Verdeling basisscholen gemeente Boxtel
Versie 8 november 2010 Arnhem
Inhoudsopgave
1
Inleiding ..................................................................................................................... 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
2
3 3 4 5 5 6
Landelijke context ...................................................................................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
3
Aanleiding ............................................................................................................... Probleem-, doel- en vraagstelling ............................................................................... Afbakening van het onderzoek ................................................................................... Beperking van het onderzoek..................................................................................... Onderzoeksmethodiek .............................................................................................. Leeswijzer ...............................................................................................................
Algemeen................................................................................................................ Leerlingenprognose .................................................................................................. Stichten basisschool ................................................................................................. Nevenvestiging basisschool ....................................................................................... Dislocatie ................................................................................................................ Verplaatsing/verhuizing schoolgebouw ........................................................................
7 7 8 8 9 9
Lokale context .......................................................................................................... 11 3.1 Algemeen...............................................................................................................11 3.2 Leerlingenprognose .................................................................................................12 3.2.1 Leerlingenprognose november 2009.....................................................................12 3.2.2 Leerlingenprognose en ruimtebehoefte juli 2010....................................................14 3.3 Stichten basisschool ................................................................................................15 3.4 Nevenvestiging basisschool ......................................................................................16 3.5 Dislocatie ...............................................................................................................17 3.6 Verplaatsing/verhuizing school..................................................................................17 3.7 Interviews respondenten..........................................................................................20
4
Ruimtelijke ordening ................................................................................................ 21 4.1 4.2
Inleiding ................................................................................................................21 Locatie van de school ..............................................................................................21
5
Financiën .................................................................................................................. 22
6
Conclusie……………………………………………………………………………………………………..24
Literatuurlijst ................................................................................................................. 25
2
1.
Inleiding
In dit hoofdstuk zal de aanleiding van het onderzoek worden besproken, net als de probleem-, doel- en vraagstelling. Vervolgens wordt ingegaan op de afbakening en de beperking van dit onderzoek. Daarna wordt beschreven op welke wijze het onderzoek zal worden uitgevoerd. 1.1
Aanleiding
In het beleidsakkoord 2010 – 2014 van de gemeente Boxtel staat ten aanzien van de verdeling van scholen voor basisonderwijs de volgende passage opgenomen: “In de afgelopen beleidsperiode is de tweede onderwijscarrousel in gang gezet, waardoor een herschikking van onderwijslocaties plaatsvindt. Voor onderwijshuisvesting worden de volgende afspraken gemaakt: • we zetten de tweede onderwijscarrousel in Oost voort; • we hebben de intentie om te komen tot vestiging van een basisschool in de wijk Munsel – In Goede Aarde als nader onderzoek de haalbaarheid aantoont; • met het oog daarop overleggen we met de partners in het veld en bereiden we een nieuwe rapportage voor waarin aangegeven staat waar een eventuele nieuwe school kan worden gevestigd en welke effecten dat heeft voor de andere scholen; er dient daarbij sprake te zijn van een evenwichtige verdeling van leerlingen en leegstand dient te worden voorkomen; ook de financiële consequenties worden meegewogen; • op basis van de rapportage vindt definitieve besluitvorming plaats over het programma van eisen voor de verhuizing van De Hobbendonken naar De Wilgenbroek en • op basis van de rapportage maken we in het najaar van 2010 een vernieuwd Integraal Huisvestingsoverzicht, waarin de plannen concreet gemaakt worden.” Het onderzoek, zoals verwoord bij het tweede opsommingsteken, wordt in deze rapportage nader uitgewerkt. Een besluit welke van de twee woningbouwlocaties zal worden ontwikkeld wordt in een later stadium door de gemeente Boxtel genomen, waarbij ook andere aspecten (ruimtelijke ordening, financiën etc.) nader beschouwd moeten worden. 1.2
Probleem-, doel- en vraagstelling
Probleemstelling Als gevolg van het ontbreken van primair onderwijs in de wijk Munsel – In Goede Aarde zijn ouders, verzorgers en leerlingen aangewezen op scholen in andere wijken van de gemeente Boxtel. Vanuit de Boxtelse samenleving (ouders, verzorgers, leerlingen) is een burgerinitiatief bij de gemeente Boxtel ingediend om te komen tot realisering van een (nieuwe) basisschool in de wijk Munsel - In Goede Aarde. De gemeenteraad heeft, mede ingegeven door het burgerinitiatief, een motie aangenomen waarin het college van burgemeester en wethouders is opgeroepen om de haalbaarheid te onderzoeken. Tevens heeft de gemeente Boxtel het voornemen om woningbouw in een (nieuw) uitbreidingsplan te realiseren. Het betreft twee potentiële locaties, namelijk: de wijk Munsel - In Goede Aarde (Goede Aarde) en De Oksel. Bij de ontwikkeling van één van beide locaties is het wenselijk om ook maatschappelijke voorzieningen, zoals een basisschool en kinderopvang (kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang), te realiseren.
3
Doelstelling In dit onderzoek worden de effecten en gevolgen van de uitbreiding met woningen voor beide potentiële woningbouwlocaties in relatie tot scholenbouw en leerlingenprognose nader verkend. Ook het theoretisch kader onderwijshuisvesting en de verantwoordelijkheden en rollen van verschillende actoren op het terrein van onderwijshuisvesting (stichting, verhuizing/verplaatsing etc.) horen daarbij. Het doel van dit rapport is dat de gemeente raad bij de behandeling van de begroting 2011 – 2014 de resultaten van dit onderzoek kan betrekken bij de besluitvorming, zodat een integrale beleidsafweging en keuze kan worden gemaakt. Vraagstelling Het onderzoek is uitgezet in een aantal vragen. De centrale vraag luidt als volgt: “Welke effecten heeft het bouwen van woningen, 325 in vijf jaar tijd, in Munsel - In Goede Aarde of in De Oksel op de leerlingenpopulatie en de behoefte en effecten op onderwijshuisvesting voor het basisonderwijs op deze locaties, ook voor Boxtel breed? De centrale vraag is uitgesplitst in een aantal deelvragen, te weten: 1. Analyseer de bestaande leerlingprognoses die zijn opgesteld voor de gemeente Boxtel. 2. Analyseer de plannen voor uitbreiding van woningen die worden opgesteld door de afdeling RO gemeente Boxtel, mede in voorbereiding op de Structuurvisie Boxtel 2011, inclusief de vraag waar in Boxtel deze woningen gerealiseerd gaan worden (Munsel - In Goede Aarde of in De Oksel). 3. Ga na wat de effecten zijn van het bouwen van een school in het zoekgebied Munsel - In Goede Aarde, inclusief In Goede Aarde (tussen de Noord-Zuidas en de A2 en tussen De Ketting en de Schijndelseweg). 4. Bij het nagaan van de effecten van een dergelijke school dient in beschouwing genomen te worden: a. de mogelijkheden die geboden worden door het toevoegen van een school, het opstarten van een dependance van een bestaande school of het verplaatsen van een school; b. de gewenste omvang van zo’n school in meerdere scenario’s in relatie tot de verdeling van alle leerlingen over de Boxtelse scholen (hierbij kunnen de basisscholen in de kernen Lennisheuvel en Liempde buiten beschouwing worden gelaten); c. de mogelijke locatie van de school binnen het zoekgebied (suggesties aan te leveren door afdeling RO) d. de effecten op de kwalitatieve samenstelling van de populatie van de Prinses Amaliaschool in relatie tot de wijk waar die school in staat; e. uitgegaan wordt van de bouw van een educatief centrum, inclusief kinderdagverblijf en BSO. 5. Geef een schatting op basis van kengetallen van de kosten van het bouwen van een dergelijke school, inclusief de opbrengsten van eventueel te verlaten locaties. 1.3
Afbakening van het onderzoek
Het onderzoek is gericht op de kern Boxtel en meer specifiek op de wijk Munsel - In Goede Aarde en de nog te ontwikkelen wijk De Oksel. Dit betekent dat de kernen Lennisheuvel en Liempde buiten beschouwing zal worden gelaten.
