Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 1 of 7
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig 02 september 2011 | Handhaving, Wabo Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moeten de hiervoor beschreven verbouwactiviteiten [ombouwen kantoor in wokrestaurant, red.] worden aangemerkt als bouwen van een bouwwerk. Voor zover al geoordeeld zou moeten worden dat dit bouwen voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, aanhef en onder 8, van bijlage II van het Bor, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van omgevingsvergunningvrij bouwen. Er is immers sprake van bouwen ten behoeve van een activiteit die in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Daarmee is naar het oordeel van de voorzieningenrechter de uitzondering van artikel 5, tweede lid, van bijlage II van het Bor aan de orde, die maakt dat voor het bouwen als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder 8, van bijlage II van het Bor toch een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en sub a, van de Wabo benodigd is. Verweerder heeft daarom het bestreden besluit tot afwijzing van het handhavingsverzoek in ieder geval eveneens ten onrechte gebaseerd op het standpunt dat voor de verbouw van de kantoorruimte tot wokrestaurant geen omgevingsvergunning voor bouwen benodigd was.
Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT Sector Bestuursrecht procedurenummer: AWB 11/911 uitspraak van de voorzieningenrechter inzake Vereniging tot behoud van de kleinschalige horeca in Gorinchem, zetelend te Gorinchem, verzoekster, gemachtigde: [naam], adviseur te Gorinchem, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem, verweerder, gemachtigde: mr. S.P.C. Bijlmakers, werkzaam bij de gemeente Gorinchem. Derde partijen: 1. [naam 1], wonende te [woonplaats], eigenaar van het bedrijfspand aan de [adres] en exploitant van het daarin gevestigde "[naam 2]"; 2. [naam 3] en [naam 4], h.o.d.n. [naam 5], zetelend te [plaatsnaam]. 1. Ontstaan en loop van het geding Bij brief van 2 augustus 2011, ontvangen op 4 augustus 2011, heeft verzoekster verzocht om handhavend optreden tegen de illegale verbouwing van het bedrijfspand aan de [adres] teneinde daarin een met het geldende bestemmingsplan strijdig wokrestaurant te realiseren en te vestigen. Op 10 augustus 2011 heeft de gemachtigde van verweerder telefonisch meegedeeld dat het handhavingsverzoek van verzoekster zal worden afgewezen.
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 2 of 7
Bij brief van 10 augustus 2011 heeft verzoekster de voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht verzocht om verweerder bij wijze van voorlopige voorziening op te dragen handhavend op te treden tegen de illegale bouwactiviteiten, onder aanzegging van een dwangsom. Bij besluit van 15 augustus 2011, verzonden 16 augustus 2011, heeft verweerder het handhavingsverzoek van verzoekster afgewezen. Tegen dit besluit heeft verzoekster bij brief van 19 augustus 2011 bezwaar gemaakt bij verweerder. De rechtbank heeft het verzoek om voorlopige voorziening aangemerkt als samenhangend met het bezwaar van verzoekster van 19 augustus 2011. Het verzoek om voorlopige voorziening is op 30 augustus 2011 ter zitting behandeld. Verzoekster is verschenen bij haar gemachtigde en haar voltallige bestuur. Verweerder is verschenen bij gemachtigde, vergezeld van C.J.S. Jeeninga, werkzaam bij de gemeente Gorinchem. Van de derde partijen is verschenen [naam 1]. 2. Overwegingen 2.1. Juridisch kader ... 2.1.5. Het bedrijfspand op het perceel [adres] is vergund bij besluit van 28 augustus 2007, waarbij verweerder bouwvergunning en vrijstelling krachtens artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft verleend voor het oprichten van een bedrijfspand bestemd voor indoorkarting met kantoor, restaurant en sportvoorziening. De ruimte in het bedrijfspand waarop het handhavingsverzoek ziet, is daarbij vergund als kantoorruimte (hierna: de kantoorruimte). 