De Tekenen deel 2 Wayne Matthews 12 Oktober 2014 Loofhuttenfeest 2014
Welkom iedereen, op weer een andere dag van dit Loofhuttenfeest. Wij hopen dat jullie een opbeurend Feest hebben dit jaar. In deel 1 van De Tekenen hebben we gekeken naar de diverse tekenen die er in het Millennium zullen zijn, deze tekens die er in het Millennium moeten zijn, net zoals vandaag de dag. In het Millennium zijn er tekens waardoor men kan zien (dit is dus een bewijs) wie een ware aanbidder van God is. Iedereen die een ware aanbidder van God is zal God in geest (hun gedachten zijn toegewijd aan God en zij onderwerpen zich aan Gods heilige geest, dus aanbidden zij God in geest) en in waarheid. Het moet zijn zoals God vastgelegd heeft. Wij moeten God aanbidden zoals God zegt, niet zoals wij denken, niet onze menselijke geest gebruiken om dat te doen. De titel van deze preek is De Tekenen en dit is deel 2. Het doel van deze preek is de tekens (of bewijzen) onderzoeken die God in Zijn Woord geeft. De bewijzen of tekenen die gedurende het Millennium en de laatste 100 jaar (de Laatste Grote Dag) bewijzen dat iemand een ware volger of aanbidder van God is. Deze tekenen, die te zien zijn bij de mensen, zullen niet veranderen tijdens deze periode van 1.100 jaar. In deel 1 hebben we deze tekenen bekeken en wij hebben gekeken naar de 4 punten van deze tekenen. Het eerste punt is dat iemand God gelooft. Men zal de waarheid die hen door God, door Jezus Christus, door de 144.000, door Gods Kerk gegeven wordt, geloven. De Kerk van God, die vandaag de dag bestaat, de Kerk van God – PKG is Gods Kerk. Het is niemand anders Kerk. Het is Gods Kerk! In de Kerk ontwikkelt, verandert God iemand. Hij verandert iemands denken zodat zij, op een bepaald moment in de tijd (volgens Gods wil) een geestelijk leven zal krijgen, Elohim in zal gaan. Dan zal hij/zij Gods manier van deken (de geest van God) hebben, dan zullen zij één met God zijn. Dat is dus het eerste teken. Men moet God geloven, men moet de waarheid geloven. Het volgende punt is (en dit punt hebben we wat dieper uitgespit) is dat men de broeders lief moet hebben. Men zal liefde tonen door zichzelf op te offeren, net zoals God en Jezus Christus opgeofferd hebben voor ons. Wel, een lid van het Lichaam van Christus, en gedurende deze 1.100 jaar, zullen ook tonen dat zij van God zijn. Zij zullen de broeders liefhebben. Zij zullen hun houding, mentaliteit en hun eigen verlangens opofferen ten bate van anderen. Zij zullen het beste willen voor die andere persoon. Ware liefde voor een ander betekent dat wij er naar verlangen dat zij zich blijven bekeren. Dat is het beste voor hen willen. De waarheid, de realiteit is dat bekering het beste is voor elke mens. Het beste voor iemand is dat zij geroepen worden om een relatie met God te hebben, dat zij God geloven en dat zij God willen gehoorzamen. Hun zonden zijn weggewassen door de doop. En zij komen omhoog (uit het watergraf) en ontvangen Gods heilige geest, zodat zij op een geestelijke manier hun leven kunnen leiden. Nu kunnen zij naar de geest van de wet leven. Zij kunnen in geest en waarheid leven, omdat je door Gods geest naar de geest van de wet kan leven. Deze liefde voor de broeders is het verlangen dat God iemand zich laat bekeren en dat deze persoon zich aan Gods heilige geest onderwerpt. Dat is liefde. Dat is een ander liefhebben. Wij willen dat alle mensen zich kunnen bekeren. Wij houden van hen! Wij willen het beste voor hen. En het beste voor hen is dat zij zich kunnen blijven bekeren, dat zij zich kunnen bekeren en zich blijven bekeren, dat zij zich onderwerpen aan de gedachten van God. Het andere teken, dat we kort besproken hebben is gehoorzaamheid aan Gods woord. Er moet gehoorzaamheid aan Gods woord zijn. En wij gaan deze gehoorzaamheid aan God en hoe de
De Tekenen deel 2
1
menselijke geest zich niet wil en kan onderwerpen aan God, wat dieper uitspitten vandaag. De waarheid, de realiteit is dat de mens God niet in zijn of haar leven wil. De religies van deze wereld zullen iets ander beweren, zij zullen beweren dat zij God in hun leven willen, maar de realiteit is dat zij laten zien (de tekenen zijn er) dat zij dat niet doen. Want als zij God in hun leven wilden, dan zouden zij Gods woord, Leviticus 23, gehoorzamen. En dit gaan we zo opslaan. Zij zouden zich onderwerpen aan de weg of manier van leven, die God hen laat zien. En punt vier, en we zullen punt 4 in toekomstige preken nader bekijken, is dat wij zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen. Onze eigen verantwoordelijkheid nemen is de sleutel voor leven. Vandaag zullen we 2 punten bekijken, gehoorzaamheid aan Gods woord en persoonlijke verantwoordelijkheid nemen. Ook zullen we zien wat dit werkelijk inhoudt. We gaan eerst naar Genesis 3. Hier zien we de natuur van de mens en dat de mens helemaal niet wil dat God betrokken is bij zijn leven. De mens wil helemaal niet naar God luisteren en zal alles wat hij doet rechtvaardigen. De menselijke natuur rechtvaardigt zichzelf, verdedigt zichzelf. We beginnen in Genesis 3: 11. Wij weten dat Satan op de scene verschenen, en dat hij ‘listiger is dan alle dieren van het veld,’ hij is een geestelijk wezen en hij heeft een keuze. Maar de dieren zijn niet listiger dan Satan. Satan is listiger, omdat hij geestelijk is en een keuze heeft. Maar dieren zijn fysieke wezens en zij hebben geen keuze. Zij hebben een instinct, zij zijn ‘naar hun eigen soort’ geschapen. Satan heeft Adam en Eva verleidt om te zondigen. Hij probeert door Eva Adam te raken. En hij heeft daarbij de menselijke natuur ‘aangesproken,’ de menselijke geest die ‘de lust van het vlees, de begeerte van de ogen en de trots van het leven’ in zich heeft. Dat is wat Satan gebruikt. Zo misleidt hij de menselijke natuur om te rebelleren, om tegen God in te gaan, om zich niet te onderwerpen aan Gods manier van leven. We zien dat zowel Adam als Eva zich onderworpen hebben aan deze verleiding om te zondigen, beiden hebben gegeten van de vrucht van de boom, waarvan God gezegd had dat zij niet mochten eten. Zij wilden wijs in hun eigen ogen zijn. Zij wilden zelf bepalen wat goed en fout was, allemaal gebaseerd op hun eigen begrip. Zij wilden ‘zoals God zijn.’ Dat is wat zij wilden. Net zoals Satan, toen hij nog Lucifer heette. Hij wilde zoals God zijn. En God heeft zijn naam veranderd, zijn naam die nu aangeeft wat hij is. Hij is ‘de vernietiger,’ hij is er namelijk op uit om te vernietigen. De verwijdering van Satan van deze aarde bij de wederkomst van Jezus Christus op de Pinksterdag (die snel nadert) zal zeer opwindend zijn. Want de mens zal dan bevrijdt worden, bevrijdt van de slavernij waarin zij zich bevindt. Vrij van dit verzet en het uitzenden naar de geest, die zich verzet tegen God. Van nature wil de mens God niet. Wel, hoeveel te meer wil de mens niet horen wat hij moet doen, en hoeveel meer rechtvaardigt de mens zijn manier van denken door Satans verleiding, door het uitzenden naar de geest? We beginnen in Genesis 3: 11 En Hij God zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hiervoor waren zij naakt en dat was voor hun geen probleem, zij vonden daar niets aan. Met andere woorden, hun geest was nog niet vervuild door het menselijk redeneren en door het denkproces dat Satan nu uitzendt naar de mens. Dat hadden ze nog niet. Maar nu hebben zij gezondigd en een andere manier van denken. Hun denken is veranderd. Zij hebben niet langer een ‘gezond verstand.’ Zij vertrouwen niet langer op Gods leiding en Gods instructies over wat goed en fout is. Dus wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Vraag. Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten? Dit is een gebod dat gebaseerd is op liefde voor hen. God had hen verteld dat zij niet van deze boom mochten eten, omdat het tot iets zou leiden. Het leidt tot potentiële geestelijke dood. Want zij zullen afgesneden worden van Gods heilige geest en afgesneden zijn van Gods heilige geest betekent dat wij geen leven, geen waarachtig leven, in ons kunnen hebben. Vers 12 Toen zeide de mens: zo zit de mens in elkaar, vandaag de dag. Zo is de mens geweest gedurende 6.000 jaar. En dit is iets dat de mens over zichzelf moet leren. En de mens moet leren zich De Tekenen deel 2
2
te onderwerpen aan Gods geest, zodat dit verdedigen van zichzelf kan veranderen. Toen zeide de man, de vrouw, hij geeft Eva de schuld, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, twee klappers in één. Hij, Adam, zegt ‘de vrouw.’ Met andere woorden: ‘het is de schuld van de vrouw, het is niet mijn schuld.’ Die Gij aan mij gegeven hebt, is wat hij zegt. Adam, de mens zegt: ‘de vrouw! Het is de schuld van de vrouw, niet mijn schuld!’ Die Gij aan mij gegeven hebt. Nu impliceert hij dat het Gods schuld was. Want als Adam ‘de vrouw, Eva,’ niet gegeven had, zou dit niet gebeurd zijn. Hij rechtvaardigt zichzelf. Hij weigert de verantwoordelijkheid van zijn beslissing te nemen. Hij heeft de vrucht, de Eva van de boom gehaald heeft, gegeten. Hij was het dus eens met Eva en hij heeft gegeten. Hij was zwak en hij volgde Gods weg niet. Hij verdedigt zichzelf nu, door eerst de vrouw de schuld te geven. Het is eigenlijk Gods schuld, want God heeft hem de vrouw gegeven. En nu gaat hij verder en geeft de vrouw de schuld. Zij heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten. ‘Ik neem zelf de verantwoordelijkheid niet, ik bescherm mijn imago, wie ik werkelijk ben. Ik rechtvaardig mijn daad, ik rechtvaardig mijn daad.’ Vers 13 Daarop zeide de Here God tot de vrouw: wat hebt gij daar gedaan? Dit is de vraag die aan Eva gesteld wordt. En de vrouw zeide: de slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. Zij schuift de verantwoordelijkheid door naar Satan. ‘Het was Satans schuld, hij heeft mij misleidt! Hij heeft mij bedrogen en ik heb gegeten! Ik heb het omdat ik gedwongen werd, ik was misleidt, ik ben bedrogen! Ik rechtvaardig mezelf. Ik neem niet de verantwoordelijkheid die ik genomen heb,’ maar de realiteit is dat Adam en Eva een keuze hadden. Wij begrijpen dat Satan machtiger is dan de mens. Satan is wijzer dan de mens, met betrekking op de manier waarop hij denkt. Hij weet zoveel meer over het geestenrijk. Hij weet zoveel meer over vele dingen die al bestonden voordat de mens geschapen werd. Hij heeft in dat rijk geleefd. Hij weet heel veel, maar zijn wijsheid is niet Gods wijsheid. Hij is sluw. En hij is er op uit om te vernietigen. En daarom heeft hij deze ‘wijsheid’, hij is veel sterker dan de mens. Hij is veel sterker dan de menselijke geest, maar hij, noch de mens, heeft niet de wijsheid van God. De mens heeft een menselijke geest. Eva zegt: ‘het was de schuld van de vrouw en ik neem de verantwoordelijkheid niet!’ Beiden mensen, die op dat moment in leven waren, geven iemand anders de schuld. Adam geeft Eva de schuld, geeft de enige andere mens de schuld, en Eva geest een geestelijk wezen, de slang, Satan, de schuld voor haar daad. Beiden weigeren de verantwoordelijkheid te nemen voor wat er heeft plaatsgevonden. Hierin zit een grote les voor ons: wij moeten leren begrijpen dat geestelijk jezelf rechtvaardigen egoïsme is. Rechtvaardigen is jezelf verdedigen en rechtvaardigen is zondigen. Jezelf rechtvaardigen is een zonde. ‘Ja, maar...’ Het ‘ja, maar...’ is een excuus om te zondigen. Als wij zondigen is er GEEN excuus, want wij hebben ons daaraan onderworpen, wij hebben toegegeven aan ‘de lust van het vlees, de begeerte van de ogen en de trots van het leven.’ Eén van deze zaken is onze gedachte binnengekomen en wij verdedigen onszelf, wij verdedigen ons imago door onze zonden te rechtvaardigen. Als wij zondigen moeten wij zeer goed oppassen dat wij ze niet rechtvaardigen, maar ze toegeven, en ons bekeren voor God. Wij moeten ons bekeren van wat wij zijn, van hoe wij zijn en dan toegeven aan God dat wij zo niet meer willen zijn. Dit rechtvaardigen is gebaseerd op de menselijke natuur. Dit niet opnemen van onze persoonlijke verantwoordelijkheid voor onze gedachten, woorden en daden is een normaal iets. Zo zijn wij mensen. Wij kunnen in dit vers lezen dat er nog veel te leren is. Het eerste dat wij kunnen leren is toegeven dat wij zo zijn. Gewoon toegeven dat wij zo in elkaar zitten. Er is niets mis mee met het toegeven dat wij zo zijn. Zo zijn wij gemaakt! Toegeven is het begin van willen veranderen. Want als wij het niet toegeven dan rechtvaardigen wij het. Als wij niet toegeven dat wij trots zijn, hoe kunnen we dan ooit veranderen? Als wij het niet toegeven kunnen wij niet veranderen! Dan weigeren we toe te geven wat God in ons gemaakt heeft. Wij verwerpen God. Wij noemen God een leugenaar! Het moment dat wij zeggen dat wij onszelf niet rechtvaardigen, dat wij niet zondigen, noemen wij God een leugenaar. Want God zegt dat wij mensen onszelf rechtvaardigen, wij verdedigen onszelf, en wij hebben ‘de trots van het leven,’ Wij hebben ‘de lust van de ogen en de begeerte van het vlees.’ Zo zitten wij in elkaar. Als wij dat ontkennen, dan verwerpen wij Gods woord. Hij zegt namelijk iets anders.
