JAARGANG 48 | DECEMBER 2014
OVER DEMOCRATIE
Wereldwijde trends op het gebied van democratie
Rondetafelgesprek Hoe ondersteun je democratiseringsprocessen?
Democratiescholen Vertrouwen van de grond opbouwen in Georgië
Nederlandse parlementariërs Over investeren in democratie
Reportage Oeganda Politieke dialoog opent weg naar hervormingen
LiquidFeedback Nieuwe manieren om de burger te betrekken
INHOUD
REDACTIONEEL
Colofon
04
09
12
17
Uitgever: Lokaalmondiaal Hoofdredactie: Marc Broere Eindredactie: Jeroen Teitler Redactie: Selma Zijlstra en Siri Lijfering Redactiecommissie special: Marc Broere, Arachne Molema en Anita Ramharakh Concept: Arachne Molema Medewerkers aan dit nummer: Leonard Fäustle, Arachne Molema, Seada Nourhussen, Iris Visser, Co Welgraven, Nic van der Jagt en Eugenia Boutylkova Productie: Selma Zijlstra en Nathalie Zanen Art direction, design en opmaak: SAZZA: Saskia Stolz en Daphne Meijer Foto omslag: Francesca Oggiano Druk: Veldhuis Media Redactieadres Vice Versa: Joseph Haydnlaan 2-A, 3533 AE Utrecht. tel: 030-303550
[email protected] www.viceversaonline.nl Vice Versa verschijnt zes keer per jaar. Een particulier abonnement kost € 41,25 per jaar en een studentenabonnement € 21,95. Neem voor informatie over een organisatieabonnement contact met ons op (zie hieronder).
De weerbare democratie Een overzicht van de wereldwijde stand van zaken
Joost Taverne (VVD) ‘Democratie is de beste vorm’
Oeganda Door dialoog naar democratie
Roelof van Laar (PvdA) ‘Opleggen is nooit de goede weg’
18
22
26
31
Informatie over abonnementen en aanvraag losse nummers tel. 030-303550
[email protected] Deze special is gemaakt in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie. Vice Versa, het vakblad over ontwikkelingssamenwerking, is een uitgave van Lokaalmondiaal. Samen met OneWorld, Join en de televisieredactie van Lokaalmondiaal vormt Vice Versa het Wereldmediahuis (www.wereldmediahuis.nl). Vice Versa heeft daarnaast een partnerschap met PIFF-world en ontvangt sponsoring voor het tijdschrift en website van Wilde Ganzen, WOTRO, Woord en Daad, Hivos, Simavi, Cordaid en The Hunger Project.
© Leonard Fäustle
Inhoud
De wereldwijde trend richting meer democratie lijkt onmiskenbaar. Maar wat zie je als je wat dieper kijkt? In samenwerking met het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) wil deze Vice Versa Leert meer inzicht geven in de complexiteit van het begrip democratie. Daarbij laten we ook zien op welke wijze vanuit Nederland democratiseringsprocessen worden ondersteund. Uit het openingsverhaal van dit nummer blijkt dat democratieën het voor burgers en regeringen op vele belangrijke indicatoren beter doen dan samenlevingen met andere staatsvormen, zeker op de lange termijn. Maar met alleen vrije verkiezingen heb je nog geen democratische samenleving. Waarom is dat? En hoe werken democratiseringsprocessen precies? Een bezoek aan de democratiescholen in Georgië laat zien dat vertrouwen vanaf de grond moet worden opgebouwd. Hier leren studenten onder leiding van vakspecialisten uit de politiek, ngo’s en de media samen een democratische cultuur op te bouwen. In het vijandige politieke klimaat van Oeganda startte NIMD een politieke dialoog voor hervormingen. Welke rol kan dialoog spelen in de democratisering van een land? En zit de oppositie eigenlijk wel op dialoog te wachten? Selma Zijlstra ging in Oeganda op zoek en ondervond dat dialoog meer is dan een ‘praatclub’. Aan het einde van de special pogen we met drie experts een antwoord te vinden op enkele ‘grote vragen’. Kun je een democratie maken of moet ze organisch ontstaan? Moeten westerlingen zich er überhaupt mee bemoeien? Uit het afsluitende rondetafelgesprek blijkt een duidelijke eensgezindheid: democratieën moeten groeien. En dat kost tijd.
Marc Broere Arachne Molema
LiquidFeedback Rechtstreekse participatie vergroot betrokkenheid
Georgië Democratiescholen leggen de basis
Ronde Tafel ‘Democratie moet groeien’
Sjoerd Sjoerdsma (D66) ‘Meerpartijenstelsel is soms frustrerend’
03
© Stefany Molema
2
04
ACHTERGROND
De weerbare democratie De wereldwijde trend richting meer democratie lijkt onmiskenbaar. Maar hoe universeel is democratie? En waarom heb je met vrije verkiezingen nog geen democratische samenleving? Ondanks wisselvalligheden zijn veel wetenschappers optimistisch. ‘Er is geen samenleving zonder een zekere mate van tegengestelde belangen. Democratie is de geëigende vorm om tot balans te komen.’ tekst
DE STAND VAN DE DEMOCRATIE
waren er namelijk ook al rond de 120 ‘electoral democracies’, zoals Freedom House ze definieert. In 2000 kwam er een eind aan een stormachtige groei van het aantal democratieën, dat een decennium eerder nog op slechts 69 stond – die aanwas was voor een belangrijk deel toe te schrijven aan landen in Oost-Europa die zich na de val van de Berlijnse Muur en de ineenstorting van de Sovjet-Unie aan het juk van het communisme hadden ontworsteld en de eenpartijstaat opzij hadden gezet. Sinds de millenniumwisseling stagneert de boel dus, of zoals The Economist-redacteuren John Micklethwait en Adrian Wooldridge het in hun boek De vierde revolutie omschrijven: ‘De opmars van de democratie is knarsend tot stilstand gekomen.’ En dan hebben we het alleen nog maar over landen die in naam een democratie zijn, waar eens in de zoveel tijd verkiezingen worden gehouden.
Co Welgraven
Stilstand Kijken we iets dieper, naar politieke rechten bijvoorbeeld, naar respect voor de Grondwet, naar volledige vrijheid voor de oppositie, een volwaardig rechtsstelsel, toegang tot onderwijs voor iedereen, dan kom je uit op 88 landen die zich werkelijk een liberale, vrije democratie mogen noemen; 48 landen zijn in de terminologie van Freedom House ‘niet vrij’. De rest, 59 landen, heeft het predicaat ‘gedeeltelijk vrij’: het kan vriezen en kan dooien. In deze categorie valt zowel Tunesië, een democratie, als Burkina Faso, geen democratie. In Noord-Amerika, Australië en Europa, continenten waar de democratie al eeuwen geworteld is, is de situatie stabiel, al zijn ook daar serieuze bedreigingen voor deze staatsvorm. De wijzigingen in de jaarlijkse opgave van Freedom House en andere instituten slaan vooral op Latijns-Amerika, Afrika, Azië en de voormalige Sovjet-republieken. Op de kaarten van die continenten en gebieden zijn de groene vlekken spaar-
In september 2014 braken er protesten uit in Hongkong, nadat de Chinese autoriteiten restricties op verkiezingen hadden aangekondigd
T
zaam – groen is de kleur voor echte democratieën. Geel (voor halfvrije landen) en paars (onvrije landen, of dictaturen) komen veel vaker voor. Er zijn veel meer indicatoren voor de stand van de democratie in de wereld. De ene is fijnmaziger dan de andere, de onderzoeksmethode verschilt van instituut tot instituut. Als uitkomst geven de onderzoeksinstituten ruwweg hetzelfde beeld, namelijk dat er al tien, vijftien jaar sprake is van stilstand: het aantal democratieën groeit niet meer. Het meest positief is de zogeheten Mo Ibrahim-index, genoemd naar de Brits-Soedanese telecommunicatietycoon en miljardair, die alleen de Afrikaanse landen in kaart brengt. Uit de laatste index bleek dat er 39 van de 52 landen beter scoorden dan een jaar eerder op de vier terreinen van goed bestuur die Mo Ibrahim onderscheidt: veiligheid en recht, participatie en mensenrechten, duurzame economische kansen, en menselijke ontwikkeling; de overige dertien landen haalden een lagere score. Boven aan de lijst staat Mauritius, net als een jaar eerder; onveranderd ver onderaan bungelt Somalië. Uit al die onderzoeken van politicologen zijn interessante conclusies te trekken. Zo blijkt dat landen die tot midden vorige eeuw onder koloniaal bestuur van Groot-Brittannië hebben gestaan, het over het algemeen op het punt van de democratie vrij goed doen; de Britten hebben een redelijk functionerend ambtenarenapparaat en rechtsstelsel achtergelaten, zo is de verklaring. Voormalige koloniën van Frankrijk en Portugal daarentegen doen het weer een stuk minder.
Allesbehalve pessimistisch
©Leung Ching Yau Alex
erwijl het ene Afrikaanse land vrije verkiezingen houdt, grijpen in een ander land bijna tegelijkertijd militairen de macht. In Tunesië, hét succesverhaal van de Arabische Lente, kan de bevolking dit jaar zowel een nieuw parlement als een president kiezen. Bovendien is er een Grondwet ingevoerd die door kenners hoog is geprezen: transparant en progressief. In Burkina Faso daarentegen nam het leger de touwtjes in handen, kort nadat president Blaise Compaoré onder druk van massale betogingen was afgetreden. Compaoré was zelf een kwarteeuw geleden weliswaar ook door een militaire coup aan de macht gekomen, maar sindsdien een paar keer keurig herkozen. De bange vraag is nu of het leger zijn belofte inlost en verkiezingen organiseert en ruimte maakt voor een burgerbestuur. De twee voorbeelden geven aan hoe wisselvallig het democratiseringsproces verloopt in Afrika en andere niet-westerse continenten. Aan het begin van dit jaar hadden er van de 195 landen in de wereld 122 een democratisch stelsel, aldus een berekening van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Freedom House (Tunesië hoort daar wel bij, Burkina Faso niet). Dat zijn er vier meer dan een jaar eerder. De nieuwkomers zijn Honduras, Pakistan, Kenia en Nepal: stuk voor stuk ontwikkelingslanden. Dat lijkt op het eerste gezicht een mooie score en een hoopvolle ontwikkeling. Maar wie wat verder terugkijkt, ziet een minder rooskleurig beeld. Rond de eeuwwisseling
05
Onder politicologen is de opinie over de huidige stand van zaken van de democratie in voormalige ontwikkelingslanden allesbehalve pessimistisch. Het had allemaal nog veel erger gekund, zegt de Vlaamse politicoloog Kristof Jacobs, verbonden aan de Radboud-universiteit in Nijmegen. Zeker als we de internationale economische crisis vanaf 2008 daarbij betrekken – een economische crisis is namelijk een natuurlijke tegenstander van democratie. ‘Er is goed, en er is slecht nieuws’, zegt Jacobs. ‘We kunnen constateren dat het over het algemeen heel lang duurt voordat een land zich een ware democratie kan noemen; daar gaan meestal decennia overheen. Maar als een land eenmaal een democratie is, dan duurt het ook heel lang voordat het eventueel weer wegzakt naar een dictatuur. Je zou bij zo’n mondiale crisis van de laatste jaren verwachten dat de democratieën bij bosjes zouden vallen. Dat is niet gebeurd. Ook in de ontwikkelingslanden zie je dat democratie, als die er eenmaal is, weerbaar is. Het is een gevestigd stelsel, het is verankerd, dat is een heel interessante constatering. Kijk naar Afrika. Daar zijn de laatste jaren maar een paar landen van een democratie naar een dicta-
ACHTERGROND
DE STAND VAN DE DEMOCRATIE
deeldheid en stammentwisten. Hij moet met daadkracht de boel redden, want het zoeken naar consensus houdt alleen maar op en we weten toch wel welke maatregelen er nodig zijn? Dat is een beetje het gevoel. Maar daadkracht kan leiden tot uitholling van de democratie. Zo’n sterke president is binnen de kortste keren een verlicht despoot. En een verlicht despoot wordt eerder een echte despoot dan democraat. De roep om daadkracht komt meestal als een boemerang terug in het gezicht van democraten.’
© Rown El Shimi
‘Naarmate democratie meer een westers kleurtje krijgt, brokkelt de steun af’
constitutie die altijd geldt: respect voor mensenrechten, bescherming van minderheden, noem maar op. Die basisconstitutie wordt niet opgelegd door een meerderheid op basis van verkiezingen, is dus niet afhankelijk van wie er aan de macht is. Ze berust als het goed is op een soort consensus in de maatschappij. Daarbovenop heb je om de zoveel jaar verkiezingen, met winnaars en verliezers. Maar dat electorale proces moet ingekaderd zijn in de basisconstitutie.’ Probleem is dat dat ideaaltype vaak ont-
© Francesca Oggiano
06
tuur teruggevallen. Er zijn bijna geen partijen of politici die resoluut zeggen: “We moeten de democratie afschaffen, weg ermee.” Dat is toch een hoopgevende ontwikkeling.’ Zeker over enkele decennia bezien, vanaf midden vorige eeuw, is er volgens de Nijmeegse politicoloog sprake van een positieve tendens. ‘Eén van de voornaamste bevindingen van ons vak is de vaststelling dat er een ijzersterke relatie is tussen rijkdom, de welvaart van een land, en de kans op democratisering. Welnu, de wereld wordt steeds rijker, dat is ronduit spectaculair te noemen, en dat vertaalt zich in meer democratisering. Zo eenvoudig is het.’ Wat volgens Jacobs niet wil zeggen dat er geen landen zijn die rijk zijn, doordat ze bijvoorbeeld veel grondstoffen hebben, maar allesbehalve democratisch – zoals Congo, of olielanden. Daarbij is de visie van Jacobs allerminst onomstreden. Er zijn ook tal van mensen die van een omgekeerde relatie uitgaan: democratie is nodig om economische groei te kunnen realiseren. Politieke stabiliteit maakt namelijk de ruimte vrij voor investeringen: in infrastructuur, industrie en dienstverlening, maar ook in goed onderwijs.
Begin 2011 leidden massale demonstraties op het Egyptische Tahrirplein in Cairo tot het aftreden van
Mannen bekijken affiches voor de Tunesische parlementsverkiezingen van oktober 2014: de eerste verkiezingen onder
president Moebarak
de nieuwe Grondwet
Ook hoogleraar politicologie Ben Crum van de Vrije Universiteit in Amsterdam is redelijk optimistisch: ‘Democratie is een bijzonder moeizaam proces met vallen en opstaan, dat bij ons decennia zo niet eeuwen heeft geduurd en dat ook niet altijd even soepel is verlopen. Het meest dramatische voorbeeld is natuurlijk de Weimarrepubliek in Duitsland tussen de twee wereldoorlogen. Als je dat allemaal in je achterhoofd houdt, dan gaat het in ontwikkelingslanden zeker niet slecht. Ik zie vrij veel bemoedigende signalen.’