2.2. Het bestreden besluit Aan de weigering handhavend op te treden heeft verweerder zijn standpunt ten grondslag gelegd dat geen sprake is van een overtreding. Er is geen omgevingsvergunning nodig voor de verbouwactiviteiten die thans plaatsvinden in de kantoorruimte of voor het brandveilig gebruik ten behoeve van het daarin door [naam 5] te vestigen wokrestaurant. Het beoogd gebruik van de kantoorruimte voor dit wokrestaurant acht verweerder verenigbaar met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Bedrijventerrein Oost II" 2010, omdat het wokrestaurant voldoet aan de volgens artikel 6, aanhef en onder g, van de planvoorschriften van dit bestemmingsplan toegestane functie van "ondergeschikte en ondersteunende horeca", omdat zowel aan de criteria voor "ondergeschikte horeca" als aan de criteria voor "ondersteunende horeca" is voldaan. Ter zitting heeft verweerder het standpunt ingenomen dat daarvan reeds sprake is omdat wordt voldaan aan de criteria van "ondergeschikte horeca". 2.3. Standpunt verzoekster Verzoekster kan zich niet met de afwijzing van haar handhavingsverzoek verenigen. Zij betoogt uitvoerig dat recentelijk bekend is kunnen worden, onder verwijzing naar agendaposten van verweerder en daaraan ten grondslag liggende notities alsmede naar gemeentelijke e-mails, dat verweerder in het verleden aan verzoekster welbewust een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven over het door verweerder voorgestane beleid in het kader van de besluitvorming over de bouwvergunningsaanvraag voor het onderhavige bedrijfsgebouw en het thans geldende bestemmingsplan. Onverminderd dit betoog is verzoekster van opvatting dat een omgevingsvergunning benodigd is voor de verbouwactiviteiten van de kantoorruimte, omdat het gebruik als wokrestaurant van die
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 3 of 7
kantoorruimte in strijd is met het bestemmingsplan en overigens vanwege het voldoen aan de met dat gebruik samenhangende brandveiligheidseisen. Verzoekster heeft daarom de voorzieningenrechter verzocht het bestreden besluit te schorsen en verweerder te gelasten om de verbouwwerkzaamheden ten behoeve van de ingebruikname van het wokrestaurant stil te leggen, op verbeurte van een dwangsom door verweerder aan verzoekster. 2.4. Beoordeling door de voorzieningenrechter 2.4.1. De beoordeling van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt verweerder niet bij het nemen van een beslissing op het bezwaar van verzoekster. 2.4.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is verzoekster, gelet op haar statuten en haar feitelijke werkzaamheden, belanghebbend bij het bestreden besluit en moet zij worden geacht een spoedeisend belang te hebben bij de gevraagde voorziening. 2.4.3. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moeten de begrippen "ondersteunende horeca" als bedoeld in artikel 1 sub cc van de planvoorschriften en "ondergeschikte horecafunctie" als bedoeld in artikel 1 sub bb van de planvoorschriften als volgt worden uitgelegd. Een "horecabedrijf" als bedoeld in artikel 1 sub y van de planvoorschriften is blijkens de begripsomschrijving een in het maatschappelijk verkeer zelfstandig functionerende onderneming oftewel een "bedrijf" als bedoeld in artikel 1 sub i van de planvoorschriften, dat zich toelegt op horeca-activiteiten. "Niet-zelfstandige horeca" als bedoeld in artikel 1 sub z van de planvoorschriften is blijkens de begripsomschrijving een nevenactiviteit van een "bedrijf" als bedoelt in artikel 1 sub i van de planvoorschriften dat zich in de kern niet toelegt op horeca. "Ondersteunende horeca" als bedoeld in artikel 1 sub cc van de planvoorschriften is, blijkens de begripsomschrijving in samenhang met de begripsomschrijvingen van "horecabedrijf" en "niet-zelfstandige horeca" bezien, horeca-activiteit die wordt ontplooid in dienst van en ondergeschikt aan een andere bedrijfsactiviteit. De begripsomschrijving behelst dat deze "ondersteunende horeca" kan worden geboden door zowel het "bedrijf" dat ook de hoofdactiviteit ontplooit (waarmee de "ondersteunende horeca" tevens "nietzelfstandige horeca" is, zij het hier gebonden aan nadere voorwaarden) als een ander "bedrijf" dan het "bedrijf" dat de hoofdactiviteit ontplooit. Een "ondergeschikte horecafunctie" als bedoeld in artikel 1 sub bb van de planvoorschriften is, blijkens de begripsomschrijving in samenhang met de begripsomschrijvingen van "horecabedrijf", "niet-zelfstandige horeca" en "ondersteunende