Spoor eGovernment
INTERNATIONALE TRENDS OP HET VLAK VAN eGOVERNMENT
Davy JANSSEN Dr Jarl K. KAMPEN Sabine ROTTHIER Kris SNIJKERS
Executive summary september 2003
Algemeen secretariaat - Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN E. VAN EVENSTRAAT 2 C - B-3000 LEUVEN – BELGIE Tel: 0032 16 32 36 10
Fax: 0032 16 32 36 11 www.steunpuntbov.be
E-mail:
[email protected]
Internationale trends op het vlak van eGovernment
INTERNATIONALE TRENDS OP HET VLAK VAN eGOVERNMENT INHOUDSOPGAVE INLEIDING..................................................................................................................5 INTERNATIONALE TRENDS: EEN SCHEMATISCHE VOORSTELLING....7 NEDERLAND................................................................................................................7 FRANKRIJK ................................................................................................................10 CANADA ...................................................................................................................12 FINLAND ...................................................................................................................15 DUITSLAND ...............................................................................................................18 IERLAND ...................................................................................................................20 VERENIGD KONINKRIJK ............................................................................................23 INTERNATIONALE TRENDS: THEMATISCHE BESPREKING....................27 BELEID ......................................................................................................................27 eGovernment in een informatiesamenleving........................................................27 Hefbomen bij het vorm geven van eGovernment .................................................27 Organisatorisch inbedding van eGovernment .....................................................29 Lokaal eGovernment............................................................................................29 E-ADMINISTRATIE: FRONT-OFFICE ............................................................................30 Nationale portaalsites..........................................................................................30 Multi-channel benadering....................................................................................32 E-ADMINISTRATIE: BACK-OFFICE ..............................................................................32 Identificatie in de back-office en het gebruik van digitale kluizen ......................32 Authentificatie van de eindgebruikers .................................................................33 E-DEMOCRATIE .........................................................................................................33 CONCLUSIE..............................................................................................................35
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
3
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
OVER DE AUTEURS... Davy JANSSEN (Universiteit Antwerpen –
[email protected] - °1976) is Licentiaat in de Germaanse taal- en letterkunde (K.U.Leuven) en Gediplomeerde in de Aanvullende Studies Bedrijfseconomie (K.U.Leuven) en Internationale Betrekkingen en Conflictbeheersing (K.U.Leuven). Sinds oktober 2001 werkt hij aan de Universiteit Antwerpen voor het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen binnen het spoor eGovernment. Dr Jarl K. KAMPEN (K.U.Leuven –
[email protected] - °1970) is Licentiaat in de Psychologie, afstudeerrichting Methodologie (Rijksuniversiteit Groningen) en promoveerde in de Sociale Wetenschappen aan de K.U.Brussel. Als voltijds onderzoeker aan het Instituut voor de Overheid (K.U.Leuven) werkt hij aan het project Burgergericht besturen: Kwaliteit en Vertrouwen in de Overheid. Sabine ROTTHIER (Hogeschool Gent -
[email protected] - °1978) is Licentiate in de Politieke Wetenschappen, optie Bestuurswetenschappen (Universiteit Gent). Zij volgde de Academische Initiële Lerarenopleiding, eveneens aan de Universiteit Gent en deed onderwijservaring op in het secundair onderwijs, waar zij voornamelijk economisch georiënteerde vakken onderrichte. Sinds 1 januari 2002 is zij werkzaam aan het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie in Vlaanderen, binnen het onderzoeksspoor eGovernment. Kris SNIJKERS (K.U.Leuven –
[email protected] - °1979) is Licentiaat in de Politieke Wetenschappen (K.U.Leuven). Eerder werkte hij voor het Instituut voor de Overheid aan het project “De kerntaken van de verschillende overheden”, een wetenschappelijk onderzoek ter voorbereiding van een advies van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur. Sedert januari 2003 werkt hij voor het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie in Vlaanderen binnen het spoor eGovernment.
4
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Inleiding Het tweede rapport van het spoor eGovernment, De praktijk van eGovernment in zeven landen van de OECD, focuste op het eGovernment beleid van de landen Nederland, Frankrijk, Finland, Duitsland, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Ierland afzonderlijk. Dit rapport schetste voor elk land een beeld inzake het beleid, de backen front-office toepassingen met betrekking tot eAdministratie en de toepassingen op het gebied van eDemocratie. Als we de resultaten van deze afzonderlijke studies naast elkaar leggen, zijn er grote overeenkomsten op te merken tussen de verschillende landen. Deze overeenkomsten zetten we hier op een rij. Op die manier geeft dit document aan de Vlaamse overheid een zicht op de internationale trends op het gebied van eGovernment. Het document bestaat uit twee delen. In een eerste deel hebben we de resultaten per land schematisch voorgesteld. Op basis van deze resultaten bespreken we in een tweede deel de overeenkomsten tussen de verschillende landen.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
5
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Internationale trends: een schematische voorstelling NEDERLAND Formele informatiesamenleving strategie
De Digitale Delta: Nederland oNLine (1999)
Formele nationale eGovernment strategie Expliciete aandacht voor digitale kloof Formele richtlijn elektronische dienstverlening Mate van sturing: centraal niveau
Actieprogramma Elektronische Overheid (1999) • • •
campagne Drempels Weg project Digitale Trapvelden 25% van de dienstverlening tegen 2002 elektronisch (nationaal en lokaal)
•
departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het Actieprogramma interdepartementale coördinatie op ambtelijk topniveau operationele kosten uit de gewone begrotingen van de departementen jaarlijks budget vrijgemaakt voor ondersteuning Actieprogramma 1994-2002: minister van Grote Steden en Integratiebeleid; verantwoordelijk voor het ICT beleid van de overheid. Vanaf 2002: minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: advisering, planning, coördinatie. ICTU(Informatie en Communicatie Technologie Uitvoering): verzameling van programmabureaus ter ondersteuning van de uitvoering, o.a. Rijksoverheidsintranet, Programma Elektronische Provincies, iPKIoverheid, Testbed Digitale Bewaring, Programma Open Standaarden en Open Source Software.
BELEID
• eGov financiering: centrale overheid
• •
Politieke verantwoordelijkheid
• •
Coördinatie nationaal eGov beleid
• •
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
7
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
Formele lokale eGov strategie
Bestaat uit het aanbieden van kaders en middelen via programmabureau’s. Deze kaders zijn niet verplicht, maar wel verbonden aan extra financiering. Gemeenten werden aangespoord tegen 2002 online te zijn.
BELEID
In februari 2003 gaven de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties groen licht voor het programma Elektronische gemeente (Egem). Het doel van dit programma is het ondersteunen van gemeenten bij de inzet van ICT om beter te kunnen presteren. Hiertoe worden diverse producten en diensten ontwikkeld, zoals standaarden, referentiemodellen en gemeenschappelijke diensten die aantoonbare baten opleveren voor gemeenten.
Mate van sturing: lokaal • niveau • eGov financiering: lokale overheid
8
FRONTOFFICE
eADMINISTRATIE
Portaalsite
Multi-channel benadering / geen-loket
gemeentelijke autonomie ondersteuning door programmabureaus, bijvoorbeeld Egem • sturing door extra financiering Centrale overheid voorziet in bepaalde budgetten wanneer lokale overheden door de centrale overheden ontwikkelde programma’s volgen één portaalsite (www.overheid.nl), waar zowel diensten als informatie wordt aangeboden. • indeling naar doelgroep: particulieren, ondernemers en organisaties, politici en ambtenaren, jongeren en gasten • 2de classificatie: overheidsloket (thematische classificatie), overheidsorganisaties, overheidsthema’s, officiële publicaties, wet- en regelgeving, meepraten, persberichten, werken bij de overheid, zo werkt de overheid. De focus ligt op het creëren van een online dienstverlening waarbij het medium internet een cruciale plaats inneemt. De pro-actieve overheid, ofwel het geenloket, is een begrip dat meer en meer aandacht krijgt, maar is in praktijk nog maar zelden uitgewerkt.
