VROM-Nalevingsstrategie
In 2002 heeft de VROM-Inspectie de VROM-Nalevingsstrategie (NLS) ontwikkeld. In januari 2003 is het model van de NLS enthousiast ontvangen door de Bestuursraad. Vervolgens zijn we in 2003 druk geweest met de voorbereiding en implementatie van de NLS. In dit leaflet kort de stand van zaken rondom de NLS en een handzaam A-vier waarop de belangrijkste uitgangspunten en contactpersonen staan vermeld. In juni 2003 zijn vijf projectgroepen gestart om de implementatie van de NLS te verwezenlijken. Daarin hebben diverse Inspectiemedewerkers en enkele medewerkers van de beleidsdiensten actief geparticipeerd. Een direct resultaat van de NLS is al te zien in de opgestelde Inspectiebegroting en ons jaarplan 2004 ( zie ook het interview met Ida Scheijgrond in Ogenblik nr. 10). Prioriteiten zijn gesteld op basis van het zogeheten kwadrantenmodel (prioriteitenmatrix). Het van binnen naar buitenspoor (BiBu) en ook het van buiten naar binnenspoor (BuBi) hebben geleid tot diverse geplande activiteiten. In 2004 werkt de Inspectie dus volgens de NLS! Maar ook de verdere ontwikkeling van de NLS zal in 2004 niet stilstaan: het uitdragen van de NLS en het betrekken van de beleidsdiensten van VROM (Wonen, Ruimte en Milieu) en externe organisaties zijn en blijven aandachtspunten voor dit jaar. In dit leaflet kort de stand van zaken van de vijf projecten. Eén van de projecten ‘Van Buiten naar Binnen’ wordt uitvoerig toegelicht inclusief een praktijkvoorbeeld. De schaduwkant van de NLS wordt beschreven onder de kop ‘Van binnen naar buiten: het doet soms pijn’. Dat is niet leuk, maar het hoort wel bij het maken van duidelijke keuzes. Een voorbeeld van de relatie tussen de sporen BiBu en BuBi komt tot uiting in “Handhaving productbesluiten’. Tot slot meer informatie over de verkoop van de NLS aan de ‘buitenwereld’. En het genoemde handzame A-vier met de belangrijkste ‘ins en outs’ van de NLS.
02
de belangrijkste basisingrediënten bij de voorbereiding van de begroting en van het jaarplan van de Inspectie. Projectleider: Angelique v.d. Schraaf Van Buiten naar Binnen (BuBi) Op welke manier gaan we om met signalen over problemen in de maatschappij, hoe pikken we ze op en hoe handelen we ze af? Wat is wel een BuBi en wat niet? Antwoorden op dit soort vragen kun je vinden in de ‘BuBi-werkwijze’ (waarover hieronder meer). Om het BuBi-proces in 2004 aan te blijven jagen, wordt een begeleidingsgroep BuBi opgericht. Projectleider: Chiel Bovenkerk
Projectleiders bijeen in Utrecht De vijf projecten Vanaf juni 2003 zijn vijf projectgroepen geïnstalleerd die gewerkt hebben aan de voorbereiding en implementatie van de NLS. Ze zijn nog niet allemaal klaar maar de eerste resultaten zijn zichtbaar! De vijf projecten hebben de volgende resultaten voor ogen: Van Binnen naar Buiten (BiBu) Welke nalevingsprioriteiten heeft VROM voor 2005. Wat gaan we wel, niet meer of in mindere mate doen? Hoe we dat gaan doen is vastgelegd in een BiBuvisiedocument en een handboek. In januari 2004 is dan ook daadwerkelijk volgens dit handboek gewerkt tijdens de zogenaamde scoringssessies. Op basis van de scorings-sessies wordt het kwadrantenmodel, ook wel prioriteitenmatrix genoemd, geactualiseerd en is daarmee een belangrijk product van dit project. In 2003 heeft de Inspectie op basis van haar deskundigheid het model zelf ingevuld. Begin 2004 zijn hierbij de beleidsdiensten van VROM betrokken en eind 2004 zullen wellicht maatschappelijke partijen aanschuiven. Het kwadrantenmodel is één van
