolbezoek de onderwijsvisie in belangrijke mate herkend en teruggezien in de school. Ten opzichte van de vorige visitatie (in 2009) is de visitatiecommissie positief verrast over de stappen voorwaarts die de school heeft gezet waar het gaat om het operationaliseren (handen en voeten geven) van het Big Picture concept in de school. De visitatiecommissie stelt vast dat het Big Picture-concept schoolbreed wordt gedragen en wordt uitgedragen. Verder constateert de visitatiecommissie dat de school er in is geslaagd om kenmerken van het concept Big Picture concreter vorm te geven in de school. Zo werkt elke leerling vanuit een persoonlijk leerplan, waarbij de eigen passies een belangrijke leidraad vormen. Een ander belangrijk uitgangspunt van de onderwijsvisie is het leren in de echte wereld door het aanbod van praktijkvakken en interne en externe stages om leerlingen (arbeids)competenties te laten oefenen en in praktijk te brengen.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
5
De visitatiecommissie ziet nog twee ontwikkelpunten waar het gaat om het vormgeven van de onderwijsvisie. In de 1e plaats is er naar de indruk van de visitatiecommissie nog winst te behalen waar het gaat om een uniforme invulling van de kenmerken van Big Picture in de onderwijspraktijk. Bij de vorige visitatie is geconstateerd dat er grote verschillen bestaan in hoe in de klas invulling gegeven wordt aan het concept; de afstemming en borging was een belangrijk ontwikkelpunt van de school. De visitatiecommissie is van oordeel dat de school stappen voorwaarts heeft gezet, maar dat dit nog steeds een aandachtspunt vormt. De visitatiecommissie beveelt aan om het gesprek met elkaar te voeren en tot afspraken en kaders te komen inzake de precieze invulling van het onderwijsconcept in de schoolpraktijk. Bijvoorbeeld over de invulling van coaching-in/coaching-out, over hoe je werkt met het persoonlijk leerplan (PLP), over hoe het leren in de echte wereld vorm moet krijgen in de school bij de verschillende vakken en over hoe je de leerling coacht bij het bepalen van het ontwikkelingsperspectief. Op die manier ontstaat een gemeenschappelijk beeld over wat met de kenmerken van Big Picture wordt beoogd en wat het wel/niet inhoudt. Dit zal ertoe bijdragen dat het concept eenduidiger en bewuster in de school wordt geïmplementeerd. Een 2e ontwikkelpunt is om nog meer de verbinding met de buitenwereld te leggen op een professionele manier. Dan wordt het écht een BIG Picture. De stages zijn nog erg persoonsgebonden en afhankelijk van het (toevallige) netwerk van de betreffende stagebegeleiders. Het is raadzaam om het relatiebeheer steviger neer te zetten en te investeren in een schoolbrede organisatie en coördinatie van de stages en het praktijkgerichte leren. De visitatiecommissie acht dit van toenemend belang om de uitstroom naar werk te kunnen blijven garanderen, gelet op de lastige economische situatie en de bedreigingen vanuit het MBO.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
6
3. ONDERWIJSLEERPROCES Bevindingen op de criteria uit het visitatiekader 1. De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijsaanbod en de leerinhoud. De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. *) De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s. *) De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. *) De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede (talent)ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving. 2. De school draagt zorg voor de kwaliteit van toetsen en examinering. De school heeft een toetsbeleid, in samenhang met de visie op onderwijs en leren. De school stelt eisen aan de totstandkoming en uitvoering van het plan van toetsing en afsluiting. De school bewaakt de kwaliteit van de schoolexamens.
