Goede landbouwpraktijken op het vlak van voedselveiligheid
DIERENGEZONDHEID
DIERLIJKE PRODUCTIE
PLANTAARDIGE PRODUCTIE
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Verantwoordelijke uitgever : Piet Vanthemsche Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Simon Bolivarlaan Brussel Redactie : DG Controlebeleid Lay-out : Dienst Communicatie Februari
Goede landbouwpraktijken op het vlak van voedselveiligheid
Inhoud Inleiding
. Dierengezondheid
.a. Dierengeneesmiddelen
.c. Dierenziekten waarvan verplicht aangifte moet worden gedaan bij het FAVV
. Dierlijke producties .a. Diervoeders
.a.. Veevoeders zelfmengers
.a.
Bijzondere beschermingsmaatregelen ten aanzien van de gekke-koeienziekte (BSE)
.a.
Meldingsplicht
.b. Levende dieren en producten daarvan
.b. Gemedicineerde voeders
.b.. Levende dieren
.b... Runderen
.b....
Identificatie
.b....
Registratie
.b....
Verplaatsingen
.b.... Bedrijfsdierenarts
.b... Varkens
.b....
Identificatie
.b.... Registratie
.b.... Bedrijfsdierenarts
.b.... Sanitair attest
.b... Kleine herkauwers .b....
Identificatie
.b.... Registratie .b... Pluimvee .b.... Gezondheidskwalificatie
.b.... Registratie / Erkenning
.b.... Verplaatsingen
.b.... Bedrijfsdierenarts
.b.... Verzamelingen
.b... Paarden
.b....
Registratie
.b.... Verplaatsingen .b... Konijnen
.b.. Producten van dierlijke oorsprong
.b... Melk
.b....
Melkvee
.b..... Erkenning van melkproductie-eenheden
.b..... Dierengezondheid
.b..... Hygiëne
.b..... Residuen
.b..... Kwaliteitsbepalingen
.b.... Verwerking van melk op de hoeve
.b..... Erkenning van hoeves waar melk verwerkt wordt
.b..... Zelfcontrole
.b... Eieren .b... Foie gras .b.... Producenten van foie gras .b... Honing
.c. Vervoer, slachten en handel in producten van veehouderijdieren na het slachten .c..
Bijzondere gevallen van plaatsen waar slachtverrichtingen gebeuren
.c.. Bijzondere gevallen van vervoer van gedode dieren
.c.. Slachtingsaangifte
.c.. Keuring van en handel in slachtpluimvee
.c.. Keuring van en handel in konijnen
.c.. Keuring van en handel in vlees van gekweekt wild
Bijlage :
Normen voor als grondstof gebruikte melk
Bijlage :
Analyses uit te voeren op eindproducten
Bijlage :
Routinecontroles op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water
. Plantaardige producties .a. Bestrijdingsmiddelen
.a.. Verwerving, bezit en gebruik van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik
.a... Opslag van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klassen A en B
.a... Gebruik van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klassen A en B
.a... Keuring van het spuittoestel
.a... Voor-oogstcontrole
.b. Schadelijke organismen en kwaliteitsnormen
.b.. Algemene maatregelen ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen
.b.. Erkenningen
.b.. Maatregelen betreffende de bestrijding van schadelijke organismen
.b... Maatregelen betreffende de bestrijding van wratziekte en nematoden bij aardappelen
.b... Maatregelen betreffende de bestrijding van schadelijke distels
.b... Maatregelen betreffende de bestrijding van knolcyperus
.b... Maatregelen betreffende de bestrijding van Ringrot veroorzaakt door de bacterie Clavibacter michiganensis spp sepedonicus
.b... Maatregelen betreffende de bestrijding van Bruinrot veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum
Bijlage : Belangrijkste schadelijke organismen waarvan de melding
aan het FAVV verplicht is
Referenties
Goede landbouwpraktijken op het vlak van voedselveiligheid Voedselveiligheid is een zaak van al wie een rol speelt in de voedselketen, van de wetgever die de voorschriften en de normen vastlegt met betrekking tot de productie, de verhandeling en het gebruik van de producten, via de overheid die de naleving van de reglementaire voorschriften moet controleren en de inrichtingen die producten voortbrengen en op de markt brengen tot de gebruiker van die producten. Elkeen draagt bij de uitoefening van zijn activiteiten bij aan de instandhouding van een hoge graad van bescherming van de volksgezondheid en het garanderen van de voedselveiligheid. Dit document is bedoeld als leidraad voor de landbouwer en zet zijn belangrijkste verplichtingen met het oog op de veiligheid van de voedselketen, zoals deze gelden op januari , op een rijtje.
Deze brochure wil zich niet in de plaats stellen van de bestaande reglementering en vervangt deze niet. We kunnen ook niet garanderen dat deze brochure op elk moment nog volledig en/of up-to-date is, gezien er regelmatig nieuwe reglementeringen bijkomen of andere worden gewijzigd. Daarom : neem bij de minste twijfel contact op met het Voedselagentschap. U vindt de adressen van de Provinciale Controle-eenheden achteraan in deze brochure.
Dierengezondheid
a
Diergeneesmiddelen De in de dierlijke productie gebruikte diergeneesmiddelen zijn doorgaans onderworpen aan een reeks wettelijke voorschriften, voornamelijk met de bedoeling het risico op de aanwezigheid van residuen in voedingsmiddelen te verminderen en daardoor de veiligheid van de voedselketen te garanderen (KB ..()). In deze context moet de houder van vee dat bestemd is voor de productie van voedingsmiddelen een aantal voorschriften naleven :
•
een veehouder moet op elk ogenblik het verwerven, het bezitten en het toedienen van voorschriftplichtige geneesmiddelen kunnen verantwoorden. Daartoe moet hij gedurende vijf jaar alle documenten bewaren, in chronologische volgorde gerangschikt en doorlopend genummerd, die hem respectievelijk door de dierenarts en de apotheker zijn overhandigd (met name het voorschrift en het toedienings- en verschaffingsdocument) (KB ..()).
•
de veehouder die over een geneesmiddelenvoorraad beschikt (in het kader van de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding) moet het gebruik ervan, en van eventuele gemedicineerde diervoeders, dagelijks bijhouden in een register (één register per diersoort) en meer bepaald :
• •
• • •
Bij varkens en runderen gedurende de laatste twee maanden voor de slachting. Bij pluimvee, konijnen, schapen, geiten, hertachtigen, paarden en vissen gedurende de maand voor de slachting. Bij vleeskalveren vanaf de leeftijd van weken. Bij pluimvee dat eieren produceert voor consumptie. Bij bijen waarvan de honing bestemd is voor consumptie.
Het uitgaand diergeneesmiddelenregister is momenteel niet langer verplicht voor melkvee. Het weekregister of productierondedocument waarin de veehouder een overzicht moest geven van het globale geneesmiddelenverbruik op het bedrijf, werd geschrapt uit de wetgeving. Geneesmiddelenregistratie is eveneens niet meer verplicht bij fokdieren en tijdens de opfokperiode (kalveren, biggen, jongvee).
Attest bij verhandelen van dieren : De veehouder die zijn dieren verhandelt vóór het einde van de wachttijd van de door hem zelf of door de dierenarts toegediende geneesmiddelen moet in tweevoud een attest opmaken dat door beide partijen, overlater en afnemer, ondertekend wordt. Dit is voor de overlater het bewijs dat hij de koper op een correcte manier verwittigd heeft van de te respecteren wachttijd. Het attest moet gedurende vijf jaar op het bedrijf van oorsprong in het geneesmiddelenregister bewaard blijven. Een kopie ervan moet aan het begeleidings- of vervoersdocument van het verkochte dier worden toegevoegd (KB van .. betreffende maatregelen inzake de verhandeling van landbouwhuisdieren, ten aanzien van bepaalde stoffen of residu’s daarvan met farmacologische werking). Het attest is evenwel niet vereist bij de verhandeling van kalveren van minder dan dagen oud en van biggen van minder dan kg.
b
Gemedicineerde voeders Een gemedicineerd voeder mag alleen worden gebruikt als men in het bezit is van een door de bedrijfsdierenarts afgeleverd voorschrift en in overeenstemming met dat voorschrift. Bedoelde voorschriften moeten door de veehouder gedurende één jaar worden bewaard (KB ..()). Gemedicineerde voeders moeten worden bewaard in de originele verpakking of, als het gaat om losse voeders, in een silo die ter identificatie voorzien is van een etiket dat de inhoud ervan precies aangeeft zodat geen verwarring mogelijk is met andere voeders.
c
De veehouder moet erop toezien dat geen enkel behandeld dier in de voedselketen terechtkomt voordat de op het voorschrift vermelde wachttijd verstreken is.
Dierenziekten waarvan verplicht aangifte moet worden gedaan bij het FAVV Bepaalde dierenziekten zijn onderworpen aan een meldingsplicht zodat het risico op de verspreiding ervan zoveel mogelijk beperkt kan worden. Aangifte moet gedaan worden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). In de Belgische wetgeving wordt melding gemaakt van deze ziekten in de dierengezondheidswet van maart (). De dierenziekten die onder de toepassing vallen van het hoofdstuk van de dierengezondheidswet van maart (), zijn de volgende :
Bij alle zoogdieren : • miltvuur ; • boutvuur ; • hondsdolheid.
Bij de paardachtigen : infectieuze anemie ; dourine ; sarcoptes- en psoroptes schurft ; epizoötische lymfangitis ; enzoötische meningo-encefalo-myelitis ; besmettelijke baarmoederontsteking ; malleus en worm ; paardenpest ; vesiculaire stomatitis.
• • • • • • • • •
Bij de herkauwers : mond- en klauwzeer ; blauwe tongziekte (Blue Tongue) ; runderpest ; pest bij kleine herkauwers ; Rift Valley Fever.