Valkuilen Maar landen buiten Europa, Australië en NoordAmerika hebben wel veel te maken met handicaps en valkuilen. De grenzen die de vroegere kolonisatoren met grote willekeur hebben getrokken, vormen zo’n handicap. ‘Dat maakt de situatie alleen maar moeilijker’, zegt Kristof Jacobs. ‘Als je twee of meer tegengestelde stammen in één land gooit, dan is dat vragen om problemen. Eén van de kenmerken van een volwaardige democratie is dat je loser’s consent hebt, zoals wij politicologen dat noemen: dat de
oppositie zich erbij neerlegt dat ze de verkiezingen heeft verloren – volgende keer beter. In zo’n kunstmatig land zie je dat lang niet altijd gebeuren. De verliezer is eerder geneigd in opstand te komen en een democratie wortelt zich daar dan ook veel moeilijker.’ Voorbeelden zijn Soedan, Libië, waar nu een burgeroorlog woedt, Mali en (in mindere mate) Irak. Een presidentieel systeem maakt de zaak er niet beter op in zulke landen. Daarbij geldt namelijk bijna per definitie: the winner takes all. Jacobs: ‘Dat betekent dat de ene groep of stam de baas wordt over de andere. Als die laatste bij de volgende verkiezingen de macht over weet te nemen, krijg je precies het omgekeerde; het heeft allemaal weinig met een volwaardige democratie te maken. Kijk naar Zambia, waar de ene despoot de andere heeft vervangen, of naar Egypte. En Indonesië is een goed voorbeeld van een land waar de oppositie probeert de nieuwgekozen president het leven zuur te maken.’ Zeker in Afrika zijn er veel sterke presidenten, zegt Jacobs. ‘Van hem wordt daadkracht verwacht – bijna altijd is het een hij. Hij moet de natie vooruit helpen en een eind maken aan ver-
Natuurrampen en ziekten zijn eveneens grote gevaren voor het democratiseringsproces. ‘Een ziekte als ebola doodt niet alleen duizenden mensen in het westen van Afrika, ze ondermijnt ook de staat volledig en ontwricht de economie, met desastreuse gevolgen’, aldus Jacobs. ‘Hoe armer het land is, hoe slechter de ziekenhuizen en de gezondheidszorg, en hoe groter de kans dat zo’n ebola-epidemie zich uitbreidt. Een epidemie verhoogt het risico op een terugval naar een dictatuur. Ebola is in alle opzichten levensgevaarlijk.’ President Ellen Johnson Sirleaf van Liberia treedt daadkrachtig op, geeft de politicoloog toe. ‘Maar als dat op termijn leidt tot een centralisering van de macht, dan is er uit een oogpunt van democratie wel een probleem.’
Kloof De indexen van Freedom House laten zien dat er nogal een kloof gaapt tussen landen die in naam een democratie zijn (‘electoral democracies’) en de vrije, liberale democratie zoals het rijke Westen die kent. ‘Het is een soort tweetrapsraket’, zegt hoogleraar Ben Crum van de VU. ‘In het ideaaltype van een democratie heb je een basis-
breekt. Crum: ‘Kijk naar wat er twee jaar geleden in Egypte is gebeurd. De Moslimbroederschap won de verkiezingen, met Mohamed Morsi als leider en nieuwe president. Vervolgens werd Morsi afgezet en de Moslimbroederschap verboden omdat het een terroristische organisatie zou zijn. Dat is nou een voorbeeld van verkiezingen die niet ingebed zijn in een constitutie. En dat zie je helaas vaker in de niet-westerse wereld.’ Kortom, vrije verkiezingen, hoe mooi ook, maken nog geen democratie. Kristof Jacobs: ‘Je moet vrije media hebben, onafhankelijke rechtbanken, een Grondwet die niet zomaar kan worden aangepast, checks and balances, wat in feite betekent dat je de daadkracht waar ik het net over had inkapselt. Dat is het grote probleem, zeker in Afrika: er zijn daar geen of te weinig checks and balances.’
Universeel? Mag het Westen wel verlangen dat de rest van de wereld zijn democratische waarden en normen voor de volle honderd procent overneemt? Is democratie universeel? Of is ze verbonden aan een bepaalde cultuur en beschaving waardoor ze niet
07
Democratisch experimenteren Op diverse plekken op de wereld zet de roep van burgers om meer inspraak zich door. Er ontstaan allerlei interessante experimenten om het democratisch systeem te verbeteren en de betrokkenheid van de bevolking bij het bestuur te vergroten, zowel in het Westen als in opkomende democratieën. In landen als België, Duitsland, Estland, IJsland en Ierland bestaan (of hebben bestaan) zogeheten democratische conventies, genoemd naar de vergadering in de Amerikaanse stad Philadelphia waar in 1787 de Grondwet van de Verenigde Staten werd aangenomen. Die hedendaagse conventies kennen veelal een vaste kern van burgers die zich met delen van het bestuur bezighouden en die voorstellen doen om de parlementaire democratie beter te laten werken. Eind vorige eeuw kwam er in de Braziliaanse stad Porto Alegre een interessant experiment op gang: participatory budgeting. Daarbij kregen inwoners directe invloed op de vaststelling van de begroting van de (deel)gemeente. Jaarlijks kunnen zij op drukbezochte bijeenkomsten aangeven naar welke sectoren het geld moet vloeien, althans een deel daarvan. Het experiment is succesvol en populair, de vergaderingen worden soms door meer dan duizend mensen bezocht. De bevolking legt het accent vooral op onderwijs (het aantal scholen in de stad is in een kwarteeuw verviervoudigd) en op gezondheidszorg, vooral ziektepreventie. Zo is tegenwoordig bijna elk huishouden aangesloten op de waterleiding en de riolering. Tientallen andere gemeenten in Brazilië hebben het voorbeeld van Porto Alegre gevolgd en het systeem van participatory budgeting komt inmiddels ook voor in andere landen in Latijns-Amerika, en in Azië (India) en Afrika. Enkele steden in Europa en de Verenigde Staten experimenteren er eveneens mee. De Wereldbank concludeerde na onderzoek in Porto Alegre dat de betrokkenheid van de burgers bij het bestuur flink is toegenomen en dat vooral de armen er baat bij hebben.
HE
ACHTERGROND
Niet optimaal
Tunesië, oktober 2014. De nieuwe Grondwet van het land garandeert onder meer de rechten van vrouwen
cratie omschrijft. Verkiezingen, vrijheid van de pers, onafhankelijke rechters, daar is vrijwel iedereen het gauw over eens. Maar ga je het concept verder invullen, dan komen de problemen. Vrijheid van godsdienst, tolerantie jegens minderheden, homoseksuelen om maar een groep te noemen. Dat ligt al een stuk moeilijker, zeker in het Midden-Oosten. Naarmate democratie meer een westers kleurtje krijgt, brokkelt de steun af.’ Als oud-minister van Buitenlandse Zaken
09
IN
NE
NH
OF
is niet het systeem waardoor we kunnen groeien en jonge mensen een toekomst kunnen bieden. Ik heb daar wel begrip voor, ja.’
‘Daadkracht kan leiden tot uitholling van een democratie’
© Francesca Oggiano
zomaar vertaalbaar is naar andere landen? Ben Crum: ‘Ik ben geneigd meer vanuit het universele perspectief te denken. Er is geen enkele samenleving in deze geglobaliseerde wereld die niet een zekere mate van heterogeniteit en tegengestelde belangen heeft; democratie is de geëigende vorm om daar uiteindelijk toch tot een soort balans te komen. We moeten geduld hebben. We kunnen niet verwachten dat we met het sturen van een paar experts naar Afghanistan, die gaan vertellen hoe je verkiezingen houdt, daar van de ene op de andere dag een perfect functionerende democratie krijgen.’ Kristof Jacobs: ‘Het is de vraag hoe je demo-
TB
heeft Ben Bot veel ervaren hoe in andere delen van de wereld tegen democratie wordt aangekeken. Bot: ‘Wíj kunnen het misschien universeel vinden, maar daar wordt in de rest van de wereld vaak anders over gedacht. Die verlichtingsfilosofie van jullie waarin het individu vooropstaat leidt bij ons alleen maar tot armoede, versplintering, oorlog, stammentwisten, zo zeggen ze. Wij moeten eerst voor de gemeenschap zorgen, en dan pas voor het individu. Het westerse systeem
Bot wijst erop dat in het Westen de democratie lang niet altijd optimaal functioneert. ‘In de Verenigde Staten houden Republikeinen en Democraten elkaar in een houdgreep die het land onbestuurbaar dreigt te maken. En in ons eigen land komen steeds meer kleine splinterpartijtjes; je kunt je afvragen of dat de democratie wel zoveel helpt. Ik kan me voorstellen dat landen in Afrika tegenwoordig vooral naar de staatsvormen in China, Rusland en Turkije kijken.’ Was de Arabische Lente die vier jaar geleden begon dan niet een duidelijk signaal dat de bevolking democratie wilde? Bot bestrijdt dat: ‘Dat was niet zozeer de roep om democratie, het was de roep om eten en geld en een toekomstperspectief. Want die jongeren zagen het niet meer zitten. Ze zochten een goede slogan, en wat is er mooier dan op te trekken onder de leus: “We willen democratie”? Maar dat interesseerde ze geen laars, ze wilden gewoon een regering die ervoor zorgde dat de economie weer op gang kwam.’ Er zijn wetenschappers die zich goed kunnen voorstellen dat een straatarm land bij het stellen van prioriteiten de volwaardige democratie naar westerse snit niet op nummer 1 zet. James Robinson, mede-auteur van het veelgeprezen Why Nations Fail, zei onlangs in een interview met NRC Handelsblad: ‘Van belang is te begrijpen dat als je een welvarende samenleving wilt opbouwen in een arm land, democratie maar een onderdeel is, en niet het belangrijkste.’ VU-politicoloog Ben Crum is het daarmee eens: ‘Armoede is een hele fundamentele bedreiging’, zegt hij. ‘Als er gewoon geen eten is, als het volk omkomt van de honger, dan lijkt me democratie toch een luxeprobleem, als ik het zo bot mag zeggen.’ Dus liever eten in een dictatuur dan honger in een democratie? ‘Dat lijkt me wel.’ Toch is er ondanks alle kritiek ook duidelijk een trend te zien naar meer democratie en je ziet ook dat de internationale gemeenschap daar gehoor aan wil geven. Met alle kritiek op het systeem laat de wetenschap bovendien zien dat democratie veel goede kanten heeft. De Nijmeegse politicoloog Kristof Jacobs: ‘Democratische landen zijn gezonder, ze zijn rijker. Mensen die in een democratie wonen zijn gelukkiger. Er is minder terrorisme, dat is logisch omdat er loser’s consent is, dus je hoeft niet naar de wapens te grijpen als je het ergens niet mee eens bent. Al het empirisch onderzoek wijst uit dat democratieën het op een heleboel belangrijke indicatoren gewoon veel beter doen, zeker als je naar de lange termijn kijkt. Ze hebben op zoveel verschillende domeinen zoveel voordelen voor burgers en regeringen dat het heel moeilijk is tegen een democratie te zijn als politiek systeem.’
Joost Taverne (VVD):
‘Grote groepen moeten zich in beleid herkennen’ Investeren in good governance en democratie vergroot de kans op het goed besteden van Nederlands ontwikkelingsgeld. Maar hoe is het besef van democratie doorgedrongen in het dagelijks werk van Nederlandse parlementariërs? Joost Taverne (VVD): ‘Te veel partijen kan lastig zijn.’ tekst
Arachne Molema
Wat is de rol van democratie in uw dagelijks werk als parlementariër? ‘Ik zet me in voor het moderniseren van de Nederlandse democratie. De democratie verdient onderhoud. Juist omdat mensen hier democratie zo gewoon vinden, zou je over het hoofd zien dat je aandacht moet blijven geven om een land democratisch te houden. Ik richt me op drie punten. Het eerste is dat rechtspraak en wetgeving zo goed mogelijk gescheiden zijn. De rechtsstatelijke gedachte is de scheiding der machten, maar de Raad van State verenigt nog steeds twee functies: adviseur van de regering op het gebied van wetgeving én de hoogste bestuursrechter. In 2011 heb ik hierover een motie ingediend. Inmiddels komt het kabinet met een wetsvoorstel om deze twee zaken beter te scheiden. Daarnaast wil ik het mensen gemakkelijker maken om te stemmen. De gemiddelde opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen is slechts 75 procent. Alleen al 350 duizend mensen met een visuele beperking hebben moeite om met potlood en papier te stemmen. Daarnaast zijn er de ruim 700 duizend Nederlandse kiesgerechtigden in het buitenland. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen hebben er daarvan slechts 30 duizend hun stem uitgebracht. Bij zo’n opkomst in Nederland zouden we moord en brand schreeuwen. Ik heb een wetsvoorstel ingediend om in Nederland elektronisch te kunnen laten stemmen en de mensen in het buitenland via internet. Het derde punt gaat over hoe wij grondwettelijk hebben vastgelegd wie het laatste woord heeft over de wet zoals deze in Nederland wordt toege-
past. In onze Grondwet is vastgelegd dat het internationaal recht hier niet alleen rechtstreeks van toepassing is, maar dat het zelfs voorrang heeft op de Grondwet. Daarmee hebben we onze eigen juridische soevereiniteit overboord gezet. Je moet oppassen dat je de geloofwaardigheid van de Nederlandse wetten niet op het spel zet.’
Welke trends ziet u op democratiegebied in Nederland? ‘Naast de onderwerpen waarmee ik me bezighoud, zijn er de initiatieven voor referenda in Nederland. Er is een wetsvoorstel ingediend over constitutionele toetsing van de inrichting van onze rechtsstaat en er zijn voortdurend initiatieven vanuit de Kamer. Daarnaast is er onlangs onderzoek gedaan naar de positie van senaten in de ons omringende landen. Op gezette tijden hebben we discussies over vrijheid van meningsuiting.’
Is een meerpartijenstelsel altijd de beste bestuursvorm? ‘Ja, democratie impliceert immers een meerpartijenstelsel. Maar in het Verenigd Koninkrijk hebben ze een driepartijenstelsel en in de praktijk zelfs een tweepartijenstelsel. Toch is het de oudste democratie ter wereld. Als je te veel partijen hebt, kan het lastig worden om een regering te vormen.’
Mag je een meerpartijenstelsel opleggen als voorwaarde voor ontwikkelingssamenwerking? ‘Voor een deel is dat een onderwerp, ontwikkelingssamenwerking, waar ik niet over ga. Maar als je het als voorwaarde stelt, zul je sommige landen niet kunnen helpen. Democratie past binnen beleidsbeïnvloeding. Als je landen helpt om hun democratie te vestigen of de al aanwezige democratie verbetert, zijn daar meer partijen voor nodig. Het is belangrijk dat het beleid door meerdere personen wordt bepaald en dat grote groepen zich erin kunnen herkennen. Dat is waarom democratie tot nu toe de beste vorm is om een land te regeren.’ Joost Taverne (VVD, 1971) – Tweede Kamerlid sinds 2010. Woordvoerder voor onder meer Grondwet, internationale verdragen, Kieswet en vrijheid van meningsuiting. Was daarvoor diplomaat in de Verenigde Staten. Studeerde rechten.
© Leonard Fäustle
08
10
ONDERZOEK
HOE MEET JE DEMOCRATISERING?
Hoe meet je democratisering?
kwantitatieve en kwalitatieve benaderingen combineert. Kwantitatief meten wordt onder meer gedaan met behulp van nulmetingen en jaarlijkse outputmetingen van de verschillende programma’s. Door indicatoren met elkaar te vergelijken, kan bijvoorbeeld inzicht worden verkregen in de vraag of de mate van samenwerking tussen politieke partijen is veranderd. Kwalitatieve metingen kijken meer naar de manier waarop het werk wordt gedaan en wat de uitdagingen en kansen zijn. Zo deed NIMD in 2013 een ‘storytelling’-pilot met programmadirecteuren van partnerorganisaties en politieke actoren uit vijf Afrikaanse landen, over de veranderingen in hun land, hoe deze tot stand zijn gekomen en hoe ze omgingen met de grootste uitdagingen daarbij. NIMD probeert voorts te meten op verschillende niveaus. Voor de effectiviteit van zijn ‘democratiescholen’ (zie onder) meet NIMD bijvoorbeeld of alumni vervolgens ook in een publieke of politieke functie terechtkomen. Andere indicatoren zeggen bijvoorbeeld iets over de mate van vertrouwen tussen politieke partijen en de haalbaarheid van samenwerking aan hervormingen. Dit vertrouwen wordt gemeten door te kijken hoe vaak partijen bij elkaar komen, welke zaken worden besproken en wat de langetermijnresultaten van de gesprekken zijn. Ook hier is de contextanalyse weer belangrijk. Politici van verschillende partijen kunnen wel met elkaar overleggen, maar als de belangrijkste issues onbesproken blijven heeft het weinig zin om samen aan tafel te zitten, en kan er weinig worden gezegd over de mate van onderling vertrouwen.
