Verslag bijeenkomst lokale partners Toekomstvisie

Verslag bijeenkomst lokale partners Toekomstvisie Datum bijeenkomst: 29 mei 2012 Auteur: Els Holsappel

Doel bijeenkomst: 

Onderzoeken waar de visie over moet gaan

Methode: Na een inleidende presentatie door wethouder Hennie Beelen over het doel van de toekomstvisie volgt een presentatie over aanpak en planning door projectleider Arjan Schulp. Vervolgens legt gemeentelijk medewerker automatisering en denktanklid Gertie Sloetjes de werking van Pleio uit. Daarna gaan de ca. 30 aanwezigen aan de hand van 10 stellingen in twee ronden met elkaar in discussie volgens het World Café principe. De avond wordt afgesloten met een plenaire terugkoppeling.

Het debat In bijlage 1 is de input uit de twee discussierondes vastgelegd.

Uitkomsten uit de plenaire terugkoppeling Identiteit van Brummen: groene omgeving, rust, ruimte, dorpse karakter, bereikbaarheid, centrale ligging, voldoende voorzieningen. Deelnemers zijn blij met hun woonomgeving. Duurzame energievoorziening: ja, mits het ingepast kan worden in het landschap of omgeving (zonnepanelen bijv.). Lokaal in duurzame energie voorzien ja, mits het voldoende rendeert.

Bedrijvigheid: ja, mits het ingepast kan worden in het groene landschap. Geen pretpark, maar wel horeca in combinatie met recreatief inzetten van groene buitengebied. Voor jongeren is er te weinig betaalbare huisvesting, er is in sociaal opzicht te weinig te doen (geen uitgaansgelegenheid) en er is zorg of er wel voldoende werkgelegenheid is voor jongeren. Ouderenzorg en commercie vormen een gat in de markt, niet alleen mantel- of thuiszorg. Ondernemers krijgen voldoende ruimte, maar er is te weinig gezamenlijkheid (zijn te versnipperd), visie en stimulering. Een bundeling van overlegvormen is effectiever dan de huidige versnipperde overlegvormen, maar bilateraal overleg blijft wel nodig om snel beslissingen te kunnen nemen. De visie is belangrijk: de identiteit van Brummen moet het startsein zijn. Wat wil Brummen zijn? Keuzes durven maken en van daaruit beleid maken. Als toerisme bijvoorbeeld de identiteit is van Brummen, dan moeten andere dingen daarvoor wijken. Ook voor de economie geldt: stimulering van de economie is goed, maar maal wel eerst een duidelijke identiteitskeuze. Ga vooral door met huidige plannen en begin niet opnieuw (o.a Centrumplan Eerbeek, Centrumplan Brummen en de woonvisie) en herijk op demografie en geld. Er was bijval voor het idee van de gemeente IJsselvalei: water, papier, Brummen aan de IJssel, Gazellefabriek in Dieren en fietsroutes. Ruimte en vrijheid zijn belangrijk. Geef creativiteit de ruimte. Geldt voor ondernemers, maar ook voor creatieve woonvormen waarbij kinderen voor hun ouders zorgen of jongeren bij een ouderencentrum naar school gaan. Denk niet in hokjes. De vrijheid om dingen samen te regelen. Maak Brummen onderscheidend als een vrijstaat-enclave, met zo min mogelijk regelgeving. Brummenaren willen best zelf openbaar groen of kunstwerk beheren, maar de APV is te ingewikkeld. Idee: op Pleio gezamenlijk een APV opstellen van 1 A4tje. Ondernemers zijn tevreden als er wat gedaan wordt met hun inbreng, als er keuzes worden gemaakt en als er antwoord komt op de vraag: wat is de identiteit van Brummen? Fuseren of zelfstandig blijven?

Enkele vragen die als een rode draad uit het overleg zijn gekomen:         

Moet Brummen zelfstandig blijven of fuseren tot bijvoorbeeld IJsselvalei? Moeten we recreatie/toerisme centraal stellen in beleid? Hoe kunnen we een duurzame energievoorziening inpassen in de groene omgeving? Hoe kunnen we bedrijven aantrekken en inpassen in de groene omgeving? Hoe kunnen we het buitengebied recreatief inzetten in combinatie met horeca? Moeten we de papierindustrie Eerbeek centraal stellen in beleid? Hoe binden we jongeren aan Brummen? Hoe kunnen we betaalbare huisvesting (koop en huur) creëren voor jongeren/starters? Hoe kan de gemeente een samenbindende en stimulerende rol spelen bij lokale partners en ondernemers?

Bijlage 1 Uitkomsten debat partnerorganisaties 1) Wat is geluk in Brummen?  Identiteit: o Landgoederen o Prachtige panden o Papierindustrie is bakermat en basis o Buitengebied → groen, bos o Centraal in NL o Fietsroutes o Oliemolen – Middelste Molen o Dorps karakter o Creëren van ondernemersklimaat o Scholing/opleiding belangrijk →Paper University o Groei door jongeren faciliteren  Voldoende groot en voorzieningen  Wonen en werkgelegenheid  Cultuuraanbod  Enclaves!  Vrije vestiging  Zwembad  IJssel/recreëren  Groene omgeving  Bereikbaarheid  Verbinding gemeenschap  Randvoorwaarden om tot geluk te komen  Er wordt hier gedag gezegd op staat  Hier krijg je voorrang, dat hoef je niet te nemen  Autochtoon en nieuwkomers  Rust, ruimte, groen  Rust, veiligheid, groen landschap

2) Wordt het Apeldoorns Kanaal straks de nieuwe gemeentegrens tussen Apeldoorn en Zutphen? 3) Moet Brummen een voorbeeld worden voor andere gemeenten?  Meer onderscheidend als resultaat  Brummen moet goed zijn in haar unique selling point, als het effect daarvan is dat Brummen een voorbeeld is voor andere gemeenten dan is dat mooi meegenomen  Brummen moet vooral goed zijn voor ons, inwoners, bedrijven, recreanten

4) Is lokaal in alle energie voorzien het ideaal?  Wel kansen: Duitsland is een goed voorbeeld, boeren, grote velden: past niet in Brummen  Het moet passen in het landschap  Lokaal? Er liggen goede regionale netwerken, dus niet op alle huizen een paneel: dit bederft de landelijke uitstraling  Fabrieksdaken standaard uitrusten met panelen: bouwen ja, mits ook……

5) Wie zorgt er straks voor opa en oma?  Kinderen willen minder werken, aan/bij eigen huis, maar moeten werken, drempel te hoog voor opvang  Mantelzorg maakt deel uit van zorginstelling  Vrije woonmogelijkheden zoals bijv. kangaroowoning  Regels afschaffen inwoningsituatie  Buurtzorg, kleinschalig en dichtbij  Cohesie in de wijk  Diversiteit in wonen

6)             

Is Brummen voor jongeren interessant? Jongeren zijn/blijven onderdeel van de bevolkingsafspiegeling Werkgelegenheid bieden Betaalbare woningen Aantrekkingskracht jongere gezinnen Sociale voorzieningen → binden →studeren (elders) →terugkeren Promoten inpasbare bedrijven Verschillende groepen jongeren (0-12 jaar, 12-20 jaar, > 20 jaar) Wonen: is er werk ja of nee? Huur en koop zijn beide te duur In buitengebied kun je niet zelfstandig wonen Buiten verenigingsleven is er niks Jongeren binden Nee, geen opleiding, geen vertier, te veel sociale controle, te weinig reuring  Starters geen kans op de woningmarkt

7) Geven we ondernemers voldoende ruimte?  Lokale partners betrekken  Promoten inpasbare bedrijven

      

Jonge, startende ondernemers Respect voor bestaande bedrijven (papier, agrarische sector) De markt in Brummen is niet goed haalbaar Snelheid van antwoorden uit de gemeente Wel ruimte, maar te weinig sturing en visie Ondernemers te versnipperd, geen gezamenlijkheid, versterken elkaar niet Ja, maar te weinig initiatief, stimulering

8) Verbouwt de boer straks zonnepanelen?  Waarom niet? Mits goed ingepast in het landschap → schoonheidscommissie!  Gaat het om natuur of om horizonvervuiling?  Heb je het de boer zo moeilijk gemaakt dat hij geen andere uitweg ziet dan zonepanelen te verbouwen, of  Is het de marktwerking en zijn de regels zo beperkt dat dit kan en ontstaat er wildgroei?  De boer is troef: o Landschapsbeheerder o Zorgt voor een prima groen beeld o Acteert duurzaam, innovatief binnen functie: biobrandstof bijvoorbeeld  Ja, dit levert slapend goud op!  Nee, past niet in het landschap van Brummen → onder voorwaarden wel toestaan in het landschap  Vraag is te beperkt  Groen is uniek  Wat is de rol van de agrariërs?  Hoe gaan we met de omgeving om?  Belangrijk om vragen te blijven stellen: o Hoe verhouden wij ons tot de natuur? o Wat is de rol van technologie? o Wat is de functie van bedrijvigheid? o Gebruik maken van lokale krachten 9) Worden inwoners natuurbeheerder?

10)   

Is een pretpark goed voor Brummen? Wil je groei of geen groei? Passend in groene omgeving In pand Drenth (plus kanaal/water)

 

Nee, levert dagjesmensen, voegt niets toe Natuur meer promoten, met goede horeca

11) Aandachtspunten voor Brummen  Wordt zichtbaar als gemeente → alternatieven voor buitengebieden – toerisme/recreatie  Eigen identiteit  Wie zorgt voor wie? → Denk niet in hokjes (combinatie van ouderen en school bijv.)  Word aantrekkelijk voor jongen gezinnen →Krimp! Evenwicht, sociaal leefbaar, sociale cohesie  Toenemende groep allochtone ouderen → hoe op te vangen?  Concrete visie op ouderenzorg. Scheiden wonen en zorg  Zorg voor cultuuromslag → civil society  Problematiek zorg steeds groter → dementie / somatiek thuis  Richten op langdurige relaties zorgorganisaties /ondernemers i.p.v. kort/snel geld verdienen  Lokaal = uitgangspunt, maar benut ook regionale capaciteit  Gemeente faciliteren, partnership organisaties is ook > regie  1 overleg = 1 formulier! Algemene uitkomst van een tafeldiscussie: 

Visie ontwikkelen → beleid maken ↓ Pro actief denken/handelen i.p.v. toetsend en of reactief

  

Gemeentelijke identiteit is het startsein! Creativiteit wordt beperkt door overvloed aan regels. Naarmate je de discussie voert, voel je de meer en meer beklemmende regelgeving

Is Brummen nog wel te handhaven?     

Is de gemeente niet te klein? Regio versus dorpsgevoel Regionaal thema’s ontdekken/ontwikkelen: Energy Valley bijv. Sterke lokale kwaliteiten in context bekijken Agrarisch verleden koppelen aan duurzame toekomst (energie- en zorgconcepten)

Verslag publieksdebat 01 Datum bijeenkomst: 26 juni 2012 Auteur: Els Holsappel

Aanwezig: 40 deelnemers, van wie ca. 10 denktank- of netwerkleden

Doel van de bijeenkomst: 

Onderzoeken waar de visie over moet gaan.

Methode: Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen en de inleidende presentatie over het doel en de aanpak van de toekomstvisie door projectleider Arjan Schulp (zie bijlage 1) leidt burgemeester Niels Joosten een Lagerhuisdebat. In de pauze bekijken de deelnemers de moodboards die de denktank heeft gemaakt over factoren die de identiteit van Brummen bepalen. Na de pauze discussiëren de deelnemers in kleinere groepen met elkaar over een bepaalde stelling. De uitkomst van die discussies wordt daarna plenair teruggekoppeld.

Het Lagerhuisdebat Stelling 1: De gemeente Brummen bepaalt voor een belangrijk deel mijn geluk Eens

: 6

Oneens

: 28

De meeste deelnemers zijn het erover eens dat de mooie, groene en rustige woonomgeving van Brummen wel belangrijk voor hen is, maar voor de meeste is het niet de meest bepalende factor voor hun geluk. Geluk zit meer in de persoonlijke sfeer.

Stelling 2: Een pretpark is goed voor gemeente Brummen Eens:

:

1

Oneens:

: 31

De deelnemers zijn het erover eens dat Brummen geen openluchtmuseum hoeft te worden en er mag best wat meer leven in de brouwerij komen, maar dan moet het wel iets zijn dat past bij onze gemeente. Een pretpark wordt als niet passend ervaren. Er is wel animo voor een disco voor jongeren.

Stelling 3 Bij elke boer een windmolen Eens

: 13

Oneens

: 18

Eens/Oneens

:

7

De stelling roept veel discussie op. De één vindt dat windmolens bij ons landschap horen, de ander vindt ze ronduit lelijk. Ook wordt ingebracht dat er getwijfeld wordt aan de efficiency van windmolens en men wijst op andere, betere alternatieven.

Stelling 4: Het Apeldoorns Kanaal wordt de nieuwe gemeentegrens Eens

:2

Oneens:

: 12

Eens/Oneens

: 24

Deze stelling is niet voor iedereen duidelijk. De meerderheid van de deelnemers geeft aan niet op voorhand tegen een fusie met een andere gemeente te zijn, zolang die gemeente maar het zelfde plattelandskarakter heeft, zoals Voorst en/of Rheden. Een enkeling wil dat Brummen vooral klein blijft.

Stelling 5: Gemeente Brummen moet een voorbeeld worden voor andere gemeenten Eens

: 20

Oneens

: 16

Eens/Oneens

:

2

De stemming blijft verdeeld bij deze stelling. Sommigen vinden dat Brummen op bepaalde terreinen een voorbeeld voor anderen kan zijn. Anderen vinden dat Brummen vooral zichzelf moet zijn en goed voor haar burgers moet zijn. Als je daarin dan een voorbeeld bent voor anderen, dan is dat mooi meegenomen.

De groepsdiscussies Uitkomsten uit de plenaire terugkoppeling:

Stelling 6: Mijn kinderen zorgen straks voor mij De vraag is of ouderen wel door hun kinderen verzorgd willen worden en of jongeren wel in staat zijn dat te doen: ze werken immers en wonen vaak niet bij hun ouders in de buurt. Men doet de suggestie om, analoog aan het zogenaamde ‘Surinaamse model’, grotere woonvormen te creëren, waarbij meerdere generaties bij elkaar wonen. Ieder gezin heeft haar eigen voorzieningen, maar de jongere generaties kunnen een helpende hand bieden bij de ouderen en omgekeerd kunnen ouderen op kinderen passen als de ouders werken.

Stelling 7: De gemeente Brummen is voor jongeren interessant Twee jongeren van 17 en 24 jaar deden aan deze discussie mee. Uitkomst was dat voor kinderen van 0 tot 12 jaar alles goed geregeld is in Brummen. De vergeten groep is die van 12 tot 18 jaar. Voor deze groep moet meer vrijetijdsbesteding georganiseerd worden. Niet ergens achteraf op een industrieterrein, maar midden in het dorp, op een plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten en kunnen sporten op een Cruyff Court. Alleen een jongerencentrum organiseren is niet voldoende, want niet elke jongere voelt zich daartoe aangetrokken. De groep van 18 tot 24 jaar trekt weg uit het dorp om te studeren en dat moet je ook niet willen veranderen. Zorg er liever voor dat ze na hun 24ste weer terugkomen in Brummen. Niet iedereen was het eens met deze uitkomst: vanuit de zaal werd o.a. de nuance aangebracht dat niet elke jongere gaat studeren, maar dat velen in Brummen blijven wonen en werken.

Stelling 8: De ondernemer moet meer ruimte krijgen

De deelnemers aan het debat waren het erover eens dat ondernemers de ruimte moeten krijgen en dat de gemeente ondernemen en innovatie moet stimuleren. Dat is niet alleen nodig voor de economische ontwikkeling van Brummen, maar ook voor de leefbaarheid. Ondernemers zorgen immers voor winkels. Er moeten regels zijn, maar die moeten het ondernemerschap niet tegenwerken.

Stelling 9: De gemeente moet meer helpen De gemeente zou meer moeten faciliteren. Bij problemen zou de gemeente inwoners en/of ondernemers bij elkaar moeten brengen om te kijken hoe zaken opgelost kunnen worden, zonder zelf de oplossing te willen bepalen.

Stelling 10: Wonen is belangrijker dan industrie Brummen moet een evenwicht realiseren tussen wonen en industrie. Wonen kan niet zonder industrie en industrie kan niet zonder wonen. Er moet een consensus zijn.

Het vervolg De denktank gaat nu verder met deze input. Op basis daarvan en op basis van de input die uit eerdere bijeenkomsten en uit het discussieplatform Pleio is gekregen worden nu de thema’s bepaald waarover de visie moet gaan. In het najaar komt er een nieuw publieksdebat over de conceptvisie.

Suggesties voor het vervolg:  

Kijk of trendwatcher Bakas ondersteuning kan bieden; Laat je inspireren door de toekomstvisie van een Zeeuwse gemeente die er net een prijs mee heeft gewonnen.

Bijlage 1: sheets inleidende presentatie publieksdebat toekomstvisie

Verslag interne bijeenkomst toekomstvisie Datum bijeenkomst: 2 juli 2012 Auteur: Els Holsappel

Aanwezig: 22 medewerkers, van wie 4 denktankleden

Doel van de bijeenkomst:  

Terugkoppeling van tot nu toe ingebrachte punten en verzamelde informatie; Verkenning van de thema’s voor de agenda.

Terugkoppeling Zie de presentatie van Arjan in bijlage 1.

Rode draden uit de gedachtewisselingen De kernwaarden die tot nu toe benoemd zijn voor Brummen zijn dezelfde als in de visie Ligt op Groen. De bijeenkomsten tot nu toe laten zien dat we moeten inzetten op:   

Locale economie Recreatie en toerisme Welzijn en zorg

Duurzaamheid ontbreekt bewust, omdat de term het stempel van de techniek heeft gekregen (zonnepanelen bijv.). Bovendien zullen de oplossingen die we in de visie gaan verwoorden duurzaam zijn. Strategie kan zijn: behoud door ontwikkeling. Agrarische sector is nog onduidelijk gebleven tot nu toe: vereist nader onderzoek.

Landgoederen en cultuurhistorie komen naar voren als belangrijke kenmerken van Brummen. Een collega geeft aan bezig te zijn met de ontwikkeling van een visie op landgoederen. De kleine kernen kunnen een rol spelen bij recreatie en toerisme, bijvoorbeeld als recreatieve uitspanning. Het versterken van de recreatieve sector wordt bemoeilijkt doordat er te weinig samenwerking is in de sector. Bovendien ziet men een spanningsveld tussen de terugtrekkende overheid enerzijds en een sector anderzijds, die het niet zelf kan en leunt op de overheid. Vanuit de grote bedrijven is er nog weinig input geleverd voor de visie. Iemand uit het netwerk is gevraagd die input op te halen bij de papierindustrie. Het belang van de papierindustrie is groot. Het is belangrijk dat de beweging die men bij de industrie ziet naar meer besef van het maatschappelijk belang van de leefbaarheid in Eerbeek doorzet en doorontwikkelt naar meer participatie. Ondernemers hebben behoefte aan een (marketing)thema en aan meer vrijheid/minder regels en snellere procedures. Bij het thema ‘jongeren’ is wonen van belang: er zijn te weinig koopwoningen voor starters. De regelgeving zou aangepast moeten worden, zodat woonvormen waarbij meerdere generaties bij elkaar wonen mogelijk worden.

Stelling: bij elke boer een windmolen De keuze voor een vorm van duurzame energie moet gebaseerd zijn op de identiteit: als de landgoederenzone belangrijk is of als je kiest voor recreatie als centraal thema voor Brummen, dan kies je niet voor windmolens.

Stelling: de gemeente moet meer helpen Loslaten en dereguleren: hoe doe je dat? Lossen burgers dan ook hun onderlinge conflicten op? Het idee van omwonenden die een vergunning goed- of afkeuren spreekt aan.

Stelling: Brummen is interessant voor jongeren Brummen ontgroent. Er moeten keuzes worden gemaakt. Brummen als seniorendorp? Dat hangt af van de identiteitskeuze die binnen de visievorming wordt gemaakt. Suggestie: ga met ondernemers, jongeren en sportverenigingen om tafel en kijk of je samen tot goede voorzieningen kunt komen. In Losser heeft dat geresulteerd in een multifunctioneel plan waarbij scholen en verenigingen samen gebruik maken van sportfaciliteiten. En in Enschede worden in zo’n multifunctioneel gebouw werklozen verplicht werkervaring op te doen als vrijwilliger. De geleverde input is terug te vinden in de agenda die in september opgeleverd wordt. Arjan vraagt een ieder input te blijven leveren, o.a. via Pleio: https://brummendenktank.pleio.nl

Bijlage 1: sheets Arjan terugkoppeling uit de startbijeenkomsten

Verslag Themabijeenkomst Recreatie en Toerisme Datum bijeenkomst: 22 oktober 2012 Auteur: Els Holsappel Locatie: Landal GreenParks Coldenhove in Eerbeek (met dank aan gastheer Martin Bes) Aanwezig: 60 (recreatie)ondernemers en andere belangstellenden

Doel bijeenkomst  

Verdiepingslag op het thema: hoe ontwikkelt recreatie en toerisme zich in Brummen, wat is de rol van de overheid etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie

Methode Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen en de inleidende presentatie over de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie door projectleider Arjan Schulp (zie bijlage 1) gaf gastheer Martin Bes, general manager van Landal GreenPark Coldenhove, zijn visie op het thema. Op basis van die inleiding volgde via een aantal stellingen een debat onder leiding van burgemeester Niels Joosten. Projectleider Richard Trenning lichtte een tweetal projecten toe: de herinrichting van de veerstoep Brummen- Bronckhorst en de fietsrouteapp die de gemeente ontwikkeld. Op basis van die projecten volgde een tweede debat, waarbij op basis van stellingen vooral de rol van zowel de overheid als die van de recreatieondernemers verder werd uitgediept.

Uitkomsten debat Promotie De toeristische promotie van Gelderland, de Veluwe en zeker ook van Brummen kan beter. De IJsselvallei biedt veel mogelijkheden en kan het oubollige imago van de Veluwe kantelen. Maar juist de IJsselvallei kent nauwelijks promotie, dat moet veranderen. Voordat er geld aan promotie wordt besteed moeten gemeente en sector hun zaken op orde hebben. De samenwerking moet goed lopen en doel en financiering moeten duidelijk zijn.

Men is het er niet over eens of de promotie alleen via grote organisaties als het huidige Veluws Bureau voor Toerisme (VBT) moet lopen, of dat er ook fondsen beschikbaar moeten zijn voor de promotie van Brummen zelf. In ieder geval zou Brummen zich sterker moeten profileren binnen het VBT. Rol gemeente De gemeente moet verantwoordelijk blijven voor de aanleg van fiets- en wandelpaden, maar recreatieondernemers kunnen wel een rol spelen in het beheer ervan. De gemeente moet de recreatiesector niet loslaten. Ze moet kaders stellen van wat wel en niet mag. Ook de toekomstvisie is belangrijk als kader voor de langere termijn. Daarnaast kan de gemeente een belangrijke rol spelen bij het stimuleren en faciliteren van een betere samenwerking tussen recreatieondernemers. De communicatie vanuit de gemeente naar de recreatieondernemers kan en moet beter. Samenwerking Het toeristisch platform functioneert niet goed. Maar de noodzaak tot samenwerking wordt breed gevoeld. Een deel van de aanwezigen is van mening dat de gemeente hier de regie op kan nemen. Iedereen, een recreatieondernemer, het VVV of de gemeente, kan een goed idee hebben, maar deel dit idee en maak het samen beter. Een goed idee zou binnen het toeristisch platform ingebracht moeten worden, waarbij gezamenlijk wordt beoordeeld of het een goed idee is en zo ja, wie wat doet bij de realisatie en de uitvoering. Beleid De verhoging van de toeristenbelasting is een gevoelig punt. Er moet gekeken worden naar de financieringsstructuur en naar de besteding van de opbrengst. Er zijn hier en daar wat twijfels, maar de algemene visie is dat de 18-holes golfbaan er moet komen in Brummen. Advies is daarbij om te kijken of er een combinatie te maken valt met andere vormen van recreatie, zoals wandelpaden. De uitbreiding van de golfbaan mag daar echter niet op afketsen. Input visie Zaken die in de visie opgenomen zouden moeten worden: 



Rust, ruimte en natuur, de kernkwaliteiten van Brummen, moeten zeker niet verkwanseld worden: de toeristen komen juist voor die kernkwaliteiten naar Brummen; Brummen onderscheid zich van haar buurgemeenten door het veelzijdige landschap: Veluwe, coulisselandschap en de IJsselvallei;

 

 

Koppeling met kunst en cultuur: daarmee trek je de oudere toerist die recreëert in het voor- en naseizoen; Recreatieondernemers moeten meer hun krachten bundelen dan tot nu toe het geval is: de samenwerking moet daadwerkelijk op gang komen en de gemeente moet daarin de regie nemen en faciliteren; De gemeente moet betrokken blijven bij recreatie en toerisme en moet een faciliterende en ondersteunende rol blijven spelen; Evenementen, zoals de landelijk bekende Halloween Fietstourtocht moeten een plek krijgen.