horeca", in afwijking van wat daar in dagelijks taakgebruik onder wordt verstaan, een planologisch en niet een bedrijfsmatig begrip: het gaat om een ondergeschiktheid in ruimtelijke zin van horeca aan overigens op grond van het bestemmingsplan toegestane functies. De horecafunctie is ondergeschikt als deze ten hoogste 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte van de ingevolge de planvoorschriften toegestane hoofdfunctie(s) op het desbetreffende plandeel inneemt. De begripsomschrijving voor "ondergeschikte horeca" verzet zich aldus bezien niet tegen de hierboven onderscheiden typen horeca-activiteit (horecabedrijf, niet-zelfstandige horeca en ondersteunende horeca) binnen één plandeel. 2.4.4. De voorzieningenrechter kan verweerder niet volgen in zijn ter zitting ingenomen standpunt dat het wokrestaurant verenigbaar is met het bestemmingsplan reeds omdat wordt voldaan aan de criteria van "ondergeschikte horeca". Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moet de ingevolge artikel 6, aanhef en onder g, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Oost II" 2010 ter plaatse
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 4 of 7
toegestane functie van "ondergeschikte en ondersteunende horeca" aldus worden uitgelegd, dat ter plaatse (alleen maar) zijn toegestaan horeca-activiteiten die zowel als ondergeschikte als ondersteunende horeca zijn te kwalificeren. De voorzieningenrechter ziet bevestiging voor deze uitleg in de "Nota van zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Oost II" van 29 september 2010. Hierin wordt namens de planwetgever, naar aanleiding van de namens verzoekster ingediende zienswijze, de ingevolge artikel 6, aanhef en onder g, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Oost II" 2010 ter plaatse toegestane functie van "ondergeschikte en ondersteunende horeca" als volgt toegelicht: "Het kartcentrum is destijds gerealiseerd met toepassing van een vrijstelling ex artikel 19 lid 2 oude Wet op de Ruimtelijke Ordening. De indiener heeft toen een zienswijze ingediend tegen de realisatie van het kartcentrum i.v.m. het horecagedeelte van 1200 m2. Naar aanleiding van deze zienswijze is het bouwplan aangepast en is het horecadeel teruggebracht naar 400 m2. Het kartcentrum heeft in 2009 bij de gemeente aangegeven dat het horecadeel van 400 m2 niet toereikend is en heeft verzocht om het horecadeel te mogen vergroten. Om met name in de piekmomenten (gebruik van alle activiteiten: karting, paintbal, kruisboogschieten en sumo worstelen) alle gebruikers ook te kunnen voorzien van horeca. Het bedrijventerrein Oost II zal worden (is deels) ingericht als gemengd bedrijventerrein. Naast vestiging van bedrijven uit hoogwaardige maakindustrie en aanverwante groothandel, wordt op het bedrijventerrein Oost II ook uitbreidingsruimte gevonden voor andere vormen van bedrijvigheid zoals kantoorachtige bedrijvigheid en multifunctionele vrijetijdsfuncties. De uiteenlopende vrijetijdsactiviteiten zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Gemengd - 2. Binnen de bestemming is ondergeschikte en ondersteunende horeca toegestaan. Onder ondergeschikt wordt ten hoogste 15% van het bedrijfsvervloeroppervlak verstaan. Onder ondersteunende horeca wordt verstaan: - de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit; - de openingstijden van de horeca-activiteit zijn gelijk aan de openingstijden van de hoofdactiviteit; - de toegang van de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit; - het aantal vierkante meters ondersteunende horeca is gemaximeerd ten opzichte van de hoofdfunctie; - er is in het pand een vrij toegankelijke sanitaire ruimte. Het vestigen van een zelfstandige horeca is niet toegestaan. Het bestaande kartcentrum valt binnen deze bestemming Gemengd - 2 en hier is dan ook ondergeschikte en ondersteunende horeca toegestaan. De begrippen zoals worden voorgesteld door de indiener worden niet overgenomen. Wel zal het begrip "ondersteunende horeca" in de regels worden opgenomen zoals hierboven is weergegeven. Conclusie: de zienswijze van AAA Consult & Support BV, namens de vereniging tot behoud van kleinschalige horeca, geeft aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen." Gelet op deze toelichting kan de voorzieningenrechter de door de planwetgever beoogde tegemoetkoming aan de zienswijze van verzoekster door het toevoegen van het begrip "ondersteunende horeca" aan het reeds opgenomen begrip "ondergeschikte horeca" in het ontwerp van artikel 6 van het bestemmingsplan niet anders begrijpen dan dat op grond
