Veldvest jaarverslag 2008
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Kennismaking -
2.1 Wie we zijn
-
2.2 Locaties
-
2.3 Aansturing
-
2.4 Missie
-
2.5 Visie
-
2.6 Kernactiviteiten
3. Bestuursverslag -
3.1 Verslag RvT
-
3.2 Opbrengsten
-
-
-
•
Leesverbetertraject
•
CITO-scores
3.3 Kwaliteitszorg •
Schoolniveau
•
Q-net
•
Mobiliteitscarrousel
3.4 Professionalisering en aansturing: transformatieteams •
Transformatieteams
•
Voorzittersoverleg
•
Leermonitoren
•
Ontwerpgroep
•
Professionalisering en ouders
3.5 Brede Scholen in MFA’s en verbrede scholen •
Woonservicezones
•
ICT in de Brede School
•
Stichting Integraal
4. Beheerorganisatie -
4.1 Organisatorische en personele ontwikkelingen
-
4.2 Financieel beleid en beheer
-
4.3 Huisvesting
5. Nawoord en Toekomstblik
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
2
Hoofdstuk 1: Voorwoord Een turbulent jaar was 2008 zeker. De transformatieteams, bedoeld om alle scholen van de stichting te ondersteunen en te inspireren, gingen van start. We ontdekten dat de ambitie
om zelf te leren onderzoeken, ondersteunen en op te leiden eerst en vooral betekent dat je
moet erkennen dat dit de nodige studie en oefening vergt. In het proces om te komen tot dit jaarverslag hebben we samen met de leidinggevenden en de sleutelfiguren van de scholen
de geleerde lessen in 2008 verzameld. We leerden dat wat we jaren hebben overgelaten aan externe experts, we niet zomaar in het voorbijgaan zelf zullen oppikken. Wat al heel snel
kwam, was de motiverende ervaring scholen niet als eilanden te zien, maar door afstemming en verbinding te werken aan een brede, professionele gemeenschap. Voorts hebben we ook ingezien dat we bij alle zinvolle investeringen in de professionaliteit van onze
leidinggevenden het nodige hebben laten liggen als het gaat om systematisch,
opbrengstgericht werken. Dat we daarbij landelijk gezien geen uitzondering zijn, opende de mogelijkheid om te profiteren van de kwaliteitsagenda van Dijksma cs. Bij het aanscherpen van de koers zorgden we er als Veldvest voor dat naast opbrengsten ook zaken als ethiek, vorming en gemeenschapszin prominent op het kompas bleven en zullen blijven staan.
Zowel voor de erkenning van de geleerde lessen als de investeringen die in 2008 zijn gedaan om te verbeteren en die in 2009 nen daarna zullen doorgaan is breed draagvlak bij de managementteams van de scholen.
Ondertussen wordt de agenda almaar uitgebreider. Brede scholen worden ontwikkeld.
Samenwerken met professionals uit andere sectoren wacht ons. Het zal in de toekomst een
enorme verrijking betekenen voor kinderen, ouders, medewerkers en leidinggevenden. Voor we zover zijn, willen we goed scoren qua leerresultaten. Daarom is het beroep dat op alle medewerkers gedaan wordt, fors. Dat beseffen we. Voor de wijze waarop eenieder vanuit
positieve betrokkenheid en naar eigen vermogen bijdraagt, zijn we dankbaar. Voor diegenen die nog moeite hebben om te volgen, tonen we begrip en zoeken we naar oplossingen op maat. Daarom zetten we de komende jaren vooral in op professionalisering van de
medewerkers. Er komen vensters waaraan iedereen met de hele school of - op maat - aan
mee kan doen. Tegelijkertijd worden de teams en de scholen versterkt met hulp van buiten (de transformatieteams) en worden scholen aan elkaar verbonden om samen te leren,
werken en ontwerpen. Een voorbeeld van verbinden en samen leren was de carrousel van leidinggevenden, waarmee we vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid en vrijwilligheid een match hebben gemaakt tussen wat leidinggevenden in huis hebben en wat scholen aan kwaliteit van aansturing nodig hadden. Als we de weg van verbinden, samen leren en
gezamenlijke verantwoordelijkheid vasthouden, kunnen we met recht vertrouwen uitspreken
in de toekomst en durven we te beweren dat het ons gaat lukken alles uit kinderen te halen.
Veldhoven, juni 2009 Bernard Smits,
Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
3
Hoofdstuk 2: Kennismaking 2.0 Korte inleiding De school maakt onlosmakelijk deel uit van de samenleving. Alle ontwikkelingen waar de maatschappij mee van doen heeft, komen in kleine of juist uitvergrote vorm terug in het klaslokaal. De school weerspiegelt de samenleving waarin zij zich bevindt.
Daar zijn wij, Stichting Veldvest, overkoepelend orgaan van 18 basisscholen in Veldhoven, ons terdege bewust van. In deze veranderende wereld neemt Veldvest, waar ruim 4000 leerlingen de scholen bevolken, een bijzondere plek in. Een veranderende samenleving
vraagt om een veranderend schoolsysteem. Onderwijs moet inspelen op de manier waarop
kinderen betekenis geven aan de wereld om hen heen. Veldvest stelt deze waarden centraal en verbreedt de maatschappelijke horizon van kinderen. Zo kunnen leerlingen zich
ontwikkelen tot verantwoordelijke, geïnspireerde en compassievolle volwassenen die een
waardevolle plek in de samenleving innemen. In dit hoofdstuk een kijkje in de keuken van Veldvest: missie, visie, organisatie, kernactiviteiten.
2.1 Wie we zijn Stichting Veldvest bestaat sinds 1999 en is het bevoegd gezag van 16 basisscholen, 1
speciale school voor basisonderwijs en 1 school voor speciaal onderwijs. Onze scholen
bevinden zich in het gebied Veldhoven, Vessem, Steensel, Wintelre en Knegsel. Zij hebben
een katholieke, protestants-christelijke of algemeen-bijzondere grondslag. Binnen Veldvest zijn ruim 475 leerkrachten aan het werk. Zij hebben de dagelijkse zorg voor onderwijs aan ruim 4000 kinderen.
In 2008 is basisschool De Gansepoel in de wijk ‘D Ekker gesloten. De school zat al jaren
onder de opheffingsnorm. Het aantal kinderen liep zo sterk terug dat niet langer sprake kon
zijn van een volwaardige school. Na een zorgvuldig en intensief traject hebben de ouders en de kinderen op andere Veldvestscholen een nieuwe onderwijsplek gevonden. We organiseren het onderwijs niet rondom één specifieke levensbeschouwing, maar bieden
diensten aan scholen met verschillende achtergronden. De Stichting is er om het belang van het bijzondere karakter van de afzonderlijke scholen te bewaken. Binnen Stichting Veldvest krijgen de diverse scholen de kans elkaar te ontmoeten en hun opvattingen en de daarop aansluitende onderwijskundige concepten met elkaar uit te wisselen.
Onze scholen kunnen gebruik maken van een gevarieerd pakket aan producten en diensten. Zo draagt de Stichting Veldvest zorg voor of biedt ondersteuning op het gebied van
onderwijskwaliteit, personeel en organisatie, financiën en facility, algemene zaken en
communicatie, administratie, professionalisering van medewerkers, ICT, huisvesting en onderhoud van de schoolgebouwen.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
4
2.2 Locaties De Veldvest scholen bevinden zich in het gebied Veldhoven, Vessem, Steensel, Wintelre en Knegsel.
2.3 Aansturing Een organisatie van deze omvang vraagt om professionele aansturing. In 2006 is daarom
gekozen voor een nieuwe bestuursstructuur. De professionals zitten nu zelf aan het roer.
Dat wil zeggen dat mensen, die rechtstreeks uit het onderwijs komen, het bevoegd gezag
van de stichting vormen. Zij nemen na raadpleging van alle belanghebbenden de besluiten. Een groep onafhankelijke externe experts zien toe op de kwaliteit van die besluiten. In
moeilijke termen heeft dit besturingsmodel het Raad van Toezicht-College van Bestuur model. Hieronder leggen we dit nader uit. College van Bestuur
Veldvest heeft een tweehoofdig professioneel College van Bestuur (CvB), dat
toezichthoudend en beleidsvormend te werk gaat. Dat houdt in dat het bestuur de kaders
bewaakt. De kaders gaan over de goede dingen waar het bestuur en de scholen voor staan, wat belangrijk gevonden wordt, waar aan voldaan moet worden, hoe we weten of dat het geval is en hoe we daar verantwoording over afleggen. Het bestuur ontwerpt, in
samenwerking met alle belanghebbenden, ook nieuw beleid om zaken te verbeteren of aan
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
5
te passen aan nieuwe verwachtingen. Het bestuur draagt er verder zorg voor dat er
planmatig wordt gewerkt. Zo stelt het samen met de leidinggevenden in de scholen de doelstellingen vast en bepaalt wanneer en door wie deze gerealiseerd moeten zijn. Raad van Toezicht
Het CvB heeft in deze structuur alle ruimte en bestuurlijke en juridische verantwoordelijkheid om de eigen richting te bepalen. De Raad van Toezicht (RvT) beoordeelt het beleid van de
Stichting en controleert of middelen doelmatig en rechtmatig worden ingezet. De RvT kan vanuit aanwezige deskundigheden het bestuur ook van advies voorzien. De leden van de Raad beschikken over een maatschappelijk netwerk en gaan na of het CvB strategisch en maatschappelijk wenselijke keuzes maakt. De Raad is ook de werkgever van het CvB. Staf
Veldvest heeft een gedeelte van zijn stafafdeling ondergebracht in het Besturenbureau Kempenland. De stafafdelingen ondersteunen de scholen, het bestuur en de Raad van Toezicht op verschillende terreinen, zoals onderwijs en kwaliteit, personeelszaken en
organisatiekundige zaken, financiën en facility, huisvesting en onderhoud van gebouwen, algemene zaken en communicatie en secretariaat.
Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR)
De GMR bestaat uit vertegenwoordigers van ouders en leerkrachten van verschillende
scholen van Veldvest. Zij zijn de directe gesprekspartner voor het bestuur, bespreken de
“bovenschoolse ontwikkelingen” van Veldvest en zijn betrokken bij de totstandkoming van
beleid. De leden van de GMR geven instemming en advies aan de beleidskeuzes. Tevens zijn zij een bron om na te gaan of het vastgestelde beleid kwalitatief wordt uitgevoerd. Transformatieteams
Vanaf 2008 werkt de stichting met zogenaamde transformatie teams (TFT’s). Hierin zit een vertegenwoordiging van (management) teamleden en directeuren. Samen bekijken ze waar
gemeenschappelijke vraagstukken liggen op het niveau van alle scholen. Deze proberen ze, door het gesprek met elkaar aan te gaan, in gezamenlijkheid op te lossen. Met als gevolg:
een efficiëntere en effectievere werkwijze. Zo hoeven scholen niet telkens het wiel opnieuw uit te vinden maar kunnen ze gebruik maken van elkaars expertise en kennis. In het organogram is de structuur van Veldvest terug te vinden.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
6
2.4 Missie Veldvest beschouwt het als haar opdracht kinderen in te leiden in betekenissen. Dit inleiden
dient te worden verstaan als een communicatief proces dat kinderen vormt tot
verantwoordelijke, geïnspireerde en compassievolle medemensen die vertrouwd zijn met de wereld.
De doelstellingen van het onderwijs reiken verder dan alleen overdracht van kennis en kunde. Kinderen moeten leren openstaan voor de samenleving en er actief een rol in willen
spelen. Anderzijds wordt de inhoud van het onderwijs bepaald door de belevingswereld van de kinderen, omgevingseisen en algemeen maatschappelijke eisen.
De school krijgt de opdracht van de samenleving expliciet aandacht te besteden aan de verschillende culturele verworvenheden. Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen, gekenmerkt door zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en
gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. Daarvoor heeft een ieder persoonlijke relaties nodig met andere mensen.
Scholen van Veldvest zijn leefgemeenschappen waarin ontmoeting en sociale loyaliteit centraal staan. We gaan eenzijdige persoonlijkheidsontwikkeling en egoïsme tegen, elk
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
7
individu kan rekenen op de steun van anderen. Elk mens wordt als een cultuurdrager en vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo aangesproken.
Veldvest streeft er naar omstandigheden te creëren, waarin het kind als totale mens tot
ontplooiing kan komen, zodat hij/zij een bijdrage kan leveren aan de samenleving waarin welvaart bewaakt en vergroot wordt, maar tevens aandacht is voor het individuele welzijn
van de mens. De scholen van Veldvest zullen de komende jaren in toenemende mate zelf de
verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van het onderwijs. Het management zorgt voor optimale toerusting in materiële en inhoudelijke zin en heeft eindverantwoordelijkheid. Het College van Bestuur zorgt voor een arrangement aan inspiratie, ondersteuning, facilitering en sturing en confronteert scholen met maatschappelijke vragen als: -
Haalt de school uit de leerling wat erin zit?
Houdt de school in haar benadering voldoende rekening met de leerlingen?
Weet de leerling wat de samenleving verwacht, wie hij of zij zelf is en welke bijdrage hij of zij kan leveren?
2.5 Visie Naast het onderwijzen, is vooral het leren van het kind de opdracht van het onderwijs. Een school bestaat om onderwijs en leren te verbinden. Over leren denken de professionals
binnen Veldvest voortdurend na. Het onderwijs is er om mensen te laten leren voor zichzelf maar ook samen. In samenspel met anderen leer je meer dan in je eentje. De sociale
omgeving van het leren telt enorm. Leren is dus vooral ook een sociaal proces, een kostbaar goed en een levenslange opgave. Leren is bovenal inleiden in betekenissen, opdat kinderen vertrouwd raken met de wereld.
De professionals binnen Veldvest zoeken het avontuur van de ontdekking van het leren, wat wil zeggen dat kinderen zich met de leraar, en met en over elkaar, verbazen.
Nieuwsgierigheid zit van nature in elk mens. Kinderen willen altijd alles weten. Kennis
verwerven, houdingen en vaardigheden ontwikkelen, ervaringen opdoen in een bij uitstek
sociale omgeving met als doel geëmancipeerd deel te kunnen nemen aan de samenleving. En dat verder emanciperen door zelf te leren, gaat een heel leven lang door. Het geldt voor alle leeftijden, maar vooral voor alle kinderen.
De variëteit komt dus met de kinderen door de voordeur de scholen binnen. Professioneel
onderwijspersoneel speelt hierop in door kinderen onderwijs op maat aan te bieden en in de
wijze waarop ze werkt met kinderen. Onze scholen doen dat verschillend, want er is niet één antwoord op de vraag wat het beste onderwijs is.
2.6 Kernactiviteiten In 2008 stond een viertal punten centraal in de organisatie.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
8
1. Allereerst de investering in het op peil houden dan wel brengen van de leeropbrengsten. 2. Daarnaast stond kwaliteitszorg bovenaan onze prioriteitenlijst. Het
kwaliteitsmeetinstrument Q-net werd op alle scholen afgenomen onder personeel, ouders en leerlingen.
3. Als derde speerpunt stond het professionaliseren van onze eigen medewerkers op de agenda. Zij vormen de basis van alles. De manier waarop ze kijken en werken met
kinderen is essentieel voor de gehele voortgang van het onderwijs. Vandaar dat Veldvest heeft gekozen voor een eigen scholingstraject voor medewerkers. Daarnaast zijn de
transformatieteams van start gegaan. Deze teams bestaan uit eigen medewerkers die – in gezamenlijkheid – op zoek gaan naar gemeenschappelijke vraagstukken tussen de
scholen. Door middel van schoolbezoeken proberen ze zo efficiënt mogelijk met elkaar om te gaan en effectiever en efficiënter te kunnen samenwerken.
4. Vierde en laatste speerpunt vormt het vormen van Brede Scholen in zogenaamde multifunctionele accommodaties (MFA’s) en verbrede basisscholen.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
9
Hoofdstuk 3: Bestuursverslag 3.0 Korte inleiding Het bestuursverslag besteedt aandacht aan de voornaamste speerpunten van beleid uit
2008. Het betreft de onderwerpen ‘’Opbrengsten’’, ‘’Kwaliteitszorg’’, ‘’Professionalisering en aansturing’’ en ‘’Brede Scholen’’. We beginnen echter met het verslag van de Raad van
Toezicht. Hierin lezen we hoe de Raad toeziet op de kwaliteit van het besturen door het College van Bestuur en hoe de Raad het werkgeverschap van het College invult.
3.1 Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is met ingang van 1 februari 2006 ingesteld. De belangrijkste taak is toezicht uitoefenen op beleidsontwikkeling en uitvoering door het College van Bestuur.
Regelmatig vindt er een toetsing plaats of de aanpak tot het beoogde resultaat heeft geleid. De Raad van Toezicht belegt hiertoe vergaderingen met het College van Bestuur. In 2008 heeft 13 maal een overleg plaatsgevonden. Samenstelling Raad De Raad van Toezicht kende in het verslagjaar de volgende leden:
Voorzitter: Drs.Ir. Corina K. Kuiper EMFC RC (42 jaar), Senior Director New Business
Development/Venturing bij Philips; nevenfunctie: - ;
Vicevoorzitter: Drs. Hans W.H. Hooghoff (63 jaar), Hoofd Maatschappelijke Thema’s bij
Stichting Leerplanontwikkeling; nevenfunctie: Voorzitter Humanistisch Vormings Onderwijs; Lid Veldadviesraad
Lid: Drs. Peter H.M. Bunnik
Noordelijke Hogeschool, Leeuwarden;
(62 jaar), Rector Sondervick College, Veldhoven; nevenfunctie:
Lid: Ries Schermij
-;
(62 jaar), Directeur ROC-Eindhoven; nevenfunctie: Secretaris Stichting Leerplan Veldhoven en De Kempen;
Lid Emancipatiecommissie Woningbouwvereniging Trudo,
Lid: Leo A. van de Sande
Eindhoven;
(57 jaar), Partner van CIAD-groep in Culemborg (in die
hoedanigheid tot september 2008 ad interim betrokken bij De Kempen SBD in Eersel), nevenfunctie: Penningmeester Doctors for Mozambique Stichting.
Rooster van aftreden
Het rooster van aftreden is als volgt opgesteld: • • • • •
2009 P.H.M. Bunnik;
2010 L.A. van de Sande; 2011 J.W.H. Hooghoff;
2012 M.J.P. Schermij (sinds juni 2009 voorzitter RvT);
2013 C.K.Kuiper (in 2009 voortijdig afgetreden vanwege persoonlijke situatie).
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
10
De zittingstermijn van de Raad van Toezicht is vier jaar, waarna de leden eenmaal herkiesbaar zijn voor een nieuwe periode van vier jaar.
De zittende leden van de Raad van Toezicht werven en selecteren zelf nieuwe kandidaten en dragen zorg voor de invulling van een vacature. In 2008 hebben zich geen personele wijzigingen voorgedaan. Honorering
De vergoeding bedroeg € 125 per vergadering. In 2008 werd betaald: • C.Kuiper
• P.H.M.Bunnik
• J.H.W. Hooghoff
€ 1.125
€
875
€ 1.375
• L.A.van de Sande € 1.625 • M.J.P. Schermij
€ 1.625
Naast de Raad van Toezicht is er een College van Bestuur ingesteld. Dit is het formeel juridische orgaan in de zin van de wet.
De Raad van Toezicht kent naast de formele rol als toezichthouder en werkgever, ook een klankbordfunctie voor het College van Bestuur.
Activiteiten van de Raad van Toezicht over het jaar 2008 •
Planning en control o.a. jaarrekening 2007, begroting 2008, meerjarenbegroting en
meerjarenformatieplanning 2007-2011, jaarplan 2008 en verder, meting van de kwaliteit van de interne control door een externe accountant; •
Onderwijskundige ontwikkelingen, in het bijzonder de opbrengsten van de
Veldvestscholen met een focus op die scholen die een structurele daling in de eindopbrengsten laten zien; • •
De voortgang m.b.t. de speerpunten in het strategisch beleidsplan 2006-2010;
De kwaliteitsmetingen 2008.
