Verlossing deel 2 Wayne Matthews 21 Maart 2015
In deel 1 van deze prekenserie hebben we gekeken naar het feit dat God onze Verlosser is. God heeft Mozes gered, zodat Hij, God, met Mozes kon werken zodat het volk Israël verlost, bevrijdt kon worden uit de slavernij in Egypte. We hebben het verhaal van God, die Israël redde bij de Rode Zee, gelezen. God heeft met Zijn grote macht Israël verlost. Dit verwijst naar een toekomstige geestelijke verlossing van Gods volk, de Kerk van God, diegenen die geroepen zijn om een relatie met God te hebben, die geroepen zijn om deel uit te maken van Zijn plan voor verlossing. Vandaag zullen we verdergaan met het beantwoorden van de vraag: ‘wat betekent het om verlost te worden? Wat is verlossing?’ De titel van deze preek is Verlossing, en dit is deel 2. Wij kunnen uit onszelf niets doen. Wij kunnen onszelf niet redden. Het is belangrijk dat wij dit geestelijk begrijpen: uit onszelf kunnen wij onszelf op geen enkele manier niet geestelijk redden. Nu het Pascha en de Dagen van Ongezuurde Broden voor de deur staan is het belangrijk om te begrijpen dat we zonder het Pascha niet verlost kunnen worden. Als wij de betekenis en de intentie van de Dagen van Ongezuurde Broden niet uitvoeren, kunnen wij niet verlost worden. Dan zijn wij niet op het pad van verlossing. Vandaag zullen we een samenvatting maken van Leviticus 23, het eerste deel van dit hoofdstuk, om Gods plan van verlossing te gaan begrijpen. Als je Leviticus 23 zou willen opslaan, waar we in vers 4 zullen beginnen. Leviticus 23: 4 Dit zijn de gezette hoogdtijden des Heren, heilige samenkomsten, wij moeten in geest voor God komen, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd. In de eerste maand, op de veertiende der maand, in de avondschemering, ‘tussen de twee avonden’ is het Pascha voor de Here. Dit is het eerste deel van het plan van verlossing; wij moeten het Pascha vieren. Wij moeten de betekenis van het Pascha begrijpen en Jezus Christus als onze Verlosser aannemen. God heeft Jezus Christus de taak van Verlosser gegeven. Daardoor kunnen wij geestelijk verlost worden. Pascha is het fundament van verlossing. Zonder het Pascha, zonder Pascha geestelijk te begrijpen, kunnen wij niet verlost worden. Vers 6 En op de vijftiende dag van deze maand is het Feest en dit is een Feest, der Ongezuurde Broden voor de Here, zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten. Vers 7 Op de eerste dag zult gij een heilige samenkomst hebben; dan zult gij generlei slaafse arbeid, zoals gaan werken, verrichten. We gaan even terug naar vers 6 En op de vijftiende dag van deze maand is het Feest der Ongezuurde Broden, dit is dus een Feestdag. Dit is de 1ste dag van Ongezuurde Broden. En op die dag komen, in geest, samen voor God. Diegenen die samen kunnen komen, moeten samenkomen. Ons wordt opgedragen om samen te komen. Maar diegenen die niet samen kunnen komen, die op zichzelf zijn, die niet naar een samenkomst kunnen komen, vieren ook deze dag als een Feestdag, net zoals de Sabbat. Op deze dag, deze 1ste dag van Ongezuurde Broden, eten wij geen gezuurd of gegist brood. Wij nemen elke dag een stukje ongezuurd brood. En dat ongezuurde brood eten wij 7 dagen lang. Dit verwijst naar ons verlangen om verlost te worden. Wij kunnen alleen verlost worden als wij geen zonden hebben. Ongezuurd brood is een teken van ons verlangen om niet gezuurd te willen zijn. Zuur/gist verwijst naar zonden. En op de 7de dag komen wij ook samen, omdat ons opgedragen wordt om samen te komen, als wij samen kunnen komen en aanbidden wij in geest en waarheid God. Dit zijn de 7 dagen van Ongezuurde Broden. Wij moeten ons voorbereiden op deze Dagen van Ongezuurde Broden. Wij moeten ons voorbereiden op het Pascha. In de Bijbel wordt gesproken over onszelf onderzoeken. Wij moeten onszelf en onze gedachten onderzoeken in deze tijd voor het Pascha, zodat wij het Pascha op een waardige manier kunnen vieren, zodat wij met de juiste attitude, houding, voor God kunnen komen.
Verlossing deel 2
1
Wij moeten ons ook voorbereiden op de Dagen van Ongezuurde Broden, deze 7 dagen die wij gaan vieren. Wij eten gedurende deze periode niets dat gegist is. Wij hebben ook geen gegiste producten in ons huis, de plaats waar wij werken, zoals ons kantoor bijvoorbeeld. Wij zorgen ervoor dat dit ontzuurd wordt, omdat wij geen zonden in ons leven willen hebben. Ontzuren is een teken van het feit dat wij geen zonden in ons leven willen hebben. Alles dat onder ons beheer valt, zoals onze auto en ons huis, moeten wij ontzuren. En ik begrijp dat er mensen zijn waarvan leden van het gezin niet bekeerd zijn, zij begrijpen de ware betekenis van ongezuurd brood niet. Hierin moet men wijs zijn. Het belangrijkste is de geestelijke houding. Men moet er naar verlangen niet te zondigen en men moet zich bekeren tijdens deze dagen van Ongezuurde Broden. De aanloop naar het Pascha en Ongezuurde Broden is op geestelijk vlak belangrijk voor ons. De wereld begrijpt het niet. De wereld zal het ook niet begrijpen, tot het moment waarop God hen roept, om het te begrijpen. We gaan nu naar 1 Corinthen 6: 14. In de aanloop naar Pascha en Ongezuurde Broden moeten wij in het achterhoofd houden dat dit om verlossing draait. Dit is het proces, dat God ingesteld heeft en aan ons geopenbaard heeft door Zijn Feestdagen. Dit toont ons het plan van verlossing voor de gehele mensheid en dit omvat de 7.100 jaar. Wij maken deel uit van dit verlossingsplan, wij zijn nu het pad van verlossing ingeslagen, omdat wij een relatie met God hebben en omdat God met ons werkt. Wij moeten nu werken om ongezuurd te zijn. Dit is een voortdurend proces. De 7 dagen van Ongezuurde Broden verwijzen naar dit proces, dit pad van verlossing. Niemand kan het pad van verlossing of de weg van verlossing inslaan als hij de Dagen van Ongezuurde Broden niet viert. De mensheid is op dit moment daar niet toe geroepen. Maar wij wel, wij zijn geroepen om dit pad te bewandelen, om ons leven te ontzuren, om in heel ons leven geen zuurdesem in ons leven te hebben. We gaan nu naar 1 Corinthen 6: 14 God heeft niet alleen de Here opgewekt, maar zal ook ons opwekken door Zijn kracht. God is namelijk onze Verlosser. God is Degene die verlost. God heeft Jezus Christus opgewekt en, door een opstanding, Hem in het Koninkrijk van God geplaatst. Jezus Christus is in Elohim. In de Bijbel staat maar zal ons ook opwekken op een bepaalde tijd, door dezelfde kracht. Door Gods kracht. God is onze Verlosser. Vers 15 Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Wij maken deel uit van de Kerk, wij zijn leden van het Lichaam van Christus. Dit is geestelijk. Wij zijn leden van het Lichaam van Christus omdat Gods heilige geest in ons woont. Zal ik dan leden van Christus wegnemen om er leden ener hoer van te maken? Volstrekt niet! Dit gaat over een relatie. Dit gaat over een lid van het Lichaam van Christus, iemand die met Christus verbonden is, die een relatie heeft met iets dat niet van Christus is. Dat is een onwettige relatie. Dit verwijst naar rein en onrein. Het goede is rein en dat moet niets iets aannemen dat onrein is. Nee, wij eten geen onrein voedsel. Maar hier gaat het over het geestelijke, over zonden. Wij willen niet met zonden gekoppeld worden. Volstrekt niet! Vers 16 Of weet gij niet, dat wie zich een hoer aanhangt, één lichaam (met haar) is? Dit is een vraag. Zij zijn aan elkaar gekoppeld, dit is een zonde. Zij worden één. Want, zegt Hij, zegt God, die twee zullen tot één vlees zijn. Zij zijn samen in geest. Zij hebben dezelfde attitude, ze zondigen beiden. Wij willen niets te maken hebben met zonden. Vers 17 Maar die de Here aanhangt, is één geest (met Hem). Het is namelijk Gods heilige geest. Dit gaat over de keuzes in het leven. Wij hebben de keuze om één met God te zijn eens wij geroepen zijn. Wij willen één met God zijn. Dat kan door Gods heilige geest. Maar die de Here aanhangt, is één geest, Gods geest, de heilige geest, dezelfde manier van denken als God. Vers 18 Vliedt de hoererij. Elke zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam, wij moeten elke onwettige geestelijke relatie achter ons laten. Alles dat een zonde is. Dit heeft te maken met hoe iemand denkt. Vers 18 nog eens. Vliedt de hoererij. Elke onwettige relatie, of dit nu een fysieke of geestelijke relatie is. Elke zonde elke onwettige relatie is een zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Dit gaat over de Kerk. Zij zullen afgesneden worden van het Lichaam van Christus, van Gods heilige geest. Door elke zonde die iemand doet, deze onwettige relatie, wordt men afgesneden. Met staat dan buiten het Lichaam van Christus, de Kerk van God. Alhoewel deze persoon misschien nog niet gedisfellowshipped is, is hij of zij wel geestelijk afgesneden. Maar door hoererij bezondigt Verlossing deel 2
2
