Veilig
Jaarbericht 2008
VEILIG
Het centrale thema van Bureau Jeugdzorg Limburg in 2008 is ’Veilig’. In toenemende mate richt Bureau Jeugdzorg zich op de jeugdige waarvan de veiligheid in het gedrang is; jeugdigen die (ernstig) in hun ontwikkeling bedreigd worden. Maar ook medewerkers zelf moeten zich ‘veilig’ voelen. Zo zijn er vertrouwenspersonen aangenomen en is een contract afgesloten met een team van traumapsychologen. In toenemende mate worden instrumenten ontwikkeld en ingezet door hulpverleners om het risico dat een jongere loopt in zijn of haar omgeving te taxeren. Dit geldt voor elke hulpsoort. De focus ligt nu meer dan ooit op wat ouders/opvoeders en de jeugdige zelf kunnen doen om ervoor te zorgen dat de jeugdige veilig en beschermd kan opgroeien.
Jeugdhulpverlening Voor de Jeugdhulpverlening, de Toegang van Bureau Jeugdzorg Limburg, betekent dit dat er voor het eerst een methode is ontwikkeld die de hulpverleners helpt bij de complexe taak om vast te stellen welke hulp jeugdigen (en hun ouders) nodig hebben. Kortweg VIB genoemd: Verbeterde Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg. Alle jeugdhulpverleners in de Toegang worden getraind om de VIB methode toe te passen in hun werk. Verderop in dit Jaarbericht een uitgebreide toelichting.
Jeugdbescherming
2
De jeugdbeschermers van Bureau Jeugdzorg Limburg werken sinds enkele jaren volgens de Delta methode. De invoering van Delta leidt tot een verdere verlaging van het aantal casussen per gezinsvoogd. De gezinsvoogden van Bureau Jeugdzorg Limburg zijn in 2008 hard aan de slag geweest om de Deltamethode eigen te maken in hun werk. De resultaten van het toepassen van de Deltamethode zijn landelijk onderzocht en bijgehouden en daaruit kan het volgende worden geconcludeerd: de doelen van de ondertoezichtstelling worden vaker gehaald. Cliënten blijken meer tevreden dan voorheen. De gezinsvoogden hebben meer be-
vrediging in hun werk. En de caseload wordt verlaagd. In dit Jaarbericht de ervaringen van jeugdbeschermers van BJz Venlo over Delta.
Jeugdreclassering Ook in de jeugdreclassering is een nieuwe werkmethodiek ontwikkeld. Deze heet ‘De jongere aanspreken’. Een methode gericht op het voorkomen dat een jongere die een delict heeft gepleegd in herhaling vervalt. Daarnaast kreeg de jeugdreclassering in februari 2008 een nieuwe mogelijkheid om jongeren te helpen. Landelijk werd de ‘Gedragsbeïnvloedende Maatregel’ ingevoerd. Een zeer strenge maatregel om te voorkomen dat een jongere in herhaling vervalt. Gedurende zes maanden worden jongeren strak onder controle gehouden. Daarnaast kan er ook zorg voor de familie worden ingezet. Werkt de jongere niet mee, dan kan de rechter alsnog jeugddetentie opleggen. De jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg Kerkrade beleefde de primeur wat deze maatregel betreft.
Advies-en Meldpunt Kindermishandeling De aanpak van kindermishandeling heeft in 2008 veel aandacht gekregen. Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin heeft in september een vernieuwde Meldcode Kindermishandeling ingevoerd. Een van de vertrouwensartsen van BJz Limburg heeft een belangrijk aandeel geleverd aan de ontwikkeling van deze Meldcode voor artsen.
PGB en Bureau Jeugdzorg Limburg Veel aandacht afgelopen jaar voor het Persoonsgebonden Budget. De afdeling PGB is een onderdeel van Bureau Jeugdzorg Limburg. Door een enorme groeiende vraag liepen de wachtlijsten flink op en waren de doorlooptijden ongewenst lang. Ondanks een uitbreiding van het aantal medewerkers en ondanks hun harde werk kan de afdeling PGB niet voorkomen dat de vraag sneller stijgt dan dat er uitbreiding van personele inzet gerealiseerd kan worden.