De visitatiecommissie constateert dat er (ten opzichte van de vorige visitatie) meer lijn is aangebracht in de leerprogramma’s, zoals de implementatie van competentiegericht leren. De Gooise Praktijkschool wil leerlingen een onderwijsaanbod bieden op maat. Het motto van de school is: ‘de leerling is de maat als leren niet vanzelf gaat’. De visitatiecommissie heeft dit motto duidelijk teruggezien in het onderwijsleerproces. Docenten proberen maatwerk te bieden, zowel in de didactiek (waarbij zoveel mogelijk gedifferentieerd wordt lesgegeven) als in het leerstofaanbod. Leerlingen volgen elk een individuele leerroute. De map met onder meer PLP (persoonlijk leerplan) en competenties vormen daarbij een leidraad en werken sturend voor de individuele leerprogramma’s. De visitatiecommissie mist in dit kader het IOP (individueel ontwikkelingsperspectief) en ook is de relatie tussen PLP en IOP de commissie niet helder geworden. Het maatwerk ziet de visitatiecommissie als een sterk punt van de school. Tegelijkertijd vormt dit een complex vraagstuk, want wie bepaalt de norm voor de individuele leerroute? Dit vraagstuk ziet de visitatiecommissie onder meer bij taal en rekenen. Voor leerlingen in het praktijkonderwijs is het streefniveau 1F (eindniveau groep 8 basisonderwijs). Dit is een streven; leerlingen hoeven dit niveau niet te halen. Ten aanzien van de vraag of de lat voldoende hoog wordt gelegd heeft de visitatiecommissie de indruk dat het teveel wordt overgelaten aan de leerling met de mentor om te bepalen wat het leerstofaanbod taal en rekenen is voor de betreffende leerling. De visitatiecommissie kwam PLP’s tegen waar in het afgelopen half jaar maar beperkt onderwijsactiviteiten op het gebied van taal en rekenen hebben plaatsgevonden. De visitatiecommissie vraagt zich af of je leerlingen wel de lat moet laten leggen wat zij (willen) gaan leren op het gebied van taal en rekenen, zeker ook gelet op het feit dat ze achterstanden hebben al dan niet gepaard gaande met negatieve leerervaringen. Wij denken dat het juist voor deze doelgroep van uitermate belang is om in een doorlopende leerlijn (continu en actief) met taal en rekenen bezig te zijn. Ook om het niveau dat men heeft te onderhouden. Wij adviseren om op schoolniveau gericht te kijken wat de ambities en resultaten moeten zijn en dat goed te monitoren. Dit kan scherper/steviger en met meer prioriteit. Bij het hoofdstuk van de onderwijsopbrengsten komen we nog terug op dit vraagstuk wie de lat/norm bepaalt.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
7
3. De school draagt zorg voor de didactische kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school heeft –vanuit haar visie op onderwijs en leren- gekozen voor een bepaald didactisch concept (format van ‘een goede les’). De leraren geven duidelijke uitleg. *) De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. *) De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. *) De ICT-mogelijkheden worden ingezet in het onderwijsleerproces.
Tijdens het schoolbezoek heeft de visitatiecommissie het vaste dagschema van de school gevolgd. De school hanteert een duidelijke structuur. Elke ochtend start met een aftrap van de schoolleiding en het personeel en op het einde van de dag is er een gezamenlijke afsluiting. Voor de leerlingen is er een vergelijkbare opzet: elke lesdag starten de leerlingen bij hun mentor(groep) met een coaching-in en ze eindigen de dag met een coachingout. De visitatiecommissie vindt deze structuur een sterk punt van de school. Het zorgt dat iedereen op de hoogte is van wat er speelt en het voedt het communitygevoel (gemeenschapszin en binding). Andere scholen voor voortgezet onderwijs zouden hier nog van kunnen leren. Door de visitatiecommissie zijn diverse lessen bezocht om zich een beeld te vormen van de leskwaliteit. De visitatiecommissie heeft lessen gezien waar sprake was van een duidelijke uitleg, een taakgerichte werksfeer en waar leerlingen actief betrokken waren bij de onderwijsactiviteiten. Tevens heeft de visitatiecommissie enkele lessen gezien waar het voor docenten lastig was (door de benodigde differentiatie) om alle leerlingen actief betrokken te houden bij de onderwijsactiviteiten. Zo kwam het voor dat als de docent bezig was met de begeleiding van één of enkele leerlingen, dat dan de andere leerlingen niet actief bezig waren. De visitatiecommissie wil de school er op wijzen dat als je de keuze maakt voor deze onderwijsinrichting om leerlingen maatwerk te bieden, dat dit nogal wat vergt qua docentvaardigheden om in klassenverband te differentiëren. Het is van groot belang om vanuit de schoolleiding goed zicht op te houden op deze vaardigheden en indien nodig verdere ontwikkeling en professionalisering te organiseren.
4. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. De school heeft een set van duidelijke schoolregels opgesteld. Leerlingen en personeel zijn bekend met de schoolregels en de regels worden nageleefd. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen en het personeel op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. *) De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. *)
De Gooise Praktijkschool is een school waar een zeer prettig en veilig schoolklimaat heerst. De docenten en leerlingen gaan respectvol met elkaar om en er heerst orde en rust in de school. Dit beeld zien we ook terug in de resultaten van de leerlingenenquête waar de leerlingen de school positieve scores geven voor: ik voel me veilig op school (7,8) en de sfeer op school is prettig (7,1). Ook komt dit beeld terug in de gesprekken die de visitatiecommissie met de leerlingen heeft gevoerd. In het bijzonder is de visitatiecommissie onder de indruk van de trots en de hoge mate van zelfreflectie die ze heeft aangetroffen bij de leerlingen. Dit betekent dat de school er goed in slaagt een veilige setting en een open cultuur tot stand te brengen waarin leerlingen zichzelf kunnen zijn en zich kwetsbaar durven opstellen.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
8
Uit de gesprekken die de visitatiecommissie met de ouders heeft gevoerd komt naar voren dat de ouders zeer tevreden zijn over de school. Voor ouders geldt dat zij soms aanvankelijk teleurgesteld waren dat hun kind naar een praktijkschool ging in plaats van het vmbo. De Gooise Praktijkschool heeft het vertrouwen weten te winnen van deze ouders dat hun kind op deze school op de goede plek zit en in goede handen is. Ouders merken aan de ontwikkeling van hun kind (zoals een toegenomen zelfvertrouwen) dat de school hun kind ‘goed doet’.
5. De school hanteert een gerichte benadering en begeleiding van leerlingen in het onderwijsleerproces. ‘Leerlinggerichtheid’ krijgt vorm in de schoolpraktijk; de leraren stemmen aanbod, instructie, werkvormen en/of onderwijstijd af op verschillen (in ontwikkeling) tussen de leerlingen. De motivatie en het welbevinden van leerlingen wordt gestimuleerd (door mentoren *). De school voert de zorg planmatig uit. *) De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. *) De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
De visitatiecommissie heeft de indruk gekregen dat er in de benadering van leerlingen een omslag is gekomen in de focus. Er wordt meer uitgegaan van de mogelijkheden van de leerlingen in plaats van de beperkingen. Op dit punt is sprake van een verbetering ten opzichte van de vorige visitatie. Ook geldt dat leerlingen beter weten waarom ze dingen leren. De visitatiecommissie stelt vast dat de school de begeleiding en zorg van leerlingen goed heeft georganiseerd. De mentoren vervullen een spilfunctie in de begeleiding van leerlingen en het signaleren van zorg. De mentoren zijn getraind op het gebied van coachvaardigheden richting de leerlingen. De mentoren zullen nog verder worden getraind in het formuleren van de hulpvraag in SOM. Dit is een belangrijke schakel, want van daaruit kan de interne signalering van zorgbehoeften en interne zorg verder worden gestroomlijnd en gemonitord. In het kader van passend onderwijs is het volgens de visitatiecommissie aan te raden om zorg te dragen voor een voldoende gelaagde zorgstructuur, met een heldere rol- en taakverdeling tussen de 1e en 2e lijnszorg. In de externe zorg is het ZAT een aandachtspunt (nulmeting OOP). In het ZAT is bureau Jeugdzorg niet vertegenwoordigd. De visitatiecommissie adviseert de school om na te denken over de rol van het ZAT en vanuit de directie in samenspraak met het College van Bestuur de consequenties daaruit te trekken. Het evalueren van de effecten van de zorg krijgt vooral vorm na afloop van trainingen en bij de periodieke evaluatie van het zorgbeleid. Naar de mening van de visitatiecommissie zou de evaluatie nog breder en meer op de leerling plaats kunnen vinden.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
9
4. OPBRENGSTEN Bevindingen op de criteria uit het visitatiekader 1. Kwantitatieve onderwijsopbrengsten. De leerlingen ontwikkelen zich volgens een individuele route Normering inspectie: alle leerlingen hebben een individueel ontwikkelingsplan De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht Normering inspectie: 90% van de leerlingen heeft na het verlaten van de school een arbeidsplek, opleiding of andere voorziening, passend bij zijn mogelijkheden De leerlingen functioneren naar verwachting in de vervolgopleiding of in het werkveld Normering inspectie: 70% van de leerlingen heeft één jaar na het verlaten van de school een arbeidsplek of een opleiding passend bij zijn mogelijkheden 2. Kwalitatieve onderwijsopbrengsten. Opbrengsten tijdens de schoolloopbaan: de school heeft zichtbaar aandacht voor talentontwikkeling. Opbrengsten na afloop van de schoolloopbaan: niveau/bijdrage aan succes van leerlingen in het vervolg (onderwijs/arbeidsmarkt).