4
1.4
Beperking van het onderzoek
Voor het berekenen van de benodigde ruimtebehoefte en investeringen voor onderwijshuisvesting zou het wenselijk zijn om de bestaande leerlingenprognoses voor het primair onderwijs uit 2009 te actualiseren, zodat de woningbouwprogramma’s voor Munsel - In Goede Aarde en De Oksel in de herziene versie verwerkt worden met als uitgangspunt het vestigen, in welke vorm dan ook, van een onderwijsinstelling in deze wijken. De opdrachtgever heeft hier op geanticipeerd door een aanvullende leerlingenprognose (door Pronexus) voor de voornoemde wijken op te stellen. Opgemerkt moet worden dat in de onderzoeksvraag door de opdrachtgever de basisscholen in de kernen Lennisheuvel en Liempde (vraag 4b) buiten beschouwing kunnen worden gelaten, maar in de leerlingenprognose voor De Oksel is wel rekening gehouden met de basisschool in Lennisheuvel. Gelezen de aanleiding en de opdrachtformulering van het onderzoek is het een gegeven dat in het kader van de tweede onderwijscarrousel de verhuizing van De Hobbendonken naar De Wilgenbroek zal worden uitgevoerd. De uitkomsten van het onderzoek hebben slechts invloed op het programma van eisen (o.a. omvang huisvesting). Op grond van artikel 77, derde lid en 153, tweede lid WPO moeten de stichtings- en opheffingsnormen met ingang van 1 augustus 1998 telkens voor een tijdvak van 5 jaar bij ministeriële regeling worden aangepast. Op 1 augustus 2008 is er een nieuw tijdvak van 5 jaar ingegaan (en geldt tot 1 augustus 2013). Schoolbesturen die overwegen om scholen te stichten of te verplaatsen of die te maken hebben met scholen die onder de opheffingsnorm (dreigen te) vallen krijgen met deze regeling te maken. Voor de gemeente Boxtel is de instandhoudingsnorm (opheffingsnorm) op 97 en de stichtingsnorm op 200 bepaald. 1.5
Onderzoeksmethodiek
Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van: Literatuuronderzoek In eerste instantie vindt literatuuronderzoek plaats. Hierbij is de beschikbare literatuur met betrekking tot dit onderwerp onderzocht. Gekeken is naar wet- en regelgeving, Integraal Huisvestingsplan Boxtel 2008 – 2011, Uitvoeringsprogramma onderwijshuisvesting Boxtel 2010, leerlingenprognose (november 2009) en aanvullende prognose (juli 2010) voor Munsel - In Goede Aarde en De Oksel op basis van realisatie met 325 woningen, woningbouwprogramma’s en andere relevante publicaties met betrekking tot onderwijshuisvesting. Interviews De onderzoekers hebben gesproken met vertegenwoordigers van de schoolbesturen: Sint Christoffel, STROOMM en Katholiek Onderwijs Breukelen over de plannen van de gemeente Boxtel om te komen tot herschikking van onderwijslocaties op basis van de uitkomsten van dit onderzoek. Er is ook gesproken met de vertegenwoordigers van twee kinderopvanginstellingen, namelijk Kindercentrum Kindertuin Boxtel en Kinderopvang Humanitas, die op dit moment kinderopvang organiseren in de gemeente Boxtel.
5
Ruimtebehoefte – en normkosten model primair onderwijs E&S advies en management heeft een ruimtebehoefte- en normkosten model primair onderwijs ontwikkeld, zodat op een relatief eenvoudige manier de ruimtebehoefte en investering (voor nieuwbouw) kan worden berekend. Dit ruimte- en normkosten model gaat uit van de normen zoals opgenomen in de model Verordening voorzieningen onderwijs huisvesting van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 1.6
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de literatuurverkenning nader uiteengezet. Ingegaan wordt op de landelijke context, de zorgplicht van de gemeente , de leerlingenprognose en welke mogelijkheden er zijn op basis van wet- en regelgeving om te komen tot een basisschool. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de lokale context, en de twee leerlingenprognoses en de operationalisering van de verschillende mogelijkheden om een basisschool te realiseren en de consequenties hiervan. Ook wordt stilgestaan op de hoofdlijnen van de gehouden interviews met vertegenwoordigers van de schoolbesturen en kinderopvanginstellingen. Tot slot vindt beantwoording plaats van de centrale vraag van het onderzoek. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan om de aspecten op het terrein van ruimtelijke ordening zoals die gelden voor Munsel - In Goede Aarde en De Oksel en potentiële schoollocaties. In hoofdstuk 5 vindt uitwerking plaats van de financiële consequenties. Tot slot treft u in hoofdstuk 6 de conclusies aan.
6
2
Landelijke context
2.1
Algemeen
Sinds 1997 is de verantwoordelijkheid van de onderwijshuisvesting voor het primair en voorgezet onderwijs van het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd. De rijksregelingen waren erg gecompliceerd, bureaucratisch en afstandelijk en men was van mening dat dit op lokaal niveau beter, sneller en efficiënter kon worden geregeld. Daarmee is de zorgplicht voor de onderwijshuisvesting naar de gemeente n gegaan en vastgelegd in ‘de wet primair onderwijs’, ‘de wet op het voortgezet onderwijs’ en ‘de wet op de expertisecentra’. Deze zorgplicht betreft voor het primair onderwijs en (voortgezet)speciaal onderwijs in grote lijnen de verantwoordelijkheid om te voorzien in voldoende capaciteit, inrichting, uitbreiding, (groot) onderhoud buitenzijde gebouwen, (vervangende) nieuwbouw, verzekeringen, vergoeding onroerend zaak belasting, voorzien in en exploitatie van ruimte voor bewegingsonderwijs. 2.2
Leerlingenprognose
Wettelijke verplichting In beginsel moet bij een aanvraag voor een voorziening ook een prognose van het te verwachten aantal leerlingen worden overgelegd. Een prognose is niet nodig als het gaat om de (eerste) inrichting van onderwijsleerpakket en meubilair, medegebruik, herstel constructiefouten, herstel in verband met schade en de huur van een sportterrein. Voor een aanvraag van een voorziening voor permanent gebruik moet de prognosetermijn ten minste 15 jaar zijn, te starten met het gewenste jaar van bekostiging. Indien het gaat om een voorziening voor tijdelijk gebruik kan met een korte termijn prognose worden volstaan. Voedingsgebied Als voorwaarde om wijken of gebieden (herkomstgebied) binnen het voedingsgebied van de school te laten vallen, geldt dat minimaal 70 procent van de scholieren hieruit afkomstig is. Bijvoorbeeld: als van een school 25 procent van de leerlingen afkomstig is uit buurt A, 30 procent uit buurt B en 20 procent uit buurt C, vormen de drie wijken gezamenlijk een voedingsgebied van deze school. Overigens worden tenslotte de prognoses van de basisgeneratie van de relevante herkomstgebieden van de school gekoppeld aan de waargenomen belangstelling voor de school vanuit de herkomstgebieden. Hierbij zijn cijfers uit het recente verleden behulpzaam. In de analyse van de belangstelling voor een school van 4 tot en met 12 jarigen kan ook de belangstelling van de 4 en 5 -jarigen meegenomen worden, indien deze gegevens aanwezig zijn. Zo kan een nauwkeurige onderbouwing worden gegeven van de belangstelling voor de toekomst. Directe meting Het betreft het onderzoek naar de voorkeuren van ouders voor de richting van de te stichting school. De minister accepteert geen deelonderzoek onder bijvoorbeeld de (eerste) bewoners van het voedingsgebied. De directe meting dient te voldoen aan enkele minimum voorwaarden.
Er dienen twee prognoses te worden ingediend, te weten een op basis van het reguliere belangstellingspercentage en een op basis van het belangstellingspercentage dat is gebaseerd op de resultaten van de directe meting. Uiteraard kan de directe meting in nieuwbouwgebieden alleen dan plaatsvinden als in dat gebied reeds een gedeelte van de nieuwbouw is gerealiseerd. Indien de prognose tevens gegevens bevat
7
naar aanleiding van de directe meting moet deze prognose aan een aantal extra voorwaarden voldoen. Het onderzoek directe meting mag niet langer dan drie jaar geleden zijn uitgevoerd, een en ander gerekend vanaf het moment van het indienen van het verzoek om opname van de school op het plan van scholen. Bovendien moet de directe meting zijn uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau op basis van een schriftelijke enquête. De directe meting moet verder zijn gebaseerd op een representatieve aselecte steekproef uit de onderzoekspopulatie die bestaat uit ouders of verzorgers van kinderen van 0 tot en met 11 jaar, woonachtig in het voedingsgebied van de gewenste school. Naast het feit dat de anonimiteit van de ondervraagden zijn gegarandeerd, moet het onderzoek gericht zijn op de voorkeuren van de ondervraagden voor alle richtingen.
