RDW Jaarverslag 2008
INHOUDSOPGAVE 1. Directieverslag 1.1 Profiel RDW 1.2 Voorwoord Directie 1.3 Strategische doelstellingen & belangrijkste projecten 1.4 Kerntaken & Bedrijfsresultaten 1.5 Human Resources: de medewerkers 1.6 Financiële resultaten 2008 1.7 Intern risicobeheersings- en controlesysteem 1.8 Governance
3 3 4 6 16 25 26 30 31
2. Financieel verslag Jaarrekening 2008 2.1 Balans 2.2 Exploitatierekening 2.3 Kasstroomoverzicht 2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 2.5 Toelichting behorende tot de jaarrekening
33 33 34 35 36 38
Overige gegevens 2.6 Regeling voor bestemming van het exploitatiesaldo 2.7 Accountantsverklaring
52 52
3. Overige informatie 3.1 Prestatie-indicatoren 3.2 BKR en CRB-audits 3.3 Personalia
54 54 59 61
Bijlage Rapportage van de Raad van Toezicht
2
RDW Jaarverslag 2008
1.
DIRECTIEVERSLAG
1.1
Profiel RDW
Wie zijn we De RDW, voertuigautoriteit in Nederland, bewaakt de veiligheids- en milieuaspecten van het Nederlandse voertuigpark. Daarnaast registreert de RDW de gegevens van voertuigen, hun eigenaren en de afgegeven documenten zoals kenteken- en rijbewijzen. Ook verstrekt de RDW hierover informatie aan autoriteiten in binnen- en buitenland. Met deze specifieke kennis adviseren wij belanghebbenden, voeren we overleg in EU- en ECE-verband, spelen we een centrale rol in de internationale informatie-uitwisseling en werken we mee aan fraude-, criminaliteit- en terrorismebestrijding. Alle werkzaamheden vinden plaats in het belang van Nederland in het algemeen en de voertuigbezitters in het bijzonder. Missie RDW De RDW is voor alle partijen in de voertuigketen de professionele en betrouwbare partner. Taken RDW Toelating: Toelaten van voertuigen en voertuigonderdelen op de Nederlandse en Europese markt op basis van technische voorschriften. Toezicht en controle: Toezicht houden op door de RDW erkende bedrijven en controle uitoefenen op de technische staat van voertuigen in verband met veiligheids- en milieueisen. Registratie en informatieverstrekking: Verzamelen, opslaan, bewerken en beheren van gegevens van voertuigen, hun eigenaren en de voertuigdocumenten en het verstrekken van informatie over deze gegevens. Documentafgifte: Afgeven van documenten gerelateerd aan voertuigen en hun eigenaren of houders. Waar zijn we actief Als Nederlandse goedkeuringsautoriteit voert de RDW keuringsactiviteiten uit voor nieuwe voertuigen en onderdelen daarvan. Klanten zijn fabrikanten en importeurs uit de hele wereld. Ook stelt de RDW zijn kennis ter beschikking in advies- en bijstandstrajecten in andere landen op het gebied van verkeersveiligheid. Daarnaast werkt de RDW samen met zusterorganisaties op het gebied van Europese regelgeving. Relaties De RDW heeft te maken met vele externe partijen. Van de politie die een auto wil opsporen, tot een fabrikant die een nieuw model ontwikkelt en de voertuigeigenaar die daarmee de weg op wil. Natuurlijk de ministeries, maar ook de ondernemer die een ontheffing nodig heeft voor een bijzonder transport en de verzekeraar die de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering regelt. Voor iedereen wil de RDW een professionele en betrouwbare partner zijn. Het algemeen belang van alle partijen in de voertuigketen staat voorop.
3
RDW Jaarverslag 2008
1.2
Voorwoord directie
Het jaar 2008 is een jaar waar wij met positieve, maar deels ook met gemengde gevoelens op terugkijken. Het was in de eerste plaats een jaar waarin de RDW kwalitatief goed heeft gedraaid. De prestatie-indicatoren en kengetallen in dit verslag laten dat zien. Daarbij is de dienstverlening verder uitgebreid en is ook veel werk verzet waar autorijdend Nederland in de toekomst profijt van zal trekken. Denk aan de voorbereidingen voor Anders Betalen voor Mobiliteit en de milieuprojecten. In de ICT-technische hoek heeft de RDW een stevige en toekomstvaste basis gecreëerd. Maar 2008 was ook een jaar waarin de eerste tekenen van de economische crisis zichtbaar werden. Vooral in de laatste maanden heeft de RDW de gevolgen van de teruglopende autoverkopen goed gemerkt. Deze economische krimp veroorzaakt een directe daling in de inkomsten van de RDW. Het eind van de crisis is nog niet in zicht en op dit moment gaat dan ook een belangrijk deel van onze aandacht uit naar de te nemen maatregelen. Voor een overzicht van de resultaten van 2008 staan hierna de meest in het oog springende zaken op een rij. • Er is een aantal belangrijke projecten gerealiseerd: een nieuw kenteken voor personenauto’s; Segways zijn gekentekend; digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven is uitgebreid; het fietsdiefstalregister is in gebruik genomen. • De groei in activiteiten en dienstverlening van de RDW heeft geresulteerd in 2% meer omzet. • De kosten zijn gestegen met 5%. • De RDW heeft één tussentijdse tariefverlagingen toegepast. • De RDW is goed op weg met de efficiencytaakstelling. Van de 138 in te leveren fte is inmiddels 93 gerealiseerd. • De ICT is goed op orde. Noodzakelijke vernieuwingen vinden plaats evenals complexiteitsreductie. EDP-verklaringen zijn afgegeven. • Internationaal is de RDW een wegbereider voor een efficiënte informatie- en communicatieinfrastructuur. EUCARIS heeft de ‘iGovernment 2.0 Award’ gewonnen, een prijs voor het beste Europese project ten behoeve van Europese digitale dienstverlening. • Veel vruchtbare samenwerking heeft plaatsgevonden op het gebied van e-overheid, de Manifestgroep en de Rijksbrede Benchmarkgroep. In 2009 staat de RDW voor diverse uitdagingen. De ontwikkelingen op het gebied van Anders Betalen voor Mobiliteit gaan door, de milieuzones en emissieklassen vragen nieuwe vormen van registratie, het alcoholslotprogramma gaat van start, de informatieverstrekking uit de registers van de RDW en de dienstverlening via rdw.nl en de e-overheid zal verder uitbreiden, een electronische berichtenbox voor communicatie met burgers gaat brievenpost vervangen, het gebruik van een chip op het rijbewijs is in voorbereiding en de RDW gaat kilometerstanden registreren. Kortom, de RDW werkt enthousiast aan tal van zaken die een maatschappelijk belang hebben en die aan het milieu, de veiligheid en de administratieve organisatie een goede bijdrage zullen leveren. Binnen de RDW vragen de ontwikkelingen een goede, en eigenlijk ook een nieuwe, organisatie. De RDW is dan ook een intern organisatieontwikkelingtraject gestart dat medewerkers en managers stimuleert om via de principes ‘richting, ruimte en samenwerking’ maximaal hun competenties in te zetten. En zo ook mee te bouwen aan een nieuwe organisatie, die blijvend op hoog niveau presteert. Deze ontwikkeling vraagt ook om herbezinning op de koers van de RDW. Samen met de belangrijke ketenpartners is de RDW daarom begin 2009 gestart met de opzet van een nieuwe strategie die de koers voor de komende jaren gaat uitzetten. Met enthousiasme en energie stort de RDW zich dus op het komende jaar. Maar ook met zorg vanwege de crisis. De totale omvang daarvan is op dit moment nog ongewis. Thans voorziene tekorten zijn inmiddels opgevangen. De begroting en de kosten zijn begin 2009 met 10% (15 miljoen euro) fors naar beneden bijgesteld. Mogelijk ernstiger scenario’s en de gevolgen daarvan worden momenteel in kaart gebracht. De maatregelen die de RDW neemt zullen ook veel vragen van de organisatie.
4
RDW Jaarverslag 2008 Maar wij hebben vertrouwen in de RDW. Het is een financieel gezond bedrijf. Bovendien zijn de medewerkers betrokken en creatief. Deze combinatie van factoren maakt dat de RDW beschikt over een goede basis om de toekomst het hoofd te kunnen bieden. Johan Hakkenberg Algemeen directeur
Hans van Santen Directeur bedrijfsvoering
5
RDW Jaarverslag 2008
1.3
Strategische doelstellingen & belangrijkste projecten
Doelstelling 1:
Waarborgen van de continuïteit van dienstverlening
ICT-Systemen ICT vormt een cruciale component in de dienstverlening van de RDW. Zeker gezien de intensivering van het gebruik van ICT de afgelopen jaren en de groei in het aantal informatiesystemen en daardoor de complexiteit. Deze groei vertaalt zich door naar een hoger ICT-aandeel in de totale RDWbedrijfsvoeringskosten. De beheersing hiervan heeft in 2008 onder meer vorm gekregen door een verbeterde interne afstemming tussen ICT en de verschillende afdelingen en divisies, door de invoering van ‘Enterprise Architectuur’ en door structureel een ‘opruimkalender’ te hanteren. Doel is om de beheersingsmaatregelen te integreren in de dagelijkse bedrijfsvoering. De vraag naar ICT-inzet is nog steeds groeiende, zowel vanuit de RDW als daarbuiten. De komende jaren zal extra investering en aandacht voor dit onderwerp nodig blijven. De RDW zorgt ook voor de algemene bescherming van zijn informatie, de informatiebeveiliging. Het doel is om via een bewuste afweging van risico’s en kosten te komen tot het juiste beveiligingsniveau. In 2008 is het informatiebeveiligingsbeleid opgesteld conform ISO 27001. Dit houdt in dat er een standaardmethode is om informatiesystemen te classificeren, dat er twee risicoanalysemethodes zijn (beperkt en volledig) en dat het normenstelsel op hoofdlijnen is toegewezen aan specifieke afdelingen. Het project Generieke Internettoegang (GIT) heeft de manier waarop klanten zich via internet identificeren bij de RDW als een losse functie geïmplementeerd. Hierbij is gebruik gemaakt van open standaarden, zodat de RDW eenvoudiger kan aansluiten bij standaarden binnen het overheidsdomein (bijvoorbeeld DigiD). Ook kunnen de authenticatiemiddelen technisch beschikbaar worden gesteld voor derde partijen en is de interne productieomgeving beter afgeschermd. In het kader van de betrouwbaarheid en veiligheid van ICT-systemen is in 2008 daarnaast een faciliteit ingericht voor het vastleggen van log-informatie en de analyse daarvan. Tot slot voldoet de RDW, evenals voorgaande jaren, aan het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR). Verstrekkingenbeleid en Basisregistratie Voertuigen Vanaf 1 juli 2008 is het kentekenregister van de RDW officieel de basisregistratie voertuigen voor de Nederlandse overheid. Het register behoort daarmee tot één van de tien basisregistraties in Nederland. Dit stelsel van registraties omvat verder bijvoorbeeld de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA), het Handelsregister en de Basisregistratie Kadaster. Het doel van het stelsel is om de dienstverlening van de overheid naar burgers en bedrijven te verbeteren. Dit kan door gegevens die al geregistreerd zijn, zoals naam, adres en vestigingsplaats, binnen de overheid breed te delen. De overheid heeft zich tot doel gesteld om op termijn de gegevens nog maar één keer bij burgers en bedrijven opvragen. Dit bespaart hen tijd en moeite in het contact met de overheid, waardoor de administratieve lasten afnemen. Ook draagt het bij aan effectieve fraudebestrijding, wetshandhaving en kostenbesparing. Het kentekenregister van de RDW fungeert al jaren als een zeer betrouwbaar, volledig en actueel register van voertuiggegevens en gegevens van eigenaren/houders. Tientallen overheidsorganisaties en in een aantal gevallen ook bedrijven, gebruiken de gegevens uit het register. Het instellen van een basisregister zorgt voor een eenduidige toegang tot voertuig- en daarmee samenhangende gegevens in Nederland. De komende jaren voeren de RDW en ook de afnemers van de gegevens noodzakelijke aanpassingen door. Zo komt er een terugmeldplicht voor overheidsinstanties bij twijfel aan de juistheid van gegevens. Bij gebleken onjuistheden start de RDW een onderzoek. Ook moderniseert de RDW de gegevensverstrekking uit het kentekenregister. Op deze wijze worden gevoelige gegevens 6
RDW Jaarverslag 2008 nog beter beschermd. Er is exact vastgelegd welke (combinatie van) te verstrekken gegevens gevoelig is voor de privacy, fraude en ook welke de vrije markt te zeer beïnvloeden. Daarbij verscherpt de RDW het toezicht op het gebruik van gevoelige gegevens. Niet-gevoelige gegevens worden voortaan ruimer verstrekt. Met de afnemers van voertuiggegevens overlegt de RDW het komende jaar wanneer het verplichte gebruik van de basisregistratie voertuigen in werking kan treden. Administratieve lasten De RDW werkt mee aan de kabinetsdoelstelling om de administratieve lasten voor met name bedrijven, maar ook voor burgers, verder te reduceren. De RDW realiseert dit onder andere door voorstellen te doen voor het vereenvoudigen van wetgeving, het verbeteren van de efficiency en het afschaffen van regelingen. In 2008 zijn in dit kader twee projecten afgerond. Ten eerste het ontkoppelen van de kentekenplaat en het kentekenbewijs, zodat bij verlies niet beide vervangen hoeven te worden. Dit levert voor bedrijven een reductie op van € 3,3 miljoen en voor burgers € 1,8 miljoen (185.142 uur). Daarnaast is de APK-frequentie voor personenauto’s en lichte bedrijfswagens gewijzigd en is APK voor oldtimers vervallen. Dit levert voor bedrijven een reductie op van € 2,8 miljoen en € 8,6 miljoen (400.000 uur) voor burgers.