De Gooise Praktijkschool slaagt er goed in om te voldoen aan de normen van de inspectie inzake de uitstroompercentages en de bestendigheid van de uitstroom. De scores liggen zelfs iets boven het landelijke gemiddelde. Ten aanzien van de opbrengsten wil de visitatiecommissie nog het volgende opmerken. Het uitgangspunt van de school vormt de mogelijkheden van de leerlingen. Voor de visitatiecommissie is vervolgens wel de vraag: hoe bepaal je wat de mogelijkheden zijn van de leerlingen? De visitatiecommissie heeft hier nog geen goed antwoord op gekregen. Naar de mening van de visitatiecommissie is een risico in huidige model dat het bepalen van het ontwikkelingsperspectief en het coachen/sturen daarop is geconcentreerd bij de mentor en daarmee persoonsafhankelijk kan zijn. De visitatiecommissie adviseert om meer ‘checks and balances’ in te bouwen. Juist omdat de externe norm ontbreekt; de leerling is de norm. Verschillende opties kunnen hierbij door de school worden overwogen om deze ‘checks and balances’ in te bouwen, zoals: het werken met co-mentoren/buddys die kritisch meekijken en meedenken. in de leerteams met elkaar monitoren en reflecteren op de ontwikkel- en uitstroomperspectieven. schoolbrede analyse van ambitieniveaus en realisatie in ontwikkelperspectieven door de schoolleiding. Het opbrengstgericht werken kan nog systematischer en scherper vorm krijgen. Een belangrijke vraag die de school zich continu zou moeten stellen is: wat hebben wij er aan gedaan om het maximale uit de leerling te halen en hebben we er alles aan gedaan om het maximale uit de leerling te halen? Is het maximale bereikt? Van docenten wordt verwacht dat zij de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen volgen en analyseren. Voor de visitatiecommissie is de vraag hierbij wat de kaders hierbij zijn, wie dit aanstuurt en controleert. Ook is het systeem dat hierbij wordt gehanteerd met verschillende plannen en formulieren aan herijking toe. De visitatiecommissie adviseert om goed te doordenken hoe het opbrengstgericht werken het meest effectief kan worden ingericht en geconcretiseerd. Van daaruit kan dan worden bepaald wat een goed werkbare, hanteerbare systematiek is met de bijbehorende plannen en formats.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
