Verantwoorde buitenlandse zorg aan huis: Een verkennend onderzoek naar inwonende buitenlandse zorgverleners in Nederland.
Door: Arwen van Grafhorst In opdracht van: Stichting Wemos
Verantwoorde buitenlandse zorg aan huis: Een onderzoek naar inwonende buitenlandse zorgverleners in Nederland. Stichting Wemos, Amsterdam, 2014. Dit rapport beschrijft een nieuw fenomeen in de Nederlandse thuiszorg: de inwonende buitenlandse zorgverlener. Het rapport gaat in op de omvang van de sector, de werk- en leefomstandigheden van de zorgverleners, de voor- en nadelen en risico’s van deze vorm van zorg, en wat er op het gebied van wet- en regelgeving nodig is om de risico’s in te dammen. Het rapport is alleen beschikbaar als pdf. Het onderzoek werd uitgevoerd door Arwen van Grafhorst, freelance journalist en gespecialiseerd in de gezondheidszorg. Aan de totstandkoming van dit rapport werkten verder mee: Linda Mans (Wemos) en Diana Hoeflake (Wemos). Eindredactie: Yvonne de Hilster (www.ydehilster.nl) Over Wemos Wemos komt op voor het recht op gezondheid van mensen wereldwijd. Wemos wordt gefinancierd door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, de Europese Unie en particuliere donaties. Deze publicatie geeft niet per se de meningen van de financierende instellingen weer. Stichting Wemos is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en is in het bezit van het Certificaat voor goede doelen van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Stichting Wemos Ellermanstraat 15-0 1114 AK AmsterdamDuivendrecht Postbus 1693 1000 BR Amsterdam T 020 435 2050 F 020 468 6008 E
[email protected] www.wemos.nl Over het project Health Workers for All and All for Health Workers Het project ‘Health workers for all and all for health workers’ (HW4All) streeft naar verantwoorde werving van zorgverleners binnen en buiten de EU. Samenwerkingspartners zijn: African Medical and Research Foundation (Italië), Center for Health Policies and Services (Roemenië), Humanitarian Aid Foundation Redemptoris Missio (Polen), Health Poverty Action (Verenigd Koninkrijk), Medicus Mundi International Network, Memisa Belgium, Federation of Associations of Medicus Mundi Spain, Terre des Hommes (Duitsland) en projectcoördinator Wemos (Nederland). Met elkaar vragen we aandacht voor de consequenties van migratie en mobiliteit van zorgpersoneel. Het project wordt gefinancierd met steun van de Europese Unie. De verantwoordelijkheid voor dit rapport ligt uitsluitend bij Stichting Wemos; de Europese Unie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
Samenvatting Wemos heeft onderzoek gedaan naar een relatief nieuw fenomeen in de Nederlandse thuiszorg: inwonende buitenlandse zorgverleners. Vaak zijn dit vrouwen die voor een salaris plus kost en inwoning zorg, gezelschap of beide leveren. Ze werken veelal voor ouderen die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, en in sommige gevallen voor volwassenen die door fysieke of geestelijke problemen alleen met veel hulp thuis kunnen wonen. Wemos deed dit onderzoek om de omvang, risico’s en voordelen voor betrokken partijen in kaart te brengen. Inwonende zorgverleners kunnen een grotere rol gaan krijgen in de thuiszorg, nu het overheidsbeleid erop is gericht ouderen langer thuis te laten wonen en hen de zorg zoveel mogelijk zelf en in eigen kring te laten regelen. Bij de inzet van een inwonende buitenlandse zorgverlener liggen echter gevaren als arbeidsuitbuiting, oneerlijke concurrentie, schijnconstructies en ondermijning van de kwaliteit van zorg op de loer. Dit komt vooral doordat de zorg zich in de private sfeer afspeelt en er nauwelijks toezicht is. Over inwonende zorgverleners in Nederland is nog relatief weinig bekend. Maar er zijn aanwijzingen voor misstanden. Voor het onderzoek zijn vijftien bemiddelings- en uitzendbureaus voor inwonende buitenlandse zorgverleners benaderd. Negen bureaus wilden meewerken aan een interview. Ook werden verschillende zorgverleners en enkele kinderen van zorgontvangers geïnterviewd. Verder werd bij inspecties, vakbonden, brancheorganisaties en cliëntenorganisaties informatie ingewonnen. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende vragen Wie is deze buitenlandse zorgverlener? Hoe groot is deze sector in Nederland? Hoe gaan uitzend-, wervings- en bemiddelingsbureaus te werk? Wat verdienen de zorgverleners? Wat betaalt de zorgvrager? Wat zijn de risico’s voor alle betrokken partijen? Wat zijn de voordelen voor alle betrokken partijen? In Nederland wordt nog maar heel beperkt gebruik gemaakt van inwonende buitenlandse zorgverleners. Nederlanders zijn terughoudend voor het in huis nemen van een zorgverlener of weten niet dat deze vorm van zorg bestaat. Echter, gezien de toename van het aantal bureaus in de laatste twee jaar, lijkt het wel een branche in opkomst. Het onderzoek laat zien dat een zorgvrager veel voordeel heeft van een inwonende buitenlandse zorgverlener. Het is een betaalbare vorm van 24-uurszorg, zeker bij een zorgzwaartepakket (ZZP) met indicatie 5 en hoger. De zorgvrager kan langer thuis blijven wonen. 3
Deze vorm van zorgverlening ontlast mantelzorgers. De vrijwel continue aanwezigheid, ook ’s nachts, stelt zorgvragers en mantelzorgers gerust. Naast zorg bieden inwonende zorgverleners ook gezelschap en maken ze activiteiten als wandelingen, uitstapjes of samen koken mogelijk. De zorgvrager ziet steeds hetzelfde gezicht. De zorgvrager krijgt zorg op maat en op het moment dat het de zorgvrager uitkomt. Aandachtspunten: Doordat er geen team meekijkt met de inwonende zorgverlener is er minder controle op en overleg over de kwaliteit van zorg. Het kennisniveau van de zorgverlener op gebied van de zorg is niet altijd gecheckt. Zorgverleners krijgen in verschillende gevallen geen bijscholing aangeboden. Het is niet altijd duidelijk of de bemiddelings-, wervings- of uitzendbureaus gebruik maken van legale arbeidsconstructies, genoeg betalen en/of op de juiste wijze loonheffingen afdragen. Zorgvragers riskeren flinke boetes en naheffingen als blijkt dat de arbeidsconstructie, beloning of heffingsafdrachten illegaal of onjuist zijn. De zorgwerkers werken in verschillende gevallen niet volgens een cao. Geen van de geïnterviewde bureaus had het Keurmerk voor Bemiddelingsbureaus Buitenlandse Werknemers. Het werk heeft ook voordelen voor de inwonende buitenlandse zorgverlener: Het levert een relatief hoog salaris op, en geeft de mogelijkheid om te sparen door gratis kost en inwoning. Het is vaak één van de weinige mogelijkheden tot werk. Het werk zelf en het contact met de zorgvrager geven vaak voldoening. Het biedt de mogelijkheid een andere cultuur te leren kennen. Aandachtspunten Arbeidstijden worden overtreden, met langere werkweken dan de 40 uur waarvoor wordt uitbetaald. Van zorgverleners wordt op vrije dagen soms toch verwacht dat ze beschikbaar blijven, waardoor de zorgverlener niet echt vrij is. Contracten met wervingsbureaus in het buitenland zijn onduidelijk op punten als het aantal vakantiedagen of de lengte van de werkdag. Aanbevelingen aan de Nederlandse overheid Interview meer zorgverleners en bestudeer hun contracten om duidelijk te krijgen op welke schaal er misstanden plaatsvinden. Zet op Europees niveau verder in op ‘dezelfde arbeidsvoorwaarden voor hetzelfde werk’ en ga uitbuiting van buitenlandse werknemers in Europa tegen in alle sectoren. Stel wet- en regelgeving op voor bemiddelings- en uitzendbureaus met betrekking tot het verzekeren van gelijk loon en gelijke arbeidsomstandigheden voor gelijk werk, ook voor het inwonende buitenlandse zorgpersoneel.
4
Houd strikter toezicht op de naleving van wet- en regelgeving op het terrein van arbeidsomstandigheden en -tijden in de 24-uurs zorg. Neem doelgerichte maatregelen op in de Wet Aanpak Schijnconstructies met betrekking tot A1-verklaringen om misbruik via dit soort schijnconstructies effectief tegen te gaan. Zie toe op strikte naleving van het internationale verdrag van au pairs. Door dergelijke weten regelgeving en adequaat toezicht kan uitbuiting van zorgpersoneel worden voorkomen. Maak als overheid werk van de aangenomen WHO-code voor het internationaal werven van zorgpersoneel. Stel het Keurmerk Bemiddelingsbureaus Buitenlandse Werknemers verplicht voor intermediairs van buitenlandse werknemers in de (private) thuiszorg. Zorg voor goede voorlichting voor zorgwerkers om ze weerbaarder te maken tegen misbruik en uitbuiting.
5
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
7
2.
Wat zijn de voordelen voor alle betrokken partijen?
9
3.
De zorgvrager
12
4.
Bemiddeling en uitzending
15
5.
De zorgverlener
24
6.
Het maatschappelijk middenveld en inspecties
27
7.
Conclusie
29
Bronnen
33
Bijlage 1: Vragenlijsten
34
6
1.