Slimmer Handhaven Het garanderen dat continue innovatie van interventiemethoden binnen de Inspectie kan plaatsvinden. Experimenteren met andere, bijzondere aanpakken. Realisatie van een kant en klare toolkit met aandacht voor bestaande èn innoverende methodieken, waarbij ook gekeken is naar methodieken van andere organisaties. In 2004 gaan we het concreet doen bij een aantal geplande activiteiten. Projectleider: Theo Dijkstra Evaluatie van beleid, wet- en regelgeving Hoe laten we de resultaten van de Inspectie (uitkomsten van handhavingsacties, de toets op Handhaafbaarheid, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid -HUF-) goed aansluiten op de behoeften van de beleidsdiensten Wonen, Ruimte en Milieu. In het voorjaar vastleggen van afspraken en verantwoordelijkheden binnen de Inspectie en tussen de Inspectie en de beleidsdiensten, is het doel van dit project. Projectleider: Leo Spaans Informatiestromen Welke informatie is nodig om ervoor te zorgen dat de resultaten van bovenstaande vier projecten volledig tot hun recht komen? Wat is de ideale informatievoorziening ten behoeve van de NLS en wat is de bestaande? In een rapportage wordt aangegeven volgens welke adequate informatievoorziening de NLS kan werken en worden geoptimaliseerd, inclusief implementatie. Die implementatie vindt in 2004 plaats. Projectleider: Arend Kroes
03
Van Buiten naar Binnen: oplossen dat probleem! “Van Buiten naar Binnen werken? Onze afdeling krijgt niet zoveel signalen van buiten. Wij doen vooral toezichtswerk.” “Van Buiten naar Binnen werken? Dat doen we al jaren! Niets nieuws onder de zon, oude wijn in nieuwe zakken!” Deze geluiden hoor je binnen de Inspectie als het gaat over het ‘van Buiten naar Binnen-spoor’ (BuBi) van de VROM-Nalevingsstrategie. Tegenstrijdige geluiden? Toch niet. Lees maar verder.
vragen. Daarom kiezen we bij BuBi de focus van het oplossen van het probleem.
BuBi is een belangrijk deel van ons werk Tot voor kort bestond het werk van de meeste Inspectiemedewerkers uit het verrichten van een aantal geplande controles van bedrijven of gemeenten, in het kader van een doortimmerd handhavingsproject. Doel: verbetering van de naleving van de regelgeving. Als er een melding kwam van een ingestort dak, een ontploffing, onrust onder de bevolking over een bepaald risico of niet-integere bestuurders, dan was er eigenlijk geen tijd om dat goed op te pakken. Laat staan dat je tijd had om de achterliggende oorzaken van zo’n zaak te onderzoeken. Als je tijdens je reguliere controle vermoedde, dat er meer mis was dan alleen maar waarvoor je kwam controleren, dan had je ook nauwelijks tijd om dat verder na te gaan. Zulke BuBi’s ‘hielden ons van het werk af’. Nu hebben we een andere keuze gemaakt: BuBi is ons werk! Niet ons enige werk, maar wel, ons werk. Daarom reserveren we er ook royaal (40%) capaciteit voor. De overige capaciteit (60%) blijft beschikbaar voor het verbeteren van de naleving van de regels.
Wordt het niet te bureaucratisch? Bij de BuBi-werkwijze werken we net zoals vroeger met een planning (Jaarplan, voor wat betreft tijd en geld) en verantwoording achteraf (MARAP, VI-database, TIM). Geen extra bureaucratie dus, maar transparant en voorspelbaar. Alleen voor heel grote problemen, die veel tijd en geld gaan kosten om ze op te lossen, zal een BuBi-sheet ingevuld moeten worden. Dat dwingt ons om goed te denken over de aanpak en de ondersteuning die daarbij nodig. Een BuBi-probleem? Dat lossen we op!
Bij de BuBi-aanpak gaat het om de oplossing van problemen. We verstaan onder een BuBi een concreet maatschappelijk probleem dat via een signaal van derden op ons afkomt of dat we zelf hebben geconstateerd. Dat concrete probleem willen we tot een oplossing brengen. Vroeger pakten we deze BuBi’s eigenlijk alleen op vanuit onze controletaak of als het echt niet anders kon. Nu willen we veel alerter zijn op die signalen. We willen weten welke maatschappelijke problemen op VROMterrein leven. Die problemen willen we - bij wijze van spreken - al opgevangen hebben voordat degene die het probleem ervaart het bij ons (of een ander) heeft neergelegd. Nu gaat het niet meer vooral om onze controletaak, maar om het oplossen van het probleem. Dat hoeft niet persé met hulp van regels. Er zijn ook problemen die los van regels om een oplossing
Worden we niet overspoeld met BuBi’s als iedereen ons weet te vinden met z’n probleem? Er zijn veel maatschappelijke problemen op VROM-gebied. De Inspectie zal duidelijke prioriteiten moeten stellen, want we kunnen nu eenmaal niet alles aanpakken en oplossen. Dat zullen we ook goed duidelijk moeten maken aan de probleemhouder.