• • • • •
Bij de runderen : runderbrucellose (B. abortus) ; nodulaire dermatose ; sarcoptes- en psoroptes schurft ; enzoötische runderleucose ; besmettelijke pleuropneumonie ; vesiculaire stomatitis ; trichomoniase en vibriose ; klinische tuberculose ; bovine spongiforme encephalopathie.
• • • • • • • • •
Bij de schapen en geiten : • brucellosen (B. abortus, B. melitensis en B. ovis) ; • schapenpokken ; • sarcoptes-, psoroptes- en chorioptes schurft ; • rotkreupel bij schapen ; • scrapie.
Bij de varkens : enzoötische encephalomeylitis (ziekte van Teschen) ; mond- en klauwzeer ; vesiculaire varkensziekte ; Afrikaanse varkenspest ; klassieke varkenspest ; trichinose ; ziekte van Aujeszky ; varkensbrucellose (B. suis) ; Mysterious Reproductive Syndrome (M.R.S.) ; vesiculaire stomatitis.
• • • • • • • • • •
Bij de knaagdieren : • myxomatose ; • tularemie ; • virale hemorragische ziekte van het konijn.
Bij de nertsen :
• virale enteritis bij nertsen.
Bij het pluimvee en gevogelte : vogelcholera (pasteurellosis) ; infectieuze laryngotracheïtis ; ziekte van Marek ; vogelpest (in verschillende vormen) ;
• • • •
• pseudo-vogelpest (Newcastle disease) ; • psittacose - ornithose.
Bij de bijen : acariose ; amerikaans vuilbroed ; europees vuilbroed ; varroase ; kleine bijenkastkever (Aethina tumida) (Verordening (EG) Nr. /). • tropilaelapsmijt (tropilaelaps spp.) (Verordening (EG) Nr. /).
• • • • •
Bij de vissen :
• infectieuze hematopoïetische necrose ; • Infectieuze zalmanemie ; • virale hemorragische septicemie.
Bij de weekdieren : • bonamiosis (Bonamia Ostrea) ; • marteiliosis (Marteilla refringens).
Bij de hertachtigen :
• enzoötische hemorragische ziekte bij herten.
(KB .. tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van maart )
Goede landbouwpraktijken op het vlak van voedselveiligheid
Leid
raa
d
vo
or
d
e la
nd bo uw
er
Dierlijke producties
a
Diervoeders De huidige regelgeving betreffende het gebruik van voedermiddelen steunt op een Europese negatieve lijst. In principe is elke stof die niet verboden is, toegelaten in de diervoeding op voorwaarde dat die stof “gezond, deugdelijk en van handelskwaliteit” is. Dit houdt in dat de normen met betrekking tot ongewenste stoffen en producten moeten worden nageleefd en dat wordt gegarandeerd dat de gebruikte voeders onschadelijk zijn voor dier, mens en milieu.
De stoffen die niet in de dierenvoeding mogen worden gebruikt, zijn :
a b c
Hormonale en anti-hormonale stoffen (artikel van KB ..()) Giftige en schadelijke stoffen (artikelen en van KB ..()) Niet-toegelaten gemedicineerde voeders (artikelen en van KB ..())
d e f g
Niet toegelaten toevoegingsmiddelen en bijzondere stikstofhoudende producten (artikelen en van KB ..()) Niet-toegelaten vetten en oliën, nl. gerecycleerde oliën en vetten (artikel van KB ..()) en ongefilterde vetten van herkauwers (artikel van MB ..()) Niet-toegelaten genetisch gemodificeerde organismen (volgens de bepalingen vastgelegd in Verordening //EG()) De volgende stoffen (artikel van KB ..()) :
• Faecaliën, urine en de door het leegmaken of
• •
•
•
• •
verwijderen van het spijsverteringskanaal vrijgekomen inhoud daarvan, ongeacht de behandeling die zij hebben ondergaan of het mengsel waarin zij zijn verwerkt. Met looistoffen behandelde huiden en afval daarvan Na het oogsten met het oog op de bestemming ervan met fytofarmaceutische producten behandelde zaden, planten of ander plantaardig teeltmateriaal, en de daarvan afgeleide bijproducten. Met houtbeschermingsproducten behandeld hout en zaagsel, alsmede afgeleide producten van aldus behandeld hout en zaagsel. Afval (slib) bekomen in waterzuiveringsinrichtingen in de loop van de behandeling van stads-, huishoudelijk of industrieel afvalwater, onafgezien van het toegepaste procédé of de uiteindelijke bestemming van het aldus behandelde water. Vast stadsafval, bijvoorbeeld huishoudelijk afval. In verband met de versheid van ongeschikt geachte voedingsmiddelen die producten van dierlijke oorsprong bevatten ;
•
•
a..
afval van voor menselijke consumptie bestemde voedingsmiddelen afkomstig van kantines, eetgelegenheden, cateringbedrijven of van de woning van de veehouder, die producten van dierlijke oorsprong bevatten en die bestemd zijn voor voedering aan dieren waarvan het vlees of de producten bestemd zijn voor de productie van voedingsmiddelen. Verpakkingen en delen van verpakkingen afkomstig van het gebruik van producten van de voedingsmiddelenindustrie. Verwerkt dierlijk eiwit : volgens de bepalingen vastgelegd in Verordening (EG) Nr. /() (zie punt .a.).
Veevoeders zelfmengers De veehouder die mengvoeders voor eigen gebruik fabriceert op basis van voormengsels die toevoegingsmiddelen bevatten die behoren tot de groepen van de antibiotica, de coccidiostatica en andere gelijkaardige stoffen of groeihormonen, moet vooraf worden erkend (KB van ..()).
De veehouder die mengvoeders voor eigen gebruik fabriceert op basis van voormengsels die antioxidantia (met een vastgesteld maximumgehalte in het volledige voeder), carotenoïden en xantofylen, vitamines, sporenelementen, enzymen en/of microorganismen bevatten, moet vooraf worden geregistreerd (KB van ..()).
a..
Bijzondere beschermingsmaatregelen ten aanzien van de gekke-koeienziekte (BSE) Sinds januari mag de veehouder niet langer verwerkt dierlijk eiwit, zoals vleesbeendermeel, diermeel, beendermeel, bloedmeel, gedroogd plasma en andere bloedproducten, gehydrolyseerd eiwit, hoefmeel, hoornmeel, pluimveemeel, slachtafvalmeel van pluimvee, verenmeel, gedroogde kanen, vismeel, visperssap, bicalciumfosfaat, gelatine en andere soortgelijke producten (met inbegrip van mengsels, diervoeders, toevoegsels bestemd voor vervoedering en voormengsels die deze producten bevatten) gebruiken in de voeding van voor de productie van voedingsmiddelen bestemde veehouderijdieren. Er zijn evenwel enkele afwijkingen mogelijk van dit algemeen basisprincipe. Hogergenoemd verbod geldt met name niet voor :
a
Diervoeders die • vismeel, • visperssap, • bicalciumfosfaat en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong, • gehydrolyseerde eiwitten afgeleid van andere dieren dan herkauwers of van huiden en vellen van herkauwers, bevatten, op voorwaarde dat : • zij uitsluitend worden gebruikt voor voedering aan andere dieren dan herkauwers, • zij worden voortgebracht conform de voorschriften van Verordening (EG) Nr. /() • zij niet worden geleverd aan een bedrijf waar herkauwers worden gehouden, vetgemest of gekweekt.
b c d
Melk, producten melkproducten en biest. Eieren en eiproducten. Van andere dieren dan herkauwers afgeleide gelatine.
De enige verwerkte dierlijke eiwitten die een veehouder met herkauwers mag verwerven, bezitten of gebruiken zijn melkproducten, eiproducten, van andere dieren dan herkauwers afgeleide gelatine en voer voor gezelschapsdieren (honden en katten). Veehouders met andere dieren dan herkauwers mogen daarenboven ook voeders verwerven, bezitten en gebruiken op basis van vismeel en visperssap, bicalcium- en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong of gehydrolyseerde eiwitten die zijn afgeleid van andere dieren dan herkauwers en van huiden en vellen van herkauwers. In dit laatste geval is het zo dat de veehouder, indien hij voor eigen gebruik voeders vervaardigt voor de hierboven bedoelde niet-herkauwers, moet geregistreerd zijn door het FAVV.
a..
Meldingsplicht Personen die uit hoofde van hun beroepsbezigheden in het bezit zijn (geweest) van of te maken hebben (gehad) met een partij voedermiddelen of diervoeders waarvan blijkt dat die partij ongeschikt is voor gebruik in de diervoeding omdat : • de partij niet gezond, deugdelijk of van gebruikelijke handelskwaliteit is en dus een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid van mens of dier ; • de partij niet voldoet aan de vastgestelde maximum gehalten voor ongewenste stoffen en producten en bijgevolg een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid van mens of dier
moeten dit meteen melden aan het FAVV, zelfs wanneer de vernietiging van de partij wordt overwogen (KB ..()). Deze maatregel heeft vooral tot doel zo snel mogelijk te kunnen optreden en zo de besmetting van de voedselketen te beperken.
b b..
Levende dieren en producten daarvan Levende dieren Het houden van dieren die bestemd zijn voor de productie van voedingsmiddelen, is onderworpen aan een aantal regels die min of meer specifiek zijn voor de categorie dieren waarop ze van toepassing zijn.
.b...
Runderen .b.... Identificatie De veehouder moet elk pasgeboren rund ten laatste dagen na de geboorte en in elk geval vóór het vertrek ervan uit het veebeslag, identificeren door middel van oormerken (KB ..(); KB ..(); MB ..()). .b.... Registratie De veehouder moet elk rund laten registreren : dit gebeurt door het opmaken van een identificatiedocument per rund en het bijhouden van een inventaris/register per veebeslag. De beslaginventaris wordt eveneens door het Verbond voor dierziektebestrijding (DGZ en ARSIA) beheerd in Sanitel.