Inleiding
In Nederland en andere Europese landen dreigt de komende decennia een tekort aan zorgverleners te ontstaan door vergrijzing en ontgroening van de bevolking. Verwacht wordt dat Europa in 2020 kampt met een tekort aan één tot twee miljoen gezondheidswerkers. De economische recessie heeft bovendien de migratie en mobiliteit van zorgpersoneel binnen Europa versterkt. Dat er in Europa sprake is van een toenemende arbeidsmigratie (van oost naar west en van zuid naar noord) erkent ook de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Deze migratie heeft een negatieve impact op de verdeling van zorgpersoneel binnen Europa met mogelijk gevolgen voor patiënten. Voor een dreigend tekort aan zorgverleners wordt in Nederland al jaren gewaarschuwd, onder meer door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het verwachte tekort is echter nog uitgebleven als gevolg van de economische crisis. Tot 2015 daalt door hervormingen in de zorg ook het aantal arbeidsplaatsen in de zorg. Na 2015 neemt de werkgelegenheid echter weer toe door groeiende zorguitgaven en vergrijzing. Volgens koepelorganisaties Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en brancheorganisatie voor zorgondernemers ActiZ is dit echter een veel te rooskleurig beeld. VGN en ActiZ spreken van een pure kapitaalvernietiging van vooral verzorgenden, die nu op straat komen te staan, met name in de thuiszorg- en ouderenzorg. Bovendien verdwijnt de zorgvraag van mensen niet. Daarnaast is de zorgvraag aan het veranderen, onder invloed van het huidige regeringsbeleid dat erop is gericht dat ouderen en chronisch zieken langer thuis wonen. Mensen worden ook meer zelf verantwoordelijk voor het vinden van hulp en ondersteuning. Daarmee groeit de vraag naar meer zorg thuis, terwijl er minder zorgpersoneel beschikbaar is. In dit krachtenspel kan het voor iemand die zorg nodig heeft aantrekkelijk zijn om goedkoop personeel uit het buitenland in te huren. In vergelijking met Nederlands zorgpersoneel is het buitenlands zorgpersoneel goedkoper dan reguliere particuliere thuiszorg en is 24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar. Toezicht op en regelgeving voor deze vorm van zorg is er nog nauwelijks. Uitbuiting, oneerlijke concurrentie en schijnconstructies liggen daarom op de loer. In andere sectoren, waaronder de bouw, zijn hier al voldoende voorbeelden van bekend. De International Labour Organization (ILO) heeft inmiddels al een onderzoek ingesteld naar de mogelijke uitbuiting van buitenlands zorgpersoneel. In mei 2010 hebben de 193 lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waaronder Nederland, de ‘mondiale gedragscode van de WHO inzake de ethische werving van gezondheidswerkers’ aangenomen. Deze richtlijn helpt een coherent zorgpersoneelsbeleid te voeren en stimuleert landen om op een duurzame en verantwoorde manier de eigen 7
(dreigende) personeelstekorten in de zorg op te lossen, en roept op tot het eerlijk en gelijk behandelen en honoreren van buitenlandse zorgwerkers die werkzaam zijn in de Nederlandse zorg. Nederland en de meeste andere Europese landen hebben de WHO-code tot op heden echter nog niet geïmplementeerd. Stichting Wemos vindt het belangrijk dat de gevaren van uitbuiting en oneerlijke concurrentie in de zorg vroegtijdig aangepakt worden en dat er zorgvuldig wordt omgegaan met zorgpersoneel. Daarom heeft Wemos een verkennend onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te bieden in de risico’s en voordelen voor de verschillende betrokken partijen van het inhuren van inwonende buitenlandse zorgverleners, wat de omvang van deze sector is, en wat er op het gebied van weten regelgeving nodig is om de risico’s in te dammen. Directe aanleiding voor het onderzoek was een verontrustend nieuwsitem van RTL Nieuws in oktober 2013 over de Stichting Homecare, een bemiddelingsbureau voor inwonende zorgverleners. Dit bureau liet op zijn website weten dat Nederlanders niet hoeven te solliciteren ‘want dat is simpelweg niet wat we doen’. In september 2011 had Nieuwsuur (NOSNTR) al een reportage uitgezonden waaruit bleek dat sommige inwonende buitenlandse zorgverleners veel langere werkweken maken dan is toegestaan in Nederland. Uit andere verhalen kwam echter tevens naar voren dat de zorgvragers vaak erg tevreden waren met de inwonende buitenlandse zorgverleners. Het was namelijk betaalbare zorg op maat en de zorgvrager hoefde hierdoor niet naar een verpleeg- of verzorgingshuis. Ook zorgverleners waren tevreden omdat ze meer verdienden dan in hun land van herkomst.
1.1. Onderzoeksvraag Het onderzoek geeft antwoord op de volgende vragen: Wie is deze buitenlandse zorgverlener? Hoe groot is deze sector in Nederland? Hoe gaan bemiddelingsbureaus te werk? Wat verdienen de zorgverleners? Wat betaalt de zorgvrager? Wat zijn de risico’s voor alle betrokken partijen?
8
2.
Wat zijn de voordelen voor alle betrokken partijen?
2.1. Aanpak Voor het onderzoek is eind 2013 op internet gezocht naar bemiddelings-, en uitzendbureaus die in het buitenland inwonende zorgverleners werven. Vijftien bureaus die op deze manier werden geïdentificeerd, werden benaderd voor een interview. Onder hen waren ook bureaus die zich naast buitenlandse zorgverleners ook op andere sectoren of beroepen richtten. Negen bemiddelings- en uitzendbureaus wilden aan het onderzoek meewerken. Van deze bureaus werden de eigenaren geïnterviewd. Bij één van de bureaus bleek de eigenaar een voormalige mede-eigenaar van een eerder geïnterviewd bureau. Vier bureaus wilden om uiteenlopende redenen niet meewerken aan het onderzoek, twee reageerden niet op interviewverzoeken. In aanvulling hierop is gesproken met een bureau dat buitenlands zorgpersoneel werft voor Nederlandse verpleeg- en verzorgingshuizen, en een thuiszorgbureau voor particuliere 24uurszorg met Nederlandse verzorgenden en verpleegkundigen. Daarnaast zijn vijf buitenlandse zorgverleners geïnterviewd: vier inwonende zorgverleners en een persoon die in een zorginstelling werkte en een eigen huis had. Vier van hen waren voorgesteld via het Nederlandse bemiddelings- en uitzendbureau waarvoor ze werkten, één kwam via het persoonlijk netwerk van de onderzoeker. Verder zijn twee kinderen van klanten die zorg ontvingen geïnterviewd. Met de uitkomsten van het onderzoek in de hand, zijn vervolgens de vakbonden CNV, Abvakabo FNV, de brancheorganisatie voor zorgondernemers Actiz, de Inspectie SZW, Inspectie IGZ en de belangenvereniging van houders persoonsgebonden budget (PGB) Per Saldo benaderd voor een reactie. Hun reacties zijn opgenomen in hoofdstuk 5. Het onderzoek werd uitgevoerd eind 2013, begin 2014.
2.2. Definities Zorgvrager De zorgvrager is een hulpbehoevende oudere of chronisch zieke die thuis woont en zorg nodig heeft, en vaak mede dankzij de inwonende zorgverleners thuis kan blijven wonen. Inwonende buitenlandse zorgverlener Een inwonende zorgverlener is een verzorgende of verpleegkundige die bij een zorgvrager in huis woont, de dagelijkse zorg verleent en niet de Nederlandse nationaliteit heeft. De 9
inwonende zorgverlener wordt ook wel inwonende thuishulp genoemd of aangeduid met de Engelse term care assistent. Het zijn in de regel vrouwen uit Oost- of Zuid-Europa die als een soort ‘zorg-au pair’ intrekken bij ouderen en chronisch zieken om zorg te verlenen. De werkzaamheden van een inwonende buitenlandse zorgverlener variëren van ondersteuning bij de dagelijkse activiteiten en bezigheden, gezelschap bieden en huishoudelijk werk verrichten tot het verlenen van intensieve (verpleegkundige) zorg. De zorgverlener ontvangt van de zorgvrager een salaris plus kost en inwoning. De inwonende zorgverlener werkt enkele uren per dag. Dat kan overdag en ’s avonds zijn maar soms ook ’s nachts, doordeweeks en/of in het weekend. Op de andere uren en tijdstippen is de inwonende zorgverlener vaak op de achtergrond aanwezig voor het geval er iets gebeurt of ter geruststelling van de zorgvrager. Als de inwonende zorgverlener echt vrij is, komt er een andere zorgverlener in huis of nemen mantelzorgers of de reguliere thuiszorg de zorg over.
2.3. Omvang van de sector in Nederland Aantal bureaus Van het aantal bemiddelings- of uitzendbureaus in Nederland voor inwonende zorgverleners zijn geen exacte cijfers te achterhalen. Een brancheorganisatie die deze bureaus vertegenwoordigt, ontbreekt. Via internet zijn tijdens onderzoek vijftien bureaus gevonden. Daarnaast zijn er mogelijk ook bemiddelings- en uitzendbureaus die niet op internet actief zijn en een eigen offline netwerk hebben. Aantal klanten Van de negen Nederlandse bureaus die aan het onderzoek meewerkten, had het kleinste bureau ten tijde van het onderzoek twee klanten ofwel zorgvragers. Het bureau was echter pas net opgericht. Het grootste van de negen bureaus had zeventig klanten. De bemiddelingsbureaus gaven verder aan dat het klantenbestand snel kan veranderen. Zorgvragers zijn vaak al op leeftijd en soms ook terminaal ziek, en overlijden. Uitgaande van minimaal vijftien bureaus met gemiddeld twintig klanten, maken in 2014 minimaal driehonderd mensen in Nederland gebruik van deze vorm van zorg. Ter vergelijking: in 2014 hadden in Nederland 125 duizend mensen een PGB waarmee ze zelf zorg inkopen. Volgens Per Saldo, de belangenorganisatie van persoonsgebonden budgethouders die 25 duizend leden heeft, koopt slechts een heel klein deel van hun leden verzorging in van een inwonende zorgverlener. Leeftijd van de branche Wat opvalt is dat veel bureaus pas de afgelopen twee jaar zijn gestart. Het bureau dat zegt één van de eerste in Nederland te zijn geweest die met het bemiddelen van inwonende buitenlandse zorgverleners is begonnen, is gestart in 2005. Het merendeel van de ondervraagde bureaus gaf echter aan pas één tot twee jaar geleden te zijn opgericht. Ook de bureaus die niet meewerkten aan het onderzoek lijken op basis van een verkennend telefoongesprek of hun website in 2013 te zijn begonnen. Voorafgaand aan de publicatie van dit rapport, enkele maanden na afloop van het onderzoek, is er nogmaals via internet gezocht 10
naar actieve wervings-, bemiddelings-, en uitzendbureaus. Uit deze zoektocht blijkt dat er in een paar maanden tijd al enkele bureaus bij zijn gekomen. Situatie in Europa In Nederland mag een inwonende zorgverlener een relatief nieuwe vorm van zorg zijn, in andere Europese landen bestaat deze vorm van zorg al langer, zeggen in Nederland werkende inwonende buitenlandse zorgverleners. Een Portugese vertelde dat welgestelde oudere Portugezen inwonende zorgverleners inhuren omdat de zorg in Portugese verpleegtehuizen tekortschiet, vooral door gebrek aan personeel. Door de crisis zouden ook veel Portugese zorgverleners naar België en Groot-Brittannië vertrekken. Volgens geïnterviewde zorgverleners uit Oost-Europa is de inwonende zorgverlener ook in hun land van herkomst een vrij normaal fenomeen. Onder vrouwen van 40 tot 45 jaar oud zou care assistant een populair beroep zijn. Er werken ook sporadisch mannen van die leeftijd als care assistant. Oost-Europese zorgverleners die Duits spreken, werken vaak in Duitsland of Oostenrijk. Spreken ze beter Engels, dan gaan ze naar Groot-Brittannië.