De Raad van Toezicht heeft vastgesteld dat er een groot aantal stappen is gezet ten aanzien van de ontwikkeling van de organisatie. Er is echter nog het nodige werk te verzetten. De volgende aspecten zullen de komende periode van belang blijven: •
Verdere uitbouw van het proces van planning en control o.a. jaarrekening, jaarplan, jaarbegroting, meerjarenplan, meerjarenformatieplanning, meerjarenbegroting,
managementrapportages; •
Het structureel in control zijn door het beschrijven en uitvoeren van interne controlprocessen en -procedures, het inzetten van controle-instrumenten;
•
Het verbeteren van de tussen- en eindopbrengsten voor taal en rekenen conform de vereiste referentieniveaus;
• •
Het verbeteren van de interne kwaliteitscontrole en het monitoren daarvan; Het verbeteren en uitbreiden van good governance.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
11
In het najaar van 2008 hebben de Raad van Toezicht en het College van Bestuur veel
aandacht besteed aan het functioneren van het besturingsmodel RvT - CvB en de onderlinge relatie. Onder regie van een externe commissie zijn de ervaringen tot nu toe in beeld
gebracht. Aspecten als rollen, taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, agendering,
werkwijze en opbrengsten zijn nader onderzocht met als doel: optimaliseren van genoemde aspecten. De commissie rondde haar werkzaamheden af in de vorm van een
onderzoeksverslag met adviezen en aanbevelingen die in 2009 zijn opgepakt en worden uitgewerkt
Toekomstblik
De Raad van Toezicht heeft de eerste jaren de nadruk vooral gelegd op de organisatorische en relationele ontwikkelingen van de organisatie. Zij heeft het voornemen in de toekomst
meer te investeren in de horizontale contacten van Veldvest zoals medezeggenschapraad en bezoeken aan scholen. Ries Schermij Juni 2009
3.2 Opbrengsten Het eerste speerpunt wordt gevormd door de continue investering in de kwaliteit van het primaire proces. Dan gaat het specifiek om het op peil houden of verhogen van de
leeropbrengsten. Verwerft elk kind de basiskennis en -vaardigheden? En halen we er bij elk kind uit wat er in zit?
Ouders, de maatschappij, de overheid, het bestuur en de inspectie verwachten als vanzelfsprekend dat de school met haar medewerkers het realiseren van voldoende
leeropbrengsten waarmaakt. Immers dat is de eerste opdracht van het onderwijs, naast het samen met de ouders opvoeden van het kind tot een solidaire, sociale en compassievolle medemens. Toch stellen we momenteel vast dat deze opdracht onder druk staat. Steeds meer kinderen in Nederland beschikken na acht jaar basisonderwijs over onvoldoende
kennis en vaardigheden op het gebied van lezen, taal en rekenen. Daar zijn allerlei oorzaken voor aan te wijzen. De samenstelling van de leerlingen in de groepen is steeds meer divers en complexer. Het programma is overvol. Elk belangwekkend maatschappelijk thema verwacht aandacht van het onderwijs.
Breed en diepgaand onderzoek naar zwakke scholen wijst een aantal oorzaken aan. De
kennis en vaardigheden van de professionals m.b.t. didactiek, kennis van de leerstof en leerlijnen en het managen van het onderwijs, behoeven verbetering. Ook is in veel
Nederlandse scholen de onderwijskundige aansturing niet alert genoeg. Sommige scholen hebben een onhandige organisatie van het onderwijs ingevoerd, bijv. meer leerkrachten
verzorgen onderwijs in dezelfde groep waardoor men het overzicht mist. Soms is ook het leerstofaanbod ontoereikend, soms is er te weinig onderwijstijd, is er een te vrijblijvende
begeleiding van de leerlingen, of zijn door onvoldoende doorgronding en invoering van een
nieuw onderwijsconcept de resultaten bij zwakke scholen achter gebleven in vergelijking met het gemiddelde. De inspectie constateert dan dat de kwaliteit in die scholen niet op orde is.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
12
Zo is ook van enkele Veldvest scholen geconstateerd dat zij tot de risicoscholen worden gerekend.
In 2008 kwam een tweetal scholen, te weten de Jan Lighthart en St. Baptist onder verscherpt toezicht van de inspectie. Op beide scholen heeft het College van Bestuur met het
directieteam en externen verbeterplannen opgesteld, die nu in uitvoering zijn en die de
inspectie controleert. Op basis van die plannen dienen de scholen binnen twee jaar weer
voldoende te presteren. Zowel inspectie, teams, ouders en bestuur hebben er vertrouwen in dat dit zal lukken.
Kernpunten van de verbeterplannen zijn: •
Verbetering van de onderwijskundige regie. Op beide scholen is gekozen voor een nieuw aansturingteam en is de kwaliteit van het onderwijskundig leiderschap, mede ook door externe ondersteuning, gewaarborgd;
•
Definiëring van normen, kennis op het gebied van datagestuurd onderwijs en kennis- en vaardigheidsvergroting van het onderwijskundig handelen van de leerkracht;
•
Aanpassing van de onderwijsorganisatie. In beide scholen was sprake van onwenselijke breuken in de doorgaande lijn. Een voorbeeld daarvan is het isoleren van
instructiemomenten van de regie op de jaargroep door deze instructiemomenten over diverse collega’s te verdelen zonder dat er sprake was van een scherpe overall monitoring;
De tussentijdse ontwikkeling laat per school het volgende beeld zien.
Op de Jan Lighthart is de interim leiding gestart met het binnen afzienbare tijd realiseren van een scherp probleembewustzijn bij het team. Dit lukte niet snel genoeg. Veel energie is in
aanvang van het verbetertraject gaan zitten in communicatie en draagvlakbevordering. Door een bestuurlijke ingreep wordt inmiddels in lijn met het verbeterplan gewerkt en wordt een evenwicht gezocht tussen de noodzakelijke investering op korte termijn (de invoering van een onderwijskundig “regime”) en de meerjarige kwaliteitsverbetering met het oog op duurzame verbetering.
Het team van de St. Jan Baptist had aanvankelijk grote moeite de bevindingen van de
inspectie te onderkennen en te incasseren. Na een bijzonder turbulente periode wordt
samen met de inspectie geconstateerd dat er inmiddels sprake is van een goede aanpak. Het tussentijdse onderzoek in het voorjaar van 2010 wordt met vertrouwen tegemoet gezien.
Bestuur en scholen hebben de oorzaken gedetailleerd onderzocht. De eerste maatregelen voor herstel zijn genomen. Voor alle scholen geldt inmiddels dat de bewaking van de
leerlijnen en de monitoring op afstemming en professionele ontwikkeling tot op het niveau van het persoonlijke ontwikkelingsplan in scherpe verbeterplannen zijn geformuleerd. Daarnaast is het intern toezicht, mede ondersteund door de inspectie, verscherpt.
Tegelijkertijd is meer ondersteuning geregeld, zijn en worden organisatievormen aangepast en is toerusting van de professionals georganiseerd.
De grootste winst is echter geboekt op het terrein van het probleembewustzijn. Iedere medewerker erkent dat er continu aandacht moet zijn voor het halen van voldoende
leerresultaten. Niettemin betekent voor sommige leerkrachten deze opdracht, gericht op de
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
13
leeropbrengsten, soms een breuk met routines en opvattingen en wordt het als een extra belasting gevoeld. Waar nodig verricht het bestuur extra onderzoek en wordt extra
geïnvesteerd om de reikwijdte en landingsgraad van de verbeterplannen te optimaliseren. Ook de kwaliteit van de aansturing is onder de loep genomen. De kwaliteit van het
onderwijskundig leiderschap is, daar waar nodig, afgedwongen door managementteams qua samenstelling te wijzigen. Leesverbetertraject
Elf Veldvest scholen hebben zich in september 2008 verbonden aan een landelijk leesverbeterproject. Een traject waarin het verbeteren van vlot en nauwkeurig lezen bij
kinderen centraal staat. Leerresultaten van kinderen worden vooral beïnvloed door de manier waarop de school en de leerkracht omgaan met de didactiek. Verder zijn effectieve leertijd, directe instructie en differentiatie volgens het verlengde instructiemodel elementen die volgens onderzoek het meest van belang zijn bij het leren van lezen, taal en rekenen.
Veldvest heeft het verbeterproject ingepast in haar huidige structuur. Een Transformatieteam met opleiders, onderzoekers en een groep die alles bewaakt, zijn nauw bij het proces
betrokken. De onderzoekers verzamelen de resultaten van de toetsen, analyseren deze en brengen ze in ter bespreking. Samen met experts bepalen de leerkrachten op welke
onderdelen hun onderwijs verbeterd moet worden. Tegelijkertijd volgen leerkrachten van alle leerjaren een cursus die gaat over didactiek, het geven van instructie en het organiseren van het onderwijs. Het gaat hierbij dus allereerst om het vergroten van de kennis en vaardigheden van de meest belangrijke groep, de leerkrachten.
Aangrijpingspunt is en blijft altijd de leerkracht. Hij/zij zal zijn eigen competenties moeten uitbreiden om het beste uit het kind te halen. Eind 2008 vond de nulmeting plaats over de stand van zaken rond de leesresultaten. In mei 2009 wordt gekeken of er groei is. Het traject wordt gesubsidieerd door de overheid. Citoscores
De leeropbrengsten aan het einde van acht leerjaren zijn een belangrijke indicator of de
scholen er in slagen de kinderen toe te rusten met basiskennis en –vaardigheden die nodig zijn om succesvol het voortgezet onderwijs te kunnen volgen. Het is gebruikelijk om die
resultaten te meten met de eindtoets van het instituut Cito. Hieronder geven we eerst een overzicht van de uitkomsten per school van de laatste drie schooljaren. 2009 Kan hierin
worden meegenomen omdat de gegevens bij het schrijven van dit verslag bekend waren. 2007
2008
2009
De Berckacker
533,3
534,4
538,3
De Brembocht
534,5
536,5
533,8
Cobbeek
537,1
535,4
533,0
De Heiacker
536,8
532,9
537,1
Prof. Dr.R. Casimir
Op Dreef
St. Jan Baptist
533,6
534,8 532,2
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
533,0
534,9
532,6
533,4
540,2 534,3
blz.
14
Jan Ligthart
529,4
530,4
533,7
St. lucij
532,3
527,1
534,3
Meester Gijbels
533,9
535,6
535,7
St. Lambertus
535,8
De Meerhoef
532,9
De Poolster
532,6
534,3
532,5
532,5
531,0
536,2
533,5
De Rank
538,1
535,1
535,5
Zeelsterhof
533,3
533,5
533,4
533,6
534,6
Wintelre
533,5
Gemiddeld
534
De Verrekijker *
533,9
534,6
PWA *
* Cijfers ontbreken aangezien het een SBO en SO school betreft (zij doen niet mee aan de CITO-eindtoets).
Gebruikmakend van de normering van het aangescherpte beoordelingskader van de inspectie is er een bovenschoolse analyse gemaakt van de resultaten.