men zich aan zijn eigen lichaam. Tegen zichzelf. Dit veroorzaakt schade. Men kan afgesneden worden van God en nu heeft dit een invloed op hem of haar persoonlijk. Vers 19 Of weet gij niet, begrijpt gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de heilige geest, God woont in ons lichaam, die in u woont, God wil in ons wonen. En natuurlijk is de keuze aan ons: onderwerpen wij ons aan de heilige geest, Gods gedachten die in ons zijn, die God ons geeft? Weet gij niet, begrijpt gij niet, dat ons lichaam onze geest, een tempel is, een plaats waar God woont, een tempel is van de heilige geest, die in ons woont. Verdergaand, die gij van God ontvangen hebt, het komt van God de Vader, en dat gij niet van uzelf zijt? Waarom zijn wij niet van onszelf? Wij zijn namelijk gekocht. Wij zijn gekocht door God de Vader, door Jezus Christus. Wij behoren niet langer onszelf toe. Wij kunnen niet doen wat wij willen. Iemand heeft namelijk een prijs voor ons betaald. God de Vader heeft ons gekocht door Jezus Christus. Christus’ bloed heeft voor ons betaald. Vers 20 Want gij zijt gekocht en betaald. De dood, het offer van Jezus Christus. Verheerlijkt dan God de Vader, verheerlijkt God in uw lichaam door hoe wij denken, door hoe wij leven. Wij zijn namelijk gekocht, wij behoren iemand anders toe. Wij kunnen niet doen wat wij willen. Wij moeten ons onderwerpen aan God. Aan Gods geest. ...welke Godes zijn. Omdat wij gekocht zijn. Wij moeten oppassen welke houding wij aannemen en hoe wij denken. Want God heeft een offer voor ons gegeven, zodat wij een relatie met Hem kunnen hebben. En dan komen we weer terug bij het Pascha en de Dagen van Ongezuurde Broden. Wij zijn gekocht door het bloed van Jezus Christus. Daarom behoren wij iemand anders toe. Ons lichaam is niet van ons, wij kunnen niet doen wat wij willen. Ons lichaam, onze gedachten zijn gekocht en behoren God toe. God wil in ons wonen om onze manier van denken te veranderen. Jezus Christus heeft dit kopen vervuld. En dit brengt ons tot de volgende stap. Wij moeten Jezus Christus als onze Verlosser aanvaarden en dat wij door God, via/door Jezus Christus, door Christus’ offer, door Zijn bloed, gekocht zijn, zodat zonden vergeven kunnen worden en zodat God de Vader in ons kan wonen. Nu behoren wij iemand anders toe. Daardoor kunnen we naar de volgende stap gaan en dat zijn de Dagen van Ongezuurde Broden. Wij willen geen zonden meer hebben. Daarom verwijderen wij het gezuurde, het gegiste uit onze woningen, uit ons kantoor, uit ons huis. Waarom doen we dat? Daarmee laten we God zien dat wij geen zonden willen hebben. Wij willen ons hele leven lang niets met zonden te maken hebben. Deze 7 dagen verwijzen naar de keuze die iedereen moet maken om zijn huis, datgene wat onder hun verantwoordelijkheid valt, te ontzuren. Als men kiest om alle gegiste producten (daarbij balans en wijsheid gebruikende) uit het huis te verwijderen maakt dat duidelijk dat men de zonde in zijn of haar leven zoekt. Als iemand zijn huis ontzuurd, al dat werk verricht, en ijverig alle gegiste producten verwijdert, om alles te verwijderen, maar er geen verandering is in de manier van denken van die persoon, dan ontzuurt die persoon zijn leven niet, haalt die persoon niet de zonden uit zijn leven. Dit is een keuze. Als iemand er niet naar streeft om de geest te ontzuren, dan is het ontzuren van het huis slechts een fysieke daad en het stelt niets voor. Het belangrijke is: werken aan het fysieke, maar ook naar de eigen manier van denken kijken. We moeten de zonden in ons eigen leven bekijken. 2 Corinthen 6: 16 welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel van God, dat zijn wij, met afgoden? Dat is een vraag. En het antwoord is: geen enkele! Er is geen gemeenschappelijke grondslag, geen relatie. Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel van God met afgoden? Geen relatie! Er is geen overeenkomst, het is totaal het tegenovergestelde. Want gij zijt de tempel van de levende God, omdat wij geroepen zijn om een relatie te hebben. God heeft Jezus Christus als Pascha offer gegeven, zodat God in ons kan wonen. Daarom zijn wij de Tempel van de levende God. Jahweh Elohim wil in ons wonen om onze manier van denken te veranderen. Verdergaand in vers 16 ...gelijk God gesproken heeft: Ik zal in hen wonen, dit is een ongelofelijk vers. De mens begrijpt dit niet. Er is een proces van verlossing. Wij zijn geroepen om op dit moment om deel uit te maken van dit plan van verlossing. In de toekomst zal iedereen (niet iedereen, sommige mensen hebben de onvergeeflijke zonde gepleegd en hen zal nooit gevraagd worden dit pad van verlossing te bewandelen, omdat zij tegen God zijn, omdat zij hun geest permanent gefixeerd hebben tegen God) die gelegenheid krijgen om verlost te worden. Maar God zegt dat Hij zal roepen wie Hij wil roepen en Hij wil in deze mensen die Hij zal roepen wonen. Ik zal in hen wonen want dat is het doel van dit leven. De gedachten of manier van denken moet verandert worden. Iemand kan niet gered of verlost worden, kan het pad van verlossing niet bewandelen, tenzij God in deze persoon woont. In de 7 Feestdagen zien we Gods plan van verlossing. De Sabbat is om onderwezen te worden, zodat de Verlossing deel 2
3
geest kan veranderen. Dit begint allemaal met het aanvaarden van Jezus Christus als ons Pascha offer, zodat de zonden vergeven kunnen worden en God in ons kan wonen. Zodat God kan wonen in diegenen die Hij geroepen heeft om een relatie met Hem te hebben. Ik zal onder hen wandelen, God wandelt onder ons, omdat Hij in de Kerk is. Dit is Gods Kerk. Dit is Gods Kerk! Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. vers 17 Daarom gaat weg uit hun midden, kom uit deze wereld van ongelovigen, wij moeten uit deze wereld komen en de wereldse manier van denken achter ons laten. Wij kunnen niet compleet uit deze wereld komen omdat wij moeten werken en in deze wereld leven. Maar wij moeten uit deze wereld komen, uit wat zij gelooft, de manier waarop zij denkt. Daarom gaat weg uit hun midden en scheidt u af, wees anders. Hoe kunnen wij ons afscheiden? Wij kunnen ons afscheiden omdat wij Gods geest in ons hebben wonen. ...spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine. En Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochters zijn, wij zijn kinderen van God, wij zijn verwekte kinderen van God. Wij zijn verwekte zonen van God, zegt de Here, de Almachtige. God roept, God verlost door onze geest te openen, door de geest te doen veranderen. En omdat wij ons kunnen bekeren zien we ook dat wij ons moeten bekeren. Dat wij moeten veranderen en dat wij de zonden uit ons leven moeten bannen. Daarom kunnen wij Jezus Christus en Zijn offer aanvaarden. Dan komen we aan bij de Dagen van Ongezuurde Broden. Dit is een periode waarop wij ons concentreren op het uit de zonden komen. Dit is geestelijk. Alhoewel het fysieke componenten heeft, die wij uitvoeren, is het belangrijkste het geestelijke in ons leven. Gods woord vertelt Zijn volk dat Hij onze Verlosser is. De mens weet niet waarom God de mens geschapen heeft en hem op deze wereld geplaatst heeft. De mens weet niets over Gods plan van verlossing, dat we in de jaarlijkse Feestdagen zien. We gaan nu een tijd in waarin God Zijn geweldige plan van verlossing aan iedereen in de wereld zal openbaren. Dit deel van het plan van verlossing dat geopenbaard gaat worden, moet door God geopenbaard worden. Wij kunnen dit soort dingen wel vertellen, wij kunnen over Gods plan vertellen, maar tenzij iemands geest geopend is, tenzij God met deze persoon is en zijn of haar geest geestelijk opent, kan iemand het wel horen, maar niet bevatten. Ze begrijpen het niet. Ze horen de woorden en denken waarschijnlijk: ‘wel, dat is weer een of andere religieuze groep.’ Nee, de tijd komt waarin God Zijn plan van verlossing zal beginnen te openbaren aan iedereen in de wereld. En dit begint allemaal door de verdrukking, door de vernietiging. En omdat mensen nederig zullen zijn, zal God hun geest beginnen openen. Ze worden vernedert. De mens zal Gods grote doel beginnen begrijpen. Dat is iets dat wij begrijpen, maar de mens is niet zo gezegend dat hij het kan begrijpen. Wat een geweldige zegening, dat wij Gods doel met de mens begrijpen. Wij begrijpen het. Wij weten wat Gods doel met ons is. Het gaat om de verandering van de geest, de verandering van één manier van denken naar een andere manier van denken (heilig rechtvaardig karakter) Maar de mens begrijpt het niet, men begrijpt Gods intentie niet. Sommige mensen zullen gedurende de laatste 3 ½ jaar van menselijk zelfbestuur Gods doel beginnen zien. Miljoenen en miljoenen mensen zullen Gods grootse plan beginnen te begrijpen. Als deze tijd achter de rug is, nadat deze 3 ½ jaar achter de rug zijn, zal op de Pinksterdag van 2019 (dat is de dag waarop deze periode eindigt) zal Jezus Christus, met de 144.000, over deze aarde gaan heersen. Iedereen zal dit begrip krijgen, iedereen zal kennis van Gods plan van verlossing krijgen. De mens zal deze kennis over Gods plan voor de mens gegeven worden, krijgen. Gods plan houdt verlossing in. De verlossing van de mens van wat hij is naar iets dat God ons wil geven. Als we de geschiedenis er eens op naslaan, de ware geschiedenis van het universum, van de wereld, die God geschapen heeft... Ten eerste: wij begrijpen dat er een geestenrijk geschapen werd, zodat engelen daar konden verblijven. De engelen werden geschapen als geestelijke wezens. Zij kregen vrijheid, zij waren onafhankelijk, zij konden vrijelijk denken. Zij konden vrijelijk denken, konden leren en kennis vergaren. Zij waren wezens met een vrije keuze. De mens is op dezelfde manier geschapen, alleen is de mens fysiek. De mens kan ook vrijelijk denken, dat heeft hij van God gekregen. De mens is geschapen met een vrije keuze, de mens kan denken, kan leren, zijn eigen leven plannen en zijn eigen beslissingen nemen. Dit is belangrijk om in deze tijd te begrijpen. De Verlossing deel 2
4