Sinds oktober mag de veehouder de runderen die niet beschikken over een gedrukt paspoort niet meer verhandelen. Vanaf dan mogen ook geen blanco identificatiedocumenten meer op zijn beslag aanwezig zijn. (KB ..(); KB ..(); MB ..()). .b.... Verplaatsingen De rundveehouder moet bij middel van het identificatiedocument alle gegevens meedelen die betrekking hebben op het binnenbrengen van een rund in het beslag, het vertrek van een rund uit het beslag, de afvoer van een rund naar het slachthuis en/of de dood van een rund. (KB ..(); KB ..(); MB ..(); KB ..()). .b.... Bedrijfsdierenarts De rundveehouder is verplicht, met het oog op het epidemiologisch toezicht een bedrijfsdierenarts (evenals een vervanger voor deze laatste) aan te duiden. Hij is verplicht de bedrijfsdierenarts te ontbieden voor aankooponderzoek en bij verdenking van een aangifteplichtige ziekte (KB ..()).
.b...
Varkens .b.... Identificatie De varkenshouder moet elk varken merken door het aanbrengen van een erkend oormerk voordat het dier wordt gespeend, en in elk geval voordat het uit zijn beslag vertrekt (KB ..(a)). De varkenshouder moet elk varken merken dat hij toevoegt aan zijn beslag en dat afkomstig is van buiten België, dit ten laatste uren na aankomst (KB ..(a)). Bovendien moet hij ook elk varken merken dat hij aan zijn beslag toevoegt en dat afkomstig is van binnen de Belgische grenzen en
niet bestemd is om te worden vetgemest. Het merken moet dan binnen uren na aankomst gebeuren (KB ..(a)). De varkenshouder moet elk slachtvarken merken door het aanbrengen van de code van het varkensbeslag met een erkende klophamerstempel op beide flanken, en dat binnen dagen voor het vertrek van het dier uit het beslag (KB ..(a)). .b.... Registratie De varkenshouder is verplicht alle gegevens van het varkensbeslag in te schrijven in een inventaris (MB ..(a) ; MB ..(b)) .b.... Bedrijfsdierenarts De varkenshouder is verplicht, met het oog op het epidemiologisch toezicht, een bedrijfsdierenarts aan te duiden (KB ..(b)). .b.... Sanitair attest Elke nieuwe varkenshouder of varkenshouder die ingrijpende wijzigingen aan zijn bedrijf doorvoert moet een sanitair attest aanvragen. Om dit attest te verkrijgen moet het bedrijf voldoen aan een aantal uitrustingsvoorwaarden (KB ..()).
.b...
Kleine herkauwers .b.... Identificatie De houder is verplicht elke kleine herkauwer (met uitzondering van hertachtigen) te identificeren door het aanbrengen van een erkend oormerk (verdeeld door de daartoe erkende Verbonden) uiterlijk op de leeftijd van maanden, en in ieder geval (ook voor wat betreft hertachtigen) vooraleer het dier vertrekt uit het beslag waarin het geboren werd (KB ..()).
.b.... Registratie Elke nieuwe verantwoordelijke moet binnen de maand verplicht bij het Verbond aangifte doen van het bestaan van een beslag schapen, geiten of hertachtigen. Hij moet een beslaginventaris bijhouden met daarin ondermeer de in- en uitgaande bewegingen van de dieren in zijn beslag. Jaarlijks (ten laatste op januari) moet deze inventaris overgemaakt worden voor registratie in SANITEL (KB ..()).
.b...
Pluimvee .b.... Gezondheidskwalificatie Alle pluimveebedrijven met ten minste dieren moeten voldoen aan de voorwaarden inzake de gezondheidskwalificatie (KB .. (a) ). Dit behelst bijvoorbeeld : een hygiënesluis, het verbod andere dieren of siervogels te houden, de bestrijding van ongedierte, bepaalde eisen in verband met reiniging en ontsmetting, het controleren op eventuele besmettingen door zoönoseverwekkers (uitgangscontrole e.a.) enz.
Met het oog op het leveren van slachtpluimvee houdt de pluimveehouder een bedrijfsregister bij waarin per productieronde de nodige gegevens worden bijgehouden. Dat register moet gedurende ten minste twee jaar worden bewaard.
.b.... Registratie/Erkenning Alle houders met ten minste stuks pluimvee zijn ertoe gehouden hun beslag door het provinciaal verbond voor de bestrijding van dierenziekten te laten registreren in SANITEL (MB ..()).
De exploitant van een erkend pluimveebedrijf dient per koppel gedurende ten minste twee jaar vanaf de verwijdering van het koppel een opfokregister, computerbestand of elektronisch verwerkbaar medium bij te houden (MB ..()). De exploitant van een pluimveeselectiebedrijf, een vermeerderingsbedrijf, een opfokbedrijf of een broederij dient in het bezit te zijn van een sanitaire erkenning als hij broedeieren, eendagskuikens of fokpluimvee wil verhandelen, te koop aanbieden of uitstallen, voor de verkoop vervoeren, verkopen, leveren en in- en uitvoeren (KB ..()). De exploitant van een gebruikspluimveebedrijf dient in het bezit te zijn van een sanitaire erkenning als hij voor de uitvoer bestemd gebruikspluimvee wil leveren of verkopen (KB ..()). .b.... Verplaatsingen Begeleidende documenten voor slachtpluimvee : De verantwoordelijke, de bedrijfsdierenarts en de vervoerder vullen de respectievelijke rubrieken in van een document voor de begeleiding van slachtpluimvee, dat naar vorm en inhoud overeenstemt met bijlage van KB ..(a). Het document voor de begeleiding van slachtpluimvee wordt in voldoende exemplaren opgesteld : • één exemplaar wordt door de verantwoordelijke overgemaakt aan het slachthuis van bestemming, uur voor de levering van het desbetreffend pluimvee ; • één exemplaar per voertuig. Indien één productieronde verdeeld wordt over meerdere voertuigen wordt op elk exemplaar de juiste nummerplaat genoteerd. Indien één voertuig meerdere productieronden bevat, is er voor elke productieronde een afzonderlijk document aanwezig ;
•
één exemplaar blijft in het bezit van de verantwoordelijke.
.b.... Bedrijfsdierenarts Alle houders van een pluimveebedrijf met meer dan dieren zijn verplicht een bedrijfsdierenarts (en een vervanger) aan te duiden (KB ..(a)). .b.... Verzamelingen Personen die pluimvee openbaar te koop stellen op markten moeten in het bezit zijn van een sanitaire vergunning (zie bijlage bij MB ..()). Er mag enkel tegen de ziekte van Newcastle (pseudovogelpest) gevaccineerd pluimvee te koop aangeboden worden. Elke verkoop moet ter plaatse ingeschreven worden in een register. Het origineel uit het register dat de koper ontvangt bij zijn aankoop dient als vervoersdocument tijdens het transport naar de bestemming, en moet gedurende minstens zes maanden bewaard worden. Ook de verkoper bewaart het register gedurende minstens zes maanden.
Personen die pluimvee naar verzamelingen, andere dan markten, brengen, moeten ervoor zorgen dat de door hun aangebrachte dieren gevaccineerd zijn en op zodanige wijze geïdentificeerd dat hun herkomst achterhaald kan worden. Elke verkoop of ruil van pluimvee moet ter plaatse in een register worden ingeschreven, en de dieren mogen na verkoop of ruil enkel vervoerd worden onder dekking van een vervoersdocument afkomstig uit het register (MB ..()).
.b...
Paarden .b.... Registratie De houder van geregistreerde paardachtigen en/of van als fok- of gebruikersdier gehouden paardachtigen moet erop toezien dat elk dier bij vervoer buiten het bedrijf vergezeld is van een identificatiedocument (MB ..(); Beschikking //EEG()). Bij middel van het identificatiedocument moet de houder van de paardachtige(n) bevestigen dat de paardachtige ofwel voorgoed is uitgesloten van het slachten voor menselijke consumptie (opnieuw te bevestigen bij verandering van eigenaar) ofwel bestemd is om te worden geslacht met het oog op menselijke consumptie (Bijlage bij Beschikking //EEG()). .b.... Verplaatsingen Geregistreerde paardachtigen moeten, bij vervoer buiten het bedrijf, vergezeld zijn van het identificatiedocument afgeleverd door de vereniging die het stamboek van het ras beheert. Het dient na het slachten van het geregistreerde paard te worden teruggegeven aan de vereniging die het heeft afgegeven. Als fok- en gebruiksdieren gehouden paarden moeten bij elke verplaatsing vergezeld zijn van een identificatiedocument (Beschikking //EEG()).
.b...
Konijnen Het bijeenbrengen van konijnen afkomstig van verschillende houders, onder meer op markten, tentoonstellingen en prijskampen is slechts toegestaan voor konijnen die minimum zeven dagen en maximum zes maanden vóór het bijeenbrengen werden ingeënt met een door het FAVV goedgekeurde entstof tegen R.H.D. (= rabbit hemorrhagic disease) en die in één van beide oren een goed leesbaar tatoeagemerk dragen.
Daarenboven moet elke deelnemende konijnenhouder de enting kunnen aantonen door middel van een certificaat, afgeleverd door een erkend dierenarts, waarop tevens de tatoeagenummers van de ingeënte konijnen worden vermeld (MB ..()).
b.. .b...
Producten van dierlijke oorsprong
Melk .b.... Melkvee .b..... Erkenning van melkproductie-eenheden De rundveehouder-verantwoordelijke van een melkproductieeenheid dient in het bezit te zijn van een door het FAVV afgeleverde erkenning. Daartoe dient zijn eenheid aan bepaalde hygiëne-eisen te voldoen (KB ..()).
