Beste lezer 2010 werd uitgeroepen tot het Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Met dit initiatief wilde Europa organisaties en burgers sensibiliseren en hen vragen om aandacht te hebben voor de problemen rond armoede en sociale uitsluiting. Twee thema’s die eng verbonden zijn en die OCMW Gent nauw aan het hart liggen. Ze kregen een centrale plaats in de beleidsnota 2007-2010 ‘Duurzaam activeren en wonen’. OCMW Gent ziet activering naar een opleiding of werk niet alleen als de manier om mensen uit de armoede te helpen, maar bovendien ook als het middel om mensen aan sociale contacten te helpen. Wie niets om handen heeft, voelt zich sneller nutteloos en dreigt in een sociaal isolement te verzeilen. Ook senioren proberen we, via de lokale dienstencentra, aan het maatschappelijke leven te laten deelnemen om zo de groeiende vereenzaming te bekampen. Hiertoe ging in 2010 vooral veel aandacht uit naar het uitwisselen van informatie met andere organisaties en het versterken van de samenwerking met partners. Met de stad Rotterdam werden ervaringen gedeeld over de handhaving van rechten en plichten van cliënten. En een delegatie van het OCMW bracht een bezoek aan Denemarken om er kennis te maken met de laatste nieuwe zorgtrends voor senioren. Er viel ook een primeur te bespeuren. Voor de eerste keer realiseerde OCMW een nieuwbouw om er een lokaal dienstencentrum (ldc) in onder te brengen. Ldc De Waterspiegel opende op vrijdag 3 september officieel zijn deuren. Ook de kinderen en monitoren van de vakantiewerking De Pagadder kregen in 2010 een splinternieuw onderkomen, gelegen op het Henri Storyplein. Naast de bestaande initiatieven onderstreept de nieuwbouw het belang dat onze organisatie hecht om kinderen en jongeren in armoede gelijke kansen te geven op een eigen toekomst. Het is duidelijk dat het OCMW heel omvangrijk is, en te maken krijgt met een verscheidenheid van mensen en problemen. We hebben dan ook een heel grote waaier aan dienstverlening die we in alle wijken van Gent decentraal aanbieden. Maar uiteindelijk trekt iedereen die bij het OCMW werkt toch aan dezelfde kar: we willen alle Gentenaars de kans geven om een menswaardig leven te leiden: iedereen heeft recht op een basisinkomen, een degelijk onderdak, gezondheidszorg, sociale contacten… Deze missie is de essentie die ons allemaal verbindt en waar we elke dag opnieuw op focussen. Vandaar ook de titel van dit jaaroverzicht: ‘Focus op essentie’. De titel verwijst echter niet alleen naar het essentiële doel van onze organisatie, maar slaat ook op de opzet van dit verslag. Aan de hand van artikels, tabellen, grafieken en foto’s kunt u lezen wat het OCMW het voorbije jaar allemaal deed. Alle initiatieven, projecten, dienstverlening… opsommen zou onbegonnen werk zijn, daarom krijgt u vooral de essentie voorgeschoteld. Veel leesplezier!
Luc Kupers secretaris
Geert Versnick
voorzitter
3
1
Focus op essentie onze dienstverlening
Activering Leefloon en levensminimum - cijfers en tendensen Zorg en wonen voor senioren Wonen voor kansarmen en thuislozen Energie en duurzaamheid Psychologische hulp Juridische hulp Vrije tijd
2
4 22 32 45 50 54 59 64
Focus op essentie interne werking
Bestuur en beleid Het personeel Welzijn op de werkvloer Kwaliteit Communicatie en imago Financiën
68 70 75 78 81 86
1
Focus op essentie onze dienstverlening
Activering Het OCMW wil hulp bieden aan iedereen die niet meer beschikt over voldoende middelen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (bijvoorbeeld door een faillissement, een ziekte, een ontslag, familiale problemen…). Maar deze hulp is nooit vrijblijvend. Cliënten moeten deelnemen aan projecten die hen sociaal en professioneel activeren in de maatschappij. Activering is een begrip dat verschillende ladingen dekt. Het OCMW Gent onderscheidt vijf niveaus van activering op de activeringsladder. Elke cliënt wordt op een bepaalde trede geplaatst. Doel is de cliënt te laten doorstromen naar de voor hem/haar hoogst haalbare trede op de ladder. Daarbij heeft elke trap een specifieke aanpak, met instrumenten op maat van de cliënt. De activering van cliënten is niet de opdracht van één enkele dienst apart, maar van verschillende OCMW-diensten samen: het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum, de Psychologische dienst, de Juridische dienst… Om een optimale samenwerking te garanderen, stuurt de werkgroep Activering het thema activering centraal aan, over de verschillende diensten heen. Reguliere arbeid Arbeidstoeleiding Arbeidsactivering Sociale activering
Zorg en hulpverlening
• leefloon en
levensminimum
Via screening naar werk oriënteringsprogramma’s ervaringsbewijzen
• • Basiswerking • • Dialooggroep Via opleiding naar Klantenparticipatie werk • Voorzet vormings• Belgian Homeless • technische modules Cup • taalopleidingen Nederlands Werkt • receptiewerking • IKOOK
• nazorg
• infomomenten • Jobwerkbank Werkwinkel • Lokale • Actieplan Werk
Via werkervaring naar werk werkervaringsprojecten artikel 60 arbeidszorgprojecten
• • •
Het personeel van OCMW Gent zet zich elke dag opnieuw in om een menswaardig bestaan te verzekeren voor alle Gentenaars.
6
OCMW Gent en de VDAB bereikten een principieel akkoord dat duidelijk de afspraken vastlegt wie instaat voor de begeleiding van leefloners naar werk.
Kinderopvang Geen opvang voor de kinderen hebben, kan een obstakel zijn op het activeringstraject van de cliënt. Om dit aan te pakken, sloot het OCMW in 2010 samenwerkingsovereenkomsten af met de stedelijke kinderopvangdiensten (tien plaatsen) en met CVBA Beleven (op termijn zeven plaatsen). Daarnaast bereidde de werkgroep Activering in samenwerking met drie Gentse Inloopteams een cursus opvoedingsondersteuning voor artikel 60-personeel met kinderen voor.
VDAB en OCMW slaan de handen in elkaar In oktober 2010 werd het project Nieuwe Kansen (NIKA) afgerond. Binnen dit project wilden OCMW Gent, VDAB en een aantal vzw’s samen nagaan en uittesten hoe er beter samengewerkt kan worden rond werkzoekenden met een welzijnsproblematiek. Dit is een doelgroep waarvoor de klassieke arbeidsbegeleiding en –bemiddeling vaak niet volstaan, en die dus een specifieke aanpak vereist. Het concrete resultaat van het project is een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW en VDAB. Dit ontwerp bevat duidelijke afspraken rond wie zal instaan voor de begeleiding naar werk bij cliënten met een leefloon of levensminimum en op welke manier dit zal gebeuren. Zo worden voortaan enkel de leefloners die rijp zijn voor de arbeidsmarkt bij de VDAB ingeschreven, die hen dan ook actief zal begeleiden. Cliënten die niet klaar zijn, worden verder begeleid binnen het OCMW zelf. Deze overeenkomst werd in 2010 bekrachtigd door Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van de VDAB, en Geert Versnick, voorzitter van het OCMW.
7
Sociale activering van cliënten Een job zorgt naast financiële onafhankelijkheid ook voor een zinvolle invulling van de dag en maatschappelijk contact. Maar tewerkstelling is voor sommige mensen niet haalbaar, omdat ze door een kluwen van problemen niet kunnen voldoen aan de verwachtingen en eisen op de arbeidsmarkt. Het OCMW wil ook voor die mensen deelname aan het maatschappelijk leven garanderen. We doen dit door tal van projecten aan te bieden die maatschappelijk zinvol zijn en die de competenties van de cliënt helpen ontplooien. Sociale activering kan een opstap naar werk zijn, maar voor sommigen betekent het ook een eindpunt.
Basiswerking (figuur 1) De Basiswerking is een wijkgerichte groepswerking waarbij cliënten uit dezelfde buurt op vaste tijdstippen samenkomen. De thema’s van de groepswerkingen worden vanuit de noden en ervaringen van de deelnemers gekozen: leren klaarmaken van een voedzame maaltijd, met een beperkt budget aankopen doen in de supermarkt, een uitstap… Op die manier leren de cliënten sociale vaardigheden aan en worden ze gesterkt in hun eigenwaarde. In 2010 lag de aandacht vooral op de doorstroming uit de groepswerking naar bestaande initiatieven, zowel binnen als buiten OCMW Gent. figuur
1: sociale activering - basiswerking
70
Actieve cliënten 2009
63
Actieve cliënten 2010
60
Totaal bijeenkomsten 2009 Totaal bijeenkomsten 2010
50
30
26
31
29
28
0
11
38 33
Totaal doorstromingen 2010
38 33
28
23
20 10
37
35 28
Totaal doorstromingen 2009
43
40
40
25
24
21
14
3
7
5
BloemekensGent Noord wijk Machariuswijk
Ledeberg
5
4
6 2
Sint-Amandsberg Muide
8 4
Bougez Bougez
De Basiswerking Gent Zuid werd in 2010 omgevormd tot het project ‘Bougez Bougez’, dat openstaat voor cliënten uit alle welzijnsbureaus. Deelnemers aan het project komen regelmatig samen om te zingen en te dansen.
Dialooggroep Klantenparticipatie De Dialooggroep Klantenparticipatie bestaat uit een 20-tal cliënten die ervaring hebben met de hulpverlening van het OCMW. Ze komen samen om die dienstverlening te bespreken, evalueren waar het nog beter kan en doen voorstellen voor de toekomst. De Dialooggroep kan worden ingeschakeld in functie van schriftelijke communicatie naar de doelgroep, als klankbordgroep rond een specifieke maatregel, als partner in een beleidsproces, en als meewerkende partner in vormingen en dialoogmomenten.
• In 2010 namen 21 personen deel aan de Dialooggroep (2009: 17 deelnemers). In totaal kwamen ze 42 keer bijeen.
8
OCMW Gent betrekt cliënten bij het beleid Op 12 oktober 2010, tijdens de Week van de Armoede, ondertekenden voorzitter Geert Versnick en secretaris Luc Kupers het ‘Charter voor Klantenparticipatie van OCMW Gent’. In dat Charter engageert de organisatie zich ertoe om cliënten nog meer inspraak te geven in het beleid. Meer bepaald worden bepaalde acties of maatregelen die een impact kunnen hebben op de doelgroep voortaan eerst afgetoetst aan een representatieve groep van OCMW-cliënten. Al enkele jaren bestond er binnen het OCMW een groep van cliënten die zich regelmatig boog over uitDe voorzitter en secretaris ondertekenen het ‘Charter voor Klantenparticipatie’ waarin staat dat OCMW Gent cliënten nog meer inspraak zal geven in het beleid. gaande publicaties om na te gaan of die wel voldoende begrijpbaar waren. Maar het OCMW wilde meer doen dan dat. Ook beleidsmaatregelen die betrekking hebben op de doelgroep zullen voortaan voor advies aan de Dialooggroep worden voorgelegd. Engagement Door beleidsmaatregelen of acties vooraf voor te leggen aan een representatieve groep cliënten wil het OCMW de drempels in de hulp- en dienstverlening wegwerken en effectief werk maken van het concept ‘hulpverlening op maat’. Door meer rekening te houden met de armoede-ervaringen van cliënten wil het de hulp- en dienstverlening nog beter afstemmen op de noden. De ondertekening van het Charter bewees dat het hier om een echt engagement gaat en niet om loze woorden.
Voorzet Voorzet is een uniek project in Vlaanderen waarbij een eersteklasse voetbalclub samenwerkt met jongeren om ze via voetbal bepaalde competenties en vaardigheden bij te brengen. Het uitgangspunt van Voorzet is eenvoudig. De vaardigheden die nodig zijn op het voetbalveld, zijn ook de vaardigheden die jongeren vooruit helpen in het leven. Daarom vormen de deelnemers aan het project binnen KAA Gent een voetbalploeg. Door trainingen te volgen, leren ze samenwerken, omgaan met kritiek en door te zetten.
• In 2010 bestond de groep uit 16 deelnemers (2009: 17 deelnemers). Belgian Homeless Cup
Van januari tot juni 2010 sloegen OCMW Gent, het Straathoekwerk en CAW voor de tweede maal de handen in elkaar in het kader van de Belgian Homeless Cup. Tijdens dit voetbaltornooi voor daklozen werd beslist wie België zou vertegenwoordigen op de World Homeless Cup in Rio. Het idee achter de Homeless Cup is dat voetbal een krachtig instrument is om daklozen weer te integreren in de maatschappij. Het geeft thuislozen weer structuur en een doel in het leven, iets zeer concreet waar ze zich voor kunnen inzetten en waarvoor ze zelfs bereid zijn om hun leven om te gooien.
• De Homeless Cup bereikte 29 deelnemers. Het Gentse team eindigde zesde in het kwalficatietornooi voor de World Homeless Cup en werd tweede in de fair play rangschikking.
9
Activeren van cliënten naar werk Het OCMW Gent ziet activering naar werk als dé manier om mensen aan financiële onafhankelijkheid en maatschappelijke contacten te helpen De belangrijkste actor bij de sociaal-professionele activering van werkzoekende OCMW-cliënten is het Opleidingsen Tewerkstellingscentrum (OTC). Cliënten die zonder werk zitten, worden door de welzijnsbureaus naar het OTC doorverwezen. Daar wordt voor hen, na evaluatie van hun vaardigheden, een passende opleiding of (sociale) tewerkstelling gezocht binnen het OCMW of bij andere instanties. Trajectbegeleiders volgen de cliënten op en sturen bij waar nodig. Het aandeel allochtonen steeg opnieuw in 2010 (figuur 2). Meer dan de helft van de toegeleide cliënten was van allochtone afkomst. figuur
2: cliëntenprofiel van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (otc)
Totaal cliënten in trajectbegeleiding
2008
2009
2010
926 (100 %)
1.256 (100 %)
1.370 (100 %)
Afkomst Belgen van Belgische afkomst
55 %
47,7 %
Belgen van allochtone afkomst
12 %
15,3 %
16,3 %
Allochtone afkomst met een niet-Belgische nationaliteit
33 %
42,1 %
36,0 %
60,5 %
61,4 %
56,8 %
Geslacht Mannen Vrouwen Leeftijd
42,6%
39,5 %:
38,6 %
43,2 %
<25j
41 %
36,2 %
31,4 %
Tussen 25 en 34 jaar
28 %
30,7 %
32,3 %
Tussen 35 en 44 jaar
19 %
21,5 %
20,1 %
> 45jaar
12 %
11,7 %
16,2 %
Scholing Geen
7 %
6,0 %
14,5 %
Max. Lager onderwijs
42 %
40,4 %
32,7 %
Max. Lager secundair onderwijs
29 %
24,0 %
28,9 %
Hoger secundair of hoger
11 %
16,4 %
15,7 %
Buitenlands diploma
10 %
13,1 %
8,2 %
Via screening naar werk (figuur 3) Tijdens intake- en oriënteringsgesprekken maken medewerkers van het OTC een persoonsprofiel van de cliënt op en bepalen ze wat zijn vaardigheden zijn. Met deze diagnose kan de maatschappelijk werker, samen met de cliënt, gericht op zoek gaan naar een gepaste job op de arbeidsmarkt. Maar in veel gevallen volstaat enkel een screening van de capaciteiten niet om cliënten op weg te helpen naar werk in het reguliere circuit. Daarom biedt het OTC ook opleidingen aan en laat het cliënten werkervaring opdoen binnen het OCMW of bij andere instanties. figuur
3: screenings otc
2008
115
34
26
Scala
Totaal: 175
Technische screening
Administratieve screening 2009
181
2010
91
138
0
50
84
100
150
29
30
200
19
250
39
300
26
Individuele vervolgscreening
Totaal: 327
Keuken- en poetsscreening
Totaal: 310
350
400
Het OTC screent mensen om te achterhalen wat hun talenten en beroepsmogelijkheden zijn. Met deze informatie kunnen de mensen op zoek naar een job op de arbeidsmarkt. Als dat te hoog gegrepen is, kan het OTC verdere begeleiding bieden naar een opleiding of een sociale job. De individuele vervolgscreening is nieuw sinds 2009, de keukenscreening werd opgericht in 2010.
10
Oriënteringsprogramma’s Het OTC heeft vijf oriënteringsprogramma’s om te achterhalen wat de competenties en beroepsmogelijkheden van een cliënt zijn: ‘Scala’ (een screening die de competenties nodig op de arbeidsmarkt in kaart brengt), ‘Technische screening’, ‘Administratieve Screening’, ‘Individuele vervolgscreening’ en een ‘Keuken- en poetsscreening’. De programma’s zijn uniek in Vlaanderen omdat ze specifiek gericht zijn naar kortgeschoolden.
Sinds 2010 kunnen cliënten ook bij het OTC terecht voor een keuken- en poetsscreening.
Ervaringsbewijzen Veel mensen hebben bepaalde vaardigheden of de nodige ervaring voor een job, maar niet de juiste diploma’s of attesten. De Vlaamse overheid geeft deze mensen de kans om hun vaardigheden voor bepaalde beroepen toch op papier te laten vastleggen. Als ze met succes een gesprek en een praktische proef doorstaan in een testcentrum, krijgen ze een ervaringsbewijs, een officieel bewijs van bekwaamheid. Dat attest toont aan dat iemand goed is in wat hij doet, wat natuurlijk kan uitgespeeld worden op de arbeidsmarkt.
• In 2010 namen 24 mensen deel aan een examen voor een ervaringsbewijs (2009: 47 deelnames). Er werden 14 ervaringsbewijzen uitgereikt: 5 voor verhuizer, 6 voor monitor/begeleider in de sociale en beschutte werkplaatsen en 3 als keukenmedewerker.
Via opleiding naar werk Er is een mismatch op de arbeidsmarkt tussen het aanbod van de profielen en de capaciteiten die werkgevers vragen. Daarnaast zijn er veel mensen die door omstandigheden niet aan de slag kunnen. Het OTC speelt op deze tegenstelling in en probeert door opleiding op maat cliënten naar de arbeidsmarkt te laten doorstromen.
Technische vormingsmodules Het OTC organiseerde de voorbije jaren zelf technische vormingen in een aantal disciplines zoals schrijnwerk, elektriciteit en behangen en schilderen. Sinds 2008 wordt voor de laatste twee modules een beroep gedaan op CVO Leerdorp. De vormingen staan open voor OCMW-steungerechtigden en werklozen van andere organisaties.
Taalopleidingen ‘Nederlands werkt’ Cliënten moeten over een basiskennis Nederlands beschikken voor de wijkwerker ze naar het OTC kan doorverwijzen. Sinds 2008 ligt deze basiskennis vast op het taalniveau Europese Richtgraad 1.1. Als de cliënt de richtgraad bereikt, kan die terecht bij het team ‘Nederlands werkt’. Dit team specialiseert zich binnen het OTC in het begeleiden van
11
anderstaligen in een traject naar werk. Daarbij wordt via taalprojecten aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van Nederlandse taalkennis.
• Het Voortraject Integratie Anderstaligen (VIA) is een combinatie van taalopleiding en screening, waarbij de cliën-
ten vooral het mondeling Nederlands oefenen aan de hand van een aantal activiteiten. Dit project loopt over twee maanden en werd vier maal aangeboden in 2010 voor een totaal van 77 deelnemers (2009: 41 deelnemers). • JOB-INTRA is een voortraject dat anderstaligen specifiek voorbereidt op een artikel 60-tewerkstelling. Het project werd drie keer georganiseerd in 2010 en duurde telkens zes maanden. Er startten 70 cliënten in dit project (2009: 77 deelnemers). ‘Nederlands werkt’ geeft ook extra taalcoaching, zowel aan OCMW-personeel op de werkvloer als aan cliënten die de Europese richtgraad A2 wel al bereiken, maar die door onvoldoende kennis van de Nederlandse (spreek)taal moeite hebben om goed op de werkvloer te functioneren. Technisch instructeurs en werkplaatsverantwoordelijken krijgen opleidingen en praktische tips om de communicatie met anderstaligen te verbeteren. De anderstalige cliënt krijgt individuele begeleiding (aanleren van technische termen en uitdrukkingen) en opleiding in groep (inoefenen van woordenschat in werkgerelateerde situaties).
• In 2010 waren er 46 cliënten en 23 begeleiders in de groepscoaching actief (2009: 35 cliënten).
Taalcoaches begeleiden artikel 60-cliënten die door onvoldoende kennis van de Nederlandse (spreek)taal moeite hebben om goed op de OTC-werkvloer te functioneren.
12
Receptiewerking De Receptiewerking maakte samen met het stopgezette project IKOOK deel uit van het Arbeidszorgproject (AZP). Deelnemers aan het project verzorgen de catering voor OCMW-diensten, stads- en provinciediensten en sociale organisaties. Ze bereiden zelf hapjes, warme maaltijden, koude buffetten en belegde broodjes. Daarnaast bedienen de cliënten ook zelf tijdens recepties en maaltijden.
• In 2010 telde de Receptiewerking 35 actieve groepsleden (2009: 26 groepsleden).
In oktober 2010 startte het AZP samen met het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) ook met een basisopleiding keuken en zaal. De opleiding duurt 3 maanden, waarna de deelnemers een officieel attest behalen. Dit project vervangt de opleiding IKOOK (zie hieronder) die eind 2010 werd stopgezet. Doel van de opleiding is geïnteresseerde deelnemers aan de Receptiewerking beter gewapend aan de start te krijgen.
• De basisopleiding keuken en zaal telde 12 deelnemers, die allemaal een officieel attest behaalden. 3 cursisten stroomden door naar een artikel 60-job, de overige 9 verkozen nog een tijdje mee te draaien in het AZP.
IKOOK Het project IKOOK is een opleidingsproject tot hulpkok en zaalmedewerker gericht op laaggeschoolde werkzoekenden. Het project werd in 2008 opgericht en is het resultaat van een samenwerking tussen Horeca Vlaanderen, Gent, stad in werking, VDAB, OCMW Gent en het Centrum voor Volwassenenonderwijs van Stad Gent. De opleiding bestaat uit 25 weken les, 4 weken stage in een horecazaak en een examen. Geslaagde kandidaten krijgen een getuigschrift van de VDAB en het certificaat van hulpkok van het CVO, het Centrum voor Volwassenenonderwijs. Op die manier kunnen ze doorstromen naar een baan of opleiding binnen de horeca. IKOOK werd voor de derde, en voorlopig laatste, keer georganiseerd. Er werd door de subsidiërende partners beslist geen vierde sessie meer te organiseren. Het Arbeidszorgproject (AZP – zie hierboven) organiseert sindsdien een laagdrempelige basisopleiding keuken- en zaalmedewerker, geïntegreerd in de bestaande AZP-werking (zowel wat betreft opdrachten als wat betreft infrastructuur).
• In 2010 stapten 12 kandidaten in IKOOK (2009: 12 kandidaten). • In 2010 haalden 8 cursisten de eindstreep van de opleiding en ontvingen hun getuigschrift (2009: 9 cursisten). Uit
cijfers van de VDAB blijkt dat van de 17 afgestudeerden van de laatste 2 reeksen van IKOOK er op dit moment 11 aan het werk zijn, waarvan 10 in de horeca.
Via werkervaring naar werk Sommige cliënten hebben nood aan een eerste werkervaring als voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt. Voor hen heeft het OCMW Gent een aanbod van een aantal werkprojecten. Er wordt altijd gezocht naar de job die het best past bij de vaardigheden en interesses van de cliënt.
Werkervaringsproject (Wepplus) Het OTC vormt samen met het Lokaal Werkgelegenheidsbureau (LWB) een leerwerkbedrijf: LeerWerk Gent. In dit kader kan het OTC 15 langdurig werklozen voor één jaar tewerkstellen binnen de eigen diensten van het OCMW of enkele vzw’s. Tijdens deze tewerkstelling moeten ze een aantal verplichte vormingen volgen en krijgen ze intensieve begeleiding. Door deze combinatie van werkervaring met intensieve begeleiding kan de ‘Webplusser’ weer makkelijker aansluiting vinden tot de arbeidsmarkt.
Aan de slag met artikel 60§7 (figuur 4) Artikel 60§7 van de OCMW-wet geeft het OCMW de mogelijkheid werk aan te bieden aan personen zodat zij werkervaring opdoen of recht krijgen op een werkloosheidsuitkering. De cliënt krijgt dan een job binnen het OCMW Gent of bij één van de 234 werkervaringsplaatsen die plaatsen vrijhouden voor artikel 60-cliënten, waarmee de organisatie een samenwerkingsovereenkomst heeft. De duur van een contract ligt tussen één en twee jaar.
• In 2010 waren er gemiddeld per maand 320 cliënten aan het werk met een artikel 60-contract (2009: 254 cliënten).
13
figuur
4: aantal starters artikel 60 2008
Leeftijd
Nationaliteit
2010
213
100 %
253
100 %
289
100%
< 25jaar
44
21 %
82
32,4 %
42
14,5 %
25-34 jaar
64
30 %
85
33,6 %
94
32,5 %
35-44 jaar
59
28 %
55
21,7 %
92
31,8 %
45-54 jaar
39
18 %
23
9,1 %
44
15,2 %
7
3 %
8
3,2 %
17
6%
> 55 jaar Geslacht
2009
Man
117
55 %
162
64 %
180
62,4 %
Vrouw
96
45 %
91
36 %
109
37,6 %
Belg
108
51 %
146
58 %
146
50,5 %
Niet- Belg
105
49 %
107
42 %
143
49,5 %
Iedereen die voor een artikel 60-tewerkstelling in aanmerking komt, maar daar om bepaalde redenen nog niet klaar voor is, kan eerst een maand werkstage volgen. Zo kunnen de cursist en de werkplaats elkaar wat beter leren kennen. Als de juiste klik er niet is, kan probleemloos uitgekeken worden naar een meer geschikte werkplek. In 2010 kregen 243 mensen de kans voor een werkstage (2009: 178 mensen). De KarWIJdienst is een werkervaringsproject van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum waar cursisten aan de slag zijn met een artikel 60-contract. De deelnemers verrichten kleine renovatiewerkzaamheden zoals schilderen, behangen, vloeren, elektriciteitswerken en tuinonderhoud.
• In 2010 bestond de KarWIJdienst uit vijf ploegen cursisten artikel 60 en andere contractuelen (vast, sociaal activa, wep+, sine) onder leiding van vijf technische begeleiders. De hele groep bestond uit een veertigtal personen.
Cursisten van project de Schuitschaaf krijgen een technische vorming in houtbewerking, meubels maken, meubels schilderen en restauratietechnieken. De aangeleerde technieken worden meteen in de praktijk toegepast. In 2010 maakten de cursisten en het technisch personeel van de Schuitschaaf onder andere 400 stemhokjes voor de stad Gent, 10 kinderhoekjes voor de welzijnsbureaus, 54 ergonomische hulpmiddelen, 100 fotohouders en drie unieke gemarquetteerde topstukken voor het Design Museum Gent. Nog een ander werkervaringsproject van het OTC is de Laadbrug. Deelnemers aan het project verzorgen de materiële dienstverlening, zoals de levering van meubilair, ontruimingen en verhuizingen, aan OCMW-cliënten.