Het vervolg De dentank gaat nu verder met deze input. Waarschijnlijk eind dit jaar, begin volgend jaar legt de projectorganisatie van de toekomstvisie de koersbepaling voor de toekomst van de sector aan alle genodigden voor met de vraag wat verstandig of wenselijk is en waarom. Voor het Uitvoeringsprogramma (dat gekoppeld is aan de toekomstvisie) ontbreekt er nog veel input. Wethouder Beelen wordt graag uitgenodigd voor een werksessie met de recreatieondernemers om het thema verder uit te werken.

Bijlage: sheets presentaties themabijeenkomst recreatie en toerisme

Integrale toekomstvisie Recreatie en toerisme

Agenda voor vanavond

22 oktober 2012

• Toelichting op toekomstvisie • Visie van Martin Bes • Eerste gespreksronde, stellingen • Actuele initiatieven: Veerstoep Brummen-Bronkhorst als vertrekpunt

• Tweede gespreksronde, vragen • Afsluiting

Toelichting op toekomstvisie

Waar staan we?

Arjan Schulp, gemeente Brummen

• Agenda en eerste versie programma gereed • Tot eind 2012 verdiepingslag • Vijftal thema’s • Recreatie en toerisme belangrijk thema • Voor de zomer van 2013 visie gereed

Wat is de input tot nu toe?

Wat is de input tot nu toe? Recreatie en toerisme:

Algemeen: • Duurzaamheid ruggengraat • Lokaal doen wat lokaal kan • Behoud van het goede • Nu doen wat kan en moet

Huidige identiteit is de kracht! Veel potentie!

Wat is de input tot nu toe?

Actuele projecten

• Nieuwe voorzieningen kan, maar wel passend! • Meer promotie • IJsselvallei beter vermarkten • Samenwerking Voorst en Rheden • Verbetering van netwerk van wandelen fietspaden • Te veel regelgeving. Minder en sneller! • Nog te weinig samenwerking recreatieondernemers • Meer kansen voor combinaties met kunst en cultuur

Nu doen wat kan en moet! • Kwaliteitimpuls Brummen-Bronkhorst Verbetering veerstoep e.o. als vertrekpunt • Visie op landgoederen • Rondje landgoederen • Doorstart van het concept ‘Landheer voor 1 dag’ • Fiets app • Visie plattelandsvernieuwing en recreatie en toerisme

Eerste gespreksronde

Visie Martin Bes Stellingen:

Stelling 1: Een 18-holes golfbaan is een recreatievoorziening die heel goed past in Brummen



Stelling 2:

Stelling 3:

Een goede marketing is nodig on kansen in Brummen te benutten

De ondernemers zijn ook verantwoordelijk voor de realisatie van een beter netwerk van wandelen fietspaden

Eerste gespreksronde Stelling 4:

De sector redt zich zelf wel en heeft de gemeente niet nodig

Verdieping aan de hand van twee actuele projecten Richard Trenning

• Aanleg wandelroutes Brummen – Bronkhorst • Ontwikkeling App fietsroutes

Aansluitend algemene vraag over rolverdeling.

Aanleg wandelroutes Brummen – Bronkhorst (nieuwe infrastructuur en voorzieningen)

• Onverhard beleven uiterwaardengebied • Langer vasthouden bezoekers • Koppeling maken Bronkhorster initiatieven • Spin-off genereren gemeentebreed • Vrijwillige medewerking grondeigenaren

Ontwikkeling App fietsroutes (benutten bestaande infrastructuur en voorzieningen)

• Kennismaken met kernwaarden Brummen • Gebruikmaken van fietsknooppunten • Koppeling met horeca en attracties • Moderne middelen • Duurzaam concept beheer en marketing • Groeimodel

Tweede gespreksronde Vraag: Wat is de rolverdeling tussen overheid en ondernemers m.b.t. recreatieve infrastructuur en voorzieningen?

Afsluiting • Verslag van de bijeenkomst • Pleio/gemeentesite • Resultaat in visie en programma

Uit te splitsen naar: • Initiëren • Stimuleren en faciliteren • Investeren (tijd / geld / kennis) • Realiseren • Beheren • Promoten • Benutten

Verslag themabijeenkomst Wonen, Zorg en Welzijn Datum bijeenkomst: 22 oktober 2012 Auteur: Els Holsappel Locatie: Riwis, locatie Tolzicht in Brummen Aanwezig: ca 50 deelnemers

Doel bijeenkomst 



Verdiepingslag op het thema: hoe ontwikkelt de woningmarkt zich, hoe kunnen we zorg en welzijn anders aanpakken, wat is de rol van de overheid etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen gaf projectleider Arjan Schulp een inleidende presentatie over de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie (zie bijlage) en een terugkoppeling van de eerste resultaten van de woningmarktenquête. Daarna gaf Rudi Theunissen van Eurus Advies uit Hengelo een toelichting op het concept Baas in Eigen Buurt. Volgens dit concept krijgen buurt- of dorpsbewoners de maximale regie en verantwoordelijkheid over hun eigen buurt en dorp. Ronald Zeilstra overhandigde vervolgens namens het Business Netwerk BNI Bellini uit Eerbeek een exemplaar van het boekje ‘Recept voor Meerwaarde’ aan burgemeester Niels Joosten. Een initiatief om braakliggende grond in het centrum van Eerbeek een tijdelijke invulling te geven en zo de leefbaarheid te vergroten. Na de presentaties ging het gezelschap in drie groepen uiteen om aan de hand van stellingen verder te debatteren over de woningmarkt, het concept Baas In Eigen Buurt en het initiatief van BNI. De avond werd afgesloten met een plenaire terugkoppeling van de uitkomsten van de drie debatten.

Uitkomsten debat Woningmarkt Hoe kunnen we de woningmarkt weer vlot trekken? De antwoorden op die vraag liepen nogal uiteen. Er werd veel gesproken over nieuwbouw: van een korting op de grondprijs tot goedkoop bouwen voor starters. Sommigen vonden dit een goede oplossing, anderen vonden dat je daarmee de markt juist verder verstoord. Een aantal deelnemers vond het jammer dat de openbare ruimte in de Brummense nieuwbouwwijk Elzenbos nog niet af is. Het tast de aantrekkelijkheid van de wijk aan en dat geldt ook voor de open plekken in Eerbeek. Maar de bestaande bouw is natuurlijk ook belangrijk. Nieuwbouw is namelijk nog geen 1% van de totale woningvoorraad. Sterker nog: het afgelopen jaar is er maar één nieuwbouwwoning verkocht. Er werd gesproken over het verlenen van korting op een kavel aan (oudere) woningbezitters die dan ook hun woning goedkoper moeten aanbieden. Ook werd gesteld dat het tijd nodig heeft en dat eerst de lucht uit de markt moet verdwijnen. Met realistische prijzen komt de verkoop weer op gang. Alle betrokken partijen op de woningmarkt zullen daarin hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De deelnemers waren het er wel over eens dat juist doorstroming belangrijk is en dat het gaat om de totale wooncarrière.

Baas In Eigen Buurt Wat de buurt wil is het uitgangspunt. Met minder overheid in de buurt krijg je beter duidelijk wat die buurt wil en gaat de buurt zichzelf organiseren. De overheid moet een cultuuromslag maken door afstand te nemen en de buurt zelf de regie te laten voeren. Maar dat geldt ook voor de buurt zelf. Als ik als inwoner iets wil, dan ga ik niet naar de gemeente, maar dan ga ik bedenken hoe ik dat geregeld krijg. De overheid krijgt een faciliterende in plaats van een organiserende rol. De organisatie ligt bij de buurt, de overheid faciliteert. BIEB is geen kwestie van moeten: als iemand niet mee wil doen is dat ook goed. De wens van de buurt staat centraal. Maar als jij iets wilt moet je het zelf regelen en niet de overheid. In plaats van een fysieke wijkschouw zou een gemeente ook een sociale wijkschouw kunnen uitvoeren: met mensen in gesprek gaan, kijken wat de talenten van iemand zijn en hoe hij die voor de buurt wil inzetten.

Sommige buurten willen een gemeenschappelijke tuin, maar andere willen de straat vol auto’s zetten om aan te sleutelen. Dat kan tot wrijvingen leiden. Toch wordt BIEB gezien als een ontwikkeling die in de toekomstvisie thuis hoort. Advies is een proefproject te beginnen, op kleine schaal met realistische doelen. De gemeente moet wel accepteren dat niet alles generiek is: niet elke buurt is hetzelfde. Het moet meer maatwerk zijn. Recept voor Meerwaarde Ten aanzien van de ideeën van BNI was de conclusie van de groep: doen! En gebruik de tijdelijkheid als vliegwiel. Leg in de toekomstvisie vast dat eigenlijk alles tijdelijk is. Ook al maak je plannen voor 2030, het is altijd tijdelijk, want het kan anders gaan. Er is altijd wel een lege plek ergens, ook in 2031, die tijdelijk opgevuld kan worden. En dat hoeft niet altijd om fysieke plekken te gaan, maar het kan ook gaan om een tijdelijke oplossing in de zorg bijvoorbeeld. Doe het samen met diegene die betrokken is en diegene die zich betrokken voelt, zowel financieel als in de uitvoering. De houding van de gemeente moet die zijn van ‘Ja, tenzij…’ Wel voorwaarden stellend, maar vanuit een positieve grondhouding. En daar hoef je niet een heel plan voor te schrijven. Ga het gewoon doen, want een goed voorbeeld doet goed volgen. De overheid moet t.a.v. de plannen van BNI het signaal afgeven dat het kan en niet allerlei belemmeringen opwerpen. Er zijn allerlei voorbeelden die bewijzen dat dit kan werken. De ontwikkelingen rondom de Eerbeekse kinderboerderij de Kiboe tonen aan dat er wel eerst een beheerplan op tafel moet liggen voordat de schop de grond in gaat.

Bijlage: sheets presentaties bijeenkomst Wonen, Zorg en Welzijn

Integrale toekomstvisie Brummen

Wonen, zorg en welzijn

30 oktober 2012

Programma Toelichtingen • Toekomstvisie, lokale woningmarkt en regeerakkoord • Baas in eigen buurt • Recept voor meer waarde In gesprek • Drie groepen uiteen • Stellingen Plenaire terugkoppeling

Toekomstvisie

Waar staan we? • • •

•

Agenda en eerste versie programma gereed Tot eind 2012 verdiepingslag Vijftal thema’s • Wonen, zorg en welzijn • Lokale Economie • Energie en milieu • Recreatie en toerisme • Rol lokale overheid Voor de zomer van 2013 visie gereed

Wat is de input tot nu toe? Algemeen: 1.Duurzaamheid ruggengraat 2.Lokaal doen wat lokaal kan 3.Behoud van het goede 4.Nu doen wat kan en moet

Wie willen we worden? Identiteit

Wonen, zorg en welzijn Ontgroening en vergrijzing •

Deel van bestaande woningvoorraad komt vrij

•

Behoefte aan passende huisvesting voor ouderen

•

Toenemende vraag naar ouderen- en zorgvoorzieningen

Bijeenkomsten eerste helft 2012: •

Behoefte aan sociale samenhang, woonvormen en maatschappelijke voorzieningen voor jong en oud samenbrengen

•

Ouderen: wonen en zorg steeds meer onder druk. Behoefte aan alternatieven: nieuwe woonvormen of alternatieve buurtaanpak

•

Jongeren: zorg over woonruimte en werk

•

Levensloopbestendige gemeente: vitaal oud kunnen worden en een rol van betekenis kunnen blijven spelen

Woningmarktenquete Geld  Hypotheken moeten makkelijker worden verstrekt  Tijdelijk de huidige woning verhuren (gebeurt al heel veel)  Startersubsidie verstrekken  Ontwikkelende partij kan voor € 130.000 von starterswoning leveren Behoefte  Algemeen: meer nieuw bouwen, vraaggericht  Meer aanbod voor jongeren/starters  Grondgebonden seniorenwoning, kleine woning met slaapkamer en badkamer beneden

Fysiek - Woning niet altijd eenvoudig aan te passen voor meer huishoudens - Meer groen in de buurt - Herbouw van woningblokken op huidige fundatie - Splisten van grotere woningen (buitengebied) - Verkavelen van bestaande percelen Indirect - Centraontwikkelingen sneller oppakken

Regeerakkoord  











Extra wijkverpleegkundigen In langdurige en welzijnszorg meer maatwerk, meer zorg in de buurt en meer samenwerking tussen de verschillende aanbieders Gemeenten geheel verantwoordelijk voor activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging Huishoudelijke hulp beperkt tot mensen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen Eén gezin, één plan, één regisseur is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein: bij de wet participatie (voorheen Wet werken naar vermogen geheten), de Awbz, de Wmo en de jeugdhulpverlening. Verdere bevordering samenwerking van gemeenten, bedrijven, scholen en sportverenigingen en bij aanleg van nieuwe wijken voldoende ruimte voor sport en bewegen. Van zorgplicht naar compensatie. Aanspraak op dagbesteding vervalt.

  

    



Scheiding wonen en zorg ook voor ZZP 4 Quotumregeling voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten Nieuwe instroom Wsw stopgezet, gemeenten zelf ruimte voor organiseren beschut werken. Verdere beperking reïntegratiemiddelen Uwv en gemeenten Huishouduitkeringstoets ipv huishoudinkomenstoets Gedifferentieerde huurverhoging Aanpak hypotheekrenteaftrek Woningbouwcorporaties moeten weer dienstbaar worden aan het publiek belang in hun werkgebied. Hun taak brengen we terug tot het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen en het daaraan ondergeschikte direct verbonden maatschappelijke vastgoed. Decentralisaties zullen in principe gericht worden op 100.000+ gemeenten. Gemeenten benutten mogelijkheden om bewoners van wijken, buurten en dorpen te betrekken bij zaken die hen raken.

Stellingen Lokale woningmarkt 1. Makelaars, ontwikkelende partijen en de gemeente kunnen veel creatiever zijn om de individuele verkoper te helpen 2. Cadeaus (incl. duurzaamheidmaatregelen) en kortingen maken een huis niet beter verkoopbaar 3. Potentiele kopers moeten actiever worden betrokken bij de voorbereiding van plannen 4. Wat moet er over dit onderwerp in de visie komen te staan voor 2030?

Stellingen Baas in eigen buurt 1. De wensen en behoeften van mensen zijn zo divers, daar kun je toch nooit allemaal rekening mee houden 2. De overheid moet zich zo min mogelijk met de buurt bemoeien 3. Voor wat hoort wat, alleen iets doen voor de buurt wordt beloond 4. Wat moet er over dit onderwerp in de visie komen te staan voor 2030?

Stellingen Recept voor meer waarde 1. Tijdelijk anders gebruiken van (braakliggende) terreinen heeft alleen maar positieve effecten 2. Meer lokaal samen doen wordt bittere noodzaak, we hebben elkaar meer nodig 3. Er zijn vrijwilligers genoeg om dit soort dingen te organiseren en levend te houden 4. Wat moet er over dit onderwerp in de visie komen te staan voor 2030?

Plenaire terugkoppeling 1. Wat moet er in de visie komen te staan over het thema voor 2030? 2. Welke maatregelen moeten op korte termijn worden doorgevoerd om de situatie op de woningmarkt in Brummen te verbeteren? 3. Wat vindt u van de start van een pilot met het concept Baas in eigen buurt in het voorjaar van 2013? 4. Wat vindt u er van als we één van de braakliggende terreinen in het voorjaar van 2013 gezamenlijk gaan invullen?

Hartelijk dank voor uw bijdrage!

Presentatie Baas in eigen buurt (BIEB)

Baas in eigen buurt

Wat houdt mensen bezig….

“onze wijk gaat wel heel hard achteruit”

“zet tie nou zijn autobanden voor het huis…?”

“goh, de overbuurman zorgde weer voor overlast, wat moet ik daar toch mee”

“ik kan niet meer zo goed lopen, hoe krijg ik mijn boodschappen in huis”

Baas in eigen buurt

Wat houdt de overheid bezig… “verantwoordelijkheid teruggeven aan de burger” “we moeten bezuinigen”

“ja, een integrale aanpak is belangrijk”

Baas in eigen buurt

En nu...?

Baas in eigen buurt

Achterhalen waar het mensen om te doen is… “Ontwikkelen”

“Zelfrespect”

“Blijheid” “Rust”

Baas in eigen buurt

Dit maken we mogelijk… op aspecten als Wonen, Weten, Werken en Welzijn.

Baas in eigen buurt

Mooi, maar wat bedoel je nou concreet…

Baas in eigen buurt

Denk aan: Wonen, “Ik kan mijn eigen huis niet meer schilderen, misschien dat ik dit met Jan, de overbuurman kan oplossen…. Maar hoe doe ik dat?”

Weten, “Iedereen zegt, kun je zo via internet doen. Misschien dat de

kinderen van Frank en Annelies me willen helpen?”

Werken, “Ik heb jaren in de bouw gewerkt en zie zoveel dingen in de buurt waarmee ik kan helpen.”

Welzijn, “Ik word steeds slechter te been en de winkel is zo ver weg.”

Baas in eigen buurt

… en dat doen we als volgt: 1

ste

fase,

Benoemen wat het bestuur en de burger wil en dan met name Waarom…? + Wat betekent dat voor de elementen Wonen, Weten, Werken en Welzijn.

2 fase, e

Uitwerken, prioriteiten benoemen en een functioneel plan uitvoeren

3e fase,

We gaan aan de slag… Met wie…?

Baas in eigen buurt

Onze partners

1

ste

fase,

Waarom en wat betekent dat voor een ieder.

2 fase, e

Uitwerken plan en concreet benoemen.

3e fase,

Uitvoering >> Wonen. Weten. Werken. Welzijn. Baas in eigen buurt

BIEB behartigt belangen van zowel burger als gemeente “We zorgen voor verbinding, levensloop-bestendigheid, duurzaamheid, ontwikkeling en tevredenheid.”

Baas in eigen buurt

LOCATIE WERFAKKER

LOCATIE WERFAKKER

LOCATIE WERFAKKER

LOCATIE BURGERS

LOCATIE BURGERS

LOCATIE BURGERS

LOCATIE KERSTEN

LOCATIE KERSTEN

LOCATIE LOENENSEWEG

LOCATIE LOENENSEWEG

Verslag themabijeenkomst Energie en Milieu Datum bijeenkomst: 13 november 2012 Auteur: Els Holsappel Locatie: Hal gemeentehuis in Brummen Aanwezig: ca 50 deelnemers




Verdiepingsslag op het thema: wel of niet zelfvoorzienend in ons energiegebruik, koploper zijn of niet, hoe kunnen we de gevolgen van de klimaatverandering opvangen, hoe kunnen we de biodiversiteit versterken etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen gaf projectleider Arjan Schulp een inleidende presentatie over de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie (zie bijlage). Daarna gaf de heer Brand van de Eerbeekse en Brummense Energie Maatschappij (EBEM) een presentatie over het doel en de aanpak van de EBEM (meer informatie: www.ebem.nu). Vervolgens zette de heer Doeve van de Business Universiteit Zutphen de plannen uiteen, rond deze nieuwe onderwijsinstelling waar duurzaamheid centraal staat. De Business Universiteit Zutphen wil onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven samenbrengen. Na de presentaties ging het gezelschap in drie groepen uiteen om aan de hand van stellingen te debatteren over energie, biodiversiteit en klimaatverandering. De avond werd afgesloten met een plenaire terugkoppeling van de uitkomsten van de tafelgesprekken onder leiding van burgemeester Niels Joosten.

Uitkomsten debat Energie Velen zijn van mening dat we zelfvoorzienend willen en kunnen zijn met ons energiegebruik in Brummen. Het is goed naar zelfvoorzienendheid te streven. Een back-up blijft wel nodig. Men gelooft in een lokale bundeling van krachten en samenwerking om te komen tot eigen duurzame energiewinning. Met een bundeling van krachten kun je met een sterke propositie bij de bank komen en maak je veel meer kans om de benodigde investeringen rond te krijgen dan dat je dat individueel doet. De EBEM wordt als een mooie kans gezien om die bundeling van krachten vorm te geven. Er is nagedacht over het businessmodel van de lokale energievoorziening. Eerste optie is met elkaar iets terugleveren aan het net en daar een goede prijs voor krijgen. Dan heeft de coöperatie heel veel leden nodig om zoveel mogelijk volume te maken. De productiekant is een tweede optie en dan ben je zelf een energieleverancier. Dat zijn twee verschillende businessmodellen, daar moet goed over nagedacht worden. Technisch kan er al heel veel. En het is niet alleen een kwestie van kijken naar wat je kunt besparen, maar vooral ook naar wat je kunt benutten. We hebben afval, grondwarmte, restantwater. We hebben eigenlijk veel, en als je dat goed benut dan zet je hele grote stappen. De biovergisting van menselijke ontlasting in een wijk in Sneek is genoemd, waarbij de wijk kookt op het gas dat bij de vergisting vrij komt en het restafval als mest terugkomt in de tuinen. De biovergisting heeft ook goede effecten op onze gronden, want na het vergisten zijn alle bacteriën dood en kan de mest, inclusief fosfaat, terug op het land. Dit vereist wel een wetswijziging, omdat het restafval van biovergisting nu nog niet als kunstmest aangemerkt kan worden. Een energiefabriek (bijvoorbeeld een biomassacentrale) in Eerbeek of Brummen wordt genoemd. De techniek is er al, er kan al veel. Het is nu een kwestie van organiseren en financieren. Het is nu aanpakken. Het lokaal opwekken van duurzame energie kan niet draaien op alleen morele drijfveren; er moet ook een financieel rendement zijn. Maar het idealisme mag wel meer aanwezig zijn bij de projectontwikkeling. Maak nieuwbouw energiezuinig zijn, het liefst zelfs zo dat het energie oplevert. En kies dan

uiteindelijk toch niet weer voor traditionele middelen, omdat het op dat moment goedkoper is. We moeten ons niet op één bron richten, maar de meest optimale combinatie voor Brummen opzoeken. Bij de keuze van energiebronnen (windmolens, solarparken, zonnepanelen) moet bijvoorbeeld steeds het belang van het landschap afgewogen worden.

Biodiversiteit De biodiversiteit is belangrijk, want Brummen is een bijzonder gebied waar we trots op kunnen zijn. Mensen kunnen in hun eigen gebied veel doen om de biodiversiteit te versterken: waterbeheer, water vasthouden, waterzuivering, biomassaproductie, ontwikkeling van het landschap. De natuur voor je laten werken. Natuur zien als een systeem dat dingen voor je doet, in plaats dat jij het technisch doet. De natuur kan bijvoorbeeld water voor je vasthouden in plaats van dat jij het oppompt en weer terugpompt. Laat de natuur waarde creëren, maar dat moet wel lokaal blijven. Je kunt houtwallen in het landschap stimuleren door de lokale biomassavergister te voeden met het takafval dat er vanaf komt. Het zou dan helemaal mooi zijn als het takhout, net als oud papier, aan huis ingezameld zou worden en lokaal gebruikt zou worden voor de energievoorziening. Water hoort bij ons. De waterkwaliteit is belangrijk, maar we filteren water door de bodem en daarmee is de bodemkwaliteit ook belangrijk. Bovendien is de grondwaterstand erg belangrijk voor onze biodiversiteit.

Klimaatverandering Hemelwaterafvoer niet op het riool aansluiten, maar afvoeren naar wadi’s (buffer- en infiltratievoorzieningen in de openbare ruimte). Hergebruik van water door bedrijven door water op te vangen, afstroom beken en natuurlijke infiltratie rietlanden. Ook gescheiden watersystemen wordt als oplossing genoemd.

Koploper of trendsetter Koploper zijn moet niet het doel op zich zijn. Brummen moet gewoon haar eigen verantwoordelijkheid nemen. Eigen innovaties en initiatieven ontplooien en wat je doet goed doen. Wel kan Brummen een trendsetter zijn. Samen doen is daarbij belangrijk, evenals het halen en brengen van ervaringen elders in Nederland.

Wat er in de toekomstvisie moet komen te staan Duurzaamheid is het vliegwiel waarmee in deze economisch onzekere tijden geld gegenereerd kan worden. Maar de achterliggende waarde is de allerhoogste prioriteit, namelijk gezondheid en welbevinden. Ga voor lokale kringlopen, waardoor je voorkomt dat je onder het mom van duurzaamheid schade berokkent aan de andere kant van onze planeet. Hoe kun je de toekomstvisie verankeren in de toekomst, zodat je continuïteit hebt, dwars door Haagse plannen, herindelingen en colleges heen. Rond een aantal thema’s een vast koers hebben, welke gemeentegrens we ook tegemoet gaan, welke kleur van het college dan ook: deze koers blijft de continuïteit. Het private initiatief, gedragen door de burgers van Brummen, wordt als het meest kansrijk gezien. De gemeente schept kaders, brengt mensen met dezelfde belangen bij elkaar en bemiddelt tussen burgers met verschillende belangen. Burgers en ondernemers organiseren rond een aantal thema’s. De overheid is aangever en aanjager. Het is belangrijk dat er een flexibilisering in de bestemmingsplannen komt. Kijk kritisch naar regelgeving: die kan opbouwend, maar ook afbrekend werken.

Bijlage: sheets presentaties bijeenkomst Energie en Milieu

Energie en Milieu

13 november 2012

Programma Toelichtingen • Toekomstvisie • Ebem • Business Universiteit Zutphen In gesprek •

In groepjes uiteen, gesprek aan de hand van vragen

Plenaire terugkoppeling

Toekomstvisie

Proces •

•

Tot eind 2012 verdiepingslag vijftal thema’s • Wonen, zorg en welzijn • Lokale Economie • Energie en milieu • Recreatie en toerisme • Rol lokale overheid Voor de zomer van 2013 visie gereed

Oneliners! 1. 2. 3. 4.

