JAARVERSLAG 2014
Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave Inleiding Algemene informatie over de NAS Kernactiviteit Missie Subsidiariteitsprincipe Ondersteunen Projecthulp en adoptie Juridische structuur Raad van toezicht Medewerkers Kengetallen 2014 Plaatsingen Plaatsingen naar herkomstland Plaatsingen naar leeftijd Special needs Gevoerd beleid 2014 Contactontwikkeling en –beheer Werkbezoeken Intakes en procedures Vergunning Contacten met ketenpartners en leveranciers Ketenoverleg Leveranciers Werkconferentie en advies Vergunninghouders Nazorg samenwerking Politiek
blz. 3 blz. 3
blz. 5
blz. 6
blz. 8
Kwaliteitsmanagement Audits Enquêtes Klachten Nazorg Post-adoptie rapporten Een goede start Financieel beheer Jaarrekening Investeringen Financiële administratie Communicatie Oriëntatiegesprekken Met open armen The kids are ok Website Digitale brochures Wegwijs in adoptie Contactlanden Contactontwikkelingen Trends Minder aspirant-adoptieouders Samenwerking Vergunninghouders Bezuinigingen op Buitenlandse zaken Beleidsvooruitzicht 2015 Aantal intakes en plaatsingen Pilot medische duiding Verkorte jaarrekening Colofon
blz. 9
blz. 10
blz. 11
blz. 11
blz. 12 blz. 15 blz. 16
blz. 17
blz. 18 blz. 19
pagina 2
Jaarverslag 2014
Inleiding
Algemene informatie over de NAS
Het jaarverslag 2014 bestaat uit twee delen: een bestuursverslag en de verkorte jaarrekening. Hiermee geeft het jaarverslag de openbare verantwoording van de Nederlandse Adoptie Stichting (NAS) over het jaar 2014. Doel van dit verslag is om aan de cliënten van de NAS, ketenpartners en overige belangstellenden en belanghebbenden te laten zien wat onze organisatie in 2014 heeft gedaan. Het toelichten van de uitgangspunten van de NAS en de financiële verantwoording vallen daar ook onder.
Kernactiviteit De Nederlandse Adoptie Stichting bemiddelt in interlandelijke adoptie. De organisatie is Vergunninghouder in de zin van de Wet Opneming Buitenlandse Kinderen ter Adoptie (WOBKA) en heeft vergunning om te mogen bemiddelen in interlandelijke adoptie zoals in deze wet bedoeld.
Bolivia – eerste ontmoeting – foto©familie Van Bale
Missie Uitgangspunt bij de bemiddeling is dat deze plaats heeft wanneer de adoptie het beste belang van het kind dient en voor het kind in het land van herkomst geen alternatieven zijn voor opvang volgens het subsidiariteitsprincipe. Subsidiariteitsprincipe In de uitvoering werkt de NAS volgens het subsidiariteitsprincipe. Dit houdt in dat voor een kind opgroeien bij de biologische ouders het beste is. Indien dit – om welke reden dan ook – niet mogelijk is, dan is voor het kind het eerste alternatief om opvang in de extended family te onderzoeken. Hiermee wordt het netwerk van de biologische familie van het kind bedoeld. Er is nog wel eens verwarring met de Afrikaanse betekenis van de extended family, wat meer is dan de familie, namelijk de (dorps)gemeenschap, vrienden en bekenden van het gezin. Nadrukkelijk is vermeld dat deze lezing van de extended family niet van toepassing is op adoptie. Indien in het familie netwerk geen opvang mogelijk is dan komen vervolgens in eerste instantie nationale en in tweede instantie internationale adoptie in beeld. Permanente pleegzorg of opname in een instituut zijn de laatste mogelijkheden voor een kind, wanneer bij de eerste 4 stappen geen mogelijkheden zijn voor het kind binnen een acceptabele termijn. De NAS onderschrijft dit standpunt dat wordt uitgedragen in de Guide to good practice van het Permanent Bureau van het Haags Verdrag en voert het als zodanig uit. pagina 3
Jaarverslag 2014
Ondersteunen De NAS wil geadopteerden alsmede adoptieouders gedurende en na de procedure bijstaan, voor zover deze bijstand zich laat verenigen met de missie en mogelijkheden van de NAS. Projecthulp & adoptie De NAS kiest er bewust voor om als bemiddelingsorganisatie in interlandelijke adoptie geen humanitaire projecten te ondersteunen. Op deze wijze voorkomen wij dat een kind via ons ter adoptie wordt gegund in ruil voor verleende financiële diensten. Ook in 2014 hebben wij in onze contacten met de buitenlandse partners gemerkt dat het scheiden van deze twee werkvelden bijdraagt aan een ethisch verantwoorde adoptiepraktijk. Nicaragua – markt en huisjes in Nicaragua - Granada foto ©familie Gras
Juridische structuur Bij de oprichting heeft de NAS gekozen voor de stichtingsvorm als juridische structuur voor de organisatie. De WOBKA geeft Vergunninghouders de keuze tussen een stichting of een vereniging. Binnen onze stichting kennen we een Raad van Toezicht en een Bureau waarbinnen de werkzaamheden worden uitgevoerd. Voor de dagelijkse gang van zaken ligt de eindverantwoordelijkheid bij de directeur/bestuurder en diens plaatsvervanger. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op de organisatie. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestond eind 2014 uit de volgende vijf leden: De heer Mr. Paul Baur, voorzitter Mevrouw Brigitte Elzinga De heer Anibal Rieks De heer Mr. Richard van Rijssen Mevrouw Drs. Dagmar Oudshoorn De NAS streeft er naar dat tenminste een van de leden van de Raad van Toezicht een als kind geadopteerde volwassene is. Op dit moment hebben twee van de leden deze achtergrond. Hiermee geeft de NAS een belangrijke stem aan volwassen geadopteerden binnen de organisatie.