10
3. De prestaties sluiten aan bij de ambities en doelstellingen van de school.
Zoals hiervoor aangegeven zijn de kwantitatieve opbrengsten van de school ‘op orde’. In het schoolplan voor de beleidsperiode 2012-2016 is door de school aangegeven dat men streeft naar bovengemiddelde resultaten. De school is hier in het afgelopen schooljaar ook in geslaagd. Op deze plaats wil de visitatiecommissie opmerken dat zij geen nadere analyses heeft aangetroffen van de opbrengsten. De school heeft in vergelijking met het landelijk gemiddelde veel uitstroom naar vervolgonderwijs of een combinatie van werk en vervolgonderwijs. De uitstroom naar werk is met 6% veel lager dan het landelijk gemiddelde van 27%. De visitatiecommissie is benieuwd wat deze opbrengstgegevens betekenen. Bijvoorbeeld heeft de school een andere leerlingenpopulatie in huis waardoor de uitstroom een ander beeld laat zien of spelen andere factoren een rol. De visitatiecommissie adviseert de school om zich dergelijke vragen te stellen en daarover met elkaar het gesprek te voeren. Ook raadt de visitatiecommissie aan om op schoolniveau analyses te maken van de realisatie van uitstroomperspectieven op basis van het IOP, als een soort cohortanalyses. In hoeverre zijn perspectieven tussentijds bijgesteld en wat is het uiteindelijk resultaat geweest. Het is goed om dit in beeld te hebben om lering uit te trekken voor de nog op te stellen IOP’s. Dergelijke informatie vormt een zinvolle input voor het schoolbreed bespreken en concretiseren van ambities en doelstellingen.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
11
5. KWALITEITSZORG Bevindingen op de criteria uit het visitatiekader 1. De school evalueert systematisch de ‘houdbaarheid’ van haar visie op onderwijs en leren, de mate van realisatie daarvan en stelt de visie indien nodig bij. 2. De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. De kwaliteitszorgactiviteiten hebben een systematische en cyclische aanpak (PDCA cyclus). De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten.
De school werkt planmatig aan schoolontwikkeling en kwaliteitsverbetering door een schoolplan en jaarplan. De school is ook steeds meer gaan evalueren. De opbrengsten worden in een landelijke monitor in kaart gebracht. Daarnaast worden eenmaal in de drie jaar tevredenheidonderzoeken gehouden onder leerlingen, ouders/verzorgers, medewerkers, stagebedrijven en partners in de omgeving van de school. De vragenlijsten worden afgenomen met het instrument ProZo! uit het Stimulans project voor praktijkscholen. Het is de visitatiecommissie niet duidelijk geworden wat er met de uitkomsten van deze metingen wordt gedaan en of dus de stap van ‘check’ naar ‘act’ in voldoende mate wordt gezet. Ten aanzien van het kwaliteitszorgsysteem is reeds door de inspectie opgemerkt dat dit nog verder uitgewerkt moet worden voor wat betreft het systematisch evalueren van het onderwijsleerproces. De kwaliteit van de lessen wordt nog niet systematisch geanalyseerd op basis van periodieke lesobservaties. Dit vormt nog een ontwikkelpunt voor de schoolleiding.
3. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. De school bespreekt /verantwoordt intern haar positionering op het GSF-Keurmerk (spinneweb). De school verantwoordt zich extern naar relevante stakeholders over de onderwijskwaliteit.
De school verantwoordt zich richting stakeholders middels Vensters voor Verantwoording en via haar schooldocumenten. In het bijzonder het SchoolVenster geeft de stakeholders een uitgebreid beeld van de kenmerken en prestaties van de school. 4. De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale 1 integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
De Gooise Praktijkschool heeft in haar onderwijsaanbod goed voorzien in het zorg dragen voor actief burgerschap en sociale integratie. Dit zijn belangrijke onderdelen van het onderwijsaanbod van een praktijkschool.
1
NB. Dit betreft een Inspectie-indicator die onder het domein Kwaliteit is geplaatst.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
12
6. ORGANISATIE EN PERSONEEL Bevindingen op de criteria uit het visitatiekader 1. De school draagt zorg voor organisatorische voorwaarden (GSF-sturingsprincipes) voor schoolontwikkeling. De school kent een teamorganisatie samenhangend georganiseerd rondom het onderwijsleerproces. De schoolleiding bewaakt de samenhang en afstemming tussen de teams.