De Tekenen deel 2
3
Laten we naar Leviticus 23 gaan. Leviticus 23 is Gods Woord. Dit is Gods plan voor de verlossing van de mensheid. De mens rechtvaardigt zichzelf, waarom hij niet wil gehoorzamen wat God zegt. De mens wil God niet. De mens gaat, aan het einde van de 6.000 jaar, een periode van verdrukking, van grote ellende, in zodat de mens nederig zal worden. De mens moet vernedert worden zodat hij ‘ziet’ wat hij werkelijk is. Het grote probleem van de mens is de menselijke natuur, deze zelfrechtvaardiging, het niet opnemen van de verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid voor onze gedachten, woorden en daden. De mens wil God niet in zijn leven. En het bewijs daarvan is duidelijk. Als iemand God in zijn leven wil, dan gehoorzaamt die persoon Leviticus 23 in geest en waarheid. De mens aanbidt een valse god, en die valse god is Satan. Simon Magus werd beïnvloed door Satan en hij richtte de Rooms katholieke kerk op, na het concilie van Nicea in 325 na Christus. Alle geboden van God, die beschreven staan in Leviticus 23, werden veranderd. Gods Heilige Dagen werden heidense feestdagen. De emns weet dit niet, want zij vieren Gods Heilige Dagen niet, zij aanbidden zichzelf, maar zij aanbidden ook Satan, datgene wat Satan ingesteld heeft in deze wereld. Spoedig komt er een einde aan de 6.000 jarige periode en we gaan een nieuwe periode in, de 1.100 jaar. En in die periode zal Leviticus 23 de fundering zijn voor de gehele mensheid. Hier begint alles mee. Hiermee begint een roeping. Hier begint het mee. Leviticus 23: 3 dit is de basis van het heropvoedingsysteem dat moet plaatsvinden in het Millennium. Mensen moeten opnieuw onderwezen worden, omdat de geest van de mens vervuild is. De mens wil God niet. Wel, God zal de mens laten zien, zal de mens openbaren dat hij door het proces van vernedering gekomen is en diegenen die in het Millennium zullen leven zullen willen luisteren, zullen willen horen wat er gebeurd is waarom het gebeurd is. Van nature verwerpt de mens God. De mens wil God niet in zijn leven. Wel, God gaat hen nederig maken. Hij zal hen laten zien: ‘dit is een teken dat jij nu aan Mij (God) en anderen moet laten zien dat je van Mij bent en dat jouw hart en jouw gedachten naar Mij (Jahweh Elohim), de enige ware God, uitgaan.' En dat begint allemaal hiermee, Leviticus 23: 3 Zes dagen zal arbeid verricht worden, wel, in het Millennium zullen mensen moeten leren een bepaald aantal dagen te werken. En in die tijd zullen zij een nieuwe manier van zaken doen leren, een nieuwe manier van werken leren. Het zal anders aangepakt worden. De mentaliteit en houding zal heel anders zijn dan vandaag de dag. Want nu is de hele samenleving gericht op nemen of krijgen, ongeacht wat dat veroorzaakt. Het maakt niet uit of een product schadelijk is voor iemand anders, het enige wat men interesseert is hoeveel winst men kan maken. Alle chemicaliën die men in een bepaald product stopt, zodat het langer houdbaar zou zijn, is niet goed voor de mens. Het heeft het lichaam van de mens vervuild, het maakt het lichaam ziek, het heeft een invloed op de geest, op het denken van de mens. De hedendaagse samenleving moet veranderen, moet vernederd worden, moet op de knieën gebracht worden, moet instorten, totaal instorten, zodat God opnieuw kan beginnen. Zodat God de mens, de manier van denken van de mens, kan heropvoeden gedurende 1.100 jaar. En het begint allemaal hier, in Leviticus 23: 3 Zes dagen zal arbeid verricht worden, maar de zevende dag is een Sabbat. Een volkomen rust, een heilige samenkomst. Het is een opdracht om te verzamelen voor God. Je moet in geest voor God komen. Dit is een bepaalde houding. Het gaat om een relatie met God hebben. Wij kunnen 6 dagen werken, om gezinnen te stichten, om een inkomen te verdienen, om te delen, te geven en anderen te helpen, maar deze dag, de Sabbat, is een dag van heropvoeding. Dit is één van de meest belangrijke dingen die God gedaan heeft. Hij heeft de Sabbat voor de mens geschapen en niet de mens voor de Sabbat. De Joden begrijpen niet waarom de Sabbat bestaat. En als wij niet begrijpen waar de Sabbat over gaat, dan wordt de Sabbat een afgod. Al deze regeltjes en wetjes over hoe de Sabbat gevierd moet worden heeft de geest vervuild. Want dat is niet de betekenis van de Sabbat. De Sabbat is een dag waarop de geest heropgevoed wordt. Door Gods heilige geest. Iemand die de Sabbat viert en Gods geest niet heeft, welk nut heeft de Sabbat dan? Dan is het gewoon een rustdag. Dat is waarschijnlijk het ‘goede’ van de Sabbat. Rusten op die bepaalde dag is een zegening, maar als er allerlei regeltjes en wetjes bij kijken, over allerlei fysieke zaken, zonder dat de geest van de wet erbij komt kijken, zonder de geest van de zaak, de geestelijke betekenis van de Sabbat, is het slechts een fysiek iets. De Tekenen deel 2
4
Maar God heeft de Sabbat gemaakt met een geestelijke reden. Het lichaam moet fysiek rusten, de Sabbat is ook op te leren. Om door Gods heilige geest, door Gods inspiratie heropgevoed te worden, zodat de geest kan veranderen. Daarom is de Sabbat gemaakt. Dat is het prachtige van de Sabbatdag. Dit is het begin van het heropvoedingproces in het Millennium. Het is een Sabbat voor de Here, in al uw woonplaatsen. De Sabbat zal overal gevierd moeten worden. Er zullen mensen zijn (zoals we in de Bijbel kunnen lezen) die de Sabbat niet willen vieren. Die God niet willen aanbidden op de Feestdagen. God zegt dat daar fysieke consequenties aan vasthangen. God zegt dat er een straf aan verbonden is, als men de Sabbat en de Feestdagen niet in geest en waarheid willen vieren. Zij zullen fysiek lijden om de geest wakker te schudden. Ze zullen gecorrigeerd worden, zodat wij een relatie met God kunnen hebben. Leviticus 23: 33 verderop in dit hoofdstuk. Hier gaat het over het Loofhuttenfeest. En de Here sprak tot Mozes, zeggende: Spreek tot de Israëlieten: op de vijftiende dag van de zevende maand op Gods heilige kalender. Gods kalender. Zo heeft Hij de tijd geschapen. Hij heeft tijd geschapen zodat wij Hem op speciale dagen zouden kunnen aanbidden. Speciale dagen die Gods plan voor de mensheid openbaren. Op de vijftiende dag van de zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de Here, zeven dagen lang. Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn; die hebben wij gevierd. Wij zijn samengekomen op de 1ste dag van het Loofhuttenfeest., generlei slaafse/dienst arbeid zult gij verrichten. Dit is geen werkdag. Dit is een rustdag en een dag om onderwezen te worden. Om onderwezen te worden over de geest van Gods woord, de manier waarop God wil dat wij denken, de manier waarop God wil dat onze manier van denken verandert. Onze zelfrechtvaardigende egoïstische houding, ons niet opnemen van de verantwoordelijkheid voor onze gedachten, woorden en daden moet veranderen naar begrijpen dat zelfrechtvaardiging een zonde is. Wij moeten onze persoonlijke verantwoordelijkheid nemen (wij hebben een keuze). En als wij ons onderwerpen aan Gods heilige geest zullen wij voor God komen, om onderwezen, heropgevoed te worden, zodat onze geest kan veranderen. Zeven dagen zult gij de Here een vuuroffer brengen; op de achtste dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de Here een vuuroffer brengen; in het Oude Testament was dit fysiek. Men had fysieke offers. Wel, wij moeten onszelf opofferen gedurende deze 7 dagen. Wij moeten leren, gedurende deze 7 dagen, om onszelf op te offeren. Wij moeten onze verlangens opofferen en eraan werken om de verlangens van iemand anders te voldoen. Met andere woorden, het komt neer op zelfdiscipline, zelfmanagement, ons egoïsme in bedwang houden en wij offeren onze eigen egoïstische verlangens op, deze verlangens die wij hebben om onszelf te behagen. Wij brengen deze als het ware ter dood. Wij offeren hen op, ten bate van anderen. Hier heb je Gods heilige geest voor nodig. Om 7 dagen lang jezelf op te offeren, om je eigen verlangens 7 dagen lang op te offeren heb je Gods heilige geest nodig. Want de motivatie daarachter moet van God komen. Het kan geen fysieke motivatie zijn, want dat komt voort uit de menselijke geest, want dat zou een egoïstisch opofferen zijn. De mens offert zichzelf uit egoïstische redenen op. De mens begrijpt dat niet eens. Zij offert zichzelf op voor zichzelf. Het gaat om ‘de lust van het vlees, de trots van het leven,’ maar ook ‘om de begeerten van de ogen.’ Het gaat om gezien worden, of om jezelf te verheffen in je eigen gedachten. ‘Kijk naar mij! Ik doe het zo goed!.’ Dat is het potentieel. Wel, God zegt dat we tijdens deze periode van 7 dagen voor Hem moeten komen, om Hem te aanbidden, om met Gods geest te leren onszelf op te offeren. Hij inspireert ons om deze zaken te doen. Op de achtste dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de Here een vuuroffer brengen; het is een heilige samenkomst en generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. Laten we eens kijken naar de woorden heilige samenkomst op de 8ste dag. Dit is een bewijs van Gods barmhartige plan, hoe barmhartig God is met Zijn plan. Zijn hele plan draait om barmhartigheid. In de hedendaagse wereld en samenleving proberen de meeste mensen een excuus te vinden voor hun daden. De meeste mensen willen iemand anders de schuld geven voor hun persoonlijke keuzes. Mensen gebruiken bijvoorbeeld hun afkomst als excuus, de manier waarop hun ouders hen hebben opgevoed. Of ze geven iemand anders invloed of zelfs Satans invloed de schuld. Misschien heb je het wel eens gehoord: ‘Satan heeft het mij laten doen.’ Maar de realiteit is dat Satan iemand alleen kan De Tekenen deel 2