Democratie leidt volgens politicologen tot gezondere, stabielere en gelukkigere samenlevingen. Het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie stimuleert democratisering met projecten in ruim twintig landen. Maar hoe meten ze de resultaten? tekst
ic van der Jagt N Eugenia Boutylkova
H
et Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) is een democracy assistance provider: een organisatie die werkt aan het ondersteunen van politieke processen in nieuwe democratieën. Het instituut heeft programma’s in ruim twintig landen, waarbij de focus ligt op het versterken van de capaciteiten van politieke partijen, en het faciliteren van hun onderlinge dialoog. Om de programma’s voor democratiebevordering zo goed mogelijk te laten functioneren, meet NIMD hun effecten en impact.
Democratisering is niet bepaald het makkelijkst meetbare onderwerp. Democratieën kennen vele vormen en fases, en een democratiseringsproces is nooit lineair of voorspelbaar. Processen kennen tegenslagen en voorspoed, en bovendien kan het jaren duren voordat de effecten die je probeert te meten zichtbaar worden. Democratie is in grote mate context-afhankelijk. Omdat elk land zijn eigen politieke geschiedenis en specifieke issues heeft, is het van belang om per land te bekijken op welke manieren het democratiseringsproces het beste kan worden ondersteund. Deze nadruk op de context maakt het ook moeilijk landen met elkaar te vergelijken, iets wat voor resultaatmeting toch belangrijk is. Voor een goede resultaatmeting is het dan ook cruciaal dat de meting flexibel is. Bij het meten van indicatoren die iets zeggen over de resultaten van democratieondersteuning, moet ook de invloed van externe factoren worden meegenomen. Want veranderin-
©NIMD
Lastige taak
Een door NIMD georganiseerde dialoogbijeenkomst over verkiezingshervormingen in Mozambique
gen die je probeert te meten kunnen ook worden veroorzaakt door natuurrampen, epidemieën, economische crises, of politieke relaties van landen met bijvoorbeeld de Wereldbank of grootmachten als de VS, China of Rusland. De uitdaging is dus om de indicatoren die je meet te isoleren van die externe factoren, om te zien wat het werk voor democratieondersteuning aan resultaten oplevert. Verder is het zo dat, ook al wordt er veel informatie verzameld met behulp van indexen, zoals die van het Amerikaanse Freedom House en de Mo Ibrahim-index, dit nog niets zegt over hoe
de vooruitgang van een land tot stand komt. De indexen zijn goed om de situatie globaal te beschrijven, maar ze zijn vanwege hun aggregatieniveau niet geschikt om specifiek de effecten van programma’s voor democratieondersteuning te meten.
Gemengde resultaatmeting Toch is NIMD in staat iets te zeggen over de impact van zijn programma’s. Dat doet het instituut met behulp van een zogenaamde flexibele en gemengde resultaatmeting. Dit houdt in dat NIMD bij de planning, monitoring en evaluatie
Mozambique Om het geheel wat concreter te maken, kijken we naar de bevindingen uit een recente NIMD-evaluatie. In februari 2014 reisde een NIMD-team naar Mozambique voor diepte-interviews en groepsdiscussies met vertegenwoordigers van politieke partijen, lokale belanghebbenden, donoren, academici en ngo’s. Voor deze evaluatie gebruikte NIMD zijn ‘Political Context Scan’ en ‘Organisational Scan’. De focus lag op de dialoog tussen politieke partijen, directe partijenondersteuning en de ‘democratiescholen’, waar politiek actieve burgers cursussen volgen over de manieren waarop zij kunnen bijdragen aan de democratisering in hun regio (zie ook het artikel op p.22). In de evaluatie komen meerdere interessante bevindingen over de resultaten van het programma naar voren. De eerste is dat de relevantie van de dialoog tussen politieke partijen buiten kijf
staat. Ondanks de ingewikkelde politieke context is het vertrouwen tussen politieke partijen en de nationale verkiezingscommissie in Mozambique toegenomen. Er werd aanbevolen om de dialoog tussen de partijen uit te breiden naar meer onderwerpen dan alleen verkiezingszaken, door ook in te zetten op bredere democratische hervormingen en beleidsdebatten. Een tweede bevinding is dat de democratiescholen van NIMD in Nampula en Chimoio een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van een democratische cultuur in de regio. Aangezien veel van de deelnemers relevante posities bekleden binnen de lokale overheid, partijen en ngo’s, hebben ze kunnen bijdragen aan het vestigen van een basis voor democratie en laten zien dat de interesse van de bevolking in actieve participatie groeit. Het merendeel van de NIMD-evaluaties wordt overigens uitgevoerd door externe evaluatoren, en zoals ook bij ander ontwikkelingswerk kan het soms lastig zijn om de externe evaluaties en hun aanbevelingen te koppelen aan de dagelijkse praktijk van de uitvoerders van de programma’s. In deze evaluatie is er, om dat te voorkomen, voor gekozen om een team te sturen van NIMDmedewerkers uit andere programmalanden die vergelijkbare programma’s uitvoeren, om zo te leren van elkaars werk en aanbevelingen te doen die gegrond zijn in de realiteit. Dit bleek een nuttige methode, die ook door andere democratieondersteuners steeds meer wordt gebruikt.
Verbeteren Deze voorbeelden geven aan dat er, ondanks de moeilijkheden met resultaatmeting in dit veld – onder kenners ‘Democracy & Governance’ (D&G) genoemd – geleerd wordt en met innovatieve methodes van resultaatmeting wordt gewerkt die het mogelijk maken om de programma's te verbeteren en ervan te leren. Behalve NIMD proberen ook diverse andere organisaties hierin hun weg te vinden. Het Amerikaanse National Democratic Institute (NDI) experimenteert met ‘RAD’-monitoringsystemen, die focussen op het versterken van capaciteiten van lokale partners in reflectie, analyse en het nemen van beslissingen om beter te kunnen aansluiten op de lokale context. Het International Republican Institute (IRI) is begonnen met zogenaamde peer mentoring, waarbij collega’s in het veld elkaar steunen in het uitvoeren van evaluaties en daardoor elkaars capaciteiten kunnen versterken. Deze initiatieven geven een hoopvol beeld van resultaatmeting in het nog jonge D&G-veld. Maar er valt, ook voor NIMD, nog veel te leren.
11
Democratie kent vele vormen en het proces is nooit lineair of voorspelbaar
12
REPORTAGE
POLITIEKE DIALOOG IN OEGANDA
13
Oeganda: hoe dialoog de weg effent voor hervormingen
tekst
© EPA/Dai Kurokawa
Over ruim een jaar zijn er verkiezingen in Oeganda. De oppositie kan niet wachten om president Museveni, al 28 jaar aan de macht, te verslaan. Maar in Oeganda’s jonge democratie hebben ze vooralsnog geen eerlijke kans. In een vijandig politiek klimaat startte NIMD een politieke dialoog voor hervormingen. Welke rol kan dialoog spelen in de democratisering van een land? Selma Zijlstra
H
ippo Twebazes ogen zijn gesloten. Hij lijkt te slapen; de onderwerpen zijn ook al tig keer bediscussieerd. Toch blijkt hij alert, want zodra het over een belangrijke kwestie gaat, openen zijn ogen. ‘Waar zou je ons adviseren te stoppen met dit voorstel?’ vraagt de oppositie. ‘Hoe ver kan de National Resistance Movement gaan?’ Twebaze, zelf van regeringspartij National Resistance Movement (NRM), antwoordt geduldig en sluit zijn ogen weer. Buiten wordt het donker. Slechts de contouren zijn zichtbaar van het hek dat het rustige kantoorterrein in de wijk Ntinda afschermt van de kolkende hoofdstad Kampala. Vandaag is de Interparty Organization for Dialogue (IPOD) aan het werk. Er staan electorale hervormingen op de agenda. Sinds 2012 hebben afgevaardigden van de zes politieke par-
Aanhangers van president Museveni feesten op straat na diens overwinning in de presidentsverkiezingen van 2011. De oppositie betwistte de uitslag
tijen in het Oegandese parlement hieraan gewerkt, met als resultaat ruim vijftig voorstellen voor een beter verkiezingsproces. Maar over een aantal van die voorstellen moet NRM nog beslissen. ‘Maintain status quo’, staat er vooralsnog als optie. Electorale hervormingen zijn een hot topic in de Oegandese politiek. Met verkiezingen in 2016 voor de deur, eist de oppositie grondige hervorming van de kieswetten. Zij beschouwen de vorige verkiezingen als niet vrij en eisen een eerlijke kans. Maar in het Oost-Afrikaanse land blijkt dat geen eenvoudig proces. Oeganda’s democratie is jong. De eerste verkiezingen vonden plaats nadat het land in 1962 onafhankelijk werd van het Verenigd Koninkrijk. Milton Obote, leider van de United People’s Congress (UPC) mocht zich de eerste Oegandese president noemen. In 1971 bracht opperbevelhebber van het leger Idi Amin hem ten val. De beruchte
Amin regeerde met ijzeren hand en liet tegenstanders bruut vermoorden. Tijdens zijn heerschappij groeide een jonge idealistische student politicologie op, Yoweri Museveni, die zijn inspiratie haalde uit marxistische literatuur. Samen met een groep Oegandese bannelingen en met hulp van het Tanzaniaanse leger, verdreef hij Idi Amin in 1979. Toen na omstreden verkiezingen opnieuw Milton Obote president werd, trok een gefrustreerde Museveni zich terug in de bossen en volgde er een burgeroorlog met naar schatting ruim 300 duizend doden. Met zijn NRM veroverde Museveni Kampala in 1986. Om een einde te maken aan de verdeeldheid verbood Museveni alle politieke partijen; die waren volgens hem te veel langs etnische en regionale lijnen georganiseerd. NRM werd de enige toegestane beweging. Bij verkiezingen werden parlementariërs gekozen op persoonlijke titel en niet namens een partij. De stabiliteit onder de
nieuwe president en het economische succes van Oeganda maakten Museveni tot donor darling van het Westen, dat een Afrikaans alternatief zag voor het meerpartijenstelsel. Toch voerden donoren uiteindelijk de druk op voor een meerpartijensysteem en na een referendum in 2005 kwam dat er ook. Oude politieke partijen werden weer actief en nieuwe werden geregistreerd. Maar Museveni was allesbehalve klaar om te vertrekken. De voormalig guerrillastrijder, die ooit beloofde niet langer dan twee termijnen op het pluche te zitten, wijzigde de Grondwet om de presidentiële ambtstermijnen af te schaffen. De verkiezingen van 2006 en 2011, die Museveni beide ruim won, waren omstreden en de oppositie betwistte de uitslag. Inmiddels is Museveni 28 jaar aan de macht. En hoewel de antihomowet leidde tot wat rimpelingen in relaties met het Westen, zorgt de Oegandese militaire deelname in brandhaarden als Somalië en Zuid-Soedan er-
Museveni is al 28 jaar aan de macht, en het Westen doet niet moeilijk
voor dat westerse mogendheden niet al te moeilijke vragen stellen.
Stabiliteit en corruptie In zijn kantoor op de campus van de Makerere Universiteit in Kampala somt professor politicologie Sabiti Makara de positieve en negatieve punten op van Museveni’s heerschappij. ‘Eén: het land was continu in crisis en chaos. Er was veel geweld, het leger was ongedisciplineerd. Museveni zorgde voor stabiliteit en voor discipline in het leger. Hij maakte werk van gendergelijkheid, zorgde voor 35 procent vrouwen in het parlement. Drie: Oeganda’s bnp groeit het laatste decennium met gemiddeld 7 procent per jaar. Dat vertaalt zich niet direct in hogere inkomens voor de armen, maar absolute armoede daalde van 56 procent in 1990 naar ongeveer 21 procent nu. Meer kinderen gaan naar school, en punt zeven – hou je het bij? – hij zorgde voor relatieve
REPORTAGE
Het doel van NIMD in Oeganda is een betere samenwerking tussen politieke partijen. De thema’s worden door de partijen zelf aangedragen en vastgelegd in een hervormingsagenda. De dialoog wordt gehouden met de secretarissen-generaal van de partijen; zij lobbyen binnen hun partij en het parlement neemt de uiteindelijke besluiten. NIMD faciliteert de dialoog. ‘Onze rol is die discussies technisch en inhoudelijk te houden’, vertelt Eugène van Kemenade van het Oegandese NIMD-kantoor. ‘Je bent een soort scheidsrechter. We proberen bij harde partijstandpunten door te vragen wat precies het issue is.’ Ook het maatschappelijk middenveld, wetenschap en andere relevante instituten zoals de Kiescommissie en parlementaire commissies worden betrokken bij de dialoog. Daarnaast biedt NIMD capaciteitsondersteuning aan de parlementaire politieke partijen om tot een strategisch plan en een gefundeerd partijprogramma te komen. Niet onbelangrijk, volgens Van Kemenade. ‘Doordat de partijen zo gefixeerd zijn op Museveni, komen ze aan het ontwikkelen van alternatieve politiek bijna niet toe. We helpen hen om hun achterban een heldere boodschap over te brengen, maar bieden ook de kans voor inhoudelijk debat met de regeringspartij.’
pers- en internetvrijheid.’ Hij pauzeert even. ‘Nu zijn negatieve kant. Hij is al 28 jaar aan de macht. Als een persoon te lang blijft, begint hij fouten te maken. Corruptie is alomtegenwoordig. De wegen zijn slecht, publieke diensten ingestort, instituties verlamd. Een weg aanleggen is hier is dubbel zo duur als in buurland Rwanda. De reden? Corruptie.’ Het hadden de woorden van de oppositie kunnen zijn. Het patronagesysteem, waarmee Museveni vrienden, familie en supporters gunsten verleent, het afschaffen van de presidentiële ambtstermijnen, de vermenging van uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht: het is de
oppositie een doorn in het oog. Zij willen vooral één ding: Museveni uit het zadel. Omar Kalinge, secretaris-generaal van de in 1996 opgerichte partij JEEMA (Justice Economic Liberalization Education Moral and African Unity) is stellig: ‘De discussie over verandering begint met regime change. We willen een ander gezicht op tv.’ Florence Namanyana van de Democratic Party (‘de oudste partij van het land’, zegt de parlementariër niet zonder trots) kan het vanuit Oeganda’s indrukwekkende parlementsgebouw beamen. Door de gangen lopend naar een commissievergadering over staatsbedrijven (‘zoveel corruptie’, zucht ze), stelt Namanyana: ‘Hij is te lang aan de macht. Het is tijd dat hij gaat.’ Maar Daudi Migereko, de aimabele NRM-minister van Land, Huisvesting en Stadsontwikkeling en afgevaardigde voor IPOD, vindt de beschuldigingen zwaar overdreven. Op zijn bureau leggen vier vaste telefoons het af tegen zijn veelvuldig rinkelende mobieltje. President Museveni kijkt vanuit zijn lijst aan de muur bemoedigend toe. ‘Waarom zou iemand die goed bezig is niet méér tijd krijgen?’ reageert Migereko op klachten over het afschaffen van de ambtstermijnen. ‘Een goede leider die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, moet het land kunnen blijven dienen. Oegandezen willen hem nog steeds als president’, zegt hij kalm. Dat is niet onwaar. Hoewel in hoofdstad Kampala de steun voor Museveni afbrokkelt en veel voormalige NRM-stemmers niet de moeite meer nemen naar de stembus te gaan, blijft de steun op het platteland groot. Door een gebrek aan vertrouwen in de oppositie, dat geen reëel alternatief biedt, en angst voor verandering is NRM voor veel mensen nog steeds de beste optie. Die angst is niet ongegrond: machtswisselingen gingen in Oeganda nooit zonder bloedvergieten.