mens kan zijn eigen beslissingen nemen. Want 6.000 jaar lang heeft de mens (zonder God) zijn eigen beslissingen genomen. Als wij, mensen met een vrije keuze, geroepen worden, kunnen wij over Gods wegen leren, kunnen wij ons leven plannen, gebaseerd op Gods woord en kunnen wij beslissingen nemen, gebaseerd op Gods woord of gebaseerd op egoïsme. Dat is de keuze die wij hebben. Wij hebben een keuze: egoïstisch en menselijk blijven, of ons onderwerpen aan Gods manier van denken, en voor Gods wegen kiezen en niet voor Gods wegen. De mens is niet geëvolueerd van iets dat uit het slijm gekropen is. Niets evolueert op die manier. Evolutie is een door de mens bedachte theorie. En als je naar de betekenis van het woord ‘theorie’ kijkt... theorie is iets dat niet bewezen kan worden. Daarom is het een theorie. Als je het kan bewijzen is het geen theorie meer. Mensen bedenken allerlei theorieën, men verzint van alles bij elkaar en bedenkt dan een zogenaamde ontwerptheorie. Daarmee zeggende: ‘het is hier begonnen en het eindigt daar.’ Er zijn allerlei theorieën over hoe dingen werken. Het is slechts een theorie omdat men de waarheid niet kent. Men bedenkt het, zodat het klopt. Ze kijken naar een begin, naar wat men denkt dat het begin is, maar ze kijken dan naar het eindresultaat en dan stellen ze zich de vraag: ‘hoe is dit alles begonnen?’ Wel, dat is de evolutietheorie. Het is een door de mens bedachte theorie, dat niet bewezen kan worden. Het kan op geen enkele manier bewezen worden! God heeft alles dat zowel in de geestelijke als in de fysieke wereld bestaat. God heeft het allemaal gemaakt! God heeft de mens geschapen met een geestelijk doel. Wij zijn geroepen om dit geestelijke doel te begrijpen. Het belangrijke is dat de mens verlost moet worden, dat betekent dat hij op dit pad van verlossing gebracht moet worden. God heeft ons op een bepaalde manier gemaakt, met een bepaalde manier van denken. God heeft gezegd dat Hij de zonden zou bedekken. Wij zondigen allemaal. Wij kiezen van nature voor de zonde. God wist vanaf het begin dat Hij een Verlosser zou geven. Het begon met een Verlosser voor de mensheid. Die Verlosser is, natuurlijk, Jezus Christus. De mens heeft een Verlosser nodig en hierdoor worden wij op het pad van verlossing gebracht. Nu geroepen worden, in het Lichaam van Christus gebracht worden, een relatie met God hebben betekent dat wij verlost worden. Wij zijn nog niet echt verlost, degenen die verlost zijn, zijn de 144.000. Die tijd is aangebroken, zij zijn verlost. De beloning, de verlossing, is nog niet geopenbaard. Maar dit zal spoedig gebeuren, op de Pinksterdag. De mens is, net zoals het geestenrijk, uniek qua de macht van de geest, en die macht is de vrije keuze. Elke menselijke geest heeft een geestessentie. De geest is niet zoals andere organen (zoals het hart, de lever, de longen) in het lichaam, zij functioneren slechts op fysieke wijze. Al deze organen werken automatisch. Het hart klopt automatisch. Wij denken er niet over na. Wij zeggen niet: ‘o, hart klop,’ of ‘hart stop.’ Ook ademen gaat automatisch. Wij ademen in, wij ademen uit. Dit is automatisch, God heeft het zo gemaakt. Dit geldt ook voor de longen, de lever of de maag. Er moet niet over nagedacht worden om ze te doen werken. Het lichaam vertelt ons als er iets mis is. Wij weten dat er iets mis is. Als wij honger hebben vertelt onze maag ons brein om te eten, om dit lichaam voedsel te geven. Het enige dat anders is, is de geest. Wij kunnen denken omdat God elke mens een geestessentie gegeven heeft, zodat wij mensen vrije gedachten, expressie en individualiteit kunnen hebben. De geest is de mens mogen we niet verwarren met Gods geest, Gods geest is namelijk anders. Gods geest komt voort uit Zijn gedachten. Zonder deze geestessentie, die God de mens gegeven heeft, zouden wij net zoals de dieren zijn. We zouden geen leven hebben, niet kunnen denken, redeneren, plannen. Dit denken, deze mogelijkheid om te plannen is een geweldige zegening, want hierdoor hebben wij de vrije keuze. Als wij geroepen zijn, kunnen wij ook denken, kunnen wij geestelijk zien/begrijpen. Hoe ongelofelijk is dat?! Zonder Gods geest kunnen wij het geestelijke niet zien, dan is het slechts fysiek, is het slechts menselijk redeneren of menselijk denken. De geest in de mens... bij de mensen zit het intellect in deze geestessentie. Deze geestessentie bepaalt waar en hoe we voorwaarts gaan in dit plan van verlossing. Wij moeten deze geestessentie hebben om het pad van verlossing te bewandelen. God koppelt Zijn geest namelijk aan onze geest, en daardoor kunnen wij op dit pad van verlossing wandelen. Wij verwerken de zaken die onze geest binnenkomen. Wij moeten keuzes maken.
Verlossing deel 2
5
Als wij sterven zal deze essentie, de geest in de mens, ophouden met werken. Maar het slaat elke ervaring, elke herinnering en gedachte die wij ooit gehad hebben, op. Als iemand sterft gaat die geestessentie terug naar God. Deze geestessentie heeft geen leven van zichzelf. Maar God kan het in een nieuw lichaam plaatsen, om opnieuw te leven. En dat is precies wat God gaat doen met die geest die bestond voor de persoon gestorven is. God biedt de mens dit plan van verlossing aan. In de eerste 4.000 jaar heeft God slechts een paar mensen geroepen om hen te verlossen, om hen in de toekomst in Elohim te plaatsen. Zij hebben hun leven geleefd en hebben een relatie met God gehad, met als doel verlost te worden. In de laatste 2.000 jaar, na 31 na Christus, na de dood van Jezus Christus heeft God Zijn heilige geest aan Zijn geroepenen gegeven. Het potentieel op verlossing is vergroot. In 2012 was het plan van verlossing voor de 144.000 compleet. Het exacte aantal stond vast. Wij weten dat alle andere mensen die niet verzegeld zijn op die bepaalde dag, aan het eind van die periode, in 2012, dat als zij niet verzegeld zijn, zij zullen voortleven in het Millennium. Zij die besluiten in het Lichaam van Christus te blijven, om God te geloven en op God te vertrouwen, wel, zij zullen voortleven in een nieuw tijdperk, het Millennium genoemd. Zij blijven op het pad van verlossing. De duizend jaar gaan over verlossing. God zal meer mensen verlossen tijdens die 1.000 jaar. Gedurende die 100 jaar zal de overgrote meerderheid van de mensheid het pad van verlossing bewandelen. De overgrote meerderheid van de mensheid zal die gelegenheid krijgen. Zij zullen leren wat wij geleerd hebben: over het Pascha, de Dagen van Ongezuurde Broden, over Pinksteren. Zij zullen deze geestelijke zaken leren. En daarin zullen zij de vrije keuze hebben. Zij zullen moeten kiezen of zij Gods wegen, met behulp van Gods heilige geest, willen bewandelen of dat ze hun eigen gedachten, hun eigen begrip volgen en egoïstisch leven. God biedt de mens iets veel groter aan dan tijdelijk, fysiek, menselijk bestaan. Wij zijn als tijdelijke fysieke mensen geschapen voor een groot en machtig doel. Dit doel was een vooraf bepaald deel van Gods uiteindelijke plan. Dit lag al lang vast voor er ooit iets geschapen is. We gaan naar Hebreeën 1: 1 Nadat God Jahweh Elohim voortijds vele malen verschillende keren of in het verleden, en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, dit kan ‘door de profeten’ of ‘in de profeten’ zijn. God was in diegenen die de woorden sprak. Het was Gods woord in hen dat geopenbaard werd aan een ieder aan wie God het wou openbaren. Iedereen in Gods Kerk heeft een verschillende taak, en voegt op verschillende manieren iets toe aan het Lichaam van Christus. In de geschiedenis van de mens heeft God op verschillende tijden in op verschillende manieren tot diegenen gesproken waar Hij tegen wilde spreken. En Hij deed dat door of in de profeten. ... heeft Hij nu in het laatst der dagen, na deze 4.000 jaar, tot ons gesproken door Zijn Zoon, door Jezus Christus. Dit gaat over een periode, het laatste der dagen, zij bevonden op een bepaalde manier in het laatste der dagen, maar voor ons... God heeft tot ons door Zijn Zoon, door Jezus Christus, gesproken. Dat gebeurde door Jezus Christus. Wij horen Gods woorden, Jezus Christus werd ook beschouwd als profeet. God spreekt in de profeet, God spreekt in of door Jezus Christus. ...die, Jezus Christus, Hij God aangesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie door Jezus Christus, Hij, God, ook de wereld geschapen heeft. God heeft tijden ingesteld. God heeft dat gedaan. Deze Jezus Christus, de afstraling Zijner heerlijkheid en de afdruk van Zijn van Gods, wezen, die alle dingen draagt door het woord Zijner, Gods, kracht, heeft, na de reiniging der zonden door het Pascha, tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in den hoge. Het was God die dit gedaan heeft. God heeft dit met al Zijn macht en kracht gedaan. God heeft ons geschapen met de vrije keuze. God heeft ons een Verlosser, Jezus Christus, gegeven. Dit heeft allemaal met Gods plan van verlossing te maken. God laat ons zien dat Hij vooraf bepaald had dat Hij Zijn grote plan voor de mensheid zou bereiken door Zijn eigen Zoon, Jezus Christus. God had vooraf bepaald dat Jezus Christus de afstraling Zijner, Gods, heerlijkheid zou hebben omdat Hij de geest van God had en omdat Hij alle dingen draagt door Zijn, Gods,b kracht. Hij zou zoals God zijn. Jezus Christus was, zoals er staat... het naam Jezus betekent ‘Jahweh is verlossing’ of ‘Jehova is redding.’ Jezus Christus wandelde in de afdruk van God de Vader en God de Vader heeft alles gedaan. God had vooraf bepaald dat Jezus Christus de afstraling Zijner heerlijkheid zou hebben in karakter, geest, gedachten. God bepaalde vooraf dat Hij de schepping van het engelenrijk of het fysieke tijd op Zijn, op Gods, tijd zou beginnen. Hij zou de mens scheppen. Hij zou de mens een weinig minder maken dan de engelen. De mens zou fysiek geschapen worden. Maar God heeft ook vooraf bepaald dat Hij op een bepaald moment in de tijd de mens zou veranderen, zodat alle dingen in Zijn schepping onder de mens geplaatst zouden worden. De mens zou ook de macht en glorie van God Zelf ontvangen. Verlossing deel 2
6