• in 2010 deden 355 personen een beroep op de dienstverlening van de Laadbrug. De cursisten verrichtten onder andere 181 verhuizingen, 120 leveringen, 143 schenkingen en 17 ontruimingen.
Arbeidszorg Sommige leefloners kunnen door persoons- en/of maatschappijgebonden redenen niet (meer) aan de slag in het reguliere of beschermende arbeidscircuit. Arbeidszorg wil ook voor deze mensen het recht op arbeid waarborgen. De arbeidszorg biedt hen arbeidsmatige activiteiten aan in een werkomgeving die ofwel op productie ofwel op dienstverlening is gericht, en ondersteunt hen daarbij. Het gaat om vrijwillig onbetaald werk onder begeleiding. Intussen behoudt de cliënt wel zijn/haar uitkering.
• In 2010 subsidieerde het OCMW 8 vzw’s om extra tewerkstellingsplaatsen te creëren voor artikel-60ers met een
laag profiel en cliënten in arbeidszorg. In 2010 startten vanuit het OTC 75 cliënten in arbeidszorg (2009: 56 starters).
14
Cultuur- en taalbarrière doorbreken
De begeleiding van allochtone cliënten vraagt vaak een eigen aanpak. Maatschappelijk werkers kunnen daarom altijd een beroep doen op interculturele medewerkers en bemiddelaars.
OCMW-medewerkers en cliënten moeten nauw samenwerken. Deze samenwerking is echter niet altijd evident als er tussen hen niet alleen een taalbarrière maar ook een cultuurkloof ligt. Medewerkers moeten zich bewust zijn van de eigen culturele bril en leren omgaan met andere normen en waarden. Alle maatschappelijk werkers kunnen daarom, zowel op aanvraag als tijdens vaste consultatiemomenten, altijd een beroep doen op zeven intercultureel medewerkers (ICM’ers) en twee intercultureel bemiddelaars (ICB’ers). Door te tolken en culturele duiding te geven, vormen zij een brug in de hulpverlening aan cliënten die Arabisch, Turks, Bulgaars, Russisch en Spaans spreken. figuur
5: opdrachten interculturalisering 2010
1.043
521
Telefonisch tolken Bureelgesprekken
96
Huisbezoeken Tolkopdrachten hoorzittingen
471 2.848
Andere (bericht doorgeven, tekst vertalen…)
In 2010 deden de intercultureel medewerkers en bemiddelaars 4.979 interventies ten behoeve van de maatschappelijk werkers (2009 3.527 interventies).
15
Arbeidstoeleiding – hulp bij de zoektocht naar werk Ook cliënten die klaar zijn voor de arbeidsmarkt en die misschien al een specifieke job voor ogen hebben, kunnen bij het OCMW terecht. Het OTC begeleidt hen, vaak in samenwerking met partnerorganisaties, bij hun zoektocht naar een job. De begeleiding stopt echter niet wanneer de cliënt een contract ondertekent. Ook bij de start van een tewerkstelling volgt het OTC de cliënt verder op.
Vormingsmomenten artikel 60 Artikel 60-werknemers moeten verplicht twee vormingen volgen voor hun contract ten einde loopt: ‘Delta’ (3 maanden voor het einde) en ‘Wat na art. 60?’ (1 maand voor het einde). Tijdens deze vormingen krijgen de cursisten informatie over wat hun doorstroommogelijkheden zijn. Daarbij worden ze ook aangespoord al stappen te zetten naar opleiding en/of tewerkstelling om het ‘zwarte gat’ te vermijden.
• In 2010 werd de infosessie ‘Wat na artikel 60’ twaalf keer georganiseerd. Delta telde 134 deelnemers. Jobwerkbank
De Jobwerkbank richt zich tot steungerechtigden, mensen met een artikel 60-contract en personen in nazorg. Het doel is die mensen te helpen bij hun zoektocht naar een vaste job. Dit gebeurt via allerlei concrete initiatieven zoals het schrijven van sollicitatiebrieven, telefoons naar werkgevers en begeleiding bij sollicitatiegesprekken. Wie dat nodig heeft, krijgt ook extra begeleiding van de bedrijfsconsulent.
• In 2010 werden 119 cliënten doorverwezen naar de Jobwerkbank (2009: 130 cliënten). Voor 74 cliënten (62 procent) was een actieve begeleiding mogelijk, 45 cliënten daagden nooit op (38 procent). • 59 van de 74 cliënten sloten het jobwerkbanktraject af in 2010 (2009: 55 afgesloten dossiers). Daarvan hadden eind 2010 25 cliënten een job en 4 cliënten een opleiding gevonden. Dat is een doorstromingspercentage van 48,8 procent (2009: 48,5 procent).
OCMW Gent en VDAB leren cliënten solliciteren In 2010 startte OCMW Gent samen met de VDAB een project op waarbij cliënten leren solliciteren. Eerst moet de cliënt tien halve dagen verplichte training volgen. Daarna gaat de cliënt over naar een ‘sollicitatieruimte’, tot hij/zij een job vindt. De sollicitatieruimte is vergelijkbaar met de Jobwerkbank, maar vindt twee halve dagen per week plaats. Het project richt zich naar cliënten die een leefloon of werkloosheidsuitkering krijgen of cliënten die aan het werk zijn in artikel 60 of hun artikel 60-contract beëindigden.
• In 2010 vonden er drie sessies plaats, waaraan 35 cliënten deelnamen. Van de 13 deelnemers aan de eerste
sessie vonden er 6 mensen een job en 2 een opleiding. De rest krijgt nog verdere begeleiding. Voor de andere twee sessies zijn er nog geen resultaten.
Lokale Werkwinkel Een OTC-trajectbegeleider is sinds juni 2007 voltijds in de Lokale Werkwinkel actief. De bedoeling is om de samenwerking tussen het OCMW, de Gentse partners en de VDAB te optimaliseren. Op die manier kunnen ook cliënten die hun artikel 60-tewerkstelling hebben beëindigd, efficiënt begeleid worden zodat ze niet in de werkloosheid terechtkomen. De trajectbegeleider begeleidt de cliënten bij sollicitaties. Ze leren sollicitatiebrieven schrijven, gesprekken voeren en worden vertrouwd gemaakt met de verschillende communicatiekanalen.
• De Lokale Werkwinkel begeleidde 20 cliënten na hun artikel 60-job. Daarvan gingen 5 cliënten aan de slag, net als in 2009. Bij 6 cliënten stopte de hulpverlening, 9 cliënten worden verder opgevolgd. • Daarnaast begeleidde de Lokale Werkwinkel 54 cliënten die doorverwezen werden uit de wijk (mensen met een werkloosheidsuitkering met OCMW-begeleiding of kort geschorsten). 16 personen gingen aan het werk (2009: 14 personen). Bij 29 cliënten stopte de hulpverlening, 9 cliënten kregen verdere trajectbegeleiding.
16
In 2010 richtten OCMW Gent en de VDAB samen een project op waarbij cliënten leren solliciteren.
Actieplan Werk In april 2009 startten het OCMW Gent, de stad Gent en de VDAB het project ‘Actieplan Werk’ op. Het project heeft als doel mensen die door de economische crisis werkloos werden, intensief te begeleiden naar een job. De begeleiding gebeurt door zes trajectbegeleiders, vijf in de VDAB en één in het OCMW.
• De trajectbegeleider van het OCMW nodigde sinds de opstart van het project in april 2009 170 personen uit. Intussen vonden 74 cliënten (= 44 procent) een nieuwe job en volgen 13 cliënten een opleiding. 55 cliënten worden verder opgevolgd, de overige cliënten stapten uit het project wegens ziekte, verhuis, geen geldige arbeidskaart…
De weg na het OTC (figuur 6 en 7) Cliënten worden tijdens hun activeringstraject regelmatig geëvalueerd. De weg stopt wanneer het dossier van de cliënt wordt afgesloten. Bij voorkeur gebeurt dit als de cliënt een job op de arbeidsmarkt heeft gevonden en zijn/haar situatie voldoende stabiel is geworden. Maar ook andere redenen liggen aan de basis, zoals geen interesse, psychosociale en medische problemen, of uitstroom naar een werkloosheidsuitkering. figuur
6: doorstroom en uitstroom cliënten OTC na afsluiten dossier Totaal: 1.181
1200 1000 800
170
600
32 210
400 200 0
Totaal:948
301
Uitstroom naar werkloosheidsuitkering
180
37
Uitstroom wegens geen interesse of te laag profiel
Totaal: 887 Totaal: 807
113 28
178 73 178
66
293
270 188
143 32
Uitstroom wegens andere redenen (overlijden, detinering, verhuis, ...)
175
59
Uitstroom door psychosociale of medische problemen Doorstroom naar opleiding Doorstroom naar arbeidsmarkt
53
254
284
2007
2008
203
2009
302
2010
De doorstroom van cliënten naar een opleiding of werk steeg in 2010 fors ten opzichte van 2009. Dit heeft vooral te maken met het stabiliseren van de economische crisis en de aanhoudende inspanningen van het OTC op vlak van begeleiding naar werk (voor detail – zie figuur 7).
17
figuur
7: doorstroom cliënten na afsluiten dossier in detail (werk + opleiding) 2006
2007
2008
2009
2010
105
151
172
124
183
Interim contracten
28
48
66
38
73
Contracten activa
20
29
12
5
13
Contracten WEP+
15
9
14
13
11
Contracten SINE
3
2
3
3
3
Contracten dienstencheques
15
8
7
10
11
Zelfstandige activiteit
12
6
8
9
7
Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA)
1
0
0
1
1
Interne Beroepsopleiding (IBO)
1
1
2
0
0
Startbaan
1
0
0
0
0
Vrijwilligerswerk
1
0
0
0
0
28
28
32
53
59
230
282
316
256
361
Contracten in loondienst
Opleiding Totaal
Op 31 december 2009 telde het OCMW 5.523 leefloners en levensminimumgerechtigden. Daarvan waren er in januari 2010 4.685 cliënten ‘activeerbaar’. Van deze ‘activeerbare’ cliënten waren er effectief 2.842 cliënten (= 60,7 procent) actief in een activeringstraject. De overige cliënten zaten nog in hulpverlening waarbij medische, sociale of andere belemmeringen maakten dat activering nog niet was opgestart.
18
Wie is activeerbaar? In de beleidsnota 2007 – 2012 staat de bestuursbeslissing om de doorstroom van leefloners naar de reguliere arbeidsmarkt, sociale tewerkstellingsprojecten of sociale activeringsprogramma’s met 50 procent te verhogen. Om dit te kunnen meten, registreren iedere maatschappelijk werker en trajectbegeleider hoeveel cliënten in een activeringsproject zitten en hoeveel er doorstromen naar de arbeidsmarkt. Op 31 december 2009 telde het OCMW 5.523 leefloners en levensminimumgerechtigden. De meting werd gebaseerd op 5.486 gerechtigden. Dit omdat 7 cliënten behoorden tot het departement Ouderenzorg en voor 30 cliënten een onvolledige registratie gebeurde. In januari 2010 werden de 5.486 gerechtigden in drie groepen verdeeld: 1. De “uitstromers”: dit zijn de cliënten die in januari 2010 geen leefloon of levensminimum meer ontvingen. Dit waren in totaal 249 cliënten. De voornaamste redenen voor uitstroom waren voldoende gezinsinkomsten door werkloosheidsvergoeding of sociale uitkeringen (23,3 procent), vinden van werk (14,5 procent) en verlaten van de gemeente (14 procent). 2 cliënten wilden niet meewerken aan het sociaal onderzoek en 2 cliënten voldeden niet aan de voorwaarden tot werkbereidheid. 2. De (tijdelijk) niet-activeerbaren: 552 cliënten konden (tijdelijk) niet geactiveerd worden omwille van (nakende) detentie, bevalling, opname in psychiatrie of ziekenhuis... 3. De activeerbaren: 4.685 cliënten konden geactiveerd worden. Daarvan waren 2.842 cliënten effectief actief in een activeringstraject (zie figuren 8 en 9). De overige 1.843 cliënten zaten nog in hulpverlening waarbij medische, sociale of andere belemmeringen maakten dat activering nog niet was opgestart. figuur
8: uitsplitsing activeerbare leefloners en levensminimumgerechtigden
14%
8%
31%
47%
Begeleiding OTC en deelname aan activeringstraject
642
Begeleiding OTC maar (nog) geen deelname aan activeringstraject
394
Begeleiding door wijkwerk of themadienst en deelname aan activeringstraject
2.200
Begeleiding door wijkwerk of themadienst maar (nog) geen deelname aan activeringstraject
1.449
In januari 2010 was 60,7 procent van alle activeerbare leefloners en levensminimumgerechtigden actief in een activeringstraject. Dit gaat over 2.842 cliënten die in januari 2010 deelnamen aan 3.287 activeringsprojecten (zie onderstaande tabel). Dit is zowel procentueel als absoluut een stijging ten opzichte van januari 2009. Toen nam 58,5 procent (2.211 activeerbare cliënten) deel aan een activeringsproject.
19
figuur
9: activeringsprojecten door activeerbare steungerechtigden 2008
2009
2010
Nederlandse taallessen
561
804
1181
Studenten (voltijds dagonderwijs)
593
603
668
Tewerkstelling op reguliere arbeidsmarkt
322
302
353
Artikel 60 (voltijds en deeltijds)
296
220
268
19
133
358
105
129
143
EP-werking
14
56
43
Jobintra
0
44
48
Sollicitatietraining VDAB
17
35
37
Vrijwillig minimum 0,5 d/week
19
32
32
Tweede kansonderwijs
15
21
23
Screening
9
14
20
Wep+
5
11
19
Inkomsten uit artistieke activiteit
6
9
5
Arbeidzorg buiten OCMW
3
9
24
Middenjury
4
8
6
Werkstage
8
8
13
23
7
4
0
8
11
Activaplan
10
7
1
Sine
10
6
14
Voorzet
3
6
0
Technische vorming
0
6
0
Jobwerkbank
8
4
16
Vooropleiding PBO/PBK
5
0
0
Voortraject allochtonen
19
0
0
Totaal aantal deelnames
2.074
Cursus maatschappelijke oriëntatie in het Onthaalbureau Beroepsopleiding
Arbeidszorg binnen OCMW Via
2.482
In januari 2010 namen 2.842 cliënten deel aan 3.287 activeringsprojecten (een cliënt kan aan meerdere activeringsprojecten deelnemen).
20
3.287
Activering in cijfers Sociale activering
Arbeidsactivering
het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) be• op 31 december 2010 waren er 1.763 cliënten actief • geleidde gemiddeld 1.669 cliënten per maand (1.425
met een geïntegreerd project maatschappelijke intecliënten in 2009), met als doel hen naar een job op de gratie (31 december 2009: 1.502 GPMI’s); reguliere arbeidsmarkt te helpen; • daarvan waren er 1.276 GPMI’s afgesloten met cliënVia screening naar werk ten jonger dan 25 jaar (inclusief 543 GPMI’s voor stu310 • cliënten werden gescreend op competenties en denten); • de overige 487 GPMI’s werden afgesloten met cliënten vaardigheden (2009: 327); ouder dan 25 jaar in het kader van opheffen dakloos- • 24 cliënten probeerden een ervaringsbewijs in één van de drie testcentra te behalen, 14 cliënten slaagden. heid, het volgen van een taaltraject of intensieve arVia opleiding naar werk beidsactivering (= totaal 1.763 GPMI’s). de wijkgerichte Basiswerking werkte met 175 cliënten • 147 anderstalige cliënten namen deel aan één van • de twee taalprojecten VIA en JOB-INTRA (2009: 118 aan sociale activering (2009: 107 cliënten); cliënten); 21 cliënten kwamen samen om over de OCMW-dienst• verlening te praten in de Dialooggroep Klantenparti- • 46 cliënten kregen taalcoaching tijdens hun artikel-60 tewerkstelling (2009: 35 cliënten); cipatie (2009: 19 cliënten); de Receptiewerking telde 35 actieve groepsleden, die • 8 cursisten behaalden een getuigschrift van hulpkok • en zaalmedewerker na het volgen van het opleidingssamen onder andere 322 leveringen van broodjes uitproject IKOOK (2009: 9 cursisten). voerden (2009: 26 groepsleden) 16 cliënten namen deel aan het voetbalproject Voorzet • Via werkervaring naar werk in samenwerking met KAA Gent (2009: 17 cliënten); • net zoals in 2009 werden 15 langdurig werklozen bin• de Gent Homeless Cup bereikte 29 deelnemer (2009: nen het OCMW tewerkgesteld in het kader van het 50 deelnemers). Werkervaringsproject (Wepplus); • gemiddeld per maand waren er 320 cliënten met een artikel 60-contract actief (2009: 254 cliënten); 243 cliënten volgden een werkstage als voorbereiding • Arbeidstoeleiding op artikel 60 (2009: 178 cliënten); • 302 cliënten stroomden vanuit het OTC door naar de • 75 cliënten startten vanuit het OTC in arbeidszorg arbeidsmarkt (2009: 203 cliënten); (2009: 56 cliënten). • 74 cliënten kregen in de Jobwerkbank actieve begeleiding naar een job; • 25 cliënten vonden werk en 4 cliënten een opleiding (2009: 23 werk en 5 opleiding); • de Lokale Werkwinkel begeleidde 121 cliënten met als doel een job op de reguliere arbeidsmarkt; 21 cliënten stroomden effectief door naar de arbeidsmarkt (2009: 19 cliënten); • sinds de opstart van het project Actieplan Werk in april 2009 werden 170 personen uitgenodigd: 74 cliënten (= 44 procent) vonden een nieuwe job en 13 cliënten volgen een opleiding.
Wat kost het?
Het OCMW Gent kreeg ruim 11,4 miljoen aan subsidies van de Vlaamse en Federale Overheid voor de financiering van de tewerkstellingsprojecten (2009: 9,2 miljoen aan subsidies). Deze subsidies maken het mogelijk om bestaande projecten verder uit te bouwen en nieuwe initiatieven op te starten.
21
Leefloon en levensminimum Cijfers en tendensen
Op 31 december 2010 werden 10.437 gezinnen opgevolgd vanuit de welzijnsbureaus of één van de themadiensten. Dit betekent dat 9 procent van alle Gentse gezinnen op één van de diensten van de Sociale Dienst een beroep deed (31 december 2009: 8,5 procent). Het aantal cliënten dat het voorbije jaar een leefloon of levensminimum kreeg, steeg met 12,6 procent ten opzichte van 2009, naar een totaal van 8.866 unieke steungerechtigden. 28 procent van het aantal steungerechtigden was jonger dan 25 jaar en 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand was student.
Een open deur dichtbij Elke Gentenaar die hulp of advies wil of gewoon een vraag heeft over de OCMW-dienstverlening kan terecht in een welzijnsbureau in zijn buurt. In totaal liggen er negen welzijnsbureaus verspreid in de verschillende Gentse wijken. figuur
10: hulpvragen vanuit de 9 welzijnsbureau’s
8000
Huishoudens in begeleiding 6.807
7000 6000
6.984
7.425
Nieuwe aanvragen
6.636
6.658
5000 4000 3000
3.371
3.281
3.353 3.605
3.739
2009
2010
2000 1000 0
2006
2007
2008
De welzijnsbureaus (en hun antennes) namen in 2010 3.739 nieuwe aanvragen op die leidden tot het openen van een dossier en de opstart van een begeleiding. In totaal werden er op 31 december vorig jaar 7.425 huishoudens opgevolgd vanuit de welzijnsbureaus. Naast deze begeleidingen vanuit de welzijnsbureaus werden er ook 3.012 gezinnen begeleid vanuit de themadiensten (= totaal 10.437 gezinnen). Dit betekent dat 9 procent van alle Gentse gezinnen op één van de diensten van de Sociale Dienst een beroep deed (2009: 8,5 procent).
22
Cel Armoedebestrijding In de schoot van het Gentse Lokaal Sociaal Beleid werd begin 2009 de cel Armoedebestrijding opgericht. In 2010, het ‘Europees jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting’ kwam deze cel op kruissnelheid met opmerkelijke acties:
• In 2010 realiseerde de cel Armoedebestrijding het indicatorenrapport; ‘Met meer cijfers bouwen aan een beleid tegen armoede’.
• De lokale dienstencentra engageerden zich om één derde van
hun activiteiten financieel laagdrempelig of zelfs gratis te maken.
• Op 17 oktober - de Werelddag van Verzet tegen Extreme armoe-
de- ging de ‘Week tegen de Armoede’ in Gent van start met tal van initiatieven zoals kooklessen, lunchwandelingen, tentoonstellingen en debatten…
In het kader van het Jaar tegen armoede organiseerde de cel Armoedebestrijding heel wat initiatieven, zoals een sensibiliseringscampagne tijdens de Week tegen de Armoede.
Het leefloon in detail – cijfers en tendensen Wie op eigen benen staat en geen of bijna geen inkomen heeft, kan een leefloon of levensminimum vragen bij het OCMW. Dat is een basisinkomen dat mensen de kans geeft op een menswaardig leven. figuur
11: bedragen leefloon in € (maandbasis) volgens de gezinssituatie
1 september 2010
samenwonenden
alleenstaande
persoon die samenwoont met een gezin ten laste
493,54 e
740,32 e
987,09 e
Aantal steungerechtigden (figuur 12 en 13) Het unieke aantal leefloners en levensminimumgerechtigden steeg in 2010 met 12,6 procent ten opzichte van 2009. Opvallend is vooral de grote instroom van cliënten die een levensminimum ontvingen. Het unieke aantal levensminimumgerechtigden steeg met 40 procent ten opzichte van 2009 (van 1.174 cliënten naar 1.641 cliënten). Gemiddeld kregen 4.990 cliënten per maand een leefloon. Dat is een stijging van 12 procent ten opzichte van 2009, toen het gemiddeld aantal leefloners per maand 4.464 cliënten bedroeg. Gespreid over 2010 kregen gemiddeld 1.021 cliënten per maand een levensminimum (2009: 700).
23
figuur
12: uniek aantal leefloners en levensminimumgerechtigden op jaarbasis
10.000
Unieke personen
8.866
# Leefloon
# Levensminimum
7.870
8.000
7.072
6.878
7.220 7.373 6.834
6.000
6.186
5.695
5.875
1.356
1.408
1.229
2006
2007
2008
4.000
2.000
0
1.174
1.641
2009
2010
Een cliënt kan in een en hetzelfde jaar zowel cliënt leefloon als cliënt levensminimum zijn.
figuur
13: aantal steungerechtigden per 1000 inwoners
2006
2007
2008
2009
2010 0
5
10
15
20
25
30
Deze cijfers zijn een momentopname van telkens de laatste dag van het jaar. Op 31 december 2010 waren er 24,4 leefloners en levensminimumgerechtigden per 1000 Gentse inwoners. Op 31 december 2009 waren dat er 22,3 per 1000 Gentse inwoners.
Gemiddeld kregen 4.990 cliënten per maand een leefloon. Dat is 12 procent meer dan in 2009.
24
Uitsplitsing van de steungerechtigden (figuur 14 en 15) OCMW Gent probeert steungerechtigden op allerlei manieren aan een job op de reguliere arbeidsmarkt te helpen; opleiding, sociale activeringsprojecten, sociale tewerkstelling…
• In 2010 was maandelijks ongeveer 5,9 procent van de steungerechtigden aan het werk binnen een sociale tewerkstellingsmaatregel. Dit is een stijging van 20 procent ten opzichte van 2009. • Gemiddeld kregen 543 studenten per maand een leefloon, tegenover 498 studenten gemiddeld per maand in 2009. Dat is 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand. figuur
14: uitsplitsing steungerechtigden 2010 (gemiddeldes per maand) 4% 9% 6%
Nieuwe cliënten
213
Studenten leefloon
543
Sociale tewerkstelling (o.a. art. 60)
354
Andere
4.889
81%
9 procent van het gemiddeld aantal steungerechtigden per maand was student, 6 procent was actief in een sociale tewerkstelling. De andere cliënten zijn niet activeerbare cliënten, cliënten die een sociaal activeringstraject volgen, cliënten die een opleiding volgen… Let wel: nieuwe cliënten kunnen ook studenten leefloon zijn of cliënten in sociale tewerkstelling.
figuur
15: uitsplitsing steungerechtigden - evolutie
6000
5.999
5000 4000
Aantal GMPI’s gemeten op 31 december
5.153 4.536
4.659
Gemiddeld aantal leefloonstudenten/maand
4.653
Gemiddeld aantal steungerechtigden in sociale tewerkstelling/maand
3000 2000 1.328
1000 0
Gemiddeld aantal steungerechtigden/maand
583 370
2006
1.502
1.763
863 473 348
2007
470 295
2008
498 295
2009
543 354
2010
Het gemiddeld aantal leefloonstudenten per maand steeg met 9 procent ten opzichte van 2009, het gemiddeld aantal steungerechtigden in sociale tewerkstelling steeg met 20 procent.
25
Wie zijn de steungerechtigden? Wat betreft de profielen van de steungerechtigden (sekse, leeftijd en nationaliteit) blijven de trends van de voorbije jaren ook in 2010 gehandhaafd.
Sekse In 2010 was er opnieuw een evenwicht tussen het percentage mannen (49,7 procent) en vrouwen (50,3 procent).
Afkomst (figuur 16 en 17) Ten slotte blijft het aantal niet-Belgen ook in 2010 stijgen. Bijna 66 procent van de cliënten die een leefloon of levensminimum ontvingen, is niet in België geboren (figuur 16). Dat is 4 procent meer dan in 2009. Hoewel het aantal steungerechtigden fors is toegenomen de voorbije jaren, is het aandeel Belgen gedaald. Dit betekent dat de stijging van het aantal cliënten voornamelijk toe te schrijven is aan mensen die niet in België geboren zijn. figuur
16: opsplitsing steungerechtigden op basis van geboorteland
7.000
Totaal steungerechtigen op jaarbasis: 8.866 cliënten
6.000 5.825
5.000 3.988
3.769
4.000 3.000
4.213
4.815
geboren in een ander land geboren in België
3.109
3.084
3.007
3.055
3.041
2006
2007
2008
2009
2010
2.000 1.000 0
In 2010 was 66 procent van de steungerechtigden niet uit België afkomstig. In 2009 was dit 62 procent, in 2008 58 procent, in 2007 56 procent en in 2006 was dit 55 procent.
figuur
17: leefloonopsplitsing volgens geboorteland
3.500 3.000
Totaal leefloners op jaarbasis: 7.373 cliënten
3.041
2.500 2.000 1.430
1.500 1.000
839 589
500 0 lg
ië
Be
EU
2+
1
tE
e ni
a(
p ro Eu
U)
M cl. a ex ë ri k i Af Az
st
o -O
n
de
id
en al
tra en (C
541
en
d)
i Zu
376
Af dor
No
a ri k
en
st
o -O
n
de
id
M zië
A
200
169
EU
15
75
a ri k
a ri k
e
Am
al
ra nt Ce
98
d-
i Zu
e
Am
Am
dor
No
1
1
a ri k
ië
e er
e
11
n
ea Oc
2
d
An
O
d
n ke
e nb
De grootste groep of 41 procent van de leefloners is geboren in België, gevolgd door de nieuwe EU-burgers (19,4 procent) en Europeanen die niet tot de EU behoren (11,4 procent).