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
BACKOFFICE
eAMINISTRATIE
Uniek identificatienummer Authentificatie Digitale kluizen
eDEMOCRAtTIE
Aandacht voor eDemocratie
•
Ontwikkeling van een persoonsnummer, ook burgerservicenummer genoemd. • Gemeentelijke Basis Administratie Het invoeren van een elektronische identiteitskaart behoort tot de toekomstplannen. Er is een onderzoek gevoerd naar het gebruik van digitale kluizen, maar uit veiligheidsoverwegingen heeft men besloten het systeem niet in te voeren. • digitale debatten • XPIN (Epertise Bureau Innovatieve Beleidsvorming) • Studies over burgerparticipatie en institutionele innovatie • project Kiezen op Afstand • pilootprojecten i.v.m. eVoting op lokaal en provinciaal niveau
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
9
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
FRANKRIJK Formele informatiesamenleving strategie Formele nationale eGovernment strategie Expliciete aandacht voor digitale kloof
BELEID
Formele richtlijn elektronische dienstverlening Mate van sturing: centraal niveau
eGov financiering: centrale overheid Politieke verantwoordelijkheid Coördinatie nationaal eGov beleid
Formele lokale eGov strategie
10
PAGSI: Programme d’Action Gouvernmental pour la Société de l’Information. Rapport Carcenac; Pour une administration électronique citoyenne De angst voor een digitale kloof is zeer groot. Het streven naar een solidaire informatiemaatschappij, waarbij niemand uit de boot valt krijgt prioritaire aandacht. Sociale inclusie staat voorop. Men tracht de digitale kloven weg te werken door het medium te voorzien (extra toegangskanalen), de vaardigheden aan te leren (inschakeling onderwijs), en burgers vertrouwd te maken met het medium internet (internetfestival) Tegen 2000 dienden alle administraties toegang te voorzien voor overheidsdiensten en informatie (is gelukt). • Departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitwerking van PAGSI en PAMSI. Coördinatie door CISI • Opleiding en cultuur werden in het actieplan van 1998 naar voor geschoven als prioritaire beleidsdomeinen van eGovernment Operationele kosten uit de gewone begrotingen van de departementen • Eerste Minister • Planbureau • CISI: Comité Interministériel pour la Société de l’Information (overkoepelend) • Atica (l’Agence pour les Technologies de l’Information et de la Communication dans l’Administration) en DIRE (Délégation Interministérielle à la Réforme de l’Etat.) tot februari 2003 voor de elektronische administratie. • Met het Decret n° 2003-141 van 21 februari 2003 werd het Agence pour le développement de l’Administration Electronique (AAE) opgericht ter vervanging van ATICA en DIRE. Deze organisatie valt onder de Eerste Minister en de Minister van Modernisering en Hervorming. Lokale overheden bepalen zelf hun eGovernment beleid.
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
BELEID
Mate van sturing: lokaal niveau
eGov financiering: lokale overheid
FRONTOFFICE
Multi-channel benadering / geenloket
Uniek identificatienummer BACKOFFICE
eADMINISTRATIE
Portaalsite
Authentificatie
eDEMOCRATIE
Digitale kluizen Aandacht voor eDemocratie
Tot sinds kort was er een minder top-down gestuurde aanpak. Met de recente oprichting van het Agence pour le développement de l’Administration Electronique wordt verwacht dat de lokale overheden in de toekomst meer gestuurd zullen worden. Lokale overheden kunnen goedkope leningen aangaan bij de nationale overheid voor het installeren van breedband. De Franse portaalsite (www.service-public.fr) kent een duidelijke scheiding tussen bedrijven en burgers: • Burgers: een gemixte thematische aanpak met 23 thema’s (omgeving, verkiezingen, vakantie, justitie,...). • Bedrijven: online formulieren, online diensten, FAQ-afdeling, overheidsaankopen, collectieve overeenkomsten, nuttige adressen. Sinds de jaren 80 werkt men in Frankrijk met Minitel. Er gaat veel aandacht uit naar de overgang van Minitel naar internet. Beide media staan momenteel nog naast elkaar, maar op termijn wenst men het gebruik van Minitel af te bouwen. Er heerst een opvallend grote bekommernis voor privacy en veiligheid, waardoor het gebruik van een uniek identificatienummer en het onderling koppelen van bestanden worden belemmerd. Ook hier zetten de bekommernis voor privacy en veiligheid een rem op het ontwikkelen van een elektronische identiteitskaart. De gezondheidssector kent wel het gebruik van smart cards. Worden niet toegepast • Discussieforums • Grote transparantie van beleidsdocumenten • Online consultatie van burgers • eVoting is bij wet verboden. Hier dient eerst de wetgeving aangepast te worden, maar daar zijn weinigen voorstander van.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
11
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
CANADA Formele informatiesamenleving strategie Formele nationale eGovernment strategie Expliciete aandacht voor digitale kloof
BELEID
Formele richtlijn elektronische dienstverlening Mate van sturing: centraal niveau
eGov financiering: centrale overheid Politieke verantwoordelijkheid Coördinatie nationaal eGov beleid Formele lokale eGov strategie
Connecting Canadians • Government On-Line • Service Canada Veel aandacht voor digitale kloof. Er worden allerhande programma’s opgezet om risicogroepen toegang tot het net te geven: - SchoolNet - CANARIE - Community Acces Program - Computers for Schools - Multi-channel approach: de diensten worden niet enkel door middel van het internet, maar ook via klassieke kanalen verzorgd Oorspronkelijke strategie: tegen 2004 alle dienstverlening online, deze werd echter bijgesteld naar ‘meest belangrijke dienstverlening’ centraal De globale aansturing gebeurt door de Treasury Board, maar de departementen zijn verantwoordelijk voor de concrete implementatie van de departementale plannen. Door de centrale overheid worden zogenaamde ‘pathfinder’ projecten van de departementen gefinancierd Voorzitter van de Treasury Board Treasury Board Secretariat
Geen: initiatieven komen van de gemeenten zelf. Er is dan ook veel verschil tussen de gemeentelijke websites. Deze variëren van het verspreiden van statische informatie over transacties naar virtuele gemeenschappen. Mate van sturing: lokaal niveau Geen: gemeenten vallen onder de bevoegdheid van de provincies. eGov financiering: lokale Lokale overheden vallen onder de overheid bevoegdheid van de provincies: er is geen centrale financiering voorzien
12
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Uniek identificatienummer
Canada heeft een uitgebreide overheidsportaalsite (www.canada.gc.ca) opgesteld op een vraaggerichte wijze: • drie toegangswijzen: burgers, bedrijven, buitenlandse bezoekers • Cluster-indeling: life-events, thema’s, doelgroepen De frontoffice bestaat uit meerdere kanalen: • Federale portaalsite ‘canada.cg.ca’ • Service Acces Centres • Telefoon • Fax Social Insurance Number (SIN)
Authentificatie
•
Multi-channel benadering / geenloket
BACKOFFICE
eADMINISTRATIE
FRONTOFFICE
Portaalsite
Digitale kluizen
Secure Channel: zorgt voor de veiligheid van het netwerk (vb. inbraken worden opgespoord). Het Secure Channel bevat ook een Service Broker, deze vormt de middleware tussen de backoffice en de front-office. Deze zorgt dus voor de compatibiliteit van de verschillende departementen en agentschappen. Op termijn moet deze ook de interjurisdictionele dienstverlening mogelijk maken. • E-pass: door middel van deze elektronische identiteitskaart kunnen er transacties worden verricht op een veilige manier (voorlopig voor online adreswijzigingen bij de overheid) In Canada wordt er niet gewerkt met digitale kluizen waar burgers hun eigen informatie in beheren
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
13
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
eDEMOCRATIE
Aandacht voor eDemocratie
14
Geen echt uitgesproken aandacht. Wel enkele “experimenten”: • Culture Canada: in 2002 een digital commons • Consulting Canadias: toegangspoort tot consultatieinitiatieven van verschillende overheidsdepartementen Door private onderzoeksgroepen en universiteiten wordt het belang van eDemocratie wel benadrukt (Institute on Governance, Crossing Boundaries initiatief, ...) Er werden door de overheid zelf nog geen eVoting-initiatieven opgezet. Wel werden er op dit vlak particuliere initiatieven genomen (vb. door politici of politieke partijen).