11
3.
De zorgvrager
Dit hoofdstuk beschrijft waarom iemand kiest voor een inwonende buitenlandse zorgverlener. De zorgvragers zijn volgens de geïnterviewden grofweg te verdelen in twee categorieën: een categorie ouderen en een categorie jongeren en volwassen met lichamelijke of geestelijke problemen of beperkingen. Ouderen vormen de grootste groep. Deze ouderen hebben hulp nodig bij de dagelijkse activiteiten als wassen, aankleden, eten, koffiedrinken, medicatie klaarzetten en begeleiden bij het nemen ervan en toiletbezoek. Daarnaast hebben ze graag gezelschap om te praten, te wandelen, een boodschap te doen, of samen naar de dokter te gaan. Verder vinden ze het fijn dat er ’s nachts iemand in huis is, ook als ze gewoon doorslapen. Een klein deel is ernstig ziek en heeft intensieve zorg nodig. Bij de ouderen zijn het vaak de kinderen die via internet op zoek gaan naar een alternatief voor een verpleeg- of verzorgingshuis of voor de thuiszorg. Want soms zijn ze nog te gezond om voor een verpleeghuis in aanmerking te komen, maar hebben ze al wel duidelijk hulp nodig. De groep jongeren en volwassenen die door een fysieke of geestelijke beperking of chronische ziekte veel hulp en toezicht nodig hebben, is veel kleiner. Deze zorgvragers willen vooral graag thuis blijven wonen en niet naar een verpleeg- of verzorgingshuis toe voor de zorg die ze nodig hebben. De twee kinderen van oudere zorgvragers die zijn geïnterviewd voor het onderzoek gaven aan erg tevreden te zijn met inwonende zorgverlening. De ouders van deze klanten gingen in korte tijd sterk achteruit en wilden niet naar een verpleeghuis. ‘Ik had thuiszorg ingeschakeld, maar zij hadden steeds minder tijd voor mijn moeder. Als ze langskwamen, gooiden ze er bij wijze van spreken drie pillen in, zetten een ontbijt klaar en vertrokken weer’, vertelt één van de kinderen. Nadat haar moeder in een crisisopvang terechtkwam en helemaal van slag raakte, ging zij toch op zoek naar een geschikt verpleegtehuis. ‘Maar de tehuizen die ik bezocht, waren verschrikkelijk. Het stonk er en de mensen lagen met z’n tweeën op een kamertje.’ Nu wordt haar moeder verzorgd door twee verzorgenden die elkaar afwisselen. ’In de afgelopen maanden is ze fysiek enorm opgeknapt en ze is ook beter in haar vel gaan zitten.’ Ook de andere klant, die zeven jaar gebruik maakte van inwonende zorgverleners, is tevreden. ‘Het is een aanrader, want deze zorg is betaalbaar. Mijn ouders waren hulpbehoevend en hadden 24-uurs toezicht nodig, maar wilden niet naar een verpleeghuis. In eerste instantie was een Nederlandse verzorgster ingehuurd, maar dat kostte 100 tot 200 euro per nacht, en werd dus veel te duur. Ook met een PGB zou dat onbetaalbaar zijn. De inwonende zorgverleners verdienden 1.100 euro netto per maand, plus kost en inwoning, bij een 40-urige werkweek. Het bemiddelingsbureau betaalde de zorgverleners uit.’
12
3.1. Verschil met reguliere thuiszorg Kosten In de reguliere particuliere 24-uurs zorg verblijven verzorgers alleen tijdens hun 24-uurs dienst in het huis van de zorgvrager. Deze zorg, waarvoor ook geen zorgverleners specifiek uit het buitenland worden gehaald, kost maandelijks minimaal tussen de 10.000 en 12.000 euro. Dat is voor veel mensen onbetaalbaar, zeker als het om een langere periode gaat. Voor een inwonende buitenlandse zorgverlener betaalt de zorgvrager maandelijks gemiddeld tussen de 2.000 en 2.700 euro. De goedkoopste is 1.800 euro en de duurste is 4.650 per maand. Bij die laatste krijgt de zorgvrager wel twee zorgverleners die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken en elkaar elke twee weken afwisselen, waardoor de zorgvrager dus permanente zorg thuis heeft. De meeste zorgvragers betalen de 24-uurszorg met hun PGB. De hoogte van het PGB hangt af van het zorgzwaartepakket (ZZP), met indicaties van 1 (de lichtste vorm van zorg) tot 10 (de zwaarste vorm van zorg). Een PGB met een ZZP van 5 is vaak al toereikend om de inwonende buitenlandse zorgverlener te betalen (PGB-tarief 2014 bij ZZP-5: 46.600 euro per jaar). Ter vergelijking: voor reguliere particuliere 24-uurszorg moet de zorgvrager met een ZZP van 5 nog minimaal 5.000 euro per maand zelf bijbetalen. Bij een PGB met een lagere indicatie (ZZP lager dan 5) moet ook de zorgvrager met een inwonende buitenlandse zorgverlener vaak nog zelf bijbetalen. De kosten die zorgvragers maken voor kost en inwoning van de inwonende zorgverlener zijn in deze kostenoverzichten niet meegenomen. Flexibiliteit Een inwonende buitenlandse zorgverlener is flexibeler dan de reguliere thuiszorg, zeggen zowel de bureaus als de klanten. Bij de reguliere thuiszorg moet iemand die zorg nodig heeft wachten tot er iemand langskomt om te helpen. De inwonende zorgverlener is op elk moment beschikbaar om te helpen met bijvoorbeeld eten, wassen en toiletbezoek. Bovendien vinden zorgvragers het minder prettig als er veel verschillende zorgverleners langskomen die toch ieder weer een eigen manier van werken hebben, zoals bij de thuiszorg het geval is. De inwonende zorgverlener voelt daarentegen vertrouwd en de zorg is op maat. Gezelschap Een ander groot verschil met de reguliere thuiszorg is dat de thuiszorg eigenlijk alleen langskomt voor noodzakelijke lichamelijke zorg, terwijl de inwonende zorgverlener ook gezelschap biedt en bijvoorbeeld mee gaat wandelen, begeleidt bij uitstapjes en familiebezoek, en samen met de zorgvrager boodschappen doet of kookt. Nacht Tot slot is een inwonende zorgverlener niet alleen overdag maar ook ’s nachts in huis. Dan kan er dus ook altijd iemand helpen, bijvoorbeeld bij een dementerende cliënt die juist ’s nachts onrustig kan zijn of een bedlegerige volwassene die een paar keer per nacht moet worden 13
omgedraaid om doorligwonden te voorkomen. Ook als er ’s nachts in de regel geen hulp nodig is, vinden zorgvragers en hun eventuele kinderen het een geruststellend idee dat er iemand aanwezig is.
14
4.
Bemiddeling en uitzending
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de bemiddelings-, wervings- en uitzendbureaus voor inwonend zorgpersoneel te werk gaan, hoeveel ze betalen, en andere zaken die te maken hebben met de werkomstandigheden van de zorgverleners.
4.1. Achtergrond van de eigenaren Van de geïnterviewde bureaus bezitten verschillende eigenaren ook een au pairbureau. Ze zijn met de bemiddeling voor inwonende zorgverleners gestart omdat daar vanuit hun klanten vraag naar was. De eigenaren benadrukken dat de zorgverlenende tak van het bureau los staat van het au pairbureau. Dat is ook wettelijk verplicht: een au pair mag volgens de Nederlandse wet bij volwassenen geen verzorgende taken verrichten. Andere eigenaren hadden al een bemiddelingsbureau voor Oost-Europees personeel en besloten ook in de zorg te gaan bemiddelen. Verder is er een eigenaar die vroeger vrachtwagenchauffeur was en tegenwoordig in Roemenië woont en daar een wervings- en bemiddelingsbureau is begonnen. Eén persoon is tot slot een bureau begonnen omdat ze zelf op zoek was naar een betaalbare inwonende zorgverlener voor haar gehandicapte dochter en haar schoonvader met Alzheimer.
4.1. Werving klanten De getraceerde bureaus werven nieuwe klanten via advertenties op internet, bijvoorbeeld op Marktplaats. Het blijkt nog niet zo makkelijk om klanten te vinden. Nederlanders staan nog wat argwanend tegenover deze vorm van zorg, aldus de bureau-eigenaren. ‘Ik dacht dat we met open armen zouden worden ontvangen’, zegt één van de pioniers, ‘maar dat bleek niet het geval. In Nederland is het niet gebruikelijk om iemand in huis te nemen.’ De zorgvragers (of hun kinderen) komen vaak via internet terecht bij een Nederlands bemiddelings- of uitzendbureau voor inwonende zorgverleners. Na een eerste gesprek is er een intakegesprek, waarbij de zorgvrager zijn wensen op medisch en sociaal gebied doorgeeft. Het Nederlandse bureau zoekt dan in haar eigen bestand naar een geschikte kandidaat.