Dat het onderwerp adoptie en de relatie met projecthulp inmiddels een belangrijk issue is, blijkt uit het feit dat het prominent op de agenda staat voor de eerstvolgende vijfjaarlijkse conferentie van het Haags Verdrag die in juni 2015 in Den Haag wordt georganiseerd. Het onderwerp van de bijeenkomst is ‘financiën en adoptie’. Het probleem van donaties en de relatie met adoptie wordt in een rapport geduid. Dit rapport is te lezen via deze link naar de website van het Haags Verdrag
pagina 4
Jaarverslag 2014
Medewerkers De personele bezetting van het Bureau bedroeg per eind 2014 5,5 FTE. Zeven medewerkers waren eind van het jaar in dienst bij de NAS: Arnold Schouten algemeen directeur (directeur/bestuurder) Macky Hupkes directeur internationale zaken & communicatie (plaatsvervangend directeur/bestuurder) Hildie van den Berg psycholoog en bemiddelaar Vivian van Ginneken psycholoog en bemiddelaar Roos Kurstjens pedagoog en bemiddelaar Jeannon Spoorenberg administratief medewerkster Marja Geerdes (financieel) administratief medewerkster
Kengetallen 2014 Plaatsingen In 2014 heeft de NAS 46 plaatsingen kunnen realiseren. Dit is één meer dan in 2013. Voor 2015 wordt opnieuw een lichte stijging in het aantal plaatsingen verwacht. De NAS ziet voor de landelijke daling in plaatsingen en aspirant adoptief ouders van de afgelopen jaren een aantal oorzaken. Drie daarvan die in het oog springen zijn: o De economische crisis in samenhang met de kosten van adoptie. o Lange interne procedures bij zendende landen voor het adoptabel verklaren van kinderen. o Toenemende mogelijkheden voor alternatieven van surrogate parentage, eicel donatie en zaadcel donatie die goedkoper zijn dan adoptie en niet gebonden zijn aan strenge regels. Met name de afwezigheid van regels wordt door de NAS als zeer problematisch gezien. Plaatsingen naar herkomstland Aantal kinderen per land, onderverdeeld naar geslacht: Land
/ aantal
aantal kinderen
aantal jongens
aantal meisjes
Bolivia
5
1
4
Haiti
13
6
7
Hongarije
10
5
5
Nicaragua
10
5
5
Portugal
3
0
3
Zuid-Afrika
5
0
5
Totaal
46
17
29
Team NAS, (helaas ontbreekt Roos op de foto) V.l.n.r. Jeannon, Marja, Arnold, Vivian, Hildie, Macky
pagina 5
Jaarverslag 2014
Gevoerd beleid 2014
Plaatsingen naar leeftijd Aantal kinderen per land, onderverdeeld naar leeftijd op moment van aankomst in Nederland: 0–2
2–4
4–6
Bolivia
1
3
1
Haiti
2
3
5
3
5
3
2
1
2
1
2
1
1
1
Land
/ leeftijd
Hongarije Nicaragua
4
Portugal
6–8
Zuid-Afrika
1
1
1
2
Totaal
8
13
13
9
>8
3
Special needs Het aantal plaatsingen van kinderen met een special needs achtergrond in 2014 is licht gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Vanuit alle contacten werden in 2014 27 kinderen met een special need geplaatst (58%). In 2013 was dit 56% en in 2012 63% van de kinderen. In de zwaarte en soort special needs zien wij in het afgelopen jaar geen opvallende wijzigingen.
Contactontwikkeling en -beheer In 2014 is veel aandacht gegaan naar de openstelling van de drie nieuwe contacten Portugal, Tsjechië, Dominicaanse Republiek en Zuid-Afrika. Met name Zuid-Afrika heeft bij de opstart van de procedures veel aandacht en begeleiding van ons team gevraagd. Medio 2014 werd het eerste ouderdossier naar dit land opgestuurd wat binnen 6 maanden heeft geleid tot de eerste plaatsingen. Voor Bolivia is ook in 2014 helaas de verlengde bemiddelingsvergunning niet afgegeven. Ook collega Vergunninghouders uit andere landen hebben nog geen nieuwe accreditatie ontvangen. Gedurende het jaar waren er een aantal serieuze signalen dat de fel begeerde goedkeuring nu toch echt zou komen. Met name het aannemen van een nieuwe wet en een uitvoeringsbesluit waren hierbij hoopgevend. In een aantal landen is de NAS ook in 2014 bezig geweest met contactontwikkeling. Dat heeft er toe geleid dat Tsjechië dit jaar kon worden opengesteld. De eerste dossiers zullen in 2015 naar het land worden opgestuurd.
