1 Focus op het goede...
2016 • editie 1
www.zonnehuisgroepnoord.nl
In deze bijZONder
3 Inspiratie 4 In gesprek met
Vincent Maas Jans en Roelie Norder: Zolang mogelijk samen blijven
6
10 Wagenborgen verder
zonder Menterne
voor Zonnehuis St Jozef
12 Een welzijnsnetwerk
14 Jan en Anjo,
kranige kerels uit Zonnehuis Ufkenshuis 10 jaar Zonnehuis Ufkenshuis Renze van der Hoek: Werken op de kippen farm is een eitje
17 18 20 Circum Sijm in Zuidhorn
22 Henny Reiffers:
Samen mooie momenten hebben Winterwende in Zonnehuis Hippolytushoes
24
27 Extra aandacht voor
de meningen en ervaringen van cliënten Zonnehuis Olderloug: Een vertrouwde plek verdwijnt uit het dorp
28
32 Strijd om de
gouden aardappel in Grijpskerk Zorgkaart Nederland Onze locaties
34 35
2 bijZONder
Schoenmaker blijf bij je leest... In onze organisatie draait het om oprechte, persoonlijke relaties met cliënten en hun familie. Met -vrijwillige- collega’s en met jezelf. Vooral dat laatste is belangrijk. Zorgen doe je met je hart, vanuit je passie. Daarbij helpt het om dicht bij jezelf te blijven, dat geeft zelfvertrouwen. Als je weet dat je iets goed kunt en het ook zo voelt, dan zit je in je kracht. Maar hoe doe je dat als alles om je heen verandert? Hoe bepaal je je koers? Wie wil je zijn en welke rol wil je pakken? Welke keuzes maak je daarin? Wat is je drijfveer? Zorg draait om mensen, dat verandert nooit en is de enige constante factor. Maar mensen ontwikkelen zich en onze organisatie ontwikkelt mee. De veranderingen in de zorg zijn voor alle betrokkenen een uitdaging. Juist nu is het belangrijk om te kiezen voor wat het beste aanvoelt. Dat geldt voor iemand die afhankelijk wordt van zorg, maar ook voor iemand die afhankelijk wordt van een uitkering. Voor een cliënt die gaat verhuizen of een medewerker die gaat solliciteren. Iedereen, jong of oud, wil graag onafhankelijk leven, zelfstandig én zelfbeslissend. En als de situatie verandert, moet je jezelf herpakken. Als zorgorganisatie doen we dat ook en zoeken we waar onze kracht ligt. We maken belangrijke en ingrijpende keuzes, nood zakelijk om dicht bij onszelf te blijven. We gaan terug naar de basis: Het bieden van zorg, specialistische behandeling en begeleiding aan mensen thuis of in een locatie. Met persoonlijke aandacht en hart voor hun welbevinden. Dat is óns vakmanschap. Onze leest heeft drie belangrijke kanten. Ze is geschoeid op tevreden cliënten, bevlogen medewerkers en een gezond finan cieel resultaat. Het een kan niet zonder het ander. Deze onder delen zorgen samen voor een organisatie met toekomst. We willen graag groeien op het gebied van kwaliteit en specialismen en bovenal trots zijn op ons vak. Want dat zorg ondanks alles een prachtig vak is, kunt u lezen in deze bijZONder. En onze drijfveer? ‘Wat voor een cliënt de dag de moeite waard maakt, daar doen we het voor.’
Namens de redactie, Petra Luider In deze bijZONder staan prachtige voorbeelden van hoe
mensen zich aanpassen en geluk soms echt in kleine dingen zit. Zoals Roelie en Jans die zolang mogelijk samen wonen en op vakantie gaan (pagina 6-9) of Henny en Ida die samen mooie momenten hebben (pag 22-23).
Inspiratie
COLUMN
Dit jaar word ik tachtig. Af en toe denk ik vol verwondering aan mijn leeftijd. Hoe bestaat het! Ik tachtig! Wat gaat het leven snel. Ik heb een mooi leven gehad, een druk leven. Als ik iets doe, wil ik altijd meer, eruit halen wat erin zit. Ik voeg graag iets toe, doe meer dan moet, dan is het meer van mij. Ik heb altijd veertig uur per week gewerkt, heb twee kinderen grootgebracht, deed mee aan trends, zoals trimmen, hardlopen en toerfietsen. Ik had al een racefiets toen er nog geen damesracefietsen waren. Daarnaast quiltte ik. Veertig jaar geleden begon het. Een vrouw uit Amerika vertelde er over tijdens een lezing. Ik ging het hele land door voor workshops. Ik heb nu een kast vol prachtige, doorgestikte spreien. Daarnaast heb ik een jaar of twaalf schilderles gehad van fijnschilder Wil Weerdmeester uit Orvelte. Ik maakte prachtige olieverfschilderijen op een schildersezel. Helaas moest ik daarmee stoppen omdat ik last kreeg van mijn arm. Eerst vanwege artrose en later een nieuwe schouder. Ik kijk altijd wat ik nog wel kan. Nu schilder ik op tafel en ga voor schilderles van Tity Veen naar Zonnehuis Ufkenshuis in Siddeburen. Ik rij met mijn buurvrouw Alie mee of ga met de taxi. Mijn favoriete onderwerpen zijn en blijven stillevens van o.a. fruit en boten. Die kleuren mengen is fantastisch. Volle kleuren voor fruit en die zachte zeetinten voor boten, heerlijk. Op de een of andere manier is het resultaat altijd mooi. Ik voel me vrij, kan doen wat ik wil en verveel me nooit. Mijn start in het leven was geweldig. Ik ben groot geworden achter de dijk bij Zoutkamp. Mijn vader had een garnalenboot en werkte later bij Rijkswaterstaat. Ik was veel buiten in de zeelucht. ‘s Winters sleeden we van de dijk. We maakten van alles zelf. Dat kreeg ik dus met de paplepel ingegoten. Ik kon al spinnen toen ik zes was. Geleerd van mijn vader, op een zelfgemaakte spinnenwiel. Het was oorlog. Kleding was schaars, dus moesten we zelf kousen, hemdjes en broekjes breien van de zelf gesponnen schapenwol. We hadden het gezellig bij de dijk met elkaar. Gezelligheid, met elkaar praten, samen lol hebben, met mijn handen werken, dat is wezenlijk in mijn leven. Ik praat heel makkelijk en heb gauw een gesprek. Iedereen is gelijk voor me. Mensen helpen, zorgen voor een ander, ook dat zat er al vroeg in. Ik heb een opleiding voor verpleegster gedaan, voordat ik na mijn trouwen vertrok naar Soest. Natuurlijk heb ik zoals veel leeftijdgenoten de nodige ziektes achter de rug. Fit word ik niet meer. Gelukkig heb ik een PGB en kan ik de nodige hulp zelf inschakelen. Mijn dochter is verzorgende en komt elke ochtend om me te helpen met wassen en aankleden. Als ik het rustig aan doe, kan ik nog veel. Roef, roef, roef, dát lukt niet meer. Maar ik probeer zoveel mogelijk de dingen te doen waar ik blij van werd en nog steeds van word. Vindingrijk ben ik nog steeds. Toen ik zelf nog een auto had, ging ik geregeld richting Zoutkamp. Ik ga nu met de Plusbus van de ASWA naar Lauwersoog. Ik kijk altijd hoe ik het voor elkaar kan krijgen en ben dus vaak op stap. Voor schilderles naar Siddeburen, om samen te quilten naar Hellum en om te boetseren naar Appingedam. Ik woon in een seniorenwoning bij Menterne in Wagenborgen. Ik doe mee met alle gezellige en creatieve activiteiten in Menterne. Marian Beltman belt me meestal om te vragen of ik ook kom. Dat zal ik straks wel missen. Menterne is zo lekker dichtbij, ik hoef alleen de straat over te steken. Dat was de reden dat ik hier ben komen wonen. Als ik niets meer kon, kon ik naar Menterne dacht ik altijd. Maar straks is hier niets meer. Menterne moet noodgedwongen sluiten. Maar ik woon hier prima en blijf voorlopig hier. Hier heb ik de ruimte. Een atelier op de bovenverdieping met een geweldig uitzicht over de landerijen. Alles wat mij dierbaar is, is hier. Voldoende aanspraak, kasten vol spullen, de mooie dingen die ik heb gemaakt en de natuur dichtbij. Tineke van ’t Klooster-Stob Huurder van een aanleunwoning in Wagenborgen
bijZONder 3
IN GESPREK MET
IN GESPREK MET VINCENT MAAS
Vincent Maas is sinds 7 april 2015 interim-bestuurder bij Zonnehuisgroep Noord. Hij werd binnen gehaald om de specialisten ouderengeneeskunde op één lijn te krijgen met de koers van de organisatie. Juist in die periode sloegen de landelijke hervormingen in de zorg met volle kracht toe, ook bij onze organisatie. Met alle gevolgen van dien. Hij zou een paar maanden blijven, maar is uitein delijk de man geworden die de herstructurering in gang heeft gezet. Tot 1 maart aanstaande zal hij, samen met het management team, maatregelen doorvoeren die ervoor zorgen dat onze organisatie overeind blijft binnen de dynamiek van alle veranderingen als gevolg van het overheidsbeleid, de financiering en de krimp in de provincie Groningen. Daarna geeft hij het stokje door aan zijn opvolger. Zonnehuisgroep Noord moet krimpen om te overleven. Wat staat er op korte termijn te gebeuren?
Dit jaar sluiten we noodgedwongen vier verzorgingshuizen, omdat sinds 1 januari 2013 ouderen die een lichte vorm van zorg nodig hebben geen indicatie meer krijgen voor een ver zorgingshuis. Het is een gevolg van het overheidsbeleid om ouderen steeds langer thuis te laten wonen. Verzor gingshuizen verdwijnen in Nederland bijna allemaal en alleen nog mensen die 24 uur per dag zorg dichtbij nodig hebben, komen in aanmerking om in één van onze locaties te wonen. Dit jaar sluiten we ook de Woonhaven Zuidhorn, uiterlijk medio 2016. Vanwege de eisen aan bezetting, deskundigheid en nabijheid van specialisten ouderengeneeskunde en 4 bijZONder
“ Waar het ons met name om gaat, is te zorgen dat we tevreden cliënten, vrijwilligers en medewerkers hebben en houden” de toegenomen leegstand en zorg zwaarte in combinatie met afgenomen budget. Het gevolg van minder locaties is dat er minder medewerkers nodig zijn. Vorig jaar hebben we een reorganisatie gehad binnen het management team en krimpfuncties binnen het facilitair bedrijf en de zorg. Begin dit jaar volgt een reorganisatie onder alle leiding gevenden en voeren we een nieuw besturingsmodel in. Deze herstruc turering doet pijn en is erg ingrijpend voor alle betrokkenen. We kijken continu of we onze taakstellende begroting halen en zo niet, welke maatregelen we dan moeten nemen. Of we ons hoofd boven water kunnen houden, is vooral een financieel
vraagstuk. We kunnen dat alleen als we ook heel goede zorg blijven leveren en ook in deze moeilijke tijden mede werkers blijven betrekken en motiveren.
Zonnehuisgroep Noord staat bekend als een organisatie die tegemoet komt aan de vraag in haar werk gebied. Hierdoor is er een groot pakket aan diensten ontstaan. Wordt het aanbod nu beperkter?
Vanaf dit jaar gaan we alleen doen waar we voor betaald worden door de overheid, het zorgkantoor en de zorgverzekeraars: het bieden van verzorging en verpleging thuis en zwaardere zorg in onze Zonnehuizen. Dat is ons bestaansrecht of zoals dat heet: onze ‘core business’. Een deel van de welzijnsactiviteiten wordt niet meer
IN GESPREK MET
vergoed en bieden we daarom niet meer aan. Uiteraard doen we ons best om met de hulp van de vele mantel zorgers, vrijwilligers en fondsen extra welzijnsactiviteiten aan te blijven bieden. Maar de financiële kaders zijn bepalend.
Wat is volgens jou de kracht van Zonnehuisgroep Noord?
Het is een veelzijdige organisatie met tevreden cliënten, medewerkers en vrijwilligers ondanks de veranderingen. Dat blijkt ook weer uit recente lande lijke en onafhankelijke onderzoeken. Cliënten zijn blij met hun plek, de zorg en met ons. Vrijwilligers en mede werkers zijn zeer betrokken bij de locatie waar ze werken en zetten zich met hun hele hart in. Dat zie je overal in terug. Vergeleken met andere zorgaanbieders in ons land is iedereen meer tevreden en betrokken. Dat is bijzonder en daarin zit de kracht van Zonnehuisgroep Noord.