2.3
Stichten basisschool
Op het gebied van de stichten van nieuwe onderwijsinstellingen heeft de gemeente een belangrijke rol. Verzoeken om een nieuwe school voor het primair onderwijs te mogen stichten moeten bij de gemeenteraad worden ingediend. Plan van nieuwe scholen Om voor bekostiging door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) in aanmerking te komen dient een nieuw te stichten openbare of bijzondere basisschool te worden opgenomen in het door de gemeente vast te stellen "Plan van Scholen". Het Plan van Scholen bestrijkt drie achtereenvolgende schooljaren, volgend op het jaar van de vaststelling. De Wet op het Primair Onderwijs (WPO) beschrijft in artikel 74 tot en met 85 de procedure voor het Plan van Scholen. Schoolbesturen kunnen vóór 1 februari van het jaar van vaststelling de gemeente verzoeken om een nieuw te stichten school op te nemen in het Plan van Scholen. Het verzoek moet worden voorzien van een prognose van het aantal verwachte leerlingen. De gemeente raad stelt het Plan van Scholen vóór 1 augustus vast en stuurt dit binnen 2 weken ter goedkeuring naar OCW. De Minister besluit vóór 1 januari. De realisatie van de onderwijshuisvesting verloopt via een separate planprocedure, die is vastgelegd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Boxtel. Stichtingsnormen Voor scholenstichting geldt vaak een zogenaamde minimumstichtingsnorm. Deze is in de Wet vastgelegd en afhankelijk van de grootte van de gemeente of verzorgingsgebied van de school. Voor het basisonderwijs bijvoorbeeld geldt voor de gemeente Boxtel een norm van 200 leerlingen. Een nieuw te stichten basisschool moet binnen vijf jaar na opening en 15 jaar daarna minimaal 200 leerlingen tellen. 2.4
Nevenvestiging basisschool
In de begripsomschrijving van nevenvestiging in artikel 1 WPO wordt de nevenvestiging omschreven als een deel van de school voor basisonderwijs. Dit betekent dat de voorschriften die in de wet worden gegeven ten aanzien van de school automatisch tevens betrekking hebben op de nevenvestiging en dat hoofdvestiging en nevenvestiging als een geheel, te weten de school, dienen te worden beschouwd. Een nevenvestiging is altijd een (voormalige) zelfstandige school en maakt na fusie deel uit van een hoofdvestiging die op zichzelf aan de opheffingsnorm voldoet. Op het moment dat de hoofdvestiging moet worden opgeheven, verliest ook de nevenvestiging het recht op bekostiging.
8
De bekostiging van een nevenvestiging dient ingevolge artikel 85 WPO voor 1 februari bij het ministerie van OCW te worden aangevraagd. Sprake is van een fatale datum. Na verkregen goedkeuring dient de aanwezigheid van een nevenvestiging jaarlijks voor 1 februari bij het ministerie te worden gemeld. Een gunstige beslissing wordt verkregen (onder meer) indien het aantal leerlingen op de relevante teldatum tenminste 50 bedraagt en er binnen een straal van 3 kilometer zich geen andere school van dezelfde richting bevindt (voorwaarde artikel 158, lid 1b WPO) of de school met behulp van de gemiddelde schoolgrootte systematiek in stand kan worden gehouden (artikel 157 WPO). Indien aan een van deze situaties kan worden voldaan, dient wel rekening te worden gehouden met de voorwaarde dat de nevenvestiging administratief niet gekoppeld mag worden aan een school die momenteel met behulp van de gemiddelde schoolgrootte systematiek in stand wordt gehouden. 2.5
Dislocatie
In het onderwijs en bij het basisonderwijs in het bijzonder geldt, dat een instituut qua (onderwijskundige) organisatie het meest efficiënt is gehuisvest in één gebouw. Dit uitgangspunt ligt ten grondslag aan de bekostiging van het instituut door het rijk en de ruimtebehoefte berekening. Vaste bedragen per instituut, de zgn. vaste voet, komen eenmaal voor en verschillende ruimten (zoals directie- en personeelsruimte, speellokaal en andere specifieke lokalen) worden maar één keer meegerekend. Indien er ruimtetekort is in het hoofdgebouw kan er sprake zijn van gebruik van een gebouw elders, de zogenaamde dislocatie, een vestiging van tijdelijke aard. Omdat een dislocatie dient voor het opvangen van een tijdelijke piek in de leerlingenaantallen uit het voedingsgebied van de (hoofd)school, ligt een dislocatie normaliter zo dicht mogelijk in de buurt van het hoofdgebouw. In verband hiermee zijn criteria ten aanzien van verwijzing in de Verordening opgenomen: binnen een maximale afstand, 2000 meter hemelsbreed, wordt verwezen naar het dichtstbijzijnde schoolgebouw met leegstand. 2.6
Verplaatsing/verhuizing schoolgebouw
Van verplaatsing is in artikel 84 WPO sprake indien een bestaande school in een ander voedingsgebied wordt gehuisvest. Een schoolbestuur kan voor een dergelijke keuze worden gesteld als bijvoorbeeld binnen het voedingsgebied van een school onvoldoende leerlingen wonen om de school te kunnen behouden, terwijl elders wel een voedingsgebied (nieuwbouwwijk) aanwezig is met voldoende leerlingen. De voorwaarden die in de wet worden gesteld voor het verplaatsen van een school is dat daarmee het stichten van een school wordt voorkomen. Bij het verzoek dat rechtstreeks bij de minister moet worden ingediend, dienen dezelfde gegevens te worden ingestuurd als bij het stichten van een nieuwe school. Bij de beoordeling van het verzoek om de school te mogen verplaatsen, zal de minister toetsen of de stichtingsnorm wordt gehaald conform de stichtingsprocedure, welke 10/6 van de voor de gemeente, geldende opheffingsnorm bedraagt, berekend op grond van artikel 154 WPO, met een minimum van 200 leerlingen. De leerlingen die thans op de te verplaatsen school zitten mogen niet bij de prognose van het aantal leerlingen worden betrokken. Bij de beoordeling van het verplaatsingsverzoek zal voor de bepaling van de relevante leegstand in andere onderwijsgebouwen, het gebouw van de te verplaatsen school niet worden meegerekend. Dit houdt in dat, als de leegstand het probleem is, eerder de mogelijkheid bestaat om een school te verplaatsen dan om een nieuwe school te stichten. Bij het verplaatsen van de school mogen niet zodanige negatieve gevolgen voor het leerlingenaantal van een andere school optreden dat deze daardoor in het voortbestaan worden bedreigd. Verplaatsing leidt altijd tot verhuizing, maar niet alle verhuizingen leiden tot verplaatsing in de zin van de wet, dat wil zeggen raken aan de stichting/instandhouding van scholen. Indien minimaal 70
9
procent van de leerlingen uit het oude voedingsgebied de school blijft bezoeken is geen sprake van verplaatsing in formele zin maar van verhuizing. Zowel bij verhuizing als bij verplaatsing is het schoolbestuur gehouden bij het gemeentebestuur een verzoek voor nieuwe huisvesting in te dienen. Bij de beoordeling van het huisvestingsverzoek is het voor de gemeente van belang zorgvuldig vast te stellen of sprake is van verhuizing dan wel van verplaatsing. Een onzorgvuldige beslissing of volstaan kan worden met een verhuisbericht, kan er gemakkelijk toe leiden dat een ander schoolbestuur zich benadeeld voelt en het oordeel van de minister hierover inroept. Indien achteraf wordt vastgesteld dat ten onrechte geen verplaatsingsverzoek is ingediend, kan dit in het uiterste geval tot een sanctie leiden, met mogelijke negatieve financiële gevolgen voor de gemeente. Het gemeentebestuur zal in voorkomende situatie de behandeling van het verzoek om nieuwe huisvesting aanhouden tot het ministerie goedkeuring heeft gegeven op het verzoek tot verplaatsing.