De dialoog begint Omdat Oeganda’s politieke partijen lijnrecht tegenover elkaar staan, weigerden de oppositie en regering jarenlang met elkaar te praten. In deze sfeer van vijandigheid ging het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) in 2009 aan de slag om een dialoog tussen de partijen op te zetten. Zowel oppositie als de regeringspartij hadden de toenmalige Nederlandse ambassadeur, Joke Brandt, benaderd voor steun. Brandt liet hen via NIMD kennismaken met hun collega’s in Ghana, waar NIMD eveneens werkte aan politieke dialoog. Daar zagen de Oegandese partijen hoe dialoog kan bijdragen aan de opbouw van democratie en aan vreedzame machtswisselingen. Het befaamde ‘handshake’-moment van de secretarissen-generaal van de zes parlementaire politieke partijen was van grote symbolische waarde, zegt Karijn de Jong, senior programmamanager bij NIMD. Het was de eerste keer dat ze
publiekelijk met elkaar werden gezien en gaf het signaal dat de partijen bereid waren samen te werken. ‘Putting Uganda first’ werd het leidende motto van IPOD. Als informeel platform heeft de organisatie geen beslissingsbevoegdheid, maar dat de partijen om de tafel zaten was al heel wat. IPOD-medewerker Henry Kasacca maakte de ontwikkeling van dichtbij mee: ‘Als oppositie kon je niet samen met de regeringspartij worden gezien. Nu komen ze er openlijk voor uit dat ze praten. Voordien luisterde NRM niet naar de oppositie; nu heeft de oppositie een platform.’ Het duurde wel even voordat er aan vertrouwen was gebouwd, vertelt Kalinge, die erbij was vanaf het eerste moment. ‘Als oppositie dachten we: waarom samenwerken met de regeringspartij? Na een paar jaar veranderde dat. Je leert de mensen kennen en bouwt aan relaties. Vanuit die persoonlijke relaties kun je de partij proberen te overtuigen.’ De dialoog wordt door de deelnemers gezien als belangrijk doel op zichzelf. Namanyana: ‘Het is belangrijk om NRM te blijven betrekken. We kunnen hen erop aanspreken wanneer ze afspraken niet nakomen die binnen IPOD zijn gemaakt. En we leren samenwerken met andere oppositiepartijen.’ Binnen IPOD kan NRM bovendien aangeven op welke punten ze niet in staat zijn tot compromis. ‘Zo kan de oppositie binnen IPOD haar eisen voorbereiden, waarna ze meer kans hebben in het parlement’, weet Kasacca. Waar voor de oppositie de winsten binnen IPOD duidelijk zijn, is het gissen naar die van NRM. Critici en menig oppositielid denken dat NRM er slechts zit vanwege windowdressing en om donoren tevreden te houden; anderen geloven wel degelijk dat NRM het proces serieus neemt. Kasacca bijvoorbeeld: ‘De regering gebruikt IPOD om aan haar legitimiteit te bouwen’, meent hij. Iemand die uiteraard meer licht kan laten schijnen op NRM’s motivatie is minister Migereko. ‘We focussen op discussie en dialoog met de oppositie om consensus te bereiken. Op die manier zullen politieke partijen niet op een onconstitutionele en illegale manier hun politieke doelstellingen nastreven. Dat leidt tot chaos en instabiliteit en dat willen we ontmoedigen. IPOD heeft belangrijke successen gehaald, het heeft chaos voorkomen. Het leger trouwens ook, natuurlijk’, voegt hij toe. Volgens Karijn de Jong van NIMD wordt Museveni echter niet alleen gedreven door druk vanuit de oppositie, maar moet hij ook de hervormingsgezinde facties van NRM tevreden zien te houden.
Hervormingen Dialoog mag belangrijk zijn, maar er moet wel iets substantieels te bespreken zijn. De partijen besloten daarom binnen IPOD aan vier issues te werken: electorale hervormingen, grondwether-
15
Minister: ‘De dialoog heeft chaos voorkomen - en het leger ook natuurlijk’ © Selma Zijlstra
NIMD faciliteert debat in Oeganda
POLITIEKE DIALOOG IN OEGANDA
© Selma Zijlstra
14
Boven: minister Daudi Migereko. ‘Oegandezen willen Museveni nog steeds als president’ Onder: parlementariër Florence Namanyana. ‘Het is tijd dat Museveni gaat’
vormingen, publieke financiering van politieke partijen, en de rechtsorde. De eerste stappen voor electorale hervormingen, in 2011, reikten tot in Londen. Omdat het vermoeden bestond dat er gesjoemeld zou worden, werden dáár de stempapieren gedrukt; de voltallige oppositie reisde mee. Daar werden de papieren ook geteld en naar het vliegveld geëscorteerd. In Kampala wachtte de oppositie de stempapieren op en vergezelde ze naar de verschillende kieslokalen in het land. Kalinge vond het betekenisvol: ‘Natuurlijk kon NRM de verkiezingen alsnog vervalsen. Maar ze konden geen nieuwe stempapieren meer maken. Daarop hadden we in elk geval zicht.’ Voor de oppositie zijn de hervormingswensen helder. Zij vermoeden grootschalige fraude en eisen daarom onder meer een gemoderniseerd stemregister. Ook willen ze een nieuwe samenstelling van de Kiescommissie, die nu door Museveni wordt aangesteld en daardoor volgens oppositie en analisten niet onafhankelijk is. ‘Je laat de trainer van Ajax toch ook niet de scheidsrechter aanwijzen?’ verduidelijkt Augustine Ruzindana, secretaris-generaal van het Fo-
rum for Democratic Change (FDC). Oeganda’s op één na grootste partij ontstond in 2005, toen Museveni’s oude strijdmakkers verbolgen waren over het afschaffen van de ambtstermijnen. Een bijkomend probleem, vindt de oppositie, is dat de leden van de Kiescommissie voor meerdere termijnen kunnen worden aangesteld. ‘Dan probeer je bij de president in een goed daglicht te komen zodat je kunt blijven zitten’, zegt Florence Namanyana. Een minstens even groot zorgpunt is de vermeende vermenging van partij en staat. ‘We nemen het niet op tegen een partij, maar tegen de staat’, meent Ruzindana. En dus ook tegen leger en politie. Volgens de oppositie zijn die op de hand van NRM, en dat laat de oppositie weinig manoeuvreerruimte. Toen FDC-leider Kizza Bessigye, net als Ruzindana een oud-strijdmakker van Museveni, het in 2006 waagde de president uit te dagen tijdens de verkiezingen, werd hij opgepakt wegens ‘terrorisme’. In 2011 werd hij het ziekenhuis in geslagen. ‘Museveni beschouwt het als een misdaad als je hem uitdaagt’, ziet professor Makara. Volgens de oppositie financiert de president
bovendien zijn campagne met staatsmiddelen. Tijdens tripjes door het land deelt hij naar hartenlust geld uit om stemmen te winnen. Florence Namanyana windt zich zichtbaar op. ‘De president is zijn campagne al begonnen. Geld wordt uitgedeeld as we speak. Waar komt het vandaan? De regering. Dat geld kon gebruikt worden voor publieke diensten, gezondheid, onderwijs.’ Landelijke media schatten dat Museveni’s campagne 350 miljard Oegandese shilling heeft gekost; van een tiende daarvan durft de oppositie niet eens te dromen. De zorgen van de oppositie worden gestaafd door EU-waarnemers, die tijdens de laatste twee verkiezingen onregelmatigheden en een gebrek aan gelijk speelveld constateerden. NRM herkent zich echter niet in het beeld. Migereko: ‘Verkiezingen kennen winnaars en verliezers. Als je verliest, betekent dat niet dat je geen eerlijke kans had.’ Veel van de zorgen van de oppositie begrijpt hij niet, bijvoorbeeld over de Kiescommissie. ‘Ze kunnen door de president aangewezen zijn, maar dat betekent niet dat ze niet onafhankelijk opereren. De oppositie wil een selectie-
HE
REPORTAGE
© EPA/Dai Kurokawa
Dat Museveni in 2016 de macht afstaat, lijkt nog niemand te geloven
Een boda boda (motortaxi) vervoert de stemboxen en –papieren in Mukono tijdens de verkiezingen van 2011
comité. Zo creëer je bureaucratie voor problemen die simpel op te lossen zijn.’
Symptoombestrijding? Desalniettemin zegt NRM open te staan voor voorstellen voor verbetering. Zo zullen er nieuwe legitimatiebewijzen worden gebruikt om te stemmen. Deze, en de andere hervormingen die de partijen samen binnen IPOD voorbereiden, zullen hun weg vinden naar het parlement, waarna het kabinet erover stemt. De oppositie vertrouwt erop dat de voorgestelde hervormingen de verkiezingen een stukje eerlijker maken. De vraag is echter of dit allemaal lukt vóór 2016. Grootste probleem volgens de oppositie is de houding van NRM. ‘NRM ziet de issues niet als een probleem’, reflecteert Ruzindana op Migereko’s eerdere woorden. ‘Dus hoe kun je een issue op tafel leggen als de belangrijkste partij niet accepteert dat het een issue is? Indirect kunnen we aan hervormingen werken, maar het blijft symptoombestrijding.’ Ruzindana verwoordt de mening van veel oppositieleden, gefrustreerd over het gebrek aan vooruitgang binnen IPOD. Een evaluatierapport beschreef dat het de hoge verwachtingen van de oppositie niet kon waarmaken. Even dreigden de partijvoorzitters van de oppositie zelfs uit IPOD te stappen en voor een meer activistische aanpak te kiezen. ‘De oppositie wil grote veranderingen, maar het IPOD-mandaat is beperkt’, aldus Eugène van Kemenade, hoofd van het NIMD-kantoor in Oeganda. ‘We kunnen geen wetten doorvoeren. We kunnen wél dingen voorstellen. Zij willen dat het regime weggaat, maar wat wij kunnen doen is proberen het level playing field te vergroten.’ De doorgaans meer gematigde secretarissengeneraal van de partijen wisten de voorzitters echter te overtuigen van het belang van het
IPOD-proces. Kalinge snapt wel de terughoudendheid die ook zijn eigen partijgenoten bij het IPOD-proces hebben: ‘Wij praten met de NRM en tegelijkertijd worden onze mensen door diezelfde NRM-leden in elkaar geslagen. Toch moeten beide wegen worden bewandeld, die van activisme en die van de strategisch zo belangrijke dialoog.’ Een gevecht tegen de bierkaai blijft het wel een beetje. Want dat Museveni in 2016 via eerlijke en vrije verkiezingen de macht afstaat, lijkt nog niemand te geloven. ‘De verkiezingen zijn al gestolen’, meent professor Makara. ‘Zijn campagne begon de dag na de verkiezingen in 2011. Zijn voorsprong is enorm.’ Dus waarom dan toch meedoen aan de verkiezingen en strijden voor hervormingen? Kalinge ziet genoeg redenen: ‘Ook al winnen we de verkiezingen niet, het is voor ons een manier om negentig dagen lang met de bevolking te kunnen praten zonder dat de politie ons lastigvalt. En bovenal kunnen we niet weglopen van onze verantwoordelijkheid. Het is onze plicht ons voor te bereiden op een echte democratie. Goede kieswetten zijn al een reden op zichzelf. You bite what you can chew. We zitten hier niet voor kortetermijnresultaten: het gaat om strategie.’
Oegandese Lente Waar het in de toekomst heengaat met Oeganda, kan niemand met zekerheid voorspellen. Scenario’s volop. Verraadt Museveni’s bewondering voor de 90-jarige Zimbabwaanse president Mugabe zijn ambities? Of gaat hij toch op zijn 75ste met pensioen, zoals de Grondwet voorschrijft? Misschien zorgt de interne NRM-partijdynamiek voor scheuren? Voortekenen zijn al zichtbaar. In september is premier Amama Mbabazi ontslagen omdat hij zou hebben geprobeerd presidents-
kandidaat te worden. Er wordt gespeculeerd dat Mbabazi naar de oppositie zal overlopen. Als de oppositie zich nu voltallig achter hem schaart en met één stem campagne voert, krijgt Museveni in 2016 mogelijk een serieuze tegenstander. Een ander scenario waarover volop wordt gespeculeerd is een Oegandese Lente, naar analogie van de Arabische. Of die er komt valt te betwijfelen, want een goed opgeleide middenklasse, zoals in Tunesië, ontbreekt. Toch zijn er wel degelijk ingrediënten voor een potentieel explosieve situatie. Van de bevolking is 78 procent jonger dan dertig jaar, en 83 procent van de jongeren tussen de 18 en 24 jaar is werkloos. Zij beginnen gefrustreerd te raken door het gebrek aan kansen, terwijl ze een kleine elite rijker zien worden. Dat het nummer ‘Time Bomb’ van Oeganda’s populairste rapper Bobi Wine momenteel een grote hit is, is veelbetekenend. ‘Er kan gemakkelijk gekapitaliseerd worden op die woede’, vermoedt Kalinge. Ook Museveni lijkt zenuwachtig te worden. Demonstraties worden steeds vaker neergeslagen en voor bijeenkomsten van meer dan drie mensen is tegenwoordig toestemming vereist van de politie. ‘Bij zowel de regering als de oppositie winnen extremistische krachten terrein’, observeert Kasacca. IPOD heeft volgens hem een cruciale rol te spelen om in een potentieel explosieve situatie de gematigde stemmen naar voren te laten komen. De echte tijd voor IPOD komt nog, denkt ook Kalinge. ‘Er komt een tijd dat NRM ons nodig heeft.’ En voorovergebogen, terwijl hij over zijn brillenglazen heen kijkt, zegt hij op gedempte toon: ‘Weet je, eind vorig jaar woonde Museveni’s schoonzoon namens NRM een IPOD-vergadering bij in een hotel even buiten de stad. Hij zei: “We zijn nu 28 jaar aan de macht en we weten dat dingen kunnen veranderen. Maar we willen in leven blijven en onze eigendommen behouden. Als Museveni vertrekt, gaan jullie ons dan opsluiten en onze eigendommen stelen? Of kunnen we praten over veiligheid tijdens een transitie en worden we menselijk behandeld?” Dat was de eerste keer dat ik zoiets hoorde in IPOD. Kijk, daar ging het ergens over! Precies díe rol moet IPOD spelen. Dan gaat het niet meer over een paar electorale hervormingen, maar over het voortbestaan van de natie.’
TB
17
IN
NE
NH
OF
Roelof van Laar (PvdA):
‘Democratie is nooit af’ © Leonard Fäustle
16
Investeren in good governance en democratie vergroot de kans op het goed besteden van Nederlands ontwikkelingsgeld. Maar hoe is het besef van democratie doorgedrongen in het dagelijks werk van Nederlandse parlementariërs? Roelof van Laar (PvdA): ‘Ontwikkelingssamenwerking gaat altijd over dialoog.’ tekst
Arachne Molema
Wat is de rol van democratie in uw dagelijks werk als parlementariër? ‘Er is geen plek in de samenleving waar je zoveel verschil kunt maken als in de Tweede Kamer. Het is fijn dat Nederland zo open is dat je alles tegen politici kunt zeggen. Al die input van burgers, maatschappelijke organisaties en partijen helpen om debatten goed te voeren. Ik ga niet op een kamertje bedenken wat goed is voor mijn land. In landen waar geen democratie is, vertegenwoordigt men alleen zichzelf of het belang van een kleine groep.’
Welke trends ziet u op democratiegebied in Nederland? ‘Wij hebben een ontwikkelde democratie. Er is een bruisend maatschappelijk middenveld en een samenleving waarin iedereen zijn plek kan vinden, maar een democratie is nooit af. In de politiek en media zie je dat de vorm soms belangrijker is dan de inhoud. De hedendaagse mediasnelheid is zo hoog, en dat gaat niet veranderen. Maar met meer focus op inhoud zouden we het land beter besturen.’
Is een meerpartijenstelsel altijd de beste bestuursvorm? ‘Het is de ultieme vorm. Een meerpartijenstelsel is een inclusieve vorm waarin
instituties zich iets aantrekken van het algemeen belang. Het duurt lang voordat dat gerealiseerd is. Zelfs in Nederland blijft dat zoeken. In ontwikkelingslanden zie je elementen van wat je zou willen zien, maar nooit een heel systeem. Zelfs Zuid-Afrika, dat een levendige democratie is, is in feite een eenpartijstaat waar het ANC alles bepaalt. Daar zijn volledige democratische verkiezingen die eerlijk en vrij verlopen, toch is er één partij dominant. In veel ontwikkelingslanden zie je dominante partijen, of twee partijen die elkaar afwisselen. Dat is geen democratie. Rwanda en Cambodja zijn daar voorbeelden van. Democratie is het resultaat van een ontwikkeling, niet iets wat je zomaar kunt invoeren. Een land met een meerpartijendemocratie is niet per se beter. Waar het om gaat is dat er bestuurd wordt vanuit het algemeen belang. Als je in een democratie leeft die corrupt is en alleen zichzelf bedient, dan heb je daar minder aan dan aan een dictator of despoot die goede dingen doet. Het regime in China is niet democratisch, maar het heeft een miljard mensen uit de armoede getrokken.’
