Verbinden & Vernieuwen
Samen op weg naar een toekomstbestendig sociaal-maatschappelijk domein | VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
2
Visienota herontwerp sociaal – maatschappelijk domein Gemeente Katwijk, Afdeling Samenleving Mei 2013 | VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Voorwoord wethouder Gerard Mostert
Voor u ligt de visienota herontwerp sociaal-maatschappelijk domein: ‘Verbinden & Vernieuwen’ met de ondertitel ‘Samen op weg naar een toekomstbestendig sociaal-maatschappelijk domein’. Deze visienota is om meerdere reden nodig. De afgelopen decennia is de samenleving veranderd. Zo het er nu naar uitziet, blijft de samenleving de komende jaren veranderen. Sociale en culturele ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op: de meerkeuzemaatschappij, de netwerksamenleving, de toename van individualisering en het losser worden van de omgangsvormen. Dit alles vraagt om een andere kijk op de spelers in het sociaal-maatschappelijk domein. Naast de veranderingen in de samenleving gaat er ook voor de gemeente veel veranderen. De Rijksoverheid geeft de gemeente nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Deze gaan gepaard met kortingen op de huidige budgetten. Het betreft de veranderingen die veel in het nieuws zijn onder de noemer de 3D’s: 3 decentralisaties op het gebied van jeugd, werk & inkomen en zorg. De gemeente wordt verantwoordelijk voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van haar burgers. Het Rijk gaat er vanuit dat wij als gemeente deze taken efficiënter en effectiever kunnen (laten) uitvoeren dan de rijksoverheid. Dit omdat zij van mening is dat wij beter verbindingen kunnen leggen met alle betrokken partijen en meer vraaggericht kunnen werken. Immers, als gemeente sta je dichter bij de burgers. De titel ‘Verbinden & Vernieuwen’ is ons motto. De ondertitel ‘Samen op weg naar een toekomstbestendig sociaal-maatschappelijk domein’ geeft zowel de wijze waarop we de veranderingen willen oppakken als de inzet van de veranderingen weer. De inzet is te komen tot een sociaal-maatschappelijk domein dat inspeelt op trends en ontwikkelingen. Dit betreft zowel ontwikkelingen in de samenleving als beleidsontwikkelingen van het Rijk. Het is de bedoeling een sociaal-maatschappelijk domein te realiseren dat voor de langere termijn houdbaar is. De gemeente wil dit samen met de betrokkenen in dit domein doen. Het gezamenlijk willen optrekken betekent dat de route om op de bestemming te komen niet vooraf is bepaald. We hebben onze bestemming dus nog niet bereikt. Ik wil graag eerst samen met u de route uitzetten.
3
We gaan samen op weg naar een nieuw sociaal-maatschappelijk domein!
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Leeswijzer
De visienota begint met de landelijke ontwikkelingen in de samenleving. Vervolgens worden deze ontwikkelingen toegespitst op de Katwijkse situatie. Daarnaast komen ook de landelijke beleidsontwikkelingen in vogelvlucht aan bod. Het stuk eindigt met de visie van de gemeente Katwijk waarin de tien leidende principes voor verandering de samenvatting vormen van de visie. Terminologie kwesties en reikwijdte nota In de nota worden diverse termen gebruikt waarvoor in de literatuur en wetenschap niet altijd eenduidige definities worden gehanteerd. Ook worden binnen het sociaal-maatschappelijk domein verschillende termen gehanteerd die dezelfde betekenis hebben. Zo wordt in de zorg gesproken over patiënten, bij werk en inkomen wordt gesproken over klanten en in het opbouwwerk wordt gesproken over bewoners. Ieder onderdeel kent zijn eigen terminologie. Om niet te verzanden in details en omwille van de leesbaarheid gebruiken we in deze nota overkoepelende begrippen. Daar waar van belang geven we een toelichting of een voorbeeld.
4
Het sociaal-maatschappelijk domein is het terrein van de gemeente dat zich in beleid en uitvoering richt op de lokale samenleving. Zo omvat het sociaal-maatschappelijk domein onder andere zorg, welzijnswerk, kinderopvang, opvoedingsondersteuning, schuldhulpverlening, minimabeleid, jeugdbeleid, gezondheidsbeleid, leerlingenvervoer, werk en inkomen, leerplicht, opvang voor daken thuislozen, gezondheidsbeleid, kunst- en cultuurbeleid, sport et cetera. Vanuit het Rijk krijgt de gemeente relatief veel ruimte om zelf invulling te geven aan dit domein. Dit om zoveel mogelijk recht te laten doen aan de lokale situatie. In deze nota richten we ons ten aanzien van het sociaalmaatschappelijk domein op de veranderingen die het meest actueel zijn. De spelers in het sociaal-maatschappelijk domein zijn burgers, de gemeente, onderwijsinstellingen, professionele organisaties zoals welzijn- en zorgorganisaties, kerken, vrijwilligersorganisaties, kunst- en cultuurinstellingen maar zeker ook werkgevers die maatschappelijk verantwoord ondernemen en een bijdrage willen leveren aan de samenleving. Gemakshalve wordt in deze nota gesproken over de burger, de gemeente, de professionele organisaties en professionals. Daar waar van toepassing worden andere spelers in dit domein specifiek genoemd. Proces totstandkoming en vervolgproces Deze nota is tot stand gekomen mede op basis van de waardevolle bijdragen van een kick-off bijeenkomst op 6 februari 2013. Aan deze bijeenkomst namen professionals op strategisch niveau deel van organisaties die actief zijn in het Katwijkse sociaal-maatschappelijk domein. Ook namen samenwerkingsverbanden van scholen en de Wmo adviesraad deel aan de bijeenkomst. De komende periode willen we meer bijeenkomsten organiseren. Dit om de beoogde veranderingen gezamenlijk op te pakken en de route verder uit te stippelen. De nota is voor advies voorgelegd aan de Wmo adviesraad. De brief met het advies van de Wmo adviesraad is als bijlage toegevoegd aan het raadsvoorstel. Daar waar van toepassing zijn de adviezen verwerkt in deze visienota. Welke wijzigingen dit betreft staan genoemd in het raadsvoorstel behorende bij deze visienota.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
De trends en ontwikkelingen in het sociaalmaatschappelijk domein
In dit hoofdstuk worden de relevante trends en ontwikkelingen in het sociaal-maatschappelijk domein weergegeven. Het is bedoeld om de aanleiding en de context van de beoogde transformatie te duiden. De beschreven ontwikkelingen zijn niet uitputtend. Alleen de meest relevante trends en ontwikkelingen zijn benoemd.
Landelijke trends en ontwikkelingen in de samenleving Meerkeuze maatschappij en keuzevrijheid Er valt meer dan ooit te kiezen in onze maatschappij en mensen hebben keuzevrijheid2. In verschillende opzichten zijn er meer mogelijkheden om het eigen leven naar eigen keus in te richten. De keuzevrijheid van mensen toont zich onder andere in het uitzetten van de eigen levensloop, partnerkeus, schoolkeus, beroepskeuze, samenlevingsvorm, levensbeschouwing, besteding van de vrije tijd et cetera. Mensen zijn mondiger geworden en beter in staat om zelf belangrijke keuzes in het leven te maken. Scholing speelt hierin een belangrijke rol. Waar decennia geleden de helft van de bevolking alleen maar lagere school had, is dat nu ruimschoots verminderd tot een kleine groep mensen3. Het percentage van de bevolking dat een HBO diploma of universitaire diploma heeft is 18% en ligt hoger dan decennia geleden4. Waar voorheen instituties als het gezin, de school, de kerk verregaande invloed hadden op de keuzes van mensen, lijkt in de afgelopen decennia de individuele autonomie in het maken van keuzes te zijn gegroeid. Deze trend zal zich de komende jaren voortzetten. Centraal staan de vrijheid die mensen hebben om eigen keuzen te maken en de competenties / vaardigheden om dat ook te kunnen doen. Deze trend vraagt om een andere dienstverlening en inzet van professionele organisaties en de gemeente. De eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van het individu zijn hierbij de uitgangspunten. Er is ook een keerzijde. Niet iedereen is in staat keuzes te maken en verantwoordelijkheid over het eigen leven te nemen. Dit kan tijdelijk zijn waardoor bijvoorbeeld het ontwikkelen van vaardigheden om keuzes te maken en verantwoordelijkheid over het eigen leven te nemen een aandachtspunt is. Ook zijn er mensen, zoals dementerenden en verstandelijk beperkten, die structureel niet in staat zijn om keuzes te maken en verantwoordelijkheid over het eigen leven te nemen. Voor beide groepen is professionele ondersteuning, tijdelijk of duurzaam, noodzakelijk.