5
verleiden om het te doen als die persoon zich overgeeft aan Satan. En dan zijn wij als het ware een instrument van Satans denken. Mensen geven hun afkomst de schuld. ‘Ik ben zo, omdat...’ ‘Ik ben een seriemoordenaar omdat ik een bepaald gen mis.’ Er zijn miljoenen mensen die hetzelfde gen niet hebben. Het is de keuze van deze persoon om een seriemoordenaar te worden. Hij heeft zich overgegeven aan deze verleiding om te zondigen. Ze hebben toegegeven aan hun eigen egoïsme en hebben genoten van hun egoïsme. En andere mensen zullen zeggen: ‘ik ben zo door mijn ouders opgevoed.’ Wel, we kunnen onze ouders niet de schuld geven voor onze persoonlijke keuzes. Ja, wij hebben gewoontes die wij moeten overwinnen, maar zondigen is een persoonlijke keuze. De waarheid is dat wij de vrije keuze hebben en wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze keuzes. Wij, in het Lichaam van Christus, hebben een vrije wil en wij zijn zelf verantwoordelijk voor onze keuzes. Wij hebben de vrije keuze. Wij weten wat zondigen inhoudt. Wij begrijpen wat zonden zijn. En daarom zijn wij verantwoordelijk, zelf verantwoordelijk voor onze keuzes. Niemand in het Lichaam van Christus kan zeggen dat iemand anders ons iets heeft laten doen, ‘iemand anders heeft mij doen zondigen.’ Dat is precies wat Adam en Eva gedaan hebben. We gaan naar Ezechiël 18: 1, en alles goed gaat, lezen we tot vers 32. Het woord des Heren kwam tot mij, zeggende: wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt dit woord spreekwoord betekent ‘gezegde of synoniem.’ Israël gebruikt een bepaalde zin of dit spreekwoord, omdat het een bepaalde betekenis heeft in het land Israëls. Alle mensen die toen Israël genoemd werden, de naties, de 12 stammen van Israël, zeggende: de vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden? We zullen het nog eens lezen. De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, de vaders hadden de vrije keuze om de druiven te eten, de vaders hebben iets gegeten, zij hebben iets gedaan. Wel, zij hebben zelf besloten om dit te doen. De woorden onrijpe druiven worden gebruikt omdat zij daar zelf voor gekozen hebben. En de tanden der kinderen zijn stomp geworden. Wat er hier gezegd wordt is dat de vaders een beslissing genomen hebben. Zij hebben besloten om iets te doen (zondigen) en de kinderen betalen de straf. De tanden der kinderen zijn stomp geworden. De vaders hebben van de zure druiven gegeten, maar er is niets met hen gebeurd, zij hebben geen straf moeten betalen. Zij hebben niet geproefd hoe bitter ze zijn, het zijn zure druiven. Maar de kinderen erven de straf, moeten de prijs betalen omdat de vaders de zure druiven gegeten hebben. Met de vaders is niets gebeurd, maar hey, onze tanden (van de kinderen) zijn stomp geworden. ‘Oh, het is bitter! Oh!’ Als we de woorden ‘de tanden zijn stomp geworden bekijken’... als je ooit iets gegeten hebt dat zuur of bitter is, dan trek je een bepaald gezicht, de tanden gaan op elkaar en we zeggen: ‘jakkes!’ Omdat het een verschrikkelijke smaak heeft! Dit gezegde betekent: wij zullen lijden door de eerdere beslissingen die onze vaders genomen hebben. De vaders hebben iets gedaan, maar de kinderen zullen de prijs betalen. De kinderen zijn degenen die de boete moeten betalen . God grijpt in en corrigeert dit gezegde, omdat het een foute manier van denken is. Vers 3 Zo waar Ik leef, spreekt de Here HERE, gij zult dit spreekwoord in Israël niet meer gebruiken. De reden waarom men dit spreekwoord niet langer moet gebruiken is omdat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn eigen zonden moet opnemen. De vaders doen de kinderen niet zondigen. Wij kunnen onze vaders niet de schuld geven van onze eigen keuzes. Vers 4 Zie, alle dit woord is ‘nephesh’ (ziel) alle leven is van Mij. Alle levens zijn van Mij. God zegt hier dat alle leven van Hem is. Alles dat ooit geschapen is, fysiek of geestelijk, behoort God toe. God heeft de controle over alles. Het leven heeft nooit bestaan voor God het schiep. Zowel het leven van de vader als die van de zoon zijn van Mij; beiden behoren God toe. Hij is de Vader, de Schepper van alle dingen. Het leven dat zondigt zal sterven. Wij begrijpen dat dit in het Nieuwe Testament geestelijk is. Hier staat dat fysiek: het leven dat zondigt zal sterven. Alle mensen sterven. Alle mensen zondigen. Eens wij geroepen zijn, ons bekeren en door dat bekeringsproces Gods heilige geest gekregen hebben, kunnen wij onze gedachten blijven veranderen. Want het leven dat zondigt, het leven dat wij hebben.... wij kiezen er zelf voor om te zondigen. Wij onderwerpen ons aan eigen egoïsme als wij zondigen. Wel, het loon der zonde is de dood. Het loon det zonde is de dood. Dat is
De Tekenen deel 2
6
de Nieuw Testamentische betekenis. De geest hierachter is dat als iemand zondigt de straf daarvoor de dood is. De 2de dood, tenzij men zich bekeert. God, in Zijn barmhartigheid, geeft ons, door ons te roepen, een geschenk, bekering. Nu hebben wij relatie met God en wij weten dat Hij ons verlost heeft en ons uit de dood verlost door Jezus Christus. God zegt hier het leven iedereen die zondigt zal sterven. Iedereen die zondigt zal de 2de dood sterven, tenzij men zich bekeert. En God, in Zijn barmhartigheid, zal bekering schenken aan wie Hij wil. Vers 5 Wanneer nu iemand rechtvaardig is en dat woord betekent ‘wettig of rechtschapen.’ Dit gaat over een fysiek iemand. En we zullen er nog eens naar kijken. Wanneer nu iemand rechtvaardig is, wettig, als hij ernaar streeft de 10 Geboden te gehoorzamen, als hij fysiek en geestelijk rechtvaardig is.. en naar recht naar wat God gezegd heeft, en gerechtigheid handelt naar wat God heeft gezegd, niet eet op de bergen... dit gaat iemand die ‘rechtvaardig, wettig’ is. Dit zijn dingen die aan deze persoon te zien moet zijn geweest. Wel, we zullen hier fysiek en geestelijk naar kijken. God spreekt tegen Israël, maar ook tegen geestelijk Israël, en dat zijn wij. Wij zijn geestelijk Israël en wij moeten dit ter harte nemen om te zien of wij ‘rechtvaardig of recht’ zijn of niet. Er zijn namelijk maar twee wegen. Vers 6 Niet eet op de bergen; voor fysiek Israël: aanbad valse goden voor door de mens gemaakte heiligdommen. Als zij God verlaten hadden, en niet langer Zijn Sabbatten Zijn Feestdagen hadden gevierd en Baäl en de zonnegod hadden aanbeden, dan zouden zij op de bergen gegeten hebben. Vandaag de dag: ‘van valse doctrines eten’ van andere kerken eten, is ‘eten op de bergen,’ omdat wij God achtergelaten hebben en iets vals, fouts gegeten hebben. Dan hebben wij Gods wegen verlaten. Dan onderwerpen we ons niet langer aan God. Dan aanbidden we God niet langer in geest en waarheid. We consumeren van het verkeerde, het valse, en dat komt van Satan. Ofwel ‘eten wij op de berg’ of niet. En als wij op de berg gegeten hebben, kunnen wij ons bekeren. God gaat verder, ‘de rechtvaardige man, als hij niet op de berg gegeten heeft, en zijn ogen niet opheft naar de afgoden van het huis Israëls, deze persoon heeft naar iets vals gekeken, de afgoden van het huis Israëls. Dit is nogal ongelofelijk. Dit gaat niet alleen over de afgoden van de wereld. Dit zijn dingen die fysiek Israël aanbad, en vaak wendde zij zich tot Baäl aanbidding. Zij keken of vertrouwden op valse goden, in een valse religie. Zij hadden hun relatie met God verbroken. God wilde een relatie hebben met fysiek Israël, maar wij weten dat Israël niet bij machte was om een juiste relatie met God te hebben. Omdat zij de menselijke geest hebben, omdat zij egoïstisch waren, omdat zij dezelfde geest als Adam en Eva hadden. Zij kozen er voor zichzelf te rechtvaardigen, om excuses te verzinnen. Deze persoon zou als rechtvaardig beschouwd worden, als hij zijn ogen niet opgeheven had naar de afgoden van het huis Israël. Wel, hebben wij dat gedaan? Hebben wij onze ogen opgeheven? En dit opheffen van de ogen betekent ‘kijken naar, vertrouwen in.’ Vertrouwen wij in iets anders dan in God? Dat is de vraag. Wel, ofwel doen we dat wel of niet. Als we vertrouwen op God dan blijven wij dicht bij God en nemen wij de waarheid op, eten wij van de waarheid. En als wij dat niet doen, dan vertrouwen wij op iets anders. Dan vertrouwen wij mensen meestel op onszelf. Onze grootste afgod zijn wij zelf! Het is heel natuurlijk om op jezelf te vertrouwen, om zelfvertrouwen te hebben. Wij vertrouwen op onszelf en in andere dingen. En naast vertrouwen op onszelf, is het volgende waarop vertrouwen geld. Het najagen van iets dat ons rijkdom zal brengen. Wij zien rijkdom of geld als een vorm van bescherming. Zelfbescherming... ‘wat er ook gebeurt, ik heb nog altijd geld op de bank of ik heb mijn geld thuis liggen, dus ik zal ok zijn.’ Dat is ‘het opheffen van de ogen naar de afgoden van het huis Israël.’ Wel, wat aanbidt het huis Israël vandaag de dag? Waar heft het huis Israël (fysiek Israël, niet geestelijk Israël, maar fysiek Israël) zijn ogen naar? Waar kijken zij naar? Waar vertrouwen zij in? Wel, de mens vertrouwt in de eerste plaats op geld. Geld is hun god. Dit is waar zijn naar kijken. Daar vertrouwen zij op. God zegt dat deze persoon dat niet gedaan heeft. Niet onteert verontreinigd, of onrein maakt, de vrouw van zijn naaste; deze persoon is geen onwettige relatie aangegaan. Hij heeft de vrouw van zijn naaste niet onrein gemaakt of onteert. Zij hebben geen onwettige seksuele relatie gehad.