Mag je een meerpartijenstelsel opleggen als voorwaarde voor ontwikkelingssamenwerking? ‘Opleggen is nooit een goede weg. Je kunt nog zulke harde voorwaarden stellen, maar ontwikkelingssamenwerking gaat over dialoog en gezamenlijk aan onderwerpen werken. Wij subsidiëren het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie. Zij werken op langere termijn met lokale krachten uit het land zelf. Ze brengen politici in een apolitieke setting, los van de media, bij elkaar en proberen een dialoog op gang te helpen. Dat is in Nederland de kracht van het parlement. Iedereen weet waar we mee bezig zijn. Soms gaat het partijbelang voor, maar op lange termijn kiezen partijen er altijd voor om het land te besturen. Het algemeen belang van het land staat voorop. Dit kabinet heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer en toch strandt het niet. In ontwikkelingslanden bestrijden ze elkaar vaak tot op het bot omdat ze koste wat kost de macht willen.’ Roelof van Laar (PvdA, 1981) – Tweede Kamerlid sinds 2013. Woordvoerder ontwikkelingssamenwerking en koninkrijksrelaties. Was daarvoor directeur van Stop Kindermisbruik en gemeenteraadslid in Leiden. Studeerde politicologie en bedrijfskunde.
18
LIQUID FEEDBACK
RECHTSTREEKSE BURGERPARTICIPATIE
19
LiquidFeedback: directe invloed op beleid De democratie ligt onder vuur, maar online platform LiquidFeedback kan haar weer uit het slop helpen halen. De Berlijnse Piratenpartij gebruikt het al – en met succes. LiquidFeedback geeft burgers het gevoel dat ze meebeslissen over hun toekomst. Ook NIMD heeft belangstelling.
H
et stadje Kvareli ligt in een van de oudste wijnstreken ter wereld: de Oost-Georgische regio Kakheti. De groep politici, onderzoekers en ICT-techneuten die zich hier hebben verzameld zijn er echter niet om kwaliteitswijnen te proeven, maar voor een spannende pilot: LiquidFeedback. De deelnemers uit Duitsland, Nederland, Zweden en Georgië spelen achter hun laptop de LiquidFeedback-simulatie. Rechtsboven op de webpagina staat een blokje onderwerpen: economie, onderwijs & jeugd, financiën, transport, en stadsontwikkeling. De deelnemer kan aangeven of hij meer over een van de onderwerpen wil weten, op de hoogte wil worden gehouden, een nieuw initiatief wil starten, of zijn stem wil uitbrengen of weggeven. Een van de Nederlanders start een nieuw initiatief: ‘De stad Den Haag zou trams moeten vervangen door een metronetwerk.’ Degenen die hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in transport, reageren met suggesties als: ‘De Noord-Zuidlijn heeft aangetoond dat de overheid niet bekwaam genoeg is voor grote projecten. Bouwprojecten moet je overlaten aan de privésector.’ Een ander stelt voor om boven de stad een magneetzweeftrein te bouwen. Een van de deelnemers is Martin Delius, fractieleider van de Duitse Piraten Fraktion Berlin, misschien wel het meest succesvolle voorbeeld van LiquidFeedback tot dusverre. Hij legt uit waarom zijn partij het programma gebruikt: ‘We zijn een groeiende partij met veel jonge mensen,
Arachne Molema
een klein programma en geen structuren. We wilden ook geen structuren, we wilden ons niet organiseren als andere partijen.’ De Piratenpartij vecht tegen de manier waarop binnen de gevestigde politiek besluitvorming plaatsvindt. Besluitvorming waarin de burger niets in te brengen heeft, geen zicht heeft op het proces, en slechts eens in de vier jaar stemt op een partij die vervolgens haar beloftes niet nakomt. De Duitse Piratenpartij wil transparantie bij de overheid bevorderen en staat voor het burgerrecht op informatieprivacy. Bij de Berlijnse deelstaatverkiezingen in september 2011 wonnen de Piraten vanuit het niets 8,9 procent van de stemmen. Het gaf hun vijftien zetels in het parlement. Vervolgens kwam Delius terecht bij het open source online platform LiquidFeedback.
Alle netwerken zichtbaar LiquidFeedback begint met het poneren van een stelling of thema. Ieder lid van de Piratenpartij kan dit doen. Daarna begint de discussie. Als een deelnemer niet helemaal thuis is in het onderwerp, kan hij via LiquidFeedback anderen bevragen. De discussie is te volgen op het forum. Een initiatiefnemer kan zien hoeveel aanhangers zijn initiatief heeft. Na een vastgestelde periode moet er worden gestemd. Dat kan een partijlid zelf doen, maar hij kan zijn stem ook weggeven. Dat is een voordeel, want in plaats van je stem te geven aan een nog nooit ontmoet Kamerlid, geef je hem aan een bekende. Het achterliggende idee is iedereen zelf een keuze te laten maken over directe of indirecte democratie, en over de
onderwerpen waarover ze willen meebeslissen. De Piratenpartij startte met de software als platform voor discussie; later implementeerde ze LiquidFeedback binnen de partij zelf. Alles waarover het LiquidFeedback-forum consensus bereikt, wordt als partijbesluit overgenomen. Dat is in de statuten vastgelegd. Delius voegt zijn beleid dus naar de uitkomst van het platform. ‘Als de media ons vroegen: hoe denk je hierover, en we hadden geen antwoord, dan vroegen we het onze leden via het systeem’, zegt Delius. Hij laat een foto zien van een grote zaal waarin mensen gele kaarten omhooghouden. ‘Waarom deze mensen ja of nee stemmen, weet je niet. Alleen de keuze zelf is te zien, maar je weet niet hoe die keuze tot stand is gekomen. LiquidFeedback is transparant. Het interessante is dat we zien wie, hoe, wanneer beïnvloed wordt, doordat de hele discussie met voorstellen, suggesties en tegenvoorstellen op het forum terug te lezen is. Alle netwerken in de partij zijn zichtbaar. Dat is een verschil met een referendum waarin je alleen ja of nee stemt.’ ‘Motivatie gaat over communicatie’, zegt softwareontwikkelaar Axel Kistner. ‘Hoe bediscussieer je zaken in een grotere groep? Daarvoor maakten we LiquidFeedback.’ Samen met Andreas Nitsche, Jan Behrens en Björn Swierczek ontwikkelde Kistner LiquidFeedback. De software is in ieder land toepasbaar, mits in de juiste taal vertaald. De vier hebben zowel een sociologische als softwareachtergrond. Via een graphic laat Kistner zien hoe een besluit tot stand komt (zie ook de figuren op p.20
© Tobias Wolter
tekst
Demonstratie van de Berlijnse Piratenpartij; de partij gebruikt LiquidFeedback voor de interne besluitvorming
20
LIQUID FEEDBACK
Moderne technologieën Naast LiquidFeedback worden er ook andere moderne technologieën gebruikt ten behoeve van de democratie. Bijvoorbeeld Instavibe in België, App4GOV in de VS, Polly in Australië en Lomio in NieuwZeeland. Binnen Podemos, een Spaanse politieke partij die is opgericht in maart 2014, kunnen duizenden mensen participeren. Online discussiëren leden onder eigen naam, zijn er collectieve amendementen en online referenda. Net zoals bij de Berlijnse Piratenpartij, die ook gericht is op burgerparticipatie, steeg de populariteit van Podemos in korte tijd ongekend. De partij, die 5 van de 54 voor Spanje beschikbare zetels behaalde in het Europees Parlement, zoekt naar een nieuwe vorm van politiek bedrijven. Hun voornaamste aandachtspunt is de strijd tegen corruptie, waarop transparantie volgens Podemos het antwoord is. Via de website hebben leden toegang tot video’s, voorstellen, debatonderwerpen en nieuws. Op de site is een digitaal parlement en een Podemos-plein waar open discussies plaatsvinden, en kunnen bezoekers meedoen aan vraag-en-antwoordsessies met partijleiders. Het Argentijnse Partido de la Red in Buenos Aires maakt gebruik van DemocraciaOS. Hun ideologie is dat echte politieke partijen voortdurend de publieke opinie moeten raadplegen en daarvan moeten leren. Oftewel: democratie wordt horizontaler, en onze democratische horizon wordt verbreed.
RECHTSTREEKSE BURGERPARTICIPATIE
en 21). De interconnecties gaan heen en weer: Piet praat met buurman Jantje, en Jantje weer met zijn zus Maria, die vervolgens Piet aanspreekt. Tussen duizend mensen bestaan bijna een half miljoen interconnecties. Op het forum kun je zien wie wie aanspreekt. Een groot voordeel is dat er geen moderators zijn. Discussies zijn rechtstreeks.
Democratische vermoeidheid LiquidFeedback wordt steeds meer gezien als een van de methoden om democratie mee uit het slop te halen. David van Reybrouck, auteur van
men, heel gecentraliseerd, zonder dat de burger daar zicht op heeft.’ In de gemiddelde partij is hierbij de positie in de partijhiërarchie vaak doorslaggevend. Datgene waardoor burgers zich ver van de politiek voelen staan, verhelpt LiquidFeedback door burgers te laten meebeslissen in het beleidsvormingsproces. ‘Democraten kunnen hier niets op tegen hebben, want LiquidFeedback richt zich op partijen in het oude kader van de representatieve democratie’, zegt Will Derks, die zich binnen het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) bezighoudt met innovatie. ‘Het maakt dat
‘LiquidFeedback helpt partijen jonge leden te vinden. Politiek wordt weer sexy’ onder meer Congo, een geschiedenis en Tegen verkiezingen, vergelijkt de huidige democratie met een lekkend dak. Onder een lekkend dak zet je potten en pannen om de regen op te vangen, totdat het dak instort door zware regenval. Vandaag de dag is er volgens hem sprake van een democratische vermoeidheid. De democratie is gereduceerd tot verkiezingen; politieke partijen zijn voortdurend bezig met de volgende verkiezingen en houden de burger zoet met kortetermijnoplossingen. Het vertrouwen in politieke partijen is laag, er is een algemene tendens van ontevredenheid en het aantal partijleden daalt. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van partijvertegenwoordigers en leden ongekend hoog. Dit alles is funest voor de politieke stabiliteit in een land. Mensen voelen zich niet vertegenwoordigd. Maar hoe betrek je burgers weer bij de politiek? Op het lekkende dak zijn allerlei reacties. Er zijn populistische partijen, er zijn tegenbewegingen als de Occupy-beweging, die de democratie op een andere manier willen invullen. En er is technologie. Kati Piri, lid van het Europees Parlement en openingsspreekster van een van de workshops op de conferentie, legt uit dat er binnen traditionele politieke partijen te veel focus is op de politiek leider. ‘Als de leider vertrekt, is de partij ook verdwenen. Een leider is te veel het gezicht van een partij. Bij LiquidFeedback is de macht verdeeld doordat iedereen meebeslist. Daarnaast wordt iemand lid van een partij om invloed uit te oefenen, maar de belangrijke beslissingen worden achter gesloten deuren geno-
een partij in plaats van top-down, meer horizontaal is. Ook NIMD heeft om die reden belangstelling voor LiquidFeedback, omdat het een weg biedt om politieke partijen en democratie te verstevigen. Het helpt partijen om jonge leden aan te trekken. Politiek wordt weer “sexy”. Het biedt tevens de mogelijkheid om leden actief bij de besluitvorming te betrekken door middel van levendige debatten. Dat helpt politiek leiders weer om nieuw talent te ontdekken, en om leden beter te begrijpen en betrokken te houden.’ NIMD is in gesprek met politieke partijen in Georgië, Colombia en El Salvador over de implementatie van LiquidFeedback.
Gebruikersvriendelijkheid Een voordeel van internet is de parallelliteit: iedereen beslist mee in zijn eigen tijd en over zijn eigen onderwerp. Zo maakt een partij veel lucratiever gebruik van de creativiteit, intelligentie en ideeën van haar partijleden. Als mooiste voorbeeld van wat een individueel lid kan inbrengen, vertelt Martin Delius over de gewone burger die in Berlijn een wet over dataprotectie in de EU aangepast heeft weten te krijgen. ‘Deze man opperde dat de bestaande Berlijnse dataprotectie veel beter, veiliger en uitgebreider was. Waarom je afhankelijk opstellen van de EU als de eigen dataprotectie beter is? Hij schreef vervolgens een initiatief dat zo goed was dat het amendement veranderde. Binnen de partij kreeg het met één stem de meerderheid, waardoor het in het parlement kwam. Deze man heeft
uiteindelijk zijn initiatief in vier maanden tijd naar het parlement gebracht.’ Het liefst zou Delius’ partij LiquidFeedback direct willen laten integreren op de werkvloer van parlementariërs en politieke partijen, en gebruikmaken van online platforms voor directe wettelijke implementatie. Met dat laatste wil de Piratenpartij inspelen op de snelheid waarmee Berlijn groeit. ‘Hoe maken we gebruik van ruimte, waar moeten we nieuwe flats bouwen, met wie, met welk geld en hoe? Deze dialoog willen we op een online platform houden’, zegt Delius. Op deze manier wordt LiquidFeedback al gebruikt in het Duitse district Friesland in Nedersaksen. Daar is het een middel om een brug te slaan tussen volksvertegenwoordigers en burgers. Het parlement verplicht zich om een item op de agenda te zetten als genoeg burgers daartoe via het forum oproepen. Zo kregen alle DuitsFriese inwoners een uitnodiging om virtueel mee te denken en beslissen over onder meer nieuwe scholen en fietspaden. Een deelnemer aan LiquidFeedback maakt een eigen profiel aan, liefst met foto. Alleen echte personen kunnen meedoen in het besluitvormingsproces. Daarom laat Piraten Fraktion Berlin haar leden zich eens in de driehonderd dagen fysiek melden met paspoort, om fraude tegen te gaan. ‘Anoniem meedoen is uitgesloten. Transparantie roept de vraag op van privacy. Het is een afweging tussen anonimiteit versus pen en papier, verifieerbaarheid versus elektronische stemming’, zegt LiquidFeedback-ontwikkelaar Andreas Nitsche. Vincent Oord, hoofd digitalisering van D66, draait mee in de simulatieproef. Hij heeft vraagtekens bij de gebruikersvriendelijkheid. ‘Het proces tot een voorstel blijft complex. Een gebruiker heeft uitleg nodig. Het is geen Facebook waar je even een berichtje achterlaat of een foto uploadt.’ Binnen D66 is een klein aantal mensen bezig met de vraag hoe ze technologie kunnen gebruiken in de partij. ‘Van de bijna 25 duizend leden komen er misschien vijftienhonderd naar het partijcongres. Hoeveel breng je dan in als partijlid?’ De eigen onderwerpkeuze en tijdsindeling is volgens Van Oord dan ook een groot voordeel van LiquidFeedback. ‘Toch moet je oppassen voor een kloof binnen de partij. LiquidFeedback is het platform, pretendeer je dan. Maar is ieder partijlid in staat om dat platform te gebruiken? Die drempel moet zo laag mogelijk zijn.’ Van Oord kan de transparantie-ideologie vanuit de hackers- en developerswereld goed begrijpen. Macht en machtsposities moeten altijd kritisch worden bekeken. ‘De eerste vraag die een partij zich moet stellen: Wil ik überhaupt zo georganiseerd zijn? Input is leuk, maar wat doe
je daar vervolgens mee? Willen politici die kennis en macht delen? Delius bindt zich aan wat er op het forum besloten wordt.’