We leven qua zorg niet in een tijdperk van veranderingen maar in een verandering van tijdperk, las ik ergens. Vind jij dat ook?
Zeker, zoals het de afgelopen dertig jaar was in de zorg, wordt het nooit meer. Ouderen moeten nu, net als voor de invoering van de AWBZ in 1968, veel meer zelf regelen. Wij onder steunen hen thuis zoveel mogelijk met onze thuiszorg, zodat ze zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Als dat niet meer gaat, dan kunnen ze terecht in onze Zonnehuizen, voor intensieve zorg. Om dat te kunnen blijven doen, moeten we eerst onze bedrijfsvoering en financiën op orde hebben. Daarmee bedoel ik niet: zorgen dat we veel geld op de bank hebben. We zijn er niet om geld te verdienen. Maar de financiële basis moet wel goed zijn.
Waar het ons met name om gaat, is te zorgen dat we tevreden cliënten, vrijwilligers en medewerkers hebben en houden. Dat komt ons bedrijfs resultaat ook ten goede. Als mede werkers en vrijwilligers tevreden zijn, zullen we betere diensten leveren, blijven cliënten komen en hebben we betere resultaten. We moeten zorgen dat we het redden met elkaar, dat we er staan, met persoonlijke aandacht en hart voor het welbevinden. Alle andere doelstellingen, hoe belangrijk ook, komen daarna. De verdieping en vernieuwing komen later.
Zonnehuisgroep Noord wil zich dus onderscheiden met tevreden cliënten, medewerkers en vrijwilligers?
Ja, dat hebben we ook altijd gedaan; uit onderzoek blijkt dat we dát goed kunnen. Daarom moeten we de herstructurering kort en krachtig uitvoeren, zodat we weer een gedegen financiële basis hebben en rust bij en vertrouwen van alle betrokkenen krijgen. Zo kan de nieuwe bestuurder met een toekomstbestendige organisatie koersen op continuïteit van deskundige en persoonlijke zorg met hart voor de cliënt en hun naasten.
Moeten andere zorgorganisaties met dezelfde riemen roeien?
Ja, zij hebben soortgelijke problemen als gevolg van het overheidsbeleid. Dat weet ik uit de bedrijfsvergelijkingen, de benchmark, maar ook uit gesprek ken. Sommige zorgaanbieders hebben de slag al gemaakt, anderen moeten dit nog doen. Zonnehuisgroep Noord heeft veel locaties waar cliënten lichte zorg krijgen. De klap komt bij ons dus harder aan dan bij organisaties die veel minder verzorgingshuizen hebben en meer cliënten met een zware zorg vraag. Ik zie om me heen wel initia tieven ontstaan waarbij mensen
proberen locaties in stand te houden. We hebben ook ons uiterste best gedaan om locaties te behouden, maar het is ondanks de gezamenlijke inspanningen niet gelukt. Ook zorgcoöperaties en andere burgerinitiatieven hebben budget nodig. Zij zullen, net als wij, te maken hebben met de betaalbaarheid. Indicaties voor verzorgingshuiszorg worden niet meer afgegeven, daardoor ontstaat bij alle zorgorganisaties leegstand. De financiële draagkracht van ouderen in onze provincie is over het algemeen gering; met alleen een AOW-pensioen kun je niet veel zelf betalen. Als er zich geen geldschieters aandienen, zal dat moeilijk zijn.
Hoe schat je de gevolgen in voor de goede naam van Zonnehuisgroep Noord?
Het is belangrijk dat we het ‘waarom’ zo goed mogelijk blijven uitleggen. Ik heb de indruk dat onze cliënten en hun familie, onze medewerkers en vrijwilligers de oorzaak wel begrijpen. Ook de buitenwacht informeren we geregeld. Daarnaast voert de overheid publiekscampagnes en wordt er regel matig in de pers gecommuniceerd. De tijd staat niet stil, we moeten meebewegen. De angst voor veranderingen is er en zal er altijd zijn, daar kunnen we niet om heen. De onzekerheid willen we zo snel mogelijk wegnemen en het vertrouwen terugkrijgen. Met de komst van de euro verdween het geld niet, alleen de vorm ver anderde. Door het overheidsbeleid verdwijnt de zorg niet, alleen de vorm verandert. We leveren nog steeds kwalitatief goede zorg en dat blijft, ook in onze Zonnehuizen! Tekst: Jenny Luppens
bijZONder 5
ZONNEHUIS THUIS
Zolang mogelijk samen blijven in het huisje aan het diep
6 bijZONder
ZONNEHUIS THUIS
Het huis ligt aan het oude Winschoterdiep in Zuidbroek. In de winter kijk je in de witte verten, in de zomer komen bootjes langs en is de natuur dichtbij. Het uitzicht is hen dierbaar geworden in de vier decennia dat ze er wonen. Het hoort bij hen. Net zoals de ruimte in en om het huis, de grote schuur alias garage waar hun camper staat, de ruime veranda en de siertuin. Jans en Roelie Norder zijn verknocht aan hun woonplek. Jans is graag buiten bezig, beetje klussen in de garage of lekker met de kop in de wind. Roelie zit graag in de zon. Ze genoten onbekommerd van de tijd met elkaar nadat Jans met de VUT was gegaan. Zij vond Oostenrijk zo mooi, dus gingen ze daar geregeld heen met de camper. Zijn favoriet was Denemarken, daarom toerden ze jaarlijks naar het noorden. Ze genoten van hun leven en van elkaar. De toekomst leek zonnig. Totdat vijf jaar geleden hun blije leven werd verduisterd door de ziekte van Roelie. Hoe anders werd het gewone, dagelijkse leven daarna.
bijZONder 7
ZONNEHUIS THUIS
“Roelie kreeg uitval door een afwijking in de hersenstam. Eerst dachten ze aan de ziekte van Parkinson, maar gelukkig was dat niet zo. Met die ziekte heb je vijf jaar te leven en dan is het gebeurd. We zijn nu vijf jaar verder en het gaat nog vrij goed. Wel zie ik dat ze lang zamerhand veel ingeleverd heeft. Ze heeft niet veel kracht meer in haar handen en benen en is op een rolstoel aangewezen. Maar het is nu vrij stabiel”, zegt Jans. Ziekte overkomt je, het had ook andersom kunnen zijn. “Mijn vader had Parkinson; het zit bij ons dus in de familie. Maar ik ben nog vrij fit en kan zelf voor Roelie zorgen. Als dat zo blijft, kunnen we hier nog lang blijven wonen.” Door de ziekte van Roelie is Jans altijd in zijn hoofd bezig, steeds aan het prakkiseren hoe hij het dagelijks leven met zijn vrouw handig in kan kleden, hoe hij alles slim kan doen. “Alles draait om haar, wat ze nog wel kan en niet meer kan. In het begin moest ik mezelf wel op de plek zetten. Veel wordt door de ziekte van je partner anders. Hoe ga je daar mee om, wat betekent die ziekte voor allebei, wat kunnen we zelf en houd ik dat ook vol? Het gaat je leven beheer sen. Ik ben constant alert, dat zit nu in mijn systeem. Niet alleen wat Roelie betreft, maar ook ten aanzien van mezelf. Ik probeer risico’s te vermijden zodat mij niets overkomt. Anders was ik deze winter wel even gaan schaatsen op het diep, maar dat soort dingen doe ik dus niet meer.”
Ondersteuning
Op een gegeven moment kreeg Jans last van zijn rug. De verzorging van zijn vrouw begon hem parten te spelen. “Je bent altijd aan het trekken en sjorren, rolstoel in, rolstoel uit, bed in, bed uit.” Hij kende Zonnehuis Thuis en zo kwam de wijkverpleegkundige Tom Stehouwer bij hem over de vloer. 8 bijZONder
“De vraauwlu hebben de vrijheid, ze lachen heel wat af ’s morgens.” “Samen hebben we gekeken wat ik zelf kan en waar ik ondersteuning bij nodig heb. We hebben het nu zo geregeld dat er ‘s ochtends hulp komt om mijn vrouw op gang te helpen. Ze helpen haar uit bed, met douchen en met aankleden. Dat gaat magnifiek. Ze kiezen ook samen haar kleren uit, dat vind ik wel zo makkelijk. Ze ziet er altijd mooi uit. De vraauwlu hebben de vrijheid, ze lachen heel wat af ’s morgens. Ik bemoei me daar niet mee. Ik heb dan even tijd voor mezelf en kan lekker mijn gang gaan. Ik maak het ontbijt klaar, loop even naar buiten en haal de krant. Daarna ga ik rustig de krant lezen en wacht tot de wichter komen.” In het weekend zijn ze het liefst met zijn tweetjes. Maar als de verzorging Jans niet lukt, dan kan hij
het wijkteam bellen, dan komen ze, als het nodig is ook ’s avonds. “Dat zit in ons pakket. Het is wel een fijn gevoel dat we het voor de komende drie jaar voor elkaar hebben. Dat heeft Tom voor ons geregeld.” Naast hulp kwamen er ook handige voorzieningen in huis. “We hadden al een slaapkamer beneden, vlakbij de badkamer. Via de gemeente is onze badkamer aan gepast. Ik had het bed met blokken verhoogd, maar je kon het bed niet in hoogte verstellen. Daarom regelde Tom een ander bed met tillift.” Ook kwam er alarmering in huis, zodat Roelie Jans overal kan bereiken. “In het begin is ze wel eens gevallen in huis en dan kon ze niet meer omhoog komen. Dat was toen het nog redelijk ging. Toen ze nog dacht: ‘Dat kan ik zelf nog wel’, maar die tijd is voorbij. Ze blijft nu rustig zitten, totdat ik bij haar ben en haar kan helpen.” Hij heeft ook een handige manier bedacht om haar van een rolstoel in een stoel te krijgen. Hij doet het even voor, zet zijn knie achter haar benen zodat ze als het ware naar beneden zakt. Ze hebben beiden lol.
Dagopvang
Roelie praat moeilijk, maar wil zelf vertellen dat ze een paar keer per week naar de dagopvang van Zonnehuis
ZONNEHUISSAMEN THUIS
groep Noord in Muntendam gaat. “Ik ga er graag heen. De wichter van de thuiszorg, die bij mij thuis komen, zijn daar ook. Het is gezellig.” Tussen de middag eten ze daar samen warm. Eigenlijk heeft ze nooit trek, maar als ze voor een bord met lekker eten zit, dan eet ze altijd met smaak. Bloemkool met kip, stamppot, bami; ze vindt bijna alles lekker. “Behalve stamppot zoete appels, bah.” Op de vraag: ‘Dus als jij naar de dagopvang gaat, dan heeft Jans een snipperdag en kan hij mooi iets voor zichzelf doen?’, kijkt ze wat bedenkelijk en antwoordt: “Hoezo voor zichzelf, veur n aander!” Jans lacht en mengt zich weer in het gesprek. “Als Roelie naar de dagopvang is, dan help ik vaak andere mensen. Dat vind ik mooi werk. Gewoon even met heel iets anders bezig zijn, nergens aan denken, gewoon de kop leeg. De laatste tijd help ik de buren met de verbouwing van hun schuur en dat levert ons altijd een bord met lekker eten op. We helpen elkaar met gesloten beurzen, daar houd ik van.” Hij is handig en pikt gauw iets op. “Ik ben altijd monteur geweest bij het busbedrijf en heb daarnaast ons huis zelf verbouwd.” Zo heeft hij zichzelf van alles geleerd: tegels zetten, verwarming aanleggen, timmeren. Hij is een echte klusser, maar sinds vijf jaar ook kok. Hij had voordat zijn vrouw ziek werd nooit gekookt. “Maar ik ben creatief, gooi wat door elkaar en als het niet lekker is, doe ik dat dus niet weer”, zegt hij schalks. “Laatst kregen we van de buurvrouw stamppot wortelen. Dat was lekker, dus vroeg ik haar hoe ze het had klaar gemaakt. Dat probeer ik dan zelf ook.”
dat mij iets overkomt. Het lukt Roelie niet om zich verstaanbaar te maken. Ik heb de camper aangepast voor de rolstoel en de laatste jaren zijn we erin naar Domburg en Petten geweest. In Petten kunnen we met de elektrische rolstoel bij het strand komen, over de baan van de reddingsboot. Die zee lucht, die vrijheid, dat is zo mooi! Daar kunnen we echt van genieten.” Ze zijn
nu beiden begin zeventig en redden zich nog prima. “Wel hebben we geleerd dat we overal meer tijd voor moeten nemen. Gauw iets doen, dat kan niet meer. Maar we hebben de tijd! Nog n kop kovvie, vrouw Norder?” “Tou mor, du mie nog mor aine!” Tekst: Jenny Luppens Fotografie: Albert Wildeman
Camper
Ze vonden het altijd mooi om samen op pad te gaan. “Dat doen we nog. Niet meer naar het buitenland, die mooie jaren zijn geweest, stel je voor bijZONder 9
SAMEN
Wagenborgen verder zonder Menterne
“Samen kun je meer dan alleen. Dat besef is er nu!”