De Tekenen deel 2
7
Wel, deze relatie kan vandaag de dag twee dingen betekenen: de vrouw van zijn naaste niet onteert, hij heeft haar begeert of verlangd naar een onwettige relatie. En het kan zijn dat wij niet onteert zijn door een onwettige geestelijke relatie. Onwettig is naar andere valse religies of valse doctrines kijken. Noch de vrouw benadert heeft tijdens haar onreinheid. Dit is iets fysieks. God heeft opgedragen dat de man de vrouw tijdens haar ‘onreinheid,’ niet mag aanraken. Wel, geestelijk mogen wij de kerken van deze wereld en hun onreinheid niet benaderen. Want zij zijn onrein. De kerken van de wereld zijn onrein, zij zijn verontreinigd door Satans invloed. Het komt allemaal van de menselijke natuur, door hoe de mens het ziet. En dat is heel normaal. Ik heb tv programma’s over de katholieke kerk gezien. Ik heb gezien hoe zij (de inquisitie) rondtrokken en de protestanten vermoordden. En de protestanten hebben katholieken vermoord. Wel, de menselijke natuur (en dat hebben wij gezien in Adam en Eva) kan alles rechtvaardigen! Men kan rechtvaardigen dat men iemand anders vermoord, omdat die ander een andere religie aanhangt. Men ging achter de ander aan, om deze te vermoorden. Men wilde elkaar vermoorden. De kerken van de wereld blijven zondigen. Sinds de katholieke kerk opgericht werd door Simon Magus zijn zij bij hun onreinheden gebleven, zij zijn verdorven blijven denken en zij zijn allemaal onrein. Alle kerken van de wereld zijn onrein, zij zijn verontreinigd. Zij hebben allemaal een onwettige relatie met Satan, alleen weten zij het niet. Vers 7 En niemand onderdrukt, dit gaat verder over de persoon die als rechtvaardig gezien wordt, En niemand onderdrukt en dat betekent ‘iemand iets verkeerds heeft aangedaan,’ Hij heeft dus niemand onderdrukt of iets willen hebben van die persoon, maar de schuldenaar zijn pand teruggeeft, iemand die eerlijk en betrouwbaar is, niemand berooft, met geweld, met andere woorden, hij heeft niets gestolen van iemand, maar zijn brood geeft, dit is het compleet tegenovergestelde, maar zijn brood aan de hongerige geeft en de naakte met kleding bedekt; dit is voor ons, dit gaat over ons en wat wij doen. Als wij niemand onderdrukt hebben... wel, wij onderdrukken mensen omdat wij de menselijke natuur hebben. Wij zullen zeggen dat wij niemand onderdrukken, maar wij onderdrukken anderen door hoe wij denken, door ons menselijk denken. Wij onderdrukken mensen. En als je naar Jesaja geeft, en daar over vasten leest... het eerste dat wij moeten doen is mensen niet onderdrukken. Wij moeten stoppen met mensen te onderdrukken door onze eigen zonden. Wij mogen andere mensen niet onderdrukken en wij moeten ‘de schuldenaar zijn pand teruggeven.’ Wij moeten anderen niet onderdrukken door wat wij zeggen, wat wij doen. Daarom zegt God ons zo vaak dat wij waakzaam moeten zijn over onze geest, waakzaam moeten zijn over wat wij zeggen. Want als wij iets zeggen dan moeten wij open, eerlijk en betrouwbaar zijn. Als we iets tegen iemand zeggen dat we iets gaan doen, dan moeten wij dat doen, want als wij het niet doen, dan zijn we niet eerlijk en betrouwbaar. Niemand met geweld berooft, wel wij mogen niemand beroven. Wij moeten niet iets van iemand anders willen afpakken. En dit geweld hoeft niet fysiek te zijn. Het kan verkeerde of slechte gevoelens voor iemand hebben zijn. Wij mogen niet iemands reputatie afpakken met woorden. Wij mogen niets van iemand stelen door hen naar beneden te halen of iemand belasteren. Wij moeten dus heel voorzichtig zijn. Maar geeft... dit is een positief persoon maar zijn brood aan de hongerige geeft. Wij helpen anderen en de naakte met kleding bedekt. Vers 8 Niet tegen rente uitleent, dit woord ‘rente’ betekent ‘ik zal het houden tot...’ Rente is als iemand iets wil hebben, en wij ‘houden iets vast, terwijl zij gebruiken wat wij hen gegeven hebben.’ Het is een zekerheid. ‘Ik zal je jas wel even vasthouden, terwijl jij dit of dat gaat doen. En als je terugkomt zal ik je je jas teruggeven. Noch woekerwinst neemt, zijn hand van onrecht afkeert, zijn hand van de zonden afkeert. Omdat tegen rente uitlenen en woekerwinst een zonde is. Waarachtig recht uitvoert wel, ‘waarachtig recht is gebaseerd op Gods woord tussen de een en de ander, er is geen vriendjespolitiek, geen vooroordeel. Als hij in Mijn inzettingen wandelt en getrouw Mijn verordeningen onderhoudt, zo iemand is rechtvaardig; is het niet geweldig, hoe hier beschreven wordt of wij rechtvaardig of niet zijn? Als wij al deze dingen doen, ziet God ons als rechtvaardig. God spreekt tegen Israël over fysieke zaken, en dit zijn de criteria om te bepalen of iemand rechtvaardig is, of iemand getrouw is. Rechtvaardig in de zin van: ‘als hij in Mijn inzettingen wandelt.’ Met andere woorden, deze persoon gehoorzaamt alle Geboden en ‘onderhoudt Mijn verordeningen.’ Fysiek gezien is dit bijna onmogelijk omdat de meeste mensen Gods inzettingen en Zijn verordeningen (Zijn Geboden) niet onderhouden. Zij hebben doen dit niet getrouw. en hij zal voorzeker leven, luidt het De Tekenen deel 2
8
woord van de Here HERE. Dit zijn Gods richtlijnen, zo moet de mens leven. En als iemand dat doet, is deze persoon rechtvaardig. Als men persoonlijk ervoor kiest om, terwijl men ‘in het vlees’ is, God te gehoorzamen, zal deze persoon geestelijke zaken zien. Dit komt neer op gehoorzaamheid. Als wij God gehoorzamen, als wij luisteren naar God, als wij God horen en wij zelf de keuze maken om God, in dit vlees, te gehoorzamen, zullen wij geestelijk kunnen zien, omdat God ons deze zaken openbaart als wij in geest en waarheid gehoorzaam zijn. Gehoorzaamheid aan God begint met luisteren naar wat Hij te zeggen heeft. Gehoorzaamheid aan God geeft leven! En voor ons, geestelijk leven, in de toekomst! Vers 10 Maar verwekt hij een zoon, die een rover is, een rover is iemand die vernietigt. Iemand die rooft vernietigt. Deze persoon vernietigt iets van iemand anders. Iemand anders bezit en daarom vernietigen hij. Of een bloedvergieter, een moordenaar, en die zijn één dezer dingen doet, en die al die taken niet doet die hiervoor gegeven zijn, maar als deze persoon zo is, als dit hun houding is, hun intentie, als hij zo in elkaar zit dan zijn zij rovers, vernietigers (omdat ze een bepaalde houding hebben) en ‘bloedvergieters.’ Zij willen een ander kwaad aandoen. En wij kunnen hier geestelijk van leren. Als wij deze zelfde verlangens hebben, als wij hebzuchtig zijn of ‘’een bloedvergieter,’ of als wij slechte gevoelens hebben over anderen, ‘die één dezer dingen doet en die al die taken niet doet,’ maar op de bergen eet valse aanbidding, als we ons inlaten met valse, verkeerde doctrines, en verontreinigt de huisvrouw zijns naasten; als hij de ellendige en de arme onderdrukt, dit gaat over een houding, de ‘geest’ die wij hebben, roof pleegt met geweld, het pand niet teruggeeft en zijn ogen opslaat naar de afgoden, gruwelen doet; al deze dingen zijn een gruwel, het zijn allemaal zonden. Vers 13 Tegen rente uitleent en woekerwinst neemt, zou zo iemand leven? Dat is de vraag. Als iemand al deze dingen doet, zal hij dan leven? Hij zal niet leven! Al deze gruwelen heeft hij gedaan; al deze zonden hij zal voorzeker gedood worden; het loon der zonden is de dood. God heeft dat niet veranderd. Gods wet is niet veranderd. Iemand die deze zaken doet zal sterven. Hij heeft het over fysieke zaken, maar ‘het loon voor de zonde’ is de geestelijke dood. Want als wij ons niet bekeren van deze zaken zullen wij de 2de dood sterven. Zijn bloed zal op hem zijn. Hij zal persoonlijk verantwoordelijk gehouden worden voor zijn daden. Wij moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen voor al onze gedachten, woorden en daden. Vers 14 En zie, hij verwekt een zoon, en deze ziet al de zonden die zijn vader gedaan heeft; het kind (dit verwijst terug naar de eerste verzen: ‘de vader heeft zure, onrijpe druiven gegeten en de tanden van het kind zijn stomp) Als hij de vader een zoon verwekt, die al de zonden ziet die zijn vader gedaan heeft, hij ziet ze, maar doet iets dergelijks niet; de zoon laat hier zien dat hij wijsheid gebruikt. Hij ziet het en hij zegt: ‘wel, dit is geen gehoorzaamheid aan God, dit is niet God volgen. Dit is afgoderij. Zo moet het niet!’ En wat is het teken dat deze persoon iets anders doet dan zijn vader? Vers 15 Die niet gegeten heeft op de bergen die geen afgoderij gedaan heeft, noch zijn ogen opheft tot de afgoden zijn prioriteit is dus God aanbidden. Noch zijn ogen opheft tot de afgoden van het huis Israëls, de huisvrouw zijns naasten niet verontreinigt; hij heeft fysiek, noch geestelijk overspel gepleegd heeft. Hij onderdrukt niemand, neemt geen pand en pleegt geen gewelddadige roof, maar geeft en dit is het compleet tegenovergestelde van wat zijn vader gedaan heeft. Maar geeft zijn brood aan de hongerige en de naakte met kleding bedekt; zij hebben mensen in nood ondersteund. Zij hebben een gevende houding. Wij kunnen zien dat het beter is om te geven dan te nemen. En deze uitspraak staat in het Nieuwe Testament. Maar ook hier, in het Oude Testament, staat het duidelijk beschreven. Maar geeft zijn brood aan de hongerige, dit is het compleet tegenovergestelde. De vader was een ‘nemer,’ aar deze persoon heeft gezien wat zijn vader gedaan had. De vader was egoïstisch en nam. De zoon heeft erover nagedacht en bij zichzelf gezegd: ‘zo wil ik niet zijn!’ en hij geeft. Hij deelt wat hij heeft.