5
Individualisering Vanaf halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw is er het proces van individualisering. Individualisering is op te vatten als een groeiende autonomie van het individu ten opzichte van zijn directe omgeving. Mensen zien zich steeds minder als lid van een groep en steeds meer als een uniek en onafhankelijk individu. Aan individualisering is een kwantitatieve en een kwalitatieve component te onderscheiden. De eerste stamt uit de begintijd van de verzorgingsstaat en is de uitdrukking van het streven iedereen gelijke kansen te geven en de zwakkeren te beschermen. Ieder individu had recht op dezelfde bejegening. Gelijkheid was de norm voor het overheidshandelen. Dat is nog steeds zo, maar in het licht van wat er de afgelopen decennia is bereikt, komt het accent nu veel meer te liggen op de kwalitatieve component: maatwerk en verzorgingsarrangementen die afgestemd zijn op de wensen en behoeften van iedere burger afzonderlijk. Waren gelijkheid en uniformiteit de belangrijkste waarden in de 20ste eeuw, verscheidenheid en pluriformiteit zijn de waarden van de 21ste eeuw. Informalisering Informalisering past bij individualisering en betekent het losser worden van de omgangsvormen tussen mensen. Het louter accepteren van gezag is met de trend van informalisering en individualisering niet meer vanzelfsprekend. Gezag en respect moeten verdiend worden en 2 3 4
De mogelijkheid om zelf keuzes te maken Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling CBS Statline
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
worden niet meer automatisch verleend op grond van de formele positie van iemand. Dit betekent niet dat er automatisch sprake is van een ‘gezagscrisis’ maar lijkt meer een uitdrukking te zijn van de kritische burger die zich zo goed mogelijk wil laten informeren en niet als vanzelfsprekend instemt met een boodschap van de gemeente of professionele organisatie. Gemeenten en professionele organisaties krijgen vertrouwen als zij zich baseren op deskundigheid en geloofwaardige afwegingen maken die recht doen aan de problemen van de burger. Hiervoor is het nodig aan te sluiten bij de leefwereld van de burger in plaats van te handelen vanuit de systeemwereld van de eigen organisatie. Duurzame ontwikkeling van de samenleving Steeds meer ontstaat bij mensen het besef van het belang van een duurzame ontwikkeling van de samenleving. Bij duurzame ontwikkeling gaat het om de toekomst van het (samen)leven en de welvaart van mensen, om het voortbestaan van de samenleving op een zodanige manier dat de huidige generatie ook voldoende overlaat voor een kwalitatief goed leven voor volgende generaties. Duurzaamheid in het sociale domein betekent het behouden van en streven naar een samenleving waar vertrouwen heerst, waar mensen zich veilig voelen, en waar sprake is van samenhang, sociale cohesie, en van betrokkenheid, en waar ook een voldoende mate van materiële zekerheid is gegarandeerd. Een dergelijke samenleving wordt gunstig geacht voor zowel het lichamelijke als het geestelijke welbevinden van de burgers. Dit geldt niet alleen voor de huidige generatie volwassenen. Een dergelijke samenleving biedt namelijk ook kansen voor een gunstige start voor toekomstige volwassenen. Kinderen die opgroeien in een stabiele, veilige en betrokken sociale omgeving hebben een grotere kans om op latere leeftijd uit te groeien tot evenwichtige, sociale en betrokken volwassenen dan kinderen die dat allemaal moeten ontberen. Het investeren in een dergelijke omgeving is dan niet alleen in het belang van het kind maar ook in het belang van een duurzame ontwikkeling van de samenleving. 6
Niet alleen burgers tonen besef van het belang van duurzame ontwikkeling van de samenleving. Deze trend is ook waarneembaar bij bedrijven. Bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen streven naast winst ook sociaal-maatschappelijke doelen na door activiteiten voor of investeringen in de (lokale) samenleving of specifieke doelgroepen te doen. Het aantal bedrijven dat maatschappelijk verantwoord onderneemt is toegenomen en zal naar verwachting verder toenemen. Maatschappelijke inzet en deelname aan de samenleving Burgers tonen een grote maatschappelijke inzet. De bereidheid om vrijwilligerswerk te doen is groot. Nederlanders zetten zich als vrijwilliger volop in op het terrein van bijvoorbeeld sport, hobby, amateurkunst, zorg en welzijn. Toch doemen er ook grijze wolken op aan de horizon van de civil society5. De vrijwilliger vergrijst en jongeren en volwassenen zijn in mindere mate bereid of in staat zich maatschappelijk in te zetten en zich voor een lange periode te committeren in formeel georganiseerd verband. De drukte in het dagelijkse leven speelt hierin een belangrijke rol. Maar ook de trend dat mensen zich steeds meer vrijblijvend, in informele netwerken organiseren vanuit een eigen belang, belangstelling, interesse en achtergrond. Bijvoorbeeld een groep ouderen die een wekelijkse bridgegroep opzetten of een groep moeders die een spelmiddag organiseren voor hun eigen kinderen. Om de maatschappelijke inzet van burgers in formeel verband en informele netwerken te vergroten of te behouden is het nodig om stimuleringsmaatregelen en faciliteiten te bieden. Laagopgeleiden en de lage inkomensgroepen nemen minder deel aan de samenleving dan hoogopgeleiden en hogere inkomensgroepen. Vooral werklozen en arbeidsongeschikten vertonen vaak tekenen van sociaal isolement en zijn naar verhouding weinig bij maatschappelijke organisaties aangesloten en maatschappelijk actief6. Bij 7% van de bevolking is sprake van cumulatieve non-participatie, wat wil zeggen dat deze mensen in een jaar tijd niet aan culturele activiteiten hadden deelgenomen, noch aan sport deden, noch een bezoek hadden gebracht aan attracties of natuur- en recreatiegebieden7. Binnen deze groep is een oververtegenwoordiging van mensen met een laag inkomen, laag opgeleiden, allochtonen, ouderen en mensen met een beperking. In deze groepen zitten mensen die het zich financieel niet kunnen veroorloven om mee te doen of die in een sociaal isolement verkeren en daarom niet kunnen of durven meedoen. Het geheel van vrijwillige organisaties die geen onderdeel van de overheid uitmaken, zonder winstoogmerk opereren en niet op familie- of vriendenbanden berusten. 6 Sociaal Cultureel Planbureau 7 Sociaal Cultureel Planbureau 5
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Deelname aan de samenleving gaat ook over gelijke kansen en gelijke mogelijkheden. In zekere zin gaat het dan over rechtvaardigheid: het besef dat iedereen recht heeft op een goed leven. Hierbij blijkt solidariteit een grote rol te spelen. Solidariteit tussen individuen onderling is een voorwaarde voor vertrouwen en netwerkvorming. Daarnaast wordt geacht dat solidariteit tussen groepen een voorwaarde is om ongelijkheid te voorkomen. Weinig solidariteit en een grote ongelijkheid in de samenleving blijken afbreuk te doen aan het vertrouwen dat mensen hebben in elkaar, aan de bereidheid deel te nemen aan de samenleving en aan de netwerkvorming die nodig is om sociale cohesie te bewerkstelligen. Om het vermogen van mensen om deel te nemen aan de samenleving te vergroten wordt onderwijs als een cruciale factor beschouwd. Als iets bijdraagt tot het vermogen van mensen om voor zichzelf te zorgen en om kritisch en weldenkend in de samenleving te staan, dan is het wel goed onderwijs. Via onderwijs kan actief burgerschap worden bevorderd. Burgerschap is dan de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren8. Religie De ontkerkelijking van Nederland heeft een geschiedenis: begonnen eind jaren vijftig / begin jaren zestig van de vorige eeuw is de ontkerkelijking een continu proces geweest. Dit proces is nauwelijks onderbroken en kent een continue dalende tendens. Dat wil niet zeggen dat daarmee het religieuze bewustzijn van de Nederlandse bevolking eveneens minder is geworden. De geloofsbelijdenis heeft meer een andere vorm gekregen waarbij de persoonlijke beleving en de psychologische kant meer centraal staan dan het naleven van Bijbelse voorschriften. Godsdienst in het moderne Nederland heeft zich steeds meer teruggetrokken in zijn eigen domein. Het is voornamelijk een privézaak geworden die in afzonderlijke, al dan niet in kerkelijke gemeenschappen collectief wordt beleefd. Van particulier initiatief naar overheidsverantwoordelijkheid De diensten en voorzieningen in het sociaal-maatschappelijk domein zijn grotendeels ontstaan vanuit particulier initiatief en in de loop der tijd omarmd door de overheid en ondergebracht in de invloedsfeer van en financiering door de overheid. Dit mede door de invoering van collectieve verzekeringen en sociale wetgeving. Waar vroeger sociale verbanden als familie, buren, kerken en verenigingen zorg droegen voor de opvang van burgers die (tijdelijk) ondersteuning en zorg nodig hadden is daar de overheid voor in de plaats gekomen. Enerzijds biedt deze ontwikkeling de burger de zekerheid van ondersteuning, en waarborgt een onafhankelijkheid van de goedgunstigheid van een al dan niet aanwezig sociaal netwerk, maar laat het anderzijds minder ruimte voor particulier initiatief. Initiatief dat ontstaat vanuit een behoefte en de kracht van de samenleving.