10 bijZONder
SAMEN
Zonnehuis Menterne wordt dit jaar gesloten. ‘Hoe gaan we nu verder?’ Dat vroegen bevlogen dorpsbewoners van Wagenborgen zich af. Sommigen hadden zich al een paar jaar lang als lid van een initiatiefgroep sterk gemaakt om het verzorgingshuis als ‘Huis van de wijk’ nog een aantal jaren voor het dorp te behouden. Onder tussen zou een plan worden ontwikkeld voor kleinschalige nieuwbouw voor senioren door de woningcorporatie. Itie Doddema zat als voorzitter van dorpsbelangen in de initiatiefgroep. De zorg en dus ook Menterne liggen haar aan het hart. “Mijn moeder heeft in Solwerd in Appingedam gewoond. Daardoor werd ik daar vrijwilliger. Ik vind het mooi om me met mensen te verbinden, mijn steentje bij te dragen aan de gemeenschap en me in te zetten voor mensen die zelf niet zoveel meer kunnen. Ik praat ook graag mee over het beleid, het hoe en het waarom. Daarom werd ik ook lid van de cliëntenraad van Solwerd. De ouderenzorg is mij dus niet vreemd, ik ken het van binnenuit. Ik ben op de hoogte van de bezuinigingen en de opgave waarvoor een zorgorganisatie nu staat.”
Huis van de wijk “Het was een mooie kans voor Wagen borgen om samen met medewerkers van Zonnehuisgroep Noord te kijken of een zogenaamd ‘Huis van de Wijk’ bestaansrecht had. We hebben samen ons best gedaan om Menterne als ‘Huis van de wijk’ nog een aantal jaren voor het dorp te behouden, maar helaas niet, zoals aanvankelijk gepland, tot 2018. Nu moeten we als dorp zelf verder met de visie die we binnen ‘Huis van de wijk’ hebben uitgedragen: samen kun je meer dan alleen. Dat besef is er nu. Dat is de winst van al onze inspanningen. Het project ‘Huis van de wijk’ is van grote meerwaarde geweest. Het dorp is nu actief betrokken. Helaas is de geplande nieuwbouw nog niet klaar, zodat de
bewoners van Menterne hier niet heen kunnen verhuizen. We hebben altijd gezegd: ‘Er hoeven geen ouderen uit Wagenborgen te vertrekken.’ Het is heel jammer, dat we die belofte nu niet na kunnen komen.” Nieuwbouw is ook nog geen gelopen race. Sinds april 2015 behoort Wagenborgen officieel tot krimpgebied, dat betekent 1 woning bouwen, 4 slopen. “Er was een groep bezig met een toekomstplan. We hebben nog ijzers in het vuur, maar omdat het verzorgingshuis eerder dicht gaat dan gepland, voelt het alsof je in volle vaart tegen een glazen deur aangelopen bent. We moeten ons nu eerst bezinnen en hergroeperen.”
Vrijwilligersnetwerk De initiatiefgroep is inmiddels opgeheven. “We gaan nu verder met het dorp en starten met een nieuwe groep: Vrijwil ligersnetwerk Wagenborgen.” Het was al de bedoeling om de formele zorg en de informele zorg dichter bij elkaar te brengen. Itie Doddema en de vrijwilligerscoördinator van Menterne, Marian Beltman, waren al druk bezig om te kijken hoe hiervoor iets kon worden opgetuigd. Dit project is nu van de baan en in feite vervangen door Vrijwilligersnetwerk Wagenborgen, inmiddels een vereniging. De statuten zijn in oktober gepasseerd. Het bestuur van deze vereniging bestaat uit voormalige huisarts Schut, Nico Oosterom en Marten Brandsma van Dorpsbelangen, Marian Beltman nu nog van Menterne, dorpsbewoners Dieuwerke Ploeger en Willemijn Snijder, Klaske Brons namens de Gereformeerde Kerk en dominee Poede namens PKN.
Samen aan de slag De ledenwerving is gestart. Marian Beltman en Itie Doddema gaan samen aan de slag. De goede verstandhouding die ze de afgelopen jaren hebben opgebouwd, zetten ze nu in om de vrijwilligers van Menterne te behouden voor Wagenborgen. Volgens Marian Beltman is er
genoeg tijd om alle neuzen de goede kant op te krijgen. “Als dorpsbewoners én als vrijwilligers vragen we ons af: hoe denken we om elkaar en hoe kunnen we elkaar helpen? Iedereen heeft er nu wat ervaring mee en er zullen veel ideeën en meningen zijn. Er gebeurt van alles. Als we twee jaar geleden met het idee van een vrijwilligersnetwerk waren gekomen, hadden de mensen de schouders opgehaald en was het waarschijnlijk niet van de grond gekomen. Nu hoor ik overal: we gaan door! Je stapt nu gemakkelijk over elkaars drempel. Mensen voelen zich vrijer en daardoor heel betrokken. Het is geweldig dat we nu de vruchten plukken van alle energie die we er de afgelopen tijd in gestoken hebben. Ik zal waarschijnlijk mijn baan verliezen bij Zonnehuisgroep Noord, maar inmiddels heb ik zo’n netwerk opgebouwd dat ik zeker kansen zie om me nuttig te blijven maken voor het dorp waar ik woon en voor de ouderen in mijn omgeving.”
Meer binding creëren Menzis heeft Zonnehuisgroep Noord financiële ondersteuning toegekend voor het bevorderen van participatie. Marian heeft de start van het Vrijwilligersnetwerk als project aangemeld. “We hebben alle vrijwilligers uit ons bestand uitgenodigd voor een gezellige bijeenkomst, een stijlvolle high tea middag, waar we natuurlijk ook het vrijwilligerswerk in een andere setting, onze vereniging Vrijwilligersnetwerk Wagenborgen, hebben gepromoot.” Marian is erg enthousiast. “We willen nog meer binding creëren. Dat moet nu vorm gaan krijgen. Als we eerst de mensen maar hebben die zich als vrijwilliger voor onze vereniging in willen zetten. Daarna weten we wat we de ouderen die hulp nodig hebben concreet kunnen bieden. Zij kunnen dan lid worden van onze vereniging. Als dat allemaal gaat lopen, dan hebben we een aantal grote stappen gemaakt.” Tekst: Jenny Luppens Fotografie: Albert Wildeman
bijZONder 11
SAMEN
Een welzijnsnetwerk voor Zonnehuis St Jozef In oktober 2014 startte Zonnehuis St Jozef met het project ‘In voor mantelzorg’, een programma voor zorgorganisaties die willen werken aan een betere samenwerking met de mantelzorgers van hun cliënten. De uitvoering was in handen van Vilans en Movisie. Het ministerie van VWS financierde het programma. Het project sloeg aan. Steeds meer familieleden zetten zich in St Jozef nu als mantelzorgers in voor hun naasten en andere ouderen. Moniek Westerhof, verzorgende op de meerzorg, is blij met de groeiende inzet van de familie. “Gebleken is dat hun inbreng van grote waarde is voor het welbevinden van onze cliënten. Het is fijn dat zij vaker mensen om zich heen hebben die vertrouwd en bekend zijn. Familie weet veel over gewoonten en wensen. Die band en betrokkenheid is erg belangrijk.” De rode draad = in gesprek Zonnehuis St Jozef rolde het project uit op basis van een werkwijze die zij ‘de rode draad = in gesprek’ noemt. Op een poster is deze werkwijze in beeld gebracht. Truida Pathuis, hoofd zorg en 12 bijZONder
welzijn, heeft de werkwijze samen met haar team bedacht. “Op deze poster staat wat we hopen te bereiken en hoe we dit voor ogen hebben. De poster hebben we steeds als praatstuk ingezet bij de gesprekken met cliënten en hun familie. Participatie is maatwerk. Ik heb zo’n 15 gesprekken gevoerd met cliënten en telkens bleek dat het voor iedereen anders is. In het ene geval woont de familie ver weg. Als de cliënt dan een wens heeft, kijk je samen met de familie wat wél mogelijk is, gezien de afstand. Kunnen we het netwerk uitbreiden? Zijn er andere familieleden die ingeschakeld kunnen worden? In het andere geval weet je dat de familie al heel veel doet. Dan begin ik natuur lijk niet met mijn rijtje, maar vraag ik: ‘Hoe houdt u het vol?’ Wat kunnen wij voor ú doen?’ Geen mens is hetzelfde. Ieder ziet zijn rol als mantelzorger op zijn eigen manier, heeft eigen wensen, mogelijkheden en capaciteiten. Soms kwam het voor dat we niet met een gesprek begonnen maar met een gezamenlijke activiteit. Tijdens deze activiteit ontstond dan dat gesprek met de familie, over het meedoen en op welke vlakken ze meer konden betekenen. We vroegen dan: ‘Welke
rol past u?’, om het daarna zo concreet mogelijk in te vullen. Uit ervaring weten we dat het voor de familie leuk is om bijvoorbeeld samen iets met moeder te doen en haar op een andere manier bezig te zien. Dat is eigen, dat is ver trouwd. Door mee te doen, hebben ze zelf ook een ander gesprek met hun moeder. Ze bouwen als het ware mooie momenten op. Dat zijn dan ook weer mooie herinneringen voor later.” Mantelzorg is geen vrijwilligerswerk. Je wordt niet ingeroosterd en krijgt geen vergoeding. Je doet iets voor je ouder, schuift als het ware aan. Moniek: “We werken nu meer samen met de familie leden. De gesprekken gaan vaak vanzelf. Zij zien ook dingen. ‘Zal ik de afwas even doen? Misschien samen met moeder? Want ze is graag bezig.’ Als de familie zich bij ons thuis, vrij en gewaardeerd voelt, dan gaat het stromen en ontstaan de mooie momenten als vanzelf.” Welbevinden Het eerste jaar coördineerde hoofd Truida Pathuis het project ‘In voor Mantelzorg’. In september vorig jaar zijn Moniek Westerhof, haar collega Sandra Eggens en welzijnsvrijwilliger Miranda Oostland aangesteld als gespreksleiders, om de samenwerking tussen familie van cliënten, vrijwilligers en medewerkers, actief te versterken. Moniek: “We hebben een cursus ge volgd om te leren hoe je groepen kunt begeleiden en hoe je het onderlinge contact kunt verbeteren. We gaan ervoor! Er is winst te behalen. Alles draait om het welbevinden van de cliënt en zijn relatie met de familie. Het gaat er niet om wat wij willen, maar wat zij willen.” Moniek vindt het belangrijk dat cliënten het naar de zin hebben en zolang mogelijk door kunnen gaan met activiteiten waar ze blij van worden, samen met hun familie en vrijwilligers.