De Tekenen deel 2
9
Waarom is het beter om te geven dan te nemen? Nemen is van Satan. Zo denkt Satan. Nemen is verwerven en krijgen. ‘Ik wil... Ik wil zijn zoals de Allerhoogste. Ik ga deze autoriteit die ik niet heb, nemen.’ Het is een houding van nemen. Maar de andere manier is Gods manier. De ene weg is van God en zal vrede en blijdschap brengen. De weg van God brengt vrede. God heeft aan het begin vrede opgeofferd, allemaal met als doel vrede binnen een Familie te hebben. God was vrede. God is vrede, maar Hij heeft dat opgegeven door de vrije keuze te geven. De geest kan een keuze maken of een beslissing nemen. Eerst kregen de geestelijke wezens, het engelenrijk deze vrije keuze, daarna de mens, toen de mens geschapen werd. Vrije keuze of de mogelijkheid om te kiezen bestaat niet in het dierenrijk. Maar God heeft ons de keuze gegeven, en door de vrije keuze te geven heeft is daardoor het kwade geschapen, kan er in zonden geleefd worden. En God heeft de mens geschapen om hem de vrije keuze te geven. Het opofferen van vrede is gebeurd zodat er vrede geschapen kan worden door een Familie te scheppen die voor eeuwig vrede en blijdschap kan hebben. Dat is Gods geweldige plan en dat staat beschreven in Leviticus 23. Dit is het hele bekeringsproces: van de menselijke egoïstische geest veranderen naar een gevende houding. ‘hij heeft zijn brood aan de hongerige gegeven,’ wij zijn bereid onszelf op te offeren voor anderen. Wij weten dat de andere weg de weg van Satan is. En die weg brengt vernietiging en ellende. Want dat is de consequentie van zonden. Gods weg is uitgaand, naar anderen toe, Gods weg is liefde. Satans weg is egoïstisch, op de eigen ‘ik’ gericht, ten koste van anderen. En dat is een belangrijk aspect: ten koste van anderen! Satan trekt zich niet aan wat hij doet, of hij iemand kwetst. Hij trekt zich daar niets van aan, en dat is egoïstisch denken. Totaal egoïstisch. Wel, wij moeten heel goed oppassen dat wij zo niet zijn. God geeft leven. Satan brengt de dood. God geeft leven. Satan brengt de dood. Gods rechtvaardigheid, Gods heilige geest geeft ons leven. Satans wegen zijn egoïstisch, de menselijke geest, leidt tot de dood. Vers 17 Zijn hand van de arme afhoudt hoe? Geen woeker, nog rente neemt, geen betalingsverzoek gedaan heeft. Hij heeft niet geprobeerd om betaald te worden, omdat hij iets aan iemand anders gegeven heeft. Er staat hier in vers 17 zijn hand afhoudt van de arme. Hoe doet hij dat? Door geen interest of rente te vragen. Hij heeft niets teruggevraagd. Hij heeft gegeven zonder rente terug te vragen, zonder iets voor zichzelf terug te vragen. Hij voert Mijn verordeningen uit en wandelt naar Mijn inzettingen, dit zouden wij kunnen zijn. Hebben wij Gods verordeningen uitgevoerd? Hebben wij in Gods inzettingen gewandeld? Wandelen wij in Gods inzettingen? Wel, vandaag wandelen wij in de inzettingen van God, Leviticus 23, de Geboden van God. Wij wandelen i nde inzettingen van God. Wij voeren Gods verordeningen uit, door ons te onderwerpen aan Gods Geboden, de Geboden van God, de instructies van God. Hij zal niet sterven om de ongerechtigheid van zijn vader, hij zal voorzeker leven! God zet hier iets recht, de mensen moeten nadenken weten dat zij persoonlijk verantwoordelijk zijn. God zegt duidelijk dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze keuzes. Gods weg draait om verantwoordelijkheid nemen. Persoonlijk de verantwoordelijkheid te nemen. Niemand kan ons iets laten doen. Wij hoeven de straf voor de zonden van onze vaders (diegenen die ons voor zijn gegaan) niet te betalen. Daar hoeven wij geen straf voor te betalen. Wij hoeven ‘geen stompe tanden’ te krijgen, omdat God duidelijk gezegd heeft dat wij persoonlijk verantwoordelijk zijn. Wij moeten God volgen, ons in geest en waarheid onderwerpen aan God, en dan zullen wij leven. De andere weg is de weg van zonden, die leidt tot de dood. Vers 18 Zijn vader, omdat hij de vader met onderdrukking onderdrukt heeft, zijn naaste beroofd heeft en te midden van zijn volksgenoten gedaan heeft wat niet goed is, zie, die zal sterven om zijn ongerechtigheid. Wij allemaal zijn zelf verantwoordelijk. En als wij zondigen weten wij dat wij zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen voor onze keuzes en ons moeten bekeren. Vers 19 Maar gij zegt Israël... Israël rechtvaardigt waarom zij is zoals zij is. Zij gaan terug naar de menselijke natuur, en dat is jezelf verdedigen, jezelf rechtvaardigen voor wie jij bent. Maar gij zegt, waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid van de vader? Het antwoord is: de zoon heeft immers naar recht en gerechtigheid gehandeld; hij heeft al Mijn inzettingen naarstig onderhouden, hij zal voorzeker leven. Het leven dat zondigt, die zal sterven. Het loon der zonde De Tekenen deel 2
10
is de dood. Als wij zelf, persoonlijk, de keuze nemen om te zondigen, staart de dood ons in de ogen. De zoon zal niet de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddelozen zal alleen rusten op hemzelf. Dit gaat over persoonlijk de verantwoordelijkheid nemen en er zijn geen excuses. Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden, als hij zich bekeert en verandert, als hij anders gaat denken, die hij begaan heeft, als iemand zondigt en bereid is te veranderen, anders te gaan denken... dat is bekeren, wat doen wij, als we dat doen? Al Mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. Deze persoon begint te leven naar elk woord van God. Dat is het geheim van het leven, om naar elk woord van God te leven. Niet naar de inzettingen van de mens of de inzettingen of de regels van de mens te leven, maar naar de wet van God te leven, Leviticus 23 gehoorzamen. Tijdens de 1.100 jaar zullen alle mensen leren wat Leviticus 23 inhoudt. Het gaat geweldig zijn, als dit met de mens zal leren, als de gedachten van de mens aangepast, verandert worden. Vers 22 Geen van de overtredingen die hij begaan heeft, zal hem worden toegerekend; om de gerechtigheid die hij betracht heeft, zal hij leven. Geen enkele zonde zal herinnerd worden, omdat hij zich bekeerd heeft. Dit geldt ook voor ons. Na de doop worden al onze overtredingen vergeten. Wij hebben namelijk voor gerechtigheid gekozen. Wij zijn geroepen. Wij zijn gedoopt, en dat betekent dat onze zonden uit het verleden vergeven en vergeten zijn. Wij zijn niet meer verantwoordelijk voor deze zonden. Is dat niet opwindend? Is dat niet geweldige geestelijke kennis? Eens wij uit het water komen zijn wij gereinigd van onze overtredingen en worden deze overtredingen vergeten. Wij willen een nieuw leven in ons hebben, Gods heilige geest en daardoor zullen wij een juiste manier van denken krijgen. Maar wij moeten er voor kiezen om ons te onderwerpen. En als wij ons onderwerpen zal de gerechtigheid van God in ons zijn, ten bate van anderen. Wij zullen leven. Vers 23 Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? Dat is de vraag voor Israël. Dat is ook de vraag voor de mens. Heeft God welgevallen in dat? Heeft God welgevallen in de dood van de goddelozen? Wel, God heeft dat niet. God wil iedereen leven geven. Iedereen heeft het potentieel om te leven. God wil dat wij leven, luidt het woord van de Here HERE. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekeren van zijn wegen en leve? Dit is de vraag die aan de mens gesteld wordt. Heeft God welgevallen in iemand te zien sterven? Heeft welgevallen in de 2de dood van een goddeloze? God zegt: ‘nee!’ God wil dat iedereen zich omkeert en zich bekeert, dat men anders gaat denken, dat men zich bekeert van ‘zijn’ wegen, de wegen van de mens, en dat zij leven. God wil dat wij ons bekeren en ons onderwerpen aan Zijn heilige geest. Vers 24 Maar wanneer een rechtvaardige zich afkeert van zijn rechtvaardige wandel dat kan iemand in het Lichaam van Christus, de Kerk van God zijn, die Gods geest in zich heeft wonen. Zij maken nu de keuze om zich af te keren van rechtvaardigheid en zich niet meer te onderwerpen aan Gods heilige geest. Dit gaat over zich blijvend tegen God te keren. Dit is opzettelijk, moedwillig tegen God keren. Dit is opzettelijk en het is een onvergefelijke zonde, en onrecht doet, blijvend. Hij wil dat meer dan hij God wil, naar al de gruwelen handelt, die de goddeloze bedrijft, zal hij dan leven? Dat is de vraag: zal hij leven? En God zegt: ‘nee!’ Een rechtvaardige man, die zich afkeert van de rechtvaardigheid, die zich afkeert van Gods manier van leven, van de stroom van Gods heilige geest en ongerechtigheid doet, die moedwillig zondigt, zou hij leven? Wel, nee! Met geen van zijn rechtvaardige daden zal rekening gehouden worden. Alles dat hij tot op dat moment gedaan heeft. Iemand kan dus 20 jaar in de Kerk zijn en dan besluit moedwillig tegen God in te gaan, dan zal God geen rekening houden met al de rechtvaardige daden die hij voordien gedaan heeft. Het is belangrijk dat wij tot het einde toe volhouden! Met geen van zijn rechtvaardige daden zal rekening gehouden worden, waarom? Om de ontrouw die hij gepleegd heeft, dan zijn wij ontrouw, dan hebben wij ons tegen God gekeerd en zijn wij God niet langer getrouw. Dan zijn wij ontrouw, dan zij wij daar schuldig aan, de zonde die hij bedreven heeft, daarom zal hij sterven. Hij zal sterven omdat hij moedwillig gezondigd heeft. Hij zal de 2de dood sterven. God spreekt hier op fysiek vlak tegen Israël. Maar voor ons, in het Nieuwe Testament, gedurende de 1.100 jaar zal dit geestelijk zijn. En de rechtvaardige daden (of de duur van ons aanbidden van God) die voor er ontrouw gepleegd werd, hebben niets te maken met het erven van eeuwig leven. Want het De Tekenen deel 2