Op basis van een uitgebreide bespreking van de analyse met alle leidinggevenden en
sleutelfiguren uit het middenkader van de scholen is een aantal conclusies getrokken: •
Op de domeinen taal en studievaardigheden wordt er gemiddeld of dicht bij het
gemiddelde gescoord. De focus op lezen en taal in het schooljaar 2008-2009 werpt haar vruchten af. Daarom kan de focus de komende jaren op het verbeteren van het rekenonderwijs worden gelegd, analoog aan het Leesverbeterproject;
•
Er is een groot aantal onderzoeksvragen geformuleerd die betrekking hebben op de deelname van de leerlingen met een speciale leerbehoefte aan de eindtoets en
tussentijdse toetsen en onderzoeksvragen m.b.t. de analyse en interventies van de tussentijdse toetsen;
•
Elke professional dient zelf de gegevens van de toetsen op de juiste wijze te
analyseren. Op basis daarvan grijpt de leerkracht in om het onderwijs te verbeteren. Door onder andere opleidingen in de vorm van vensters (zoals bijv. het
leesverbeterproject) doen leerkrachten kennis en ervaring op met hoe te meten, te
analyseren, te concluderen en te verbeteren. Dat dit werkt weten we inmiddels want de tussentijdse resultaten van het lezen zijn op de diverse scholen gestegen;
•
Onderzocht moet worden of het aantal kinderen met een speciale hulpvraag op de scholen van de stichting van invloed is op het realiseren van de leerresultaten.
Onderzoek maakt al wel duidelijk dat de reguliere scholen meer rugzakleerlingen begeleiden dan het aantal kinderen dat speciaal onderwijs volgt. Zie onderstaand overzicht.
Cluster
Speciaal
Rugzak in
Onderwijs
het
Totaal
regulier
onderwijs III
30
26
56
IV
37
67
104
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
15
Totaal
67
93
160
42%
58%
100%
Uit het meerjarenoverzicht blijkt: -
De omvang van het speciaal basisonderwijs (Verrekijker) neemt af (van 155 leerlingen in 1989 naar 60 leerlingen nu);
-
Het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs cluster III is vanaf 1989 ongeveer verdrievoudigd. De laatste jaren loopt het aantal 4 tot 12 jarigen op onze eigen school voor speciaal onderwijs cluster III Prins Willem Alexander flink terug;
-
In het speciaal onderwijs cluster IV is sprake van een enorme toename, namelijk van 10 leerlingen in 1989 tot 104 leerlingen nu. Met name het voortgezet
speciaal onderwijs voor kinderen met gedragsmoeilijkheden kent een grote
toename; -
De kwaliteit van het onderwijs aan het relatief groot aantal rugzakkinderen in het regulier onderwijs moet nader worden onderzocht. Daarbij moet betrokken
worden of er een verband is tussen rugzakkinderen en het groot aantal kinderen in onze scholen dat na 8 jaar onderwijs een verwijzing krijgt voor
leerwegondersteunend onderwijs.
Het transformatieteam Empirisme zal nader onderzoek hiernaar uitvoeren en pakt het totale pakket rondom de verbetering van opbrengsten op. Samen met het externe bureau Giralis
wordt een traject “schitterende scholen” gestart. Dit is een methode, die binnen één jaar tot resultaatgericht succes leidt. Scholen die onvoldoende scoren, hebben zich verplicht aan
deelname. Tevens zal samen met BMC een professionaliseringsaanbod gerealiseerd worden voor alle scholen. De directies van de scholen zijn hierbij verantwoordelijk voor initiëren en stimuleren van deelname aan dit aanbod in de komende schooljaren. Geleerde lessen Wat we in ieder geval al geleerd hebben is dat scholen die op dit moment succes boeken met het verbeteren van de taal/leesresultaten duidelijke (minimum)doelen stellen, dat ze voorrang geven aan lezen en taal, dat ze goed kijken naar de tijd die ze besteden aan taal/lezen en dat ze hun instructie optimaliseren. Ook scholen die in het eerste jaar al grote verbeteringen laten zien, hebben gekozen voor technisch lezen. De leerkracht ziet direct effect van haar/zijn handelen en het kind leest op een hoger niveau. Voor bijvoorbeeld woordenschat en begrijpend lezen is er een langere adem nodig om goede resultaten te kunnen boeken. Om de resultaten op taal en lezen verder te verbeteren, is het onder andere nodig dat we de toetsresultaten en observaties in de groep goed bekijken en er conclusies uit trekken voor ons onderwijs. Dat betekent niet dat we elkaar moeten gaan bekritiseren, maar met elkaar moeten nagaan wat er beter kan: meer leertijd?, een ander differentiatiemodel?, een efficiëntere methode? en/ of uitbreiding van het boekenbestand? Praktijkgericht onderzoek kan daarbij helpen. Dit type onderzoek richt zich op het zoeken naar oplossingen in de eigen praktijk. Dat betekent de juiste vragen stellen, een neus hebben voor goede informatie en het inzetten van aanpakken die bewezen hebben effectief te zijn. Als we dat allemaal doen, verbeteren we hoe dan ook.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
16
Johan Vernooij, kwartiermaker van het verbeterproject:
‘Positief effect zijn de ontstane Stichtingsbrede dwarsverbanden’ "De scholen werken goed mee. Tot nu toe is de eerste doelstelling behaald: het project
vorm en inhoud geven, de leerkrachten bijeen brengen en een cursus geven die direct in de praktijk bijdraagt aan verbetering van het technisch leesonderwijs. We krijgen zeer goede en professionele ondersteuning van experts.
Positief effect is dat dit project niet alleen Stichtingsbreed werkt en dwarsverbanden legt
tussen scholen en teams, maar dat de verkregen inzichten en competenties ook toegepast
worden bij andere instrumentele vakken.
Grootste aandachtspunt is en blijft de leerkracht. Zijn handelingsrepertoire is van wezenlijk belang. Hij moet zijn competenties uitbreiden om het beste uit het kind te halen."
Bereikt
Nog te bereiken
Extra
-
-
-
Leerkracht is zich bewust van het probleem;
-
Hij is bereid te
-
De kennis en vaardighe-
niet overal op niveau. -
verbeteren;
Er is meer bewaking en
-
gekomen, zijn belast met
-
Het transformatieteam Empirisme doet nader
onderzoek en begeleidt
tie, Differentiatie en
klassenmanagement Coöperatief leren; -
De onderwijskundige
-
kennis en vaardigheden
-
worden uitgebreid;
-
Ouders meer betrekken in het realiseren van
hogere leeropbrengsten.
Er komen overal digitale borden;
moeten nog verder
een onderzoek naar de
betreffende school;
Onderwijskundig
in elke school;
scholen terecht zijn
kwaliteit van de
Kwaliteit van de instruc-
steviger een plek krijgen
tengevolge van de
onderwijskundige
lezen, taal en rekenen,
leiderschap moet nog
De leidinggevenden die carrousel op nieuwe
vestacademie: Didactiek
rekenen; -
Er komen 4 vensters als onderdeel van de Veld-
voor lezen, taal en
agenda geplaatst;
-
ouders toegang hebben; -
voldoende tot goed zijn
Het onderwijskundig leiderschap is op de
systeem, waarin ook
landelijk gemiddelde
ondersteuning; -
Over 2 jaar moeten alle vergelijking met het
Er komt een nieuw
Veldvestbreed volg-
opbrengsten in
den nemen toe; -
De resultaten zijn nog
Er komt een verbeterproject voor rekenen. Met de risicoscholen
wordt een verbetertraject gestart op basis van een diepteanalyse onder de naam ‘’Schitterende Scholen’’.
de verbetertrjaecten.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
17
3.2 Kwaliteitszorg Het tweede speerpunt betreft de kwaliteitszorg. In 2007 is hiermee een stichtingsbrede start gemaakt. Een expertbureau heeft een audit uitgevoerd op alle scholen om te kijken of de kwaliteit van het onderwijs van voldoende niveau was om verder stappen te zetten in de
richting van inclusie. De experts adviseerden eerst meer te investeren in het verhogen van de kwaliteit door de leerkrachten te professionaliseren. Verder werd aangegeven dat scholen geleerd moest worden zelf de kwaliteit van tijd tot tijd te meten. Schoolniveau
Schoolplan, schoolgids, jaarverslag, jaarplan, Integraal Personeelsbeleidsplan,
Veiligheidsplan, (Meerjaren)begroting, Formatieplan. Iedere school werkt op een
gestructureerde manier aan het verbeteren van de kwaliteit. Al die plannen zijn door het bestuur als voldoende beoordeeld. Ook de inspectie beoordeelt de schoolplannen en schoolgidsen. Om de paar jaren wordt de tevredenheid van medewerkers, ouders en
leerlingen gemeten. Gesprekken met ouders zijn de voornaamste bron voor de school om het antwoord te weten op de volgende vragen: • • • • •
Doet de school de goede dingen? Doet de school de dingen goed? Hoe weet de school dat?
Vinden anderen dat ook?
Wat doet de school met die wetenschap?
Q-net
Om te kijken of de scholen met alles dat gemeten wordt ook iets doet, is op alle Veldvest
scholen in november 2008 een vragenlijst afgenomen onder directie, personeel, ouders en kinderen. Dit werd gedaan met behulp van het kwaliteitsinstrument Q-net. Dat leverde een kwaliteitsmeting op die, als een soort foto, de stand van zaken van alle scholen op dat
moment weergaf. Overigens is dit iets anders dan een tevredenheids onderzoek. Daar gaat
het veel meer om het meten van meningen – wat vind ik ervan. Een kwaliteitsmeting zoals Qnet geeft meetbare scores aan op de belangrijkste onderdelen van het onderwijs, precies zoals de inspectie doet. Dan gaat het over onderwijstijd, onderwijsaanbod, onderwijsresultaten, organisatie van het onderwijs, etc. Scores Q-net De resultaten uit Q-net geven een indicatie van de sterke en zwakke punten van de school. De uitkomsten laten een score per onderdeel zien. Bij elke score heeft elke Veldvest school zichzelf de vraag gesteld of ze zich herkende in de uitkomsten. Elk schoolteam, in
samenspraak met de Medezeggenschapsraad en Schoolraad heeft zichzelf de vraag gesteld of men deze scores had verwacht en of men het nodig achtte hogere eisen aan zichzelf te stellen. Vragen als ‘Interpreteren we de maatstaf / indicatoren op dezelfde manier?’,
‘Herkennen we inhoud van de vragen die gesteld zijn?’ en ‘Aan wie zijn de vragen gesteld?’ kwamen daarbij aan bod. Daaruit zijn verbeterplannen opgesteld.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
18
Vervolgtraject Q-net
De vragen van Q-net brengen heel veel in beeld maar zijn nog niet toereikend. Met
indicatoren en maatstaven uit de indicatorenindex kan een school zich verder verdiepen. Dit kan ook resulteren in het doen van een aanvullend onderzoek op een of meer onderdelen in de eigen school. Om de goede dingen met de uitslag te doen moeten men met elkaar in
gesprek te gaan, vooral over de duidingen van wat er te zien is. Uiteindelijk beschikken we over een set eenduidige maatstaven en indicatoren die op termijn een objectivering van de score oplevert. Het proces hiernaar toe is een waardevol traject dat kansen biedt voor de ontwikkeling van normativiteit m.b.t. het inspectiekader. Ellen Branje, administratief medewerkster, basisschool Cobbeek ‘Invoeren van toetsgegevens is niet alleen inklopwerk’
“Mijn aandeel in de kwaliteitzorg van school? Het ontlasten van de directie en leerkrachten wat betreft administratie en – indien nodig - het signaleren dan wel melden van
"problemen". Signalen die ik hoor van ouders, leerlingen en leerkrachten pik ik op. Indien mogelijk, probeer ik mijn gesprekspartner een veilig gevoel te geven en denk ik mee aan een oplossing. Daarnaast vind ik het belangrijk dat je in je werk goed weet waar je mee bezig bent en waarom.
