Wandel in de geest Wayne Matthews 17 Augustus 2013
Enige tijd geleden werkte ik voor een bedrijf dat dameskleding verkoopt. En een van mijn taken was dat ik winkel managers moest aannemen. Ik wat ik van iemand leerde, die ervaring had in het aannemen van mensen was dat het sollicitatiegesprek je bepaalde dingen duidelijk maakte, maar niet alles. En dat was omdat sollicitanten geleerd hadden te antwoorden op een vraag als: ‘wat is het belangrijkste in een winkel?’ Het eerste wat zij zeiden was: ‘klantenservice!’ Het was bijna een ritueel geworden. En ik ontdekte dat het stellen van dat soort vragen geen enkel nut had. Je kon daaruit niet opmaken hoe die persoon in elkaar zat. En natuurlijk hebben verschillende mensen verschillende opleidingen. Sommige mensen hebben een hoge opleiding, veel training ondergaan en verwachten dat zij ingehuurd zouden worden. En als je met hen sprak ontdekte je dat zij helemaal de kwaliteiten die wij zochten niet hadden. Er waren zo’n 200 winkels en druk op de winkelmanager was enorm. Ze kregen niet veel betaald en moesten lange uren werken. Ik stelde tijdens sollicitatiegesprekken persoonlijke vragen, om te ontdekken hoe een persoon werkelijk in elkaar zat, wat hun houding was. En een van de dingen die ik deed na een sollicitatiegesprek was ... wij interviewde mensen op een bepaalde plaats.. en als iemand wegging stond ik altijd op en keek uit het raam om te zien hoe de persoon wandelde. Nu kan je misschien denken: ‘dat is raar!’ Wel, wat ik geleerd heb is dat als iemand snel liep, doelgericht, je hen normaal in dienst kon nemen. En de reden daarvoor is, omdat zij een doel in het leven hadden. Zij waren gefocust op wat zij deden en daarom liepen zij niet langzaam. Na een paar jaar had ik een groep mensen in de winkels werken, die doelgericht waren. Als ik hen een taak gaf, dan waren zij daarop gefocust en voerden zij deze taak uit. Maar als iemand na het sollicitatiegesprek langzaam naar huis liep, ietwat doelloos, en ik ze aangenomen had (en dat heb ik verschillende malen gedaan) ontdekte ik dat als ik hen een taak gaf in de winkel.. (en die winkels waren allemaal verspreid over heel Australië en ik had geen direct contact met hen).. dan ontdekte ik dat ze een beetje lui waren, traag in het reageren, traag in het doorsturen van rapporten. Terwijl de anderen, die doelgericht en snel liepen heel anders reageerden. Zij waren zeer gefocust en rapporteerden direct aan mij. Ik heb dat op fysiek niveau geleerd in het leven. De titel van de preek van vandaag is Wandel in de geest. Wij begrijpen dat Jezus Christus gekomen is om de wet van God, de wet van Zijn Vader, Jaweh Elohim te verheerlijken. Christus openbaarde aan Zijn discipelen dat de wet geestelijk en nageleefd moet worden in geest en waarheid. De wet gewoon fysiek naleven.. dat is bijvoorbeeld de Sabbat fysiek vieren, op ons eigen houtje is niet wat God verwacht van iemand die Hij roept. Wat van iemand verwacht wordt die uit deze wereld geroepen is om een relatie te hebben met God en Jezus Christus is dat zij de geestelijke intentie van de wet houden. Gewoon een dag vrij nemen en de Sabbat vieren is niet wat God wil. God wil meer! Het gaat namelijk over hoe wij denken. Wat God van ons verwacht is dat wij juist gaan denken, op een Goddelijke manier gaan denken. Wij moeten Gods attitudes overnemen. Dat is wat wij in dit leven moeten doen. Wat zijn die Goddelijke attitudes die wij ons moeten aanmeten? Wel, laten we eens kijken naar Galaten 5: 22. Misschien vraag jij je af waarom ik begonnen met het verhaal over hoe mensen wandelen. Wij zouden namelijk moeten kunnen zien of iemand een waarachtige volger van God de Vader en Jezus Christus is door hoe zij hun leven leven, hoe zij ‘wandelen,’ door wat zij doen. Galaten 5: 22 dit zijn de attitudes van God of de manier waarop God denkt: Maar de vrucht van de geest is liefde wat voortkomt uit Gods denken is liefde, agapé, opoffering, iets opgeven. Dat is wat uit God voorkomt... blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid genadig goedheid rechtschapenheid trouw betrouwbaar, men kan hem of haar geloven, eerlijk.
Wandel in de geest
1
... zachtmoedigheid nederig zelfbeheersing gematigdheid. 23 Tegen zodanige mensen is de wet niet is geen straf. God en Jezus Christus zijn niet ‘onder de wet’. Vers 24 Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees .. aan een paal gehangen.. hun eigen egoïsme ter dood gebracht of vernietigd. Dat is de taak die wij aangepakt hebben. Wij vechten tegen foute gedachten in de geest. En daar draait onze roeping om. Vechten wij het gevecht of niet. Strijden wij? Wij willen tegen onze verlangens en hartstochten vechten. Het gaat niet over wat wij willen, het gaat over onszelf opofferen voor anderen. Wij zouden op de 1 ste plaats voor iemand anders moeten zorgen, en dan pas voor onszelf. Dat is een andere manier van uitdrukken. Wij mogen geen verkeerde gevoelens hebben over anderen, wij moeten willen wat het beste is voor hen. En op die manier houden wij van mensen. Het is als mens moeilijk is om van iemand te houden, omdat de menselijke geest selectief liefheeft. Zo zitten wij mensen in elkaar. Zo denkt de mens. Wij kiezen zelf van wie wij houden. En als wij vinden dat iemand onze liefde niet waard is, dan houden we niet van hen zoals we van anderen houden. Maar God houdt van iedereen. Dat is de taak die wij aangenomen hebben, wij moeten met de kracht van Gods geest leren van iedereen te houden, onder elke omstandigheid. Dat is een grote uitdaging! En dat is de taak die voor ons ligt. Wij kunnen dit bereiken door de kracht en macht van Gods geest. Vers 25 Indien wij door de geest leven, laten wij ook in de geest wandelen Als God in ons woont zullen wij onze bedoelingen, motieven onderzoeken ten opzichte van anderen. Zullen wij onderzoeken hoe wij over anderen denken. En dan, omdat wij dit constant in de gaten houden, zullen we in de geest wandelen. Dan zullen wij liefde voor God en liefde voor anderen hebben, in al onze daden. En daar draait het om! De manier van leven gaat over hoe wij met anderen omgaan. Anderen zouden door onze daden, dor hoe wij praten, hoe wij met hen praten, of over hen praten, over hoe wij op hen reageren, moeten zien of wij bezorgd zijn voor hen. Met andere woorden, als iemand ons iets vertelt, dan zou de manier waarop wij reageren ons moeten duidelijk maken of wij werkelijk, werkelijk van iemand houden, van Gods geest gebruik makende. Als wij allen falen daar constant in Door de menselijke natuur die wij hebben. Wij worstelen met die dingen. Als wij verguisd of beschimpt worden wil onze natuur zichzelf verdedigen. Dat is normaal. Dat is de reactie van de menselijke geest. Maar onze roeping betekent dat we daar tegen moeten vechten en leren hoe wij van elkaar moeten houden. En God houdt, zoals gezegd, van iedereen. Een eindje terug, in vers 16 En ik zeg: Wandelt in de geest en gij zult niet vervullen de begeerten des vlees. Als wij in de geest wandelen, met Gods geest in ons, dan zullen wij niet onze menselijke egoïstische natuurlijke gedachten bevredigen. Als wij in de geest wandelen, zullen wij niet zondigen, want God zondigt niet. Wat betekent dit nu eigenlijk ‘wandelen in de geest’? Dat gaan we eens bekijken in Romeinen 8. We hebben in het verleden al een paar keer Romeinen 8 bestudeerd. Maar je kan altijd weer iets meer leren, door een vers grondig te bestuderen. Romeinen 8: 1 dit gaat dieper in op het wandelen in de geest of leven in de geest. Zo is er dan nu geen veroordeling de doodstraf voor hen, die in Christus Jezus zijn. En in Jezus Christus zijn betekent dat wij eenheid hebben, dat Gods geest in ons woont, zoals Christus zei: ‘Ik in u, u in Mij.’ Wij zijn eensgezind. Om in Christus te zijn moeten God en Christus in ons wonen door de kracht van Gods geest. Wij zullen één zijn. Één manier van denken hebben, zoals God denken. Verdergaand... die niet wandelen het gaat over hoe je wandelt wij wandelen niet naar het vlees wij leven niet langer naar onze vleselijke zelfzuchtige verlangens maar naar de geest. Er zijn dus twee manieren van denken. Wat er hier gezegd wordt is dat wij een keuze hebben in het leven. Ofwel leven wij zelfzuchtig, egoïstisch, onze eigen verlangens vervullen of God leeft in ons en verloochenen wij onszelf en leeft God door ons, voor het goed van anderen. Zo moeten wij wandelen, zo moeten wij leven ten opzichte van anderen. Dit is wat Paulus aan de Galaten heeft geschreven: er wordt verwacht dat er gewandeld en geleefd wordt in de geest. Als Gods geest in ons woont, kunnen wij wandelen in de geest. Iemand die Gods 2
geest niet heeft kan onmogelijk in de geest wandelen, want daar heb je Gods geest, Gods manier van denken, Gods macht in ons voor nodig. Dit vers vertelt ons ook dat wij Gods manier van denken moeten toepassen in hoe wij over anderen denken. En Gods manier van denken is rechtvaardig denken. Vers 2 Want de wet van de geest des levens rechtvaardig denken in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt vrijheid van de wet der zonde de heerschappij der zonden en des doods. Er zijn 2 wetten, er zijn 2 manieren van leven, er zijn 2 manieren van wandelen. Geen 3, maar twee! We wandelen of in het leven of in de dood. Dat is heel simpel. Er zijn 2 manieren van wandelen. Of we wandleen in leven, omdat God de Vader en Jezus Christus in ons leven, of we wandelen in zonden en dood. We wandelen in het een of het ander. Wat is de wet van de geest des levens? De wet. Het is een wet die vastgelegd is door God. God heeft deze wet in voege gesteld. Deze wet des geest was in Christus, Gods geest was in Christus. Deze wet van de geest brengt leven voort. Het is de enige manier om een oprecht leven te leiden. De wet van de geest is God die in iemand woont, en wat oprecht leven voortbrengt, een rechtvaardige manier van denken. En dit eindigt in een geestelijk leven. Het leven komt van God, van Gods denken. Alleen zo kan je waarachtig leven hebben. Wij leven nu fysiek, met een menselijke geest. De manier waarop wij een waarachtig leven kunnen leiden is als God in ons woont, tot het punt waarop God ons zal veranderen van fysiek naar onsterfelijk. Dan is het doel van dit waarachtig leven leiden. God brengt leven in ons voort. Wat is de wet van zonden? Deze wet is ingesteld door God, net zoals de wet des levens. Deze wet van zonden brengt de dood voort. Dat is het resultaat. Als wij in zonden leven, zal dat de dood voortbrengen. De wet van zonden is als wij rebelleren tegen God, als wij Zijn wetten overtreden. Door die daden verdienen wij de dood. Er zijn dus twee wegen. Vers 3 want wat de wet de Geboden, het gaat nu over de Geboden niet vermocht het is onmogelijk omdat zij zwak was in het vlees de menselijke geest. Het niet de wet die zwak is. De wet doet ons niet veranderen. Wij hebben misschien kennis van de wet, maar wat betekent kennis? De Bijbel zegt dat alhoewel we alle kennis hebben, we net zoals schallend koper zijn (1 Corinthen 13) We kennen misschien de 10 Geboden. Wel, dat is prachtig, het is geweldig als je ze kent. Maar wat houdt dat in? Niets! Het verandert ons niet. Wij moeten ervoor kiezen om de wet te gehoorzamen. De wet is zwak op zichzelf, de wet is een richting, zijn instructies, zeggen ons hoe wij moeten leven. Er zijn mensen in de wereld die kennis van de wet hebben, die de hele Bijbel op kunnen dreunen, die de 10 Geboden kunnen opsommen. Maar wat brengt dat? Het is zwak in het vlees. Met kennis van de wet zijn wij nog altijd egoïstisch, menselijke en verdienen wij de doodstraf. Dat is wat er hier gezegd wordt. God heeft, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vlezes, en dat voor de zonde, daarom is Jezus Christus gekomen. Omdat Hij de straf zou betalen, die wij verdienen door onze menselijke natuur... de zonde veroordeeld in het vlees. Waarom? 