L
SAMEN
j • G e m o e d e li jk ri v st a G • d w u ro L e v e n d ig • V e rt de aan het team van t w ou b f ze Jo t S Zonnehuis met u! toekomst, samen welzijn zijn steeds
zorg’ is nu officieel beëindigd, maar Zonnehuis St Jozef gaat door. Truida: “Nu heet het ‘parti cipatie’ en ontwikkelen we door rg en rggemeenschap: zo ls. zo na sie sio vi es of ze pr op basis van wat we hebben on n en va rs ge Op basis mantelzorger, vrijwilli t, ën cli n va el sp en opgebouwd. Dat doen we in het ers meer een sam participatie •vrijwillig ilie am •f e gi belang van het welzijn van de re en ig •cliëntgerichtheid/e cliënt. We blijven vragen: ‘Voelt u zijnsnetwerk! el w n Eé ? n zich thuis? ‘Hebt u genoeg te ke ei Wat willen wij ber doen? Voelt het goed wat uw ik familie betreft?’” Deze vragen + ik komen aan de orde bij de + jij bespreking van het zorgleefplan = jij van de cliënt en worden erin wij = vastgelegd. Het zorgleefplan is wij een landelijke methodiek waarin de voorwaarden van Actiz, koepel van zorgorganisaties, zijn verwerkt. Dit plan wordt twee De rode draad = in gesprek keer per jaar met de cliënt en zijn familie besproken. Moniek: “Het zorgleefplan is de leid raad, daar val je steeds op terug. Daar zitten we als team ook bovenop. Dit plan moet leven voor eenieder.” Het zorgleefplan is als het ware het middelpunt én het uitgangs doen? Hoe gaan we dat ijwilligers Vr s er punt voor ’de rode draad = rk we de Me Zorgleefplan Eigen regie e Vrijwilligers voor ati cip rti Pa en in gesprek’. “De poster met Scholing Familienet activiteiten, 30% van het zorgp ontwikkeling. De cliënt maakt volo welzijnsvrijwilligers, leefplan is uitbesteed Cliënten, familie, eigen onze doelen ten aanzien ten van cliën ruik de geb van neten 80% scholing aan het welzijns vrijwilligers en mogelijkheden en gebruikt familienet. ontwikkeling. werk van de cliënt. medewerkers bewust tjes touw de zelf van familieparticipatie blijven heeft tie. maken van participa in handen. we bij de zorgleefplan ! ap h sc n ee besprekingen met de cliënt eiende zorggem Resultaat: een blo en zijn familie aan de orde stellen. Op die manier blijft hun rol in beeld. We gaan met zijn allen door op de ingeslagen weg. Het is nu al st om ek geweldig om te zien hoe t team van de to Zonnehuisgroep Bouw mee aan he Noord familie participeert bij zorg ik + jij = wij en welzijn, maar ook hoe de cliënten zelf steeds meer de touwtjes in handen nemen en hun Participatie familie, vrienden en kennissen vragen “Daar gaan we dit jaar aan werken. We Een compleet welzijnsnetwerk voor alle om mee te doen.” willen graag één welzijnsnetwerk, een cliënten bouw je natuurlijk niet in een samenspel van alle betrokkenen Tekst: Jenny Luppens jaar op. Het project ‘In voor Mantel rondom de cliënt.” ner ... als dorpsbewo ... als cliënt r ... als mantelzorge lliger ... als vrijwi r ... als medewerke
bewoners, buren, vrienden en kennissen
medewerkers, verzorgers, professionals
cliënt
... ga met jou in gesprek
mantelzorgers/ familie
werken samen
vrijwilligers
bijZONder 13
BEWONERS VAN HET EERSTE UUR
Jan en Anjo,
kranige kerels uit Zonnehuis Ufkenshuis Anjo Bosker (89) en Jan Tillema (91) hebben veel dingen gemeen. Ze staan er zelf niet zo bij stil, maar als je alles op een rijtje zet, zijn er veel overeenkomsten. Ze wonen zo’n 10 jaar in het Ufkenshuis, zijn er komen wonen vanwege de ziekte van hun vrouw, waren zelf te gezond voor een indicatie, zijn boer geweest, houden van biljart en jeu de boules en leven zich lekker uit in en om het Ufkenshuis. Ze hebben de oorlog bewust meegemaakt. Anjo Bosker schreef er een boekje over en Jan Tillema zette zijn herinneringen op papier voor zijn nageslacht. Ze kunnen mooi schrijven én vertellen. Waar ze ook niet zo bij stil staan is het feit dat ze alle twee dat heerlijke Groningse gevoel voor humor hebben. Onder het motto: ’n Geintje mot kennen’. 14 bijZONder
BEWONERS VAN HET EERSTE UUR
Anjo Bosker verhuisde zo’n
tien jaar geleden met zijn Gezina naar het Ufkenshuis omdat ze steeds meer zorg nodig had. “Zij kon een indicatie krijgen voor het verzorgingshuis. Ik niet, voor mij was er geen nummer. Ik moest alles, op basis van mijn inkomen, zelf betalen. Ze is heel flink en doet wat ze zelf nog kan. Ik help haar. Ik geef haar vezels met water, doe de gordijnen open, doar ken ze nait bie kommen en maak het bed op.” Gezina krijgt hulp bij het wassen en douchen. Het liefst zit ze daarna in hun appartement, want ze kan niet meer zo goed tegen drukte. Ze hoort slecht en zit vaak te lezen. Ze leeft in haar eigen wereldje en lijkt tevreden. Als je iets tegen haar zegt, lacht ze. “Ze begrijpt niet goed meer wat er gezegd wordt. Ze het n best netuur, hail goud. In het begin aten we nog in het restaurant, nu doen we dat in ons appartement. Mijn vrouw kan nergens aan meedoen. Dat begroot mie wel. Daarom blijf ik bij haar. Ik kan en wil haar niet alleen laten. Ik wil heur groag aan de loop hoalen”.
THUIS
Zelf doet hij, als het kan, mee aan alle spelletjes die worden georganiseerd. Hij is graag onder de mensen. “Ik doe dat meestal als Gezina ’s middags slaapt, tussen één en drie. Eerst de vrouw op bed en dan ga ik een uurtje of zo weg. Ik rij nog auto, een Opel,” zegt hij trots, “en heb mijn eigen parkeerplaats bij het Ufkenshuis.” Soms gaat hij ook naar het ziekenhuis met Jan Tillema, of andersom. “Ik had last van knei en hai zit met zien ogen”. Het liefst doet hij iets sportiefs van wege de spanning om te winnen. Er is veel vertier in en om het Ufkenshuis. Koersbal, jeu de boules en op vrijdag middag biljarten in het grand café. Hij heeft het goed naar zijn zin. Het Ufkenshuis is echt zijn thuis. “Het is hier heel best. Ik zit ook in de cliëntenraad
zodat ik mee kan praten over alle veranderingen. Alles wat belangrijk voor me is, vind ik hier in het Ufkens huis. Natuurlijk staat mijn vrouw op nummer één. En Tity die voor ons zingt en van alles presenteert, en me schilderles geeft, op nummer twee, dat kan ik gerust zeggen, vind ik.”
ZICHTEN
Hij zit graag in zijn appartement; de laatste tijd vaak bij de eettafel te schilderen. “Het is er rustig, niet jachtig. Mijn vrouw zit goed verzorgd bij me en dan komt er zo’n kalmte over me heen, een gevoel van dankbaarheid, dan ben ik tevreden met de wereld. Ik denk dan ook vaak aan vroeger, toen we nog op de boerderij woonden. Eerst samen met mijn ouders en broers en later met Gezina en onze kinderen. Pa was altijd arbeider en heeft de boerderij in 1938 gekocht. We hadden een gemengd bedrijf met koeien, varkens en vijftien bunder land waar we suikerbieten, aardappelen en tarwe op verbouwden. Het was hard werken, we deden nog veel met de hand. Af en toe kochten we er land bij, maar een grote heerd is het nooit geworden. We waren thuis met drie jongens. De oudste broer moest zichten met pa en de anderen moesten binden, samen met moe. Dat vond ik maar niets. Stiekem probeerde ik te zichten. Dat vond ik mooi werk. Uiteindelijk heeft pa het me geleerd. In die tijd werkten we ook nog met paarden. Het was een hele andere tijd. Tijdens het werken op het land hoorde je in de verte mensen zingen. Met de jeugd liepen we door het dorp ‘Achter in het stille klooster’ te zingen, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Ik floot liever Sarie Marijs. Het was een mooie tijd, de rust was voelbaar, we hadden alle tijd voor elkaar. Toen de tractoren kwamen, was het lang zo gezellig niet meer.” De boerderij staat in Geerland, tussen Siddeburen en Steendam. Om bij de boerderij te komen, moest je in
de tijd dat Anjo Bosker er woonde over een geel bruggetje. “Dagelijks nam ik de melkbus mee op de fiets, van dat brug getje naar huis. Wat heb ik die melkbus vaak in handen gehad. Ik heb tot mijn zestigste op de boerderij gewoond. Daarna zijn we verhuisd en de melkbus is meeverhuisd. Jan Spithoff, die goed kon tekenen, heeft onze boerderij erop geschilderd. Dat leek me wel een mooie herinnering. Dat heeft me nog tachtig gulden gekost.” Hij schildert nu zelf de boerderij op linnen, naar het voorbeeld van de schildering op de melkbus. Hij heeft het schilderen van Tity Veen geleerd, die elke maandag les geeft in het Ufkenshuis. “Helaas kan ik niet meer naar schilderles, dan is mijn vrouw te lang alleen. Maar af en toe loop ik op maan dag even naar het atelier, voor een advies van Tity. Dan kan ik weer verder. Ik heb al meerdere schilderijen gemaakt, vanaf een schets die ik van tevoren maak. Ik heb genoeg mooie beelden in mijn hoofd.”
Jan Tillema woont al wat langer in het Ufkenshuis. Hij heeft de verhuizing meegemaakt van het oude naar het nieuwe gebouw. Hij woonde er in de beginjaren met zijn vrouw. “Mijn vrouw moest verzorgd worden. Ik was er dag en nacht mee bezig. Op een gegeven moment kon ik dat niet meer, daarom besloten we in het Ufkenshuis te gaan wonen. Ik kon met haar meeliften, zo te zeggen.”
SPORTIEF TYPE
Sinds een paar jaar woont hij alleen. Hij komt regelmatig bij Anjo Bosker. “We weten veel van elkaar en wisselen goede en slechte berichten uit. Ik weet alleen niet hoeveel geld hij heeft,” zegt hij lachend. Hij is altijd in de weer. “’s Morgens om zeven uur sta ik op en maak mijn dagelijkse ommetje, lekker met de kop in de wind.” Hij is een sportief type. Hij doet aan gymnastiek, met mooi weer buiten in de beweegtuin, houdt zich bezig met jeu de boules, bijZONder 15
BEWONERS VAN HET EERSTE UUR
Jan Tillema op een kameel tijdens de opening van Zonnehuis Ufkenshuis in 2005, geschilderd door mede-bewoner Veentjer.
koersbal en biljart. Hij heeft de wandelclub van Zonnehuis Ufkenshuis opgericht, de avond-fietsvierdaagse georganiseerd en vier jaar lang boeren golfcompetities mee georganiseerd voor de Zonnehuizen in de buurt. Hij maaide de baan twee keer per week, samen met Anjo Bosker. “Ik maakte de holes klaar, hield ze schoon met grind, bedekte ze met deksels en zette het parcours uit. “Zo luipen de baide oldjes wat of, haha.” Hij doet het nu wat rustiger aan. De wisselbeker is nu definitief voor het Ufkenshuis. De trofee staat te glimmen op de kast bij Jan Tillema, ‘de bewaarder’.
PASSIE
Ook Jan Tillema is geboren op een boerderij, zijn vader was groentekweker in Bedum. Jan leerde ook het vak voor groente- en fruitteelt en ging naar de 16 bijZONder
vakschool in Sappemeer. Uiteindelijk werd hij boer in Siddeburen, waar zijn vrouw vandaan kwam. Hij had vijfendertig jaar een maatschap met zijn zwager. Het was een gemengd bedrijf van rond de vijfenzestig hectare met vee, ook veel fokvee, fabrieksaard appelen en suikerbieten. “Voor die tijd was het een groot bedrijf.” Zijn hobby en passie waren zingen in een koor. “Ik begon ermee toen ik 11 was. Later zong ik samen met mijn vrouw bij Gloria en Exselsis Deo in Siddeburen. Ik doe het nog graag, met veel volume!” De telefoon gaat. ‘De heren zitten al aan de mannentafel in het restaurant. Of Tillema ook komt.’ “Zet de soep maar alvast klaar, ik kom zo!” Tekst en fotografie: Jenny Luppens
Op 9 oktober 2015 bestond Zonnehuis Ufkenshuis 10 jaar. Jan Tillema opende de feestelijke avond omdat hij het langst in het Ufkenshuis woont. Het was de hele avond genieten van de verrassende acts. Evergreens als Surabaya en I have a dream, ze kwamen allemaal langs. The man in black, Les Humphreys Singers, De Woonboot, Juffrouw Jansema, van alles werd uit de kast
GENIETEN SAMEN
getrokken en met verve op het toneel gebracht door familie, bewoners, vrijwilligers en medewerkers. “We zouden er met zijn allen nog één keer keihard voor gaan”, vertelt Harriet Pot naderhand. “We wilden nog één keer een gezamenlijk feestje en er met volle teugen van genieten. Het was 9 oktober, vlak voor de avond dat mensen te horen kregen dat hun contract niet zou worden verlengd en
bekend zou worden gemaakt dat Zonnehuisgroep Noord huizen zou gaan sluiten. We vonden het niet gepast om het groots aan te pakken. We wisten dat dit de laatste keer zou zijn voor ons team, in deze samenstelling. We hebben daarom een ouderwetse bonte avond georganiseerd, maar dan ook familie op het toneel. Het thema was kleurrijk, één van de kernwaarden van het Ufkenshuis.