Doelstelling 2:
Voor onze doelgroepen onze wettelijke en opgedragen taken goed uitvoeren
De RDW streeft ernaar om zowel bestaande dienstverlening te blijven verbeteren en om nieuw opgedragen wettelijke taken goed uit te voeren. Verbeteren van bestaande dienstverlening Elektronische dienstverlening door de RDW Op het gebied van elektronische dienstverlening was 2008 een belangrijk jaar. Sinds eind 2007 kunnen klanten online een vervangend kentekenbewijs aanvragen. Dit blijkt een groot succes te zijn. De RDW handelde in 2008 maar liefst 113.281 elektronische aanvragen via deze dienst af. In december werd meer dan 70% van de aanvragen voor een vervangend kentekenbewijs online afgehandeld. Ook is het gebruik van DigiD mogelijk gemaakt. Online Voertuig Informatie (OVI), een digitale dienst die de RDW al langer aanbiedt, is in 2008 verder uitgebreid. Inmiddels is er een zakelijke dienst beschikbaar en kunnen particulieren inzicht krijgen in welke voertuigen op hun naam geregistreerd staan. OVI had in 2008 34,2 miljoen opvragingen. De digitale diensten zijn te bereiken via www.rdw.nl, het burgerportaal https://burger.rdw.nl en www.mijnoverheid.nl. In 2009 gaat de RDW verder met het aanbieden van diensten via internet aan verschillende doelgroepen. Zo kunnen vanaf het voorjaar 2009 voertuigen online worden geschorst. Klantcontactcentrum ITO-gecertificeerd ‘De klant centraal’ en ‘in één keer goed’ zijn veelgehoorde uitspraken bij het Klantcontactcentrum (KCC) van de RDW. Om dit kracht bij te zetten en te laten zien dat afspraken rondom klantafhandeling zijn vastgelegd en worden nageleefd, heeft het KCC begin 2008 bij het Instituut voor Telecom Organisatie aangegeven in aanmerking te willen komen voor het ITO-keurmerk. De stichting ITO heeft een kwaliteitskeurmerk ontwikkeld voor organisaties die klantenservice verlenen via telefoon en internet (e-mail en webforms) en die hun streven naar klantgerichtheid willen bekronen met een onafhankelijke en objectieve certificering. Medio 2008 is het KCC ITO-gecertificeerd. De RDW is de eerste overheidsorganisatie met een keurmerk voor zowel telefonie als e-mailafhandeling. Introductie van Regeling Voertuigen (IVR) In 2008 is hard gewerkt aan het voorbereiden van nieuwe voertuigregelgeving. De nieuwe Regeling Voertuigen gaat op 1 mei 2009 in. De nieuwe regeling introduceert de Europese typekeuring voor voertuigcategorieën die dat momenteel nog niet hebben op Europees niveau, zoals bedrijfsauto’s en aanhangwagens. Het project behelst ook een reeks inhoudelijke verbeteringen die voortkomen uit het overheidsbrede project ‘Beter geregeld’. Tot slot bleken ook vereenvoudigingen in de regelgeving mogelijk. Naast deze inhoudelijke wijzigingen is de regelgeving juridisch gezien op een een lager 7
RDW Jaarverslag 2008 niveau gebracht. Hierdoor zijn de regels in de toekomst eenvoudiger en daarmee sneller aan te passen aan veranderende omstandigheden. Inmiddels heeft de RDW de impact van alle veranderingen in kaart gebracht en zijn er plannen gemaakt voor de daadwerkelijke implementatie in mei 2009. Modernisering APK Al enige tijd bestond de wens om de inhoud van de APK kritisch te bezien en ook meer in overeenstemming te brengen met de moderne autotechnieken. Binnen het project IVR was hiermee al een begin gemaakt. In 2008 heeft de RDW een advies uitgebracht aan de minister van Verkeer en Waterstaat over een modernisering van de APK in twee fasen. Daarmee sluit Nederland ook aan op ontwikkelingen in de landen om ons heen. De eerste fase bestaat uit een aantal quick wins in 2009. De tweede fase bestaat uit een aantal verbeteringen die nog nadere studie vereisen, zoals de elektronica, de veiligheid en het milieu. Tot slot betreft het verbeteringen die de administratieve lasten verminderen, zoals een eenvoudiger keuringsprocedure. Redline De afgelopen jaren heeft een heropzet van het proces op de keuringsstations plaatsgevonden. Dit traject met de naam Redline is in de zomer van 2008 afgerond. Zo zijn onder andere alle activiteiten waarbij de aanwezigheid van de klant niet strikt noodzakelijk is, verplaatst naar de backoffice. Hierdoor is de verblijfsduur voor de klant op het keuringsstation met ongeveer 20% teruggebracht. Tijdens het project is intensief samengewerkt tussen de verschillende divisies van de RDW met als resultaat een wezenlijke verbetering in de kenteken- en registratieketen. In samenhang met de ontwikkeling van het keuringsaanbod voor intreding van de recessie heeft dit geleid tot een tussentijdse tariefverlaging per 1 juli 2008. Recall Een recall is een terugroepactie door een fabrikant als deze in een voertuigserie gebreken constateert die ten koste gaan van het milieu en/of de veiligheid. De RDW heeft de taak toegewezen gekregen om toezicht te houden op de uitvoering van het recall-proces op het gebied van EC, ECE en Nederlands gecertificeerde voertuigen en voertuigonderdelen. Deze taak wijzigt als gevolg van de nieuwe kaderrichtlijn die eind april 2009 van kracht wordt. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat het recall-proces verbeterd kan worden. Momenteel is het proces bijvoorbeeld te veel gericht op signalen van fabrikanten. Signalen van gebruikers worden onvoldoende benut. Ook kan de informatievoorziening over recalls verbeterd worden en is betere afstemming wenselijk met de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), die verantwoordelijk is voor het toezicht op de recalls van alle andere consumentenproducten. Het verbeterproject wordt in 2009 afgerond. Nieuwe wettelijke taken Landelijk fietsdiefstalregister In januari 2008 is het landelijk fietsdiefstalregister, dat is ondergebracht bij de RDW, in gebruik genomen. In het register staan alle fietsen die sinds januari 2006 nieuw verkocht zijn. Alle politiekorpsen hebben een automatische koppeling met het register, zodat de aangifte van een gestolen fiets vanzelf in het register komt te staan. Daardoor kan iedereen die een tweedehands fiets koopt, in het register nagaan of de fiets niet gestolen is. Ook kunnen met het register teruggevonden fietsen bij de eigenaar terugbezorgd worden. Ontwikkelingen op het gebied van milieu Vanaf 2009 voert Nederland een aantal landelijke milieuontwikkelingen door, waarbij gebruik gemaakt wordt van voertuiggegevens uit het kentekenregister. Bijvoorbeeld Anders Betalen voor Mobiliteit, het instellen van milieuzones voor lichte bedrijfsauto’s en de differentiatie van de motorrijtuigenbelasting en parkeertarieven. Om de benodigde gegevens te kunnen leveren is de RDW in 2008 gestart met de voorbereidingen om milieugegevens te registreren en te verstrekken. Het gaat daarbij om de emissieklassen en de CO2-uitstoot. Deze projecten lopen door in 2009. Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM) is een besluit van het kabinet om te komen tot een heffing per gereden kilometer. In 2008 heeft het kabinet besloten dat dit gaat plaatsvinden met behulp van de GPS-techniek. De RDW vervult als publieke partij in de voertuigketen en houder van de 8
RDW Jaarverslag 2008 basisregistratie voertuigen een belangrijke rol binnen het project. In 2008 heeft de RDW in dit kader ondersteunende activiteiten aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat verleend. Naast het leveren van expertise aan het ministerie heeft de RDW in 2008 nog een aantal activiteiten uitgevoerd gericht op het vergaren van (praktijk)kennis en ervaring. Zo is onderzoek gedaan naar de rol van de toezichthouder bij multiservice providers, een proef uitgevoerd met GPS-metingen en in samenwerking met TNO een traject gestart voor elektronische voertuigidentificatie (EVI). EVI heeft als doel een toepasbare oplossing te ontwikkelen voor de elektronische identificatie van motorvoertuigen en in het verlengde daarvan praktijkonderzoek te doen naar de werking van deze vorm van identificatie in het mobiliteitsproject Spitsmijden. De RDW heeft de ontwikkeling van elektronische voertuigidentificatie uitbesteed aan TNO. Die heeft een concept ontwikkeld dat de identificatie regelt met behulp van een chip, een reader en een centrale unit. Deze On Board Unit (OBU) regelt de communicatie vanuit het voertuig met de backoffice. Dit concept levert een hoog beveiligingsniveau en biedt voldoende aanknopingspunten voor toekomstige ontwikkelingen. Er zijn koppelingen denkbaar tussen de ingebouwde EVI-chip en chips op bijvoorbeeld kentekenplaten, waardoor bijvoorbeeld frauderen nog lastiger wordt. TNO heeft voor de chip bovendien een zodanig montageprocedé ontwikkeld, dat deze bij verwijdering kapot gaat. De RDW voert als opdrachtgever de regie over deze activiteiten, waaronder de EVI-praktijkproef in het voorjaar van 2009. Kentekening Segways In 2008 is op aandringen van de Tweede Kamer besloten Segways per 1 juli op de openbare weg toe te laten. Hiertoe moesten ze ook gekentekend worden. Voordat de kentekening kon plaatsvinden moesten de technische eisen aan de Segway worden geformuleerd en genotificeerd. Dit had een langere doorlooptijd dan vooraf aangenomen met als gevolg dat kentekening voor 1 juli 2008 niet haalbaar is gebleken. Daarom is per 1 juli een gedoogregeling ingegaan. In samenwerking met Segway Nederland is de RDW in de tweede helft van 2008 gestart met het individueel keuren van Segways en het afgeven van voorlopige kentekenbewijzen. In februari 2009 zijn de technische eisen vastgesteld en zijn de definitieve kentekenbewijzen afgegeven. Boordcomputer Taxi (BCT) De boordcomputer voor taxi’s combineert een betere registratie van rij- en rusttijden met het voorkomen van fraude met taximeters. Binnen twee jaar moeten alle 33.000 taxi’s in Nederland een boordcomputer hebben. Hierin dienen ritgegevens zoals tijden, afstanden en prijzen op éénduidige wijze te worden vastgelegd. Zo verwacht de overheid miljoenen euro’s minder aan belastinggeld mis te lopen. Ook kunnen bijvoorbeeld verzekeraars beter vertrouwen op de declaraties die verzekerden indienen. De RDW is verantwoordelijk voor de typegoedkeuring, het toezicht op de inbouw en de periodieke keuring van de boordcomputer. Begin 2009 past de RDW de ICT-systemen aan om de boordcomputer te kunnen registreren en te kunnen koppelen aan een kenteken. Ook de historie van een boordcomputer wordt geregistreerd, bijvoorbeeld of deze verplaatst is naar een andere taxi. De ervaring die de RDW met dit project opdoet, is goed bruikbaar voor ‘Anders Betalen voor Mobiliteit’.
Doelstelling 3:
Een goede internationale positie verkrijgen om invloed uit te kunnen oefenen
Internationale samenwerking In Europa wordt in toenemende mate samengewerkt op het gebied van voertuigdocumenten, rijbewijzen en informatievoorziening. Sinds begin jaren negentig wordt via EUCARIS, een Nederlands initiatief, informatie uitgewisseld over voertuigen en rijbewijzen. De samenwerking op allerlei andere documentatie- en informatieonderwerpen kreeg met de oprichting van de EReg (Association of European Vehicle and Driver Registration Authorities) in 2006 een formele status. RDW adjunct-directeur Hans van der Bruggen is momenteel voorzitter van EReg. De associatie heeft inmiddels 25 leden en een eigen website www.ereg-association.eu. In 2008 zijn de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de associatie vastgesteld, evenals het meerjarenwerkplan 2007-2010. Als uitwerking daarvan is medio 2008 besloten tot de oprichting van acht internationale werkgroepen. De Europese registratieautoriteiten pakken hierin – al dan niet in samenwerking met de Europese Commissie – gezamenlijk diverse actuele onderwerpen op. Bijvoorbeeld internationale 9
RDW Jaarverslag 2008 gegevensuitwisseling, de chip op het rijbewijs, de invoering van de derde rijbewijsrichtlijn en de herregistratie van voertuigen. Overigens hebben meerdere landen aangegeven interesse te hebben in het lidmaatschap van EReg en zijn in dit kader gesprekken gaande met Italië, Bulgarije, Frankrijk en Slovenië. In 2007 hebben de Raad van Toezicht en de directie van de RDW een werk- en studiebezoek gebracht aan Brussel. Naar aanleiding hiervan zijn alle overleggen geïnventariseerd waarin de RDW is vertegenwoordigd. De RDW blijkt goed vertegenwoordigd op het gebied van voertuigtechnische eisen, maar de betrokkenheid bij overleg in de Raadswerkgroep Transport en in het RijbewijsComité mag meer aandacht en inhoud hebben. Dit wordt in het overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat verder bepleit. Verder is met de Raad van Toezicht van gedachten gewisseld over de te organiseren lobby-functie. Internationale gegevensuitwisseling Ook in 2008 is hard gewerkt om binnen Europa het internationale model voor gegevensuitwisseling verder uit te bouwen. Dit model staat voor het gebruik van één systeem, het al in gebruik zijnde EUCARIS. Dit systeem is geschikt voor de informatie-uitwisseling ten behoeve van alle verdragen, akkoorden en richtlijnen, voor alle doelgroepen en voor alle voorkomende functionaliteiten. Gebruik van EUCARIS voorkomt onnodige uitgaven aan allerlei nieuw op te zetten systemen. Nationale registratie-autoriteiten fungeren als contactpunt voor bijvoorbeeld informatieverzoeken van politie en douane. Door deze autoriteiten met elkaar te verbinden en ze te gebruiken als internationale in- en uitgang voor informatieuitwisseling, wordt voorkomen dat een ‘spaghetti’ aan systemen en verbindingen ontstaat. Kortom, met gebruik van het bestaande systeem wordt de informatieuitwisseling gestroomlijnd en daarmee efficiënter. Bovendien worden beveiliging en privacy optimaal gewaarborgd. Dit standpunt wordt gedeeld door alle betrokken Nederlandse ministeries en door de buitenlandse registratieautoriteiten. In 2008 heeft de RDW er veel energie in gestoken om ook de Europese Commissie, die tot op heden nog steeds diverse eigen systemen wil bouwen, van dit standpunt te overtuigen. Volgens ramingen van onderzoeksbureau Gartner kost de ontwikkeling en implementatie van een nieuw systeem tussen de 10 en 20 miljoen euro. Een onnodige investering voor de lidstaten en de Europese Commissie. De rol van de Europese Commissie kan beperkt blijven tot algemene coördinatie van en supervisie op de doelmatigheid van de gewenste informatie-uitwisseling. Dit standpunt is als Nederlands standpunt in Brussel kenbaar gemaakt. Ook diverse andere lidstaten hebben dit standpunt naar voren gebracht. EUCARIS Via EUCARIS kunnen aangesloten landen elkaars voertuig- en rijbewijsregisters raadplegen. Dit gebeurt onder meer bij de import van voertuigen en bij omwisseling van buitenlandse rijbewijzen. Momenteel maken 15 landen gebruik van deze uitwisseling. Afgelopen jaar is Estland naast voertuiggegevens ook rijbewijsgegevens gaan uitwisselen. In 2008 hebben Frankrijk en Italië aangegeven te willen gaan deelnemen. Waarschijnlijk kunnen zij op korte termijn gebruik gaan maken van EUCARIS, net als Slovenië, Polen en Noorwegen. EUCARIS is in 2007 uitgebreid ter ondersteuning van het Verdrag van Prüm. Dit verdrag is in 2008 omgezet in twee Raadsbesluiten van de Europese Commissie, met als gevolg dat uiterlijk in 2011 alle 27 lidstaten van de Unie gebruik zullen maken van de technologie. In 2008 waren zes landen al aangesloten op ‘Prüm’. Ook is een nieuwe module ontwikkeld waarmee het mogelijk is persoonsgegevens internationaal uit te wisselen om verkeersboetes op te leggen aan buitenlanders. In 2008 gebruikten alleen Nederland en Duitsland nog deze module en was Frankrijk druk bezig deze te installeren voor uitwisseling met Duitsland. Tussen Frankrijk en België en binnen de Benelux is besproken om in 2009 ook van deze module gebruik te gaan maken. De verwachting is dat in het kader van tal van andere bilaterale en multilaterale overeenkomsten deze EUCARIS-applicatie ook gebruikt gaat worden. De beschikbaarheid van EUCARIS lag in 2008 rond de 97%. Verwacht wordt dat dit percentage nog hoger is als in 2009 alle landen zijn overgestapt op de nieuwe en stabielere EUCARIS II-technologie. Ondanks het toegenomen aantal aansluitingen is het aantal bevragingen in EUCARIS in 2008 licht gedaald. De reden hiervoor is dat er vanwege de economische crisis minder voertuigen worden geïmporteerd en geëxporteerd. EUCARIS wordt met name bij de importprocedure geraadpleegd. Verder hebben enkele landen bij de overstap naar de moderne technologie van EUCARIS II enkele 10
RDW Jaarverslag 2008 technische problemen gehad, waardoor zij EUCARIS enige tijd niet konden bevragen. Hoewel deze problemen snel waren opgelost, heeft dit het totale aantal bevragingen wel gedrukt. Nu de Prümapplicatie in steeds meer landen wordt uitgerold en boetegegevens op steeds grotere schaal worden uitgewisseld, zal het gebruik van EUCARIS in 2009 sterk gaan toenemen.