Nog steeds zijn de meest voorkomende special needs genoteerd in de categorieën “medisch risico” of “extra sociaal belaste achtergrond”. Hierbij gaat het om kinderen bij wie hun achtergrond een mogelijk medisch risico voor de toekomst kan vormen of waarbij sprake is van verwaarlozing, mishandeling of een ander trauma. Bij een medisch risico is dus geen sprake van een aantoonbaar aanwezige aandoening, maar van het risico op het ontwikkelen van een (medische) aandoening.
pagina 6
Jaarverslag 2014
Werkbezoeken Haïti, de Dominicaanse Republiek, Nicaragua en Tsjechië werden in het afgelopen jaar door de NAS bezocht. In dit jaar hebben we ook een aantal contactpersonen op werkbezoek in Nederland mogen ontvangen. Zo was onze partner in Sri Lanka voor een privébezoek in Nederland. Daarbij heeft hij ook ons kantoor bezocht en met ons gesproken.
Intakes en procedures Er zijn 79 intakes met cliënten gehouden. De NAS nodigt aspirant-adoptieouders uit voor een intake op het moment dat zij ook een bemiddelingsprocedure voor een specifiek contact kunnen opstarten. Dit houdt in dat er in 2014 dus ook 79 nieuwe procedures zijn opgestart. De NAS streeft er naar om bij de contactlanden 2 tot 3 keer het aantal ouderdossiers te hebben ten opzichte van het verwachte aantal plaatsingen. Dit om voor ieder kind te kunnen kiezen uit de beste beschikbare aspirantadoptieouders.
Ook een van onze Haïtiaanse partners is voor een werkbezoek in Oudewater geweest. Op de foto Team NAS met Margarette Saint Fleur, directrice van het kindertehuis Bresma in Port-au-Prince. Bolivia - Wennen in het kindertehuis foto ©familie Theben Tervile Cretier
Wandisa, de Zuid-Afrikaanse partner van de NAS is in april voor een meerdaags bezoek naar ons land gekomen. Hun bezoek aan ons kantoor is gecombineerd met het Open Huis. Vele tientallen cliënten en aspirantadoptieouders hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt om met hen kennis te maken. Voor 2015 worden enkele werkbezoeken voorzien, zowel voor het onderhoud van contacten als ter ondersteuning van nieuwe contactontwikkelingen.
De NAS is niet ontevreden met het aantal nieuwe inschrijvers bij de Stichting Adoptievoorzieningen. Na een dieptepunt in 2013 lijkt het aantal inschrijvingen van nieuwe aspirant-adoptieouders zich in 2014 licht te herstellen. Komend jaar zal blijken of deze trend zich voortzet. Vergunning De vergunning van de NAS loopt voor de normale periode van 5 jaar van december 2010 tot en met december 2015. Er zijn geen bijzonderheden te melden ten aanzien van de vergunning. Ook bij vier collega Vergunninghouders zal in 2015 de vergunning verlopen. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de betreffende organisaties verzocht om nog in 2014 de verlenging aan te vragen zodat voldoende tijd en aandacht kan worden besteed aan dit proces. De NAS heeft hier gehoor aan gegeven en eind 2014 formeel de verlenging van de vergunning aangevraagd.
pagina 7
Jaarverslag 2014
Contacten met Ketenpartners en leveranciers Ketenoverleg Met de ketenpartners werd ook in 2014 periodiek overleg gevoerd. Ketenpartners zijn alle organisaties, zowel privaat als publiek, die betrokken zijn bij het proces van interlandelijke adoptie. De belangrijkste partners in de adoptieketen zijn het Ministerie van Veiligheid en Justitie, onze collega Vergunninghouders, de Stichting Adoptievoorzieningen en de beleidsafdeling van de Raad voor de Kinderbescherming. Bij behandeling van specifieke onderwerpen kan het ketenoverleg worden uitgebreid met andere organisaties, zoals bijvoorbeeld het Ministerie van VWS of de IND. Leveranciers De NAS onderhoudt regelmatig contact met leveranciers, zeker zij die betrokken zijn in de dienstverlening voor cliënten van de NAS. In de enquête die aan cliënten wordt toegestuurd in het kader van kwaliteitsbewaking, wordt naar de ervaringen gevraagd met deze partners in het ASP. Ook in 2014 geven cliënten in het algemeen een positieve beoordeling over de ASP leveranciers van de NAS. Daar waar aandachtspunten werden aangegeven, werden deze besproken met de betrokken ASP leverancier(s). Werkconferentie en advies Vergunninghouders In 2013 heeft de NAS initiatief genomen voor het organiseren van een Werkconferentie over de toekomst van adoptie in Nederland. Dit idee is door de andere Vergunninghouders met enthousiasme begroet. Na een mooie en intensieve samenwerking tussen de Vergunninghouders en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, is in maart 2014 de conferentie “Adoptie in 2020” georganiseerd. De belangrijkste beslissers uit het werkveld waren daarbij aanwezig, zowel vanuit de wetenschap, ministeries, Raad voor de kinderbescherming, Stichting Adoptievoorzieningen, Vergunninghouders en geadopteerden.