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 5 of 7
daarvan ter plaatse slechts horeca-activiteiten werden toegestaan die zowel als ondergeschikt als als ondersteunend zijn te kwalificeren. De voorzieningenrechter ziet voorts bevestiging voor het oordeel dat de ter plaatse toegestane horeca aan de criteria van beide begrippen moet voldoen in de nadere voorwaarde voor "ondersteunende horeca", volgens welke het aantal vierkante meters ondersteunende horeca is gemaximeerd ten opzichte van de hoofdfunctie. Hieraan is in artikel 6 van de planvoorschriften alleen voldaan, als de horeca zowel als "ondersteunende horeca" als als "ondergeschikte horeca" moet worden aangemerkt. Met dat laatste begrip wordt immers de horeca ten opzichte van de hoofdfunctie(s) tot 15% gemaximeerd. 2.4.5. Uit het voorgaande volgt dat de ter plaatse toegestane horeca, naast "ondergeschikte horeca", ook moet voldoen aan de criteria van "ondersteunende horeca". De voorzieningenrechter is van oordeel dat het gebruik van de kantoorruimte als wokrestaurant zoals beoogd door de [naam 5] te [plaatsnaam], vanwege zijn omvang, openingstijden en activiteiten, niet is te kwalificeren als "ondersteunende horeca" in de zin van de planvoorschriften maar als "horecabedrijf" in de zin van de planvoorschriften. Ook verweerder is, gelet op zijn betoog ter zitting, inmiddels die opvatting toegedaan. Nu het wokrestaurant niet kan worden getypeerd als "ondersteunende horeca", is het gebruik van de kantoorruimte ten behoeve van het wokrestaurant in strijd is met artikel 6, aanhef en onder g, van de planvoorschriften van het geldende bestemmingsplan. Verweerder heeft daarom ten onrechte aan het bestreden besluit tot afwijzing van het handhavingsverzoek ten grondslag gelegd dat met de verbouwing of de ingebruikname ten behoeve van dit wokrestaurant van de kantoorruimte geen overtreding van het bestemmingsplan aan de orde was. 2.4.6. De verbouw die thans plaatsvindt in de kantoorruimte teneinde deze ruimte in gebruik te kunnen nemen als wokrestaurant, betreft, zo is ter zitting gebleken, in ieder geval het inrichten van een professionele keuken en het aanbrengen van scheidingswanden tussen deze keuken en het restaurantgedeelte. De voorzieningenrechter heeft thans onvoldoende informatie over de brandveiligheidsaspecten van het omvormen van de (feitelijk gerealiseerde) kantoorruimte naar het beoogde wokrestaurant om zich een oordeel te kunnen vormen over de vraag of voor (de verbouwactiviteiten ten behoeve van) dat gebruik een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo benodigd was dan wel dat daarmee een verandering van de brandcompartimentering of subbrandcompartimentering is gemoeid als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder 8, onder b, van bijlage II van het Bor. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moeten de hiervoor beschreven verbouwactiviteiten worden aangemerkt als bouwen van een bouwwerk. Voor zover al geoordeeld zou moeten worden dat dit bouwen voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, aanhef en onder 8, van bijlage II van het Bor, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van omgevingsvergunningvrij bouwen. Er is immers sprake van bouwen ten behoeve van een activiteit die in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Daarmee is naar het oordeel van de voorzieningenrechter de uitzondering van artikel 5, tweede lid, van bijlage II van het Bor aan de orde, die maakt dat voor het bouwen als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder 8, van bijlage II van het Bor toch een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en sub a, van de Wabo benodigd is. Verweerder heeft daarom het bestreden besluit tot afwijzing van het handhavingsverzoek in ieder
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 6 of 7