04
Een BuBi in de praktijk: kerosinelekkages bij burgervliegvelden Via een officier van justitie van het Openbaar Ministerie in Zwolle ontving de Regio Oost een signaal van de Koninklijke Marechaussee. De melding betrof kerosinelekkages bij het vliegveld Twente. Kerosinelekkage op het vulplatform, door een menselijke fout. Via een putje was kerosine in het oppervlaktewater gestroomd. In strijd met de vergunning was de kerosine in 2 mobiele tankwagens opgeslagen, bovengronds dus. De luchthaven kreeg van de gemeente Enschede de tijd tot 1 juni om de vergunning in orde te krijgen en daar naar te handelen. Dat lukte niet en de luchthaven heeft dan ook via het strafrechtelijke spoor geld moeten betalen. Tijdens de inspecties bleek dat de burgervliegtuigen bevoorraad werden op een zogenaamde W-platform (in jargon: het whiskyplatform) op het terrein van de buurman, de militaire vliegbasis Twente. Het platform was technisch niet helemaal in orde en er rammelde het één en ander aan de vergunning. De militaire basis kreeg de tijd tot 1 december 2003 om dit in orde te maken en dat is gebeurd. Inmiddels slaat ook de luchthaven Twente de kerosine weer ondergronds op. De ervaringen en resultaten rondom de veiligheid en opslag van brandstoffen bij vliegvelden zijn via een telefoontje doorgespeeld naar de Regio Zuid. Ook in de Regio Zuid is de melding opgepakt en heeft een quick-scan uitgevoerd naar de opslag van brandstoffen bij alle burgervliegvelden in de regio. Bij de controle van de brandstofopslag is gekeken naar de wijze van opslag en aftanken, de keuringen van de aanwezige onder- en /of bovengrondse tanks, aanwezigheid van instructies met betrekking tot de brandstofbehandelingen en de aanwezigheid en controles van vloeistofdichte vloeren. Gelukkig voldeden de burgervliegvelden in de regio Zuid wèl aan de wettelijke eisen. Volgens Bernd Jurriens en Wim Hofman, beiden betrokken bij het onderzoek, zijn onderzoeken naar aanleiding van signalen van buitenaf erg zinvol en leuk om te doen, vooral omdat je direct kan inspelen op de actualiteit en een risicovolle situatie kan voorkomen….
‘Van binnen naar buiten’: het doet soms pijn! Elk najaar breekt voor veel Inspectiemedewerkers een spannende tijd aan. Werkplannen, jaarprogramma’s, projectplannen voor het komende jaar moeten worden opgesteld. De prioriteiten voor 2004 zijn conform het ‘van binnen naar buiten spoor’ van de VROM-Nalevingsstrategie gesteld. Met andere woorden: deskundigen hebben alle relevante VROM wet- en regelgeving doorgelopen en er is gescoord op nalevingstekort en risico. De resultaten hebben een prioriteitenmatrix (het kwadrantenmodel) opgeleverd. En wat bleek? Cadmium is in het blauwe kwadrant terechtgekomen, dat betekent dus dat er een laag nalevingstekort en een laag risico is ingeschat en dus een lage prioriteit… en dat doet pijn. Een geruststellende gedachte is dat deze lage prioriteit niet het gevolg is van bezuinigingen, maar van een goed verantwoorde keuze van prioriteiten. Handhaving van het Cadmiumbesluit vindt niet voor niets al jaren plaats. Immers, dit schadelijke metaal kwam vooral voor in gebruiksvoorwerpen waarin PVC verwerkt was (en is). Veel Nederlandse producenten van deze plastic voorwerpen (gemakshalve samengevat als ‘het badeendje’) gebruikten cadmiumpigmenten en cadmiumhoudende stabilisatoren vanwege de prachtige kleuren en de lange levensduur die de producten hierdoor kregen. Maar cadmium komt vroeg of laat in je eten terecht. Cadmium is giftig en moet dus ‘uit de keten’ gehaald worden. De voormalige Inspectie Milieuhygiëne (IMH) heeft in de jaren 90 met succes het Cadmiumbesluit gehandhaafd: de Nederlandse producenten verwerken nu nauwelijks of geen cadmiumhoudend plastic meer in hun producten. Is er dus na zo’n lange periode van aandacht reden om cadmium maar te vergeten? Het antwoord op deze vraag is: nee. In Nederland worden nog steeds veel cadmiumhoudende producten verkocht. Die