7
Netwerksamenleving Lange tijd is sprake geweest van een zekere voorspelbaarheid. Tijdens de verzuiling lagen de verhoudingen tussen de belangrijkste sociale groepen vast en kende iedereen ‘zijn plaats’, zoals dat het geval is in hiërarchische verhoudingen. De samenleving ontwikkelt zich geruime tijd relatief onvoorspelbaar en niet volgens een bepaald ‘ontwerp’ of een onvermijdelijke logica. De optelsom van het handelen van alle individuen en van alle groepen in een samenleving laat zich moeilijk voorspellen. Er wordt dan ook gesproken over een netwerksamenleving die complexiteit, onoverzichtelijkheid en een eigen dynamiek met zich meebrengt. Deze zogenoemde netwerksamenleving laat zich niet door de overheid i.c. de gemeente sturen in hiërarchische zin. Maar vraag meer om een bottom-up benadering waarin de actoren en de gemeente op basis van horizontale verhoudingen samen aan de slag gaan. Dit betekent dat de gemeente veel meer als onderdeel van een netwerk moet opereren en soms ook meer moet loslaten en onvoorspelbaarheid moet accepteren waarbij zij vertrouwt in de kracht van burgers. Demografische ontwikkelingen De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder. De levensverwachting is de afgelopen eeuw sterk toegenomen. Ook het aantal gezonde levensjaren is gestegen. Maar de ouder wordende mens vraagt in zijn laatste levensfase om meer en langduriger en daardoor duurdere zorg. De gemiddelde levensduur is momenteel 83 jaar voor vrouwen en 79 jaar voor mannen en zal de komende jaren naar verwachting toenemen. Mensen uit een huishouden met een inkomen onder Sociaal Cultureel Planbureau
8
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
de armoedegrens, 10,9 % van de totale bevolking, leven wel gemiddeld korter dan mensen met een hoger inkomen9. Ook zijn tussen deze groepen verschillen in aantal gezonde levensjaren. Mensen met een hoger inkomen leven meer gezonde levensjaren dan mensen uit een huishouden met een inkomen onder de armoedegrens. Mensen met een lage sociaaleconomische status hebben vaker ongezonde levensomstandigheden en een ongezonde levensstijl. Het aantal geboorten laat grote schommelingen zien. Direct na de tweede wereldoorlog in 1946 steeg het aantal geboorten fors. Dit jaar wordt algemeen gezien als het begin van de babyboomgeneratie. Een generatie die een hogere sociaaleconomische status heeft dan voorgaande generaties en zelfredzaam is. Deze generatie gaat nu en de komende jaren met pensioen. Er komt een nieuwe generatie 65-plussers die welgestelder en gezonder is en actief deelneemt aan de samenleving. Vanaf de jaren zeventig is het aantal geboorten snel gedaald waarbij de jaren tachtig een laagterecord toont. Daarna wisselt het beeld. De verwachting in zijn algemeenheid is dat het aantal geboorten zal afnemen. Dit mede door de trend van het uitstellen van kinderen krijgen, dat deels ook tot afstel leidt, en door de afname van het aantal kinderen, dat een vrouw krijgt. De ontwikkeling in de samenstelling van de bevolking toont een forse toename van het aantal 65-plussers en een afnemend aantal jongeren. Vooral het aantal 65-plussers ten opzichte van de bevolking van 20 tot 64 jaar is flink gestegen en deze stijging zal de komende jaren voortduren. Tegenover iedere 65-plusser staan vier personen die tot de beroepsbevolking behoren. Over dertig jaar zijn dat er naar verwachting twee10. Kortom, er is sprake van vergrijzing en ontgroening en de verwachting is dat dit de komende jaren zal aanhouden.
8
Demografische ontwikkelingen
Netwerk samenleving Van particulier initiatief naar overheids verantwoordelijk heid
Meerkeuze maatschappij en keuzevrijheid
De veranderende samenleving
Religie Duurzame ontwikkeling samenleving
9
CBS, Statline Sociaal Cultureel Planbureau
10
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Individualisering
Informalisering
Maatschappelijke inzet en deelname aan de samenleving
De Katwijkse samenleving11 De Katwijkse samenleving is opgebouwd uit de gemeenschappen van Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg. Kenmerkende eigenschappen van de Katwijkse samenleving zijn de belangrijke rol van familieverbanden, eigenheid en onafhankelijkheid, saamhorigheid en dienstverlening, gemeenschapszin en de bereidheid tot het leveren van vrijwillige bijdragen aan sociaal en maatschappelijk werk. De eerder genoemde ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving komen grotendeels overeen met de ontwikkelingen in de Katwijkse samenleving. Tegelijkertijd zijn er ook afwijkingen. Als het gaat om demografische ontwikkelingen dan heeft Katwijk weliswaar te maken met ontgroening en vergrijzing maar het aandeel jongeren ten opzichte van de totale bevolking is relatief groter dan op landelijk niveau. Ook het aandeel ouderen wijkt af, deze is relatief kleiner dan op landelijk niveau. De Katwijkse samenleving onderscheidt zich onder andere doordat in Katwijk mensen naar elkaar omzien en oog hebben voor elkaar. De maatschappelijke inzet bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk bij sportverenigingen, koren en kerken is groot te noemen. Particuliere initiatieven op het gebied van welzijn zijn volop waar te nemen. De vrijwillige initiatieven vanuit kerkelijke gemeenschappen spelen hierin een rol van betekenis. Een deel van de Katwijkse gemeenschap is religieus geïnspireerd en hecht waarde aan identiteitsgevoelige zorg. Als het gaat om meedoen in brede zin is de Katwijkse samenleving sterk. Het (zelfstandig) ondernemerschap en het harde werken zijn kenmerken van de beroepsbevolking. Katwijk wijkt dan ook in positieve zin af in het aandeel burgers met een bijstandsuitkering ten opzichte van landelijke cijfers. Landelijk is het aandeel 2,4% van de totale bevolking, in Katwijk is dit 1% van de totale bevolking. In het verlengde hiervan wijkt Katwijk ook af in het aandeel huishoudens met een minimuminkomen. Op landelijk niveau ligt dit op 11%, in Katwijk ligt dit percentage rond de 7%. Als het gaat om het opleidingsniveau dan ligt het aandeel burgers dat een HBO diploma of hoger heeft landelijk op 18%. In Katwijk is dit rond de 12,5%. De onderwijsachterstand is ook zichtbaar bij jonge kinderen. Het aandeel achterstandsleerlingen is in Katwijk rond de 18% terwijl dit landelijk rond de 13% ligt.
9
De sociale samenhang in Katwijk is een factor van betekenis en in feite het sociale kapitaal. Dit betekent echter niet dat de gemeente achterover kan leunen. Er is een groep burgers in Katwijk die niet vanzelfsprekend kan meedoen in de samenleving. En hoewel er oog is voor elkaar en naar elkaar wordt omgezien wil dit niet zeggen dat de Katwijkse samenleving alles kan opvangen. De inzet van de gemeente blijft nodig, mede gezien de beleidsontwikkelingen vanuit de Rijksoverheid.
Doorontwikkeling Wmo: Welzijn Nieuwe Stijl en De Kanteling Welzijn Nieuwe Stijl is een programma van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit programma is onderdeel van de doorontwikkeling van de Wmo. Het programma heeft tot doel een impuls te geven aan de verdere invulling van de Wmo. Het concept Welzijn Nieuwe Stijl richt zich op meer overeenstemming tussen gemeenten, professionele instellingen en burgers en op meer professionaliteit en effectiviteit in de aansturing door gemeenten. Het concept Welzijn Nieuwe Stijl is uitgewerkt in de zogenoemde acht bakens. De wijze waarop de gemeente Katwijk invulling geeft aan de acht bakens is integraal opgenomen in het volgende hoofdstuk.
Het cijfermateriaal in deze paragraaf is afkomstig van www.waarstaatjegemeente.nl, CBS Statline en de administratie van de gemeente Katwijk
11
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
De acht bakens 1.
Gericht op de vraag achter de vraag Niet het aanbod van de organisatie staat centraal maar de vraag van de burger waarbij breder wordt gekeken om problemen echt op te lossen. Hiervoor wordt vraagverheldering toegepast.
2.
Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Centraal staat de vraag: Wie doet wat? Wat kan de burger zelf, of met hulp uit de directe omgeving doen? Wat kan de rol zijn van vrijwilligers? Wat doet de professional en wat doen de burgers. Maar ook wat kan de professional doen om de zelfredzaamheid van de burger te versterken.
3.
Direct er op af Zogenoemde zorgmijders of mensen met vraagverlegenheid, mensen die niet om hulp durven of willen vragen, weten de weg niet te vinden naar ondersteuning of zijn vastgelopen in de bureaucratie. De professional moet op deze burgers af, het liefst zo snel mogelijk om erger te voorkomen.
4. Formeel en informeel in optimale verhouding Het zoeken naar een optimale verhouding tussen wat burgers zelf kunnen doen en wat professionals moeten. De kracht van de professional ligt hierbij in het samen met burgers bezien op welke wijze burgers zelf problemen kunnen oplossen.
10
5.
Doordachte balans van collectief en individueel De verzorgingstaat is doorgeschoten met individuele oplossingen voor problemen van burgers. De financiering hiervan staat onder druk. Het ontwikkelen en inzetten van collectieve aanpakken is onvermijdelijk doch minstens zo effectief als individuele voorzieningen. Het gaat om een doordachte mix van de inzet van collectieve- en individuele voorzieningen.
6. Integraal werken Burgers hebben meestal problemen die niet door één organisatie of één voorziening kunnen worden opgelost. Een samenhangende aanpak en samenwerking tussen professionals is noodzakelijk bij de inzet van diensten en voorzieningen. 7.
Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Waar professionele organisaties ondersteuning bieden aan burgers, worden concrete afspraken gemaakt over de vraag op welke ondersteuning de burger kan rekenen en naar welke resultaten wordt toegewerkt.
8.
Gebaseerd op ruimte voor de professional De professionele bagage van de beroepskrachten moet voldoende aan bod kunnen komen. Hiervoor is ruimte nodig op basis van een ruime vrije beslissingsruimte voor de professional om zelfstandig te kunnen handelen en te doen wat nodig is.