De acts waren kleurrijk, de kleding en de entourage ook. Soms spatten de kleuren ervan af, geweldig! De bewoners hebben genoten, ze vonden alles mooi. We hebben hiermee samen nog eens uitgedragen én bewezen dat we op basis van onze visie zorg gemeenschap, ik+jij=wij, met elkaar iets moois neer kunnen zetten.”
bijZONder 17
SAMEN
“Werken op de kippenfarm is een eitje!” Tekst en fotografie: Jenny Luppens
18 bijZONder
SAMEN
Renze van der Hoek (67) uit Marum heeft het sinds afgelopen zomer druk als directeur van de kippenfarm van Zonnehuis de Hoorn. Zo noemt hij zichzelf gekscherend. Het is een mini-farm met tien krielkippen in een kippenren op het belevingsterras van de verpleegafdeling. “Ik verzorg de kippen in ruil voor de eitjes, haha. Maar helaas kan de financiering nog niet uit!” Het zijn Brabantse krieltjes. Renze heeft zelf liever Barnevelders, want die leggen beter en de eieren zijn veel groter. “Maar krieltjes passen beter in deze ren. We hadden eerst alleen zwarte kippen, maar de bewoners van de verpleegafdeling konden ze niet goed zien. Omdat ze zo donker zijn vallen ze niet op in het hok. Daarom hebben we er nu witte zijdehoenderkrielen bij.” Geen haan? “Dat zeg ik ook steeds, maar het antwoord is telkens: ‘Van der Hoek, hol op!’ Ze zijn bang voor teveel lawaai.”
Renze is cliënt van de dagopvang in Zonnehuis de Hoorn. Hij komt er een paar keer per week. En sinds kort is hij dus directeur van de kippenfarm. “Toen dat ding er stond, vroeg Ali Veenstra, onze begeleidster van de dagopvang, of ik zin had om de kippen te verzor gen. Dat leek me wel wat. Ik heb graag iets om handen.” Hij heeft altijd in de bouw gewerkt, maar groeide op op een boerderij in Boerakker. “We hadden kippen en eenden om ’t hoes. Scharrelkippen, dat was makkelijk. Ik moest Pa meehelpen, meestal in het weekend. ‘Kom doe mor even mit’, zei hij dan. Even later zat ik met een duffe kop onder de koeien.” Het werk op zijn kippenfarm bij Zonnehuis de Hoorn is vergeleken daarmee een eitje. “Als ik ’s morgens kom, drinken we eerst uitgebreid koffie en praten gezellig bij. Daarna loop ik naar mijn schuurtje om voer te halen. Meestal bekijk ik samen met Ali wat er verder nog moet gebeuren en dan gaan de handen uit de mouwen. Mooi man!”
In Zonnehuis de Hoorn is een klein schalige verpleegunit gerealiseerd voor dementerende ouderen. Bij het woonzorgcentrum hoort een prachtig aangelegde tuin die openbaar is. De bewoners zijn hier vaak te vinden voor een ommetje, om te kijken naar alles wat groeit en bloeit of om even een praatje te maken. De deelnemers van de dagopvang hebben er een eigen bloemen- en moestuintje. Om het ook voor de bewoners van de verpleegunit mogelijk te maken om lekker naar buiten te gaan wanneer zij dit willen, is vorig jaar een belevingsterras aangelegd, omsloten door hekwerk en mooie leibomen. Een fijne, beschutte plek, speciaal voor hen. Ze kunnen in de weer bij de plantentafels met groenten en kruiden of de kippen bekijken. Er zijn bankjes en parasolbomen om gezellig te zitten en te genieten van de geuren en kleuren en de seizoenswisselingen. Het belevingsterras is mede mogelijk gemaakt door AB Laane/Nationaal Ouderenfonds en RCOAK. bijZONder 19
GENIETEN
Voor veel ouderen is het jeugd sentiment: een uitje naar het circus. Gieren van het lachen om een onnozele clown en je adem inhouden bij onvoorstelbare stunts van acrobaten. Dankzij het Nationaal Ouderenfonds herleefden deze vroegere tijden in Zuidhorn en omgeving. Bij Zonnehuis Oostergast herrees na de zomer een heuse circustent waar Circus Sijm op 16 september drie spectaculaire voorstellingen heeft gegeven, speciaal voor ouderen.
Daar waar het in de zorg op samenwerken, spierkracht en vertrouwen aan komt, laten zij heel mooi zien hoe dat in het circus gaat.
Met dank aan Nationaal Ouderenfonds Het Nationaal Ouderenfonds en Circus Sijm hebben al enige tijd een bijzondere samenwerking. Eigenaar Alex Sijm en zijn team zetten de circus tent op de parkeerplaats bij Zonnehuis Oostergast, zodat ouderen makkelijker kunnen genieten van de bruisende voorstellingen. “We brengen het circus met tent en al naar de ouderen toe,” vertelt Marcel Harms, hoofd evenemen ten van het Nationaal Ouderenfonds. De tenten zijn rolstoelvriendelijk en beschikken over stoelen waar ouderen goed en veilig op kunnen zitten. Op de tribunes is plaats voor (klein)kinderen, medewerkers, vrijwilligers en familie. Kortom, een feest voor cliënten, familie en dorpsbewoners, geschikt voor jong en oud. Gina Palstra, activiteitenbegeleidster, ontvangt samen met Alex Sijm de mensen hartelijk bij de ingang van de tent. Gina licht toe: “Vooral ouderen die moeilijk lopen, afhankelijk van een rolstoel of zelfs bedlegerig zijn, komen niet zo snel de deur uit. Laat staan voor een bezoek aan het circus. Door het circus zo dichtbij te brengen, hebben ze een leuk en laagdrempelig uitje en zijn ze ook meteen in de gelegenheid om andere ouderen te ontmoeten en nieuwe contacten te leggen.” Per 20 bijZONder
Circus Sijm:
plezier voor jong voorstelling was er plaats voor driehon derd mensen. Een kaartje voor het circus kostte dankzij de financiële steun van het Nationaal Ouderenfonds slechts drie euro.
De voorstelling Wie de verwarmde tent betreedt waant zich direct in een sfeervol circuspaleis met kroonluchters, pluche en gouden ornamenten. Niet voor niets heeft deze jubileumproductie de titel: Diamonds. Verwachtingsvol klinkt achtergrond muziek en de mystieke geur prikkelt de zintuigen. Als het licht dooft, komt het ensemble tot leven. Spreekstalmeester
Alex Sijm vertelt “Ik sprak vlak voor de voorstelling met meneer Broersma. Die vertelde dat hij vroeger altijd één keer per jaar op de brommer naar het circus aan de Bloemsingel in Groningen ging. Daar spaarden ze het hele jaar voor. Hij was heel blij dat hij dit nog een keer mee mocht maken.” Clown Paolo wil een concert geven. De spreekstalmeester roept hem tot orde. “Kom jij maar even bij mij. Ik heb een verrassing voor cliënten van Zonnehuis Oostergast. Het is de Zonnehuis Superwasmachine! Hij kan wassen, drogen en strijken. Zo bespaar je heel
GENIETEN
indruk van de vrouwelijke acrobaat die zich in een doekentrapeze omhoog wikkelt. Ze is samen met haar schoondochter Sandra Bosma, haar kleinzoon en kleindochter naar het circus gekomen. “Het was heel fijn dat we bij elkaar konden zitten, ik heb genoten” zegt ze met een glimlach. Ze hebben nog een kaartje over en Sandra vraagt aan Gina Palstra, activiteiten begeleidster, of ze hier iemand blij mee kan maken. Op dat moment komt mevrouw Hamstra aanlopen. Ze was altijd vrijwilligster bij het voormalige ‘Westerburcht’ in Zuidhorn en ze kwam even kijken. “In het boekje ‘In het Westerkwartier’ staat het niet duidelijk. Ik heb geen kaartje, maar kwam toch even kijken. Wat fijn dat ik nu alsnog naar de voorstelling kan. Ik ga wel vaker even wat drinken of eten in het restaurant van Zonnehuis Oostergast. Ik vind het hier prachtig. De appar tementen zijn veel groter dan in het oude Zonnehuis, er zijn zelfs twee slaapkamers.”
en oud! veel tijd. Hij doet het niet in 30, 20 of 10 minuten… maar slechts in drie seconden!! Clown Paolo gelooft het niet. “Ik wil zien” zegt hij. “Willen jullie het ook zien?” vraagt de spreekstal meester. “Jaaaaaaa” antwoordt het publiek. Paolo trekt zijn shirt uit en de spreekstalmeester grapt “Er staat ‘made in Griekenland’, we hebben allemaal aan dit shirt meebetaald”. Als hij even weg moet om de telefoon aan te nemen, geeft hij Paolo de instructie om niet aan de superwasmachine te zitten. Dat gaat natuurlijk helemaal mis. Het publiek geniet met volle teugen en zit op het puntje van de stoel. Jong en
oud roept en lacht. Even later komt Duo Paschenko, twee oersterke mannen. Daar waar het in de zorg op samenwerken, spierkracht en vertrou wen aan komt, laten zij heel mooi zien hoe dat in het circus gaat. Circus als een luxe verpakte bonbon. Puur ambachtelijk, maar ook theatraal, vol vakmanschap en passie. Het is en blijft een belevenis en een sprookje voor alle leeftijden.
Net bij de uitgang staat Ekke van Dijk. Hij werkt vier dagen in de week voor de gemeente in de groenvoorziening bij Zonnehuis Oostergast. “Dat kwam mooi uit, ik heb even een stukje mee kunnen kijken. Ik vond die jongen in de trapeze goed. Maar nu ga ik weer verder met het gras. Het is net ge maaid en de stoepen liggen vol. Ik heb voor de voorstelling al het onkruid en gras bij de circustent weggehaald. Heb ik geen opdracht voor gekregen hoor, maar ik vind dat het er netjes uit moet zien. En ik wil niet dat iedereen gras mee naar binnen loopt.” En hij begint al weer fanatiek de stoepen te vegen.
Enthousiaste bezoekers Oma Grietje van Dieten, bewoonster Gemmastraat 39, is helemaal onder de
Tekst en fotografie: Petra Luider
bijZONder 21
ZORG OM ELKAAR
Henny Reiffers (51) heeft sinds de zwangerschap van haar zoon constant rugpijn. Daardoor kan ze niet meer dat doen wat ze graag doet: gewoon aan het werk. Ze heeft jarenlang als kok gewerkt, zowel in de horeca als in verpleeghuis Vliethoven in Delfzijl. Via het UWV liet ze zich omscholen tot verkoopmedewerker detail handel en helpende in de kinderopvang. Maar ook dat werk ging niet. “Als ik vaak hetzelfde moet doen, krijg ik pijn. Lang staan, telkens tillen, bukken, dat lukt me niet meer. Het is lastig, dat ik niet volledig inzetbaar ben vanwege mijn rug. De keuringsarts zegt dan: ‘Het gaat wel redelijk met u’. Ja, denk ik dan, op mijn goede dagen. Ik ben nog jong en wil me graag nuttig maken, het liefst natuurlijk in een reguliere baan. Ik hoop dat er nog een mooie kans op mijn pad komt.” Om toch bezig te blijven heeft ze zich anderhalf jaar geleden als vrijwilliger in Zonnehuis Wiemersheerd in Loppersum aangemeld. “Ik hou van oudere mensen. Gelukkig kon ik meteen beginnen. Dat deed me goed.” 22 bijZONder
Henny Reiffers
“Samen mooie momenten hebben, daar doe ik het voor” Henny kan aangeven welke werkzaam heden ze wel of niet kan doen. Sinds in Wiemersheerd de ‘Huiskamer’ haar deuren heeft geopend, helpt Henny daar mee. “Voor mij dus geen stapels borden sjouwen, maar tafels dekken, bedienen, de maaltijd naar de bewo ners brengen die niet in de Huiskamer komen eten, met de menulijsten langs de bewoners en koffie en thee rond
brengen met de kar. We zijn altijd met zijn tweeën, zodat we elkaar kunnen afwisselen of werk van elkaar kunnen overnemen. Ik probeer alles.” Ze doet dit twee dagen per week. Het lijkt voor Henny een logische stap om zich als vrijwilliger in te zetten in het horecagedeelte van Zonnehuis Wiemers heerd. Maar haar hart ligt ergens anders.