Duurzaamheid ruggengraat Lokaal doen wat lokaal kan Behoud van het goede Nu doen wat kan en moet

Identiteit:

Wie zijn we? Wie willen we worden?

• Duurzame energie

• Klimaatverandering

• Biodiversiteit

Duurzame energie -

Initiatief voor een lokale duurzame energiecooperatie (biedt economisch, ecologische en sociaal meerwaarde)

-

Innovatie op het gebied van duurzame energie bij diverse bedrijven, bij uitstek Industriewater Eerbeek

-

Zwembad Coldenhove

-

Bewustwordingcampagne

Onderzoek integrale en lokale mogelijkheden Kansen in Eerbeek!

Trias energetica 1. Verspilling tegen gaan 2. Slim omgaan met restwarmte en verwarming/koeling 3. Bodem-, wind-, water- en zonenergie

Klimaatverandering Dijkverlegging Cortenoever

Huidige situatie

Na de dijkverlegging 1 keer per 25 jaar

Extremen

Biodiversiteit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Natuur Landbouw Landgoederenzone Kwelwater IJssel Apeldoorns kanaal Beken

Vragen 1. Kunnen en willen wij binnen de grenzen van onze gemeente zelfvoorzienend zijn in ons eigen energiegebruik? 2. Staat het financieel rendement of de moraal van lokaal duurzame energie opwekken voorop? 3. Moet Brummen als lokale samenleving koploper worden op het gebied van duurzame energie? 4. Moeten we meer aan waterberging doen voor droge tijden? 5. Verbouwen we straks allemaal onze eigen groente? 6. Als we van alles gaan doen? Welke ambitie hebben we dan? Trendvolger? Koploper? 7. Wat is het belangrijkste? Technologische ontwikkeling, systeemverandering of een nieuwe moraal? 8. Wat moet er in ieder geval komen te staan in de visie voor 2030? Koploper: degene die beter presteert dan anderen/ trendsetter


Verslag themabijeenkomst Lokale Economie Datum bijeenkomst: 20 november 2012 Auteur: Els Holsappel Locatie: Tjark Riks Centrum Eerbeek Aanwezig: ca 50 deelnemers




Verdiepingsslag op het thema: hoe ontwikkelt de economie in Brummen zich, welke kansen zijn er, hoe houden we economische activiteiten in Brummen, wat is de rol van de gemeente etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen gaf projectleider Arjan Schulp een inleidende presentatie over de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie (zie bijlage). Daarna vertelde de heer Doeve van de Business Universiteit Zutphen over doel en methodiek van deze nieuwe onderwijsinstelling, waar duurzaamheid centraal staat. De Business Universiteit Zutphen wil onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven samenbrengen. Bedrijven moeten de komende jaren vergroenen om te kunnen voorbestaan. Ze kunnen daarbij gebruik maken van de kennis en het onderzoek van de Business Universiteit. De heer Doeve riep op om na te denken wat Eerbeek uniek maakt en hoe je dit terug kunt laten komen in de gebiedsontwikkeling van het dorp. Na de presentaties gingen de deelnemers in groepen uiteen om aan de hand van stellingen te debatteren over allerlei aspecten die van belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de lokale economie. De avond werd afgesloten met een plenaire terugkoppeling van de uitkomsten van de tafelgesprekken onder leiding van burgemeester Niels Joosten.

Uitkomsten debat

Ontwikkelingen, kansen en mogelijkheden De maakindustrie is nodig, ook in 2030. Er worden kansen gezien voor een biobased economy: de papierindustrie en de landbouw die de handen ineen slaan. Beide staan voor de uitdaging om energieproductie om te buigen en beide hebben water nodig. Beide kunnen elkaar vinden in innovatie en vernieuwing. Daarmee wordt de maakindustrie ook weer aantrekkelijk voor jongeren. De biobased economy past goed bij de wens om meer lokaal te produceren en te consumeren. Het blijft wel belangrijk om een goede balans te houden tussen de maakindustrie en de groene kernkwaliteiten van Brummen, zodat we ook geld kunnen blijven verdienen met onze aantrekkelijke woonomgeving en recreatie en toerisme. De vraag is wat ons uniek maakt. We hebben een uniek landschap, maar het water is ook belangrijk. Zonder het water was de industrie er niet geweest. En we hebben heel zuiver water. Er zijn meer innovatieve bedrijven in Brummen die nationaal of internationaal opereren. Brummen kent een stevige ondernemersgeest. Maar er zijn ook mensen die hier wonen, maar elders werken. Het Nieuwe Werken biedt kansen. Mensen die hier wonen, maar elders werken geven wel hier hun geld uit.

Uitbreiding bedrijventerreinen Er is een kleine meerderheid voor uitbreiding van bedrijventerreinen. Kijk wel eerst naar de huidige bedrijfsterreinen en herstructureer die indien nodig. Ondernemers kijken waar ze terecht kunnen met hun ideeën en bedrijvigheid. Daar moet je als gemeente op inspelen. Zorg voor een aantrekkelijke uitstraling en ontvang ondernemers hartelijk. In plaats van denken in beperkingen zou de grondhouding moeten zijn: wat is mogelijk? Wees voorbereid, zodat je snel kunt reageren als een ondernemer zich meldt.

Reserveer een deel van het Burgersterrein in Eerbeek voor uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande industrie in plaats van deze vol te bouwen met woningen.

Inzet arbeidsgehandicapten Men ziet wel kansen, maar wil geen eisen opgelegd krijgen van de overheid.

Rol gemeente De gemeente moet kaders stellen, maar het initiatief bij de ondernemers laten. In de toekomstvisie kan de gemeente wel een voorkeur uitspreken voor het stimuleren van een groene economie of het werken met hernieuwbare grondstoffen. Belangrijk is om ontmoetingsvormen, zoals deze themabijeenkomst, ook in de toekomst te blijven organiseren. Blijf als gemeente de dialoog aangaan. Door naar elkaar te luisteren worden ideeën bovendien beter.

Wat er in de toekomstvisie moet komen te staan Uitgaan van kansen. Kun je bijvoorbeeld komen tot een landbouwbeleid waarbij jonge agrariërs, ingepast in het landschap, zodanig hun bedrijf kunnen uitvoeren zodat ze betere prijzen voor hun producten krijgen? Bestaande industrieën respecteren en ruimte bieden voor hun toekomstige ontwikkeling en eventuele uitbreiding. Niet alleen ruimte bieden om te wonen, maar ook om te werken. Ruimte voor ondernemers. Dynamisch blijven besturen, de dialoog aangaan en luisteren naar elkaar.

Bijlage: sheets presentatie themabijeenkomst Lokale Economie

Lokale Economie

20 november 2012

Programma Toelichtingen • Toekomstvisie • Business Universiteit Zutphen In gesprek •



Toekomstvisie

Proces •

•




Identiteit:


Input eerste helft van 2012: • Ruimte voor creativiteit, innovatie en ondernemen, mits dit past in een groene omgeving • Specifieke aandacht voor startende ondernemers en zzp-ers • Flexibiliteit en veerkracht • Meer multifunctioneel bouwen en inrichten • Hoe houdt je of trek je arbeidskrachten aan bij een afnemende beroepsbevolking?

• Betrouwbare overheid, niet snel van standpunten veranderen • Meer vrijheid en minder regels. En graag wat sneller • Behoefte aan visie op de lange termijn en een goede positionering van Brummen • Uitspraak over toekomstige zelfstandigheid • Samenwerking kan beter, gemeente zou meer kunnen faciliteren

• Kansrijke sectoren: zorg(wonen), welzijn, gezondheid,wellness, recreatie en de dienstensector • Daarbij kijken we of we het agrarische verleden kunnen koppelen aan de duurzame ontwikkeling (energie- en zorgconcepten).

Vragen 1.

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Hoe ziet u de ontwikkeling van de verschillende sectoren in de gemeente (procesindustrie, maakindustrie, midden- en kleinbedrijf, zzp-ers)? Wat is er volgens u nodig om voldoende economische activiteit in de gemeente te houden? Welke unieke mogelijkheden ziet u voor de lokale economie in de toekomst? Reguleert de marktwerking alles of hebben we als lokale partners samen invloed? Is er een uitbreiding van het areaal aan bedrijventerrein nodig? Wat kan de gemeente voor de ondernemer en de lokale economie betekenen? Biedt een inzet van meer arbeidsgehandicapten of vrijwilligers perspectief voor het bedrijfsleven? Wat moet er in ieder geval in de toekomstvisie komen te staan?


Verslag themabijeenkomst Lokale Economie Datum bijeenkomst: 20 november 2012 Auteur: Els Holsappel Locatie: Tjark Riks Centrum Eerbeek Aanwezig: ca 50 deelnemers




Verdiepingsslag op het thema: hoe ontwikkelt de economie in Brummen zich, welke kansen zijn er, hoe houden we economische activiteiten in Brummen, wat is de rol van de gemeente etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen gaf projectleider Arjan Schulp een inleidende presentatie over de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie (zie bijlage). Daarna vertelde de heer Doeve van de Business Universiteit Zutphen over doel en methodiek van deze nieuwe onderwijsinstelling, waar duurzaamheid centraal staat. De Business Universiteit Zutphen wil onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven samenbrengen. Bedrijven moeten de komende jaren vergroenen om te kunnen voorbestaan. Ze kunnen daarbij gebruik maken van de kennis en het onderzoek van de Business Universiteit. De heer Doeve riep op om na te denken wat Eerbeek uniek maakt en hoe je dit terug kunt laten komen in de gebiedsontwikkeling van het dorp. Na de presentaties gingen de deelnemers in groepen uiteen om aan de hand van stellingen te debatteren over allerlei aspecten die van belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de lokale economie. De avond werd afgesloten met een plenaire terugkoppeling van de uitkomsten van de tafelgesprekken onder leiding van burgemeester Niels Joosten.

Uitkomsten debat

Ontwikkelingen, kansen en mogelijkheden De maakindustrie is nodig, ook in 2030. Er worden kansen gezien voor een biobased economy: de papierindustrie en de landbouw die de handen ineen slaan. Beide staan voor de uitdaging om energieproductie om te buigen en beide hebben water nodig. Beide kunnen elkaar vinden in innovatie en vernieuwing. Daarmee wordt de maakindustrie ook weer aantrekkelijk voor jongeren. De biobased economy past goed bij de wens om meer lokaal te produceren en te consumeren. Het blijft wel belangrijk om een goede balans te houden tussen de maakindustrie en de groene kernkwaliteiten van Brummen, zodat we ook geld kunnen blijven verdienen met onze aantrekkelijke woonomgeving en recreatie en toerisme. De vraag is wat ons uniek maakt. We hebben een uniek landschap, maar het water is ook belangrijk. Zonder het water was de industrie er niet geweest. En we hebben heel zuiver water. Er zijn meer innovatieve bedrijven in Brummen die nationaal of internationaal opereren. Brummen kent een stevige ondernemersgeest. Maar er zijn ook mensen die hier wonen, maar elders werken. Het Nieuwe Werken biedt kansen. Mensen die hier wonen, maar elders werken geven wel hier hun geld uit.

Uitbreiding bedrijventerreinen Er is een kleine meerderheid voor uitbreiding van bedrijventerreinen. Kijk wel eerst naar de huidige bedrijfsterreinen en herstructureer die indien nodig. Ondernemers kijken waar ze terecht kunnen met hun ideeën en bedrijvigheid. Daar moet je als gemeente op inspelen. Zorg voor een aantrekkelijke uitstraling en ontvang ondernemers hartelijk. In plaats van denken in beperkingen zou de grondhouding moeten zijn: wat is mogelijk? Wees voorbereid, zodat je snel kunt reageren als een ondernemer zich meldt.

Reserveer een deel van het Burgersterrein in Eerbeek voor uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande industrie in plaats van deze vol te bouwen met woningen.

Inzet arbeidsgehandicapten Men ziet wel kansen, maar wil geen eisen opgelegd krijgen van de overheid.

Rol gemeente De gemeente moet kaders stellen, maar het initiatief bij de ondernemers laten. In de toekomstvisie kan de gemeente wel een voorkeur uitspreken voor het stimuleren van een groene economie of het werken met hernieuwbare grondstoffen. Belangrijk is om ontmoetingsvormen, zoals deze themabijeenkomst, ook in de toekomst te blijven organiseren. Blijf als gemeente de dialoog aangaan. Door naar elkaar te luisteren worden ideeën bovendien beter.

Wat er in de toekomstvisie moet komen te staan Uitgaan van kansen. Kun je bijvoorbeeld komen tot een landbouwbeleid waarbij jonge agrariërs, ingepast in het landschap, zodanig hun bedrijf kunnen uitvoeren zodat ze betere prijzen voor hun producten krijgen? Bestaande industrieën respecteren en ruimte bieden voor hun toekomstige ontwikkeling en eventuele uitbreiding. Niet alleen ruimte bieden om te wonen, maar ook om te werken. Ruimte voor ondernemers. Dynamisch blijven besturen, de dialoog aangaan en luisteren naar elkaar.

Bijlage: sheets presentatie themabijeenkomst Lokale Economie

Lokale Economie

20 november 2012

Programma Toelichtingen • Toekomstvisie • Business Universiteit Zutphen In gesprek •



Toekomstvisie

Proces •

•




Identiteit:


Input eerste helft van 2012: • Ruimte voor creativiteit, innovatie en ondernemen, mits dit past in een groene omgeving • Specifieke aandacht voor startende ondernemers en zzp-ers • Flexibiliteit en veerkracht • Meer multifunctioneel bouwen en inrichten • Hoe houdt je of trek je arbeidskrachten aan bij een afnemende beroepsbevolking?

• Betrouwbare overheid, niet snel van standpunten veranderen • Meer vrijheid en minder regels. En graag wat sneller • Behoefte aan visie op de lange termijn en een goede positionering van Brummen • Uitspraak over toekomstige zelfstandigheid • Samenwerking kan beter, gemeente zou meer kunnen faciliteren

• Kansrijke sectoren: zorg(wonen), welzijn, gezondheid,wellness, recreatie en de dienstensector • Daarbij kijken we of we het agrarische verleden kunnen koppelen aan de duurzame ontwikkeling (energie- en zorgconcepten).

Vragen 1.

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Hoe ziet u de ontwikkeling van de verschillende sectoren in de gemeente (procesindustrie, maakindustrie, midden- en kleinbedrijf, zzp-ers)? Wat is er volgens u nodig om voldoende economische activiteit in de gemeente te houden? Welke unieke mogelijkheden ziet u voor de lokale economie in de toekomst? Reguleert de marktwerking alles of hebben we als lokale partners samen invloed? Is er een uitbreiding van het areaal aan bedrijventerrein nodig? Wat kan de gemeente voor de ondernemer en de lokale economie betekenen? Biedt een inzet van meer arbeidsgehandicapten of vrijwilligers perspectief voor het bedrijfsleven? Wat moet er in ieder geval in de toekomstvisie komen te staan?

Verslag overleg LTO afdeling Brummen en gemeente Datum: 21 november 2012 Onderwerp: toekomst agrarische sector Brummen

AanIeiding De aanleiding voor het overleg is de voorbereiding van de toekomstvisie. Een visie voor de lange termijn. Tegelijkertijd ook een grondhouding om nu te doen wat kan en moet. Hoe denkt de LTO afdeling Brummen over de toekomst van de agrarische sector in Brummen? Visie van de LTO afdeling Brummen De visie op de toekomst van de LTO afdeling Brummen kan als volgt worden samengevat: 











Melkvee: De sector zal in Brummen voornamelijk blijven bestaan uit melkveebedrijven. Voor intensieve veehouderijen is steeds minder ruimte als gevolg van weten regelgeving. Akkerbouw is niet kansrijk, omdat het op grote schaal verbouwen van gewassen niet kansrijk is in Brummen. Lokaal groente en fruit verbouwen is weggelegd voor een enkeling, maar zal gelet op de kleinschaligheid nooit concurrerend kunnen werken. Akkerbouw is niet kansrijk veranderen in het op grote schaal verbouwen van akkerbouw gewassen is niet kansrijk. Schaalvergroting: Het aantal agrarische bedrijven in Brummen zal verder afnemen. De blijvers zullen aan schaalvergroting moeten doen. Dit is al enige tijd gaande en zal zich in de toekomst verder doorzetten. Schaalvergroting is nodig voor een rendabele bedrijfsvoering. De marges worden steeds kleiner. Maar, ook deels een gevolg van geldende weten regelgeving. Zo leidt de mestregelgeving er bijvoorbeeld toe dat er bij agrariërs behoefte is aan meer grond, omdat er steeds minder mest per oppervlakte-eenheid mag worden uitgereden. De gronddruk is dan ook hoog. Het beeld dat er genoeg agrarische grond vrijkomt door stoppende agrariërs is niet juist. De schaalvergroters hebben deze gronden hard nodig! Traditionele neven- en vervolgactiviteiten: De ervaring leert dat de meeste agrariërs niet de behoefte hebben om nevenactiviteit in de recreatiesfeer te starten. Een enkeling doet dit. In zijn algemeenheid wil een agrariër vooral agrariër zijn en doen waar hij goed in is. En niet een ander bedrijf er bij hebben. Ook omdat dergelijke nevenactiviteiten veel inzet vergen en relatief weinig opleveren. Hetzelfde geldt voor vervolgactiviteiten. Een stoppende agrariër wil of kan niet ineens een ander beroep uit oefenen. Een dergelijke omschakeling is weggelegd voor een enkeling. Natuur- en landschapsbeheer: De agrarische sector neemt al het overgrote deel van het beheer van natuur en landschap voor haar rekening. Extra investeren in natuur- en landschap kan de agrariër er in zijn algemeenheid niet bij hebben. Tenzij hier een redelijke vergoeding tegen over staat (subsidies, fondswerving, etc). Zolang dat niet het geval is zal een enkele agrariër bereid zijn iets extra’s te doen. Bovendien kunnen nieuwe landschapselementen (houtwal, paddepoel, etc) mogelijk op de langere termijn een belemmering gaan vormen voor een goede bedrijfsvoering. Kavels zijn daardoor minder efficiënt te gebruiken. Of er is bestaande of nieuwe regelgeving die bescherming vraagt van die nieuwe landschapselementen, waardoor de bedrijfsvoering kan worden belemmerd. Duurzame energie: Veel agrariërs denken na over investeren in zonnepanelen. Op dit moment zitten hier nog veel haken en ogen aan (weten regelgeving, niet tijdelijk op kunnen slaan van te veel energie of het niet kunnen terug leveren aan het net). Windenergie is zeker een optie! Biovergisting is nog niet interessant genoeg. Rood voor rood:







Is positief mits (her)bouw plaats kan vinden in de bebouwde kom/kleine kern. Zonnepanelen: Zonnepanelen zouden alleen op daken moeten worden geplaatst. Hiervoor moet geen landbouwgrond beschikbaar worden gesteld. Landbouwgrond moet beschikbaar blijven voor de sector. Zoals hierboven al aangegeven is de gronddruk hoog. Een solarpark in De Elzenbos is dan ook geen goede keuze. Meedenken: De gemeente zou meer mee kunnen denken met de agrarische sector en de wensen van de individuele agrariër. Dat betekent ook dat het kennisniveau van het ambtelijk apparaat m.b.t wat er speelt in de agrarische sector beter kan. Dat maakt met elkaar meedenken mogelijk. Vervolgens kan gezamenlijk tot maatwerk worden gekomen. Het gebeurt nog te vaak dat ideeën in de kiem worden gesmoord door thans geldende weten regelgeving. Maatwerk: Er gelden veel regels. Regels werken te beperkend voor een goede ontwikkeling van de sector. Zo is de maximale maatvoering van een kavel van 1 a 1,5 ha een te strak keurslijf voor de toekomst. Een beschouwing van het idee of ondernemingsplan van de agrariër zou leidend moeten zijn voor een gesprek met de gemeente over de mogelijkheden. Wat is er goed aan het idee of plan, voor de agrariër, voor natuur en landschap, beeldkwaliteit, voor het milieu etc. Als er heel veel plussen aan een plan zitten, dan is de maatvoering van een kavel een afgeleide. Dat zou dus ook een kavel kunnen zijn van bijvoorbeeld 2 ha of meer. Graag meer oog voor maatwerk voor goede plannen!

Rol gemeente De gemeente heroriënteert zich op haar rol in de lokale samenleving. Van partij naar partner, is het motto. Deze partnerrol moet nog wel worden ingevuld. Wat betekent dat? De LTO afdeling Brummen verwacht een meer meedenkende rol van de gemeente, meer oog voor het idee of plan van de agrariër om vervolgens te komen tot maatwerk. Dit signaal wordt meegenomen bij de voorbereiding van de organisatieverandering en de toekomstvisie. Pilot LTO afdeling en Brummen en gemeente zijn het er over eens dat een ‘pilot’ goed zou kunnen werken om een koers voor de sector meer ‘gezicht’ te geven. Een idee of plan van een agrariër om nu op te pakken en te illustreren wat voor alle partijen een goede ontwikkeling zou kunnen zijn. LTO afdeling Brummen en gemeente denken nog even na over de mogelijkheden voor een dergelijke pilot.

Verslag themabijeenkomst Rol Gemeente Datum bijeenkomst: 11 december 2012 Auteur: Els Holsappel Locatie: Hal gemeentehuis Brummen Aanwezig: ca 60 deelnemers




Verdiepingsslag op het thema: wat is de rol van de gemeente, hoe is de verhouding tussen gemeente en inwoners en ondernemers, welke omvang moet de gemeente hebben, etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Wethouder Hennie Beelen trapte de avond af met een videofilm (http://youtu.be/W4o0ZVeixYU ), waarin we zien hoe verschillend mensen reageren op verandering. De toekomstvisie gaat over verandering. Verandering is moeilijk, maar ook ontzettend leuk. Projectleider Arjan Schulp gaf daarna een inleidende presentatie over de ontwikkelingen in de samenleving en de gemeentelijke organisatie en de keuzes waar de gemeente nu voor staat als het gaat om haar rol in de samenleving (zie bijlage II). Vervolgens gingen de deelnemers in groepen aan de slag met een drietal casussen, waarbij steeds bepaald werd welke rol (loslaten, faciliteren, stimuleren, regisseren of reguleren) de gemeente in die situatie het beste op zou kunnen pakken. De avond werd afgesloten met een plenaire terugkoppeling van de uitkomsten van de tafelgesprekken onder leiding van burgemeester Niels Joosten.

Uitkomsten tafelgesprekken Interactie tussen gemeente en inwoner/ondernemer op basis van gelijkwaardigheid.

De gemeente is verantwoordelijk voor het stellen van kaders en het bewaken van het algemeen belang. De rol van de gemeente schaalt van loslaten tot reguleren op of af, afhankelijk van de plaats in het proces. Waardeer en geef ruimte aan het particuliere initiatief. Als de gemeenteomvang opgeschaald moet worden is de partnerkeuze belangrijk.

Gelijkwaardige partners De gemeente neigt nu naar een betuttelende houding tegenover inwoners en ondernemers. Zij zou zich moeten opstellen als een gelijkwaardige partner. In een volwassen verhouding, zonder macht, kun je elkaar aanspreken op verantwoordelijkheid. De gemeente zou ook meer vanuit waarden dan vanuit regelgeving moeten denken. Waarom ben je er als gemeente? Om het goed met elkaar te hebben. Om samen gezond te leven, leefbaarheid in een goed economisch klimaat. Nieuwe ontwikkelingen zouden meer langs deze waarden gelegd moeten worden. Niet alleen de overheid zal moeten wennen aan haar nieuwe rol, ook de inwoner en ondernemer zelf. Mensen zijn gewend om naar de overheid te kijken voor oplossingen. Zij zullen moeten wennen aan het nemen van eigen verantwoordelijkheid.

Rol is afhankelijk van plaats in proces De gemeente heeft een regisserende rol bij het stellen van kaders en regels, maar dan wel op basis van visies en beleid. Als een boer of een bedrijf bij de gemeente komt met het verzoek een windmolen te plaatsen dan moet de gemeente een duidelijk beleid hebben en op basis daarvan bepalen of en waar die windmolen geplaatst mag worden. Bij het beheer van openbaar groen kan de gemeente veel meer loslaten. Analoog aan een Deens model werd de suggestie gedaan om een buurt het openbaar groen zelf te laten onderhouden. Om dat te stimuleren zou de OZB-aanslagen voor deze woningen kunnen worden verlaagd. Het geld dat overblijft zou dan via

een stichting ingezet kunnen worden voor het beheer van de openbare groenvoorzieningen. Bij een bedrijf dat wil uitbreiden zou de gemeente moeten beginnen met het waarderen van dit initiatief. Vervolgens gaat de gemeente in gesprek en stelt daarbij heldere kaders. Bovendien geeft ze een aantal suggesties mee: praat met omwonenden en bedenk creatieve oplossingen als er problemen zijn. Verder laat de gemeente helemaal los. Dan komt het bedrijf terug bij de gemeente en faciliteert de gemeente de vergunningen of bestemmingsplanwijzigingen, maar ze stelt ook grenzen als de plannen niet aan de kaders voldoen. De gemeente heeft dus niet één eenduidig rol. In elk proces komen alle rollen wel een keer langs. Van loslaten tot reguleren. Eén van de discussiegroepen ontwikkelde het open afschalingsmodel (zie bijlage I) om die verschillende rollen inzichtelijk te maken.

