Verslag burgerparticipatie detailhandels- en horecavisie
Inhoud Paragraaf 1
Titel Tijdpad van het traject
2
Verloop van het traject
3
Hoofdlijnen inbreng ondernemers en inwoners
4
Conclusies
5
Bijlagen 1. Reacties op social media 2. Reacties via www.boxtel.nl 3. Reacties via andere kanalen 4. Impressieverslag bijeenkomst 8 oktober 5. Notitie van aanbevelingen werkbijeenkomst 13 november
Tijdpad van het traject Datum 22 mei 2014
Stap in het traject Centrumavond in Paviljoen Molenwijk
Zomer 2014
Verzoek Centrummanagement aan gemeente om nieuwe Detailhandels- en Horecavisie, formeren klankbordgroep ondernemers, BRO stelt beeldvormend document op
9 september 2014
College informeert gemeenteraad kort tijdens raadsvergadering
15 september 2014
Klankbordgroep ondernemers bespreekt beeldvormend document BRO
17 september 2014
Raadsinformatie stand van zaken economie en het Centrum
27 september 2014
Open uitnodiging voor discussiebijeenkomst 8 oktober
2 oktober 2014
Uitnodiging voor discussiebijeenkomst 8 oktober via social media
8 oktober 2014
Discussiebijeenkomst bij Classic Park
9 oktober 2014
Lancering reactieformulier www.boxtel.nl
5 november 2014
Open uitnodiging voor werkbijeenkomst 13 november
10 november 2014
Uitnodiging voor werkbijeenkomst 13 november via social media
13 november 2014
Werkbijeenkomst in werkcafé gemeentehuis
9 december 2014
Centrumavond in Paviljoen Molenwijk
16 december 2014
Klankbordgroep ondernemers draagt resultaten beeldvormend traject over aan de gemeente
6 januari 2014
Beeldvormende bijeenkomst gemeenteraad over Detailhandels- en Horecavisie
Verloop van het traject Aan de hand van de op 25 februari 2014 vastgestelde kader voor burgerparticipatie kunt u hieronder lezen hoe het beeldvormende traject rond de nieuwe detailhandels- en horecavisie is gelopen. Het algemene beeld is dat dit traject helemaal in de geest van de nieuwe kaders is verlopen. Per paragraaf is aangegeven wat de kaders zijn, of de kaders zijn uitgevoerd en welke leerpunten er zijn.
2.1 Uitvoering van of meedenken over beleid? •
• •
Steeds meer burgers gaan meedoen. Omdat ze dat doen, willen ze uiteraard ook steeds meer meedenken over beleid. Burgerparticipatie is dus op twee niveaus, meedenken over beleid en uitvoeren. Conclusie: aan alle kaders is uitvoering gegeven. Leerpunten: Omdat raadsbesluiten uit het verleden het speelveld bepaalden, zou het goed zijn geweest wanneer de gemeenteraad zich bij de start van het traject over die kaders zou hebben uitgesproken. Hier is niet voor gekozen. Dat komt deels omdat de ondernemers het initiatief namen voor het traject en zij richting de gemeenteraad geen vaste rol hebben, zoals het college. In belangrijke mate kwam dit ook, vanwege het besef dat het in ieder geval voor het Centrum “vijf voor twaalf” was.
Checkvragen Zijn burgers in de gelegenheid gesteld hun inbreng te leveren?
Verloop van het traject Burgers zijn volop in de gelegenheid gesteld hun inbreng te leveren. Dat kon tijdens twee bijeenkomsten, op 8 oktober en 13 november, via social media en via een reactieformulier op www.boxtel.nl.
Gaat het om het maken van beleid of uitvoering en was dit duidelijk voor de deelnemers?
Het gaat om het maken van beleid. Tijdens het hele traject is benadrukt dat we als gemeenschap keuzes moeten maken op de grote thema’s, zodat we met die keuzes over kunnen gaan tot daadwerkelijke actie.
Zijn de belangen in beeld gebracht?
Er is geen belangenrapportage gemaakt, maar bij het opzetten van het traject is wel uitgebreid nagedacht over de betrokken belangen. Met name door gebruik te maken van een multimedia aanpak, kon ieder belang aan bod en aan het woord komen.