Volledigheidshalve wordt melding gemaakt van De Kanteling. Ook De Kanteling is een doorontwikkeling van de Wmo. De Kanteling staat voor een nieuwe manier van werken bij de invulling van de compensatieplicht. De kern van de ‘gekantelde’ manier van werken is dat er meer tijd genomen wordt voor het gesprek met de burger en wordt afgestapt van de standaard voorzieningenlijst. In elk gesprek staan regie over het eigen leven en zelfredzaamheid voorop. Bij de gemeente Katwijk wordt inmiddels ‘gekanteld’ gewerkt voor de huidige Wmo doelgroep. Zodra de overheveling van de AWBZ-functies Begeleiding en Persoonlijke verzorging naar de Wmo heeft plaatsgevonden zal ook voor deze nieuwe doelgroepen de gekantelde werkwijze worden toegepast.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Decentralisaties De komende jaren staan voor het sociaal-maatschappelijk domein drie grote operaties op de agenda. Het betreft de invoering van de Participatiewet (voorheen Wet werken naar vermogen), de decentralisatie Jeugdzorg en de overheveling van de AWBZ-begeleiding en persoonlijke verzorging naar de Wmo. Het betreft de zogenoemde 3D’s. Het Rijk gaat er vanuit dat gemeenten deze taken efficiënter en effectiever kunnen (laten) uitvoeren dan de rijksoverheid. Dit omdat zij beter verbindingen kunnen leggen, meer integraal kunnen (laten) uitvoeren en meer vraaggericht kunnen werken. Immers, gemeenten staan dichter bij de burgers. De 3D’s betekenen nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de gemeente. Ze gaan gepaard met flinke kortingen op de huidige budgetten. De gemeente moet het met minder financiële middelen doen. In dit kader behoeven drie termen nadere uitleg: decentralisatie, transitie en transformatie. Decentralisatie refereert aan de daadwerkelijke overheveling van de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en bijbehorende budgetten naar de gemeente. Transitieproces refereert aan de periode van het wijzigen van het stelsel zoals regels, wetten, organisatie en inkoop. Transformatie refereert aan het realiseren van de beoogde effecten i.c. veranderingen zoals het gedrag van professionals, cultuur bij organisaties, andere (inhoudelijke) werkwijzen, andere verhoudingen tussen en rollen van burgers, cliënten, professionele organisaties en de gemeente. Maar ook nieuwe en/of aangepaste voorzieningen, diensten en activiteiten. Het realiseren van een transformatie is een proces en vereist tijd. In de praktijk overlappen het transitieproces en het transformatieproces elkaar deels. Bij het transitieproces is een duidelijk startmoment en einddatum. Dit laatste wordt bepaald door de datum van de daadwerkelijke decentralisatie. De transformatie kent weliswaar een startfase maar heeft geen einddatum. Immers dit proces is een veranderingsproces en dat kost tijd. Gemiddeld kost een transformatieproces bij betrokkenen 5 – 10 jaar. Decentralisatie
Transitieproces
11
Transformatieproces
Symbolisch komt het overeen met: tijdens de zwangerschap een kinderkamer inrichten in het huis waarin je woont. De verdere aanpassingen in je huis komen na de geboorte en tijdens het opgroeien van je kind. Op een gegeven moment is je huis mogelijk niet meer aan te passen en besluit je naar een andere woning te verhuizen. Participatiewet in vogelvlucht12 In december 2012 zijn de contouren van de Participatiewet aangeboden aan de Tweede Kamer. In de contourennotitie wordt in hoofdlijnen de beoogde invulling van de Participatiewet beschreven. De beoogde invoeringsdatum van de Participatiewet is 1 januari 2015. Met de invoering van de Participatiewet worden de Wet Werk en Bijstand (WWB) de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samengevoegd tot één regeling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Wajong blijft alleen bestaan voor mensen Shirley en Remco Van der Plas die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De oudste zoon van Shirley en Remco gaat De rijksoverheid wil hiermee de versnippering van naar het praktijkonderwijs. Hij heeft een verschillende regelingen ten behoeve van mensen ontwikelingsachterstand. Het is de vraag of hij in met een afstand tot de arbeidsmarkt verminderen. een reguliere baan aan de slag kan. De jongste zoon lijkt het te redden in het reguliere onderwijs. Shirley De Participatiewet voegt de re-integratie en begeen Remco hebben beiden last van angststoornissen leidingsbudgetten van de gemeente samen in een en depressies. Beiden hebben geen inkomen. De WW gebundeld re-integratiebudget. Het gebundelde van Remco is afgelopen. Er wordt gekeken of zij in budget gaat wel gepaard met geleidelijke efficiencyaanmerking komen voor een Wajong uitkering. kortingen.
12
Met het sluiten van het sociaal akkoord d.d. 11 april 2013 is de beoogde Participatiewet zoals deze hier beschreven is inhoudelijk op losse schroeven komen te staan. Het is nog onduidelijk hoe de Participatiewet er uit komt te zien. Duidelijk is wel dat de datum van invoering is gewijzigd. Dit is 1 januari 2015 geworden in plaats van 1 januari 2014. | VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Het maatschappelijke doel van de Participatiewet is zoveel mogelijk het arbeidspotentieel van de groep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te benutten en deze mensen te laten deelnemen in de samenleving en waar mogelijk zelf in hun levensonderhoud te voorzien. De inzet is dat deze groep mensen zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers aan de slag gaat. Ter realisering van het maatschappelijke doel worden twee instrumenten ingezet: een quotumregeling voor werkgevers en loondispensatie. De quotumregeling behelst een verplichting voor werkgevers met meer dan 25 werknemers om mensen met een arbeidsbeperking op te nemen in hun onderneming. Loondispensatie behelst een regeling waardoor iemand onder voorwaarden onder het minimumloon aan de slag kan gaan. Dit is altijd tijdelijk. Uiteindelijk moeten loon plus aanvullende uitkering samen even hoog zijn als het minimumloon. Echter het zal niet iedereen lukken bij een reguliere werkgever aan de slag te kunnen. Er blijft ook beschut werk nodig. Om invulling te geven aan het maatschappelijk doel van de Participatiewet moeten gemeenten meer dan voorheen werkgevers enthousiasmeren en ‘ontzorgen’ om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op te nemen in hun onderneming. Bijvoorbeeld door het opzetten of verbeteren van de bestaande werkgeversdienstverlening in een zogenoemd werkgeversservicepunt. Regionale samenwerking en aansluiting zoeken bij de arbeidsmarktregio is hierbij wenselijk. Aanpalend aan de Participatiewet ligt de herstructurering van het SW-bedrijf. Het vorige kabinet zette in op een snelle herstructurering van de SW-sector. Dit kwam onder andere tot uitdrukking in een doelmatigheidskorting die in 3 jaar werd doorgevoerd. Met de komst van de Participatiewet wordt de termijn verdubbeld naar 6 jaar. Gemeenten krijgen de ruimte om zelf beschut werk te organiseren. Hierin kan samenhang worden gerealiseerd met de Wmo en Jeugd, bijvoorbeeld door het combineren van arbeidsmatige dagbesteding en beschut werken. 12
Decentralisatie Jeugdzorg in vogelvlucht Gemeenten worden per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, inclusief specialistische hulp zoals jeugd-ggz (nu zorgverzekeringswet), jeugd-lvb (nu AWBZ), gesloten jeugdzorg, en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Gemeenten krijgen vanaf dat moment een jeugdhulpplicht. Hiervoor komt één wettelijk kader. Wanneer de nieuwe jeugdwet wordt ingediend bij de Tweede Kamer is nog onbekend. De huidige financiering van de jeugdzorg kent vijf geldstromen te weten via gemeentelijke middelen, provinciale middelen, via de zorgverzekering, via de AWBZ en tot slot via het Ministerie van Justitie. De bedoeling is dat deze financieringstromen worden gebundeld in één geldstroom en per 1 januari 2015 wordt belegd bij gemeenten. De decentralisatie van de Jeugdzorg gaat gepaard met een korting van 450 miljoen op het huidige landelijke budget. Een deel van de hulp moet op regionaal niveau georganiseerd en uitgevoerd worden. Afspraken hierover moeten per 1 januari 2014 gereed zijn. David van Dijk Met de decentralisatie van Jeugdzorg naar gemeenDavid is 11 jaar en woont bij zijn moeder. David heeft ten wil het Rijk tevens een transformatie realiseren. Er gaat momenteel veel geld naar de zware een psychiatrische aandoening en gedragstoornis. Hij heeft hulp, toezicht en sturing nodig bij zijn geïndiceerde jeugdzorg en er is te weinig geld en gedrag. Hij luistert slecht, is brutaal en kan gaan aandacht voor preventie en vroegsignalering, waar schelden. Als iemand David bijvoorbeeld aanraakt, de gemeenten nu al verantwoordelijk voor zijn. gaat hij vechten. Er zit dan geen stop op. Ook kan Het aanbod is versnipperd en het systeem van David niet goed omgaan met straf en onverwachte situaties. Hij wordt dan manipulatief, gaat liegen en indicatiestelling via Bureau Jeugdzorg en zorgverwordt boos of agressief. Dit speelt zich zowel thuis af, zekeraars is complex. De indicaties zullen met de als op school, als in de vrije tijd. decentralisatie verdwijnen. Ook de toegang tot de voorzieningen moet meer integraal, bij voorkeur via jeugd- en gezinsteams van het CJG. De zorg is momenteel niet effectief genoeg vooral omdat zij teveel los van de sociale context van jeugdigen, zoals het gezin, plaatsvindt. Een meer integrale aanpak, met oog voor alle leefgebieden en mensen in de directe omgeving, zoals het gezin, is nodig. De transformatie moet een oplossing bieden voor deze tekortkomingen. De beoogde transformatie behelst: meer preventie, eerdere ondersteuning, integrale hulp en gebruik maken van de eigen kracht, mogelijkheden van jeugdigen en hun omgeving / ouders.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Wet Publieke Gezondheid Een mogelijke wetswijziging die nauw samenhangt met de decentralisatie Jeugdzorg vindt plaats binnen de Wet Publieke Gezondheid. In deze wet is de Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus, schoolartsen) geregeld. De Jeugdgezondheidszorg kent een wettelijk verplicht deel en een wettelijk maatwerkdeel, dat gemeenten zelf kunnen invullen. Het maatwerkdeel gaat naar verwachting uit de Wet Publieke Gezondheid en over naar de nieuwe Jeugdwet. Gemeenten zijn dan vrij om dit soort activiteiten ook buiten de Jeugdgezondheid te beleggen. Wanneer de mogelijke wetswijziging wordt gerealiseerd is ongewis. Wet passend onderwijs in vogelvlucht Een ontwikkeling die nauw samenhangt met de 3D’s is de Wet passend onderwijs. Per 1 augustus 2014 krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek aan het kind te bieden. Als scholen dat zelf niet kunnen, moeten ze zorgen dat een kind elders een onderwijsplek krijgt. De huidige regelingen betreffende de toegang via indicatiestelling en begeleiding via een rugzakje komen te vervallen. De samenwerkingsverbanden van de scholen (primair en voortgezet onderwijs) worden zelf verantwoordelijk voor de inzet van zorg en bepalen zelf de grondslagen voor plaatsing in het speciaal onderwijs. De budgetten voor zorgleerlingen worden overgeheveld naar de samenwerkingsverbanden. De gezamenlijke schoolbesturen van een samenwerkingsverband maken afspraken over de inzet van geld en zorg. Daarbij hebben de samenwerkingsverbanden de plicht hun ondersteuningsplan af te stemmen met gemeenten in een op overeenstemming gericht overleg. Een belangrijk vraagstuk daarbij is welke zorg vanuit het onderwijs wordt ingezet en gefinancierd en welke zorg de verantwoordelijkheid is van de (door de gemeente gefinancierde) partners. Onderwijs en gemeenten moeten gaan samenwerken aan integrale ondersteuningsplannen en toegang. Overheveling van de AWBZ-functies Begeleiding en Persoonlijke verzorging naar de Wmo in vogelvlucht 13 In het regeerakkoord wordt gesproken over de overheveling van de AWBZ-functies Begeleiding en Persoonlijke verzorging (inclusief vervoer en kortdurend verblijf) naar de Wmo. De overheveling gaat gepaard met een beoogde korting van 25% op de huidige landelijke budgetten. De bedoeling is de AWBZ-functies Begeleiding en Persoonlijke verzorging per 1 januari 2015 onder de werking van de Wmo te laten vallen. De indicaties zullen daarmee grotendeels verdwijnen en worden vervangen door de reeds ingezette ‘gekantelde’ manier van werken. Van burgers wordt verwacht eerst te kijken naar wat ze zelf kunnen, samen met hun sociale netwerk alvorens een beroep wordt gedaan op collectieve voorzieningen en individuele voorzieningen.