In oktober 2008 heeft EUCARIS de ‘iGovernment 2.0 Award’ gewonnen. Deze award is de prijs voor het beste Europese project op het terrein van uitwisseling van gegevens binnen de Europese digitale overheid. Meer informatie over EUCARIS is te vinden op www.eucaris.net. Verdere gegevensuitwisseling Onderzoeksbureau Gartner heeft onderzocht of de EUCARIS-technologie geschikt is voor een Europees systeem voor de uitwisseling van rijbewijsgegevens: RESPER. In 2008 zijn de resultaten bekend geworden. Deze vielen zeer positief uit voor EUCARIS. Daarom is het advies uitgebracht aan de Europese Commissie om de EUCARIS-technologie te gaan gebruiken voor RESPER. Bovendien is geadviseerd EUCARIS in te zetten voor alle transportgerelateerde Europese gegevensuitwisseling. Ondanks het positieve advies van Gartner en ondanks het toekennen van de prijs wil de Europese Commissie nog steeds een eigen systeem bouwen voor de uitwisseling van rijbewijsinformatie. In 2008 hebben de EUCARIS-landen gezamenlijk een brief gestuurd aan de leden van het Europese rijbewijscomité die zullen beslissen over het systeem. Internationaal netwerk uitgebouwd In 2008 heeft de RDW acht buitenlandse delegaties ontvangen. Naast de ‘reguliere’ bezoekers uit de jongste lidstaten, kwamen ook delegaties uit Maleisië en Indonesië. Men ziet de RDW veelal als een ‘best practice’ waarvan men kan leren. In het eerste halfjaar van 2008 heeft de RDW twee Twinningprojecten succesvol gestart en afgerond in Roemenië en Bulgarije. Eind 2008 heeft de EVD geld vrijgemaakt voor een project voor de Bulgaarse verkeerspolitie. De RDW gaat hen tot medio 2009 ondersteunen bij het verbeteren van het Bulgaarse voertuigregister. Op verzoek van Curaçao zijn in het voorjaar van 2008 diverse experts afgereisd naar het eiland. Zij hebben er geadviseerd over voertuigregistratie, toelating, criminaliteitbestrijding en wetgeving. Eind 2008 heeft Curaçao een verzoek gedaan voor verlenging tot eind 2009. De RDW is in 2008 ook gevraagd voor diverse andere advies- en bijstandprojecten. Deze projecten, in onder meer Algerije, Albanië en Turkije starten naar verwachting in 2009. Na een strenge selectie is een RDW-medewerker aangenomen bij de Europese Commissie. Deze wordt voor twee tot zes jaar gedetacheerd bij het Directoraat Generaal voor Ondernemingen en Industrie, met als werkveld de voertuigtechnische wetgeving. Dergelijke initiatieven versterken de internationale positie van de RDW. Internationaal overleg Namens de Nederlandse overheid participeert de RDW in internationaal overleg over voertuigeisen die invloed hebben op milieu, verkeersveiligheid en volksgezondheid. In 2008 is de RDW nauw betrokken geweest bij de volgende ontwikkelingen: - De Europese Commissie wil de voertuigeisen op het gebied van voetgangerbescherming versoepelen op basis van een Brake Assist System (BAS). Daarom is in de nieuwe EGverordening voetgangerbescherming een specificatie voor een BAS opgenomen. Hiermee is duidelijk hoe dergelijke remhulpsystemen moeten worden beoordeeld. Op Raadsniveau is de 11
RDW Jaarverslag 2008
-
-
-
-
-
-
-
-
nieuwe EG-verordening in 2008 goedgekeurd. Enkele onderdelen worden begin 2009 nog getoetst in het Europees Parlement. Binnen de UN-ECE is overeenstemming bereikt over de finale tekst van een global technical regulation voor de voetgangerbescherming. Dit is gebeurd in het kader van het mondiaal harmoniseren van eisen aan voertuigen om de bescherming van voetgangers bij een aanrijding te verhogen. In het kader van het mondiaal harmoniseren van eisen aan hoofdsteunen is een nieuwe global technical regulation gerealiseerd. Deze bevat ook eisen voor de bestrijding van whiplash. Helaas is deze regulation voor Nederlandse begrippen gebaseerd op een te lage hoofdsteunhoogte. Ook ontbreekt vooralsnog een goede dynamische test. De RDW wil deze tekortkomingen teniet doen door de start van een tweede fase met betrekking tot de regulation. In 2008 is de kaderrichtlijn 2007/46/EG verder uitgewerkt volgens de visie van CARS21. Ook heeft een verdere detaillering van de technische voorschriften plaatsgevonden. CARS21 is een beleidsvoornemen van de Europese Commissie om de Europese auto-industrie een betere concurrentiepositie te geven. Dit gebeurt onder andere door het vereenvoudigen van regelgeving en door het vervangen van Europese richtlijnen door UN-ECE-reglementen, die breder geaccepteerd worden dan alleen binnen de EU-grenzen. In de vorm van een ontwerp Algemene Veiligheidsverordening is hier in 2008 een eerste aanzet gegeven. Als reparatiemaatregel heeft het Technisch Comité Motorvoertuigen (TCMV) eind 2008 een aanpassing van het Certificaat van Overeenstemming (CvO) goedgekeurd. De CvO houdt nu meer rekening met bedrijfsauto’s, bussen en aanhangwagens. Verder is een begin gemaakt met het harmoniseren van de eisen voor de individuele goedkeuring van personenauto’s en bestelauto’s die in grotere aantallen buiten de EU worden gefabriceerd. Tenslotte heeft de Europese Commissie een voorzichtig begin gemaakt met een verdere uitwerking van regelgeving die het mogelijk moet maken dat fabrikanten zelf testen kunnen gaan uitvoeren en gebruik kan worden gemaakt van virtuele testen in plaats van fysieke testen. Uit ongevallenonderzoek is gebleken dat de elektronische stabiliteitscontrole (ESC) een van de meest effectieve systemen kan zijn om ongelukken en verkeersslachtoffers te voorkomen. Daarom is regelgeving in ontwikkeling om ESC voor personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s te beoordelen. De controle van bandenspanning aan boord van auto’s, veelal aangeduid als Tyre Pressure Monitoring Systems (TPMS), kan een positieve bijdrage leveren aan zowel de verkeersveiligheid als aan brandstofbesparing. De Europese Commissie wil daarom TPMS verplicht stellen. De RDW heeft in samenwerking met andere betrokkenen onderzoek gedaan naar de actuele bandenspanningen bij in gebruik zijnde personenauto’s met en zonder TPMS. De resultaten zijn meegenomen in een voorstel van een UN-ECE werkgroep in de voorbereiding van regelgeving. De Europese Commissie wil toe naar een groter aandeel milieuvriendelijke voertuigen binnen het wagenpark. Voor de wederzijdse acceptatie van voertuigen met waterstofaandrijving moeten geharmoniseerde voorschriften worden gerealiseerd. De eerste stap, een EU-verordening met de meer fundamentele bepalingen over de voorschriften, is via co-decisie onlangs goedgekeurd. In 2008 is het stadium van finale besluitvorming bereikt met betrekking tot UN-ECE-reglement No. 48. Dit reglement stelt eisen aan de zogenoemde ‘operating voltage’ (werkspanning) van de belangrijkste lampen op voertuigen. Deze lampen moeten met de juiste werkspanning worden gevoed en mogen niet door een te hoog voltage extra worden belast. Hogere voltages leiden niet alleen tot lampjes die feller branden dan bedoeld, maar ook tot een drastisch kortere levensduur. Op de weg zijn de laatste jaren steeds vaker relatief nieuwe auto’s te zien die rondrijden met kapotte lichten. De Milieuraad van de EU heeft in 2008 het voorstel voor implementatie van de in 2007 gepubliceerde verordening Euro 5 en Euro 6 goedgekeurd. Het gaat hier om de aanscherping van de emissie-eisen voor personenauto’s en lichte bedrijfswagens. De verordening is in juli 2008 gepubliceerd.
12
RDW Jaarverslag 2008 Doelstelling 4:
Permanent investeren in medewerkers en de organisatie
Triple E In 2008 is gestart met de eerste fase van het project Triple E (Efficiënt en Effectief opleiden met Elearning). In deze fase heeft een eerste uitwerking van en kennismaking met de nieuwe opleidingsvisie plaatsgevonden. Er is een demo ontwikkeld met uitleg over de nieuwe opleidingsmethode en het eerste deel van een leer- en contentmanagementsysteem (LCMS) is ontwikkeld. Ook zijn er vier modules opgezet: Algemeen (een kennismaking met de RDW), Integriteit, Identificatie & Documentherkenning en Controleapparaat & Snelheidsbegrenzer. Uit een tussentijdse evaluatie is gebleken dat gebruikers zeer positief zijn over de modules. In de tweede helft van 2008 is gestart met het ontwikkelen van opleidingen in het kader van het project IVR. Strategisch HR beleid Het strategisch HR beleid heeft als doel een solide basis van personeelsbeleid en – instrumenten neer te zetten. Management en medewerkers worden hierdoor zodanig gefaciliteerd in hun ontwikkeling dat zij gezamenlijk in staat zijn de strategie van de RDW en de daarvan afgeleide bedrijfsdoelstellingen te realiseren. In 2008 is voortvarend gewerkt aan diverse projecten uit het strategisch HR plan, dat in 2007 is vastgesteld. De managementleergang Tools is van start gegaan. Hieraan nemen inmiddels ongeveer 100 managers deel. Ook is het vooronderzoek naar een nieuw functiegebouw afgerond. Dit wordt in 2009 geïmplementeerd. Andere projecten, zoals de invoering van personeelsplanning, integraal gezondheidsmanagement en het digitale ontwikkelplein zijn in volle gang en zullen in 2009 verder beslag krijgen. Nieuw functiegebouw RDW Het huidige systeem van functie beschrijven is taakgericht, gedetailleerd en verschilt qua opzet en aanpak per divisie of afdeling. De basis van een goede uitvoering van het Strategisch HR-Plan is een nieuw functiegebouw dat resultaatgericht, flexibel en onderling vergelijkbaar is. In 2008 is vooronderzoek verricht. Allereerst zijn de eisen aan een nieuw functiegebouw in kaart gebracht. Op basis hiervan zijn verschillende alternatieven getoetst, is gekeken hoe andere organisaties hun functiegebouw hebben ingericht en zijn kosten en baten van verschillende mogelijkheden uiteengezet. Voorbeeld voor het functiegebouw van de RDW is dat van Rijkswaterstaat. Vanzelfsprekend is bij de invoering van het nieuwe RDW functiegebouw sprake van maatwerk. Uit het vooronderzoek kon worden geconcludeerd dat de vorm van generieke functiebeschrijvingen in functiefamilies het meest geschikt is voor de RDW. Eind 2008 is in het MT RDW het plan van aanpak voor het nieuwe functiegebouw geaccordeerd. Tools De managementleergang Tools levert een bijdrage aan het (permanent) ontwikkelen van managementvaardigheden van het middelmanagement. Tools levert hiermee dan ook een belangrijke bijdrage aan het realiseren van de strategische doelstellingen van de RDW. In 2008 zijn acht groepen gestart met alle leidinggevenden (ca. 100). Alle programma’s van Tools zijn inmiddels ingevuld. De deelnemers zijn tevreden tot zeer tevreden. De managementleergang wordt geaccrediteerd door Business School Nederland. Arbeidsomstandigheden Na 9 jaar dienstverlening door Achmea Arbo is de overstap gemaakt naar Maetis. Hun aanpak sluit beter aan bij de huidige visie van de RDW om over te gaan van verzuimbeleid naar gezondheidsmanagement. Het is tevens het moment geweest om regels en protocollen rondom ziekte te wijzigen. De gedachte achter deze aanpak is dat ziekte je overkomt, maar je ziek melden een keuze is. De nadruk ligt op de eigen regiefunctie van leidinggevenden bij verzuimbeheersing/ gezondheidsmanagement. Bedrijfsartsen adviseren en coachen leidinggevenden nadrukkelijk op hun verantwoordelijkheid om in goed contact met de medewerker te zoeken naar wat nodig is om te zorgen dat hij optimaal kan werken. De dienstverlening van Maetis is per 1 januari 2008 van start gegaan. Als nulmeting heeft de verzuimanalysescan aan het begin van het jaar per afdeling inzicht gegeven in hoe leidinggevenden aankijken tegen verzuim en de aanpak ervan. In voorlichtingsbijeenkomsten voor alle leidinggevenden 13
RDW Jaarverslag 2008 is informatie gegeven over de Wet verbetering poortwachter en de aanpak van Maetis volgens contractuele afspraken. Ook is in 2008 gestart met de digitalisering van arbodienstondersteuning voor leidinggevenden. Een efficiënt hulpmiddel bij de invulling van hun eigen regiefunctie. Leidinggevenden hebben zo op elk moment actuele informatie over het ziektedossier van hun medewerkers. Op afdelingsniveau wordt met de betreffende managers Sociaal Medisch Team-overleg gehouden. Rode draad bij het overleg is bespreken hoe Integraal Gezondheidsmanagement vorm kan worden gegeven en ontwikkeld binnen de RDW en in het bijzonder voor de eigen afdeling. Individuele casuïstiek komt aan de orde bij de zogenoemde ‘driegesprekken’: medewerker, bedrijfsarts en leidinggevende. Daar bespreken ze samen wat er nodig is om het werk optimaal te kunnen doen als er beperkingen zijn. Het ziekteverzuim is in 2008 gedaald naar 4,0%. Integriteit Zoals aangegeven is de missie van de RDW om voor alle betrokken partijen in de voertuigketen de professionele en betrouwbare partner te zijn. Juist bij een publieke organisatie als de RDW is integriteit zeer belangrijk. Inbreuk erop kan een professioneel en betrouwbaar imago aantasten. Tot voor kort werden de medewerkers over integriteit en gedragsregels geïnformeerd via een folder en documentatie op intranet. Daarnaast werd er maandelijks een dilemma in het personeelsblad ‘Katalysator’ besproken en werd tijdens werkoverleggen aandacht besteed aan actuele dilemma’s. Om dit vrij abstracte onderwerp concreter te maken én medewerkers vaardiger te maken in integer en aanspreekbaar handelen wordt er een ‘blended’ opleidingstraject ontwikkeld. Het volledige opleidingstraject bestaat uit een combinatie van E-learning en een aanvullende gedragstraining. Het Elearningdeel van de module ‘Integriteit’ is in 2008 ontwikkeld. Deze is vooral gericht op bewustwording van integriteitthema’s, kennisoverdracht over normen en over hoe te handelen bij dilemma’s. De module is als eerste uitgerold bij de divisie Voertuigtechniek. In 2009 kunnen ook andere, vooral nieuwe medewerkers de module gaan volgen. In 2009 wordt gestart met de ontwikkeling van de aanvullende gedragstraining. Vertrouwenspersonen Het aantal vertrouwenspersonen is in 2008 uitgebreid met een permanente vertrouwenspersoon in het Zuiden van het land. Een vertrouwenspersoon in Zoetermeer wordt tijdelijk waargenomen door een vertrouwenspersoon in het Noorden van het land. Er zijn nu zes vertrouwenspersonen aangesteld binnen de RDW. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Respons 3! De RDW doet elke drie à vier jaar onderzoek naar de tevredenheid van al zijn medewerkers. Zo ook weer in 2007, onder de naam ‘Respons 3!’. Het onderzoek is bedoeld om inzicht te krijgen in de wensen, verwachtingen en ervaringen van alle medewerkers, maar ook in het effect van verbeterpunten uit vorige onderzoeken. Op basis van de onderzoeksresultaten hebben de afdelingen en divisies in het eerste kwartaal van 2008 hun verbeterpunten geformuleerd. Deze zijn in maart 2008 vastgesteld door het MT-RDW. Om ‘de vinger aan de pols’ te houden is afgesproken dat elk halfjaar de voortgang van de verbeterpunten wordt gerapporteerd aan het MT-RDW. Uit de eerste voortgangsrapportage in oktober 2008 blijkt dat in totaal 197 verbeterpunten zijn geformuleerd. Hiervan is tussen maart en oktober 2008 al meer dan de helft (56%) afgerond of opgenomen in de reguliere bedrijfsvoering. In maart en oktober 2009 verschijnen nog twee voortgangsrapportages.
Doelstelling 5:
Een communicatieve organisatie zijn: transparant en open
Strategieontwikkeling De strategieontwikkeling bij de RDW gaat via de zogenoemde besturingscyclus. Deze cyclus houdt in dat vanuit de bestaansgrond van de RDW de missie wordt ontwikkeld. Van daaruit wordt een SWOTanalyse uitgevoerd en worden strategische doelstellingen geformuleerd. Op basis van deze strategische doelstellingen wordt het jaarplan ontwikkeld wat weer leidt tot de verschillende deelplannen van de organisatieonderdelen. In dit proces krijgen de verschillende doelgroepen van de RDW een grotere rol. In de nieuw ontwikkelde besturingscyclus worden zij actief betrokken bij de strategieontwikkeling. 14
RDW Jaarverslag 2008 De doelgroepen worden bevraagd op hun wensen, eisen en ontwikkelingen. Ook kunnen ze actief invloed uitoefenen op de strategie van de RDW. Naast deze grotere externe invloed worden de medewerkers van de RDW ook meer betrokken. De interne kennis wordt nog meer dan nu aangewend bij de strategieontwikkeling. De RDW wil zich met de nieuwe besturingscylcus, met de uitgangspunten ‘van buiten naar binnen’ en ‘bottum-up’, nog meer dan nu proactief richten op het optimaliseren van de toegevoegde waarde voor de doelgroepen. Doelgroepenbeleid De RDW heeft doelgroepen die zeer verschillend van aard zijn. Zo zijn er opdrachtgevers, partners, klanten/gebruikers en burgers. Deze doelgroepen hebben verschillende relaties met de RDW en de RDW met hen. De RDW vervult op zijn beurt zowel de rol van dienstverlener als die van toezichthouder. Elke doelgroep heeft andere wensen met betrekking tot bijvoorbeeld de kwaliteit van de dienstverlening, de prijs/kwaliteit-verhouding, transparantie en participatie. Dit vraagt om differentiatie in de benadering van de doelgroepen. De RDW wil dit de komende periode nadrukkelijker vormgeven. Dit zal zich uiten in een meer gestructureerde doelgroepspecifieke dienstverlening, gericht op de gewenste toegevoegde waarde voor de doelgroepen.
15
RDW Jaarverslag 2008
1.4
Kerntaken & Bedrijfsresultaten
TOELATING Voordat voertuigen op de weg worden toegelaten en bij eventuele wijzigingen achteraf, beoordeelt de RDW of is voldaan aan de wet- en regelgeving. De RDW is de nationale autoriteit die de veiligheidsen milieuaspecten van het wagenpark in Nederland bewaakt. Typegoedkeuringen (TGK) Na beoordeling, eventueel testen, en goedkeuring ontvangt de fabrikant een internationaal certificaat of een nationaal geldende typegoedkeuring. Hiermee kan hij producten zonder aanvullende keuring op de markt brengen. De goedkeuringen vormen de basis voor toelating op de weg en daarmee voor de registratie en kentekening van een voertuig. Als Nederlandse goedkeuringsautoriteit voert de RDW deze activiteiten uit voor fabrikanten en importeurs uit de hele wereld. De RDW doet dit in toenemende mate concurrentie met andere Europese toelatingsautoriteiten.