Trekpleister ‘Inderdaad moeten jullie als politieke partijen helder formuleren wat jullie met de input van de leden doen’, zegt ontwikkelaar Nitsche. ‘Of dat nou is in de vorm van een denktank, richtlijnen, identiteitsbepaling of een overlegorgaan.’ De grote winst is volgens hem het ongelimiteerd communiceren in grote groepen. Burgerparticipatie is een trekpleister om nieuwe leden te winnen. In eerste instantie lijkt nieuwe technologie als LiquidFeedback daarom vooral voor jonge partijen interessant. Partijen zonder een vastomlijnde ideologie en zonder vastgeroeste structuren. Partijen waarvan de politieke agenda zich deels nog moet vormen en die daarin hun leden inspraak geven. Daarnaast lijken jonge democratieën geschikt, omdat ze minder gevestigd zijn. Dat is ook een reden dat NIMD ervoor koos om de kick-off van LiquidFeedback in Georgië te laten plaatsvinden. Enkele partijen als de Verenigde Nationale Beweging en de twee jaar jonge partij Georgische Droom tonen interesse. De komende maanden gaan de partijen met NIMD in gesprek om te kijken hoe LiquidFeedback kan worden geïmplementeerd. ‘Eerst moeten we onze partij in kaart brengen’, zegt Dimitri Tskitishvili, fractievoorzitter van Georgische Droom. ‘We weten niet wat de gemiddelde leeftijd van onze leden is, noch de man-vrouwverhouding en ook niet uit welke regio’s ze komen. Als dat gedaan is, willen we er waarschijnlijk ergens volgend jaar mee aan de slag. Het internetgebruik en -toegang stijgen trouwens steeds meer in Georgië. Dat is een voorwaarde. In sommige plattelandsgebieden is het bereik slecht.’ ‘Technologie als LiquidFeedback is een bonus, maar geen vervanging,’ zegt Will Derks van NIMD. Volgens hem zijn burgers ontevreden, maar wel bereid daar wat aan te doen. ‘Kijk maar naar de demonstraties rond het Gezipark in Turkije, naar Hong Kong, Oekraïne en de M15 in Spanje. Mensen willen iets te zeggen hebben over hun toekomst. Daarin kan LiquidFeedback een rol spelen, omdat het burgers het gevoel geeft dat ze meebeslissen.’ Over de hele wereld ziet hij pockets: losse plekjes waar ze hierover nadenken of ermee bezig zijn. ‘Het lijkt nog weinig, maar het worden er steeds meer. Waar het heen gaat weet ik niet, het is een zoektocht. LiquidFeedback laat de macht delen. Wil een politicus zijn macht delen? Of we het leuk vinden of niet, die kant gaat het op. Dan kun je twee dingen doen: afwachten en volgen, of initiatieven nemen. NIMD kiest voor het laatste.’
‘Het is geen Facebook waar je even een berichtje achterlaat’
21
DEMOCRATIESCHOLEN
Democratiescholen: vertrouwen vanaf de grond opbouwen ‘Democratiescholen’: in negen landen, waaronder Egypte, El Salvador, Burundi en Indonesië, heeft het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) ze gesticht. Onder leiding van vakspecialisten leren studenten uit de politiek, ngo’s en de media samen een democratische cultuur op te bouwen. Vice Versa bezocht twee democratiescholen in Georgië. tekst
J
ournaliste Nino Robakidze tekent drie cirkels op het bord. Eén cirkel voor de media, één voor de overheid en één voor de samenleving. In het klaslokaal van de democratieschool in het Georgische Kutaisi luisteren ruim twintig leerlingen aandachtig naar haar betoog. ‘Tijdens de Sovjet-periode werden de media gecontroleerd, en daardoor is hun rol nu niet duidelijk’, vertelt Robakidze onder meer. De discussie leeft op als iemand vraagt of het goed is dat de media zoveel aandacht besteden aan huiselijk geweld tegen vrouwen. Iemand zegt dat burgers zich in de Sovjet-Unie veiliger voelden omdat slecht nieuws werd weggemoffeld. Een felle discussie volgt, zoals vaker in de democratieschool in Kutaisi, een van de vier van dergelijke scholen in Georgië. De andere drie staan in Batumi, Gori en Telavi. De scholen streven ernaar de lokale democratie te versterken en binnen gemeenschappen een lokale politieke cultuur te ontwikkelen. Volgens het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD), de initiatiefnemer van de democratiescholen, zijn politieke partijen cruciaal voor iedere goede democratie. Als die hun rol op de juiste manier vervullen, worden de rechten en plichten van burgers nageleefd en kan een land zich ontwikkelen. NIMD werkt zowel aan versterking van het politieke systeem als,
23
BOUWEN VANAF DE GROND
Arachne Molema
we hier in de openlucht in het kamp.’ Destijds werd de nadruk vooral gelegd op binnenlands ontheemden, die daar toen net zaten. Het idee was dat de democratieleerlingen een goede mediator konden zijn tussen de overheid en de ontheemden. In de kampen waren de voorzieningen slecht en de meeste ontheemden zijn laaggeschoold. Dit jaar is Shmagi de enige ontheemde van de klas. Om te worden toegelaten is vooral motivatie een criterium. Volgens Zaza Chipashvili kom je er tijdens het toelatingsgesprek snel achter of iemand de geest heeft. ‘Drukt iemand zich goed uit? Heeft hij een sterke persoonlijkheid, eigen ideeën en doelen, en is hij niet te snel onder de indruk of te beïnvloeden door anderen?’
Mannenland Dali Giunashoili heeft twee keer huis en haard moeten verlaten. Tijdens het conflict van 19901991 vluchtte ze uit Tsinvali. Laatst zag ze op Facebook haar oude huis; er wonen nu twee families. ‘Verschrikkelijk, maar ik geef niet op. Nooit. Als je een sterke geest hebt, sta je op en begin je opnieuw. Het maakt dat ik me actief wil inzetten voor mijn omgeving. Ik ben bewust single. Ik kan gaan en staan waar ik wil. Ik was bang dat mijn onafhankelijkheid en actieve geest er-
aan zouden gaan als ik zou trouwen. Inmiddels vind ik vrouwen die het gezin met een carrière combineren juist dapper.’ In het orthodoxe Georgië denken mannen nog vaak dat vrouwen geen hoge posities moeten bekleden en al helemaal niet in de politiek. In het Georgische parlement zijn vrouwen zwaar ondervertegenwoordigd: slechts 10,8 procent is vrouw. Bovendien krijgen vrouwen veel minder betaald. Het is één van de speerpunten van de democratiescholen: meer vrouwen de politiek in. Aan het aantal vrouwelijke participanten zal het niet liggen: gemiddeld ruim 60 procent per klas. De vrouwelijke studenten zijn gedreven, ambitieus. Ook in het reguliere onderwijs presteren ze hoger en beter. Daarnaast organiseert NIMD in december 2014 een conferentie over gender in het centrum van Tbilisi. Hiermee willen ze tevens aandacht geven aan geweld tegen vrouwen, een issue dat volop in de schijnwerpers van media en politiek staat. Alumni Dako Muradashvili (30) is moeder van twee kinderen. De lessen hebben haar veel gebracht. ‘Ik heb mezelf gevonden en zelfvertrouwen gekregen. Ik durf mijn eigen beslissingen te nemen. Natuurlijk wil ik een goede moeder zijn, maar ik heb meer ambities. Ik ben diplomatieker en ruimdenkender. Vaak denkt mijn man
‘Een geschikte kandidaat kan ook een meisje zijn dat een blog bijhoudt’
Democratieschool-alumni Dako en Teona zetten zich in voor ontheemdenkampen rondom Gori. ‘Deze bankjes staan hier mede dankzij onze inspanningen’
door middel van trainingen, aan versterking van de partijen zelf. Ten derde probeert NIMD een democratische cultuur te ontwikkelen, onder meer via de democratiescholen. De studenten van de democratiescholen zijn reeds werkzaam in de politiek, of hebben politieke ambities. Op de scholen leren ze over democratisch leiderschap en wederzijdse verantwoordelijkheid. Er moet van onderop een nieuwe generatie politici met democratische normen en waarden worden klaargestoomd; een groep actieve burgers met de capaciteiten om op lokaal niveau democratische verandering aan te wakkeren. Sinds de eerste school in 2011 de deuren opende, hebben 354 studenten de vijf maanden durende gratis module afgerond. Het gros van hen is inmiddels werkzaam in de lokale politiek, de media of bij een ngo.
Sterke persoonlijkheid Shmagi Besuashuili (20) is een van de tachtig studenten op de democratieschool in Gori. Met zijn moeder, oma en twee zussen woont hij in een klein huisje in een van de negen kampen voor binnenlands ontheemden die Gori telt. Na de Vijfdaagse Oorlog met Rusland, in 2008, werd het gezin gedwongen hun huis in Tsinvali in Zuid-Ossetië te verlaten. Terug kunnen ze niet. ‘Ik wil politiek journalist worden’, zegt Shmagi, die ook journalistiek studeert en schrijft voor het plaatselijke krantje Kurta. ‘Deze kampen
hebben zoveel problemen. Vaak is er geen elektriciteit, gas én geen geld. Ik schrijf artikelen over succesvolle ontheemden, degenen die wat hebben bereikt en niet bij de pakken neerzitten. Hun stem moet worden gehoord.’ Sinds hij meedraait met de lessen is Shmagi zich veel meer gaan interesseren voor politiek. ‘Het onderwijssysteem in Georgië is niet goed’, zegt hij. ‘Daarom ben ik blij met de hoge kwaliteit van de democratieschool. Ik kan mijn persoonlijke vaardigheden ontwikkelen en meer leren op democratie- en communicatiegebied.’ Ondertussen verontschuldigt zijn moeder zich voor het feit dat ze niets zoets op tafel kan zetten. Naast de schaal met zachte peren, appels en druiven legt ze een bordje met een mes. Sinds maart krijgen ontheemden 45 lari (ca. 20 euro) per maand. Dali Giunashoili (48) woont in dezelfde nederzetting en behoort tot de eerste lichting studenten. Als hoofd van de ngo Samachablo zet ze zich in voor infrastructurele projecten in de ontheemdenkampen, zoals wegen, looppaden, zitbankjes, en speeltuinen en een sportveld voor de kinderen. ‘Op de democratieschool heb ik geleerd hoe ik een goed projectvoorstel schrijf. Daardoor heb ik meer succes in mijn werk.’ Drie jaar geleden, toen coördinator Zaza Chipashvili van start wilde gaan met de school, hielp Dali hem met de aankondiging. ‘Dat deden
© Arachne Molema
22
DEMOCRATIESCHOLEN
Voor democratiescholen is geduld nodig NIMD heeft behalve in Georgië ook democratiescholen in Egypte, Myanmar, Tunesië, El Salvador, Guatemala, Burundi, Mozambique en Indonesië. Zo opende het instituut na de val van het Moebarak-regime in Egypte twee scholen: een in het plattelandsgebied in de Nijldelta, de andere in het stedelijk gebied rondom Caïro. De studenten komen van politieke partijen en van organisaties uit het maatschappelijk middenveld. In Tunesië opende NIMD in 2013 samen met de lokale partner Centre des Etudes Méditerranéennes et Internationales (CEMI), de Tunisian School of Politics voor jonge getalenteerde politici. Democratiescholing is vooral geduld hebben. In Indonesië, waar de eerste democratieschool werd opgericht in 2005, zijn inmiddels ruim tweeduizend alumni. Ongeveer vijfhonderd van hen zijn werkzaam in de politiek. Het aantal parlementskandidaten dat op de democratieschool had gezeten steeg van 83 in 2009 naar 127 met de verkiezingen in 2014. Daadwerkelijk gekozen parlementsleden waren 21 alumni in de regeringsperiode 2009-2014. Op provinciaal en districtsniveau zijn per 2013 32 alumni dorpshoofd en 86 alumni zijn lid van een kiescommissie.
BOUWEN VANAF DE GROND
de nationale politiek. ‘Het is belangrijk om de vertrouwenscultuur vanaf de grond op te bouwen.’ ‘In een kleine stad kun je samenwerking gemakkelijker stimuleren dan op landelijk niveau’, zegt Kobalia. Zijn stelling wordt geïllustreerd door enkele alumni van de school die behoren tot verschillende partijen, en die in Gori, geboorteplaats van Josef Stalin, een campagne zijn gestart om de naam van de hoofdstraat, de Stalin Avenu, te veranderen. De Sovjet-propaganda heeft hele generaties in hun kritisch denkvermogen aangetast. Veel vijftigplussers denken nog steeds met enige weemoed terug aan de Sovjetperiode. Voor het project zijn handtekeningen verzameld. ‘Een wet is er nog niet door, maar er gaan wel meer mensen nadenken over Stalinverheerlijking,’ aldus Kobalia. Het Stalinmuseum in Gori duidt inderdaad op Stalinverheerlijking. De gids doet denken aan Roald Dahls mevrouw Bulstronk. Met een stokje wijst ze schilderijen, foto’s en kleding van Stalin aan. Ze dreunt met monotone stem haar verhaal op voor een groep Zuid-Koreanen. Over Stalins geboortehuis, dat voor het museum staat, is een tempelachtig gebouw met pilaren gebouwd.
Er moet van onderop een nieuwe generatie democratische politici worden klaargestoomd
Netwerk
© Arachne Molema
24
Training over de media door journalist Nino Robakidze op de democratieschool in Kutaisi
dat hij een beslissing neemt, maar dan heb ik het bedacht. Van oorsprong hebben de echtgenoten en vaders hier het meeste voor het zeggen.’
Politiek begint lokaal De volgende dag in Gori gaat de les over zelfbestuur. Specialist Kote Kandelaki van het International Centre for Civic Culture geeft de training. Hij wil dat zijn studenten de rol van zelfbestuur begrijpen. Met de Sovjet-erfenis en de bijbehorende centralisatie, is dat niet gemakkelijk. Gedachten veranderen niet zomaar. Hij geeft simpele voorbeelden: waarom zou de regering in Tbilisi moeten bepalen wat er in de straten van Gori gebeurt? De afstand tussen de politieke partijen in Georgië is groot, maar op de democratiescholen
zijn aanhangers van alle partijen welkom. Iedere verkiezing komen er nieuwe partijen bij. Leiders die van partij naar partij switchen zijn geen onbekend fenomeen. Ook niet als ze in de nieuwe partij tegenovergestelde belangen moeten vertegenwoordigen. De Georgische Droom-coalitie, de nieuwe politieke partij die in 2012 uit het niets de parlementsverkiezingen won, is een bijeengeraapt geheel van voormalig liberalen, conservatieven, nationalisten en industriëlen. Degenen die onder de voormalige regeringspartij, de Verenigde Nationale Beweging, een functie bekleedden, hebben geen vertrouwen in de huidige coalitie. Daarom stimuleert NIMD de dialoog en samenwerking tussen verschillende partijen door gezamenlijke projecten binnen de democratiescholen.
Hoewel het Georgische landsbestuur verre van stabiel is, gloort er enige hoop. Op 15 september is een wet ingegaan die voorschrijft dat iedereen met een positie binnen de gemeenteraad, een test en bekwaamheidsexamen moet afleggen. Veel leerlingen hopen dat daardoor een opening voor hen ontstaat. Die hoop wordt actief gestimuleerd door NIMD. ‘Alle politiek begint lokaal’, zegt Irakli Kobalia, die binnen NIMD Zuid-Kaukasus verantwoordelijk is voor de democratiescholen in Georgië. ‘In de regio worden de kleine beslissingen genomen die bepalen hoe een stad eruitziet. Als mensen worden gedwongen hierover na te denken, zal het politieke vertrouwen groeien.’ Succesvolle ervaringen zullen er volgens haar toe leiden dat de bevolking meer vertrouwen krijgt in
Wil een democratie in een land vooruit, dan zullen politici, ngo’s, media en overheidsorganisaties met elkaar in gesprek moeten gaan. Daarvoor is een stevig netwerk nodig, en dat vormt zich op de scholen. ‘Behalve mijn kennis over maatschappij, politiek en activisme vergroten, wilde ik contact leggen met andere jongeren in mijn klas zodat we ideeën kunnen uitwisselen’, vertelt alumni Eka Arreladze (28). ‘En nog belangrijker is het contact met de trainers. Zij gaven ons hun telefoonnummer en e-mailadres. Wil ik hogerop komen binnen een ngo, dan heb ik professionele contacten nodig. Ik heb al een aantal trainers bij mijn projecten betrokken.’ Het alumninetwerk is sterk en studenten hebben ook met de andere steden contact. Hoe selecteer je de studenten voor dat netwerk? De concurrentie is groot: in Kutaisi waren er dit jaar bijna zeventig aanmelders, van wie er 22 werden geselecteerd. Volgens Irakli Kobalia zijn de criteria simpel: ‘Laat iemand natuurlijk leiderschap zien? Vermeldt het cv interesse in politieke of publieke zaken? Geven ze om hun omgeving? Dat kan ook een meisje zijn dat een blog bijhoudt. Daarnaast kijken we naar wat ze zouden willen doen met de kennis en ervaring die ze opdoen via de democratieschool. Weten de kandidaten wat er gaande is in Georgië? Maar het is absoluut niet voor de elite. Het onderwijs is gratis’, benadrukt Kobalia. Behalve een gelijke verdeling tussen lokale ngo’s, lokale partijen en studenten, is volgens Ana Shalikiani, coördinator in Kutaisi, ook een andere balans belangrijk. ‘We selecteren allereerst mensen die ons nodig hebben, die niet ge-
25
noeg vaardigheden en mogelijkheden hebben om een actief burger te zijn. Daarnaast zijn we op zoek naar open, ontwikkelde mensen. De mengvorm van deze twee groepen maakt een klas interessant.’ Gemiddeld heeft een derde van de studenten een politieke achtergrond en komt twee derde uit het maatschappelijk middenveld of is student.