Het invoeren van toetsgegevens is bijvoorbeeld voor mij niet alleen het inkloppen van cijfertjes. Als ik zie dat er veel lage scores bij technisch lezen zijn, meld ik dit bij het managementteam en spreek mijn bezorgdheid hier over uit.
De dingen die ik doe zijn voor mij vanzelfsprekend. Ik handel voornamelijk vanuit mijn gevoel. Mijn hart voor kinderen en mensen laat ik spreken. Ik geniet van mijn werk, collega's en vooral van de kinderen. Als dat de basis is, volgt de rest vanzelf wel.”
Leonie van Heijst & Harry Welp, directieteam bs Vessem: ‘De professional zelf is leidend’
“Nadat de uitslagen van Q-net bekend waren, zijn we met het team en de schoolraad om
tafel gegaan. Want je kunt wel denken dat je het met elkaar over hetzelfde hebt, maar dat hoeft in de praktijk helemaal niet zo te zijn. In het gesprek kom je erachter of je op dezelfde manier naar de zaken kijkt of je op dezelfde wijze interpreteert en kijkt. Door allereerst naar de cijfers te kijken kom je uiteindelijk bij de essentie van de
achtergronden uit. Kernvraag is dan: Wat vinden we van de uitkomsten? Herkennen we ons in de uitslagen? Heeft het beoogde beleid resultaat gehad en, last but not least, wat gaan we doen om hierin verandering aan te brengen?
Uiteindelijk draait het er in alles om: is de professional zelf leidend? Kan hij de juiste vragen
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
19
stellen? Reflecteert hij kritisch op zijn eigen handelen? Dat betekent dat we als MT niet meer alles voorkauwen maar dat we de leerkracht zelfstandig aan het werk laten gaan. Hij is het die het voortouw moet nemen .
Ons team heeft dit heel goed opgepakt. Ze reflecteren nu heel duidelijk op hun eigen
handelen en vragen – waar nodig – begeleiding in dit proces. Uiteindelijk worden ze daar steeds zelfstandiger in en leren ze zelf het beste naar kinderen te kijken.”
Mobiliteitscarrousel
Mede op basis van de uitkomsten uit het kwaliteitsinstrument Q-net en gesprekken in en
met managementteams werd door de verantwoordelijken zelf geconstateerd dat op diverse plekken binnen de Stichting de aansturing een kwaliteitsimpuls zou moeten krijgen.
Vrijwillige mobiliteit van leidinggevenden en middenkader bleek het meest geëigende. Om de mobiliteit verantwoord uit te voeren en de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen
hebben alle betrokkenen samen met het College van Bestuur gezocht naar criteria voor de beste match per locatie.
Gekozen is om aan het criterium “communicatie met ouders” het meeste gewicht te hechten. Zowel in het gebied Noord als ook met name in Midden vormt de kwaliteit van de
communicatie met ouders over de kwaliteit van het onderwijs en de plannen rondom de brede school een essentiële kritische succesfactor. De eventuele consequenties voor koppeling van personen aan locaties zijn in 2009 verder uitgevoerd. Bereikt
Nog te bereiken
Extra
-
-
-
Alle betrokken in alle
scholen hebben ervaring
onderdelen moeten nog
opgedaan met een echte kwaliteitsmeting die zelf geanalyseerd;
Scholen met een kritische
-
met ouders over ‘’wat zijn de goede dingen,
doen we die goed, hoe
meten en weten we dat en hoe verantwoorden we dat’’ is gestart.
indicatoren; -
Er moet eenduidigheid komen in de
toetskalender en het
omgaan met resultaten van toetsen.
De onderzoekers van de
transformatieteams gaan
Er zitten verschillen in maatstaven en
hebben verbeterplannen Het gesprek in teams en
-
de scholen helpen met
interpretaties van de
verwachtingen hadden,
-
ouders toegang hebben;
gegevens op orde;
score of die hogere
opgesteld;
volgsysteem, waarin ook
Scholen hebben nog niet op alle onderdelen de
Er komt een nieuw Veldvestbreed
worden uitgevoerd; -
is uitgevoerd en -
Vervolgonderzoeken op
aanvullend onderzoek; -
Scholen met een kritische score of die hogere
verwachtingen hadden
krijgen hulp van buiten. Een expertgroep gaat met de
transformatieteams op deze scholen een
diepteanalyse uitvoeren en verbeterplannen opstellen.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
20
3.3 Professionalisering & aansturing: transformatieteams Het derde speerpunt vormt de voortgezette inspanning met betrekking tot de
professionalisering van leidinggevenden en met name personeel. Professionalisering als
instrument voor het realiseren van de strategische doelen.
In 2008 kreeg de Veldvestacademie verder gestalte. De ambitie van Veldvest om te
investeren in het strategische vermogen van elke school op zich en in samenhang met collega scholen vraagt om een systematische toerusting van leidinggevenden en
leerkrachten. De funderende gedachte om de scholen te versterken door ze te stimuleren om zelf te groeien in het ondersteunen van collega’s, in het opleiden van de professional en ten aanzien van het verrichten van permanent onderzoek naar de kwaliteit van het
onderwijskundige handelen is niet onopgemerkt gebleven. Met name de wijze waarop Velvest het appèl organiseert om verantwoordelijkheid te voelen en studerend en
communicerend te groeien naar een voor leerkrachten aantrekkelijke en ongekende rolneming krijgt veel waardering van de onderwijswatchers in dit land: Voor de
Veldvestacademie ontving Velvest in 2008 de nationale onderwijsaward voor innovatie. Transformatieteams
We zeiden het al. Zelf leren onderzoeken, ondersteunen en opleiden vergt eerst en vooral de
nodige studie en oefening. Wat jaren werd overgelaten aan externe experts, pik je niet in het voorbijgaan op. In 2008 merkten we al snel dat het isolement waarin sommige scholen nog zaten, door het instellen van transformatieteams werd doorbroken. Leden van deze teams komen uit alle scholen en ervaren de deelname aan deze teams als een professionele leergemeenschap.
De teams gingen in 2008 van start. Het transformatieteam dat zich buigt over de verbetering van de leeropbrengsten is volop praktisch aan de slag gegaan. Het onderzoek naar
aanpakken die goed werken in de praktijk, het vergroten van leerkrachtvaardigheden en het
organiseren van collegiale ondersteuning zijn inspanningen die daadwerkelijk in werking zijn gezet.
De overige transformatieteams hebben meer tijd nodig om een goede agenda op te stellen. Alle transformatieteams zijn in overleg met elkaar wel begonnen met het voorbereiden van
vensters. In zo’n venster wordt een praktisch onderwerp behandeld. Denk bijvoorbeeld aan technisch lezen, zoals in het leesverbeterproject. De impliciete praktijkkennis van de
leerkracht wordt expliciet gemaakt en theoretisch verrijkt. Daarmee gaat hij in de praktijk aan de slag en wordt daarbij op de werkplek ondersteund. De bedoeling is dat de onderwijskundige kwaliteit van de leerkracht wordt versterkt. Voorzittersoverleg
Een groep die nog nadrukkelijker in gesprek is met het College van Bestuur en die verantwoordelijkheid neemt voor het ontwikkelen, plannen, uitvoeren, meten en
verantwoorden van het stichtingsbeleid wordt gevormd door de voorzitters van de
transformatieteams. De groep groeit nadrukkelijk uit tot een niet meer weg te denken adviesorgaan voor het College van Bestuur.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
21
Leermonitoren
Sinds de afgelopen twee jaren wordt een twintigtal medewerkers opgeleid tot leermonitor. Dit is een masteropleiding, die Fontys Opleiding Speciaal Onderwijs samen met Veldvest
bouwt en waarbij de toekomstige master onderzoek naar veranderingsprocessen in de eigen context weet te combineren met de theoretische concepten die ten grondslag liggen aan het Veldvest beleid.
Zo leren zij hoe zij verantwoording kunnen nemen voor het bewaken, ontwikkelen,
stimuleren en ondersteunen van leerprocessen van medewerkers in de organisatie. In 2008 hebben de eerste tranche studenten hun onderzoeksthema’s gekozen en zijn zij gestart met diverse concrete onderzoeken aan de stichting. Onderwerpen zijn o.a.
communicatie, identiteitsontwikkeling, effect van de besturingsfilosofie van Veldvest. Tevens is er een tweede groep gestart met leerjaar 1 in 2008.
Dorien Felten, directieteam de Brembocht, leermonitor lichting 2008-2009 ‘Elkaar leren kennen, verstaan en in gesprek gaan’
“Leren van, met en door elkaar is voor mij een belangrijk uitgangspunt. Wat betekent dat dan binnen de schoolorganisatie? Onderwijs is boeiend. Je hebt met een diversiteit aan
volwassenen en kinderen te maken. Elkaar leren kennen en verstaan, daar met elkaar naar kijken en met elkaar over in gesprek gaan.
Wat versta je dan onder leren? Op welke manieren leer je? Wat wil je kinderen meegeven?
Vanuit welke motieven, opvattingen en overtuigingen handel je als leerkracht? Ik vind het belangrijk dat je als leerkracht weet wat jij wilt en kunt betekenen voor ieder kind. Ik ben
van mening dat, wanneer je jezelf steeds beter leert kennen, je dan steeds beter in staat
bent om dat onderwijs aan te bieden dat elk afzonderlijk kind of een groep kinderen nodig
heeft.
Die gesprekken moet je bewust organiseren zowel op individueel als op groep-, team- of Veldvestniveau. Ik vind het belangrijk dat je verder kunt/wilt kijken dan je eigen praktijk, dat je vanuit een ander perspectief leert kijken.