11
gaat niet om de duur, het gaat om volhouden tot het einde! Het gaat over ons hele leven rechtvaardig zijn. Wij moeten heel ons leven ons onderwerpen aan God. En als wij ons een lange tijd onderworpen hebben aan God en dan ons tegen God keren en ontrouw worden, dan zijn wij schuldig aan de zonde, waar wij vrijwillig, uit eigen vrije wil, voor gekozen hebben. En omdat dit een moedwillige keuze is zullen wij sterven. Een zonde waar wij ons niet van bekeren, een moedwillige zonde waar wij ons niet van bekeren zal geestelijk tot de 2de dood leiden. Wij zullen voor eeuwig dood zijn, wij zullen nooit meer tot leven opgewekt worden. Vers 25 God corrigeert hen hier weer: Maar gij Israël zegt: de weg des Heren is niet recht. Hoort toch, huis Israëls, is mijn weg niet recht? Zijn niet veeleer uw wegen niet recht? Dat is waar. Want eens we dit zien (dit gaat over het fysieke, maar voor ons is dit geestelijk) dat de weg van God recht is, dan zouden wij ons nooit moeten omdraaien en zeggen dat God niet eerlijk is. Gods weg is recht en barmhartig en gebaseerd op leven. God zegt tegen de Kerk: ‘Hoor, o Israël (de Kerk van God), Gods weg is recht en jouw wegen zijn niet recht.’ God is liefde en onze wegen, de wegen van de menselijke natuur, zijn egoïstisch. Niet recht! Egoïstisch. Het is een weg van nemen. Het schaadt anderen! De menselijke natuur is egoïstisch. Vers 26 Wanneer een rechtvaardige zich afkeert van zijn rechtvaardige wandel en onrecht doet en daarom sterft, dan sterft hij om het onrecht dat hij gedaan heeft. Niemand komt weg met wat dan ook. Wij zijn allemaal persoonlijk verantwoordelijk voor onze keuzes. Wanneer een rechtvaardig man iemand die in het Lichaam van Christus geroepen is en Gods heilige geest heeft, zich afkeert van zijn rechtvaardige wandel, zich niet meer onderwerpt aan God, en onrecht doet zondigt, een moedwillige zonde, en daarom sterft, fysiek sterft, omdat hij zich niet wil bekeren en dus fysiek sterft, dan sterft hij om het onrecht dat hij gedaan heeft. Dit leidt tot de 2de dood. Niemand komt weg met wat dan ook. Wij zijn allemaal persoonlijk verantwoordelijk voor onze keuzes. Vers 27 Maar, als een goddeloze zich bekeert van zijn goddeloze daden, zich bekeert en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij het leven behouden. Dit zijn de wetten van God. Wij kunnen zeggen: ‘wanneer een goddeloze zich afkeert van zijn goddeloosheid,’ wel, dat is met ons gebeurt. Wij waren goddeloos voor wij geroepen werden. Wij kunnen op verschillende leeftijden geroepen worden. Sommigen worden zo jong als 13, 14 geroepen worden, anderen op 19, 20 jarige leeftijd. Anderen weer op hun 30ste, anderen dan weer op 50jarige leeft, 60, 65.. anderen als ze 70 zijn. God heeft niet vastgelegd op welke leeftijd Hij iemand roept. Het is Gods keuze wanneer Hij iemand roept en niemand kan tot God komen tenzij God hem of haar roept. Wij waren allemaal goddeloos, wij gebruikten de menselijke geest, maar na de doop zijn wij niet meer goddeloos. Want de goddeloosheid, alle zonden tot het moment van de doop is ons vergeven. Het is vergeven en vergeten. En vanaf dat moment doen wij recht en gerechtigheid. Daarvoor heb je Gods heilige geest nodig. Om rechtvaardig te leven, om in geest en waarheid te leven volgens Gods woord, heb je Gods heilige geest nodig, daar heb je Zijn inspiratie voor nodig, waar wij ons aan moeten onderwerpen. En als wij onszelf onderwerpen aan Gods geest, dan zullen wij het leven behouden. Dit gaat over het geestelijke. Maar het geldt ook op fysiek vlak. Deze wet is een geestelijke wet en als wij onszelf onderwerpen aan Gods geest en een rechtvaardig leven leiden, gehoorzamen, behouden wij onszelf op geestelijk vlak. Alhoewel we misschien fysiek zullen sterven, zullen we geestelijk leven, omdat wij opgewekt zullen worden. Is dat niet geweldig om te begrijpen? Wij allemaal waren, tot wij geroepen werden, goddeloos, maar nu hebben wij ons, nadat wij geroepen en gedoopt zijn, Gods heilige geest ontvangen hebben, bekeerd. Nu wandelen wij in de juiste weg, naar Gods woord en wij zullen onszelf behouden, omdat wij onszelf onderwerpen, omdat wij een keuze gemaakt hebben. Wij begrijpen dat wij zelf verantwoordelijk zijn. Wij kunnen onszelf behouden, omdat God ons zal behouden. God zal onze geest behouden voor een opstanding. Hoe geweldig is dat! Vers 28 Immers, hij is tot inzicht gekomen en heeft zich bekeerd van alle overtredingen die hij begaan heeft, dat doen wij na de roeping en onze bekering, hij zal voorzeker leven, hij zal niet sterven. Bekering brengt leven. Dit staart ons elke dag in de ogen. Misschien zijn wij een jaar geleden geroepen, 5 jaar, 20 jaar, 40 jaar, 50 jaar geleden, en hebben wij deze rechte weg bewandeld, dit pad van bekering bewandeld (omdat we elke dag nadenken over onze gedachten, woorden en daden) wij De Tekenen deel 2
12
hebben al deze overtredingen de rug toegekeerd. En als wij ons bekeren (want daar draait het om) dan betekent dit dat wij een leven lang gecorrigeerd gaan worden. Dat wij ons een leven lang moeten bekeren. En als wij ons de stroom van Gods heilige geest blijven onderwerpen (dit betekent dat wij ons kunnen bekeren) ‘dan zullen wij zeker leven.’ God belooft ons het leven, geestelijk leven. Want het doel van dit leven is Elohim ingaan. En dan zullen wij niet sterven. Dan zullen wij geen 2de dood sterven. Deze 2de dood, waarover op de Laatste Grote Dag gesproken wordt, vindt plaats aan het einde van de 1.100 jaar. God zal alle mensen die de 2de dood zullen sterven opwekken. Zij hebben zich namelijk niet bekeerd van hun overtredingen. Zij hebben van hun overtredingen genoten hun geest daaraan onderworpen. Zij wilden zondigen, zij wilden het kwade. En zij zullen, samen met Satan, vernietigd worden omdat zij zich niet bekeerd hebben van hun zonden. Wel, wij hebben elke dag van ons leven om ons af te wenden van de zonden die wij gepleegd hebben. En dat is wat God hier zegt. Als wij nadenken over onze daden en wij de zonden de rug toekeren door ons te bekeren dan zullen wij niet sterven, dan zullen wij leven. Vers 29 Maar het huis Israëls zegt: de weg des Heren is niet recht. Zijn Mijn wegen niet recht, huis Israëls? Zijn niet veeleer uw wegen niet recht? En dat is zo waar. God is rechtvaardig, want als wij zondigen kunnen wij ons bekeren. Hoe barmhartig is God, dat Hij bereid is ons leven te geven! Hoe barmhartig is God, Hij is bereid ons te vergeven als wij anderen vergeven. God is rechtvaardig, de mens niet. Als de mens iemand ziet zondigen, dan is de mens meestal niet barmhartig en vergevingsgezind en wil hij niet dat deze persoon zich bekeert. De mens is er meestal op uit om op een harde, wrede manier te straffen. Wel, geestelijk hebben wij de kans ons te bekeren. Gods wegen, Zijn manier van leven, Zijn manier van denken is recht en eerlijk. Hij is rechtvaardig en barmhartig en Hij wil dat alle mensen zich bekeren. Dat is wat God wil. God wil ons het Koninkrijk geven. Het is Zijn welbehagen om ons het Koninkrijk te geven. Maar onze wegen zijn niet recht! God heeft oorzaak en gevolg ingesteld. Deuteronomium 28 wordt het ‘zegening en vloeken’ hoofdstuk genoemd. Omdat er een gevolg is voor gehoorzaamheid en een gevolg voor ongehoorzaamheid. En dat heeft te maken met zonden en met geestelijke gezondheid. Wij kunnen deze zegeningen en vloeken fysiek bekijken. Wij zien dat er een wet in voege is van oorzaak en gevolg. Als we iets doen is er een gevolg. Wel, geestelijk is het precies hetzelfde. Als wij iets bepaalds doen is er een gevolg. Als wij zondigen, waar wij zelf verantwoordelijk voor zijn, dan is het gevolg dat wij onszelf schaden. Het verontreinigt de geest, het schaadt de geest, omdat het egoïstisch is. Het kwetst anderen. Wij brengen anderen schade toe door ons eigen egoïsme, door de houding, door onze gedachten, woorden en daden. Deze wet van oorzaak en gevolg is ook geestelijk. Als wij zondigen is er een gevolg en dat noemen we ‘anderen kwetsen of schaden.’ Het schaadt onszelf en ook anderen. Als wij ons onderwerpen aan rechtvaardigheid dan is er een gevolg. Wij zullen naar Gods geest, Gods manier van denken leven, dit allemaal ten bate van anderen. God doet namelijk de werken in en door ons. Maar wij moeten ons daar wel aan onderwerpen. Wij kunnen geestelijk goed doen door ons te onderwerpen aan Gods gedachten. Het geestelijk goed moet voorkomen uit Gods denken. ‘Alleen God is goed,’ zoals Jezus Christus zei. ‘Waarom zeggen jullie dat Ik goed ben?’ Wel, alleen God is goed. Rechtvaardigheid ten bate van anderen, kan alleen in ons zijn als wij Gods heilige geest hebben. Al het andere is egoïsme. Deze wet van oorzaak en gevolg is zowel een fysiek als een geestelijke wet. Dit is dezelfde wet als zaaien en oogsten. Wat wij zaaien, als wij zondigen, zullen wij oogsten. Dan zullen wij het loon voor de zonden moeten betalen, en dat is ongelukkigheid, ellende, jezelf schade toebrengen en het leidt tot de dood. Geestelijk bekeken is het als volgt: als wij rechtvaardigheid en de gedachten van God zaaien, dan is het gevolg, dan is wat men oogst rechtvaardigheid. Wat wij oogsten is voor het goed van anderen, ten bate van anderen. Dit door Gods geest, omdat wij liefde voor hen hebben. En het resultaat van het zaaien van rechtvaardigheid leidt tot het oogsten van eeuwig leven. Wij zullen leven in Elohim krijgen.