26
Bij de leefloners is de grootste groep geboren in België (41 procent). In 2010 is er een grote instroom geweest van de nieuwe EU-burgers (vooral Bulgaren en Slowaken). Zij vertegenwoordigen 19,4 procent of 1.430 cliënten (2009: 11,5 procent) van het totaal cliënteel leefloners (een groot deel van deze cliënten zijn van Roma-afkomst). Europeanen die niet tot de Europese Unie behoren, nemen een aandeel in van 11,4 procent of 839 cliënten. Een aanzienlijk deel zijn Turken (581 personen of bijna 70 procent binnen deze categorie) en mensen geboren in het voormalig Joegoslavië (215 personen of 26 procent binnen deze categorie). Het aandeel van 8 procent Aziaten (exclusief Midden-Oosten) zijn voornamelijk Russen (346 personen of 59 procent binnen deze categorie), Afghanen (85 personen of 14 procent binnen deze categorie) en Pakistani (63 personen of 11 procent binnen deze categorie). Het profiel bij de levensminimumgerechtigden ziet er anders uit dan dat van de leefloners. Hier zien we een publiek dat voornamelijk afkomstig is uit Azië, Europa (niet Europese Unie) en Afrika. Bijna 37 procent is geboren in Azië. Dit zijn voornamelijk Russen uit het Aziatisch deel van Rusland, Irakezen, Iraniërs en Afghanen. Europeanen die niet tot de Europese Unie behoren, zijn voornamelijk afkomstig uit het Europees deel van Rusland of het voormalig Joegoslavië. Binnen de categorie Centraal en Zuid-Afrika, zien we een groot aandeel Ghanezen, Congolezen en Somaliërs. Bij de nieuwe EU-burgers zien we voornamelijk mensen uit het voormalige Tsjecho-Slowakije en in mindere mate Bulgaren.
Intake en begeleiding nieuwe EU-burgers In 2010 vertegenwoordigden de nieuwe EU-burgers 18 procent van het totaal aantal steungerechtigden, in 2009 was dit maar 13 procent. In cijfers vertaald: in 2009 waren er 1.030 nieuwe EU-burgers die recht hadden op financiële steun, in 2010 steeg dit aantal tot 1.584. Of nog anders: het totaal aantal steungerechtigden steeg met 12,6 procent ten opzichte van 2009, terwijl het totaal aantal steungerechtigde nieuwe EU-burgers disproportioneel met maar liefst 53 procent steeg. De grote instroom van nieuwe EU-burgers zorgt voor problemen op vlak van huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg… Daarom neemt OCMW Gent in samenwerking met alle relevante partners maatregelen om enerzijds de nieuwe EU-burgers in Gent correct en intensief te begeleiden en anderzijds om de instroom te controleren door o.a. malafide praktijken tegen te gaan. Eind 2010 richtte het Gentse stadsbestuur het Permanent Overlegcomité (POC) op. Tot dit comité behoren ondermeer het OCMW Gent, de Gentse politie, de Integratiedienst en de dienst Burgerzaken. Dit comité bundelt en coördineert alle initiatieven om de instroom van nieuwe EU-burgers te onderzoeken en te controleren. Daarnaast werd een ambtelijk aanspreekpunt opgericht. Het POC werkt eveneens mee aan Urbiscoop en Eurocities. Dit zijn initiatieven op Europees vlak met als doel tot een gezamenlijke Europese aanpak te komen. Het OCMW riep ook een overleg samen met de dienst Burgerzaken van de stad Gent, meer specifiek de dienst Vreemdelingen. In dit overleg werd de problematiek besproken op vlak van woon- en huisvestingsbeleid. Een concrete actie die hieruit voortvloeide, is het negatief advies dat de politie geeft in een domiciliëringsprocedure voor mensen die in overbevolkte en onveilige panden wonen. Doel is om het woonklimaat in bepaalde wijken te herstellen of te verhogen en om een einde te stellen aan het kraken van onveilige of ongezonde panden. In ditzelfde overleg kwam ook de problematiek van verblijfsvergunningen aan bod. Op 25 mei 2010 vond een overleg plaats in het Gentse stadhuis met de ambassadeurs van Roemenië, Bulgarije en de consul van Slowakije. Ook vertegenwoordigers van Europa en de internationale Roma-verenigingen waren aanwezig. Er werd gezocht naar oplossingen om de instroom van nieuwe EU-burgers te beperken, zoals het voeren van infocampagnes in het land van afkomst. e weg binnen het OCMW D Wekelijks organiseert de dienst Vreemdelingen van het OCMW verplichte groepssessies voor de nieuwe EU-burgers, meer bepaald voor Bulgaren, Tsjechen en Slowaken. Daar worden de cliënten eerst en vooral gewezen op hun rechten en plichten binnen OCMW Gent en krijgen ze informatie over de OCMW-dienstverlening. Als een nieuwe EU-burger zich voor de eerste keer bij het onthaal aanmeldt, wordt die meteen doorverwezen naar de eerstvolgende groepssessie. De groepssessies worden geleid door een intercultureel begeleider, met tolkondersteuning van een intercultureel medewerker of tolk van TV Gent. Tijdens de hulpverlening kunnen nieuwe EU-burgers en maatschappelijk werkers altijd een beroep doen op deze intercultureel begeleiders en medewerkers.
27
• 774 nieuwe EU-burgers schreven zich in voor de groepssessies, van wie er 553 aanwezig waren (= aanwe-
zigheidsgraad van 71,5 procent tegenover 68 procent in 2009). De cliënten die niet aanwezig waren, worden nog een keer uitgenodigd voor een volgende sessie. Zolang de cliënt de groepssessie niet bijwoont, wordt de financiële steunverlening niet opgestart.
Traject op maat: voor wat hoort wat Nieuwe EU-burgers die financiële hulp krijgen, moeten zoveel mogelijk zelf inspanningen doen om hun activeringstraject te doen slagen. Zij moeten zoals alle andere anderstalige cliënten taallessen, cursussen maatschappelijke integratie en een activeringstraject volgen tenzij hun gezondheidstoestand dit niet toelaat of er andere ernstige familiale of persoonlijke redenen zijn die het volgen van een activeringstraject in de weg staan. Bij de intake worden deze voorwaarden duidelijk verwoord. Wie niet aan de voorwaarden voldoet of wie weigert aan een activeringstraject deel te nemen, zal net als andere cliënten, geen financiële hulp krijgen. Behoort de aanvrager tot een categorie die ‘vooraf vrijgesteld’ is om een activeringstraject te doorlopen (omwille van medische, juridische, fysieke redenen), dan wordt er financiële hulp geboden. Wie zich akkoord verklaart om een activeringstraject te volgen, moet daartoe een verklaring op eer ondertekenen.
Leeftijd 27 procent van de steungerechtigden was tussen de 18 en 24 jaar. Het OCMW organiseert speciale initiatieven om jongeren op alle levensdomeinen te helpen, zoals opleidingen, woonbegeleiding, GPMI’s…
Het aantal steungerechtigden tussen 18 en 24 jaar blijft de grootste groep (figuur 18). Deze jongeren zijn de meest kwetsbare groep van steungerechtigden. Ze hebben geen diploma op zak, hebben geen werkervaring (en dus geen toegang tot een werkloosheidsuitkering) en kunnen niet rekenen op de steun van familie. Daarom besteedt de organisatie speciale aandacht aan deze doelgroep.
28
figuur
18: steungerechtigden : aandeel van de verschillende leeftijdscategorieën ( in %)
(telkens gemeten op 31 december) 2006 <18
2007
2008
2009
2010
0,25%
0,11%
0,17%
0,24%
0,20%
18-24
28,46%
27,79%
28,62%
28,60%
27,23%
25-29
11,58%
12,26%
12,31%
13,75%
12,81%
30-34
10,00%
9,88%
10,18%
10,76%
11,30%
35-39
9,40%
9,99%
9,52%
9,01%
9,55%
40-44
9,15%
8,83%
8,94%
8,21%
8,84%
45-49
8,18%
8,29%
7,80%
7,95%
7,74%
50-54
7,39%
6,78%
6,87%
6,94%
7,87%
55-59
6,89%
6,70%
6,65%
6,16%
6,03%
60-64
5,97%
6,15%
5,60%
5,43%
5,60%
65+
2,73%
3,23%
3,33%
2,95%
2,84%
Jongeren en leefloon OCMW Gent ondersteunt jonge steungerechtigden niet alleen financieel. De organisatie neemt vooral ook initiatieven om hen aan een job te helpen, zoals sociale tewerkstelling, opleidingen, woonbegeleiding… Onder andere met leefloners jonger dan 25 jaar sluit het OCMW ‘geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie’ (GPMI) af. Dat is een schriftelijk contract met allerlei afspraken waaraan het OCMW en de cliënt zich moeten houden. Voorwaarden zijn bijvoorbeeld het volgen van arbeidsbegeleiding, zoeken van een vaste woning of deelname aan schuldbemiddeling (figuur 19).
• Op 31 december 2010 waren er 1.763 cliënten actief in een GPMI (31 december 2009: 1.502 GPMI’s). Daarvan waren er
1.276 GPMI’s afgesloten voor cliënten jonger dan 25 jaar. De overige GPMI’s werden afgesloten met cliënten ouder dan 25 jaar in het kader van opheffen dakloosheid, het volgen van een taaltraject of intensieve arbeidsactivering.
figuur
19: geïntegreerde projecten maatschappelijke integratie
(telkens gemeten op 31 december) 2.000 1.763
Geïntegreerde projecten maatschappelijke integratie
1.502
1.500
1.328
1.000 583
863
500
0
2006
2007
2008
2009
2010
Op 31 december 2010 waren er 1.763 cliënten actief binnen een geïntegreerd project maatschappelijke integratie. Dat is een stijging van 9 procent ten opzichte van 31 december 2009. Van de 1.763 GPMI’s waren er 1.276 GPMI’s afgesloten voor cliënten jonger dan 25 jaar. De overige GPMI’s werden afgesloten met cliënten ouder dan 25 jaar in het kader van opheffen dakloosheid, het volgen van een taaltraject of intensieve arbeidsactivering.
29
Studenten en leefloon Studeren is de beste investering voor een goede job. Maar deze investering kost geld. Studenten die zelf geen inkomen hebben en die niet door hun ouders financieel worden gesteund, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Op die manier krijgen ook die studenten kansen om hun talenten te ontwikkelen.
• Maandelijks keerde het OCMW Gent aan gemiddeld 543 studenten leeflonen uit . Dat is ongeveer 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand (4.990). In vergelijking met 2009 kwamen er gemiddeld 45 leefloonstudenten per maand bij.
Samsara – een diploma voor allochtone meisjes Allochtone meisjes stoppen vaker vroegtijdig met hun studies en stromen veel minder door naar hogere studies dan autochtone meisjes. Hierdoor hebben ze een grotere kans op werkloosheid en armoede. Vaak gaat dit hand in hand met een stereotiep toekomstbeeld; een allochtone vrouw trouwt en blijft thuis bij de kinderen. Om te verhinderen dat allochtone meisjes uitstromen uit het onderwijs zonder diploma richtte het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum in 2010 het project Samsara op. De twee (vrouwelijke) begeleiders van Samsara spreken de meisHet project Samsara stimuleert allochtone meisjes een diploma te behalen en verder te studeren. jes vroegtijdig aan en stimuleren hen om hun studies verder te zetten. Dit betekent vaak hun middelbare studies afwerken, maar ook de mogelijkheid om verder te studeren. Dit project kan de isolatie van allochtone meisjes doorbreken en hun sociale integratie bevorderen. Het project richt zich, via de bestaande meisjeswerkingen van vzw Jong en via een ambassadeursproject in verschillende scholen, naar allochtone meisjes uit de derde graad van het secundaire onderwijs. Tijdens dit scharniermoment in hun leven maken ze vele belangrijke beslissingen of anderen doen dit voor hen. Samsara focust zich alleen op allochtone meisjes omdat zij meer geïsoleerd leven dan allochtone jongens. Samsara is een samenwerking met de stad Gent en wordt gesubsidieerd door het Europees Sociaal Fonds.
• Samsara begeleidde in 2010 al 88 allochtone meisjes, waarvan 22 begeleidingen intensief waren (meer dan 5 gesprekken).
• Van de 22 jongeren die intensief begeleid werden, slaagden er 15 voor hun studiejaar en zetten hun studies verder. 7 Jongeren slaagden niet: 5 jongeren hernamen hun studies, 1 persoon ging aan het werk en 1 persoon werd illegaal.
De hoorzitting – voor een rechtvaardig toekenningsbeleid Beslissingen over steun aan cliënten worden wekelijks genomen door het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (BCSD). Bij een negatief verzoek van de maatschappelijk werker (vb. leefloon terugvorderen of stopzetten) heeft de cliënt het recht om gehoord te worden. Hij wordt dan uitgenodigd naar het BCSDHoorzitting. Op basis van de verklaringen van de cliënt en het verslag van de maatschappelijk werker neemt het BCSD-Hoorzitting een beslissing.
• In 2010 werden er 612 uitnodigingen voor de hoorzitting verstuurd (2009: 564 en 2008: 499).
30
Leefloon en levensminimum in cijfers Leefloon in cijfers Aantallen
Levensminimum in cijfers Aantallen
• 7.373 unieke cliënten kregen een leefloon op jaarbasis; • 1.641 unieke cliënten ontvingen een levensminimum op jaarbasis; • dat is een stijging van ongeveer 8 procent ten opzichte van 2009 (6.834 unieke leefloners); • dat zijn 467 cliënten meer dan in 2009 (1.174); • gemiddeld per maand ontvingen 4.990 cliënten een • het gemiddeld aantal levensminimumgerechtigden leefloon; • dat is 12 procent meer dan in 2009 (4.464 leefloners gemiddeld per maand); • van die 4.990 leefloners waren er gemiddeld 4.777 gekende cliënten en gemiddeld 213 nieuwe cliënten; • in 2010 kregen per 1000 Gentse inwoners 24,4 mensen een leefloon of levensminimum (= 2,4 procent), ten opzichte van 22,3 mensen in 2009; • gemiddeld waren 354 leefloners per maand actief in een sociale tewerkstelling, waaronder artikel 60 (= 7 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand).
per maand bedroeg 1.021 (tegenover 700 in 2009);
Jongeren/studenten en leefloon
• 28 procent van de cliënten die een leefloon of levensminimum ontvingen, was jonger dan 25 jaar;
• op 31 december 2010 waren er 1.276 cliënten jonger
dan 25 jaar actief binnen een GPMI (inclusief 543 GPMI’s voor studenten); • de overige 487 GPMI’s werden afgesloten met cliënten ouder dan 25 jaar in het kader van opheffen dakloosheid, het volgen van een taaltraject of intensieve arbeidsactivering (= totaal 1.763 GPMI’s). • het OCMW keerde maandelijks gemiddeld aan 543 studenten een leefloon uit; • dat is 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand, dat 4.990 cliënten bedroeg; • ten opzichte van 2009 steeg het gemiddeld aantal leefloonstudenten per maand met 45 (= 9 procent).
Profiel steungerechtigden (leefloon + levensminimum)
• 49,7 procent van de steungerechtigden was man,
50,3 procent vrouw; • 40 procent van de cliënten die steun ontvingen was jonger dan 30 jaar; 39 procent was ouder dan 40; • 34 procent van de steungerechtigden was in België geboren (2009: 38 procent), 66 procent was niet in België geboren (2009: 62 procent).
Wat kost het? In 2010 kregen 11.461 mensen één of andere vorm van financiële steun van het OCMW (2009: 10.480 mensen). Dat is 4,63 procent van de Gentse bevolking. Het totale bedrag aan financiële steun (leefloon, stookoliepremie, medische kosten…) bedroeg 59,9 miljoen euro (2009: 53,8 miljoen euro). Het leefloon (39,1 miljoen euro) maakte hier het grootste deel van uit (2009: 34,7 miljoen euro). 12,8 miljoen euro was voor rekening van het OCMW (2009: 13,3 miljoen euro). De overige kosten werden gerecupereerd via subsidies (40,8 miljoen euro) en cliënten (6,3 miljoen euro). In 2010 keerde het OCMW ongeveer 3 miljoen euro aan leefloon voor studenten uit (2009: 2,9 miljoen euro). Op die manier kunnen studenten die het minder breed hebben een opleiding volgen, wat hun kansen op de arbeidsmarkt sterk vergroot.
31
Zorg en wonen voor senioren Zorg voor senioren behoort tot de kerntaken van OCMW Gent. Het OCMW wil dan ook een rol van betekenis spelen in alle levensfases van de Gentse senior. Actieve en zelfstandige senioren kunnen terecht in het lokaal dienstencentrum voor informatie, activiteiten en zorg. Wie niet meer zo goed te been is, kan terecht in één van onze aangepaste woonvormen. En voor de senioren die niet langer zelfstandig kunnen leven, zijn er de vier woonzorgcentra.
De bezoekers van lokaal dienstencentrum De Regenboog vroegen al enkele jaren om een overdekte petanquebaan. Dankzij de dienst Facility Management die de bouw op zich nam, werd in 2010 hun droom werkelijkheid.
Negen lokale dienstencentra – voor kwaliteitsvol thuis wonen De lokale dienstencentra hebben als doel de buurtbewoners – vooral senioren – meer kansen te geven om zo lang mogelijk kwaliteitsvol thuis te wonen. Dit doel vervullen ze op een drieledige manier. Eerst en vooral kunnen senioren er terecht voor informatie over hulp- en dienstverlening. Daarnaast zijn lokale dienstencentra ook ontmoetingsplaatsen waar heel wat activiteiten en cursussen plaats vinden. Dat stimuleert de sociale contacten tussen senioren in de buurt. En tenslotte wordt er in of vanuit het dienstencentrum zorg op maat aangeboden. De lokale dienstencentra doen zoveel mogelijk een beroep op vrijwilligers. Ze ondersteunen mee de werking, houden de cafetaria open, helpen met de maaltijden, bij uitstappen… Het totaal aantal vrijwilligers neemt steeds toe. In 2010 hielpen er 774 vrijwilligers mee, tegenover 748 vrijwilligers in 2009 en 669 vrijwilligers in 2008.
32
20: gebruikersaantallen per ldc 2008 - 2010 1.792
2.100 1.800
1.879 2.001
figuur
Totaal 2008
Totaal 2009
828
826
1.101
989
1.106
1.020
1.121 815
B De
844
846
en av ish
776
1.089
116.8
1.385
1.286
1.211
994
900
923
888
1.200
1.245
1.239
1.500
1.324
Totaal 2010
327
600
32
300 0
r
e at eW
D
el eg
i sp
D
g
oo
b en eg R e
n Te
ve Ho T De
hu
i
oe
Sp
x
nc
i elt
De
r Ho
n izo V De
s
la
d ar
a ch
W
r
ie
ib
In 2010 kregen de lokale dienstencentra in totaal 10.408 bezoekers over de vloer. Dat is een stijging van 1.123 bezoekers ten opzichte van 2009 (9.285 bezoekers). De stijging van het aantal gebruikers doet zich voornamelijk voor bij de leeftijdsgroep van 50 tot 69 jaar. Ldc Wibier werd eind 2008 opgestart.
Nieuwbouw lokaal dienstencentrum De Waterspiegel Op vrijdag 3 september werd het nieuw lokaal dienstencentrum De Waterspiegel aan de Meulesteedsesteenweg feestelijk geopend. De Waterspiegel is de opvolger van het centrum De Muide, dat onlangs de deuren sloot. Het is de eerste keer dat het OCMW Gent een nieuwbouw realiseerde om er een lokaal dienstencentrum (ldc) in onder te brengen. De bouw werd gesubsidieerd met middelen uit het Federaal Grootstedenfonds. Ldc De Muide was sinds 1980 gehuisvest in de New Orleansstraat. Na dertig jaar was Burgemeester Daniël Termont en OCMW-voorzitter Gert Versnick reden het gebouw helemaal uitgeleefd en veel te met een delegatie gemeente- en OCMW-raadsleden per go-cart-bus symbolisch van het oude lokaal dienstencentrum De Muide naar klein geworden voor de talrijke activiteiten De Waterspiegel. die er plaatsvinden. Daarom liet het OCMW een nieuw centrum bouwen aan de Meulesteedsteenweg 510, De Waterspiegel, dat haast dubbel zo groot is. Met zijn groen-witte kleuren, zijn onregelmatige vorm en zijn ligging in een buurtpark is De Waterspiegel nu al uitgegroeid tot een echte blikvanger, die hopelijk in de toekomst nog meer bezoekers zal aantrekken. De Waterspiegel richt zich niet alleen tot de bewoners van de wijk Muide-Meulestede, maar ook van de kanaaldorpen en van de deelgemeente Wondelgem. Feestelijke parade Op vrijdagavond 3 september trok een stoet met Vlaams minister Freya Van den Bossche, burgemeester Daniël Termont en OCMW-voorzitter Geert Versnick (te voet, met taxifietsen en in een go-cart-bus) symbolisch van het ldc De Muide naar het nieuwe ldc De Waterspiegel. Een fanfare, circusartiesten, een vuurspuwer en een steltenloper animeerden de parade. Bij aankomst werden de gasten verwelkomd door muzikanten in bomen en zegende de brandweer het gebouw in. Op zaterdag 4 en zondag 5 september, tijdens het openingsweekend, kon de hele buurt kennismaken met het nieuwe centrum.
33
Informatie en advies (figuur 21) Een eerste functie van een lokaal dienstencentrum is de rol van aanspreekpunt. Elke lokaal dienstencentrum moet een verplicht aantal informatieve activiteiten organiseren. Alle centra voldeden in 2010 aan deze eis.
21: infosessies/voordrachten lokale dienstencentra in 2010
figuur
500
458
450
Aantal deelnames
444
Aantal keer georganiseerd
400 350 300
291
316
289
250
298
221
200
182
179
150 100 50
48
20
0
l ge
e at W e
og
bo
ie
p rs
en eg eR
n Te
D
D
ve Ho De
18
16
15
en av
De
ish
u
Th
ei
Bo
cx
in
lt pe
S
De
r Ho
n
izo
De
29
25
22
15
a
Vl
rd
aa
h sc
r
ie
ib
W
In 2010 werden er 208 infosessies en voordrachten georganiseerd (2009: 151). Daarvoor werden er 2.678 deelnames geregistreerd (2009: 2.018 deelnames).
Recreatieve en vormingsactiviteiten (figuur 22 en 23) Een lokaal dienstencentrum moet ook verplicht minstens 75 recreatieve groepsactiviteiten en 100 vormingsactiviteiten organiseren. Ook aan deze vereiste komen de centra ruimschoots tegemoet.
22: recreatieve activiteiten lokale dienstencentra in 2010
figuur
60.000
Aantal deelnames
50.000
49.189
Aantal keer georganiseerd
47.470
40.000 30.000
27.603 23.830
20.000 14.727 9.741
10.000 1.365
0 r
e at eW
D
el eg
i sp
8.181 2.714
1.222
g
oo
nb ge e eR
D
n Te
ve Ho De
726
Th
u
en av h is
1.713
528
i
oe
B De
8.497
7.939
S
cx
in
lt pe
De
2.569
1.092
r Ho
n izo De
a
Vl
rd
aa
h sc
893
r
ie
ib
W
In 2010 organiseerden de centra 12.822 recreatieve activiteiten (2009: 12.443 activiteiten). Daarvoor werden in totaal 197.177 deelnames geregistreerd (2009: 184.686 deelnames).
34
23: vormingsactiviteiten lokale dienstencentra in 2010
figuur
12.000
Aantal deelnames Aantal keer georganiseerd
10.286
10.000 8.000
7.139
6.000 4.441
4.284
4.000
3.565
3.235
2.295
1.874
2.000 804
0
el eg
i sp
r
e at eW
548
g
oo
b en eg R e
D
D
706
524
n Te
ve Ho T De
447
en av ish
hu
i
oe
B De
Sp
x
nc
i elt
1.222
530
503
379
De
r Ho
n izo V De
288
s
la
d ar
a ch
W
r
ie
ib
In 2010 werden 5.147 vormingsactiviteiten georganiseerd (2009: 5.185 activiteiten). Daarvoor werden 37.923 deelnames geregistreerd (2009: 36.117).
Dienstverlening (figuur 24) Tenslotte kunnen senioren ook in het lokaal dienstencentrum terecht voor dienstverlening als pedicure, manicure, haar- en gelaatverzorging, warme maaltijden, hulp bij boodschappen, huishoudelijke hulp, vervoer… Voor mensen die niet meer zo gemakkelijk in het lokaal dienstencentrum geraken, worden er speciale thuiszitteractiviteiten georganiseerd. Dit zijn aangepaste activiteiten die heel laagdrempelig zijn. Maatschappelijk werkers en vrijwilligers halen de thuiszitters voor de activiteit thuis op. figuur
24: dienstverlening lokale dienstencentra in 2010
14.000
Aantal deelnemers
12.963
Aantal prestaties
12.000 10.000 8.000 6.000
5.759 4.655
4.000 2.000 0
990 49
Pedicure
131
Manicure
287
987
Haar- en gelaatsverzorging
512
Hulp bij boodschappen
594
Vervoer
332
497
Thuiszittersactiviteiten
Bovendien serveerden de lokale dienstencentra ook 35.981 warme maaltijden voor bezoekers (2009: 30.922 maaltijden). 367 bezoekers deden een beroep op huishoudelijke hulp aan huis, wat goed was voor 8.008 uren aan hulp (2009: 362 bezoekers – 8.235 uren).
35
Kennis en uitwisseling over de grenzen heen
In 2010 maakten afgevaardigden van OCMW Gent een studiereis naar Denemarken met als doel lessen te trekken uit het Deense zorgmodel voor senioren.
Het uitwisselen van kennis en ervaring is cruciaal wil het OCMW blijven inspelen op de steeds evoluerende vragen en noden in de zorgsector. Met die gedachte voor ogen trok de directie van het departement Ouderenzorg in het najaar van 2010 op studiereis naar Denemarken. En in het woonzorgcentrum Het Heiveld in Sint-Amandsberg hadden ze een niet-alledaagse stagiaire te gast. Vanuit het verre Finland kwam Jasmiina Luumi, die in haar derde jaar verpleegkunde zit, er vijf weken lang de stiel leren. De Finse studente Jasmiina Luumi liep in het kader van haar Erasmus-verblijf aan de Hogeschool Gent 5 weken stage in woonzorgcentrum Het Heiveld. Op vlak van zorg voor ouderen ziet Jasmiina het grootste verschil in het opnamebeleid. “In Het Heiveld ben ik mensen tegengekomen die in Finland nooit zouden zijn opgenomen. Wij proberen mensen zo lang mogelijk thuis te houden. Verzorgenden komen tot drie keer per dag langs. Er zijn veel senior houses, met alle mogelijke faciliteiten. Met bijvoorbeeld voorbehouden parkeerplaatsen voor thuisverpleegsters, terwijl die bij jullie zelfs een parkeerboete riskeren! Mantelzorgers krijgen bij ons een kleine vergoeding van de overheid en er wordt in vervanging voorzien als ze eens een dag vakantie willen nemen.” Studiereis naar Denemarken De deelnemers aan de studiereis naar Denemarken kwamen tot dezelfde conclusie. Deze studiereis werd georganiseerd door het Frieslandcomité, het pluralistische ontmoetingsplatform van de ouderensector in Vlaanderen. De deelnemers waren afgevaardigden van Zorgnet Vlaanderen, OCMW Gent, afgevaardigden van verschillende OCMW’s, thuiszorgdiensten, woonzorgcentra en het Vlaams Agentschap. In Noord-Europa worden er meer initiatieven genomen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Alle voorzieningen zijn op één site gecentraliseerd: rusthuis, serviceflats, groepswonen, revalidatie- en maaltijddiensten. Dit concept wenst het OCMW Gent ook hier toe te passen. Een eerste aanzet daartoe is de uitbouw van een woonzorgzone in Ledeberg, een concept dat trouwens uit Denemarken komt. In Ledeberg wil OCMW Gent samen met de stad Gent een welzijnsknoop realiseren, waarbij een groot aantal publieke voorzieningen worden samengebracht. In het gebouw krijgen een lokaal dienstencentrum en een welzijnsbureau van het OCMW Gent een stekje naast Kind en Gezin, de woonwinkel en het buurtwerk van de stad Gent en een sociaal restaurant. Het woonzorgcentrum De Vijvers organiseert samen met verschillende thuiszorgdiensten een 24-uurspermanentie voor thuiswonende senioren zonder mantelzorgers. Vlakbij gaat sociale huisvestingsmaatschappij De Scheldevallei 20 aangepaste seniorenwoningen bouwen. De één loket functie is er al: één loket waar mensen met al hun woon- en zorgvragen terecht kunnen. Dat maakt het voor de burger veel duidelijker en voor OCMW Gent is het een efficiëntere manier van werken. De welzijnsknoop wordt gesubsidieerd met middelen uit het Federaal Grootstedenfonds.