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
FINLAND Formele informatie-samenleving strategie
BELEID
Formele nationale eGovernment strategie
Expliciete aandacht voor digitale kloof
Formele richtlijn elektronische dienstverlening Mate van sturing: centraal niveau eGov financiering: centrale overheid
•
Finland towards the information society – a national strategy (1994) • Quality of life, knowledge and competitiveness: premises and objectives for strategic development of the Finnish information society (1998) • Decision in principle (1998) • Finland as an information society (2000) Het Programme of the second government of prime minister Paavo Lipponen bevat een aantal doelstellingen op het vlak van eGovernment: • JUNA-project (elektronische dienstverlening) • JULHA (elektronische overheidsinformatie) Alhoewel Finland een zeer hoog penetratiegehalte heeft op het vlak van internet en mobiele telefonie worden er inspanningen gedaan naar: • installatie van gratis publieke terminals • acties naar specifieke doelgroepen Tegen 2001 moet een aanzienlijk deel van de overheidsdiensten online beschikbaar zijn Behoorlijke mate van centrale sturing: zo bevat het JUNA-project de verschillende overheidsniveaus en administraties De financiering van de projecten zou moeten gebeuren uit bestaande middelen. Wel is er een fonds voor projecten die samenwerking tussen verschillende overheden en sectoren vragen. Het ministerie van Financiën beslist over de toekenning van dit geld.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
15
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
Politieke verantwoordelijkheid
BELEID
Coördinatie nationaal eGov beleid
Formele lokale eGov strategie
Mate van sturing: lokaal niveau
16
FRONTOFFICE
eADMINISTRATIE
eGov financiering: lokale overheid Portaalsite
Ministerie van Financiën (eAdministratie) Ministerie van Transport en Communicatie (eCommerce) Ministerie van Binnenlandse Zaken (eSociety) JUHTA (Ministerie van Financiën) Public Administration Development Unit (Ministerie van Binnenlandse Zaken) ISAB: adviesraad VATI en VALTIPA: coördinatieplatformen De Association of Finnish Local and Regional Authorities publiceerde verschillende strategische documenten voor het lokale eGovernment. Vb. ‘Local eGovernment 2002’ Er is een behoorlijk centralisme in Finland. Op het vlak van eGovernment worden de lokale overheden dan ook door het JUHTA aangestuurd. In het JUHTA zetelen ook deelnemers uit de lokale overheden. Ook vindt er coördinatie en samenwerking plaats in de Association of Finnish Local and Regional Authorities. Zie boven Finland heeft een centraal overheidsportaal, aangevuld met twee andere websites: • www.suomi.fi: Officiële portaalsite met overheidsinformatie en dienstverlening (thematisch geordend) en gestandaardiseerde elektronische overheidsformulieren. site met • www.julha.fi: contactinformatie voor overheidsorganisaties en – personeel. • virtual.finland.fi : Engelstalige site met een ruim aanbond van informatie over Finland
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
• •
Uniek identificatienummer
•
BACKOFFICE
eADMINISTRATIE
FRONTOFFICE
Multi-channel benadering / geen-loket
Authentificatie
Digitale kluizen
eDEMOCRATIE
Aandacht voor eDemocratie
Portaalsite: www.suomi.fi Joint service points : samenwerking tussen verschillende administraties om op een one-stop-shop basis diensten te verlenen
Sinds begin 2001 bezitten ondernemingen een uniek nummer dat binnen de overheid kan worden gebruikt • Ook voor burgers is er een uniek e-nummer dat zich op de elektronische identiteitskaart bevindt Elektronische identiteitskaart FINEID (Finnish Electronic ID) Het bevolkingsregister treedt op als trusted third party in de PKI en reikt de elektronische identiteitskaarten uit Geen Verschillende projecten trachten het democratische gehalte te verhogen: - Participation project: verhogen transparantie en inspraak - New information technology and citizens’ ability to influence decision making: opvolger van het participation project: tracht door middel van digitaal discussieforum inspraak te verhogen
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
17
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
DUITSLAND Formele informatiesamenleving strategie
Formele nationale eGovernment strategie Expliciete aandacht voor digitale kloof
BELEID
Formele richtlijn elektronische dienstverlening Mate van sturing: centraal niveau eGov financiering: centrale overheid
Politieke verantwoordelijkheid Coördinatie nationaal eGov beleid Formele lokale eGov strategie Mate van sturing: lokaal niveau
eGov financiering: lokale overheid
18
•
Germany’s Way into the Information Society (1996) • Innovation and Jobs in the Information Society of the 21st Century (1999) BundOnline 2005 (2000) Actief beleid voor het verhogen van het aantal internetgebruikers: • Vb. informatiecampagne • Vb. voorzien van computers voor scholen • Actieprogramma ‘internet für Alle’ met de ondersteuning van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid Tegen 2005 355 publieke diensten online. Vanuit het federale niveau is er vrij weinig sturing. De verschillende Länder zijn vrij autonoom in het bepalen van hun eGovstrategiën. De financiering (€ 1,65 miljard van 20022005) wordt door verschillende ministeries verzorgd (voor ¾ door het ministerie van Financiën, ministerie voor Wetenschap en Technologie, ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie voor Transport, het Federaal Instituut voor Tewerkstelling en het Federaal Verzekeringsinstituut voor Werknemenden) Minister van Binnenlandse Zaken Het BundOnline programma wordt gecoördineerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken De lokale besturen zijn autonoom in hun beslissingen omtrent eGovernment. Er wordt door het ministerie van Wetenschap en Technologie een wedstrijd MEDIA@Komm opgezet waarbij concurrentie tussen lokale overheden wordt bevorderd op vlak van eGovernment projecten. De verschillende Länder hebben hun eigen financiering.