4 opdat de rechtvaardige eis van de wet de rechtvaardige eis van de wet is het geloof, wij geloven God. ... vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen Dit is het tegenovergestelde. Wij zijn geroepen om in de geest te wandelen. Wij zijn geroepen om niet langer in het vlees te wandelen... maar naar de geest naar de wet. En daartoe zijn wij geroepen. Om te wandelen naar de achterliggende gedachte of bedoeling van de wet. Dit kan alleen gedaan worden door de kracht en macht van Gods geest. De realiteit in dit leven is dat wij in een bepaalde situatie verwikkeld kunnen raken, waarin wij onze motieven moeten onderzoeken. En alleen door Gods kracht in ons kunnen wij de zonden zien en begrijpen en onze gedachten stoppen. De menselijke geest wil dat niet stoppen, want dit is gewoon, natuurlijk voor de mens. Je kan het alleen stoppen door Gods macht. Als we het over zonden hebben, als wij onze zonden niet zien, als wij ons er niet bewust van zijn, hoe kunnen we er dan tegen vechten? Dat is onmogelijk! Het is gewoon onmogelijk! Als wij onze zonden niet kennen, waarom of hoe kunnen we er dan tegen vechten? Als wij de trots in ons denken niet zien,
Wandel in de geest
3
hoe kan je er dan tegen vechten? Alleen door de kracht en macht van Gods geest kunnen wij zonden begrijpen en alleen door de kracht en macht van Gods geest kunnen wij tegen de zonden vechten! Het bewust worden of zijn van zonden is het begin van een roeping. God geeft ons berouw en bekering, zodat wij onszelf kunnen zien zoals wij zijn. Het is een enorme, prachtige zegening als wij de geestelijke bedoeling van zonde kennen. Als God in de Bijbel zegt: ‘Gij zult niet doden!’ dan denkt de menselijke geest: ‘wel, ik heb niemand gedood. Ik houd mij aan de wet.’ Terwijl God zegt: ‘nee, het gaat over of jij slechte gevoelens hebt over iemand, want dat leidt, uiteindelijk tot moord.’ Het gaat dus om de geestelijke achterliggende gedachte. De achterliggende gedachte van de wet is ‘niet doden, geen slechte, geen enkele slechte gevoelens hebben voor iemand anders, geen vooroordelen hebben in jouw denken en denken dat je deze persoon wel kan liefhebben, maar die ander niet, denken dat die gedachten gerechtvaardigd zijn.’ Maar God zegt: ‘nee! Wij moeten in de geest van de wet wandelen en dat betekent dat je geen slechte gevoelens voor niemand mag hebben! Inclusief diegenen die wij als onze vijand beschouwen. Voor niemand! Wij hebben geen kwade wil of slechte gevoelens voor niemand, en dat is wandelen in liefde. Kijk, dat vereist de geest van God. Het menselijk verstand kan dat niet. De menselijke geest kan dat niet doen, kan dat niet bereiken, omdat wij allerlei vooroordelen hebben in onze geest, door onze opvoeding, over of je gelijk hebt of niet, of je van een bepaald ras of een bepaalde kleur hebt, of als je groot of klein bent, welke kleur je ogen hebben... Er is altijd wel een of ander vooroordeel, de geest, de menselijke natuur heeft namelijk altijd vooroordelen. Christus is gekomen om de straf voor de zonden te betalen, zodat God en Jezus Christus in ons kunnen wonen. Door Gods geest kunnen wij in geloof wandelen. Dit is de vereiste van de wet. Wij leven niet langer naar de menselijke, natuurlijke verlangens, maar vechten tegen onszelf, offeren onszelf op voor het goed van anderen. Dat is een hele opgave! Dat is een hele opgave, maar dat is wat onze roeping inhoudt. Het doel van het leven is om op een dag verandert te worden in een geestelijk wezen, zodat wij voor altijd in de geest kunnen wandelen. Is dat niet ongelofelijk? Wat een zegening om dat te weten! Wie weet dat? Alleen Gods Kerk – PKG. De Kerk van God die verstrooid is, zij begrijpen de geestelijke achterliggende gedachte hiervan niet. De reden waarom wij de strijd aangegaan zijn om in de geest te wandelen is zodat wij op een dag als geestelijke wezens voor altijd in de geest kunnen wandelen. Dan kunnen voor altijd liefde hebben. Is dat niet ongelofelijk? Dat is het doel van het leven... om te leren van iedereen te houden! Vers 5 Want zij, die leven en wandelen in het vlees en dat is precies wat wij deden voor wij geroepen werden... en wij doen dit nog altijd, omdat wij nog altijd onze menselijke gedachten hebben.. zoo zitten wij in elkaar.. hebben de gezindheid van het vlees wat het beste is voor ons. Wat wij denken dat het beste is voor ons, onze eigen vleselijke verlangens moeten bevredigd worden en zij, die naar de geest leven en wandelen naar de bedoeling, de waarheid in de innerlijke mens hebben de gezindheid van de geest. Waar wij elke dag over denken, over nadenken, waar wij naar streven te doen laat zien of wij Gods geest hebben. Als wij gewoon maar ons leven leven, zoals wij deden voor wij geroepen werden, niet onszelf in de hand houdend, niet denken aan wat het best is voor iemand anders, niet bereid zijn iets op te offeren.. dan wandelen wij in de menselijke natuur, de menselijke geest. Het bewijs dat wij Gods geest hebben is dat wij bereid zijn onszelf te disciplineren, in de hand te houden. God heeft namelijk ons onze zonden laten zien. En nu we zien wat onze zonden zijn, vechten wij tegen onszelf. Vers 6 Want de gezindheid van het vlees is de dood deze menselijke egoïstische manier van denken leidt alleen tot de dood. Dat is de wet die God ingesteld heeft. De menselijke geest zondigt en de straf voor zonde is de dood. Dat is een wet die God voor de mens ingesteld heeft. Wat er in jouw gedachten omgaat, de gedachten enzovoorts, geven weer wat wij zijn, hoe wij wandelen.. maar de gezindheid van de geest is leven en vrede. Het eindresultaat van leven naar onze eigen egoïstische verlangens is de 2de dood. Maar leven met Gods geest is eeuwig leven in Elohim en vrede. 4
Vers 7 Daarom dan dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: wat is de wet van God? Om liefde voor allen te hebben, om in liefde te denken. Gods wet laat ons zien hoe wij moeten leven, hoe wij moeten wandelen. God heeft liefde voor iedereen. En daar moeten wij in ons leven ook naar streven. Wij moeten dit in ons leven toepassen door de kracht van Gods geest. Wij, van nature, willen niet vechten tegen zonden, daar hebben wij geen zin in. Van nature bieden wij God weerstand door hoe wij leven, door hoe wij denken. Van nature willen wij ons niet onderwerpen aan autoriteit, vooral niet aan Gods autoriteit. Van nature verzetten wij onszelf tegen leiding. Wij houden er niet van om geleid te worden. Dat willen wij niet. Wij willen niet dat er mensen boven ons staan die ons zeggen wat wij moeten doen. Vooral als wij het niet eens zijn met de instructies. Dat is het grote probleem voor de menselijke geest. Zo is het nu eenmaal. Maar God geeft ons de kans, door Zijn geest, om onszelf als het ware te regeren, om onszelf onder controle te houden. Vaak wordt er gevraagd: ‘onderwerpen wij ons aan leiding?’ Als jij je realiseert dat wij ofwel Gods geest hebben of niet,... als wij Gods geest hebben dan streven wij er naar om onszelf onder controle te houden, laten wij toe dat God ons leidt. Maar zonder Gods geest? Is dat onmogelijk! Wij kunnen onszelf niet regeren, omdat onze geest tegen God is. Onszelf onderwerpen aan leiding is Gods geest onze gedachten laten ‘regeren’ of leiden, en dan kunnen wij onszelf onder controle houden. Dan kunnen we onze gedachten onder controle houden, worden wij geleid door God. Vers 8 het resultaat van deze menselijke geest is zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Dat is onmogelijk! De menselijke geest kan God niet behagen, omdat het vijandig is aan God. Omdat zij egoïstisch is en God niet. God is liefde. Vers 9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de geest, althans, indien de geest Gods in u woont. Dat is de oplossing voor het leven. Wij zijn door God de Vader in de Kerk, het Lichaam van Christus, geroepen omdat God en Jezus Christus in ons willen wonen, zodat wij op een dag Elohim in kunnen gaan. Dat is het doel van de Kerk. Mensen uit de wereld kunnen zichzelf niet geestelijk zien. Dat maakt ons niet beter dan anderen, maar het zou ons veel meer wijsheid moeten geven in hoe wij met anderen omgaan. Mensen in de wereld kunnen zichzelf niet disciplineren, als het gaat om zonden. Ze kunnen hun beslissingen onder controle houden, hun besluitvorming veranderen en ze kunnen een aantal attitudes veranderen, maar ze kunnen hun houding niet in overeenstemming brengen met de manier waarop God denkt over een zaak. Dat is gewoon onmogelijk. Zij kunnen zichzelf geestelijk niet zien. Ze kunnen hun ware motieven niet zien. Dat is onmogelijk. Zij weten niet waarom ze de dingen doen die ze doen. En als ze iets doen, zullen ze rechtvaardigen of verdedigen waarom zij het gedaan hebben. Ze hebben een excuus voor waarom ze het op die manier gedaan hebben. Zij begrijpen hun eigen gedachten en motieven niet. Als wij bevrucht zijn door Gods geest en ons blijven bekeren zal God in ons woont. Dan kunnen wij in de geest leven en wandelen. Om te kunnen wandelen in de geest hebben wij Gods geest nodig. Als je naar Mattheus 19: 16 wilt gaan: En ziet, er kwam een een rijke man tot Hem en zeide tot Hem/tegen Christus: goede Meester! Wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwig leven hebben? Hij zegt eigenlijk wat moet ik doen om eeuwig leven te hebben? Dit is een eerlijke vraag: ‘wat moet ik doen om eeuwig leven te kunnen hebben?’ Vers 17 Christus zeide tot hem: waarom noemt gij Mij goed? Hij antwoordde met een antwoord. Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Eén, namelijk God. Het woord is is toegevoegd. Niemand is goed, dan God. God is de enige die goed is. Jezus Christus corrigeert deze persoon. Want als je naar de menselijke geest kijkt, die die persoon had .. hij had Gods geest niet. Hij had een vraag gesteld, die geestelijke implicaties heeft, maar hij stelt de vraag vanuit het menselijk denken perspectief. Als iemand zegt ‘Goede Meester’ wat betekent dat dan? Wel, wij weten dat, omdat we het allemaal gedaan hebben in het verleden en het hopelijk niet meer doen... wij strelen iemands ego. Goede Meester... ego strelend. Iemand op een voetstuk zetten. Christus moest hem terechtwijzen en zeggen: waarom doet gij Mij goed? Niemand is goed, dan God. Je kan Christus’ ego niet strelen, omdat Hij geen ego heeft. Hij heeft de geest van God!