ZORG OM ELKAAR SAMEN
Meerzorg
“Het liefst werk ik met dementerende ouderen; in Wiemersheerd heet dit de meerzorg. Sinds ik hier vrijwilliger ben, mag ik ook bij de meerzorg helpen. Ik doe er heel andere dingen dan in de Huiskamer. Ik ben gewoon bij de bewoners van de meerzorg. Daar gaat het vooral om: er voor ze zijn en samen leuke dingen doen. Dat ik op die manier meerwaarde aan een mensen leven kan geven, vind ik fantastisch. Samen mooie momenten hebben, daar doe ik het voor. Het verzorgend per soneel heeft hier weinig tijd voor. Eén mevrouw is vaak verdrietig. Bij vlagen herinnert ze zich dingen. We wandelen samen, ze vertelt me van alles, dan is ze blij.” Het doet haar zeer dat er in de zorg wordt bezuinigd. “Terwijl juist deze generatie alles heeft opgebouwd na de oorlog, voor ons en onze kinde ren. Ik ben blij dat ik op mijn manier als vrijwilliger een beetje kan bijdragen. Dat is op de meerzorg gemakkelijker dan in de keuken. Daar kan ik niet wezenlijk bijdragen.”
Droom
Henny heeft een droom. “Als ik alle rugpijn en beperkingen weg kon denken, dan zou ik een kleinschalige opvang voor zo’n vijftien dementeren de ouderen willen runnen. Een mooi groepje om samen dingen te onder nemen, dingen die de bewoners
“We hebben een keer gewinkeld en in een modezaak veel kleren gepast, maar niets gekocht. Pubers zijn we, he Ida?” belangrijk vinden, zoals samen lekkere dingen koken. Ik vind dat we de bewoners meer op handen moeten dragen. Voor mij is dat vanzelfsprekend. Zelf ben ik servicegericht, dienstbaar. Mijn eerste horeca-chef zei: ‘Ze komen bij ons om in de watten gelegd te worden. We moeten ze het gevoel geven dat ze op watten weer weg gaan.’ Beetje dat gevoel, dat men gekoesterd wordt. Beetje ‘Make my day’. Dat probeer ik hier ook te doen. Het verschil uitmaken, de mensen blijer maken. Even een grapje, een kleinig heid zoals een snoepje op een toetje, gewoon een beetje extra. Om die glimlach op de gezichten te krijgen.”
Ida
Henny heeft in Wiemersheerd ook Ida ter Borg ontmoet die er sinds een paar jaar woont. Ze wipt vaak bij haar langs. “Ida klaagt nooit en probeert altijd een positieve draai aan alles te geven. Ze heeft het zelf zwaar, maar als ik down ben, ga ik naar haar. Zij pept me altijd weer op en zorgt ervoor dat ik blij word.” Ida en Henny halen allerlei streken uit, waar ze beiden om kunnen
lachen. Vooral toen Ida nog kon lopen. “We hebben een keer gewinkeld en in een modezaak veel kleren gepast, maar niets gekocht. Pubers zijn we, hè Ida? Pubers van 51 en 88. Ida is zo oud als ik weeg.” Ida giechelt. Ze vindt het geweldig dat Henny langskomt. Zelf kan ze niet meer op pad gaan. Ze ligt de hele dag in bed. “Ik heb geen kracht meer in mijn benen. Ik heb geen benen, maar bonenstaken,” grapt ze. “Ik krijg sondevoeding, zat word ik er wel van. Maar ik word niet zat van jou hoor Henny, van jou krijg ik nooit genoeg. Iets kostbaarder dan iets krijgen uit liefde is er niet.” “Ik geef graag”, zegt Henny. “Dat weet ik”, antwoordt Ida. Een beetje om elkaar denken, wat tijd voor elkaar uittrekken, dat zou iedereen moeten doen. Samen leuke momenten hebben, genieten, overal van. Gezellig praten over vroeger en nu. Ida over haar mooie uitzicht vanuit de Vennenflat in Delfzijl waar ze heeft gewoond. En dat ze achteraf blij is dat er in Delfzijl geen plek voor haar was in het verzorgings huis. “Het bevalt me best hier en stel je voor, anders had ik Henny nooit ontmoet!” Een brede lach, twee handen vinden elkaar op het keurig gevouwen laken. “Gauw weer op veziede kommen!”
Tekst en fotografie: Jenny Luppens
bijZONder 23
SAMEN
”We doen er alles aan om de mensen aan ons te binden en om er zo samen voor te gaan.”
“Het leven is zo goed in het Hippolytushoes dat er zelfs mensen uit 1850 rondlopen”, grapt een man met een hoge hoed. 24 bijZONder
SAMEN
Bewoners uit Middelstum die opzagen tegen de donkere dagen voor Kerst konden op 22 december voor warmte en gezelligheid naar de Huiskamer van Middelstum in Zonnehuis Hippolytushoes. Daar liepen dienstmeisjes met kokette witte mutsjes en lakeien het vuur uit hun sloffen om het de dames en heren naar de zin te maken. Iedereen kon die avond spontaan langskomen, aanmelden hoefde niet. Het was ouderwets genieten. Overal hing de geur van warme kruidenwijn en gebakken spek. Marianne Ubbink, hoofd zorg en welzijn, keek glunderend rond. “Een geweldige opkomst. We zitten bomvol. Wat fijn dat de projecten die we hebben uitgerold vanuit ons huis zo aanslaan.” Hippolytushoes heeft de laatste jaren hard gewerkt om een ‘Huis van de wijk’ te worden. “De insteek was om dorpsbewoners en mantelzorgers aan ons te binden. Formele en informele zorg samen, zou je kunnen zeggen. Dit project heeft ons veel gebracht. We hebben ons open gesteld voor het dorp en daardoor kwam er van alles op ons pad. De huisarts heeft nu zelfs een praktijk in het Hippolytushoes. We merken dat daardoor de drempel voor dorps bewoners nog lager wordt. Er komen nu mensen, die anders niet binnen kwamen. Steeds meer dorpsbewoners weten ons nu te vinden en doen graag mee met onze activiteiten.” Marianne zit in commissies van het dorp en heeft nauw contact met diverse mensen. “Bijvoorbeeld met de kerken. Zij willen graag activiteiten bij ons doen. Dat ligt in de week. Of met de historische commissie. Zij exposeren bij ons, organiseren hier de officiële momenten om boekwerkjes uit te reiken, zodat ook de ouderen die bij ons wonen erbij
kunnen zijn. Stichting Vrienden orga niseert ook van alles. We doen er alles aan om de mensen aan ons te binden en om er zo samen voor te gaan.” Mantelzorgcafé Een ander succes is het Mantelzorgcafé dat sinds vorig jaar door vrijwilligers in het Hippolytushoes wordt georgani seerd. “Wij zijn eind 2014 met het project ‘In voor mantelzorg’ gestart om de participatie te bevorderen met de mantelzorgers in ons huis en in het dorp. Zij kunnen nu hun zorgen delen, ondersteuning krijgen en meedoen met activiteiten die het Mantelzorgcafé maandelijks organiseert. Gemiddeld komen er vijftien mantelzorgers. We maken reclame via de dorpswebsite Middelstum Info en via flyers die onze medewerkers aan mantelzorgers, huisartspraktijken en ondernemers geven. Om de participatie te bevor deren hebben we van Menzis eind vorig jaar een financiële bijdrage gekregen. De vrijwilligers van het mantelzorgcafé hebben dit geld besteed aan het diner voor mantelzorgers, maar ook voor mensen die zich eenzaam voelen.” Dirktje Cornelius, sociaal werker van Stichting Welzijn Delfzijl, Annemieke Doornekamp van Team290 Lentis en
Johanna Muurling, echtgenote van de huisarts die sinds kort een praktijk in het Hippolytushoes heeft, zijn erbij betrok ken. Dirktje: “We zien nu de mantel zorgers die we normaal gesproken niet zien. Het is goed dat we elkaar leren kennen en dat we weten wat we voor elkaar kunnen betekenen.” Johanna Muurling, gekleed in een mintgroene ‘robe’, sleepte steeds de stoelen aan. “Ik vind het geweldig wat we hier vanavond met elkaar neerzetten. Iedereen geniet en ik daardoor dubbel! Prachtig, dat het dorp het Hippolytus hoes steeds meer ontdekt.” Eigen netwerk Marianne Ubbink heeft door de pro jecten haar eigen netwerk opgebouwd. “Zelf woon ik in het dorp en ik merk dat ik steeds meer mensen tegenkom die ik ken. Na de diverse activiteiten in het kader van het project ‘In voor mantel zorg’ vorig jaar hebben we nu nog meer
Kerstman Jan Hoekstra
“De rekkers glieden mie aal van d’oren òf!”
bijZONder 25
SAMEN
zicht op de wensen en problemen van mantelzorgers. Mensen die wij helpen, mensen die ons helpen. Het is altijd lastig om met zo’n project te beginnen, maar wij hadden als basis het bestaan de netwerk van onze thuiszorg Zonne huis Thuis. Uiteindelijk hebben onze inspanningen het mantelzorgcafé, gerund door vrijwilligers, opgeleverd. Daar zijn we trots op! Maar we gaan verder in Middelstum.” Dochters Kerstman Jan Hoekstra had het de hele avond warm. “Ik roep steeds ‘Let it snow, let it snow’, maar dat hielp niet veel.” Hij had even een korte pauze ingelast, vlakbij de buitendeur. Hij duwde steeds aan zijn baard. “De rekkers glieden mie aal van d’oren òf!” Hij is voor het eerst in functie als vrijwilliger in het Hippolytushoes. “Als je al vrijwilliger bent in het dorp, dan kunnen ze je makkelijk ergens anders voor strikken. Dokter Muurling heeft mij gevraagd of ik vanavond kerstman wilde zijn. We kennen elkaar van de oldtimerclub, waar ik aan mee doe met mijn Citroen Traction.” Met zijn 68 jaar is Jan een jonge kerstman. “Ik wou dat ik nog jonger was, maar ook weer niet te jong, want dan moest ik weer werken. Het werk is niet zo erg, maar de verplichting hè”. Trientje Vorst-Huizinga zat naast hem en keek hem onderzoe kend aan. “68 is nog jong. Hier wonen veel mensen van boven de negentig. Zelf ben ik al 97. Mensen zeggen wel eens: ‘Op naar de honderd!’ Maar soms denk ik wel eens: ouder worden hoef ik niet meer, ik heb genoeg leven gehad.” Het gesprek viel even stil, tot ze weer opveerde. “Ik heb niets te klagen hoor. Mijn dochter komt elke week langs en dan praten we gezellig over vroeger. Zij is ook al zevenenzeventig. Ze kan er jammer genoeg niet bij zijn vanavond. Ik mis haar nu wel.” 26 bijZONder
Bij het stamppotbuffet waren de vrijwilligers Ria Lijnema en Henny Baron druk bezig met het bijvullen van de zilverkleurige dekschalen. “Tja, waar hoop je op? Dat we met elkaar een mooie avond hebben, zo van: kom erbij en maak het mee! Nou, dat is zeker gelukt.” Gerard Stuitje, vrijwilliger in het restaurant, bemande de hambur gerkraam. Vooral de jongeren kwamen
langs. Tevreden beten ze even later in een Big Mac Hippolytushoes. In de sfeervol ingerichte Huiskamer zaten de mensen lekker te smikkelen. “Dit binnen mien drei dochters”, zei een mevrouw trots, en wees op drie blije gezichten naast zich. “Wat hebben we ’t goud mit mekoar, hè?” Tekst en fotografie: Jenny Luppens
NIEUW
Zonnehuisgroep Noord hecht veel belang aan de mening en ervaringen van cliënten. Hiermee kunnen we de kwaliteit van onze dienstverlening en de levens kwaliteit van cliënten indien nodig en gewenst verbeteren. We gaan, in afstemming met de centrale cliëntenraad, dit jaar op een nieuwe manier in beeld brengen in hoeverre de cliënt kwaliteit van leven ervaart en hoe onze persoonsgerichte zorg tot zijn recht komt. Menzis zorg kantoor stimuleert en financiert de realisatie hiervan in 2016.
Tekst: Petra Luider Fotografie: Petra Luider & iStockphoto
beleid, kwaliteit en innovatie. “Nu kunnen we cliënten vragen stellen over wat we echt willen weten. We hebben geen lange gestandaardiseerde vragenlijsten meer, het is nu maatwerk. We kunnen bijvoorbeeld de gevolgen van een verandering van de maaltijd of een activiteit snel in kaart brengen. Daarvoor maken we gebruik van een speciale applicatie op een tablet. Bij voorkeur vullen cliënten het zelf in, ano niem. Als dat niet goed lukt, ondersteunen medewerkers en vrijwilligers. We maken na afloop een rapportage en sturen deze gelijk door aan de leiding gevenden, die het zo snel mogelijk bespreken met cliënten, cliëntenraden en zorgmedewerkers.”