4.2. Werving personeel Inwonende zorgverleners worden, op een enkele uitzondering na, geworven door een wervingsbureau in het land van herkomst. Deze wervingsbureaus leveren dus potentiële zorgverleners aan, en het Nederlandse bureau is de schakel tussen de klant en deze kandidaat. Als er voor een klant een geschikte kandidaat is gevonden, kan de klant de kandidaat spreken. Dat gaat vaak via Skype of telefoon. Pas dan wordt de zorgverlener naar Nederland gehaald. Het Nederlandse bemiddelingsbureau is bij die eerste ontmoeting aanwezig, en zal vooral in de beginperiode nog een aantal keren bellen om te checken of alles in orde is, en bij mogelijke problemen een bemiddelende rol spelen. 15
De bemiddelingsbureaus zijn vaak gespecialiseerd in medewerkers uit een bepaald land. Dat zijn Portugal (of Brazilianen met een Portugees paspoort), Griekenland, Spanje, Hongarije, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Polen en Tsjechië. Deze landen maken deel uit van de Europese Economische Ruimte. Inwonende zorgverleners uit deze landen hebben daarom geen tewerkstellingsvergunning nodig. Eén van de bureaus bemiddelt in (Spaanse) au pairs die worden ingezet als inwonende zorgverlener. In dit geval is er geen sprake van een dienstverband maar werken ze volgens een internationaal verdrag voor au pairs. Ze werken maximaal 35 uur per week en zijn aanwezig om te checken of de zorgvrager de medicatie en het eten inneemt, bieden gezelschap en zorgen bijvoorbeeld dat boodschappen zijn gedaan. In principe helpen ze niet bij wassen en toiletbezoek. Daarvoor komt de thuiszorg, aldus de eigenaar van het bureau. Hun salaris (in hun geval een maandelijkse vergoeding of zakgeld) is flink lager dan dat van de doorsnee inwonende zorgverlener, namelijk 300 euro per maand. Het bureau, dat op het moment van onderzoek een jaar bestond, had toen overigens nog geen klanten.
4.3. Dienstverband Voor het dienstverband zijn drie vormen mogelijk: De zorgverlener is direct in dienst bij de zorgvrager, die zijn salaris betaalt. Voor de zorgvrager komen daar kosten voor het Nederlandse bemiddelingsbureau bij, eenmalig of maandelijks een vast bedrag. In dit geval staat de zorgverlener ook ingeschreven op het adres van de zorgvrager. De zorgverlener is in dienst van het Nederlandse bureau, dat in dat geval een uitzendbureau is, en ook volgens de regels van de uitzendbranche salaris uitbetaalt. De zorgverlener is in dienst van het wervingsbureau in het thuisland, en dit bureau betaalt dus ook het salaris.
4.4. Salaris Volgens opgave van de geïnterviewde bureaus krijgen de inwonende zorgverleners voor een 40-urige werkweek tussen de 1.000 en de 1.400 euro netto per maand, plus gratis kost en inwoning. Bij één bureau krijgt de zorgverlener 911 euro per maand. Deze zorgverlener werkt twee weken 24 uur per dag en is daarna twee weken (doorbetaald) vrij. Volgens de bureaus verdienen de zorgverleners minimaal het Nederlands minimumloon (in 2014 voor 23-jarigen en ouder: 1.485 euro bruto per maand voor een volledige werkweek van 36, 38 of 40 uur. Dat is ongeveer 1.000 tot 1.100 euro netto.). Wat bureau-eigenaren aan sociale lasten betalen, verschilt: Zorgverzekering In vrijwel alle gevallen hebben de zorgverleners in eigen land een ziektekostenverzekering die ze ook zelf betalen. Bij één van de bureaus die bemiddelen in au pairs, heeft de zorgverlener een au pairverzekering. 16
Pensioenpremie Zorgverleners moeten zelf hun pensioenpremie betalen. Dat wil zeggen: als ze ervoor kiezen om een pensioen op te bouwen. Volgens de bemiddelingsbureaus staat pensioenopbouw nog in de kinderschoenen in de thuislanden van de zorgverleners.
4.5. Vakantiedagen/vakantiegeld Ieder bureau hanteert een eigen systeem voor vakantiedagen. Bij het ene bureau werken de inwonende buitenlandse zorgverleners acht maanden en zijn ze een maand vrij. In deze vrije maand ontvangen ze geen salaris. Bij het andere bureau werken ze drie maanden en zijn ze drie maanden thuis. Deze drie vrije maanden moeten ze ook hier zelf betalen. In sommige gevallen hebben ze na elke drie maanden recht op een week vrij (om naar huis te gaan) en krijgen ze die wel doorbetaald. Of ze werken twee weken en hebben vervolgens twee weken vrij. De twee weken vrij krijgen ze wel doorbetaald, maar ze hebben verder geen vakantiedagen.
4.6. WA-verzekering In de meeste gevallen is het aan de klant om een WA-verzekering af te sluiten voor de zorgverlener. Bij het ene bureau is dat verplicht, de ander vindt dit een eigen keuze. Eén van de geïnterviewde bureaus betaalt bovenop het salaris ook de ziektekostenverzekering, een expatverzekering, een WA-verzekering, pensioenopbouw, vakantiedagen en vakantiegeld. Een ander bureau werkt op dezelfde manier. Echter, bij dit bureau doen de buitenlandse zorgverleners alleen losse 24-uurs diensten, en wonen dus niet in.
4.7. Winst De klant betaalt volgens de bureaus gemiddeld 2.000 tot 2.700 euro per maand voor de verleende zorg, terwijl de zorgverlener gemiddeld 1.000 tot 1.400 euro netto per maand verdient. De winst voor de bureaus zit hem dus in het verschil tussen deze inkomsten en de loonkosten. Bij één van de bureaus betaalt de klant bijvoorbeeld maandelijks 2.475 euro en krijgt de zorgverlener maandelijks 1.400 netto uitgekeerd door het Slowaaks wervingsbureau waar de zorgverlener in dienst is. Bruto is dat in Slowakije 1.900 euro, aldus de eigenaar van het bemiddelingsbureau. Het verschil (2.475-1.900 = 575 euro per maand) is de winst voor het Slowaakse en Nederlandse bureau. Bij een ander bureau betaalt de klant maximaal 1.800 euro per maand, en verdient de zorgverlener tussen de 1.000 en 1200 euro netto. Volgens de eigenaar van het bureau wordt het bedrag dat overblijft na de afdracht van de verschuldigde loonbelasting verdeeld tussen het au pairbureau en het Tsjechische wervingsbureau waar de zorgverlener in dienst is. Tijdens het onderzoek zijn geen arbeidscontracten van inwonende zorgverleners ingezien. 17
In het algemeen zijn bij een minimumloon van bruto 1.485 euro per maand voor een volledige werkweek, de loonkosten (brutoloon plus werkgeverslasten) al 2.100 euro per maand. Gebeurt de verloning in het thuisland via een detacheringsconstructie (inclusief een A1-verklaring waarmee wordt aangetoond in welk land de sociale premies worden betaald), dan zijn de loonkosten een fractie lager: 30 tot 40 cent per uur goedkoper. Als klanten dan inderdaad gemiddeld 2.000 tot 2.700 euro betalen, zoals de bureaus melden, en ze zich aan het minimumloon houden, dan zouden sommige bureaus dus nauwelijks quitte spelen.
4.8. Boete Mocht uit controles van de Inspectie SZW of de belastingdienst blijken dat de bemiddelings-, wervings- of uitzendbureaus gebruik maken van illegale arbeidsconstructies, te weinig betalen of niet op de juiste wijze loonheffingen afdragen, dan zullen niet alleen de bureaus maar vaak ook de zorgvragers zelf (de klant) de misgelopen inkomsten, heffingen en boetes moeten betalen. Dat geldt ook als een zorgverlener die wordt onderbetaald later een loonvordering instelt tegen de werkgever. In veel gevallen geldt namelijk ketenaansprakelijkheid, en is dus ook de zorgvrager aansprakelijk.
4.9. Werktijden Volgens de Arbeidstijdenwet mag iemand maximaal 60 uur per week werken, maximaal 15 uur per dag en gemiddeld 48 uur per week verspreid over 16 weken. Werkt iemand 14 dagen achter elkaar, dan moet hij binnen die 14 dagen minimaal 72 uur aaneengesloten vrij zijn of tweemaal 32 uur. In de Arbeidstijdenwet zijn ook regels vastgelegd rond aanwezigheidsdiensten, die in principe gelden als arbeidstijd. Op welke manier de regels rond aanwezigheid toepasbaar zijn op de inwonende zorgverlener, is moeilijk vast te stellen omdat situaties sterk kunnen verschillen. De zorgverleners werken tussen de 36-48 uur per week. Meestal wordt een 40-urige werkweek afgesproken. Hoe dit schema wordt ingevuld, wisselt per bureau. In principe spreken de zorgvrager en zorgverlener samen een schema af. Twee dagen per week is de zorgverlener vrij en moet de zorgvrager zelf vervanging regelen. Dan komt er thuiszorg of mantelzorg, of – als de zorgvrager intensieve zorg nodig heeft – een tweede inwonende zorgverlener in huis. Het kan ook zo zijn dat de zorgverlener maar een dag per week vrij heeft, dan worden de overige uren verspreid over de rest van de week. In veel gevallen is het aan de klant hoe deze uren worden ingedeeld. De werkdag begint meestal rond 8 uur ’s ochtends en eindigt ’s avonds meestal rond 8 of 9 uur, als de zorgvrager voorbereid is voor de nacht. Overdag zijn de zorgverleners vaak een paar uur vrij en kunnen ze zich terugtrekken op hun kamer.
18
Er is ook een bureau waarbij de zorgverlener twee weken op en twee weken af werkt. In die twee weken werkt ze dan wel 24 uur per dag, zeven dagen per week, of is ze in ieder geval aanwezig en beschikbaar.