De melkveehouder moet zelf geregeld nagaan en beoordelen of de melkproductie-eenheid nog voldoet aan de erkenningsvoorwaarden. Hij moet indien nodig corrigerende maatregelen treffen. Het is belangrijk dat de veehouder preventief handelt. Enkele voorbeelden : • Zieke dieren afzonderen van de andere dieren in de stallen. • Bij de eerste melklevering na een ziekte en na de wachttijd in acht te hebben genomen, kan de veehouder, bij wijze van voorzorg, aan de hand van een snelle test nagaan of de melk echt geen sporen van antibiotica meer bevat. • Geregeld de temperatuur van de melkkoeler checken.
.b..... Dierengezondheid De rundveehouder-verantwoordelijke van een melkproductieeenheid moet een veebeslag hebben dat vrij is van rundertuberculose en van runderbrucellose (KB ..()). Zie ook het punt over verplicht aan te geven ziekten. .b..... Hygiëne De rundveehouder moet erop toezien dat de hygiënevoorschriften met betrekking tot het winnen, het koelen, het opslaan en het behandelen van de melk worden nageleefd (onder meer : identificatie van elke koe van de kudde, hygiëne bij het melken, hygiëne van lokalen en materiaal, hygiëne van het personeel). (KB ..()) .b..... Residuen De rundveehouder moet erop toezien dat de melk afkomstig is van koeien die niet behandeld zijn met stoffen die schadelijk zijn of kunnen worden voor de gezondheid van de mens en die in de melk terecht kunnen komen, of van koeien die behandeld zijn met verboden stoffen (wet van juli betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, antihormonale, beta-adrenergische of productie-stimulerende werking). Voor de stoffen die toegelaten en bedoeld zijn bij deze wet moet de vastgestelde wachttermijn gerespecteerd worden. De rundveehouder moet erop toezien dat de melk geen biest bevat en dat ze geen residuen bevat van stoffen met farmacologische of hormonale werking, van antibiotica, bestrijdingsmiddelen, detergenten en andere stoffen die schadelijk zijn, die de organoleptische kenmerken kunnen beïnvloeden of die er eventueel kunnen toe leiden dat de consumptie van de melk of van zijn afgeleide producten gevaarlijk of schadelijk is voor de menselijke gezondheid (KB ..()).
.b..... Kwaliteitsbepaling De rundveehouder-producent die melk levert aan een of meerdere kopers is verplicht deze melk te leveren volgens de vastgelegde types (met name : volle melk, magere melk, room). Voor elk type melklevering is hij verplicht de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling ervan te laten uitvoeren door het interprofessioneel orgaan (IO) dat hiertoe is erkend voor de omschrijving waarin de zetel van zijn productie-eenheid is gelegen (KB ..()).
.b.... Verwerking van melk op de hoeve .b..... Erkenning van hoeves waar melk verwerkt wordt Alle hoeves waar melk en melkproducten worden behandeld, verwerkt en verpakt, moeten door het FAVV erkend zijn (KB ..()). Hoeves die rechtsreeks aan de consument zuivelproducten verkopen (behalve als het alleen onverpakte rauwe melk betreft) moeten eveneens erkend worden. Afhankelijk van de per jaar verwerkte hoeveelheid melk kunnen afwijkingen op de erkenningsvoorwaarden worden toegestaan.
.b..... Zelfcontrole De hoevezuivelaar moet ook zelfcontroles uitvoeren op de producties, van grondstof tot eindproduct. Hij dient hierbij te handelen volgens een zelfcontroleplan. De belangrijkste facetten van een dergelijk zelfcontroleplan zijn hierna weergegeven :
•
Bij het opstellen van een dergelijk plan moet worden nagegaan wat de mogelijke biologische (bijv. aanwezigheid van ziekteverwekkende kiemen), chemische (bijv. normoverschrijdingen
•
•
•
voor pesticiden) en fysische gevaren (bijv. aanwezigheid van glassplinters) zijn, per productgroep en per processtap – vanaf de grondstof tot het eindproduct. Het is aangewezen hiertoe een stroomschema van de productie op te stellen. Vervolgens dient te worden aangegeven op welke punten in het productieproces de controles (bijv. temperatuur/tijd controle, monsternemingen voor analyses) zullen worden uitgevoerd om de kritieke punten van het productieproces onder controle te houden. Er dient ook te worden vermeld hoe men gaat ingrijpen in het productieproces indien er zich problemen van die aard zouden voordoen waarbij de veiligheid van het eindproduct niet meer gegarandeerd kan worden. In het plan moet ook een procedure worden opgenomen die zal worden gevolgd indien producten verkocht werden waarvan blijkt dat ze een direct en ernstig gezondheidsrisico inhouden.
Een aantal verplichte analyses maken deel uit van het zelfcontroleplan :
• Grondstof: melk De melk die op de hoeve wordt verwerkt, moet gecontroleerd worden. Indien de hoeve ook melk levert aan kopers, gelden de resultaten van de officiële kwaliteitsbepaling door de interprofessionele organismen (IO).
Indien de hoeve geen melk levert aan een erkend koper, dient de verantwoordelijke zelf één keer per kwartaal de grondstof te laten analyseren. Volgende parameters dienen te worden gecontroleerd : het kiemgetal, het celgetal, Staphylococcus aureus en antibiotica. De parameters en normen staan in bijlage “Normen voor als grondstof gebruikte melk”. (De kwaliteitscriteria voor koemelk staan vermeld in bijlage bij het MB van .. betreffende de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers ; die voor melk van ooien, geiten en buffelkoeien staan in bijlage B bij het KB van ..()).
• Bereide producten Per jaar moeten minimum monsters worden onderzocht van elke productfamilie die bereid wordt. De parameters die onderzocht moeten worden, staan vermeld in het KB van ..() betreffende de productie en het in de handel brengen van consumptiemelk en producten op basis van melk. Een samenvattende tabel is bijgevoegd als bijlage “Analyses uit te voeren op eindproducten”.
• Water
De melkinrichting mag enkel drinkbaar water gebruiken. Bij wijze van uitzondering en met inachtneming van de nodige voorzorgen, mag niet-drinkbaar water worden gebruikt voor het koelen van de machines, het produceren van stoom of brandbestrijding. Elke inrichting die leidingwater gebruikt, moet minimum eenmaal per jaar de kwaliteit van het gebruikte water laten bepalen. Een attest van de watermaatschappij volstaat niet. Het water uit de eigen leidingen moet geanalyseerd worden in de productieruimten, op de punten waar het water door de firma gebruikt wordt. Criteria : zie bijlage (cf. Art. KB ..()). De analyses dienen te worden uitgevoerd door een erkend laboratorium. De melkinrichtingen die putwater gebruiken, moeten dat water
analyseren :
• gewone “melkinrichtingen”: analyse van de in bijlage gedefinieerde parameters, met een frequentie zoals aangegeven in bijgevoegde tabel. De analyses moeten worden uitgevoerd door een erkend laboratorium.
Per dag gebruikte of geproduceerde hoeveelheid water m³ ()
Routinecontrole : aantal monsters per jaar ( en )
≤ > ≤ . > . ≤ . > . ≤ .
> .
(1) : (2) :
(3) :
+ voor elke . m³/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid
De hoeveelheden zijn gemiddelden over een kalenderjaar. Voor de verschillende te ontleden parameters mogen exploitanten het in de tabel vermelde aantal monsters verminderen indien zij ten aanzien van de bevoegde overheid kunnen bewijzen dat : - de waarden van de resultaten van de in een periode van ten minste twee opeenvolgende jaren genomen monsters constant zijn en significant beter dan de aangegeven grenswaarden ; - het aannemelijk is dat geen enkele factor aanwezig is waardoor de kwaliteit van het water zou kunnen verminderen. De laagste frequentie mag niet minder bedragen dan 50% van het in de tabel vermelde aantal monsters. Voor zover mogelijk moet het aantal monsters gelijkelijk in de tijd worden verdeeld.
• “melkinrichtingen met beperkte productie” en “melkinrichtingen met rechtstreekse verkoop”: minimum om de zes maand analyse van de parameters die zijn aangegeven in bijlage “Routinecontroles op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.” Die analyses moeten worden uitgevoerd door een erkend laboratorium. .b...
Eieren De pluimveehouder-exploitant van een plaats waar eieren worden geproduceerd en die meer dan legkippen bevat, is verplicht zich te laten registreren door het FAVV (KB ..()).
.b...
Foie gras .b.... Producenten van foie gras
Dieren die worden gebruikt voor de productie van “foie gras” mogen op het mestbedrijf zelf worden verdoofd, uitgebloed en geplukt op voorwaarde dat dit gebeurt in een afzonderlijk lokaal. Dieren die niet onmiddellijk van hun ingewanden worden ontdaan, moeten meteen worden vervoerd naar een erkende uitsnijderij die voorzien is van een speciaal lokaal waarin de geslachte dieren binnen uur van hun ingewanden worden ontdaan (KB ..()). Bij voor de productie van “foie gras” gehouden ganzen en eenden mag de verplichte keuring vóór het slachten plaatsvinden in de laatste week van de mestperiode. De keurder levert hierbij een gezondheidscertificaat af dat dient als gezondheidsattest en als bewijs van het vervoer naar een uitsnijderij (KB ..() ; MB ..()).
.b...
c
Honing Elke bijenkast of –korf die zich bevindt op een terrein dat niet aanpaalt aan de woning van de verantwoordelijke bijenhouder moet op elk ogenblik identificeerbaar zijn (MB ..()) Bijenhouders kunnen vrijwillig toetreden tot de georganiseerde bestrijding van bijenziekten. Zij kunnen hiertoe echter ook verplicht worden in het kader van het ziektevrij verklaren van bepaalde zones teneinde uitvoer van bijenkolonies mogelijk te maken. De bijenhouders moeten verplicht melding doen van de ziektes vermeld onder punt .c.
Vervoer, slachten en handel in producten van veehouderijdieren na het slachten Algemeen Het slachten van slachtdieren, gevogelte, konijnen en gekweekt wild mag alleen geschieden in een slachthuis dat is erkend voor het slachten van een of meer van deze categorieën van dieren of van een diersoort vermeld in de erkenning.