Wandel in de geest
5
Je kan zien dat deze jonge kerels motief vanaf het begin al fout is. Zei hij ‘Goede Meester’ om in een goed blaadje te komen bij Christus? Wel, weet je, met de menselijke geest is dat wat hij waarschijnlijk deed. Dat is namelijk wat de menselijke geest doet. Mensen in de wereld weten dat ze iemands ego of ijdelheid kunnen strelen. Weet je, de reden daarom is om in een goed blaadje te komen. Christus negeerde dit. Hij verwierp deze opmerking. ... doch, wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de Geboden. Onderhoud al de Geboden. Alle 10 Geboden. Maar God verwacht van ons dat wij ze geestelijk onderhouden. Vers 18 Hij zeide tot Hem hij zei tegen Christus Welke? ‘welke van de Geboden wilt U dat ik onderhoud?’ En Jezus zeide: Christus gaat ze uitleggen, omdat hij de geestelijke betekenis van de 10 Geboden niet begreep. Hij kijkt er fysiek naar. Gij zult niet doden; het 6de Gebod gij zult geen overspel doen 7de Gebod gij zult niet stelen 8ste Gebod gij zult geen valse getuigenis geven; gij zult niet liegen, 9de Gebod. 19 Eer uw vader en moeder; 5de Gebod EN er komt nog meer! Christus gaat nu hem de geestelijke betekenis uitleggen. Dit is de geestelijke betekenis van de wet, dit is wat er verwacht wordt. Je kan deze dingen dus fysiek doen.. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Wow! Euhm.. ik moet van iedereen houden? Dat is een enorme uitdaging voor elke mens! Vers 20 De jongeling zeide tot Hem: al deze dingen fysieke dingen heb ik onderhouden heb ik fysiek onderhouden van mijn jeugd, wat ontbreekt mij nog? Hij zegt: ‘dat heb ik allemaal gedaan, NU, wat moet ik nog doen? Waarin schiet ik tekort?’ Hij heeft een verkeerd beeld over zichzelf, omdat hij de geestelijke betekenis van de wet niet kent. Hij ziet alleen het fysieke. Hij heeft al deze dingen gedaan, dus vraagt hij: ‘wat ontbreekt er nog, zodat ik eeuwig leven kan hebben? Ik ben dichtbij het eeuwig leven ontvangen, omdat ik al deze dingen al van jongs af aan doe. Zo ben ik opgegroeid.’ Vers 21 Jezus zeide tot hem: zo gij wilt volmaakt zijn geestelijk volwassen ga heen dat is punt 1: verkoop wat gij hebt jouw bezittingen, jouw goederen, jouw rijkdom, jouw eigendom en nummer 2: geef het de armen en als je dit fysiek doet, als je deze fysieke daad met de juiste houding doet zult gij een schat hebben een schat voor jou in petto in de hemel en nummer 3: kom, volg Mij, sluit je bij Mij aan, als discipel. Je moet bereid zijn alles op te offeren aan God, dat is wat Christus hier zegt. Je moet bereid zijn alles op te geven. Maar met onze menselijke geest is dat een enorme opdracht. Het is een enorme opdracht om alles op te geven en God te volgen. Maar als we geroepen zijn kunnen wij dat. Maar zonder roeping.. wow! Dan moet je er wel even heel hard over nadenken... alles verkopen? alles aan de armen geven? Leg het woord ‘armen’ even uit! Je kan zien dat de menselijke geest denkt: ‘ik kan alles verkopen... maar leg me het woord ‘arm’ even uit!’ Want je denkt.. ik moet toch maar even proberen uit te vinden wat de definitie van ‘arm’ is. .. en kom hier, volg Mij. 22 Maar toen de jonge man dit hoorde, ging hij bedroefd heen het deed hem verdriet want hij bezat vele goederen Hij was rijk. Hij begreep de waarde niet van Christus’ woorden. Hij kon de waarde van Zijn roeping niet zien. Want dat is namelijk wat er nodig is. Wij moeten geroepen worden en dan bereid zijn alles in dit leven op te geven. Alles! En wij moeten God op de 1 ste plaats zetten wat er ook gebeurd, en hoeveel wij denken dat het kost. Dat is de roeping! Deze jonge man kon niet eens het begin van de roeping bevatten: bereid zijn alles op te geven. Vers 23 Jezus zeide tot Zijn discipelen: voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan. Oooh! Dat is nogal moeilijk voor hem, om op deze roeping in te gaan en om vol te houden tot het einde, om dan leven te krijgen. Het zal heel moeilijk zijn. waarom? Omdat iemand die rijk is een bepaalde houding heeft. Hij kan alleen de waarde zien van wat hij bezit, van zijn bezittingen en niet van wat God hem geeft. Hij vertrouwt op zijn rijkdom in plaats van in God. De roeping gaat over dat wij bereid zijn alles op te geven en Jezus Christus te volgen. Iemand die rijk is, veel bezittingen heeft, dat is waar hij of zij op vertrouwt, dit is van hen van grote waarde. Zij zien de waarde van wat God hen aanbiedt niet. En dan is deze vraag voor ons: zien wij de waarde van wat God ons aanbiedt? Kijk, als we dat doen, als we bevatten wat wij geestelijk gekregen hebben, dan zijn wij bereid alles op te geven! En wat is het wat wij moeten opgeven? Bezittingen stellen niets voor. Na een tijdje in Gods Kerk te zijn realiseer je je dat het opgeven van bezittingen.. wel, dat is makkelijk, dat stelt niets voor. Wie maakt het wat uit... het aan de armen geven, maakt niet uit. Maar het moeilijkste om op te geven is ‘ik’, onszelf! Daar ligt de strijd. Jezelf opgeven, de egoïstische verlangens, de egoïstische opinies, ons egoïsme.. dat 6
moeten wij opofferen en opgeven! En dat is de strijd die met de roeping gepaard gaat. Christus is nooit op dat niveau geraakt met deze jonge man, omdat hij niet voorbij het fysieke kon! De rijke mensen, waar Christus over spreekt, denken dat hun fysieke bezittingen meer waard zijn dan het geestelijke. Dat is menselijk redeneren. Kunnen wij het fysieke zien een aan? Wij zien het en wij moeten ermee omgaan. Wij kunnen dat, ja, dat doen wij. We zien het, wij zien de waarde. Wij zien wat dit ons geeft. Maar hoe zien we het geestelijke? Dat hangt af van naar welke waarde wij het geestelijke schatten. Het hangt af van ons geloof. Het fysieke, daar hebben we elke dag mee te maken. Het fysieke is je loon, geld, bezittingen. Dat kunnen we zien, het is reëel, het is echt. Het is fysiek. Maar wat God ons aanbiedt is geestelijk! En wij leven in geloof. Wij kunnen fysieke het Koninkrijk van God niet zien. Wij zien de geestelijke dingen niet. Maar we ‘zien’ dingen in onze geest, door de macht van Gods geest. En dat is de keuze die wij hebben. We gebruiken ofwel ons menselijk redeneren en wandelen in het vlees of we gebruiken Gods geest en wandelen in de geest. En wij leven in geloof, wij geloven God, wij geloven wat Hij ons beloofd heeft. Maar we kunnen het geestelijke niet met onze fysieke ogen zien. Wij zouden de geestelijke zaken in onszelf moeten zien, om ons gerust te stellen. Ik zei onlangs tegen iemand: ‘ik vrees voor wat ik geweest had kunnen zijn.’ Ik ben 30 jaar in Gods Kerk. ‘Ik ben bang voor wie ik geworden zou zijn als ik niet geroepen was.’ Ik zie namelijk dat ik anders ben, ik ben niet meer wie ik voordien was. Ik hoop dat jullie begrijpen wat ik bedoel. Ik ben niet meer wie ik voorheen was. Door de macht van Gods geest heeft God mijn denken veranderd. En daarom ben ik niet meer wie ik voordien was. God heeft mij veranderd, heeft mijn denken veranderd en vandaag de dag denk ik heel anders. Gelukkig! Gelukkig denk ik nu anders! En ik kan niet meer terug naar hoe ik vroeger dacht... ik rechtvaardigde mijn zonden. Zonden wijs ik af. Mijn eigen gedachten, wat ik kan doen, wijs ik af. Ik ben bang voor waar ik toe in staat ben. Maar ik ben niet meer wie ik was en daar ben ik blij om. Als we dat in onszelf kunnen zien, als we willen veranderen, als we onze gedachten willen veranderen, dat is opwindend! Het is opwindend om te weten dat wij kunnen veranderen door Gods geest. Maar zonder Gods geest kunnen we dat niet! Vers 24 Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel stel je dit eens voor... dat de discipelen dit horen het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald, Woa! Dat is moeilijk! ...dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. Christus legt iets fysieks uit om hen duidelijk te maken dat dit fysiek onmogelijk is. Fysiek kan dit niet. Christus spreekt hier over prioriteiten. Wat is onze prioriteit? 25 Toen de discipelen dit hoorden, waren zij zeer verslagen en zeiden: Wie kan dan behouden worden? Wel, fysiek is dat onmogelijk. Je kan een kameel niet door het oog van een naald persen. Dat is onmogelijk. Dit is ontmoedigend. Met andere woorden, als je rijk bent kan je het Koninkrijk des Hemels niet binnengaan. Het is makkelijker dan een kameel door het oog van een naald te duwen dan het Koninkrijk Gods binnen te gaan. En de menselijke reactie is: ‘ik ga niet verder, dit is onmogelijk! Hoe moeilijk is dat!’ Je kan het ook op een andere manier zeggen: de discipelen waren uit het lood geslagen, wie maakt er dan een kans? Wie haalt het dan? Wie kan er dan het Koninkrijk van God binnengaan? Vers 26 Jezus zag hen aan en zeide: en vergeet niet, dat zij fysiek dachten en Christus geestelijk: bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Waarom? Ik heb het daarnet uitgelegd, over hoe ik vroeger was, 30 jaar geleden en hoe ik nu ben. Het is mogelijk! Veranderen is mogelijk! God kan iemands denken veranderen door Zijn geest. Alles is mogelijk door Gods grote macht. God kan een kameel door het oog van een naald laten kruipen, als God dat wil doen. Dit is gewoon een fysiek voorbeeld van iets geestelijks. Je hebt Gods geest nodig om de manier waarop wij denken te veranderen. Om te veranderen hoe wij de dingen waarderen. Je hebt Gods geest nodig om onze manier van denken te veranderen in Gods manier van denken. Vers 27 Daarop antwoordde Petrus en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd: Petrus denkt nog altijd fysiek.. ‘wel, hoe zit het met mij?’ wat zal dan ons deel zijn? Petrus volgt zijn menselijke gedachten: ‘wat is mijn voordeel?’ zo kan je het ook zeggen. Wandel in de geest