De Tekenen deel 2
13
Deuteronomium 28 kunnen we zowel fysiek als geestelijk bekijken. Het is zeer interessant om beide aspecten eens te bekijken. En, als God het wil, zullen we in de nabije toekomst Deuteronomium 28 meer gedetailleerd bespreken. We zullen dan dit ‘zegeningen en vloeken’ hoofdstuk bekijken en ook het gevolg, oorzaak en gevolg, en zaaien en oogsten. Want dit draait om hoe wij leven. God heeft Deuteronomium 28 aan fysiek Israël gegeven, maar het voor geestelijk Israël, de Kerk van God vandaag. Vers 30 Daarom zal Ik u richten, o huis Israëls, ieder naar zijn eigen wegen, wel, dat geldt ook voor ons, Huis Israëls, de Kerk van God – PKG. Wij worden geoordeeld naar onze eigen wegen, naar onze gedachten, onze woorden en onze daden, naar datgene wat wij doen, luidt het woord van de Here HERE. Bekeert u en wendt u af denk anders! Verander je egoïstische denkpatroon en onderwerp je aan Mij. De reden dat wij in de Kerk geroepen zijn is om te veranderen, te bekeren, om dit oude denkpatroon te veranderen in een nieuw denkpatroon. Wij moeten ons dus bekeren, ons afwenden van al uw overtredingen, deze zonden in de geest, dan zal de ongerechtigheid u niet tot een struikelblok worden. Want daar leidt het tot. Onbekeerde zonden zullen je op geestelijk vlak vernietigen. Fysiek Israël moest veranderen, anders gaan denken, zodat het niet tot hun ondergang zou leiden. Zodat Deuteronomium 28 niet in voege zou treden. Wel, je kan een langer fysiek leven hebben als je Gods wetten, Gods wetten van oorzaak en gevolg, gehoorzaamd. Vers 31 Werpt alle overtredingen die gij begaan hebt, van u weg, bekeer je en wordt gedoopt, en vernieuwt uw hart en uw geest. Dit gaat over de fysiek houding die wij moeten hebben. Zij moesten hun zonden wegwerpen, hun verlangen om te zondigen (de zonen die zij gepleegd hadden. Zij hadden al deze zonden begaan) en ‘vernieuwt uw hart’ Neem een nieuwe houding aan, vernieuw je geest. Dit geldt ook voor ons, die vandaag leven. Werpt al uw overtredingen alle zonden die gij begaan hebt, van u weg. Wij moeten ons van onze zonden bekeren. En wij weten dat onze bekering en onze doop de vroegere zonden bedekt, de goddeloosheid die wij vroeger hadden. En nu moeten wij in nieuwheid des levens wandelen en ons hart vernieuwen. Wij moeten een nieuwe manier van denken hebben, onze innerlijke gedachten moeten veranderen. Wij kunnen dit verwerven door ons te onderwerpen aan Gods heilige geest. Een nieuw hart, nieuwe innerlijke gedachten gebaseerd op de geest van de zaak moet van God komen. Want Gods geest geeft ons een motief en intentie. Wij begrijpen onze innerlijke gedachten. Want dit nieuwe hart of deze nieuwe manier van denken komt van God. Een nieuwe geest is een nieuwe houding! Wij kunnen een nieuwe geest krijgen omdat wij ons aan Gods heilige geest kunnen onderwerpen. Deze geest hebben wij nooit eerder gehad. Wij hadden de menselijke geest, die egoïstisch is. Maar nu kunnen wij een nieuwe geest hebben. En hoe krijgen we die? Wel, dat staat in dit vers beschreven. Wij moeten ons afwenden van hoe wij waren, wij mogen geen afgoden aanbidden, wij mogen ons niet onderwerpen aan ons eigen egoïsme en wij moeten ons bekeren, door ons te onderwerpen aan Gods manier van leven. Wij moeten gedoopt worden, zodat al onze zonden bedekt en afgewassen zijn. Dan moet een ware dienaar van God de handoplegging uitvoeren, zodat wij Gods heilige geest ontvangen. Vaak wordt de term (en ik gebruik hem ook vaak) een ‘ware dienaar van God’ gebruikt. Die term wordt gebruikt omdat veel mensen handen opgelegd hebben gekregen, maar niet door een ware dienaar van God. Gods geest moet aanwezig zijn. God moet daar werken. Niet iedereen die ‘minister’ of dienaar genoemd wordt is een ware dienaar van Gods Kerk, Gods ware Kerk, de Kerk van God – PKG. Daarom, als zulke mensen iemand de handen opleggen zal die persoon niet Gods heilige geest ontvangen, omdat God maar op of in één plaats werkt. God werkt in Zijn Kerk! Dit is Gods Kerk! Hier is Gods geest aanwezig. Een ware dienaar van God is iemand die gemachtigd is om de handoplegging uit te voeren. Zo werkt God, God werkt door Zijn leiding. Een ware dienaar van God is gemachtigd om iemand de handen op te leggen, nadat deze persoon zich bekeerd heeft, nadat het duidelijk is dat deze proces zich bekeerd heeft (een bewijs van bekering) en zich heeft laten dopen nadat zijn geest te onderworpen te hebben aan God. Zij zijn ondergedompeld in water (voor de vergeving van zonden) en daarna legt een ware dienaar van God deze persoon de handen op en vraagt om de bevruchting van Gods heilige geest. Dan heeft deze persoon een ‘nieuw hart en een nieuwe geest.’ Is dat niet ongelofelijk? Is dit vers, dat we net gelezen hebben, niet een prachtig vers? Hoe prachtig is dit vers niet?! Vernieuwt uw hart en uw geest. Wel, dat is waar het De Tekenen deel 2
14
Millennium en de 100 jaar om draait. Een nieuw hart en een nieuwe geest krijgen. Tijdens het Millennium zal God Zijn heilige geest over de mensheid uitgieten. Waarom toch zoudt gij sterven, huis Israëls? Dat is de vraag. Waarom zou je willen sterven? Waarom zou je God in jouw leven willen verwerpen? Waarom wil je je niet onderwerpen aan God? Waarom zou je dat doen? Geestelijk huis Israëls, waarom zou je aan je zonden willen vasthouden? Waarom zouden we vast willen houden aan onze ontrouw? Waarom zouden wij welke zonde in ons leven willen vasthouden? God zegt: ‘waarom wil je vasthouden aan jouw zonden, o huis Israëls?’ Wel, dat willen we niet! Gods heilige geest leidt ons tot bekering. Vers 32 Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here HERE; daarom bekeert u, opdat gij leeft! Wij blijven kijken naar de belangrijkste tekens dat wij van God zijn, dat wij in het geloof staan. En dat teken is ons verlangen en onze bereidheid om onze eigen wil, onze eigen verlangens op te offeren voor anderen. Exodus 13: 1 De Here sprak tot Mozes, zeggende: Heilig zet apart Mij God alle eerstgeborenen, die onder de Israëlieten het eerst uit een moederschoot voortkomen, zowel van mens als van dier; zij zijn Mijn eigendom. De eerstgeborenen werden aan hem gewijd, opgedragen. Zij behoorden God toe, zowel mens als dier. Vers 3 Toen zeide Mozes tot het volk: gedenkt deze dag, waarop gij uit Egypte, wij weten dat dit symbool staat voor onze roeping. De dag dat zij Egypte verlieten was de 15de Abib. Wel, wij herinneren ons ook onze roeping, uit het diensthuis gegaan zijt; wij weten wanneer wij geroepen zijn, want met een sterke hand heeft de Here u daaruit geleid. Daarom mag niets gezuurds gegeten worden. Dit verwijst terug naar Leviticus 23. Alhoewel dit hier in Exodus staat, verwijst het naar Leviticus 23, het gaat om het ‘waarom.’ Wij moeten de dag dat wij geroepen werden gedenken. Want wij zijn geroepen door ‘de sterke hand van God.’ God heeft ons geroepen, want niemand kan tot God komen, tenzij God roept. Want het is God, die ons uit het diensthuis geleidt heeft. Hij heeft ons uit deze wereld geroepen, uit de slavernij waarin wij ons bevonden. En de reden waarom wij geen ongezuurd mogen hebben is omdat wij ongezuurd moeten zijn. Zuurdesem of gist staat symbool voor gist, Egypte, de slavernij en gevangenschap. Wel, wij mogen geen gezuurd brood in ons leven hebben. Wij mogen geen zonden in ons leven hebben. Wij mogen tijdens de 7 dagen van Ongezuurde Broden geen gezuurd brood eten. Wel, wij mogen op onze reis uit Egypte geen enkele dag gezuurd brood eten. Want wij heel ons leven bezig met Egypte te verlaten. En wij zijn zelf verantwoordelijk voor alle beslissingen die wij sinds onze roeping genomen hebben. Vanaf het moment dat wij geroepen en gedoopt zijn en Gods heilige geest ontvangen, zijn wij zelf verantwoordelijk voor of wij van het gezuurde eten of niet. Vers 4 Heden op de 15de van Abib, trekt gij uit, in de maand Abib. Vers 5 En het zal geschieden, als de Here u gebracht heeft naar het land der Kanaänieten, dit zal 40 jaar later zijn. Dat wisten zij op dat moment niet. 40 jaar later zouden zij het land van de Kanaänieten, het beloofde land, ingaan. Wij zijn het ‘beloofde land’ ingegaan. Wij hebben geen 40 jaar moeten wachten. Wij zijn geroepen en gedoopt. Wij hebben Gods heilige geest ontvangen. Dat is de dag dat wij het ‘beloofde land’ ingegaan zijn. Want dat ‘beloofde land’ is de Kerk. Het beloofde land is een ‘type’ (en ik gebruik het woord ‘type) van de Kerk. Het beloofde land is een land van mogelijkheden. Het is vloeiende van melk en honing. In de Kerk vloeit melk en honing, Gods woord. Het is een plaats van mogelijkheden. De Kerk van God – PKG is een opwindende plaats om te zijn. Eens wij in de Kerk gebracht worden volgen wij Gods woord, zoals in Leviticus 23 beschreven staat. ...Hethieten, Amorieten, Chiwwieten en Jebusieten, waarvan Hij God uw vaderen gezworen heeft, het land dat Hij hen zou geven, dat Hij het u zal geven, een land, vloeiende van melk en honing, dit verwijst allemaal naar de waarheid. Gods woord is melk en honing. Geestelijk onderhoudt Gods woord ons. Hier wordt geschreven over het fysiek onderhouden, maar voor ons is het de melk en honing, Gods woord, dat ons geestelijk onderhoudt, dan zult gij deze dienst in deze maand onderhouden. Dit zijn de Dagen van Ongezuurde Broden. De Tekenen deel 2
15