Deze bepaling is echter niet van toepassing in de volgende gevallen : • De slachting ten huize van de eigenaar van varkens, schapen, geiten, gevogelte, konijnen en wild waarvan het vlees uitsluitend bestemd is voor de eigenaar en zijn gezin ; • De slachting door de producent van gevogelte, konijnen en gekweekt vederwild die van zijn bedrijf afkomstig zijn, voor het rechtstreeks en in kleine hoeveelheden afstaan op het bedrijf of op de het dichtst bij zijn bedrijf gelegen week
•
•
•
•
c..
markten aan een particulier voor de behoeften van diens gezin, voor zover deze producent niet meer dan . stuks van deze dieren per jaar kweekt ; Het kelen en uitbloeden van slachtdieren ingeval van noodslachting (het uitslachten moet wel in een slachthuis gebeuren !) ; Het op het mestbedrijf bedwelmen, uitbloeden en plukken van gevogelte dat voor de productie van foie gras wordt gebruikt, voor zover deze geslachte dieren binnen uur worden overge bracht naar een inrichting erkend voor het verwijderen van hun ingewanden ; Het op de plaats van oorsprong kelen,uitbloeden en eventueel verwijderen van de ingewanden van tweehoevig gekweekt wild evenals het op die plaats doden en eventueel uitbloeden en plukken van gekweekt vederwild. (KB .. ()) Rituele slachtingen in het kader van het Islamitisch offerfeest in tijdelijk erkende slachtplaatsen.
Bijzondere gevallen van plaatsen waar slachtverrichtingen gebeuren
Een bijzondere regeling is van toepassing op de volgende personen die beschikken over een afzonderlijk en passend lokaal voor het uitvoeren van slachtverrichtingen, voor zover deze op hun bedrijf zijn toegelaten : • De exploitanten van een vetmestbedrijf voor gevogelte dat bestemd is voor de productie van “foie gras”; • De exploitanten van een bedrijf met verzamelcentrum van gekweekt wild ; • De producent van gevogelte, konijnen of gekweekt vederwild die per jaar niet meer dan
. van deze dieren kweekt en er daarvan kleine aantallen op zijn bedrijf slacht voor het rechtstreeks afstaan aan particulieren van gehele karkassen, met of zonder slachtafval, op de weekmarkten die het dichtst bij zijn bedrijf gelegen zijn. Deze regeling houdt in dat : • Deze personen de aanwezigheid van een dergelijk lokaal moeten melden bij de provinciale controle-eenheid (PCE) waarin hun bedrijf gelegen is ; • Dit lokaal zodanig moet zijn ingericht en uitgerust dat de slachtverrichtingen er op hygiënische wijze kunnen gebeuren. Het dient in het bijzonder te voldoen aan de inrichtingsvoorwaarden van bijlage III (KB ..(a)). Bijlage III bij het KB van ..(a) beschrijft de vereisten in verband met vloer, wanden, luchtverversing en –afvoer, verlichting, reinigings- en ontsmettingsmogelijkheden, voorzieningen ter bescherming tegen schadelijke dieren, materiaal, waterinstallatie en koelvoorziening.
Indien aan bovenvermelde voorwaarden wordt voldaan, levert de PCE een registratiedocument af dat twee jaar geldig blijft en dat op vraag van de belanghebbende kan worden vernieuwd (KB ..(a)).
c..
Bijzondere gevallen van vervoer van gedode dieren Gedode dieren, ook als ze geheel of gedeeltelijk zijn uitgeslacht overeenkomstig de geldende reglementering (behalve bij noodslachtingen), maar die niet zijn gemerkt omdat ze geen of slechts een gedeeltelijke keuring hebben ondergaan, mogen slechts worden vervoerd in de volgende gevallen en onder de volgende voorwaarden (KB van ..(a)) :
•
•
•
•
() Op een vetmestbedrijf gedood gevogelte dat voor de productie van “foie gras” wordt gebruikt en dan binnen uur na het doden naar een erkende inrichting wordt overgebracht voor verdere bewerking, op voorwaarde dat het daarbij vergezeld is van het gezondheidscertificaat bedoeld in het KB van ..(); () Op de plaats van oorsprong gedood gekweekt wild dat naar een erkende inrichting wordt overgebracht voor verdere bewerking, op voorwaarde dat het daarbij vergezeld is van een verklaring inzake de gezondheid, bedoeld in het KB van ..(b) ; () Op het bedrijf van oorsprong in kleine aantallen geslacht gevogelte, konijnen of gekweekt vederwild van een producent die ten hoogste . stuks van deze dieren per jaar kweekt en die voor het rechtstreeks afstaan aan particulieren naar weekmarkten worden overgebracht, op voorwaarde dat ze daarbij vergezeld zijn van het registratiedocument bedoeld in het KB van ..(a); () Een bij noodslachting gedood slachtdier dat voor het uitslachten naar een daartoe erkend slachthuis wordt overgebracht, op voorwaarde dat het daarbij vergezeld is van het vervoersdocument bedoeld in de wet van ..().
•
Het gedode en uitgebloede dier moet onder bevredigende hygiënische omstandigheden en zo spoedig mogelijk na het doden worden vervoerd. Wanneer het gedode dier niet binnen één uur naar het slachthuis kan worden gebracht, moet het worden vervoerd in een vervoermiddel waarin een temperatuur heerst tussen °C en °C ; () Vrij wild dat wordt vervoerd overeenkomstig de bepalingen van het KB van .. betreffende de keuring van en de handel in vlees van vrij wild.
De persoon die de gedode dieren vervoert of die ze te koop aanbiedt in het geval als bedoeld onder () dient de vereiste documenten op ieder verzoek te tonen. In de gevallen bedoeld onder (), (), () en () (voor zover in dit laatste geval een document verplicht is) dient hij de documenten in de inrichting van bestemming bij aangifte van het slachten af te geven.
c..
Slachtingsaangifte De persoon die een slachtdier wil slachten of doen slachten moet daar vooraf aangifte van doen. De slachtingsaangifte moet gedaan worden aan de gemeenteontvanger of aan de daartoe bijzonder aangestelde beambte (KB .. betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren). Het gemeentebestuur bepaalt op welke plaatsen en uren de aangiften in ontvangst genomen worden. Bovendien moet de veehouder die dieren ter slachting aanbiedt in het slachthuis, vooraleer de dieren worden afgeladen, een slachtingsaangifte doen bij de exploitant van het slachthuis, met vermelding van de diersoort, het aantal, de herkomst en de naam en woonplaats van de eigenaar van de dieren (KB ..()). Bij de aangifte
in het slachthuis moeten ook de documenten worden afgegeven die het dier moeten vergezellen op grond van de reglementering ter uitvoering van de wet van ..() en van de wet van ..(). Wanneer het gaat om een particuliere slachting (dit wil zeggen een slachting van een dier waarvan het vlees uitsluitend bestemd is voor de eigenaar en zijn huisgezin) moet de aangifte ten minste volle dagen voor de slachting gebeuren, ongeacht of de slachting thuis dan wel in een slachthuis gebeurt (KB ..). De aangifte van een particuliere slachting moet door de eigenaar van het dier zelf gebeuren in de gemeente waar hij woont. De gemeente-ambtenaar schrijft de aangifte van de particuliere slachting in het daartoe bestemde register in en overhandigt de eigenaar een aangiftebewijs. Voor dieren die toch in een slachthuis geslacht zullen worden moet het aangiftebewijs tijdens het vervoer bij de dieren blijven en nadien in het slachthuis worden afgegeven. Het slachthuis houdt een afzonderlijk register bij van deze als particuliere slachting binnengekomen dieren. Het aangiftebewijs moet, naargelang van de plaats van de slachting, hetzij bij de particulier thuis, hetzij in het slachthuis bewaard blijven tot op het einde van het jaar volgend op dat van de slachting.
De eigenaar van een gestorven, doodgeboren of in extremis geslacht dier moet aangifte doen van de dood of de slachting, en dit op de dag zelf of uiterlijk ‘s anderendaags. Deze aangifte is niet verplicht voor doodgeboren lammeren, geitjes of biggen. De gemeente-ambtenaar schrijft de sterfte- of slachtingsaangifte in het daartoe bestemde register in en overhandigt de eigenaar een aangiftebewijs.
c..
Keuring van en handel in slachtpluimvee De verantwoordelijke, de bedrijfsdierenarts en de vervoerder moeten de respectievelijke rubrieken invullen van het begeleidend document voor slachtpluimvee (KB ..(a)). In bedrijven met ten minste . stuks pluimvee moeten de dieren op de aanwezigheid van Salmonella worden gecontroleerd voordat zij naar het slachthuis gevoerd worden (MB ..(b)).
c..
Keuring van en handel in konijnen Bij aankomst in het slachthuis moet elk te slachten konijn of elke partij te slachten konijnen voorzien zijn van een identificatiemerk waardoor de oorsprong van de dieren bepaald kan worden. (KB van ..(c)). De persoon die konijnen wil laten slachten moet deze verplicht een gezondheidsonderzoek vóór de slachting laten ondergaan. Dit onderzoek mag ten vroegste uur vóór de slachting hebben plaatsgevonden, zoniet moet het onmiddellijk vóór het slachten worden herhaald.
c..