producten komen uit het buitenland, voornamelijk uit het Verre Oosten. Als je dat weet, zou je toch zeggen dat handhaving van het Cadmiumbesluit belangrijk en noodzakelijk is. Dan doet het pijn als dit besluit een lage prioriteit krijgt. Gelukkig heeft de Inspectie een goede bondgenoot: de douane. De douane neemt al jaren monsters van ingevoerde artikelen, vooral die uit het Verre Oosten. En wat blijkt? Twintig procent van de onderzochte producten bevat cadmium! Twintig procent! De douane maakt de processen-verbaal op, de Inspectie verzorgt het bestuursrechtelijke deel: waarschuwt de importeur en dreigt met een dwangsom als opnieuw een cadmium-
05
houdend product wordt ingevoerd. En dat helpt! Samenwerking loont dus. Maar omdat cadmium een lage prioriteit heeft, doet het extra pijn als de douane dit hoort en zich afvraagt waarom zij zich dan wel hiervoor moeten blijven inspannen. Ook voor de douane geldt dat er genoeg andere interessante onderwerpen zijn, zoals krokodillenleren tasjes en smokkel op sigaretten, drank en drugs. Gelukkig kan er dan op gewezen worden dat juist de douane hèt belangrijkste vangnet is. Maar zij kunnen niet alles. Afgelopen zomer werd een controle gehouden in bijna alle grote attractieparken en dierentuinen in Nederland. Het resultaat? In de speelgoed –en souvenirwinkeltjes zijn cadmiumhoudende producten en verpakkingen aangetroffen, en al dat speelgoed is ‘made in the Far East’. Laat de douane maar veel signalen afgeven aan de Inspectie over de import van cadmiumhoudende producten … Jan Pieter Smit Handhaving productbesluiten en NLS Afgedankte producten op een optimale wijze inzamelen en verwerken. De productbesluiten – wettelijke regelingen – verplichten de producenten en importeurs van bepaalde producten hiervoor te zorgen. Producten die onder deze regelingen vallen zijn bijvoorbeeld banden van personenauto’s, batterijen, koelkasten, ICT-apparatuur en verpakkingen. Meestal hebben de producenten en importeurs deze verantwoordelijkheid samen opgepakt en is er per productcategorie een specifieke inzamel- en verwerkingsstructuur opgezet. De Inspectie ziet er op toe dat producenten en importeurs inderdaad zijn aangesloten bij zo’n structuur, of er zelf één hebben opgezet. Begin 2003 is deze wettelijke taak van de Inspectie beoordeeld op risico’s en nalevingstekort, volgens het van binnen naar buitenspoor. De regelingen voor de meeste producten scoorden laag. Een klein risico, dus een lage prioriteit. Dat betekent dat er niet planmatig opgetreden zou worden tegen producenten en importeurs die niet (meer) bij zo’n structuur aangesloten zijn. Signalen over deze free riders zouden in het van buiten naar binnenspoor kunnen worden aangepakt, wanneer ze hoog genoeg scoren in de PRIOV-criteria. (Politieke wens, Risico voor de leefomgeving, Integriteit bestuur van overheid of bedrijf,Onrust burgers en Voorbeeldwerking). De beleidsdirectie SAS en de branche-organisaties van loyale producenten en importeurs konden slecht leven met deze uitkomst en zijn daartegen in actie gekomen. Dit heeft geleid tot een verzoek van de Staatssecretaris aan de Inspectie om de
productbesluiten in 2004 wèl te handhaven. De P van PRIOV! Daarom zal de Inspectie in 2004 in het BuBi-spoor handhavend gaan optreden. En met name tegen bedrijven die door de branche-organisatie uit de inzamelstructuur zijn gezet omdat ze hun verplichtingen niet nakomen (de I van PRIOV) en tegen beeldbepalende bedrijven die zich niet hebben aangesloten bij een structuur (de V van PRIOV). Cornelis Nauta Met de VROM-Nalevingsstrategie de boer op Iedereen binnen de Inspectie kent de VROM-Nalevingsstrategie (NLS), vooral via de brochure en de discussie over de activiteiten die wel of niet vallen onder het van buiten naar binnen spoor. Maar kennen anderen de NLS wel? Bijvoorbeeld andere departementen, andere overheden, organisaties? In Oost doen we iets aan die bekendheid buiten de eigen organisatie.