10
3
Lokale context
3.1
Algemeen
De gemeentelijke zorgplicht voor de onderwijshuisvesting is beschreven in artikel 91 van de wet op het primair onderwijs(WPO), artikel 76b van de wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en artikel 89 van de wet op de expertise centra (WEC). Om uitvoering te geven aan de gemeentelijke zorgplicht is het beleid voor onderwijshuisvesting vastgelegd in een gemeentelijke verordening. De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Boxtel is ontleend aan het model van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De verordening op zich is overigens niet het meest relevant als het gaat om het eigen beleid van de gemeente. De bijlagen bij de verordening zijn wat dat betreft veel relevanter, omdat daarin normen en criteria voor de toekenning (of afwijzing) van huisvestingsvoorzieningen zijn opgenomen. In principe heeft de gemeente alle mogelijk beleidsruimte binnen de wetgeving zolang maar aan de bepalingen van de WPO, WVO en WEC wordt voldaan. De zorgplicht en de aard van de voorzieningen zijn in de wet bepaald waarbij minimale criteria zijn vastgesteld. Daarnaast is het mogelijk om in overleg met de onderwijspartners aanvullend beleid vast te stellen. Een algemene bepaling is dat “de voortgang van het onderwijs” niet in gevaar mag komen. Vanzelfsprekend dient de gemeente rekening te houden met wetgeving en de jurisprudentie zoals op basis van het bestuursrecht is ontstaan. De systematiek van de wetgeving gaat er van uit dat de schoolbesturen elk jaar voor 1 februari aanvragen indienen om in aanmerking te komen voor een voorziening in de huisvesting. In de verordening staat beschreven aan welke criteria de aanvragen moeten voldoen en welke informatie moet worden overlegd. De gemeente neemt over de ingediende aanvragen een beslissing voor 31 december van het jaar van indiening. Op het programma worden de voorzieningen geplaatst die zijn gehonoreerd en op het overzicht worden de voorzieningen geplaatst die zijn afgewezen. Het schoolbestuur kan – mits de aanvraag wordt gehonoreerd - derhalve pas op 1 januari van het jaar volgend op het jaar van indiening met de realisering van de voorziening beginnen. De verordening kent ook “spoedaanvragen”. Er kunnen zich omstandigheden voordoen die een snel handelen van bestuur en gemeente noodzakelijk maken. Als een school afbrandt zal de betreffende gemeente alles in het werk stellen om zo snel mogelijk een nieuw gebouw, desnoods een tijdelijk gebouw, te realiseren zodat het onderwijs weer snel verder kan. Gemeenten zijn over het algemeen niet erg scheutig met het erkennen van spoed bij een aanvraag. Een schoolbestuur moet ook altijd aangeven waarom de aangevraagde voorziening niet via de reguliere procedure kon worden aangevraagd en dat de voorziening gelet op de voortgang van het onderwijs geen uitstel kan leiden. Daarnaast heeft de gemeente Boxtel een Integraal Huisvestingsplan, periode 2008 – 2011, met beleidsvoornemens op het gebied van onderwijshuisvesting vastgesteld. Demografische ontwikkelingen Volgens onderzoeken zullen binnen twintig jaar ruim de helft van alle gemeente n te maken krijgen met een daling van de bevolking. Ook zullen er meer ouderen en minder kinderen zijn. Per gemeente kunnen de ontwikkelingen echter sterk verschillen. De verwachting van de gemeente Boxtel is dat de totale bevolkingssamenstelling voor de gemeente Boxtel globaal gezien zich zal stabiliseren op het huidige niveau .
11
3.2
Leerlingenprognose
De gemeente Boxtel hanteert voor de lange en korte termijn een leerlingenprognose voor het basisonderwijs. Op basis van de prognose is de ruimtebehoefte voor onderwijshuisvesting berekend. Voor beide berekeningen wordt gebruik gemaakt van het softwarepakket G4PRO (Pronexus). 3.2.1
Leerlingenprognose november 2009
De laatst opgestelde leerlingenprognose dateert van november 2009. Zoals eerder vermeld (paragraaf 1.4 van het onderzoek) is in deze leerlingenprognose geen rekening gehouden met de vestiging van een basisschool in één van de potentiële woningbouwlocaties (Munsel - In Goede Aarde en De Oksel). Om overeenstemming te houden met de leerlingenprognose van november 2009 beoordelen wij de rapportage in zijn totaliteit, dus ook inclusief de kernen (en basisscholen) Liempde en Lennisheuvel. Op basis van de onderzoeksvraag (nummer 1) wordt een nadere analyse van de bestaande leerlingenprognose gevraagd. Als uitgangspunt voor de bestudering van de lokale situatie gaat de leerlingenprognose uit van een verdeling van de gemeente Boxtel in zes voedingsgebieden. Het betreft: Boxtel Centrum, Boxtel Oost, Boxtel Noord, Munsel - Selissen, Lennisheuvel en Liempde. De meest recente teldatum gegevens, die van 1 oktober 2009, vormen de basis voor de uiteindelijke leerlingenprognose. Basisgeneraties 4 – 12 jarige gemeente Boxtel De basisgeneratie 4 – 12 jarige gemeente Boxtel geeft voor de lange termijn (tot 2029) een vermindering van de basisgeneratie weer. Het verschil is, tussen de jaren 2010 en 2029, een negatieve ontwikkeling van 192 van de basisgeneratie. Op de korte termijn (tot 2015) is er sprake van een positieve ontwikkeling van 70 van de basisgeneratie. Voedingsgebied
2010
2015
2020
2025
2029
Verschil
Boxtel Centrum Boxtel-Oost Boxtel-Noord Munsel - Selissen Lennisheuvel Liempde Totaal
650 936 317 395 138 574 3010
667 994 303 446 116 554 3080
634 984 310 430 101 501 2960
608 968 298 405 100 487 2866
596 953 296 393 100 480 2818
-54 17 -21 -2 -38 -94 -192
Tabel I ‘basisgeneratie 4 – 12 jarige’
Leerlingenprognose 4 – 12 jarige basisonderwijs gemeente Boxtel Om de leerlingenprognose te kunnen vervaardigen zijn er twee ontwikkelingen verwerkt, namelijk de ontwikkeling van de basisgeneratie en de ontwikkeling van de schoolkeuze. De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkste resultaten voor de lange termijn prognose. Voor het merendeel van de basisscholen is de verwachting dat het aantal leerlingen op de lange termijn zal afnemen, met als uitschieter basisschool De Oversteek waar een terugloop van het aantal leerlingen met 94 is te verwachten. Uitzonderingen zijn de basisscholen De Vorsenpoel en De Spelelier; hier wordt verwacht dat voor de lange termijn het aantal leerlingen zal toenemen, met respectievelijk 22 en 42 leerlingen.
12
Daarnaast is de verwachting dat de Prinses Amaliaschool beneden de opheffingsnorm van 97 zal komen, mocht dit aan de orde zijn dan wordt de bekostiging pas beëindigd als het leerlingenaantal gedurende drie achtereenvolgende schooljaren minder heeft bedragen dan de opheffingsnorm (artikel 153, lid 1 WPO). De wet kent nog een andere uitzonderingsbepaling waarop scholen die gedurende drie achtereenvolgende jaren met hun leerlingenaantal onder de opheffingsnorm zitten, een beroep kunnen doen. Het betreft de gemiddelde schoolgrootte (artikel 157 WPO). De school blijft voor bekostiging in aanmerking komen indien de gemiddelde schoolgrootte van alle scholen van het bestuur tenminste bedraagt 10/6 maal het gewogen gemiddelde van de opheffingsnormen van de gemeenten waarin een bestuur scholen heeft. Onderwijsinstellingen
2010
2015
2020
2025
2029
Verschil
19JG Sint-Petrus 03QY Angelaschool 04XZ Sint-Theresia 04XX Prinses Amaliaschool 04NC Molenwijkschool 19LR De Vorsenpoel 09QY De Spelelier 19MD De Hobbendonken 19KV De Beemden 06WB De Oversteek Totaal
234 486 144 98 213 340 294 228 217 534 2788
253 494 120 92 214 386 358 212 237 508 2874
243 475 106 94 212 379 352 207 233 459 2760
232 456 104 90 203 369 343 201 229 447 2674
227 447 104 90 200 362 336 197 225 440 2628
-7 -39 -40 -8 -13 22 42 -31 8 -94 -160
Tabel II ‘Leerlingenprognose 4 – 12 jarige basisonderwijs op basis leerlingenprognose november 2009’
Ruimtebehoefte onderwijshuisvesting De leerlingenprognose voor de lange termijn leidt tot een permanente ruimtebehoefte ontwikkeling basisonderwijs Boxtel. De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkste resultaten voor de lange termijn ruimtebehoefte onderwijshuisvesting in de gemeente Boxtel. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is dat voor de lange termijn de verwachting is dat er leegstand wordt voorzien van 14 lokalen. Als het wordt betrokken op de kern Boxtel dan betekent dit een leegstand van 9 lokalen op de lange termijn. De leegstand kan voor andere maatschappelijke doeleinden worden benut, zoals bijvoorbeeld kinderopvang, mits dit nog niet voorhanden is of worden onttrokken aan het onderwijs. Onderwijsinstellingen 19JG Sint-Petrus 03QY Angelaschool 04XZ Sint-Theresia 04XX Prinses Amaliaschool 04NC Molenwijkschool 19LR De Vorsenpoel 09QY De Spelelier 19MD De Hobbendonken 19KV De Beemden 06WB De Oversteek Totaal
Capac.