13
De over te hevelen functie Begeleiding is erop gericht om de Mevrouw Van Beelen zelfredzaamheid van burgers te bevorderen, te behouden of te compenseren zodat opname in een instelling of verwaarlozing Mevrouw Van Beelen is 83 jaar. Ze wordt voorkomen. In de praktijk gaat het om ondersteuning op gaat sinds kort naar de dag-opvang. Zelf denkt ze dat ze als begeleidster het terrein van structuur en dagritme, maar omvat ook praktivoor volksdansen en gymnastiek sche hulp bij- en overname van taken op het gebied van het dawordt ingeschakeld. Ze geniet er elke gelijkse leven, huishouden en administratie. De begeleiding kan dag van om met zo’n belangrijke individueel of in groepsverband (dagbesteding) worden aangetaak onder de mensen te zijn. Het kan zomaar gebeuren dat een van de boden. Dagbesteding heeft naast het doel voor de cliënt ook een kinderen op bezoek komt en mevrouw doel voor de mantelzorger. Doordat de cliënt zijn dagbesteding Van Beelen zegt dat ze geen tijd heeft buitenhuis heeft, wordt de mantelzorger ontlast. omdat ze gymles moet geven. De functie Persoonlijke verzorging betreft ondersteuning in de dagelijkse verzorging zoals douchen, scheren, aankleden, hulp bij het eten, naar het toilet gaan en hulp bij het omdoen van prothesen. De groep cliënten die gebruik maakt van deze AWBZ-functies is divers en onderscheidt zich in verschillende subgroepen zoals cliënten met psychogeriatrische problematiek (dementie), verstandelijke gehandicapten en cliënten met een lichamelijke handicap. In het regeerakkoord worden in het kader van zorg meer maatregelen benoemd. Zo wordt gesproken over het inkomensafhankelijk maken van Hulp bij het Huishouden en een korting van 75% op de huidige budgetten en het invoeren van een maatwerkvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten. Ook wordt genoemd de extramuralisering van ZZP 3 in 2014 en in 2015 de extramuralisering van ZZP 4. Momenteel is landelijk onvoldoende duidelijkheid over het traject van wet- en regelgeving. 13
Inmiddels is er een kamerbrief verzonden aan de Tweede Kamer waarin de maatregelen uit het regeerakkoord verder zijn uitgewerkt. Ten aanzien van de korting op de huidige budgetten voor Hulp bij het Huishouden geldt dat deze is gewijzigd van 75% naar 40%. | VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Tijdpad 3D’s en Passend Onderwijs in beeld
Wmo Participatiewet Jeugd
2014
2015
Passend onderwijs
Bovenlokale asfpdraken Jeugd
2013
Overeenkomsten 3D’s
14
•
De doelgroepen waarvoor de gemeente verantwoordelijk wordt zijn veelal (zeer) kwetsbare mensen of mensen in kwetsbare situaties. De taken van de gemeente nemen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning toe. De gemeente wordt verantwoordelijk voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van haar burgers;
•
De gemeente krijgt bij de 3D’s de regierol toegewezen. Het is aan de gemeente op welke wijze zij hieraan invulling geeft;
•
Burgers moeten zoveel mogelijk, vanuit hun eigen kracht en mogelijkheden, meedoen in de samenleving. Wanneer zij ondersteuning nodig hebben moet eerst naar de mogelijkheden in de directe omgeving en het informele netwerk worden gekeken alvorens een beroep gedaan wordt op de gemeente en in het verlengde daarvan op professionele inzet.
•
De indicaties verdwijnen grotendeels en worden vervangen door arrangementen. Hierbij wordt het zogenoemde gekantelde gesprek ingezet: vraagverheldering toegepast. In vaktermen wordt dit het ‘keukentafelgesprek’ genoemd;
•
Het is deels verplicht en wenselijk om op onderdelen met andere gemeenten in de regio samen te werken;
•
De huidige landelijke budgetten worden met een financiële korting en zoveel mogelijk ontschot overgeheveld naar gemeenten. De gemeente moet de taken met minder financiële middelen (laten) doen. Door de ontschotting verminderen de belemmeringen voor samenhangend beleid en integrale uitvoering;
•
De doelgroepen binnen de afzonderlijke decentralisaties tonen overlap bij burgers met complexe / meervoudige problematiek, gezinnen en jeugdigen. Vooral voor deze groep burgers is het werken volgens het concept 1 huishouden, 1 plan en 1 coördinator van belang;
•
De inzet van de gemeente en professionele organisaties richt zich op integrale dienstverlening, preventie, vroegsignalering en nieuwe arrangementen voor hulp en ondersteuning;
•
De 3D’s beogen een transformatie. Het betreft een omslag in denken en doen voor zowel burgers, professionele instellingen, professionals, werkgevers en de gemeente. Het gaat om andere werkwijzen, cultuur, gedrag, diensten en voorzieningen.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Samenvatting De samenleving is de afgelopen decennia veranderd en de verandering zet door. Er is sprake van een meerkeuze maatschappij en de meeste mensen zijn in staat om zelf keuzes te maken. De toegenomen individualisering maakt dat de belangrijkste waarden van de 21ste eeuw verscheidenheid en pluriformiteit zijn geworden. De omgangsvormen zijn losser geworden en de zogenoemde netwerksamenleving laat zich niet in hiërarchische zin sturen. Steeds meer ontstaat bij mensen het besef van het belang van een duurzame ontwikkeling van de samenleving. Een samenleving die niet alleen prettig is om in te leven voor de huidige groep volwassenen maar ook kansen biedt voor een gunstige start voor toekomstige volwassenen. Ook bedrijven tonen het besef van het belang van duurzame ontwikkeling van de samenleving. Het maatschappelijk verantwoord ondernemen is toegenomen. De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder en het aantal gezonde levensjaren is gestegen. Er komt een generatie 65-plussers die welgestelder en gezonder is en actief deelneemt aan de samenleving: de zogenoemde babyboomgeneratie. Door de afname van het aantal geboorten en de toename van het aantal ouderen is er sprake van ontgroening en vergrijzing. De druk op de verzorgingsstaat neemt toe. De meeste mensen nemen deel aan de samenleving en zetten zich bijvoorbeeld als vrijwilliger in. Maar er doemen ook grijze wolken op aan de horizon. De vrijwilliger vergrijst en jongeren en volwassenen zijn in mindere mate bereid of in staat zich maatschappelijk in te zetten. De drukte in het dagelijkse leven speelt hierin een belangrijke rol. Deelname aan de samenleving is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Er is een groep mensen zoals laagopgeleiden, mensen met een laag inkomen en mensen met een beperking, die buitenspel staat of dreigen te staan. Ook is er een groep mensen die (nog) niet in staat is keuzes te maken en verantwoordelijkheid over het eigen leven te nemen.