24 uur per dag, zeven dagen per week: Spoedeisende Hulp Sinds begin 2008 is de SEH van Bureau Jeugdzorg Limburg 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar. Het team is rond de klok beschikbaar om crisissituaties te bedwingen. SEH bestaat vanwege een overeenkomst tussen Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders. Er is een projectplan opgesteld met de titel: Geen kind op straat. Dat betekent dat de zorgaanbieders buiten kantoortijd 1 telefoonnummer hebben dat gebeld kan worden door de SEH om een veilige plek voor een kind te regelen.
Kerntaak Bureau Jeugdzorg De Bureaus Jeugdzorg in Nederland hebben in 2008, samen met het overkoepelende MO Groep Jeugdzorg, besloten om duidelijkheid te verschaffen voor zowel cliënten, ketenpartners en eigen medewerkers over hun
positie in de snel veranderende jeugdzorg. Daarom hebben de gezamenlijke Bureaus Jeugdzorg in Nederland hun kerntaak aangescherpt in 2008. Deze kerntaak luidt: “Voor kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd worden, garandeert Bureau Jeugdzorg de noodzakelijke bescherming en organiseert zij de juiste zorg.”
altijd een doel voor ogen. De veiligheid van het kind. Om een kijkje in de keuken van de Jeugdzorg te krijgen zijn journalisten van Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad in 2008 enkele keren mee op pad geweest. Daarover werden grote artikelen geschreven die afgelopen jaar in de krant zijn verschenen.
In de media
Jeugdsportfonds Limburg
De jeugdzorg leeft. Over Bureau Jeugdzorg Limburg valt veel te vertellen. Soms zijn ouders/opvoeders niet zo blij met de keuzes die in het belang van het kind gemaakt moeten worden. Begrijpelijk. Bureau Jeugdzorg Limburg gaat in gesprek met alle betrokkenen, en moet in overleg met bijvoorbeeld ketenpartners soms keuzes maken die ouders/opvoeders moeilijk te begrijpen vinden. Als het gaat om jeugdigen dan spelen veel emoties mee. De hulpverleners houden
De afgelopen 3,5 jaar is de administratie van het Jeugdsportfonds gevoerd door BJz Limburg. In april 2008 is het fonds volledig overgedragen aan het Huis voor de Sport. Bureau Jeugdzorg blijft het sporten van jeugdigen wel stimuleren en doet waar nodig een beroep op het jeugdsportfonds. Bureau Jeugdzorg Limburg maakt ook nog deel uit van het bestuur.
Jeugdigen in begeleiding 01/01/2008 01/01/2009 verschil
Bovenstaand overzicht geeft aan hoeveel jeugdigen in begeleiding was op peildatum 01 januari 2008 en op peildatum 01 januari 2009. Het gaat hier om de afdelingen Jeugdhulpverlening (Toegang), Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De gegevens van het AMK zijn hier niet in meegenomen.
3
Jeugdhulp verlening In de Jeugdhulpverlening, ook wel de Toegang van Bureau Jeugdzorg Limburg genoemd, gaan onze jeugdhulpverleners samen met de cliënt na wat de problemen zijn en hoe hij of zij het beste geholpen kan worden. Sinds de zomer van 2008 werkt Bureau Jeugdzorg in heel Nederland met dezelfde methode: Verbeterde Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg. Deze methode zorgt ervoor dat de jeugdhulpverleners binnen een korte tijd zo goed mogelijk de hulpvraag, maar ook de aangemelde problemen kunnen onderzoeken om te zorgen dat de cliënt de juiste hulp krijgt.