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
FRONTOFFICE BACKOFFICE
eADMINISTRATIIE
Portaalsite
Multi-channel benadering / geen-loket Uniek identificatienummer
Geen
Authentificatie
Wet op de elektronische handtekening: art. 3 van de Informations- und Kommunikationsdienstegesetz. Geen
Digitale kluizen
Aandacht voor eDemocratie eDEMOCRATIE
Duitsland gaat volledig voor een thematische aanpak op zijn portaalsite (www.bund.de). Er zijn 19 thema’s op de homepage, die een mix vormen van thema’s en life-events: • Thema’s: natuur, wetenschap, Duitsland in de wereld, cultuur en sport... Life-events: bouwen, familie en relatie, kinderen, ... One-stop-shop: Bürgerambt/Bürgerbüro: verzameling van administratieve diensten die bij elkaar horen.
eDemocratie is in Duitsland een heikel punt: men voert er niet zo graag de directe democratie in. Er wordt dan ook wat angstvallig gekeken naar eDemocratieinitiatieven.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
19
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
IERLAND Formele informatiesamenleving strategie Formele nationale eGovernment strategie Expliciete aandacht voor digitale kloof
BELEID
Formele richtlijn eGovernment dienstverlening Mate van sturing: centraal niveau
eGov financiering: centrale overheid Politieke verantwoordelijkheid
20
Een jaarlijks Action Plan for the Information Society. Het meest recente plan is het New Connections plan. eGovernment beleid wordt behandeld in het New Connections Action Plan. De strategie voor elektronische dienstverlening is het ‘ePublic Services Model’. • Vooral aandacht voor toegang tot het internet en de kostprijs hiervan. • De inrichting en lay-out van de officiële overheidssites wordt bewust zo simpel mogelijk gehouden. Sommige, vooral juridische overheidsteksten, worden ook voor de burger samengevat in een simpel taalgebruik. Alle geïntegreerde dienstverlening, met uitzondering van de meest complexe, elektronisch beschikbaar tegen het einde van 2001 • De departementen stellen verplicht een eStrategy Document op waarin ze hun departementale strategie formuleren in lijn van de nationale strategie • Information Society Structures: deze formele ontmoetingsmomenten zorgen voor interdepartementale coördinatie op administratief en politiek niveau • De centrale overheid tracht decentrale ontwikkelingen te stimuleren d.m.v. het Information Society Fund • Het departement financiën beheert het Information Society Fund Het Information Society Fund (2000-2002) stimuleert de implementatie van het actieplan en promoot projecten die decentraal geïnitieerd worden. • Eerste minister (An Taoiseach, Berty Ahern) • Minister for the Information Society (Mary Hanafin)
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
FRONTOFFICE
eADMINISTRATIE
BELEID
Coördinatie nationaal eGov beleid
•
Information Society Policy Unit: monitoring en coördinatie van het actieplan • Centre for Management and Organisational Development: technische en financiële aspecten • Reach agentschap: implementatie van geïntegreerde dienstverlening en ontwikkeling van eGovernment framework Formele lokale eGov • Het ePublic Services model is een strategie globaal concept waarin ook het lokale eGovernment een plaats heeft • Een werkwijze met generische modeloverheidsformulieren, en het gebruik van de Public Service Broker, zorgen voor schaalvoordelen op lokaal niveau Mate van sturing: lokaal De lokale overheden waren niet verplicht niveau om mee te stappen in de nationale strategie, maar het facilitair beleid van de nationale overheid was aantrekkelijk genoeg om de meeste lokale overheden over de streep te trekken. eGov financiering: lokale • Financiering van enkele pilootprojecten overheid in daarvoor uitgekozen gemeenten • Er worden wedstrijden uitgeschreven (vb voor het beste intranet) met hieraan verbonden financiering voor het beste projectvoorstel Portaalsite Ierland heeft geen portaalsite, maar gebruikt één site voor algemene informatie, en twee sites voor dienstverlening: • www.irlgov.ie: Informatie over de Ierse staat • www.oasis.gov.ie: dienstverlening en informatie voor burgers, thematisch gestructureerd (de meeste thema’s zijn life-events). • www.basis.ie: voor bedrijven. Deze site bevat een download bank voor formulieren, een rubriek doing business online en een service locator section.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
21
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
FRONTOFFICE BACKOFFICE
eADMINISTRATIE
Multi-channel benadering / geen-loket
•
eDEMOCRATIE
Enkele zeer innovatieve voorbeelden van ‘geen-loket’ toepassingen, vb de registratie van pasgeborenen en de koppeling aan de kinderbijslag. De ‘klassieke’ multi-channel benadering met digitale tv, telefoon, kiosken en pc’s
Uniek identificatienummer
Het Personal Public Service Number voor burgers
Authentificatie
Nog geen uitrol van smart cards voor burgers. De authentificatie bij ROS, de Ierse belastingsapplicatie, verloopt aan de hand van een mix van briefwisseling, paswoorden, en digitale certificaten. Ja, maakt deel uit van de Public Service Broker. Burgers beheren zelf een digitale kluis en bepalen welke informatie deze bevat • Geen formeel eDemocratie beleid. • Het parlement heeft wel een eDemocracy Unit en een zeer goede parlementaire website. • Weinig pubieke consultatie online
Digitale kluizen
Aandacht voor eDemocratie
22
•
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
VERENIGD KONINKRIJK Formele informatiesamenleving strategie Formele nationale eGovernment strategie Expliciete aandacht voor digitale kloof
Formele richtlijn elektronische dienstverlening
BELEID
Mate van sturing: centraal niveau
eGov financiering: centrale overheid
Politieke verantwoordelijkheid
Information Age Government UK Online Strategy. Deze wordt geconcretiseerd in het UK Online Action Plan dat jaarlijks uiteengezet wordt in het UK Online annual report. • Belofte van ‘universal internet access’ op hoogste politiek niveau • Veel aandacht voor de telefoon als kanaal voor eGovernment omdat dit een gekend middel is UK online centers: fysieke one-stopshops met begeleiding voor burgers • 100% online dienstverlening tegen 2005 • universele internet toegang tegen 2005 • 90% lage-volume overheidsaankopen elektronisch tegen 2005 • De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor hun IT-beleid en voor de implementatie van de nationale eGov strategie • Verplichting opstellen van departementale eBusiness Strategy Documents, waarin de nationale eGov strategie op departmentaal niveau ‘vertaald’ wordt • Departementen onderhandelen strategie en financiële ruimte met centrale overheid, binnen de centraal opgelegde richtlijnen voor elektronische dienstverlening • Departementen rapporteren regelmatig aan het Office of the e-Envoy over de voortgang ivm de 100% online dienstverleningsrichtlijn • £1 Miljard begrotingsgeld voor eGovernment in de periode 2001-2004 • additionele fondsen om het Information Society beleid te implementeren: Invest to Save budget, Capital Modernisation Fund. Overheidsorganisaties kunnen op projectbasis aanspraak maken op deze fondsen • Prime minister (Tony Blair) • eMinister (Patricia Hewitt)
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
23
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
Coördinatie nationaal eGov beleid
BELEID
Formele lokale eGov strategie
Mate van sturing: lokaal niveau
•
Office of the eEnvoy. Gesitueerd binnen het Cabinet Office. Zijn taken omvatten: het monitoren van eGov implementatie van de nationale departementen, het beoordelen van de departementale eGov strategieen, en het coordineren van sleutelprojecten • Central IT Unit. Gesitueerd binnen het Cabinet Office. Ontwikkelt Framework Policy Documents en nationale standaarden en richtlijnen • Information Age Government Champions. 36 hoge ambtenaren en lokale ambtenaren die het eGov in hun dienst of organisatie stimuleren eGov@local. Top-down beleid waarbij de centrale overheid de voor de lokale besturen prioritaire beleidsdomeinen voor eGov aangeeft. Verbonden met extra financiering. • Formele nationale strategie voor lokaal eGovernment met bijbehorende website (www.localegov.gov.uk). • Opstellen Implementing Electronic Government Statements in ruil voor startgeld • Pathfinder programma: strategie van pilootprojecten op lokaal niveau om ervaring op te doen en kennis te delen • Lokale overheden rapporteren over de voortgang ivm 100% richtlijn •
• •
24
Verplichting opstellen Implementing Electronic Government Statements. Dit zijn documenten waarin lokale overheden hun eGov strategie expliciteren en in lijn brengen met de nationale strategie. centraal opgelegde richtlijn voor elektronische dienstverlening + verplichte voortgangsrapportering Er kan onderhandeld worden met het bevoegde departement voor extra directe steun in het kader van de Public Service Agreements, waarin lokale besturen hun ambities inzake eGov kunnen concretiseren.