Hugo de Vries reikt brochure NLS uit aan wethouders van de gemeente Brummen
Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM VROM-Inspectie > Rijnstraat 8 > Den Haag > www.vrom.nl
Ministerie van VROM > staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven. Nederland is klein. Denk groot.
“Bij handhaven is een ding essentieel: weten wat je belangrijkste problemen zijn en deze weten op te lossen” Bovenstaande citaat is van Malcolm Sparrow, auteur van het boek ‘The Regulatory Craft’. Malcom Sparrow, als hoogleraar verbonden aan de John F. Kennedy School of Government van de Harvard University, is één van de inspiratoren voor onze VROM-Nalevingsstrategie. Hij is er stellig van overtuigd dat een probleemgerichte aanpak leidt tot een effectievere handhaving. De probleemgerichte aanpak heeft alles te maken met onze van buiten-naar-binnen aanpak, met slim handhaven, maar natuurlijk ook voor de aanpak van onze op naleving gerichte van-binnen-naar-buiten-projecten is deze benadering verfrissend. Op 18 december 2003 vond in Utrecht een seminar over Handhaven ASAP ( As Smart As Possible) plaats, waaraan diverse inspectiemedewerkers deelnamen. Tijdens dat seminar had David Herbster ( Department of Environmental Protection van de staat Florida) een mooie tip : in zijn organisatie kunnen medewerkers zelf projecten aandragen om problemen (BuBi’s) op te lossen. Vaak wordt de aandrager van het voorstel dan ook aangesteld als projectleider. Omdat de projectleider vaak hoog gemotiveerd is om het probleem op te lossen worden met een inzet van +/- 2 uur per week geweldige resultaten geboekt. Jonge Inspectiemedewerkers kregen de kans om zich te laten zien en dat is een uitkomst in organisaties waar door de vergrijzing weinig doorstroom is….
Eens per maand is er een vergadering van het zogeheten RijksVertegenwoordigersOverleg (RVO). In dit overleg zitten de meeste rijksdiensten in Oost en van VROM zowel de Inspectie als de Haagse collega’s van de beleidsdirecties. In de novembervergadering is door Theo Dijkstra een presentatie gegeven over de NLS en is geprobeerd zo goed mogelijk aan te geven welke gevolgen de Inspectie aan de NLS verbindt in haar werkzaamheden in het werkplan 2004. Daarnaast is er ook geprobeerd aan te geven op welke punten VROM wil en kan samenwerken met de andere departementen. De Inspectie onderzoekt eens per vier jaar een gemeente op het gebied van de uitvoering van de VROM wet- en regelgeving. Een dergelijk onderzoek wordt vastgelegd in een rapport en dat rapport wordt met de gemeentelijke bestuurder(s) besproken. Sinds november bieden we bij die bespreking een exemplaar aan van de brochure over de NLS en we geven enige toelichting daarbij. Het belang daarvan is dat de inspectie (formeel de Minister)aangeeft hoe de keuzen worden gemaakt bij de wettelijke taken en hoe de inspectie omgaat met signalen van buiten. De ervaring is tot nu toe dat de wethouders dit verhaal informatief vinden en bovendien openhartig van onze kant. Theo Dijkstra Regelmatig wordt de NLS gepresenteerd binnen VROM en aan allerlei externe organisaties. De reacties op de NLS zijn enthousiast vanwege de eenvoud en hanteerbaarheid. Zo zijn er presentaties geweest bij het ALOM (Ambtelijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving), de IPO-regiegroep handhaving, het contactteam Wet verontreiniging oppervlaktewateren en tijdens een workshop van OECD/INECE. Meer informatie Voor meer informatie over de VROM-Nalevingsstrategie: kijk op VERA onder Beleid, Handhaving.
Malcolm Sparrow