Welke adviesorganen zijn relevant?
Beleidsplatform Winkelcentra Boxtel Ondernemersverenigingen Wijkorganen
Is er voldoende ruimte om te handelen en kan deze verder worden vergroot?
De ruimte om te handelen wordt afgebakend door raadsbesluiten uit het verleden. Deze kan worden vergroot wanneer de gemeenteraad daartoe besluit.
2.2 Tweerichtingsverkeer • •
Burgerparticipatie moet tweerichtingsverkeer zijn. Conclusie: aan alle kaders is uitvoering gegeven.
•
Leerpunten: Er is volop gebruik gemaakt van social media, deels georganiseerd en deels spontaan. Dit heeft als grote voordeel dat er heel veel mensen hebben gereageerd. Nadeel is het versnipperde karakter van de discussie. Dit is niet te voorkomen, maar is wel iets om ons bij een volgend onderwerp te beseffen.
Checkvragen
Verloop van het traject
Kreeg iedere deelnemer de gelegenheid zijn inbreng te leveren?
Door gebruik te maken van een multimedia aanpak kreeg iedereen de gelegenheid inbreng te leveren.
Hoe gingen de deelnemers om met ieders inbreng?
Opvallend aan het verloop van het traject is de respectvolle toon waarop de deelnemers over elkaars inbreng spraken. Op een enkele “uitglijder” op social media na, is er geen onvertogen woord gevallen. Dat gold helemaal voor de deelnemers, die bij meerdere gelegenheden hun inbreng gaven.
Heeft de gemeente al haar kaarten op tafel gelegd?
Vanuit de gemeente is voortdurend openheid gegeven over haar positie. Dat is gebeurd tijdens de twee bijeenkomsten, bij het geven van reacties op social media en in diverse persgesprekken.
Hebben de andere deelnemers al hun kaarten op tafel gelegd?
De deelnemers aan de discussie zijn voortdurend open geweest naar elkaar over de eigen positie. Zo zijn belangrijke dilemma’s/keuzes geopenbaard, hetgeen waardevol is bij de oordeel- en besluitvorming.
Is er van de nieuwe media gebruik gemaakt?
Er is volop gebruik gemaakt van de nieuwe media. Het publiek koos hierbij met name voor Facebook.
2.3 Burgerparticipatie? Ja! •
• •
Iedereen vindt burgerparticipatie nodig. We moeten elkaar meer opzoeken en de kennis en kunde van burgers gebruiken. Burgers moeten het gevoel hebben dat hun idee in goede handen is. Het gaat niet om gelijk krijgen, maar om het met respect behandelen van ideeën. Conclusie: aan alle kaders is uitvoering gegeven, behalve aan het vragen om feedback.. Leerpunten: Het kader over het aanmelden van deelnemers is te beperkt. Niet voor elk traject of voor elk onderdeel in een traject hoeven mensen zich aan te melden. Dit kader kan beter worden veranderd in “hoeveel mensen namen deel aan het traject?”.
Checkvragen
Verloop van het traject
Is een open uitnodiging verspreid?
Er is een open uitnodiging verspreid.
Hoeveel deelnemers hebben zich aangemeld?
Deelnemers hoefden zich niet aan te melden. De bijeenkomst op 8 oktober is bezocht door circa 150 mensen, die op 13 november door circa 50. Daarnaast reageerden honderden mensen via social media en andere kanalen. Het traject is uitgevoerd onder supervisie van de klankbordgroep van ondernemers, waarin de ondernemersverenigingen uit alle
winkelcentra en de horeca deelnamen. Wel opvallend is dat, behalve in de klankbordgroep, er vanuit Liempde weinig tot geen ondernemers en inwoners hebben deelgenomen aan het traject. De betrokkenheid vanuit het Centrum, Selissenwal en Boxtel-Oost was duidelijk groter. Is er een overzicht gemaakt van de ingebrachte punten en de reacties erop?
Dit overzicht treft u in de bijlagen.
Is er herhaaldelijk gevraagd om feedback op het proces?
Er is niet bewust gevraagd om feedback tijdens het proces. Dit kwam enerzijds, omdat er spontaan feedback werd gegeven en anderzijds, omdat het proces onder hoge druk heeft plaatsgevonden. Aan de spontane feedback is wel gehoor gegeven bij vervolgstappen in het proces.