15
De ontwikkelingen in de landelijke samenleving komen grotendeels overeen met de ontwikkelingen in de Katwijkse samenleving. Tegelijkertijd zijn er ook afwijkingen. Katwijk heeft weliswaar te maken met ontgroening en vergrijzing maar het aandeel jongeren ten opzichte van de totale bevolking is relatief groter dan op landelijk niveau. Ook het aandeel ouderen wijkt af, deze is relatief kleiner dan op landelijk niveau. Als het gaat om onderwijs dan toont Katwijk een achterstand ten opzichte van de landelijke ontwikkelingen. Als het gaat om meedoen in brede zin wijkt Katwijk in positieve zin af. De Katwijkse bevolking zet zich volop maatschappelijk in en het percentage burgers met een bijstandsuitkering is lager ten opzichte van het landelijke percentage. Tot slot is de sociale samenhang in Katwijk een factor van betekenis en in feite de kracht van de Katwijkse samenleving. Naast deze ontwikkelingen in de samenleving heeft de gemeente de komende jaren te maken met beleidsontwikkelingen die door het Rijk worden ingezet. Het betreft de zogenoemde 3D’s. Met de komst van de 3D’s wordt de gemeente verantwoordelijk voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van haar burgers. De bedoeling is dat burgers zoveel mogelijk, vanuit hun eigen kracht en mogelijkheden, meedoen in de samenleving. De 3D’s gaan gepaard met kortingen op de huidige landelijke budgetten. Het Rijk gaat er vanuit dat gemeenten de taken efficiënter en effectiever kunnen (laten) uitvoeren dan de Rijksoverheid. Naast de 3D’s is er nog Welzijn Nieuwe Stijl. Welzijn Nieuwe Stijl moet leiden tot meer overeenstemming tussen gemeenten, professionele instellingen en burgers en op meer professionaliteit en effectiviteit in de aansturing door gemeenten. Net als de 3D’s gaat ook Welzijn Nieuwe Stijl uit van de eigen kracht en mogelijkheden van burgers. Zowel de ontwikkelingen in de samenleving als de ingezette beleidsontwikkelingen door het Rijk vragen om een verandering. Het gaat hierbij om een verandering van rollen, verhoudingen, werkwijzen en cultuur van de betrokkenen in het Katwijkse sociaal-maatschappelijk domein en van de voorzieningen en diensten. Het betreft de zogenoemde transformatie.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Samen op weg naar een toekomstbestendig sociaal-maatschappelijk domein voor Katwijk
In het vorige hoofdstuk is een beeld geschetst van de belangrijkste trends en ontwikkelingen voor het Katwijkse sociaal-maatschappelijk domein. Deze trends en ontwikkelingen vormen de aanleiding en de context van de verandering die we voor ogen hebben. Ze vormen tevens de ingrediënten voor onze visie. De inzet van de beoogde veranderingen is te komen komt tot een sociaal-maatschappelijk domein dat kan inspelen op de ontwikkelingen. Een sociaal-maatschappelijk domein dat toekomstbestendig is. In dit hoofdstuk gaan we in op wat we willen bereiken in de Katwijkse samenleving. We geven onze visie op de benodigde veranderingen weer en benoemen de kaders waarbinnen we de veranderingen willen oppakken. Het hoofdstuk sluiten we af met een samenvatting. Dit doen we aan de hand van de ‘10 leidende principes’ voor de verandering.
Wat willen we bereiken in de Katwijkse samenleving? De beoogde maatschappelijke effecten voor de Katwijkse samenleving zijn: • Burgers zijn zelfredzaam en voeren regie over hun eigen leven. Ze doen op eigen kracht, vanuit hun mogelijkheden, al dan niet met de inzet van hun sociale netwerk, mee aan de samenleving; • Burgers kunnen zich in voldoende mate ontwikkelen en ontplooien en hierdoor maatschappelijk een sterke positie bereiken; • Burgers zetten zich in voor hun sociale omgeving en de samenleving. De ontwikkeling van de civil (pedagogische) society en maatschappelijke inzet wordt bevorderd.
16
Waar willen we naartoe? De Katwijkse samenleving en de burgers van Katwijk Een samenleving die kansen en ondersteuning biedt We hebben een samenleving voor ogen waar saamhorigheid is, vertrouwen heerst, waar burgers zich veilig voelen en waar sprake is van onderlinge betrokkenheid. Immers dit draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving. We streven een Piet Haasnoot samenleving na waarin kansen zijn voor burgers om zich te ontplooien en te ontwikkelen. Een samenleving die ook onderPiet is 78 jaar en weduwnaar. Hij steuning biedt aan kwetsbare burgers en burgers in kwetsbare woont alleen. Veel van zijn vrienden situaties. zijn inmiddels overleden. Hij voelt zich vaak eenzaam. Ria, zijn buurvrouw ziet Piet nauwelijks uit zijn huis komen. Af en toe schoffelt hij in zijn tuintje. Hoewel ze niet veel tijd heeft neemt ze hem regelmatig mee om samen boodschappen te doen of te wandelen op het strand.
Burgers ondersteunen elkaar We hechten er waarde aan dat burgers zelf verantwoordelijkheid nemen voor het vervullen van hun eigen basisbehoefte en die van hun gezin. De meesten zijn hiertoe ook in staat. Ze zijn zelfredzaam, voeren regie over hun eigen leven en nemen de verantwoordelijkheid voor hun leven en de keuzes die ze maken. Soms hebben ze ondersteuning nodig. Wanneer dit nodig is gaan we ervan uit dat zij eerst een beroep doen op hun sociaal netwerk. Andersom is dit ook van toepassing: als het sociale netwerk een beroep doet op de burger gaan we ervan uit dat de burger ondersteuning biedt. Burgers die een risico lopen om een achterstand in de maatschappij op te lopen of in een sociaal isolement dreigen te raken of (nog) onvoldoende zelfredzaam zijn. De kwetsbaarheid betreft aspecten van de persoon zelf. Voorbeelden zijn lichamelijke gehandicapten, dementerenden, kinderen met een ontwikkelachterstand en verslaafden. 15 Situaties waarin burgers zich bevinden die risicovol worden geacht om een achterstand in de maatschappij op te lopen of in een sociaal isolement te raken. De kwetsbaarheid betreft aspecten in de situatie. Voorbeelden zijn het verliezen van een baan, huisuitzetting, huiselijk geweld, wonen in een onveilige buurt, kinderen die opgroeien in een minimahuishouden. 16 Onder sociaal netwerk wordt verstaan een netwerk van betekenisvolle personen dat kan functioneren als een ondersteuningsbron zoals de partner, familie, vrienden, buren en kennissen 14
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Iedereen doet mee en telt mee Ons uitgangspunt is dat alle burgers meedoen door bijvoorbeeld naar school te gaan, te werken, iets voor de buurt of vrijwilligerswerk te doen. Iedereen heeft kwaliteiten en talenten en heeft de samenleving wat te bieden. Iedereen doet mee en telt mee, dus ook kwetsbare burgers en burgers in kwetsbare situaties.
Pilot respijtzorg Bijstandsgerechtigden worden getraind om respijtzorg te kunnen verlenen. Om ervaring op te doen lopen ze stage bij zorginstellingen. Mensen zijn enthousiast. Nieuwe deelnemers melden zich spontaan aan voor een volgende ronde trainingen. Het mes snijdt aan twee kanten. Mantelzorgers kunnen op adem komen en bijstandsgerechtigden kunnen hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.
Maatschappelijke inzet wordt bevorderd Katwijkers zetten zich maatschappelijk in voor de samenleving, bijvoorbeeld als vrijwilliger of als tegenprestatie voor de uitkering. We menen dat er nog potentie is in onze samenleving. Er zijn burgers die zich willen inzetten maar dit nog niet doen of kunnen doen. De gemeente wil de maatschappelijke inzet van Katwijkers bevorderen. Mantelzorgers worden meer ondersteund Mantelzorgers zorgen voor hun naasten. Zij maken het mogelijk dat burgers zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen wonen. Ook zijn er mantelzorgers die hulp en ondersteuning bieden aan hun naasten die zijn opgenomen in een zorginstelling. Door de beleidsontwikkelingen vanuit het Rijk wordt van burgers verwacht dat zij mantelzorg gaan bieden. Ook zal de druk op bestaande mantelzorgers toenemen. De gemeente wil mantelzorgers meer ondersteunen zodat zij zich duurzaam kunnen inzetten.
Grip op de Knip Stichting Grip de Knip is een vrijwilligersorganisatie op het gebied van financiële hulpverlening. Zij is ontstaan vanuit het particuliere initiatief. Ze bieden hulp aan de inwoners van Katwijk die dat kunnen en willen gebruiken.
Particuliere initiatieven krijgen de ruimte Particuliere initiatieven komen voort uit de kracht en de behoefte van de samenleving. De gemeente wil initiatieven die van onderop komen de ruimte bieden. Daar waar gewenst faciliteren we dit tijdelijk. Deze verschuiving gaat in de visie van de gemeente gepaard met vertrouwen in en op de samenleving en meer zeggenschap voor de burger.
17
Kwetsbare burgers en burgers in kwetsbare situaties worden (tijdelijk of duurzaam) professioneel ondersteund Een deel van de burgers is kwetsbaar. Wanneer de inzet van het sociale netwerk beperkt mogelijk is wil de gemeente deze groep burgers (tijdelijk of duurzaam) professionele ondersteuning bieden. Ondersteuning die met name gericht is op het behouden, herwinnen of bevorderen van de zelfredzaamheid en het voeren van regie over het eigen leven zodat deze groep burgers (gaan of blijven) meedoen in de samenleving.
De gemeente Katwijk Vraagstukken als vertrekpunt en inzet op kansen In onze visie geldt dat voor het sociaal-maatschappelijk domein de vraagstukken in de gemeente het vertrekpunt vormen. De vraagstukken kunnen zich afspelen op individueel niveau, op groepsniveau, op gebiedsniveau en/of gemeenteniveau. We willen de vraagstukken meer integraal benaderen en oppakken. Naast de inzet op vraagstukken zetten we ook in op kansen. Talentontwikkeling en het meedoen van burgers staan hierbij hoog in het vaandel. Kinderen, jongeren, kwetsbare burgers en burgers in kwetsbare situaties hebben hierbij onze bijzondere aandacht. Voorkeur voor coproducent als regierol van de gemeente In de visie van de gemeente Katwijk is regie een bijzondere vorm van ‘sturen’. Het is gericht op het realiseren van integrale oplossingen voor lokale vraagstukken. Het bestaat in de context van een samenspel met andere partijen zoals met burgers, professionele organisaties en werkgevers. Bij de invulling van onze regierol maken we onderscheid in opdrachtgever, coproducent en facilitator.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
In de regierol als opdrachtgever zijn de andere partijen de uitvoerders van het gemeentelijk beleid. De gemeente benoemt het vraagstuk, formuleert hierop een visie en stelt de beleidsdoelen en de te behalen resultaten vast. Deze worden opgenomen in een opdracht voor de andere partijen. Zij opereren als uitvoerders van het gemeentelijk beleid en dienen de gestelde beleidsdoelen en resultaten van de gemeente te realiseren. De gemeente stuurt hier sterk op en stelt de randvoorwaarden, monitort en heeft de eindverantwoordelijkheid voor het realiseren van de beleidsdoelen en de resultaten. De gemeente bepaalt wat de uitvoerende partijen doen en stelt hiervoor financiële middelen ter beschikking. In de regierol van de gemeente als coproducent zijn de gemeente en de andere partijen partners van elkaar en opereren op basis van gelijkwaardigheid. Samen sturen ze op het regieproces. Dit geschiedt door informele sturingsmechanismen als onderhandeling en overtuiging. Gezamenlijk wordt het vraagstuk benoemd, een visie hierop geformuleerd, doelen en de te behalen resultaten gesteld. Ook worden gezamenlijk de randvoorwaarden benoemd en onderling afgestemd wie wat doet. Zowel de gemeente als de partijen zijn samen verantwoordelijk voor het behalen van de doelen en de resultaten. De monitoring hiervan wordt gezamenlijk gedaan. Er wordt gezamenlijk afgestemd welke middelen en/of capaciteit elke partij ter beschikking stelt.