Om de samenwerking tussen de Vergunninghouders ook visueel zichtbaar te maken is op de Werkconferentie een gemeenschappelijk logo gepresenteerd. Dit logo zal voortaan bij gezamelijke communicatie namens alle Vergunninghouders worden gebruikt. Met de uitkomst van de ketenpartners op de Werkconferentie is door de Vergunninghouders een rapport opgesteld met een toekomstvisie op adoptie, “de Adoptieketen in 2020”. Dit rapport is in oktober 2014 gepresenteerd aan Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. Een reactie in 2015 is door de Staatssecretaris toegezegd. Nazorg samenwerking Ook in het afgelopen jaar heeft de NAS intensief bijgedragen aan de samenwerking met ketenpartners ten aanzien van nazorg. Dit geldt zowel voor individuele ondersteuning voor gezinnen als ten aanzien van beleidsbepaling in werkgroepen. Een belangrijke werkgroep in het afgelopen jaar betrof de nazorg werkgroep. Hierin is door de Ministeries van VWS, Veiligheid en Justitie, de SAV en de NAS en ANW namens de Vergunninghouders hard gewerkt aan twee belangrijke documenten. De eerste is een beleidsdocument inzake Adoptienazorg onder de titel “Meer zicht op adoptiekind en –gezin” en de tweede is de “handreiking adoptienazorg voor professionals”. Deze is eind 2014 gepubliceerd. De handreiking is bedoeld voor professionals die met geadopteerde kinderen in contact kunnen komen, zoals bijvoorbeeld artsen, leerkrachten, pagina 8
Jaarverslag 2014
crèches. Opzet is dat het kind – ook na de transitie Jeugdzorg – snel bij de juiste nazorgverlener terecht kan komen. Dit wordt bereikt door het geven van uitleg over adoptie en wat dit kan betekenen voor een kind in combinatie met nazorg mogelijkheden. De werkgroep “pilot medische duiding”, is de tweede grote werkgroep waarbij de NAS in het afgelopen jaar is aangeschoven. Deze werkgroep is nog niet afgerond en zal in 2015 worden vervolgd. Zie ook beleidsvooruitzicht 2015 achter in dit jaarverslag. Politiek Het blijft merkbaar dat adoptie politiek een ‘klein’ dossier is. Zeker in relatie tot grote dossiers van Veiligheid en Justitie en Buitenlandse zaken, zoals terrorisme en vreemdelingenbeleid. Dit heeft zich ook vertaald in de Tweede Kamer: het afgelopen jaar stond adoptie niet één keer op de agenda van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie. Om de politiek toch inhoudelijk te blijven informeren, zijn de Vergunninghouders in 2014 gestart met gesprekken met de woordvoerders van de Tweede Kamerfracties. Met vertegenwoordigingen op directie of bestuurlijk niveau door steeds twee Vergunninghouders – wat ook de onderlinge samenwerking weer benadrukt – zijn twee keer bezoeken afgelegd aan de fracties om actualiteiten te bespreken. Vanuit de Tweede Kamer wordt dit zeker gewaardeerd. In 2015 zal dit dan ook worden voortgezet.
Kwaliteitsmanagement Audits In 2014 zijn drie interne en één externe audits uitgevoerd. Inmiddels zijn we er aan gewend geraakt dat de externe auditor positief is over het door de NAS gevoerde kwaliteitsmanagement. Ook dit jaar werd bij de audit slechts 1 observatie gegeven. Het zal voor de NAS een uitdaging zijn om met voortdurende uitstekende beoordelingen toch scherp te blijven ten aanzien van het kwaliteitsmanagement. Eén keer per drie jaar wordt een ‘grote’ audit gehouden, waarbij opnieuw wordt beoordeeld of de organisatie zich nog ISO-gecertificeerd mag blijven noemen. Voor de NAS staat deze voor het jaar 2015 op het programma. Voor 2014 stond de risico inventarisatie als speciaal aandachtspunt op de agenda voor de externe audit. Enquêtes Belangrijk instrument bij de meting van klant tevredenheid zijn de enquêtes, ook dit jaar zijn deze verstuurd aan cliënten. De eerste vragenlijst wordt toegestuurd nadat het ouderdossier van cliënten naar het buitenlandse contact wordt toegestuurd. Na thuiskomst van de adoptiereis ontvangen cliënten de tweede enquête. De respons op de enquêtes is hoog: 81% stuurt de eerste vragenlijst terug en 73% de tweede. Dit percentage is hoger dan in 2013 toen gemiddeld 70% de beide enquêtes terugstuurde. In 2015 zullen de enquêtes worden aangepast. Doel hiervan is om nog beter inzicht te krijgen in de beleving van onze dienstverlening. De vragenlijsten worden gedetailleerder, maar ook langer. We hopen dat cliënten desondanks,
pagina 9
Jaarverslag 2014
toch goed blijven meewerken zodat wij ons beleid kunnen evalueren en daar waar van toepassing kunnen bijsturen. Vanuit de respons op de enquêtes kunnen we vaststellen dat cliënten blijvend tevreden zijn over de dienstverlening van de NAS. In deel 1 van de enquête geven cliënten in 2014 een algemene waardering over de dienstverlening van de NAS van 8,6 (op een schaal van 1 t/m 10), gelijk aan 2013. Op deel 2 van de enquête is de waardering over de NAS 8,0 in 2014, iets lager dan het voorgaande jaar. Een specifieke daling werd veroorzaakt door een externe partner in het ASP. In 2015 zal worden geëvalueerd met deze partner en de dienstverlening nauwlettend worden gevolgd. Structureel worden cliënten na thuiskomst door de NAS telefonisch benaderd. Het eerste contactmoment is in de week na thuiskomst met het kind. Doel is om snel in te kunnen spelen op gebeurtenissen in het gezin, zowel op opvoedkundig als op administratief gebied. Gemiddeld drie maanden na thuiskomst van de adoptiereis worden thuiskomst interviews gehouden. Dit levert een terugkoppeling op van informatie en ervaringen voorafgaand, tijdens en na het reizen en details inzake procedures in het zendende land. De NAS gebruikt deze informatie mede ter ondersteuning van de afstemming met de contactpersonen in het buitenland om zo tot kwaliteitsverbetering te komen.