2010
2015
2020
2025
2029
Verschil
9 22 6 9 9 15 13 12 8 23 126
10 21 6 5 9 15 13 9 9 22 119
11 21 5 5 9 16 16 9 10 21 123
10 20 5 4 9 16 15 9 10 19 117
10 19 5 4 9 16 15 9 10 19 116
10 19 5 4 8 15 14 8 10 19 112
1 -3 -1 -5 -1 0 1 -4 2 -4 -14
Tabel III ‘Ruimtebehoefte op basis van leerlingenprognose november 2009’
13
3.2.2
Leerlingenprognose en ruimtebehoefte juli 2010
Onderstaand treft u de leerlingenprognose en ruimtebehoefte inclusief de vestiging met een basisschool in de woningbouwlocaties Munsel - In Goede Aarde en De Oksel. Munsel - In Goede Aarde In onderstaande tabel zijn de gevolgen voor de leerlingenstromen in beeld gebracht indien gekozen wordt voor het stichten van een nieuwe fictieve school in Munsel - In Goede Aarde. Weliswaar lijkt het leerlingenaantal op de fictieve school ruim voldoende om aan de stichtingsnormen te voldoen op de lange termijn. Echter het leidt tot forse vermindering van het leerlingenaantal op de andere basisscholen in de kern Boxtel (is exclusief Lennisheuvel en Liempde). Onderwijsinstellingen 19JG Sint-Petrus 03QY Angelaschool 04NC Molenwijkschool 19LR De Vorsenpoel 09QY De Spelelier 19MD De Hobbendonken 19KV De Beemden Fictieve school Munsel-In Goede Aarde Totaal
2010
2015
2021
2025
2029
Verschil
234 486 213 340 294 228 217
253 494 214 386 358 212 237 0
161 423 186 298 289 160 215 442
157 411 181 294 285 158 212 476
154 404 179 289 281 155 209 467
-80 -82 -34 -51 -13 -73 -8
2012
2154
2174
2174
2138
-341
Tabel IV ‘leerlingenprognose Munsel- Selissen juli 2010’
Op basis van de leerlingenaantallen zou het betekenen dat er een nieuwe school wordt gesticht voor 144 leerlingen. De opbouw van het aantal leerlingen van de fictieve school in Munsel - In Goede Aarde is 144 leerlingen als gevolg van de woningbouw en 323 leerlingen instroom van de overige scholen. In onderstaande gegevens is gerekend met een bouw tempo van 325 woningen in 5 jaar te realiseren. De realisatie van de fictieve basisschool in Munsel - In Goede Aarde heeft geen invloed op de leerlingenaantallen bij de Prinses Amaliaschool, Sint Theresia en de Oversteek omdat er momenteel, op basis van de gegevens die bekend zijn bij Pronexus, geen leerlingen uit Munsel - In Goede Aarde staan ingeschreven op deze scholen. Onderwijsinstellingen
19JG Sint-Petrus 03QY Angelaschool 04NC Molenwijkschool 19LR De Vorsenpoel 09QY De Spelelier 19MD De Hobbendonken 19KV De Beemden Fictieve school Munsel-In Goede Aaarde
Prognose November 2009
Prognose juli 2010
Verschil 2029
Extra lokalen leegstand
Totaal leegstand 2029
227 447 200 362 336 197 225
154 404 179 289 281 155 209 467
-73 -43 -21 -73 -55 -42 -16
3 2 1 3 2 2 1
2 5 2 3 1 6 -1
-323
-14
18
Tabel V ‘Ruimtebehoefte vergelijking leerlingenprognoses’
14
De Oksel Op basis van de bouw van 325 woningen in een periode van vijf jaar, tijdvak 2016 - 2020, laat onderstaande tabel een verwachte instroom van leerlingen zien van de fictieve school in De Oksel.
Fictieve school De Oksel
2016
2020
2025
2030
11
76
156
153
Tabel VI ‘Leerlingenprognose juli 2010 De Oksel
Conclusie: Als een gevolg van de toen bekende demografische ontwikkelingen op basis van de toen geplande woningbouw, voorzag de leerlingenprognose van november 2009 voor de gemeente Boxtel een overschot van 14 lokalen in 2029, inclusief Lennisheuvel en Liempde. Op basis van de bouw van 325 extra woningen in Munsel - In Goede Aarde of De Oksel in de periode 2015-2020 wordt deze leegstand verminderd. Deze extra woningbouw levert in 2029 een extra leerlingenaantal op van 144, waardoor het overschot daalt naar 7 lokalen.
3.3
Stichten basisschool
Voor het stichten van een basisschool is in de wet een zogenaamde minimumstichtingsnorm bepaald. Voor de gemeente Boxtel is deze bepaald op 200, met daaraan de eis dat de nieuw te stichten basisschool binnen vijf jaar na opening en 15 jaar daarna minimaal 200 leerlingen zal tellen. Daarnaast zijn in het beleidsakkoord 2010 – 2014 van de gemeente Boxtel nadere afspraken gemaakt ten aanzien van de verdeling van scholen voor het basisonderwijs. Alle drie de schoolbesturen hebben wel hun interesse uitgesproken om in aanmerking te komen voor de stichting van een nieuwe basisschool, indien uit onderzoek wordt aangetoond dat het haalbaar is. Munsel - In Goede Aarde Het gemeentebestuur heeft de intentie om te komen tot vestiging van een basisschool in de wijk Munsel - In Goede Aarde indien uit onderzoek blijkt dat de haalbaarheid wordt aangetoond. Over de vorm (nieuw te stichten, nevenvestiging etc.) zijn geen uitspraken gedaan. In voorwaardelijke zin heeft het gemeentebestuur afgesproken dat leegstand voorkomen moet worden en dat er sprake moet zijn van een evenwichtige verdeling van leerlingen, als ook dat de financiële consequenties worden meegewogen. Op basis van beide leerlingenprognose (november 2009 en juli 2010) is het stichten van een nieuwe basisschool in de wijk Munsel – Selissen, mede in het licht van de nadere voorwaarden van het gemeentebestuur, niet realistisch omdat het leegstand zal bevorderen bij de overige basisscholen in de kern Boxtel. Bij realisatie van 325 woningen, zonder nieuwbouw van een school, is de verwachting dat het leerlingenaantal van scholen die leerlingen vanuit het voedingsgebied hebben zal toenemen. Dit kan leiden tot verzoeken van schoolbesturen om bepaalde scholen met permanente of tijdelijke huisvesting uit te breiden, dit is mede afhankelijk van de leerlingenprognoses (lange of korte termijn).
15
De Oksel De Oksel is een woningbouwlocatie die mogelijk in de toekomst zal worden ontwikkeld. In de bestaande leerlingenprognose van november 2009 is geen rekening gehouden met deze nieuwbouw ontwikkelingen. Uit de aanvullende leerlingenprognose van juli 2010 is geprognosticeerd dat er maximaal 144 kinderen zijn te verwachten. Voor de lange termijn wordt rond de 90 kinderen geraamd. Op basis van deze uitkomsten is het stichten van een nieuwe school niet mogelijk omdat niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten, binnen 5 jaar stichtingsnorm halen (200) en deze norm minimaal 15 jaar vasthouden.
Conclusie: Op grond van vereisten van wet- en regelgeving, meer specifiek het niet bereiken van de stichtingsnorm van 200 binnen vijf jaar en deze norm minimaal 15 jaar vasthouden, is het stichten van een nieuwe school in De Oksel niet mogelijk op basis van de nu bekende gegevens. Bij het stichten van een nieuwe school in Munsel - In Goede Aarde zal er extra leegstand ontstaan in de huisvestingscapaciteit elders in de kern Boxtel. Op basis van de bouw van 325 extra woningen, is het aantal extra leerlingen 144 en worden er 323 van andere scholen weggetrokken. Gevolg is dat er leegstand zal ontstaan bij die scholen, totaal 18 lokalen. Uitgangspunt is dat een nieuwe school in Munsel - In Goede Aarde een zelfstandige vestiging (Educatief Centrum) wordt. Op basis van een basisschool met 9 lokalen en nevenruimten, speellokaal en gymnastiekzaal stijgt de leegstand in de gemeente Boxtel tot 18 lokalen, exclusief Prinses Amaliaschool, De Oversteek en de Sint-Theresia. Indien de omvang van een nieuwe school in Munsel - In Goede Aarde wordt beperkt, heeft die school een beperkte functie voor de wijk en blijft gelden dat het overschot aan lokalen in 2029 toeneemt. Bij dit alles is geen rekening gehouden met alternatief gebruik van leegstaande klaslokalen, bijvoorbeeld in de vorm van extra verhuur aan kinderopvangvoorzieningen
3.4
Nevenvestiging basisschool
In paragraaf 2.4 van deze rapportage is ingegaan op de wettelijke context van een nevenvestiging. Op basis van deze vereisten is het realiseren van een nevenvestiging in de gemeente Boxtel niet mogelijk op beide woningbouwlocaties. De voornaamste reden is dat er binnen een straal van 3 kilometer zich andere scholen van dezelfde richting bevinden (voorwaarde artikel 158, lid 1b WPO). Alle drie de schoolbesturen hebben wel hun interesse uitgesproken om in aanmerking te komen voor een nevenvestiging, indien uit onderzoek wordt aangetoond dat het haalbaar is.