18
Bij facilitering is de gemeente ‘slechts’ dienstbaar aan partijen zoals die zich voordoen binnen het sociaal-maatschappelijk domein. De gemeente wijst partijen slechts op mogelijkheden die zich binnen dit domein voordoen. Het legt de partijen geen dwingende doelen op. Beleidsdoelen en resultaten worden veelal ontwikkeld op initiatief van de partijen en vervolgens wordt bekeken of er gezamenlijk geld, capaciteit en andere middelen beschikbaar worden gesteld. De partijen dragen de verantwoordelijkheid voor de doelen en resultaten en daarbij is de beschikbaarheid van gemeentelijke middelen niet strikt noodzakelijk om initiatieven doorgang te laten vinden. Partijen kunnen door de gemeente gefaciliteerd worden en zullen in dat geval middels zelfsturing de door henzelf geformuleerde doelen en resultaten afstemmen. Onze voorkeur voor de invulling van onze regierol is die van coproducent. De ontwikkeling van een netwerksamenleving vraagt om andere verhoudingen tussen de gemeente en de spelers in het sociaal-maatschappelijk domein.
Werkgevers Werkgevers worden uitgenodigd zich te verbinden aan sociaal-maatschappelijke thema’s Het (zelfstandig) ondernemerschap en het harde werken zijn kenmerken van onze beroepsbevolking. Werkgevers hebben in onze samenleving een belangrijke positie. Met de komst van de Participatiewet worden werkgevers verplicht, burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt op te nemen in hun onderneming. Los van deze verplichting willen wij werkgevers enthousiasmeren hun rol in onze samenleving te versterken, zich te verbinden aan sociaalmaatschappelijke thema’s en zich hiervoor actief in te zetten.
De professionele organisaties Aansluiten op de vraagstukken en kansen We zien professionele organisaties als belangrijke partners / uitvoerders van de gemeente om sociaal-maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Hiervoor is het van belang dat zij een dienstenpakket aanbieden dat aansluit op de vraagstukken en kansen in de Katwijkse samenleving. Ze moeten weten wat er leeft en speelt in de gemeente en een signalerende en adviserende rol kunnen vervullen richting de gemeente. Gericht op samenwerking Van professionele organisaties verwachten we dat ze contacten onderhouden met de gemeente en andere relevante organisaties. En dat ze gericht zijn op samenwerking. Het kunnen aantonen van hun meerwaarde en inzet op basis van de kern van hun dienstverlening is hierbij essentieel. Gezien de kortingen op de budgetten vinden wij het ook belangrijk dat middelen efficiënt en effectief worden ingezet.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Subsidiëren op outputniveau We willen een financieringsvorm inzetten waarbij samenwerking wordt gestimuleerd. De voorkeur van de gemeente is de partners op basis van een (BCF ) subsidierelatie te financieren. Echter, daar waar noodzakelijk bijvoorbeeld door wet- en regelgeving zullen we aanbesteden / een inkooprelatie aangaan. We gaan zoveel mogelijk op outputniveau financieren. We willen professionele organisaties hierbij ook de ruimte geven om innovatief en ondernemend te zijn. Naast financiering door de gemeente willen we daar waar mogelijk organisaties ook stimuleren een beroep te doen op andere financieringsbronnen zoals fondsen, landelijke subsidieregelingen en sponsoring. Ook een (verhoogde) eigen bijdrage van burgers behoort tot de mogelijkheden. Kwaliteit, cliënteninspraak en klanttevredenheid We verwachten van professionele organisaties kwaliteit. Het is voor ons een voorwaarde om met ze in zee te gaan. We hechten belang dat burgers i.c. klanten / cliënten inspraak en zeggenschap hebben in de dienstverlening. Welbeschouwd staan zij centraal. De organisatie ontleent zijn bestaansrecht aan de klanten / cliënten. Professionele organisaties leggen verantwoording af over het hoe en wat van hun dienstverlening aan zowel de burgers als aan de gemeente. Immers zij worden gefinancierd met publieke middelen. De verantwoording is wat ons betreft niet alleen gericht op financiën maar ook op klanttevredenheid. De verantwoording moet niet leiden tot bureaucratie. We streven naar zo min mogelijk administratieve lasten voor de professionele organisaties.
De professionals Aansluiten op de leefwereld van de burger en professioneel handelen Professionals geven aan dat zij nog (noodgedwongen) te veel handelen vanuit de systeemwereld van de organisatie. Management, organisatiestructuren en verschillende geldstromen werken belemmerend. We willen toe naar een betere aansluiting bij de leefwereld van de burger. Niet de systeemwereld van de organisatie moet leidend zijn voor de professional maar de leefwereld van de burger. Dit vraagt om een omslag van zowel de organisaties als de professionals.
19
Vraaggericht en maatwerk. Aanpak oorzaken en resultaatgericht Van professionals verwachten we dat hun doelgroepen goed kennen. Ze weten hierop aan te sluiten met hun werkwijze i.c. de methodieken die ze hanteren. De professional handelt professioneel. Nog te veel wordt aanbodgericht gewerkt. We willen een ombuiging naar vraaggericht werken en maatwerk. Dit betekent niet langer ‘u vraagt wij draaien’ of ‘dit is ons aanbod, waar wilt u gebruik van maken?’ Het betekent dat op basis van dialoog en wederzijds respect in kaart wordt gebracht wat het probleem en de achterliggende oorzaken zijn. De bedoeling is breder te kijken en de context mee te nemen in de analyses. Bij individuele,- en groepsvraagstukken wordt vraagverheldering toegepast en worden alle leefgebieden meegenomen om vervolgens ondersteuning en hulp te bieden. Bij sociaal-maatschappelijke vraagstukken die zich voordoen op het niveau van een gebied of de gemeente worden ook andere pijlers, zoals de fysieke pijler meegenomen. Er wordt ingezet op het aanpakken van de oorzaken en in te zetten op duurzame oplossingen. De inzet van de professional is bedoeld om resultaat te behalen. De mate van zelfredzaamheid van de doelgroep bepaalt de mate van de inzet van de professional We willen toe naar een situatie waarin professionals pas in beeld komen wanneer de kwetsbare burgers of de burgers in kwetsbare situaties ondersteuning nodig hebben. Naast deze groep burgers zijn er burgers die een ontwikkel-, ontplooiingbehoefte hebben, zoals jongeren en hun opvoeders. Zij kunnen een beroep doen op professionals. Ook is er een groep zelfredzame burgers die een beroep kunnen doen op professionals omdat hun kortstondige inzet wenselijk is om een goed initiatief uit te rollen.
17
Beleidsgestuurde Contractfinanciering
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Op basis van het onderscheid in de groepen burgers hanteert de gemeente de volgende indeling voor de inzet van de professionals:
Kenmerken doelgroep
Kwetsbaar, afhoudend, sociaal geïsoleerd
Vragend, ontwikkeling-, ontplooiing behoefte,
Zelfredzaam, organiserend, regievoerend
Inzet professional gericht op
Zelfredzaamheid en regie
Ontplooiing, ontwikkeling
Zelfsturing
Basiswerkwijze professional
Initiëren, activeren
Coachen
Faciliteren
Duur inzet professional
Tot benodigde resultaat is bereikt
Tijdelijk
Kortstondig, eenmalig
Eigen kracht en mogelijkheden als vertrekpunt en inzet op zelfredzaamheid In het bieden van ondersteuning door de professional is het Home Start vertrekpunt altijd wat de burger zelf kan; de eigen mogelijkheden van de burger. Al dan niet met hulp uit de sociale omHome Start ondersteunt ouders bij de geving. De inzet van de professional is gericht op het behouopvoeding van hun kinderen. Ervaren den, herwinnen of bevorderen van de zelfredzaamheid. Zodra en getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en de burger zelfredzaam is laat de professional los.
vriendschap aan ouders met tenminste één kind tot zeven jaar. De gezinnen geven zelf aan op welke gebieden zij steun wensen: hun vragen staan centraal.
20
Formeel en informeel in balans. Wederzijds respect Tijdens het proces richting zelfredzaamheid, met name in de latere fases, is naast de inzet van de professional ook de inzet van burgers die zich maatschappelijk inzetten (vrijwilligers) van essentieel belang. Niet als vervanging van de professional maar als uiting van de stimulering van de maatschappelijke inzet en het vertrouwen in de burgers.
