INSPIRATIE EN HANDVATTEN VOOR HET VERANDERPROCES BIJ DE INVOERING VAN FOCUS OP VAKMANSCHAP
FOCUS OP VERANDERING
Herontwerp van het pedagogisch-didactisch klimaat
Herontwerp van het curriculum kan niet zonder ook het pedagogisch-didactisch klimaat tegen het licht te houden. Immers, veranderingen op curriculumniveau beïnvloeden de wijze waarop pedagogische uitgangspunten invulling krijgt in de opleiding. Tevens zorgt verandering in het curriculum dat opnieuw naar de didactiek moet worden gekeken. Vragen die in het herontwerp meegenomen dienen te worden zijn: Voldoet de huidige onderwijsaanpak, zijn er andere werkvormen nodig, hoe congruent zijn we als team in onze benadering van onze studenten. Het onderzoek van Marzano naar onderwijskwaliteit laat duidelijk het belang zien van pedagogisch-didactische thema’s bij de invoering van Focus op vakmanschap. Een aantal maatregelen uit Focus op vakmanschap vraagt dan ook om een herontwerp van het pedagogisch didactische klimaat. Met name waar het gaat om intensiveren en verkorten, passend onderwijs, entree-opleiding en de uitvoering van het inspectietoezicht in het kader van kwaliteitszorg. Op dit terrein is de expertise van docenten in het onderwijsteam nodig. Pedagogisch klimaat Luc Stevens heeft op basis van het onderzoek van Ryan en Deci (2000) drie basisbehoeften voor het leren benoemd: autonomie, relatie en competentie. Het zijn deze drie kernelementen die de basis vormen voor een goed pedagogisch klimaat. Studenten benaderen en aanspreken als autonome jong volwassenen stimuleert de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. De tevredenheid van studenten over de opleiding neemt toe wanneer zij actief betrokken worden bij het vormgeven van hun eigen leerproces. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat we juist mét de student spreken in plaats van óver de student. Uit het onderzoek van Marzano (2003) blijkt dat het ordeverstorend gedrag van studenten met 32% vermindert wanneer er een positieve relatie is tussen de student en de docent. Dit is een van de voorbeelden waaruit blijkt dat de tweede basisbehoefte (relatie) een belangrijke pedagogische voorwaarden is om het rendement van de opleiding te verhogen. Aansluiten bij en het waarderen van de competentie van de student verhoogt naast het gevoel van eigenwaarde vooral ook het rendement van het leerproces (Marzano, 2003). Vanuit het concept van (Schoolwide) Positive Behavior Support (SWPBS) 1 weten we dat de schoolidentiteit en de waardering voor het pedagogisch klimaat sterk stijgt wanneer dit gebaseerd is op gemeenschappelijke kernwaarden.
individuele interventies (rood)
doelgroep interventies (geel)
effectieve interventies voor iedereen gebaseerd op gedragsverwachtingen vanuit gemeenschappelijke waarden (groen) Figuur: Positive Behavior Support
Bij het inrichten van het pedagogisch klimaat op basis van de piramide van SWPBS (zie Figuur 10) ontstaat het bewustzijn dat de meeste tijd en aandacht van het onderwijsteam gaat naar het scheppen van goede pedagogisch didactische aanpak voor alle studenten (de groene basis). Maatregelen die horen bij de groene interventies zijn onder andere het hanteren van goed klassenmanagement, een positieve mentale instelling van de docent naar zijn studenten, een waarderende benadering van de docent en goed voorbeeldgedrag hierbij en het opstellen van school-, klas- en docentregels. Indien de pedagogische (groene) basis op orde is, gaat slechts beperkte tijd en aandacht naar het nemen van tijdelijke maatregelen voor studenten die kortdurend extra ondersteuning nodig hebben: gele maatregelen. Dit past bij de maatregelen in het kader van passend onderwijs. Bijvoorbeeld maatregelen als check-in-check-out, faalangstreductietraining, training van schriftelijke communicatieve vaardigheden of het werken in projectgroepen, kan tijdelijk extra aandacht van de studieloopbaanbegeleider vragen. Deze voorbeelden zijn interventies uit de gele zone in de piramide. Er blijft een beperkte groep studenten over (maatregelen uit de rode top van de piramide) die doorverwezen wordt naar schoolmaatschappelijk werk of het zorgteam. Expliciete aandacht voor het inrichten van het pedagogisch klimaat draagt op deze manier bij aan het verhogen van het rendement van de opleiding door het verminderen van gedragsincidenten en het verhogen van de tevredenheid van studenten over het schoolklimaat.