Waren er verbeterpunten en worden deze opgepakt?
De verbeterpunten staan in dit verslag per paragraaf aangegeven. Wanneer de gemeenteraad dit verslag vaststelt, zullen deze verbeterpunten worden aangebracht in het kaderdocument. Toepassing in de praktijk kan daarmee worden getoetst.
Is er een evaluatie gehouden en wat zijn daarvan de resultaten?
De evaluatie plaats via dit verslag en het gesprek daarover. Daarnaast zullen we, na besluitvorming over de detailhandels- en horecavisie, met de klankbordgroep van ondernemers het proces nog evalueren.
Op welke manier kunnen nieuwe media en andere digitale hulpmiddelen, burgerparticipatie bevorderen?
Social media hebben een belangrijke rol gespeeld. Met name via Facebook hadden mensen gemakkelijk de mogelijkheid om te reageren en deel te nemen aan de discussies. Hierdoor is het aantal deelnemers flink vergroot. Social media boden ook de mogelijkheid voor mensen om zelf onderwerpen aan te snijden, waardoor de scope van de discussie is verbreed.
2.4 Betrokkenheid, hoe meer hoe beter •
• •
Er is altijd een belang, zelfs het algemeen belang is een belang. We moeten daarom niet te veel blijven hangen in belangen en betrokkenheid, maar proberen met zoveel mogelijk mensen het onderwerp te bespreken. Door veel belangen te horen, krijg je vanzelf het algemeen belang in beeld. Conclusie: aan alle kaders is uitvoering gegeven. Leerpunten: Vernieuwen om te vernieuwen is niet goed. Tijdens de eerste bijeenkomst op 8 oktober hebben we, via het spel “petje op, petje af”, getracht de aanwezigen een eerste reactie te laten geven op het beeldvormende document van BRO. Dit kwam niet goed uit de verf. Het was te vroeg in het traject om al reacties te kunnen geven en niet alle aanwezigen mensen vonden het prettig om hun reactie te geven in de plenaire setting. Vernieuwende werkvormen leveren dus niet altijd meerwaarde.
Checkvragen
Verloop van het traject
Is er een belangenscan?
Zie punt 3, paragraaf 2.1
Is een open uitnodiging verspreid?
Zie punt 1, paragraaf 2.3
Hoeveel deelnemers hebben zich aangemeld?
Zie punt 2, paragraaf 2.3
Is er een herhaling verspreid en verstuurd? en wat is daarvan het resultaat?
Tijdens het traject zijn op verschillende momenten uitnodigingen verspreid: bij de start van het traject, voor de bijeenkomst op 8 oktober en voor de bijeenkomst op 13 november. Voor de twee bijeenkomsten zijn herhalingen verstuurd naar de voorzitters van de ondernemersverenigingen.
Is er een bewuste, bestuurlijke keuze gemaakt om de beleidskeuze of de uitvoering door te laten of uit te stellen?
Op verzoek van de ondernemers is er iets meer tijd genomen om de resultaten van de beeldvormende fase te bespreken. Oorzaak was verschil van inzicht over gepresenteerde cijfers. Het leek alle betrokkenen verstandig eerst dat verschil van inzicht te bespreken. Dit betekende wel dat de besluitvorming in de gemeenteraad van begin naar eind maart 2015 is verschoven.
Zijn de betrokkenheid van de burger vergroot worden door het organiseren van een inspiratiebijeenkomst of een andere vernieuwende vorm van burgerparticipatie?
Dit traject kende diverse vernieuwende elementen: • Niet de gemeente, maar de ondernemers hadden de supervisie over het traject. De gemeente speelde een ondersteunende rol. • In plaats van enkel plenaire bijeenkomsten, vond er ook een werkbijeenkomst plaats (via de vorm van het Wereld Café) en speelde een groot deel van de discussie zich online af. De daadwerkelijke “speeltijd” van het gesprek was dus vele malen groter dan bij traditionele inspraaktrajecten.