Dit is een ongelofelijke uitspraak! God heeft dit plan gemaakt. Het is namelijk Gods plan van verlossing. God verandert de manier van denken van de mens. God heeft de mens dusdanig gemaakt dat hij kan veranderen. De mens heeft de vrije keuze. Als wij geen vrije keuze zouden hebben, zouden wij robots zijn. Wel, God verlangt naar een Familie die zoals Hij zal zijn. God wil alle dingen, alles van God, heel Gods schepping, onder de mens plaatsen, eens hij Elohim ingegaan is. Ook wil Hij dat de mens glorie en kracht van God, Gods karakter, krijgt. God heeft bepaald dat Hij deze grote verandering in en door Zijn eigen Zoon, Jezus Christus, zou bereiken. God zou de mens door Jezus Christus verlossen. Hier start het plan van verlossing mee. Wij moeten Jezus Christus aannemen om verlost te worden. Als wij niet geloven dat Jezus Christus voor onze zonden gestorven is en dat onze zonden bedekt zijn, zondigen wij nog altijd en kunnen wij niet verlost worden. De waarheid over Gods doel met het scheppen van de mensheid gaat veel verder dan de mens zich kan voorstellen of zich ooit voorgesteld heeft... zelfs in fictie. Het is heel moeilijk om deze waarheid te geloven. Het is moeilijk voor de mens om te gaan begrijpen dat wij als God kunnen zijn. De meeste mensen zullen zeggen: ‘je bent gek! Dat is godslastering!’ Maar God heeft de mens geschapen zodat hij kan worden zoals Hij, zodat God voor eeuwig in ons kan wonen. Daarom zijn wij nu de tempel van God, Gods woonplaats. Wij zijn van God, zolang God in ons woont. Het is moeilijk te geloven voor de mens dat God in een mens kan wonen, dat Gods manier van denken in een mens kan zijn. Wel, het plan is dat als zij Gods manier van denken in zich hebben, zij op het pad van verlossing zijn, dat zij verlost worden. Gedurende de 1.000 en de 100 jaar zal God in de mens wonen. God zal in de mens wonen om zijn gedachten te veranderen, om hem de keuze te geven om zijn manier van denken te veranderen. Als men kiest voor verandering van de gedachten, om te gaan denken zoals God, dan kunnen zij op een bepaald moment Elohim ingaan. God heeft ingesteld dat het fysieke menselijke leven slechts tijdelijk zou zijn. Het is Zijn doel dat wij veranderen of dat wij veranderen van sterfelijk naar onsterfelijk, van een tijdelijk leven naar een eeuwig leven. Deze verandering (deze fase van de schepping) is iets dat God de mens zal aanbieden en de mens zal een keuze maken. En deze keuze maken heeft te maken met begrijpen wat God werkelijk aan het doen is. Het moet namelijk onze eigen keuze zijn. God zal ons niet dwingen om zoals Hem te zijn. Wij moeten kiezen om zoals Hem te willen zijn. God geeft ons de heilige geest om ons daarbij te helpen. En als wij de waarheid zien moeten wij nog altijd een keuze maken. Geloven wij dat dit Gods Kerk is? Geloven wij wat God de Kerk gegeven heeft? Wel, dit zijn allemaal keuzes. Mensen kunnen er voor kiezen om dit niet te geloven. En mensen kunnen er voor kiezen om het wel te geloven. Dit is de keuze die de mens moet maken. En het is prachtig, wat wij hebben gekregen, maar er schuilt ook gevaar in. Het menselijk redeneren dat elke mens in zich heeft, is een gevaarlijk iets. Wij moeten gaan zien dat God ons, met behulp van Zijn heilige geest, de kans geeft om te kiezen voor goed of fout. De keuze is aan ons. God geeft dat wat juist is, de menselijke natuur dat wat verkeerd is. Wel, wij moeten gaan inzien dat wij verkeerd zijn. Van nature zijn wij verkeerd, zoals er duidelijk in Romeinen 8 staat. Gods ultieme doel met de schepping van de mens is dat de mens deel kan worden van de familie van God, in het Koninkrijk van God, een Koninkrijk van Godwezens. God kan geen rechtvaardig karakter in een mens scheppen. God kan de mens niet automatisch een rechtvaardig karakter geven, omdat het leven naar Gods rechtvaardigheid een kwestie van keuze is. Automatisch kan dit dus niet gebeuren. Er kan geen wezen geschapen worden die op God lijkt. God wil dat mensen voor Zijn weg, Zijn rechtvaardigheid kiest. Laten we teruggaan naar 2 Samuel 22: 1 David sprak tot de Here de woorden van dit lied ten dage, dat de Here hem verlost had uit de greep van al zijn vijanden en uit de greep van Saul. Hij zeide: Wij kunnen dit vergelijken met wat God doet in ons leven, hoe Hij ons verlost, beschermt en hoe wij verlost worden. Wij kunnen het niet op eigen houtje. Wij kunnen onszelf niet op ons eigen houtje verlossen, God moet ons verlossen. En Hij heeft duidelijk in Zijn plan beschreven hoe iemand verlost kan worden: door de verandering van de geest. De Here is mijn steenrots, Jahweh Elohim is mijn rots. Hij is onze geestelijke beschermer. Alle bescherming, al onze kracht komt van God. ...mijn vesting en mijn bevrijder. God is onze Verlosser. God is mijn Rots, ik zal op Hem vertrouwen, mijn schild, hoorn mijns heils, David legt hier een aantal zaken over ‘mijn schild’ uit. Er is hier namelijk een oorlog aan de gang. ‘De hoorn’ of ‘de sterkte mijns heils.’ God is onze Verlosser. God zal Verlossing deel 2
7
ons verdedigen. God verlost ons. Mijn burcht, mijn toevlucht; dit is de plaats van veiligheid. Wij zijn alleen veilig als God in ons woont. Alleen God kan redden, want Hij is onze Verlosser. Verdergaand in vers 3 ...mijn verlosser; van geweld hebt Gij mij verlost. Ik riep de Here aan, Die te prijzen is, Hij riep tot God omdat God Degene is die verlost. ‘Hij is mijn... Hij is onze Verlosser. God verlost mij van geweld.’ Wel, dat is waar. Hij verlost ons van geestelijk geweld. God redt ons, Hij geeft ons namelijk, door Zijn heilige geest, de mogelijkheid om geestelijk te denken. En daarom kunnen wij verlost worden van geestelijk geweld, van Satan en zijn demonen. Ik roep de Here aan, dat doen wij in gebed, Die te prijzen is. Waarom is God te prijzen? Wel, omdat Hij Degene is die verlost. Hij is al deze dingen. Hij is onze Rots, onze Sterkte, onze Verlosser. Hij is iemand waar wij op kunnen vertrouwen. Hij is almachtig en Hij is te prijzen, omdat er slechts één ware God is. En daarom moet alle eer, alle glorie aan Hem gegeven worden. Hij is de schepper, Hij is de Almachtige God. Ik werd verlost van mijn vijanden. Wel, wij zullen geestelijk bevrijdt worden van onze vijanden. Dit zijn Davids woorden. Hij verwijst naar fysieke dingen. Wel, wij kunnen dit geestelijk bekijken. ‘Ik zal bevrijdt worden van mijn vijanden.’ Ja, dat is zeker! Wij kunnen verlost worden van onze geestelijke vijanden, Satan en zijn demonen, de zaken die hij uitzendt om ons te vernietigen. Dat is wat hij wil doen, hij wil dat wij voor een foute houding kiezen. Ik zal verlost worden van mijn vijanden. Want de baren des doods hadden mij omvangen en stromen van verderf verschrikten mij, hier worden een aantal zaken over de dood, over met de dood geconfronteerd worden, gezegd. Wij begrijpen dat het loon voor zonden, de dood is. Alleen door bekering kunnen wij uit de zonden komen, deze stromen van verderf die mij bang maken. Want als wij verstrikt raken in de wereld, in de stromen valse doctrines, dan moeten wij bang zijn. Wij moeten bang zijn voor dat soort zaken. Wij moeten ons dan direct tot God wenden. Banden der hel het graf omringden mij; dit gaat over de dood. Strikken des doods bejegenden mij. Hij was in grote nood en stond onder grote druk. Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan; tot mijn God riep ik. En Hij hoorde mijn stem uit Zijn tempel, mijn hulpgeroep klonk in Zijn oren. Wij kunnen hieruit opmaken dat in tijden van stress, toen David onder grote druk stond en hij fysiek in de problemen zat, hij tot God uitriep en God vroeg in te grijpen. Voor ons geldt hetzelfde. Wij zijn mensen, wij zijn fysiek in nood, wij kunnen tot God uitroepen of Hij, als het volgens Zijn wil is, als ‘Gods wil geschiedde,’ wil ingrijpen. Dit geldt ook op geestelijk vlak. Als wij geestelijk onder grote stress staan (door verleiding, door zonden) dan moeten wij tot God uitroepen. Wij moeten tot God uitroepen en Hij zal onze stem horen. Hij zal van op Zijn troon ons horen, want Hij wil ons horen. Hij wil ons horen! Zijn oren horen ons. Hij begrijpt ons. Hij luistert naar diegenen waar Hij in woont. Hij hoort ons, als wij naar Hem uitroepen, als wij Hem zoeken om Zijn manier van leven te leven, als wij ons bekeren. Dit gaat over bekering. Als wij in nood zitten door zonden moeten wij, in bekering, het uitroepen tot God en Hij zal ons horen. Hij zal horen wat wij te zeggen hebben en Hij zal ons vergeven. Vers 8 Toen dreunde en beefde de aarde, de grondvesten van de hemel sidderden en daverden, omdat Hij God in toorn ontbrand was. Rook steeg op uit Zijn neus, dit zijn fysieke dingen die geestelijke zaken uitleggen, verterend vuur kwam voort uit Zijn mond, gesproken woorden. Wat God ook zegt is gerechtigheid en waarheid. En wat God zegt zal gebeuren. Als God iets zegt, dan zal dat gebeuren. Wat God in Zijn woord gezegd heeft zal gebeuren. Als God heeft gezegd dat de zonden vergeven kunnen worden door het aanvaarden van Jezus Christus (dat zijn Zijn woorden) dan zal dat gebeuren. Als God gezegd heeft dat wij ons huis moeten ontzuren omdat dat symbolisch is voor ons leven op geestelijk vlak te ontzuren, dan moeten wij dat doen. Het draait allemaal rond verlossing. Kolen raakten erdoor in brand. Hij God, neigde de hemel en daalde neder, donkerheid was onder Zijn voeten, Hij reed op een cherub en vloog, Hij verscheen op de vleugels van de wind. En Hij stelde het duister tot een beschutting rondom Zich: duistere wateren, dikke wolken des hemels. Wie kan dat doen? Wie zou zoiets kunnen doen? Wie kan dit doen dan God? Wie kan dit doen? Niemand! Alleen God kan deze dingen doen. Duistere wateren en dikke wolken des hemels, wie kan dat doen? Wie controleert het weer? Wie controleert het engelenrijk? De wind? Alle dingen? God! God is namelijk Almachtig. Van de glans voor Hem raakten vurige kolen in brand. Wie kan dat doen? Wel, niemand. Alleen God. God is Degene die al deze dingen doet. God is de Almachtige God.