Om dit positieve pedagogische klimaat te realiseren adviseren wij de volgende actiestappen: Actiestap 1: Formuleer je kernwaarden Formuleer met elkaar de leidende principes voor het team. Welke fundamentele overtuigingen liggen ten grondslag aan het functioneren van het team? Wat zijn de principes waarin de teamleden zich herkennen? Actiestap 2: Formuleer je gedragsverwachtingen Formuleer met elkaar hoe de gekozen kernwaarden tot uitdrukking komen in de dagelijkse praktijk. Hoe zijn de kernwaarden zichtbaar in het gedrag van medewerkers en studenten. Wat verwachten van de student en van elkaar? Actiestap 3: Breng de realisatie van de drie basisbehoeften in beeld Breng systematisch de implementatie in beeld van de drie basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. De uitwerking van deze basisbehoeften is nauwkeurig verbonden met de kernwaarden van het onderwijsteam en de organisatie. Actiestap 4: Werk de piramide van Positive Behavior Support uit Breng de verdeling van tijd die het docententeam besteedt aan de verschillende lagen van de piramide van SWPBS in kaart. De verdeling is normaal gesproken dat 75% van de tijd wordt besteed aan groene maatregelen, 20% van de tijd wordt besteed aan gele maatregelen en 5% van de tijd wordt besteed aan rode maatregelen. Wanneer in het onderwijsteam deze verdeling van tijd doorslaat naar gele en rode maatregelen is het belangrijk om een goede analyse te maken naar de oorzaken en maatregelen te nemen om deze verdeling aan te passen. Actiestap 5: Betrek studenten Betrek je studenten bij het bespreken en inrichten van het pedagogisch klimaat. Je studenten zijn je belangrijkste “klanten” waarop je onderwijs gericht is. Wanneer je doelstellingen en uitgangspunten niet aansluiten bij de beeldvorming van studenten, daalt de tevredenheid. Didactische strategieën De maatregelen op het gebied van passend onderwijs, intensiveren van de opleidingen, de inzet van entree-opleidingen en het nieuwe inspectietoezicht doen een extra beroep op het didactisch arsenaal van de docent. We noemen hier het differentiëren in de klas, het gemiddeld niveau omhoog brengen, de aandacht van studenten vasthouden en het tempo aanpassen aan het niveau van studenten die veel didactische expertise van de docent vragen. Minister Bussemaker heeft aangekondigd het inspectietoezicht op onderwijskwaliteit vooral te enten op het rendement van de opleiding, de tevredenheid bij studenten en de tevredenheid bij de docenten. Gecombineerd met een hogere intensiteit van het onderwijs vraagt dit een versterking van het didactisch klimaat.
Marzano (2003) en Hattie (2009) hebben vele didactische strategieën beschreven die bruikbaar kunnen zijn in het middelbaar beroepsonderwijs. Hieronder beschrijven wij een aantal van die mogelijkheden die het didactisch klimaat kunnen versterken. De belangrijkste actiestap die wij in dit kader zien, is om met het docententeam intercollegiaal overleg te voeren en op de verschillende gebieden uitwisseling en professionalisering van didactiek te bewerkstelligen.
Voorbeelden van didactische strategieën om:
Tempo te verhogen: flitsvragen, feedback geven, korte toetsen en variatie in werkvormen.
Aandacht vast te houden: variatie werkvormen, (peer-)feedback, docent als performer.
De lat omhoog te brengen: alleen goed is goed genoeg, precies formuleren, studenten maken toetsen voor elkaar.
Onthouden te bevorderen: herhaling, informatie coderen, actief de informatie bewerken en doorvragen op goede antwoorden.
Iedereen bij de les te houden: feedback, hypothesen opstellen en toetsen, toetsing, aantekeningen maken.