Op grond van wet- en regelgeving is het realiseren van een nevenvestiging in Munsel – Selissen of De Oksel niet mogelijk. De gevolgen voor de leegstand elders zullen even groot zijn als bij het stichten van een nieuwe school.
16
3.5
Dislocatie
Het realiseren van een dislocatie vindt voornamelijk plaats indien op de hoofdvestiging sprake is van ruimtegebrek, zodat een tijdelijke piek in de leerlingenaantallen uit het voedingsgebied van de (hoofd-)school op te vangen. Dit betekent dat de dislocatie zo dicht mogelijk bij de hoofdgebouw moet worden gerealiseerd omdat er veelal geen aanvullende voorzieningen (personeel- en directieruimtes, speellokaal etc.) worden gerealiseerd. Deze variant is haalbaar, maar op basis van de geformuleerde randvoorwaarden niet realistisch omdat gemeente Boxtel een gebouw wenst te realiseren welk voldoet aan de eisen van een educatief centrum inclusief gymnastiekzaal, kinderdagverblijf en Buitenschoolse opvang (BSO). Terwijl een dislocatie veelal geen volwaardig onderwijsaanbod heeft, zoals een hoofdvestiging die kent. Een dislocatie is aanvullend ten opzichte van de hoofdvestiging, tenzij de gemeente Boxtel extra middelen wil financieren om te komen tot een volwaardig onderwijs- en kinderopvang aanbod. Voorts geeft een dislocatie, voor het schoolbestuur, exploitatietechnisch nadelen. Dit geldt voor wat betreft het personeel, vanwege het feit dat de school dan op twee locaties is gehuisvest. Verder is het beheer van het gebouw op twee locaties nadelig en de kosten voor een dure exploitatie (gebouw en personeel) kan ten koste gaan van kwalitatief goed onderwijs aan de kinderen. Alle drie de schoolbesturen hebben wel hun interesse uitgesproken om in aanmerking te komen voor de stichting van een dislocatie, indien uit onderzoek wordt aangetoond dat het haalbaar is.
Conclusie: Een dislocatie is een (tijdelijke) locatie om het ruimtegebrek voor het hoofdgebouw op te vangen waar niet alle voorzieningen/faciliteiten zijn gerealiseerd. Een dislocatie voldoet niet aan de behoefte waar een school in Munsel - In Goede Aarde in zou moeten voorzien en blijft derhalve buiten beschouwing. Indien een dislocatie voorzien wordt van alle voorzieningen/faciliteiten is er feitelijk sprake van een nevenvestiging.
3.6
Verplaatsing/verhuizing school
De laatste optie betreft verplaatsing/verhuizing van een bestaande school. Een keuze voor verplaatsing voor een schoolbestuur kan zijn dat het voedingsgebied van een school onvoldoende leerlingen wonen om de school te kunnen behouden en dat elders een voedingsgebied (nieuwbouwwijk) aanwezig is met voldoende (toekomstig) potentieel aan leerlingen. De voorwaarden die in de wet worden gesteld voor het verplaatsen van een school is dat daarmee het stichten van een school wordt voorkomen. De procedure en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan zijn beschreven in paragraaf 2.6 van dit onderzoek. Dit betekent in ieder geval dat aan de stichtingsprognose moet worden voldaan. Bij het stichten van een nieuwe school wordt leegstand op andere scholen gecreëerd. Bij het verplaatsen van de school mogen niet zodanige negatieve gevolgen voor het leerlingenaantal van een andere school optreden dat deze daardoor in het voortbestaan worden bedreigd. Verplaatsing leidt altijd tot verhuizing, maar niet alle verhuizingen leiden tot verplaatsing in de zin van de wet, dat wil zeggen raken aan de stichting/instandhouding van scholen. Indien minimaal 70
17
procent van de leerlingen uit het oude voedingsgebied de school blijft bezoeken is geen sprake van verplaatsing in formele zin maar van verhuizing. Daarnaast moet consensus met alle schoolbesturen zijn om verhuizing mogelijk te maken. Munsel - In Goede Aarde In de nabijheid van de wijk Munsel - In Goede Aarde zijn een zestal basisscholen en één speciale school voor basisonderwijs gevestigd. Deze laatste wordt verder buiten beschouwing gelaten. Het betreft de navolgende basisscholen: 1. De Vorsenpoel; 2. OBS De Spelelier; 3. Hobbendonken; 4. Prinses Amaliaschool; 5. Sint-Petrus; 6. Jenaplanschool Molenwijk. Met uitzondering van openbare basisschool De Spelelier, schoolbestuur is STROOMM, vallen deze basisscholen allemaal onder het bevoegd gezag van Sint Christoffel. Het bestuur van het openbaar onderwijs (STROOMM) heeft de interesse uitgesproken om een school te vestigen in Munsel - In Goede Aarde, echter niet in de vorm van verhuizing/verplaatsing, maar op basis van andere opties, zoals het stichten van een school of een dislocatie van de huidige vestiging De Spelelier. Het schoolbestuur van de overige vier scholen, Sint Christoffel, is evenals het openbaar schoolbestuur geïnteresseerd om een school in Munsel - In Goede Aarde te vestigen. Het bestuur is bereid om een school te verplaatsen/verhuizen naar deze wijk, men spreekt zich echter (nog) niet uit welke school hun voorkeur zou hebben. Het bestuur stelt zich op het standpunt dat de gemeente Boxtel in eerste instantie een besluit moet nemen in welke vorm een school in Munsel In Goede Aarde zal worden gerealiseerd. Het derde schoolbestuur in de kern Boxtel betreft Stichting Katholiek Onderwijs Breukelen (Angelaschool). Ook dit schoolbestuur heeft de interesse uitgesproken om een school te vestigen in Munsel - In Goede Aarde, echter niet in de vorm van verhuizing/verplaatsing, maar op basis van andere opties, zoals het stichten van een school of een dislocatie van de huidige vestiging van de Angelaschool. Voor de kinderopvangorganisaties geldt dat zij eveneens belangstelling hebben om kinderopvang voorzieningen in Munsel - In Goede Aarde, waarbij transparantie van het proces wenselijk is. In dit onderzoek wordt geen uitspraak gedaan over welke bestaande basisschool in aanmerking komt voor verhuizing. De keuze, en om welke redenen, dient nader te worden onderzocht en uitgewerkt is samenwerking met de onderwijspartners in de gemeente Boxtel.
Conclusie: Verhuizing van een bestaande basisschool is de enig haalbare optie om nader uit te werken en te bespreken met de onderwijspartners. Het is niet zo dat elke school voor verplaatsing in aanmerking komt. Zo ligt het verplaatsen van een school niet voor de hand als die school recent ingrijpend gebouwd of verbouwd is, of als voorbereidingen daartoe al gestart zijn. Ook hoeft niet gekeken te worden naar scholen die niet hun huidige locatie willen opgeven, want dan is er immers sprake van het stichten van een nieuwe school, een nevenvestiging of een dislocatie. Ook scholen die hun voedingsgebied hebben op grote afstand van Munsel - In Goede Aarde, komen eveneens niet in aanmerking.