Op het gebied van typegoedkeuringen heeft de RDW in 2008 een goed jaar gekend. De omzet was voor het derde opeenvolgende jaar hoger dan het voorgaande jaar. Vooral Testcentrum Lelystad had een omzet die hoger was dan die in 2007 (+18%), voornamelijk door toename van testen. Bij alle voertuigcategorieën is meer werk verricht. Vooral vanuit Azië was een toename van het werkaanbod zichtbaar. Daarnaast is er als gevolg van de steeds strengere milieueisen een groei te zien in het aantal test- en internationale goedkeuringsactiviteiten. Zoals verwacht heeft de daling in nationale goedkeuringen zich doorgezet. Dit is een gevolg van de nieuwe kaderrichtlijn die in mei 2009 ingaat. Deze vervangt de nationale certificaten door EU-certificaten. Individuele keuring en toelating De RDW laat ook voertuigen toe op individuele basis. Het gaat onder meer om voertuigen die vanuit het buitenland worden ingevoerd, voertuigen die na een zware schade zijn hersteld en opnieuw moeten worden gekeurd en voertuigen waarvan de inrichting is aangepast (bijv. een wijziging brandstof). Voertuigen met een bijzondere toepassing, zoals autobussen, taxi’s, voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (ADR) en voor gekoeld vervoer van levensmiddelen (ATP), ondergaan naast de ‘gewone’ toelatingskeuring ook een specifieke inrichtingskeuring bij de RDW. Daarnaast is het een taak van de RDW om bijzondere voertuigen zoals autobussen en voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen periodiek te keuren.
In 2008 is wederom een groot aantal voertuigen aangeboden. Hierdoor hebben de keuringsstations alle zeilen bij moeten zetten om klanten goed van dienst te zijn. De RDW lijkt hierin te zijn geslaagd. Uit
16
RDW Jaarverslag 2008 klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat de klant het proces van individuele keuring en toelating met een 7,5 waardeert. De samenwerking met de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en de Politie heeft in 2008 een impuls gekregen. Naast administratieve samenwerking zijn er gezamenlijke inspecties uitgevoerd langs de weg. In totaal 42 keer met de Politie en 7 keer met IVW. Ook is de kennis op het gebied van voertuigidentificatie toegenomen, omdat het NFI de taak om forensisch onderzoek uit te voeren op voertuigen heeft overgedragen aan de RDW. In 2008 zijn 1991 voertuigen bekeken door de RDW. In 447 gevallen heeft de RDW voertuigonderzoek gedaan, wat heeft geleid tot een formele rapportage. Toelating exceptioneel transport
Alle transporten die de wettelijk toegestane maten en/of gewichten overschrijden, mogen alleen gebruik maken van de openbare weg als ze beschikken over een ontheffing. Sinds de invoering van de Centrale Ontheffing Verlening (COV) in 2006 is de RDW de centrale ontheffingverlener voor heel Nederland. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de wegbeheerders. Hierdoor is sinds 2006 een forse stijging van het aantal afgegeven ontheffingen te zien. Het aantal ‘zwartrijders’ is sterk afgenomen. Net als in afgelopen jaren is er in 2008 weer met alle betrokken partijen gewerkt aan verdere optimalisatie van de processen. Dit heeft voor transporteurs onder andere geresulteerd in de mogelijkheid om een ontheffingaanvraag via internet in te dienen. Eind 2008 werd 62% van alle ontheffingsaanvragen al via de webmodule gedaan. De module wordt de komende tijd verder verbeterd en uitgebreid, zodat transporteurs nog meer inzicht krijgen in de status van aangevraagde en verleende ontheffingen. De optimalisaties hebben er mede voor gezorgd dat de tarieven in 2008 tussentijds naar beneden zijn bijgesteld. Het gestegen aantal aanvragen is verwerkt met een geringe toename in personeel. Dit heeft in drukke periodes de doorlooptijd onder druk gezet. In deze periodes is er intensief contact geweest met de branche om de wederzijdse verwachtingen goed af te stemmen. Mede doordat steeds meer aanvragen via de webmodule lopen, waren de doorlooptijden eind 2008 weer goed onder controle. LZV In november 2007 is ervoor gekozen de toegestane maximale massa van LZV-combinaties terug te brengen naar 50 ton. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft, naar aanleiding van een onderzoek in opdracht van enkele brancheorganisaties, TNO opdracht gegeven deze keuze opnieuw te onderzoeken. Op grond van het TNO advies is in mei 2008 besloten opnieuw een maximum massa tot 60 ton toe te staan voor LZV’s. Eind 2008 reden er 194 combinaties van 109 bedrijven rond en zijn er in totaal 291 kerngebieden vrijgegeven voor de 60 tons LZV-combinaties. Medio 2008 heeft de RDW een symposium georganiseerd om met alle betrokkenen de ontwikkelingen rond LZV’s (inter)nationaal af te stemmen. TOEZICHT EN CONTROLE Erkenningen De RDW verleent verschillende erkenningen aan bedrijven uit de voertuigbranche. Naast erkenningen voor het uitvoeren van de periodieke keuringen (APK) en het inbouwen van gasinstallaties (LPG), snelheidsbegrenzers (SB) en tachografen (TA) verleent de RDW ook erkenningen voor het houden van voertuigen in bedrijfsvoorraad, het rijden met een handelaarkenteken (groene platen) en het produceren van kentekenplaten. Meest opvallend is de toename in het aantal bevoegdheden Tenaamstelling Voertuigen.
17
RDW Jaarverslag 2008
Toezicht op erkenninghouders Door het afleggen van bedrijfsbezoeken controleert de RDW of de erkende bedrijven nog steeds voldoen aan de voorwaarden. Als dit niet het geval is, kan de RDW een sanctie opleggen. Een erkenning kan tijdelijk worden geschorst of definitief worden ingetrokken. Afhankelijk van de erkenning worden erkenninghouders één keer per twee jaar, jaarlijks of halfjaarlijks bezocht. Bedrijfsbezoeken en sancties
In 2008 hebben bedrijfsinspecteurs in totaal 6.024 bedrijfsbezoeken afgelegd bij bedrijven met een erkenning voor het uitvoeren van de APK en het inbouwen van LPG, snelheidsbegrenzers (SB) en tachografen (TA). Het betrof zowel periodieke controlebezoeken als bezoeken naar aanleiding van aanvragen voor een nieuwe erkenning. Het aantal bezoeken aan de Kentekenplaatfabrikanten was in 2008 47% hoger dan in het jaar ervoor. Dit komt doordat de kentekenplaatfabrikanten extra zijn bezocht in verband met de invoering van GAIK-Online. In 2008 heeft de RDW 712 sancties opgelegd aan erkenninghouders APK, LPG, snelheidsbegrenzers en tachografen. Ook hebben 681 keurmeesters een sanctie opgelegd gekregen. Van de erkenninghouders kregen er 396 een waarschuwing, 47 een technische schorsing, 90 een voorwaardelijke intrekking en 148 een tijdelijke intrekking. Uiteindelijk werd van 31 bedrijven de erkenning definitief ingetrokken.
18
RDW Jaarverslag 2008
Het aantal sancties is licht afgenomen. In 2008 zijn in het kader van de invoering van GAIK-online meer bezoeken afgelegd met een informatief karakter. Deze bezoeken kunnen geen sanctie tot gevolg hebben. Toezicht op erkenningen De kwaliteit van de APK-keuringen en de inbouw van LPG-installaties en snelheidsbegrenzers en tachografen wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. 2008 was het eerste jaar waarin gewerkt werd met de nieuwe APK-frequentie voor benzinevoertuigen. De nieuwe regels gelden voor voertuigen die op benzine rijden en toegelaten zijn vanaf 2005. Het schema voor deze groep voertuigen is de eerste keuring na vier jaar en daarna eens per twee jaar. Wanneer het voertuig 8 jaar oud is wordt de frequentie weer jaarlijks. Het wettelijk APK steekproefpercentage van 3% is in 2008 ruimschoots gehaald. De pilot APK in België is geëvalueerd en per 1 januari 2009 zelfs uitgebreid met een viertal Vlaamse autokeurders in de buurt van de Nederlandse grens. Ook ligt er de uitdaging om in 2010 te starten met APK in Spanje. In 2008 zijn ongeveer 500 APK keuringen uitgevoerd in België volgens de Nederlandse APK.
19
RDW Jaarverslag 2008
REGISTRATIE EN INFORMATIEVERSTREKKING De RDW registreert de gegevens van ruim 11 miljoen voertuigen en hun eigenaren. Het gaat hierbij om voertuigen die actief zijn op de weg. In het aantal van 11 miljoen zijn voertuigen die geschorst, gestolen of in bedrijfsvoorraad zijn niet meegeteld. Ook voertuigen met vervallen of ongeldige kentekens of kentekens zonder tenaamstelling zijn hier niet in meegeteld. De databanken bevatten daarnaast ook vaartuig-, verzekerings-, rijbewijs-, bromfietscertificaat- en persoonsgegevens. Deze registers zijn een belangrijke informatiebron voor medeoverheden en private organisaties. Informatieverstrekking uit de registers De RDW levert Politie, Justitie en BZK op twee manieren informatie. De ene manier is dagelijks een vaste set aan gegevens voor bijvoorbeeld opsporing van gestolen voertuigen. Deze dagelijkse levering voorkomt dat opsporingsdiensten nog bezig zijn met opsporingen die inmiddels zijn opgelost. De andere manier is dat Politie, Justitie of BZK gegevens van individuele voertuigen opvragen bij bijvoorbeeld verkeerscontroles. Meer dan de helft van de informatie die door Politie, Justitie en BZK wordt opgevraagd betreft frequent herhaalde verstrekkingen over voertuigen waar iets ‘mee aan de hand is’. Deze informatie wordt opgevraagd in het kader van zogenoemde ANPR-controles door de politie, automatische nummerplaatherkenning. Circa 10 miljoen bevragingen hebben betrekking op het rijbewijsregister. Een substantieel deel van de opgevraagde informatie bestaat uit eenvoudige bevraging, zoals de controle van APK-goedkeuringen. De tellingen vinden plaats op ontvanger van de berichten. De opvraagmogelijkheden voor Politie en Justitie worden continu verbeterd. De daling van 6% wordt onder andere veroorzaakt doordat in 2008 minder bijzondere informatievragen zijn gedaan dan in 2007. Aan de voertuigbranche is over de hele linie meer informatie verstrekt, zowel via providers als rechtstreeks. Dit wordt veroorzaakt doordat de RDW meer informatie beschikbaar heeft (bijvoorbeeld milieugegevens) en door een toegenomen informatiebehoefte. De totale stijging bedraagt 13%. Ten opzichte van 2007 is 12% meer informatie verstrekt aan het ministerie van Financiën. Er is met name een toename te zien in de informatie die aan de Belastingdienst wordt verstrekt.
20
RDW Jaarverslag 2008
De informatieverstrekkingen aan particulieren is met 20% gestegen. Oorzaak van deze forse stijging is de uitbreiding van de voertuiggegevens die online op www.rdw.nl kunnen worden opgevraagd. Via de site kunnen nu gemakkelijk onder andere milieugegevens worden ingezien. Ook kan worden bekeken of een voertuig als verzekerd staat geregistreerd bij de RDW. De uitbreiding past in de ontwikkeling van de e-Overheid waarbij de RDW inzage biedt in het basisregister van voertuigen. De informatieverstrekking aan verzekeraars is met 14% toegenomen. Om de eigen informatie te controleren vragen verzekeraars regelmatig extracties op uit het verzekeringsregister. Het aantal extracties en ook de grootte hiervan is toegenomen in vergelijking met 2007, onder andere door een incidentele toename van informatie via WAM-extracties. Het aantal aan- en afmeldingen in het verzekeringsregister is ongeveer gelijk gebleven in vergelijking met 2007. In 2008 is 2,6 miljoen keer de geldigheid van een rijbewijs voor de klanten (voornamelijk banken) van het Bureau Krediet Registratie (BKR) geverifieerd. Ten opzichte van 2007 is dit een substantiële daling van 19%. Of dit aan de kredietcrisis toe te schrijven is, moet nog nader onderzocht worden. De afdelingen Burgerzaken, Milieuzaken, Parkeerdiensten en Parkeerbelastingen van gemeenten vragen een grote hoeveelheid online informatie op. Voor de afdelingen Burgerzaken gaat het om informatie die wordt geleverd in het kader van de verwerking van aanvragen voor rijbewijzen. Dit heeft sinds het rijbewijs op creditcardformaat een grote vlucht genomen. De RDW stelt steeds meer informatie beschikbaar over onder andere milieu, waardoor de stijgende lijn van toename van de informatieverstrekkingen aan overige partijen zich ook heeft doorgezet in 2008. De enorme stijging is vooral het gevolg van incidentele leveringen en het abonnement van het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit.
21
RDW Jaarverslag 2008 Overige informatieverstrekking
Het aantal telefonische informatieverstrekkingen in 2008 is licht gedaald ten opzichte van 2007 (-3%). Klanten maken steeds meer gebruik van de digitale mogelijkheden die de RDW biedt om informatie op te zoeken. Wel zien we dat de aard van de vragen verandert en dat daardoor de gesprekken langer duren. Het aantal inkomende brieven is weer terug op het niveau van 2006. In 2007 verdubbelde het aantal brieven door een toename van de informatieverzoeken van onder meer gerechtsdeurwaarders als gevolg van een wetswijziging. In de loop van het jaar 2007 heeft de RDW een applicatie in gebruik genomen waarmee geautomatiseerd en dus sneller aan de informatieverzoeken kan worden voldaan. Hiermee verdwenen de schriftelijke informatieverzoeken grotendeels weer. In 2008 zijn brochures en formulieren fors minder gedownload van de rdw-site (-28%). Dit komt ondermeer door het samenvoegen van formulieren waardoor klanten voor sommige aanvragen nog maar één formulier hoeven te gebruiken. Verder is de grootschalige kentekening van brom-en snorfietsen in 2007 afgerond. Klanten hebben hiervoor destijds veelvuldig brochures opgevraagd. DOCUMENTAFGIFTE
Kentekenbewijs deel IA Het aantal nieuw afgegeven kentekenbewijzen is in 2008 licht gestegen ten opzichte van 2007. Er is vooral een toename van het aantal versneld afgegeven kentekenbewijzen. Versneld afgegeven kentekenbewijzen voor personenauto's zijn in 2008 afgenomen met 2%, voornamelijk veroorzaakt door een daling in het laatste kwartaal van 2008. Daarentegen is de afgifte van kentekenbewijzen voor bedrijfsauto’s en bromfietsen toegenomen met respectievelijk 7% en 24%. Het aantal individueel afgegeven kentekenbewijzen is in 2008 met 4% gedaald door een daling van het aantal importkeuringen. Ruim 5% meer vervangende kentekenbewijzen zijn afgegeven. De stijging geldt voor alle voertuigcategorieën en in het bijzonder voor bromfietsen (+13%). Wel zijn er aanmerkelijk minder bijzondere kentekenbewijzen afgegeven in 2008 (61%). Dit komt doordat in 2008 geen zevendaagse kentekenbewijzen meer konden worden aangevraagd, wat in de eerste helft van 2007 nog wel mogelijk was. Er is aanzienlijk minder vraag naar de opvolger van het zevendaagse kentekenbewijs: het transito kentekenbewijs. 22
RDW Jaarverslag 2008 Kentekenbewijs deel IB Het totaal aantal afgegeven tenaamstellingsbewijzen in 2008 ligt op hetzelfde niveau als 2007. Wel worden in verhouding meer tenaamstellingen via erkende bedrijven afgegeven en minder via de Postkantoren. Rijbewijzen De gemeenten verzorgen de reguliere afgifte van rijbewijzen. De levenscyclus van rijbewijzen bedraagt 10 jaar. Vanaf 2006 zijn de vette jaren aangebroken, dit loopt tot en met 2011. In deze jaren worden jaarlijks rond de 1,8 miljoen rijbewijzen afgegeven. In de magere jaren bedraagt het aantal gemiddeld rond de 1,2 miljoen. BEZWAAR EN BEROEP De RDW neemt een veelheid aan besluiten waartegen burgers en bedrijven bezwaar kunnen maken op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast legt de RDW als toezichthouder sancties op aan erkenninghouders en keurmeesters. Ook hier bestaat de mogelijkheid van bezwaar en beroep. Bezwaarschriften
Het aantal ingediende bezwaarschriften is flink gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. Dit komt doordat in 2008 geen bezwaren meer zijn binnengekomen tegen de weigering tot afgifte van kentekenbewijzen voor brom- en snorfietsen. Het aantal ingediende bezwaren ligt nu weer op het niveau van dat in 2005. Ook bezwaren die betrekking hadden op personele aangelegenheden, APKerkenningen, keuringsbevoegdheid APK, bedrijfsvoorraad en rijbewijzen zijn in totaal afgenomen. Bezwaren gericht tegen verval tenaamstelling zijn enigszins toegenomen. Afhandeling bezwaar en beroep
In 2008 heeft de RDW 977 bezwaarzaken, 124 (hoger)beroepszaken en 70 voorlopige voorzieningen (totaal 1.171) afgehandeld conform de Awb-procedure. Dit is een totale afname van 1.171 (50%) ten opzichte van 2007. De sterke daling ten opzichte van de voorgaande jaren wordt veroorzaakt doordat er nauwelijks bezwaren zijn ingediend op het gebied van brom- en snorfietsen. Het totaal aan afgehandelde voorlopige voorzieningen en (hoger) beroepen is nagenoeg gelijk aan dat in 2007. KLACHTEN EN OMBUDSMANZAKEN Klachten In 2008 bedroeg het totaal aantal klachten dat is binnengekomen bij de RDW 1.327. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2007, toen er in totaal 1.310 klachten zijn ontvangen. Deze stijging ligt
23
RDW Jaarverslag 2008 geheel en al in het feit dat sinds 2008 de klachten van de afdeling Toelating Exceptioneel Transport (TET) ook inzichtelijk zijn gemaakt en worden meegenomen in de RDW-brede klachtenregistratie. TET ontving in 2008 445 klachten. De klachten hebben voor het merendeel betrekking op de productkwaliteit van de afgegeven ontheffingen, zoals bijvoorbeeld een fout in de aangegeven route. Gezien het totaal aantal afgegeven ontheffingen per jaar (ruim 200.000) is het aantal klachten echter zeer beperkt te noemen (0,2%). Sinds medio 2008 is een nieuwe webmodule geïntroduceerd waardoor de transporteur zelf de gegevens kan invoeren. Verwacht wordt dat daardoor het aantal klachten in 2009 zal afnemen. Als de klachten van de afdeling TET buiten beschouwing worden gelaten dan is het aantal klachten gedaald van 1.310 in 2007 naar 882 in 2008. Deze forse daling is te verklaren door de afloop van het project ‘kentekening brom- en snorfietsen’ dat in 2007 veel klachten heeft opgeleverd. Het aantal klachten heeft zich hiermee gestabiliseerd naar het aantal in 2006 (885). Onderstaand overzicht laat zien dat in 2008 gemiddeld 89% van de klachten binnen de RDW-norm van vier weken is afgehandeld en gemiddeld 97% binnen de wettelijke termijn van 6 weken. Ten opzichte van 2007 is dit een enorme verbetering. De RDW hecht veel waarde aan een juiste en tijdige afhandeling van klachten en herstelt gemaakte fouten zo snel mogelijk. Gemiddeld is in 72% van de gevallen een klacht gegrond verklaard.