Verlossing deel 2
8
De Here deed de donder uit de hemel weerklinken, de Allerhoogste verhief Zijn stem. Hij schoot pijlen en verstrooide hen, bliksemen en bracht hen in verschrikking. Dit gaat over een fysieke oorlog, waarin God ingegrepen heeft. God verstrooit volken. God heeft vele malen ingegrepen in het leven van mensen. God heeft miraculeuze dingen gedaan. Bijvoorbeeld, zoals we in de vorige preek gehoord hebben, het oversteken van de Rode Zee. God heeft de Egyptenaren vernietigd. God heeft dat gedaan. Hij is Degene die hen overwonnen heeft. Toen werden de beddingen der zee zichtbaar, de grondvesten der wereld kwamen bloot door het dreigen van de Here, God heeft het allemaal onder controle. Fysieke dingen gehoorzamen God omdat Hij de controle heeft. Het enige fysieke dat God niet gehoorzaamt is de mens, omdat de mens geschapen is met de vrije keuze. Maar God kan doen opstaan en doen vallen. Door het blazen van de adem van Zijn neus. Hij reikte van omhoog, greep mij, trok mij op uit grote wateren. Hij ontrukte mij aan mijn machtige vijand, aan mijn haters, omdat zij sterker waren dan ik. Zij traden mij in de weg ten dage van mijn ongeluk, maar de Here was mijn steun; Dit is van toepassing op ons. God is onze steun. Wat er ook fysiek met ons gebeurt, God is er. God is onze steun. Gods wil geschiedde. Hij leidde mij uit in de ruimte, Hij redde mij, omdat Hij welgevallen aan mij had. Daarom zijn wij geroepen. Wij zijn geroepen omdat Hij welgevallen in ons heeft, als wij kiezen ons te onderwerpen aan Hem. Hij zal ons verlossen. David zegt hier: Hij redde mij fysiek, omdat Hij, God, welgevallen in mij had. God houdt ook van ons. Hij wil ons geestelijk verlossen omdat Hij welgevallen in ons heeft. Hij heeft welgevallen in het feit dat Hij in ons kan wonen, zodat wij, omdat wij daar voor kiezen, kunnen veranderen. De Here vergold mij naar mijn gerechtigheid, wel, van onszelf hebben wij geen gerechtigheid. Maar wij kunnen gerechtigheid hebben als wij ons onderwerpen aan God. Gods gerechtigheid, Gods karakter dat in ons woont, in ons brengt ons beloningen. Naar de reinheid mijner handen dit gaat over daden. Hij moest nadenken over de dingen. Hij moest met behulp van Gods heilige geest bepalen wat goed en fout was, kiezen voor het juiste. Naar de reinheid mijner handen gaat over daden. Hij paste dit toe in zijn leven. ...vergold Hij mij, er is voor betaald. Onze beloning is de ontwikkeling van heilig rechtvaardig karakter. Als wij op Gods manier leven zegt God dat Hij voor ons zal betalen. En dan kunnen wij op een bepaald moment Elohim ingaan. Hij vergold mij, wel, wij zijn de beloning niet waard. Wij kunnen deze beloning niet verdienen, God wil ons dit geven. Vers 22 want ik heb de wegen des Heren gehouden en ben niet goddeloos afgeweken van mijn God. Wij moeten Gods wegen volgen, wij moeten volgen wat God de Kerk gegeven heeft. Wij moeten volgens deze wegen leven, spreken en denken. Wij mogen niet het pad van egoïsme, goddeloosheid, inslaan. En als wij dat doen, dan wijken wij af van God, laten wij God achter. Als wij kiezen om te zondigen, hebben wij gekozen om van God te wijken. Wel, daarom is er bekering. Dat is prachtig, door bekering kunnen wij weer een relatie met God hebben. Vers 23 Want al Zijn verordeningen stonden mij voor ogen en van zijn inzettingen week ik niet af, dit is de keuze die wij hebben, de keuze die hij had. Wij mogen niet van God en van Gods manier van leven afwijken. Maar ik was onberispelijk voor Hem, en wachtte mij voor ongerechtigheid. Voor zonden, De Here heeft mij vergolden naar mijn gerechtigheid, Omdat hij bepaalde beslissingen genomen had. Er is een beloning voor gehoorzaamheid en een straf voor ongehoorzaamheid. Verdergaand in vers 25 ...naar mijn reinheid voor Zijn ogen. Het gaat namelijk om wat God ziet en de keuzes die wij maken. Mijn reinheid... uit onszelf zijn wij niet rein, wij hebben Gods heilige geest nodig, wij moeten er voor kiezen ons te onderwerpen aan Gods heilige geest. Naar mijn reinheid, mijn keuze die ik gemaakt heb inzake geestelijke zaken, in Gods ogen. Vers 26 Jegens de goedertierene toont Gij U goedertieren, dit verwijst naar een bepaalde houding.. Dit pad van verlossing, waar wij ons op bevinden, gaat over attitudes en keuzes die wij maken. Met de goedertierene, het gaat namelijk om de keuze die wij moeten maken. Wij moeten genade tonen, wij moeten Gods plan voor alle mensen begrijpen. Wij kunnen dan beginnen met genade te hebben, omdat wij onze menselijke conditie kennen. Wij begrijpen wie wij zijn. Wij zijn niet beter dan iemand anders. Wij zijn gewoon zo gezegend dat wij geroepen zijn om een relatie met God te hebben. Met de goedertierene, wij moeten daarvoor kiezen toont Gij God U goedertieren, Dat is een houding en God heeft een barmhartige, goedertieren houding. Wij moeten ook zo zijn, wij moeten dezelfde gedachten als God hebben, dus moeten wij ook goedertieren of barmhartig zijn. Wij moeten Verlossing deel 2
9
er voor kiezen om barmhartig te zijn, om genadig te zijn voor anderen. Wel, als wij dat doen, dan nemen wij de geest van God aan, want God is barmhartig. Zo zit Hij in elkaar. Jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk. Iemand die begrijpt wat zonden zijn en wat zondigen betekent. En als wij onberispelijk zijn betekent dat, dat wij ons bekeren. Jegens de onberispelijke is iemand die zich bekeert, toont Gij God U onberispelijk. God zal Zichzelf meer aan ons openbaren. God zal ons niet straffen of de straf voor onze zonden uitvoeren. God is onberispelijk. God zondigt niet. Wij moeten de geest van God aannemen en wij moeten onberispelijk worden. Als je zondigt ben je niet onberispelijk. God zal Zichzelf aan ons openbaren als een God van barmhartigheid en een God zonder zonden. Vers 27 Jegens de reine toont Gij U rein, wel, de reine heeft te maken met motief en intentie. Als je een rein motief, een reine intentie hebt, betekent dat Gods geest in je woont en dat je kiest om je daar aan te onderwerpen. Van onszelf zijn wij niet rein. Wij zijn onrein. Iemand die puur is, is rein. Alleen Gods gedachten zijn rein, wij moeten dus rein worden. Wij moeten deze reinheid, Gods manier van denken, aannemen. God zal ons, door Zijn heilige geest, Zijn reinheid tonen, de zuiverheid van Zijn geest. Jegens de reine, hij die er naar streeft rein te zijn, toont God zich rein. Allemaal door Gods heilige geest. Rein zijn betekent denken zoals God. Maar jegens de verkeerde toont Gij U een tegenstander. Vers 28 Het nederige volk verlost Gij, maar Uw ogen zijn tegen de hovaardigen, Gij zult hen vernederen. Deze periode staat voor de deur, de periode dat God de nederigen zal verlossen, dit behoort tot Gods plan van verlossing. God zal, met behulp van Zijn heilige geest, verlossen. God is de enige die kan verlossen. God zal de nederigen, de zachtmoedigen, diegenen die zich aan God onderwerpen, verlossen. In een ander vers staat: ‘God zal de verdrukten verlossen,’ diegenen die zich verdrukken. Want dit ‘zelf verdrukken’ is ervoor kiezen nederig te zijn. Maar Uw ogen zijn tegen de hovaardigen. Diegenen die trots zijn zullen een straf moeten betalen. De trotsen zullen vernederd worden. Dat is wat God in Zijn woord gezegd heeft. Hij zal de trotse vernederen. Gij zult hen vernederen. Als wij op dit pad van verlossing blijven zullen wij bepaalde uitspraken geestelijk beter gaan begrijpen. Vers 29 Want Gij God, zijt mijn lamp, zijt mij als een lamp. God toont ons de weg. God toont ons het licht, de waarheid en dat zien we in de geboden. God geeft ons een leidraad, zo kunnen wij verlost worden. Wij kunnen verlost worden als wij ons onderwerpen aan Gods manier van denken, aan Gods heilige geest. De lamp kan verwijzen naar de 10 Geboden, naar de waarheid. Het gaat over het openbaren, want Gij zijt mijn lamp, een lamp leidt, toont de weg. Want Gij, o Here, zijt mijn lamp, en de Here doet mijn duisternis opklaren. Van en op onszelf zijn we in de duisternis. De menselijke natuur is namelijk vol zonden. De menselijke natuur kan uit zichzelf en op eigen houtje het licht niet zien. Ze denkt wel dat ze dat kan, maar is niet zo. De Here doet mijn duisternis opklaren, hoe? Door ons te roepen. Wij zijn uit de duisternis in het licht geroepen en door Gods heilige geest kunnen we Gods manier van denken gaan zien. Dat is een ongelofelijk iets. Het draait allemaal om de weg van verlossing. God heeft ons geroepen om dit pad van verlossing te bewandelen en het is God die onze duisternis opklaart. Onze duisternis, onze slavernij door onze eigen gedachten, is opgeklaard, zodat we het licht zien. We zien niet al het licht, maar wij zijn op weg naar het licht, wij zijn op het pad van verlossing. Wij worden uit de duisternis gehaald, naar het licht gebracht. En dat is wat een roeping, bekering, inhoudt. Bekering vergt tijd. De verandering van denken vergt tijd. Als we kijken naar wat er gebeurd is tijdens de Exodus, toen Israël uit Egypte kwam... dat is hetzelfde voor ons, nu de Dagen van Ongezuurde Broden naderen. Het draait om uit de zonden komen. Dat is de Here klaart mijn duisternis op. Met andere woorden, je moet uit de duisternis geroepen worden om het licht te kunnen zien. Dat vereist Gods kracht, God roept en God opent de ogen om geestelijk het licht te kunnen zien. Vers 30 Met U God immers loop ik op een legerbende in, door Gods kracht in ons kunnen geestelijke dingen bereikt worden. Op ons eigen houtje kunnen wij dat niet. Met mijn God spring ik over een muur. Door Gods kracht in ons kunnen dingen bereikt worden, waarvan wij dachten dat ze nooit bereikt konden worden. God geeft ons kracht en sterkte zodat wij onszelf kunnen overwinnen.