4.10. Misbruik Niet iedere klant houdt zich strikt aan een dergelijk werkschema. De eigenaar van één van de bureaus vertelde dat ze twee keer heeft meegemaakt dat een zorgvrager misbruik maakte van een zorgverlener. ‘Ze lieten de zorgverleners heel lang doorwerken of werden als ze vrij waren toch steeds weer geroepen. De zorgverleners werden niet gerespecteerd. Met deze klanten werk ik daarom niet meer.’ De zorgverlener die dit meemaakte: ‘Ik heb een slechte ervaring gehad met een zorgvrager die me nooit bedankte voor wat ik voor haar deed. Ik voelde me een soort slaaf. In de nacht werd ik er bijvoorbeeld wel zes keer uitgeroepen, terwijl er niks aan de hand was. Ik moest altijd klaarstaan. Negen maanden lang heb ik er gewerkt, en toen heb ik gezegd dat ik het niet langer wilde doen. Daarin werd ik gesteund door mijn bemiddelingsbureau.’ Andere zorgverleners hebben soortgelijke ervaringen. Eén van de zorgverleners vertelde: ‘Ik kwam bij een vrouw in een rolstoel terecht die heel veeleisend was. Bij haar moest ik zeven dagen per week, 24 uur per dag werken. ’s Nachts moest ik haar om de drie uur draaien.’ Ze klaagde hierover bij het bureau in haar land van herkomst, die de klacht weer doorspeelde naar het bureau in Nederland. Die ging vervolgens in gesprek met de zorgvrager. ‘Ik denk dat ik de eerste zorgverlener in jaren was die hierover klaagde. Maar hierna veranderde er nauwelijks iets.’ Een andere zorgverlener: ‘Sommige mensen voelen zich boven je staan omdat je uit OostEuropa komt en behandelen je als een soort slaaf.’ Zij werkt nu vier dagen van 24 uur; in de nacht zorgt ze ook voor de zorgvrager, doet controles en draait haar vanwege doorligplekken. Daarna is ze drie dagen vrij. In feite maakt ze zo werkweken van 96 uur, terwijl ze voor 40 uur wordt uitbetaald. In eerste instantie deed ze ook nog werkzaamheden op haar vrije dagen, maar nadat ze hierover had geklaagd, werkt ze nu volgens dit schema en is tevreden. ‘Doordat ik in mijn vrije tijd leuke dingen doe als fotograferen en het voelt alsof ik voor mijn eigen familie werk, is mijn leven in balans.’
4.11. Nacht In principe slapen de inwonende zorgverleners ’s nachts en hoeven ze er alleen sporadisch uit. Die uren tellen dan bij de één niet mee als gewerkte uren omdat het ‘hoort bij het werk’, bij de ander wel. Als zorgverleners wel vaak ’s nachts moeten werken – vanwege controles, het draaien van de cliënt of onrustige zorgvragers bijvoorbeeld vanwege dementie – dan wordt een tweede zorgverlener ingeschakeld voor de nachten. Let wel, dit is zoals het formeel is geregeld; in de praktijk kan dat dus anders lopen. Eén van de geïnterviewde zorgverleners sliep ’s nachts in dezelfde kamer als de zorgvrager om haar goed te kunnen checken. ‘Ik slaap 19
dan wel’, zegt ze, ‘maar ik blijf alert, net als een brandweerman die weet dat er brand kan uitbreken.’ Voor deze vier slaapdiensten kreeg ze een extra dag vrij.
4.12. Scheidslijn Zoals gezegd spreken zorgvrager en zorgverlener vaak onderling een werkschema af. Zo komen ze tot een 40-urige werkweek. Maar hoe de afspraken in de praktijk uitpakken, hangt dus af van de zorgvrager en verschilt ook per bureau. Wat de situatie complex maakt is de dunne scheidslijn tussen werken – op de achtergrond aanwezig of beschikbaar zijn – en echt vrij zijn. Een zorgverlener die bijvoorbeeld even tussen de middag vrij is, trekt zich terug op haar kamer. Op dat moment is ze toch aanwezig voor het geval er iets gebeurt. Is ze dan echt vrij of is ze dan beschikbaar? Dat geldt ook voor de nachten. Een zorgvrager kan de ene nacht doorslapen en de nacht erna onrustig zijn. Dat betekent dat de zorgverlener altijd ’s nachts alert moet zijn, omdat er iets kan gebeuren. Is de zorgverlener dan echt vrij of is dat deels ook werken? De bureaus zeggen dat als het nodig is, een tweede zorgverlener wordt ingeschakeld voor de nachten. Maar het is onduidelijk waar de scheidslijn ligt tussen er een keertje uitgaan en de hele nacht doorwerken.
4.13. Werkzaamheden De werkzaamheden wisselen van geval tot geval, afhankelijk van de medische situatie van de zorgvrager. Maar over het algemeen helpen inwonende zorgverleners bij: wassen en aankleden het klaarzetten, bijbestellen of innemen van medicatie duwen van de rolstoel of het bed maaltijden klaarmaken eten en drinken boodschappen doen en huishoudelijk werk wandelingen, uitstapjes of doktersbezoeken toiletbezoek of incontinentieluiers verschonen voorbereidingen voor de nacht De bureaus benadrukken dat voor medische handelingen de reguliere thuiszorg wordt ingeschakeld, en dat de zorgverleners slechts verzorgende en huishoudelijke taken doen. Toch verrichten sommige inwonende zorgverleners ook verpleegkundige handelingen, laat het onderzoek zien. Zo doen ze katheterverzorging, longen uitzuigen, geven ze insuline-injecties en dienen ze zuurstof toe. Een bureau vertelde dat ze de zorgverleners een contract laten tekenen met de zorgvrager voor het verrichten van deze handelingen. Voor het verzorgen van een katheter geeft de leverancier dan bijvoorbeeld een korte cursus.
20
4.14. Opleiding De zorgverleners zijn volgens de bureaus ouderenverzorgers, verzorgenden en verpleegkundigen die in het thuisland in de zorg hebben gewerkt. Twee geïnterviewde zorgverleners vertelden echter wel universitair geschoold te zijn maar geen opleiding in de zorg te hebben gedaan. De één had elders ervaring opgedaan als inwonende zorgverlener voordat ze naar Nederland kwam, en de ander, een Slowaakse, had een cursus care assistant in eigen land gevolgd. Dit was een praktische cursus waarin ze bijvoorbeeld leerde hoe ze patiënten van een bed naar een rolstoel moest plaatsen. De cursus duurde 200 uur en na afloop kreeg ze een certificaat. Ze dacht dat tegenwoordig alle bemiddelingsbureaus met zo’n cursus werkten. Over het algemeen kregen de zorgverleners geen bijscholing, behalve soms voor specifieke verzorgende of verpleegkundige handelingen die nodig waren in de zorg voor de zorgvrager. Eén van de bureaus zegt wel drie tot vier keer per jaar bijscholing te bieden, zoals een training van het Alzheimercentrum of stervensbegeleiding door het VUmc.
4.15. BIG-registratie Het BIG-register is het wettelijk kwaliteitsregister voor medische beroepsbeoefenaars. Alleen wie als zodanig geregistreerd staat, mag zich verpleegkundige noemen. Verzorgenden hoeven zich niet te laten registreren. De inwonende buitenlandse zorgverleners zijn over het algemeen niet geregistreerd in het BIG-register, ook niet als ze in eigen land een verpleegkundigenopleiding hebben gedaan. Uitzondering zijn enkele geïnterviewde bureaus, waar naar eigen zeggen wel BIGgeregistreerde verpleegkundigen werken.
4.16. Toezicht op zorg Het is niet duidelijk of en hoe de kwaliteit van zorg door inwonende zorgverleners wordt gecontroleerd. De bureaus en de zorgverleners houden rapportages bij over de verleende zorg. Familie komt geregeld langs, soms is er nog een partner van de zorgbehoevende thuis, en voor medische handelingen komt de reguliere thuiszorg of huisarts langs. Eén klant, de dochter van een zorgvrager, merkte op: ‘Als je er eenmaal voor kiest om zelf zorg in te schakelen via een PGB, is er niemand meer die toeziet op het welzijn van de patiënt. Nu moet ik dat doen, terwijl ik geen medische achtergrond heb.’ Zij zou liefst zien dat er een zorgmanager komt die als klankbord fungeert voor de inwonende zorgverleners en checkt of haar moeder wel de juiste medische zorg krijgt.
4.17. Taal In bijna alle gevallen spreken de zorgverleners Engels of Duits met de zorgvrager. Sommige bureaus zeggen het wel belangrijk te vinden dat de zorgverleners Nederlands leren, maar ze 21
hebben nog geen taalcursus opgezet. De eigenaar van een bureau zei dat het ook niet zo erg was dat ze geen Nederlands spraken ‘want 80 procent van de taal is non-verbaal. Als de klik tussen zorgvrager en zorgverlener er is, dan is dat voldoende.’ Zorgvragers bieden hun zorgverlener ook wel eens de gelegenheid om een cursus Nederlands te volgen, die ze ook betalen. Maar de geïnterviewde zorgverleners die er gebruik van hadden gemaakt, zeiden niet gemotiveerd genoeg te zijn om het echt te leren. In één geval hadden de zorgverleners wel eerst een intensieve cursus Nederlands gevolgd voordat ze naar Nederland kwamen: vier weken lang, tien uur per dag. Pas als ze Nederlands-A hadden gehaald, mochten ze naar Nederland. Het Nederlands van deze geïnterviewde zorgverlener was nog wel vrij basaal en Engels sprak ze niet.
4.18. Keurmerk Enkele bureaus hebben wel over het keurmerk voor Bemiddelingsbureaus Buitenlandse Werknemers gehoord, maar niemand heeft het keurmerk aangevraagd. Als ze geen bemiddelingsbureau maar formeel een wervings- of uitzendbureau zijn, dan is het keurmerk ook niet op hen van toepassing, stelden verschillende eigenaren. Of ze vonden dat het wervingsbureau in het thuisland van de zorgverlener het keurmerk dan zou moeten aanvragen. Een ondernemer gaf aan het zonde van zijn tijd en geld te vinden om de procedures te doorlopen, en dit alleen te doen als het verplicht is. Een andere eigenaar merkte op er eventueel wel open voor te staan als duidelijk wordt wat het belang ervan is.