Totaal aantal jeugdigen in begeleiding 1/1/2008 1/1/2009 verschil
2007 2008 verschil
4
Verbeterde Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg De kern van VIB is het eenduidiger maken van het werk van de medewerkers van Bureau Jeugdzorg. Het werkt als volgt: allereerst wordt er een uitgebreide aanmelding gedaan. Het meest belangrijke in deze is dat de hulpvraag besproken wordt met de ouders/opvoeders en de jeugdige zelf. Daarnaast gaan de jeugdhulpverleners ook in gesprek met andere betrokkenen, zoals de school. En er worden gestructureerde vragenlijsten afgenomen. Belangrijk in deze methode is verder dat er aandacht is voor de ontwikkeling en de veiligheid van de jeugdige. Er is structurele aandacht voor (signalen van) kindermishandeling. Dit wordt bekeken door het maken van een risicotaxatie. Als er sprake is van een zorgelijke situatie dan wordt dit altijd met de ouders/opvoeders besproken. Na het verzamelen van alle gegevens wordt in overleg met meerdere hulpverleners een advies voor verdere hulpverlening geformuleerd. En wordt eventueel een indicatie (= het recht op zorg) gesteld. Er zijn drie indicatietrajecten: • e nkelvoudige kind- of opvoedingsgerelateerde problematiek •m eervoudige problematiek •m ultiple problematiek De indicatie wordt besproken met de jeugdige en de ouders/opvoeders en leidt al dan niet tot een besluit. Bureau Jeugdzorg zorgt ervoor dat de zorgaanbieders in de betreffende regio passende hulp gaan bieden. En de jeugdhulpverlener van Bureau Jeugdzorg zal in de meeste gevallen het verloop van de hulp blijven volgen en de belangen van de jeugdige en ouders/opvoeders blijven behartigen.
De veiligheid van het kind Het is net al benoemd. De methode Verbeterde Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg. Sinds 2008 worden de jeugdhulpverleners van Bureau Jeugdzorg Limburg opgeleid om deze VIB- (kortweg genoemd) methode toe te passen in hun werk. Marjolein Ars heeft zeven jaar gewerkt als jeugdhulpverlener en werkt inmiddels als staffunctionaris bij BJz Heerlen. De training VIB heeft zij vorig jaar afgerond. Marjolein: “Uiteraard heeft de veiligheid van de jeugdige, het kind, altijd voorop gestaan. VIB is echter een ‘‘instrument’. ‘Een instrument waardoor de hulpverlener bewuster aan de slag gaat met de veiligheid van het kind’. Door VIB moet de hulpverlener een uitgebreide aanmelding doen. Een goed begin is immers het halve werk. Daarnaast geeft het handvaten om ook de ‘moeilijke’ onderwerpen binnen de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen te bespreken met ouders en kind(eren).”
ding en gespreksvaardigheden. Voorop staat dat de kinderen veilig zijn en beschermd worden. De risicotaxatie is niet vrijblijvend en is een prima instrument in gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling.”
“Vooral het afnemen van de risicotaxaties tijdens een eerste gesprek wordt door zowel de hulpverlener als ouders en kind niet in alle gevallen positief ervaren. Er wordt namelijk gericht gevraagd naar een risicotaxatie met betrekking tot kindermishandeling. De drempel voor cliënten kan daarmee verhoogd worden en van de hulpverlener vraagt dit de juiste hou-
De staffunctionaris JHV is vooral blij dat er voor het eerst een ‘standaardpakket’ bestaat voor de jeugdhulpverlening. “Maatschappelijk gezien wordt er steeds meer beroep gedaan op de jeugdhulpverlening, de Toegang van Bureau Jeugdzorg. Het is een zeer uitdagende functie, maar ook een zware taak en dat vraagt om een stevige basis.”
Marjolein benadrukt nogmaals: “Het geeft ‘woorden’ aan de “lastige” onderwerpen en het verplicht de hulpverlener ook in die situaties transparant te blijven naar ouders en kind.”