Verlossing deel 2
10
Vers 31 Gods weg is volmaakt; Gods weg is volmaakt, des Heren woord is bewezen. Het staat vast, het betrouwbaar, je kan er op vertrouwen. Hij is een schild voor allen die op Hem betrouwen. Dit verwijst naar de vorige preek over op God vertrouwen. God is een schild. God is Degene die beschermt. Voor allen die vertrouwen in Gods woord. Wij vertrouwen op Gods woord. Dat is waar het Pascha over gaat. Wij vertrouwen op God, Hij heeft in Zijn woord gezegd dat Jezus Christus gestorven is zodat onze zonden vergeven konden worden. Wij geloven dat. Wij vertrouwen op Zijn woord. God heeft ook gezegd (in het boek Johannes) dat Hij dit gedaan heeft zodat Hij in ons kan wonen. Hij woont in ons en wij veranderen. Wij hebben het potentieel om te veranderen van één manier van denken (duisternis) naar een andere manier van denken (het licht) Dat is Gods plan van verlossing voor ons. Deze verandering is het bewijs dat wij verlost worden. Vers 32 Want wie is God behalve de Here? Wie is God behalve Jahweh? Wei is een rots buiten onze God? Er is slechts één ware God. God is mijn Sterkte en mijn Kracht; God in ons is onze Sterkte en Kracht, als God niet in ons woont hebben wij geen geestelijke kracht en geen geestelijke sterkte. Zonder God in ons zijn wij machteloos, zwak en zielig. Wij moeten God in ons hebben wonen om sterk te kunnen zijn. God moet in ons wonen om geestelijke kracht te hebben, zodat we kunnen overwinnen. Wij kunnen uit onszelf niets overwinnen. Wij moeten ons onderwerpen aan Gods geest, Gods manier van denken, om te kunnen overwinnen. Zo kunnen wij ons eigen egoïsme overwinnen. En Hij heeft mijn weg effen gemaakt. God maakt onze weg perfect, zuiver. God in ons zorgt er voor dat wij rechtvaardig kunnen zijn. Wij kunnen ons daar aan onderwerpen, maar uit onszelf zijn wij niet perfect, niet zuiver. God verlost ons, God in ons doet de werken, want God is goed, God is perfect. Vers 34 Die mijn voeten maakt als die der hinden en mij op mijn hoogten doet staan; die mijn handen oefent ten strijde, zodat mijn armen een koperen boog spannen. Dit is iets fysieks. Wij kunnen dit geestelijk bekijken. God helpt ons om tegen onszelf te vechten, om tegen Satan en zijn demonen te vechten. God kan ons op hoogten doen staan. God leert ons hoe wij tegen Satan en zijn demonen moeten vechten. Daar gaan de preken over. Daar gaat Gods woord over. Het gaat over de verandering. God onderwijst ons op Sabbat. God onderwijst ons op de Sabbat en de Feestdagen hoe wij kunnen vechten tegen Satan en zijn demonen. Maar nog belangrijker: Hij onderwijst ons hoe wij tegen onszelf moeten vechten, hoe wij tegen de menselijke natuur moeten vechten. God onderwijst ons hoe wij tegen onszelf moeten strijden. En door dit onderwijs leren we hoe we moeten vechten, hoe wij de koperen boog moeten spannen. Een koperen boog is heel moeilijk te spannen. Wel, God zegt dat dat kan door Zijn grote kracht, door Gods heilige geest die in ons woont. Maar de keuze is nog altijd aan ons. Wij moeten ons onderwerpen aan wat God ons onderwijst. God onderwijst ons over het leven en wij hebben veel gekregen in de voorbije 5 – 6 jaar. Wij hebben veel geleerd over Gods manier van leven en wat God doet. Maar de keuze is nog altijd aan ons, onderwerpen wij ons er aan?! Want een leraar kan onderwijzen, maar dat betekent niet dat de student dit aanneemt en verandert. Een leraar kan iets onderwijzen maar de student kan gewoon in de zaal zitten en luisteren maar niet vernaderen. Iemand kan ons leren hoe wij moeten vechten, iemand kan ons leren hoe wij de bronzen boog moeten spannen. En dat is moeilijk! Wel, deze zaken kunnen ons onderwezen worden. Maar of wij het doen of niet, dat is een heel andere zaak: de keuze is aan ons. De keuze is zo belangrijk. Als wij leraren hebben, als God ons onderwijst door artikelen en preken, dan is de keuze aan ons: gaan we dit toepassen in ons leven of niet. Gaan we de strijd in onze geest strijden? Wij moeten de keuze maken. God kan ons alleen onderwijzen, ons de weg laten zien, de lamp zijn, de leiding zijn, maar of wij volgen is een kwestie van vrije keuze. Vers 36 Ook gaaft Gij mij het schild Uws hiels, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. God die in ons woont maakt ons groot. God in ons, Gods karakter maakt ons tot wie wij zijn. Het schild uws heils, wel, wij hebben dit schild van verlossing. Als je even je vinger hier in 2 Samuel wilt houden, dan gaan we naar Efezen 6: 10. Het gaat hier over de wapenuitrusting van God, dat wij de wapenuitrusting van God aan moeten doen. Zo kunnen wij vechten en overwinnen, verlost worden. Efezen 6: 10 Voorts, wees krachtig in de Here, de Eeuwige. Dit gaat over geestelijk sterk zijn omdat God in ons woont. En in de sterkte Zijner macht. Gods heilige geest, die in ons woont, geeft ons kracht. Hier zien we dat Paulus aan de Efezen schrijft en hen aanmoedigt sterk te zijn in God. Want van onszelf zijn wij niet sterk. Je moet Gods heilige geest hebben om sterk te zijn, om Elohim in te kunnen gaan. Verlossing deel 2
11
Vers 11 Doet de wapenuitrusting Gods aan, deze wapenuitrusting komt van God. Als je het eens fysiek bekijkt: een wapenuitrusting heb je nodig om oorlog te voeren, om ten strijde trekken. En men deed een wapenuitrusting aan om beschermd te zijn tegen pijlen en zwaarden, zodat men niet gewond zou raken. Men doet een wapenuitrusting aan om sterk te zijn in de strijd. Wel, Gods wapenuitrusting zorgt er voor dat wij sterk zijn in de strijd, in de oorlog tegen Satan en zijn demonen en in de strijd tegen ons eigen egoïsme. Wij moeten gaan denken zoals God denkt. Doet de wapenuitrusting Gods aan, denk zoals God, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; tegen de plannetjes of strategieën die Satan heeft om ons te vernietigen. Wij weten wat Satan probeert te doen, hij probeert Gods Kerk, Gods volk, te vernietigen. Daar zal hij niet in slagen omdat God ervoor gezorgd heeft dat deze groep mensen de gehele wapenuitrusting van God aangedaan hebben. Zij hebben Gods manier van denken aangenomen. En omdat zij dat gedaan hebben, omdat zij Gods heilige geest hebben, kunnen zij standvastig zijn. Wij zijn standvastig in de waarheid, omdat wij Gods heilige geest hebben. Dit is Gods waarheid! God heeft het ons gegeven en daarom zijn wij standvastig. En het maakt niet uit wat anderen zeggen. Wij zijn standvastig, wij zijn met God, wij staan voor God omdat God in ons woont, omdat wij verlost worden. Als wij niet deze wapenuitrusting dragen, deze wapenuitrusting afleggen, dan volgt de genadeslag. Wij hebben namelijk de wapenuitrusting, Gods heilige geest, uitgedaan die God ons gegeven had. Wij kunnen het ons niet veroorloven om deze wapenuitrusting af te leggen. Want dan zullen wij niet standvastig zijn, dan zullen wij verliezen, dan zullen wij van God afgescheiden worden. Vers 12 Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, dit gaat niet over mensen waar wij tegen vechten, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de duisternis dezer eeuw, Zoals we al eerder gelezen hebben, komen wij uit de duisternis, tot het licht. De duisternis heeft te maken met zonden, Satan en zijn demonen en zonden. De duisternis dezer eeuw, de manier waarop de wereld denkt. Wel, wij moeten daar tegen strijden, wij moeten strijden tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Wij moeten strijden tegen de attitudes die naar ons uitgezonden worden. Wij moeten niet tegen mensen vechten, zij kunnen ons niets aandoen. Er is niets dat anderen ons aan kunnen doen. Ja, ze kunnen ons leven nemen. Maar dat maakt niet uit. Het gaat namelijk over het winnen van de geestelijke strijd. De geestelijke oorlog waar wij aan deelnemen. Waarom zijn wij deze strijd begonnen? Omdat wij op het pad der verlossing zijn. God wil ons verlossen van wie wij zijn. Wij zijn vleselijk en Hij wil ons, op een bepaalde tijd, in de Familie van God brengen. Neemt daarom de wapenuitrusting Gods, ‘Ontvang van God, Gods denken’ zou je ook kunnen zeggen. Neemt daarom Gods denken aan, kies daar voor!’ En als wij daar voor kiezen zullen wij de strijd winnen. Als wij voor Gods denken kiezen zullen wij de geestelijke strijd winnen. Neemt daarom de wapenuitrusting Gods, ontvang Gods denken, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag. Wat is dat? Dat is elke dag die wij in deze wereld leven, maar het verwijst ook naar de Dag des Heren, het laatste jaar. En om, uw taak geheel vervuld hebbende, als wij alles gedaan hebben dat wij kunnen doen, als wij ons onderwerpen aan Gods heilige geest, stand te houden. Wij moeten volhouden. Wij moeten tot het einde volhouden, omdat wij weten wat God aan het doen is. God wil ons verlossen! God verandert ons, van duisternis naar licht. God verandert onze menselijke manier van denken naar Zijn manier van denken. Daarom moeten wij de Gods gedachten aannemen. Hierdoor kunnen wij standhouden, wat er ook gebeurt. Stelt u dan op, houdt vol, uw lendenen omgord met de waarheid, wij hebben de waarheid. Wij hebben 57 Waarheden in de Kerk. En elke Waarheid bevat nog zoveel meer. Er zouden veel meer Waarheden kunnen zijn, durf ik zeggen, als zij uitgebreider besproken zouden worden. Maar wij hebben 57 waarheden, die allemaal bij elkaar houden. Ze hebben allemaal te maken met God, Gods weg en Zijn plan van verlossing voor de mensheid. In de toekomst zal de mensheid de waarheid leren. Men zal de lendenen omgorden en de waarheid aannemen, allemaal met behulp van Gods heilige geest. Bekleed met het pantser der gerechtigheid. Gods manier van denken, Gods geest, Gods manier van leven, Gods wetten, Gods geboden en Gods gerechtigheid. De voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; het goede nieuws over het Koninkrijk van God. Dat is waar het evangelie, het evangelie des vredes, over gaat. Er komt vrede aan! Maar voor er vrede kan zijn zal er veel dood en vernietiging zijn. Er zal een hoop vernedering plaatsvinden. Maar er is goed nieuws! En het goede nieuws is dat Jezus Christus terug naar deze aarde zal keren om vrede te brengen, zodat de mensheid in vrede kan leven. Vrede hebben betekent dat men geroepen zal Verlossing deel 2