4.19. Meerwaarde Ieder bureau heeft zijn eigen mening over de meerwaarde van de inzet van een inwonende buitenlandse zorgverlener. ‘Wij halen hooggeschoold personeel uit landen met een hoge werkloosheid, zoals Griekenland, en zij nemen hun ervaring weer mee terug naar eigen land.’ ‘De Nederlandse thuiszorg vindt al snel dat iets niet binnen hun taak valt, terwijl de buitenlandse zorgverlener hard doorwerkt.’ ‘Voor de zorgvrager is het een verruiming van hun perspectief in een redelijk doodlopende carrièrelijn. Voor de zorgvragers ligt het accent op de mantelzorgers, op wie steeds vaker een beroep wordt gedaan. Zij kunnen dat op deze manier afkopen.’ ‘De inwonende thuishulp zorgt ervoor dat het leven van de zorgvrager soepeler en comfortabeler verloopt. Voor zorgverleners is het een voordeel dat ze een goed salaris hebben en zo kunnen sparen.’ ‘Zorgvragers komen bij ons terecht omdat hun PGB vaak niet toereikend is voor de Nederlandse thuiszorg. Bovendien zijn onze buitenlandse zorgverleners dienstbaarder want ze zijn blij met een baan.’ ‘De zorgvragers komen vooral naar Nederland omdat ze in eigen land geen baan kunnen krijgen. Sommigen onderhouden met dit salaris hun hele familie of sparen om een huis te kopen.’ 22
‘Het is crisis en iedereen let goed op de centjes en wil het goedkoopste uit zijn. Nederlandse zorgverleners willen na hun werk weer naar huis, terwijl de buitenlandse zorgverleners het leuk vinden om in een ander land te wonen met een andere taal.’ ‘Voor de zorgvrager is het voordeel dat hij een betaalbare hulp in huis heeft waardoor hij thuis kan blijven wonen. Ze hoeven ook niet meer te wachten tot de thuiszorg langskomt om hen te helpen. En deze generatie ouderen wil soms liever door een blanke worden geholpen dan door een Marokkaanse, en onze zorgverleners uit Slowakije zijn blank.’
23
5.
De zorgverlener
Dit hoofdstuk beschrijft wie de zorgverleners zijn.
5.1. Land van herkomst De geïnterviewde zorgverleners zijn voornamelijk vrouwen van tussen de 30-45 jaar oud en afkomstig uit Oost- en Zuid-Europa. Ze hebben een opleiding gedaan in de zorg, een cursus care assistant in eigen land gevolgd of al elders gewerkt als inwonende zorgverlener. Volgens een klant die diverse zorgverleners had ingehuurd, zijn ze laag opgeleid. Drie van de geïnterviewde vijf vrouwen, waren juist universitair geschoold. Sommigen hebben een gezin in het land van herkomst.
5.2. Motivatie Twee Hongaarse zorgverleners vonden dat ze in hun eigen land te hard moesten werken voor te weinig geld. Ze werkten als verpleegkundigen en verdienden 300 tot 400 euro per maand. In Hongarije, vertelde één van de zorgverleners, vertrekt veel medisch personeel naar andere landen om meer te verdienen en minder hard te hoeven werken. Het salaris dat ze in Nederland verdienen is veel hoger. Ook kunnen ze alles sparen voor hun familie thuis omdat ze kost en inwoning krijgen. Een Portugese zorgverlener die in een ziekenhuis werkte, was door de crisis ontslagen en kon in Portugal niet zo makkelijk een nieuwe baan vinden. In het ziekenhuis verdiende ze 900 euro bruto en nu 1.200 euro netto, plus kost en inwoning. Een Slowaakse zorgverlener die in eigen land jarenlang als wateringenieur had gewerkt en daarna in het buitenland had gewoond, dacht bij terugkeer niet meer aan de slag te kunnen komen wegens leeftijdsdiscriminatie; ze is 49 jaar. Via een vriend die dit werk in GrootBrittannië deed, kwam ze op het idee om ook de aan de slag te gaan als inwonende zorgverlener. Ze zegt nu meer te verdienen dan een vriendin die in Slowakije wateringenieur is. Een andere Slowaakse heeft antropologie gestudeerd en wilde na haar studie in het buitenland werken. ‘In Slowakije is werken als inwonende zorgverlener erg populair’, zegt ze. Veel Slowaken zouden naar Oostenrijk gaan.
5.3. Huisvesting De inwonende zorgverleners hebben allemaal een eigen kamer. Als ze geen eigen badkamer hebben, hebben ze wel een wastafel en gebruiken ze de gemeenschappelijke badkamer. Verder hebben ze tv en een internetverbinding, waar ze veel mee Skypen. Soms kunnen ze gebruik maken van een auto. 24
5.4. Rechten De drie zorgverleners die werden geïnterviewd, waren voor hun vertrek naar Nederland niet op de hoogte van hun rechten als inwonende zorgverlener. Eén zegt het zelf te hebben uitgezocht. Ze wist bijvoorbeeld niet dat ze maximaal acht uur op een dag hoefde te werken; dat vertelden Nederlandse zorgvragers haar. Zelf moest ze bij het bureau aankaarten dat ze op haar vrije dagen toch nog aan het werk werd gezet. De eigenaar van het bureau heeft toen nieuwe afspraken gemaakt met de zorgvrager en nu is ze wel echt vrij. Een ander kreeg pas de dag voor vertrek haar contract van het wervingsbureau in haar thuisland. Daar bleek toen in te staan dat ze voor minimaal een jaar naar Nederland zou gaan, terwijl haar was verteld dat het maar om twee maanden zou gaan. Bovendien kreeg ze na een half jaar van het wervingsbureau het bericht dat ze niet langer mocht werken. Het Nederlandse bemiddelingsbureau vond een oplossing waardoor ze toch kon blijven. Toen ze na een jaar het contract met het bureau in haar thuisland opzegde omdat ze het niet langer vertrouwde, liet het bureau weten dat ze de komende vijf jaar niet meer aan het werk kon als care assistant. Ze zegt nog steeds bang te zijn voor eventuele persoonlijke gevolgen.
5.5. Pluspunten De zorgverleners zeggen nu tevreden te zijn met hun werk en de relatie met hun zorgvragers. Ze vinden het leuk om Nederland te leren kennen, vooral Amsterdam, en ze houden ook van de Nederlandse cultuur. ‘De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam’, zegt een geïnterviewde zorgverlener. Ook heeft ze nu geen stress meer op haar werk, want ze hoeft maar voor één persoon te zorgen.
5.6. Verbeterpunten De geïnterviewde zorgverleners vertelden wat ze graag anders zouden willen zien: ‘Ik zou willen dat er een organisatie was die helpt bij praktische zaken zoals de aanvraag van een Digi-D, en bij regelgeving rond huisvesting en huurtoeslag.’ ‘Ik wil graag medische bijscholing volgen en een Nederlandse taalcursus doen. Ook zou ik het fijn vinden als het wervingsbureau in mijn thuisland vooraf betere informatie had gegeven over de zorgvragers en wat je kunt verwachten van het werk.’ ‘Ik wil graag mijn gezin naar Nederland halen want in Hongarije is geen werk voor ze. Praktisch is dat alleen onmogelijk. Want ik verdien te weinig om een huurwoning te kunnen betalen en mijn man spreekt geen Nederlands.’ ‘Het lastige aan het werk is de dunne scheidslijn tussen werk en privé. Als ik vrij ben en thuis ben, dan blijf ik toch alert. En hoe fijn deze baan ook is en hoe goed de omstandigheden nu ook zijn, je woont toch in iemands anders huis.’ ‘Ik zou willen dat veel meer Nederlanders weten dat dit werk bestaat, zodat ouderen en zieken een beter leven krijgen. Ouderen willen vaak liever in hun eigen huis blijven wonen, en als er meer informatie over deze vorm van zorg komt, weten ze dat ook dit een optie kan zijn.’ 25
‘Ik wist toen ik hier kwam niet wat mijn rechten waren. Ik heb bijvoorbeeld zelf uit moeten zoeken hoeveel vakantiedagen ik had.’
5.7. Teruggaan of blijven Alle geïnterviewde zorgverleners willen in Nederland blijven. Mogelijk dat ze ooit nog teruggaan of naar een ander land verhuizen, maar vooralsnog willen ze in Nederland zijn. De eigenaar van een bureau dat al acht jaar in inwonende zorgverleners bemiddelt, zegt juist dat bijna alle zorgverleners die bij hem hebben gewerkt, uiteindelijk zijn teruggegaan naar huis.
26
6.
Het maatschappelijk middenveld en inspecties
Voor dit hoofdstuk is bij inspecties, vakbonden, brancheorganisaties en patiënten- en cliëntenorganisaties gevraagd om een reactie op het verschijnsel van inwonende buitenlandse zorgverleners in Nederland en op de informatie uit de interviews.
6.1. Vakbonden Bij het CNV is nog weinig bekend over inwonende buitenlandse zorgverleners. ‘Oneerlijke concurrentie’, noemt een bestuurder van CNV Vakmensen het. ‘We zijn niet tegen open grenzen, maar dan moet er wel sprake zijn van gelijk loon voor gelijk werk. Dit is verdringing op de arbeidsmarkt. Je moet je ook afvragen of het wel menselijk is dat iemand 24 uur per dag werkt. Op grond van de Arbeidstijdenwet is dit verboden. Deze zorgverleners zijn afhankelijk van de opdrachtgever voor hun inkomen, kost en inwoning, en kunnen dus geen kant uit. Mochten ze zich bij ons melden, dan zullen wij beoordelen of er een loonvordering mogelijk is en deze vervolgens gaan innen.’ Ook waarschuwt de bestuurder van CNV Vakmensen dat zorgvragers zich moeten realiseren welke risico's ze nemen. ‘Een loonvordering is tot vijf jaar na dato mogelijk. Wil je zo lang over je schouder moeten kijken?' Ook bij Abvakabo FNV is er nog weinig over inwonende buitenlandse zorgverleners bekend. Volgens Abvakabo FNV weten buitenlandse medewerkers in de zorg hen nog niet te vinden. ‘Wij hebben er ook nog geen onderzoek naar gedaan. Wel hebben we een keer wat op internet zitten zoeken en dan kom je inderdaad wat rare websites tegen waarin buitenlandse krachten worden aangeboden. Wat wij van deze ontwikkeling vinden is helder: het is zeer kwalijk. Het leidt tot een enorme verdringing. In de thuiszorg bijvoorbeeld verdwijnen op dit moment door de bezuinigingen heel veel banen. Door de inzet van veel goedkopere buitenlandse krachten wordt dit natuurlijk nog erger. Deze buitenlandse krachten werken vervolgens ook niet onder een cao en dat vinden wij als vakbond natuurlijk ook absoluut geen goede ontwikkeling.’