Ruimte voor particulier initiatief Het particuliere initiatief moet gewaardeerd worden en moet ruimte krijgen. De gemeente stelt kaders, maar binnen die kaders moet de ruimte ingevuld kunnen worden door particuliere initiatieven. De gemeente kan daarbij een katalysator zijn. Wanneer iemand met een initiatief komt, zou de gemeente de initiatiefnemer zelf de verantwoordelijkheid moeten geven om draagvlak voor zijn initiatief te creëren. Als hij dat niet heeft gedaan krijgt hij geen medewerking van de gemeente. De toekomstvisie stelt kaders voor de langere termijn, maar het is ook belangrijk te weten waar je over drie, vijf of over tien jaar staat.

Omvang gemeente Er is zorg over bestuurlijke herkenbaarheid als de gemeente Brummen zou opschalen naar een 100.000+ gemeente. De partnerkeuze is daarbij erg belangrijk. Een samengaan met steden als Apeldoorn of Zutphen is complex, omdat je dan twee eenheden samenvoegt die elkaar op voorhand niet verstaan. Huwelijken met gelijk gestemde partners zijn duurzamer. Het is beter proactief contact te zoeken met agrarische buurgemeenten en op zijn minst de samenwerking te zoeken en misschien wel te fuseren.

Wat moet er in de visie komen? Tijdens het rondje door de zaal werden onderstaande onderwerpen meerdere keren genoemd: Open staan voor/waarderen van particuliere initiatieven (vier keer) Duidelijke/heldere kaders stellen (drie keer) Blijven luisteren (drie keer) Blijven communiceren (drie keer) Vertrouwen (drie keer) Leefbaarheid (twee keer)

Bijlage I: open afschalingsmodel gemeentelijke rollen

Loslaten Faciliteren

Stimuleren Regisseren Wijk onderhoudt groen Middelen leveren Wijk stimuleren zelf groen te onderhouden

Reguleren

Bijlage II: sheets presentatie themabijeenkomst Rol Gemeente

De rol van de lokale overheid

11 december 2012

Programma Toelichting Toekomstvisie • Wat speelt er ? • Wat zou je kunnen doen ? • Wat doet de gemeente ? Hoe vindt u dat het verder moet ? • Verdieping door gesprek Plenaire terugkoppeling Het vervolg

Deze toelichting met dank aan: • • • • • • • •

Denktank Toekomstvisie Netwerk Toekomstvisie Inwoners Bedrijven Maatschappelijke instellingen Provincie Regio (buurgemeenten) Ambtenaren

Wat speelt er in de lokale samenleving ? De rolverdeling tussen inwoners en lokale overheid verandert Steeds meer mensen zetten zich in voor iets anders dan het eigen belang

Denktank Toekomstvisie

Wat speelt er in de lokale samenleving ? Steeds meer inwoners zetten zich in voor iets dat hen bezighoudt !

BNI Bellini, o.a. Kerstenterrein Eerbeek

Wat speelt er in de lokale samenleving ? Steeds meer inwoners zetten zich in voor iets dat hen bezighoudt !

Eerbeekse Brummense Energie Maatschappij

Wat speelt er in de lokale samenleving ? Denk in kansen! Steeds meer samenwerking tussen gelijkgestemden. De nieuwe en sociale media maken het steeds gemakkelijker om elkaar te vinden. Zo gaan steeds meer initiatieven buiten ‘de gemeente’ om ! Daar waar wij (gemeente) eerst moest bedenken hoe inwoners te betrekken, staan we nu steeds meer voor de vraag wat onze rol wordt in relatie tot maatschappelijke initiatieven!

Wat speelt er in de lokale samenleving ? Input uit de themabijeenkomsten met betrekking tot de rol van de gemeente: Recreatie en toerisme • Kaders stellen in de toekomstvisie, aandacht voor een ‘merk’ • Gemeente moet de sector niet los laten, maar helpen bij de organisatie Wonen, zorg en welzijn • Woningmarkt: minder regels, lagere grondprijzen en stimuleren/promoten • Recept tot Meer Waarde: tijdelijke ander gebruik terreinen, loslaten • Baas in eigen buurt: zelfredzaamheid faciliteren, vinger aan de pols

Wat speelt er in de lokale samenleving ? Input uit de themabijeenkomsten met betrekking tot de rol van de gemeente: Energie en milieu • Kaders stellen in de toekomstvisie, vooral wat betreft ruimtelijke effecten • Initiatieven faciliteren/stimuleren • Helpen bij de organisatie Lokale economie • Kaders stellen in de toekomstvisie • Minder regels en ruimte voor groei • In gesprek blijven (nieuwe ontmoetingsvormen) • Groene economie stimuleren door een voorkeur uit te spreken

Wat speelt er in de gemeentelijke organisatie ? De Brummense gemeentelijke organisatie is continue in beweging Sinds 2004 steeds meer ambities, mede onder invloed van een fors woningbouwprogramma. Van beheer- naar ontwikkelorganisatie! Steeds meer burgerparticipatie (o.a. de centrumplannen) De wereld om ons heen is snel veranderd. En deze veranderingen zetten door: de crisis, duurzame ontwikkeling, innovatie en steeds meer maatschappelijk initiatief.

Wat speelt er in de gemeentelijke organisatie ? De rek is uit de overheidsfinanciën, de gemeente kan minder ! Vele maatschappelijke vraagstukken zijn te ingewikkeld, deskundigheid en kennis uit de lokale samenleving is nodig Raad voor het openbaar bestuur (december 2012): ‘De overheid moet minder pretenties en ambities hebben en ruimte laten voor maatschappelijk initiatief’ ‘Politici leven met de waan van de dag en daarmee krijgt het bestuur een ad hoc karakter. Er wordt een gebrek aan visie ervaren: dit zijn we, dit willen we en daar gaan we naar toe’

Wat doet de gemeente ? Toekomstvisie ontwikkelen Nu doen wat kan en moet ! Inhaken op maatschappelijke initiatieven! Minder regels waar dat lokaal kan! - Algemene plaatselijke verordening - Bestemmingsplannen, meer flexibiliteit

Wat doet de gemeente ? Organisatie moderniseren Eigen verantwoordelijkheid en initiatief waar het kan, de gemeente aan zet waar het moet ! Een krachtige samenleving met een netwerkoverheid

Wat zou de gemeente kunnen doen ? Twee petten • Hulpverlener, • Uitvoerder van weten regelgeving

Geschillenbeslechter • wettelijke taken • algemeen en individueel belang

Wat zou de gemeente kunnen doen ? Geen burgerparticipatie, maar overheidsparticipatie Telkens een andere rol: loslaten, faciliteren, stimuleren, regisseren en reguleren Geen afwenteling van verantwoordelijkheden Vangnet voor de zwakkeren (ook verankerd in wettelijke taken)

Wat zou de gemeente kunnen doen ? • • • •

Vraaggericht handelen op basis van kansen Voorwaarden scheppen en leren loslaten Taken en zeggenschap overdragen. Accepteren dat het daardoor iets anders op kan leveren Wel initiatief en verantwoordelijkheid nemen t.a.v zaken die in het algemeen belang zijn


Vertrouwen op partners Waar nodig de 'regie' pakken Open, scherp, betrouwbaar en vooral wendbaar inhaken op nieuwe ontwikkelingen, netwerken, initiatieven en kansen. Naar een “wendbare” organisatie, niet zozeer “kleiner", maar "anders".

Wat betekent dit voor ambtenaren ? Van beleidsmaker naar procesganger, coproductie Beter benutten van de kennis en vaardigheden die we in huis hebben Project- en programmamanagement-kennis ontwikkelen Ontwikkelen van betere communicatieve vaardigheden

Wat zouden inwoners kunnen doen? • • • • •

Niet alles verlangen van de overheid. De overheid kan niet alle problemen oplossen. Eerst zelf ideeën en initiatieven ontplooien De overheid is een instrument om het idee van de samenleving mogelijk te maken (niet in kampen denken) Niet het wiel zelf uitvinden, er gebeurt elders al veel Zelf draagvlak creëren

Wat gaat de gemeente doen ? • • • •

Keuze maken over haar rol in de lokale samenleving Ambitieniveau bepalen gericht op een nieuw duurzaam concept Een duurzaam concept waarbij ‘energie, leefbaarheid en economie’ de belangrijkste ontwikkelpunten lijken te worden Actievere rol met realistische doelstellingen die in de vorm van concrete projecten worden uitgevoerd

Hoe vindt u dat het verder moet ? Verdiepingslag, in groepen in gesprek Hoe moet de gemeente handelen? • Een boer wil een windmolen en kan daar energie mee leveren aan anderen (groen) • Buurtbewoners willen meer zelf doen door zelf het onderhoud van de openbare ruimte te doen en zelf speelvoorzieningen te realiseren (geel) • Een bedrijf met naamsbekendheid wil groeien, maar dit heeft een effect op de woonomgeving (rood)

Hoe moet de gemeente handelen? Betrek in uw oplossing: • Algemeen belang en individueel belang • Loslaten, faciliteren, stimuleren, regisseren of reguleren • En welke invloed heeft een samenwerking of fusie op deze casus (100.000 + gemeente)?

Toelichting op de rollen: • Loslaten: Geen bemoeienis met inhoud en proces • Faciliteren: Initiatief van een ander helpen mogelijk maken • Stimuleren: Zoeken naar mogelijkheden om anderen in beweging te krijgen • Regisseren: Anderen hebben ook een rol, maar gemeente heeft de regie • Reguleren: Sturen door weten regelgeving

De spelregels voor de gesprekken….. 1e gesprekronde • Neemt u plaats aan een tafel met uw kleur • Spreek af wie de gespreksleider is • Bespreek de casus met uw kleur • Maar daarbij gebruik van de hulpvragen Korte pauze 2e gespreksronde • De gespreksleider blijft zitten • De rest van de groep schuift als geheel door naar een andere tafel • • •

Groen -> Rood Geel -> Groen Rood -> Geel

U bespreekt dus twee van de drie casussen Plenaire terugkoppeling

Vervolg •

• •

Vanavond de laatste themabijeenkomst in een reeks van vijf: • Wonen, zorg en welzijn • Lokale Economie • Energie en milieu • Recreatie en toerisme • Rol lokale overheid Verslag van de bijeenkomst wordt per e-mail toegezonden Voor de zomer van 2013 visie gereed


Verslag themabijeenkomst Onderwijs Datum bijeenkomst: 22 januari 2013 Auteur: Els Holsappel Locatie: Cornelis Jetses Eerbeek Aanwezig: Erika Diekema (directeur De Rietgors Leuvenheim), Hein van Amerongen (directeur Cornelis Jetses Eerbeek), Gerben Meerbeek (directeur Oecumenische Basisschool Brummen), Diederik Schakelaar (directeur C van Leeuwenschool Eerbeek en St Pancratius Brummen), Arjan van der Leest (directeur Triangel en De Enk Eerbeek), Hans Blommaert (directeur Johanna Huiskamp Eerbeek), Guus Koster (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Gertie Sloetjes (medewerker Informatisering gemeente Brummen en lid denktank Toekomstvisie 2030), Arjan Schulp (programmamanager gemeente Brummen en projectleider Toekomstvisie 2030), Els Holsappel (Redactiemedewerker Toekomstvisie 2030).

Afwezig (met kennisgeving): Marlou de Vries (directeur De Dobbelsteen), Joris Luesink (De Vossestaart Hall), Evelien Berenschot (J.H. Isings Empe) Manon Vriezekolk (directeur Wilheminaschool Brummen), A. Dijkema (De Krullevaar in Brummen).


Verdiepingsslag op het thema: hoe ontwikkelt het basisonderwijs in Brummen zich, hoe zien het onderwijs en de school er in 2030 uit, etc. Input op dit thema verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Na het welkomstwoord door Hans Blommaert gaf projectleider Arjan Schulp een inleidende presentatie over de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie (zie bijlage). Daarna vond er een gesprek plaats aan de hand van stellingen (zie bijlage) over de toekomst van het onderwijs.

Uitkomsten gesprek toekomst onderwijs Het gaat om de toekomstvisie 2030. We leggen de stip op de horizon om een koers uit te zetten, los van de vierjarige bestuurswisselingen. Het onderwijs in 2030 Het onderwijs zal er in 2030 heel anders uitzien dan nu het geval is. Er zijn drie ankers in het onderwijs die nu al spelen en die in 2030 op een andere manier invulling zullen gaan krijgen: kennis (kenniseconomie en wat zegt dat over de kennis van kinderen), kunde (het toepassen van die kennis) en het zijn (de identiteit en de sociale samenhang). Scholen zullen in 2030 meer dan nu kenniscentra zijn, waarbij kennis, kunde en zijn centraal staan. Het onderwijs zal meer vraaggericht en op maat gemaakt zijn. De toptalenten in het onderwijs krijgen dan ook meer kansen dan nu het geval is. De technologische ontwikkeling en sociale media staan nog maar in de kinderschoenen en zullen zich verder ontwikkelen. Daardoor zal het leren veranderen en ook de banen waarvoor leerlingen leren zullen veranderen. De Universiteit Twente heeft onderzocht wat leerlingen die nu op de basisschool zitten nodig hebben om hun werk te kunnen doen in 2020. Nederland is geen industrieland, maar een land van transport en logistiek en van ontwikkeltechnologie (het ontwikkelen van nieuwe producten die elders geproduceerd worden). Dat betekent dat de rekenvaardigheden van kinderen op een behoorlijk hoog niveau moet komen te liggen. Ze moeten goed overweg kunnen met nieuwe media. De scholen zullen kinderen moeten stimuleren om voor de techniek te kiezen. De kinderen zullen ook heel anders leren. Gestuurd door de technologische ontwikkeling zullen ze veel meer dan nu buiten de school leren. Het zelf ontdekkend leren en het probleem oplossend werken zullen de huidige onderwijskundige programma’s gaan vervangen. Ondernemerschap, techniek en wetenschap: dat zijn de thema’s van de toekomst. De afgelopen twintig jaar zijn we binnen het onderwijs doorgeslagen op kennis. Ten kosten van kunde en zijn. Scholen investeren in kennis, want de maatschappij vraagt om kennis en de inspectie rekent af op resultaten. De overheid denkt in protocollen en elke vier jaar wisselt het bestuur, waarbij men weer dingen anders wil. De ontwikkeling van het kind staat niet meer centraal. We leren kinderen nu heel veel in de klas, maar je moet ook leren leven. En dat betekent dat je af en toe eens uit de klas moet en moet kijken naar het waarom. Waarom moet je dit leren? Als we daar geen antwoord op hebben moeten we het misschien ook gewoon niet doen. Topografische kennis wordt bijvoorbeeld minder belangrijk. Het onderwijs zal in de toekomst dus meer gericht zijn op leren leven dan op het leren van vaardigheden voor bepaalde beroepen.

Nu is het nog zo dat ouders verantwoordelijk zijn voor de opvoeding, scholen voor het onderwijs en gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind. De vraag is hoe dat zich gaat ontwikkelen in de toekomst. Het onderwijs zou niet verantwoordelijk moeten worden voor de opvoeding van het kind. Er zal een kerntakendiscussie ontstaan. Is de avondvierdaagse of de kerstmarkt een kerntaak van het onderwijs? Alle sociale activiteiten nemen tijd en capaciteit af van de leerkracht. Allerlei instanties bemoeien zich met het onderwijs. De school is het afvoerputje van elk maatschappelijk probleem. De vraag moet zijn: wat heeft een kind nodig over een paar jaar? Dat moet dan in de rugzak. Nu gooien we er van alles in. Het onderwijs is nu reactief en reageert vooral op acties van anderen. Het onderwijs zou meer proactief moeten zijn en gebaseerd op de eigen visie van de sector zelf. Er is geen gedeelde mening over de vraag of het onderscheid tussen bijzonder en openbaar onderwijs in 2030 nog zal bestaan. Men is het er wel over eens dat elke school zijn eigen identiteit moet kunnen bepalen. Door kleine scholen open te houden raken de schaarse middelen die er zijn voor onderwijs versplinterd. Door minder scholen open te houden kun je het geld efficiënter besteden, wat ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolgebouw in 2030 In 2030 is de school veel meer een ontwikkelplek, waar ook nog les wordt gegeven, maar wel heel anders dan nu. De 24-uurs economie die je nu al ziet in het bedrijfsleven zal ook zijn intrede doen in het onderwijs. Schoolgebouwen zullen standaard van 7 tot 19 uur open zijn. Er komen dus meer plekken in die schoolgebouwen voor ontwikkeling en onderwijs van kinderen. En in plaats van de vijfdaagse lesweek van nu komt er misschien wel een pakket op maat, waarbij per kind gekeken wordt welk aantal lesuren op welke dagen per week het beste bij hem of haar past. Dan heb je minder leslokalen nodig. Alle scholen hebben te maken met dalende leerlingaantallen. Door de vergrijzing in Brummen neemt het aantal leerlingen drastisch af. Voorheen waren er 125 nieuwe leerlingen te verdelen in Eerbeek, het zijn er de komende vier jaar gemiddeld 88 per jaar. Dat is een teruggang van 28%. In Brummen zijn de cijfers nog slechter. De tien scholen in Brummen en Eerbeek zullen het niet allemaal overleven. De financiële afwegingen rondom de nieuwbouwplannen voor de scholen worden begrepen, maar als de schooldirecteuren zelf hun bouwplannen hadden mogen maken, dan hadden ze voor een andere opzet gekozen. In feite wordt er nu gebouwd voor leegstand. Als de ontwikkelingen in het tempo van nu doorgaan is het de vraag of er in 2030 überhaupt nog schoolgebouwen zullen bestaan en het niet meer gemeenschapsgebouwen zullen zijn. Kennis is altijd, overal en op ieder moment

beschikbaar. Het basisonderwijs zal de kinderen wel moeten inleiden in die kennis en de basisvaardigheden als lezen blijft een rol voor het basisonderwijs. Maar de vorm van het onderwijs zal heel anders zijn dan nu. Een nieuw schoolgebouw moet daar op in kunnen springen en zou dus flexibel ingericht moeten worden. Papiertechniekcentrum In de lokale samenleving zie je dingen steeds meer in elkaar grijpen en wordt alles steeds integraler. Dat zie je ook in het onderwijs. Het onderwijs zal in de toekomst veel meer geïntegreerd zijn met zorg, welzijn en bedrijfsleven. Ondernemers en innovatie zullen verbonden zijn met leerplekken in en buiten de school. In Eerbeek zou je een soort techno centrum / papiermuseum moeten hebben voor techniek en wetenschap, waar kinderen worden opgeleid tot de medewerkers die de papierindustrie nodig heeft. Een trekpleister waar je ook toeristisch iets mee zou kunnen doen. Als dat er komt is er bereidheid van een schooldirecteur om daar aan mee te werken. Rol van de gemeente De gemeente Brummen zou meer aan de voorkant moeten gaan opereren in plaats van in actie komen als er wetgeving door Den Haag is vastgesteld. Het onderwijs wil dat doen waarvan zij denkt dat het goed is voor kinderen. Daar worden ze in tegengewerkt door een overheid die van alles van hen vraagt en dat ook nog terug wil zien in allerlei rapportages. En dat geldt niet alleen voor het onderwijs zelf, maar ook voor allerlei zaken er omheen. Zoals de controle of er naast elke kerstboom een bak met water staat. De schooldirecties willen terug naar hun corebusiness: het lesgeven en kinderen helpen zich te ontwikkelen. Of zoals ze het zelf zeiden: ‘Laat ons bezig zijn met leerkracht zijn.’ Duurzaamheid Gebouwen zouden duurzaam en zelfvoorzienend moeten zijn. Scholen hebben de opdracht kinderen ook het besef mee te geven dat middelen niet voor eeuwig voorradig zijn. Duurzaamheid is voor scholen dus vooral sociale duurzaamheid en het sturen van gedrag. Hoe ga je om met spullen die je in bruikleen hebt en hoe ga je om met het schoolgebouw? Scholen zijn veel tijd en geld kwijt met de vernielingen die buiten schooltijden worden aangericht aan de school. In Eerbeek zit een groep jongeren met probleemgedrag en dat zien we terug op de schoolpleinen buiten schooltijd. Dat betekent dat een school soms ook ouders op moet voeden.

Doen wat nu kan/Quick win Tijdens de ontwikkelfase van de toekomstvisie kijkt de gemeente ook naar projecten die nu al uitgevoerd kunnen worden. Nu doen wat kan. Gemeente wil graag samen met het onderwijs kijken of er een Quick wint te realiseren is op het gebied van duurzaamheid. Duurzaamheid is immers de ruggengraat van de toekomstvisie. Bijvoorbeeld door volgend schooljaar alle kinderen in de gemeente een zelfde lesprogramma te geven. Daar is een gemeentelijk budget voor. Het initiatief ligt dan bij de scholen. De gemeente wil wel meedenken, maar niet opleggen. De schooldirecteuren pakken deze uitdaging aan en gaan samen een invulling bedenken. Het onderwijs zit niet te wachten op een nieuwe lessenserie. Maar er wordt wel gedacht aan een schooltuin. Daar beginnen de scholen nu niet aan, vanwege het vandalisme. Maar eigenlijk zou een schooltuin mooi zijn om kinderen van het begin tot het einde te laten zien hoe alles groeit. De scholen voelen veel voor een gezamenlijke tuin, waar gemeente, buurt, school en leerlingen samen verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Vervolg Het verslag gaat, na goedkeuring door de schooldirecteuren, naar de denktank en die gaat samen met de projectorganisatie de visie verder vormgeven. Het resultaat daarvan wordt ook weer via mail voorgelegd aan de directeuren. Het onderwijs is natuurlijk ook welkom tijdens de burgerdebatten over de conceptvisie die de komende maanden georganiseerd gaan worden. Punt van aandacht is hoe je de uitvoering van de toekomstvisie samen met het onderwijs vorm gaat geven. Er is behoefte aan het in gesprek blijven met elkaar op een continue basis.

Bijlage: sheets presentatie themabijeenkomst Onderwijs

22 januari 2013

Toekomstvisie Brummen Stand van zaken, met dank aan: • • • • • • • •

Denktank Toekomstvisie Netwerk Toekomstvisie Inwoners Bedrijven Maatschappelijke instellingen Provincie Regio (buurgemeenten) Ambtenaren

Waarom een visie? Aanleiding: • Mondiale veranderingen • Crisis en duurzaamheidsdenken • Ontgroening en vergrijzing • Van verzorgingstaat naar verzekeringstaat • Technologische ontwikkelingen, andere oplossingen • Gezondheid • Steeds meer maatschappelijk initiatief Status: • Toetsings- en inspiratiekader voor de lange termijn • Integraal kader op hoofdlijnen om keuzes te maken • Vervangt deels bestaand beleid en leidt tot nieuw beleid

Wat zijn we (identiteit)?

Wat willen we zijn? • • •

Behoud van het goede, toekomstbestendig Duurzaamheid als ruggengraat Goede balans economie, ecologie en sociale samenhang

Keuze: • De mens voorop. Als het goed gaat met de mens………. • Leefbaarheid, gezondheid, samen doen, zelfredzaamheid met oog voor de zwakkeren, eigen verantwoordelijkheid, meer vrijheden, ruimte voor ondernemersgeest en innovatie • Kunnen we daarmee ook het vestigingsklimaat verbeteren, voor wonen, werken en recreeeren? Nieuwe inwoners? • Lokaal doen wat lokaal kan. Een levensloopbestendige gemeente?

Hoe zou je dat kunnen doen? • • • • • • •

Uitgaan van kansen. Lokaal minder regels Nieuwe ontmoetings- en samenwerkingsvormen Vraaggericht handelen op basis van maatschappelijke initiatieven Actievere houding van inwoners vragen Flexibel bouwen en inrichten, met oog voor tijdelijke oplossingen Financieel rendement, haalbaar is betaalbaar Viermaal toegevoegde waarde: iedere ontwikkeling een positief effect in 4 opzichten: maatschappelijke winst, ruimtelijke winst, milieuwinst en financieel gezond

Wat zou dit kunnen betekenen voor ? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

De dorpen Het buitengebied De economie Recreatie en toerisme Duurzame energie, klimaat en biodiversiteit Bereikbaarheid en mobiliteit Onderwijs

1. De dorpen Kansen voor jongeren/jonge gezinnen. Ouder, maar zeker niet afgeschreven • Meer kansen met lokaal netwerk Zorg en welzijn gericht op meedoen in de samenleving • Zorg voor de zwakkeren, maar wel meedoen Meer zelf en samen doen • Met name op buurtniveau. Wat kan een buurt zelf? Wonen, zorg en welzijn samenbrengen • In de buurt, wijk of vooral het centrum

1. De dorpen Een goede woning op een goede locatie • Passende huisvesting voor iedereen • Aandacht voor jongeren en ouderen (met zorg) • Evenwichtige verdeling van goedkoop, middel en duur • Eerst herstructurering, dan uitbreiding. Nieuwbouw in de kleine kernen Meer groen in de woonomgeving • Nieuwe groene locaties niet meer bebouwen • Bij herstructurering groen toevoegen Levendige centra in Brummen en Eerbeek • Ook centrumplan Brummen uitvoeren

1. De dorpen Meer sport en verlevendigen van het kunst- en cultuuraanbod • Meer……en samenwerking recreatiesector Verbetering van voorzieningen in de gezondheidzorg • Gezondheidcentra in Brummen en Eerbeek

2. Het buitengebied Innovatie in de agrarische sector • Alle ruimte, mits……. • …..gesloten kringloop, schoon produceren, energieproducent, beheerder landschap, etc

(nieuwe) landgoederen met nieuwe economische dragers • Meer toelaten in het belang van behoud • Nieuwe landgoederen met wonen, werken en recreeeren ten bate van landschapsontwikkeling

2. Het buitengebied Versterking van natuur en landschap • Voortzetten van uitbouw EHS • Energielandschap en biodiversiteit als energiebron, de agrarier als leverancier Nieuwe woonvormen in het buitengebied • Sociale verschraling door schaalvergroting en import • Meer woonmogelijkheden voor de eigen bevolking • Noaberschap

3. De economie Meer bekendheid • Waarom weten we zo weinig van de toppers in onze gemeente? Respecteren en ruimte geven aan bestaande bedrijven • Samen op zoek naar slimme oplossingen voor hinder Grotere maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven • Betrekken lokale jongeren, ouderen en arbeidsgehandicapten Eerst revitalisering bedrijventerrein • Uitbreiding alleen voor duurzame en innovatieve bedrijven • Huidige uitbreidingslocaties voor woningbouw in beeld

4.