Nationale ombudsman Op grond van de Wet Nationale ombudsman kan een burger een klacht indienen over de RDW. De Nationale ombudsman stelt in beginsel geen onderzoek in voordat de interne klachtenprocedure bij de RDW is doorlopen.
Van de 41 binnengekomen klachten in 2008 zijn er 23 zaken in behandeling genomen via de interne klachtenprocedure bij de klachtencoördinatoren. De Nationale ombudsman is in 18 gevallen een onderzoek gestart. Hiervan heeft de Nationale ombudsman drie gevallen gegrond en drie klachten ongegrond verklaard. Het onderzoek naar zes klachten is gedurende het onderzoek beëindigd door de Nationale ombudsman. In zes zaken loopt het onderzoek nog.
24
RDW Jaarverslag 2008
1.5
Human Resources: de medewerkers
Personele bezetting De gemiddelde bezetting over 2008 was 1.447 fte. De verdeling over de verschillende organisatieonderdelen is als volgt:
Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van de RDW-medewerker in 2008 is 45,4 jaar. Een lichte stijging ten opzichte van het voorgaande jaar (45,3 jaar). De afdeling Ontwikkeling Voertuigreglementering (OVR) is de afdeling met de hoogste gemiddelde leeftijd (52,7 jaar) en de langste gemiddelde diensttijd (22,5 jaar). De afdeling Strategie en Externe Ontwikkelingen (SEO) is met gemiddeld 38,9 jaar de ‘jongste’ afdeling. SEO is eveneens de afdeling met de kortste gemiddelde diensttijd (8,8 jaar). De gemiddelde diensttijd bij de RDW is 14,3 jaar. 31% van de medewerkers is vrouw. Dit is vrijwel gelijk aan het percentage werkzame vrouwen in voorgaande jaren. In- en uitstroom In 2008 traden er 150 nieuwe medewerkers in dienst (2007: 93) en hebben 77 medewerkers de RDW verlaten (2007: 67). Ziekteverzuim Het ziekteverzuim in 2008 bedroeg 4%, een mooie daling ten opzichte van 2007 (4,5%). Ook de meldingsfrequentie is afgenomen. Gemiddeld meldt een medewerker zich 1,6 keer per jaar ziek. In 2007 was dit nog 1,7 keer. De gemiddelde verzuimduur was 10,85 kalenderdagen, een lichte toename van 0,35 dag. Opleidingskosten In 2008 is gemiddeld 1.159 euro per medewerker geïnvesteerd in opleiding en training. Dit is exclusief training ‘on the job’, heroriëntatie en managementleergang Tools. Dat komt overeen met 2,2% van de loonsom.
25
RDW Jaarverslag 2008
1.6
Financiële resultaten 2008
FINANCIËLE RESULTATEN 2008 was voor de RDW een omslagjaar. Van de € 6,9 miljoen winst in 2007 is het resultaat omgeslagen naar een verlies van € 7,1 in het afgelopen jaar. Er was voor 2008 al een exploitatietekort begroot van € 2,3 miljoen, zodat met tariefverlaging de niet meer benodigde reserve APK/importkeuringen kon worden afgebouwd. Door de onverwachte economische neergang in het laatste kwartaal van het jaar zijn de verwachtingen voor 2008 die in het Financieel Meerjaren Beleidsplan (FMB) 2009 werden gepresenteerd, niet uitgekomen. 2008 was ook een jaar waarin een aantal incidentele factoren zorgde voor hogere kosten. De opbrengsten zijn in 2008 met € 2,2 miljoen gedaald naar € 180,4 miljoen. Dit was volledig het gevolg van een tariefdaling van per saldo 3,1% die in 2008 is doorgevoerd. Het volume van de dienstverlening is bij alle omzetclusters gestegen. Er was volumegroei bij zowel Afgifte Documenten en Typegoedkeuringen. Oorzaken hiervoor waren respectievelijk het groter dan verwachte aantal afgiften van kentekenbewijzen deel IA en de jaarlijkse actualisering van de aanhangwagens. Bij Typegoedkeuringen zijn de tarieven overigens met gemiddeld 2% gestegen. De opbrengsten bij de clusters Kentekenonderzoeken, Informatieverstrekking en Afgifte Rijbewijzen zijn gedaald. Er was hier sprake van een tariefverlaging van respectievelijk 15%, 9% en 12%. Bij Kentekenonderzoeken was sprake van een kleine volumestijging (3%). Dit werd veroorzaakt door een toename van het aantal keuringen van motorfietsen. Ook bij het cluster Informatievoorziening was een lichte stijging (1%) te zien. Daarnaast was er een stijging in het aantal gratis verstrekkingen als gevolg van de overgang van het kentekenregister naar een Basisregistratie. De opbrengsten van ontheffingverleningen is gelijk aan vorig jaar. Hierin is wel een tariefdaling van 31% verwerkt. Tenslotte is de subsidie voor het nieuwe rijbewijs teruggelopen van € 2,6 naar € 1,1 miljoen. Dit komt doordat de projectmatige activiteiten zijn afgerond en er alleen nog kosten voor de backoffice in rekening worden gebracht. De bedrijfslasten zijn in 2008 met € 10,7 miljoen toegenomen tot een niveau van € 190,0 miljoen. Het hogere volume aan dienstverlening vereiste een uitbreiding van de vaste bezetting. De personeelskosten namen met € 7,1 miljoen (10%) toe. De gemiddelde bezetting groeide met 64 fte. Een gevolg van de hogere volumes, invulling van vacatures op de processen voor APK en importkeuringen nadat onzekerheden op dit front weggenomen waren. Ook zijn er vacatures bij ICT en de divisie R&I ingevuld na een succesvolle wervingsdag in Euroborg Groningen. Bovendien namen de personeelskosten met € 0,9 miljoen toe als gevolg van een hogere lastendruk voor pensioen- en ziektekostenpremies. De kosten van de handelingsvergoeding aan de Postkantoren, voor het overschrijven van voertuigen, zijn gedaald. Deze kosten daalden met 9% ten opzichte van 2007, waarin nog veel incidentele afgiften voor bromfietsen werden verwerkt als nasleep van de kentekening van brom- en snorfietsen in 2006. Bovendien blijft de online afgifte van documenten via de voertuigbedrijven groeien. De overige bedrijfslasten zijn met 8% gestegen door meer externe inhuur (€ 4,4 miljoen), hogere huisvestingskosten (€ 1,3 miljoen), vervoerskosten (€ 0,7 miljoen) en inhuur van adviesbureaus (€ 1,6 miljoen). Bij de huisvestings- en vervoerskosten waren de stijgende energieprijzen de belangrijkste oorzaak. De out of pocketkosten voor projecten (-/- € 0,7 miljoen) en geactiveerde projectkosten (-/€ 0,9 miljoen) kwamen lager uit. Van de externe inhuur was € 3,3 miljoen voor projecten. De projectenagenda was in 2008 extra vol. Activiteiten in het kader van nieuwe taken als Anders Betalen voor Mobiliteit en projecten ter verbetering van de bedrijfsvoering als Business Intelligence en E-learning hebben veel extra inspanning gekost. Andere incidentele factoren waren het groot onderhoud van € 0,5 miljoen in het Testcentrum Lelystad en licentiekosten voor Oracle en Tuxedo voor € 0,7 miljoen. De afschrijvingskosten kwamen € 1,9 miljoen lager uit door met name een correctie op de impairment van het Testcentrum Lelystad uit 2005. Een nieuwe taxatie toonde een hogere waarde aan en gaf reden tot terugdraaien van een eerdere afwaardering van TCL met € 1,7 miljoen. De financiële baten en lasten zijn door hogere rentevergoeding met € 0,4 miljoen gestegen. Tenslotte was er in 2008 een buitengewone last van € 1,1 miljoen betreffende een claim in verband met een te hoge milieusubsidiering in 2006. Het betrof informatie uit het kentekenregister die tot dat moment als 26
RDW Jaarverslag 2008 niet essentieel werd gekenmerkt, waarin een kleine fout zat. Voor deze steeds belangrijker wordende informatie is inmiddels een sluitend proces ingevoerd. Een deel van de claim is door de verzekeraar van de RDW betaald. De afwijking van € 5,9 miljoen ten opzichte van het begrote exploitatieresultaat is veroorzaakt door de hiervoor beschreven incidentele posten en projectinspanningen. In het eerste kwartaal werd nog een verbetering van het begrote resultaat verwacht. Dat was aanleiding voor een tussentijdse tariefverlaging van 1,5%. Deze heeft geleid tot een versnelde afbouw van de APK/importreserve. Gematigd tarievenbeleid en kostenbesparing Met het ministerie van Verkeer en Waterstaat is afgesproken de tarieven jaarlijks met maximaal vijf procent te laten stijgen of dalen, exclusief inflatie. De RDW heeft de laatste vijf jaar laten zien dat het mogelijk is elk jaar efficiënter te werken. De focus is de laatste jaren verschoven van zuiniger naar slimmer werken. De efficiency wordt namelijk in toenemende mate gerealiseerd door verbetering van de bedrijfsprocessen in plaats van het puur verlagen van de kosten. Dit geeft een voortdurende prikkel om na te denken over procesverbeteringen. De RDW-tarieven zijn in 2008 per saldo met 3,1% gedaald. Hiervan is 1,8% per 1 januari ingevoerd en de overige 1,3% tussentijds per 1 juli 2008. Kostendekkende taakclusters Bij de verzelfstandiging van de RDW is met het ministerie van Verkeer en Waterstaat afgesproken dat de producten en diensten van de RDW kostendekkend moeten zijn. Om dit te realiseren, zijn de producten en diensten van de RDW in tien clusters samengevoegd. ‘Kostendekkend zijn’ betekent dat de clusters geen exploitatietekorten of overschotten mogen vertonen. Alle clusters moeten dus financieel ‘gezond’ zijn. Door de afbouw van de reserves en het exploitatietekort is de kostendekkendheid voor de taakclusters in 2008 gemiddeld genomen op 96% uitgekomen. Hiermee wordt de APK/importreserve versneld afgebouwd.
FINANCIËLE KERNCIJFERS
27
RDW Jaarverslag 2008
Eigen vermogen en reserves Met een nettoresultaat van -/- € 7,1 miljoen is het eigen vermogen met 13% afgenomen tot € 49,3 miljoen. Het eigen vermogen is daarmee ook € 4,2 miljoen lager uitgekomen dan in het FMB van 2009. De afbouw van de reserves gaat dus sneller dan gepland. De structurele reserve is gelet op de recessie op de maximale 20% van het balanstotaal gebracht. De conjunctuurreserve staat sinds 2007 op het afgesproken maximum van € 9,1 miljoen. Volgens het afgesproken model moet er over 2008 € 2,2 miljoen worden gedoteerd. Als het model wordt doorgerekend met de laatste CPB-raming van het BBP van -0,75% over de Nederlandse economie voor 2009 en 2010 zal over 2010 een tekort van € 1,0 miljoen ontstaan dat groeit naar € 3,4 miljoen in 2011. De bestemmingsreserve Rijbewijzen wordt gedoteerd met € 2,2 miljoen en komt hiermee op € 4,5 miljoen. Hiermee wordt de 10-jarige vervangingscyclus overbrugt die voor rijbewijzen historisch is bepaald. Bij het vaststellen van het FMB 2008 is met het ministerie van Verkeer en Waterstaat afgesproken de bestemmingsreserve van € 11,7 miljoen voor APK/Importkeuringen af te bouwen door verlaging van de RDW-tarieven over de periode 2009 – 2011. Door de tariefsverlagingen in 2008 (per 1 januari en tussentijds per 1 juli) is deze reserve met € 8,7 tot € 3,0 miljoen afgebouwd. De afbouw gaat daarmee veel sneller dan verwacht. Nieuw is de reserve voor flankerend beleid van € 6,3 miljoen voor de opvang van de kosten Vernieuwing Rijksdienst. In het FMB van 2009 is hiervoor goedkeuring van Verkeer en Waterstaat verkregen. De reserve beleidsinitiatieven is met € 7,7 miljoen afgenomen. De kosten voor Anders Betalen voor Mobiliteit worden vanaf 2008 bij Verkeer en Waterstaat in rekening gebracht. Tenslotte is de wettelijke reserve immateriële vaste activa door investeringen in zelfontwikkelde software met € 0,3 miljoen gegroeid naar € 2,2 miljoen. Investeringen De investeringen in materiële vaste activa bedroegen in 2008 € 6,7 miljoen. € 4,7 miljoen is geïnvesteerd in het huisvestingsconcept Zoetermeer, uitbreiding van het mainframe, werkplekken en de aanschaf van servers en disks. Er is € 0,8 miljoen geïnvesteerd in apparatuur voor de opsporing van rijbewijsfraude en de aanschaf van een couverteermachine. Ook is er voor € 0,9 miljoen geïnvesteerd in garagedeuren bij de keuringsstations en de aankoop van grond in Veendam voor parkeerplaatsen. In 2008 is € 3,2 miljoen geïnvesteerd in immateriële vaste activa: € 2,3 miljoen in de aanschaf van software voor geïntegreerde kassa’s op de keuringsstations, beveiligingssoftware en ETL-tooling. Tenslotte is voor € 0,9 miljoen geïnvesteerd in door de RDW ontwikkelde software. Het betreft een module voor e-Learning en de ontwikkeling van software voor de aan SAP-gekoppelde kassa’s. Treasury Sinds 2003 participeert de RDW in het zogeheten schatkistbankieren. Hierbij roomt het ministerie van Financiën dagelijks de standen op de bankrekeningen van de RDW af. De RDW ontvangt interest over 28
RDW Jaarverslag 2008 het positieve saldo. De liquiditeit is in 2008 met € 8,3 miljoen gedaald naar € 30,9 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van het negatieve netto resultaat. Om de renteopbrengsten te optimaliseren zijn termijndeposito’s afgesloten bij het ministerie van Financiën. In 2003 is een leencapaciteit van € 35,0 miljoen overeengekomen met het ministerie van Financiën. Deze financieringsovereenkomst voorziet onder meer in een vaste 3,43%-lening van € 12,0 miljoen (aflosbaar op 2 augustus 2010). Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft een garantie afgegeven voor de nakoming van de rente- en aflossingsverplichtingen uit deze overeenkomst. FINANCIËLE VOORUITZICHTEN In het laatste kwartaal van 2008 is er een omslag in de conjunctuur begonnen die naar verwachting in 2009 en 2010 zal voortduren. De situatie is echter moeilijk voorspelbaar en de ramingen van instanties als CPB, OESO en IMF wijzigen in negatieve zin met het kwartaal. De RDW heeft besloten de met Verkeer en Waterstaat afgesproken begroting voor 2009 intern aan te passen aan de bijgestelde verwachtingen van het CPB uit december 2008. Deze houden in dat de Nederlandse economie (BBP) met gemiddeld 0,75% zal krimpen. Het begrote eindresultaat komt daarmee met een verlies van € 10,6 miljoen, € 4,1 miljoen slechter uit dan het FMB 2009. Dit is per saldo alleen de omzetdaling van de kentekendocumenten Deel IA die uit de conjunctuurreserve wordt gefinancierd, en is € 3,5 miljoen lager dan 2008. De ontwikkelingen in 2009 worden maandelijks op de voet gevolgd. Parallel aan het 0,75% scenario is een scenario voor een verdere krimp benoemd; in het eerste halfjaar 2009 worden de plannen uitgewerkt voor dat laatste scenario. Omzet, kosten en tariefontwikkeling Voor 2009 wordt de grootste daling van de omzet verwacht bij de afgifte van Kentekendocumenten, daarnaast bij Typegoedkeuringen en Kentekenonderzoeken. Hier tegenover staan hogere overige inkomsten voor projecten voor derden zoals Anders Betalen voor Mobiliteit. Naar verwachting dalen de kosten in 2009 met 3% ten opzichte van 2008. Het aantal fte’s loopt terug naar 1.465. De personele kosten dalen in 2009 met 2%, de overige kosten met 5%. Bij de planvorming om de verwachte krimp tegemoet te treden zal rekening gehouden worden met de belangen van de stakeholders van RDW. De tarieven in 2009 dalen met gemiddeld 0,5%. Reserves De structurele reserve daalt bij een krimp van het BBP van 0,75% in 2009 naar verwachting tot 15% van het balanstotaal. De conjunctuurreserve daalt daarbij met € 5,6 miljoen naar € 3,5 miljoen. De bestemmingsreserve rijbewijzen groeit conform het FMB naar € 6,1 miljoen. De uitputting van de reserve flankerend beleid is onbekend, omdat de effecten van de Vernieuwing Rijksdienst nog niet zijn in te schatten. Hetzelfde geldt voor de reserve beleidsinitiatieven. Het is nog niet duidelijk of en wanneer de kentekening van landbouwvoertuigen wordt uitgevoerd. Investeringen en financiering De investeringen groeien met € 9 naar € 19,4 miljoen in 2009. Voor de immateriële investeringen is € 6,8 miljoen begroot. Verwacht wordt dat kosten voor E-learning en de inrichting van een nieuw WINTEL-platform ter vervanging van het huidige Unisys-mainframe activering van zelfontwikkelde software gaan opleveren. De begroting voor investeringen in materiële vaste activa bedraagt € 12,6 miljoen. De verbouwingen in Veendam en Zoetermeer en de aanschaf van automatiseringsapparatuur zijn enkele grotere investeringen. Met het begrote exploitatieverlies zal de liquiditeit met € 12,9 miljoen dalen naar ongeveer € 18 miljoen.