7
Vers 28 Jezus zeide tot hen: voorwaar, Ik zeg u, gij, ... zult in de wedergeboorte dit gaat over het Millennium. Dit gaat over wanneer hij en de anderen die tot de 144.000 behoren, veranderd zijn.. wanneer de Zoon des mensen op de troon dit gaat over autoriteit op de troon Zijner heerlijkheid zal zitten ... gij die Mij gevolgd zijt in geest en waarheid ook op de twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten. Gods geest is nodig om hun manier van denken te veranderen. De discipelen moeten compleet veranderen, en dat heet bekering. Zij gaan anders denken, denken zoals God. En dat is zo prachtig aan een roeping. Als wij veranderen, dan veranderen wij ook de manier waarop wij denken. We hebben in een vorige preek gesproken over de dood. Wij denken allemaal anders over de dood. Ik zag onlangs een programma op tv over iemand die gestorven was en de manier waarop anderen over die persoon spraken. En er is goed nieuws, als je de paus op Twitter volgt, dan hoef je minder lang in het vagevuur door te brengen! En dan denk je, dat moet opwindend zijn! Krankzinnig, als je er over nadenkt. Is dat niet een krankzinnige manier van redeneren? De mens denkt er zijn voordeel uit te halen. Waarom volg je de paus op Twitter? Omdat jij er een voordeeltje uit kan halen! ‘Ik hoef minder lang in het vagevuur door te brengen!’... het vagevuur bestaat niet eens Hoe kunnen wij anders denken? Ik moest daarnet lachen, maar zij zijn gevangen door hun eigen gedachten. Ik lag hen niet uit, maar de doctrines en dingen van de mens zijn zo dom. Het bewijst waar wij stonden, aan het begin van onze roeping. Zo dachten wij toen, wij denken nu anders. Wij zijn veranderd. Is dat niet geweldig? Is dat niet opwindend? Wij zijn veranderd! Wij zijn op vele vlakken veranderd. En wij zouden moeten kijken naar die veranderingen in ons leven zodat wij ons kunnen realiseren dat wij veranderd zijn. Wij veranderen door Gods geest in ons. En de reden omdat wij in het Lichaam van Christus, in de Kerk, zijn en God verandert ons denken. De 12 discipelen werd aangeboden om in het Millennium over Israël te regeren, over de 12 stammen. Christus legde het fysiek uit, zodat het op geestelijk niveau ook uitgelegd kon worden. Het punt is, als zij deze opmerking begrepen, wat werd er dan gezegd? Dit is moeilijk voor de mens om te begrijpen... op geestelijk niveau zullen zij, de 12 discipelen, de grootste dienaren in Gods plan zijn, in het scheppen van Elohim De belangrijkste dienaren.. in het Koninkrijk van God op aarde, gedurende het Millennium. Zij zullen de Kerk van God geestelijk dienen, zij zullen Gods volk dienen. Zij zullen in het Millennium dienen. Herinner je je het vers, waar Christus zegt ‘wie zichzelf het meest opoffert, wie het meest dient, zal het grootst in het Koninkrijk der Hemelen zijn’... Wat wij leren is onszelf op te offeren en daarmee anderen dienen zodat wij veranderd kunnen zodat in het Millennium, als deel van de 144.000 of later, tijdens de 100 jaar, na een opstanding, wij anderen kunnen dienen! Het doel van ons leven, onze roeping in de Kerk is te leren onszelf op te offeren voor anderen, om de grootste dienaar te zijn. En dat is wat Christus hier zegt. Maar de discipelen begrepen dat op dat moment niet, ze konden dit geestelijk niet bevatten. Vers 29 En zo, wie verlaten hebben huizen sommigen van ons hebben dat gedaan of broeders sommigen van ons hebben dat gedaan zusters, of vader, of moeder sommigen hebben dat gedaan of vrouw of kinderen.. omdat wij in Gods Kerk geroepen zijn, krijgen we problemen met anderen, omdat wij anders denken. Wij denken anders of akkers misschien heb jij je land wel moeten verlaten om Mijns Naams wil omdat je in het Lichaam van Christus bent die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige/eeuwigdurend leven beërven. Dat is de belofte, als wij uit deze wereld komen en de uitdaging aangaan, doe God voor ons legt: anders gaan denken tijdens de rest van je leven. Dat is waar onze roeping om draait, om jezelf op te offeren, om te dienen. Wij laten onze vroegere egoïstische relaties achter ons en wij volgen Jezus Christus’ leiding in Zijn Kerk. Wij weigeren het egoïsme in ons en wij plaatsen de behoeften van anderen voor die van ons, voor de rest van ons fysiek leven. Dat is de uitdaging. Wij wandelen in de geest van de wet. Het geestelijk begrip dat wij hebben is prachtig. Toen ik aan het begin sprak over mensen die doelgericht wandelen... wij moeten ook doelgericht wandelen. Wij moeten in de geest wandelen, maar ook doelgericht wandelen. Wij hebben een doel. En wat ik daarnet allemaal besproken heb, gaat over het doel van ons leven. Wij zijn door God de Vader geroepen. Wat een zegening om in het Lichaam van Christus geplaatst te zijn met een doel. En dat doel is om te dienen, om onszelf op te offeren om nu, op dit moment, anderen te dienen, maar ook 8
om later, in de toekomst, te dienen. Het kan niet geweldiger zijn dan dat! Wat kan een grotere zegening zijn dan andere in de toekomst te kunnen dienen? Hoe opwindend zal dat wel niet zijn?! Lucas 14: 25 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen” 26 Indien iemand tot Mij komt, en dit vereist een roeping en haat niet dat woord moet eigenlijk zijn ‘minder liefheeft’, het gaat namelijk over de prioriteit, wat wij belangrijk vinden zijn vader en moeder, vrouw en kinderen en broeders en zusters, alle relaties ja, zelfs zijn eigen leven, zichzelf die kan Mijn discipel niet zijn. Hij kan geen student zijn. Dit gaat namelijk over wat wij het belangrijkste vinden. Wat zijn wij bereid op te geven? Wel, God zegt dat je het om moet kunnen geven, dat je bereid moet zijn alles op te geven, en weg te lopen van alles. De relaties die wij kunnen hebben, als broeders en zusters, vinden wij in de Kerk. Want zij zijn de enige mensen die ons kunnen begrijpen. Als we eens een stap achteruit zouden zetten en op een realistische manier hier naar kijken, is.. als wij onze manier van denken veranderen, als God onze gedachten verandert, dan kunnen wij niet fysiek dichter tot anderen groeien. Dat is niet mogelijk! Zij staan aan de kant. Want God heeft ervoor gekozen om hen daar te laten staan. En wij staan hier, wij gaan een andere richting op. Kijk, als we teruggaan naar de manier waarop zij denken... WAARSCHUWING! WAARSCHUWING! (zoals ‘Dalek’ in Dr. Who) WAARSCHUWING! WAARSCHUWING! Want dat is een groot probleem! Wij moeten, met de kracht van Gods geest, onze manier van denken veranderen. Onze relaties gaan daardoor stroever verlopen, moeilijker zijn. Men begrijpt ons niet, omdat wij totaal anders gaan denken en zij blijven denken zoals ze altijd gedacht hebben. Wij staan steeds verder van hen af. Het is moeilijker om een relatie met hen te hebben. Maar wat wij doen als wij onze manier van denken veranderen is onszelf opofferen voor hen. Zij zullen ons raar vinden, en terwijl wij steeds meer groeien treuren wij niet zoals de wereld treurt. Onze manier van denken is anders. Maar we hebben wel medelijden, mededogen het hen, omdat zij lijden. Maar wij begrijpen het, wij begrijpen wat zij meemaken en zij kunnen niet anders denken. Wij denken anders. Als je het over de manier van denken hebt: ofwel groeien wij dichter tot hen, of groeien wij verder van hen af. Daar draait een roeping om: anders denken. En denken niet meer zoals vroeger.. maar dat is een levenslang proces. Maar wij houden meer van hen, wij hebben meer mededogen met hen. Wij zijn zachtmoediger, wij zijn meer vergevingsgezind, omdat wij van hen houden. En dat is een totaal andere manier van denken, maar zij zien dat niet noodzakelijk zo Zij denken dat wij een beetje raar zijn, maar ze snappen er niets van. Wij zijn anders, maar zij begrijpen er niets van. Wij doen niet mee met de wereld, wij denken niet zoals zij denken. Wij kunnen God niet volgen tenzij wij dit leven, de prioriteiten in het leven opgeven. Wie zetten wij op de 1ste plaats? God of onszelf? Dat is de keuze. Het is het één of het ander. Wij moeten 2 dingen doen als wij geroepen worden: 1. God komt op de 1ste plaats, en als fysieke relaties belangrijker zijn, dan is er een probleem! 2. Wij moeten al ons egoïsme, onze egoïstische gedachten achter ons laten. Dat zijn de keuzes. Ofwel vinden wij die fysieke relaties belangrijker en komt God op de 2de plaats.. en dat is met vee mensen in Gods Kerk gebeurt. Fysieke dingen verdringen onze prioriteiten. Onze prioriteit is God altijd op de 1 ste plaats zetten. Gehoorzaamheid aan God in onze gedachten is onze grootste prioriteit, wat er ook mogen gebeuren, welk effect dit ook heeft op iemand in ons gezin of in andere relaties. Het is hun probleem, niet het onze. Onze prioriteit is God op de 1 ste plaats zetten! Wat wij waardevol vinden, of wat het belangrijkste is ons leven is onze prioriteit. Wat is het belangrijkste in ons leven? Willen wij onszelf behagen of God? Je kan er ook anders naar kijken... de realiteit is dat alle fysieke relaties eindigen met de dood. Waarom zijn die relaties dan belangrijker dan de relatie met God? Als je er over nadenkt, slaat dat geestelijk nergens op. Geestelijke relaties zullen voor eeuwig bestaan en nooit uitsterven. Als je er geestelijk naar kijkt is het belachelijk om het fysieke belangrijker te vinden dan God. Het fysieke is tijdelijk, komt en gaat en verdwijnt.