18
Welke optie(s) vanuit het perspectief van de gemeente Boxtel zijn (on-)mogelijk om een basisschool te verplaatsen/verhuizen? Als gevolg van de uitvoering van de tweede onderwijscarrousel is een verhuizing van De Hobbendonken naar de Wilgenbroek in voorbereiding en zal ook worden geëffectueerd. Dit betekent dat De Hobbendonken niet voor verplaatsing/verhuizing in aanmerking komt. Voor basisschool De Vorsenpoel en de Prinses Amaliaschool geldt dat hier de afgelopen periode in de gebouwen in het kader van de onderwijskundige vernieuwingen en eerste onderwijscarrousel is geïnvesteerd. Indien deze twee scholen betrokken zouden worden bij een verplaatsing/verhuizing dan moeten deze investeringen worden afgeschreven. De boekwaarde van basisschool De Vorsenpoel is € 3.429.000,--. Op basis van de leerlingenprognose, waarin een daling is waar te nemen voor lange termijn, zou de Prinses Amaliaschool in aanmerking kunnen komen voor verhuizing, maar gezien de investeringen is de boekwaarde van deze basisschool (inclusief gymzaal) € 4.074.000,--. De laatst overgebleven basisschool is de Jenaplanschool De Molenwijk die voor verplaatsing/verhuizing in aanmerking zou kunnen komen. Deze school is sinds januari 2005 gevestigd in gebouw op de hoek Achterberghstraat en de Speelmanstraat en is passend gehuisvest (9 stamgroepen). Deze Jenaplanschool is een bovenwijkse voorziening omdat leerlingen uit de gehele gemeente Boxtel staan ingeschreven (ongeveer 50% uit Boxtel en 50% uit de wijk) en de boekwaarde van het schoolgebouw is ‘slechts’ € 394.000,--. Een minpunt betreft de meerwaarde voor de wijk Munsel - In Goede Aarde waar het gaat om het plaatsen van kinderen uit deze wijk. Mocht in finale zin worden besloten om de Jenaplanschool De Molenwijk te laten verhuizen naar Munsel - In Goede Aarde dan zou dit tot gevolg kunnen hebben dat het aantal leerlingen in kwantitatieve zin op de Prinses Amaliaschool zal toenemen. Aangezien ouders veelal kiezen voor de school in de woonomgeving tenzij er andere redenen om te kiezen voor een school niet in de buurt, zoals bijvoorbeeld denominatie en/of onderwijskundig concept van de school. Conclusie: Vanuit het perspectief van de gemeente Boxtel is het ten eerste vanuit financieel oogpunt logisch om de Jenaplanschool De Molenwijk te laten verhuizen. Een keuze voor één van de andere basisscholen zal leiden tot kapitaalvernietiging, gezien de huidige boekwaarde van deze basisscholen. Ten tweede komt de helft van de leerlingen van deze school uit de gehele gemeente Boxtel (bovenwijkse voorziening). Veronderstelt wordt dat de verwachte instroom van leerlingen uit de wijk beperk zal blijven (minpunt). De Oksel Zoals verwoord in paragraaf 3.3, stichten basisschool, ligt het te verwachten leerlingenaantal op basis van een wijk met 325 woningen op de korte termijn op 144 leerlingen en voor de lange termijn rond de 90 leerlingen. In de leerlingenprognose is er van uit gegaan dat alle nieuwbouw woningen zullen worden bewoond door gezinnen van buiten Boxtel. Het is nu nog erg onzeker of dit ook het werkelijk beeld wordt, de mogelijkheid bestaat dat een (groot) deel van de nieuwbouw woningen door (huidige) inwoners van de gemeente Boxtel bewoond gaan worden. Dit kan ook van invloed zijn op de leerlingenaantallen bij andere basisscholen in de gemeente Boxtel, doordat deze leerlingen ingeschreven zullen gaan worden op de nieuw te vestigen school. Het realiseren van een dislocatie in De Oksel is op basis van het geprognosticeerde leerlingenaantal een haalbare variant. De gemeente Boxtel en schoolbestuur moeten dan tot afspraken komen in welke vorm de dislocatie, volwaardig educatief centrum of juist niet, zal worden gerealiseerd. Waarbij het schoolbestuur rekening moet houden met exploitatietechnisch nadeel èn het beheer van een dislocatie. De drie schoolbesturen hebben allemaal de ambitie om een school in de nog te ontwikkelen wijk te realiseren.
19
Mocht een school verplaatst willen worden dan zal de minister toetsen of de stichtingsnorm wordt gehaald conform de stichtingsprocedure, welke 10/6 van de voor de gemeente, geldende opheffingsnorm bedraagt, berekend op grond van artikel 154 WPO, met een minimum van 200 leerlingen. Op basis van de nu bekende gegevens lijkt dit niet haalbaar.
Conclusie: Op basis van het aantal geprognosticeerde leerlingen is het niet mogelijk om te komen tot de realisatie van een basisschool voor woningbouwlocatie De Oksel.
3.7
Interviews respondenten
Er zijn een vijftal interviews gehouden, namelijk met drie schoolbesturen en met twee organisaties voor kinderopvang. Alle partijen hebben aangegeven interesse te hebben voor deelname in een educatief centrum in Munsel - In Goede Aarde. Daarbij zijn door partijen wel verschillende voorwaarden gesteld waaronder ze willen deelnemen. Het betreft voorwaarden, zoals: volwaardige zelfstandige basisschool, consensus, transparant proces etc. Of aan die voorwaarden kan worden voldaan zal mede afhangen van de uitkomsten van dit onderzoek. Wel hebben alle partijen nadrukkelijk aangegeven betrokken te willen worden in het proces als volwaardig gesprekspartner. Het is dan ook aan te bevelen naar aanleiding van deze rapportage alle partijen hiervan kennis te laten nemen en uit te nodigen voor een overleg over de uitkomsten en het vervolg.
20
4
Ruimtelijke ordening
4.1
Inleiding
Een analyse van de plannen voor uitbreiding van woningen die zijn opgesteld door de gemeente Boxtel, afdeling Ruimtelijke Ordening, voor de woningbouwlocaties Munsel - In Goede Aarde en De Oksel is niet mogelijk. De reden hiervan is gelegen in het feit dat er vooralsnog geen planvorming heeft plaats gevonden. Om het onderzoek uit te kunnen voeren heeft de gemeente Boxtel er voor gekozen om voor beide woningbouwlocaties 325 woningen als bouw potentieel te ramen (2015 – 2020). In de prognose van juli 2010 is gerekend met de bouw van 325 woningen in 10 jaar tijd (2015 – 2025), terwijl nu het voornemen is om dit aantal woningen in 5 jaar tijd te realiseren. Dit laat onverlet dat wij geen analyse kunnen uitvoeren, zoals gevraagd in onderzoeksvraag 2, op de plannen voor ruimtelijke ordening voor beide woningbouwlocaties. Wij kunnen slechts constateren dat in het woningbouwprogramma gemeente Boxtel periode 2009 – 2015 voor Munsel – In Goede Aarde de bouw van 56 woningen is geraamd. Het bouwtempo is als volgt: 2011 en 2012 telkens 15 woningen, 2013 en 2014 telkens 10 woningen en in 2015 het restant van 6 woningen.
Conclusie: Een analyse van de plannen voor uitbreiding van woningen in Munsel - In Goede Aarde en “De Oksel’ is nog niet mogelijk, omdat planvorming nog moet plaats vinden na vaststelling van de nieuwe Structuurvisie. Voor woningbouw locatie Munsel - In Goede Aarde zijn twee potentiële locaties voor de school genoemd, maar op dit moment niet nader uitgewerkt.
4.2
Locatie van de school
In overleg met de gemeente Boxtel, afdeling Ruimtelijke Ordening, is gekeken naar potentiële locaties in Munsel – In Goede Aarde. Voor “De Oksel’ is niet gekeken naar mogelijke schoollocatie omdat het aantal leerlingen voor de lange termijn geen mogelijkheden laat voor het stichten van een basisschool. Wel zijn er mogelijkheden voor het realiseren van een dislocatie echter op basis van de geformuleerde voorwaarden is dit niet realistisch, omdat de belangrijkste voorwaarde is dat het een educatief centrum inclusief kinderopvang voorzieningen moet worden. Voor de wijk Munsel - In Goede Aarde zijn twee potentiële locaties genoemd, het betreft nabij de Dukaat en nabij de Munselhoeve. Beide locaties zijn nog niet nader uitgewerkt omdat de afdeling Ruimtelijke Ordening de ruimtelijke aspecten (ontsluiting, bereikbaarheid, looproutes etc.) in deze fase nog niet in beeld hebben. Mocht de gemeente Boxtel besluiten om een basisschool in Munsel In Goede Aarde te realiseren dienen in het licht van integrale advisering de ruimtelijke (on-)mogelijkheden nader in beeld worden gebracht.