Nazorg Post adoptierapporten Cliënten blijven goed meewerken aan de post-adoptierapporten. Dit valt ook in het buitenland op en wordt gewaardeerd door onze partners. Klaar voor de start In samenwerking met de Stichting Adoptievoorzieningen werden enkele bijeenkomsten georganiseerd onder de noemer “klaar voor de start” voor cliënten die wachten op een voorstel. Doel van de bijeenkomst was om informatie uit de voorlichtingsbijeenkomsten te verfrissen en nieuwe informatie te geven met betrekking tot wennen en hechten tijdens en na de reis. Hiermee hebben de cliënten een goede start van hun adoptieprocedure. Er is door cliënten goed gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een bijeenkomst bij te wonen.
Klachten In 2014 zijn geen klachten ingediend bij de NAS of bij de KVIA over de NAS.
Zo vader zo zoon – foto ©familie Kok
pagina 10
Jaarverslag 2014
Financieel beheer
Communicatie
Jaarrekening De jaarrekening 2014 geeft aan een totale opbrengst uit de bemiddelingen (baten) van € 1.113.857,= en een toevoeging van het eigen vermogen van € 15.475,=.
Oriëntatiegesprekken Vanaf januari 2014 is de NAS gestart met het voeren van oriëntatiegesprekken. Deze gesprekken staan open voor (aspirant-) adoptieouders die tenminste de eerste voorlichtingsbijeenkomst van de SAV hebben doorlopen. Er wordt goed gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Dit heeft er toe geleid dat we hebben besloten om deze oriëntatie-gesprekken blijvend in het pakket van de NAS te houden.
De toevoeging van het eigen vermogen zal gebruikt worden voor de continuïteitsreserve. De NAS heeft de middellange termijn doelstelling om de continuïteitsreserve in omvang toe te brengen naar het niveau dat gedurende tenminste 1 jaar de vaste lasten van de organisatie gedekt kunnen worden. De verkorte jaarrekening 2015 vindt u achterin dit jaarverslag. Investeringen In 2014 is door de NAS een geplande investering gedaan in een computerserver. Financiële administratie De financiële administratie is in 2014 door de NAS zelf uitgevoerd met externe ondersteuning bij de boekhoudkundige afsluiting van het kalenderjaar. Accountantskantoor Flynth heeft de samenstellingsverklaring over de jaarrekening 2014 afgegeven. Tweemaal per jaar maakt de NAS intern een tussentijdse verlies en winstrekening en balans op, waardoor gedurende het jaar nog kan worden bijgestuurd op het jaarplan.
Met open armen Een aantal cliënten van de NAS heeft zich opgegeven om mee te werken aan de serie Met open armen. In het programma worden adoptieouders gevolgd voorafgaand, tijdens en kort na hun procedure. Doel is om in beeld te brengen hoe een gezin tot stand komt gefilmd vanuit het perspectief van de adoptieouders. In 2014 werden de eerste afleveringen uitgezonden door RTL. Hieraan deden onder andere twee families die via de NAS kinderen adopteerden uit Haïti en Nicaragua mee. In ontroerende portretten werd de vorming van hun gezin in beeld gebracht. Ook in 2015 werkt de NAS mee aan het maken van nieuwe afleveringen.
pagina 11
Jaarverslag 2014
The kids are ok In januari 2015 is het 5 jaar na de verwoestende aardbeving die Haïti in 2010 heeft getroffen. Na de aardbeving was de NAS de initiatiefnemer van de Luchtbrug Haïti. In totaal kwamen 109 kinderen die al in procedure waren vanuit dit land, vervroegd naar Nederland. In 2014 zijn opnames gemaakt voor de documentaire The kids are ok, die de 10 dagen van de aardbeving en de hectische operatie in de dagen er na beschrijft. De documentaire is in januari 2015 te zien. Website De website van de NAS gaat inmiddels al ruim 12 jaar mee en is toe aan vernieuwing. In 2014 is een start gemaakt met een nieuwe website. Deze zal in 2015 operationeel worden. Digitale brochures Het werken met digitale brochures waar we in 2013 mee zijn gestart bevalt ons goed. Inmiddels zijn er meerdere brochures beschikbaar. In 2014 is onder andere de brochure “taalontwikkeling bij adoptiekinderen” aan het bestand van digitale folders toegevoegd. Deze brochure voorziet in een grote behoefte en is door veel (aspirant) adoptieouders opgevraagd. De Stichting Adoptievoorzieningen zal hier waarschijnlijk in 2015 verdere verdieping aan geven met een uitgebreidere brochure. Wegwijs in adoptie Een van de conclusies die is getrokken na de Werkconferentie in maart, is dat het ontbreekt aan inhoudelijk juiste en neutrale informatie over adoptie en het proces van het adopteren van een kind. NAS medewerker Macky Hupkes heeft in 2014 hard gewerkt aan een boek om deze leemte in te vullen. Wegwijs in adoptie zal in februari 2015 worden gepubliceerd, het kan worden besteld via de website www.wegwijsinadoptie.nl.