Recreatie en toerisme

Ontwikkeling van een merk • Kracht is grote diversiteit, toch merk. Papier? Landgoederen? • Meer promotie Kwaliteit voor wanderlaars, fietsers, ruiters en waterrecreanten • Verbetering van het huidige aanbod • Nieuwe kansen in of aan de kleine kernen • Meer kunst en cultuur Intensieve recreatie als het past bij Brummen • Geen gebiedsvreemde/introverte functies • Verbetering natuur en landschapswaarden altijd voorwaarde

5. Duurzame energie, klimaat en biodiversiteit Vanzelfsprekend duurzame energie • Alle vormen, maar nu kiezen voor het hoogste rendement • Technieken veranderen, smart grid ontwikkelen • Urgentie en noodzaak zijn belangrijker dan de eventuele hinder die wordt ondervonden van grotere installaties (zoals windmolens) Energieneutraal bouwen en inrichten • Welke ambitie is haalbaar?

5. Duurzame energie, klimaatmaat en biodiversiteit Waterretentiegebieden maken • Noodzaak i.v.m verdroging, kansen voor recreatie en landschap Mogelijkheden voor biodiversiteit benutten • Verbeteren van leefomgeving en gezondheid • Kansen voor de agrarier, natuurbeheerder, landgoedeigenaren, bedrijven als ontwikkelaars en afnemers? Voedselvoorziening? Waterretentie als drinkwater? Biomassa, groen gas? • In het buitengebied, maar ook in de bebouwde kom?

6.

Bereikbaarheid en mobiliteit

Goede bereikbaarheid cruciaal voor goed vestigingsklimaat • Verbeteren van bereikbaarheid via provinciale wegen • Maximaal voorkomen van hindersituaties • Verbetering van het bedrijventerrein Eerbeek-Zuid voor vrachtverkeer • Inzetten op treinverbinding door Eerbeek vanwege spin off effect Maximaliseren van de verkeersveiligheid • Voor zover het de bereikbaarheid niet frustreert Stimuleren van duurzame vervoersvormen • Open staan voor nieuwe voorzieningen, zoals een multifuelstation Verbeteren mobiliteit ouderen • In samenwerking met bedrijven en instelling op zoek naar slimme oplossingen

7. Onderwijs Toekomstvisie in lokaal basisonderwijs • Jongeren meer lokaal betrekken. Papier, duurzame energie, landgoederen, zelf groente verbouwen, op bezoek bij de boer etc. Ononderbroken ontwikkelingslijn • Het kind en de wensen van de ouders centraal. Opvang van kinderen steeds meer aaneengesloten. Netwerken met beroepsonderwijs • Werken en leren accomoderen met bedrijfsleven en opleidingsinstituten

De rol van de lokale overheid De rolverdeling tussen inwoners en lokale overheid verandert Steeds meer mensen zetten zich in voor iets anders dan het eigen belang

Denktank Toekomstvisie

Wat speelt er in de lokale samenleving ? Denk in kansen! Steeds meer samenwerking tussen gelijkgestemden. De nieuwe en sociale media maken het steeds gemakkelijker om elkaar te vinden. Zo gaan steeds meer initiatieven buiten ‘de gemeente’ om ! Daar waar wij (gemeente) eerst moest bedenken hoe inwoners te betrekken, staan we nu steeds meer voor de vraag wat onze rol wordt in relatie tot maatschappelijke initiatieven!

Wat speelt er in de gemeentelijke organisatie ? De rek is uit de overheidsfinanciën, de gemeente kan minder ! Vele maatschappelijke vraagstukken zijn te ingewikkeld, deskundigheid en kennis uit de lokale samenleving is nodig Raad voor het openbaar bestuur (december 2012): ‘De overheid moet minder pretenties en ambities hebben en ruimte laten voor maatschappelijk initiatief’ ‘Politici leven met de waan van de dag en daarmee krijgt het bestuur een ad hoc karakter. Er wordt een gebrek aan visie ervaren: dit zijn we, dit willen we en daar gaan we naar toe’

Wat doet de gemeente al ? Toekomstvisie ontwikkelen Nu doen wat kan en moet ! Inhaken op maatschappelijke initiatieven! Minder regels waar dat lokaal kan! - Algemene plaatselijke verordening - Bestemmingsplannen, meer flexibiliteit

Wat doet de gemeente al ? Organisatie moderniseren Eigen verantwoordelijkheid en initiatief waar het kan, de gemeente aan zet waar het moet ! Een krachtige samenleving met een netwerkoverheid

Waar liggen de grenzen ? Twee petten • Hulpverlener, • Uitvoerder van weten regelgeving

Geschillenbeslechter • wettelijke taken • algemeen en individueel belang

Wat zou de gemeente kunnen doen ? Geen burgerparticipatie, maar overheidsparticipatie Telkens een andere rol: loslaten, faciliteren, stimuleren, regisseren en reguleren Geen afwenteling van verantwoordelijkheden Vangnet voor de zwakkeren (ook verankerd in wettelijke taken)


Vraaggericht handelen op basis van kansen Voorwaarden scheppen en leren loslaten Taken en zeggenschap overdragen. Accepteren dat het daardoor iets anders op kan leveren Wel initiatief en verantwoordelijkheid nemen t.a.v zaken die in het algemeen belang zijn

Wat betekent dit voor ambtenaren ? Van beleidsmaker naar procesganger, coproductie Beter benutten van de kennis en vaardigheden die we in huis hebben Project- en programmamanagement-kennis ontwikkelen Ontwikkelen van betere communicatieve vaardigheden

Vervolg • •

Jan/feb: afronden conceptvisie en uitvoeringsprogramma Mrt: publieke debatten

•

Jun: besluitvorming raad


Verslag interne bijeenkomst Datum bijeenkomst: 4 februari 2013 Auteur: Els Holsappel Aanwezig: 7 medewerkers en wethouder Beelen Doel van de bijeenkomst: Eerste versie dummy toekomstvisie op hoofdlijnen bespreken.

Inleiding Dit is de eerste versie van de dummy toekomstvisie. Hij is geschreven door een ambtenaar en moet tekstueel nog worden aangepast. Ook inhoudelijk moeten er nog aanpassingen worden doorgevoerd en er zitten nog inconsistenties in het abstractieniveau. Wethouder Beelen nodigt de aanwezigen uit om kritisch mee te denken. De toekomstvisie is belangrijk en wordt het basisprogramma voor de komende jaren. Parallel daaraan speelt het proces Van Partij naar Partner, dat raakvlakken heeft met de toekomstvisie. Er komt nu een toekomstvisie waar onze burgers ongelooflijk serieus worden genomen. Natuurlijk moet de gemeente ook een belangenafweging blijven maken en op blijven komen voor het algemeen belang. Maar de toekomstvisie vraagt een andere houding van de gemeenteambtenaar. Niet langer alleen maar toetsen op kaders en vertellen wat niet kan, maar vooral ook kijken naar wat wel kan. Dit is een veranderingstraject, zowel individueel als integraal. Maar die verandering moet ook aantrekkelijk zijn. Als je samen een aantrekkelijk doel voor ogen hebt, dan is dat de weg om te gaan. Dat motiveert om door te gaan.

Uitkomsten bespreking Kader: Het proces van de totstandkoming van deze visie (participatietraject met inwoners en ondernemers) is minstens zo belangrijk als de inhoud. Dat wordt nog gemist in het verhaal.

Perspectief en doelgroep Het is niet duidelijk vanuit welk perspectief de visie geschreven is. Wie is wij? De gemeente of de inwoners? De tekst is geschreven vanuit het standpunt van de gemeenteraad, want zij stelt dit stuk uiteindelijk vast. Maar is de visie niet ook van de inwoners, gezien de participatie? De visie is bedoeld voor zowel intern als extern: voor zowel de gemeente als voor de inwoners en ondernemers. Voor de gemeenschap dus. Vanaf het begin is er een tweesporenbeleid gevolgd: de input voor de visie zou zowel bij inwoners en ondernemers als in de gemeentelijke organisatie zelf gehaald worden. Door allerlei oorzaken is dat laatste niet goed uit de verf gekomen. Status Ligt op Groen was tot nu toe het ijkpunt voor de gemeentelijke organisatie. Dat was echter geen echte integrale visie, aspecten als lokale economie en sociale samenhang missen bijna volledig. De toekomstvisie 2030 is wel een integrale visie. Het wordt het toetsingskader op hoofdlijnen. En het moet ook een inspiratiekader worden om met goede voorstellen te komen. Ontbrekende onderwerpen Re-integratiebeleid langdurig werklozen zit er nog niet in. De snelheid van nieuwe media verandert het werk behoorlijk. Dat zit nu niet in de visie. Structuur De indeling in thema’s doet voor sommigen afbreuk aan de samenhang. De thema’s mobiliteit en onderwijs zouden geen aparte thema’s moeten zijn, maar onderdeel van ‘Gezond wonen en leven in een dorp’. Belangenafweging Er worden tegenstrijdigheden in de visie gezien. Bijvoorbeeld goede bereikbaarheid en de rust in het buitengebied. De visie spreekt zich daar niet over uit. Datzelfde geldt voor windmolens. Er is heel bewust gekozen om de focus niet te veel op de middelen van nu te leggen. Wie weet is de windmolen over tien jaar geen energiebron meer. Maar als je vindt dat landschapswaarden belangrijk zijn, dan moet je een belangenafweging maken in de visie. Nu laten we windmolen voor gaan.

Wij zeggen in visie dat we vraaggericht gaan handelen. Maar dat botst met onze rol, waar we hier toe op aard zijn als overheid, namelijk om het algemeen belang af te wegen. In de visie zit een spagaat. Aan de ene kant geven we ruimte om met initiatieven te komen en anderzijds zeggen we toch weer wat goed voor de bewoner is (bijvoorbeeld dat er meer groen bij moet komen of dat inwoners gezond moeten leven). Er zijn bepaalde taakvelden waar wij als gemeente op moet blijven ingrijpen (veiligheid bijvoorbeeld). Maar er zijn ook taakvelden waar dat niet speelt en waar de overheid zich nu terugtrekt. Daar krijgt de burger ruimte om zaken op te pakken. Het is de bedoeling dat we uit die spagaat komen en in de toekomstvisie een keuze te maken. Er liggen veel kansen om samen met burgers plannen te maken en die te faciliteren. Er moet her en der nog meer een belangenafweging in de visie komen, al blijft de visie wel op een bepaald abstractieniveau. De uitwerking komt in het Uitvoeringsprogramma, niet in de visie. Onderwijs Nadat deze versie van de dummy gereed was is er een overleg geweest met de schooldirecteuren in onze gemeente. Die uitkomsten moeten nog verwerkt worden. Samenvatting: de schooldirecteuren zien grote veranderingen in hoe de komende 15 jaar onderwijs wordt gegeven. Zij zien ook een veel bredere ontwikkeling dan school alleen. Scholen worden opgenomen in grotere eenheden: ontmoetingsplekken met ouderen, kenniscentrum. Ze vinden het jammer dat ze in een strak keurslijf vanuit Den Haag zitten. Ze willen veel meer doen in de lokale samenleving. Zij willen bijvoorbeeld graag een papierkenniscentrum. De papierindustrie wil dat ook graag. Er liggen veel mogelijkheden. Het principe om kinderen meer te laten leren van hun eigen omgeving wordt onderschreven. Schrijfstijl De ambtelijke termen leiden op dit moment af van de inhoud. De visie is vanuit de burger ontwikkeld en opgebouwd en dat wordt nog te weinig teruggezien in de visie. De keuzes die gemaakt zijn mogen hier en daar wel wat scherper neergezet worden. (Bijvoorbeeld ‘We gaan onderzoek doen naar’ is te vrijblijvend.) Maak keuzes en zet ze duidelijk en helder neer.

Vervolgtraject Het is belangrijk om nog een paar sessies te organiseren om intern om te buigen. De insteek bij vooral ‘Gezond leven in een dorp’ om de mens centraal te stellen en te kijken wat hij nodig heeft wordt wel herkend in de visie. Het is een vernieuwende insteek die onderschreven wordt. Maar dat betekent nogal wat voor organisatie. Als de visie af is moet er energie gestoken worden in de bewustwording onder inwoners en ondernemers. De pilots die nu al lopen doen daarin al hun werk. Participatie De grondhouding die we tijdens de bijeenkomsten hebben aangetroffen bij inwoners en bedrijven is niet dat ze naar de gemeente kijken voor antwoorden of oplossingen. Tijdens de bijeenkomsten heeft maar een klein deel van de gemeente meegedaan. Een groot deel is niet gehoord. Daarom wordt er nog een enquête houden in Brummen en Eerbeek om te kijken of we nog mensen kunnen horen die we nu nog niet hebben gehoord. We steken als het ware een thermometer in de samenleving. We zoeken daarvoor nog enquêteurs. Arjan Schulp stuurt een oproep rond.

Vervolg De geleverde input wordt verwerkt in de volgende dummy van de visie. Over een aantal weken zal een volgende bijeenkomst gepland worden.

Verslag themabijeenkomst Industriekern Eerbeek - Loenen Datum bijeenkomst: 15 februari 2013 Auteur: Els Holsappel Locatie: Rudico Group BV Eerbeek Aanwezig: Dirk Schut (algemeen directeur Solid Pack Loenen en voorzitter van Industriekern Eerbeek – Loenen), Willem Dikker Hupkes (directeur Blanken Controls Loenen), Jan Wustenhoff (directeur Rudico Group BV Eerbeek), Fred Schotpoort (directeur Schotpoort Logistics Eerbeek), Remco Feith (Kamer van Koophandel), Mariska Romein (secretariële ondersteuning Industriekern Eerbeek – Loenen), Guus Koster (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Ronald Zeilstra (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Arjan Schulp (programmamanager gemeente Brummen en projectleider Toekomstvisie 2030), Els Holsappel (redactiemedewerker Toekomstvisie 2030).

Doel bijeenkomst    

Uitleg proces visievorming Bepalen van betrokkenheid Industriekern Eerbeek – Loenen bij visievorming Verdiepingsslag voor de visie: hoe ontwikkelt de industrie in Eerbeek zich, wat is de visie van de industrie op de toekomst, rol van de gemeente etc. Input verzamelen voor de toekomstvisie.

Methode Na het welkomstwoord door Dirk Schut als voorzitter van Industriekern EerbeekLoenen en een kennismakingsronde gaf projectleider Arjan Schulp een toelichting op de opzet en stand van zaken rond de toekomstvisie. Daarna vond er een gesprek plaats over de betrokkenheid van de Industriekern Eerbeek – Loenen bij de visievorming en zijn er afspraken gemaakt over het vervolg.

Uitleg proces visievorming Guus Koster heeft het initiatief voor deze bijeenkomst genomen, omdat de industrie in Eerbeek tot nu toe onvoldoende is gehoord tijdens de visievorming. Arjan Schulp legt uit dat de gemeente Brummen bezig is een omslag te maken naar een meer vraaggerichte gemeente. Die omslag is nog niet gemaakt en kost tijd. De toekomstvisie 2030 is een voorbeeld van deze omslag. De visie is meer dan ooit een resultaat van cocreatie. De politiek onafhankelijke denktank, een groep van 5 inwoners en 5 ambtenaren, vormt de kern van het proces. Maar er zijn ook heel veel bijeenkomsten met inwoners en ondernemers geweest om input voor de visie te vergaren. De visie is opgebouwd vanuit de huidige identiteit van de gemeente Brummen. De toekomstvisie wordt geen ruimtelijke, maar een integrale visie. Deze visie wordt de komende jaren leidend voor het gemeentelijk beleid. Het toegezonden stuk is een tussenproduct waar nog volop aan gewerkt wordt. Er wordt onder andere nog een slag gemaakt om de ambities die de visie nastreeft heel helder te verwoorden. Eind maart vindt een opiniërende raadsvergadering over de toekomstvisie plaats en in juni volgt de besluitvorming.

Uitkomsten gesprek over de visievorming Het is belangrijk dat het beeld van de industrie van ‘lawaai en stank’ dat nu leeft wordt omgedraaid naar ‘werkgelegenheid’. De directeuren zijn bereid te erkennen dat zij ook een verantwoordelijkheid hebben richting bewoners. Maar de Industriekern Eerbeek – Loenen voelt zich niet erkend voor hun verbondenheid en rol in de ontstaansgeschiedenis van Eerbeek, de werkgelegenheid die zij al meer dan 200 jaar scheppen in de regio, de duurzame ontwikkeling die de industrie doormaakt en hun innovatieve kracht. De directeuren zijn bezorgd over het gebrek aan kennis en waardering voor de industrie bij het gemeentebestuur. Het overheersende beeld is dat het gemeentebestuur geen idee heeft wat er binnen de fabrieksmuren gebeurt. De industrie is al circulair en wordt dat nog veel meer in de biobased economy. De industrie moet kunnen groeien om te overleven. Dat betekent ook dat vervoersstromen kunnen gaan toenemen. De overheid zou moeten voorkomen dat de industrie vastloopt door de industrie geen ruimte te geven en niet te investeren in infrastructuur. Als de industrie en de gemeente niet gezamenlijk aan tafel gaan om te kijken wat ieders belang is, komen er geen oplossingen. Dan is de kans groot dat beide partijen tegenover elkaar komen te staan bij de Raad van State. Beide partijen worden niet beter van langdurige, formele procedures.

Durf als gemeente ergens voor te staan en maak keuzes. Tot nu toe worden de kool en de geit gespaard, maar dat werkt niet. Eerbeek is van oorsprong een papierdorp. Maar papier is wel zware industrie. Dat heeft gevolgen voor het dorp. Wees je daar als overheid van bewust en draag dat ook uit. Ook de industrie is zich bewust van de gevolgen voor het dorp. Het is zaak samen naar oplossingen te zoeken. Het centrumplan Eerbeek is een frustrerend proces voor de industrie in Eerbeek. De geleverde input is niet teruggevonden in het plan. Als je woningbouw plant tegen de geluidsnormen aan, dan weet je dat als de industrie ook maar een beetje uitbreidt, de geluidsnormen overschreden worden. Met alle klachten en procedures van dien. De industrie verzet zich dan ook tegen de plannen voor woningbouw op het voormalige Burgersterrein. De industrie heeft veel last van weten regelgeving. Dat kost veel tijd. Tussen alle regels door probeert men ook nog een bedrijf te leiden. De maakindustrie verdwijnt niet in Nederland en de papierindustrie vertrekt niet zomaar uit Eerbeek. De fabrieken in Eerbeek hebben zich goed herpakt uit de crisis. Het zou zonde zijn als je nu bedrijven zou laten vastlopen, doordat de overheid niet investeert. Als een fabriek omvalt of vertrekt ben je ook de aan de fabriek gelieerde bedrijven kwijt. De tekst in de visie kabbelt nog erg. De keuzes mogen wel wat duidelijker gesteld worden. Onder het thema ‘Gezond leven en werken in een dorp’ wordt de industrie geheel niet genoemd, terwijl Eerbeek al eeuwenlang een industriedorp is. In de visie moet ook worden opgenomen hoe je de samenwerking met de gemeente in de toekomst vasthoudt en verder ontwikkeld.

Vervolg De industriekern Eerbeek – Loenen wil graag betrokken zijn bij de visievorming. Zij wil graag input leveren. Niet alle geleverde input zal misschien terugkomen in de visie, want het is een gezamenlijk product. Een deel van de Industriekern Eerbeek – Loenen denkt mee met leden van de denktank. Dat zal teruggelegd worden in de volledige denktank die de visie vormgeeft. Het resultaat daarvan wordt weer voorgelegd aan de Industriekern Eerbeek – Loenen. Mariska Romein neemt contact op met Els Holsappel om een nieuwe afspraak te plannen.

Verslag themabijeenkomst Industriekern Eerbeek – Loenen II Datum bijeenkomst: 26 maart 2013 Auteur: Els Holsappel Locatie: DS Smith Packaging Eerbeek Aanwezig: Dirk Schut (algemeen directeur Solid Pack Loenen en voorzitter van Industriekern Eerbeek – Loenen), Erik Meijer (cluster director DS Smith Packaging Eerbeek), Fred Schotpoort (directeur Schotpoort Logistics Eerbeek), August Steinkellner (technisch directeur Mayr Melnhof Karton Eerbeek), Remco Feith (Kamer van Koophandel), Guus Koster (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Ronald Zeilstra (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Arjan Schulp (programmamanager gemeente Brummen en projectleider Toekomstvisie 2030), Els Holsappel (redactiemedewerker Toekomstvisie 2030).

Doel bijeenkomst   

Terugkoppeling reactie op conceptvisie door IKEL; Vervolg visievorming op vorige bijeenkomst; Input verzamelen voor de definitieve toekomstvisie.

Het proces Na het eerste overleg met IKEL is de conceptvisie opgesteld en voorgelegd aan de raad in een opiniërende bijeenkomst. De visievorming gaat parallel aan dit proces gewoon door. Er is duidelijk gecommuniceerd, ook naar de raad, dat de visievorming met IKEL nog niet is afgerond en dat de visie nog verder ontwikkeld wordt. IKEL geeft aan geen onderdeel te willen zijn van iets waar ze niets meer over kan zeggen. Het is nu van belang om een goede samenwerking op te zetten, waar IKEL en de gemeente in de toekomst samen mee verder kunnen. Het bestuurlijk overleg dat IKEL recent gevoerd heeft is goed geweest en wordt gezien als een nieuwe start. Industrie en gemeente zitten weer meer op één lijn.

De toekomstvisie zet de stip op de horizon. IKEL hoopt dat het een politiek kompas wordt, waar toekomstig beleid op getoetst wordt. Doel is om in dit overleg gezamenlijk een paar basisprincipes neer te zetten. De papierindustrie is er in Eerbeek en heeft de intentie om hier te blijven. De papierindustrie maakt van een boomstam een eindproduct. Binnen één dorp (en aan één straat) zijn er drie papierfabrieken. Dat is uniek in Nederland. Door papier als kernwaarde op te nemen in de visie zetten we een duidelijke pijler neer.

Reactie IKEL op conceptvisie en vervolg visievorming Eerbeek als papierdorp Dat mag scherper neergezet worden. Eerbeek als hét papierdorp van Nederland op de kaart zetten. Die ambitie hebben we regionaal, landelijk en ook internationaal. De papierindustrie werkt hard aan duurzaamheid en dat past goed in deze toekomstvisie. Op Coldenhove na maken de industrieën verpakkingsmateriaal. Papier verdwijnt wel door de digitalisering, maar dat heeft op de meeste industrieën geen effect. Plastic is wel een concurrent, maar die is gebaseerd op olie en dat raakt op. Papier wordt gemaakt van hout. Bovendien is ander bronmateriaal mogelijk. De eerste machine op grasvezels draait al. De biobased economy biedt volop kansen voor de papierindustrie. De agrarische sector en de chemie gaan een alliantie aan om uit gras olie te vervaardigen. Uit de vezels die overblijven zou de papierindustrie weer papier en karton kunnen maken. Cijfers zouden die ontwikkeling in de visie duidelijker kunnen maken. De industrie werkt aan grote programma’s om het energieverbruik terug te dringen. Dat gaat niet van vandaag op morgen, maar de sector is vernieuwend en innovatief bezig. DS Smith is al in gesprek met energiebedrijf Liander om te kijken of de grote krachtcentrale van de fabriek ingezet kan worden voor de lokale energievoorziening. De industrie zou graag meedenken aan het leveren van de restwarmte en andere energie aan het centrum van Eerbeek. In dat wat de papierindustrie nodig heeft om te kunnen produceren zitten elementen, zoals water en warmte, die gebruikt zouden kunnen worden door de inwoners rondom de fabriek. Dat wat nu als overschot de lucht in gaat inzetten voor de gemeenschap. Zo zou je een aantal lokale kringlopen kunnen maken die aan elkaar geknoopt kunnen worden. De energetische restwaarde van afval wordt steeds belangrijker. Daar zouden we op in kunnen springen.