21
5
Financiën
In dit hoofdstuk zijn een tweetal financiële scenario’s beschreven, het betreft een scenario handhaven huidig scholenbestand en een scenario waarin wordt uitgegaan van de realisatie van een nieuwe basisschool in Munsel - In Goede Aarde. Voor de andere woningbouw locatie De Oksel is op basis van de leerlingenprognose (juli 2010) geen financieel scenario beschreven. Handhaven huidige situatie In dit scenario wordt de tweede onderwijscarrousel afgerond en wordt er wel woningbouw in Munsel - In Goede Aarde gerealiseerd maar geen schoolgebouw. Op de korte termijn komen er 144 leerlingen extra door de gerealiseerde woningbouw, met 325 woningen. De huidige capaciteit van de bestaande schoolgebouwen bedraagt 7 lokalen meer dan de huidige ruimtebehoefte. Daarmee zou de toename van het leerlingenaantal in principe opgevangen moeten kunnen worden. Bouwen van een nieuwe school in de wijk Munsel - In Goede Aarde (van toepassing bij zowel stichten als het verhuizen/verplaatsen van een school). Om leegstand zoveel mogelijk te voorkomen moet goed worden bekeken voor hoeveel leerlingen het nieuwe schoolgebouw onderdak moet bieden. Uitgangspunt vanuit de scholen is geweest dat het een zelfstandige basisschool moet zijn en dus minimaal 9 groepen. In onderstaande tabel zijn de stichtingskosten weergegeven voor een nieuw schoolgebouw van 9 groepen of meer. Verder is aangegeven dat het gewenst is om een gymnastiekzaal bij de eventueel nieuw te bouwen school mee te nemen om vervoer van kinderen naar gymlokalen elders in de kern Boxtel te voorkomen. Het vervoer van leerlingen naar een gymnastiekzaal is ongewenst en duur. Aantal groepen
Stichtingskosten conform verordening (incl. paalfundering)
Stichtingskosten conform verordening (incl. paalfundering en gymnastiekzaal incl. inrichting gymnastiekzaal)
9 10 11 12
€ € € €
€ € € €
1.880.000 2.031.000 2.186.000 2.340.000
2.780.000 2.931.000 3.086.000 3.240.000
Tabel VII ‘Stichtingskosten(prijspeil 2010)’
Vrijkomende locatie bij verhuizen/verplaatsen school Wanneer er sprake is van verhuizen/verplaatsen van een school naar Munsel - In Goede Aarde dan komt er een kavel vrij voor andere bestemmingen (na aanpassing bestemmingsplan). Opbrengsten hiervan zouden kunnen worden toegerekend aan de nieuw te bouwen school. Er is vanuit de gemeente Boxtel aangegeven dat er gerekend moet worden met een bedrag van € 100,00/m². Hierbij moet wel worden opgemerkt dat dit alleen iets oplevert wanneer de gemeente eigenaar is van de grond waar de nieuwe school wordt gebouwd, hetgeen hier het geval is. Verder zullen er bijkomende kosten (buiten de stichtingskosten) door de gemeente moeten worden gemaakt voor sloop oude gebouw en herstel terrein (€ 51,08/m²).
Conclusie: De bestaande en toekomstige leegstand is in principe voldoende om het aantal leerlingen uit Munsel - In Goede Aarde op te kunnen vangen. Bij de realisatie van een nieuwe basisschool, op basis van verplaatsen/verhuizen, worden de kosten op € 1.880.000,00 voor 9 groepen geraamd exclusief gymnastiekzaal en inclusief gymnastiekzaal (inrichting gymnastiekzaal) op € 2.780.000,00. De kosten nemen toe indien er meer groepen moeten worden gehuisvest (zie tabel VII).
22
6
Conclusie
Leerlingenprognose Als een gevolg van de toen bekende demografische ontwikkelingen op basis van de toen geplande woningbouw, voorzag de leerlingprognose 2010 voor de gemeente Boxtel een overschot van 14 lokalen in 2029. Op basis van de bouw van 325 extra woningen in Munsel - In Goede Aarde of De Oksel in de periode 2015-2020 wordt deze leegstand verminderd. Deze extra woningbouw levert in 2029 een extra leerlingenaantal op van 144, waardoor het overschot daalt naar 7 lokalen. Gevolgen nieuwe basisschool Op grond van vereisten van wet- en regelgeving, meer specifiek het niet bereiken van de stichtingsnorm van 200 binnen vijf jaar en deze norm minimaal 15 jaar vasthouden, is het stichten van een nieuwe school in De Oksel niet mogelijk op basis van de nu bekende gegevens. Bij het stichten van een nieuwe school in Munsel - In Goede Aarde zal er extra leegstand ontstaan in de huisvestingscapaciteit elders in de kern Boxtel. Op basis van de bouw van 325 extra woningen, is het aantal extra leerlingen 144 en worden er 323 van andere scholen weggetrokken. Gevolg is dat er leegstand zal ontstaan bij die scholen, totaal 18 lokalen. Uitgangspunt is dat een nieuwe school in Munsel - In Goede Aarde een zelfstandige vestiging (Educatief Centrum) wordt. Op basis van een basisschool met 9 lokalen en nevenruimten, speellokaal en gymnastiekzaal stijgt de leegstand in de gemeente Boxtel tot 18 lokalen, exclusief Prinses Amaliaschool, De Oversteek en de Sint-Theresia. Indien de omvang van een nieuwe school in Munsel - In Goede Aarde wordt beperkt, heeft die school een beperkter functie voor de wijk en blijft gelden dat het overschot aan lokalen in 2029 toeneemt. Bij dit alles is geen rekening gehouden met alternatief gebruik van leegstaande klaslokalen, bijvoorbeeld in de vorm van extra verhuur aan kinderopvangvoorzieningen. Nevenvestiging Op grond van wet- en regelgeving is het realiseren van een nevenvestiging in Munsel – In Goede Aarde of De Oksel niet mogelijk. De gevolgen voor de leegstand elders zullen even groot zijn als bij het stichten van een nieuwe school. Dislocatie Een dislocatie is een (tijdelijke) locatie om het ruimtegebrek voor het hoofdgebouw op te vangen waar niet alle voorzieningen/faciliteiten zijn gerealiseerd. Een dislocatie voldoet niet aan de behoefte waar een school in Munsel - In Goede Aarde in zou moeten voorzien en blijft derhalve buiten beschouwing. Indien een dislocatie voorzien wordt van alle voorzieningen/faciliteiten is er feitelijk sprake van een nevenvestiging. Verplaatsen/verhuizen Verhuizing van een bestaande basisschool is de enig haalbare optie bespreken met de onderwijspartners. Het is niet zo dat elke aanmerking komt. Zo ligt het verplaatsen van een school niet voor ingrijpend gebouwd of verbouwd is, of als voorbereidingen daartoe
23
om nader uit te werken en te school voor verplaatsing in de hand als die school recent al gestart zijn. Ook hoeft niet
gekeken te worden naar scholen die niet hun huidige locatie willen opgeven, want dan is er immers sprake van het stichten van een nieuwe school, een nevenvestiging of een dislocatie. Ook scholen die hun voedingsgebied hebben op grote afstand van Munsel - In Goede Aarde, komen eveneens niet in aanmerking. Vanuit het perspectief van de gemeente Boxtel is het ten eerste vanuit financieel oogpunt logisch om de Jenaplanschool Molenwijk te laten verhuizen. Een keuze voor één van de andere basisscholen zal leiden tot kapitaal vernietiging, gezien de huidige boekwaarde van deze basisscholen. Ten tweede komen de leerlingen van deze school uit de gehele gemeente Boxtel (bovenwijkse voorziening). Een minpunt is dat de verwachte instroom van leerlingen uit de wijk beperk zal blijven. Ruimtelijke ordening aspecten Een analyse van de plannen voor uitbreiding van woningen in Munsel - In Goede Aarde is (nog) niet mogelijk, omdat planvorming nog moet plaats vinden na vaststelling van de nieuwe Structuurvisie. Voor woningbouw locatie Munsel - In Goede Aarde zijn twee potentiële locaties voor de school genoemd, maar op dit moment niet nader uitgewerkt. Financiën De bestaande en toekomstige leegstand is in principe voldoende om het aantal leerlingen uit Munsel - In Goede Aarde op te kunnen vangen. Bij de realisatie van een nieuwe basisschool, op basis van verplaatsen/verhuizen, worden de kosten op € 1.880.000,00 voor 9 groepen geraamd exclusief gymnastiekzaal en inclusief gymnastiekzaal (inclusief inrichting gymnastiekzaal) op € 2.780.000,00. De kosten nemen toe indien er meer groepen moeten worden gehuisvest, zie onderstaande tabel. Aantal groepen
Stichtingskosten conform huisvesting verordening (incl. paalfundering)
Stichtingskosten conform huisvesting verordening (incl. paalfundering en gymnastiekzaal incl. inrichting gymnastiekzaal)
9 10 11 12
€ € € €
€ € € €
1.880.000 2.031.000 2.186.000 2.340.000
2.780.000 2.931.000 3.086.000 3.240.000
Tabel VII ‘Stichtingskosten(prijspeil 2010)’
Aandachtspunten Communicatie: schoolbesturen en kinderopvanginstellingen hechten grote waarde aan een transparant proces en tijdige verstrekking van informatie aan alle partijen. Hindermacht: met schoolbesturen is er sprake van een horizontale relatie en moet consensus worden bereikt, om een verhuizing van een basisschool te realiseren.
24
Literatuurlijst • • •
gemeente Boxtel, Integraal Huisvestingsplan 2008 – 2011; Pronexus, Leerlingenprognose LT & KT Basisonderwijs gemeente Boxtel, november 2009 en juli 2010; gemeente Boxtel, woningbouwpogramma 2009 – 2015;
Geraadpleegde bronnen www.wetten.overheid.nl; • www.cfi.nl; • Intranet E&S •
25