geval eveneens ten onrechte gebaseerd op het standpunt dat voor de verbouw van de kantoorruimte tot wokrestaurant geen omgevingsvergunning voor bouwen benodigd was. 2.4.7. Gelet op het voorgaande komt de voorzieningenrechter niet toe aan het kennelijke betoog van verzoekster dat, indien de verbouwing van de kantoorruimte tot restaurant en het gebruik als zodanig in overeenstemming moeten worden geacht met het bestemmingsplan, aan de planvoorschriften in zoverre verbindende kracht moet worden ontzegd, althans dat deze in zoverre buiten toepassing moeten worden gelaten, omdat na het onherroepelijk worden van het plan is gebleken dat het bestemmingsplan in zoverre tot stand is gekomen in strijd met artikel 2:4 van de Awb. Wel zij opgemerkt dat verweerder desgevraagd ter zitting de feiten die verzoekster aan dit betoog ten grondslag heeft gelegd, niet heeft betwist. 2.4.8. Nu naar verwachting het bestreden besluit in bezwaar geen stand zal kunnen houden op grond van hetgeen in 2.4.3 tot en met 2.4.6 is overwogen, komt het verzoek om voorlopige voorziening voor inwilliging in aanmerking. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe, in zoverre dat het bestreden besluit van 15 augustus 2011 wordt geschorst tot zes weken na het nemen van de beslissing door verweerder op verzoeksters bezwaar. Tevens ziet de voorzieningenrechter, na afweging van de betrokken belangen, aanleiding om verweerder te gelasten om uiterlijk maandag 5 september 2011 de werkzaamheden tot verbouwing van de kantoorruimte tot wokrestaurant stil te leggen. De voorzieningenrechter ziet onvoldoende grond om aan deze last aan verweerder een dwangsom te verbinden, te verbeuren aan verzoekster, en wijst het verzoek om voorlopige voorziening in zoverre af. Er zijn weliswaar aanwijzingen dat verweerder vooringenomen is en niet bereid tot een kenbare, evenwichtige belangenafweging ten aanzien van de komst van een zelfstandig en grootschalig wokrestaurant ter plaatse, maar de voorzieningenrechter acht deze aanwijzingen onvoldoende om aan te nemen dat verweerder geen gehoor zal geven aan de last van de voorzieningenrechter. Mocht dat onverhoopt wel het geval zijn, dan staat het verzoekster vrij opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. 2.4.9. Nu het verzoek om voorlopige voorziening (gedeeltelijk) wordt toegewezen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding te bepalen dat verweerder aan verzoekster het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,- vergoedt. De voorzieningenrechter ziet in de (gedeeltelijke) toewijzing van het verzoek tevens aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten die verzoekster heeft moeten maken. De voorzieningenrechter begroot deze kosten, met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht, op een bedrag van € 874,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt voor het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting wordt toegekend, met een waarde per punt van € 437,en wegingsfactor 1. 2.4.10. Gezien het vorenstaande beslist de voorzieningenrechter als volgt. 3. Beslissing De voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht: - wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe, in zoverre dat: * de voorzieningenrechter het bestreden besluit van 15 augustus 2011 schorst tot zes weken na het nemen van de beslissing door verweerder op verzoeksters bezwaar; * de voorzieningenrechter verweerder gelast om uiterlijk maandag 5 september 2011 de werkzaamheden tot verbouwing van de kantoorruimte in het pand [adres] tot wokrestaurant stil te leggen;
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011
Verbouwing kantoor-restaurant omgevingsvergunningsplichtig • Vrom Totaal
Page 7 of 7
- wijst het verzoek om aan deze last aan verweerder een dwangsom te verbinden, te verbeuren aan verzoekster, in zoverre af; - bepaalt dat verweerder aan verzoekster het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,- vergoedt; - veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 874,-, welke kosten verweerder aan verzoekster moet vergoeden. Bron: Rechtbank Dordrecht, 31 augustus 2011, AWB 11/911, LJN: BR6524
Vrom Totaal.nl is onderdeel van Kluwer.
http://www.vromtotaal.nl/jurisprudentie/2011/verbouwing-kantoor-restaurant.10023.lyn... 2-9-2011