36
In de lokale dienstencentra kunnen senioren zich zelfs met de Nintendo Wii ontspannen.
Innovatieve projecten De lokale dienstencentra werken laagdrempelig. Ze zijn ingebed in de buurt en doen inspanningen om de activiteiten en dienstverlening zo toegankelijk mogelijk te maken. Deze toegankelijkheid ligt zowel op fysiek, cultureel, financieel, psychologisch als op sociaal vlak. Toch zijn er senioren die de weg naar het lokaal dienstencentrum niet vinden. Voor hen worden er speciale projecten en activiteiten georganiseerd met als doel hen toch nog naar de centra toe te leiden. Met het project ‘Eenzaamheid’ willen medewerkers van de lokale dienstencentra tussen 2008 en 2013 ongeveer 5.000 tachtigplussers thuis bezoeken om eenzame senioren te detecteren en uit hun isolement te halen.
• In 2010 werden 1.139 huisbezoeken uitgevoerd (2009: 1.181 huisbezoeken). 479 senioren werden verder opgevolgd (2009: 327 opvolgingen).
Het project ‘Samen gaan we ervoor’ loopt in lokale dienstencentra De Boei en De Waterspiegel en heeft als doel senioren met psychische problemen te detecteren en te begeleiden. Zo wordt vermeden dat de senioren verder verglijden in depressies en sociaal isolement.
• In 2010 begeleidde de psychologe verbonden aan het project 89 senioren met psychische problemen (2009: 85 senioren).
‘Toeleiden van allochtone senioren naar de reguliere zorgsector’ is een project dat als doel heeft allochtone senioren beter te bereiken en naar de zorg toe te leiden. Hiervoor werken de lokale dienstencentra nauw samen, onderling en met lokale netwerken en sleutelfiguren. In 2010 werd vooral gewerkt rond het informeren van allochtone senioren over thuiszorg. Er werden drie infosessies georganiseerd , waarvoor 97 allochtone senioren opdaagden. Het ‘project Ergo@huis’ wil aan de hand van proactieve huisbezoeken ervoor zorgen dat Gentse 50-plussers zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis kunnen wonen. In 2010 deed het team ergotherapeuten vooral inspanningen om het levenslang en aangepast wonen te promoten.
• De ergotherapeuten deden het voorbije jaar 1.072 interventies bij 555 cliënten (2009: 922 interventies bij 438 verschillende cliënten).
37
De lokale dienstencentra in een vogelvlucht De Gentse lokale dienstencentra bruisen van het leven. In 2010 stapten er maar liefst 10.408 mensen minstens één keer een lokaal dienstencentrum binnen voor advies, dienstverlening of om deel te nemen aan een activiteit. In een vogelvlucht overlopen we per lokaal dienstencentrum de meest opmerkelijke projecten, acties of evenementen. Ldc Ten Hove nodigde in 2010 al haar vrijwilligers uit op een vormingsdag met als thema ‘Een terugblik op 2010: welke nieuwe projecten, veranderingen hebben we gerealiseerd en welke nieuwe uitdagingen staan ons in 2011 te wachten?’. Tijdens deze vormingsdag werd vooral nagedacht hoe het imago van het ldc kan verjongd worden en hoe er nieuwe (jonge) senioren kunnen aangetrokken worden. Ldc Speltincx startte in 2010 met het proefproject ‘Ondersteuning van mantelzorgers’ in de wijk MoscouVogelhoek. Het project focuste vooral op het detecteren van behoeftes bij de mantelzorgers en het verstrekken van informatie. Tijdens het weekend van 1, 2 en 3 oktober vond in ldc De Thuishaven het opendeurweekend en de viering van het 25-jarige bestaan van het lokaal dienstencentrum plaats. Tijdens het weekend werd aan de hand van een fototentoonstelling teruggekeken op het verleden van De Thuishaven en de wijk De Muide. Op vrijdag 3 september vond de feestelijke opening plaats van het nieuwe ldc De Waterspiegel, dat het ldc De Muide vervangt. In een ludieke stoet werd symbolisch van het oude naar het nieuwe centrum getrokken. Zaterdag 4 en zondag 5 september vond dan het openingsweekend plaats, waarin iedereen een bezoekje kon brengen. Ongeveer 800 mensen kregen een persoonlijke rondleiding. In 2010 liep in ldc Wibier het project ‘Vergeten Schoonheid’, in samenwerking met woonzorgcentrum Het Heiveld en het dagverzorgingscentrum in Sint-Amandsberg. Het ldc ging op zoek naar senioren in de buurt met een passie voor een kunstvorm of een bepaald thema. Een artistiek coördinator begeleidde de senioren in de uitwerking van hun passie, wat resulteerde in de 14-daagse tentoonstelling ‘Vergeten Schoonheid’. Dit initiatief werd gesteund door de Koning Boudewijnstichting in het kader van ‘Een dementievriendelijke gemeente’. Ldc De Horizon startte met het project ‘Op stap met het Nederlands in jouw buurt’, in samenwerking met het Huis van het Nederlands en Leerpunt. De deelnemers komen wekelijks samen om elkaar en de buurt beter te leren kennen. Tijdens de activiteiten stimuleren ze het gebruik van het Nederlands in dagelijkse situaties. Het Ldc De Regenboog pakte het voorbije jaar vooral het eenzaamheidsgevoel bij senioren in de buurt aan. Enkele ouderen met risico op vereenzaming kregen een laptop met internetverbinding ter beschikking. Vrijwilligers leerden hen, zowel individueel als in kleine groepjes, de basisvaardigheden aan. Ldc De Vlaschaard startte in 2010 met een nieuwe vorm van dienstverlening, namelijk dieetadvies. Sinds maandag 8 november kunnen senioren elke maandagmiddag in het lokaal dienstencentrum terecht bij een diëtiste. In ldc De Boei werd nagedacht hoe het lokaal dienstencentrum sneller op nieuwe tendensen kan inspelen om de werking te verbeteren. Uit de vormingsdag kwam bijvoorbeeld de opmerking dat minder mobiele senioren nog altijd niet genoeg de weg naar het ldc vinden. Daarom wordt nu voor zoveel mogelijk activiteiten en dienstverlening vervoer aangeboden.
38
Drie aangepaste woonvormen – voor aangepast zelfstandig wonen Ouderen zijn soms nog wel in staat zelfstandig te wonen, maar het huis is te groot geworden en is niet aangepast aan de lichamelijke behoeftes. OCMW Gent heeft een aantal specifieke woongelegenheden voor ouderen die nog voldoende zelfstandig zijn. In totaal zijn er 120 woongelegenheden in de vorm van serviceflats en aangepaste seniorenwoningen. De gemiddelde verblijfsduur in de drie aangepaste woonvormen samen bedraagt 7,6 jaar.
• Serviceflats Antoniushof heeft 48 flats voor
alleenstaanden, 34 flats voor echtparen en zes flats voor mindervaliden.
• Woningcomplex Wibier bestaat uit 20 wonin-
gen en richt zich naar koppels waarvan één van de partners hulpbehoevend is.
• Seniorenflats Ter
Pielvaecx voorziet 12 flats voor senioren die in grote mate nog zelfstandig zijn.
De seniorenflats van het OCMW Gent zijn helemaal aangepast aan de noden en behoeftes van senioren
Seniorenzorg OCMW Gent klaar voor de toekomst De zorgsector staat voor heel wat uitdagingen, zoals de toenemende vergrijzing en steeds nieuwe specifieke en veranderende noden van senioren. Wil het OCMW een passend antwoord hebben op deze uitdagingen, moet het blijven investeren in kwaliteitsvolle zorg en dienstverlening en nog meer opvangmogelijkheden voor senioren. Ook in 2010 werden hiertoe heel wat inspanningen gedaan.
• Het OCMW heeft plannen om in Mariakerke een vijfde woonzorgcentrum te bouwen met 134 kamers voor permanent verblijf en 10 kamers kortverblijf. Verleden jaar werd het bestek voor het aanstellen van een ontwerper uitgeschreven en goedgekeurd door de OCMW-Raad. Intussen werd het bestek ook gepubliceerd. In 2011 buigt de Raad zich over de aanbiedingen.
• Met stedenbouw werd overlegd wat de mogelijkheden zijn voor de bouw van een nieuw lokaal diensten-
centrum en 40 ‘assistentiewoningen’ voor senioren in Zwijnaarde. Bewoners van deze woningen zullen alleen bij uiterste nood een beroep kunnen doen op hulp vanuit woonzorgcentrum Zonnebloem. Het gaat dus niet om serviceflats met permanente hulpverlening.
39
Vier woonzorgcentra – voor begeleid wonen De vier woonzorgcentra van OCMW Gent zijn moderne, hedendaagse gebouwen met de meest aangepaste zorg- en dienstverlening. Op die manier willen de woonzorgcentra een aangename en kwalitatief hoogstaande woon-, leef-, zorg- en zingevende omgeving zijn voor de ouder wordende inwoners van Gent. De vier OCMW-woonzorgcentra verlenen niet alleen zorg aan senioren die langdurig zijn opgenomen, maar beschikken samen ook over 16 plaatsen voor kortverblijf, 15 plaatsen in een dagverzorgingscentrum en 2 woningen voor nachtopvang.
Aanvragen en opnames (figuur 25, 26 en 27) figuur25: aanvragen voor ocmw-woonzorgcentra
1.800
Kortverblijf en nachtopvang Woonzorgcentra
1.600 1.400 620
1.200 1.000
492
601
609
385
800 600 400
846
928
949
918
2007
2008
2009
896
200 0
2006
2010
Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst beslist of de aanvraag wordt goedgekeurd of niet. Wie in aanmerking komt, wordt op een wachtlijst geplaatst tot er een plaatsje vrijkomt. Zwaar zorgbehoevenden krijgen voorrang, zij krijgen gemiddeld drie maanden na toestemming van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst een plaats.
figuur26: wachtlijsten woonzorgcentra volgens zorgprofiel
600
Cd
500
50 37
400 300 200
30 18
167
48 28
186
C B
A
O
123
133
140
156
100 0
99
127
129
2008
2009
2010
Het aantal personen op de wachtlijst met een laag zorgprofiel (O, A en B) maakt nog steeds een groot deel uit van de totale wachtlijst. Omdat deze profielen weinig kans geven tot een reële opname, blijven zij erg lang op de wachtlijst staan. De zwaarste zorgprofielen (C en Cd) nemen een klein deel in omdat ze relatief snel opgenomen worden en dus van de wachtlijst verdwijnen.
40
figuur27: totaal aantal nieuwe opnames in de wzc
168 166
Nieuwe opnames 167
164 162
162
160 158 156
156
154 152 150
2008
2009
2010
Het totaal aantal opnames is in een dalende lijn. Het aantal opnames hangt af van het aantal vrijgekomen plaatsen. De afname in 2009 en 2010 ligt grotendeels aan het feit dat de gemiddelde verblijfsduur van onze bewoners toeneemt.
Meer dan u denkt! Veel mensen hebben nog steeds een beeld van een woonzorgcentrum als een verzorgingstehuis waar senioren in eenzaamheid de rest van hun dagen slijten. Dat beeld klopt al lang niet meer met de werkelijkheid. De centra doen er alles aan om een tweede thuis te zijn voor de senioren, waar ze hun dagen zinvol kunnen invullen. De woonzorgcentra organiseren tal van projecten, activiteiten en evenementen, dikwijls in samenwerking met buurtbewoners, scholen, verenigingen… Deze projecten dienen veelal een dubbel doel: het leven van de bewoners aangenamer maken en het imago van het woonzorgcentrum in de buitenwereld verbeteren.
Digitale primeur in woonzorgcentrum De Vijvers Via een eenvoudige internetdienst op televisie kunnen de bewoners van het woonzorgcentrum De Vijvers uit Ledeberg voortaan berichten en foto’s van familieleden en vrienden bekijken. TV-Kiosk zoals het nieuwe proefproject heet, is een primeur voor ons land en werd op donderdag 2 december 2010 officieel voorgesteld. Op TV-Kiosk krijgen de bewoners een individueel kanaal dat volledig beveiligd en afgeschermd is. Daarop kunnen familieleden en vrienden zelf informatie plaatsen: berichtjes, foto’s en audiofragmenten. Zo kunnen de Bewoners van woonzorgcentrum De Vijvers kunnen via hun televisie foto’s bewoners de familiebanden nauen berichten uitwisselen met familieleden. wer aanhalen over afstand heen. Daarnaast kunnen de bewoners via TV-Kiosk op hun televisie de websites van enkele kranten lezen en het weerbericht raadplegen. De teksten zijn opgesteld in grootletterformaat, zodat ook slechtziende senioren ze vlot kunnen lezen. Het OCMW-woonzorgcentrum De Vijvers is het eerste in België om een dergelijk project op te zetten. Op korte termijn is het de bedoeling om het proefproject uit te breiden tot tien woningen binnen De Vijvers en de mogelijkheden tot interactie te onderzoeken (bijvoorbeeld een ‘vind ik leuk’-toets bij foto’s).
41
‘Vergeten schoonheid’ opgediept in woonzorgcentrum Het Heiveld Op zaterdag 27 november werd in woonzorgcentrum Het Heiveld de tentoonstelling ‘Vergeten schoonheid’ geopend. Deze tentoonstelling brengt passies van oudere mensen, die door bijvoorbeeld dementie of geheugenproblemen op de achtergrond zijn geraakt, weer naar boven. Aan de tentoonstelling werkten ruim twintig bewoners, bezoekers en vrijwilligers van drie OCMW-diensten mee: het woonzorgcentrum Het Heiveld, het lokaal dienstencentrum Wibier en het Dagverzorgingscentrum in Sint-Amandsberg. Bedoeling van de tentoonstelling was om bij mensen op zoek te gaan naar zaken die hen tijdens hun leven erg beroerden of bezig hielden. Die passies konden vele vormen aannemen. Zo ondernam Solange vroeger veel reizen naar Afrika. Georges voer met zijn boot langs de Amazone en over alle wereldzeeën. Agnes kent alles van planten. En bij Mariette is de jonge Arnold Schwarzenegger nog aan huis geweest. Haar man was, net als de toekomstige filmvedette en gouverneur van Californië, een gevierd bodybuilder. De tentoonstelling Vergeten Schoonheid bracht de passies van oudere mensen, die door bijvoorbeeld dementie of geheugenproblemen op de achtergrond zijn geraakt, weer naar boven.
De tentoonstelling kreeg financiële steun van de Koning Boudewijnstichting, in het kader van ‘Een dementievriendelijke gemeente’.
Kunsttentoonstelling ‘Jawadde, wa is me dadde’ in woonzorgcentrum De Liberteyt Niemand is te oud om te creëren. In het woonzorgcentrum De Liberteyt namen ze dat wel heel letterlijk. Onder de titel ‘Ja wadde, wa es me dadde!?’ opende op zaterdag 4 september een kunsttentoonstelling. Een deel van de collectie bestond uit kunstwerken, gemaakt voor en met de bewoners van De Liberteyt. De Liberteyt en kunst. Het is een geslaagd huwelijk sinds het woonzorgcentrum in 2007 de deuren opende. Zo lieten de bewoners zich eerder al inspireren door de beroemde kunstenaar Christo om samen met de kinderen van de speelpleinwerking Dracuna honderd bomen in de Dries, de dreef voor hun woonzorgcentrum, in te pakken.
Bewoners van woonzorgcentrum Zonnebloem staken zelf de handen uit de mouwen voor een tentoonstelling over hun dromen, verlangens…
Focus op de bewoners Begin dit jaar logeerden twee jonge kunstenaars een week lang in De Liberteyt om de bewoners te portretteren. Ze werkten rond vragen als: “Wat zien de mensen die hier wonen graag? Wat doet hen dromen? Waar worden ze blij van?” Dit zette de bewoners van het woonzorgcentrum aan om ook eens over deze thema´s na te denken en zelf de handen uit de mouwen te steken. Dit alles resulteerde in een expositie, waarin beelden van Gent en zijn omgeving, natuurbeelden van bloemen en dieren, landschappen en abstract werk met veel kleur prominent aanwezig zijn. De kunstcollectie was tot 28 februari 2011 te bezichtigen.
42
Drie generaties kunstenaars en ex-judoka Robert Van de Walle samen in woonzorgcentrum Zonnebloem
Op zaterdag 25 september ontving woonzorgcentrum Zonnebloem voormalig judoka Robert Van de Walle. Hij nam het op tegen enkele judoka´s van judoclub ‘De buitelaars’, voor verstandelijk gehandicapte kinderen. Eén van hun leden opende die dag namelijk samen met zijn vader en grootmoeder, bewoonster van Zonnebloem, een unieke tentoonstelling met hun eigen werk.
Een bewoonster van woonzorgcentrum Zonnebloem en haar zoon en kleinzoon stelden samen hun kunstwerken ten toon.
Woonzorgcentrum Zonnebloem in Zwijnaarde heeft sinds zijn succesvolle tentoonstelling ‘Vogels over vloer’ volledig de ‘kunst’smaak te pakken. Omdat kunst en cultuur nog steeds belangrijke aspecten zijn in het leven van de bewoners in Zonnebloem ging het personeel op zoek naar een nieuwe invalshoek.
Drie generaties kunst(enaars) Ze stuitten op een primeur van formaat toen bleek dat één van hun bewoonsters, Lucienne Fasseur, en haar overleden echtgenoot materiaal genoeg hadden voor een uitgebreide retrospectieve. Bovendien bleken ook hun zoon en kleinzoon al lang door het kunstvirus gegrepen te zijn en bereid om eigen werken tentoon te stellen. De expositie vond plaats onder de naam ‘Schakels van verbondenheid’. Een naam die werd ontleend aan een reizende fototentoonstelling van vzw Tandem, een onafhankelijke begeleidingsdienst voor personen met een verstandelijke beperking. Zonnebloem mocht als eerste gastheer zijn voor deze fototentoonstelling die samen met de expo van de drie generaties kunstenaars in première ging. Om de vernissage op te luisteren, nodigde de kleinzoon, die het syndroom van Down heeft, zijn judoclub uit om samen met Robert Van de Walle, bekende ex-judoka, een mooie demonstratie te geven.
43
Zorg voor senioren in cijfers 9 lokale dienstencentra
Bezoekers
• de
centra kregen 10.408 bezoekers over de vloer, waarvan 3.004 nieuwe bezoekers (2009. 9.285 bezoekers); • 71 procent van de bezoekers is een vrouw; • 54 procent van de bezoekers is tussen de 60 en 79 jaar oud; • 774 vrijwilligers hielpen een handje mee (2009: 748 vrijwilligers).
Informatie
• er werden 208 infosessies en voordrachten georganiseerd, waaraan 2.678 keer werd deelgenomen.
Activiteiten
• er
4 woonzorgcentra
Verblijf
3 aangepaste woonvormen
Verblijf
• de vier centra bieden 603 erkende • OCMW Gent biedt 120 woningen plaatsen voor langdurig verblijf en 16 plaatsen voor kortverblijf (dagverzorgingscentrum en nachtopvang); de gemiddelde bezetting lag op 97,85 procent voor de woonzorgcentra (2009: 97,6 procent), en op 95,5 percent voor het kortverblijf (2009: 92,4 procent); 73 procent van de bewoners is een vrouw; 34 procent van de bewoners is tussen 85 en 89 jaar oud; bewoners verblijven gemiddeld tussen 3,2 en 3,7 jaar in het woonzorgcentrum; 191 vrijwilligers ondersteunden mee de werking van de vier woonzorgcentra (2009: 192 vrijwilligers).
• • • •
en flats voor senioren aan;
• 151 senioren verbleven in één van
de seniorenwoningen, van wie 32 koppels en 87 alleenstaanden; • 68 procent van de bewoners is een vrouw; • de gemiddelde leeftijd van alle bewoners bedraagt 79,5 jaar; • de gemiddelde verblijfsduur in de woningen en flats bedraagt 7,6 jaar.
waren 197.177 inschrijvingen • voor 12.822 verschillende recreatieve en bewegingsactiviteiten; • de centra organiseerden 5.147 vor- Aanvragen mingsactiviteiten (taal, compu- • er waren 896 aanvragen (412 goedkeuringen) voor langdurige opname ter…) waarvoor er 37.923 inschrijen 609 aanvragen (131 goedkeurinvingen waren; gen) voor kortverblijf en nachtop332 mensen namen deel aan één • vang; of meerdere van de 497 thuiszit• het totaal aantal aanvragen voor tersactiviteiten.
Dienstverlening
• er werd aan 990 mensen 4.655 maal een voetverzorging verstrekt; • 49 mensen kregen in totaal 131 manicures; • 287 bezoekers maakten in totaal 987 keer gebruik van een haar- en gelaatsverzorging; • er werden 35.981 warme maaltijden geserveerd; • 512 bezoekers kregen in totaal 5.759 keer hulp bij boodschappen; • 594 bezoekers maakten gebruik van de mogelijkheid om vervoer te krijgen vanuit het lokaal dienstencentrum, goed voor een totaal van 12.963 ritten; • centrum, goed voor een totaal van 9.113 ritten. Wat kost het?
De opbrengsten van recreatieve, informatieve, vormende en hygiënische activiteiten in de lokale dienstencentra en woonzorgcentra bedroegen 1.633.278 euro (2009: 1.525.614 euro). Dit laat de centra toe om deze activiteiten in belangrijke mate zelf te financieren en geeft hen de vrijheid om nieuwe initiatieven op te starten.
44
langdurige opname en kortverblijf (1.505 aanvragen) bleef stabiel ten opzichte van 2009 (1.519 aanvragen).
Wat kost het?
Het OCMW voorzag een financiële tussenkomst voor 752 senioren in eigen en privé tehuizen, voor een totaal bedrag van ongeveer 2,01 miljoen euro (2009: 703 senioren/1,8 miljoen euro). Een bewoner in een woonzorgcentrum kost per dag ongeveer 150 euro. De dagprijs die de bewoner zelf betaalt (gemiddelde gerekend over de vier woonzorgcentra) bedraagt 47 euro, de ziekteverzekering betaalt 52 euro. Na verrekening van subsidies blijft van de 150 euro nog zo’n 25 euro (2009: 31 euro) over voor rekening van het OCMW. Deze verbetering van het tekort per ligdag heeft te maken met de verbetering van de opbrengsten (door een stijging van de dagprijs en stijging van RIZIV-subsidies). Dit toont aan dat het financieel beheer van de woonzorgcentra een evenwichtsoefening is tussen een betaalbare en laagdrempelige opvang enerzijds en een financieel gezond beheer anderzijds. Ongeveer 101 euro van de 150 euro die een bewoner kost per ligdag, gaat naar personeelskosten. Voldoende en gevarieerd personeel is noodzakelijk voor een goede begeleiding van de bewoners.
Wat kost het?
De werkingsopbrengsten van de seniorenwoningen bedroegen samen 1,14 miljoen euro (2009: 0,93 miljoen euro). Deze stijging is te verklaren door de stijging van de dagprijs van seniorenwoningen Wibier en Antoniushof. Dit volstaat echter niet om alle kosten te dekken. Samen leden de seniorenwoningen nog een verlies van 183.106 euro. Serviceflats Antoniushof leed het grootste verlies met 210.805 euro (2009: 261.390 euro verlies).
Wonen voor kansarmen en thuislozen De nood aan goede, betaalbare huurwoningen voor mensen die het niet zo breed hebben, stijgt jaarlijks. Wil het OCMW een antwoord bieden op deze druk van de huisvestingsmarkt, moet de organisatie het aanbod aan huurwoningen van het sociaal verhuurkantoor (SVK) uitbreiden.
In 2010 verhuurde het Sociaal Verhuurkantoor van OCMW Gent 94 woningen, 12 meer dan in 2009.
Wonen voor kansarmen Het aantal woningen dat het sociaal verhuurkantoor van OCMW Gent op de private woningmarkt huurde, en aan cliënten doorverhuurde, steeg in 2010 van 82 naar 94.
Bestaande kandidaat-huurders SVK: update gegevens (figuur 28) figuur
28: analyse 249 kandidaat-huurders voor svk-woning 1 13
5
Kandidaat-huurders weerhouden Geschrapt wegens geen reactie Geschrapt wegens niet te bereiken 106
124
Geschrapt op vraag van cliënt Geschrapt wegens overlijden cliënt
In april 2010 waren er 940 kandidaat-huurders. Op basis van hun puntenaantal werden daarvan de 249 kandidaat-huurders geselecteerd die het meeste in aanmerking kwamen voor een SVK-woning.
45
Nieuwe kandidaat-huurders SVK (figuur 29) figuur
29: nieuwe kandidaat-huurders voor een svk-woning
2.500
2.312
Bezoekers met een vraag naar inschrijving in het SVK
2.000
Totaal aantal nieuwe inschrijvingen voor een SVK-woning
1.617
1.500
1.000
500
0
Totaal aantal bezoekers voor het Onthaal
780 444
280
2007
861 576 353
2008
872
779
630 480
2009
2010
Het Onthaal van de dienst Wonen ontving 695 bezoekers meer ten opzichte van 2009. Dat is een stijging van meer dan 42 procent. Het aantal nieuwe inschrijvingen steeg met 31 procent.
Huurbegeleiding Alle huurders van een woning van het sociaal verhuurkantoor van het OCMW krijgen huurbegeleiding. De huurbegeleider helpt om afspraken met de verhuurder na te komen, de woning te onderhouden (bijvoorbeeld hoe om te gaan met afval), goede contacten met de buren te behouden (zoals geen lawaaihinder te veroorzaken)… Ook maatschappelijk werkers en de sociale verhuurmaatschappijen kunnen huurbegeleiding voor hun cliënten aanvragen. De begeleiding loopt de volledige tijd van de huurovereenkomst. Cliënten die extra begeleiding nodig hebben, worden doorverwezen naar het project ‘Intensieve begeleiding daklozen’. Doel van de huurbegeleiding is de huurders voor te bereiden op de overstap van een sociale woning bij het OCMW naar een woning bij een sociale huisvestingsmaatschappij.