Eerbeek als dorp waar het meest elektrisch wordt gereden: dat zou een mooie ambitie kunnen zijn. Elektrische auto’s kunnen veel energie opslaan. Ruimte voor de bedrijven Het opleggen van een nieuw toetsingskader (people, planet, profit) ziet IKEL als een relativering van een eerdere ambitie. Bedrijven krijgen de ruimte. Dat zou de ambitie moeten zijn. De papierindustrie moet al aan veel en strenge weten regelgeving voldoen. Daar moet niet nog eens een toetsingskader van de gemeente bovenop komen. De papierindustrie wil wel de verplichting aangaan om alle technieken aan te wenden om zo duurzaam mogelijk te produceren, maar wil niet nog een toetsingskader op het al bestaande, zeer uitgebreide, toetsingskader. Duurzaamheid is speerpunt van de toekomstvisie. Maar bestaande bedrijven zijn er al. Die kun je niet nog eens gaan toetsen op de drie duurzaamheidscriteria. Die toets zou moeten gelden voor nieuwe bedrijven. Voor bestaande bedrijven zou een soort inspanningsverplichting moeten gelden om dat wat je als bedrijf doet binnen normen te houden die voor het dorp draaglijk zijn. Hinder Door het gebruik van het woord ‘hinder’ wordt de industrie nog steeds als een vervuiler neergezet. Industrie geeft hinder, maar geen werkgelegenheid geeft ook hinder. Je zou het anders kunnen verwoorden, waarbij je uitgaat van de wederzijdse acceptatie en onderlinge verbondenheid (industrie en gemeenschap). Vervolgens is er de technologische ontwikkeling die ervoor zorgt dat de ruimteclaim op het gebeid van geluid, trilling, fijnstof en geur van de papierindustrie kleiner wordt. De ruimte die ontstaat kan benut worden voor groei en ontwikkeling van bedrijvigheid en economie. Je koppelt zo de ontwikkeling van de industrie aan technologische ontwikkeling. En de ruimte die ontstaat door de technologische ontwikkeling wordt gebruikt door de bedrijven zelf en wordt niet ingezet voor woningbouw. De ontwikkelruimte is in Eerbeek beperkt, door het Veluws massief aan de ene kant en het dorp aan de andere kant. De beperkte ontwikkelruimte die er is en die ontstaat door de technologische ontwikkeling, is dan ook echt nodig voor de industrie zelf. Bereikbaarheid De toekomstvisie kent een redelijk hoog abstractieniveau en het is dus de vraag of je een specifieke weg moet benoemen in de visie. De N786 is echter belangrijk voor de industrie in Eerbeek. Door het speerpunt ‘ruimte voor de papierindustrie’ wordt de toekomst van deze weg relevant voor de toekomstvisie.

Het opknappen van de N786 is geen optie voor de papierindustrie, want dan rijden de vrachtwagens nog steeds door de dorpen. De kosten van een nieuwe weg zijn niet alleen een investering in leefbaarheid, maar ook in de economie. Als dit probleem niet opgelost wordt, komt de industrie in conflict met zijn eigen medewerkers, want groei betekent meer vrachtwagens door woonwijken. Lokale politici zouden moeten lobbyen bij de provincie. Dat gebeurt nu niet en dat brengt de oplossing niet dichterbij. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt De ambitie in de visie wordt al wettelijk door het rijk opgelegd. De industrie heeft echter al moeite om haar eigen ouder wordende personeel aan het werk te houden. Op dit punt zou de industrie graag de samenwerking opzoeken met elkaar en met bijvoorbeeld de Veluwagroep, zodat relatief eenvoudige werkzaamheden geclusterd zouden kunnen worden. Zo kan de industrie gezamenlijk ouder personeel en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk houden of helpen. Regio De samenwerking met de Regio Stedendriehoek, zoals bijvoorbeeld het technocamp in Deventer, wordt in de visie gemist. De positie in de regio mag beter benoemd worden. Kenniscentrum voor papier De industrie vindt de koppeling met het basisonderwijs prima, maar het opleiden van medewerkers voor de industrie kan niet in Eerbeek plaatsvinden. De infrastructuur ontbreekt daarvoor. Voor het opleiden van mensen heb je verschillende elementen en disciplines nodig. Daarvoor zou je moeten aansluiten bij de technocampus in Deventer. Het kenniscentrum in Eerbeek ligt dan (gedeeltelijk) in Deventer.

Vervolg De industriekern Eerbeek – Loenen stuurt tekstvoorstellen voor aanpassingen in de visie. Die tekstvoorstellen worden teruggekoppeld naar de volledige denktank die de visie vormgeeft. Het resultaat daarvan wordt weer voorgelegd aan de Industriekern Eerbeek – Loenen. Els Holsappel neemt contact op met Mariska om een nieuwe afspraak te plannen.

Verslag publieksdebat Brummen Datum bijeenkomst: 3 april 2013 Auteur: Els Holsappel Aanwezig: 15 deelnemers

Doel van de bijeenkomst:  

Verzamelen reacties op de conceptvisie; Input leveren voor de definitieve visie.

Methode: Na het welkomstwoord van wethouder Hennie Beelen zette projectleider Arjan Schulp de hoofdlijnen van de visie uiteen en liet zien hoe het proces na dit debat verder gaat (zie bijlage). Daarna discussieerden de deelnemers in kleinere groepen met elkaar over de conceptvisie aan de hand van een aantal stellingen. De uitkomsten van die discussies werden daarna onder leiding van burgemeester Niels Joosten plenair teruggekoppeld.

Uitkomsten groepsdiscussies: Wat niet mag ontbreken in de visie:        

Uitgaan van het positieve en samenwerken met verschillende regio’s en op verschillende thema’s; Natuur behouden en instanties huisvesten in oude gebouwen, zodat deze niet leeg staan; Goed bewustzijn van provinciale, landelijke en Europese wetgeving om de ruimte voor de papierindustrie te behouden; De samenhang en dwarsverbanden tussen de verschillende thema’s, zoals wonen, werken, onderwijs, mogen nadrukkelijker naar voren komen; De landbouw mag meer aandacht krijgen; Rol van het onderwijs in de kernen; Goed voorzieningenniveau; Hoe zorgen we voor werkgelegenheid in Brummen;

 

Beter gebruik van recreatie en toerisme; Innovatie van landgoederen: landgoederen voor en door inwoners.

Maakindustrie ‘Maak het in Brummen’: we zijn goed in de maakindustrie (papierindustrie en landbouw). Dat komt goed uit de verf in het hoofdstuk ‘Ruimte voor papier en landgoederen’ maar minder in het hoofdstuk over de landbouw. Je zou nog meer de combinaties kunnen opzoeken. De boer in het landschap De groei van de natuur gaat hard, maar pas op dat we daar niet in doorslaan. In Brummen is er geen boer die niet last heeft van Natura 2000 of landgoederen. Door de stijgende kosten van import van voedsel zullen we in de toekomst ons landbouwareaal hard nodig hebben. Dat betekent dat we ons landbouwareaal niet gaan inzetten voor zonnepanelen. De innovatie van duurzame energiewinning zul je dus op een andere manier moeten invullen. Recreatie en toerisme Als je de voorzieningen voor de huidige inwoners op peil wilt houden, dan zul je moeten groeien. En de enige groeimogelijkheid in Brummen is recreatie en toerisme. Recreatie en toerisme zitten voldoende in de visie, maar er zijn nog aanvullingen:   



De huidige onduidelijke routing naar de pont moet aangepakt: geef de route naar de Achterhoek goed aan; Brummen zou weer een recreatiepark moeten hebben: Vinkenweide opknappen? In Eerbeek is de recreatiesector veel sterker dan in Brummen en dat zit hem ook in de kracht van mensen als Bommeljé, zou je dat ook in Brummen kunnen stimuleren? De recreatieve kracht van het Kanaal meer benutten, men is voor het bevaarbaar maken van het Kanaal voor de pleziervaart.

Onderwijs Men wil geen grote scholen en pleit voor behoud scholen in de kernen. De connectie met de omgeving van de school staat goed in de visie: ervaringsleren, werkplekken en zoeken naar verbinding met je omgeving.

Zorg en wonen Geef ruimte voor gemengde woonvormen, zoals kinderen en ouders die bij elkaar wonen en voor elkaar zorgen. Daar moet in de stedenbouw rekening mee gehouden worden. Geen rijtjeshuizen meer bouwen, maar gemengde woonvormen. Jongeren De jongeren missen in de visie. Vraag hen wat zij in de toekomstvisie zouden willen hebben. Rol van de gemeente De meerderheid is voor het zelfstandig voortbestaan van Brummen als gemeente. Maar Brummen moet wel de samenwerking opzoeken met gelijksoortige buurtgemeenten. De lokale samenhang willen we behouden in Brummen. Brummen is geen eiland. Stem het beleid af op provinciaal, landelijk en Europees beleid. Hoe zorgen we ervoor dat als er in de ene kern binnen de gemeente een initiatief succesvol is, dat initiatief ook in andere kernen wordt opgepakt? Men verwacht een actieve rol van de gemeente die zaken oppakt, mensen bij elkaar brengt en verbindt. Faciliteren mag niet leiden tot achterover leunen. De overheid als een oliemannetje: met ogen en oren open, die alle voelsprieten uit heeft staan, precies weet wat er gebeurt en mensen aan elkaar verbindt. Keuzes maken / samenhang Natuur, landbouw, recreatie, wonen en werken/industrie zullen elkaar soms bijten en die knelpunten moet je soms opzoeken om tot oplossingen te komen. Maar je zult ook keuzes moeten maken. Nu hebben we alles naast elkaar opgeschreven in de visie en weten we niet of het allemaal wel kan op die ene vierkante kilometer. De samenhang tussen de verschillende onderdelen kan beter. In de visie leg je de hoofdlijnen van de verschillende belangen in hun samenhang vast. In het Uitvoeringsprogramma ga je de samenhang onderzoeken en de knelpunten opzoeken. De keuzes die je dan maakt moeten in dat Uitvoeringsprogramma terugkomen. Je moet nu in de visie de lat hoog leggen voor veel thema’s, wetende dat het straks gaat botsen. Maar dat betekent dat je een goede verdiepingsslag moet maken in je Uitvoeringsprogramma. Tijdens de uitvoering moet je de verschillende thema’s wel zoveel mogelijk gelijk op laten lopen, zodat je de juiste keuzes kunt maken.

De stationaire bevolkingsgroei in Brummen biedt ook kansen. Wij hebben niet de problemen die groeiende steden wel hebben. Behoud wat je hebt en zoek de kansen op innovatie.

Het vervolg De input van dit publieksdebat wordt samen met alle andere reacties op de conceptvisie (onder andere opiniërende raad, interne bijeenkomst gemeente en individuele reacties) besproken in de denktank. Daarna wordt de definitieve visie opgesteld en die wordt eind juni aan de raad aangeboden die hem in september in behandeling neemt voor besluitvorming.

Verslag interne bijeenkomst 03 Datum bijeenkomst: 4 april 2013 Auteur: Els Holsappel Aanwezig: 9 medewerkers Doel van de bijeenkomst: Verzamelen reacties conceptvisie.

Uitkomsten bespreking Balans tussen grote lijn en uitvoeringsprogramma Er staan veel keuzes in de visie, maar wat die nu precies betekenen wordt niet helder. Bijvoorbeeld: wat wordt bedoeld met kleinschalige bedrijvigheid op de Elzenbos? Dat moet verder worden uitgewerkt in het Uitvoeringsprogamma. Deze toekomstvisie is geen structuurvisie, maar geeft de koers aan voor de komende jaren. In het Uitvoeringsprogramma moet duidelijk worden uitgewerkt wat je onder ‘ruimte’ verstaat. De visie moet niet dicht getimmerd worden. Het toetsingskader op people, planet, profit moet in het Uitvoeringsprogramma zo helder en meetbaar mogelijk worden uitgewerkt. Ruimte voor papier en bedrijven De visie legt sterk de nadruk op ‘ruimte’, terwijl we in de dagelijkse praktijk merken dat die ruimte er nauwelijks is. De nadruk bij de papierindustrie ligt erg op de hinder. Deze kritiek kwam ook naar voren tijdens het overleg met IKEL. Voorstel IKEL is om te spreken van de ruimtelijke claim die de industrie legt en die door technische ontwikkelingen kleiner wordt. Voorstel is om de ruimte die dan beschikbaar komt als ontwikkelingsruimte voor de industrie te bepalen en die niet te claimen voor bijvoorbeeld wonen. Dit is een helder uitgangspunt die dan ook in de visie moet worden opgeschreven. Advies is om de huidige procedure bestemmingsplan Eerbeek- Zuid niet meer aan te passen, omdat daar al de wettelijke maximale ruimte is opgezocht. Toch staat het huidige voorstel haaks op de conceptvisie. Het is goed om te kijken of

je ergens een concessie kan doen en een deel van het plan niet woningvrij kunt maken. De keuze om papier tot kernkwaliteit te benoemen is de kracht van het stuk, maar het mag wel iets minder nadrukkelijk. Tijdens de opiniërende raad is ingebracht dat het agrarisch belang te weinig naar voren komt. Daar gaan we meer balans in aan brengen. Groen in dorp De visie stelt dat we groene gebieden in de dorpen willen behouden, maar zegt ook dat we inbreiden voor uitbreiden. Dit lijkt een tegenstelling. Bovendien timmert de visie dit punt wel heel vast. Leg liever de afweging vast. Geef aan dat je groen het primaat geeft en dat je de groene omgeving in de dorpen wilt versterken en meerwaarde geven. De visie bedoelt te zeggen dat we inbreiden op locaties die al gebouwd zijn, dus dat moeten we ook opschrijven. De boer en het landschap De visie zet het buitengebied wel heel hard op slot voor niet agrarische bedrijven. De tegenstelling tussen de boeren en de natuurbeheerders loopt op. Dat zal de samenwerking in een netwerk moeilijk maken. Dat erkennen we en zien we ook op andere terreinen. Het zal soms lastig zijn, maar dat doet niets af aan de werkwijze die we voor ons zien. Vergrijzing en woningbouw De gevolgen van de vergrijzing voor de woningbouw mist in de visie. Er ontstaan steeds meer woonvormen waarbij mensen voor elkaar zorgen. Geef in de visie aan dat je ruimte geeft aan dit soort woonvormen en ze gaat faciliteren. Open landgoederen De openstelling van landgoederen ligt al vast in de Natuurschoonwet. Dit punt is te hard gesteld in de visie. Het is aan de eigenaren om hun landgoed al dan niet open te stellen.

Vervolg Arjan Schulp plant op korte termijn een vervolgbijeenkomst in. Iedereen levert vooraf de punten aan waar over gesproken moet worden.

Bijlage 1: sheets inleidende presentatie publieksdebat toekomstvisie

Publiek debat

Inleiding wethouder Hennie Beelen

Programma: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Welkom Toelichting op conceptvisie Gesprekronde 1 Plenair bespreken Pauze Gespreksronde 2 Plenair bespreken Afronding

(20:00 uur) (20:05 uur) (20:20 uur) (20:45 uur) (21:00 uur) (21:10 uur) (21:35 uur) (22:00 uur)

Algemeen: • • • • • •

Cocreatie tussen inwoners, lokale partners en gemeente Kernwaarden en keuzes op basis van identiteit Uitdagend nieuw, met respect voor oud Duurzaamheid als ruggengraat Lokaal doen wat lokaal kan Samen doen

Drie onderdelen:

• • •

Ruimte voor papier en landgoederen Samen gezond wonen, werken en leven Op groene voet met groene vingers

Van partij naar partner • Veranderende rol gemeente

Ruimte voor papier en landgoederen • • • • •

Ontwikkelruimte voor bedrijven Trots op de papierindustrie Open landgoederen Creatief Brummen Inspelen op trends in toerisme

•

Samenwerking bedrijfsleven, recreatie en toerisme, onderwijs en gemeente

Samen gezond wonen, werken en leven • • • • •

Inzetten op voorzieningen in Eerbeek en Brummen Gezond leven staat voorop Het nieuwe noaberschap Van buurt, naar wijk, naar dorp, naar gemeente Flexibel, duurzaam en toekomstgericht bouwen

•

Samenwerking bedrijfsleven, zorgen welzijnsinstellingen, onderwijs en gemeente

Op groene voet met groene vingers Klimaatneutraal Brummen • Zelfvoorzienend in energieverbruik • Waterberging • Biodiversiteit Landschap en natuur versterken door vernieuwing • Landschap staat open voor iedereen • De boer in het landschap

Hoe verder na vanavond: • • • • •

Voortzetten overleg met lokale partners Verzamelen alle input/reacties Verwerken in een concept eindvisie Juni 2013 concept eindvisie gereed Sept 2013 besluit van de gemeenteraad

Programma: 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Gesprekronde 1 Plenair bespreken Pauze Gespreksronde 2 Plenair bespreken Afronding

(20:20 uur) (20:45 uur) (21:00 uur) (21:10 uur) (21:35 uur) (22:00 uur)


Uitvoeringsprogramma: • • •

Kerntaken Ambities Maatschappelijke initiatieven

•

Goede balans tussen visie en uitvoeringsprogramma

•

We zijn al gestart…….

Stellingen publiek debat toekomstvisie Deze stellingen zijn een hulpmiddel. Uiteraard kunt u ook zelf onderwerpen aan de orde stellen!

Ruimte voor papier en landgoederen: 1. Eerbeek is het papierdorp van Nederland 2. De lokale economie is belangrijker dan eventuele overlast die wordt ervaren 3. Om bestaande landgoederen en landhuizen een bestaansbasis te geven, is een maximaal behoud van cultuurhistorische en natuurwaarden niet altijd mogelijk 4. De internationale bedrijvigheid in onze gemeente vereist een gemeente die goede contacten heeft met bovenlokale overheden en netwerken Samen gezond wonen, werken en leven: 1. Alle problemen in zorg en welzijn worden opgelost door meer efficiency, doelmatigheid en samenwerking 2. Jongeren exploiteren hun eigen uitgaansgelegenheden, maar wel onder professioneel toezicht 3. Ruimte en verantwoordelijkheid geven aan buurtbewoners is altijd de moeite waard, ook als maar enkele buurtbewoners meedoen 4. Oude schoolgebouwen kunnen het episch centrum van de wijk worden Op groene voet met groene vingers: 1. Ik betaal graag meer als ik daarmee lokaal gewonnen energie kan verbruiken 2. Een solarpark in de Elzenbos is een enorme kans 3. De restwarmte van de papierindustrie moet huishoudens in Eerbeek verwarmen 4. De boer van de toekomst wordt energieleverancier De rol van de gemeente 1. Om gedwongen huwelijken te voorkomen moet de gemeente Brummen zelf actief op zoek gaan naar fusiepartners

Verslag interne bijeenkomst 04 Datum bijeenkomst: 22 april 2013 Auteur: Els Holsappel Aanwezig: 5 medewerkers en wethouder Hennie Beelen Doel van de bijeenkomst: Verzamelen reacties conceptvisie.

Uitkomsten bespreking Balans tussen grote lijn en uitvoeringsprogramma De essentie is dat de visie niet dicht getimmerd en niet te concreet moet worden. De visie moet de grote lijnen voor meerdere jaren uitzetten. Ruimte voor papier en bedrijven De denktank neigt ernaar het voorstel om de ruimte die ontstaat in de ruimtelijke claim door technologische ontwikkelingen als ontwikkelruimte voor de papierindustrie te reserveren over te nemen. In de visie zit nu een goede balans tussen wonen en industrie in het centrum van Eerbeek. De nadruk op papier in de visie is vooral relatief ten opzichte van andere belangrijke thema’s als de landbouw. Dat wordt aangepast. Groen in dorp Punt over niet bebouwen van groene locaties wordt genuanceerd. De boer en het landschap De vraag is of we aan de uitbreiding van natuur ook voorwaarden moeten stellen, net zoals we dat doen aan de uitbreidingen voor de industrie en de boer. De conclusie is dat uitbreiding van de natuur altijd goed is als het gaat om instandhoudingsmaatregelen voor Natura 2000-gebieden en het versterken van ecologische verbindingszones. Andere uitbreidingsplannen worden afgewogen zoals de uitbreiding van agrarische of andere bedrijven.

De tekst over het op slot zetten van het buitengebied wordt aangepast. Er is een tussencategorie die wel in het buitengebied gevestigd kan zijn. Uitbreiding van deze bedrijven moeten op economisch, maatschappelijk en qua omgeving en ruimtelijk een meerwaarde bieden. Er is behoefte aan een toetsingskader, maar men beseft dat de afweging in elke situatie anders uit kan vallen. De nieuwe werkwijze veronderstelt bovendien dat de afweging samen met andere partijen in een netwerk zal plaatsvinden. Daarbij past geen dicht getimmerd toetsingskader. In de visie kunnen wel voorbeelden van bijvoorbeeld maatschappelijke meerwaarde opgenomen worden, zodat duidelijk is wat je ermee bedoelt. Er lopen al een aantal maatschappelijke experimenten. De gemeente zou bij deze experimenten actief haar hulp moeten aanbieden. Niet afwachten en niets doen en aan het einde van het traject het plan afschieten. De prioriteit van het experiment hangt af van de rol die de gemeente heeft. Een experiment dat de gemeente op grond van haar eigen ambities start heeft meer prioriteit dan een experiment dat door inwoners zelf is gestart. Vergrijzing en woningbouw Het inspelen op de vergrijzing in de woningbouw wordt opgenomen in de definitieve visie. Er is nu ook een maatschappelijk experiment gestart om te kijken hoe er beweging op de woningmarkt kan komen en hoe de woningvoorraad aangepast kan worden aan de eisen van de toekomst. Ook de aanpassingen aan de bestaande woningvoorraad moet in de visie worden opgenomen. Delen van de twee verpleegtehuizen die de komende jaren gaan inkrimpen zouden kunnen worden omgebouwd tot zelfstandige wooneenheden voor ouderen en jongeren. Dat geldt ook voor de woningen in de Eerbeekse Enk. In de visie zou ook opgenomen moeten worden dat de openbare ruimte toegankelijk moet zijn voor ouderen. Als een wijk gerenoveerd wordt moet er bijvoorbeeld aandacht zijn voor het verbreden van trottoirs. Ook de toegankelijkheid van het openbaar vervoer moet in het kader van de vergrijzing aandacht hebben, zoals het verhogen van instapplaatsen van de bus bijvoorbeeld. En dat geldt ook voor de mobiliteit van ouderen in het algemeen.

Vervolg De volgende bijeenkomst is op 16 mei om 10.00 uur.

Verslag themabijeenkomst Onderwijs Datum bijeenkomst: 21 mei 2013 Auteur: Arjan Schulp Aanwezig: Hein van Amerongen (directeur Cornelis Jetses Eerbeek), Diederik Schakelaar (directeur C van Leeuwenschool Eerbeek en St Pancratius Brummen), Arjan van der Leest (directeur Triangel en De Enk Eerbeek), Hans Blommaert (directeur Johanna Huiskamp Eerbeek), Guus Koster (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Gertie Sloetjes (medewerker Informatisering gemeente Brummen en lid denktank Toekomstvisie 2030), Ans Borninkhof (beleidsmedewerker Onderwijs gemeente Brummen), Arjan Schulp (programmamanager gemeente Brummen en projectleider Toekomstvisie 2030).


Tekst visie voor akkoord voorleggen; Bespreken actiepunten naar aanleiding van de toekomstvisie.

Tekst toekomstvisie Het verslag van het vorige overleg gaf heel goed weer wat er besproken was. Het is duidelijk dat het basisonderwijs de komende 15 jaar ingrijpend zal veranderen. In de tekst van de visie kwam dit minder volledig terug. Men heeft hier wel begrip voor, omdat alle belangen op een zo gelijkwaardig mogelijke wijze in de visie aan bod moeten komen. Tekst visie akkoord, nu graag de focus op ‘doen’.

Jeugdraad Men is enthousiast over het plan van de denktank en de gemeente om een jeugdraad te organiseren in juni 2013. Deze jeugdraad zal bestaan uit 1 of 2 kinderen uit de groepen 8 van de basisscholen in de gemeente Brummen. Afgesproken wordt dat de gemeente een programma voorbereidt en de scholen vooraf enkele stellingen/vragen voorlegt. Deze kunnen alvast in de groepen 8 worden besproken. Een concrete uitnodiging volgt op korte termijn.

Schooltuinen Het voorbeeld van een moestuin werkt alleen wanneer deze op het schoolterrein zelf wordt gerealiseerd. De kinderen zien dat wat ze geplant hebben dan letterlijk groeien. Op een locatie elders in het dorp is dat niet het geval. Bovendien is dat praktisch lastiger (reistijd) en minder veilig (op de fiets). Daarnaast zou het een meerwaarde opleveren wanneer het niet alleen over een moestuin gaat. Het moet ook om andere functies gaan die leerzaam en leuk zijn. Dus niet verengen tot een moestuin, maar verbreden naar educatie en spelen. De schooltuinen zouden ook een prachtig bindmiddel kunnen zijn om de scholen, ouders en de woonbuurten meer en beter met elkaar in gesprek te brengen. In de huidige situatie ontbreekt het gesprek met de woonbuurt waar de scholen deel van uitmaken. Afgesproken wordt dat onder regie van de gemeente in september 2013 een verkenning wordt gestart om de schoolterreinen bij de nieuwe clusters anders in te richten. Bij de voorbereiding van deze inrichting en de bijbehorende beheerafspraken worden buurtbewoners betrokken.