Samen met elkaar over onderwijs praten binnen de school, de ontwerpgroep, leermonitoren
heeft mijn kijk op onderwijs in ieder geval rijker gemaakt, dat gun ik anderen ook. Dan blijft het uiteindelijk niet meer bij praten maar dan ga je het ook doen!”
Ontwerpgroep
Veldvest biedt aan leraren die zelf het onderwijs van de toekomst willen maken en die willen werken aan de ontwikkeling van professionele scholen, een bijzonder leertraject. De
zogenaamde ontwerpgroep is met twintig leerkrachten aan de slag gegaan die willen investeren in hun eigen professionele ontwikkeling en in die van Veldvest. Het
ontwerptraject wordt begeleid door KPC Groep. De deelnemers ontwikkelen zich als
onderwijsontwerpers, maken kennis met wetenschappelijke inzichten en uitdagende
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
22
innovatieve praktijken en zetten zelf experimenten op. De bedoeling is dat de groep straks helpt bij het bouwen van een educatief concept voor de Brede Scholen. Martin van de Rakt, leerkracht St. Lucij, deelnemer ontwerpgroep ‘We moeten ons als school meer naar buiten richten’
Ik vind het belangrijk mezelf breed te ontwikkelen, me niet alleen te richten op de eigen
context. Binnen mijn eigen school zijn we vorig schooljaar bezig geweest met heroriëntatie van de visie. Daaruit hebben we speerpunten geformuleerd die we in een
meerjarenperspectief gegoten hebben. Conclusie daaruit was ook dat we ons als school niet alleen naar binnen maar vooral ook naar buiten moeten richten. Wat kan stichting Veldvest betekenen voor de school en wat kunnen wij als kleine dorpsschool betekenen voor de Stichting?
Samenwerken is daarbij een belangrijk element. Om meer zicht te krijgen op de Stichting en hiervoor ook iets te betekenen, heb ik besloten deel te nemen aan de ontwerpgroep. Door deze deelname kan ik op mijn eigen manier een steentje bijdragen aan het grote geheel. Ook biedt het me de mogelijkheid de koppeling te maken naar mijn eigen school. Ik
probeer het geleerde tijdens de bijeenkomsten van de ontwerpgroep te herkennen en toe te passen in mijn eigen praktijk en het gesprek hierover te voeren binnen school, maar ook daarbuiten.
Professionalisering en ouders
We begonnen dit hoofdstukje over professionalisering met de waardering die er voor de
aanpak van Veldvest is. De aanpak heeft geleid tot meer en diepere professionaliteit. Vooral
de kwaliteit van de aansturing van het eigen schoolontwikkelingsproces is toegenomen. Ook de gevoelde noodzaak om te investeren in onderwijskundige kwaliteit en de regie is sterk verbeterd.
Tegelijkertijd is het van belang te erkennen dat het principiële appèl op rolneming en zelfsturing nog lang niet altijd adequaat verstaan wordt. De leidinggevenden slagen er wel steeds beter in om in de eigen school beweging te krijgen en medewerkers toe te rusten, maar er is nog een grote slag te maken. Het effect het professioneel aanspreken roept in
eerste instantie vaak twijfel en onzekerheid bij medewerkers op. Dit is dan voor ouders en
schoolraden weer aanleiding om zich zorgen te maken. De kritiek is dan niet van de lucht. Het College van Bestuur begrijpt die kritiek en voelt hier een bijzondere
verantwoordelijkheid. In 2009 en daarna zal het College nog intensiever investeren in de
communicatie met ouders en daar ook zelf een actieve rol in gaan vervullen. Dit laatste is
ingegeven door de positieve ervaringen met het daadwerkelijk ontmoeten van de genoemde geledingen in hun eigen setting en het feit dat managementteams niet het gevoel krijgen er alleen voor te staan in de relatie met ouders.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
23
Bereikt
Nog te bereiken
Extra
-
-
-
45 leden van de drie tranformatieteams
masters van nu 30 naar
professionaliseren zich
constructi-visme en de
sionaliseren zich op hoe
-
oriënteren zich op
-
11 scholen professionaliseren zich op het ter-
Gedragsmoeilijkheden, Hoogbegaafdheid,
rekenen;
Ontwerpen van
Dyslexie,
Op elke school zijn
kindprofielen en onderwijsarrangementen -
en rekenen; -
Constructivistisch venster:
Scholen verbeteren zich
Leren Leren
ook op het gebied van
(zelfregulatie,
rekenen.
metacognitieve vaardigheden, etc. gekoppeld
rein van de leesdidactiek, datafeedback gestuurd
Zorgvensters:
onderwijs op het gebied
het gebied van lezen, taal
9 voorzitters professio-
leidsvoerend vermogen;
-
specialisten aanwezig op
onderwijsinnovaties;
naliseren zich op het be-
vensters
van lezen, taal en
volwassenen leren;
-
uitgebreid met de
datafeedback gestuurd
30 leermonitoren profes-
20 leerkrachten
Alle leerkrachten als het gaat om
leren;
-
Veldvestacademie
bereiken een goed niveau
leertheorie cultureel -
vensters wordt de
stichtingsniveau; -
Naast de vier eerder
genoemde empiristische
minimaal 80 op
op de leertheorie
empirie, de leertheorie,
Uitbreiden van het aantal
aan vakgebied) -
onderwijs en kwaliteit
Sociaal – culturele vensters:
van instructie.
Relatie met Ouders -
Er komt een master
“Leren en innoveren’’. -
College gaat
nadrukkelijker in gesprek met ouders per school of clusters van scholen.
3.4 Brede scholen in MFA’s en verbrede basisscholen Als laatste speerpunt van beleid staat de ontwikkeling van Brede Scholen centraal. Deze
samenwerkingvorm tussen onderwijs, welzijn, cultuur, sport en vrije tijd moet vorm krijgen
in zogenaamde nieuwe multifunctionele accommodaties (mfa’s) en in de huidige gebouwen die daarvoor worden aangepast. Concreet betekent dit dat elke school naast onderwijs voortaan ook opvang (BuitenSchoolse Ovang en TussenSchoolse Opvang) en
peuterspeelzaalwerk op locatie in huis heeft. Elk schoolgebouw wordt in feite dus verbreed. In 2008 heeft het College van Bestuur bewerkstelligd dat de lopende trajecten aan elkaar gekoppeld werden en een versnelling kregen. In nauwe afstemming met de gemeente en
aangestuurd door een regiegroep waarin o.a. besturen en gemeente zitting hebben, worden
nu in Veldhoven en de Eerselse kerkdorpen met ouders en met partners uit de kinderopvang,
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
24
welzijn, sport en cultuur voortvarend en in samenhang met elkaar plannen gemaakt voor de bouw van deze nieuwe multifunctionele accommodaties(mfa’s).
Deze brede scholen verzorgen een samengestelde educatieve en pedagogische service voor alle belangstellende ouders. Het aanbieden van een gevarieerd dagarrangement met
verzorgende, educatieve, recreatieve en culturele diensten in combinatie met thuisnabij
onderwijs vormen belangrijke peilers van de educatieve service voor alle ouders. Scholen die rechtstreeks bij de bouw van de nieuwe multifunctionele accommodaties betrokken zijn,
bouwen aan zo’n pakket. Maar ook de scholen die geen nieuwbouw krijgen, ontwikkelen met partners een gelijkwaardig pakket op elke plek. Ouders met kinderen die niet een van de nieuwe brede scholen zullen bezoeken, mogen rekenen op vergelijkbare en kwalitatief
gelijkwaardige service. De ontwerpgroep waarin leerkrachten, ondersteund door KPC groep,
nadenken over inspirerende en (ver)bindende concepten vormt een van de inspiratiebronnen voor scholen die met deze ontwikkeling gestart zijn.
Peter Vereijken, projectenregisseur Brede Scholen Veldhoven:
‘Interesse voor elkaar, afstemming en de bereidheid tot leren’ Een dagarrangement (DA) is een sluitend pakket van onderwijs, opvang, zorg en vrije tijd voor schoolgaande kinderen. Een DA bestaat uit elkaar opeenvolgende diensten en
activiteiten en vindt zo veel mogelijk thuisnabij en voor alle kinderen plaats. De totale
ontwikkeling van ieder kind staat centraal. Maatwerk en variatie dus naast aansluitend en uitdagend.
Onderwijs is één van de ketenpartners in het dagarrangement. Het DA dwingt tot bezinning op de rol, taak en uitvoering van het onderwijs in het geheel van de ontwikkeling van ieder kind. Dat vraagt om interesse voor elkaar, om afstemming, om leren van elkaar en samengaan om thuisnabij maatwerk te kunnen (blijven) leveren.
De Brede School draagt bij aan voorkoming en verkleining van segregatie. Vakmensen in
allerlei disciplines blijven nodig, maar ze worden ook teamplayers. De DA-partners trekken samen op met de ouders in de ontwikkeling van hun kinderen.
Ouders worden gefaciliteerd om werk, opvoeding, privé en zorgtaken op een verantwoorde
wijze te combineren. DA draagt bij aan sociale cohesie en goed burgerschap. De wereld van het kind houdt straks niet meer op bij de eigen voordeur.
Woonservicezones
De gemeente Veldhoven heeft ervoor gekozen haar gemeentelijk gebied in te delen in
zogenaamde woonservicezones. In totaal zijn dit er vijf, te weten Noord (= Noord en Oerle), Midden, Zuid, Oost en - in ontwikkeling - West. Het doel van deze woonservicezones is dat ze het zelfstandig bestaan in de eigen woonomgeving, ook voor mensen met een
functiebeperking, mogelijk maken. Elke inwoner moet in zijn eigen leefomgeving van alle
mogelijke voorzieningen gebruik kunnen maken. Concreet betekent dit ook dat ieder kind
de mogelijkheid moet krijgen om – thuisnabij - een dagarrangement te kunnen volgen. Elke
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
25
woonservicezone (met uitzondering van Oost) krijgt een nieuwe, multifunctionele accommodatie. Daarnaast worden alle scholen in diezelfde gebieden verbreed. ICT in de Brede School
Het inzetten van nieuwe ICT technieken kan een verrijking betekenen in de lesmethodes. Om de kansen en ontplooiingsmogelijkheden voor kinderen op dat gebied ook zo optimaal
mogelijk te laten zijn, is in 2008 nagegaan hoe ICT op de Veldvest scholen een impuls te
geven. Besloten is om alle scholen in 2009 te voorzien van meerdere digitale schoolborden, om in elk gebouw glasvezel binnen te brengen en om de onderwijsprogrammatuur te updaten.
Het digitale bord geeft een enorme impuls. Naast dat het bord kan dienen als
projectiescherm (schooltv kijken, werken met Word, een presentatie geven) biedt het vele interactieve mogelijkheden. Bij de digitale borden wordt een uitgebreid softwarepakket geleverd, waardoor legio nieuwe mogelijkheden ontstaan.