Wandel in de geest
9
Weten wij wie de gouverneur van Victoria (Australische staat) 327 jaar geleden was? Fysiek! Wat maakt het uit! Het is tijdelijk, van voorbijgaande aard. Ze zijn allemaal dood. Een ieder van hen is dood. Maar de relaties die wij met elkaar in de Kerk hebben heeft het potentieel om voor eeuwig te zijn! Wij zouden die relaties moeten koesteren. Onze relatie met God is voor eeuwig! Wij zouden die relatie toch op de 1ste plaats moeten zetten en vechten voor die relatie?! Wel, dat is wat een roeping inhoudt. Het gaat over hoe wij de dingen bezien, of wij het fysieke belangrijker vinden dan God?! Het gaat over hoe wij bepalen wat onze prioriteiten zijn. Geestelijk moeten wij God op de 1 ste plaats zetten, Zijn wegen op de 1ste plaats zetten, ongeacht wat de fysieke kosten zijn. Wij moeten in de geest wandelen. Al onze beslissingen worden gebaseerd op de geestelijke resultaten. Ik herinner me, het is een tijd geleden in de Kerk van God.. ik kan me niet echt herinneren wanneer het was, maar het was tijdens de ‘Wereldwijde Kerk van God’ dagen dat er een soort schema was... en ik heb er in het verleden misschien al eens over gesproken.. het was een schema over hoe je beslissingen moet nemen. Het was een soort schema met punten over hoe je beslissingen moet nemen in het leven. Bijvoorbeeld, wat is de prioriteit: hoe heeft een beslissing invloed op onze relaties, zowel geestelijk als fysiek. Ik kreeg een nieuwe baan aangeboden, niet in de stad waar ik woonde, en ik moest bepalen of het de moeite waard was om die baan aan te nemen. Dan kon je al de fysieke dingen opnoemen, bijvoorbeeld, het betaalde beter, wij konden de kinderen naar een iets betere school sturen, wij... allemaal fysieke dingen. Maar aan de andere kant waren er ook geestelijke zaken.. en als wij het geestelijke voor ogen houden, dan is het geestelijke onze prioriteit. En het hielp met het nemen van een beslissing: ‘zou deze baan, in een andere stad, een invloed op mijn relatie met God hebben?’ Kijk, als het antwoord ‘ja’ is, dan nam ik de baan niet aan. Heel simpel. Waarom zou ik ook, als God mijn 1ste prioriteit was?! De volgende vraag was: ‘heeft deze nieuwe baan een invloed op het vieren van de Sabbat?’ En als dat het geval was, dan nam ik de baan niet aan. ‘Heeft deze nieuwe baan een invloed op mijn omgang met Gods mensen?’ En als dat zo was, nam ik de baan niet aan. ‘Zou die nieuwe baan van invloed zijn op het betalen van mijn Tienden? Gaat een andere baan, in een andere stad, een invloed hebben op mijn gebedsleven, omdat mijn nieuwe baan zo veeleisend is, dat ik om 6 uur ’s ochtends moet opstaan en om 7 uur ’s avonds pas thuis ben en ik dan altijd moe ben.. zou dat mijn gebedsleven beïnvloeden?’ En als dat zo was, dan nam ik die baan niet aan. ‘Heeft die nieuwe baan een invloed op mijn studie (van de Bijbel)?’ en als dat zo is, dan nam ik die baan niet aan. ‘Beïnvloed deze nieuwe baan mijn gezin, mijn relatie met mijn vrouw en kinderen?’ Zo ja, zou ik die baan niet mogen aannemen! Je hebt misschien al opgemerkt dat ik dat veranderde.. ik heb verkeerde keuzes gemaakt. Dat is een schok, niet?! Ik heb veel foute beslissingen genomen toen ik pas in de Kerk kwam, zelfs al had ik dit schema. Ik heb foute keuzes gemaakt, alhoewel ik altijd ernaar streefde God op de 1ste plaats te zetten moet ik toegeven dat ik mijn vrouw en kinderen verwaarloosd heb, omdat ik nogal een workaholic ben. En dat heb ik gedaan. En het heeft mij jaren en jaren gekost om te leren wat prioriteiten in mijn leven moeten zijn. Mr. Armstrong zei altijd: ‘God komt op de 1 ste plaats!’ Dat begreep ik. ‘Gezondheid’ kwam op de 2 de plaats. En de reden waarom gezondheid op de 2 de plaats komt is, is.. als onze gezondheid niet goed is, hoe kunnen wij anderen dan helpen? Hoe kunnen wij anderen dan dienen, als wij altijd ziek zijn, thuis zitten?! Hoe kunnen wij anderen dan dienen? Hoe kunnen wij dan met elkaar omgaan? Dat kunnen wij niet! Hoe kunnen wij bidden als wij altijd ziek zijn? Hoe kunnen wij studeren als wij altijd ziek zijn? Dan kan je je namelijk niet concentreren. En als je ziek bent of ziek wordt is dat moeilijk. Je gezondheid heeft dus een hoge prioriteit. En dan, denk ik, ik kan me het niet precies meer herinneren, ik denk dat de 3 de prioriteit dienen in de Kerk is. ‘Zou deze beslissing het dienen in de Kerk beïnvloeden?’ Het dienen van broeders, het dienen van de Kerk, op welke manier dan ook. En dan het gezin..’is dit van invloed op mijn vrouw en kinderen?’ Als dat zo is, dan zouden wij nooit daarvoor mogen kiezen. Maar ik heb foute keuzes gemaakt. Niet één keer niet twee keer meer dan dat! En ik heb pas na heel lang geleerd ‘Nee!’ te zeggen. Ik heb geleerd ‘nee’ tegen een heel aantal dingen te zeggen. ‘Nee, dat kan ik niet doen!’ omdat ik tijd met mijn vrouw of kinderen door moet brengen. En de ‘straf’ daarvoor is... het is van invloed op relaties! Het draait dus om de juiste prioriteiten te hebben. En vaak leren wij dat pas door het mee te maken, door het te doen, door beslissingen te nemen. 10
Vers 27 Wie niet zijn paal draagt de last, de geestelijke testen en beproevingen, die bij het bekeringsproces horen, ondergaat en achter Mij komt, mij volgt kan Mijn discipel niet zijn. Wij moeten dus deze last van een roeping dragen. En op fysiek vlak kan het een zware last zijn. Er moeten beslissingen genomen worden. Maar wij moeten de verantwoordelijkheid van onze roeping opnemen! Het geestelijke principe is: wij moeten Christus volgen, waar Hij ons ook heenleidt. Hij leidt ons in Zijn Kerk, door Gods geest. En dat is een belangrijk iets! Wij volgen Christus, waar Hij ons ook heenleidt. Jezus Christus is het Hoofd van de Kerk, Hij inspireert een apostel, een profeet, om ons te leiden! De keuze is aan ons. Wie willen wij volgen? Zullen wij volgen? Is het onze prioriteit om God te volgen? Wij zouden in geloof en zonder klagen moeten volgen Als je naar de Israëlieten kijkt, wat deden de Israëlieten? Zij volgden Mozes, zij volgden de wolk, maar zij klaagden! Er was altijd wel iets om over te klagen en te zeuren. Het geheim van een bekeerde geest is: leren niet te klagen, maar datgene aannemen wat God ons geeft, alhoewel we het misschien niet eens allemaal begrijpen of het er in eerste instantie mee eens zijn. Maar met de kracht van Gods geest kunnen wij nederig naar God gaan en datgene aannemen dat God ons probeert te onderwijzen. Vergeet niet dat onze geest zich meestal verzet tegen nieuwe dingen. Als wij Christus niet nederig volgen, als wij Zijn leiding in de Kerk niet volgen, kunnen wij niet Zijn studenten zijn, kunnen wij Zijn discipelen niet zijn. Als wij de leiding, gegeven door de Kerk, niet volgen, dan volgen wij Jezus Christus niet. Als wij Gods geest in ons hebben wonen, dan zijn wij Zijn discipelen, en door Gods geest kunnen wij wandelen in de geest. De volgende verzen gaan over het berekenen van de fysieke kosten, van juiste relaties. Wij moeten bereid zijn alles op te geven. Ik weet dat we dat willen, maar als het nodig is, moeten wij alles opgeven. Vers 28 Want wie van u, die een toren wil bouwen fysiek zet zich niet eerst neder stopt om na te denken om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Kan ik het afmaken? Wij moeten onze kosten berekenen, wat het ‘kost’ om God te volgen. God volgen kan betekenen dat ons huwelijk niet meer zo zal zijn als voordien. Want onze partner, onze vrouw of onze man, kan besluiten dat hij of zij er niet meer mee om kan gaan. Ze kunnen het niet meer aan. Hebben wij de kosten berekend? Wel, normaal wordt ons bij de doop gevraagd om de kosten te berekenen. Kijk, wij denken dat wij dat doen... ‘Heb je nagedacht over...’ van volgt er een ijverig ‘JA! Ja, ik heb de kosten berekend!’ Maar de realiteit is dat wij daar helemaal niet over nagedacht hebben! Dat is de realiteit! Wij weten namelijk helemaal niet hoe wij die kosten moeten berekenen. Wij begrijpen niet wat dat inhoudt. Alhoewel de dienaren er over spreken, en jij tot het einde wil volharden. ‘Ja, ja, ja! Ik ben bereid het tot het einde vol te houden!’ Dan komt er een grote beproeving: jouw vrouw of man keert zich tegen jou, haat jou.. ‘jij zit in een sekte!’ en al je vrienden keren zich tegen jou, proberen jou ervan te overtuigen deze sekte te verlaten. Hebben wij daar rekening mee gehouden? Normaliter niet! Wij denken niet na over het feit dat mensen zich tegen ons gaan keren. Wij denken niet dat zij dat zullen doen. En sommigen kunnen heel kwaad zijn, anderen dan weer niet. Maar wij moeten berekenen of wij het tot het einde gaan volhouden. Dit is een heel proces. Dit berekenen van de kosten is een proces. En als er beproevingen komen in ons leven, vormen die een uitdaging... blijven wij voorwaarts gaan, in geloof?! Zullen wij ons laten leiden door Jezus Christus? Zullen wij blijven volgen? En dat is een levenslang proces. Er is een geestelijk principe dat de moeite waard is om eens over na te denken. Om het te betrekken in al onze relaties. ‘Twee kunnen niet samen wandelen, tenzij zij het eens zijn.’ Dit is een geestelijk principe. Wij kunnen met hen tot zekere hoogte samen wandelen, omdat wij van hen houden, wat zij ook mogen zeggen of doen. Maar het geestelijke principe is dat wij niet samen kunnen wandelen, omdat zij aan de andere kant staan en wij een heel andere richting op gaan. Wij wandelen als het ware weg van de manier waarop zij denken. Wij beginnen anders te denken. Ik herinner me dat God mij wakker maakte, eind 2005, en ik had een bepaald principe in mijn hoofd. Want toen ik, jaren eerder, de dienaar opbelde en hem vertelde dat ik de Kerk verliet, probeerde hij mij over te halen om te blijven. Ik herinnerde mij een bepaald vers, God gaf dit aan mij, en ik zei hem: ‘Zullen twee tezamen wandelen, zonder dat zij het eens zijn? (Amos 3: 3) en ik ben het er niet mee eens!’ Voor mij was het zwart-wit! Je kan maar op één manier denken. Mijn manier van denken is Wandel in de geest
11