6.2. Inspectie SZW De Inspectie SZW voert naar aanleiding van klachten geregeld controles uit bij de bemiddelings- en uitzendbureaus voor inwonende zorgverleners. Over 2013 heeft de inspectie nog geen overzicht over het aantal meldingen van eventuele misstanden. Volgens de woordvoeder van de inspectie loopt er geen specifiek onderzoek naar deze sector. De bureaus zelf zeggen geregeld te worden gecontroleerd, tot het wervingsbureau in het thuisland van de zorgverlener aan toe, maar misstanden zouden er niet zijn vastgesteld.
27
6.3. Inspectie voor de Gezondheidszorg De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) doet momenteel geen onderzoek naar inwonende buitenlandse zorgverleners in de Nederlandse thuiszorg en heeft dat in het verleden ook niet gedaan. ‘Ons toezicht is risicogestuurd toezicht. Dit betekent dat we op grond van een risicoanalyse in de eerste fase bepalen welke organisaties we verder gaan bezoeken/onderzoeken’, reageert de persvoorlichter van IGZ. ‘Over de inzet van buitenlandse medewerkers is nog weinig bekend. Voor ons is er tot nu toe geen reden geweest hier een thema van te maken, omdat er geen signalen over komen.’ Onderzoek doen naar inwonende buitenlandse zorgverleners in de Nederlandse thuiszorg achter de voordeur is ook complex, stelt de inspectie. ‘Als burgers zelf besluiten om een zuster uit Polen in te huren, dan gaan wij daar als IGZ niet over. Het gaat dan om een inzet van het PGB op particuliere insteek. Bij het PGB is de cliënt zelf verantwoordelijk voor de inkoop van verantwoorde zorg.’
6.4. Actiz De brancheorganisatie voor zorgondernemers Actiz zegt dat bemiddelingsbureaus in de inwonende thuiszorg niet aangesloten zijn bij hun organisatie. Actiz heeft intern geen informatie over inwonende buitenlandse zorgverleners en wil daarom ook geen commentaar geven.
6.5. Per Saldo Per Saldo is de belangenvereniging van houders van een PGB. Nederland telt dit jaar 125 duizend PGB-houders. Van hen zijn er 25 duizend lid van Per Saldo. De organisatie heeft maar een klein aantal leden dat gebruik maakt van een inwonende zorgverlener. Hoeveel precies, weet Per Saldo niet. Volgens de belangenvereniging zijn de gebruikers tevreden met deze vorm van zorg. Reguliere 24-uurszorg is inderdaad onbetaalbaar, zegt de woordvoerder van Per Saldo, omdat je voor een dergelijke dienst minimaal drie zorgverleners moet inschakelen, wil je het op de juiste manier doen. ‘Als iemand 24-uurszorg nodig heeft, dan zal die vaak naar een verpleeghuis gaan, want daar worden de kosten voor de zorg gedeeld en is die dus goedkoper.’ De woordvoerder zegt verder over de inwonende buitenlandse zorgverlener: ‘De PGB’s worden de komende jaren lager in plaats van hoger. Als de PGB’s niet toereikend zijn voor de gevraagde zorg, dan werk je dit soort constructies (met inwonende thuishulp, red.) in de hand. Kennelijk wil een aantal PGB-houders gebruik maken van deze zorgverlening, maar het riekt naar uitbuiting. Als alles echt strikt volgens Nederlandse regels gaat, dan lijkt het financieel onmogelijk om een inwonende zorgverlener met een PGB te betalen.’
28
7.
Conclusie
De inwonende buitenlandse zorgverleners die voor dit verkennend onderzoek geïnterviewd zijn, zijn voornamelijk vrouwen van tussen de 30-45 jaar oud en afkomstig uit Oost- en ZuidEuropa. Ze hebben een opleiding genoten in de zorg, een cursus care assistant gevolgd in eigen land, of al elders gewerkt als inwonende zorgverlener. De inwonende zorgverleners hebben allemaal een eigen kamer bij de zorgvrager in huis. Inwonende buitenlandse zorgverleners worden regelmatig ingeschakeld uit onvrede over de zorg in verpleeghuizen en door de thuiszorg. Een inwonende buitenlandse zorgverlener biedt ouderen en zieken die thuis willen blijven wonen of nog te gezond zijn om voor een verpleeghuis in aanmerking te komen veel voordelen. Ten eerste is de hulp van de inwonende buitenlandse zorgverlener flexibel en op maat. De zorgverlener helpt niet alleen bij de dagelijkse activiteiten als opstaan en eten bereiden, maar biedt ook gezelschap om mee te praten, te wandelen, boodschappen te doen, of samen naar de dokter te gaan. Een enkele keer krijgen de zorgvragers intensieve zorg. Dat er ’s nachts nog iemand in huis is, ook als de zorgvrager gewoon doorslaapt, wordt eveneens als pluspunt genoemd. Ten tweede is het inschakelen van een inwonende buitenlandse zorgverlener relatief goedkoop. Voor een inwonende buitenlandse zorgverlener betaalt de zorgvrager maandelijks gemiddeld tussen de 2.000 en 2.700 euro aan het bemiddelings- of uitzendbureau. Dat is gemiddeld 73 tot 83 procent goedkoper dan het inhuren van reguliere particuliere 24-uurszorg, waar maandelijks minimaal tussen de 10.000 en 12.000 euro voor zou moeten worden betaald. De kosten voor kost en inwoning van de zorgverlener zijn in de berekeningen niet meegenomen. Verder is het in de meeste gevallen aan de klant om een WA-verzekering af te sluiten voor de inwonende zorgverlener Dat de zorgverleners over het algemeen geen of slecht Nederlands spreken, lijkt vooral een probleem als zorgvragers geen andere taal spreken (Engels, Duits, Portugees). Het is een punt van aandacht omdat communicatie uiterst belangrijk is voor het verlenen van goede zorg. Of de wervingsbureaus in het thuisland en de Nederlandse bemiddelingsbureaus de Nederlandse regelgeving overtreden op fiscaal of juridisch gebied, is in dit onderzoek niet duidelijk geworden. Het geringe verschil tussen de nettosalarissen van de zorgverleners en de bedragen die de zorgvragers betalen is wel opmerkelijk. In het algemeen geldt dat bij een minimumloon de loonkosten al 2.100 euro per maand zijn en dat zou betekenen dat sommige bemiddelingsbureaus met de prijs die ze aan hun klant vragen maar net quitte kunnen spelen. Ook de belangenvereniging van PGB-houders Per Saldo twijfelt of de betalingen en de naleving van de werktijden wel strikt volgens de Nederlandse regels gaan. Want met een PGB zou het dan financieel onmogelijk zijn om een inwonende zorgverlener te betalen. Het inhuren van een inwonende buitenlandse zorgverlener via een bemiddelings-, wervings- of uitzendbureau kan wel financiële risico’s voor de zorgvrager met zich meebrengen. Een bureau kan bijvoorbeeld gebruik maken van illegale arbeidsconstructies, te weinig betalen of niet op 29
de juiste wijze loonheffingen afdragen. Als de Inspectie SZW of de belastingdienst fouten of overtredingen constateert, worden er naheffingen of boetes opgelegd aan de bureaus. Vanwege de ketenaansprakelijkheid moeten vaak ook de zorgvragers heffingen en boetes betalen. Een zorgverlener kan verder bijvoorbeeld een loonvordering instellen bij het bureau dat de uitbetalingen deed, als loon niet of te laat wordt uitbetaald. Ook die vordering kan door ketenaansprakelijkheid op het bord van de zorgvrager belanden. Verschillende zorgverleners hebben slechte ervaringen met zorgvragers. Zo hebben sommige zorgverleners meegemaakt dat ze van de zorgvrager dag en nacht moesten werken, dat ze respectloos en onvriendelijk werden behandeld, en dat ze het gevoel kregen als een slaaf te worden ingezet. Overigens leken de Nederlandse bemiddelingsbureaus deze klachten wel serieus te nemen: ze gingen in gesprek met de zorgvrager of beëindigden het contract met de zorgvrager. De arbeidsomstandigheden voldoen ook niet altijd aan de Nederlandse regelgeving. Het verkennend onderzoek laat misstanden zien, zoals overtreding van de Arbeidstijdenwet, een zeer dunne scheidslijn tussen werk en privéleven als gevolg van het vrijwel continu beschikbaar moeten zijn, en onduidelijke en soms dwingende contracten met het bemiddelings-, of wervingsbureau. Zorgverleners betalen ook vrijwel altijd zelf een ziektekostenverzekering in eigen land, en moeten zelf maatregelen voor hun pensioen treffen als ze dat willen. Ieder bureau hanteert ook een eigen systeem voor vakantiedagen. Meer interviews met zorgverleners en bestudering van hun contracten kunnen duidelijk maken op welke schaal er misstanden plaatsvinden. Gezien de ontwikkelingen in de zorgsector zal de vraag naar deze betaalbare zorg naar verwachting alleen maar groeien. De zorgverleners zullen dit werk ook blijven doen zolang ze in eigen land slechter betaald krijgen of er geen werk is. Het is voor hen soms één van de weinige mogelijkheden tot werk. Het werk in Nederland levert de zorgverleners weinig nieuwe kennis op waar ze in eigen land weer profijt van zouden kunnen hebben, want ze worden nauwelijks bijgeschoold. De zorgverleners doen alleen (extra) werkervaring op. Het is echter de vraag hoe lang de zorgverleners (en Nederland als geheel) ermee akkoord gaan dat ze in Nederland het wettelijk minimumloon krijgen, terwijl Nederlanders voor hetzelfde werk beduidend beter worden beloond. Worden de salarissen gelijk getrokken, dan is het voor zorgvragers waarschijnlijk financieel niet meer aantrekkelijk om een zorgverlener uit het buitenland te halen. Van oneerlijke concurrentie voor Nederlandse verzorgden en verpleegkundigen, door de lagere salarissen van buitenlandse zorgverleners, lijkt momenteel nog geen sprake. Er werken nog relatief weinig inwonende buitenlandse zorgverleners in Nederland Het is niet te zeggen of de inwonende buitenlandse zorgverleners na afloop van hun dienstverband teruggaan naar hun land van herkomst. De voor het onderzoek geïnterviewde zorgverleners zeggen vooralsnog graag in Nederland te willen blijven. De eigenaar van een 30
bureau dat al acht jaar in inwonende zorgverleners bemiddelt, verklaarde echter dat juist bijna alle zorgverleners die bij hem hebben gewerkt uiteindelijk zijn teruggegaan naar huis. Of zorgverleners ook medische handelingen verrichten waartoe ze niet bevoegd zijn, is in dit onderzoek niet aangetoond. De werkzaamheden beperken zich in principe tot verzorgende en huishoudelijke taken, tenzij de zorgverlener een BIG-geregistreerde verpleegkundige is. De bureaus benadrukken dat ze reguliere thuiszorg inschakelen voor het gespecialiseerde werk, of ze laten een zorgvrager een contract tekenen dat de zorgverlener een handeling als katheterisatie mag uitvoeren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg doet geen onderzoek naar de kwaliteit van zorg als zorgvragers zelf zorg inkopen. De inwonende buitenlandse zorgverleners hebben zich nog niet georganiseerd. Volgens de vakbonden Abvakabo FNV en CNV heeft ook nog geen van hen zich gemeld bij een vakbond. Abvakabo FNV noemt de komst van de inwonende buitenlandse zorgverlener wel ‘zeer kwalijk’ omdat het zorgt voor verdringing in de reguliere thuiszorg – waar juist nu veel banen verdwijnen. Bovendien werken deze buitenlandse krachten niet volgens een cao, wat de bond geen goede ontwikkeling vindt. Ook CNV is bang voor verdringing op de arbeidsmarkt en vindt het ‘onmenselijk’ als zorgverleners 24 uur per dag moeten werken. CNV waarschuwt zorgvragers voor financiële risico’s, zoals boetes en naheffingen, bij eventuele misstanden. Er is nog geen onafhankelijke organisatie of instantie waar de zorgverleners terecht kunnen met vragen en problemen. Geen van de geïnterviewde bureaus heeft het Keurmerk voor Bemiddelingsbureaus Buitenlandse Werknemers. Het onderzoek toont kortom aan dat er veel voor verbetering vatbaar is. Het toezicht op de bemiddelingsbureaus. Het toezicht op de kwaliteit van de verleende zorg. De duidelijkheid van arbeidscontracten (o.a. op punten van aantal vakantiedagen of de lengte van de werkdag). De informatie die zorgverleners voor uitzending naar Nederland krijgen over de gezondheidssituatie van de zorgvragers. De voorlichting aan zorgverleners over hun rechten in Nederland. De scholing in de Nederlandse taal. De bijscholing van medische kennis.