Spoor eGovernment
FRONTOFFICE eDEMOCRATIE
BACKOFFICE
eADMINISTRATIE
BELEID
Internationale trends op het vlak van eGovernment
eGov financiering: lokale Centrale overheid voorziet £350 miljoen overheid (van het miljard hierboven) voor lokaal eGov. In ruil voor het opstellen van een lokale eGov strategie (de IEG statements) krijgt iedere gemeente een forfaitair investeringsbedrag (£200 000). Bijkomende financiering mogelijk in ruil voor bijkomende inspanningen. Portaalsite Het Verenigd Koninkrijk gebruikt de portaalsite (www.ukonline.uk) voor informatie en diensten. De site is als volgt opgesteld: • Citizen space: hier kan de burger deelnemen aan consultaties • Your life: Indeling van informatie en diensten volgens life-events • Do it Online: een thematische indeling van informatie en diensten • Newsroom: nieuwsberichten • Quick Fink: drie zoekmachines Multi-channel • Formalisatie van het beleid: voor elk benadering / geen-loket toegangskanaal is er een Framework Policy Document opgesteld. • Aangezien digitale tv reeds ingeburgerd is in het Verenigd Koninkrijk wordt dit als toegangskanaal serieus genomen • De dienstverlening via de telefoon wordt meegeteld bij de 100% online richtlijn Uniek • geen uniek identificatienummer identificatienummer • reden: geen basisregisters beschikbaar om identificatienummers op te baseren Authentificatie • De Government Gateway als dienstverleningsarchitectuur • Authentificatie in PKI omgeving dmv digitale certificaten • Aanvragen van certificaten bij certificatieautoriteiten Digitale kluizen Niet van toepassing Aandacht voor • Formeel eDemocratiebeleid: Het eDemocratie consultatiedocument ‘In the service of Democracy’ was eerste stap • Overheidswebsite: http://www.edemocracy.gov.uk/ • Citizen Space: procedure van consultatiedocumenten op portaalsite • eVoting: experimenten bij lokale verkiezingen
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
25
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Internationale trends: thematische bespreking BELEID eGovernment in een informatiesamenleving
In alle onderzochte landen onderscheiden we twee soorten beleid die onafscheidelijk zijn. Naast het formele eGovernment beleid, is er steeds een complementair formeel eSociety beleid ontwikkeld. Waar eGovernment doorgaans gedefinieerd wordt als online dienstverlening, is het eSociety beleid eerder gericht op een sociaal inclusief beleid, gericht op ICT-vaardigheden en -infrastructuur, met de intentie de kenniseconomie te stimuleren en de digitale kloof te verkleinen en zelfs te voorkomen. Met dit beleid willen landen zich voorbereiden op de komst van de informatiesamenleving. Hiervoor dienen burgers eerst toegang te hebben tot ICT en internet. Een ICT-infrastructuur beleid is hier van primair belang. Dit beleid is gericht op aspecten als breedband toegang, samenwerking met private sector, internettarieven, hardware. Naast aandacht voor de infrastructuur dienen ook de nodige vaardigheden ontwikkeld te worden. Zonder een ICT-geletterde bevolking is de informatiesamenleving ten dode opgeschreven. De rode draad die doorheen de verschillende landen kan getrokken worden op dit gebied is het inbedden van opleidingen binnen een levenslang leren filosofie. Hierbij trachten overheden de bevolking er toe aan te zetten om hun kennis continu te upgraden. Hefbomen bij het vorm geven van eGovernment
eGovernment dient volledig uit de grond gestampt te worden. Het luidt een nieuwe manier van werken in waarbij het grote succes schuilt in een algemene toepassing ervan. Als enkele diensten beslissen om aan de kant te blijven staan en te blijven werken zoals voorheen, heeft dat implicaties voor het welslagen van het algemene eGovernment. Iedereen dient bijgevolg aangezet en gestimuleerd te worden om te werken aan de ontwikkeling en implementatie van eGovernment. In de verschillende landen onderscheiden we drie aspecten die hiervoor als hefboom fungeren. Een eerste opvallende hefboom is het opstellen van een formele richtlijn voor een elektronische dienstverlening. Om deze richtlijnen te kunnen behalen, dienen alle administraties mee te werken en hun inzet te verlenen. We zetten de richtlijnen hier nog eens op een rij: Tabel 1 Formele richtlijnen voor elektronische dienstverlening Canada Finland Frankrijk Duitsland Ierland Nederland Verenigd Koninkrijk
Alle diensten van de overheid online tegen 2004 (reeds bijgesteld tot de meest belangrijke dienstverlening online tegen 2004). Een aanzienlijk deel van de overheidsdiensten online beschikbaar tegen 2001 Alle administraties dienen overheidsdiensten en documenten publiek toegankelijk te maken tegen eind 2000. 355 publieke diensten online tegen 2005. Alle geïntegreerde dienstverlening, met uitzondering van de meest complexe, elektronisch beschikbaar tegen het einde van 2001. 25% van de publieke dienstverlening elektronisch tegen 2002 100% van de publieke dienstverlening elektronisch tegen 2005
Een tweede hefboom is de mate van sturing op centraal niveau. Op welke wijze tracht men de formele eGovernment documenten om te zetten van theorie naar
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
27
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
praktijk? Bij de meerderheid van de landen zijn de departementen zelf verantwoordelijk voor hun IT-beleid en de implementatie van de nationale eGovernment strategie. Vaak worden ze hierbij verplicht documenten op te stellen waarbij ze de nationale strategie dienen te vertalen naar hun eigen departementale niveau. In Frankrijk bijvoorbeeld noemen deze documenten PAMSI (Programme d’Action Ministériel pour la Société de l’Information), in het Verenigd Koninkrijk spreekt men van eBusiness Strategy Documents, en Ierland heeft het over eStrategy documents. Daarnaast zijn er organen opgesteld die instaan voor een interdepartementale coördinatie. Finland en Duitsland vormen hier als enige een uitzondering. In Finland heerst een sterke centrale sturing. Zo bevat het JUNA-project (voor het ontwikkelen van een elektronische dienstverlening) de verschillende overheidsniveaus en administraties. In het federale Duitsland geldt het omgekeerde. Hier kennen de Länder een vrij grote mate van autonomie voor het bepalen van hun eGovernment plannen. Als derde, belangrijke hefboom herkennen we de financiering van eGovernment. Het inventief inzetten van overheidsfinanciering lijkt het aangewezen instrument om de ingrijpende veranderingen in gang te zetten en verkokering van overheidsdepartementen tegen te gaan. Hoewel de operationele informatisering van de overheidsdepartementen in alle onderzochte landen uit de normale departementale budgetten gefinancierd dient te worden, valt het op dat verschillende landen een extra financieringshefboom inzetten om specifieke eGovernment projecten te stimuleren. In het Verenigd Koninkrijk werd ter ondersteuning van het eGovernment actieplan voor de periode 2001-2004 een extra budget van 1 miljard pond vrijgemaakt. De overheidsdepartementen kunnen op dit budget aanspraak maken wanneer zij op bilaterale basis met het departement van financiën en het Cabinet Office over hun eGovernment strategie onderhandelen. Naast dit budget zijn er nog verschillende fondsen –zoals het Capital Modernisation Fund en het Invest to Save Budget– in het kader van overheidsmodernisering waarmee innovatieve eGovernment projecten ondersteund kunnen worden. Het betreffen hier steeds ‘zwevende’ budgetten die niet op voorhand aan een bepaald departement zijn toegekend, maar enkel uitgekeerd worden wanneer aan bepaalde criteria, zoals samenwerking tussen verschillende overheidsdiensten, is voldaan. Op die manier ondersteunen ze de vraaggerichte logica van geïntegreerde dienstverlening en kunnen ze een hefboom zijn voor structurele veranderingen. Ook Ierland kent een soortgelijk ‘zwevend’ budget ter ondersteuning van het eGovernment actieplan: het Information Society Fund. Het ministerie van Financiën beheert het budget, stelt de criteria op en toetst waaraan voorgestelde projecten dienen te voldoen. Een nadere blik op die criteria maakt duidelijk dat het fonds vooral opgezet is om interdepartementale samenwerking tot stand te brengen en om decentraal ontwikkelde initiatieven te stimuleren. Voor de periode 2000-2002 bedroeg het ISF 154 miljoen Euro. De onderhandelingen over een volgende periode zijn lopende, maar voor 2003 is reeds 43 miljoen Euro opzij gezet. De bestaande budgetten financieren de pure operationele informatiseringsprojecten. Hetzelfde scenario geldt voor Finland en Frankrijk, waar er eveneens een speciaal fonds bestaat dat samenwerking tussen overheden en sectoren stimuleert. Het ministerie van Financiën staat in voor het beheer van het speciaal fonds, en de normale overheidsbudgetten bekostigen de gewone informatiseringskosten. In Nederland geldt een zelfde tweesporenbeleid voor operationele informatiseringskosten en eGovernment projecten. Het fonds ter ondersteuning van het actieprogramma bedraagt zo’n 35 miljoen Euro per jaar.