29
RDW Jaarverslag 2008
1.7
Intern risicobeheersings- en controlesysteem
De directie is verantwoordelijk voor de opzet en werking van de op de RDW toegesneden interne risicobeheersings- en controlesystemen. Deze systemen zijn ingericht om significante risico’s te beheersen en om de realisatie van operationele en financiële doelstellingen te waarborgen. In 2004 is de ‘Code Goed Bestuur’ door de Handvestgroep Publiek Verantwoorden opgesteld. Om zijn verantwoordelijkheden te kunnen dragen, heeft de directie de interne risicobeheersings- en controlesystemen van de RDW gedurende het verslagjaar op systematische wijze geanalyseerd, geëvalueerd en bewaakt. De directie heeft de effectieve werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen vastgesteld. Zowel de opzet, de werking en de aangebrachte significante verbeteringen zijn besproken met de Auditcommissie en de Raad van Toezicht. De interne risicobeheersings- en controlesystemen van de RDW kunnen echter geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van de doelstellingen van het bedrijf, noch kunnen deze systemen alle onjuistheden van materieel belang, verlies en fraude geheel voorkomen. De directie is van mening dat de risicobeheersings- en controlesystemen adequaat zijn ingericht en effectief hebben gewerkt.
30
RDW Jaarverslag 2008
1.8
Governance
RDW De RDW is een tariefgefinancieerd, zelfstandig bestuursorgaan dat op basis van de Wegenverkeerswet wettelijke, en door de minister van Verkeer en Waterstaat opgedragen taken uitvoert. Hieronder een overzicht van de taken en bevoegdheden van de diverse partijen: Minister van Verkeer en Waterstaat > heeft ministeriële eindverantwoordelijkheid over de RDW. > houdt toezicht op het functioneren van de RDW. > wordt geïnformeerd door de Raad van Toezicht en de directie van de RDW. > geeft goedkeuring aan onder meer de begroting en de tarieven. > benoemt de leden van de Raad van Toezicht. > keurt de bezoldiging van de directie goed. Raad van Toezicht > bestaat uit vijf leden. > legt verantwoording af aan de Minister over het eigen functioneren. > ziet toe op de werkzaamheden van de directie en staat die met raad ter zijde. > geeft goedkeuring aan onder meer de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening, het rechtspositiereglement van het personeel, de bezoldiging van de directie en investeringen. > heeft een Auditcommissie en een Remuneratiecommissie. > benoemt de leden van de directie. Directie RDW > bestaat uit twee leden. > is belast met de dagelijkse leiding van de RDW. > is verantwoordelijk voor de uitvoering van de opgedragen taken. > ziet toe op een correcte naleving van mandaatregelingen, het Informatiestatuut, het reglement voor het financiële beheer en van toepassing zijnde wet- en regelgeving. > laat zich daarbij bijstaan door een managementteam. > legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht en de Minister over het gevoerde beleid. > verstrekt de Minister inlichtingen die deze ten behoeve van zijn taakuitoefening nodig oordeelt. OVERIGE BELANGHEBBENDEN Voor een goede uitvoering van de publieke taken onderhoudt de RDW op gestructureerde wijze relaties met diverse andere ministeries en overheidsinstellingen, verschillende sectoren in de voertuigbranche, verzekeraars, leasemaatschappijen en met individuele branche en belangenorganisaties. Gebruikersoverleg voertuigbranche Het gebruikersoverleg voertuigbranche bevordert de aansluiting tussen de werkwijze van de voertuigbranche en de RDW. Het bespreekt naast onderwerpen op voertuigtechnisch gebied en regelgeving ook tarieven van de RDW, de strategie en de jaaragenda van de RDW. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van de RDW en organisaties uit de voertuigbranche en van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Branche Begeleidingsgroep (BBG) De Branche Begeleidingsgroep overlegt periodiek over voertuigdocumenten en registratie, en stemt specifieke onderwerpen, nieuwe diensten en voornemens van de RDW af. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van de RDW en verschillende brancheorganisaties. 31
RDW Jaarverslag 2008 Stichting Overlegorgaan APK (SO APK) Deze stichting adviseert de minister van Verkeer en Waterstaat over aangelegenheden in het kader van de APK. Deelnemers zijn alle bij de APK betrokken partijen.
Ter afstemming van (beleids-)ontwikkelingen voeren RDW en haar belangrijkste opdrachtgever, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, gestructureerd overleg in een aantal overleggremia: Managementoverleg Implementatie (MOI ) Het MOI bewaakt de voortgang en implementatie van regelgeving en richtlijnen. Coördinatieberaad Voertuigbeleid (CBV) Het CBV richt zich op beleidsvoorbereiding, implementatie en uitvoering van (inter)nationale regelgeving op voertuigtechnisch gebied. Coördinatieberaad Documenten en Informatie (CDI) Het CDI richt zich op beleidsvoorbereiding, implementatie en uitvoering van (inter-)nationale regelgeving op het gebied van documenten en gegevens van voertuigen en hun eigenaren. Voor rijbewijzen voeren het Ministerie en de RDW daarnaast overleg met de overige ketenpartners binnen de rijbewijsketen in het Coördinatie Overleg Rijbewijzen en Certificaten (CORC). PUBLIEKE VERANTWOORDING De maatschappelijke positie van de RDW vereist een kwalitatief hoge dienstverlening en een zorgvuldige publieke verantwoording. Om daar invulling aan te geven, is de RDW onder meer lid van de Handvestgroep en de Rijksbrede Benchmarkgroep. Handvestgroep Publiek Verantwoorden Deze groep bestaat uit twaalf uitvoeringsorganisaties. Ze wil zich naast het afleggen van ministeriële verantwoordelijkheid, tevens publiek verantwoorden over de kwaliteit van dienstverlening. Daarnaast handelt deze groep volgens de thema’s Kwaliteit, Prijs/prestatie, Transparantie en Responsief handelen en participatie. Tevens geeft ze uitvoering aan de ‘Code Goed Bestuur uitvoeringsorganisatie’. Zie ook www.publiekverantwoorden.nl. Rijksbrede Benchmarkgroep Deze groep bestaat uit 29 uitvoeringsorganisaties die zich regelmatig met elkaar vergelijken daar waar het de bedrijfsvoering betreft. De aangesloten organisaties hebben zich als doel gesteld van elkaar te leren om zodoende de bedrijfsvoering te verbeteren. Zie ook www.rbb-groep.nl. Manifestgroep Sinds 2005 is de RDW lid van de Manifestgroep. In totaal doen elf grote uitvoeringsorganisaties hieraan mee. De leden van de Manifestgroep spannen zich gezamenlijk in om de elektronische dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren.
32
RDW Jaarverslag 2008
2.
FINANCIEEL VERSLAG
Jaarrekening RDW 2008 2.1
Balans
33
RDW Jaarverslag 2008
2.2
Exploitatierekening
34
RDW Jaarverslag 2008
2.3
Kasstroomoverzicht
35
RDW Jaarverslag 2008
2.4
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen Per 1 juli 1996 is de wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet, houdende regeling van de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, in werking getreden. Vanaf deze datum is de RDW een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) en heet de dienst in het maatschappelijk verkeer: RDW. De jaarrekening van de RDW is opgesteld overeenkomstig de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Aanvullend zijn in de Gemeenschappelijke verklaring ter gelegenheid van de Verzelfstandiging van de Dienst voor het Wegverkeer (het Vademecum) afspraken met het ministerie van Verkeer & Waterstaat over de samenstelling en omvang van het vermogen vastgelegd. Daarbij is het vermogen geclassificeerd volgens nadere met het ministerie van Verkeer en Waterstaat gemaakte afspraken. Waarderingsgrondslagen Het vermogen is bepaald op basis van historische uitgaafprijzen. Alle activa en passiva zijn, voor zover niet anders is vermeld, opgenomen voor de nominale waarde. Immateriële vaste activa De zelfontwikkelde software is, voor zover daar een economisch voordeel tegenover staat, gewaardeerd tegen de historische kostprijs, verminderd met de afschrijvingen, of tegen het economisch voordeel indien dat lager is. De afschrijvingen zijn lineair berekend en gebaseerd op de geraamde economische levensduur. De restwaarde is op nihil gesteld. De gekochte software is gewaardeerd tegen de aanschafprijs, verminderd met de afschrijvingen, of tegen de bedrijfswaarde indien deze lager is. De afschrijvingen zijn lineair berekend en gebaseerd op de geraamde economische levensduur. Voor zover niet anders is vermeld, is de restwaarde op nihil gesteld. Materiële vaste activa Materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafprijs, verminderd met de afschrijvingen, of tegen de bedrijfswaarde indien deze lager is. De afschrijvingen zijn lineair berekend en zijn gebaseerd op de geraamde economische levensduur. Hierbij is rekening gehouden met de restwaarde. Voor zover niet anders is vermeld, is de restwaarde op nihil gesteld. Voorraden (Kantoor)voorraden zijn gewaardeerd op historische aanschafwaarde. Onderhanden werk Het onderhanden werk bij immateriële vaste activa is gewaardeerd tegen de directe kosten inclusief een opslag voor de algemene kosten. Het bedraagt maximaal de verwachte waarde van het economisch voordeel minus de nog te besteden projectkosten. Het onderhanden werk bij de voorraden is gewaardeerd op basis van het aantal lopende opdrachten per balansdatum en het gemiddelde percentage gereed gekomen product. Per balansdatum is 50% van het resultaat genomen. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd op de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor niet inbaar geachte posten. Voorzieningen Voorzieningen zijn getroffen voor bekende verplichtingen en verliezen. Dit gebeurt eveneens voor de risico’s van toekomstige verplichtingen en verliezen, onder de voorwaarden dat hiervan een redelijke schatting kan worden gemaakt en dat de oorsprong moet liggen in huidig boekjaar. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de contante waarde van de verwachte verplichtingen. Hierbij is een rentevoet van 3,5% gehanteerd. 36
RDW Jaarverslag 2008
Omrekening valuta De uit transacties in vreemde valuta voortvloeiende kosten en opbrengsten, respectievelijk vorderingen en schulden, worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum, respectievelijk balansdatum. Koersverschillen worden onder de financiële baten of lasten ten gunste respectievelijk ten laste van de exploitatierekening gebracht. Resultaatbepaling In de exploitatierekening zijn opbrengsten en kosten verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben. De omzet omvat de opbrengst van goederen en diensten die gedurende het jaar zijn geleverd, onder aftrek van over de omzet geheven belastingen. De RDW is niet vennootschapsbelastingplichtig. Pensioenen en andere langetermijn-personeelsbeloningen Het pensioenfonds waarbij RDW is aangesloten geeft aan dat zij geen waardering conform RJ 271 kan maken, aangezien zij geen betrouwbare en consistente splitsing kan maken van de fondsbeleggingen en pensioenverplichtingen jegens deelnemers, ex-deelnemers en slapers van de diverse bij het fonds aangesloten werkgevers. RDW heeft bij eventuele tekorten in het pensioenfonds geen verplichting tot aanvullende bijdragen anders dan toekomstige premieverhogingen. Om voornoemde redenen classificeert RDW haar toegezegde pensioenregeling als toegezegde bijdrageregeling. Bijdragen aan de pensioenregeling zijn derhalve verantwoord als toegezegde bijdrageregeling en worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben.
37
RDW Jaarverslag 2008
2.5
Toelichting behorende tot de jaarrekening
Algemeen De bedragen die in de toelichting zijn opgenomen, zijn in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven. VASTE ACTIVA
De immateriële vaste activa betreffen de kosten van zelfontwikkelde software en de kosten van aangekochte software met meerjarig gebruiksrecht. Immateriële vaste activa zelfontwikkeld De kosten van zelfontwikkelde software worden vanaf het moment van ingebruikname afgeschreven in maximaal vijf jaar. De investering betreft geactiveerd onderhanden werk voor twee nieuwe projecten. Invoering van een aan SAP gekoppelde elektronische kassa bij de keuringstations (ESOK) voor € 0,1 miljoen en het opzetten van een E-learningsysteem bij de divisie Voertuigtechniek voor de keuringsprocessen (Triple-E) voor € 0,8 miljoen. Dit project kan in de toekomst ook naar andere afdelingen worden uitgerold. Immateriële vaste activa gekocht De gekochte software wordt in de regel afgeschreven in drie jaar. De software voor het mainframe wordt overeenkomstig de verwachte levensduur over 4 jaar afgeschreven. De investering van € 2,3 miljoen betreft een aantal kleinere applicaties; de aan SAP gekoppelde kassa's bij de keuringstations, beveiligingssoftware, ETL-tool en tooling voor Service Level reporting. Bovendien is er voor een bedrag van € 1,0 miljoen aan achterstallige Oracle en Tuxedo licenties opgenomen.
38
RDW Jaarverslag 2008
Gebouwen en terreinen De gebouwen zijn gewaardeerd tegen de aanschafprijs verminderd met een afschrijving van 3,33% per jaar en een restwaarde van 20%. De verbouwingen en verbeteringen die in de gebouwen zijn aangebracht, zijn gewaardeerd tegen de aanschafprijs verminderd met een afschrijving van 10% per jaar. Op de terreinen wordt niet afgeschreven. Op de fundering van de testbaan van het Testcentrum Lelystad (TCL) wordt jaarlijks 3,33% afgeschreven. Op de toplaag wordt jaarlijks 10% afgeschreven. De RDW heeft in 2008 het Testcentrum Lelystad (TCL) laten taxeren. Uit deze taxatie blijkt dat de waarde van TCL € 8,0 miljoen bedraagt, hetgeen hoger is dan de boekwaarde op 31 december 2008. Omdat deze waardestijging naar verwachting duurzaam is, is de waardevermindering uit 2003 teruggedraaid en de boekwaarde op 31 december 2008 met een bedrag van € 1,7 miljoen verhoogd. De investeringen van totaal € 0,9 miljoen betreffen de vervanging van garagedeuren bij enkele keuringsstations, de aankoop van grond in Veendam en de inrichting van parkeerplaatsen in Veendam. Machines en installaties De categorie machines en installaties bestaat hoofdzakelijk uit apparatuur voor het verrichten van keuringen en documentverwerking. Deze zijn gewaardeerd tegen de aanschafprijs verminderd met een afschrijving variërend van 10% tot 20% per jaar. De investering van € 0,8 miljoen betreft voornamelijk de aanschaf van een microscoop voor het traceren van rijbewijsfraude en de aanschaf van een couverteermachine in Veendam. De desinvesteringen hebben voornamelijk betrekking op apparatuur voor de keuringsstations. Andere vaste bedrijfsmiddelen De andere vaste bedrijfsmiddelen omvatten informatieverwerkende computerapparatuur, netwerkfaciliteiten, kantoorinventaris en vervoermiddelen. Deze zijn gewaardeerd tegen de aanschafprijs verminderd met een afschrijving variërend van 10% tot 33,3% per jaar. De investering bedraagt € 4,7 miljoen en bestaat met name uit de uitvoering van het huisvestingsconcept in Zoetermeer (€ 0,9 miljoen) en uitbreiding van het mainframe en de vervanging van werkplekken en servers (in totaal € 3,8 miljoen). De desinvesteringen hebben onder andere betrekking op automatiseringsapparatuur, software en telefooncentrale.