2.5 •
• •
Burgerparticipatie is geslaagd, als…
Alle mogelijke betrokkenen is de gelegenheid geboden om deel te nemen, dit in een zo vroeg mogelijk stadium is gebeurd, college en gemeenteraad zijn geïnformeerd over de inbreng van de participanten vóór het nemen van een besluit, participanten worden geïnformeerd over het genomen besluit en de rol die hun inbreng daarbij heeft gespeeld, verantwoording afgelegd wordt over het wel of niet opvolgen van het advies van de burger, de impact van onderwerpen is ingeschat en het speelveld duidelijk is. Conclusie: aan alle kaders is uitvoering gegeven. Leerpunten: Het afbakenen van het speelveld staat op gespannen voet met het voeren van een open, vrije discussie. Kaders kunnen ook remmend werken.
Checkvragen
Verloop van het traject
Is een open uitnodiging verspreid?
Zie punt 1, paragraaf 2.3
Hoeveel deelnemers hebben zich
Zie punt 2, paragraaf 2.3
aangemeld? Is het speelveld vóór de start van de burgerparticipatie duidelijk in beeld gebracht?
Dit traject ging over detailhandel en horeca, waarmee duidelijk werd afgebakend om welke economische sectoren het ging. De raadsbesluiten uit 2012, “Naar een leefbaar en bruisend Centrum”, vormden het kader voor de discussie. Deze kaders zijn door meerdere deelnemers op verschillende momenten aangehaald en ook vanuit de gemeente is hierop gewezen. Er is echter vanuit de gemeente niet getracht de discussie op enige manier te sturen. Dit om te voorkomen dat de inbreng van mensen zou worden geremd.
Kenden de deelnemers het speelveld?
Uit het feit dat de raadsbesluiten meerdere keren zijn aangehaald, kan worden afgeleid dat de kaders bekend waren.
Hoe is de impact ingeschat?
De inschatting was dat de impact van dit onderwerp groot zou zijn. Voor ondernemers in de detailhandel en horeca, omdat de discussie uiteindelijk direct over hun broodwinning gaat. Voor inwoners, omdat te maken keuzes gevolgen kunnen hebben op hun directe leefomgeving. De politieke gevoeligheid van het onderwerp, door discussies uit het verleden, versterkte de gemaakte inschatting.
Zou, met wijsheid achteraf, de impact nog steeds hetzelfde worden ingeschat?
Zonder twijfel en dit wordt onderstreept door de honderden, in hoge mate betrokken, bijdragen vanuit onze gemeenschap.
Hoofdlijnen inbreng ondernemers en inwoners Twee onderwerpen hebben de discussie beheerst: parkeren in het Centrum en de relatie tussen Oosterhof en het Centrum. Oosterhof vs. Centrum was het meest besproken onderwerp tot en met de bijeenkomst op 8 oktober, daarna kreeg parkeren de meeste aandacht. De winkelcentra in Selissenwal en Liempde en andere onderwerpen kregen duidelijk minder aandacht. Opvallend is ook de grote diversiteit aan meningen en voorstellen voor acties. Ondernemers en inwoners buitelden bijna over elkaar heen om met ideeën te komen, maar stonden ook snel klaar met kritiek op ideeën van anderen. Het was daarom lastig om duidelijke hoofdlijnen te herkennen. Hieronder volgt er een aantal, dat het duidelijkst naar voren kwam.
3.1 Parkeren in het Centrum Parkeren heeft een prominente en zelfs een overheersende rol gespeeld in de discussie. Veruit de meeste online reacties gingen over dit aspect en ook tijdens de bijeenkomsten op 8 oktober en 13 november is er uitgebreid over gesproken. • Conclusie: er is breed draagvlak voor afschaffing van betaald parkeren in het Centrum en invoering van een blauwe zone Ondernemers
De ondernemers pleiten in grote meerderheid voor afschaffing van betaald parkeren in en direct om het kernwinkelgebied. Als alternatief zien ze invoering van een blauwe zone. Wat betreft parkeren op de Markt is het beeld wat diverser. De meeste ondernemers ondersteunen het autoluw maken van de Markt met als voornaamste argumenten dat dit de gezelligheid en het verblijfsklimaat voor bezoekers ten goede komt. Enkele ondernemers geven aan dat zij wel profijt hebben van de huidige parkeergelegenheid. In hoofdlijn ondersteunen de ondernemers echter het autoluw maken van de Markt.