• In 2010 namen 14 nieuwe huurders hun intrek in één van de 94 woningen van het Sociaal Verhuurkantoor van het OCMW.
Bemiddeling bij huurachterstand De dienst Wonen is het centraal aanspreekpunt voor de vijf Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen als hun huurders twee maanden huurachterstand hebben. Het OCMW gaat dan op zoek naar een oplossing om de huurachterstand zo snel mogelijk af te betalen. Indien de persoon die de huur niet meer kan betalen een actief dossier bij het OCMW heeft, wordt daarbij de wijkwerker ingeschakeld. Op die manier probeert het OCMW procedures tot huisuitzetting zoveel mogelijk te vermijden.
• De vijf Gentse huisvestingsmaatschappijen verwittigden het OCMW over 639 personen met een huurachterstand van twee maanden (2009: 646 personen).
• Voor 286 meldingen ging het om een persoon met een actief dossier bij het OCMW en werden de wijkwerker en de huurder aangeschreven om samen een oplossing te vinden (2009: 348 gekende cliënten).
Als een huurprobleem toch dreigt te escaleren, en wanneer er een gerechtelijke procedure tot uitzetting wordt opgestart, bemiddelt de dienst Wonen tussen alle betrokkenen om een huisuitzetting te vermijden.
• Het aantal procedures gerechtelijke uitzetting door wanbetaling steeg in 2010 naar 890 ten opzichte van 862 in
het jaar 2009. Van de 890 dossiers volgde het wijkwerk 326 personen op (2008: 298), de overige dossiers worden opgevolgd door de dienst Wonen.
46
Woonbegeleid(st)ers staan huurders die een sociale woning kregen via een versnelde toewijzing voor daklozen met woord en daad bij.
Wonen voor dak- en thuislozen Iedere dakloze kan bij OCMW Gent terecht voor hulpverlening. Naast een leefloon kunnen daklozen ook nog andere financiële hulp krijgen zoals een huurwaarborg, een ziekenfondsbijdrage, een tussenkomst in ziekenhuisfacturen, kledij, schoolkosten voor kinderen, huur… OCMW Gent geeft echter niet enkel financiële hulp, maar streeft vooral ook naar structurele maatregelen om de situatie van daklozen te verbeteren. De dienst Thuislozenzorg doet inspanningen om thuisloze hulpvragers terug aansluiting te doen krijgen bij allerhande diensten zoals mutualiteiten, RVA en VDAB. Daarnaast wordt getracht de thuislozen toe te leiden naar een woonst en werk.
Hulpvragen voor daklozen Alle hulpaanvragen voor daklozen vanuit OCMW-diensten of onthaaltehuizen komen bij de dienst Thuislozenzorg van het OCMW terecht. De dienst probeert in samenwerking met alle hulpverleners op het terrein een omvattende oplossing te vinden. De maatschappelijk werker van Thuislozenzorg fungeert vaak als spilfiguur bij het overleg tussen de verschillende actoren.
• In 2010 ontving Thuislozenzorg 299 hulpvragen vanuit de onthaalcentra en de eigen OCMW-diensten (2009: 266 hulpvragen). Meestal werd geïnformeerd naar financiële hulp of een woning.
In 2008 ondertekenden het OCMW Gent, de stad Gent en de Gentse huisvestingsactoren een Samenwerkingsprotocol Daklozen. Met dit protocol verbinden de tien ondertekenaars zich ertoe om een aantal huurcontracten speciaal te reserveren voor daklozen (figuur 30). figuur
30: versnelde toewijs van woningen aan daklozen 2008
Totaal aantal aanvragen ontvangen (vanuit welzijnsbureaus, OCMW-diensten...)
53 93
Aanvragen doorverwezen naar sociale huisvestingactoren of op wachtlijst
43 43
30
Aantal woningen bezet
0
20
2009
104
2010
51
37 37 37
40
60
80
100
120
In 2010 waren er 43 woningen voorbehouden voor daklozen, in 2009 waren dat 45 woningen. De bezettingsgraad was in 2010 dus 86 procent tegenover 82 procent in 2009.
47
Woonbegeleiding daklozen Het OCMW belooft aan de sociale huisvestingsmaatschappijen die huurcontracten voor daklozen vrijhouden om nieuwe huurders intensief te begeleiden. De daklozen die een woning toegewezen krijgen, komen namelijk in een volledig nieuwe situatie terecht. Hen bij deze ingrijpende verandering begeleiden, is van groot belang om klachten over wangedrag of wanbetaling te vermijden. Vijf OCMW-medewerkers van het project ‘Intensieve woonbegeleiding daklozen’ volgen daklozen die een huurcontract ondertekenen minimum zes maanden lang op.
• In 2010 begeleidden de woonbegeleiders 170 cliënten op vlak van wonen. • Hiervan waren er 110 begeleidingen voor ex-daklozen in het kader van woonbegeleiding daklozen en 5 begeleidingen in het kader van het SVK en 55 op vraag van de maatschappelijk werker.
• Bij 26 ex-daklozen werd de woonbegeleiding in 2010 stopgezet. Bij 14 personen ervan werd de begeleiding stopge-
zet omdat de huurder voldoende zelfstandig was geworden en was de eindevaluatie positief. Bij 12 personen werd de begeleiding stopgezet omwille van overlijden, detentie, huurachterstand of weigering van het aanbod.
Pensionwonen ‘De Baai’ Alleenstaande volwassenen boven de 45 jaar, die het al lange tijd niet meer lukt om een vaste woonst te behouden, kunnen definitief terecht in ‘De Baai’. In 2010 woonden er 20 personen in het pension. De toelatingsvoorwaarden en –procedures voor De Baai zijn streng. Een goede inschatting van de kandidaat-bewoner is erg belangrijk om de stabiliteit van de bewonersgroep te garanderen. Het gaat immers om een permanente woonvorm. Sinds de oprichting in 1998 ontving De Baai 199 aanvragen vanuit onthaaltehuizen, psychiatriDe Baai geeft alleenstaande volwassenen boven de 45 jaar, die het al lange tijd niet meer lukt om een vaste woonst te behouden, een permanent dak boven het hoofd. sche centra, ziekenhuizen… In 2010 ontving De Baai er 12, wat een daling betekent ten opzichte van 2009 (17 doorverwijzingen). 3 aanvragen kregen een negatief advies, 4 aanvragen werden goedgekeurd en op een wachtlijst geplaatst en bij 5 aanvragen liep de procedure nog op 31 december.
Wonen bij nood In geval van nood, zoals bij een ontploffing of een brand, kunnen bewoners van Gent voor vier maanden terecht in één van de 29 noodwoningen van het OCMW. In die tijd gaat de dienst Wonen samen met de getroffenen op zoek naar een nieuwe woning
• In 2010 verbleven 56 gezinnen in een noodwoning (2009: 68 gezinnen). De meest voorkomende redenen waarom
mensen een beroep deden op een noodwoning waren; brand, acties huisjesmelkerij, onbewoonbaarverklaring en waterschade.
• Voor 35 gezinnen werd in 2010 zelf nog een oplossing gevonden, 21 gezinnen verblijven nog steeds in een noodwoning.
Winteropvang daklozen Op 1 december 2010 startte het winterplan 2010-2011. De opvang aan de Gasmeterlaan (25 bedden) en in Huize Triest (16 bedden) die het hele jaar door loopt, werd in de winter uitgebreid met een opvang in de vroegere gebouwen van de brandweer aan de Academiestraat (30 bedden). Door de vroege winterpiek verzekerden vrijwilligers van het OCMW Gent, CAW Artevelde en Straathoekwerk een tweetal weken de opvang. Vanaf 15 december 2010 nam het Rode Kruis over.
48
Wonen voor kansarmen en thuislozen in cijfers Wonen voor kansarmen
Sociaal Verhuurkantoor
• het
Wonen voor dak- en thuislozen
Samenwerkingsprotocol
Woonbegeleiding en bemiddeling
Begeleiding
sociaal verhuurkantoor van daklozen • 170 huurders van een sociale woOCMW Gent verhuurde 94 wonin- • de Gentse huisvestingsactoren ning kregen intensieve woonbeverbonden zich ertoe om 43 huurgen aan kansarmen (2009: 82); geleiding (2009: 102 huurders); • in april 2010 bevatte het inschrij- contracten via een versnelde pro- • 110 begeleidingen waren in het cedure aan daklozen toe te wijzen; vingsregister 940 kandidaatkader van intensieve woonbege• de dienst Wonen ontving 93 aan- leiding voor daklozen, 60 begehuurders voor een SVK-woning; (2009: 104 aanvragen) voor leidingen waren op vraag van de • daarvan werden 249 personen vragen een versnelde toewijs van een woaangeschreven die het meest kans maatschappelijk werker; ning voor daklozen; 76 woonbegeleidingen werden op een sociale woning maakten, • stopgezet: 26 werden stopgezet waarvan 124 personen geselec- • daarvan werden er 5 doorverwezen naar de sociale huisvestingswegens verhuis, detentie… 18 perteerd werden; 42 aanvragen kwamen sonen verleenden geen medewer• het Onthaal van de dienst Wo- actoren, niet in aanmerking en 46 aannen kreeg 2.342 bezoekers over de king, 2 personen stierven en bij 30 vragen worden verder bekeken in vloer, dat is een stijging van meer personen werd een volledig sta2011; dan 42 procent ten opzichte van • bovendien werden ook 38 aanvra- biele situatie bereikt. 2009; gen die op wachtlijsten van 2009 • 779 bezoekers had een vraag naar stonden doorgestuurd (= totaal Bemiddeling • de vijf Gentse huisvestingsmaateen sociale woning, wat resulteer43 aanvragen doorgestuurd); schappijen verwittigden het de in 630 nieuwe inschrijvingen in totaal verbleven 37 ex-daklozen • OCMW over 639 personen met (2009: 480 nieuwe inschrijvinin één van de 43 woningen vooreen huurachterstand van twee gen); behouden voor daklozen. maanden (2009: 646); • op 1 augustus 2010 had het sociaal Woonbegeleiding daklozen voor 286 meldingen betrof het een • verhuurkantoor 800 kandidaatpersoon met een actief dossier bij bij 26 ex-daklozen die in 2009 in• huurders. het OCMW en werden de huurder tensieve woonbegeleiding kregen, en wijkwerker aangeschreven om werd de begeleiding in 2010 stopsamen een oplossing te vinden; gezet: - bij 14 personen werd de woon- • het aantal procedures gerechtelijbegeleiding stopgezet omdat de ke uitzetting bedroeg 890 (2009: cliënt voldoende zelfstandig was; 862); Wonen in nood - bij 5 personen werd een huurach- • het wijkwerk volgde hiervan 326 • OCMW Gent heeft 29 noodwoninterstand of overlast vastgesteld, personen actief op (2009: 298). gen voor mensen die hun woning 2 personen werden uit de woning verloren door brand, waterschade, gezet, 1 persoon weigerde het onbewoonbaarverklaring…; aanbod, 1 persoon werd gedetineerd en 2 personen overleden. • 56 gezinnen verbleven in 2010 in een noodwoning (2009: 68); Pensionwonen De Baai • voor 35 gezinnen werd in 2010 een • pension De Baai ontving 12 aanoplossing gevonden, 21 gezinnen vragen (2009: 17 aanvragen) voor verbleven eind 2010 nog steeds in opname; de noodwoning. 3 aanvragen werden afgekeurd,
•
4 goedgekeurd en 5 aanvragen zijn nog lopende; • in 2010 verbleven 20 personen in De Baai.
Wat kost het?
De verleende som voor borgen huishuur blijft ongeveer stabiel: 590.971 euro in 2010 tegenover 598.754 euro in 2009. Daarvan wordt wel 95 procent teruggevorderd (= 564.284 euro). De tegemoetkomingen in huishuur stijgt wel met 7 procent naar 1.085.626 euro (2009: 1.018.150 euro). Daarvan wordt 11 procent teruggevorderd (= 120.844 euro). De opbrengsten van de woningen verhuurd via het Sociaal Verhuurkantoor van OCMW Gent stijgt naar 311.966 euro (2009: 294.236 euro). De huurachterstand van de SVK-huurders bedroeg in 2010 slechts 2.636 euro (= 1,24%). De opbrengsten van de noodwoningen dalen 20 procent naar 51.638 euro omwille van een lagere bezettingsgraad (2009: 64.271 euro). De totaalopbrengst van alle verhuringen en verpachtingen (Sociaal Verhuurkantoor, De Baai, noodwoningen, seniorenflats…) bedroeg 2.274.716 euro (2009: 2.150.625 euro).
49
Energie en duurzaamheid Water, gas en elektriciteit zijn niet meer uit ons leven weg te denken. Het stijgende belang van energie vertaalt zich in een steeds vrijere energiemarkt. Maar doordat deze markt steeds complexer wordt, vergroot ook de kans dat mensen de boot missen. Een kerntaak van de Energiecel van OCMW Gent is daarom eerst en vooral om cliënten, maar ook interne diensten en maatschappelijk werkers, te informeren. Op vaste momenten zijn medewerkers van de cel aanwezig in de welzijnsbureaus en informatieve folders worden voortdurend up-todate gehouden en verspreid. Daarbij blijft het OCMW investeren in preventieve maatregelen om cliënten uit de schulden te houden en in intensieve begeleiding van cliënten die al schulden hebben. OCMW Gent behartigt de belangen van cliënten met energieschulden in de Lokale Adviescommissie (LAC). Door samen met de cliënt en de energieleveranciers naar oplossingen te zoeken, wordt geprobeerd om afsluiting van energie te voorkomen.
Energie en schulden Wie energieschulden heeft, kan bij het OCMW aankloppen, het OCMW kan de schulden dan ten laste nemen. Deze hulp is echter niet vrijblijvend. De aanvrager moet een verbintenis ondertekenen waarin hij/zij zich ertoe verbindt toekomstige energiefacturen op tijd te betalen en een actieve (langdurige) begeleiding van de Energiecel te aanvaarden. Daarbij streeft de Energiecel naar een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de dienst en de cliënt (figuur 31). figuur
31: energieschulden ten laste
250.000
Energieschulden ten laste
227.486
Cliënten met energieschulden ten laste
200.000 164.741
150.000
100.000
118.727
127.827
50.000
0
85
146
146
69
2007
2008
2009
2010
Zowel het aantal cliënten met energieschulden ten laste als het totale bedrag van de ten laste genomen schulden daalden spectaculair in 2010. Dit is vooral te verklaren door het feit dat Eandis sinds de invoering van de aardgasbudgetmeter in 2009 minder snel afsluitingen doorvoert. Cliënten kunnen hun afbetalingsplannen over drie jaar spreiden, wat voor de meeste gezinnen wel financieel haalbaar is. Bovendien is er ook een betere dossieropvolging vanuit de Energiecel, wat ook zijn vruchten afwerpt.
50
Lokale Adviescommissie (figuur 32) Iedereen heeft recht op een minimale levering van water, gas en elektriciteit voor huishoudelijk gebruik. Daartoe is in iedere Vlaamse gemeente een Lokale Adviescommissie opgericht waarin afgevaardigden van het OCMW en de verschillende energieleveranciers samen zetelen. De energieleverancier kan enkel overgaan tot afsluiting van de voorziening nadat de Lokale Adviescommissie dit heeft geadviseerd. Het OCMW verdedigt in de commissie de belangen van de cliënt. Wanneer de energieleverancier de minimale levering van energie wil stoppen, voert een maatschappelijk werker van het OCMW een onafhankelijk sociaal en financieel onderzoek uit en doet huisbezoeken om uit te maken of de abonnee niet wil of niet kan betalen en of er hulp kan en moet geboden worden. Alleen als de cliënt niet wil betalen en geen enkele hulp aanvaardt, wordt alle energie afgesloten (behalve tijdens de winter).
• Voor 2010 werd er door Eandis 202 keer afgesloten. In 110 gevallen betrof het een oplaadblokkade. De klant wordt
daarbij niet fysiek afgesloten en heraansluiting kan snel en kosteloos indien de klant een betaalplan aanvaardt. In 2009 sloot Eandis bij 117 cliënten de energietoevoer af.
• Watermaatschappij TMVV voerde 8 afsluitingen van water uit (2009: 0 afsluitingen). figuur
32: dossiers behandeld voor lac’s
3.500 3.000 2.500
Behandelde dossiers voor LAC Eandis (gas en elektriciteit)
3.030
Behandelde dossiers voor LAC TMVW (water)
2.727
2.156
2.149
2.000 1.500 1.000 500 0
320
485
83
2007
2008
2009
2010
Het aantal doorverwijzingen naar het LAC Eandis lag in 2010 zo’n 21 procent lager dan in 2009. Dit is te verklaren door het feit dat bij OCMW Gent 1 dossier gelijk is aan 1 cliënt, terwijl bij Eandis 1 cliënt verschillende dossiers kan hebben. In de loop van 2010 stelde Eandis een maximum van 150 dossiers per LAC in. Dit leidde ertoe dat minder cliënten aan bod kwamen in het LAC. Bovendien was er ook een betere dossieropvolging vanuit de Energiecel, wat zijn vruchten afwerpt. Het aantal dossiers voor het LAC TMVW (in de loop van 2008 opgericht) steeg met 51 procent. Deze stijging valt te verklaren doordat OCMW Gent aan de TMVW gevraagd heeft om per LAC-zitting meer dossiers door te sturen.
Budgetmeter Wie wordt afgesloten van gas of elektriciteit zit niet noodzakelijk zonder stroom. Via de budgetmeters elektriciteit, en sinds 2009 ook voor gas, kan voor een bepaald bedrag nieuwe stroom of gas opgeladen worden. Om de gastoevoer tijdens koude wintermaanden te verzekeren, kunnen cliënten die hun gas via de budgetmeter betalen en die aan bepaalde voorwaarden voldoen, een tussenkomst van 600 euro aanvragen. De tussenkomst wordt verspreid over twaalf maandelijkse opladingen van 50 euro. Zo leren we cliënten om in de zomer opladingen te doen om de winter te overbruggen. En sinds december 2010 (tot februari 2011) kunnen personen die geen geld hebben om hun budgetmeter gas op te laden bij het OCMW terecht voor een (maandelijkse) tussenkomst. OCMW Gent kan deze kost voor 70 procent recupereren bij de distributienetbeheerder.
• In 2010 ontvingen 42 personen een tussenkomst van 600 euro voor hun budgetmeter aardgas. • In december 2010 ontvingen 119 personen een (maandelijkse) tussenkomst voor een totaal bedrag van 9.124 euro. Hiervan vorderde het OCMW 6.386,8 euro terug van Eandis.
51
Tussenkomst bij stookolie-en brandstofkosten Huishoudens met een verhoogd recht op de ziekteverzekering, huishoudens met een laag inkomen en personen met een formele schuldenlast komen voor een stookoliepremie van het OCMW in aanmerking. Cliënten kunnen sinds 2008 voor hun aanvraag terecht bij twee maatschappelijk werkers die vaste zitdagen houden in de welzijnsbureaus, buurtcentra en dienstencentra in Gent en randgemeenten. Deze werkwijze bevordert een gelijke aanpak voor iedereen en stimuleert een inspanning van de aanvragers zelf.
• In 2010 ontving het OCMW 1.415 aanvragen voor een federale
stookoliepremie (2009: 1.108 aanvragen). Aan 1.277 cliënten werd effectief een premie verleend, voor een totaal bedrag van 89.454,72 euro (2009: 68.476 euro).
Het OCMW kwam in 2010 ook tussen in brandstofkosten. Opnieuw hangt de financiële hulp samen met een verbintenis. Het OCMW neemt de kosten van 1.000 liter brandstof enkel op zich als de cliënt belooft om de voorafbetalingen voor een volgende levering maandelijks correct uit te voeren. Als deze afspraak niet wordt nageleefd, moet het overgenomen bedrag terugbetaald worden aan de Energiecel.
Wie van elektriciteit of gas wordt afgesloten, kan via de budgetmeter voor een bepaald bedrag nieuwe stroom of gas opladen.
• Elf cliënten ontvingen een tussenkomst voor 1.000 liter brandstof. Samen met de zes lopende dossiers uit 2009, verrichten in 2010 15 personen voorafbetalingen op hun rekening budgetbeheer.
Samen duurzaam Het OCMW neemt energieschulden ten laste en verleent financiële tussenkomsten bij stookolie- en brandstofkosten. De beste manier echter om te verhinderen dat cliënten met hun energiefactuur in de problemen raken, is hen stimuleren duurzaam om te springen met energie. Alleen al door een paar kleine handelingen kan de energie- en waterfactuur gedrukt worden. Met deze gedachte voor ogen richtten Stad Gent, OCMW Gent en enkele andere partners eind 2007 vzw REGent op. Deze stedelijke vzw heeft als doel om het energie- en water- De KarWIJdienst van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum voert energiebesparende maatregelen uit bij OCMW-cliënten thuis. verbruik bij Gentenaars te doen dalen onder meer door het scannen van de huizen op zuinig energiegebruik. De nadruk ligt daarbij op kansarmen en senioren. Zij wonen vaak in huizen die niet zijn aangepast om energie te besparen. Na een energiescan krijgt de OCMW-cliënt een brief met verbetermogelijkheden voor zijn/haar woning. Cliënten die op basis van deze brief een energiezuinige maatregel willen laten uitvoeren, kunnen daarvoor een financiële tussenkomst van maximum 500 euro aanvragen bij het OCMW. De tussenkomst wordt gehaald uit het eigen OCMWbudget en uit het sociaal fonds voor gas en elektriciteit.
• In 2010 lieten 365 OCMW-cliënten een energiescan uitvoeren in hun woning (2009: 512 energiescans). • 243 cliënten kregen daarna een tussenkomst voor een energiebesparende maatregel of voor de aankoop van een energiezuinig toestel (2009: 177 tussenkomsten).
• 34 OCMW-cliënten konden in 2010 gebruik maken van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Het fonds kent renteloze leningen toe aan OCMW-cliënten om energiebesparende maatregelen in hun woningen te financieren.
52
Energie en duurzaamheid in cijfers Energie Energieschulden • het OCMW nam de energieschulden ten laste van 69 cliënten (2009: 151 cliënten) voor een totaalbedrag van 118.727 euro (2009: 164.741 euro). Lokale Adviescommissie • het OCMW behandelde 2.149 dossiers van cliënten voor de Lokale Adviescommissie Eandis (2009: 2.727 dossiers) en 485 dossiers van cliënten voor de Lokale Adviescommissie TMVW (2009: 320); • bij 92 cliënten (2009: 117 cliënten) sloot Eandis de energietoevoer effectief af, bij 8 cliënten werd het water afgesloten (2009: 0 afsluitingen). Budgetmeter • 42 personen kregen een tussenkomst van 600 euro voor hun budgetmeter gas; • In december 2010 ontvingen 119 personen een (maandelijkse) tussenkomst voor een totaal bedrag van 9.124 euro. Hiervan vorderde het OCMW 6.386,8 euro terug van Eandis (nieuwe maatregel).
Duurzaamheid
• 365 OCMW-cliënten lieten een energiescan uitvoeren door vzw REGent (2009: 512);
• 243 cliënten kregen na de scan een financiële tus-
senkomst voor energiezuinige maatregelen aan van maximum 500 euro (2009: 177 cliënten); • in 135 gevallen (2009: 137) werd het geld besteed aan de aankoop van een energiezuinig toestel, de overige 108 dossiers (2009: 40 dossiers) betrof een tussenkomst van de KarWIJdienst van het OTC (dakisolatie, spaardouchekop…); • 34 cliënten maakten gebruik van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, dat renteloze leningen toekent aan OCMW-cliënten om energiebesparende maatregelen uit te voeren; • de OCMW-gebouwen worden van 100 procent groene stroom voorzien; • al het aangekochte papier en omslagen zijn 100 procent milieuvriendelijk.
Wat kost het?
Tussenkomsten in stookolie- en brandstofkosten De steun voor energiekosten in 2010 bedroeg 556.000 • het OCMW ontving 1.415 aanvragen voor een stook- euro, tegenover 517.822 euro in 2009. oliepremie (2009: 1.108 aanvragen); • aan 1.277 cliënten (2009: 895 cliënten) werd effectief een premie verleend, voor een totaal bedrag van 89.455 euro (2009: 68.476 euro); • 11 cliënten ontvingen een tussenkomst voor 1000 liter brandstof (2009: 11 cliënten); • 15 cliënten verrichten al voorafbetalingen voor een volgende levering (2009: 22 cliënten).
53
Psychologische hulp Cliënten die bij het OCMW aankloppen, hebben vaak een gecompliceerd verhaal, waarbij armoede zowel oorzaak als gevolg is van verslaving, fysieke en/of psychische problemen. Deze problemen werken op elkaar in en veroorzaken een negatieve spiraal met vaak sociaal isolement als eindpunt. Psychologen kunnen het (onderliggende) kluwen van problemen in kaart brengen en in z’n geheel aanpakken. Daarom spelen ze een essentiële rol vóór, tijdens en na het proces van activering van cliënten naar maatschappelijke integratie en werk.
Laagdrempelige hulp De drempel naar psychologische hulp is meestal erg hoog. Daarom zoeken de OCMW-psychologen zelf cliënten op die hulp nodig hebben. Ze organiseren wekelijkse zitdagen in welzijnsbureaus en verschillende diensten. Indien nodig, brengen de psychologen zelfs bezoeken aan huis. Zo proberen ze problemen aan te pakken voor ze escaleren en onomkeerbaar zijn (figuur 33). Bovendien kunnen ook maatschappelijk werkers en trajectbegeleiders bij de psychologen terecht voor advies over de activeringsmogelijkheden van mensen met verslavingsproblemen, mentale, psychische en/of psychiatrische problemen. figuur
33: psychologische dienst - behandelde cliënten en gesprekken
2.000 1.769
1.800
1.703
1.600
1.456
1.400 1.200
Aantal gesprekken (minstens 1 uur) Aantal behandelde cliënten
1.283 1.117
1.000 716
800 600 400
778
581 465
452
200 0
2006
2007
2008
2009
2010
Bij 94 procent van de begeleidingen in 2010 kwam het thema activering (samen zoeken naar mogelijkheden op vlak van hobby’s, opleiding, werk…) aan bod. Bij 1 op 4 cliënten (27 procent) werden de doelstellingen van de therapie behaald (2009: 23 procent).
Klemtoon op activering Wie iets om handen heeft, zoals werk, een studie of een hobby, voelt zich vaak beter. Daarom legden de psychologen ook in 2010 de klemtoon op activering als instrument om cliënten te helpen. In samenspraak met de cliënt zoeken ze naar de best passende sociale en professionele activering. Tegelijkertijd pakken de psychologen de problemen aan die maatschappelijke participatie en/of werk belemmeren, zoals depressie, psychose, partnerproblemen, verslaving… De psychologen plaatsten elke cliënt op een trap van de activeringsladder en bepaalden welke trap de cliënt zou kunnen bereiken na psychologische begeleiding (figuur 34).
54
figuur
34: psychologische dienst - behandelde cliënten en gesprekken
60 50
Initiële verdeling van cliënten op activeringsladder
51%
40
37%
30 20
26% 21%
20% 12%
10
15%
13%
2%
0
Verdeling van cliënten op activeringsladder na psychologische hulp (inschatting)
Zorg en hulpverlening
Sociale activering
Arbeidsactivering
3%
Arbeidstoeleiding
Reguliere arbeid
51 procent van de cliënten die de Psychologische dienst binnenstappen, bevindt zich in de zorg- en hulpverlening bevinden. Na behandeling kan dit cijfer tot 21 procent teruggebracht worden.