28
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Organisatorisch inbedding van eGovernment
Het engagement tot een snelle implementatie van elektronische dienstverlening komt vaak van de politieke top, zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Duitsland, waar het Tony Blair, Berthy Ahern en Gerhard Schröder zelf zijn die garant staan voor het behalen van de eerder vermelde richtlijnen. Ook in de andere onderzochte landen valt de politieke verantwoordelijkheid voor eGovernment op hoog niveau te situeren. Deze politiek verantwoordelijken leggen de verantwoordelijkheid voor de administratieve implementatie van het nationale actieplan en de realisatie van de beloftes typisch bij een administratief ‘team’, al dan niet met een soort ‘Mr. eGovernment’ aan het hoofd ervan. Het schoolvoorbeeld hiervan is het Verenigd Koninkrijk, waar het Office of the eEnvoy geleid wordt door de eEnvoy Andrew Pinter, die eGovernment in het Verenigd Koninkrijk een gezicht geeft. In Nederland werd de implementatie van het nationaal beleid toevertrouwd aan een nieuw opgerichte projectorganisatie ICTU, die het eGovernment beleid in concrete projecten omzet. Het gezicht van het Nederlandse eGovernment was tot voor kort Roger van Boxtel, geen ambtenaar dit keer maar een minister die er deze bevoegdheid bij kreeg. Deze post is intussen om budgettaire redenen weer afgeschaft. In Finland is het de informatieambtenaar en zijn ploeg die voor de coördinatie zorgen, in Duitsland werd de Bundonline 2005 project group opgericht, in Ierland de Information Society Policy Unit, in Frankrijk het Comité Interministériel pour la Société de l’information, en in Canada het Treasury Board Information Managemant Sub-Committee. Deze laatste vijf landen kozen niet expliciet voor de belichaming van de eGovernment strategie door één bepaalde ambtenaar of politicus. De hierboven vermelde coördinerende organisaties zorgen in de eerste plaats voor de implementatie van de nationale eGovernment strategie door de centrale overheidsdepartementen, zoals eerder vermeld in deze tekst. Lokaal eGovernment
Hier gaan we in op de formele lokale strategie. In verschillende van de onderzochte landen stuit de centrale overheid op het principe van de gemeentelijke autonomie. Bijgevolg kunnen ze niet zomaar opleggen wat ze willen. Gemeenten beslissen in laatste instantie zelf op welke wijze ze eGovernment vorm zullen geven. Ze bepalen zelf hun eGovernment beleid. De enige uitzondering hier is Finland. Finland is een eenheidsstaat met verregaande participatie van de nationale, centrale overheid in het beleid op het lokale niveau. De rol van de gemeenten is eerder beperkt, gezien lokale overheidskantoren diensten aanbieden die in andere EU-landen uitgaan van de gemeenten. Het zijn de strategische documenten van de Association of the Finnish Local and Regional Authorities die de weg vastleggen die eGovernment in lokale en regionale besturen moet afleggen om volwaardige elektronische dienstverlening te realiseren. Dit impliceert echter niet dat in de andere landen de centrale overheid geen enkele sturingsimpact heeft op het lokale eGovernment. Verschillende hefbomen zien we ook hier tevoorschijn komen met als doel het lokale eGovernment in een gewenste richting te leiden. In verschillende landen heeft de centrale overheid initiatieven, kaders, programma’s en adviezen ontwikkeld ter ondersteuning van de lokale overheden. Gezien ze deze zaken niet kunnen opleggen door de gemeentelijke autonomie, dienen ze andere stimuli te vinden waardoor ze gemeenten er toe kunnen aanzetten de aangeboden wegen te volgen. De meest voorkomende stimulans is de koppeling met financiële middelen. Zo loopt bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
29
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
het initiatief eGov@local. Dit bestaat uit een formele strategie voor het eGovernment op lokaal niveau, een strategie die een raamwerk aanbiedt aan lokale besturen en die tevens prioritair te ontwikkelen beleidsdomeinen aangeeft. Deze prioritaire domeinen worden verbonden met extra financiering. Een derde van het totale extra budget van één miljard pond wordt aangewend op lokaal niveau. In ruil voor het zich aligneren met de nationale eGovernment strategie kunnen lokale besturen hierop beroep doen. In Nederland zien we dat op een zelfde manier een deel van het nationale budget gereserveerd wordt voor het stimuleren van lokale initiatieven. Zo reikt de Nederlandse overheid theoretische kaders aan voor het ontwikkelen van één-loketten. Door deze te verbinden met subsidies worden de aangeboden kaders meer en meer opgevolgd. Het dient gezegd dat de meeste lokale overheden vaak overtuigd zijn van het nut hiervan, aangezien de aangeboden oplossingen voor de nodige schaalvoordelen kunnen zorgen. In Ierland verloopt de nationale sturing volgens hetzelfde stramien. Maar waar in Nederland de aangeboden weg van de nationale overheid nog niet massaal opgevolgd wordt, is dit in Ierland wel het geval. Duitsland en Canada nemen door hun federale structuur een bijzondere positie in inzake financiering en sturing. De Länder in Duitsland en de provincies in Canada staan zelf in voor het ontwikkelen en invullen van eGovernment in de gebieden waarvoor ze bevoegd zijn. De lokale overheden vallen onder de bevoegdheid van de regio’s. Er is geen centrale financiering voorzien voor initiatieven van zowel regionale als lokale overheden. In beide landen zijn de lokale overheden vrij bij het nemen van initiatieven inzake eGovernment. Bijgevolg zijn er grote verschillen tussen de verschillende gemeentes. In Duitsland probeert de centrale overheid via de wedstrijd MEDIA@komm het initiatief bij lokale en deelstaatbesturen te stimuleren.
E-ADMINISTRATIE: FRONT-OFFICE Nationale portaalsites
Het ontwikkelen van een nationale portaalsite behoort tot de topprioriteiten op frontoffice gebied. Deze websites bieden hoofdzakelijk online overheidsinformatie en (de belofte van) online dienstverlening. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de huidige lay-out van de homepages van nationale portaalsites.