veranderd en ik ga deze richting uit.’ Hij zei: ‘dat weet ik, het komt wel goed. Het is goed. Het maakt niet uit. Je kan nog altijd komen...’ Maar dat werkt niet! Het kan niet werken, wij zijn het niet eens! Hoelang kunnen wij samen aan tafel zitten, als we het niet eens zijn?! Waar gaan we dan over praten? Waar gaan we over praten? We kunnen niet over de politiek praten, want wij zijn het niet eens. Wij kunnen niet over religie praten, want wij zijn het niet eens! Waar gaan we dan over praten? ‘Het is mooi weer vandaag!’.. ‘wel dat weet ik niet, want waar ik woon is het geen mooi weer...’ Je begrijpt wel waar ik het over heb. Wij kunnen het niet eens zijn, omdat wij het niet eens zijn met hoe mensen leven. Wij denken anders. Het moeten niet geschokt zijn. Wij moeten niet verbaasd zijn dat mensen zich tegen ons keren. Wij moeten het gewoon accepteren. We kunnen er niets aan doen. Daartoe zijn wij geroepen, wij denken namelijk anders. Als wij aan onze roeping beginnen moeten wij het karakter hebben om het tot een goed einde te brengen. Om het tot het einde vol te houden. Vers 29 Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, aan het begin van de roeping en het werk niet kon voltooien, ‘het is allemaal te moeilijk! Al deze mensen zijn tegen mij!.. en al de dingen die ik moet doen, 1 ste Tienden, 2de Tienden, naar mijn baas stappen om vrij te vragen voor de Sabbatten, naar mijn baas gaan en hem vertellen dat ik 8 dagen vrij moet hebben.. in feite 10 dagen, omdat ik ook nog moet reizen... het is heel moeilijk om volgens Gods manier te leven.’ En als je het opgeeft... het is allemaal te moeilijk ...allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten. Mensen zeggen: ‘wel, je bent naar die sekte gegaan! Ik heb het je nog zo gezegd! Ik heb het je gezegd!’ Je trekt je terug, je leeft niet meer op Gods manier. ‘ik heb het je gezegd!’ Zij hebben gelijk... Wij bespotten God namelijk, als we zo’n beslissing nemen! Ik herinner me kleine dingen, van toen we pas geroepen waren. Wij dachten dat ze enorm belangrijk waren, we waren ijverig. Ik herinner me dat we in een restaurant waren en mijn vrouw de ober een vraag stelde, omdat zij wilde weten of deze vis rein of onrein was. Andere mensen begrijpen dat niet. Mijn vrouw vraagt: ‘heeft deze vis schubben en vinnen?’ En natuurlijk zegt men dan: ‘o ja, het heeft schubben en vinnen!’ Dus, ‘ok, ik neem die vis!’ wel, toen de vis geserveerd werd, de hele vis kwam op tafel en... met schubben en vinnen!’ Kop en staart!’ Door hoe wij denken, denken wij: ‘wel, is het rein in Gods ogen?’ Het had schubben en vinnen en daarom is die vis rein. ‘Ik neem die vis!’ wel, zij snappen niets van rein en onrein voedsel dus... ‘die dame wil duidelijk de schubben en de vinnen!’ Ze hadden de vis met schubben en vinnen klaargemaakt, en het zo naar onze tafel gebracht. Zij denken niet zoals wij denken. Zij denken fysiek. En aan het einde realiseren wij dat dat maar iets kleins is, in vergelijking met de strijd die wij in onze gedachten moeten leveren. Vers 30 zeggende: die man begon te bouwen hij begon een relatie met Gods Kerk maar hij kon het niet volhouden Hij of zij heeft de Kerk verlaten. Verdergaand in vers 31 of, welke koning, die tegen een andere koning wil optrekken, om met hem tot een treffen te komen, zet zich niet eerst neder om te beraadslagen na te denken over of hij in staat is met tienduizend man iemand te ontmoeten, die met twintigduizend tegen hem optrekt je maakt geen kans, maar je denkt: ‘woa! Ik weet niet of dit wel de moeite waard is.’ Wij moeten de kosten berekenen, kunnen we dit doen? Vers 32 En zo niet, dan zendt hij, als de ander nog veraf is, een gezantschap een ambassadeur of een vertegenwoordiger en vraagt om de vredesvoorwaarden. Met andere woorden: ‘ik wil de strijd niet aangaan, laten we vrede proberen te bereiken. Laten we het veilig houden.’ Wij komen terug op onze 1ste voornemen. Gaan we de strijd tegen onszelf aan? Dat is de vraag voor ons. Onze strijd gaat tegen de geestelijke machten die een invloed hebben op onze gedachten. Natuurlijk zenden Satan en de demonen naar deze wereld uit, en daardoor is onze strijd veel groter, omdat het niet alleen de menselijke natuur is en het negatief en foute denken, maar wij hebben ook de demonen die naar ons uitzenden, zodat wij soms, zomaar, een bepaalde gedachten hebben... en dan denken wij: ‘waarom denk ik daar zo ineens aan? Wel, geestelijke wezens die uitzenden. In het Millennium zal dat niet meer bestaan. Wat een zegening. De verwijdering van Satan en zijn demonen is het begin van vele zegeningen! 12
Vers 33 Zo zal dus niemand van u, die niet afstand doet alles verlaat van al wat hij heeft, wij moeten daar afstand van doen. En als wij dat niet willen, dan zegt Christus: die kan Mijn discipel niet zijn. De waarheid is dat er niets in de wereld is dat het waard is vast te houden, niets fysiek. Zelfs onze menselijke natuur niet... als we het begrijpen. De wereld kan deze opmerking niet begrijpen, dat niets het waard is om vast te houden. Want in de wereld ben je een succes als je sterft met ‘de meeste speeltjes’ Dat is wat de wereld belangrijk vindt. Maar voor ons, als we sterven met minder van onze geest en meer van Gods geest, dan winnen wij! Het gaat niet om de meeste dingen hebben, het gaat om Gods geest hebben, zodat God ons kan veranderen en eeuwig leven geven, zodat wij in Elohim kunnen zijn, zodat wij voor eeuwig in de geest kunnen wandelen. Wij moeten ofwel er naar verlangen om in de geest te leven en wandelen of niet. Dat is de keuze. En ik weet dat wij daar naar streven. Wij streven er naar om anders te denken. Wij willen anders denken. Een voorbeeld van ‘wandelen’ in de geest: Lucas 10: 25 En zie, een wetgeleerde een religieuze geleerde, een ‘uitlegger’ of leraar van de Mozaïsche wet,d e wet van Mozes, de 1 ste 5 boeken. Hij is een leraar, die dat onderwijst en hij zet uiteen wat hij gelooft en dat is de interpretatie van dat boek stond op Hem verzoekende Hem testende. Hij stelt een vraag om te zien of Christus de wet kent en de wet begreep zoals hij ze begreep...en zeide: eester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? 26 En Hij zeide tot hem: wat staat in de wet geschreven? Hij antwoordt weer met een vraag. Wat staat er in de wet geschreven? Hoe leest gij? Hoe interpreteer jij dit? Christus antwoord met een vraag. ‘Zo, vertel Mij eens hoe jij dit beziet, wat jouw interpretatie is van de wet?!’ Het gaat verder... 27 Hij antwoordde en zeide: Gij zult de Here, uw God, liefhebben dat is het woord agapé met geheel dat is alles uw hart en met geheel uw ziel/uw leven en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, uw begrip, met alles en uw naaste als uzelf. Dat is Gods wet, de 10 Geboden. Wij moeten geestelijk gefocust zijn en er altijd naar streven om God in ons denken, in onze gedachten, in hoe wij leven en wandelen, in hoe wij onszelf gedragen, te gehoorzamen. En dat is allemaal gebaseerd op het begrip dat wij hebben. Abraham, Isaak en Jacob hadden een bepaald niveau van begrip en God verwachtte dat zij op een bepaalde manier leefden, gebaseerd op hun begrip. Net zoals Mr. Armstrong leefde naar wat hij begreep. Ons begrip zal toenemen en toenemen. En als wij het Millennium ingaan, zal dit toenemen en toenemen. Het gaat over de huidige waarheid, over wat wij op dit moment begrijpen. Vers 28 En Hij zeide tot hem: gij hebt juist geantwoord: doe dit Heb God lief met heel je hart, met je hele geest, met je alles dat je hebt, werk er aan en heb je naaste lief als jezelf ...en gij zult leven. Christus heeft het over het geestelijke, maar hij denkt aan het fysieke. En Hij zeide tot hem: gij hebt juist geantwoord: doe dit en gij zult leven. Om dit te bereiken moet Gods geest in ons wonen. Vers 29 Maar hij wilde zich rechtvaardigen het is net zoals die andere...hij zegt: ‘wel...’ zelfrechtvaardiging hij wilde zich rechtvaardigen... en jezelf rechtvaardigen betekent dat je jezelf portretteert als rechtvaardig... en zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste? Van wie moet ik houden? Ik moet mijn naaste liefhebben als mijzelf, maar wie is mijn naaste? Wie is mijn naaste? Hij heeft het namelijk al in zijn hoofd... hij heeft vooroordelen. Hij heeft al lang bepaald dat er bepaalde mensen waar hij niet van zal houden, omdat hij dat niet kan. Als je Joods bent, hoe kan je dan van een ongelovige persoon houden, bijvoorbeeld... Je kan het ook zo zeggen: Wie moet ik van U liefhebben? Voor wie moet ik iets opofferen? Hij had vooroordelen, hij had bepaalde opinies over wie hij dacht dat zijn liefde verdiende... ‘leg eens uit wie mijn naaste is.’ Of ‘Wie moet ik van U liefhebben?’ 30 Daarop antwoordde Jezus en zeide tot hem: Christus geeft een parabel om hem uit te leggen, wie fysiek zijn naaste is Daarop antwoordde Jezus en zeide tot hem: Een zekere mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet alleen uitschudden, maar ook slagen gaven en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen. Hij ligt langs de weg. Vers 31 Bij toeval daalde een priester een Israëliet af langs die weg; en deze zag hem hij zag hem, hij weet dat hij daar ligt doch ging aan de overzijde voorbij. Deze situatie wil hij vermijden. Wandel in de geest
13
‘Woops! Ik ga niet kijken, ik loop er met een wijde boog omheen.’ Hij gaat dus naar de andere kant van de weg en mijdt hem. Hij mijdt hem en dit laat zien dat hij vooroordelen heeft. Dit maakt duidelijk dat hij maar bepaalde mensen liefheeft, hij gaat echt niet van deze man, die in de goot ligt, houden. Christus zegt in andere verzen dat als wij iemand niet liefhebben, wij die persoon haten. Dat is de geest achter dit gebod. Vers 32 Evenzo ging ook een Leviet een Israëliet langs die plaats, en hij zag hem en de woorden en hij zag hem betekent precies hetzelfde en ging aan de overzijde voorbij. Hij meed hem ook: vooroordelen, selectief liefhebben. 33 doch een Samaritaan de Samaritaan is een heiden, een ongelovige, die op reis was, kwam in zijn nabijheid, en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen hij ging hem helpen 34 En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op; en hij zette hem op zijn eigen rijdier, Hij zet hem op een rijdier en wandelt met hem, neemt hem mee, naar een herberg bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. Hij ondernam actie. Hij was een ‘doener van de wet’, hij paste liefde toe. Wij kunnen al deze kennis over Gods wet hebben, wij kunnen kennis over de 57 Waarheden hebben maar als we dat niet toepassen in het leven, welk nut heeft al die kennis dan? Welk nut heeft al deze kennis, als wij liefde niet toepassen in ons leven? Dan is het als de wind, als schellend koper, tijdsverspilling! Wij kunnen misschien al de 57 Waarheden opdreunen en ze gedeeltelijk begrijpen, maar als we geen liefde en bezorgdheid hebben, als we vijandig zijn ten opzichte van onze naaste, welk nut heeft dat dan allemaal? Dan is het gewoon kennis van de 57 Waarheden. Als voorbeeld: hoe gaan we om met een vrouw, of hoe gaan echtgenoot en echtgenote met elkaar om.. wij weten dat wij gelijk zijn en dat mannen vrouwen als hun gelijke moeten bezien, van hen houden en hen respecteren als mens, zoals alle andere man en vrouw, maar als we dat niet doen.. Dan hebben we de kennis maar we doen niet wat wij moeten doen met die kennis. En wat heeft al die kennis dan voor nut? Je moet kennis toepassen in je leven. En dat is wat Christus hier bedoelt. Het gaat over hoe wij ons leven leven. Het gaat niet over de kennis die wij hebben. Hij bleef die nacht in de herberg, en dan vers 35 En de volgende dag stelde hij de waard twee schellingen ter hand 2 zilveren munten en zeide: verzorg hem en mocht gij meer kosten hebben, dan zal ik ze u vergoeden, op mijn terugreis. 