Contactlanden Bolivia De accreditatie van de NAS in Bolivia is al geruime tijd is verlopen. Dat geldt niet alleen voor onze organisatie, er is op dit moment geen enkele buitenlands adoptiebureau actief in het land. Er zijn door 22 organisaties verzoeken ingediend voor een verlenging van de accreditatie. Negen organisaties – waaronder de NAS – hebben te horen gekregen dat deze ook verwacht mag worden. In 2014 heeft de Boliviaanse Centrale autoriteit het verzoek gedaan om een bilaterale overeenkomst af te sluiten met de Nederlandse Centrale autoriteit. Dit was eind 2014 nog niet gerealiseerd waardoor de verlengde accreditatie nog niet is afgegeven. Dominicaanse Republiek Dit nieuwe contactland werd in het kader van contactontwikkeling in 2014 bezocht. Tijdens dit bezoek is ook de aanvraag voor de accreditatie ingediend. Het antwoord kwam al heel snel: de NAS kreeg toestemming om te bemiddelen vanuit dit mooie land. Er hebben zich in 2014 geen aspirant-adoptieouders gemeld voor adoptie uit de Dominicaanse Republiek, de verblijfstijd lijkt daarbij een belemmering te vormen. In 2015 zal worden beoordeeld of de van verlenging van de accreditatie zal worden aangevraagd. Ghana In 2014 is dit land nog niet heropend voor buitenlandse adoptie. Haïti Ook in 2014 was er nog sprake van een proeftraject voor dit contact. Per 1 april 2014 is het Haags Verdrag voor Haïti in werking getreden. Hiermee krijgt de IBESR steeds meer en beter grip op de procedures. De verbeteringen worden langzaam maar zeker en gedegen doorgevoerd. In de tweede helft van het jaar is aan de NAS de verlengde accreditatie toegezegd. Voorwaarde bij de verlenging is dat de NAS pagina 12
Jaarverslag 2014
vertegenwoordigd wordt door een Haïtiaanse contactpersoon. Hiertoe is Margarette Saint Fleur, met wie wij sinds 2005 al samenwerken, bereid gevonden. In 2015 zal dit alles worden geformaliseerd. Naast een bezoek van onze contactpersoon in Nederland, werd ook een werkbezoek aan Haïti afgelegd. Tijdens dit bezoek werd gesproken met o.a. de IBESR. De NAS heeft onder meer aandacht gevraagd voor de postadoptierapporten voor kinderen die onder de oude procedure werden geadopteerd en voor roots-contacten. Aan beide zaken zal in 2015 verdere opvolging worden gegeven. Bij het werkbezoek werd ook een bezoek gebracht aan de twee kindertehuizen waarmee in het verleden werd samengewerkt. De nieuwe locatie van GLA in Fort Jacques werd ook bezocht, de fel gekleurde huisjes waar de kinderen in zullen worden ondergebracht zijn het indrukwekkende resultaat van de inspanning van de organisaties. Eind 2014 is het nieuwe Toddler House in gebruik genomen. Hongarije Het contact Hongarije is voor de NAS een stabiele partner. Toch zijn het afgelopen jaar iets minder plaatsingen gerealiseerd dan verwacht mocht worden. Voornaamste oorzaak hiervoor is de verhuizing van de Hongaarse Centrale autoriteit waardoor minder dossiers konden worden afgehandeld. Mongolië Het afgelopen jaar was het niet mogelijk om met de Mongoolse Centrale autoriteit tot samenwerking te komen. Wel zijn er een paar voorzichtige positieve ontwikkelingen in het land waar te nemen. De herbeoordeling van Mongolië als partner van de NAS is om deze reden uitgesteld tot 2015.
Nicaragua In 2014 is door de NAS een werkbezoek aan Nicaragua gebracht. Insteek van de NAS was om actief aandacht te vragen bij de verschillende instanties voor het Haags Adoptieverdrag. Dit werd door de Nicaraguaanse autoriteiten erg gewaardeerd en men heeft toegezegd om te proberen in 2015 bij de 5-jaarlijkse conferentie van het Verdrag in Den Haag als toehoorder aanwezig te zijn. Met behulp van foto’s en brieven van gezinnen die een kind uit Nicaragua hebben geadopteerd, is een fotoalbum samengesteld. Dit is door de NAS overhandigd aan de Vice-Minister die verantwoordelijk is voor adopties, de directeur van het adoptiebureau van het ministerie, het hoofd van de kinderbescherming en de rechter waar alle adoptiezaken worden behandeld. De betrokkenen waren zichtbaar ontroerd om te zien op de foto’s hoe goed het met de kinderen gaat en ook dat de kinderen elkaar na thuiskomst in Nederland nog steeds ontmoeten. Halverwege het jaar is een nieuwe directeur aangetreden bij het verantwoordelijke Ministerie. Deze vrouw was in haar vorige baan hoofd van de kinderbescherming in het land en in die hoedanigheid heeft de NAS met haar gesproken tijdens het werkbezoek. De samenwerking met deze doortastende vrouw verloopt uiterst plezierig en we merken steeds meer dat onze werkwijze – volgens het Verdrag – in Nicaragua wordt overgenomen. Daarmee is de NAS een belangrijke partner voor de Nicaraguaanse overheid.