30
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Tabel 2 Front-office Nederland
Verenigd Koninkrijk
Duitsland
Frankrijk
Ierland
Finland
Canada
Nederland gebruikt één portaalsite (www.overheid.nl), waar zowel diensten als informatie wordt aangeboden. Indeling naar doelgroep: particulieren, ondernemers en organisaties, politici en ambtenaren, jongeren en gasten 2de classificatie: overheidsloket (thematische classificatie), overheidsorganisaties, overheidsthema’s, officiële publicaties, wet- en regelgeving, meepraten, persberichten, werken bij de overheid, zo werkt de overheid. Het Verenigd Koninkrijk gebruikt de portaalsite (www.ukonline.uk) voor informatie en diensten. De site is als volgt opgesteld: Citizen space: hier kan de burger deelnemen aan consultaties Your life: Indeling van informatie en diensten volgens life-events Do it Online: een thematische indeling van informatie en diensten Newsroom: nieuwsberichten Quick Fink: drie zoekmachines Duitsland gaat volledig voor een thematische aanpak op zijn portaalsite (www.bund.de). Er zijn 19 thema’s op de homepage, die een mix vormen van thema’s en life-events: Thema’s: natuur, wetenschap, Duitsland in de wereld, cultuur en sport... Life-events: bouwen, familie en relatie, kinderen, ... De Franse portaalsite (www.service-public.fr) kent een duidelijke scheiding tussen bedrijven en burgers: Burgers: een gemixte thematische aanpak met 23 thema’s (omgeving, verkiezingen, vakantie, justitie,...). Bedrijven: online formulieren, online diensten, FAQ-afdeling, overheidsaankopen, collectieve overeenkomsten, nuttige adressen. Ierland heeft geen portaalsite, maar gebruikt één site voor algemene informatie, en twee sites voor dienstverlening: www.irlgov.ie: Informatie over de Ierse staat www.oasis.gov.ie: dienstverlening en informatie voor burgers, thematisch gestructureerd (de meeste thema’s zijn life-events). www.basis.ie: voor bedrijven. Deze site bevat een download bank voor formulieren, een rubriek doing business online en een service locator section. Finland heeft een centraal overheidsportaal, aangevuld met twee andere websites: www.suomi.fi: Officiële portaalsite met overheidsinformatie en dienstverlening (thematisch geordend) en gestandaardiseerde elektronische overheidsformulieren. www.julha.fi: site met contactinformatie voor overheidsorganisaties en – personeel. virtual.finland.fi : Engelstalige site met een ruim aanbond van informatie over Finland Canada heeft een uitgebreide overheidsportaalsite (www.canada.gc.ca) opgesteld op een vraaggerichte wijzen: drie toegangswijze: burgers, bedrijven, buitenlandse bezoekers Cluster-indeling: life-events, thema’s, doelgroepen
De inhoud van nationale overheids portaalsites bestaat voor het merendeel uit thematisch georganiseerde informatie. Alle sites wensen na verloop van tijd een elektronische dienstverlening aan te bieden. Dit wordt nu al in beperkte mate gedaan, maar de meeste dienstverleningsapplicaties zijn afhankelijk van een unieke online authentificatie van burgers. Zolang dit ontbreekt blijven de meeste applicaties in de fase van de interactie hangen, en gaan niet over tot de transactie/ transformatie fase, of blijven op die beleidsdomeinen focussen waarbij een absolute authentificatie niet vereist is.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
31
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
Multi-channel benadering
De focus ligt in het merendeel van de landen op het creëren van een online dienstverlening waarbij het medium internet een cruciale plaats inneemt. Toch heeft men in de meeste landen begrepen dat het eenzijdig gebruik van internet het gevaar van de digitale kloof vergroot. Om hieraan een oplossing te kunnen bieden is het aantal toegangskanalen uitgebreid naar andere media. In het Verenigd Koninkrijk gaat de aandacht uit naar de kansen die digitale televisie biedt. Daarnaast telt men de dienstverlening via telefoon mee voor het behalen van de 100% online richtlijn. Ook Canada en Ierland zijn voorstanders van een klassieke multi-channel benadering gebruik makend van internet, digitale televisie, fax, telefoon (call-centers) en kiosken. Frankrijk heeft als enige nog een extra kanaal, namelijk minitel. Momenteel lopen beide systemen, minitel en internet, parallel naast elkaar in een overgangsfase. Op termijn wenst men het gebruik van minitel af te bouwen.
E-ADMINISTRATIE: BACK-OFFICE Identificatie in de back-office en het gebruik van digitale kluizen
Unieke identificatie is een noodzakelijke voorwaarde voor een back-office integratie. Een volledig geïntegreerde dienstverlening vraagt om een intense koppeling van overheidsinformatie tussen verschillende overheidsdiensten, gebruik makend van een gemeenschappelijke noemer voor het identificeren van objecten. Verschillende landen hebben hier reeds oplossingen voor. Canada gebruikt het Social Insurance Number als unieke identificator. Ierland kent een Personal Public Service Number voor personen en een Business Service Number voor bedrijven, en ook in Nederland is men bezig met de ontwikkeling van een burgerservicenummer. Finland beschikt over een zeer goed bevolkingsregister en gebruikt een uit de sociale zekerheid afkomstig nummer als unieke identificator. Het Verenigd Koninkrijk is hier het buitenbeentje. In tegenstelling tot de meeste landen beschikt men in het Verenigd Koninkrijk niet over een centraal bevolkingsregister. Er zijn wel verschillende onvolledige en overlappende registers, maar er is geen gerationaliseerd register dat het mogelijk zou maken om aan elke persoon een unieke identificator toe te kennen. Dit wordt door de eEnvoy dan ook als de grootste belemmering voor het eGovernment gezien. Een volgend mogelijk probleem in de back-office is het bevatten van tegenstrijdige informatie over een zelfde persoon of bedrijf door verschillende databanken. Om de rationalisatie van deze informatie mogelijk te maken, kiezen de meeste landen voor het ‘principe van de authentieke bron’ bij het opslaan en uitwisselen van informatie. Hierbij wordt één organisatie aangewezen als authentieke bron voor een bepaald soort informatie over een subject. Wanneer andere organisaties deze informatie nodig hebben, dienen ze die te halen bij de verantwoordelijke organisatie en niet rechtstreeks bij de burger. Een voorbeeld van een authentieke bron is bijvoorbeeld een basisregister voor burgers of bedrijven. Nederland werkt reeds met een systeem van authentieke registers, en het Verenigd Koninkrijk zal het authentieke bron principe invoeren wanneer de problematiek van unieke identificatoren opgelost is door het installeren van een basisregister. De pro-actieve aanpak van Finland vereist vanzelfsprekend ook de optie voor het principe van de authentieke bron. Sommige landen kiezen echter voor een speciaal geval van het principe van de authentieke bron, namelijk de digitale kluis. Het eerste verschil met de hierboven besproken methode is dat de burger zelf zijn authentieke bron is, en niet een of andere overheidsorganisatie. Het tweede belangrijke verschil met de decentrale methode is dat er in een digitale
32
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
kluis verschillende soorten gegevens over een zelfde subject liggen opgeslagen en er geen koppelingen tussen verschillende bestanden nodig zijn om een bepaalde mix van informatie aan te leveren. Ierland heeft als enige het concept van de digitale kluis een duidelijke plaats gegeven in de ontwikkeling van de Public Services Broker en vormt daarmee de uitzondering op de regel. De meeste landen kiezen voor decentrale gegevensopslag bij authentieke bronnen en voor functionele koppelingen van gegevens. Authentificatie van de eindgebruikers
Op welke wijze kan een burger zich virtueel -van achter een pc- authentificeren wanneer hij transacties wil verrichten met de overheid? De technologische oplossing voor deze problematiek waar alle landen naar lijken te streven is een volledig uitgebouwde Public Key Infrastructure (PKI) met bijbehorende digitale certificaten en/of een elektronische identiteitskaart. Alle onderzochte landen blijken reeds over een PKI voor elektronische transacties te beschikken en blijven die verder uitbouwen. Ook hebben ze allen reeds wetgeving goedgekeurd (of staan op het punt dat te doen) die het gebruik van digitale certificaten regelen en de elektronische handtekening rechtsbasis moet geven. Over de noodzaak van een elektronische identiteitskaart lopen de meningen uiteen. De grootste tegenstanders bevinden zich in de Angelsaksische landen. Hier is de bevolking niet opgezet met het idee van een identiteitskaart, en zeker niet met big-brotherachtige toestanden. In het Verenigd Koninkrijk verloopt de authentificatie voor elektronische dienstverlening bijgevolg met digitale certificaten en zelfs met simpele paswoorden en logins. De Ierse overheid zou graag een grote verspreiding zien van haar Public Services Card. Ze benadrukt echter dat het geen elektronische identiteitskaart is maar enkel een gemakkelijke tool voor elektronische dienstverlening, naar analogie met bankkaarten. Nederland werkt volop aan de ontwikkeling van een elektronische identiteitskaart. In Canada en Finland is dit reeds een feit. In Canada gaat het over de ePass, aan te vragen op vrijwillige basis, waarvan het gebruik voorlopig nog beperkt is. In Finland kan momenteel reeds, opnieuw op vrijwillige basis, een volwaardige elektronische identiteitskaart aangevraagd worden. Enkel Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk lijken niet te kiezen voor de introductie van een elektronische identiteitskaart. Wel is het zo dat Frankrijk een wijde verspreiding kent van allerlei functionele smart cards in de gezondheidssector. Ook Finland kent verschillende functionele smart cards, naast de elektronische identiteitskaart. Geen van de onderzochte landen blijkt dus momenteel reeds een volledige verspreiding van multifunctionele elektronische identiteitskaarten onder de bevolking gerealiseerd te hebben.