Resultaten NIMD investeerde in 2014 voor ongeveer 60 duizend euro in de Georgische democratiescholen. Maar hoe meten ze de resultaten? Hoe weten ze of studenten actiever en bewuster zijn geworden? Of ze hun kennis hebben verbreed en professionele netwerk vergroot? Irakli Kobalia: ‘Het is moeilijk om te bepalen wie succesvol en niet succesvol is. Niet iedereen die de democratieschool doet gaat de politiek in. Ook andere groepen burgers worden versterkt om van buitenaf maatschappelijke bewegingen te stimuleren. Het is een plek voor debat, discussie en het uitwisselen van ideeën. De lessen van de school betalen zich overal uit in onze samenleving.’ Om de resultaten te meten, houdt NIMD anonieme enquêtes tijdens en na de studie, en organiseren ze focusgroepen. De leerlingen geven aan wat ze vinden van de kwaliteit van de lesstof, de trainers, de omgeving, het personeel en de school. De uitkomsten zijn positief. De aanwezigheidsgraad uit zowel de stad als de omringende dorpen is hoog. Het slagingspercentage is 97 procent. Kobalia: ‘Ook kijken we hoe de afgestudeerden zich verder ontwikkelen in hun carrière. Staan ze op in hun werk, doen ze mee aan de verkiezingen, beginnen ze hun eigen project? Het is belangrijk dat ze zich zelfverzekerder voelen en meer kennis vergaren. Tijdens de laatste lokale verkiezingen waren er dertien vrouwelijke kandidaten van onze school afkomstig. Dat zie ik als een groot succes.’ Van de eerste lichting deelnemers zijn er verscheidene aangesteld in leidinggevende functies in het nieuw gevormde kabinet van 2012. Daarnaast kregen drie vrouwen respectievelijk de functie van plaatsvervangend hoofd en bestuurshoofd in de gemeenteraad van Gori, en regionale officier van justitie in Gori. Als Irakli Kobalia het geld had, zou hij meer scholen in Georgië openen. ‘We houden van consistentie. Door connecties op te bouwen en uit te breiden, groeit het volume van diegenen die verandering brengen. Uiteindelijk zullen zij de meerderheid vormen in de politiek, media en samenleving. Democratie is nog altijd de beste vorm. Inwoners hebben een beter leven, hun inkomen stijgt, de mensenrechten worden beter nageleefd, en sociale voorzieningen en onderwijs zijn van hogere kwaliteit. Sommige staten hebben misschien olie, Georgië niet. Onze enige manier om vooruit te komen, is via democratisering. Wie staat op tegen onze leiders als zij de fout in gaan?’
26
RONDE TAFEL
DEMOCRATIE MOET GROEIEN
©Leonard Fäustle
‘Democratie moet groeien’
Kun je een democratie maken of moet ze organisch ontstaan? Moeten westerlingen zich ermee bemoeien of juist niet? Gooit donorgeld roet in het eten? Is er vooruitgang? In een rondetafelgesprek stelde Vice Versa vijf vragen aan drie Nederlandse directeuren van internationale organisaties die democratie helpen bevorderen in ontwikkelingslanden. ‘Ondanks alle verliezen in de strijd voor democratie, zegt iedereen: het was het waard.’ tekst
Seada Nourhussen
I
n een statig kantoor in het centrum van Den Haag ontvangt Hans Bruning, directeur van het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) twee collega-directeuren om te praten over democratie. Dat onderwerp is ook de core business van Theo Kralt van de Association of European Parliamentarians with Africa (Awepa) en Elisabeth van der Steenhoven van WO=MEN (‘Women equals Men’). Awepa werkt veelal met parlementen en parlementariërs, NIMD met politieke partijen en WO=MEN met burgerorganisaties. In een gemoedelijke discussie legden Bruning en Kralt de nadruk op
het belang van respectievelijk politieke partijen en parlementen voor het bevorderen van democratie. Van der Steenhoven wees veelvuldig op de bijdragen van burgers en de rol van sociale media als nieuwe controlemechanismen in moderne democratieën.
Moeten we democratie overal willen bevorderen? Theo Kralt: ‘Awepa heeft een werkwijze waarbij we altijd een “Memorandum of Understanding” (MoU) sluiten met een parlement in Afrika. Het is dus nooit eenzijdig, maar gaat om een evenwichtige
27
en respectvolle samenwerking. Wij vragen wat de behoefte is, leggen niks op en ondernemen gezamenlijk actie. Die actie is natuurlijk in elk land anders. De democratie in Mozambique bevindt zich in een totaal andere fase dan die in Somalië, dat je een gefragmenteerde staat zou kunnen noemen. Daar heeft Awepa de taak om mensen bij elkaar te brengen en te discussiëren over hoe een parlement zich kan beginnen te openen en organiseren. Je moet je goed verdiepen in het politieke bestel. De Democratische Republiek Congo is bijvoorbeeld een moeilijk bestuurbaar land met een mate van dictatuur waarin het parlement zijn weg zoekt. De bevordering van democratie en vredesontwikkeling in dat land kan een regionale aanpak vergen, waarbij het hele Grote Merengebied wordt betrokken. Terwijl Awepa in een land als Zuid-Afrika, dat een veel effectievere democratie kent, een programma heeft voor lokale overheden.’ Hans Bruning: ‘Ik ga met Kralt mee. Het is waanzin om te denken dat je vanuit een vast concept kunt werken. De wens om gehoord te worden en je gerepresenteerd te voelen, is universeel. Maar je moet altijd kijken naar de behoefte van een land. In Burundi brengen wij strijdende partijen bij elkaar, in een veel beter functionerende democratie als Ghana ondersteunen we politieke partijen bij het agenderen van thema’s als het grondstoffenbeleid en het electorale systeem. Voor NIMD is het gebruikelijk dat wij een vraag tot ondersteuning krijgen. Soms heel rechtstreeks vanuit de politiek, soms vanuit Nederlandse ambassades of de Europese Unie. We worden vooral gevraagd om dialoog tussen partijen te bevorderen, en daarnaast trainen we partijen in zaken als strategische planning. Daar moeten ze nadenken over hun visie als partij en hoe ze die in de praktijk willen brengen.’ Van der Steenhoven: ‘Ik kan me totaal niet vinden in de vraagstelling. Het gaat niet om “we”. Democratie is geen westerse uitvinding. In prekoloniaal Afrika waren er traditionele systemen van checks and balances die soms inclusiever waren dan de westerse democratieën. In het huidige Nigeria kon een koning zich pas laten kronen als hij steun kreeg van zijn volk en zijn vrouw. In het prekoloniale Kenia was er niet één heerser maar waren er roterende vertegenwoordigers, verenigd in een parlement. Dergelijke voorbeelden zijn ook te vinden in Maya-culturen in Centraal-Amerika. Of in Porto Alegre in Brazilië, waar sinds 1990 anderhalf miljoen mensen een nieuwe vorm van democratie voeren door gezamenlijk bestuur, waarbij
inwoners met elkaar beslissen waaraan publiek geld wordt besteed. Westerse landen of organisaties zouden meer oog mogen moeten hebben voor lokale systemen. Dus niet alleen parlementaire democratie zoals de onze ondersteunen, maar ook traditionele, tribale vormen van besluitvorming en overleg. In Tunesië, het enige land waar de Arabische Lente min of meer succesvol was, omdat het land niet in chaos verviel en er vreedzame verkiezingen zijn gehouden, sloot die gecombineerde benadering goed aan bij het gevoel van vertegenwoordiging van veel mensen. Maar de strijd om democratie is universeel en het resultaat is overdonderend. Onze leden hebben partners in Libië, Egypte, Tunesië en Jemen die in de strijd voor meer demo-
uitbouwen van democratie en goede parlementaire instituties van levensbelang. Een door één persoon sterk geleide economie kan een tijd best goed gaan, maar als er op de lange termijn geen goede infrastructuur is voor een opvolger, kan een land in chaos raken. Participatie en democratische controle zijn belangrijk.’ Van der Steenhoven: ‘De leden van WO=MEN, 185 ontwikkelingsorganisaties, kennisinstellingen, ondernemers, individuen en militairen, dragen onder andere bij aan een sterk maatschappelijk middenveld. Zij ondersteunen activisten, journalisten, boeren, ondernemers en rechters waardoor een weerbare maatschappij ontstaat. Dat doen zij van Colombia tot aan Soedan, met als doel democratie en gelijke rechten. Niet
‘De wens om gehoord te worden en je gerepresenteerd te voelen, is universeel’ cratie vreselijk hebben geleden, mensen hebben verloren. Mensen die ik ken zijn vermoord. En toch zeggen ze allemaal: het was en is de moeite waard. De leden van WO=MEN zetten zich ook in conflictgebieden in voor een sterke countervailing power.’
2 Is het belangrijk dat ‘het Westen’ blijft investeren in steun aan opkomende democratieën? Bruning: ‘Ik ben blij dat wij al 69 jaar in een democratie leven. Wij leven al sinds 1945 zonder oorlog dankzij de Europese Unie; moeten wij dat dan elders niet blijven bevorderen? Overal op unieke wijze, dat wel. Gelukkig zijn daar ook veel verschillende initiatieven voor, zowel van personen als miljardair Mo Ibrahim met zijn index voor goed bestuur in Afrikaanse landen en zijn prijs voor beste Afrikaanse leider, als van grote instituten als de EU.’ Kralt: ‘Awepa hecht aan structurele aandacht voor democratische ontwikkeling, naast humanitaire en economische hulp, en handelsbevordering. Thema’s als good governance, mensenrechten en periodieke verkiezingen, kortweg: rechtstatelijke ontwikkeling, moeten op de agenda blijven. Voor duurzame ontwikkeling is het
alleen vanuit politieke partijen, maar in allerlei vormen van onderop. Je kunt je vanuit Nederland afvragen wat de Arabische opstand heeft opgeleverd. Maar zelfs in een land als Egypte zeggen onze leden: ondanks alle menselijke en materiële verliezen, is het goed dat oud-president Moebarak is afgezet. Zo groot is de drang naar democratische hervormingen.’ Bruning: ‘Egypte is een interessante casus omdat het meerdere lagen heeft. Ondanks de grote prijs die het volk heeft betaald voor de opstand, lijkt er in 2011 een verandering in gang gezet die mensen zich niet meer laten afnemen. Na het afzetten van Moebarak beschouwde een deel van het volk Morsi van de Moslimbroederschap als terug bij af, omdat zijn regeerstijl niet inclusief was. De huidige militaire machthebbers zijn ook niet ideaal, maar de revolutionaire beweging is in ieder geval niet gekaapt door één kamp, horen wij. Sommigen zeggen dat de huidige president Sisi binnen drie jaar weg is. Als ik dan met mijn westerse denkpatroon zeg “dat duurt lang”, zeggen zij dat democratie bij ons nog veel langer heeft geduurd.’ Van der Steenhoven: ‘Het vrouwenkiesrecht is nog geen honderd jaar oud.’ Bruning: ‘NIMD probeert daarom in Egypte jongens en meisjes van alle gezindten, ook de
Moslimbroeders, bij elkaar te brengen. Dat al die jongeren van allerlei stromingen een halfjaar lang elk weekend op onze democratiescholen kijken hoe ze democratie kunnen toepassen in hun steden en dorpen, geeft wel aan dat zij de ondersteuning waarderen.’ Kralt: ‘Over meisjes en vrouwen gesproken: het is heel belangrijk hun deelname aan de politiek en democratie te blijven ondersteunen. In sommige gevallen werpt die ondersteuning ook echt vruchten af en is er een politieke participatie van circa 30 procent of meer. Wij steunen in een aantal landen specifiek de vrouwen. In Somalië vervullen vrouwen bijvoorbeeld een heel belangrijke rol, niet alleen in gezinnen maar ook steeds vaker op niet-traditionele plekken. Er zijn daar veel clans geleid door chiefs, waarbij vrouwen een belangrijke, corrigerende rol hebben. Vanuit gezinsopbouw hebben vrouwen voor de samenleving een opbouwende functie.’ Van der Steenhoven: ‘Toch wil ik waarschuwen voor token women, symboolvrouwen. Wij zijn niet van mening dat vrouwen beter zijn dan mannen. In Iran dragen vrouwelijke politieagenten bij aan de onderdrukking, in Colombia zijn er vrouwelijke paramilitairen die inheemse groepen bedreigen. Kortom: vrouwen zijn niet beter, het zijn net mensen. In Rwanda is weliswaar 65 procent van de parlementariërs vrouw, maar in een parlement zonder werkelijke macht. Rwanda is een dictatuur met een afgrijselijke geheime dienst. Aan vrouwen die enkel op baantjes jagen, hebben we niks. Quota hebben wel nut om coöpta-
29
©Leonard Fäustle
DEMOCRATIE MOET GROEIEN
©Leonard Fäustle
RONDE TAFEL
©Leonard Fäustle
28
Theo Kralt Chief Administrative Officer bij de Association of European Parliamentarians with Africa (Awepa)
Elisabeth van der Steenhoven Directeur WO=MEN
Hans Bruning Directeur Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie
tie tegen te gaan: voorkomen dat mannen er alleen meer mannen bij halen. Vrouwenorganisaties weten wel vaak haat te doorbreken. Zoals tussen Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda en tussen Israëliërs en Palestijnen. Maar die kennis moet ook worden gebruikt op het hoogste niveau, en daar hebben politieke partijen geen oog voor of geen zin in. Want dan moeten mensen posities opgeven. Maar over vrede onderhandelen met maar 50 procent van de bevolking, heeft geen zin. Dan kun je ook geen goed beleid maken.’
op hun controlerende taak, en oorlog helpen voorkomen door duurzame processen tussen partijen te bevorderen.’ Bruning: ‘Democratie gaat om het grotere verhaal. Het draait niet alleen om het bestrijden van corruptie, iets dat waarschijnlijk zal blijven bestaan, maar ook om het beëindigen van de obsessie rond die ene persoon, de leider. NIMD heeft de missie om de behoeften van burgers naar bestuur te helpen vertalen via politieke partijen.’ Van der Steenhoven: ‘Er moet ook meer steun komen voor het maatschappelijk middenveld dat het parlement terecht kan wijzen. In de Boliviaanse stad Cochabamba hielden massale volksprotesten in 2000 en 2005 de plannen van de regering tegen om al het water te privatiseren. Nu zien we in Burkina Faso hoe demonstraties termijnverlenging tegenhouden van een president die 27 jaar aan de macht was. Het parlement in brand steken is wat rigoureus, maar er is wel een groot burgerbesef, en dat is belangrijk voor een democratie. Daarbij moet de kracht van sociale media ook niet worden onderschat. Die hebben invloed tot in de Verenigde Naties. Zo vond de Libische vertegenwoordiger in de VN op zeker moment dat er “culturele en religieuze uitzonderingen” konden worden gemaakt bij de veroordeling van geweld tegen vrouwen. Nadat Libische vrouwenorganisaties daarvan lucht kregen en het op Facebook bekendmaakten, werd die vertegenwoordiger binnen een uur overladen met kritiek en veranderde hij zijn stem. Sociale media zijn echt een
aanvullend controlemechanisme. Na de val van Khadaffi waren het burgers en ngo’s die aan een nieuwe Grondwet begonnen te schrijven, via een besloten Facebookpagina. Ze wilden het niet aan alleen politieke partijen overlaten.’ Bruning: ‘In Georgië steunen wij een Duits softwareprogramma dat LiquidFeedback heet en leden van politieke partijen en kiezers bij politieke besluitvorming betrekt (zie ook p.18). Het gaat dan zowel over praktische en lokale zaken als over meer principiële kwesties. Dat laat zien dat technologie inderdaad een mooie, aanvullende vorm is van democratie en vernieuwing van politieke partijen. Mensen zijn wel verplicht hun opinie te motiveren, zodat het leidt tot echt nieuwe opvattingen binnen een partij.’ Kralt: ‘Idealiter zouden sociale media wel moeten worden geordend en ingebed in democratische verhoudingen. Constante onderbrekingen van het democratische proces leiden niet altijd tot nuttige bijdragen. Maar sociale media zijn een realiteit van belang. De tijd van een parlement alleen is inderdaad voorbij. Alle bewegingen van ngo’s en burgers kunnen een blijvende collectieve invloed hebben.’
etekent democratie ook B altijd goed bestuur?