De visitatiecommissie constateert dat de schoolleiding een goede stap heeft gezet om vanaf dit schooljaar te gaan werken in leerteams. Deze leerteams worden door de medewerkers als zeer positief ervaren. De structuur van de leerteams werkt bevorderend voor het gevoel van sociale veiligheid, het nemen van verantwoordelijkheid en het samenwerken rondom een groep leerlingen (community). De visitatiecommissie denkt dat een goede zaak is geweest om ruimte te geven aan de leerteams. Nu is het nodig om als schoolleiding meer inhoudelijk aan het roer te gaan staan, om te sturen en te verbinden. De visitatiecommissie adviseert de schoolleiding om kaders en opdrachten te formuleren voor de leerteams. 2. De school draagt zorg voor een professionele schoolcultuur. De school kenmerkt zich als een lerende organisatie. De professionele dialoog wordt gevoerd tussen schoolleiding en docenten en docenten onderling. Er is sprake van resultaatverantwoordelijkheid op alle niveaus.
In de ogen van de visitatiecommissie kan de school nog een slag maken waar het gaat om een professionele schoolcultuur. De visitatiecommissie heeft de indruk gekregen dat in de leerteams nog vooral wordt gesproken over de leerlingen en over organisatorische zaken. Het element ‘leren’ van het begrip ‘leerteams’ in de zin van het leren van en met elkaar, heeft de visitatiecommissie nog niet zo gezien. Het gesprek wordt nog beperkt met elkaar gevoerd om elkaar als professionals kritisch en scherp te houden (bijvoorbeeld over welke professionele houding, eisen en kwaliteiten je aan elkaar wilt stellen). Ook komt men er nog onvoldoende aan toe om bij elkaar in de lessen te kijken en van elkaar te leren op pedagogisch-didactisch terrein. Instrumenten als collegiale intervisie en onderling lesbezoek zouden naar de mening van de visitatiecommissie meer ingezet moeten worden door de school.
3. De school draagt zorg voor een personeelsbeleid. De school heeft een visie op de professie en op de professionalisering van docenten. Deze visie wordt vorm gegeven in de schoolpraktijk: er wordt gericht gewerkt aan competentieontwikkeling en de gesprekkencyclus is ingericht.
De visitatiecommissie heeft nog geen goed beeld gekregen hoe het begeleiden en sturen van de professionele ontwikkeling van medewerkers in de school vorm krijgt. Het voorstel is om dit explicieter in te richten.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
13
4. De school heeft een relatie met de ouders. De school heeft een visie op het partnerschap met ouders. De school geeft de communicatie met ouders concreet vorm in de school. De school heeft geborgd dat de ouders van de leerlingen betrokken zijn bij de school.
De visitatiecommissie vindt het een goede zaak dat de school concreet aan de slag is gegaan om de ouderbetrokkenheid te bevorderen. Zo heeft de school een ouderraad ingesteld. De ambitie van de school is uiteindelijk om ouders actief betrokken te maken bij de invulling van het betekenisvol leren.
5. Opleidingsschool binnen de GSF. De school heeft zicht op waar ze staat (fase) in het stuurmodel voor de opleidingsschool. De school heeft processen/activiteiten in gang gezet en/of gepland om zich te ontwikkelen naar een volgende fase in het stuurmodel. De school monitort de uitvoering en voortgang van de processen/activiteiten.