Keuring van en handel in vlees van gekweekt wild Tweehoevig gekweekt wild moet worden geslacht en gekeurd en het vlees ervan moet in de handel gebracht worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van ..() Het PCE-hoofd kan in uitzonderlijke gevallen toestaan dat dit gekweekt wild wordt gedood op de plaats van oorsprong (meer bepaald indien het niet levend naar een erkend slachthuis kan worden vervoerd zonder risico’s voor de begeleiders of in verband met het welzijn van de dieren), op voorwaarde dat het
bedrijf beschikt over : • () Een verzamelcentrum voor dit wild waar het mogelijk is een gezondheidsonderzoek vóór de slachting te verrichten ; • () Een passend lokaal voor het steken en uitbloeden en eventueel het verwijderen van de ingewanden van de dieren. Daartoe moet de eigenaar van de dieren bij het PCE-hoofd een schriftelijk verzoek indienen waarin hij melding maakt van de diersoort, het aantal, de datum en het tijdstip waarop hij deze dieren wenst te doden. Indien de eigenaar deze toelating verkrijgt, mag hij slechts overgaan tot de slachtverrichtingen in aanwezigheid van een keurder en nadat deze een gezondheidsonderzoek vóór het slachten heeft verricht. Voorafgaand aan het slachten moeten de dieren worden verdoofd, tenzij de keurder het doden door middel van de kogel toestaat. De dieren moeten worden gekeeld en uitgebloed in het voorziene lokaal. Eventueel kunnen de dieren ter plaatse van hun ingewanden worden ontdaan. De gekeelde en uitgebloede dieren moeten onder bevredigende hygiënische omstandigheden, in hangende positie, worden vervoerd naar een erkend slachthuis en dit zo spoedig mogelijk na het doden. Indien de ingewanden ter plaatse werden verwijderd, moeten ze hygiënisch verpakt tot in het slachthuis bij het karkas blijven. Bij dit vervoer dienen te dieren vergezeld te gaan van een verklaring van de keurder (zie model in bijlage bij KB ..(b) ). Wanneer het wild dat is gedood op de plaats waar het werd gekweekt niet binnen één uur naar een erkend slachthuis kan worden gebracht, moet het worden vervoerd in een vervoermiddel waarin een temperatuur heerst tussen °C en °C. Het verwijderen van de ingewanden dient ten laatste drie uur na het bedwelmen plaats te vinden.
Gekweekt vederwild moet geslacht en gekeurd worden en het vlees ervan moet in de handel gebracht worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van ..(), meer bepaald deze geldende voor gevogelte en het vlees daarvan. Het PCE-hoofd kan in uitzonderlijke gevallen (meer bepaald wanneer de dieren niet levend naar een erkend slachthuis kunnen worden vervoerd zonder risico’s voor de begeleiders of in verband met het welzijn van de dieren) toestaan dat dit gekweekt vederwild wordt gedood op de plaats van oorsprong, op voorwaarde dat het bedrijf beschikt over een verzamelcentrum voor dit wild, waar het mogelijk is een gezondheidsonderzoek vóór het slachten te verrichten. Daartoe moet de eigenaar van de dieren bij het PCE-hoofd een schriftelijk verzoek indienen waarin hij melding maakt van de diersoort, het aantal, de datum en het tijdstip waarop hij deze dieren wenst te doden. Indien de eigenaar deze toelating verkrijgt, mag hij slechts overgaan tot de slachtverrichtingen in aanwezigheid van een keurder en nadat deze een gezondheidsonderzoek vóór het slachten heeft verricht. De gedode dieren kunnen eventueel worden uitgebloed en ter plaatse op hygiënische wijze geplukt. Met het oog op het uitslachten moeten de gedode dieren onder bevredigende hygiënische omstandigheden worden vervoerd naar een slachthuis voor gevogelte en konijnen of naar een daartoe erkende vrijwildverwerkingsinrichting of uitsnijderij. Bij dit vervoer dienen de dieren vergezeld te gaan van een verklaring van de keurder. Wanneer het gekweekt vederwild dat is gedood op de plaats van oorsprong niet binnen één uur naar één van de hierboven bedoelde inrichtingen kan worden gebracht, moet het worden gekoeld tot ten hoogste °C en daarna worden vervoerd in een vervoermiddel waarin een temperatuur heerst tussen °C en °C en waarbij opeenhoping van de dieren moet worden voorkomen.
Bijlage : Normen voor als grondstof gebruikte melk . Kiemgetal bij °C (per ml) < of = (a) Aantal somatische cellen (per ml) < of = (b) (a) Meetkundig gemiddelde, geconstateerd over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (b) Meetkundig gemiddelde, geconstateerd over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand. . Rauwe melk bestemd voor de bereiding van producten “met rauwe melk” waarop tijdens het bereidingsproces geen enkele warmtebehandeling wordt toegepast, moet : a) voldoen aan de normen vermeld in punt , b) bovendien voldoen aan de volgende norm : Staphylococcus aureus (per ml) : n = m = M = . c = . met n = aantal eenheden waaruit het monster bestaat ; m = drempelwaarde voor het aantal bacteriën ; het resultaat wordt bevredigend geacht als het aantal bacteriën in alle eenheden gelijk is aan of kleiner dan m ; M = maximumwaarde voor het aantal bacteriën ; het resultaat wordt onbevredigend geacht als het aantal bacteriën in een of meer eenheden gelijk is aan of groter dan M ; c = aantal eenheden waarin het aantal bacteriën mag liggen tussen m en M, en waarbij het monster nog aanvaardbaar wordt geacht als het aantal bacteriën in de andere eenheden gelijk is aan of kleiner dan m. . De farmacologisch werkzame substanties mogen de maximumwaarden voor residuen niet overschrijden die bepaald zijn bij Verordening (EEG) nr. / van de Raad van juni houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en zijn wijzigingen (dus : geen remstoffen).
X
Gepasteuriseerde melk
X
X
Kiemen totaal
Staphylococcus aureus
X
Coliformen totaal (°C)
Salmonella
X
Producten
Escherichia coli
Listeria monocytogenes
Rauwe koemelk
Bijlage : Analyses uit te voeren op eindproducten
Consumptiemelk X X
Gesteriliseerde en UHT melk
X X
Vloeibare producten op basis van melk (melkdranken, room, ...) en gefermenteerde melk (Yoghurt e.a.) Alle vloeibare producten op basis van melk (melkdranken, room, ) en gefermenteerde melk (yoghurt e.a.)
X
X
X
Warmtebehandeld en niet gefermenteerd
X
X
X
X
UHT of gesteriliseerd en bestemd om op kamertemperatuur te bewaren
X
X
X
X
X
X
X
Verse kaas
X
X
X
Zachte kaas
X
X
X
X
Halfharde kaas
X
X
Harde kaas
X
X
Kaas op basis van rauwe en gethermiseerde melk
X
X
X
X
Smeltkaas
X
X
Melkpoeders
X
X
Andere producten op basis van melk in poedervorm
X
X
X
X
Gegeleerde producten, UHT of gesteriliseerd, en bestemd om op kamertemperatuur te bewaren
X
X
Alle andere bereidingen op basis van melk (vb. hoeveboter)
X
X
Warmtebehandelde boter en boterproducten Alle warmtebehandelde boter en boterproducten Kaas
X
Poeders X
X X
IJsproducten op basis van melk Alle ijsproducten op basis van melk
X
X
X
Andere bereidingen op basis van melk X
Bijlage : Routinecontroles op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water Al het water dat in melkinrichtingen voor de bereidingen, de reiniging en de ontsmetting wordt gebruikt, is “water dat voor menselijke consumptie bestemd is”. Het wordt als “gezond en zuiver” en dus als bruikbaar beschouwd als het voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in het KB van ..(). Bij de routinecontroles van het water dient aan de volgende parameterwaarden te worden voldaan (cfr. Art. van het KB van ..()) :
•
• • • • • • • • • •
Organoleptisch onderzoek kleur, geur , smaak: “aanvaardbaar voor de verbruikers en geen abnormale verandering”* Geleidbaarheid : µs cm- bij °C pH : , en , pH-eenheden Troebelheid : “aanvaardbaar voor de verbruikers en geen abnormale verandering”* Nitraat : mg/l Nitriet : , mg/l Ammonium : , mg/l Telling kolonies bij °C : geen abnormale verandering * Colibacteriën : / ml Escherichia coli : / ml Clostridium perfringens (indien invloed van oppervlaktewater mogelijk) : / ml (met inbegrip van sporen)
* Geen abnormale verandering ten opzichte van vorige analyses.
Goede landbouwpraktijken op het vlak van voedselveiligheid
Leid
raa
d
vo
or
d
e la
nd bo uw
er
a
Plantaardige producties Planta
a..
Bestrijdingsmiddelen Verwerking, bezit en gebruik van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik Het is verboden een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik te verwerven, in bezit te houden of te gebruiken dat niet vooraf werd erkend of toegelaten door de federale Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. De erkenning of de toelating voor parallelinvoer worden uitdrukkelijk op de verpakking of het etiket van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik weergegeven, voorafgegaan door de letters B en P (artikelen en van het KB van ..()). De lijst van erkende en toegelaten bestrijdingsmiddelen wordt geregeld bijgewerkt op de website http://www.fytoweb.fgov.be/. Indien nodig kan door de Minister een uitbreiding van het gebruik van een bestrijdingsmiddel worden toegestaan onder bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel van het KB van ..(). Alle aldus verkregen uitbreidingen worden ook toegevoegd op bovenvermelde site. Als de uitbreiding van het gebruik niet op het etiket van het product vermeld staat, is de gebruiker verantwoordelijk voor het gebruik.
.a...
Opslag van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klassen A et B Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klasse A (zeer giftig, giftig of corrosief ) moeten worden opgeslagen in de oorspronkelijke verpakking, in een daartoe bestemde en vergrendelde opslagruimte. Op de deur moeten de vermelding “vergif” en een “doodshoofd” voorkomen. Voor de gevaarlijkste producten, nl. die van klasse A die voorkomen in deel van bijlage bij het KB van ..() moet de opslagruimte gescheiden zijn van gebouwen waarin mensen of dieren verblijven. De andere bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klasse A moeten niet worden opgeslagen in een afzonderlijk lokaal maar wel achter slot worden bewaard in een geschikte en alleen daarvoor bestemde kast. Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klasse B moeten in de oorspronkelijke verpakking worden opgeslagen in een uitsluitend daartoe bestemde en vergrendelde ruimte of kast. Op de deur moeten de vermelding “vergif” en een “doodshoofd” voorkomen. De hierboven bedoelde ruimten moeten droog zijn en zodanig verlucht en onderhouden worden dat een goede bewaring van de producten gegarandeerd is. Toegang tot bedoelde ruimten is uitsluitend geoorloofd in aanwezigheid van de erkende of de speciaal erkende persoon (artikel van het KB van ..()).