39
RDW Jaarverslag 2008 VLOTTENDE ACTIVA
De kantoorvoorraden betreffen de voorraad blanco kentekenbewijzen en drukwerk. In het onderhanden werk zijn de opdrachten voor typegoedkeuringen en testen opgenomen die in behandeling zijn. Deze zijn gewaardeerd op basis van het aantal lopende opdrachten per balansdatum en het gemiddeld percentage gereedgekomen producten.
De vordering op Postkantoren BV bestaat uit de nog te ontvangen gelden uit de afgifte van kentekenbewijzen en andere documenten gesaldeerd met de te betalen handelingsvergoeding. De vordering op RDC Datacentrum BV betreft nog te ontvangen gelden uit hoofde van het gebruik van de RDW-registers, het tenaamstellen van voertuigen en afmeldingen van APK. De vordering op de Gemeenten betreft de nog te ontvangen gelden uit hoofde van de afgifte van rijbewijzen. Het saldo betreft de rijbewijsafgiften over december. De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
De nog te factureren diensten/produkten bestaan voornamelijk uit de vordering inzake de claim van VROM (€ 1,2 miljoen), nog te ontvangen renteopbrengsten uit hoofde van depositovergoedingen van het ministerie van Financiën (€ 0,6 miljoen) en een te vorderen bedrag van Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) in verband met looptijd over het jaar heen 40
RDW Jaarverslag 2008 (€ 0,2 miljoen) en te ontvangen belastinggelden (€ 0,5 miljoen). De voorschotten verstrekt aan personeelsleden zijn ontstaan doordat RDW in 2007 een leningsfaciliteit heeft aangeboden aan personeelsleden om een computer aan te schaffen. De daling van vooruitbetaalde huren is het gevolg van wijziging in de boekingssytematiek. De vooruitbetaalde computerkosten betreffen gebruikerslicenties die voor een periode van vier jaar zijn aangeschaft en hierdoor jaarlijks voor een deel vervallen. De overlopende activa hebben een looptijd korter dan één jaar, met uitzondering van voorschotten en gebruikerslicenties.
De liquide middelen zijn per 31 december 2008 met € 8,2 miljoen gedaald in vergelijking met het voorgaande jaar. De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door het exploitatieresultaat van 2008. De RDW heeft enkele vaste termijn deposito’s bij het ministerie van Financiën voor een totaal bedrag van € 25 miljoen tegen een rente variërend van 4,49 tot 5,44%.
Reserves
41
RDW Jaarverslag 2008
Structurele reserve De structurele reserve van het vermogen van de RDW is bestemd voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie die onder het ‘normale’ bedrijfsrisico van de RDW vallen. In het Vademecum is vastgelegd dat de structurele reserve maximaal 20% van het vigerende balanstotaal bedraagt. Het balanstotaal per 31 december 2008 bedraagt afgerond € 103,6 miljoen. De structurele reserve is gelet op de aanstormende crisis op het maximum van 20% van het balanstotaal gebracht De stand per ultimo 2008 is € 20,7 miljoen. Conjuncturele reserve De conjuncturele reserve is bestemd voor het opvangen van conjuncturele schommelingen in de inkomsten uit hoofde van de afgifte van kentekendocument deel IA. Door de hoogconjunctuur van het afgelopen jaar zou er weer gedoteerd moeten worden aan de reserve voor de verwachte magere jaren. Hiervoor is een dotatie berekend van € 2,3 miljoen. Doordat V&W deze reserve gemaximeerd heeft op € 9,1 miljoen, kan er niet meer gedoteerd worden. De voor 2009 verwachte krimp van het BBP met 3,5% leidt ertoe dat in 2009 voor € 12,1 aan de conjunctuurreserve zal moeten worden onttrokken en dat er al in 2010 een tekort van € 7,1 miljoen ontstaat. Bestemmingsreserve rijbewijzen De afgifte van rijbewijzen kent een cyclus van tien jaar. De nieuwe cyclus is weer gestart in 2007 met de introductie van het nieuwe rijbewijs document (NRD). Op 1 oktober 2007 is het eerste jaar ingegaan waarbij in de eerste vijf jaar substantieel meer rijbewijzen worden afgegeven dan in de daaropvolgende vijf jaar. Om een tarief voor een langere periode te kunnen vaststellen is besloten om een bestemmingsreserve te vormen voor overdekkingen die gedurende de eerste vijf jaar ontstaan. Deze reserve zal vervolgens in de tweede vijf jaar worden afgebouwd uit de onderdekking van het taakcluster. Op basis van aantallen is voor 2008 een dotatie berekend van € 2,2 miljoen, hetgeen de reserve op € 4,5 miljoen brengt. In 2008 heeft een schattingswijziging van € 0,2 plaatsgevonden. Vanaf 2008 wordt uitgegaan van verwachte geïndexeerde kosten. Bestemmingsreserve APK/Importkeuringen Met de gemaakte keuzes inzake de APK-frequentie en de importkeuringen in 2007 is de noodzaak voor het aanhouden van deze bestemmingsreserve weggevallen. Met het ministerie van Verkeer en Waterstaat is afgesproken de reserve af te bouwen via de RDW-tarieven in de periode 2009 - 2011. Door de resultaatsontwikkeling en de tussentijdse tariefdaling in 2008 is de reserve met € 8,7 miljoen aangewend en komt deze einde 2008 uit op € 3,0 miljoen.
42
RDW Jaarverslag 2008 Reserve flankerend beleid In het kader van de ‘Vernieuwing Rijksdienst’ is de RDW gevraagd haar personeelsbestand met 10% te reduceren. In het FMB 2009-2013 is afgesproken om deze reserve te vormen uit de reserve beleidinitiatieven. Mede gelet op de aanstormende economische crisis zal deze operatie kosten met zich meebrengen; in overleg met Verkeer en Waterstaat is een reservering van € 6,3 miljoen voor dit doel gevormd. Hierbij is dezelfde berekenmethode als in de Rijksbegroting gebruikt. Reserve beleidsinitiatieven In de jaarrekening van 2007 is gemeld dat de RDW op een aantal gebieden gevraagd was mee te werken aan nieuwe beleidsinitiatieven als Anders betalen voor Mobiliteit (ABvM), kentekening van landbouwvoertuigen en de herziening van het voertuigreglement. Over 2008 heeft de RDW kosten voor ABvM (€ 2,8 miljoen) en het voertuigreglement (€ 0,9 miljoen) ten laste van de beleidsreserve gebracht. In overleg met V&W is afgesproken om in 2008 voor € 0,7 miljoen ABvM kosten te vergoeden en in 2009 alle kosten bij V&W voor de beleidvoorbereiding in rekening te brengen. Daardoor valt een deel ven deze reserve vrij en kan de reserve flankerend beleid gevormd worden. De omvang van de reserve wordt dus bepaald door de twee resterende onderdelen. Het betreft de conversie landbouw voertuigen voor € 2,6 miljoen en de herziening van het Voertuigreglement voor € 0,9 miljoen. Wettelijke reserve immateriële vaste activa Bij activering van kosten van onderzoek en ontwikkeling dient een wettelijke reserve ter hoogte van het geactiveerde bedrag onder het eigen vermogen te worden opgenomen. Naargelang de boekwaarde van dit immaterieel vast actief vermindert, valt de wettelijke reserve weer vrij. Voorzieningen
De voorzieningen hebben voor circa € 8,1 (2007: € 8,1) miljoen een langlopend karakter. Voorziening wachtgeld De RDW is risicodrager uit hoofde van de wachtgeldregeling. De dotatie (€ 0,38 miljoen) betreft de toevoeging van nieuwe wachtgeldverplichtingen die ultimo 2008 bestonden en die ten gunste van de voorziening zijn gebracht, uitgaande van de maximale variant. Bovendien heeft er vrijval (€ 0,12 miljoen) plaatsgevonden door het aflopen van verplichtingen. Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden door de uitbetaling van wachtgeldverplichtingen. Voorziening sociaal plan De RDW streeft naar een grotere efficiency. Dit heeft gevolgen voor de organisatie. De personele consequenties die hieruit voortvloeien in het kader van het sociaal plan zijn, voor zover het verplichtingen betreft, opgenomen onder deze voorziening. De dotatie (€ 0,63 miljoen) betreft de nieuwe sociaal planverplichtingen die ultimo 2008 bestonden en ten gunste van de voorziening zijn gebracht. Ook is er vrijval (€ 0,02 miljoen) als gevolg van afgelopen verplichtingen. Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden voor de uitbetaalde verplichtingen.
43
RDW Jaarverslag 2008
Voorziening ambtsjubilea Deze voorziening is gevormd voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van de medewerkers. De dotatie van € 0,4 miljoen is het gevolg van het personeelsverloop en het contant maken van de berekening. Deze schattingswijziging maakt de voorzieningen nu onderling beter vergelijkbaar. De onttrekking bedraagt € 0,2 miljoen.
Langlopende schulden
Het betreft hier een langlopende vaste lening bij het ministerie van Financiën van € 12 miljoen tegen een rentepercentage van 3,43%, af te lossen op 2 augustus 2010.
Kortlopende schulden
De balanspost nog te betalen kosten per ultimo 2008 bestaat voor € 5,2 miljoen uit nagekomen facturen en voor € 0,3 miljoen aan te betalen interest. De nog te betalen kosten ultimo 2008 zijn gedurende 2009 afgewikkeld.
44
RDW Jaarverslag 2008
De rekening-couranthouders betalen vooraf voor nog te leveren diensten door de RDW. De erfpachtverplichting is de contante waarde van toekomstige canonbetalingen. De rekenrente bedraagt 3,5% en de resterende looptijd is 25 jaar. De overlopende passiva hebben voor circa € 0,8 miljoen een langlopend karakter (erfpachtverplichting). Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Onderstaand zijn de niet uit de balans blijkende verplichtingen en activa met een materieel financieel belang vermeld.
De langdurige verplichtingen (langer dan 1 jaar) voor de huur van gebouwen hebben een looptijd tot 7,5 jaar. Die voor telecommunicatie en overige verplichtingen tot respectievelijk 6 jaar . Overig Tegen de RDW zijn diverse claims ingediend die de RDW zelf betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, verwacht de directie dat deze geen substantiële nadelige invloed zal hebben op de financiële positie van de RDW. Per 31 december 2008 heeft de RDW de volgende rechten: De RDW heeft bij het ministerie van Financiën een regeling voor de korte termijn financiering (schatkistbankieren) en een rekening-courantfaciliteit van € 23 miljoen tegen dagrente.
45
RDW Jaarverslag 2008 BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Typekeuringen De omzet van het taakcluster typekeuringen is met 5% en € 0,7 miljoen gestegen ten opzichte van 2007. Dit is een gevolg van een gemiddelde prijsverhoging van 2,4% en een toename van de keuringen met 2%. Deze toename is vooral te danken aan de groei van de opdrachten uit Azië, met name China. Bij Testcentrum Lelystad is een omzetstijging van 18% gerealiseerd, voornamelijk door een toename van testen. De omzet is € 1,5 miljoen hoger dan de begroting 2008. Erkenningen VT/R&I De omzet van taakcluster erkenningsregeling VT en R&I is vrijwel gelijk aan 2007. De tarieven zijn in 2008 gemiddeld niet gestegen. Het toezicht op VT-erkenningen is licht gedaald in 2008 en dat op R&I-erkenningen iets gestegen. In de voertuig- keten zijn de APK-erkenningen licht gedaald, bij bedrijfsvoorraad en tenaamstelling stegen de aanvragen voor een erkenning. Het aantal afmeldingen voor APK daalde als gevolg van de groei van het wagenpark en de aanpassing van de APK-frequentie per saldo met slechts 1%. De omzet is € 0,3 miljoen hoger dan de begroting 2008. Kentekenonderzoeken De omzet voor kentekenonderzoeken is met 12% en € 1,7 miljoen gedaald in vergelijking met 2007. Dit is het gevolg van een tariefsverlaging ten opzichte van 2007 van respectievelijk 11% en 10% per 1 januari en 1 juli 2008. De keuring van motorfietsen laat een fors stijging zien ten opzichte van 2007. Het aantal bromfietskeuringen is daarentegen flink gedaald. Ten opzichte van de begroting is in 2008 een stijging van € 0,4 miljoen gerealiseerd. Periodieke keuringen Bij periodieke keuringen is de omzet vrijwel gelijk aan 2007. De tarieven zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2007. De omzet is € 0,3 miljoen lager uitgekomen dan begroot.
46
RDW Jaarverslag 2008 Informatieverstrekking De omzet op informatieverstrekking is 8%. Dat is € 0,5 miljoen lager dan in 2007. De tarieven zijn gemiddeld met 8,8% gedaald in vergelijking met 2007. De informatieverstrekking tussen overheidspartijen onderling is gratis. Met name de informatieverstrekking uit het kentekenregister laat een daling zien. De onderdelen WAM en rijbewijzen zijn licht gestegen. De opbrengsten uit informatieverstrekking zijn € 0,2 miljoen lager dan de begroting 2008. Afgifte rijbewijzen De omzet uit de afgifte van rijbewijzen is € 1,8 miljoen lager uitgekomen dan in 2007. De spoedaanvragen zijn vrijwel gelijk gebleven. De CBR/departementale rijbewijzen laten een daling zien. De tarieven zijn in 2008 met 9,7 % en per 1 juli 2008 nogmaals met 4% verlaagd. Afgifte documenten De omzet uit de afgifte van documenten is 1% en € 1,2 miljoen hoger uitgekomen in vergelijking met 2007. De tarieven zijn in 2008 gelijk gebleven. De stijging is dan ook te danken aan volumestijgingen. Deze volumestijging heeft vooral plaatsgevonden bij deel IA (1%) en schorsingen van de geldigheid van kentekenbewijzen (7%). De stijging op de afgifte van delen IA komt door een toename van het aantal autoverkopen. De BPM verlaging voor schonere auto’s is de voornaamste reden van deze toename. De omzet is € 2,4 miljoen hoger uitgekomen dan begroot voor 2008. Overige clusters De omzet van de overige clusters is vrijwel gelijk aan 2007. Ontheffingen en handhaving WAM lopen gelijk aan 2007. Het tarief voor ontheffingen en handhaving WAM is gemiddeld met 8,6 procent gedaald ten opzichte van 2007. Per 1 juli 2008 is het tarief voor ontheffingen nogmaals verlaagd met 15,4%. Met de volledige implementatie van CROS eind 2007 is de Centralisatie Ontheffing Verlening optimaal tot zijn recht gekomen. Dit heeft geleid tot een verdere groei van de afgegeven documenten. De opbrengsten zijn € 0,5 miljoen hoger uitgekomen dan de begroting 2008. Overige inkomsten Deze omzet uit projecten voor derden, contributiebijdragen voor EUCARIS, desinvesteringen en ontvangen ziekengeld is met € 0,3 miljoen gedaald. De lagere inkomsten voor projecten (€ 1,1 miljoen) worden gecompenseerd door lagere kosten van gedesinvesteerde activa die hier worden verwerkt. Subsidie Nieuwe Rijbewijsdocument Door het ministerie van Verkeer en Waterstaat is besloten om de initiële investeringen met betrekking tot het ‘Nieuwe Rijbewijsdocument’ uit de algemene middelen te financieren en niet voor te laten financieren door de RDW. De toegezegde subsidie voor NRD bedraagt € 24 miljoen en zal de komende jaren worden afgerekend, waarvan per einde 2008 € 19,4 miljoen is afgerekend. BEDRIJFSLASTEN
47
RDW Jaarverslag 2008 De personele kosten zijn in 2008 met € 7,1 miljoen gestegen. Dit als gevolg van een stijging van de gemiddelde fte's, de gevolgen van de 3 jarige CAO, hogere pensioenkosten en sociale lasten. De kosten zijn hoger dan begroot doodat de wervingscampagne succesvol is geweest en instroom eerder dan verwacht plaatsvond. De mutaties op de voorzieningen zijn nagenoeg gelijk aan vorig jaar. De lonen en salarissen zijn 26 fte minder gestegen dan begroot bij een hogere omzet in de dienstverlening. Voor de pensioenkosten heeft de RDW bij het ABP een toegezegde bijdrageregeling. Het ABP heeft in de pers aangegeven de premies in 2009 niet te verhogen en in april met een meerjarenplan te komen om de lage dekkingsgraad als gevolg van de economische crisis te verbeteren. De stijging is het gevolg van de datum van de premiegrondslag die voor 2007 voor de CAO afsluiting viel. Hierdoor zijn de CAO gevolgen over 2007 pas in 2008 meegenomen. De RDW is risicodragend voor aanspraken uit hoofde van werknemersverzekeringen inzake wachtgeld.