Over de opleidingsschool binnen de Gooise Praktijkschool kan de visitatiecommissie geen uitspraken doen, omdat dit onderwerp onvoldoende belicht is tijdens de visitatie.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
14
7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In dit hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen van de visitatiecommissie weergegeven. Allereerst wordt ingegaan op de sterke punten van de Gooise Praktijkschool, die in de visitatie naar voren zijn gekomen. Vervolgens formuleert de visitatiecommissie een aantal aanbevelingen die zij aan de school wil mee geven in het kader van het behouden en/of verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. Sterke punten: Prettig en veilig schoolklimaat De Gooise Praktijkschool is een school waar een zeer prettig en veilig schoolklimaat heerst. De docenten en leerlingen gaan respectvol met elkaar om en er heerst orde en rust in de school. In het bijzonder is de visitatiecommissie onder de indruk van de veilige setting en open cultuur die de school tot stand weet te brengen, waarin leerlingen zichzelf kunnen zijn en zich open en kwetsbaar durven opstellen. Werken vanuit een gemeenschappelijke onderwijsvisie De visitatiecommissie is onder de indruk van de stappen voorwaarts die de school heeft gezet om het onderwijsconcept van Big Picture door te ontwikkelen en hand en voeten te geven in de school. Dit onderwijsconcept wordt gedragen in de school en uitgedragen. Maatwerk bieden aan leerlingen De school slaagt er goed in om haar motto ‘de leerling is de maat’ waar te maken. Leerlingen volgen een individuele leerroute, waarbij onderwijs, begeleiding en zorg op maat worden geboden. Meer nadruk op mogelijkheden van leerlingen Ten opzichte van de vorige visitatie heeft de school een omslag weten te bewerkstelligen in de in de benadering van leerlingen. Er wordt meer uitgegaan van de mogelijkheden van de leerlingen in plaats van de beperkingen. Ook geldt dat leerlingen beter weten waarom ze dingen leren en dat er meer lijn is aangebracht in de leerprogramma’s, zoals de implementatie van competentiegericht leren. Gemeenschapszin (community) en betrokkenheid op de leerlingen Het vaste programma waarbij schoolleiding-personeel en mentoren-leerlingen gezamenlijk de dag starten en afsluiten werkt informatief (iedereen is op de hoogte van ontwikkelingen) en zorgt voor gemeenschapszin. Ook hebben docenten een sterke betrokkenheid op de leerlingen. Verbeterpunten en aanbevelingen:
Kom als schoolleiding nadrukkelijker in positie om sturing te geven aan ontwikkelingen en professionalisering Het is een goede stap geweest om dit schooljaar te gaan werken in leerteams en hiervoor ruimte te geven. De visitatiecommissie is van oordeel dat de school nu in een fase komt waarin het nodig is om als schoolleiding meer inhoudelijk aan het roer te gaan staan en om sturing te geven aan onderwijskundige ontwikkelingen en aan verdere professionalisering. Zet als schoolleiding in op doorontwikkeling van de leerteams. In het bijzonder het element ‘leren’ van het begrip ‘leerteams’ kan meer vorm krijgen. Daarnaast is het van belang om de benodigde ontwikkeling en professionalisering van individuele personeelsleden (bijvoorbeeld op het gebied van didactische vaardigheden) gericht aan te sturen en te begeleiden. Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
15
Draag zorg voor een meer uniforme uitwerking van de onderwijsvisie in de schoolpraktijk De visitatiecommissie beveelt aan om het gesprek met elkaar te voeren en tot afspraken en kaders te komen inzake de precieze invulling van het onderwijsconcept in de schoolpraktijk. Op die manier ontstaat een gemeenschappelijk beeld over wat met de kenmerken van Big Picture wordt beoogd en wat het wel/niet inhoudt. Dit zal ertoe bijdragen dat het concept eenduidiger en bewuster in de school wordt geïmplementeerd. Intensiveer en professionaliseer de verbinding met de buitenwereld Om de uitstroom naar werk te kunnen blijven garanderen als praktijkschool is het raadzaam om het relatiebeheer steviger neer te zetten en te investeren in een schoolbrede organisatie en coördinatie van de stages en het praktijkgerichte leren. Versterk het opbrengstgericht werken De visitatiecommissie adviseert om goed te doordenken hoe het opbrengstgericht werken het meest effectief kan worden ingericht en geconcretiseerd. Van daaruit kan dan worden bepaald wat een goed werkbare, hanteerbare systematiek is met de bijbehorende plannen en formats. Daarbij vraagt de relatie tussen PLP en IOP aandacht. Overweeg ‘checks and balances’ in te bouwen, omdat de externe norm ontbreekt Een risico in huidige model is dat het bepalen van het ontwikkelingsperspectief en het coachen/sturen daarop is geconcentreerd bij de mentor en daarmee persoonsafhankelijk kan zijn. De visitatiecommissie adviseert daarom om ‘checks and balances’ in te bouwen, bijvoorbeeld door: o het werken met co-mentoren/buddys die kritisch meekijken en meedenken. o in de leerteams met elkaar monitoren en reflecteren op de ontwikkel- en uitstroomperspectieven. o schoolbrede analyse van ambitieniveaus en realisatie in ontwikkelperspectieven door de schoolleiding. Neem de aandachtspunten op het gebied van zorg ter hand De visitatiecommissie adviseert de school om na te denken over de rol van het ZAT en vanuit de directie in samenspraak met het College van Bestuur de consequenties daaruit te trekken. Ten aanzien van de interne zorg is het aan te raden om (in het kader van passend onderwijs) zorg te dragen voor een voldoende gelaagde zorgstructuur, met een heldere rol- en taakverdeling tussen de 1e en 2e lijnszorg. Zorg er verder voor dat het evalueren van de effecten van de zorg nog breder en meer op de leerling gaat plaatsvinden.