Kenniscentrum Men is nog steeds erg enthousiast over het principe van een kenniscentrum in Eerbeek, waar het lokale bedrijfsleven, recreatie en toerisme en onderwijs bij elkaar kunnen komen. Afgesproken wordt dat onder regie van de gemeente in het najaar van 2013 een verkenning wordt gestart om de mogelijkheden hiervoor in beeld te brengen.

1. Economie en bedrijven

vraag 1.

Ja, alles is mogelijk, ook al gaat dat ten koste v/h groene landschap of natuur. Nee, er is geen ruimte meer voor hele grote industiele bedrijven. Ja, ieder bedrijf dat duurzaam en innovatief bezig is mag uitbreiden of zich hier vestigen. Anders, namelijk…

vraag 2.

Ja, maar het moeten kwalitatief wel goede arbeidskrachten zijn. Nee, want dan loop je de kans dat je niet de beste mensen aanneemt. Ja, en bedrijven moeten ook kijken of ze arbeidsgehandicapten of langdurige werkloze uit de gem. Kunnen aannemen. Anders, namelijk…

vraag 3.

Ja, er zijn meer kansen. Nee, meer toeristen verstoren juist de

man

vrouw

totaal

onbekend

Bedrijven zijn goed voor de economie en werkgelegenheid. Moet elk bedrijf uit kunnen breiden en zich kunnen vestigen in de gemeente ? a

3

16%

7

26%

4

9%

15,7%

b

1

5%

5

19%

7

16%

14,6%

c

13

68%

11

41%

27

63%

57,3%

d

2 19

11% 1

4 27

15% 1

5 43 89

12% 1

12,4% 100,0%

Een stelling: bedrijven in onze gemeente moeten werknemers uit de eigen regio aannemen en/of werk uitbesteden aan zelfstandigen in onze gemeente. a

5

25%

9

39%

15

33%

33,0%

b

4

20%

0

0%

6

13%

11,4%

c

7

35%

11

48%

20

44%

43,2%

d

4 20

20% 1

3 23

13% 1

4 45 88

9% 1

12,5%

28 0

67% 0%

Vindt u dat er kansen voor meer recreatie en toerisme ? a b

10 0

59% 0%

16 0

70% 0%

100,0%

65,9% 0,0%

rust. Ja, wel meer kansen, maar niet de rust te veel verstoren. Anders, namelijk…

Brummen heeft genoeg te bieden (rust, monumenten, landgoederen, natuur), maar veel mensen weten dat niet, meer marketing dus. Er moeten echte publiekstrekkers komen, zoals een pretpark, want dat is goed voor de economie. Er mogen best publiekstrekkers bij komen, maar ze moeten wel passen bij Brummen en ze kunnen niet overal komen. Anders, namelijk…

vraag 4. De traditionele rol, voedselproducent en beheerder v/h landschap. Ook een nieuwe rol zoals energieleverancier en recreatieondernemer. Anders, namelijk…

Ja, dat doe ik al of zou ik serieus overwegen te doen.

c

3

18%

6

26%

11

26%

24,4%

d

4 17

24% 1

1 23

4% 1

3 42 82

7% 1

9,8% 100,0%

Zo ja, welke kansen ziet u dan ? a

6

40%

8

32%

12

29%

32,1%

b

0

0%

4

16%

0

0%

4,9%

c

6

40%

10

40%

21

51%

45,7%

d

3 15

20% 1

3 25

12% 1

8 41 81

20% 1

17,3% 100,0%

Welke rol ziet u weggelegd voor de boer ? a

10

56%

15

58%

19

43%

50,0%

b

7

39%

9

35%

24

55%

45,5%

c

1 18

6% 1

2 26

8% 1

1 44 88

2% 1

4,5%

21

50%

Zou u bijvoorbeeld bij een boer in Brummen groente willen kopen? a

8

47%

5

24%

100,0%

44,2%

Ja, maar alleen als het niet duurder of zelfs goedkoper is. Nee, dat is me te lastig, ik neem mijn groente uit de supermarkt mee. Anders, namelijk…

b

1

6%

5

24%

5

12%

14,3%

c

6

35%

7

33%

9

21%

28,6%

d

2 17

12% 1

4 21

19% 1

4 39 77

10% 1

13,0% 100,0%

2. Energie en milieu

vraag 1.

Ja, we moeten wel, straks is alles op en het is goed voor het milieu. Nee, is niet nodig en bovendien zijn het vaak lelijke oplossingen. Ja, maar dan alleen als je het zo min mogelijk ziet. Anders, namelijk…

vraag 2.

Ja dat moet ongeacht wie uitstoot, ik consumeer de producten v/d bedrijven ook. Ja maar er moet onderscheidt gemaakt worden tussen inwoners en bedrijven.

Er zijn steeds meer mogelijkheden om milieuvriendelijke energie op te wekken, zoals met zonnepanelen en windmolens. Vindt u dat belangrijk om te doen ? a

12

80%

13

50%

27

61%

61,2%

b

0

0%

2

8%

2

5%

4,7%

c

2

13%

8

31%

9

20%

22,4%

d

1 15

7% 1

3 26

12% 1

6 44 85

14% 1

11,8% 100,0%

Doordat wij steeds meer CO2 uitstoten warmt de aarde op. Vindt u dat de uitstoot van CO2 door bedrijven en inwoners moetworden gecompenseerd (bijvoorbeeld door de bomen te planten)? a

5

36%

12

44%

17

41%

41,5%

b

6

43%

11

41%

14

34%

37,8%

Nee ik denk dat CO2 niet bijdraagt aan de opwarming v/d aarde. Anders, namelijk…

vraag 3.

Ja, we kunnen zo weer creeren; Ja maar alleen als het binnen het gebied past. Nee, ik accepteer dat er door het klimaat en ons gebruik de natuur soorten eventueel verdwijnen. Anders, namelijk…

c

1

7%

2

7%

3

7%

7,3%

d

2 14

14% 1

2 27

7% 1

7 41 82

17% 1

13,4% 100,0%

Binnen de gemeente Brummen is er een grote rijkdom van planten- en dierensoorten. Vindt u het belangrijk dat we deze soorten rijkdom proberen te behouden? a b

11 1

73% 7%

17 7

61% 25%

25 11

57% 25%

60,9% 21,8%

c

1

7%

2

7%

4

9%

8,0%

d

2

13%

2

7%

4

9%

9,2%

15

1

28

1

44

1 100,0%

87

3. Wonen, zorg en welzijn

vraag 1. Er moeten meer huizen gebouwd worden waar meerdere generaties in kunnen wonen. Woningen moeten worden opgeknapt en aangepast naar de eisen van deze tijd. Er moeten meer huurwoningen komen. Anders, namelijk…

Wat moet er volgens u gebeuren als het om wonen gaat ? a

5

17%

9

20%

18

32%

24,2%

b

12

40%

22

49%

28

49%

47,0%

c d

6 7 30

20% 23% 1

9 5 45

20% 11% 1

5 6 57 132

9% 11% 1

15,2% 13,6% 100,0%

vraag 2. Dat kan iet. De woningmarkt is niet lokaal. Als het in de rest van Nederland weer beter gaat, gaat het in Brummen ook wel weer beter. Dat kan wel. Meer bouwen. Van alles wat. Dan komt het wel weer op gang. Er zou vooral meer vrijheid moeten zijn om te wonen zoals je wilt binnen het budget dat je hebt. Anders, namelijk…

vraag 3. Als ik mijn dagelijkse boodschappen maar kan doen. Ikz ou ook graag een plek of gebouw zien waar ik mensen kan ontmoeten. Anders, namelijk…

vraag 4. Ja, dat er te weinig te doen zou zijn wordt overdreven. Nee, er zouden meer uitgaansgelegenheden moeten zijn. Nee, er zouden meer uitgaansgelegenheden zijn, maar dan wel met professioneel toezicht. Anders, namelijk…

Hoe zouden we Brummen aantrekkelijker kunnen maken als woongemeente? a

2

7%

6

15%

7

13%

12,1%

b

6

20%

5

13%

6

11%

13,7%

c

16

53%

17

43%

36

67%

55,6%

d

6 30

40% 1

12 40

30% 1

5 54 124

9% 1

18,5% 100,0%

Welke voorzieningen vindt u belangrijk ? a

12

44%

24

52%

24

50%

49,6%

b

11

41%

12

26%

13

27%

29,8%

c

4 27

15% 1

10 46

22% 1

11 48 121

23% 1

20,7% 100,0%

Is er voldoende te doen voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar ? a

2

7%

3

8%

9

19%

12,3%

b

3

11%

5

13%

6

13%

12,3%

c

15

56%

19

48%

23

49%

50,0%

d

7 27

26% 1

13 40

33% 1

9 47 114

19% 1

25,4% 100,0%

vraag 5.

Ja, kinderen moeten weten wat er in hun eigen gemeente gebeurt. Nee, lespakketten vanuit Den Haag zijn voldoende om kinderen mee te geven wat ze nodig hebben. Anders, namelijk…

vraag 6. Ik zou meteen de i-pad invoeren: kinderen kunnen beter leren daarmee om te gaan dan dat ze netjes leren schrijven. Ikz ou direct het continurooster invoeren, zodat de lestijden beter passen bij werkende ouders. Ik zou een paar scholen in Eerbeek en Brummen opheffen, zodat de scholen die over blijven beter onderwijs kunnen geven. Anders, namelijk…

vraag 7. Nee, dat zie ik dan wel / ik hebt het goed geregeld. Ja, daar maak ik me zorgen over. Vooral of ik wel genoeg geld zal hebben om alles te betalen. Ja, daar maak ik me zorgen over, vooral omdat ik graag in de gemeente wil blijven en weinig mogelijkheden zie.

Vindt u het belangrijk dat kinderen op de basisschool meer betrokken worden bij wat er in hun woongemeente gebeurd? a

22

76%

33

79%

40

83%

79,8%

b

2

7%

6

14%

1

2%

7,6%

c

5 29

17% 1

3 42

7% 1

7 48 119

15% 1

12,6% 100,0%

Als u iets zou mogen veranderen op de basisschool wat zou dat dan zijn? a

4

15%

2

5%

4

10%

9,2%

b

9

33%

20

50%

16

38%

41,3%

c

8

30%

4

10%

6

14%

16,5%

d

6 27

22% 1

14 40

35% 1

16 42 109

38% 1

33,0% 100,0%

Maakt u zich zorgen over uw oudedagvoorziening? a

14

52%

20

49%

25

56%

52,2%

b

4

15%

11

27%

7

16%

19,5%

c

3

11%

7

17%

8

18%

15,9%

Anders, namelijk…

vraag 8. Nee dat wil ik niet. Iedereen heeft recht op privacy en eigen leven. Ja, zeker voor familie en vrienden. Ik zou wel willen, maar ik heb er de tijd niet voor als werkende ouder met kinderen waar ik ook voor moet zorgen. Anders, namelijk…

vraag 9.

Ja, ik heb veel contacten. Ik zou ook niet zonder kunnen en willen. Ik heb niet zo veel met mijn buurt. Ik heb mijn eigen leven. Anders, namelijk…

vraag 10. Ja, ik ben best bereid om booschappen te doen voor een ouderen buurvrouw of om haar tuin bij te houden. Ja, zelfs persoonlijke verzorging is voor mij denkbaar, in de zin van het huishouden of zelfs lichamelijke zorg. Nee, laat mij mijn eigen leven leiden. Anders, namelijk...

d

6 27

22% 1

3 41

7% 1

5 45 113

11% 1

12,4% 100,0%

Als er in de toekomst minder geld is voor de zorg, bent u dan bereid om voor anderen te zorgen? a

4

14%

2

5%

1

2%

6,2%

b c

18 1

64% 4%

29 6

67% 14%

31 5

74% 12%

69,0% 10,6%

d

5 28

18% 1

6 43

14% 1

5 42 113

12% 1

14,2% 100,0%

De term ' noaberschap' is van oudsher een bekend begrip in dorpen. Voelt u zich alleen in de buurt of heeft u veel contacten? a

15

56%

27

63%

26

63%

61,3%

b

8

30%

6

14%

9

22%

20,7%

c

4 27

15% 1

10 43

23% 1

6 41 111

15% 1

18,0% 100,0%

Zou u bereid zijn om meer voor de buurt te doen? a

17

61%

32

78%

29

67%

69,6%

b

2

7%

3

7%

1

2%

5,4%

c d

5 4 28

18% 14% 1

3 3 41

7% 7% 1

3 10 43

7% 23% 1

9,8% 15,2%

100,0%

112

4. Rol v/d gemeente / samenwerking

vraag 1. Ja, de gemeente heeft ook maar beperkte invloed. Nee, juist de gemeente zou meer moeten doen. Anders, namelijk…

vraag 2.

Ja, ik heb daar een positief beeld van of goede ervaringen mee. Nee, ik heb daar een negatief beeld van of slechte ervaringen mee. Anders, namelijk…

vraag 3. Ja, steeds meer, maar het kan nog veel meer en beter. Nee, volgens mij wordt er met de inbreng van inwoners niet veel gedaan. Nee, ze bedenken plannen zonder dat inwoners mee mogen denken. Anders, namelijk…

Vindt u dat de gemeente voldoende doet voor de inwoners om goed te kunnen wonen en leven? a

5

36%

14

54%

25

63%

55,0%

b

3

21%

9

35%

9

23%

26,3%

c

6 14

43% 1

3 26

12% 1

6 40 80

15% 1

18,8% 100,0%

Denkt u dat de samenwerking tussen de gemeente en de instellingen en bedrijven in onze gemeente goed is? a

6

40%

12

48%

18

44%

44,4%

b

2

13%

4

16%

11

27%

21,0%

c

7 15

47% 1

9 25

36% 1

12 41 81

29% 1

34,6% 100,0%

Vindt u dat er voldoende wordt geluisterd naar inwoners door de gemeente? a

8

53%

11

41%

21

54%

49,4%

b

4

27%

9

33%

11

28%

29,6%

c

1

7%

4

15%

0

0%

6,2%

d

2

13%

3

11%

7

18%

14,8%

15

1

27

1

39 81

1

Opmerkingen bij de enquete Economie en bedrijven Bedrijven in onze gemeente Vraag 1 Bedrijven zijn goed voor de economie en werkgelegenheid. Moet elk bedrijf uit kunnen breiden en zich kunnen vestigen in de gemeente ? Ja, mits oog voor het landschap. Alleen kleinschalig/stil/zonder stankoverlast. Alles is mogelijk maar niet ten koste van natuur, ieder bedrijf dat duurzaam en innovatief bezig is mag uitbreiden of zich hier vestigen. Niet in een woonwijk situeren. Eerbeek beter ontsluiten met de A50. Weg maken langs het kanaal. Niet ten koste van de weinige natuur die we hebben. Grote industrie niet dwarsbomen wel faciliteren, geen grote uitbreidingen. Antwoord c is goed maar binnen een bepaalde bandbreedte, niet onbeperkt. Duurzaam en innovatief mits niet groen. Goede harmonie met de natuur. Maatwerk; passend per situatie beoordelen, afstemming met de regio ! Vraag 2 Een stelling: bedrijven in onze gemeente moeten werknemers uit de eigen regio aannemen en/of werk uitbesteden aan zelfstandigen in onze gemeente.

100,0%

Voorkeur voor een mix. Let op plaatselijke ondernemer. Nu te veel bovenlokaal. Ook de gemeente moet een voorbeeld geven. Laat dat maar aan de bedrijven zelf over. Eigenlijk antwoord c maar moet wel kunnen. Nee, Brummen is geen eiland. Ik neem aan dat bedrijven deze opties zelf goed kunnen beoordelen. Eerst in regio kijken, lukt dat niet dan buiten de regio kijken. Nee, geen discriminatie (geen eigen volk eerst) Fijnstof moet worden gereduceerd. Een bedrijf moet vrij zijn zelf de keuze te bepalen. Kwaliteit staat voorop; opleidingen in de regio ontwikkelen (kwalitatief goede) Arbeidsgehandicapten, werklozen en werknemers hebben dezelfde rechten. Recreatie en toerisme Vraag 3 Vindt u dat er kansen voor meer recreatie en toerisme ? Duurzaam, natuurbewust maar niet de rust verstoren. Loopbrug N348 Bronkhorsterweg. Er is te weinig in Brummen. Realiseer een fietspad, verbinding tussen Soerense Zand en Eerbeek Centrum. Het kan nu; Burgers is weg ! De markt moet zich zelf vormen naar de vraag. Indien er gebruim gemaakt kan worden van aanwezige "ruimte". Kleinschalig toerisme of ook wel eco-toerisme. Een camping Zo ja, welke kansen ziet u dan ? Mond op mond reclame / kwaliteit Ook 's avonds activiteiten zoals bioscoop/theater. Brummen heeft te weinig. Museum Kleinschalig Meer camperplekken, betere fietspaden, meer kleine campings bij de boer Klein beetje extra dan. Vinkeweide weer opnieuw starten evt door middel van duurzaam park. Kleinschalige recreatie, verspreid over de gemeente.

Meer cultuur bieden naasst natuur. Oud terrein Vinkeweide nieuwe camping ? Meer natuur Gezellige haven, burg naar de gravenstraat, kabelbaan over de ijssel, recreatie bij het gat v. cortenoever, een "preston palace" bij de Vinkenweide. Regionale aanpak "De Ijsselvallei" is voorwaarde. De boer Vraag 4 Welke rol ziet u weggelegd voor de boer ? Nieuwe ontwikkeling permacultuur, biologisch dynamisch. Meer biologische boeren. Voor recreatie. Geen megastallen, kleinschalig recreeren + boerenwinkels. Multifunctioneel platteland, waarbij iedere ondernemer zijn bedrijf kan ontwikkelen. Zou u bijvoorbeeld bij een boer in Brummen groente willen kopen? Wanneer ze de groente in de supermarkt aanbieden Beide maar moet kunnen. Incidenteel serieus overwegen. Het moet wel betaalbaar zijn. Is moeilijk te zeggen. Kweek het dan zelf, voor kinderen leerzaam. Nee, bij de groenteboer. Ik verbouw mijn eigen groente. Mits biologisch. Zelf verbouwen (volkstuintjes).

Energie en milieu Energie Vraag 1 Er zijn steeds meer mogelijkheden om milieuvriendelijke energie op te wekken, zoals met zonnepanelen en windmolens. Vindt u dat belangrijk om te doen ? Voorop lopen met duurzaamheid en eco-vriendelijk. Zo min mogelijk zien en weinig vervuilling.

Molens en panelen zijn al ouderwets. Vind ik wel goed maar geef daar dan subsidie voor de zonnepanelen zijn namelijk behoorlijk duur. Geen windmolens, wel veel zonnepanelen. Bio brandstof door boeren. Als we maar van de olieproducten afkomen ! Water olie van zaden. Ja, met zonnepanelen. Ja het is belangrijk als aanvulling. Windmolen is een slecht voorbeeld. Deze levert te weinig energie op om zichzelf terug te verdienen. Zonnepanelen. Ja met voldoende subsidie jaar. Erg belangrijk niet alleen omdat het goed is voor het milieu, maar ook om meer onafhankelijk te worden van de grote systemen. Ja als het goedkoper wordt. Ik vindt het niet lelijk Wel modern het mooiste is als ieder huis zelfvoorziend is. Geen grote energieparken ! Zie ontwikkeling aardgas.

Het klimaat verandert Vraag 2 Doordat wij steeds meer CO2 uitstoten warmt de aarde op. Vindt u dat de uitstoot van CO2 door bedrijven en inwoners moet worden gecompenseerd (bijvoorbeeld door de bome

Geen idee. Minder vervuilde bedrijven en meer groen, bomen. Green key certificaten voor recreatie bedrijven. Zuinig met energie en zorgen voor bevolkingsafname. Nee, Co2 verbruik - opslag stimuleren. Het klimaat verandert idd uitslot Co2 versneld dat proces. Bomen planten. Wat moet er meer gecompenseerd worden. We betalen hier als Nederland zijnde al voor. Denk vooral aan verder terugdringen. Vooral in Azie. Los van CO2 mag in Brummen meer groen komen / Bomen oid. Ja, bomen aanplant is een goede manier, maar wel lokaal, en gevarieerd (dus niet compenseren door elders op de wereld sparretjes te planten. Inheemse en bijzonde (oude) soo Wereldwijd CO2 uitstoot reduceren en NL wordt reeds veel aan reductie gedaan. In Indonesie verdwijnen hele bossen zolang dit doorgaat is het gerommel in de marge wat we hier doen. Geen Brummens probleem Wel een "aardprobleem" vraagt om mondiale aanpak (bijv. Kap oerwouden) Biodiversiteit Vraag 3 Binnen de gemeente Brummen is er een grote rijkdom van planten- en dierensoorten. Vindt u het belangrijk dat we deze soorten rijkdom proberen te behouden? Ja, maar niet ten koste van alles.

Initiatieven die de veelzijdigheid van de natuur bevorderen. Natuur is natuur. Moet altijd rekening houden met andere factoren, als bedrijven. Ja, maar het is acceptabel dat er soorten verdwijnen. Wel zorgvuldig mee omgaan. Ja, maar niet overdrijven. Ik ben voor het teruggeven van ruimte aan de natuur. Het is nog veel diverser. Meer natuur is nodig. Later we meer CO2 compenseren dan we produceren. Door natuur, landbouw en wonen te scheiden verarm je de samenleving. La

Wonen, zorg en welzijn Wonen Vraag 1 Wat moet er volgens u gebeuren als het om wonen gaat ?

Hypotheker gemakkelijker Op lokaal niveau met lokale grondstoffen en hergebruikt materiaal Levensloopbestendig bouwen/meer huur en starterswoningen Achterstandwijken Oud Eerbeek, flink aanpakken Bevorderen van de doorstroming Dat iedere jongere een kans op een woningbouwwoning e.a. kan op kopen Meer aangepaste woningen voor ouderen zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen Niet zulke lelijke huizen bouwen en goedkoper. Betere pr voor Brummen nu erg negatief in beeld Laat bijvoorbeeld senioren voor dezelfde huurprijs verhuizen naar seniorwoningen dat zorgt voor vele eensgezinswoningen. Maak huurmarkt aantrekkelijker voor startende jonge Banken moeten wonen weer mogelijk maken en overheid Zowel opknappen als nieuwbou naar behoefte Scheefwonen oplossen Starters Gemeente/Woningbouwverenigingen moeten meer investeren Vervangende bouw-generatieproof meer bouwen voor starters; woningen tussen 150 en 200000 Woningen voor de nieuwe generatie willen we. Verjonging in het dorp Eerst woningmarkt vlottrekken Bouwen in eigen beheer, verantwoordelijkheid weer bij de burger leggen. Controle op menselijk niveau. Iedereen is anders en heeft andere wensen

multifunctionele huizen

Vraag 2 Hoe zouden we Brummen aantrekkelijker kunnen maken als woongemeente? Niet in de bouwsfeer, maar door de randvoorwaarden van woningen (scholen, pleinen, parken, bos, winkel en andere voorzieningen) te verbeteren of uit te breiden Vooral huur Oude woonwijken opknappen Op nieuwe ecovriendelijke manier Dat trekt mensen (zoals een ecodorp) Krimp kun je zien als een kans! Brummen aantrekkelijk maken oa. Voor mensen van buiten Goedkopere huurwoningen Niet overtollig Meer leuke appartementen voor ouderen in het Centrum Nadruk op werkgelegenheid aantrekkelijk vóór bedrijf Er zijn nu vele senioren in een eensgezinswoning die wel willem maar zich tegen laten houden door hogere huurprijs seniorwoning Banken moeten wonen weer mogelijk maken en overheid meer vrijheid om te wonen zoals je wilt binnen het budget dat je hebt als de voorzieningen en verenigingen in stand houden Als er gebouwd moet worden zorgen voor betere kwaliteit, ook uiterlijk Zorgvuldiger met huurwoningen Eerbeekse Enk Werkgelegenheid Zit niet in de stenen maar in de voorzieningen en uitstraling Dat men wat aantrekkingspullfactoren gaan bouwen Het wonen is goed. Meer aandacht voor toerisme Voor jongere starters Niet meer bouwen, geeft te weinig doorstroming en veel leegstand; verpaupering Start met starterswoningen. Woonkwaliteit in niet bouwen / groen toevoegen Brummen is aantrekkelijk. De huizenmarkt is stil gevallen, dat is een landelijk probleem Voorzieningen in de centra van Brummen en Eerbeek Vraag 3 Welke voorzieningen vindt u belangrijk ? gezamenlijke moestuin wineklcentrum zonder leegstaande panden Onderwijs, bieb, sportfaciliteiten moeten wel behouden blijven Verenigingsleven voor kleine verenigingen stimuleren Voor allerlei boodschappen ga ik naar Zutphen Deze zijn er al

Ontmoetingsplek Dat hier een dependance blijft Bieb, zwembad in de gemeente evenals politiebureau idem ouderentehuis aanvullende winkels zijn welkom. Zoals bv action, hema en scapino Gemeentelijke voorzieningen (loket ed) ook in Eerbeek (dit is tenslotte de grootste kern) Winkelaanbod en verenigingen Op de fiets, met de auto ontmoedigen Centrum levendig vermaak, recreatie, park en zo Een goede hangplek voor jongeren Investeren is activiteiten, Plaatselijke middenstand activeren Leefbaarheid en cultuur Goed gevarieerd winkelbestand; centrum moet een centrumfunctie uitstralen (relatie met toerisme) Denk ook aan senioren hangplekken

Dagelijkse boodschappen horeca/terrasje / markt op het marktplein Horeca kan beter in brummen meer horecagelegenheid in Brummen Kenniscentrum op gebied van permacultuur alternatieve energie wonen in de natuur Bibiotheek, kulturhus De gemeente moet zorgdragen voor ondernemers die zich willen vestigen in Brummen stop de leegstand Gezellig centrum Jongeren Vraag 4 Is er voldoende te doen voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar ? een ontmoetingsplek met activiteiten (jongerencentrum) Het voelt niet alsof het van jezelf is Het gaat niet alleen om uitgaan maar juist om de activiteiten Nee laat ze meedenken en doen Jongeren moetsen zelf actiever worden en aangeven wat ze willen Indruk niet veel te doen Kunnen ze naar Loenen (zeer actieve jongerenvereniging) of Zutphen Goed jongerencentrum Het is jammer dat er jongeren zijn die wat in Eerbeek willen opzetten, maar niet gehoord worden door de gemeente. Deze jongeren van 12 - 18 jaar vallen tussen wal en schip Moet meer uitgedragen worden Vanuit de voetbalverenigingen verbinden Lokale en regionale aanpak is gewenst. Kwalitatief sterke begeleiderss, die weten om te gaan met de doelgroep. Particulieren initiatieven faciliteren en stimuleren.