Een van de belangrijkste aanknopingspunten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, is feedback op de manier van lesgeven. Docenten van het Scalda Maritiem en Logistiek College hebben lesbezoek gehad van externe experts van OAB Dekkers. Docenten hebben eigen observatiepunten aangedragen en deze observatiepunten zijn samen met algemene observatiepunten gebruikt om in gesprek te gaan met elkaar over de manier van onderwijzen. Alle betrokken docenten hebben hun persoonlijke kijkwijzer ontvangen en daarnaast is er een algemeen verslag met didactische tips & trucs ontwikkeld aan de hand van wetenschappelijk bewezen didactische strategieën (van o.a. Marzano en Hattie). De docenten hebben nu een op hun eigen performance gericht instrumentarium om deze vorm van kwaliteitsonderzoek en professionalisering structureel in te zetten.
Bij elke maatregel van Focus op vakmanschap zou je bij het herontwerp van didactische strategieën kunnen denken aan het volgende: Intensiveren van het onderwijs: verhogen van de lat voor studenten door studenten toetsen te laten ontwerpen voor elkaar, ze van elkaar na te laten kijken en elkaar feedback te geven. Ook hoge eisen stellen aan de antwoorden die studenten geven en ze het daadwerkelijke goede antwoord laten formuleren. Wanneer je vraagt aan de student wat inflatie betekent, dan is het niet genoeg wanneer de student antwoord met “iets met de waarde van het geld”. We zien dat veel docenten de neiging hebben om te reageren met heel goed en vervolgens zelf het antwoord aanvullen tot het volledige goede antwoord. Het is mooier wanneer de docent consequent hoge eisen stelt aan het antwoord van de student en bij de vraag over inflatie reageert met “heel goed maar nog niet helemaal volledig. Wil je proberen om je antwoord “iets met de waarde van geld” verder aan te vullen?”. Hierdoor wordt de student gedwongen om langer cognitief actief te zijn en zendt de docent het signaal uit dat het heel gewoon is om een volledig goed antwoord te geven. De docent rekent op de toets namelijk ook op volledig goede antwoorden.
Intensiveren van het onderwijs is ook mogelijk door het tempo te verhogen. Tijdens lesobservaties zien wij regelmatig dat het tempo wordt aangepast aan de onderste 1/3 van de klas. Ons streven is om het tempo aan te passen aan de bovenste 30% in het lokaal. Cognitief is het voor de onderste groep bijna altijd mogelijk om toch aan te haken. Ook kan in dergelijke situaties worden gekozen voor het verlengde instructiemodel (als mogelijkheid om te differentiëren) om deze studenten toch te laten aanhaken. De groep indelen in langzaam, gemiddeld of snel bij het specifieke thema en een specifieke cognitieve belasting maakt het mogelijk om in drie groepen te differentiëren. Het beroep op het verhogen van het rendement vraagt om veel verschillende vormen van feedback aan de student. Feedback op het product, het proces, de norm ten opzichte van zichzelf en ten opzichte van een vooraf gestelde norm, formatieve en summatieve feedback. De docent kan nooit teveel feedback geven (Brookhart, 2008). Bovendien is het geven van feedback aan elkaar en aan jezelf een bijzonder leerzame didactische strategie. Het verhogen van het rendement kan uiteraard ook door meer te eisen van studenten, het tempo te verhogen en door frequent te toetsen. Passend onderwijs en de entree-opleidingen vragen om veel differentiatie en maatregelen in het gele gedeelte van de SWPBS piramide. Maatregelen als check-in/ check out, aanleren van herstelrecht, een korte cursus “maken van aantekeningen doordat iedereen schrijft”, een cursus schriftelijke vaardigheden of een korte training conflicthantering zijn didactische mogelijkheden om passend onderwijs en entree-opleiding te ondersteunen. Dit uiteraard naast een goede vroegsignalering op voortijdig schoolverlaten zoals obstructie van het eigen leerproces, extreem faalangstig, laat komen etc.
Bronnen:
Focus op verandering (2014). Inspiratie en handvatten voor het veranderproces bij de invoering van Focus op vakmanschap. Nuenen: OAB Dekkers.
Focus op Vakmanschap (2012). Inspiratie en handvatten voor de invoering van het actieplan. Nuenen: OAB Dekkers.
Wilt u meer informatie over het actieplan Focus op Vakmanschap of wilt u het boek Focus op Verandering, waarin we onze visie over de invoering van het actieplan beschrijven, bestellen? Neem dan gerust contact op met: Peter Loonen 040-2913733 06-23633808
[email protected] www.oabdekkers.nl
Marion van Neerven 040-2913733 06-51531725
[email protected] www.oabdekkers.nl