36 Wie van deze drie dunkt u zegt Christus tegen deze schriftgeleerde dat de naaste geweest is van deze man? Welke van deze is jouw naaste? ...die in de handen der rovers was gevallen? Welke van de 3 is jouw naaste? 37 Hij zeide: die hem barmhartigheid bewezen heeft. Jezus zeide tot hem: ga heen, doe gij evenzo. ‘Woa! Woa! Ik moet een heiden liefhebben! Wow... ik moet mijn vijand liefhebben. Dat is moeilijk!’ De menselijke natuur kan dat niet. Wij moeten anderen, iedereen, liefhebben, zonder vooroordelen! Woorden zijn niet genoeg, eraan denken is niet genoeg. Daden zijn duidelijker dan woorden. Wij moeten onszelf geven, voor het goed van anderen. Wij mogen geen vooroordelen hebben. Jammer genoeg hebben wij die wel, want dat zit in onze menselijke geest... vooroordelen. Maar door Gods geest kunnen wij die vooroordelen veranderen. Mattheus 5: 43 Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten. Dat betekent ‘weigeren uw vijand lief te hebben’ of ‘minder liefhebben’. Met andere woorden, je kan van de één houden, maar niet van de ander.. Maar als je iemand niet lief hebt, haat je. Vers 44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief dit is moeilijk en zegent dit woord zegent betekent ‘doe het juiste, spreek goede woorden over’ die u vervloeken; en dat is moeilijk voor de mens doet wel door je daden degenen die u haten diegenen die jou haten, in hun houding, woorden en daden. Wij moeten goed doen, wij moeten niet denken aan wat zij ons aandoen, wij moeten van hen houden, al haten zij ons.. en bidt voor degenen die u geweld doen, kwaadwillig zijn en die u vervolgen. Wij kunnen vergeven worden, zij niet. Dat zou als eerste in ons moeten opkomen. Wat zij ook tegen ons zeggen, wat zij ons ook aandoen, wat zij ook tegen ons zeggen of over ons denken.. wat zij ons ook aandoen. God zegt dat wij vergevingsgezind moeten zijn, wij mogen niets tegen hen hebben, wij moeten vergevingsgezind zijn. 14
En waarom? 45 opdat gij kinderen moogt zijn van Uw vader, die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon Gods zon opgaan dit gaat over de zon opgaan over bozen en goeden, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. God heeft geen vooroordelen. Hij zorgt voor iedereen. Hij kiest niet van wie Hij houdt en van wie niet. Vers 46 Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat voor loon hebt gij? Niets doen ook de tollenaars niet hetzelfde? Geestelijk, als wij ‘selectief liefhebben’ doen wij hetzelfde als de Farizeeërs, dan nemen wij beslissingen gebaseerd op vooroordelen. Vers 47 En indien gij alleen uw broeders groet, zoals we hier in de Kerk zeggen: ‘hallo allemaal!’ en wij groeten elkaar, houden van elkaar.. waarin doet gij meer dan het gewone? Als we alleen maar de broeders in de Kerk liefhebben en niet de mensen in de wereld, dan zijn we precies hetzelfde als zij. Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? Als de tollenaars samenkomen, zij houden van elkaar, zij zijn eensgezind Maar als je geen tollenaar bent, dan ben je een buitenstaander en zijn de tollenaars tegen jou. Zij hebben vooroordelen. Want de tollenaars, die zijn ok.. Wel, leden van het Lichaam van Christus, als wij alleen maar van elkaar houden en niet van de mensen in de wereld, dan zijn wij toch precies hetzelfde als zij?! Inderdaad. Omdat wij de menselijke geest hebben, zijn wij allemaal hetzelfde. 48 Gij dan zult volkomen zijn beter gezegd wij zullen worden als God, zuiver in onze motieven onze motieven moeten zuiver zijn, onze gedachten moeten zuiver zijn, wij moeten zoals God worden en geen foute gevoelens hebben voor anderen gelijk uw hemelse Vader volmaakt is. Hij is perfect in alles, Hij denkt alleen aan liefde. En dat zouden wij ook moeten doen. Jacobus 2: 1 Mijn broeders, hebt niet het geloof van onze Here Jezus Christus, de Here der heerlijkheid, met aanneming des persoons. Aanzien des persoons. Dit is selectief liefhebben. Dit betekent dat je een beslissing genomen hebt gebaseerd op wat wij zien. De ene verdient onze liefde wel, de andere niet. Dit is een veroordelende houding. Wij bepalen wie onze liefde verdient, onze barmhartigheid, onze vergeving. Gebaseerd op ons oordeel zijn wij bevooroordeeld voor de een en niet de ander. Maar God zegt dat wij dat niet moeten doen. Door aanzien des persoons te hebben verheffen wij onszelf, vinden wij dat wij beter zijn. Wij hebben iemand lief gebaseerd op onze beslissingen. En dit bezoedelt onze beslissingen. Wij hebben vooroordelen. Ons oordeel, ons denken en onze besluitvorming, wordt bezoedeld. Wij kunnen geen juist oordeel hebben, omdat wij vooroordelen hebben. Vers 2 Want stel, er kwam in uw vergadering in de gemeente een man binnen met een gouden ring aan zijn vinger hij is zeer rijk en in prachtige kleding, en er kwam ook een arme man binnen, in schamele kleding dit gaat over ons oordeel, de beslissing die wij nemen. Vers 3 En gij zoudt opzien met respect tegen de man met de prachtige kleding en zeggen: neem gij hier deze goede plaats ‘o, kom maar hier (Jij hebt veel geld en waarschijnlijk kan ik er een slaatje uit slaan. Ik zal wel voor je zorgen, want dan ben je misschien wel genereus voor mij en houd ik er ook nog niets aan over) ‘Kom hier maar zitten, ga maar op de 1ste rij zitten, in deze goede stoel, een speciale stoel, alleen voor jou.’ Wij zetten deze persoon op een voetstuk, wij hebben daar een beslissing over genomen. Maar tot de arme zoudt gij zeggen: ga daar staan de eerste man biedt je een zitplaats aan Maar tegen deze man: ‘hey, jij! Ga daar staan!’ of ga beneden bij mijn voetbank zitten. (jij kan daar beneden wel gaan zitten, je kan mijn voetstoel zijn, je bent beneden mijn waardigheid) Dat vinden wij, wij oordelen naar hoe iemand eruit ziet. Christus zegt dat Hij niet oordeelde naar iemands verschijning. Hij oordeelde met rechtvaardig oordeel, dat je niet met je ogen kan doen. Wij mogen niet oordelen of beslissen gebaseerd op onze menselijke gedachten, de ogen, wat de ogen zien. Want wat wij zien is niet altijd reëel. Wij kunnen de bedoeling niet zien, waarom mensen dingen doen. Wij leren onszelf te oordelen, waarom we doen wat we doen. Je kan het ook zo zeggen: ‘Meneer, ga hier maar zitten, dit is de beste stoel in het huis! En dan de andere persoon negeren en zeggen: het is beter dat jij op de achterste rij gaat zitten of achteraan recht blijf staan, waar niemand jou kan zien.’
Wandel in de geest
15
Vers 4 Zoudt gij dan geen onderscheid maken aanzien des persoons? Door hoe wij denken onder elkander wij zonderen Gods kinderen af. Dat is wat er gebeurt in een gemeente, als wij zelf kiezen van wie wij houden! Maar God houdt van iedereen. God houdt van iedereen. God houdt van de broeders, alle broeders! Wie denken wij wel dat wij zijn, als wij zelf kiezen van wie wij houden? Dan scheiden wij Gods volk, verheffen wij onszelf boven God. .. en zijt rechters geworden van kwade overleggingen? Niet de een voortrekken en de ander niet, zo kan je het ook zeggen. Wij zijn allemaal verwekte zonen van God. God houdt van al Zijn kinderen! Wij moeten beslissingen nemen zonder vooroordelen, persoonlijke vooroordelen. Wij moeten liefde en genade hebben voor elkaar. En niet alleen in het Lichaam, maar ook buiten het Lichaam. Wij mogen geen vooroordelen hebben ten opzichte van andere mensen. Ik had het onlangs met mijn vrouw over bepaalde namen... als je in de Bijbel leest.. en ik weet niet of ik tijd heb om daarover te spreken.. bepaalde namen van mensen. Kan jij je voorstellen dat je een bepaalde naam hebt vandaag de dag.. Rachab. Rachab wordt Rachab de hoer genoemd. Kan jij je voorstellen dat je zo genoemd wordt. Kan jij je het voorstellen?! Stel je voor dat je een bepaalde naam hebt.. die iets denigrerends voorstelt. Zou jij het aankunnen.. Rachab komt de kamer binnen... ‘ah, ja! Ik wil je voorstellen aan Rachab de hoer!’ ‘Pardon??”... ‘Laat me je Johannes, de moordenaar, voorstellen.’ Dit soort woorden veranderen onze gedachten, niet?! Wij beginnen direct te denken: ‘wat bedoel je met Johannes de moordenaar? ..Moordenaar? Wie heeft hij vermoord?’ Wel, raad eens? Wij zijn allemaal moordenaars, wij allemaal. Wij haten allemaal. Wij hebben vooroordelen. Wij zijn allemaal vijandig. Christus zegt dat als je vijandig bent, je precies zo bent als een moordenaar. Dat is precies hetzelfde. Maar zo denken wij... met de menselijke geest. Dan beginnen wij een onderscheid te maken: mensen met geld, mensen die arm zijn. ‘Johannes de moordenaar’ ‘Bill, de rechtvaardige’ ‘ga maar op de 1ste rij zitten, Bill.’ En tegen de moordenaar: ‘ga jij maar achterin zitten, wij willen niet echt met jou praten.’ Zie je hoe wij oordelen op uiterlijk in plaats van het geestelijke? De waarheid is dat wij allemaal zondaars zijn. Gods Kerk is een plaats voor zondaars. Wij zijn allemaal zondaars. Wij hebben allemaal verschillende zonden, verschillende attitudes, wij zijn allemaal zondaars. Gods Kerk is de beste plaats voor ons. Want Gods Kerk, roept zondaars op om, door Gods geest, anders te gaan denken. Is dat niet geweldig om te weten? Ik ben blij dat ik anders ben dan 30 jaar geleden. In sommige dingen ben ik niet echt veranderd, daar vecht ik nog tegen. Maar ik ben anders, ik ben een ander persoon. Ik ben blij dat ik een ander persoon ben en ik kijk heel erg uit naar het moment dat ik totaal anders kan zijn! Ik zal op een bepaald moment verandert worden en dan zal ik nooit meer aan zonden denken. Fantastisch! ..Fantastisch! Vers 4 Zoudt gij dan geen onderscheid maken onder elkander zijt rechters geworden van kwade overleggingen? 