Namibië Helaas is er in 2014 geen zicht gekomen op spoedige beëindiging van de opschorting. pagina 13
Jaarverslag 2014
Panama In 2014 was er geen zicht op herstart van dit opgeschorte contact. Portugal De samenwerking met de Portugese Centrale autoriteit en met onze partner ter plaatse, verloopt bijzonder plezierig. Er is in Portugal veel binnenlandse adoptie. Dat is te zien in het aantal kinderen dat internationaal geplaatst kan worden, dit is een beperkt aantal. Van buitenlandse aspirant-ouders wordt gevraagd dat ze openstaan voor meerdere special needs die zich ook tegelijkertijd kunnen voordoen. Het aantal aspirantadoptiefouders voor Portugal is helaas erg beperkt. Sri Lanka In 2014 heeft de NAS één kindvoorstel ontvangen vanuit Sri Lanka. Gezien de beperkte levensverwachting van het kind was het helaas niet mogelijk om het te plaatsen in een wachtend gezin. De Centrale autoriteit van het land is rustig met de adoptieprocedures herstart, nadat het contact een aantal jaar heeft stilgelegen. Voor de buitenlandse partners zijn geen grote veranderingen ingevoerd. Meest in het oog springend is dat er voortaan een commissie betrokken is bij de toewijzing van kinderen. Tsjechië Dit land kon in 2014 worden opengesteld. De eerste cliënten zijn in dit jaar gestart met dossier verzameling. Turkije De Turkse Centrale autoriteit heeft ons laten weten dat de meeste kinderen in het land zelf geplaatst kunnen worden. Dit houdt in dat wij op afroep beschikbaar zijn: wanneer voor een specifiek kind ouders gezocht worden, dan zal ons gevraagd worden of we ouders beschikbaar hebben.
Verenigde Staten In dit land werkt de NAS samen met twee contacten: Full Circle Adoptions (FCA) aan de oostkust en Premier Adoption Agency aan de westkust. Voor beide contacten geldt dat de afstandsouders na counseling over het algemeen kiezen om hun kind bij een gezin in de VS te plaatsen. Daarbij werd door FCA geen enkele buitenlandse plaatsing gedaan. Bij Premier koos een enkele afstandsouder nog wel voor een buitenlandse plaatsing. Zambia Het contactland Zambia is door de NAS ook in 2014 opgeschort, er is vooralsnog geen zich op hervatten van de adopties. Zuid-Afrika De opstartfase voor Zuid Afrika heeft vrijwel de hele eerste helft van 2014 geduurd. De instructie voor de ouderdossiers is door Wandisa met veel zorg opgesteld. Dit heeft er toe geleid dat het ouderdossier zowel voor de cliënten als voor de NAS bewerkelijk is. In de doorlooptijd van de dossierverzameling is dat terug te zien. Voordeel is wel dat na matching de zitting bij de rechtbank bijzonder vlot verloopt en ook de wachttijd na de goedkeuring van de match kort is. Toch is het aantal plaatsingen in 2014 achter gebleven bij de verwachting. Deels werd veroorzaakt door een langere opstart. Maar ook perikelen rondom een nieuwe immigratiewet en de grote inspanning van onze partner Wandisa in verband daarmee, waren oorzaak voor minder plaatsingen dan verwacht. Doel van de nieuwe immigratiewet is om kinderhandel tegen gaan. Daar heeft Zuid-Afrika een ingewikkelde formule voor gevonden met deze nieuwe wet. Ieder kind dat de grens passeert (in- of uitreizend) moet behalve een paspoort, ook een geboorteakte bij zich hebben. Op deze akte moeten de namen van de (adoptie)ouders staan, dit is de zogenaamde unabridged birthcertificate. Afgifte van deze geboorteaktes duren in Zuid-Afrika echter zeer lang, er zijn pagina 14
Jaarverslag 2014
gevallen bekend van geadopteerde kinderen waar na jaren nog geen geboorteakte is afgegeven. De immigratiewet zou in oktober 2014 van kracht worden maar is uitgesteld tot juni 2015.
Nicaragua – foto ©familie Van den Berk – Van den Hurk
Contact ontwikkelingen Ook in 2014 heeft de NAS weer veel inspanning geleverd ten aanzien van contactontwikkeling. Dat heeft geleid tot het openstellen van Tsjechië en de Dominicaanse Republiek als contactlanden.
Márk houdt van treinen! – Foto ©familie Daams
Andere contactontwikkelingen waar de NAS zich op richt zijn onder andere Brazilië (in overleg met de Vereniging Wereldkinderen), Ecuador, Guatemala, Madagaskar, Niger, Peru en Swaziland.
pagina 15
Jaarverslag 2014
Trends Minder aspirant-adoptieouders Na een absoluut dieptepunt in 2013 is in 2014 een lichte stijging waar te nemen in het aantal aanmeldingen van nieuwe aspirant-adoptieouders. Maar nog steeds zijn het er minder dan wenselijk. Nu adoptie een juridische maatregel is om kinderen te beschermen, is het wrang om steeds vaker te merken dat deze maatregel niet kan worden uitgevoerd door een gebrek aan aspirant-adoptieouders met het juiste profiel. In het vorige jaarverslag is al uitgebreid stilgestaan bij mogelijke oorzaken voor deze terugloop, waaronder de economische crisis, alternatieve technieken voor surrogate parentage die goedkoper, makkelijk voorhanden en niet omgeven door regels zijn. En natuurlijk doet ook de negatieve publiciteit rondom adoptie geen goed. Ook dit jaar zijn er weer een paar dieptepunten geweest op gebied van publiciteit.