Extra aandacht voor de mening en ervaringen van cliënten Nieuwe, betere en goedkopere meetmethode Tot 2015 werden cliëntervaringen verplicht gemeten met de gestandaar diseerde methodiek Consumer Quality Index (CQI). Veel leden van branche organisatie Actiz gaven al jaren aan dat deze methode de beoogde doelen niet echt goed diende en met ingang van dit jaar is deze meting niet meer verplicht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft indicatoren ontwikkeld. Hiermee eist zij dat zorgorganisaties zicht hebben op risico’s en kwaliteit, maar schrijft zij niet exact voor hoe. Inspelend op deze ontwikkeling, zijn we in 2014 begon nen met het ontwikkelen van een eigen, betere en goedkopere, meetmethode: real time meten. Niet meer wachten op resultaten “Het grote voordeel is dat we zelf de vragen kunnen samenstellen en de resultaten direct beschikbaar zijn”, zegt Sharesma Soekhai-Parag, adviseur
Dit jaar op alle locaties “Vorig jaar hebben we bij een aantal locaties gebruik gemaakt van real time meten, om de methode te testen en te verbeteren. Zowel cliënten als medewerkers waren zeer tevreden over het gebruiksgemak. Dit jaar gaan we bij alle locaties aan de slag. Interviewers gaan met een tablet persoonlijk bij cliënten langs. We zijn erg blij met deze zelf ontwikkelde methode, we zien snel waar het goed gaat en waar verbeterpunten liggen. Het bevordert de kwaliteit en transparantie van onze dienstverlening en biedt cliënten keuze-informatie.” Openheid vinden we belangrijk Sharesma merkt dat er meer behoefte is aan informatie. “Men wil bijvoorbeeld weten welke zorgaanbieder goede zorg levert of hoe een zorgverlener het doet in vergelijking met anderen. Sinds 2015 zijn we lid van ZorgkaartNederland.nl (zie pag 34). Dit is een onafhankelijke website waar cliëntwaarderingen over zorgorganisaties te vinden zijn, ook die van onze organisatie. Die openheid vinden we heel belangrijk.” bijZONder 27
VERANDERINGEN
Een vertrouwde plek verdwijnt uit het dorp
’t Olderloug is moeilijk weg te denken uit Slochteren Zes ochtenden per week trekt ze de huisdeur achter zich dicht en loopt langs de aanleunwoningen waar ze woont, langs buurttuin Joen Toen en dan ziet ze hem staan. Het vertrouwde Zonnehuis Olderloug met vrolijke gele luifels en paarse kozijnen, als een rots in de branding. Daar is het weer. Dat gevoel. Ze strekt haar rug. Ze moet sterk zijn. ‘Haar’ ouderen rekenen op haar. Straks in het winkeltje dat ze runt, zullen ze er weer over beginnen. Of als ze haar ronde doet met de menulijst. Ze ziet er wel een beetje tegenop om haar dagelijkse bezoekjes in het huis af te leggen. Ze voelt het overal. Ongeloof. 28 bijZONder
VERANDERINGEN SAMEN
het nog wel een paar jaar zou duren voordat het huis definitief dicht zou gaan. Ik zou dan zelf een jaar of 74 zijn en dan was het mooi geweest met het vrij willigerswerk. Stilletjes hoopte ik dat dit in 2020 zou zijn. Maar dit jaar is het al zo ver! Dat dringt nu ook tot mij door. Het is niet anders. Met dat besef moeten we verder.”
Het liefst samen
Corrie Noordman, ‘majesteit’ zoals oud-bewoner Jurrie Pentinga haar altijd noemde vanwege haar mooie kleren, werkt met hart en ziel als vrijwilliger in Zonnehuis Olderloug, en begrijpt het zelf nog amper. Waarom moet ’t Olderloug nu
al dicht? Toen ze dat hoorde dacht ze: dit gaat niet over ‘t Olderloug. Dat bestaat niet. “Ik wist wel dat de indicaties veranderd waren en dat ’t Olderloug niet geschikt was voor hogere indicaties, maar ik had er min of meer op gerekend dat
Het is voor de Slochtenaren moeilijk te bevatten dat hun vertrouwde plek straks niet meer in Slochteren is. “Mevrouw Heineman woont al 17 jaar in ‘t Olderloug. ‘Corrie, halen ze me ergens anders wel van bed af?’ vroeg ze me laatst. Ik probeer haar dan zo goed mogelijk uit te leggen dat het ergens anders net zo gaat. Maar hier is ze er zeker van en die zekerheid valt weg. Ze kan niet bevatten dat het ergens anders ook zo is. Voor de mensen uit Slochteren was het simpel: als je oud was, ging je naar ’t Olderloug. ‘Daar kom ik wonen’, zeiden ze dan, ‘bij mensen die ik ken.’ Het liefst willen ze nu samen met andere bewoners naar een nieuwe plek.” Corrie heeft onlangs van dichtbij een verhuizing van ’t Olderloug naar een andere locatie meegemaakt. “Mijn schoonmoeder moest na een herseninfarct tijdelijk naar een verpleeghuis in Hoogezand. Eerst wilde ze graag terug naar ’t Olderloug. Ze is 93 en heeft haar hele leven in Slochteren gewoond. Maar ze kon in Hoogezand blijven, dat heeft ze toch maar gedaan. Met pijn in het hart, dat wel.” Ze heeft zo haar eigen theorie over haar vrijwilligerswerk in ’t Olderloug. “Met mij gaat het ook wat minder, maar ik ben nog zo goed omdat ik hier werk. Ik blijf daarom tot de laatste bewoner is ver trokken. Ik wil samen met Marja de deur dicht doen. Dan komt het moment dat ik mijn leven een andere wending moet geven. Ik denk nu vooral aan anderen en straks meer aan mezelf. Ik schrijf graag. Misschien pak ik dat op.” bijZONder 29
VERANDERINGEN
Leefbaar houden
Tweede keuze
Marja Venema, hoofd zorg en welzijn, wil ’t Olderloug zo leefbaar mogelijk houden. “Zonnehuis Olderloug was een plek waar iedereen zich vertrouwd en veilig kon voelen, dat blijven we tot de deur definitief dichtgaat. We proberen verder voor afleiding en ontspanning te zorgen door leuke activiteiten te organiseren. Zoals een busreisje door de omgeving, naar de vier windstreken van de gemeente om herinneringen op te halen. We willen het voor de bewoners goed afsluiten. Met de activiteiten willen we bijdragen aan een goed gevoel.” Niet alle bewoners kunnen snel verhuizen, er moet ook plek zijn op hun voorkeurslocatie. “We gaan zolang mogelijk gewoon met alles door. We nemen tijd voor elkaar en proberen alles bespreekbaar te maken.” Marja heeft met alle bewoners een persoonlijk gesprek gehad om alle opties door te nemen. Als het wenselijk is, volgen meer gesprekken.
Ze ervaart dat de meeste mensen ‘t Olderloug moeilijk weg kunnen denken uit Slochteren. Ze zien sluiting echt als een gemis. Ergens anders wonen is voor hen een tweede keuze. “Vooral voor mensen die uit de omgeving komen is Zonnehuis Olderloug de beste plek, het is hier echt ‘ons kent ons’. Een aantal vindt het wel leuk om nog een keer te verhuizen. Ik begeleid iedereen zoveel en goed mogelijk. We gaan er met elkaar doorheen, ook vrijwilligers verliezen hun bezigheid en medewerkers hun baan. Sluiting van een verzorgingshuis is het einde van een tijdperk. Een vertrouwde wereld verdwijnt voorgoed.”
30 bijZONder
Cliëntenraad Tineke Scheidema, voorzitter van de cliëntenraad van Zonnehuis Olderloug en lid van de centrale cliëntenraad van Zonnehuisgroep Noord, was er bij toen in oktober vorig jaar bekend werd gemaakt
dat Zonnehuis Olderloug dit jaar gaat sluiten. “Ik kan je wel vertellen dat ik er slapeloze nachten van gehad heb. Maar de meeste bewoners hebben het heel kalm opgenomen. Ik heb echt met verbazing zitten kijken. Het viel mij op dat vooral familieleden van bewoners verontwaardigd waren. Bij de bewoners moest alles eerst wat bezinken. Zo langzamerhand krijgt alles een plekje en weten zij wat hen te wachten staat. Ze weten ook dat ze alle hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben bij het vinden van een andere woonplek en bij de verhuizing.” Ze kent veel ouderen in de gemeente omdat ze ook senioren voorlichter en mantelzorgondersteuner is voor ouderen die nog zelfstandig wonen én vertrouwenspersoon van de bewoners van Zonnehuis Olderloug. Ze komt voor hun belangen op. “Kom je aan de bewoners, dan kom je aan mij”, zegt ze resoluut. Ze staat altijd voor hen klaar. “Ik hoor van alles in de wandelgangen,
VERANDERINGEN SAMEN
maar ook omdat ik als cliëntvertrouwenspersoon dieper op persoonlijke omstandigheden inga. Ik bespreek eventuele wensen of klachten eerst met Marja Venema, het hoofd, en eventueel met de regiomanager. Soms zijn de problemen en wensen bij Marja bekend, omdat ook zij regelmatig met de bewoners praat. Samen proberen we alles zo goed mogelijk te begeleiden.”
Begeleidingscommissie verhuizingen Tineke heeft sinds kort zitting in een commissie die is ingesteld om het belang en het perspectief van cliënten van de locaties die noodgedwongen sluiten te ondersteunen. In de begeleidingscommissie zit een afvaardiging van de cliënten raden van de locaties die dicht gaan, een maatschappelijk werker van Zonnehuis Experts, een consulent van het bestuursbureau en de regiomanager. Deze commissie is er niet om sluitingen te voor komen of individuele cliëntsituaties op te lossen. “Als commissie volgen we de uitvoering van het sluitingsprotocol en of dit op een cliëntvriendelijke manier gebeurt. Wij signaleren wat er goed en fout gaat en adviseren de regiomanager en leidinggevenden binnen de kaders van het sluitingsprotocol. Als cliëntenraad hebben we binding met de bewoners en weten we wat er speelt. Als ik van meerdere bewoners hetzelfde probleem hoor en we kunnen het niet oplossen op de locatie, dan neem ik dat mee naar de begeleidingscommissie om het daar te bespreken. Ik merk wel dat het belangrijk is om met bewoners in gesprek te blijven. Ze horen van alles en moeten veel onthouden. Ik herhaal vaak hoe we te werk gaan en wat wij voor ze kunnen doen. We nemen ze als het ware een beetje bij de hand. Dat wordt erg gewaardeerd.” Marja Venema heeft mooie sfeerborden laten maken met stalen van vloerbedekking, behang en gordijnen waar bewoners, die gaan verhuizen naar
een Zonnehuis, uit kunnen kiezen. Tineke weet dat bewoners dit erg op prijs stellen. “Ze vinden het fijn dat ze in ’t Olderloug zelf de stoffering van hun nieuwe appartement kunnen uitzoeken en dat wij het daarna allemaal voor hen regelen.” De bewoners kunnen ook zelf naar de winkel gaan en hun keuze maken. Alle bewoners krijgen een bepaald bedrag voor de verhuizing en de herinrichting conform de wettelijke regelingen. “De bewoners die met een indicatie wonen, verhuizen naar een ander verzorgingshuis en komen in een nieuwer en ruimer appartement terecht die ze naar eigen smaak kunnen inrichten. Bewoners die nu een kamer huren, verhuizen naar een senioren woning. Op hoofdlijnen is het goed geregeld. Maar het blijft maatwerk en mensenwerk, als er al problemen zijn, dan gaat het vaak om kleine dingen. Wij helpen ze waar we kunnen.”