Inwoners
De inwoners zijn verdeelder over het afschaffen of handhaven van betaald parkeren. Zij benoemen vaker nadelen hiervan en brengen ook in dat, wat parkeren betreft, ook de belangen van bewoners van het Centrum moeten meewegen. Toch zegt een meerderheid van de inwoners de argumenten van de ondernemers voor afschaffing van betaald parkeren te kunnen steunen.
Zowel inwoners als ondernemers zien onderwerp wordt als iets, wat de gemeente zou moeten oppakken. De ondernemers benoemen bovendien dat zij vinden dat de gemeente dit tot nu toe heeft laten liggen en in het verleden verkeerde besluiten heeft genomen. Beide doelgroepen begrijpen dat hiervoor moet worden teruggekomen op een raadsbesluit uit 2012, maar met name de ondernemers hebben er weinig begrip voor dat dit besluit niet al tijdens het beeldvormende traject genomen kon worden.
3.2 Centrum vs winkelcentra in de wijken Het begin van het traject werd beheerst door de vraag of de winkels uit Oosterhof niet beter naar het Centrum verplaatst zouden kunnen worden. Deze vraag werd opgeroepen door de conclusie van BRO dat Oosterhof en het Centrum zo dicht bij elkaar liggen, dat ze elkaars concurrent zijn. Na de eerste fase van het traject, is dit onderwerp veel minder aan de orde
gekomen. Het onderwerp is toen verbreed naar de vraag wat de relatie is tussen het Centrum en de winkelcentra in Selissenwal, Boxtel-Oost en Liempde. • Conclusie: behoud de wijkwinkelcentra en versterk het Centrum Ondernemers
De ondernemers zijn duidelijk verdeeld. Dat is begrijpelijk gezien hun directe belangen bij het eigen winkelcentrum. De ondernemers in de wijkwinkelcentra pleiten voor behoud of versterking, die in het Centrum benoemen vaker de negatieve effecten van de onderlinge concurrentie. De meerderheid van de ondernemers vindt echter wel dat het Centrum behouden moet blijven én moet worden versterkt. Daarbij wordt vaak als richting geopperd, dat het Centrum zich moet richten op shoppen en de wijkwinkelcentra zich moeten concentreren op de dagelijkse boodschappen.
Inwoners
De inwoners, met name die uit Boxtel-Oost, hebben krachtig gepleit voor behoud van de wijkwinkelcentra. Zij zien deze niet alleen als een economische functie, maar kennen er ook een grote sociale rol aan toe. Daarnaast geven de inwoners vaak aan in de wijkwinkelcentra hun dagelijkse boodschappen te willen doen, terwijl ze in het Centrum het liefst willen shoppen of de horeca willen bezoeken.
3.3 Hoe groot is het kernwinkelgebied Centrum? Loopt het kernwinkelgebied in het Centrum van het station tot aan de Fellenoord, of is het kleiner? In het verleden zijn hierover soms verhitte discussies gevoerd. Deze concentreerden zich op de vraag of de Stationsstraat wel of niet bij het kernwinkelgebied hoorde. Opvallend is dan ook dat dit onderwerp deze keer nauwelijks is voorgekomen in de reacties. • Conclusie: een compact kernwinkelgebied in het Centrum krijgt brede steun Tijdens de bijeenkomst op 8 oktober ging een van de stellingen over dit onderwerp. De aanwezigen steunden toen in grote meerderheid het streven naar een compact Centrum. Ondernemers en inwoners geven hier geen ander beeld. Vanuit beide groepen wordt er weinig over dit onderwerp gesproken. De reacties die er zijn, steunen het idee om het kernwinkelgebied compacter te zien. Dit gebied zou zich dan concentreren tussen de Zwaanse Brug, de Rechterstraat tussen Rozemarijnstraat en Kruisstraat, De Croon en de Markt.