5
Jeugd bescherming De Jeugdbescherming voert jeugdbeschermingsmaatregelen uit voor jeugdigen van 0 tot 18 jaar. Dit zijn de (voorlopige) ondertoezichtstelling, OTS, en de (voorlopige) voogdijmaatregel. Het zijn maatregelen die opgelegd worden door de kinderrechter. Een ondertoezichtstelling betekent dat de gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg Limburg samen met de jeugdige en de ouders gaat bekijken hoe de opvoedingssituatie verbeterd kan worden. De gezinsvoogd mag zich hiervoor tijdelijk bemoeien met de opvoeding en verzorging van de jeugdige, maar de ouders behouden wel de (ouderlijke) verantwoordelijkheid. Totaal aantal jeugdigen in begeleiding
Als uit onderzoek van de Raad voor de Kinderbescher2007 ming blijkt dat de ouders de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling niet meer zelf kunnen 2008 dragen, kan de kinderrechter een voogdijmaatregel opleggen. Bureauverschil Jeugdzorg Limburg krijgt dan de opdracht het gezag van de ouders over te nemen.
2007
2007 2008
verschil
verschil
2007 2008 verschil
6
Maak kennis met Ann van de Wall, staffunctionaris , Onno van den Bercken en Carolien Manders, jeugdbeschermers van Bureau Jeugdzorg Venlo. De gezinsvoogden, jeugdbeschermers, werken al een tijdje volgens de Delta-methode. Belangrijk in deze methode is dat er samen met de ouders/opvoeders en de jeugdige een plan van aanpak wordt opgesteld. In dit plan ligt veel de nadruk op de ontwikkeling van de jeugdige. Samen met de jeugdige en ouders/opvoeders wordt besproken wat de jeugdige nodig heeft en hoe ervoor gezorgd kan worden dat hem of haar dit ook geboden wordt. Er wordt intensiever gewerkt vanwege de hogere frequentie van cliëntcontacten. Om dit te realiseren is de caseload van jeugdbeschermers verlaagd. . Het grote voordeel voor de jeugdbeschermer zelf is vooral dat het plan van aanpak een leidraad is waardoor de jeugdbeschermer planmatiger en efficiënter kan werken. Uiteindelijk komt dit de jeugdige en ook de ouder(s) ten goede omdat de OTS afgesloten kan worden zodra de doelen zijn bereikt.
Denken vanuit de jeugdige
Totaal aantal jeugdigen in begeleiding
2008
Het belang van de jeugdige. Denken vanuit de jeugdige
Een van de belangrijkste en interessantste aspecten uit de Deltamethode is het denken vanuit het kind. Alle andere factoren zijn bijzaak als het ware. Jeugdbeschermers stellen het kind centraal en maken ouders/opvoeders er bewust van om dit ook te doen. Het kind is het belangrijkste en zijn of haar veiligheid en ontwikkeling moet centraal staan. Ann van de Wall: “ Het is een gerichte methodiek, het geeft duidelijk aan waar het om gaat; namelijk het belang van het kind. Daarom denk je ook vanuit het kind.” Carolien Manders: “Je kunt heel gericht doelen stellen. De focus is op het kind.” Ann van de Wall vult aan: “ Voorheen schreven we hele versla-
gen waarin ook de ouderproblematiek uitgebreid werd omschreven. Nu kunnen we veel concreter zijn. Het kind staat centraal en de doelen worden uitsluitend vertaald in wat gewenst is voor de ontwikkeling van het kind.” Onno van den Bercken illustreert dat aan de hand van een voorbeeld: “Stel; ouders zijn gescheiden en het kind verblijft alleen bij de vader omdat moeder niet met de hele situatie om kan gaan. Ik kan daar in mee gaan en ook voor een deel mijn aandacht richten op de partnerstrijd, maar dat is juist niet de bedoeling. De Deltamethode is een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat ik me juist alleen op de veiligheid en ontwikkeling van het kind kan focussen. En om, in dit geval, de moeder daar ook bewust van te maken. Uiteindelijk stelt de moeder