7.1. Aanbevelingen Het is essentieel dat de gevaren van uitbuiting en oneerlijke concurrentie in de zorg vroegtijdig aangepakt worden en dat er zorgvuldig wordt omgegaan met zorgpersoneel. De overheid, en dan vooral het ministerie van SZW, zou, waar nodig samen met andere ministeries, maatregelen moeten treffen die oneerlijke werving van buitenlandse zorgwerkers voor de 24uurszorg tegengaan. Om uitbuiting van zorgpersoneel te voorkomen doet Wemos de volgende aanbevelingen: 31
Zet op Europees niveau verder in op ‘dezelfde arbeidsvoorwaarden voor hetzelfde werk’ en ga uitbuiting van buitenlandse werknemers in Europa tegen in alle sectoren. Nederland vervult een voortrekkersrol en is daarmee dé partij om Europees niveau aan te dringen op een wijziging van vrij verkeer van diensten, waardoor ook de rechten van zelfstandigen en uitzendkrachten in de gezondheidszorg beter worden beschermd. Het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie in 2016 is een natuurlijk moment om dit te agenderen. Stel wet- en regelgeving op voor bemiddelings- en uitzendbureaus met betrekking tot het verzekeren van gelijk loon voor gelijk werk, ook voor het inwonende buitenlandse zorgpersoneel. Houd strikter toezicht op de naleving van wet- en regelgeving op het terrein van arbeidsomstandigheden en -tijden in de 24-uurs zorg. Neem doelgerichte maatregelen op in de Wet Aanpak Schijnconstructies met betrekking tot A1-verklaringen om misbruik via dit soort schijnconstructies effectief tegen te gaan. Zie toe op strikte naleving van het internationale verdrag van au pairs. Maak werk van de WHO-code voor het internationaal werven van zorgpersoneel die Nederland mede heeft ondertekend. Deze gedragscode roept overheden op buitenlands zorgpersoneel eerlijk en gelijk te behandelen ten opzichte van autochtone zorgverleners, en moedigt overheden aan afspraken te maken met de herkomstlanden over verblijfsduur, trainingsaanbod en terugkeer. Maak intermediairs bewust van hun verplichtingen en verantwoordelijkheden naar buitenlandse werknemers in de (private) thuiszorg, in overeenstemming met de WHO-code. Een middel om dit te bereiken is de implementatie van het bestaande Keurmerk Bemiddelingsbureaus Buitenlandse Werknemers. Op dit moment is het keurmerk niet verplicht en is het voor bureaus niet duidelijk welke meerwaarde het keurmerk heeft. Informeer als overheid de intermediairs over hun verantwoordelijkheden en verplichtingen, en maak het keurmerk verplicht. Goede voorlichting is essentieel om zorgwerkers weerbaarder te maken tegen misbruik en uitbuiting. Het is daarom van groot belang dat de inwonende buitenlandse zorgverleners worden voorgelicht over hun rechten en plichten; dat ze worden gewezen op relevante voorzieningen en overheidsdiensten; en dat ze snel hun weg kunnen vinden in de Nederlandse samenleving.
32
Bronnen Bemiddelings- en uitzendbureaus die meewerkten aan het onderzoek: Zuster in huis en Global Care Services WWA&N Care-totaal.nl Topaupair.nl Stichting de Zorghulp Babsaupairagency.nl Seniorcura B.V. Standpuntzorg-prive.nl Stichting Homecare: zie Zorghulp Bemiddelings- en uitzendbureaus die niet meewerkten aan het onderzoek: Zorgzondergrenzen.eu: wilde niet meewerken. Domocare: wilde niet meewerken. Inwonende thuiszorg.nl: wilde niet meewerken. Zamens.nl: wilde niet meewerken. Seniorcare24.nl: reageerde niet op (herhaald) interviewverzoek. AU-Care.eu: reageerde niet op (herhaald) interviewverzoek. Overige partijen die meewerkten aan het onderzoek: T&S Group (bureau voor werving en bemiddeling in buitenlandse zorgverlener). Attend24uurszorg (bemiddelingsbureau voor particuliere 24-uurs zorg). Inwonende buitenlandse zorgverleners uit Portugal (1), Slowakije (2), Hongarije (1) en een Hongaarse die bij een zorginstelling werkt. Dochters van zorgvragers (2). CNV Vakmensen Abvakabo FNV Inspectie SZW Inspectie IGZ Actiz (had ten tijde van het onderzoek intern geen informatie over de inwonende buitenlandse zorgverlener en wilde daarom geen commentaar geven) Per Saldo
33
Bijlage 1: Vragenlijsten Vragen die aan ieder bemiddelings- of uitzendbureau zijn gesteld: Wat is de achtergrond van de eigenaar? Hoe lang bestaat het bureau? Hoeveel klanten heeft het bureau? Kunt u de klanten typeren? Waarom schakelt de zorgvrager buitenlandse zorgverleners in en geen Nederlandse zorgverleners? Hoe werft u? Werft u zelf of bemiddelt u alleen? Zijn de zorgverleners in dienst van uw organisatie en worden ze uitbetaald volgens Nederlands systeem of zijn ze in dienst van de organisatie in thuisland? Wat betaalt de klant per uur en wat verdient de zorgverlener per uur? Hebben de zorgverleners een ziektekostenverzekering, WA-verzekering, vakantiedagen en/of pensioenopbouw? Hoeveel uur werken de zorgverleners? Als ze 40 uur werken, wie verzorgt dan de overige uren? Valt onder de 40-urige werkweek ook het aantal uren dat ze ’s nachts de zorgvrager bijstaan? Wonen ze in? Wie zijn deze zorgverleners en uit welke landen komen ze? Wat voor werk doen ze? Welke diploma’s hebben ze? Staan ze in het BIG-register? Mogen ze medische handelingen verrichten, zoals een infuus verwisselen, injecteren of zuurstof geven? Krijgen ze taalles? Wat is de meerwaarde van de uitwisseling? Wat verwacht u voor de komende jaren, met het oog op de veranderingen in de zorg? Bent u bekend met het keurmerk voor bemiddelingsbureaus buitenlandse werknemers? Vragen die aan iedere inwonende buitenlandse zorgverlener zijn gesteld: Wat is uw leeftijd? Wat is uw land van herkomst? Waarom komt u hier? Wat waren of zijn uw verwachtingen van het werk? Wat houden uw werkzaamheden in? Welke opleiding heeft u gevolgd in eigen land? Hoeveel verdient u in Nederland en hoeveel zou u in eigen land verdienen met soortgelijk werk? Wat zijn uw arbeidstijden? Hoeveel uur werkt u en wanneer bent u vrij? Werkt u ook ’s nachts? Hoe is uw huisvesting? Volgt u bijscholing of heeft u dat gevolgd? 34
Beheerst u het Nederlands? Bent u BIG-geregistreerd? Bent u verzekerd, heeft u pensioenopbouw en vakantiedagen? Is het werk hier anders dan thuis? Wat ziet u als pluspunt van uw migratie? Wat zou u graag verbeterd willen zien? Wilt u terug naar uw vaderland of wilt u in Nederland blijven werken? Vragen die aan iedere zorgvrager (in casu hun kind) zijn gesteld: Hoe lang maakt u al gebruik van inwonende zorgverleners? Wie heeft de zorg nodig? Waarom heeft u gekozen voor de inwonende buitenlandse zorgverlener? Hoe werkt het? Bij wie zijn de zorgverleners in dienst? Wat zijn de arbeidstijden van de zorgverleners? Wat zijn de werkzaamheden van de zorgverlener? Wat moet u als klant betalen en wat verdient de zorgverlener? Is dit mogelijk met een persoonsgebonden budget? Spreken de zorgverleners Nederlands? Hoe wonen ze? Zijn de zorgverleners naar uw idee tevreden met hun werk? Wat zijn de pluspunten van een inwonende zorgverlener? Wat kan aan deze vorm van zorg verbeterd worden?
35