5 Hoort, mijn geliefde broeders! Heeft God niet de armen van de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof om te leven in de waarheid en erfgenamen van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben? Maar waarom nemen wij deze beslissingen? Zijn wij niet allen zondaars? Zijn wij niet allen geroepen? En is ons niet allemaal het Koninkrijk beloofd? Zijn wij niet allen erfgenamen? Als wij het fysieke met het geestelijke vergelijken.. om ons te helpen... als iemand, een familielid of niet, naar ons toe zou komen en zeggen: ‘he, ik wou je even laten weten Wayne, dat ik binnen ongeveer 5 weken ga sterven en ik laat jou 16 miljoen na. Ik heb 10 huizen, 400 paarden. Ik ben zo rijk en het zal allemaal van jou zijn.’ Zou jij opgewonden zijn? Zou je? Wel, de menselijke geest... je zou super opgewonden zijn! Want het eerste waar je aan denkt is, het uitgeven voor hij gestorven is, begin je het al uit te geven. ’16 miljoen.. wel, ik ga dit ermee doen...’ en je zou het allemaal uitgeven. Maar je zou heel erg opgewonden zijn. Je zou zelfs blij zijn met zijn dood! ‘Dit is goed nieuws!’.. voor jou, voor Wayne. Zouden wij niet opgewonden moeten zijn over wat God de Vader en Jezus Christus ons beloofd hebben: eeuwig leven in het Koninkrijk van God? Rijkdom, dat gaat je verbeelding te boven. Waarom zijn wij niet opgewonden? Waarom vechten wij niet ijverig? Omdat wij een foute manier van denken hebben! Wij zouden opgewonden moeten zijn over Gods manier van leven, omdat die leidt tot rijkdom, geestelijke rijkdom! Elohim! Het is een tijd om opgewonden te zijn! Wij, als Gods volk, zouden gemotiveerd moeten zijn, zouden in de geest moeten wandelen, doelgericht, omdat wij het resultaat 16
zien. Deze fysieke rijkdom zou tijdelijk zijn, het zou verdwijnen. Ik zou het verpesten Ik zou het allemaal opmaken. Dat weet ik! De realiteit is dat wij moeten leren in God te vertrouwen. God zorgt voor ons en wij moeten opgewonden zijn. Niet over de fysieke dingen des levens, maar de geestelijke dingen des levens! De waarheid die God ons geeft! De beloften in het leven die God ons geeft! De belofte van de wederkomst van Christus! De belofte van het Millennium! De verwijdering van Satan! Dat is wat ons motiveert! Daarom zouden wij doelgericht moeten wandelen! Dit IS Gods Kerk! Hier werkt God! Ik weet dat Hij in mij werkt. En wij zouden allemaal moeten weten dat Hij in ons werkt. Wij zijn anders dan de wereld. Vanaf de dag dat wij geroepen werden. En wij moeten toegeven dat wij allemaal anders zijn, wij denken anders dan de wereld. God verandert ons! Vers 6 Doch gij hebt de arme man smadelijk behandeld. Zijn het niet de rijken, die u geweld aandoen en die u voor de rechtbanken slepen? 7 Lasteren zij niet de goede naam, die over u aangeroepen is? En die naam was ‘Christenen’. Beschimpen de rijken, de rijken in fysieke kennis, Gods Kerk, de Church of God – PKG niet?! Spreken zij niet over ons? Waarom proberen wij dan deze mensen te respecteren voor wat zij hebben? Het is allemaal niets! Wat zij hebben is niets in vergelijking met wat wij hebben! Wat wij hebben is iets dat God ons gegeven heeft. De geestelijke rijkdom die wij hebben kan je niet vergelijken met al het goud dat men heeft. Wij begrijpen de waarheid, zij geloven het, wij leven ernaar, wij wandelen in de geest. Vers 8 Indien gij echter de koninklijke wet vervult het bevel van de koning naar het schriftwoord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wel. Wij moeten anderen dienen, wij moeten onszelf opofferen en dan doen wij wel voor God. 9 Maar indien gij met aanzien des persoons handelt dat komt door hoe wij denken zo doet gij zonde; als wij aanzien des persoons hebben ten opzichte van mensen in de Kerk of buiten de Kerk, dan zondigen wij. Wij moeten iedereen liefhebben, dat is ons opgedragen ... en wordt van de wet bestraft als overtreders. Vers 10 Want wie de gehele wet zal houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle. En daar moeten wij over nadenken. Wij houden ons misschien aan 9 van de 10 Geboden, maar als we er één overtreden, dan is het hetzelfde als je ze allemaal zou overtreden. Dan verdienen wij de doodstraf, omdat wij gezondigd hebben. Veel mensen denken dat zij het heel goed doen in het leven, omdat zij een bepaald aantal van de Geboden gehoorzaamt. Misschien gehoorzamen ze fysiek 6 van de Geboden en misschien nog 3 anderen maar zij gehoorzamen niet aan het Gebod om de Sabbat te heiligen. Dan zegt God dat je schuldig bent aan het overtreden van alle Geboden! En we zullen alle 10 Geboden nog wel eens bespreken, en de principes erachter bekijken. Want als we er één overtreden, zijn wij schuldig aan het overtreden van alle Geboden. Ze horen namelijk allemaal samen. En het gaat om de geestelijke achterliggende gedachte. Het gaat over hoe wij denken. Dus als wij er eentje overtreden, dan overtreden wij ook alle andere 9 Geboden. Ze zijn namelijk allemaal verbonden door de geestelijke achterliggende gedachte van de wet. En misschien hebben wij tijd om daar dieper op in te gaan, we zullen moeten afwachten. Vers 11 Want Die gezegd heeft: Gij zult geen overspel doen, een onwettige fysieke of geestelijke relatie, het is namelijk fysiek maar ook geestelijk overspel Die heeft ook gezegd: Gij zult niet doden. Faal niet in het liefhebben! Want Die gezegd heeft; gij zult geen overspel doen, Die heeft ook gezegd: gij zult niet doden. Of slechte gevoelens hebben ten opzichte van iemand anders ... zo zijt gij een overtreder der wet geworden. Zonde is zonde. En dan geldt dezelfde straf. Of wij nu 1 of alle 10 Geboden overtreden. 12 Spreekt alzo, en doet alzo daden als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden. Deze wet maakt ons denken vrij. Gods wet is een wet van vrijheid. Het laat ons de zonden zien. En door de macht van Gods geest kunnen wij bevrijdt worden van de straf voor het overtreden van de wet. Vers 13 want onbarmhartig geen vergeving zal het oordeel zijn over hem, die geen barmhartigheid bewezen heeft; wat er hier gezegd wordt is dat wij genade en barmhartigheid voor anderen moeten hebben. Hoe kunnen wij verwachten dat God ons vergeeft, barmhartig is voor ons, als wij niet van anderen houden, als wij niet barmhartig voor anderen zijn?! Barmhartig is een manier van denken, is een manier van leven ten opzichte van anderen. Als wij niet vijandig zijn ten opzichte Wandel in de geest
17
van anderen dan zullen wij vergevingsgezind zijn. Want wat er ook gezegd of gedaan wordt, dat maakt niet uit: wij zullen vergevingsgezind zijn. ‘Vader, vergeef hen, zij weten niet wat zij doen.’ In de Kerk geldt hetzelfde principe: wij vergeven elkaar. Wij zijn vergevingsgezind en wij zijn nederig. Wat andere mensen ook zeggen of doen. Wij zijn genadig in ons oordeel over anderen. Wij plaatsen onszelf niet in de schoenen van een rechter, wij hebben geen veroordelende houding. Als wij niet vriendelijk willen zijn tegen anderen, dan kunnen we ook niet verwachten dat God ons vriendelijk behandeld. Waarom zouden wij iets van God verwachten als datgene wat wij van God verwachten, weigeren te doen?! Vers 14 wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben God gelooft als hij geen werken heeft? Als jij geloof hebt, als ik geloof heb, dan zou ik dat moeten zien in of door wat ik doe. Want ik kan geloof hebben en zeggen dat ik geloof heb, maar als ik dat niet in mijn leven toepas, in mijn omgang met anderen, wat houdt dat dan in? Dan is er iets fout! ...kan dat geloof hem behouden? Nee! Wij moeten wandelen in en leven volgens Gods manier van leven. En dat houdt in dat jij jezelf moet opofferen ten bate van anderen. Wij moeten genadig zijn, barmhartig en geloof hebben. Wij moeten ons geloof uitstralen door onze daden in ons leven. Wij moeten in de geest wandelen, uit onze daden zou men moeten kunnen opmaken dat wij geloof hebben. Vers 15 Indien er nu een broeder of zuster naakt zou zijn, en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel; 16 En iemand van u tot hen zou zeggen: gaat henen in vrede, wordt warm en wordt verzadigd; ik hoop dat het allemaal goed komt voor jou en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des lichaams, wat nuttigheid is dat? Wat baat het? Wij moeten liefde toepassen in alles wat wij doen. Ik weet dat er mensen hier naar luisteren, die niet in de Kerk zijn, en dit waarschijnlijk niet begrijpen. Maar zo is het nu eenmaal. Het gaat om de geestelijke betekenis, van wat wij doen, waarom wij doen wat wij doen. Er staat gaat henen in vrede, wordt warm en wordt verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet geven wat nodig is, wat baat het? Vers 17 Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. Omdat wij het niet toepassen in het leven. Hoe wij leven maakt duidelijk wat wij geloven. De werken zijn de toepassing van gerechtigheid, genade, vergeving, geduld, lankmoedigheid, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en liefde... de vruchten van de geest. Wij moeten dit allemaal in ons leven hebben, ten opzichte van anderen, door de manier waarop wij denken, maar het moet ook duidelijk zijn in wat wij doen. Vers 18 Maar zal iemand zeggen: Gij hebt geloof en ik heb werken. Toon mij dan uw geloof zonder de werken, zonder jouw daden, de dingen die jij doet aken duidelijk wat jij gelooft en ik zal u mijn geloof tonen uit mijn werken. Door wat ik doe, omdat ik van iedereen houd. Ik zoek niet uit van wie ik wel en niet houd. 19 Gij gelooft, dat God een enige God is, gij doet wel; de duivelen geloven het ook en zij sidderen. Vers 20 maar wilt gij weten, o dwaze mens, dat het geloof zonder de werken dood is? Geloof zonder werken is dood, is nutteloos. De realiteit is dat wij geloof niet kunnen scheiden van onze daden, van hoe wij leven, hoe wij wandelen. Wij moeten in de geest wandelen. Verderop, in vers 26 Want gelijk het lichaam zonder geest het fysieke lichaam zonder de menselijke geest dood is, een lichaam zonder de menselijke geest is dood alzo is ook het geloof zonder de werken dood Het gaat om hoe wij leven, hoe wij wandelen, wij moeten in de geest wandelen. God eist dat wij Hem geloven, dat wij de waarheid geloven. Maar Hij verwacht ook van ons dat wij leven en wandelen in de geest. Wij moeten anderen liefhebben. Wij mogen niet vijandig zijn tegen anderen. En daar draait onze roeping om!
18