zelf ook haar kind weer centraal. Hartstikke mooi.” De Deltamethode helpt jeugdbeschermers om de verantwoordelijkheid meer bij de ouders zelf neer te leggen. Het is meer gericht op samenwerking. Carolien: “ Je stelt samen met de ouders en de jeugdige een stappenplan op. Het wordt dus een plan dat door de ouders en jeugdige is opgesteld. En dat werkt stimulerend. Ze hebben het zelf opgesteld en dat werkt motiverend om er ook zelf mee aan de slag te gaan. Wij komen niet vertellen wat ouders wel en niet moeten doen, maar we helpen ze juist om samen te zorgen dat het kind in een veilige omgeving op kan groeien en zich kan ontwikkelen.” Ann: “Wij moeten het zodanig verwoorden dat ouders en ook de jeugdige zichzelf herkennen in het plan en de gestelde doelen.” Onno heeft nog wel een goed praktijkvoorbeeld. Een net afgeronde zaak met een moeder en kind. De moeder heeft borderline (persoonlijkheidsstoornis) en ADHD. “Aan het begin van deze ‘zaak’ ontbrak daardoor iedere structuur. Door gezamenlijk een (stappen)plan op te stellen is dat geheel ten goede veranderd. Ik was onlangs bij de moeder en het kind om de zaak af te sluiten. Zij heeft nu de middelen en de hulp om structuur aan te brengen en alles netjes geordend te houden voor zichzelf.
Dat is wat het kind nodig heeft. En daar hebben we samen aan gewerkt. Heel mooi.” Ann: “Doordat je de resultaten concreet kunt benoemen, door middel van de behaalde doelen die ook in het plan van aanpak staan, geef je zowel de ouder erkenning én krijgt de jeugdbeschermer meer voldoening van zijn werk”.
7
Jeugd reclassering Vanuit de Bureaus Jeugdzorg in Maastricht, Roermond en Kerkrade werkt Jeugdreclassering voor de hele provincie Limburg. De medewerkers van de Jeugdreclassering helpen en begeleiden jongeren van 12 tot en met 18 jaar die een delict gepleegd hebben. Samen met de jongere bekijkt de jeugdreclasseerder hoe voorkomen kan worden dat de jongere recidiveert en welke veranderingen daarvoor nodig zijn. De Jeugdreclassering werkt daarom volgens de methode ‘De jongere aanspreken’. Door te letten op zogenaamde criminogene factoren. “Wat is de oorzaak van het criminele gedrag van de jongere?” Daarbij wordt niet alleen gepraat met de jongere zelf, maar ook met familie, school en werk. Dit alles komt samen in een plan van aanpak dat samen met de direct betrokkene wordt gemaakt. Hierin staan de doelen.
Totaal aantal jeugdigen in begeleiding 2007 Aantal jeugdigen nieuw
2008
2007
verschil
2008 verschil
8
De Gedragsbeïnvloedende Maatregel Op 1 februari 2008 is een nieuwe maatregel ingevoerd voor de aanpak van jeugdige criminelen: de gedragsbeïnvloedende maatregel. Het doel van deze maatregel is om het gedrag van een jongere, die een delict heeft gepleegd of in herhaling dreigt te vallen of mogelijk afglijdt in het criminele circuit. Jongeren worden voor de duur van zes maanden strak onder controle gehouden. Daarnaast is het mogelijk om zorg in te zetten voor familieleden. De maatregel kan één keer met zes maanden verlengd worden. Niet iedere jonge delinquent komt voor de maatregel in aanmerking. Het ministerie van Justitie heeft een aantal strenge eisen opgesteld. Zo moet er sprake zijn van gedragsproblematiek met negatieve consequenties op meerdere leefgebieden. Verder is het zo dat noch familie noch vrijwillige hulpverlening in staat is het negatieve gedragspatroon te doorbreken. Tot slot moet de jongere nog in enige mate deelnemen aan school of werk. Bureau Jeugdzorg in Kerkrade had afgelopen jaar de “primeur”. Bij de Jeugdreclassering kwam een zaak binnen van een 14jarige jongen die veroordeeld werd voor zware mishandeling