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
16
BIJLAGEN A. PROGRAMMA COLLEGIALE VISITATIE Team 1: Raymond Kok & Reinier de Groot / Team 2: Pieter Ettema & Mirjam van den Hoek Tijd 8.008.15 8.158.30 8.158.30 8.459.15 9.1510.00
10.0010.45
10.4511.05 11.0512.00
12.0013.00 13.0513.50
13.5014.30
14.3514.50 14.5015.00 15.0015.30
15.3017.00
Visitatieteam Allen
Onderwerp
Gesprek met:
Ontvangst door schoolleiding
Rene Knoester
Allen
Aftrap schoolleiding met docenten
Nvt (Geen gesprek/aanwezig bij aftrap)
Allen
Intern beraad/doorspreken gespreksvragen Coaching-in
Nvt
Onderwijsvisie/beleid en Organisatie en personeel Opbrengsten, leerstofaanbod en kwaliteitszorg Gesprek docenten
Schoolleiding Erna van Dijk & Rene Knoester Vertegenwoordigers AVO-vakgroep Eva Lipke, Ton Kuijvenhoven Docenten/mentoren PO-fase: Pieter Vriesen, Klaas van Heiningen, Debby Pikker Nvt
Allen/ Individueel Team 1 (N) Team 2 (V) Team 1 (N) Team 2 (V) Pauze
Lesbezoek (2e lesuur)
Nvt
Team 1 Onderwijsleerproces & Vertegenwoordiging stageteam: Christy (V) Opbrengsten Couturier, Hans Stam Team 2 Opbrengsten en Kwaliteitszorg Schoolleiding (N) Erna van Dijk & Rene Knoester Lunch & Tussenoverleg (tussentijdse uitwisseling van bevindingen) Team 1 (V) Team 2 (N) Team 1 (V) Team 2 (N) Allen
Lesbezoek (5e uur)
Nvt
Onderwijsleerproces & Organisatie en personeel Gesprek leerlingen bovenbouw
Docenten/mentoren: Clasien van Asperen, Klaas Albert Klein, Nienke Wijbrandts Amy Bozkurt, Tommie Ypma, Myrthe v/d Brink, lln AKA opleiding LaToya Gron, Niels Schaapherder, Sihaam Omar, Timo v/d Poel Nvt
Gesprek leerlingen onderbouw Coaching-out
Pauze Team 1 (V) Team 2 (N) Allen
Gesprek vertegenwoordiging ouders Mevr. Caroline Vos, Mevr. Daniëlle de Bree, Mevr. Carina v/d Broeck Onderwijsleerproces (leerlingenVertegenwoordiging zorgteam zorg en begeleiding) Ester Kappert, Debby Pikker Intern beraad (Bevindingen en Visitatiecommissie conclusies bespreken)
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
17
B. GEBRUIKTE DOCUMENTEN
Schoolgids 2011-2013 Jaargids 2012-2013 Schoolplan 2012-2016 Jaarplan 2012-2013 o Inspectie van het Onderwijs: rapportage Onderwijsverslag 2012 Vensters voor Verantwoording: SchoolVenster met o.a. o Opbrengstgegevens (uitstroommonitor praktijkonderwijs) o Tevredenheidsonderzoek leerlingen o Tevredenheidsonderzoek Ouders Zorgplan en nulmeting OOP Reglement Ouderraad Verslag collegiale visitatie GSF 2009
Verslag collegiale visitatie Gooise Praktijkschool – 27 en 28 mei 2013
18