RDW is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. De dekkingsgraad en grondslag van het ABP zijn vermeld in onderstaand schema.
RDW verwacht niet dat bovenstaande dekkingsgraad op korte termijn implicaties zal hebben voor de pensioenafdracht. Het ABP komt in april met een meerjarenplan om het tekort aan te vullen, rekening houdend met de duur van de conjunctuur.
48
RDW Jaarverslag 2008 De kosten van afschrijvingen zijn in 2008 met € 1,6 miljoen gedaald. Voornamelijk als gevolg van het aflopen van activa in zelfontwikkelde software en een eenmalige afwaardering op gekochte software van het mainframe in 2007 (immateriële vaste activa). Bovendien heeft er een reclassificatie plaatsgevonden tussen ‘Andere vaste bedrijfsmiddelen’ en ‘Hardware’ in verband met het nieuwe mainframe dat eind 2007 werd aangeschaft.
De kosten van de handelingsvergoeding op de Postkantoren zijn in 2008 met € 0,6 miljoen afgenomen in vergelijking met 2007. De afname is het gevolg van incidentele afgifte van bromfietskentekens in 2007 waardoor de kosten in dat jaar extra waren toegenomen. In 2008 was wel een verdere toename te zien van tenaamstellingen bij de autodealers. Per saldo zijn de verwerkingskosten bij de Postkantoren gedaald. Ten opzichte van de begroting is een kleine daling van € 0,2 miljoen.
De inhuurkosten zijn in 2008 per saldo met € 4,7 miljoen gestegen (24 %). De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de kosten van inhuur advies- en organisatiebureaus en inhuur t.b.v. projecten. Bij de overige projectkosten is sprake van een daling door incidentele kosten door NRD (nazorg kosten) in 2007. Dit is niet meer het geval in 2008. Bij inhuur advies-en organisatiebureaus is er sprake van een toename (€ 1,7 miljoen). De inhuur t.b.v. projecten (€ 3,4 miljoen). Dit door de extra behoefte aan operationele en projectcapaciteit waaronder Anders Betalen voor Mobiliteit en Platformonafhankelijkheid. De geactiveerde projectkosten bedragen in 2008 € 0,9 miljoen tegen een nul bedrag in 2007. In 2008 zijn kosten ontwikkeling van eigen software geactiveerd. De geactiveerde projectkosten betreffen projecten als ESOK en E-Learning. De overige algemene kosten stijgen met € 3,9 miljoen. Van € 39,2 miljoen in 2007 naar € 43,1 miljoen in 2008. De stijging is voornamelijk te wijten aan: hogere huisvestingskosten, vervoerskosten, variabele en overige kosten.
49
RDW Jaarverslag 2008 Financiële baten en lasten Als gevolg van de goede liquiditeitspositie van de afgelopen 2 jaar zijn de rente-inkomsten met € 0,3 miljoen gestegen. Beloningen van Directie en Raad van Toezicht
50
RDW Jaarverslag 2008 Toelichting tabel en bezoldigingsbeleid In vorenstaande tabel worden de bedragen vermeld die in het boekjaar ten laste van de RDW zijn gekomen voor de bezoldiging van de Directie en de Raad van Toezicht. Onder ‘overige werkgeverslasten’ wordt de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering en het werkgeversdeel WW en WAO verstaan. In de overzichten zijn de beloningen vergelijkbaar gemaakt met het gemiddeld belastbaar jaarloon uit de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT). Voor 2008 vallen de salarissen van beide directieleden onder de openbaarmakingregels van de WOPT. Het vaste salariscomponent van de leden van de Directie wordt goedgekeurd door zowel de Raad van Toezicht als de minister van Verkeer en Waterstaat. De variabele beloning voor de directieleden wordt jaarlijks bepaald door de Raad van Toezicht aan de hand van een voorstel van de Remuneratiecommissie. Dit gebeurt met inachtneming van de in het managementcontract tussen Raad van Toezicht en de Directie bepaalde meetbare en beïnvloedbare doelen en de in dat jaar geleverde prestaties. Gezien de in dat jaar behaalde resultaten acht de Raad van Toezicht de hoogte van de totale bezoldiging van de directieleden voor 2008 verantwoord. De personeelsregelingen van de RDW zijn ook van toepassing op de leden van de Directie. De minister van Verkeer en Waterstaat stelt de vergoedingen voor de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht vast. De hoogte van deze vergoeding is gerelateerd aan de omvang van de organisatie en de gemiddelde tijdsbesteding. In het verslagjaar bedroeg de vergoeding € 18.500 voor de voorzitter en € 14.000 voor de overige leden.
De Directie Zoetermeer, 13 maart 2009 drs. J.G. Hakkenberg drs. H. van Santen
De Raad van Toezicht Zoetermeer, 13 maart 2009 T. Netelenbos (voorzitter) drs. P.P.J.J.M. van Besouw dr. P.C. Plooij - van Gorsel mr. P.W. de Kam C.A. Vrins
51
RDW Jaarverslag 2008
Overige gegevens 2.6
Regeling voor bestemming van het exploitatiesaldo
Bij de Gemeenschappelijke verklaring ter gelegenheid van de Verzelfstandiging van de Dienst voor het Wegverkeer is een bijlage opgenomen met specifieke afspraken op financieel en personeel gebied. In deze afspraken is voor de bestemming van het exploitatiesaldo geregeld dat exploitatiesaldi van de RDW te allen tijde worden toegevoegd aan of in mindering gebracht op het eigen vermogen van de RDW. Tevens zijn er afspraken gemaakt over de samenstelling en maximale omvang van het duurzaam aan de RDW verbonden vermogen. In overeenstemming met het bovenstaande wordt voorgesteld het exploitatiesaldo over 2008 ten gunste van de reserves te brengen. Dit voorstel is in de balans per 31 december 2008 verwerkt, en verklaard in de toelichting op de reserves.
2.7
Accountantsverklaring
Aan de directie van de RDW Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008 van de RDW te Zoetermeer bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de winst- en verliesrekening over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de RDW is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de RDW. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die de directie van de RDW heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. 52
RDW Jaarverslag 2008 Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de RDW per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Voorts merken wij op dat is voldaan aan de wettelijke verplichting tot vermelding van de informatie over topinkomens (artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens). Den Haag, 13 maart 2009 KPMG ACCOUNTANTS N.V. W.A. Touw RA
53
RDW Jaarverslag 2008
3.
Overige informatie
3.1
Prestatie-indicatoren en resultaten
Om onze dienstverlening te beoordelen en zonodig te verbeteren, werkt de RDW met prestatieindicatoren. Met deze maatstaven checken we of de zaken ook daadwerkelijk verbeterd zijn. De prestatie-indicatoren zijn opgenomen in de managementafspraken die de directie jaarlijks maakt met de divisie- en afdelingshoofden. Ook in de toezichtrelatie met het ministerie van Verkeer en Waterstaat worden deze indicatoren gehanteerd. Op deze gegevens is geen accountantscontrole toegepast. Hierna treft u een overzicht aan van de prestatie-indicatoren en resultaten van de RDW.
54
RDW Jaarverslag 2008
55
RDW Jaarverslag 2008
56
RDW Jaarverslag 2008
57
RDW Jaarverslag 2008
58
RDW Jaarverslag 2008
3.2
BKR- en CRB-audits
Mededeling inzake het BKR- en CRB-systeem Opdracht In opdracht van de directie van de RDW hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar het stelsel van interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van de systemen Basis Kenteken Register (BKR) en Centrale Rijbewijzen en Bromfietscertificaten Register (CRB). Onder betrouwbaarheid is in dit verband te verstaan: de redelijke zekerheid dat de gegevensverwerking ongestoord voortgang kan vinden (beschikbaarheid). Dat toegang tot en verstrekking van de BKR- en CRB-gegevens is voorbehouden en plaatsvindt aan daartoe bevoegden (exclusiviteit). Tot slot dat aangeleverde gegevens juist en volledig worden verwerkt, opgeslagen en verstrekt (integriteit). Ons onderzoek was erop gericht met redelijke mate van zekerheid vast te stellen of het stelsel van beheersmaatregelen in opzet voldoet aan betrouwbaarheidsnormen en vast te stellen of deze beheersmaatregelen gedurende de onderzochte periode effectief werden uitgevoerd. De in het onderzoek gehanteerde betrouwbaarheidsnormen zijn op te vragen bij de RDW (0900 0739 / € 0,10 p/m). Het opzetten en toezien op de effectieve uitvoering van de interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van de BKR- en CRB-systemen is de verantwoordelijkheid van de directie van de RDW. Het is onze verantwoordelijkheid hierover een oordeel te verstrekken.
Werkzaamheden Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met de standaarden en richtlijnen van NIVRA en NOREA voor het uitvoeren van assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie. Ook zijn op deze opdracht onder andere de Verordening Gedragscode van NIVRA en de Code of Ethics van NOREA van toepassing. In het kader van deze opdracht hebben wij de interne beheersingsmaatregelen in de automatiseringsorganisatie en de gebruikersorganisatie binnen de RDW in en om de BKR- en CRBsystemen beoordeeld. Voorbeelden van beheersingsmaatregelen in de automatiseringsorganisatie zijn logische toegangsbeveiliging en change management. Voorbeelden van beheersingsmaatregelen in de gebruikersorganisatie zijn functiescheiding en gebruikerscontroles. De beoordeling is niet gericht op de inhoudelijke juistheid en volledigheid van de gegevens in de kenteken- en rijbewijzenregisters. De beheersingsmaatregelen die de vertrouwelijkheid, de integriteit en de beschikbaarheid van aanleverende systemen/diensten en van het gebruik door externe partijen regelen behoren niet tot het onderzoeksgebied. Oordeel BKR-audit 2008 Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat het stelsel van interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van de gegevensverwerking in en rondom het BKR-register in 2008 in opzet voldeed aan de gestelde normen. Tevens zijn wij van oordeel dat de maatregelen gedurende 2008 effectief werden uitgevoerd.
59
RDW Jaarverslag 2008 Oordeel CRB-audit 2008 Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat het stelsel van interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van de gegevensverwerking in en rondom het CRB-register in 2008 in opzet voldeed aan de gestelde normen. Tevens zijn wij van oordeel dat de maatregelen gedurende 2008 effectief werden uitgevoerd.
Den Haag, 24 februari 2009 KPMG Advisory N.V. R.A. Jonker Partner IT Advisory
60
RDW Jaarverslag 2008
3.3
Personalia
RAAD VAN TOEZICHT De RDW heeft een Raad van Toezicht. De Raad ziet toe op de werkzaamheden van de directie en geeft haar advies. De samenstelling van de Raad van Toezicht was in 2008 als volgt: Mw. T. Netelenbos, voorzitter Aandachtsgebied ‘politiek/bestuurlijk’ Benoemingstermijn van 01-07-2008 tot 30-06-2012 (2e termijn) Voorzitter Stichting Annie M.G. Schmidthuis Voorzitter adviesraad Team Alert Lid Wetenschappelijke Raad Policy Research Voorzitter kwaliteitscollege studiekeuze-informatie hoger onderwijs Lid programmaraad Teleac Voorzitter Taskforce Arbeidsmarkt Zeescheepvaart Voorzitter Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders Voorzitter emissieplatform Voorzitter stichtingsbestuur Museum de Cruqius Voorzitter stichting Pro-Sea Lid Raad van Toezicht MARIN Voorzitter Programmaraad Digivaardig/digibewust Dhr. drs. P.P.J.J.M. van Besouw, plaatsvervangend voorzitter Aandachtsgebied ‘financiën’ Benoemingstermijn van 01-07-2008 tot 30-06-2012 (2e termijn) General Manager van SMALTAILS.COM Extern lid van het Audit Committee van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Lid Raad van Commissarissen Royal Haskoning Voorzitter Raad van Toezicht Medisch Centrum Haaglanden Voorzitter Beleggingsadviescommissie SPW Voorzitter Pater Eusebius Kemp Stichting Bestuurslid Stichting Cordeans Commissaris Total Specific Solutions BV Adviseur Raad van Commissarissen Optiver Holding BV Mw. dr. P.C. Plooij-Van Gorsel, secretaris Aandachtsgebied ‘consument/branche’ Benoemingstermijn van 01-07-2008 tot 30-06-2012 (2e termijn) Lid van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), adviescollege voor de regering inzake buitenlands beleid, defensie, mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking Voorzitter Raad van Deskundigen voor de nationale standaarden, onafhankelijk adviescollege van regering en parlement over de metrologische infrastructuur in Nederland Lid Centrale Commissie Statistiek (CCS), toezichthouder op het CBS Commissaris Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (OMFL) Bestuurslid INK, Nederlands instituut voor kwaliteitsmanagement Voorzitter Kids in Balance, anti-obesitas programma voor scholen Lid Raad van Advies van het Electronic Highway Platform Nederland (EPN)
61
RDW Jaarverslag 2008 Dhr. mr. P.W. de Kam, lid Aandachtsgebied ‘informatica’ Benoemingstermijn van 01-07-2006 tot 30-06-2010 (2e termijn) Adviseur bij Het Expertise Centrum, bureau voor informatiseringsadviezen aan de overheid Lid Auditcommissie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Penningmeester van Bestuur van de Stichting Quality-Assurance Netherlands Universities Secretaris/penningmeester van het Belasting- en Douanemuseum Dhr. C.A. Vrins, lid Aandachtsgebied ‘personeel’ Benoemingstermijn van 01-07-2006 tot 30-06-2010 (2e termijn) De Raad van Toezicht heeft, gelet op de Code Goed Bestuur Uitvoeringsorganisaties, uit zijn midden twee commissies samengesteld, met de volgende bezetting: Auditcommisie: Van Besouw (voorzitter) en De Kam (lid) Remuneratiecommissie: Vrins (voorzitter) en mw. Netelenbos (lid) Het secretariaat wordt gevoerd door mw. mr. J.C. ten Brug.
DIRECTIE Dhr. drs. J.G. Hakkenberg, Algemeen Directeur -
Lid van de Raad van Advies van ORMIT Voorzitter van Stichting De Arkduif Voorzitter RBB-groep (Rijksbrede Benchmark) Voorzitter Manifestgroep Extern lidmaatschap Auditcommissie voor het ministerie van VROM Extern lidmaatschap bestuurder Stichting ICTU Lid Regiegroep E-overheid (BZK)
Dhr. drs. H. van Santen, Directeur Bedrijfsvoering -
Extern lidmaatschap Kenniscentrumraad Extern lidmaatschap Stuurgroep Eerstelijn voor Bedrijven Extern lidmaatschap Stuurgroep IMAC Lid Manifestgroep
62
RDW Jaarverslag 2008 MANAGEMENTTEAM De directie laat zich ten behoeve van de besluitvorming bijstaan door een managementteam waarvan de samenstelling in 2008 was: Adjunct-directeur Dhr. J.A.F. van der Bruggen Manager divisie Voertuigtechniek Dhr. drs. W.D. Koppel (tot 1 april 2008) Dhr. G. Bordewijk a.i. (1 april tot 1 november 2008) Dhr. drs. R.G. Labordus (sinds 1 november 2008) Manager divisie Registratie & Informatie Dhr. Z. Baelde RA Manager ICT Bedrijf Dhr. G.J.F. Doll Manager afdeling Financiën & Control Dhr. drs. J. van Aller RC Manager afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken Dhr. mr. H. Pasman Manager afdeling Human Resources Mw. mr. M.A.C. Ruimers Manager afdeling Communicatie Mw. drs. J. Eising Het secretariaat wordt gevoerd door mw. drs. M.J. Stiksma. Daarnaast laat de directie zich adviseren door: Manager afdeling Ontwikkeling Voertuigreglementering Dhr. ir. C. Doornheim Manager afdeling Strategie en Externe Ontwikkelingen Dhr. J. van der Tuuk Manager Facilitair Bedrijf Dhr. ing. P.H.F. Bom ONDERNEMINGSRAAD De samenstelling van de OR was in 2008 als volgt: R. van den Brink – voorzitter (ABVAKABO FNV) R. Welling – 1e vicevoorzitter (Wintkracht.) W. Broenland – 2e vicevoorzitter tot 28 januari 2008 (CNV Publieke Zaak) J. Krol – 2e vicevoorzitter sinds 28 januari 2008 (Wintkracht.)
63
RDW Jaarverslag 2008 ABVAKABO FNV Mw. T. Eisses Ing. R.J.J. Verblakt J.N.M. Baas Mw. B. Cox-Vertommen (tot 8 januari 2008) J.W. Vorselman (van 8 januari tot 23 juni 2008) CNV Publieke Zaak W. Broenland (tot 1 augustus 2008) Ing. J. Hogenkamp (tot 1 mei 2008) K. Westerhuis L. de Gelder (sinds 1 mei 2008) A. de Man (sinds 1 augustus 2008) Wintkracht. Mw. B. de Niet-Jansen G. Boukes C. Didden A. Stam H. Korsten Het secretariaat wordt gevoerd door mw. C. Mooij, (ambtelijk) secretaris.
64