3.4 Sfeer, activiteiten en gezelligheid in het Centrum “Er gebeurt nooit iets in Boxtel” is een veel gehoorde opmerking. Desondanks kregen de sfeer, de activiteiten en de gezelligheid in het Centrum relatief weinig aandacht, zeker ten opzichte van het dominante onderwerp parkeren. Als het onderwerp wordt aangehaald, komt dit vooral vanuit de inwoners en veel minder vanuit de ondernemers. • Conclusie: sfeer, activiteiten en gezelligheid worden vooral door inwoners (klanten en bezoekers) als een issue ervaren Interessant aan dit onderwerp is dat vanuit de inwoners de bal hiervoor vaak bij de ondernemers wordt neergelegd. De ondernemers kijken hiervoor meer naar de gemeente. Belangrijke aspecten van dit onderwerp, die naar voren komen, zijn: • Inrichting openbare ruimte • Sfeerverlichting • Klantvriendelijkheid • Aanbod van en in de winkels • Combinatie met de gezellige horeca • Gebrek aan eensgezindheid onder ondernemers
5.5
Waar vindt u al deze reacties?
Het is ondoenlijk om alle reacties via de diverse kanalen letterlijk op te nemen in dit verslag. Met name de reacties op social media worden gegeven op allerlei manieren en in allerlei discussiegroepen. In bijlage 1 staan hyperlinks naar de social mediabronnen, die tijdens het traject zijn gevolgd. In bijlage 2 tot en met 5 zijn alle andere reacties gebundeld.
Conclusies 4.1 Verloop van het traject geeft uitvoering aan de gestelde kaders Het traject is in alle opzichten uitgevoerd op de manier, zoals wordt weergegeven in de kaders voor burgerparticipatie. In korte tijd is daardoor een stevig gefundeerd beeld gevormd van de kijk van onze ondernemers en inwoners op detailhandel en horeca. De grote thema’s zijn duidelijk naar voren gekomen en de honderden reacties bevatten een schat aan ideeën en meningen. Het doel van een beeldvormend traject is college en gemeenteraad alle beschikbare informatie aanreiken om de besluitvorming te kunnen laten plaatsvinden met kennis van de inzichten van het publiek. Dat doel is behaald. Daarnaast zijn leerpunten geduid, die tijdens het traject naar voren zijn gekomen. Via deze leerpunten kunnen de kaders aangescherpt worden, zodat bij volgende trajecten gebruik kan worden gemaakt van de opgedane ervaringen.
4.2 Inhoudelijk: grote diversiteit en eenstemmigheid op enkele punten Kenmerkend voor het totaal aan reacties is de grote diversiteit rond met name het Centrum. Dit wordt in de reacties soms ook onderkend. • Er zijn veel verschillende ideeën en er is weinig echte dialoog om tot gezamenlijke ideeën te komen. Een voorbeeld hiervan is de discussie over of en zo ja welk winterevenement er moest komen. • Eén idee wordt vanuit meerdere kanten op meerdere manieren uitgewerkt, zonder onderlinge afstemming. Een voorbeeld hiervan is het loyaliteitssysteem, waarvan inmiddels drie versies circuleren. Tijdens het traject was het niet haalbaar om de verspreide discussies te begeleiden. De werkbijeenkomst op 13 november bleek beter geschikt om de diversiteit aan opvattingen samen te brengen. De deelnemers aan die bijeenkomst toonden grote bereidheid elkaars ideeën serieus te nemen en zochten actief naar overeenstemming. Deze werkbijeenkomst leidde tot een notitie van aanbevelingen, die door de begeleiders van de bijeenkomst is opgesteld. Basis voor deze notitie zijn de flaps, die de deelnemers tijdens de werkbijeenkomst hebben gevuld met ideeën. Op een aantal punten is er echter wél sprake van grote eenstemmigheid. De volgende punten worden breed gedragen: • Afschaffing van betaald parkeren in en om het kernwinkelgebied in het Centrum, waarmee het raadsbesluit uit 2012 voor het oostelijk deel van het Centrum dus (deels) zou worden herroepen. • Behoud van de wijkwinkelcentra in Liempde, Selissenwal en Boxtel-Oost, ook als dit betekent dat deze centra concurreren met het Centrum. • Gemeente en ondernemers moeten beide wat doen: o de gemeente moet heldere keuzes maken, haar activiteiten in de openbare ruimte beter afstemmen op de activiteiten van de ondernemers en helder zijn over wat ze wel en niet kan o de ondernemers moeten eensgezind samenwerken, trots zijn op hun winkelcentra en positiever begrip hebben voor het bestaan van andere belangen waar de gemeente mee moet werken