.a...
Gebruik van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klassen A en B Een correct gebruik van een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik houdt in dat het voorgeschreven gebruik en de gebruiksaanwijzingen worden nageleefd, met inbegrip van de eventuele wachttijd die tussen de laatste behandeling en de oogst in acht moet worden genomen. Toediening van een lagere dosis kan de doeltreffendheid van de behandeling in zeer aanzienlijke mate verminderen. Toediening van een hogere dan de voorgeschreven dosis leidt tot onnodige uitgaven en kan aanleiding geven tot een overschrijding van de maximale residugehalten. Daarnaast kan ook het milieu worden bedreigd. De gebruiksvoorwaarden (gewas, dosis, wachttijd voor de oogst) worden vastgesteld na jarenlang wetenschappelijk onderzoek en moeten absoluut worden weergegeven op de verpakking of het etiket.
Wie een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik aanwendt dient de nodige maatregelen te treffen om te vermijden dat schade wordt berokkend aan de gezondheid van de mens en van nuttige dieren en dat schade wordt toegebracht aan naburige teelten en, in het algemeen, aan het milieu. Hij moet er meer bepaald zorg voor dragen dat elk werktuig zorgvuldig wordt gereinigd en dat de verpakkingen en het waswater zodanig worden verwijderd dat er geen gevaar is voor verontreiniging (artikel van het KB van ..()). Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klasse A mogen enkel worden gebruikt door speciaal erkende of erkende gebruikers (artikel van het KB van ..()). De (speciaal) erkende gebruiker moet een register bijhouden en gedurende ten minste drie jaar bewaren waarin hij volgende gegevens noteert : • ) de datum waarop het product wordt gebruikt, • ) de naam van het product en de hoeveelheid daarvan die wordt gebruikt,
•
) de identiteit en de woonplaats van de persoon voor rekening van wie de behandeling wordt uitgevoerd (artikel van het KB van ..()). Een afwijking wordt evenwel toegestaan aan de landbouwers, tuinders, bosbouwers en veehouders die in samenhang met hun beroepsbezigheden bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik van klasse A gebruiken die niet zijn vermeld in bijlage bij het KB van ..(). Deze afwijking machtigt hen er niet toe bij een derde persoon een behandeling met een product van klasse A uit te voeren. De landbouwer mag met andere woorden bij een derde geen bestrijdingsmiddel van klasse A toedienen behalve indien hij een door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid erkend gebruiker is. Bovendien is het zo dat wanneer hij op zijn eigen bedrijf bepaalde gevaarlijke producten wil toedienen (vermeld in bijlage bij het KB van ..()), hij speciaal moet erkend zijn door de FOD Volksgezondheid. Het gaat hier om producten die aldicarb, terbufos of thiofanox bevatten of die blauwzuur, fosforwaterstof, chloropicrine of methylbromide afgeven
.a...
Keuring van het spuittoestel
Alle spuittoestellen van meer dan drie jaar oud die bedoeld zijn om in vloeibare vorm bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik toe te dienen op het Belgische grondgebied, moeten worden gekeurd door : • het Departement voor Landbouwtechniek van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek (CRA) van Gembloux, voor het Franstalige en het Duitstalige landsgedeelte en • het Departement Mechanisatie, Arbeid, Gebouwen, Dierenwelzijn en Milieubeveiliging van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek
(CLO) van Gent, voor het Nederlandstalige landsgedeelte (artikel van het KB van ..()). Alleen met gunstig gevolg gekeurde spuittoestellen mogen worden gebruikt in de periode die vermeld is op de door de keuringsdienst aangebrachte zelfklever. Als die periode verstreken is, moet het spuittoestel opnieuw worden gekeurd. Spuittoestellen die niet aan de tests voldoen, maar nog bruikbaar zijn, moeten na ten hoogste maand opnieuw ter keuring worden aangeboden. De verkoop van een (nieuw en/of tweedehands) spuittoestel moet steeds binnen dagen door de verkoper aan de keuringsdienst worden gemeld. Bij rechtstreekse invoer hoort de koper de aankoop binnen dagen aan de keuringsdienst te melden. Kleine toestellen waarin de spuitvloeistof manueel of met behulp van een samengedrukt gas (lucht inbegrepen) onder druk wordt gebracht of waarbij de spuitvloeistof wordt uitgestoten onder invloed van de zwaartekracht moeten niet worden gekeurd. Dat geldt eveneens voor toestellen die bij normaal gebruik omwille van hun kenmerken door één enkele persoon gedragen kunnen worden (rugspuiten).
.a...
Vóór-oogstcontrole De vóór-oogstcontrole is een door het FAVV of een daartoe erkende telersvereniging vóór de oogst uitgevoerde residucontrole van sommige groentesoorten (sla, ijsbergsla, Romeinse sla, eikenblad, Lollo rossa, Lollo bionda, andijvie, krulandijvie, Radicchio en selder) en fruitsoorten (peren). Deze controle omvat de bemonstering van de partij, de ontleding van het monster in een erkend laboratorium op aanwezigheid van bepaalde residuen evenals ingeval van overschrijding van één of meer toegelaten maximumgehaltes, de verdere opvolging van de betrokken partij (artikel van het KB ..()).
Het is verboden partijen van de in bijlage bij het ministerieel besluit van maart () vermelde teelten in de handel te brengen zonder dat hiervoor de toestemming bekomen werd vanwege het FAVV of van een erkende telersvereniging (artikel van het KB ..()). Bij een residugehalte dat het toegelaten maximumgehalte niet overschrijdt, wordt de oogst onmiddellijk toegelaten. Bij een residugehalte dat begrepen is tussen het toegelaten maximumgehalte en het dubbele van dit maximum, wordt een supplementaire wachttijd vastgesteld (als het residugehalte afneemt met de aangroei van het gewas) of wordt een nieuwe controle bevolen (wanneer het residugehalte niet afneemt met de aangroei van het gewas). Bij een residugehalte groter of gelijk aan het dubbele van het toegelaten maximumgehalte, wordt een nieuwe controle bevolen (artikel van het KB ..()). De producent moet de analysekosten en andere vergoedingen verbonden aan de vóór-oogstcontroles, betalen (artikel van het KB ..()).
b b..
Schadelijke organismen Algemene maatregelen ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen •
b..
De landbouwer is verplicht de aanwezigheid van een schadelijk organisme, zodra hij dit vaststelt (bijv. in zijn productie) onmiddellijk te melden aan het FAVV (KB ..(), artikel ). • De landbouwer is verplicht over te gaan tot de bestrijding van schadelijke organismen zodra hij de aanwezigheid hiervan vaststelt of deze hem door een overheidspersoon is gemeld (KB ..(), artikel ). N.B. : lijst van schadelijke organismen : zie bijlage “Plantaardige productie”.
Erkenningen De landbouwer, moet voor de hieronder beschreven activiteiten, een erkenning aanvragen bij het FAVV. • Bereiding, productie en verpakking van pootgoed (KB ..()) • Bereiding en verpakking van consumptieaardappelen (KB ..()) • Schillen en verwerking van consumptieaardappelen (KB ..()) NB : de bereiders en de verpakkers van consumptieaardappelen moeten ervoor zorgen dat voldaan wordt aan de kwaliteitsnormen zoals beschreven in bijlage en van het KB ..().
De landbouwer is bovendien verplicht (KB ..()), • De certificeringsetiketten (plantenpaspoorten) gedurende minstens één jaar te bewaren. • Op elk moment de controleur van het FAVV de gevraagde informatie te bezorgen. • Het FAVV onmiddellijk inlichten indien een wijziging optreedt in de activiteiten waarvoor hij erkend is.
b.. .b...
Maatregelen betreffende de bestrijding van schadelijke organismen
Maatregelen betreffende de bestrijding van wratziekte en nematoden bij aardappelen De landbouwer is verplicht een teeltrotatie van één op drie te respecteren voor de teelt van consumptieaardappelen (KB ..()) en van één op vier voor pootgoed (KB ..()). Een uitzondering is voorzien voor primeuraardappelen die vóór juni geoogst worden.
.b...
Maatregelen betreffende de bestrijding van schadelijke distels De landbouwer is verplicht de bloei alsmede de zaadvorming en de uitzaaiing van schadelijke distels met alle middelen te beletten. Als schadelijke distels worden beschouwd : akkerdistel (Cirsium arvense Scop.), speerdistel (Cirsium lanceolatum Hill.), kale jonker (Cirsium palustre Scop.) en kruldistel (Carduus crispus L.) (KB ..(),art ).
.b...
Maatregelen betreffende de bestrijding van knolcyperus De landbouwer is verplicht de onderrichtingen van het FAVV inzake de bestrijding van knolcyperus op te volgen indien hij in zijn teelten symptomen van knolcyperus vaststelt of indien deze hem worden gemeld (KB ..(), art ).
.b...
Maatregelen betreffende de bestrijding van Ringrot veroorzaakt door de bacterie Clavibacter michiganensis spp sepedonicus De landbouwer kan voor verdere informatie de maatregelen beschreven in het KB ..() raadplegen.
.b...
Maatregelen betreffende de bestrijding van Bruinrot veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum Voor het Belgische grondgebied, kan de landbouwer de maatregelen beschreven in het KB ..() raadplegen.