Veiligheid en Justitie, Buitenlandse zaken en bij de Tweede Kamer, er zijn ook meerdere gesprekken gevoerd over dit onderwerp. De oplossing zal vanuit de politiek moeten komen die in de Tweede Kamer een adoptiekind vriendelijke oplossing zal moeten afdwingen.
Samenwerking Vergunninghouders De Vergunninghouders hebben met de samenwerking dit jaar laten zien dat gezamenlijk optrekken in dienst van adoptie loont. Het komend jaar zal dit worden voortgezet met specifieke aandacht voor publiciteit en voorlichting. Bezuinigingen op buitenlandse zaken Een andere belangrijke ontwikkeling is de bezuiniging in Nederland op Buitenlandse zaken. Direct gevolg hiervan is het sluiten van ambassades en consulaten. Adoptieouders moeten voor het ophalen van paspoorten en inreisvisa voor hun kinderen vaak naar andere landen reizen. Dit brengt extra risico’s, kosten en stress met zich mee. Soms zijn de kinderen ook nog visumplichtig voor het land waarheen gereisd moet worden. Al die zaken bij elkaar vindt de NAS voor een nieuw gezin dat nog moet wortelen zeer ongewenst. Nog voor de zomer is dit door de NAS neergelegd bij zowel
Foto ©familie ‘s Gravemade
pagina 16
Jaarverslag 2014
Beleidsvooruitzicht 2015 Aantal intakes en plaatsingen De NAS verwacht voor 2015 ca. 60 intakes te kunnen uitvoeren en de procedures met cliënten op te kunnen starten. Daarnaast wordt weer een lichte stijging in het aantal thuiskomsten voorzien. Aspirant-adoptieouders geven aan dat continuïteit een grote rol speelt bij de keuze voor een Vergunninghouder. De NAS kan hen dit bieden in de diversiteit van contacten en contactontwikkelingen. Deze lijn zal de NAS ook in 2015 voortzetten. Verder zal een zwaarder accent worden gelegd op de infrastructuur van communicatie en voorlichting. Pilot medische duiding Vanuit het ministerie is de wens ontstaan om meer inzicht te krijgen op de medische achtergronden van geadopteerde kinderen. Zijn de rapporten zoals die voor de plaatsing bekend zijn overeenkomstig de werkelijkheid zoals die na thuiskomst is. Is het medische dossier over het kind in relatie tot de draagkracht van de beoogde adoptieouders door de Vergunninghouder juist beoordeeld? Is de draagkracht in het gezinsrapport juist beoordeeld? Om deze en nog een aantal andere vragen te onderzoeken, zal een pilot project “medische duiding” worden opgestart. Hierin wordt samengewerkt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, de Vergunninghouders, de SAV, de Raad voor de kinderbescherming en de werkgroep adoptie van het genootschap van kinderartsen. In 2015 zal deze werkgroep vermoedelijk worden opgestart.
Foto ©familie Koren Heres
pagina 17
Jaarverslag 2014
Verkorte jaarrekening Ontleend aan de jaarrekening 2014 waarbij Flynth Adviseurs en Accountants een samenstellingsverklaring heeft afgegeven. Balans (na verwerking resultaatbestemming) PASSIVA
ACTIVA 31 december 2014
31 december 2013
Materiële vaste activa
522.055
537.874
Bestemmingsreserve Overige reserves
31 december 2013
15.000 253.762
15.000 238.287 268.762
253.287
Voorzieningen
116.342
125.455
Langlopende schulden
221.700
278.500
Kortlopende schulden
848.783
800.989
1.455.587 =======
1.458.231 =======
Vlottende Activa Vorderingen Liquide middelen
31 december 2014 Eigen Vermogen
Vaste activa
26.461 907.071
75.436 844.921 933.532
1.455.587 =======
920.357
1.458.231 =======
pagina 18
Jaarverslag 2014
Colofon
Staat van baten en lasten 2014 werkelijk
2013 werkelijk
Nederlandse Adoptie Stichting Leeuweringerstraat 57 – 59 3421 CE Oudewater
1.155.882
Web
Baten Opbrengsten
1.113.857
mail
Lasten Lonen en salarissen Sociale lasten en pensioenlasten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige lasten
324.190
298.367
68.521
53.140
20.695 680.370
26.052 708.965
Totaal lasten
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
tekst opmaak goedkeuring
1.093.776
1.086.524
20.081
69.358
12.430
11.536
-17.036
-20.600
Financiële lasten en baten
-4.606
-9.064
Saldo baten en lasten
15.475 =====
60.294 =====
www.nederlandseadoptiestichting.nl www.facebook.com/NederlandseAdoptieStichting
[email protected] Arnold Schouten Macky Hupkes Macky Hupkes Het jaarverslag 2014 werd in vergadering d.d. 11 april 2015 goedgekeurd door Raad van Toezicht en bestuurders
Oudewater, 11 april 2015
pagina 19