Dochter, vrijwilliger en lid cliëntenraad Frouke Visscher (58) is acht jaar vrij williger in Zonnehuis Olderloug. Eigenlijk sinds ze er kwam voor haar stiefvader en moeder. “Ik ben dus dochter, vrijwilliger en ook lid van de cliëntenraad, nog net geen medewerker. Ik was zelfs nog een poos mantelzorger. Vijf jaar geleden heeft mijn moeder zes weken bij ons in huis gewoond om te revalideren na een heupbreuk. Ze kreeg een hoog-laag bed en een douchekrukje en de huisarts ondersteunde me. Ik verzorgde haar in mijn uppie. ‘Nou is ‘t aanzom,’ zei ze toen. We vonden het allebei bijzonder en mooi. Ik kookte lekker eten voor haar en we wandelden veel om te oefenen. We hebben een goede band. Ik ben enigst kind. Mantelzorger in je eigen huis is tijdelijk wel te doen. We gaan die kant ook op in het kader van de bezuinigingen in de zorg. Of het een goede zaak is? Ja en nee. Je bent meer gebonden aan huis, net als met kinderen, maar daar
kies je bewust voor. Mijn moeder zei toen zelf: ‘Het is niet gezond als je bij de kinderen inwoont. Je bent je vrijheid kwijt.’ Dat geldt voor zowel de ouder als de kinderen. Je moet je aanpassen. Tijdelijk ging het prima, mijn man nam ook wel eens een dag vrij om er voor mijn moeder te zijn. Ik kon dan even wat anders doen. Ik bracht haar ook elke dinsdag naar ‘t Olderloug, naar haar vriend.” Frouke’s moeder, Martje Sluiman-Bontsema, is nu 89 en is veel op de meerzorg. “Eens per veertien dagen help ik ook een zaterdag op de meerzorg. Verder ben ik er elke dinsdag en ga ik met de menulijst bij de bewoners langs. Als ik kom zeggen ze vaak: O, is het weer dinsdag?”
Kin mie niks schelen “Moeder moet nu verhuizen en laatst hebben we dit besproken. Ik vroeg haar: “Waist doe wel dat e dicht gait?” ‘Kin mie niks schelen, ‘k loop der ook nait achteraan’ was haar reactie. Ik moest wel lachen. Moe komt uit Lageland bij Harkstede. Haar moeder, mijn oma dus, heeft ook vanuit Lageland in ‘t Olderloug gewoond. Ze heeft wel wat met dit huis, het is jammer dat ze moet verhuizen. Ik hou van actie en we zijn direct op pad gegaan om een geschikt alternatief te vinden. Ik ben met haar bij Lijwiekstee in Noordbroek en bij St Jozef in Sappemeer geweest om te kijken en de sfeer te proeven. We hebben er met bewoners koffie gedronken. St Jozef leek haar wel wat, ‘omdat ze daar dezelfde placemats hebben als in ‘t Olderloug’. Dat had dus iets vertrouwds. Als mijn moeder naar St Jozef gaat, kan ik misschien ook als vrijwilliger mee. Wie weet gaan daar meer bewoners van ’t Olderloug heen. Dan blijven we toch een beetje samen.”
Tekst: Jenny Luppens Fotografie: Albert Wildeman
bijZONder 31
GENIETEN
“Het zijn Agria’s. Mijn zoon is boer op Ruigezand; hij verbouwt ze zelf, net zoals mijn man dat vroeger deed.” Pietje Meijer
32 bijZONder
GENIETEN SAMEN
In Zonnehuis de Wierde in Grijpskerk werd vorig jaar voor de eerste keer een speciale wedstrijd georganiseerd: de strijd om de gouden aardappel. De dagburgemeester sloeg de gong. De spanning steeg. De tien deelneemsters begonnen driftig te schillen, ieder twee aardappels. Daarna werden de schillen fanatiek gerangschikt op een ontbijtbordje. Want bij de strijd om de gouden aardappel ging het niet om de langste of dunste schil, maar om de
mooiste creatie. De juryleden Maaike Bekkema, Tineke van der Veen en Anneke Dam gaven hier en daar wat instructie. “We hebben een groter bord nodig”, stelde Antje Berends vast. Ze woont in de buurt en komt regelmatig in Zonnehuis de Wierde. Haar creatie beeldde dan ook het woonzorg centrum uit. “Vanmiddag eten we zeker aardappelschijfjes”, grapte haar buurvrouw, en gooide een paar stukjes op het bord van Antje. “Niet doen, nu is mijn schilderij in de war.”
Strijd om de gouden aardappel in Zonnehuis de Wierde
Aardappelschilbakje Onder het schillen werd er door een aantal dames druk gepraat. Over vroeger en nu. Antje vertelde dat ze als meisje soms voor straf van haar moeder aardappels moest schillen, “Van die kleintjes; meestal als mijn zusje en ik teveel kibbelden. We moesten dan tegenover elkaar gaan zitten met het houten aardappel-
schilbakje tussen ons in, tussen de knieën. Eerst was het nog janken, maar daarna kregen we altijd de slappe lach, waardoor het bakje natuurlijk begon te wiebelen. Maar het klaarde de lucht wel op en we droegen ook nog eens bij aan de stamppot.” Eigen aardappelschilmesje Boukje Frik (bijna 90) woont in het woonzorgcentrum. Ze schuift dagelijks voor de warme maaltijd aan in de Eetkamer van Oranje. ‘Maar aard appels schillen verleer je niet. Kleine aardappels zijn het moeilijkst. Ze dook in de zak en haalde er twee mooie grote piepers uit. “Ziezo”, en begon te schillen met haar eigen aardappelschilmesje. Agria's van Ruigezand Pietje Meijer (91), ook bewoonster van Zonnehuis de Wierde, trok zich niets aan van de hilariteit. Ze schilde rustig door. Snel schillen was niets voor haar, ze wilde het zorgvuldig doen, want de aardappels waren speciaal door haar zoon gebracht. “Het zijn Agria’s. Mijn zoon is boer op Ruigezand; hij verbouwt ze zelf, net zoals mijn man dat vroeger deed.” Op haar bordje lagen drie keurige krullen, zoals aardappelschillen traditioneel behoren te zijn. Een hartje van aardappelschil Er kan er helaas maar eentje de eerste prijs winnen. De gouden aardappel ging naar Anneke Hooghiem. De creatie van Anneke, schillen in de vorm van een hart, stal de show. Antje Berends won de tweede prijs. De drie prijswinnaars ontvingen een productenpakket, beschikbaar gesteld door de plaatselijke middenstand. Tekst: Jenny Luppens Fotografie: Albert Wildeman
bijZONder 33
bijZONder
is een uitgave van Zonnehuisgroep Noord en verschijnt in een oplage van 3.500 exemplaren. Deskundig en persoonlijk Zonnehuisgroep Noord biedt zorg, specialistische behandeling en begeleiding aan mensen thuis of bij een locatie in de provincie Groningen. We sluiten de zorg zoveel mogelijk aan bij de mogelijkheden, behoeftes en gewoontes van de cliënt en diens mantelzorger, bij wat vertrouwd is. Waarmee we recht doen aan iemands levensstijl, met persoonlijke aandacht en hart voor hun welbevinden. Samenwerking We ondersteunen de cliënt op zo’n manier dat hij zo lang mogelijk zelfstandig kan functioneren. Thuis of in een van onze locaties, met zorg op maat. Daarvoor werken we intensief samen met naasten, vrijwilligers, dorpsgenoten, huisartsen, ziekenhuizen, gemeenten, zorg kantoor, zorgverzekeraars en andere zorg- en welzijnsorganisaties. Bij onze organisatie zetten zo’n 2.000 medewerkers en 1.200 vrijwilligers zich jaarlijks liefdevol in voor zo’n 10.000 cliënten. “Wat voor een cliënt de dag de moeite waard maakt, daar doen we het voor.” Meer informatie vindt u op www.zonnehuisgroepnoord.nl Redactieadres
[email protected] of Postbus 75, 9800 AB Zuidhorn Concept & redactie Petra Luider, Zonnehuisgroep Noord Vormgeving PubliScreen, Veendam Met dank aan Vincent Maas, Jans en Roelie Norder, Tom Stehouwer, Marian Beltman, Itie Doddema, Moniek Westerhof, Truida Pathuis, Jan Tillema, Anjo Bosker, Harriet Pot, Renze van der Hoek, Ali Veenstra, Gina Palstra, Grietje van Dieten, Henny Reiffers, Ida ter Borg, Marianne Ubbink, Jan Hoekstra, Trientje Vorst-Huizinga, Sharesma Soekhai-Parag, Corrie Noordman, Tineke Scheidema, Frouke Visscher, Pietje Meijer, Gonda Sewnandan, Christha Luppens, Albert Wildeman.
© 2016 Zonnehuisgroep Noord, Zuidhorn Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend en niets mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Bij de samenstelling is de redactie met de grootst mogelijke zorg te werk gegaan.
34 bijZONder
Zonnehuisgroep Noord te vinden op de website van Zorgkaart Nederland Beoordelings websites zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij en voorzien in een behoefte. Voor veel mensen vormen ze de aangewezen manier om zich te oriënteren, voordat ze een keuze maken voor bijvoorbeeld thuiszorg, een behandelaar, een zorgcentrum of ziekenhuis. Om een objectief beeld te krijgen zoeken mensen tegenwoordig ook regelmatig naar ervaringen van andere consumenten. Hét onafhankelijke platform en dé informatie- en waarderingssite voor het zorgaanbod in ons land is Zorgkaart Nederland. De website is een initiatief van Cliëntenfederatie NPC. Het telt maandelijks zo’n 900.000 bezoekers; maandelijks worden er een paar duizend waarderingen geplaatst. Het is voor een zorgaanbieder van wezenlijk belang om in te gaan op
signalen van mensen die in aanraking zijn geweest met de organisatie. Goede kwaliteit op alle fronten is belangrijk, of het nu gaat om de zorg, ondersteuning en behandeling, de accommodatie, de informatieverstrekking of de bejegening door medewerkers. Daarom zijn we sinds 2015 lid van Zorgkaart Nederland. Steeds meer cliënten en familie gebrui ken de website om hun ervaringen met onze organisatie, zorg en dienstverlening te delen. Daar zijn we blij mee.
Wij stellen het op prijs als ook ú uw ervaringen deelt!
Onze locaties voor wonen, zorg en welzijn in de provincie Groningen 1 Kloosterburen Zonnehuis Olde Heem* 2 Leens Zonnehuis de Marne 3 Ulrum huurappartementen Borgstee 4 Grijpskerk Zonnehuis de Wierde, huurappartementen De Wierde 5 Grootegast Woonhaven 6 Marum Zonnehuis de Hoorn, Woonhaven 7 Leek Woonhaven 8 Niekerk huurappartementen K.L. van der Veenlaan 9 Zuidhorn Zonnehuis Oostergast, Woonhaven*, huurappartementen OostergastStaete (Capellastraat), huurappartementen Eiberhof (Frankrijkerlaan) 10 Middelstum Zonnehuis Hippolytushoes, aanleunwoningen Hippolytushof 11 Loppersum Zonnehuis Wiemersheerd, huurwoningen Fruitlaan, Pruimenhof en Bessentuin, huurappartementen Dr. P.L. van Leeuwenhof, ’t Hogeheem en Assieshof 12 Bierum Zonnehuis Luingaborg* 13 Delfzijl Zonnehuis BetingeStaete, Woonhaven Zonnehuis BetingeStaete, huurappartementen BetingeStaete (Ede Staalstraat), De Wending en BetingeBorgh (Polarisweg)
1 3
12
2
10
11
13 14 15
4 8
9
16
Groningen
5
6
17 7
14 Appingedam Zonnehuis Solwerd, Woonhaven Opwierde, huurappartementen Bruggenhoofd (Overdiep) 15 Wagenborgen Zonnehuis Menterne*, aanleunwoningen De Wilgen, De E iken en Menterne 16 Siddeburen Zonnehuis Ufkenshuis 17 Slochteren Zonnehuis Olderloug*, huurwoningen Olderhof 18 Noordbroek Zonnehuis Gockingaheem, aanleunwoningen Havenstraat
18
21 20 19
19 Muntendam huurwoningen Bovenweg en Julianaplein 20 Sappemeer Zonnehuis St Jozef, inleunwoningen St Jozef 21 Hoogezand huurappartementen Alliance (Frans Halsstraat) en Internos (Rembrandtlaan en Jacob van Ruysdaelstraat)
*
Onderstreepte locaties sluiten in 2016
We zijn vertrouwd dichtbij! Wijkteams Zonnehuis Thuis Gemeente Appingedam 06 1104 6004 Gemeente Delfzijl 06 2905 5405 Gemeente De Marne 06 1410 2037 Gemeente Grootegast 06 1158 8593 Gemeente Hoogezand-Sappemeer 06 1178 9157 Gemeente Leek 06 1158 8593 Gemeente Loppersum 06 2505 0417 Gemeente Marum 06 1158 8593 Gemeente Menterwolde 06 3177 0872 Gemeente Slochteren 06 2505 5873 Gemeente Zuidhorn 06 4388 9963
Meer informatie: 0900 686 0 686,
[email protected] of www.zonnehuisgroepnoord.nl Meer informatie: 0900 686 0 686,
[email protected] of www.zonnehuisgroepnoord.nl
Als je vooral ziet wat er goed gaat dan is de wereld zonnig