Voor het beschermingsgebied :
De landbouwer moet alle verplichtingen naleven die gelden in het beschermingsgebied Arendonk, Balen, Beerse, Berlaar, Brecht, Dessel, Dilsen, Geel, Grobbendonk, Ham, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Kasterlee, Leopoldsburg, Lier, Lille, Lommel, Maaseik, Malle, Meerhout, Merksplas, Mol, Neerpelt, Nijlen, Olen, Oud-Turnhout, Overpelt, Ranst, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Schilde, Schoten, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar, Westerlo, Zandhoven et Zoersel (MB ..()); en in het bijzonder :
•
•
•
•
•
Jaarlijks, vóór april, door middel van een door het FAVV vastgesteld formulier, aangifte te doen van al zijn met aardappelen beteelde of te betelen percelen met een oppervlakte van meer dan are. Deze aangifte moet vergezeld zijn van (een) liggingsplan(nen) op schaal /. waarop deze aardappelpercelen aangeduid worden ; Zich ertoe te verbinden niet meer dan éénmaal om de drie jaar op dezelfde plaats aardappelen, pootaardappelen en primeuraardappelen inbegrepen, te verbouwen ; Alvorens over te gaan tot de beregening van een perceel aardappelen met ander dan oppervlaktewater, de daartoe gebruikte installatie volledig en grondig te spoelen met ander dan oppervlaktewater ; Bij het beregenen van andere dan aardappelpercelen met oppervlaktewater steeds alle nodige voorzorgen te nemen om te beletten dat aardappelpercelen met dat oppervlaktewater in aanraking komen ; Zich te onderwerpen aan controles en monsternemingen en gevolg te geven aan alle verzoeken om teeltmaatregelen en bedrijfshygiënische maatregelen uit te voeren, voorgeschreven door het FAVV.
Bijlage : Belangrijkste schadelijke organismen waarvan de melding aan het FAVV verplicht is Insecten en nematoden in al hun ontwikkelingsstadia * Aardappelen • Aardappelcystinaaltjes (Globodera pallida et Globodera rostochiensis) • Wortelknobbelaaltje (Meloidogyne ssp) • Stengelaaltje (Ditylenchus destructor) * Mais Maiswortelboorder (Diabrotica virgifera)
•
Bacteriën * Aardappelen • Ringrot (Clavibacter michiganensis subsp.sepedonicus) • Bruinrot (Ralstonia solanacearum) Schimmels * Aardappelen • Wratziekte (Synchytrium endobioticum)
Virussen en virusachtige organismen * Aardappelen • PSTV : Potato spindle tuber viroïd
Leid
raa
d
vo
or
d
e la
nd bo uw
er
Referenties :
() KB .. Koninklijk besluit van .. houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven, het verschaffen en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de verantwoordelijke voor de dieren. () KB .. Koninklijk besluit van .. tot aanduiding van de ambtenaren en de personen belast met het toezicht op de uitvoering van de bepalingen van de wetten, besluiten en reglementen van de Europese Unie die onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen vallen () KB .. Koninklijk besluit van maart betreffende gemedicineerde voormengsels en diervoeders () Wet van .. Dierengezondheidswet () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding () KB .. Koninklijk besluit van .. tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor dierlijke voeding bestemde dierlijke producten () MB .. Ministerieel besluit van .. betreffende maatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie en ten aanzien van het handelsverkeer voor
verwerkte dierlijke eiwitten en dergelijke eiwit bevattende producten () Richtlijn //EG Richtlijn //EG van het Europees Parlement en de Raad van maart inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn // EEG van de Raad () Verordening (EG) Nr. / Verordening (EG) nr. / van de Commissie van juli tot wijziging van de bijlagen I, IV en XI bij Verordening (EG) nr. / van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. / voor wat betreft overdraagbare spongiforme encefalopathieën en diervoeding () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen in de sector diervoeding () Verordening (EG) nr. / Verordening (EG) nr. / van het Europees Parlement en de Raad van oktober tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de identificatie van runderen () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen () MB .. Ministerieel besluit van .. houdende uitvoeringsbepalingen in het kader van koninklijk besluit van augustus betreffende de identificatie,
de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra () KB .. Koninklijk besluit van .. houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten (a) KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de identificatie van varkens (b) KB .. Koninklijk besluit van .. houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten (a) MB .. Ministerieel besluit van .. houdende reglementering van de identificatie van fok- en mestvarkens en de registratie van varkens (b) MB .. Ministerieel besluit van .. houdende bijzondere tijdelijke maatregelen inzake de registratie en inventarisatie van varkens en varkensbedrijven () KB .. Koninklijk besluit van .. tot bepaling van de uitrustingsvoorwaarden voor het houden van varkens () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de identificatie en de registratie van schapen, geiten en hertachtigen
(a) KB .. Koninklijk besluit van .. houdende bepaalde voorschriften voor de gezondheidskwalificatie van pluimvee (b) MB ..
() MB ..
() MB ..
() KB ..
() MB ..
() MB ..
Ministerieel besluit van .. betreffende de modaliteiten ter uitvoering van het KB van .. houdende bepaalde voorschriften voor de gezondheidskwalificatie van pluimvee Ministerieel besluit van .. houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza Ministerieel besluit van .. tot uitvoering van de artikelen , , en van het koninklijk besluit van juni betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van pluimvee en andere neerhofdieren, alsook het in de handel brengen van broedeieren, eendagskuikens en fokpluimvee Koninklijk besluit van .. betreffende de bestrijding van besmettelijke ziekten van pluimvee en andere neerhofdieren, alsook het in de handel brengen van broedeieren, eendagskuikens en fokpluimvee Ministerieel besluit van .. houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de pseudovogelpest Ministerieel besluit van .. betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor bewegingen, de invoer en het verkeer van paardachtigen
() Beschikking //EEG Beschikking van de Commissie van december houdende wijziging van Beschikking //EEG van de Commissie en tot vaststelling van de identificatievoorschriften voor als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen () Beschikking //EEG Beschikking van de Commissie van oktober tot vaststelling van het identificatiedocument (paspoort) dat geregistreerde paardachtigen moet vergezellen () MB .. Ministerieel besluit van .. houdende tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het virale hemorragisch syndroom bij konijnen (R.H.D.) () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de productie van melk en tot instelling van een officiële controle van melk geleverd aan kopers () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de productie en het in de handel brengen van consumptiemelk en producten op basis van melk () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de identificatie en de registratie van inrichtingen waar legkippen worden gehouden () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de keuring van en de handel in vlees van gevogelte
() MB .. Ministerieel besluit van .. houdende vaststelling van het model van gezondheidscertificaat dat dient voorgelegd bij het vervoer van ganzen en eenden voor de productie van “foie gras” gehouden, naar een behoorlijk uitgeruste uitsnijderij van vlees van gevogelte () MB .. Ministerieel besluit van .. betreffende de georganiseerde bestrijding van de bijenziekten () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen (a) KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen (b) KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de keuring van en de handel in vlees van gekweekt wild (c) KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de keuring van en de handel in vlees van konijnen () wet van .. Wet van .. betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel () wet van .. Wet van .. betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van september betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel
() KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de erkenning van ondernemingen die bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik vervaardigen, invoeren, uitvoeren of verpakken () MB .. Ministerieel besluit van .. betreffende de verplichte keuring van spuittoestellen () KB .. Koninklijk besluit van .. houdende aanvullende maatregelen met betrekking tot de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groenten- en fruitsoorten () MB .. Ministerieel besluit van .. tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen () KB .. Koninklijk besluit van .. houdende reglementering van de handel in en van de keuring van pootaardappelen () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen () KB .. Koninklijk besluit van .. tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen
() KB ..
Ministerieel besluit van .. betreffende de bestrijding van aardappelringrot (Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. Ssp. Sepedonicus (Spiekcherman et Kothoff ) Davis et al.) () KB .. Koninklijk besluit van .. betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi en al. () MB .. Ministerieel besluit van .. tot vaststelling van maatregelen om te beletten dat Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. zich verspreidt
Het Koninklijk Besluit van november betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen werd op december in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De invoering van een autocontrolesysteem dat de veiligheid in de voedselketen garandeert wordt verplicht. Overeenkomstig een Europese ontwerp-verordening met betrekking tot de levensmiddelenhygiëne is er een ander systeem voorzien voor de primaire productie in de landbouw. Zij moeten de goede hygiënepraktijken respecteren en registers bijhouden van de toegepaste behandelingen op hun dieren of hun gewassen, zoals beschreven in bijlagen en bij het besluit. Dit besluit treedt in voege op januari voor de gedeelten autocontrole en traceerbaarheid. Het gedeelte over de meldingsplicht wordt echter reeds vanaf maart van toepassing.
Provinciale Controle-éénheden Provinciale diensthoofden :
Antwerpen
Pierre Naassens Italiëlei Bus Antwerpen Tel.: / Fax: /
Oost-Vlaanderen
Albrecht Van Brempt R.A.C. Ter Plaeten Sint-Lievenslaan Gent Tel: / Fax: /
West-Vlaanderen
Dirk Devreese Hoogstraat Brugge Tel: / Fax: /
Limburg
Peter Schandevyl Helbeekplein , de verd. Hasselt Tel. : / - / Fax : /
Vlaams-Brabant
Jan De Wit Museumlaan B Tervuren Tel: / Fax: /
Waals-Brabant
Philippe Petit Avenue Solvay, Wavre Tel: / Fax: /
Henegouwen
André Bataille Chemin de l’inquiétude bloc Mons Tel. : /
Namen
Roland Fourez Place des Célestines Namur Tel.: / . Fax: /
Luik
Joël Gustin Boulevard Frère orban Liège Tel. : / Fax. : /
Luxemburg
Luc Lecomte rue Courteroie a Libramont Tel. / - Fax : /
Brussel
William Dendas WTC III de verdieping Simon Bolivarlaan bus Brussel Tel. : / Fax : /
Goede landbouwpraktijken op het vlak van voedselveiligheid
Het Voedselagentschap WTC III Simon Bolivarlaan, Brussel Tel. : Fax : e-mail :
[email protected]
www.favv.be