E-DEMOCRATIE eDemocratie is een aspect dat meer en meer erkend wordt als een element van eGovernment. Waar eGovernment in het begin vooral de belofte inhield van een effectieve en efficiënte dienstverlening die 24/24-7/7 bereikbaar was, is nu ook de mogelijke ondersteunende functie van ICT in het democratisch proces duidelijk geworden. Toch springen landen verschillend om met dit aspect. Sommige landen hebben een expliciet eDemocratie beleid ontwikkeld, bij andere is het eerder impliciet aanwezig. Tot de eerste groep behoren Finland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Finland zette zijn eerste stappen met het Participation project. Het doel van dit project was het verhogen van transparantie en inspraak. New information technology and citizens’ability to influence decision making is de opvolger van dit Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
33
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek – bestuurlijke organisatie Vlaanderen
project. Door middel van een digitaal discussieforum tracht men hier de inspraak te verhogen. XPIN (Expertise Bureau Innovatieve Beleidsvorming) vormt het anker voor eDemocratie in Nederland. Het project Kiezen op afstand had vooral tot doel eVoting van de grond te brengen. Dit project ligt echter al een tijdje in de ijskast. Het Verenigd Koninkrijk beschikt over een concreet eDemocratie beleid. De eerste stap was het consultatiedocument In the service of democracy. Eerder hebben we al vermeld dat er op de portaalsite ruimte is voorzien onder het luik Citizen space, waar burgers hun mening kwijt kunnen. Daarnaast is er een overheidswebsite met de veelbelovende URL http://www.edemocracy.gov.uk. In Frankrijk, Canada en Ierland zijn er eveneens eDemocratie initiatieven te vinden. Doch deze zijn niet het resultaat van een expliciet geformuleerd beleid. Het zijn losstaande initiatieven die minstens even waardevol en interessant zijn. Duitsland blijkt het meest argwanende te zijn voor eDemocratie initiatieven.
34
Spoor eGovernment
Internationale trends op het vlak van eGovernment
Conclusie Alhoewel de onderzochte landen in de studie De praktijk van eGovernment in zeven landen van de OECD elk op zichzelf eGovernment trachten vorm te geven en te implementeren, zijn er tal van overeenkomsten vast stellen tussen de landen. Een eerste aspect is het beleid zelf. Alle zeven de landen hebben naast een formeel eGovernment beleid, een breder beleid gericht op het ontwikkelen van een informatiesamenleving. In dit beleid is er doorgaans veel aandacht besteed aan de problematiek van de digitale kloof. Om haar beleid in de praktijk omgezet te krijgen zien we drie hefbomen steeds terugkeren. Het werken met kwantitatieve richtlijnen in verband met de elektronische dienstverlening is een eerste. Daarnaast zien we in de verschillende landen dat de departementen de nationale strategie dienen te vertalen naar het eigen departement. Dit gebeurt al dan niet in formele documenten. Er wordt steeds voorzien in een orgaan dat instaat voor de coördinatie overheen de verschillende departementen. Een derde belangrijke hefboom is de financiering van eGovernment projecten. Doorgaans dragen de departementen zelf de operationele kosten. Daarnaast wordt er meer en meer gewerkt met ‘zwevende budgetten’ en fondsen die niet op voorhand verdeeld zijn. Zij worden toegekend per project. Op die manier tracht men een samenwerking tussen departementen te stimuleren, en een minder verkokerd eGovernment tot stand te brengen. Ook de relatie tussen de centrale en de lokale overheden kent grote overeenkomsten tussen de landen. In de meeste landen heerst het principe van de gemeentelijke autonomie, waardoor gemeenten vrij zijn bij de vormgeving en implementatie van hun eGovernment beleid. Om hier toch op enige wijze te kunnen sturen, belooft de centrale overheid financiële injecties indien gemeenten inschrijven op bepaalde projecten. Wat betreft het front-office aspect inzake eAdministratie staat bij elk land de realisatie van een portaalsite gestructureerd op een vraaggerichte wijze voorop. Daarnaast beseffen de landen dat een enkel op het internet gebaseerd eGovernment gevaren inhoudt voor de digitale kloof. Als oplossing hiervoor opteert men voor een multichannel aanpak, waarbij verschillende technologieën zoals telefoon, kiosken en het inherent naast elkaar worden ingeschakeld. Op back-office gebied is het steeds weerkerende probleem de identificatie van gebruikers. Om dit probleem op te lossen grijpt men naar unieke identificatienummers. Naast het werken met identieke identificatienummers kunnen digitale kluizen een oplossing bieden. Dit laatste kent in de praktijk echter weinig toepassing. Een tweede problematiek in de back-office is de authentificatie van de eindgebruikers. De elektronische identiteitskaart en het werken met smart cards komen hier als meest geopteerde oplossingen naar voor. Niet alle landen staan hier al even ver. Sommige beschikken reeds over deze middelen, in andere landen zijn ze volop in ontwikkeling. Als laatste hebben we vastgesteld dat het aspect eDemocratie meer en meer naar voor komt. De landen zijn hier op te delen in een groep waarbij dit beleid formeel is uitgestippeld. De andere groep past het concept impliciet toe, zonder het expliciet in een eDemocratie beleid te verwoorden. Al deze overeenkomsten tussen de landen doen ons besluiten dat we zeker mogen spreken over internationale trends inzake eGovernment.
Davy Janssen, Jarl K. Kampen, Sabine Rotthier & Kris Snijkers
35