12
moeten worden, men zal de geest van God moeten aannemen. De enige manier waarop wij ware vrede kunnen hebben is door Jezus Christus en door de aanvaarding van Jezus Christus als onze persoonlijke Verlosser. Het gaat namelijk allemaal om zonden uit ons leven te verwijderen. En eens wij de zonden verwijderen zullen wij vrede hebben. God is namelijk vrede. Gods weg is vrede. Wij moeten dit proces doorlopen. Door de wederkomst van Jezus Christus met de 144.000 zal er vrede op aarde zijn. En vanaf dat moment zal elke mens in de daarop volgende 1.100 jaar leren om in vrede te leven. Er staat hier De voeten geschoeid, dit gaat over hoe wij wandelen, hoe wij leven, hoe wij denken. Wij moeten onszelf voorbereiden om in de waarheid te wandelen, om in het goede nieuws van het evangelie, van vrede, van het Koninkrijk van God, te wandelen. Vrede staat voor de deur. In eerste instantie zal de mens vrede opgedrongen worden, maar later zal de mens vrede accepteren en in vrede willen leven. Men zal vrede met elkaar en eenheid met God willen hebben. De enige manier waarop er vrede kan zijn is als iemand één met God is. Neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, het draait om God geloven, op God vertrouwen, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; Satans manier van leven, Satans manier van denken en de menselijke attitudes. Wij moeten al deze zaken overwinnen. Deze brandende pijlen zijn de dingen die Satan naar ons gooit. En dat zijn vooral attitudes, en het gaat er om of wij voor zijn attitudes kiezen of die van God. En neemt de helm des heils aan, wat is deze helm des heils? Gods plan voor de mensheid. Het is iets dat onze gedachten zal beïnvloeden. Want de helm wordt op een hoofd geplaatst. Het gaat over hoe wij denken. Gods plan van verlossing wordt uiteengezet door de Sabbat en de Feestdagen. ...en het zwaard des geest, Gods woord, dat is het woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen. Dit gaat over geestelijk gewaar zijn, geestelijk wakker zijn en je gewaar zijn van je eigen geestelijke toestand. Wij moeten deze helm des heils opzetten. Wij moeten Gods manier van leven volgen, door de Feestdagen en de Sabbat te vieren. Wij nemen de geest van God aan, wij begrijpen Zijn plan, wij begrijpen Zijn plan van verlossing, wij begrijpen dat Hij ons verlost en dat Hij de mensheid verlost. Is dat niet ongelofelijk? Dat wij Gods manier van denken kunnen aannemen, dat wij begrijpen dat God met ons werkt om ons te verlossen van wat wij zijn. Teruggaand naar 2 Samuel 22: 37 Gij vergroot het pad onder mij; en mijn enkels wankelen niet. Omdat God met hem is, bij Hem is, met hem is. God beschermt hem omdat God een doel met David had. Wel, God heeft een doel met ons. God zal het pad onder ons vergroten, God zal ons helpen als wij dicht bij Hem blijven, ons aan Hem onderwerpen en ons blijven bekeren, zodat wij niet uitglijden en vallen, zodat wij niet onze eigen wildernis intrekken. Vers 38 Ik vervolgde mijn vijanden, en verdelgde vernietigde hen, wat is onze vijand? Zonden. Onze grootste vijand zijn onze zonden. Omdat zonden ons zullen vernietigen. Zonden, het loon der zonden is de dood. Ik vervolgde mijn vijanden. Zijn wij bezig met het achtervolgen van onze vijanden? De zonden die wij hebben? En hebben we ze verdelgd/vernietigd? Ontdoen wij ons van al onze zonden? Wel, ik denk dat de meesten onder ons kunnen zeggen dat we een aantal van onze zonden achtervolgd hebben maar dat we ze nog niet volledig verdelgd/vernietigd hebben. Wel, dat moeten wij doen. Dat is ons doel. Daartoe zijn wij geroepen, wij moeten onze vijanden in onze gedachten achtervolgen. De Dagen van Ongezuurde Broden draaien rond het achtervolgen van onze vijanden. Maar wij herkennen die vijand in ons, de zonden, niet altijd. Maar als we ze herkennen moeten we ze vernietigen, ter dood brengen, ons van onze zonden ontdoen. Wij moeten onszelf ontzuren. Wij moeten onze gedachten ontzuren. Wij moeten de zonden achtervolgen en vernietigen. En ik keerde niet weder, totdat ik ze vernietigd had. Is dat niet geweldig om geestelijk te kunnen doen? Dat wij niet omkeren en het opgeven? Het grootste gevaar voor iemand in Gods Kerk, of iemand die geroepen is, is dat hij het opgeeft. Omdat het allemaal te overweldigend is. Wel, het maakt niet uit hoe vaak wij falen, uitglijden en vallen. Het meest belangrijke is dat wij ons niet omkeren, terug naar ons egoïsme gaan, terug onze oude weg inslaan, terug naar de duisternis gaan, totdat ik ze vernietig, tot wij de zonden in onze geest vernietigen.
Verlossing deel 2
13
Voor ons is dat op de dag dat wij sterven of verandert worden in Elohim. Dat is de dag. Want het enige wat wij, tijdens ons leven, kunnen doen is eraan werken en ons niet omkeren, niet terug naar onze oude weg gaan, tot alles vernietigd is. Maar wij begrijpen dat wij de zonden in onszelf nooit kunnen overwinnen tot de dag dat wij sterven, tot de dag dat wij veranderen in een geestelijk wezen. Maar daar voor, terwijl wij nog in leven zijn, terwijl wij besef hebben, zal onze geest altijd egoïstisch zijn. Egoïsme zal ons leven domineren. Maar wij mogen nooit opgeven, wij mogen ons nooit omkeren, hoe moeilijk het ook is, hoe vaak wij ook uitglijden en vallen. Wij kunnen ons altijd bekeren. Wij verlangen naar de geest van God. Wij willen het licht, de waarheid van God. Wij willen dat de waarheid ons overwint. Wij willen dat Gods woord ons overwint. Wij willen overwonnen worden. Vers 39 Ik verteerde hen en doorstak ze, zodat zij niet weer opstonden, en zij vielen onder mijn voeten. Dit is fysiek. Wel, voor ons gaat het over een bepaalde houding: dat wij niet opgeven en dat wij blijven vechten tegen de zonden. Ik doorstak hen, soms hebben wij zonden en wij vernietigen ze niet, we doorsteken ze. Ze gaan even weg, maar dan komen ze weer terug. Het gebeurt vaak in ons leven, dat wij de zonden in ons leven niet compleet vernietigen. Wij streven er wel naar... maar meestal doorsteken we ze. We ontdoen ons een tijdje van de zonden en dan komen ze weer terug. Zodat ze niet weer opstonden. Wel, jammer genoeg komen zonden terug. Onze attitudes komen terug. Onder bepaalde omstandigheden steken ze weer de kop op. Maar het meest belangrijke is dat we niet teruggaan naar onze zonden maar dat we er tegen blijven vechten. Vers 40 Gij hebt mij aangegord met kracht tot de strijd, dat is wat wij net in Efezen gelezen hebben. Wij moeten uitgerust zijn voor de strijd, en dat is allemaal gebaseerd op Gods geest. Gij deedt onder mij bukken wie tegen mij opstonden; Gij deedt mijn vijanden mij de rug toekeren, met andere woorden, hij kon hen vernietigen, en mijn haters verdelgde ik. Wel, er komt een tijd dat Satan en de demonen vernietigd zullen worden. Zij zijn degenen die ons haten. Zij zijn degenen die ons op geestelijk vlak haten. Er komt dus een tijd dat God Satan en de demonen zal vernietigen omwille van Zijn Familie. Er staat wel Ik verdelgde mijn haters maar het is God die dat doet. God is Almachtig. Hij is onze sterkte. Hij is onze burcht. God zal Satan en zijn demonen vernietigen. Wel, ze kunnen uit ons leven verwijderd worden als wij ons bekeren. Elke keer dat wij ons bekeren, is er terug die relatie met God en Satan heeft niets met ons te maken, omdat wij één met God zijn. En als wij één met God zijn kunnen Satan en zijn demonen ons niet beïnvloeden. Alleen als wij één met God zijn hebben Satan en zijn demonen geen invloed over ons. Alleen als wij het opgeven, als wij ons niet langer onderwerpen aan Gods heilige geest, kunnen Satan en zijn demonen ons beïnvloeden. Zij zagen uit, maar er was geen verlosser; naar de Here, maar Hij antwoordde hun niet. David zegt dat mensen zich tot God keren als zij in strijd gewikkeld zijn, maar God antwoord niet omdat zij niet geroepen waren. Zij waren niet geroepen om verlost te worden. Maar wij, wij kunnen naar God kijken. Wij kunnen naar God kijken omdat Hij ons zal antwoorden. Wij hebben iemand die ons zal verlossen. Daar draait onze roeping namelijk om. Vers 43 Toen vermaalde ik hen als stof der