Gespecialiseerde hulp op maat Sinds 2008 zijn Integrale Gezinsbegeleiding, project Perspectief en de Jongerenwerking ondergebracht in drie Methodische cellen. De cellen bundelen gespecialiseerde hulpverlening voor respectievelijk multiprobleemgezinnen, (ex-)drugverslaafden en randgroepjongeren. De maatschappelijk werkers binnen de cellen werken decentraal vanuit de welzijnsbureaus, dicht bij de cliënten, maar worden centraal aangestuurd en ondersteund. Ze hebben als doel intensief met de cliënten samen te werken en problemen in de wortel aan te pakken. Het grote voordeel van de nieuwe werkwijze is dat cliënten te maken krijgen met hulpverleners die, door intensieve vorming, inhoudelijk gespecialiseerd zijn in hun bepaalde problematiek.
Voor één op de drie (begeleidingen van) cliënten betrekken de psychologen externe diensten zoals huisartsen, psychiaters en wijkgezondheidscentra.
55
Integrale Gezinsbegeleiding In sommige gezinnen met kinderen spelen meerdere problemen tegelijk. Deze problemen kunnen van financiële of opvoedkundige aard zijn of hebben te maken met huisvesting of gezondheid. Hierdoor is er geen rust of structuur binnen het gezin en krijgen gezinsleden het gevoel dat ze geen greep hebben op hun eigen leven. Integrale Gezinsbegeleiding bestaat uit acht gespecialiseerde maatschappelijk werkers en een intercultureel medewerker die aangestuurd worden door twee OCMW-psychologen. Door middel van een intensieve en specifieke begeleiding willen ze de meest kwetsbare Gentse gezinnen met problemen op verschillende levensdomeinen helpen.
• In 2010 begeleidden de medewerkers van Integrale Gezinsbegeleiding 118 gezinnen (2009: 98 gezinnen). In meer
dan de helft van de dossiers (62 procent) werd opvoedingsondersteuning op vraag van de ouders geboden (2009: 61 procent).
Het jaar van de armoedebestrijding – in het teken van het kind 2010 was het jaar van de bestrijding van armoede. Integrale Gezinsbegeleiding bewaakte mee dat er vooral aandacht was voor de kinderarmoede en generatiearmoede.
• Er werd opvoedingsondersteuning in groep gegeven met als doel kinderen weerbaarder te maken. Dit
gebeurt via assertiviteitstraining, communicatietraining, omgaan met angst en depressiegevoelens, omgaan met problemen van ouders, zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen verhogen. De Koning Boudewijnstichting subsidieerde dit project met 8000 euro.
• Integrale Gezinsbegeleiding gaf ook meer input aan maatschappelijk werkers om gericht kinderarmoede
aan te pakken. Zo werden er bijvoorbeeld op wijkniveau vormingen uitgewerkt rond schoolgaan en spijbelen. En aan alle maatschappelijk werkers werd het spijbelactieplan van Gent toegelicht en de verschillende types van het bijzonder onderwijs uitgelegd. Integrale Gezinsbegeleiding maakte een document met al deze informatie, zodat de maatschappelijk werkers beter het schoolverleden en de capaciteiten van hun cliënten kunnen inschatten.
• Voor de doelgroep ‘etnisch culturele minderheden’ werd gestart met psychologische hulp met een tolk. Dossiers met betrekking tot activering en opvoedingsondersteuning krijgen hierbij voorrang. Op die manier wordt getracht om generatiearmoede te bestrijden, wat binnen de doelgroep van de etnisch culturele minderheden een vaak voorkomend probleem is.
• Er werd over gewaakt dat er systematisch aandacht kwam voor kinderen in de verslagen aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD).
• Tenslotte werden er veel inspanningen geleverd om externe samenwerkingen en expertise uit te bouwen. Integrale Gezinsbegeleiding woonde een debatlunch bij over armoede en bijzondere Jeugdzorg op de UGent. En de dienst nam ook deel aan een tweedaags Europees congres ‘Oproep tot een EU-aanbeveling inzake kinderarmoede en kinderwelzijn’ in Marche- en Famenne. Dit zorgde voor nieuwe contacten met de kinderrechtencoalitie en het kinderrechtencommissariaat.
Perspectief (figuur 35) Project Perspectief integreert mensen met een (ex-)drugprobleem in de maatschappij via een traject naar werk. Het unieke project vertrekt dus niet vanuit het probleem van de cliënt, maar vanuit zijn mogelijkheden, om zo dat probleem aan te pakken. Perspectief is een samenwerking met De Sleutel, een organisatie gespecialiseerd in drughulpverlening. In 2010 engageerden 14 maatschappelijk werkers zich halftijds voor Perspectief, tien wijkwerkers en vier trajectbegeleiders naar werk. Ze trachten via observatie een zo grondig mogelijk beeld van de cliënt te verkrijgen op alle levensdomeinen, met speciale aandacht voor vaardigheden op vlak van werk. Via individuele begeleiding wordt dan naar een passende job toe gewerkt.
56
figuur
35: perspectief - activeringstraject van cliënten met een (ex) drugsprobleem
25
2008
2009
22 20
20
18
15
2010
19 17
15
16
11
10
9
5
5 3
0
20
2
3 0
Detentie of werkstraf
1
4
2
Arbeidstoeleiding
Reguliere arbeid
Arbeidsactivering
Sociale activering
Zorg- en hulpverlening
Het voorbije jaar zette Perspectief extra in op langdurige activering en werd geprobeerd om meer cliënten toe te leiden naar effectieve tewerkstellingsvormen. Dit resulteerde in een significante toename binnen de trappen ‘Arbeidsactivering’ en ‘Reguliere Arbeid’. Zo waren op 31 december 2010 20 cliënten effectief aan het werk (binnen het normaal economisch circuit, art. 60, Wep+ of arbeidszorg).
Jongeren en welzijn Net zoals iedereen kunnen jongeren voor alle soorten hulp in de verschillende welzijnsbureaus terecht. Maar het OCMW heeft ook nog een aparte cel Jongerenwerking, die zich richt tot de meest kwetsbare jongeren. De cel begeleidt alleenstaande minderjarigen en jongeren tussen 18 tot 25 jaar die woononstabiel zijn of een recente tussenkomst kregen van bijzondere jeugdbijstand (maximum één jaar geleden). 2010 was, na de oprichting halfweg 2009, het eerste volledige werkjaar van de cel Jongerenwerking. De cel investeerde het voorbije jaar vooral in de uitbouw van samenwerkingsverbanden, zowel intern met andere OCMW-diensten als extern met organisaties zoals het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) en het Jongerenadviescentrum (JAC). De Jongerenwerking bestaat uit zeven gespecialiseerde medewerkers die werken vanuit de welzijnsbureaus Gent Noord en Gent Zuid.
• Op 31 december 2010 waren er 264 dossiers (2009: 197 dossiers) in begeleiding bij de Jongerenwerking. • Er waren 101 nieuwe dossiers, 82 dossiers werden in de loop van 2010 afgesloten.
57
Psychologische hulp in cijfers Psychologische hulp Profiel cliënten
• de psychologen voerden 1.703 gesprekken van min-
Psychologische ondersteuning (Methodische cellen)
• de psychologen stuurden de drie Methodische cellen
aan: Integrale Gezinsbegeleiding, Perspectief en de Jongerenwerking. stens één uur met cliënten (2009: 1.769); • de psychologen behandelden in totaal 778 cliënten Integrale gezinsbegeleiding (2009: 716 cliënten); • de medewerkers van Integrale Gezinsbegeleiding be• uit deze groep meldden 489 (63 procent) nieuwe cli- geleidden 118 gezinnen (2009: 98 gezinnen); ënten zich aan en waren 287 (37 procent) cliënten van • bij 62 procent van de gezinnen werd opvoedingsonvorige jaren gekend; dersteuning geboden op vraag van de ouders; • de verhouding man – vrouw bedroeg respectievelijk • daarnaast waakten de medewerkers van de cel ook 428 (55 procent) – 350 (45 procent); over de veiligheid van de kinderen (25 procent), traden • - kinderen en jongeren tot 25 jaar maakten 22 procent ze op als casemanager (17 procent)… uit van het totaal aantal begeleide cliënten; • 31 procent van de tijd werd gespendeerd aan huisbe• 28,5 procent (221 cliënten) van het totaal aantal be- zoeken, 31 procent aan bureelgesprekken, 14 procent handelde cliënten had een andere etnisch-culturele aan extern overleg… achtergrond (in 2009 was dit 28%); • - 56 anderstalige cliënten kregen psychologische hulp Perspectief met de hulp van een tolk. • in 2010 begeleidde Perspectief 92 (ex-)drugsverslaafden met als doel een job op de arbeidsmarkt (2009: Hulpvragen 96 cliënten); • bij 94 procent van de behandelingen werd samen met • 25 dossiers werden in de loop van 2010 afgesloten; de cliënt naar een passende sociale of professionele • van de 67 overblijvende cliënten waren 29 cliënten efactivering gezocht; fectief aan het werk, 17 cliënten namen deel aan een • daarnaast werkten de psychologen rond thema’s als sociaal activeringsproject. sociale vaardigheden (40 procent van de cliënten), zelfbeeld (62 procent), emotieregulering (50 procent)… Jongerenwerking • 15 procent van de cliënten die de Psychologische • de medewerkers van de Jongerenwerking begeleidden 264 alleenstaande minderjarigen en jongeren dienst binnenstappen, is aan de slag (Wep+, artikel tussen 18 tot 25 jaar die woononstabiel zijn of een 60…). Na psychologische hulp is dit 37 procent; • bij 1 op 3 cliënten (36 procent) werd samengewerkt recente tussenkomst kregen van de bijzondere jeugdbijstand (2009: 197 dossiers); met externe diensten; • bij 1 op 4 cliënten (27 procent ) werden de doelstellin- • er waren 101 nieuwe aanvragen, 82 dossiers werden afgesloten. gen van de therapie behaald (2009: 23 procent).
58
Juridische hulp Elke Gentenaar is bij het OCMW welkom voor juridisch advies en juridische bemiddeling tussen betrokken partijen. Wie rechtshulp wil, kan een bezoekje brengen aan de dienst zelf, of kan op de zitdag terecht in het welzijnsbureau in de buurt.
De medewerkers van de cel Schuldbemiddeling dienden het voorbije jaar bij de Arbeidsrechtbank 185 keer een verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling voor cliënten in.
Rechtshulp en juridisch advies Het aantal mensen dat bij het OCMW aanklopte voor juridisch advies liep lichtjes terug ten opzichte van 2009 (426 nieuwe dossiers in 2010 ten opzichte van 452 nieuwe dossiers in 2009). De Juridische dienst geeft niet alleen juridisch advies aan cliënten. De juristen volgen ook de juridische dossiers op van cliënten en geven advies aan de instanties die deze dossiers opstarten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om procedures over echtscheiding en onderhoudsgeld, dossiers van de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO), procedures voor de Arbeidsrechtbank of dossiers met een probleem van andere juridische aard.
• In 2010 bekeken de juristen 572 dossiers van cliënten, tegenover 673 dossiers in 2009 en 458 dossiers in 2008
De juristen lezen alle sociale verslagen van maatschappelijk werkers en verslagen van de welzijnsbureaus na. Dat is vooral belangrijk in het kader van de ‘lijnbewaking’. Dit betekent dat elke aanvraag van een cliënt op dezelfde wijze wordt behandeld. Als een cliënt niet akkoord gaat met een beslissing van het OCMW kan de cliënt beroep aantekenen bij de Arbeidsrechtbank. De Juridische Dienst volgt het dossier dan verder op.
Bijstand bij schulden De Juridische Dienst is het aanspreekpunt binnen het OCMW voor alles wat met schuldhulpverlening te maken heeft. Voor een nog betere ondersteuning organiseren de juristen van de helpdesk Schuldbemiddeling zitdagen in de verschillende welzijnsbureaus waar ze dan advies aan cliënten en/of maatschappelijk werkers leveren.
59
Schuldbemiddeling Bij schuldproblemen onderzoekt de maatschappelijk werker in eerste instantie de financiële situatie van de cliënt. Daarna wordt samen een haalbaar afbetalingsplan opgesteld. De maatschappelijk werker bemiddelt daarbij met de schuldeiser. Als erkende schuldbemiddelaar betaalt het OCMW wel nooit zelf schulden af en leent geen geld.
Budgetbeheer en –begeleiding De hulp die het OCMW biedt, gaat van een éénmalige bemiddeling voor een schuld, tot een intensieve begeleiding naar een gezonde portefeuille. Daarbij heeft de cliënt de keuze tussen budgetbegeleiding en budgetbeheer. Bij begeleiding blijft de cliënt zelf alle betalingen uitvoeren, terwijl bij budgetbeheer de maatschappelijk werker hiertoe een volmacht krijgt. De persoon met een schuld heeft dan natuurlijk wel nog voldoende inspraak.
• De maatschappelijk werkers volgden 1.195 budgetbeheren (2009: 1.212 budgetbeheren) en 2.519 budgetbegeleidingen (2009: 2.420 budgetbegeleidingen) op.
Collectieve schuldenregeling (figuur 36) Als de schulden zo hoog zijn opgelopen dat er geen haalbaar afbetalingsplan mogelijk is, stuurt de maatschappelijk werker aan op een collectieve schuldenregeling. Dat is een regeling voor de rechtbank waarbij de inkomsten van de cliënt volledig worden beheerd door een schuldbemiddelaar. De schuldenregeling heeft als voordeel dat het leefgeld van de cliënt wordt verzekerd en dat schuldeisers geen extra stappen meer kunnen ondernemen. figuur
36: totaal aantal aanvragen /infovragen schuldenregeling t.o.v. aantal verzoekschriften dat daaruit resulteert
500 444
450 400
Aantal infovragen/aanvragen schuldenregeling van cliënten aan OCMW Aantal verzoekschriften OCMW aan Arbeidsrechtbank voor opstart schuldenregeling
356
350 300
455
332
250 200 150
164
140
185
98
100 50 0
2007
2008
2009
2010
Zowel het aantal vragen over en aanvragen tot schuldenregeling als het aantal verzoekschriften tot de Arbeidsrechtbank dat hieruit resulteert, is in 2010 lichtjes gestegen.
60
OCMW Gent maakt kennis met Rotterdams handhavingsbeleid
OCMW Gent en de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Rotterdam wisselden ervaringen uit op vlak van handhavingsbeleid.
Hoe zorgen we ervoor dat de plichten verbonden aan het recht op een menswaardig bestaan worden nageleefd? Hoe sporen we fraude op en hoe combineren we dit met hulpverlening? Dit en nog veel meer was het thema van een ‘meet en greet’ tussen het OCMW Gent en Rotterdam. De sterkere aandacht voor handhaving kadert binnen onze kerntaak, namelijk mensen begeleiden naar een menswaardig leven en naar integratie in de maatschappij. Door er voor te zorgen dat onze financiële steun terecht komt bij de mensen die er daadwerkelijk recht op hebben, houden we het maatschappelijk draagvlak voor onze steun sterk. Zo kunnen we blijven doen waar we als OCMW Gent voor staan: zorg dragen voor de zwaksten in onze samenleving. ‘Fraude-busters’ Het thema dat centraal stond in de ervaringsuitwisseling van Rotterdam en Gent was de Nederlandse aanpak van het handhavingsbeleid. Handhaving is hetzelfde als zeggen dat het beleid rechtvaardig georganiseerd moet zijn: wie geen recht heeft op een uitkering, mag er ook geen krijgen. Wie financiële hulp nodig heeft in Nederland, brengt hiervoor de nodige papieren binnen. Het OCMW werkt net hetzelfde maar in Nederland gaan ze nog een stap verder in het sociaal onderzoek. Het SoZaWe heeft een ruimere bevoegdheid om de financiële situatie van de cliënt in kaart te brengen. Hierbij horen bijvoorbeeld bankafschriften die opgevraagd worden en buitenlandse bankrekeningen die gecontroleerd worden. Een team, dat zich de sociale recherche noemt, kan zelfs tot strafrechtelijke acties overgaan zoals inbeslagname en aanhouding. Kordate vriendelijkheid De cijfers bewijzen dat deze kordate aanpak loont: op zes maanden tijd vond 24 procent de weg terug naar de arbeidsmarkt. Dit komt neer op ruim 5 miljoen euro die niet langer door de Nederlandse overheid aan uitkeringen dient betaald te worden. “Fraude pakken we meteen aan. We gebruiken een soort check-list waarmee we risico’s in kaart brengen. We gaan repressief om met fraudesignalen en pakken het ook proactief aan door risicoprofielen te detecteren” vertelt Iman El Haddad van SoZaWe. Hierin wordt ook intensief met werkgevers samengewerkt: wie iemand zwart tewerk stelt, wordt aangesproken vanuit de SoZaWe om deze mensen een contract te geven.
61
Complexe situatie De sociale dienst van het OCMW gaat werk maken om de kennis uit Rotterdam te integreren in de werking. Maar dat zal zeker nog wat voeten in de aarde hebben. Het cliënteel van een OCMW komt namelijk vanuit alle hoeken van de wereld. Het is niet altijd evident om zicht te krijgen op buitenlandse spaarrekeningen en eigendommen. Ook de taal is een drempel om deze mensen uit te leggen wat ze moeten doen om recht te hebben op financiële steun. Bovendien is ook de hulpverlening, en dus ook de controle, doorheen de jaren complexer geworden. Mensen hebben dan ook het recht om duidelijk verteld te krijgen wat een OCMW wel en niet kan doen. Ze moeten hun plichten naast hun rechten kennen en duidelijkheid krijgen over hoe en wanneer ze geholpen worden. De versterkte aandacht voor handhaving resulteerde in 2010 al in enkele concrete acties:
• Er werd een duidelijker kader rond activering en handhaving uitgewerkt. Indien de cliënt zijn plichten
niet nakomt, kan dit nu nog duidelijker gekoppeld worden aan bepaalde maatregelen zoals de stopzetting van het leefloon.
• De toekenningsvoorwaarden voor het recht op leefloon en levensminimum werden strikter ingevuld. • Er werd een interne studiedag georganiseerd voor hoofdmaatschappelijk werkers, diensthoofden en leden van het Managementteam. Op het einde van de dag werden er verbetervoorstellen uitgewerkt om handhaving beter te implementeren.
• Beleidsmatige samenwerking met externe partners zoals de politie, interimkantoren, taalaanbodverstrekkers en het Loket Migratie van de stad Gent werd verder uitgediept.
62
Juridische hulp in cijfers Rechtshulp en juridisch advies
• de juristen registreerden 572 dossiers (2009: 673 en
Bijstand bij schulden
Budgetbeheer en budgetbegeleiding 2008: 458); • de maatschappelijk werkers volgden 1.195 budget • in 452 dossiers werd rechtshulp geboden (2008: 414 beheren (2009: 1.212 budgetbeheren) en 2.519 budgetbegeleidingen (2009: 2.420 budgetbegeleidingen) op; dossiers); • er werden 72 nota’s Bijzonder Comité van de Sociale Collectieve schuldenregeling Dienst (2009: 62) en 30 nota’s Vast Bureau (2009: 41) • de juristen behandelden 455 dossiers (2009: 444 dosopgemaakt; siers) van cliënten die informatie vroegen over (het • er waren 132 gewone beroepszaken (2009: 142) han- opstarten van) een procedure collectieve schuldenregende voor de Arbeidsrechtbank, waarvan 28 (2009: geling; 29) nieuw werden ingeleid in 2010; in 185 van de 455 behandelde dossiers werd effectief • er waren 220 politieke vluchtelingendossiers (2009: • een verzoekschrift opgesteld tot het verkrijgen van 250) hangende voor de Arbeidsrechtbank, waarvan 7 een collectieve schuldenregeling. (2009: 14) nieuw werden ingeleid in 2010; in 2010 stelde de rechtbank het OCMW 34 maal aan • de juristen legden één klacht bij de Arbeidsauditeur • als schuldbemiddelaar (2009: 39 maal); neer (2009: 1); in totaal was het OCMW in 2010 in 185 dossiers als • de juristen verstuurden 612 uitnodigingen voor de • schuldbemiddelaar actief (2009: 187 dossiers en hoorzitting. (2009: 564). 2008: 184 dossiers); • 25 dossiers collectieve schuldenregeling werden afgesloten, waarvan 20 omdat de schuldenregeling volledig werd nageleefd; • de overige 5 dossiers werden afgesloten op vraag van het OCMW (2 dossiers) of door totale schuldkwijtschelding door de rechtbank (3 dossiers); • volgens de cijfers van de Nationale Bank behandelt het OCMW Gent als schuldbemiddelaar 5,50 % van alle dossiers collectieve schuldenregeling in het gerechtelijk arrondissement Gent.
63
Vrije tijd Het OCMW Gent wil de drempel naar cultuur en vrije tijd verlagen voor gezinnen die het minder breed hebben. Dat werkt aan twee kanten. Cultuur verzet de zinnen, maar draagt ook bij tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie.
De Pagadder Kinderen in armoede verdienen om dezelfde kansen en een gelijke behandeling te krijgen als hun leeftijdsgenootjes. Zeker op vlak van ontspanning, want een kind is geen kind als het niet kan spelen. De kinderen van ouders die een beroep doen op het OCMW vinden vaak de weg niet naar het bestaande jeugdwerk. Voor hen biedt de OCMW-vakantiewerking De Pagadder een alternatief. Tijdens de schoolvakanties organiseert de werking voor kinderen van drie tot vijftien jaar een vakantieopvang met allerlei spetterende activiteiten. En in de zomervakantie gaan de Pagadders naar jaarlijkse traditie op kamp. Ook kinderen van personeelsleden van OCMW Gent en AZ Jan Palfijn zijn op alle activiteiten welkom. Eind juli 2010 kon De Pagadder zijn intrek nemen in het gloednieuwe gebouw op het Henri Storyplein in Gent.
• In 2010 kwamen er gemiddeld 47 kinderen per dag naar de vakantieopvang (2009: 64 kinderen per dag). Deze kinderen kwamen uit 111 verschillende gezinnen (2009: 259 gezinnen).
• Het grote verschil ten opzichte van 2009 is te verklaren door het feit dat in 2010 enkel ouders met een actief dossier hun kinderen konden inschrijven. Vroeger konden ook kinderen van ouders met een passief dossier blijven komen naar de Vakantiewerking.
Nieuwbouw voor vakantiewerking De Pagadder Op 27 oktober 2010 kon jongerenwerking De Pagadder van het OCMW Gent eindelijk zijn intrek nemen in een nieuwbouw aan het Henri Storyplein. De jongerenwerking zat tot dan op verschillende locaties in Gent en had al lang nood aan een eigen vaste stek. In het nieuwe gebouw is plaats voor een 100-tal kinderen en 20 animatoren.
Op 27 oktober 2010 werd de nieuwbouw voor OCMW-vakantiewerking De Pagadder plechtig geopend.
De Pagadder organiseert tijdens de schoolvakanties opvang, met een speelpleinwerking en een kamp, voor kinderen van 3 tot en met 15 jaar van OCMW-cliënten. Ook kinderen van personeelsleden van het OCMW en van het ziekenhuis Jan Palfijn kunnen terecht bij De Pagadder.
Van barak naar nieuwbouw Het nieuwe gebouw is 458 vierkante meter groot en kostte 775.758,91 euro incl. BTW. Het project werd gedeeltelijk gefinancierd met middelen uit het Federaal Grootstedenfonds. Het ontwerp en de realisatie gebeurden door de dienst Facility Management van OCMW Gent. “Centraal in het gebouw is er een grote zaal, waar de kinderen ’s middags kunnen eten en waar de binnenactiviteiten plaatshebben”, vertelt Liesbeth Stevens, hoofdmaatschappelijk werkster van de dienst Jongerenwerking van het OCMW Gent. “Op die grote ruimte komen drie lokalen uit, aangepast aan de leeftijdsgroepen: de kleuters, de middengroep en de tienerwerking. Verder beschikken we over een onthaalruimte, een keuken, een sanitair blok en een materiaalhok. Op het Storyplein zelf zijn er voldoende sport- en grasvelden met bomen en speeltuigen.”
64
Financiële ondersteuning Lid zijn van een sportclub of een andere vereniging bevordert de ontwikkeling, vermijdt uitsluiting en stimuleert integratie. Dit geldt in het bijzonder voor kansarmen. Daarom kunnen cliënten en hun gezinsleden bij het OCMW Gent een financiële tussenkomst krijgen voor activiteiten die de socioculturele participatie versterken. Het OCMW betaalt 90 procent terug van het lidgeld van een culturele- of sportvereniging, het inschrijvingsgeld voor een jeugdbeweging, een kunstacademie, een pc- of andere vrijetijdscursus, het toegangsgeld voor een toneelvoorstelling, een bioscoopuitstap…
• In 2010 verleende het OCMW aan 1.065 cliënten (2009: 1.305 cliënten) een financiële tussenkomst voor een deelname aan een socioculturele activiteit (sport, jeugdbeweging, toneel, cursus…).
Bovendien fungeerde het OCMW ook in 2010 als centraal aanspreekpunt voor het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen. Dit initiatief geeft mensen in armoede de kans om aan een sociaal tarief daguitstappen en meerdaagse vakanties te maken. Medewerkers van het OCMW ondersteunen de cliënten van het OCMW bij het indienen van hun aanvraag tot reservatie.
• In 2010 reserveerden 178 cliënten (2009: 120 cliënten) van het OCMW een daguitstap met het steunpunt Vakantieparticipatie. 23 cliënten boekten een vakantieverblijf via het steunpunt (2009: 16 cliënten).
Netwerk Vrijetijdsparticipatie De stad Gent en OCMW Gent richtten samen met armoedeverenigingen het Netwerk Vrijetijdsparticipatie op. In deze context werd in 2009 het ‘stedelijk reglement 80/20’ uitgewerkt. Door dit reglement kunnen mensen in armoede via hun organisatie 80 procent van de gemaakte kosten voor deelname aan cultuur, sport of jeugdwerk terugbetaald krijgen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om toegangsgeld, jeugd- en sportkampen, babysit via Kind en Gezin… De subsidie is ook mogelijk voor groepen. Bovendien koopt het Netwerk Vrijetijdsparticipatie ook tickets aan bij culturele organisaties die aan één euro worden doorverkocht aan cliënten van OCMW Gent en erkende Gentse armoedeverenigingen.
• In 2010 betaalde het Netwerk Vrijetijdsparticipatie aan 21 organisaties 80 procent van de kosten terug voor pro-
jecten die de vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede willen verhogen voor een totaal bedrag van 58.565 euro. Het grote verschil ten opzichte van 2009 (5.063 euro) ligt aan het feit dat 2010 pas het eerste volle werkingsjaar was waarin de subsidie werd toegekend.
• Het Netwerk Vrijetijdsparticipatie kocht ongeveer 6.000 tickets aan die werden doorverkocht aan één euro aan Gentenaars in armoede.
Door de drempel naar cultuur en vrije tijd te verlagen, wil OCMW Gent cliënten stimuleren tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie.