Vraag voor de jongeren zelf. Laat ze voorstellen doen en vervolgens deze zelf uitwerken en neerzetten Uitgaansmogelijkheden creeren is geen overheidstaak we zijn nog niet binnen deze doelgroep professioneel toezicht wanneer het vanaf 12 jaar is Op dit moment te weinig te doen. Het lijst mij niet realiseerbaar om nieuwe uitgaansgelegenheden te creëren omdat er onvoldoende draagvlak is. Jongeren trekken toch naar de

Onderwijs Vraag 5 Vindt u het belangrijk dat kinderen op de basisschool meer betrokken worden bij wat er in hun woongemeente gebeurd? en ook over water in de wereld gebeurt (zoals milieu, zorg ed) De medemens waarderen om wie ze zijn en daar meer aandacht aan besteden Samenwerken met bedrijven Sport en recreatie is voldoende De kleine scholen niet opheffen Laat verenigingen (kleine) workshops houden Er is al betrokkenheid Schoolgrenzen weer instellen sommige scholen lopen leeg andere bomvol en moeten verbouwd worden Op welk vlak (onduidelijk) vroegtijdige maatschappelijke stage? Vanwege een klein budget niet altijd mogelijk dus laagdrempelig Met onderwijsaanbod. Ia al 50 jaar hetzelfde Ja meer binding Kinderdebat op zijn tijd Tot op zekere hoogte, onderwijs moet zich beperken tot kerntaken Duurzaamheid / natuur lessen hebben onze voorkeur bijvoorbeeld schooltuinen Onduidelijk, wat wordt hiermee bedoeld; gaat dit over speelplaatsen of mogelijkheden voor sport

Moet niet ten koste van van het leren Vraag 6 Als u iets zou mogen veranderen op de basisschool wat zou dat dan zijn? Modern vormgegeven onderwijs kleinere klassen beter CAO, functies van docenten zijn uitgekleed Laat de kinderen (mee)beslissen wat ze willen leren investeren in kleine scholen

Diversiteit en keuzemogelijkheden behouden vrijheid en onderwijs Engels De openbare school heeft de leerlingen naar de bijzondere scholen verschoven door gebrek aan communicatie Basisbeginselen belangrijker. Niet voor alle ouders beslissen over rooster Samenvoegen in plaats van "opheffen" Blijf van scholen of, anders kiezen bewust en als het dan als geheel weg moet sluit dan openbaar daarvan zijn er twee. Ik heb als ouder bewust voor kleinschaligheid gekozen slu Bijzondere scholen in onderwijssysteem zoals montissori en/of vrije school Vernieuwing in het onderwijs Sommige scholen opheffen, maar geen elektronische tabletten gebruiken. Het is nog heel belangrijk hoe men schrijft Strenger worden tegen pesten Techniek en wetenschap op de basisschool Betere pluspakketten voor kinderen die zich vervelen Een veel meer op onderwijsinhoud gerichte organisatie ipv andersom

Zorgen voor kwaliteit van onderwijs, de basis dus zeker leren schrijven algemene kennis Verbeteren van het onderwijs mn taal en rekenen kleine scholen Geen behoefte om iets te veranderen. Netjes schrijven is belangrijk evenals rekenen zonder rekenmachine Meer discipline Leerling gericht onderwijs (denk aan iederwijs en aventurijn. Niet iedereen past in de huidige structuur Meer aandacht voor respect, ontzag, leren luisteren Geen continuerooster, denk nu eens aan belang van het kind ipv eigen ouder-ego Geen continuerooster ben een tevreden ouder over het basisonderwijs voor onze kinderen (Pancratiusschool Ik zie er geen reden toe om iets te veranderen Juist kleinschalig houden Zorg Vraag 7 Maakt u zich zorgen over uw oudedagvoorziening?

De gemeente speelt hjier geen rol in voor mij Nog niet, wel vooruitzicht meer zelf doen Sluiten van buurtwinkels is slecht voor ouderen Jan intergreer ouderen zorg, minder opvang en dagbesteding werklozen Daar heeft de gemeente rol in Niet voor mijzelf wel voor anderen Wie dan zorgt wie dan leeft Meer voorzieningen voor 50 70 jarige en gevarieerder Ik vind het belachelijk dat ouderen die altijd gespaard hebben alles op moeten maken en diegene die alles opgemaakt hebben (of nooit gewerkt) hezelfde krijgen maar alles vergo

Tijd voor het basisinkomen (zie basisinkomen.nl) Overheid is een onbetrouwbare partner geworden. Lange termijn afspraken werden niet nagekomen. Dat baat zorgen Vraag 8 Als er in de toekomst minder geld is voor de zorg, bent u dan bereid om voor anderen te zorgen? In de buurt oplosen jong en oud De zorg moet voorrang krijgen. In den Haag korten op andere gebieden, heeft zijn voorkeur ja Door meer betrokkenheid van mensen onderling Wegens gevordende leeftijd niet mogelijk Doe vrijwilligerswerk in de verslavingszorg Zelf al op leeftijd Ik wil wel maar jongeren zijn druk Meer efficienty in de zorg zodat er niet zoveel geld verspild wordt Als ik het kan (fysiek) Afhankelijk van mijn eigen situatie Als het enkle minder voorzorg is, dan tijd voor basis inkomen. Laten we prioriteiten herzien en de menselijke maat terugbrengen De buurt Vraag 9 De term ' noaberschap' is van oudsher een bekend begrip in dorpen. Voelt u zich alleen in de buurt of heeft u veel contacten? Voldoende contacten en toezicht op elkaar Ik heb contacten maar het mag nieuw leven ingeblazen worden Goede contacten, niet verplicht Contacten met ouderen in mijn straat. Jongereb due erbij komen doen dit minder. Dit wil ik wel. Zelf initiatief nemen Ik wil wel maar te veel jongeren in de buurt die niet willen iedereen werkt Zit in een heel andere levensfase (enige niet kleine kinderen) Contact maar niet teveel Niet veel contacten ivm werkloosheid valt in gat. Contact betreft hallo en een praatje iets minder "tuttig"en meer op "hoger"niveau Niet veel contacten maar we staan voor elkaar klaar als het nodig is. Niet véél contacten maar de noaberschap voelt wel goed in brummen Gemiddeld, als we lekaar nodig hebben, zijn we er voor elkaar

Ik heb genoeg contacten en voel me zeker niet alleen, als er iets is helpen wij elkaar Veel contact maar ik zou ook zonder kunnen Vraag 10 Zou u bereid zijn om meer voor de buurt te doen? samen met anderen aan het groen werken Bieb Als ik gevraagd word Gemeente doet nu al niets Goed zo Zorg over beschermde woonvorm. Toekomst ? Gevaar; Eenzaamheid ben fysiek niet in staat op anderen te helpen Incidenteel binnen de mogelijkheden Mooie tijdsinvulling voor ww-ers en bijstandsuitkering mensen incidentele hulp oke Ja, verhogen van de kwaliteit van leven creeren meer natuur Ben tevreden over de huidige opzet Indien nodig help ik tijdelijk iemand binnen de mogelijkheden en tijd die ik heb In bepaalde mate binnen eigen leven

Rol van de gemeente / samenwerking Rol gemeente en samenwerking Vraag 1 Vindt u dat de gemeente voldoende doet voor de inwoners om goed te kunnen wonen en leven?

Gemeente zou meer mogen luisteren naar burgers en ondernemer. Vergeet persoonlijke belangen en ga voor het gehele dorp/gemeenschap. De gemeente heeft over de ruggen van de burger gespeculeerd met grond. Dat is fout gelopen. Weten we allemaal. Nu mag de burger weer betalen en liggen alle bouwrechten ( nakijken. Ik zie teveel mensen thuis zittendie graag iets willen doen maar niet worden geholpen/gestimuleerd. Gewoon bouwen. Ook als dit niet past in het provinciaal beleid. Zorgen voor voldoende betaalbare voorzieningen (sport etc) gezond leven en sporten. College zou alles meer onder aandacht moeten brengen Ik woon hier te kort om dat te weten. Meer zelfredzaamheid. Investeren in jonge gezinnen bijvoorbeeld waterspeelplek op de markt (zoals in Ruurlo) Tevreden

Eigenlijk wil ik altijd wel meer. Eerder teveel regelgeving soepeler. Rommelen in de politiek is niet bevordelijk. Meer meedenken, anders dan ambtelijk meer zakelijk. Op lokaal niveau met lokale grondstoffen en hergebruik materiaal. Er zou echt meer aandacht moeten zijn voor solidariteit en niet ieder voor zich. Inwoners centraal ipv bestuur. Partijpolitiek verbannen. Vraag 2 Denkt u dat de samenwerking tussen de gemeente en de instellingen en bedrijven in onze gemeente goed is? Ik heb niet echt een beeld van de samenwerking. Ook geen ervaring mee. Ik kan niet direct een aantal voorbeelen noemen. Dat zegt al iets. Slechte zaak dat bijvoorbeeld Berkelmilieu zoveel macht heeft Ik vind dat de gemeent wel lokaal zaken moet doen. Kan beter; begin in de raad ! Daarnaast ga de dialoog aan met alle partijen. Onvoldoende informatie om daar een antwoord op te kunnen geven. Gemeente doet weinig om de burger hierover te informeren. Positief kan beter. Weet niet eens wie de burgemeester is. Er moeten ook wat meer aangenomen worden met een andere nationaliteit / afkomst maar wel ABN kunnen communiceren. Media laat ander beeld zien: Schotpoort/M&M. Positief kan beter. Weinig mee te maken. Zeer matig. Weet ik nu niet. Kan nooit god genoeg zijn, dus hier veel tijd en energie in blijven steken. Vraag 3 Vindt u dat er voldoende wordt geluisterd naar inwoners door de gemeente? Ik kan geen praktijkvoorbeelden noemen. De inwoners grijpen de kansen niet om mee te denken. Sluiten loket Eerbeek. Afsluiten wegen buitengebied. Meer ondersteuning sociale voorzieningen zoals: zwembad, kinderboerderij, speelvoorzieningen. Gemeente luistert niet eens naar eigen oppositie laat staan naar de inwoners.

Nooit zo mee te maken gehad. Instellingen; grote instellingen gaan voor bijvoorbeeld afsluiten van straten voor doorgaand verkeer. Jammer dat er zoveel arbeidsuren in deze enquete worden gestopt. Liever 3000,00 besparen hierop om de vlaggen op de kerktorens te houden. Respect.

Verslag Jeugdraad Datum: 17 juni 2013 Auteur: Els Holsappel Aanwezig: 18 deelnemers van 9 scholen uit de gemeente Brummen

Doel bijeenkomst •

Bepalen wat basisschoolleerlingen in groep 8 van de Brummense scholen belangrijk vinden voor de toekomst en dat meenemen in de definitieve versie van de toekomstvisie

Opening Burgemeester Niels Joosten zit de Jeugdraad voor en heet alle deelnemers van harte welkom. De gemeente werkt samen met inwoners en ondernemers aan een toekomstvisie. De toekomstvisie laat zien hoe Brummen er in 2030 uit zou moeten zien. We hebben heel veel meningen gehoord, maar vooral van volwassenen die over twintig jaar oud zullen zijn. Daarom willen we ook graag de jeugd in Brummen horen. Wat vinden jullie belangrijk voor de toekomst en wat zou er volgens jullie in de toekomstvisie moeten staan? De deelnemers gaan met elkaar in debat aan de hand van vier stellingen. Die stellingen zijn vooraf besproken met de hele klas. De deelnemers laten de uitkomsten van die klassikale discussie tijdens de jeugdraad horen.

Uitkomsten debat Stelling 1: Ik wil altijd in Brummen blijven wonen, als........ Geen van de leerlingen weet zeker dat hij of zij in Brummen blijft wonen. Alle deelnemers willen meer speelvoorzieningen voor kinderen van 10 tot 12 jaar, zoals een Cruffcourt, pannavoetbalkooi of een klimbos. Een ruime meerderheid vindt dat hoogbouw kan in Brummen, maar dan wel aan de randen van de dorpen, waar niemand er last van heeft.

Het grootste deel van de deelnemers vindt het niet nodig dat er een middelbare school in Brummen of Eerbeek zou komen. Zij vinden het prima om een school in de omliggende plaatsen te kiezen en daar naar toe te reizen. De jeugdraad heeft een uitgesproken mening over het winkelbestand in onze gemeente: die moet op zijn minst op het huidige niveau blijven, maar liever nog uitgebreid worden. Een kleine meerderheid zou graag stadse voorzieningen als een bioscoop, meer kledingwinkels en een McDonald’s willen hebben. Tien deelnemers willen dat Eerbeek en Brummen dorpen blijven, acht deelnemers is daar tegen. Allen zijn het erover eens dat er één plein in het dorp moet komen waar alle winkels en (stadse) voorzieningen zijn en dat rest van het dorp zo moet blijven als het is.

Stelling 2: Ik zorg later voor mijn ouders als ze dat nodig hebben Over deze stellingen zijn de meningen verdeeld. Een aantal leerlingen wil later zelf voor zijn of haar ouders zorgen, maar een aantal jeugdraadleden ziet duidelijk capaciteitsproblemen ontstaan in de combinatie met werk en de zorg voor de eigen kinderen. Deze leerlingen vinden het belangrijk dat er verzorgingshuizen blijven bestaan. De gedeelde conclusie is uiteindelijk dat we moeten inzetten op drie dingen: •

• •

Nadenken hoe technologische vernieuwingen mensen kunnen helpen zo lang mogelijk thuis te wonen (huizen automatiseren, bijvoorbeeld door een douche die vanzelf aan en uit gaat als je er onder of er onderuit stapt); Investeren in verzorgingstehuizen; Twee-onder-éénkapwoningen of grotere huizen bouwen, zodat ouders en kinderen dicht bij elkaar kunnen wonen en voor elkaar kunnen zorgen.

Stelling 3: Als de energie in de toekomst opraakt, dan moet de gemeente of de regering dat oplossen. Daar hoef ik me toch geen zorgen om te maken? Alle leerlingen vinden duurzame energievoorziening zo belangrijk, dat duurzame energiebronnen als zonnepanelen wel ingezet moeten worden, ook al vinden ze die panelen zelf foeilelijk. De jeugdraad was unaniem tegen zonnepanelen in weilanden en koos liever voor zonnepanelen op daken, maar dan wel zo dat je ze zo min mogelijk ziet. Over windmolens waren de leerlingen veel milder: een meerderheid vindt ze goed bij Nederland passen. Een ruime meerderheid vindt dat windmolens juist wel in weilanden kunnen staan. De jeugdraad is unaniem van mening dat windmolens niet overal kunnen staan en dat de gemeente moet bepalen waar ze wel en waar ze niet geplaatst mogen worden. Ook moet er goed

gekeken worden of ze wel voldoende rendement opleveren, maar dat geldt voor elke technologie voor duurzame energiewinning.

Stelling 4: Wat missen jullie nu in Brummen? Het merendeel wil meer voorzieningen voor jongeren. En dan niet ergens achteraf, want dan wordt zo’n plek een rotzooi is het niet veilig. De deelnemers willen voorzieningen als een skatebaan, pannakooi, of Cruyffcourt op een plek waar veel mensen komen, zodat er toezicht is. De jeugd vindt dat er dan prima afspraken gemaakt kunnen worden tussen jongeren en bewoners, bijvoorbeeld over het tijdstip waarop je geen lawaai meer mag maken. De deelnemers zouden ook graag een klimbos in Brummen willen hebben, met kabelbaan of Tarzanslingerboom. Daar zou dan ook de crossbaan die in Leuvenheim verdwenen is, weer een plek kunnen krijgen. Een aantal deelnemers zou graag een jeugdhonk willen hebben, speciaal voor de leeftijd van 10 tot 14 jaar. Bij de bestaande jongerenhuizen komen ook 16jarigen en dat leeftijdsverschil vinden ze te groot. Op de vraag wie naar zo’n jeugdhuis zou gaan steken slechts vier deelnemers hun hand op. Als er een keuze moet worden gemaakt tussen gehandicaptenvoorzieningen of een Cruyffcourt, kiest een lichte meerderheid voor gehandicaptenvoorzieningen, maar allemaal vinden ze voorzieningen voor de jeugd ook belangrijk. Meerdere kinderen kregen van hun ouders de boodschap mee dat de gemeente meer zou moeten schoonmaken en onkruid wieden in de openbare ruimte. Ook een aantal kinderen zelf vindt dat de gemeente meer prullenbakken moet plaatsen, meer afval moet opruimen en onkruid moet wieden. Een aantal deelnemers wil graag beter openbaar vervoer. Bijna alle jeugdraadleden is voor de komst van een treinverbinding in Eerbeek. Het merendeel van de leerlingen vindt dat de overheid voor veiligheid moet zorgen. Sommigen vinden dat de politie wel wat strenger mag zijn. Maar het overgrote deel van de deelnemers doet zijn licht aan op de fiets, omdat ze ervan overtuigd zijn een bekeuring te krijgen als ze het niet doen. De jeugdraad is unaniem in haar oordeel over een bordeel in Eerbeek: die hoort niet in een dorp als Eerbeek, die hoort thuis in de stad.

Het vervolg Burgemeester Niels Joosten dankte de jeugdraad voor haar waardevolle bijdrage. De resultaten van de jeugdraad worden meegenomen in de definitieve versie van de toekomstvisie, die in september voor besluitvorming in de gemeenteraad wordt besproken. Het verslag van dit debat wordt aan de leerkrachten van de jeugdraadleden gestuurd. Voor het gebruik van de gemaakte foto’s in publicaties wordt vooraf toestemming gevraagd.

Verslag overleg LTO Brummen Datum bijeenkomst: 19 juni 2013 Auteur: Els Holsappel Aanwezig: Jeroen Beker (voorzitter LTO Brummen), Dirk-Siert Schoonman (voorzitter LTO Gelderland), Andries de Bruin (bestuurslid LTO Brummen), Guus Koster (zelfstandig ondernemer en lid van de denktank Toekomstvisie 2030), Els Holsappel (redactiemedewerker Toekomstvisie 2030). Doel bijeenkomst • Vanuit de denktank is er de behoefte om de tekst over de agrarische sector in het concept van de definitieve visie af te stemmen met LTO Brummen.

Uitkomsten gesprek De heer Schoonman is betrokken geweest bij het opstellen van de omgevingsvisie van de provincie Gelderland. In dat proces is veel ruimte geweest voor initiatieven van onderaf en dat biedt ook veel mogelijkheden voor Brummen. De toekomstvisie van Brummen sluit daar naadloos bij aan. In de gemeente Brummen zitten hoofdzakelijk melkveehouderij bedrijven. De provincie heeft in het verleden de provincie opgedeeld in drie zones. Met name in de landbouwontwikkelingsgebieden is weerstand ontstaan tegen de intensivering van de landbouw. Bestaande locaties ontwikkelen gaat wel, maar boeren die een nieuwe locatie zoeken voor hun bedrijf stuiten op veel weerstand van bewoners in de buurt van de locatie van hun keuze. Boeren die vanwege ‘Ruimte voor de rivier’ op zoek zijn naar een nieuwe locatie in de buurt krijgen te maken met die weerstand. En dan maakt het niet uit of het om 100 of 200 koeien gaat. Wat men dus vooral wil is dat boeren kunnen uitbreiden op bestaande locaties, maar zij stuiten nogal eens op Natura 2000-gebieden. Agrarische bedrijven hebben al veel bestaande weten regelgeving waar ze rekening mee moeten houden, zoals natura 2000 gebieden. De toekomstvisie zou daarom ruimte moeten bieden. In de toekomstvisie is een voorstel voor die ruimte gedaan. Niet alles kan. Ook de recreatiesector wil ruimte. Ergens komt er dan spanning. Het is goed dat de visie mogelijkheden biedt voor nieuwe economische dragers in het buitengebied. Dat is belangrijk. Door de afname van het aantal agrarische bedrijven neemt de bedrijvigheid in het buitengebied af. Leegloop op het platteland heeft consequenties voor de kleine kernen. De boer in het landschap Als je dertig jaar geleden de boeren de vrije hand had gegeven dan was het buitengebied nu een groot biljartlaken geweest. Maar tegenwoordig passen boeren hun bedrijven in in het landschap. Groen inpassen op het erf en de landerijen wordt steeds belangrijker. Rol gemeente

De rol van de gemeente lijkt in de tekst wat afwachtend te zijn. Het moet wel erg van de samenleving komen. In het hoofdstuk over de rol van de gemeente staat dat die nu juist actiever moet zijn. De gemeente neemt actief deel in netwerken en is proactief. Maar ook de ondernemers moeten wel met plannen komen. De gemeente, de provincie en het LTO zouden samen moeten optrekken richting Den Haag om de belangen van de Brummense boer te behartigen. Belangen afwegen / duurzaamheid De vraag is hoe de gemeente de verschillende belangen gaat afwegen. Als een boer moet voldoen aan alle belangen (dierenwelzijn, duurzaamheid en landschappelijke eisen) dan loop je het risico dat het economisch niet haalbaar is. Er moet wel een economisch perspectief voor de boer blijven. De afweging moet realistisch zijn met economische realiteitszin. Produceren voor de lokale markt De lokale markt is op dit moment erg klein en daarmee erg kwetsbaar. Mensen willen tot nu toe niet betalen voor lokaal geproduceerd voedsel. Er zijn niet veel consumenten die lokaal geproduceerd voedsel kopen. Meer concurrentie voor deze bestaande lokaal producerende bedrijven kan het einde betekenen voor deze bedrijven. Maar als gemeente moet je het niet tegengaan. Als een boer dit wil doen, dan moet je hem de ruimte geven. Men is het eens met het uitgangspunt ‘regionaal produceren en regionaal consumeren’ en lokaal doen wat lokaal kan, maar het moet geen wet worden. Lokaal produceren is niet per definitie duurzamer dan iets van ver halen. De boer als producent van duurzame energie De boer als producent van duurzame energie wordt omarmd. De teelt voor energiewinning mag echter nooit ten koste gaan van de voedselproductie. Men ziet vooral kansen voor de energiewinning uit mest, het plaatsen van zonnepanelen en windenergie. Het boerenbedrijf heeft veel dakoppervlakte. Maar als je op dit moment meer produceert dan je verbruikt dan is dat niet rendabel. Het zou mooi zijn als de gemeente samen met LTO optrekt om die regelgeving te veranderen. Landbouw versus natuur In de visie is opgenomen dat uitbreiding van de natuur die zorgt voor versterking van de huidige Natura 2000-gebieden of de ecologische verbindingszones zwaar weegt. Alle andere natuuruitbreidingen worden net zo afgewogen als bijvoorbeeld de uitbreiding van een boerenbedrijf. De provincie is van mening dat het evenwicht in de natuur is behouden. Dat moeten we zo houden. Als je nog meer natuur zou willen zou dat uiteindelijk ten koste kunnen gaan van het agrarische landschap. Conclusie LTO is in grote lijnen tevreden met de concepttekst van de definitieve visie. Men is blij dat de houding van de gemeente verandert van het beteugelen van de sector naar samen optrekken om de sector in de benen te houden. Het is een mooie visie, maar het gaat nu vooral om het vervolg. Er is zorg of het niet zal blijven bij mooie plannen. Hoe voorkom je dat het na een paar activiteiten stil valt? Het advies aan de gemeente is om nu te onderzoeken welke weten

regelgeving (omgevingsvergunningen/bestemmingsplannen) de uitvoering van de visie in de weg staat. De agrarische sector heeft zelf ook nog een grote slag te maken. De achterban van de LTO moet verder gaan kijken dan alleen naar de eigen agrarische postzegel. Men zou graag zien dat de gemeente een vast aanspreekpunt instelt die met de sector in gesprek blijft en hen helpt om die omslag te maken.

Verslag bijeenkomst lokale partners Toekomstvisie

Recommend Documents