aarde; ik vertrad en vertrapte hen, ik breidde hen uit als slijk der straten. Met andere woorden, hij overwon en vernietigde hen. Gij deed mij ontkomen aan de twisten van mijn volk, David zegt dat God hem bevrijdt heeft van de twisten van zijn volk, of de volken om hem heen. Gij hebt mij bewaard om hoofd te zijn der natiën; het was God die hem koning liet zijn. ...volken die ik niet kende, werden mij dienstbaar. Het is God die mensen dienstknechten van David liet zijn, mensen die hij niet kende, andere naties. Vreemden veinsden onderdanigheid tegenover mij; nauwelijks hadden zij van mij gehoord, of zij gehoorzaamden mij. Vreemden verloren hun kracht en verlieten bevend hun burchten. De Here leeft. Geprezen zij mijn Rots! Wij kunnen ook naar God uitroepen: De Here leeft! God is Almachtig! Geprezen zij mijn Rots Jahweh Elohim! en verhoogd zij de God wij kunnen God verhogen door hoe wij leven, door ons voorbeeld naar anderen. Wij kunnen God altijd, in gebed, verhogen. Wij kunnen God eren door dankbaar te zijn dat Hij ons geroepen heeft, dat Hij ons in het Lichaam van Christus geplaatst heeft en omdat wij toegang tot de waarheid hebben. Verhoogd zij God, de Rots mijns heils! God verlost! De God, die mij wraak heeft verleend, die volken aan mij onderworpen heeft, God doet dat allemaal. God heeft namelijk de controle over ons leven. Als Wij het geestelijke eens bekijken, dan kunnen wij alleen geestelijke kennis, geestelijk begrip en geestelijke wijsheid hebben als God ons dat geeft. Wij kunnen er naar verlangen maar God moet het ons geven. Verlossing deel 2
14
En mij van mijn vijanden heeft bevrijd. Dat zijn Satan en zijn demonen. God bevrijdt ons. Wij zijn verlost door het Pascha offer van Jezus Christus. Daardoor kunnen de zonden bedekt worden en natuurlijk moeten wij ons blijven bekeren, wij moeten er voor kiezen ons te bekeren. Gij hebt mij verhoogd boven hen, die tegen mij opstonden. Gij hebt mij gered van de geweldenaar. Daarom loof ik U, o Here, onder de volken. Wij kunnen God op elk moment dankbaar zijn voor alles dat Hij voor ons gedaan heeft, voor Zijn barmhartigheid. En wil ik Uw naam psalmzingen. God doet alles. Hij is een Toren der verlossing, God is de Toren der verlossing, Zijns konings, en Hij doet goedertierenheid aan Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad tot in eeuwigheid. Wel, God is onze Verlosser. Wij zijn op dit pad van verlossing gebracht. Hij doet goedertierenheid aan Zijn gezalfde. David verwijst naar zichzelf. God is verlossing voor de gehele mensheid, maar de mens moet daar zelf wel voor kiezen. Lucas 1: 67 En zijn vader, Johannes de Dopers vader werd vervuld met de heilige geest en profeteerde, zeggende: Geloofd zij de Here, de God van Israël, Geloofd zij God (alle eer moet namelijk aan God gegeven worden) van Israël. Jahweh Elohim. ... want Hij heeft omgezien naar Zijn volk en heeft het verlossing gebracht. Dit gaat over fysiek Israël, maar we kunnen dit ook op het geestelijke toepassen. Hij heeft omgezien naar Zijn volk en het verlossing gebracht, het gekocht. Wij zijn een verworven bezit, zoals in het Nieuwe Testament staat. Wijn door God de Vader, door Jezus Christus, gekocht. Wij behoren onszelf niet toe. Zacharias is hier geïnspireerd door God, God spreekt op dit moment door/via Zacharias. En heeft ons een hoorn des heils opgericht, dit gaat over Jezus Christus, in het huis van David, Zijn knecht, dit gaat over de afstammelingen van David. Hij heeft het, natuurlijk, over Jezus Christus. God zou Jezus Christus, de hoorn des heils, verlossing oprichten. En dit alles door de afstammeling van David. Vers 70 Gelijk Hij God gesproken heeft door de mond Zijner heilige profeten, de profeten waren van God. God spreekt door en in hen. Zij waren heilig omdat God in hen woonde. Dat maakte hen heilig. Zij zijn van zichzelf niet heilig. God heeft gesproken door de mond Zijner heilige profeten, Gods geest deed het werk in deze profeten, die van het begin der wereld geweest zijn. God heeft profeten naar deze wereld gestuurd en Hij heeft ook profeten naar Israël gestuurd. En in deze eindtijd heeft Hij ook weer profeten gestuurd, die van Gods wegen, Gods manier van leven, en die Gods woorden kunnen spreken. Vers 71 Om ons te redden van onze vijanden wij kunnen dit fysiek bekijken: dat zij gered werden van hun vijanden, de Romeinen. Maar de realiteit is dat wij gered zullen worden van onze vijanden. Dit is natuurlijk geestelijk. Zodat wij gered kunnen worden van onze vijanden, Satan en zijn demonen. ...en uit de hand van allen, die ons haten. Wel, wie zijn dat? Geestelijk? Satan en zijn demonen. Zij haten ons. Zij haten ons hartstochtelijk. Zij focussen zich op ons. Zo’n kleine groep, die God geroepen heeft en waar Hij mee werkt, zij die een relatie met God hebben en die Gods heilige geest in zich hebben wonen. Satan haat ons. Wij kunnen verlost worden van Satan en zijn demonen. Om barmhartigheid te betonen aan onze vaderen en Zijn heilig verbond te gedenken, het verbond dat God met ‘de vaderen’ heeft gesloten: met Abraham, Isaak en Jacob. Dit is het plan van verlossing, het is geestelijk. Er waren geestelijke componenten, maar het is allemaal geestelijk. Vers 72 De eed, die Hij God zwoer aan Abraham, onze vader, dat Hij ons zou geven, zonder vreze, uit de hand der vijanden verlost, dat is precies wat er met ons gebeurd is. Het is ons gegeven omdat God ons geroepen heeft om ons te bevrijden uit de hand van onze vijanden, zodat wij God, zonder vrees, kunnen dienen. Want wij zouden niet bang moeten zijn. God heeft een plan voor de mensheid. God heeft een plan voor ons. Wij hebben niets te vrezen, behalve dan de zonden, waar wij zelf voor kiezen. Wij hebben niets te vrezen, want God wil ons verlossen. Dat is Gods doel, Gods intentie. Daarom zijn wij geroepen. Daarom zijn wij in het Lichaam van Christus. Daarom zijn wij in de Kerk van God. Wij moeten vernaderen, wij moeten verlost worden van wat wij zijn, zodat wij God kunnen dienen. Wij hebben niets te vrezen als wij ons onderwerpen aan Gods heilige geest, als wij Hem dienen.
Verlossing deel 2
15
Vers 75 Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid voor Zijn aangezicht, al onze dagen. En gij, kind, dit gaat over Johannes, zult een profeet des Allerhoogsten heten; Johannes werd een profeet genoemd. Hij was namelijk van God. God werkte in hem, net zoals we eerder gelezen hebben. God heeft in en door de profeten gewerkt en Hij heeft door de profeten gesproken. Wel, Johannes zegt hier: Gij, kind Johannes zult een profeet des Allerhoogsten van Jahweh Elohim heten. Want gij zult uitgaan voor het aangezicht des Heren, om Zijn wegen te bereiden, Dit gaat over ‘klaarmaken.’ Hij zou voor God de Vader, Jahweh, komen om Zijn weg voor te bereiden. Het is Gods weg. Het gaat over het ontvangen van Jezus Christus. Vers 77 Om aan Zijn volk te geven kennis van verlossing, hoe ongelofelijk is dat?! Daar gaat het evangelie over. Het gaat over de weg van verlossing. Over de kennis van deze verlossing. Johannes bereidde de weg voor om aan Zijn volk kennis te geven van verlossing, en dat werd door Jezus Christus gedaan. Johannes zou de mens naar hun Verlosser, Jezus Christus wijzen. Kennis over verlossing werd aan de Kerk gegeven. Wij begrijpen de weg der verlossing en wij hebben wijsheid van God om daar naar te leven, zodat wij verlost kunnen worden. ...in de vergeving hunner zonden, zo zal het gebeuren. Om aan Zijn volk te geven kennis van verlossing, in de vergeving hunner zonden, door Jezus Christus, door het aanvaarden van Jezus Christus als ons Pascha offer. Door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmede de Opgang de Zonsopgang uit de hoogte naar ons zal omzien. Om hen licht te geven, kennis, kennis van God en de gedachten van God, te geven, zij die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, door de zonden. Het loon der zonden is de dood. God heeft Jezus Christus gezonden om ons kennis inzake bekering, bekering van onze zonden en wat zonden zijn, te geven. Wij zijn in de waarheid geroepen om God te gehoorzamen. ...om onze voeten te richten op de weg des vredes. Het gaat over bekering. Over de verandering van de geest, de genezing van de geest. Gods woord, door Jezus Christus en Gods profeten, is gegeven om ons te begeleiden, om onze voeten te richten op de weg des vredes, Jeruzalem. Geestelijk Jeruzalem, en om te denken zoals God. Vers 80 Het kind nu groeide op en werd gesterkt door de geest. En Hij vertoefde in de woestijnen tot op de dag, dat Hij zich aan Israël vertoonde. Johannes liet de manier zien waardoor wij verlost kunnen worden: door Jezus Christus. Gods plan van verlossing is voor ons. En Gods plan van verlossing wordt geopenbaard door de Feestdagen. Het begint natuurlijk allemaal met Pascha. Het Pascha is geen Feest. Daarna gaat het plan verder. Nadat wij Jezus Christus aanvaard hebben kunnen wij verlost worden door het ontzuren van onze geest, door het zuurdesem of het gegiste uit onze geest te verwijderen. Hiermee beëindigen we deel 2 en we gaan verder met deel 3 op de 1ste dag van Ongezuurde Broden.
Verlossing deel 2
16