65
Cultuur aan één euro Verschillende socioculturele organisaties bieden het OCMW Gent gratis tickets aan voor voorstellingen of evenementen. Daarnaast koopt het Netwerk Vrijetijdsparticipatie ook zelf tickets aan van culturele organisaties. De cel Communicatie beheert dit aanbod en maakt het via folders, brochures of mailings bekend aan OCMW-cliënten, die zich inschreven in een zogenaamde ‘evenementendatabase’. Wie geïnteresseerd is, kan een ticketje kopen voor de symbolische prijs van één euro. Het aanbod wordt bekend gemaakt via flyer, folder, mailbericht, en sinds april 2010 ook per sms. Dit wordt in twee gevallen gedaan: als er een last minute aanbod is van een evenement en we de cliënten niet via mail of brief kunnen verwittigen en als de ticketverkoop niet vlot verloopt. Dan doet Communicatie een tweede bekendmakingsronde via sms.
• Het OCMW had een aanbod van totaal 9.284 tickets voor evenementen zoals het Festival van Vlaanderen, het Film-
festival Gent, de openluchtschaatspiste… Dat is een stijging van 39 procent ten opzichte van 2009 (6.680 tickets). 8.741 tickets aan één euro werden effectief verkocht aan cliënten, wat een verkooppercentage is van 94 procent.
• Op 31 december 2010 bevatte de evenementendatabase 1.136 gsm-nummers (2009: 554 nummers).
Er werden 4.528 sms-berichten verstuurd voor drie evenementen: de Wielerzesdaagse, het Festival van Vlaanderen en het Landjuweelfestival.
Vrije tijd in cijfers OCMW Vakantiewerking
Financiële tussenkomsten voor vrije tijd
55 vakantiedagen bij de OCMW Vakantiewerking terecht (in 2009: 60 dagen); • in totaal waren er 2.600 aanwezigheden (in 2009: 3.848 aanwezigheden); • dit betekende een gemiddelde van 47 kinderen per dag (in 2000: 64 kinderen per dag); • deze kinderen kwamen uit 111 verschillende gezinnen (in 2009: 259 gezinnen); • er gingen 68 kinderen van vijf tot en met vijftien jaar mee op kamp naar De Fiertel in Ronse (in 2009: 88 kinderen).
cliënten) een financiële tussenkomst voor een deelname aan een socioculturele activiteit (sport, jeugdbeweging, toneel, cursus…); • 178 cliënten reserveerden via het steunpunt Vakantieparticipatie een daguitstap, 23 cliënten boekten via het steunpunt een vakantieverblijf; • het Netwerk Vrijetijdsparticipatie kende in 2010 subsidies toe aan 21 organisaties die vrijetijdsactiviteiten organiseren voor kansarmen, voor een totaal bedrag van 58.565 euro; • 1.549 cliënten (= 17 procent van het totaal aantal cliënten in hulpverlening) schreven zich in de database voor evenementen aan 1 euro in, tegenover 1.383 cliënten in 2008; • het OCMW kreeg van verschillende organisaties in totaal 9.284 tickets voor evenementen aan 1 euro (2009: 6.680 tickets); • dat is een stijging van 39 procent ten opzichte van 2009; • er werden 8.741 tickets effectief verkocht, wat een verkooppercentage van 94 procent is.
• de kinderen van cliënten en personeelsleden konden • het OCMW verleende aan 1.065 cliënten (2009: 1.305
Wat kost het?
In 2010 kregen 1.065 gezinnen een financiële tussenkomst om te kunnen deelnemen aan een socioculturele activiteit (2009: 1.305 gezinnen). In totaal maakte het OCMW Gent daarvoor 223.610 euro vrij (2009: 226.280 euro).
66
2
Focus op essentie interne werking
Bestuur en beleid Het OCMW van Gent wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn die bestaat uit 15 raadsleden. Ze zijn verkozen door de gemeenteraad en vertegenwoordigen een politieke fractie. De Raad stippelt het beleid uit dat het OCMW in de volgende jaren zal volgen en neemt alle grote beslissingen in verband met de werking. Aan het hoofd staat de voorzitter die de maandelijkse OCMW-Raad leidt. VERSNICK Geert
Open VLD
Voorzitter
LAMPAERT Erwin
SP.A
Lid Ondervoorzitter van Vast Bureau
PATAER Paul
Groen!
Lid
SYSMANS Chantal
CD&V
Lid
INGHELRAM Anna
Vlaams Belang
Lid
BOTTEQUIN Anne
Open VLD
Lid
HOLEMANS Dirk
Groen!
Lid
VANDAELE Ingrid
SP.A
Lid
BAUWENS Christian
Vlaams Belang
Lid
BOCKSTAELE Jurgen
SP.A
Lid
VERSCHOOTEN Cedric
Open VLD
Lid
MAES Aline
SP.A
Lid
LEMAITRE Jeroen
N-VA
Lid
VERBEKE Pascal
SP.A
Lid
WIJNAKKER Frank
Open VLD
Lid
In 2010 kwam de Raad van het OCMW twaalf keer samen.
68
Om de dagelijkse werking van het OCMW te bevorderen, heeft de Raad voor Maatschappelijk Welzijn uit haar midden het Vast Bureau opgericht, dat wekelijks samen komt. Naast de bevoegdheid om te beslissen over zaken van dagelijks bestuur geeft het Vast Bureau vooral ook advies aan de OCMW-Raad. Daarnaast richtte de Raad van het OCMW ook enkele Bijzondere Comités op waaraan ze duidelijke bevoegdheden toekent:
• Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst; • Bijzonder Comité voor Campus Het Heiveld; • Bijzonder Comité voor Campus De Vijvers; • Bijzonder Comité voor Campus Zonnebloem; • Bijzonder Comité voor Campus De Liberteyt; • Bijzonder Comité Ouderen- en thuiszorgbeleid; • Bijzonder Comité Patrimonium en Bouwprojecten; • Bijzonder Comité Woonbeleid.
Nieuw kabinet secretaris 2010 was het eerste volledige werkjaar van het nieuwe kabinet van de secretaris. Deze dienst staat in voor de begeleiding en ondersteuning van departements- en organisatieoverschrijdende initiatieven in naam van de secretaris. Ook is deze dienst de draaischijf tussen het beleid en de organisatie. In 2010 nam het kabinet tal van organisatiebrede taken op, zoals het bewaken van de bestuurlijke indeling van het OCMW, de uitbouw van Europese netwerken en subsidies, het verder uitwerken van digitale besluitvorming…
OCMW-raad in Gent voor de eerste maal volledig digitaal Dinsdag 14 september 2010 vergaderde de OCMW-raad in Gent voor de eerste keer volledig digitaal. Er kwam geen papier meer aan te pas: de raadsleden hadden enkel een computer mee en het hele beslissingsproces verliep via een videoscherm. Op deze manier zette OCMW Gent een belangrijke stap in de richting van een snel, efficiënt en transparant overheidsapparaat, klaar om het digitale tijdperk in te stappen waar ook de burger meer zicht krijgt in de beslissingen.
Sinds de OCMW-raad digitaal vergadert, worden elke raadzitting maar liefst 15 dozen papier uitgespaard.
Het project e-Besluitvorming werd eind 2008 samen met de steden Gent en Antwerpen en softwareleverancier Green Valley opgestart.
Geautomatiseerde besluitvorming Het beeld dat de burger heeft van een openbaar bestuur is er één van veel papier, eerder log, met een kluwen van ingewikkelde procedures. Dat tijdperk is in Gent voorbij: de besluitvorming gebeurt voortaan volledig elektronisch. Elk punt van de agenda verloopt via een vastgelegde digitale weg waarin adviezen kunnen aangevuld worden en de dossiers op de juiste beslissingsorganen belanden binnen een vooraf vastgelegde tijd. De bestuursdocumenten worden op eenzelfde manier opgemaakt, conform aan de huisstijl van het OCMW. Hierdoor verhoogt vooral de kwaliteit van de besluitvorming: het werk van de secretariaten verloopt efficiënter, het risico op fouten verkleint en het proces gaat sneller en transparanter.
69
Het personeel Door elke dag opnieuw het beste van zichzelf te geven en mensen op een kwaliteitsvolle manier met raad en daad bij te staan, vormt het OCMW-personeel de essentie van onze organisatie. Daarom is het uiterst belangrijk dat het OCMW blijft investeren in een modern HR-beleid dat creativiteit en gedrevenheid bij zijn werknemers aanmoedigt en nieuw talent aantrekt.
OCMW Gent stelt ongeveer 1.900 mensen te werk op 24 locaties verspreid over Gent.
Het OCMW-personeel in cijfers figuur
37: overzicht personeelsbezetting
2.500
Totaal
Contractueel 2.000
1.921 1.754
1.761
1.886
Statutair Artikel 60
1.500
1.000
500
0
807
890
661
634
286
237
2007
2008
975
1.010
619
586
292
325
2009
2010
Wordt er rekening gehouden met halftijdse en deeltijdse tewerkstellingen, dan was er in 2010 een effectieve tewerkstelling van 1697,45 voltijds tewerkgestelde equivalenten (inclusief artikel 60-werknemers).
70
figuur
38: overzicht personeel volgens functiegroep in 2009
15%
Totaal: 1.596 personeelsleden
10%
Leidinggevend personeel Administratief personeel 29%
21%
Maatschappelijk werkers Technisch personeel Paramedisch personeel
4% 2%
19%
Verplegend en verzorgend personeel Onderhoud en keukenpersoneel
21 procent van het statutair personeel behoort tot het leidinggevend kader, bij het contractueel personeel is dat maar 3 procent. Deze grafiek houdt geen rekening met artikel 60-personeel.
Op zoek naar nieuw talent Een grote organisatie als het OCMW heeft medewerkers met allerlei vaardigheden nodig, zoals maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, verzorgenden, ergotherapeuten, kinesisten, technici, stafmedewerkers, administratief personeel… De dienst Selectie streeft er elke keer opnieuw naar de juiste persoon voor de job te vinden.
152 werknemers verlieten het OCMW, 154 mensen kwamen erbij (artikel 60-werknemers niet meegerekend).
Telewerk voor een leven in evenwicht OCMW Gent nam de voorbije jaren al verschillende initiatieven om het personeel de kans te geven een optimaal evenwicht te vinden tussen werk en gezin. Het biedt aangepaste werktijden, er gelden flexibele uren en in 2009 werden schoolbelbanen ingevoerd. In 2010 startte OCMW Gent met een proefproject telewerk. Er werd een proefgroep van 28 personeelsleden samengesteld die gedurende één jaar telewerkten. De ervaringen en resultaten van dit project werden zo goed onthaald dat het Vast Bureau het voorstel goedkeurde om telewerk structureel in de organisatie in te bouwen. Vanaf 1 juli 2011 is er drie jaar lang plaats voor 90 extra telewerkers.
71
Diversiteit op alle niveaus De maatschappij wordt steeds diverser, een evolutie die zich ook doorzet naar de arbeidsmarkt. Het OCMW streeft er namelijk naar dat de diversiteit in de hedendaagse samenleving wordt weerspiegeld in onze kleine OCMW-wereld.
Het OCMW streeft ernaar de juiste persoon voor de job aan te trekken, ongeacht leeftijd, geslacht, ras of religie.
Diversiteit op de werkvloer (figuur 39 en 40) figuur
39: diversiteit in 2010 ( in %)
80
71
70
75,2
Werknemers Sollicitanten
Streefcijfer OCMW
60 50 40
40 30 20
17,8 21
15
10
0,26 0,44
0 Al
29
26
4,5
20,8 6,8
n s n er de ne p m n 50 ol so dica e o r h kn a Pe an sc er r d h ge W ude t n r e o ko te
en
n to ch
lo
24,8
an
M
w ou Vr
e
m
Deze cijfers bevatten ook de artikel 60-werknemers. Het OCMW bepaalde tot nog toe alleen streefcijfers voor het percentage allochtonen en personen met een handicap.
72
figuur
40: functieniveau autochtone tov allochtone werknemers
600 501 450
455
2008
266 238
225
275 253
C E
20 44 48
125
124
Autochtonen
Allochtonen
Autochtonen
4
2 16 36 44
Autochtonen
Allochtonen
130 14 33 52 1
Allochtonen
Autochtonen
2007
113
148 103 2 10 31 44
Allochtonen
0
186
200
265 247
300
B + BV D
277 280
400
100
469 439
442 422
500
495
A
2009
2010
Het percentage allochtone personeelsleden stijgt wel (zie figuur 40). Maar slechts 4 allochtone werknemers (= 1 procent) werkten op A-niveau, terwijl er 125 autochtone werknemers op A-niveau werkten (= 8 procent). En 66 procent van de allochtone werknemers (= 225 personeelsledent) werkten op E-niveau, voor de autochtone werknemers is dit 15 procent (= 238 personeelsleden).
Diversiteit bij selectie (figuur 41) Op goed werk staat geen leeftijd. Goed werk heeft geen kleur en kent geen beperkingen. Dat is ook de basis van ons personeelsbeleid. We proberen altijd de juiste persoon voor de juiste job aan te werven, ongeacht leeftijd, handicap, ras of religie. Daarom wil het OCMW volgende groepen zoveel mogelijk stimuleren om te solliciteren voor een job bij het OCMW: personen van allochtone origine, 50-plussers, personen met een handicap en kortgeschoolden. figuur
41: percentage personeel en sollicitanten van allochtone afkomst
25 21,6
20 16,4
21
Personeel van allochtone afkomst Sollicitanten van allochtone afkomst
17,5 17,8
15
15,1 13,4
13,1
10
5
0
2007
2008
2009
2010
Het percentage personeelsleden (inclusief artikel 60-werknemers) van allochtone afkomst is in stijgende lijn. In 2010 werkten er 341 personeelsleden van allochtone afkomst in het OCMW (2009: 284 allochtone werknemers).
73
Het OCMW-personeel in cijfers Talent
• het
Diversiteit (afkomst – gender – leeftijd – handicap)
OCMW telde 1.921 werknemers in 2010 (2009: Op de werkvloer 1.886), waarvan 1.010 contractuele, 586 statutaire, en • 17,8 procent (2009: 15,1 procent) van de OCMW-werknemers is van allochtone afkomst; 325 artikel 60-personeelsleden; • 152 werknemers verlieten het OCMW, 154 mensen • 66 procent van de allochtone werknemers is op Eniveau tewerkgesteld, slechts 1 procent op A-niveau kwamen erbij (artikel 60-werknemers niet inbegre(vergelijkbaar met 2009); pen); • 368 sollicitanten namen deel aan een selectiegesprek, • er werkten 1.367 (71 procent) vrouwen en 554 (29 procent) mannen voor het OCMW Gent. Dat betekent dat 172 kandidaten (47 procent) werden geschikt bevonbijna 8 op 10 medewerkers vrouw is; den; 47 kandidaten (13 procent) minder geschikt, 80 kandidaten (22 procent) niet geschikt en 69 kandida- • 6,4 procent van de personeelsleden was jonger dan 25 jaar terwijl 26 procent de kaap van de 50 jaar overten (18 procent) verzaakten; • van de 172 geschikte kandidaten waren er 32 manne- schreed; lijke kandidaten (19 procent) en 140 vrouwelijke kan- • in 2010 waren er 5 personeelsleden met een handicap aan het werk; didaten (81 procent); • van de 172 kandidaten die geschikt werden bevonden, Sollicitanten waren er 12 kandidaten (7 procent) van niveau A, 78 21 procent van alle sollicitanten was van allochtone kandidaten (46 procent) van niveau B, 33 kandidaten • afkomst (2009: 21,7 procent); (19 procent) van niveau C en 49 kandidaten (28 pro• 24,8 procent van de sollicitanten was man (2009: 28 cent) van niveau D-E; • er werden 10 interne vacatures uitgeschreven, die al- • procent) 6,8 procent van de sollicitanten was ouder dan 50 lemaal ingevuld konden worden. jaar; • 5 personen met een handicap solliciteerden bij het OCMW (2009: 7 personen);
Wat kost het?
De personeelskosten bedroegen vorig jaar 82,9 miljoen euro (2009: 75,8 miljoen euro). Dat is zo’n 49 procent van de totaalkosten, terwijl 35 procent (59,9 miljoen euro) ging naar steun zoals leefloon, levensminimum, tussenkomsten in energiekosten….Dit past binnen de visie van het OCMW om cliënten vooral op een structurele manier te helpen. Financiële steun is een tijdelijke oplossing, een tussenstap naar zelfredzaamheid. Om de vele cliënten begeleiding op maat te kunnen aanbieden, is dan ook bekwaam personeel nodig.
74
Welzijn op de werkvloer Onze werknemers zijn het gezicht van onze organisatie, want het zijn zij die dagelijks cliënten met raad en daad bijstaan. De reputatie die het OCMW Gent bij de Gentenaren geniet, staat of valt dus met de kwaliteit van onze dienstverlening. Daarom draagt het OCMW het welzijn van haar werknemers hoog in het vaandel. We gaan er namelijk van uit dat enkel tevreden personeel ook tevreden cliënten kan maken.
OCMW Gent doet voor heel wat vormingen een beroep op interne lesgevers.
Vorming en Loopbaanbegeleiding – plaats voor opleiding en ambitie OCMW Gent is een werkgever die veel aandacht besteedt aan de groei en ontwikkeling van zijn personeel. Dat is een investering die voor iedereen opbrengt. Onze werknemers krijgen de kans om hun carrière zelf uit te stippelen en hun ambities te verwezenlijken. Het OCMW kan dan weer vertrouwen op goed opgeleid en bekwaam personeel. Ten slotte zorgt de interessante werkomgeving er ook voor dat medewerkers gemotiveerd blijven en dat we nieuw talent kunnen aantrekken. Op die manier blijft kwalitatieve dienstverlening ook in de toekomst verzekerd.
Vorming – opgeleid en bekwaam personeel (figuur 42) De dienst Vorming investeert zoveel mogelijk in interne vormingen met lesgevers uit de eigen organisatie. Vorming en training door eigen personeelsleden sluit vaak veel gerichter aan bij de eigenheid en actuele noden van de plaatselijke werking en bij de opleidingsbehoeften die in de groep leven.
75
figuur
42: aantal unieke vormingen
600
Totaal vormingen
533 501
496
500
449 401
400
369
382
Externe vormingen Interne vormingen met interne docent Interne vormingen met externe docent
320
300 200 100 0
75
73
54
54
2007
2008
67 65
2009
61 58
2010
In 2010 namen 1.376 werknemers deel aan één of meerdere vormingen. Dat is een stijging van 3 procent ten opzichte van het gemiddelde 2007-2009.
Loopbaanbegeleiding – een nieuwe carrière binnen het OCMW (figuur 43) Deel uitmaken van een grote organisatie als OCMW Gent geeft natuurlijk veel kansen en mogelijkheden. Jezelf bijscholen en doorgroeien in je job, het eens op een andere dienst proberen of het zelfs over een volledig andere boeg gooien, het kan allemaal. Dat maakt dat er heel wat carrièrekansen zijn voor het personeel. Iedereen die vragen heeft over persoonlijke ontwikkeling en loopbaankeuze kan bij de dienst Loopbaanbegeleiding terecht. De dienst verleent deskundig advies, organiseert vormingssessies en geeft individuele begeleiding op maat met als doel de OCMW-werknemers de kansen te geven die ze verdienen. In 2010 startten de loopbaanbegeleiders ook met groepsbegeleidingen.
• In 2010 deden 51 medewerkers een beroep op individuele loopbaanbegeleiding. Dat is 3,2 procent van het OCMWpersoneel.
• 123 personeelsleden namen deel aan één van de groepsbegeleidingen (vb. Hoe omgaan met stress; Opleiding basiscommunicatie en vergadertechnieken…).
Het OCMW wil zijn personeel alle kansen geven om door te stromen of het over een andere boeg te gooien.
76
figuur
43: initiële aanleiding voor loopbaanbegeleiding 2010
8%
11%
Totaal: 38 medewerkers
5%
11%
24%
25% 16%
Werken rond competenties
4
Infovraag over loopbaanmogelijkheden
9
Naar aanleiding van functioneringsof evalutatiegesprek
6
Algemene infovraag
10
Naar aanleiding medische klacht
4
Reorganisatie
2
Andere
3
In 2010 kwamen er 38 personeelsleden in loopbaanbegeleiding, 13 medewerkers waren al in loopbaanbegeleiding sinds 2009 (= totaal van 51 dossiers).
Sodico – welzijn centraal Het welzijn van alle OCMW-werknemers verzekeren. Dat is de uitdagende opdracht die de sociale dienst voor het personeel (Sodico) zich als doel stelt. In 2010 richtte Sodico vooral de aandacht op de actieve leden, wat zich vertaalde in een groter aanbod van activiteiten. In totaal realiseerde Sodico 18 projecten, 10 meer dan het jaar voordien. Deze activiteiten bevorderen de collegialiteit tussen werknemers en samenwerking op de werkvloer. Daarnaast bleef Sodico ook in 2010 personeelsleden materiële en psychosociale hulp bij financiële, persoonlijke of familiale moeilijkheden bieden. In 2010 behandelde de maatschappelijk werker van Sodico 21 dossiers waarbij zich een dergelijke problematiek stelde.
• Sodico telde 3.176 leden waarvan 2.998 leden die een bijdrage betaalden en 178 leden die geen bijdrage betaalden; • In totaal werden er 2.177 deelnames geregistreerd aan één van de activiteiten. Dat is een stijging van 80 procent ten opzichte van 2009 (1.209 deelnames).
Uitwaaien in het Verdronken Land van Saeftinghe Op zondag 15 augustus 2010 trok Sodico samen met 27 deelnemers naar het Verdronken Land van Saeftinge. Een eeuwenoud schorrengebied van 3.600 hectare dat in het noorden grenst aan de Westerschelde en op een boogscheut van Doel ligt. Gewapend met gummilaarzen maakten de moedige wandelaars een drie uur durende ploetertocht door modder, slik en drijfzand.
De sociale dienst voor het personeel richt zich sinds 2010 meer op activiteiten voor de actieve OCMW-werknemer, zoals deze uitstap naar het Verdronken Land van Saeftinghe.
Een ervaren gids vertelde honderduit over de flora en fauna, de geologie en getijden, maar ook over de opgeslorpte verdwenen dorpen. Tussen de verhalen door werden talloze vogelsoorten gespot, zoals scholeksters, smienten, grauwe ganzen…
De geslaagde dag werd afgesloten met een stevige maaltijd in het pittoreske café ‘Het Verdronken Land’.
77
Faciliteiten – comfort en veiligheid als uitgangspunt Werknemers brengen dagelijks een groot deel van de tijd op het werk door. Het OCMW Gent gaat er dan ook van uit dat werknemers hun job op een zo comfortabele en veilige manier mogelijk kunnen uitoefenen. Daarom investeert het OCMW in een duurzame en veilige werkomgeving met aangepaste gebouwen en geschikt materiaal. De dienst Facility Management (FM) voerde in 2010 verschillende kleine en grote studies en werkzaamheden uit, al dan niet in samenwerking met externe partners, om voor alle diensten een aangepaste structuur te verzekeren.
Werknemers moeten hun job in een veilige en aangepaste infrastructuur kunnen uitoefenen.
Zo bouwde FM een dak over de petanquebaan in lokaal dienstencentrum De Regenboog, plaatste een kippenren en een tuinhuis in woonzorgcentrum het Heiveld, hielp verschillende diensten verhuizen… De dienst Aankoop en Logistiek is belast met het lokalenbeheer en het onderhoud van de OCMW-gebouwen. Hij zorgt er ook voor dat personeelsleden over het juiste materiaal beschikken om hun job op een goede manier te kunnen uitvoeren.
• Aankoop en Logistiek kocht ongeveer 30.000 verschillende producten aan, voor een totaal bedrag van 3.608.665 euro (2009: 4.139.576 euro).
De veiligheid van alle werknemers garanderen en het aantal arbeidsongevallen tot een minimum beperken is dan weer het streefdoel van de dienst Veiligheid.
• In 2010 gebeurden er 125 arbeidsongevallen (2009: 94), waarvan 81 op het werk en 34 op de weg van en naar het werk. • De arbeidsongevallen gaven aanleiding tot 2.074 dagen arbeidsverlet (2009: 2.052 dagen).
78
Eerste elektronische opening offertes bij overheidsopdrachten Op donderdag 18 november 2010 had OCMW Gent de primeur om als eerste lokaal bestuur een eerste elektronische opening voor offertes te houden. Dit was een nieuwe stap in de verdere digitalisering van een openbaar bestuur. Voor het OCMW heeft de digitalisering van overheidsopdrachten als groot voordeel dat het hele traject van opmaak en indienen van de offertes tot de toewijzing van de opdracht volledig digitaal verloopt. Minder papierverbruik, grotere efficiëntie en minder bureaucratie zijn de belangrijkste resultaten van dit proefproject. OCMW Gent als voortrekker In 2010 deed de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) een oproep naar lokale besturen om e-Tendering in te voeren. Met e-Tendering krijgen ondernemingen de mogelijkheid om op een beveiligde elektronische manier hun offerte in te dienen. De aanbestedende overheid opent deze offertes op een digitale openingszitting. OCMW Gent tekende als eerste en enige lokaal bestuur in België in op deze oproep en fungeert als proefproject voor andere lokale besturen.
OCMW Gent hield als eerste lokaal bestuur een elektronische opening voor offertes.
79
Het OCMW-personeel in cijfers Vorming en Loopbaanbegeleiding
Vorming
• het personeel kon deelnemen aan
501 unieke vormingen (2009: 533): 58 interne vormingen met een interne docent, 61 interne vormingen met externe docent en 382 externe vormingen; • er namen 1.376 personeelsleden deel aan één of meerdere vormingen (2009: 1.425); • in totaal werden 6.402 deelnames geregistreerd (2009: 7.145).
Loopbaanbegeleiding
• 51
medewerkers volgden loopbaanbegeleiding, waarvan 28 contractuele en 23 statutaire personeelsleden; • van de 56 medewerkers waren er 4 op niveau A tewerkgesteld, 16 op niveau B of BV, 17 op niveau C, 7 op niveau D en 7 op niveau E; • van de personen die in 2010 een beroep deden op loopbaanbegeleiding kwamen 10 personen n.a.v. een algemene infovraag, 9 personen n.a.v. infovraag over hun loopbaanmogelijkheden, 6 personen n.a.v. een evaluatiegesprek, 4 personen n.a.v. een medisch probleem, 4 personen n.a.v. het ontwikkelen van competenties, 2 personen n.a.v. een reorganisatie en 3 personen n.a.v. een nog andere reden.
Wat kost het?
Sociale Dienst voor het Personeel (Sodico vzw)
Veiligheid
• Sodico telde 3.176 leden waarvan • er werden in totaal 125 ongevallen 2.998 leden die een bijdrage betaalden en 178 leden die geen bijdrage betaalden; • er kwamen 74 nieuwe leden bij; • van alle leden zijn 1.619 personen tewerkgesteld in het OCMW Gent, 751 in het ziekenhuis Jan Palfijn en 806 leden zijn op rust; • in 2010 werden er 2.177 deelnames geregistreerd aan één van de activiteiten georganiseerd door Sodico, zoals de heksenwandeling in Ellezelles, de musical ‘Sound of Music’, fietstocht in de Moervaartvallei… (2009: 1.209 deelnames); • 533 kinderen en volwassenen namen deel aan het sinterklaasfeest; • Sodico verkocht exact 1.062 tickets voor pretparken; • Sodico-leden genoten in 58 winkels een korting van 5 tot 15 procent; • 204 gepensioneerden namen deel aan de jaarlijkse reünie voor de gepensioneerden.
erkend als arbeidsongeval (2009: 94), waarvan er 81 op het werk gebeurden en 34 op de weg van en naar het werk; • de arbeidsongevallen gaven aanleiding tot 2.074 dagen arbeidsverlet (2009: 2.052 dagen); • er waren 39 gevallen van agressie (2009: 23); • in 26 gevallen ging het om verbale agressie, in 13 gevallen kwam er ook fysieke agressie bij kijken; • 6 keer was er een tussenkomst van de politie nodig (2009: 5 keer).