Wat is het ‘teken’ of het bewijs dat wij van God zijn, zoals hier naar verwezen wordt? Wel, het gaat over het gehoorzamen van Leviticus 23. We zullen dat even snel bekijken. Alhoewel wij nu het Loofhuttenfeest vieren, laat God hier zien dat het gehoorzamen, vieren, van Gods Feestdagen, Gods Heilige Dagen, het teken of het bewijs is dat wij van God zijn. Vers 6 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten en op de zevende dag zal er een Feest voor de Here zijn. Ongezuurde broden zullen gedurende de zeven dagen gegeten worden; er mag zelfs niets gezuurds bij u gezien worden, ja, in uw gehele gebied mag er geen zuurdeeg worden gezien. Geen gezuurd brood of zonden mogen bij ons gezien worden. Gedurende onze reis, in de Kerk van God, zouden wij niet geassocieerd mogen worden met zonden, wij zouden niet mogen zondigen. Dat zou niet mogen gebeuren. Een ander teken dat we nu gaan bekijken staat in vers 8 En op die dag zult gij uw zoon uitleggen: dit is ter wille van wat de Here mij heeft gedaan bij mijn uittocht uit Egypte. Hier, in vers 8, wordt ook naar de Dagen van Ongezuurde Broden verwezen. Op die dag zult gij uw zoon uitleggen: dit is ter wille van wat de Here mij heeft gedaan, bij mijn uittocht uit Egypte. Wij kunnen zeggen: ‘dit is met mij gebeurd op de dag dat God mij uit het land Egypte heeft geroepen, uit mijn egoïsme, uit mijn zonden heeft geroepen.’ Geestelijk betekent dit dat wij onze roeping aan onze kinderen moeten uitleggen. Er komt een punt of een tijd dat wij onze kinderen moeten uitleggen wat er met ons gebeurd is, waarom wij in de Kerk van God – PKG zijn. Wel, omdat wij geroepen zijn. Omdat wij uit deze wereld geroepen zijn om op een andere manier te leven. Wij zijn uit Egypte geroepen, in een beloofd land. Dat is de geestelijke betekenis. Vers 9 Het ongezuurde brood zal u zijn als een teken op uw hand uw daden en als een herinnering tussen uw ogen, dit openbaart de gedachten, opdat de wet des Here in uw mond zij; want met een sterke hand heeft de Here u uit Egypte geleid. Door God zijn wij uit deze menselijke natuur, uit de zonden geroepen. In het Millennium zullen mensen ook uit zonden geroepen worden, uit de slavernij van hun menselijke geest, uit hun egoïsme. Vers 10 Gij zult deze inzetting onderhouden wanneer? op haar vaste tijd, van jaar tot jaar. Jaarlijks. Zij moeten de Dagen van Ongezuurde Borden vieren, het was een jaarlijkse aanbidding van God. God beschrijft de weg van opoffering, de weg naar verlossing. Dit gaat terug naar het vers dat gaat over het apart zetten van het mannelijk kind, het apart zetten van de eerstgeborenen van de dieren. Vers 11 dit is zijn de regels: het zal geschieden, wanneer de Here u in het land der Kanaänieten het beloofde land, heeft gebracht, zoals Hij u en uw vaderen gezworen heeft, en het u gegeven heeft. En wat is die belofte? Exodus 13: 12 eens in het beloofde land... dan zult gij al wat het eerst uit de moederschoot voortkomt, de Here wijden; ook van elke eerste worp van het vee dat gij hebt, zullen de mannelijke dieren voor de Here zijn. Dit verwijst terug naar vers 2. Maar elk eerste ezelsveulen zult gij lossen met een lam de reden hiervoor is dat je geen ezel opoffert. Een ezel is onrein en iets dat onrein is offer je niet aan God. Dan moet je dat vervangen, iets anders nemen. Je moest de juiste houding hebben ten opzichte van de eerstgeborene van de ezels en daarom moest je een lam nemen. Je moet het inwisselen. Dit inwisselen betekent ook terugkopen of veranderen. Wij zijn ook gekocht, zoals we weten. En zij wisselden het ezelsveulen in voor een lam, omdat een ezel onrein is. ...of, indien gij het niet lost, als deze persoon niet bereid is de ezel te lossen, op te geven, dan is dat een probleem. Dit toont hun ware houding ten opzichte van God en Gods woord, zij willen zich niet onderwerpen aan God, zult gij het de nek breken. Je moet de ezel doden! Iedere menselijke eerstgeborene onder uw zonen zult gij lossen. Je moet niet de nek van het kind breken. Iedere menselijke eerstgeborene onder uw zonen zult gij lossen, het moest dus een mannelijk kind zijn. Het moest omgewisseld worden voor iets anders. Zij moesten iets onrein wisselen met iets anders van waarde en dat aan God als offer offeren. Zij namen de ezel en ruilen voor een lam of inwisselen, en
De Tekenen deel 2
16
als het niet een lam was, moesten ze het inwisselen voor geld, de waarde van de eerstgeborene en dat aan God geven. Wel, dat geldt ook voor ons. Wij moeten ook het onrein inwisselen, wij moeten onze manier van leven, ons egoïsme opgeven en onszelf als offer aan God geven. ‘Lossen’ betekent ‘bevrijden, redden, kopen.’ Dit verwijst naar Christus, onze Verlosser, onze Heiland. Hij is degenen die ons, door Zijn offer, bevrijd heeft van de zonden. Het verwijst naar Christus, ons Pascha. Als iemand niet het onreine eerstgeboren dier wilde lossen moest men het doden. Het dier werd gedood door het de nek te breken, zodat de persoon het effect zou zien. Zij waren zelf verantwoordelijk voor hun beslissing! Het resultaat was dat het een invloed op hen had. Exodus 6. Als je even naar Exodus 6: 5 wil gaan. Zeg derhalve tot de Israëlieten: Ik ben de Here, Ik zal u onder de dwangarbeid der Egyptenaren uitleiden, u redden van de slavernij en Ik zal u verlossen door een uitgestrekte arm en onder zware gerichten. God is de enige die de mens kan redden van zichzelf. God redt, God bevrijdt. God zegt: ‘Ik zal u redden,’ want God redt. In het Millennium zal de mens beginnen zien en begrijpen dat God redt. Wij hebben allemaal een Verlosser nodig. Wij moeten allemaal begrijpen en accepteren dat God onze Verlosser is en dat Hij ons verlost heeft door de dood van Zijn enig verwekte Zoon. Wij hebben een manier van redding gekregen. Als je ook even snel naar Exodus 34: 19 wil gaan. Al wat de baarmoeder opent, is Mijn; Alles dat uit de baarmoeder komt behoort God toe, zoals wij allen God toebehoren. Alle mensen behoren God toe. Alle dieren behoren God toe. Alles behoort God toe, God is de Schepper. En al uw vee van het mannelijk geslacht, dat de eerstgeboorte is van een rund of van een stuk kleinvee. Het moest de eerstgeborene van het mannelijk geslacht zijn. Vers 20 Maar de eerstgeboorte van een ezel zult gij lossen voor een lam er moest gewisseld worden. Indien gij het niet lost, zult gij het de nek breken. Iedere eerstgeborene van uw zonen zult gij lossen, en men zal niet met ledige handen voor Mijn aangezicht verschijnen. Dit geeft een houding weer. Wij zijn losgekocht. Wij zijn verwekte zonen van God en wij moeten voor God komen, maar niet met lege handen. Dit gaat namelijk over onze houden, of wij wel of niet de instructies willen volgen. Exodus 13: 14 En wanneer uw zoon u later zal vragen: wat betekent dat? Waar gaat dit over? ‘Waarom doe je dit?’ kan je ook zeggen. Wat betekent dat? Waarom doe je dit? .. dan zult gij tot hem zeggen: dit gaat over kinderen onderwijzen: met een sterke hand heeft de Here ons uit Egypte, uit het diensthuis, geleid. Dit verwijst naar iets fysieks. Wel, wij weten dat wij er vandaag geestelijk naar kijken. Dit verwijst naar iets geestelijks. Wij zijn door een sterke hand uit Egypte geleid. Wij zijn, door de roeping van God, uit deze egoïstische manier van denken geleid. Wij zijn door een sterke hand hieruit geleid. Vers 15 Want het geschiedde, toen Farao zich verhardde ons te laten gaan, Satan verzette zich tegen God en vecht tegen onze roeping. Farao is koppig, Satan is koppig, hij wil ons niet laten gaan, zo doodde de Here alle eerstgeborenen in het land Egypte, God had alle eerstgeborenen in het land Egypte gedood, en daar was een reden voor. Het liet Gods enorme macht en een roeping zien, zowel de eerstgeborenen der mensen als die van het vee. Zowel de eerstgeborenen van mens en dier werden gedood, omdat Farao het volk niet wilde laten gaan. Dit is hetzelfde met onze roeping. Satan verzet zich tegen God door zich tegen onze roeping te verzetten. Wel, wij mogen ons niet aan die invloed onderwerpen. Wij moeten ons onderwerpen aan God, de roeping van God. God heeft namelijk opgeofferd voor ons. Hij heeft vrede opgeofferd, zodat wij vrede kunnen hebben. Zowel de eerstgeborene van mens als van dier werd gedood. Daarom ben ik gewoon alle mannelijke dieren, die het eerst uit de moederschoot voortkomen, daarom moesten zij de eerstgeborenen nemen om te offeren of om te lossen, de Here te offeren, terwijl ik alle eerstgeborenen mijner zonen los. Als een man een eerstgeboren zoon had, moest zij iets van een bepaalde waarde naar de priesters brengen. Zij moesten aan God offeren uit dankbaarheid, voor De Tekenen deel 2
17
wat God voor hen gedaan had. God had Israël uit het land Egypte gebracht en Hij heeft dat gedaan door de dood van de eerstgeborenen. Wel, wij moeten onze dankbaarheid voor onze roeping ook laten zien door iets op te offeren. Wij moeten aan God geven omdat wij dankbaar zijn. In vers 16 staat waarom: Het zal tot een teken op uw hand zijn deze daad is een teken voor God en tot een teken tussen uw ogen onze manier van denken. En het is een teken voor God van hoe wij denken, want met een sterke hand heeft de Here ons uit Egypte geleid. Wij laten zien door onze daden, door God in waarheid en geest gedurende dit Loofhuttenfeest, te aanbidden, dat God ons hier gebracht heeft. Wij zijn geroepen door Gods sterkte. Door Gods sterkte heeft Hij ons uit Egypte geleid. En daarom offeren wij aan God, wij offeren onszelf, wij offeren onze houding. Wij offeren alles dat van onszelf is. Wij doden dat, wij offeren het, en daarmee laten wij God zien dat wij Hem gehoorzamen. Vandaag de dag offeren wij geen fysieke offers, geen eerstgeborenen of kopen wij het eerstgeboren kind niet vrij. Vandaag de dag offeren wij ons egoïsme op, onze egoïstische verlangens. Wij offeren onszelf op voor anderen. Vandaag de dag geven wij een offer, daarbij de fysieke en geestelijke zegeningen van God in het achterhoofd houdende. Het vrijkopen van de eerstgeborene is het teken van wij bereid zijn God te gehoorzamen. Wij offeren door onze handen, onze daden, door hier te zijn op het Loofhuttenfeest. En dat zit in onze gedachten, ‘tussen onze ogen.’ Door Gods sterkte zijn wij hier, want wij zijn geroepen door God. Wij eindigen deze prekenserie en in een andere preek zullen we het hebben over de verantwoordelijkheid nemen. Want het leven draait om je verantwoordelijkheid nemen. Wij kunnen onze daden niet rechtvaardigen, wij kunnen ons egoïsme niet verdedigen. Wij moeten leren ons te onderwerpen aan God en aan God toegeven dat wij van nature alles rechtvaardigen. Wij moeten toegeven aan God dat wij de verantwoordelijkheid opnemen voor onze gedachten, woorden en daden en dat wij ons constant bekeren. Want als wij ons constant bekeren dan nemen wij daarmee de verantwoordelijkheid voor onze zonden.
De Tekenen deel 2
18