Zo neemt de hoeveelheid te gebruiken bronnen toe, wat voor de leerkracht een nieuwe impuls kan geven aan zijn lesmethodes. Leerlingen kunnen door de duidelijkheid,
kleurigheid en multimediale mogelijkheden interactiever bij de les betrokken worden. Ook is - eens ontwikkeld - lesmateriaal weer opnieuw, in een interactieve vorm, in de les in te
zetten. Daarnaast bieden de borden de mogelijkheid om opgeslagen materialen op een later moment terug te halen. Zo ontstaan dynamische, working documents. Ideaal voor zieke leerlingen of voor kinderen die op een ander tempo de leerstof doorlopen.
Sander Huiswoud, MT lid in Noord over ICT in de Brede School Noord en de andere scholen in Noord
‘Met een digibord haal je de wereld binnen’ Als school wil je zo veel mogelijk een afspiegeling zijn van de maatschappij en kinderen
voorbereiden op een rol in die maatschappij. Dat op zich is al een moeilijke opgave omdat we maar voor een klein deel weten hoe die maatschappij er op termijn voor onze kinderen uit gaat zien. De ontwikkelingen rondom ICT gaan razend snel en kinderen krijgen op
school vaak met systemen te maken die ver achterlopen op datgene wat ze thuis gewend
zijn. Bovendien voelen leerkrachten zich nog vaak onzeker over het gebruik van ICT, omdat ze het gevoel hebben niet boven de stof te staan.
Ik denk dat we als Stichting drie zaken voor ogen moeten houden. Allereerst dienen we een ruimer en flexibeler computerpark in te richten. Dan blijf je up-to-date. Daarnaast zullen
leerkrachten zich neer moeten leggen bij het feit dat ze een achterstand hebben met ICT. Wij moeten er als school voor zorgen dat we, waar nodig en waar het kan, de kinderen
faciliteren en ondersteunen. Instrueren, een vinger aan de pols houden maar vooral niet te
veel in de weg lopen. Als laatste zouden we ICT breder moeten inzetten. Veel methodes zijn
tegenwoordig digitaal beschikbaar. Ik pleit daarom voor digiborden in alle klassen. Met zo’n bord kun je de hele wereld binnen de school halen. Bovendien kan het interactief worden ingezet. Hiervan zijn ook al prachtige voorbeelden voor coöperatief leren, ook al voor de
jongste kinderen. Daar moeten nog heel veel mogelijkheden liggen. We moeten de expertise binnenhalen om dit terrein te ontginnen.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
26
Ook in de informatievoorziening naar collega's en ouders kan veel efficiënter via ICT. Denk aan overdracht, rapportage, portfolio, algemene ouderinformatie enz. Als ouders kunnen inloggen om de vorderingen van hun kind te volgen, kunnen ze tijdens oudergesprekken eigenlijk niet meer voor verrassingen komen te staan en kan het gesprek gaan over constructieve dingen. Stichting Integraal
Om van de verbreding en de nieuwe brede scholen een succes te maken en om ervoor te zorgen dat het dagarrangement alle kinderen echt verrijkt, is het stichtingsbestuur een
onderzoek gestart naar verregaande vormen van samenwerking met peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en welzijn. Een extern bureau heeft opdracht gekregen dit onderzoek uit te
voeren. Betrokken partijen naast Veldvest, zijn de kinderopvangorganisaties Nummereen uit Eersel en Korein uit Eindhoven, Stimulans peuterspeelzaalwerk uit Veldhoven en Stichting
Peuterspeelzalen uit Eersel en welzijnsorganisatie Stimulans uit Veldhoven. Het onderzoek is eind 2008 afgerond en heeft geleid tot het opstellen van een intentieverklaring die door de partijen hierboven is ondertekend en waarin wordt aangegeven, waarom men wil
samenwerken, wat de doelen hierbij zijn, op welke wijze de samenwerking tot stand moet komen, wat de visie en de missie is en wat de voornaamste uitgangspunten zijn. De
intentieverklaring heeft de voorlopige werknaam ‘’Stichting Integraal’’ gekregen. In 2009 en de jaren daarna zullen deze partners gaan onderzoeken of het zinvol en mogelijk is als één nieuwe organisatie te gaan opereren op alle scholen van Veldvest. Daarmee zou dan juridisch zijn vastgelegd dat alle partijen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en uitvoeren van dagarrangementen op alle Veldvest scholen. Bereikt
Nog te bereiken
Extra
-
-
-
80 medewerkers van
besturen en gemeente
eerst voldoende leerop-
onder begeleiding van
Wintelre is gestart met de
-
Veldhoven is klaar met
-
-
-
Hoogwaardige ICT voorzieningen.
Ouders hebben een
duidelijk beeld van wat
de fullservice dienstver-
peuterspeelzaalwerk en
lening van een Brede
welzijnswerk;
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
geïntegreerd;
worden doelgroepen
- educatief concept;
kinderopvang, het
scholen is voorbereid;
plan, gebaseerd op een
gezamenlijk pedagogisch
Veldvest heeft zich
ICT impulsen op alle
ouders het wensen
misse en ontwerpt een
partners uit de
-
Stichting Integraal ont-
gezamenlijke visie en
de kaderstellende fase; verbonden aan vier
apart per doelgroep, als
wikkelt een bedrijfs-
bouw;
-
ren: waar het moet nog
wordt ingevoerd;
Wintelre); -
ningen voor ALLE kinde-
Brede Schoolconcept
nieuwe brede scholen (3
Thuisnabije brede en
specialistische voorzie-
brengsten, voordat het
externen ontwikkelen 4 in Veldhoven, 1 in
Elke school realiseert
School precies inhoudt. -
In de Brede Scholen
komen ook voorzienin-
blz.
27
-
Verbreding van alle
gen voor kinderen met
voorbereiding.
van speciaal onderwijs
bestaande scholen is in
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
een speciale zorgvraag: tot hoogebegaafden.
blz.
28
Hoofdstuk 4: Beheerorganisatie 4.1 Organisatorische en personele ontwikkelingen Stafbureau
Nadat we in eerdere jaren expertise en hulp hebben ingehuurd van een communicatiebureau is in 2008 een vaste communicatiemedewerker in dienst getreden. Hiermee heeft
ontwikkeling, uitvoering en bewaking van communicatiebeleid een borging in de organisatie gekregen. Daarnaast is er een financial controller in dienst van Veldvest gekomen. Het
stafbureau heeft nu 3 stafmedewerkers die samen met de administratieve ondersteuning de adviserende en ondersteunende activiteiten naar zowel College van Bestuur als het management van de scholen structureel invulling geven. Personeel
Ook de komende jaren zal een gedeelte van het personeel gebruik kunnen maken van de
FPU –regeling ( Flexibele Pensioen en Uittreding). We zien een verschuiving van de uittreding van 62,3 jaar naar 63 jaar. De stichting realiseert zich dat het in een periode van krimp van het aantal leerlingen, moeilijk is nieuwe talenten voor de stichting aan te trekken en te behouden. Toch lukt het nog steeds door tussentijdse niet voorziene mutaties nieuw personeel aan te stellen. Zo is er in 2008 zelfs een kleine stijging van het aantal
formatieplaatsen te zien vooral tengevolge van de groei van het aantal kinderen met een rugzak die extra leraaruren opleveren. Personeelsopbouw 2006
2007
2008
Aantal fte’s leidinggevende taak
25,8
26,2
24,3
Aantal fte’s onderwijzend personeel
291,9
281,7
283,1
Antal fte’s ondersteunend personeel
60,9
59,10
62
Totaal
378,3
367
369,4
Personeelsopbouw naar leeftijd in percentage van de totale inzet leeftijd
2007
2008
0-24
7,49%
6,44%
24-34
27,52%
28,01%
34-44
14,52%
14,64%
44-54
30,80%
28,86%
54-59
13,36%
14,84%
59-99
6,31%
7,20%
Aantal leerlingen
Hoewel de daling van leerlingen nog niet is gestabiliseerd, zien we dat ergste daling voorbij is.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
29
Jaar
Aantal leerlingen
Verschil
2004
4948
2005
4752
196
2006
4613
139
2007
4461
152
2008
4424
37
voorgaande jaar
Verzuimbeleid
Aanscherping van het casemanagement en intensievere ondersteuning door de
arbeidsdeskundige van arbopartner Tredin, hernieuwde deskundigheidsbevordering van de leidinggevenden en sturing en controle op verzuimregistratie hebben geleid tot een daling van het verzuim. De kwaliteit van de gesprekken met de werknemers en de frequentie is
gestegen. Afstemming van het belang van de organisatie en het persoonlijke belang is het terugkerende onderwerp van gesprek. Verzuimpercentage 2004
2005
2006
2007
2008
4,53%
3,62%
5,83%
5,89%
4,26%
4.2 Financieel beheer en beleid Belangrijke onderdelen bij deze processen zijn de documenten in het kader van planning, zoals jaarplannen en schoolplannen gekoppeld aan begrotingen, en documenten op het terrein van control, zoals managementrapportages en jaarverslagen.
Een eerdere audit door de accountant toonde al aan dat de planningssystematiek van
scholen en vooral bestuur aan hoge kwaliteitstandaarden voldoet. De verbetering van het
financiële beheer en beleid moest vooral gezocht worden in de controlsystematiek. Om die reden is in 2008 geïnvesteerd op dat terrein. Administratieve organisatie. Met de komst in 2008 van een interim controller en medio 2008 van een financial controller in dienst van stichting Veldvest zijn de eerste stappen gezet richting een verdere
professionalisering van de interne administratieve organisatie. De implementatie van het administratief handboek brengt structuur en overzichtelijkheid binnen de stichting. Een
aantal zaken is op de scholen per direct ingevoerd zoals een verplichtingenadministratie,
een geoptimaliseerd rekeningschema met een uitgebreide toelichting en standaard invulling van personeelsdossiers. Een adequate signalering en het snel kunnen sturen op eventuele problemen wordt hiermee bevorderd zowel op school- als op stichtingsniveau.
Er is een start gemaakt met een nieuwe begrotingssystematiek en een daaraan gekoppelde managementrapportage met het doel een krachtige bijdrage te leveren aan de planning & controlecyclus.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
30
De plannen voor 2009 zijn een verdere optimalisering van de begrotingssystematiek,
gevraagde en ongevraagde advisering in alle financiële- en inkoopaangelegenheden. Een
verdere verdieping van de samenwerking met het administratiebureau is al opgepakt met als doel de interne werkprocessen optimaal te kunnen koppelen aan de output van het
administrateuren. In dat kader wordt de rol van de controller ter ondersteuning van de directies van de scholen verder uitgebouwd. Treasuryverslag
De publieke middelen van stichting Veldvest, die voor korte of langere termijn niet voor publieke taken hoeven te worden aangewend, zijn belegd conform de Regeling “Beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek”.