Kralt: ‘Afrika bestaat nog voornamelijk uit imperfecte democratieën. Overigens zijn ook westerse democratieën natuurlijk nooit af, je moet eraan blijven werken. Door economische verschuivingen in de wereldorde lijkt er in sommige opkomende economieën minder enthousiasme voor enkel het westerse democratiemodel. En, naast een aantal landen die goed functioneren als democratie, gaat het in sommige dictaturen relatief goed. Een zogeheten verlichte dictatuur hoeft niet gepaard te gaan met slecht bestuur en corruptie. Wel is de kans erop duidelijk aanwezig, en is er in een dictatuur meer kans op chaos; vroeg of laat kan er conflict ontstaan rond de opvolgingskwestie. Er wordt ons wel eens gevraagd wat nu eigenlijk het effect is van het werk van Awepa, dat dertig jaar bestaat. Het antwoord komt neer op: democratie bevorderen door parlementen te versterken met het oog
Kan westerse inmenging in democratische processen in ontwikkelingslanden schadelijk zijn? Van der Steenhoven: ‘Zeker. Na de tweede Irakoorlog, na de val van Saddam Hoessein, werden
HE
RONDE TAFEL
TB
31
IN
NE
NH
OF
Sjoerd Sjoerdsma (D66):
de vrouwelijke strijders door de NAVO compleet buiten beschouwing gelaten voor eerlijke vertegenwoordiging in de nieuwe politiek. Men ging ervan uit dat vrouwen in een islamitische maatschappij geen rol hebben, terwijl die vrouwen daar juist op eigen houtje uitgebreid over hadden onderhandeld met de mannelijke leiders. Dat werd door een verkeerde taxatie van de NAVO tenietgedaan. Dat is echt een voorbeeld van hoe westerse vooringenomenheid lopende ontwikkelingen dwarsboomt. Ook de vrouwen die in Tunesië tijdens de opstand demonstreerden en streden voor politieke deelname, moeten bij westerse interventies of ondersteuning aandacht krijgen. Het is fnuikend als vooroordelen voorkomen dat punten waar lokale organisaties juist
ontwikkeling kunnen dwarsbomen.’ Bruning: ‘Zonder interventie van buiten, de Marshallhulp van na de Tweede Wereldoorlog, zou de EU niet zijn wat ze nu is. Het is te simpel gedacht dat interventies altijd schadelijk zijn. Je moet als donor wel zorgvuldig te werk gaan en samenwerken met lokale actoren. Daarmee creëer je lokale betrokkenheid en voorkom je een te grote afhankelijkheid van de donor.’ Kralt: ‘De geldkwestie is altijd een gecompliceerd en gevoelig verhaal. Awepa ontvangt 80 procent van de beschikbare gelden van niet-Nederlandse donoren en circa 20 procent van Nederland. De hoeveelheid ontwikkelingsgeld vanuit het Westen richting Afrika is al relatief verminderd, mede door de prominentere aanwezigheid van
‘Een verlichte dictatuur hoeft niet gepaard te gaan met slecht bestuur en corruptie’ voor strijden worden aangekaart.’ Bruning: ‘Grote organisaties zoals het VNontwikkelingsprogramma UNDP werken vaak louter van regering naar regering. UNDP is uiteindelijk een overheidsorganisatie en richt zich vaak op de zittende macht. Dat heeft een mate van eenzijdigheid die schadelijk kan zijn. Als er wel met oppositiepartijen wordt gepraat, gebeurt dat vaak op persoonlijk gezag en vanuit de moed van ambassadeurs. In Honduras kregen wij in 2012 te horen dat het de eerste keer was dat de regering en oppositiepartijen überhaupt met elkaar in één ruimte waren. Het is kwalijk dat zo’n analyse niet plaatsvindt bij de ontwikkeling van een dergelijk land.’ Van der Steenhoven: ‘Zo heeft de EU in 2012 een groot sociaal akkoord gesloten met Egypte en 6 miljard euro subsidie aan de regering gegeven. Maar in dat akkoord was helemaal geen aandacht voor vrouwenrechten, terwijl de huwelijksleeftijd net was verlaagd en er meer vrouwonvriendelijke wetten op stapel stonden. Onze leden werken vaak zonder geld. Maar de geldstromen vanuit donorlanden hebben natuurlijk wel invloed op de democratie in de ontvangende landen. Op bepaalde punten ben ik het daarom eens met Dambisa Moyo (econome en schrijfster van Doodlopende hulp, red) dat financiële akkoorden ongewild
China. Soms moet je erkennen dat iets tijdelijk geen zin heeft. In een situatie van aperte oorlog bijvoorbeeld, waarbij parlementsleden bij wijze van spreken achter de kanonnen staan. Of in een totale dictatuur, waarbij democratische ontwikkelingen even in de ijskast worden gezet. Interventies moeten wel zin hebben. Tot voor enkele jaren waren de relaties tussen Zimbabwe en de EU bevroren. Vervolgens werd die relatie weer geactiveerd, mede vanuit de veronderstelling dat er een nieuwe situatie zou kunnen ontstaan. Dat is niet echt gebeurd. Toch is gezegd dat met het oog op de toekomst de banden met Zimbabwe moeten worden aangehouden, ook al is er niet direct perspectief op verbetering. Ook in een schijnbaar uitzichtloze situatie kunnen fiere parlementariërs en organisaties van het maatschappelijk middenveld verschil maken.’
Wanneer is jullie werk klaar? Met andere woorden: wanneer is een democratie af? Bruning: ‘Zolang politieke partijen in de landen waar wij werken zeggen dat onze aanwezigheid zin heeft, gaan wij door. Vanuit ons mandaat kunnen wij alleen aan de slag als er een authentieke vraag ligt vanuit de landen en politieke partijen. En als
‘Democratie komt van binnenuit’
©Leonard Fäustle
30
er in landen als Georgië en Ghana vreedzame machtswisselingen van regering naar oppositie en andersom plaatsvinden, zien wij dat echt als hoogtepunten van de democratie. Want daarna kunnen we op een ander niveau verder en het over thema’s hebben.’ Van der Steenhoven: ‘Als er gendergelijkheid en politieke gelijkheid is. Als iedereen dezelfde mogelijkheden en kansen heeft, en keuzes kan maken ongeacht sekse, afkomst of klasse. Gelukkig liften wij mee op een hoopvolle golf van mensen die met heel veel moed veranderingen afdwingen. Ik zie ook alle negatieve trends, zoals de nieuwe achteruitgang qua rechten, maar ik zie ook nieuwe verbintenissen tussen hoog- en laagopgeleiden, en tussen bedrijven en burgers, die eerder onmogelijk leken.’ Kralt: ‘In Afrika is er nog verschrikkelijk veel te doen. Maar er zijn best wel wat landen die een behoorlijk niveau van democratie hebben bereikt. Zuid-Afrika heeft een goed functionerend parlement. In het politieke landschap is er een dominantie van het ANC, maar dat moet zich in de concurrentie met andere partijen wel blijven bewijzen. In een aantal landen heeft Awepa een bijdrage kunnen leveren aan vredesprocessen. In Mozambique hebben de rivaliserende bewegingen Frelimo en Renamo een modus vivendi bereikt. We hebben een bijdrage geleverd aan parlementen die op essentiële momenten hun stem lieten horen. Er zijn absoluut minder staatsgrepen dan voorheen. Dus er is vooruitgang, maar het zijn lange processen. En wij kunnen enkel de wensen van lokale parlementen respecteren, faciliteren en bevorderen. Democratieën kun je niet maken of opleggen, die moeten groeien.’
Investeren in good governance en democratie vergroot de kans op het goed besteden van Nederlands ontwikkelingsgeld. Maar hoe is het besef van democratie doorgedrongen in het dagelijks werk van Nederlandse parlementariërs? Sjoerd Sjoerdsma (D66): ‘Een meerpartijenstelsel is soms frustrerend.’
Welke trends ziet u op democratiegebied in Nederland? ‘Wat mij in negatieve zin verbaasde, is de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Gemeenten worden steeds belangrijker voor wat dichtbij in het dagelijks leven is. Op Europees gebied zie ik dat ze in Hongarije de democratie zoals wij die hebben, dood hebben verklaard. Dat is een gevaarlijke trend. Als je kritiek geeft, moet je ook bereid zijn om kritiek te kunnen ontvangen en daar wat mee te doen. Die cultuur is er op dat niveau in de Europese Unie niet en het is cruciaal dat die er wel komt. Alleen zo kun je binnen de EU zelfreinigend te werk gaan.’
Is een meerpartijenstelsel altijd de beste bestuursvorm? tekst
Arachne Molema
Wat is de rol van democratie in uw dagelijks werk als parlementariër? ‘Ik werk in het hart van de Nederlandse democratie. Ik zie mensen die petities komen aanbieden en burgerinitiatieven waarbij burgers met 60 duizend handtekeningen ons klemmend verzoeken om een onderwerp te bespreken. De conclusie van een recent boek, De wankele democratie van Jacques Thomassen en Carolien van Ham, is dat de democratie in Nederland niet wankel is. Het vertrouwen in democratische instellingen is structureel groot.’
Loopt de Nederlandse democratie gevaar? ‘Zorgwekkend is het aantal jongeren dat niet stemt. Als zij op jonge leeftijd niet stemmen, dan vaak op oudere leeftijd ook niet. Verkiezingen zijn niet het enige element van de democratie, maar wel een goede graadmeter. De lage opkomst hangt ook samen met de hoge jeugdwerkloosheid. Het ontbreken van perspectief in je leven, en van het vertrouwen dat er vanuit de politiek iets aan kan worden gedaan, is zorgelijk. Daarom hameren we zo op onderwijs en op een betere balans in de verhouding tussen jong en oud. Deze zomer kwam het buitenland hard binnen. De MH17, het Gazaconflict dat leidde tot breuklijnen, en de groeiende sympathie voor IS in Nederland. Dat soort afkeer van de Nederlandse maatschappij en de Nederlandse democratie, raakt aan mijn werk. Daar heeft het kabinet een taak om niet meer te doen alsof het buitenlandbeleid alleen maar buitenland is. Het raakt het binnenland.’
‘Het is de beste vorm, maar soms ook een frustrerende. Afghanistan had een grote coalitie en een centrale democratie die werd bestuurd vanuit Kabul. Maar het is een land waar bestuursvormen afhankelijk zijn van stammen, families en tradities die zich niet makkelijk laten vangen in een democratie. Je maakt veel grotere sprongen als mensen zich lokaal bewust zijn van het feit dat ze recht hebben op bescherming, het recht zichzelf te kunnen zijn, én dat recht gaan opeisen.’
Mag je een meerpartijenstelsel opleggen als voorwaarde voor ontwikkelingssamenwerking? ‘Ik geloof niet in het exporteren van democratie. De kans dat dat lukt is klein als de mensen ter plekke niet ontvankelijk zijn. Democratie komt van binnenuit. De weg naar een democratie is het meest bloedige en moeizame proces dat we hier op aarde kennen. Als een democratie eenmaal goed functioneert, is het veel vreedzamer en worden burgers beter beschermd. De weg ernaartoe is grillig, onzeker en gewelddadig. Het is belangrijk om de vrije pers en het debat te stimuleren. Dit zijn krachten die de staat scherp houden en bevragen.’ Sjoerd Sjoerdsma (D66, 1981) – Tweede Kamerlid sinds 2012. Woordvoerder voor buitenlandse zaken en ontwikkelingssamenwerking. Werkte daarvoor als ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken, de ambassade in Kabul en bij Nederlandse vertegenwoordiging bij de Palestijnse Autoriteit. Studeerde sociologie en internationale betrekkingen.
WETEN WAT ER SPEELT?
NEEM EEN ABONNEMENT OP VICE VERSA! Vice Versa is hét vakblad over
JAARGANG 48 | JULI 2014 JAARGANG 48 | DECEMBER 2014
#03
ontwikkelingssamenwerking.
OVER DEMOCRATIE
Blijf met Vice Versa op de hoogte
#04
van het laatste nieuws, belangrijke trends,
Fatumo Farah (HIRDA): ‘De Afrikaanse diaspora heeft de ontwikkelingsJan Pronk: sector veel te‘Na 65 jaar bieden’ ontwikkelings-
ontwikkelingen en achtergronden.
Rondetafelgesprek Hoe ondersteun je democratiseringsprocessen?
samenwerking is de balans positief’
Ontvang later deze maand ook onze
JAARGANG 48 | DECEMBER 2014
Topwetenschap in Wageningen Een portret van de 'Duflo-groep'
#05
Ellen Mangnus Interview minister Ploumen Over macht en mannetjes Strategische partnerschappen (m/v) binnen de OS nader toegelicht
special over duurzame ketens en religie en ontwikkelingssamenwerking!
Portret Liliane Fonds
Grote inbreng van vrijwilligers
S STUDENTENPRIJ € 21,95 ,25) € 41 (GEWONE PRIJS:
Wereldwijde trends op het gebied van democratie
JAARGANG 48 | OKTOBER 2014
Lees Vice Versa op de iPAD
Democratiescholen Vertrouwen van de grond opbouwen in Georgië
Het nieuwe Europese ontwikkelingsbeleid Wat valt er in Brussel te halen?
Nederlandse parlementariërs Over investeren in good governance
Reportage Oeganda Politieke dialoog opent weg naar hervormingen
Amazone-kenner Abel Rodríguez, winnaarReportage Grote De nieuwe rol van Cordaid in de prakijk Prins Claus Prijs: ‘Elke boom heeft een verhaal’
Wetenschap
Hoe gaat het met de kennisplatforms?
Interviews
Reportages
Achtergronden
Daniëlle Hirsch Both ENDS Ayaan Abukar Affix International Robert Dijksterhuis RVO.nl
Mali na de crisis Lobby & advocacy in Oeganda
World Citizens Panel Topwetenschappers in ontwikkeling Inclusie als nieuwe beleidsprioriteit
Bij een abonnement krijg je Hoe nu verder? Ste fa n Ve r we r L a u Schul pe n R ue rd R ub e n
HOE NU VERDER?
65 jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking t.w.v. € 19,95 cadeau. In dit boek schetsen 40 denkers en doeners uit de sector hun perspectief op de toekomst van ontwikkelingswerk. Ontvang later deze maand ook onze specials over duurzame ketens en over religie en ontwikkelingssamenwerking. Wie een abonnement cadeau geeft mag ook een boek uitkiezen!
65 JAAR NEDERLANDSE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Kijk op www.viceversaonline.nl/abonneren of mail naar
[email protected]
GA SNEL NAAR WWW.VICEVERSAONLINE.NL/ABONNEREN
Liquid Feedback Nieuwe manieren om de burger te betrekken