Het handelingsprincipe van de professional is: Wat kunnen de burgers, vanuit hun mogelijkheden en met behulp van de sociale omgeving, zelf doen. Op basis daarvan wordt gekeken wat de maatschappelijke inzet van burgers (vrijwilligers) kan zijn alvorens de professional zich inzet. Bij de geboden ondersteuning is een optimale verhouding tussen wat burgers (onderling) zelf doen en wat de professionals doen van belang. Niet alles kan door burgers (onderling) zelf worden gedaan maar ook niet altijd is het noodzakelijk alle benodigde ondersteuning door professionals te laten doen. Het gaat om het vinden van een balans. Ieder heeft zijn deskundigheid en vaardigheden. Men kan elkaar aanvullen. Hiervoor is wederzijds respect noodzakelijk. Multidisciplinair werken (in teams) met ruimte voor de professional. 1 huishouden, 1 plan, 1 coördinator Met de komst van de nieuwe taken verdwijnen de indicaties grotendeels. Hiervoor komen arrangementen in de plaats. De arrangementen zijn met name van toepassing voor burgers / huishoudens met complexe/meervoudige problematiek. Bij Het gezin Van Duijn deze groep burgers is de inzet van meerdere professionals nodig om de problematiek op Het gezin Van Duijn leeft al een geruime tijd van een te lossen. Het gaat om professionals vanuit bijstandsuitkering. Vader Van Duijn heeft de middelbare verschillende disciplines. Om integraliteit in school niet afgemaakt. Het lukt maar niet om een baan te vinden. Hij heeft inmiddels weinig zelfvertrouwen. Uit de uitvoering te kunnen bereiken is (multidisfrustratie valt hij soms uit tegen zijn kinderen. Dochter Petra ciplinaire) samenwerking tussen de profesheeft last van overgewicht en wordt op school gepest. Haar sionals essentieel. Deze samenwerking is in schoolprestaties gaan achteruit. Zoon Marcel heeft onlangs de diagnose ADHD gekregen. Hij wil graag voetballen maar onze visie niet vrijblijvend. Het is gericht op door zijn ADHD heeft hij op het voetbalveld regelmatig ruzie afstemming tussen de interventies en methomet zijn teamgenoten. Inmiddels mag hij van de trainer niet dieken en duidelijkheid over wie wat doet en meer meedoen. Moeder van Duijn weet niet hoe zij het beste om kan gaan met de situatie in huis. Ondertussen is de stapel wie waarvoor verantwoordelijk is. Hiertoe wordt een geïntegreerd plan van aanpak oprekeningen gegroeid. Door de schulden die ze de afgelopen jaren hebben opgebouwd kan het gezin de rekeningen niet gesteld waarin ook de samenwerkingsafsprabetalen. Vader en moeder Van Duijn zijn veel tijd kwijt met ken worden vastgelegd. De bedoeling is dat het bellen van instanties. Vader Van Duijn komt niet toe aan één professional optreedt als coördinator. De solliciteren of het volgen van een opleiding. Moeder Van professionals kunnen aangesproken worden Duijn slikt inmiddels slaappillen. op de gemaakte afspraken. | VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Voor het slagen van deze werkwijze is het noodzakelijk dat de organisaties van de desbetreffende professionals alle ruimte bieden aan de professional. Het op te lossen vraagstuk is leidend niet de organisatie. De professional wordt in de gelegenheid gesteld om zelfstandig te handelen op basis van een ruime beslissingsbevoegdheid en ruimte om zijn professionele bagage aan bod te laten komen. Dit vraagt om goed getrainde en ervaren professionals. Het model van de (multidisciplinaire) samenwerking
organisatie A in de samenwerking
professional organisatie A
organisatie B in de samenwerking
organisatie C in de samenwerking
professional organisatie B
professional organisatie C
21
(Multidisciplinair) team
Complexe / meervoudige vraagstuk
algemene voorzieningen en diensten
Diensten en voorzieningen Nieuwe balans in de verhouding tussen algemene, collectieve en individuele voorzieningen Momenteel worden veelal individuele voorzieningen en diensten ingezet voor het oplossen van problemen van burgers. Dit is niet altijd nodig. Algemene en collectieve voorzieningen kunnen net zo effectief, zo niet effectiever zijn. We hebben een nieuwe balans voor ogen in de verhouding tussen algemene, collectieve en individuele voorzieningen. Deze verhouding is hiernaast in beeld gebracht. Bij de inzet van diensten en voorzieningen willen we toe naar de volgende opbouw: eerst algemene diensten en voorzieningen, dan collectieve diensten en voorzieningen en pas individuele voorzieningen en diensten wanneer algemene en collectieve voorzieningen geen oplossing bieden.
collectieve voorzieningen en diensten
indivivuele voorzieningen en diensten
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
Dit betekent niet dat er ten allen tijde automatisch gekozen wordt voor algemene of collectieve diensten en voorzieningen. Het gaat er nog steeds om dat de juiste dienst of voorziening wordt ingezet voor het oplossen van het probleem. Verbreden huidige algemene en collectieve diensten en voorzieningen voor nieuwe doelgroepen Met de komst van de decentralisaties wordt de gemeente verantwoordelijk voor nieuwe doelgroepen. Zij maken veelal gebruik van individuele voorzieningen. Om de gewenste verhouding te realiseren willen we de huidige algemene en collectieve voorzieningen in onze gemeente verbreden en toegankelijker maken voor de nieuwe doelgroepen. Bundeling van diensten en voorzieningen In onze gemeente is er een keur aan diensten en voorzieningen die door de gemeente wordt gefinancierd. Dit palet stellen we op prijs en doet recht aan de diversiteit van onze burgers. Tegelijkertijd is er sprake van overlap en versnippering. Met de komst van nieuwe taken en verantwoordelijkheden zien we de overlap en versnippering toenemen. Immers deze diensten en voorzieningen werden niet door de gemeente gefinancierd. Ze konden naast de door de gemeente gefinancierde voorzieningen en diensten, bestaan. Gezien de kortingen op de budgetten is efficiency noodzakelijk. Dit willen we bewerkstelligen door de bundeling van diensten en voorzieningen te bevorderen. Daar waar mogelijk willen we burgers keuzemogelijkheid blijven bieden. Wanneer het gaat om persoonlijke zorg hebben we aandacht voor indentiteitsgevoelige zorg.
22
Vergroten focus op preventieve voorzieningen en diensten Voorkomen is beter dan genezen is een spreekwoord dat we letterlijk van toepassing achten voor het sociaal-maatschappelijk domein. We willen dan ook de focus op preventieve voorzieningen en diensten vergroten. Niet alleen om de druk op (professionele) ondersteuning op termijn te verminderen maar ook om de huidige burgers en de toekomstige generatie volwassenen toe te rusten om zelfredzaam te zijn. Zo veel mogelijk dicht bij de burger beschikbaar stellen Bij de decentralisaties geldt op onderdelen een verplichting om regionaal samen te werken en uit te laten voeren. Het betreft bijvoorbeeld de onderdelen jeugdbescherming en jeugdreclassering van de Jeugdzorg. Daarnaast zijn er onderdelen in de drie decentralisaties waarbij de gemeente keuzevrijheid heeft. In onze visie betreft het de keuze in het schaalniveau van het organiseren en het beschikbaar stellen van diensten en voorzieningen. We willen diensten en voorzieningen zoveel mogelijk dicht bij de burgers, doch minimaal op lokaal niveau beschikbaar stellen. Als het om het niveau van organiseren gaat is de keuze tussen lokaal of (sub)regionaal mede afhankelijk van efficiencyvoordeel, kwaliteit en sturingskracht.
De kaders De transformatie vindt plaats vanuit de bestaande situatie middels een groeimodel. Er wordt niet een nulsituatie gecreëerd en helemaal opnieuw gestart. We bieden ruimte om te experimenteren en te ontwikkelen. Hiervoor zetten we pilots in en werken we in ‘proeftuinen’. De route om op bestemming te komen wordt in dialoog met de partijen in het veld bepaald. Het transformatieproces kost weliswaar tijd maar is niet vrijblijvend voor de gemeente en de partijen. De transformatie wordt gerealiseerd binnen de bestaande budgetten en de budgetten die nog naar de gemeente komen in het kader van de 3D’s. Hierbij wordt zoveel mogelijk ontschot. De transformatie zal leiden tot een herschikking van bestaande budgetten. Het realiseren van de transformatie vraagt ook om eenmalige financieringen. In dat geval wordt een beroep gedaan op financiële middelen voor nieuw beleid.
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
De 10 leidende principes voor de verandering
Verbinden & Vernieuwen Samen leven in Katwijk
Een samenleving die kansen en ondersteuning biedt Iedereen doet mee en telt mee
Partnerschap
Voorkeur voor coproducent als regierol van de gemeente Verbinding werkgevers aan sociaal maatschappelijke thema’s
Integrale aanpak
Samenwerken Arrangementen (Multidisiciplinair) team Contextgebonden 1 huishouden, 1 plan, 1 coördinator
Eigen mogelijkheden
Eigen mogelijkheden als vertrekpunt Inzet sociaal netwerk Zelfredzaamheid als doel
In verhouding
Inzet van professional afhankelijk van mate zelfredzaamheid doelgroep Formeel en informeel in balans Nieuwe balans in verhouding individuele, collectieve en algemene voorzieningen
Met elkaar voor elkaar
Burgers ondersteunen elkaar Burgers zetten zich maatschappelijk in Mantelzorgers kunnen zich duurzaam inzetten Ruimte voor particulier initiatief
Vraaggericht
Inzet op vraagstukken en kansen Aansluiten op leefwereld van de burger Maatwerk
Resultaatgericht
Outputfinanciering Aanpak oorzaken 23
Professioneel
Ruimte voor de professional Ondernemerschap en innovatie Kwaliteit Klanttevredenheid Inspraak cliënten
Effectief
Kwetsbare burgers of burgers in kwetsbare situaties worden (tijdelijk of duurzaam) ondersteund Dicht bij de burger Bundelen en verbreden Vergroten focus op preventieve voorzieningen en diensten
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |
24
| VERBINDEN & VERNIEUWEN | GEMEENTE KATWIJK |