In 2010 werd 336.523 euro geïnvesteerd in de vorming van medewerkers (2009: 307.838 euro). De stijging is te verklaren door een aantal grote interne vormingen (verplicht voor alle medewerkers) met externe docenten.
80
Kwaliteit Meer en meer verankeren overheidsinstellingen principes als ‘prestatiegericht handelen’, ‘interne controle’ en ‘klanttevredenheid’ in hun werking, waardoor de kloof tussen overheid en bedrijfswereld steeds kleiner wordt. De burger wordt als een volwaardige klant gezien die op een snelle en efficiënte manier moet worden geholpen. Dat komt de burger-consument natuurlijk alleen maar ten goede.
Een efficiëntere interne werking komt vooral de dienstverlening aan cliënten ten goede.
Interne controle Het nieuwe OCMW-decreet van 2008 stelde het OCMW voor een nieuwe uitdaging: interne controle implementeren in de dagelijkse werking. Met interne controle wordt niet zozeer ‘controleren’ bedoeld, maar wel het ‘beheersen’ van de organisatie, de processen en de risico’s die daarmee gepaard gaan. Eenvoudig gezegd, een goede interne controle houdt in dat de organisatie weet waar ze naartoe wil, beseft wat hierbij de hinderpalen zijn en acties onderneemt om deze hinderpalen te beheersen. Interne controle is dan ook niet de taak van één centrale dienst, maar wel de gedeelde taak van elk diensthoofd. De dienst Kwaliteit en Interne Controle coördineert alle acties.
Klachtenprocedure ‘Niet akkoord? U wordt gehoord!’ (figuur 44) Op 1 februari 2010 ging OCMW Gent definitief van start met een klachtenprocedure. De nieuwe procedure heeft als doel onze cliënten de mogelijkheid te geven om opmerkingen over onze werking kenbaar te maken zodat het OCMW kan bijsturen. Dat bevordert de inspraak van de cliënt, wat het vertrouwen in het OCMW alleen maar ten goede komt. Anderzijds is de klachtenprocedure een belangrijk instrument om knelpunten te signaleren, de kwaliteit van onze dienstverlening te meten en deze verder te verbeteren. Mensen kunnen hun meldingen, suggesties of klachten op verschillende manieren aan het OCMW laten weten: via een meldingskaart, brief, e-mail, fax of de website. Het zijn de diensten zelf die de meldingen en klachten ontvangen en invoeren in een centrale database. Via deze database komen alle klachten en meldingen daarna centraal toe op de dienst Kwaliteit en Interne Controle.
81
De klachten- en meldingsbeheerder zorgt ervoor dat de antwoordbrieven naar de cliënten persoonlijk ondertekend worden door de voorzitter en secretaris. Verder ziet hij toe op de behandelingstermijnen. Voor een ontvangstmelding bedraagt de termijn minimaal 5 tot maximaal 9 kalenderdagen, voor een antwoord mét oplossing maximaal 28 kalenderdagen. figuur 44: klachten in
100
2010 per soort
87
90 80 70
60 50
40
33
30
20
9
10 0
ht
g
di
ac
Kl
m tch
ee
ou rv
7
M
g
in
eld
tie ta
i lic Fe
9
g
Hu
aa vr lp
7
1
tie
g
I
a ra ov nf
3
1
Su
es gg
er
t Ex
n
al
na
g Si
a
Kl
In 2010 werden in totaal 157 meldingen en klachten geregistreerd. Binnen maximaal 28 kalenderdagen werd een antwoord met oplossing verstuurd naar de verstuurder van de melding en klacht.
OCMW Gent ontvangt ESF-kwaliteitslabel foto: ESF
Met het kwaliteitslabel wil het ESF-agentschap erover waken dat elke organisatie die subsidies ontvangt, kwaliteit garandeert.
De sociale dienst van OCMW Gent ontving op woensdag 30 juni 2010 officieel het ESF-kwaliteitslabel uit handen van Eric Conings, hoofd van de audit-cel van het ESF- Agentschap Vlaanderen. Het behalen van het label heeft als voordeel dat het OCMW bij het ESF subsidieaanvragen kan doen voor projecten. In november 2006 kreeg het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) een eerste keer het kwaliteitslabel van ESF. Om dit te kunnen behouden werd in 2009 een nieuw dossier samengesteld door het OTC, samen met de Psychologische Dienst en de Emancipatorische Werking van het OCMW. Samen met 177 andere non-profit organisaties staat OCMW Gent nu op de lijst van kwaliteitsvolle bedrijven in Vlaanderen.
82
Communicatie en imago De tijd van het OCMW als oubollige overheidsorganisatie ligt voorgoed in het verleden. De organisatie doet veel inspanningen om een moderne, dynamische en klantvriendelijke organisatie te zijn, zowel voor haar personeel als haar cliënten. Toch leeft in de buitenwereld nog vaak een verkeerd beeld over het OCMW. Daarom worden heel wat acties ondernomen om het imago van het OCMW bij te schaven. Een goede reputatie is belangrijk voor zowel cliënten als werknemers. Cliënten voelen minder schroom om een beroep te doen op OCMW-diensten en werknemers kunnen trots zijn op hun job binnen het OCMW.
Studiedag ‘positieve beeldvorming en communicatie’ – hoe één plus één drie kan worden Op 22 april 2010 organiseerde OCMW Gent samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) een vorming over de rol van communicatie en de media in het proces van positieve beeldvorming. Goede, proactieve communicatie en een efficiënt gebruik van de media spelen namelijk een essentiële rol om het imago van het OCMW bij de burger bij te schaven. Tijdens de vorming werd vooral gefocust op de specifieke situatie van de woonzorgcentra. De opleiding vond plaats in De Centrale in Gent en bereikte een 50-tal mensen uit de sector. OCMW Gent organiseerde een studiedag over het belang van goede communicatie bij positieve beeldvorming.
Gerichte informatie aan de burger Externe communicatie heeft tot doel het imago van het OCMW bij te sturen zodat de burger het OCMW leert kennen als een dynamische organisatie met een ruim aanbod aan hulp- en dienstverlening. Om Gentenaars actueel en gerichter te informeren over het OCMW was één van de acties uit de beleidsnota de verspreiding van een specifiek OCMW-magazine. De krant beoogt niet alleen een drempelverlagend effect, maar wil ook de veelzijdigheid van het OCMW-aanbod bekend maken en het imago ontwikkelen dat we een open huis zijn voor iedereen. In september 2010 werd de eerste editie verspreid in 136.000 brievenbussen op grondgebied Gent. In de toekomst zal het magazine twee keer per jaar verschijnen. In 2010 verscheen er ook een nieuwe algemene brochure met als titel ‘OCMW Gent – meer dan u denkt!’. De brochure vertrok vanuit de zes thema’s waar het OCMW rond werkt: geld, gezondheid, werk en opleiding, wonen, rechten en vrije tijd. De brochure werd gedrukt in een oplage van 5.000 exemplaren en werd verspreid via de eigen diensten en externe welzijnsorganisaties.
Geïnformeerde en betrokken medewerkers Om alle medewerkers op de hoogte te houden van beslissingen, projecten en evenementen binnen het OCMW wenden de cel Communicatie en de informatieambtenaren verschillende kanalen aan. Wekelijks worden er verschillende nieuwsbrieven verstuurd, driemaandelijks verschijnt er een personeelsmagazine en het intranet wordt dagelijks up-to-date gebracht.
83
Goede communicatie draagt bij tot een positief imago voor het OCMW.
Intranet in een nieuw kleedje Sinds december 2010 kunnen alle OCMW-medewerkers op een vernieuwd intranet surfen. Het nieuwe intranet oogt eerst en vooral frisser door een nieuwe vormgeving die meer ruimte laat voor beeldmateriaal. Maar ook de structuur en teksten kregen een grondige opknapbeurt. In tegenstelling tot het oude intranet, dat een structuur had gelijkaardig aan de organisatiestructuur, vertrekt het nieuwe intranet vanuit een aantal thema’s. Dat zorgt ervoor dat mensen niet langer het organogram van het OCMW moeten kennen om iets op te zoeken. Om nieuwe medewerkers met het nieuwe intranet vertrouwd te maken, organiseerden de medewerkers van de dienst Communicatie meer dan 70 infosessies.
Communicatie en imago in cijfers Communicatie
• het OCMW verstuurde 37 persberichten in 2010 via mail naar de redacties van radio, regionale televisie en kran-
ten (2009: 39); • het OCMW Gent verscheen 74 keer met diverse artikels in de kranten waaronder Het Laatste Nieuws, de Gentenaar, de Gazet van Antwerpen en De Morgen (2009: 84 keer); • er werden 52 Nieuwsflitsen en 11 Gebriefds verstuurd; • er verschenen 45 nieuwsbrieven voor de medewerkers van het departement Sociale Dienstverlening; • er werden 54 publicaties herwerkt en in de huisstijl gezet; • er verschenen 4 personeelsmagazines met de titel ‘OCMWerkt’; • er werden meer dan 70 infosessies gegeven over het nieuwe intranet; • het OCMW verspreidde 2.500 exemplaren van het jaaroverzicht ‘Verder groeien – met een hart voor Gent en zorg voor elkaar’ aan alle personeelsleden van OCMW Gent, sollicitanten, alle Vlaamse OCMW’s en verschillende externe partners; • er werden 5.000 exemplaren verspreid van de nieuwe infobrochure ‘OCMW Gent – meer dan u denkt’; • de Drukkerij verwerkte 1.498 bestellingen van OCMW-diensten.
Wat kost het?
In 2010 betaalde het OCMW 135.238 euro aan externe drukkosten (2009: 66.510 euro) en 272.174 euro aan portkosten (2009: 213.742 euro). Deze stijgingen zijn te verklaren door enkele nieuwe publicaties zoals de OCMW-infokrant voor de Gentse burger, het personeelsmagazine…
84
Het Archief De vier OCMW-woonzorgcentra en het Archief sloegen in 2010 de handen in elkaar om de jaarlijkse ‘Erfgoeddag’ een nieuwe invulling te geven. Resultaat was een multimediale tentoonstelling doorspekt met ludieke, aangrijpende, maar vooral ‘echte’ getuigenissen. Ook de nationale organisatie van Erfgoeddag zag dat het goed was en gaf dit project als enige in Gent een kwaliteitslabel. Dit project verdiende volgens hen een pluim omdat OCMW Gent een grote samenwerking op poten zette én het levend historisch geheugen van de ouderen wist vast te leggen. Sedert 2005 is positieve beeldvorming van de woonzorgcentra een belangrijke doelstelling in het ouderenzorgbeleid van het OCMW. Aan de hand van verschillende beeldvormingsprojecten zoals projecten huiselijkheid, intergenerationele projecten... wil het OCMW jong en oud op een aangename manier in contact brengen met “rusthuizen” en ook de beeldvorming over oud worden en zorg nodig hebben verbreden. Net/p Echt De tentoonstelling vond plaats onder de naam ‘Net/p Echt’. Bewoners van de woonzorgcentra vertelden hun verhaal over wat vroeger nep of echt was: welke schoonheidstrucjes gebruikten ze, vertelden ze soms een leugentje om bestwil, was er vroeger veel bijgeloof…? Op die manier toonden de bewoners aan dat nep en echt van alle generaties zijn. En werd bovendien een stukje mondelinge geschiedenis vastgelegd dat anders verloren zou gaan. De tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het MIAT, Design Museum Gent, JaviTv en de studenten van het Kask.
Het Archief in cijfers Het Archief
• de omvang van het archief bedraagt 3.404,10 meter (2009: 3.014,65 meter), dat is gelijk aan 23.429 gevulde verhuisdozen;
• in 2010 kreeg het Archief 511,68 strekkende meter documenten van de OCMW-diensten om te archiveren; • er werden 4.409 dossiers en stukken ontleend of gekopieerd uit het Archief; • het Archief kocht voor 115.427 euro documentatie aan zoals tijdschriften en boeken voor de OCMW-diensten (2009: 161.219 euro);
• de leeszaal van de archiefdienst registreerde 213 werkbezoeken, meestal in het kader van seminarie oefeningen en onderzoeken;
• de archiefdienst kreeg 119 schriftelijke of mondelinge vragen; • eind 2010 zijn in totaal 2.550 voorwerpen volledig beschreven en vrijgegeven voor publicatie op www.museuminzicht.be;
• het Archief beschreef 1.160 foto’s in de fotocollectie.
85
Financiën OCMW Gent is geen privé bedrijf, waar succes wordt afgemeten in termen van winst en opbrengst. Als overheidsorganisatie staat in de eerste plaats een laagdrempelige en efficiënte dienstverlening voor de burger helemaal voorop. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat het OCMW zijn centen niet goed moet spenderen. Integendeel zelfs. Aangezien de inkomsten voor een heel groot deel uit belastingen gehaald worden, moet het OCMW meer nog dan private bedrijven zijn geld op een weldoordachte manier besteden.
Een inkijk op de inkomsten (figuur 45 en 46) OCMW Gent heeft net als iedere organisatie geld nodig om goed te kunnen functioneren. In 2010 bedroegen de inkomsten 119.292.157 euro (2009: 105.243.538 euro). figuur
45: opbrengsten per soort 2010 ( in euro ) Totale opbrengsten: 119,3 miljoen
24%
4%
67%
5% 0%
Werkingsopbrengsten
28,034 miljoen
Uitzonderlijke opbrengsten
4,278 miljoen
Recuperatie steun
6,318 miljoen
Financiële opbrengsten
0,5 miljoen
Andere opbrengsten
80 miljoen
De ‘andere opbrengsten’ bevatten vooral de subsidies van de federale, Vlaamse en gemeentelijke overheden (zie figuur 45). In 2010 bedroeg het totaal aan opbrengsten 119,3 miljoen euro, in 2009 was dit 105,2 miljoen euro en in 2008 96,3 miljoen euro.
Het grootste deel van de opbrengsten, 80 miljoen euro, haalt het OCMW uit ‘andere opbrengsten’. Dit omvat vooral subsidies van de federale, Vlaamse en gemeentelijke overheden (79,1 miljoen) en een klein deeltje gerecupereerde kosten van de verzekeringen. In 2009 bedroegen de subsidie-inkomsten 70,3 miljoen euro. figuur
46: subsidie-inkomsten ocmw ( in euro ) 2008
2009
2010
OCMW-aandeel in Gemeentefonds
19,6 milljoen
20,2 milljoen
21,2 miljoen
Toelagen federale overheid (leefloon en ‘wet 65’)
30,3 miljoen
35,2 miljoen
40,7 miljoen
Toelagen voor tewerkstellingsprojecten
8,8 miljoen
9,2 miljoen
11,4 miljoen
De federale overheid betaalt het OCMW dus een aanzienlijk deel terug van de financiële steun die wordt uitgekeerd aan cliënten. Daarnaast toont figuur 45 dat het OCMW ongeveer een kwart van de inkomsten, zo’n 28 miljoen euro, uit de eigen werking recupereert (2009: 25,5 miljoen euro). Dat geld komt onder andere van de verhuur van OCMW-woningen, opbrengsten van activiteiten en aangerekende medische kosten…
86
De totale middelen – wie betaalt wat? (figuur 47) De totale middelen waar het OCMW over beschikt, bestaat grof genomen uit de totale opbrengsten (119,3 miljoen – zie figuur 45) plus de gemeentelijke bijdrage (50,3 miljoen). De gemeentelijke bijdrage is ten opzichte van 2009 (46,7 miljoen euro) met 7,5 procent gestegen, ten opzichte van 2006 (31,7 miljoen euro) is er zelfs een stijging van 58,5 procent. Deze evolutie volgt de trend van de stijgende uitgaven. Een uitsplitsing van de middelen geeft een mooi overzicht van wie allemaal bijdraagt tot de werking van het OCMW. figuur
47: totale middelen 2009 - wie betaalt wat? ( in euro ) 0%
7%
3%
Totale middelen: 169,4 miljoen
13% 47%
30%
Subsidies overheden
79,1 miljoen
Gemeentelijke bijdrage
50,3 miljoen
Cliënten
22,6 miljoen
Ziekteverzekering
11,7 miljoen
OCMW eigen middelen
5,5 miljoen
Andere
0,02 miljoen
In 2009 bedroegen de totale middelen 154,9 miljoen euro, en in 2008 137,7 miljoen euro.
Een overzicht van de kosten (figuur 48) In 2010 bedroegen de kosten van het OCMW 169,2 miljoen euro. Dat is een stijging van 10 procent ten opzichte van 2009, toen de totale kosten 154,9 miljoen euro bedroegen en een stijging van 20,5 procent ten opzichte van 2008 (140,4 miljoen euro). De personeelsuitgaven, 82,9 miljoen euro, zijn veruit de belangrijkste uitgavenpost voor het OCMW. Deze kosten namen toe met 9 procent ten opzichte van 2009 (75,8 miljoen euro). Daarnaast betaalde het OCMW ook zo’n 60 miljoen euro aan financiële steun (2009: 53,8 miljoen euro). Dit bevat onder meer de uitgekeerde leeflonen en andere steunverlening zoals tussenkomst bij energie- en medische kosten. In vergelijking met 2009 nam de financiële steun met 9 procent toe. Belangrijkste oorzaak is de verdere stijging van het totaal bedrag aan uitgekeerd leefloon. Dat steeg van 34,7 miljoen euro in 2009 naar 39,1 miljoen in 2010. Voor een gedetailleerde uitsplitsing, zie figuur 51: samenstelling steun 2007-2010. figuur
48: kosten per soort 2010 ( in euro ) 0,35%
0,35% 4%
0,8% 1,5%
9%
35%
49%
Totale kosten: 169,2 miljoen Diensten
15,3 miljoen
Financiële kosten
1,3 miljoen
Goederen
2,6 miljoen
Personeel
82,9 miljoen
Steun
59,9 miljoen
Uitzonderlijke kosten 0,6 miljoen Afschrijvingen
6,5 miljoen
Andere kosten
0,6 miljoen
Personeel en financiële steun blijven ook in 2010 de grootste uitgavenpost.
87
Detail kosten: samenstelling steun (figuur 49) figuur
49: samenstelling steun 2007-2010 (in euro)
70.000.000
Leefloon Totaal: €59.879.025
60.000.000 50.000.000
Totaal: €46.096.694
40.000.000 30.000.000
0
39.081 milj.
Toelagen aan derden
34.738 milj. 26.871 milj.
29.170 milj.
949
20.000.000 10.000.000
Steun wet 65
Totaal: €47.192.592 601
Steun in speciën Steun in natura
Totaal: €53.849.990
10.148 milj.
9.747 milj.
9.379 milj.
11.859 milj.
2007
2008
2009
2010
Steun in speciën omvat vooral de energietoelages, financiële steun voor vrije tijd en voorschotten. Steun in natura bestaat vooral uit de onderhoudskosten van senioren in privé-tehuizen. Steun wet 65 gaat vooral om het levensminimum, en toelagen aan derden bestaat vooral uit de toelagen voor dag- en nachtopvang.
De bedragen van de verschillende soorten steun voor cliënten blijven al enkele jaren ongeveer constant, behalve wat betreft steun wet 65 (bestaat vooral uit levensminimum) en leefloon. De stijging in het levensminimum is te verklaren door de stijging van het aantal gerechtigden. Het unieke aantal gerechtigden nam met 40 procent toe ten opzichte van 2009 (van 1.174 cliënten naar 1.641 cliënten). Het leefloon is al enkele jaren op rij fors aan het stijgen. In 2006 bedroeg de uitgekeerde steun voor leefloon nog 24 miljoen euro, in 2010 ging het al om 39 miljoen euro. Deze stijging van 62 procent is te verklaren zowel door de stijging van het aantal leefloners (5.695 leefloners op jaarbasis in 2006 tegenover 7.373 leefloners in 2010) als de stijging van de leefloonbedragen. Ten opzichte van 2009 is het totaal aan uitgekeerd leefloon gestegen met 13 procent. Deze stijging is vooral te verklaren door de stijging van het aantal gerechtigden niet ingeschreven in het bevolkingsregister: + 86 procent (is gelijk aan + 2,9 miljoen euro).
Inkomsten en kosten tegenover elkaar De kosten van het OCMW zijn groter dan de opbrengsten. Er is dus een tekort. Dit tekort van het werkingsbudget wordt opgevuld door de gemeentelijke bijdrage. Anders gezegd, de stad Gent zorgt ervoor dat op het einde van het jaar de kas van het OCMW in evenwicht raakt. In 2010 kwam de stad Gent tussen voor een bedrag van 50.253.000 euro (2009: 46.727.523 euro).
Het resultaat door de jaren heen (figuur 50) De kosten zijn aanzienlijk gestegen (van 154,9 miljoen euro in 2009 naar 169,2 miljoen euro in 2010). Oorzaken hiervan zijn de toename in sociale dienstverlening (van 53,8 miljoen euro naar 59,7 miljoen euro) en de toenemende werkingskosten van het OCMW (personeelskosten, diensten en diverse leveringen). Daartegenover staan flink gestegen opbrengsten (105,2 miljoen euro in 2009 naar 119,3 miljoen euro in 2010), vooral door subsidiëring (+ 12 procent tegenover 2009), maar ook door meer werkingsopbrengsten (+ 10 procent). Dit volstaat echter niet om de gestegen kosten op te vangen, met een lager resultaat en een grotere gemeentelijke bijdrage tot gevolg. Ook de bijdrage van de financiële opbrengsten is fel afgenomen.
88
Figuur 50: Evolutie van de resultatenrekening (uitgedrukt in 1000 euro): Evolutie 20052010
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Opbrengsten
83.582
92.474
101.563
96.309
105.243
119.292
43 %
Werkingsopbrengsten
26.362
23.036
22.866
24.940
25.541
28.034
41 %
Prestaties
8.353
8.959
9.302
9.627
9.996
11.588
39 %
Riziv (WZC)
7.438
9.664
9.158
10.675
10.728
11.727
58 %
Diverse opbrengsten
1.072
1.210
1.283
1.487
1.526
1.633
52 %
Aangerekende medische kosten
570
594
633
640
634
662
16 %
Andere aangerekende kosten
452
471
489
358
361
653
44 %
Verhuring
1.969
2.102
1.998
2.153
2.301
1.770
-10 %
Andere OCMW
82
36
1
0
-3
36
-100 %
Recuperatie bijstand
6.426
6.268
4.482
4.774
5.402
6.318
-2 %
361
258
162
197
160
126
-65 %
19.830
20.488
21.180
22.724
23.734
24.680
24 %
Geproduceerde Vaste Activa Werkingssubsidies Tewerkstellingssubsidies Subsidies steun Andere Financiële opbrengsten
7.161
7.711
11.853
10.833
11.066
13.246
85 %
25.385
30.587
30.582
30.324
35.212
40.787
61 %
751
809
836
1.066
1.080
1.166
55 %
1.333
1.614
1.798
833
494
479
-64 %
1.409
1.703
7.804
617
2.554
4.458
86 %
117.696
125.798
137.736
140.392
154.896
169.168
44 %
1.745
1.915
2.140
2.375
2.491
2.628
51 %
2
-14
40
14
6
-10
-528 %
40.111
42.313
46.097
47.193
53.850
59.734
49 %
Leefloon
22.567
23.834
26.871
29.170
34.738
39.081
60 %
Speciën
4.929
5.092
5.610
4.815
5.495
4.216
40 %
In natura en wet 65
11.563
12.034
11.865
11.578
11.811
14.244
23 %
Aan derden
1.053
1.353
1.752
1.629
1.806
2.193
108 %
9.998
10.498
11.949
12.240
14.378
15.349
54 %
Huur
1.124
838
957
1.060
1.036
1.133
1 %
Uitzonderlijke opbrengsten Kosten Aankopen goederen Voorraadwijzigingen Sociale dienstverlening
Diensten en diverse leveringen Externe diensten
4.781
5.626
6.614
6.543
8.394
8.796
84 %
Algemene kosten
237
200
253
258
263
279
18 %
Onderhoud & herstellingen
704
890
957
985
1.348
1.310
86 %
Verzekeringen
297
324
369
394
420
754
154 %
Diverse adm. Leveringen
124
137
148
134
180
184
48 %
Vergoedingen & rechten
1.368
1.074
1.128
1.359
986
1.086
-21 %
Externe verzorging
490
513
597
598
576
563
15 %
Andere
873
896
925
908
1.175
1.244
42 %
Lonen en sociale lasten
56.668
61.917
66.518
70.420
75.763
82.772
46 %
Afschrijvingen en waardeverminderingen
4.874
6.232
5.779
5.799
4.681
6.243
28 %
Andere
2.656
1.410
630
834
1.319
648
-76 %
Financiële kosten
737
901
1.129
1.499
2.035
1.268
72 %
Uitzonderlijke kosten
903
626
3.454
19
372
535
-41%
-34.114
-33.324
-36.173
-44.082
-49.652
-49.875
46 %
Resultaat
Het resultaat per activiteitencentrum Een activiteitencentrum is een entiteit binnen het OCMW, die een geheel van gelijkaardige activiteiten uitvoert. Het gaat vooral om diensten, lokale dienstencentra, woonzorgcentra, welzijnsbureaus… Elk activiteitencentrum heeft één of meer budgethouders, die elk een eigen (deel)budget beheren. Ook in 2010 woog vooral opnieuw de sociale dienstverlening sterk door op het resultaat, met een exploitatietekort van 46 miljoen euro (2009: 40,5 miljoen euro). Het exploitatietekort van de woonzorgcentra daalde in 2010 naar 4,7 miljoen euro (2009: 7,8 miljoen euro). Dit komt vooral door de stijging van de RIZIV-subsidies (+ 1 miljoen euro), tewerkstellingssubsidies (+ 0,54 miljoen euro) en een hogere dagprijs (+ 0,86 miljoen euro).
Een financieel gezonde organisatie Het is van belang dat het OCMW op lange termijn een financieel stabiele organisatie is, die de nodige slagkracht kan opbrengen. Een belangrijke indicator daarbij is de solvabiliteit. Deze drukt uit in hoeverre het OCMW afhankelijk is van vreemd vermogen (geleend geld) om zijn werking te financieren. Door minder te lenen en dus te besparen op intrestlasten beschikt het OCMW over meer ademruimte. Voor het OCMW is de verhouding vreemd vermogen tegenover totaal vermogen 30 procent. Dat is ruim onder het Vlaams gemiddelde van 40 procent en het gemiddelde van de grootsteden, dat zelfs op 47 procent ligt. Anders uitgedrukt, per inwoner bedraagt de schuld van het OCMW Gent 235 euro (2009: 237 euro), tegenover een Vlaams gemiddelde van 309 euro (2009: 251 euro) en 637 euro (2009: 651 euro) bij de grootsteden.
90