In 2008 zijn de effecten Merril Lynch en Goldman Sachs Group i.v.m. met het hoge
koersrisico afgestoten. De effecten portefeuille werd samen met de Rabobank en de ABN-
AMRO bank nauwkeurig geanalyseerd. Uitgangspunt was een AAA-rating voor alle effecten, een verhoging van het rendement en het (voor zover mogelijk) uitsluiten van risico’s. De reeds enige tijd in bezit zijnde effecten bij de ABN, BNG, ING, Nederlandse Staat en de Rabobank voldoen aan deze eisen en zijn derhalve niet aangepast.
Ter verhoging van het rendement werd besloten tot een korttermijn deposito bij
respectievelijk de Rabobank en de ABN-AMRO bank van beide 2 miljoen euro tegen 5% rente. Analyse financiële situatie
Veldvest sluit 2008 af met een exploitatieresultaat van € 297.147 negatief. Met ingang van de jaarrekening 2008 is er een allesomvattende regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Dat
betekent dat de jaarrekening opgemaakt is conform de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de daarop gebaseerde Richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaggeving.
Op grond van de gewijzigde regelgeving is per 2008 een voorziening jubileumgratificaties
getroffen. Dit heeft geleid tot een voorziening van € 288.810 welke ten laste is gekomen van het eigen vermogen.
Daarnaast is er een stelselwijziging doorgevoerd in de grondslagen van de financiële vaste activa. Deze worden per 1-1-2008 gewaardeerd tegen beurskoers. In 2007 was er nog
sprake van waardering tegen nominale waarde. Hiermee wordt de effectieve waarde van de effecten transparant zichtbaar gemaakt.
Veldvest sluit 2008 af met een exploitatieresultaat van € 297.147 negatief. In
overeenstemming met de wettelijke bepalingen is dit nadelig exploitatieresultaat in mindering gebracht op de algemene reserve. Dit is in de jaarrekening verwerkt. Balans per 31 december 2008 31-dec-08
Activa vaste activa
materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
€
364.953
blz.
31
Andere vaste bedrijfsmiddelen
€
525.707
Overige materiële vaste activa
€
31.547
Leermiddelen
€
295.877
Financiële vaste activa Effecten
€
1.218.084
€
1.335.276
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren
€
2.990
€
95.587
ministerie van OCW
€ 1.100.205
Overlopende activa
€
Overige vorderingen
839.561
Liquide middelen
€
2.038.343
€
6.460.672
€ 11.052.375 Balans per 31 december 2008 31-dec-08 Passiva Eigen vermogen Algemene reserve
bestemmingsreserves (publiek en privaat) Voorzieningen
Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen Kortlopende schulden Crediteuren
Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioen Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva
€ 5.501.382 €
651.761 € 6.153.143
€ 1.433.199
€ 1.167.131 € 2.600.330
€
€
€
€
€
196.451
742.588
245.603
351.239
763.021 € 2.298.902 € 11.052.375
Opvallende incidentele uitkomsten en structurele wijzigingen
Met name die zaken die zich gedurende het boekjaar voordoen en die een eenmalig karakter hebben, zijn de moeite van het volgen en bespreken waard. Daarom hieronder een kort
verslag van deze Incidentele financiële ontwikkelingen en nieuwe structurele wijzigingen. Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
32
Incidenteel Personeel
De samenvoeging van de Poolster, de Verrekijker en Jan Ligthart tot Veldhoven Midden
heeft tijdelijk geleid tot een overflow aan personeel.
De totale overschrijding van de personele lasten is conform de extra inkomsten welke
gedurende het boekjaar werden toegezegd, waardoor het saldo baten en lasten in evenwicht bleef.
Uitzendkrachten
De tijdelijke aanwezigheid van een controller en medewerker communicatie veroorzaakt
deze incidentele stijging. Ouderbijdragen
Door een daling van het aantal MR leden van 10 naar 4 wordt een incidentele kostenverlaging ad. € 40.000 verkregen. Energie
Stijging van de energiekosten hebben geleid tot hogere kosten dan begroot. Deze kosten
dalen echter in 2009 (juli) en worden derhalve gezien als incidenteel. Pastoor Jansenplein
De aankoop heeft indertijd geleid tot een financiële afwikkeling met de nodige
vraagtekens of de onderlinge verrekening op de juiste wijze is uitgevoerd. Bij nader
inzien bleek dit onjuist te zijn en is een correctie van baten van € 171.327 opgenomen en geboekt op overige huisvestinglasten. Structureel: Personeel
Aanstelling medio 2008 van een financial controller en een communicatiemedewerker in dienst van het scholenbestuur leidt tot een verhoging van de kosten met € 100.000. Diverse kosten
Verhoging van de tarieven voor schoonmaak, reproductie en verzekeringen leidt tot een structurele verhoging van de lasten met € 44.000. Rentebaten
Door herpositionering van onze effecten zal jaarlijks een extra een bedrag ad € 50.000 uit renteopbrengsten gegenereerd worden.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
33
Samenvatting exploitatie 2008 en verschillen tussen werkelijk en begroot. Realisatie 2008
Begroting 2008
Realisatie 2007
Baten Rijksbijdragen OCW
21.541.183
21.365.164
21.439.177
subsidies
408.817
354.301
594.554
Overige baten
1.380.209
770.210
1.284.907
Totaal baten
23.330.209
22.489.675
23.318.638
Personeelslasten
20.643.469
19.908.312
20.078.470
Afschrijvingen
197.224
208.002
202.441
Huisvestingslasten
995.495
1.074.095
1.625.376
Overige lasten
2.151.910
2.019.167
2.371.561
Totaal lasten
23.988.098
23.209.576
24.277.848
Saldo baten en lasten
(657.889)
(719.901)
(959.210)
Financiële baten
421.775
250.000
405.421
Financiële lasten
61.033
150
1.737
Saldo financiële baten en lasten
360.742
249.850
403.684
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
(297.147)
(470.051)
(555.526)
Nettoresultaat
(297.147)
(470.051)
(555.526)
Overige overheidsbijdragen en -
Lasten
Financiële baten en lasten
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
34
4.3 Huisvesting De afdeling huisvesting van het besturenbureau Kempenland heeft in 2008, dankzij een interne reorganisatie, een soepele cyclus gerealiseerd. Met name de meerjarige onderhoudsplanningen van de gebouwen en het actueel bijhouden van het
kredietmanagement en de onderhoudscontracten zijn in control. Dankzij deze groei is er nu ruimte om vanuit ambitie onze huisvesting nog verder te optimaliseren. Zo werd er in 2008
al een begin gemaakt met veiligheid van gebouwen en het verbeteren van het binnenklimaat. Verder is veel werk gemaakt van de nog te realiseren nieuwbouw in de vorm van projecten. Daarover is uitgebreid verslag gedaan onder de paragraaf Brede Scholen.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
35
Hoofdstuk 5: Nawoord en Toekomstblik Werken bij Veldvest is je leren te verhouden tot de centrale waarden van de Stichting. Authentiek leiderschap, professionele rolneming en bijdragen aan een transparante, veilige en uitdagende cultuur vraagt veel van leidinggevenden en leerkrachten.
Vooral voor leerkrachten geldt dat ze het nodige voor de kiezen krijgen. Er wordt veel van de school gevraagd, allerlei maatschappelijke thema’s worden op de agenda van de school
geplaatst hetgeen leerkrachten voor grote uitdagingen plaatst. Deze leerkrachten hebben in de afgelopen jaren, aangespoord door talloze overheidsimpulsen, vaak gehoord dat ze
moesten veranderen. Niet zelden kwam er dan kritiek op de veranderingen en moest het weer anders.
Op dit ogenblik krijgen de leerkrachten in Nederland te horen dat ze in de afgelopen jaren
rondom rekenen en taal de nodige steken hebben laten vallen. Veldvest herkent deze kritiek en streeft er naar om de geïntensiveerde aandacht voor de opbrengsten te blijven
combineren met de duurzame investering in persoonlijke groei en identiteitsontwikkeling.
Uiteindelijk zijn het evenwichtige volwassenen die intrinsiek gemotiveerd staan voor hetgeen zij aan onderwijskundige en pedagogische doelen nastreven waarvan onze leerlingen het
meest profiteren. In het afgelopen jaar hebben de daarop gerichte inspanningen geleid tot een grotere betrokkenheid en probleembewustzijn.
In de communicatie met ouders lukt het, zoals gezegd, nog maar gedeeltelijk om hen inzicht te verschaffen in hetgeen Veldvest nastreeft. Daar zal dus volgend jaar extra aandacht naar uit moeten gaan.
We noemen nog enkele punten van aandacht voor de komende periode.
Allereerst organiseren we vensters voor alle leerkrachten die hun onderwijskundige kwaliteit
op een hoger plan willen brengen. Deze vensters zijn professionaliseringsactiviteiten waarbij leerkrachten collega’s ontmoeten, kennis delen en nieuwe kennis krijgen aangereikt. Met de organisatie van de vensters krijgt de Veldvestacademie er een belangrijke dimensie bij die vooral gericht is op het verbeteren van de praktijk.
Voorts zullen we verder nadenken over de concrete organisatie van het onderwijs. Nu komt
het nog voor dat instructies en begeleiding door meerdere leerkrachten uitgevoerd worden. Dit bemoeilijkt het organiseren van overzicht en inzicht door de verantwoordelijke
groepsleerkracht, wat een risico meebrengt voor het realiseren van goede leerresultaten. Het massief inzetten op basisontwikkeling zoals dat reeds jaren in de regio gangbaar is heeft onbedoelde ongunstige effecten op de doorgaande lijn tussen de eerste vier schooljaren en de zogeheten bovenbouw. Dat gaan we kritisch onder de loep nemen.
Inmiddels wennen we eraan dat we ambities grondig moeten evalueren. Het kiezen van passende onderzoeksmethoden en evaluatiecriteria bij de uiteenlopende ambities van de
stichting zal een strategisch kernpunt vormen. Meten is weten, maar wat je niet weet, zie en onderzoek je niet.
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
36
Veldhoven, juni 2009 College van Bestuur Veldvest Jos de Mönnink, lid
Bernard Smits, voorzitter
Jaarverslag 2008 Stichting Veldvest
blz.
37