van zijn moeder. Meteen al dachten jeugdreclasseerders Juliëtte Wijnen en Ton Meijers dat dit mogelijk een zaak was die aan de eisen voldeed die aan het toekennen van de maatregel gesteld zijn. Samen met de Raad voor de Kinderbescherming werden gesprekken met de jongen, de moeder en andere betrokkenen (zoals school) gevoerd. Wil de rechter de maatregel uitspreken moet er een gedegen onderzoek zijn gepleegd. Juliëtte Wijnen: “Het is niet niks. Er werd veel van dit gezin verwacht. Bemoeienis van iedereen. Moeder moest het wel kunnen opbrengen om mee te werken. . De jongen bleef namelijk wel thuis wonen.” Juliëtte Wijnen heeft samen met de staf JR de aanvraag voor de Gedragsbeïnvloedende Maatregel uit-
gewerkt. Toen deze door de rechter was uitgesproken werd Ton Meijers bij de zaak betrokken. Ton Meijers voegt daaraan toe: “We zijn nu een paar maanden verder. En het gaat echt een stuk beter met de jongen, hij is veel rustiger geworden. Af en toe is er nog wel eens een klein conflict, zoals een scheldpartij. Volgens Ton is het een wereld van verschil met eerder: “In het begin was het wel moeilijk, want deze jongen wilde er niets van weten. Al die bemoeienis. Maar hij realiseerde zich ook dat hij zomaar een half jaar jeugddetentie kon krijgen als hij niet zou meewerken. En dat wilde hij natuurlijk niet.” Volgens Juliëtte is dit een mooi voorbeeld, omdat het nog om zo’n jonge jongen gaat; veertien jaar pas. “Er is zeker hoop nu voor dit gezin en deze jongen. Het gaat zoveel beter.” Juliëtte en Ton willen wel een kanttekening plaatsen: “Omdat de gedragsbeïnvloedende maatregel maar zes maanden duurt is het wel echt noodzakelijk dat de zorg die nodig is vanuit de zorgaanbieders ook beschikbaar is. Dat wil dus zeggen dat het van het grootste belang is dat er geen wachtlijsten zijn.”
Inmiddels is in 2009 een verlenging van de maatregel door de rechter uitgesproken voor de duur van een half jaar. De JR heeft die verlenging aangevraagd omdat de jongen goede vooruitgang boekt. In de zomer van 2009 kan de jongen zijn school afmaken. “ En dat zou wel een enorm succes zijn, “ vertelt Ton Meijers. “Dat ook de school van de jongen de vooruitgang ziet. En zij zijn toch degenen die hem de hele dag zien doordeweeks. Dus dat is echt een heel goed teken.”
9
AMK
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is onderdeel van Bureau Jeugdzorg Limburg. Iedereen die kindermishandeling vermoedt, kan voor ondersteuning contact opnemen met het AMK in Venlo of Maastricht. Als iemand met het AMK belt kan dat leiden tot een advies, consult of een zorgmelding. Advies: het AMK maakt samen met de beller een inschatting van de situatie en bekijkt wat deze zelf kan ondernemen Consult: het AMK ondersteunt iemand in meerdere contacten bij het uitvoeren van dat advies
2007 2008 verschil
10
Melding: een melding van een vermoeden van kindermishandeling door derden over een jeugdige en/ of gezin, waarbij het AMK onderzoek gaat doen naar de situatie van de gemelde jeugdige
Meldcode Kindermishandeling Het signaleren en bestrijden van kindermishandeling is groot in het nieuws geweest in 2008. Landelijk werd de Meldcode Kindermishandeling ingevoerd door minister Rouvoet van Jeugd en Gezin.
Meldcode Kindermishandeling Iedere beroepskracht die in zijn werk direct of indirect met kinderen te maken heeft kan een belangrijke bijdrage leveren aan de bestrijding van kindermishandeling. Het is daarvoor wel van belang dat hij weet wat hij moet doen wanneer hij vermoedt dat een kind wordt mishandeld, verwaarloosd of misbruikt . De instellingen waar deze beroepskrachten werkzaam zijn, kunnen daarin duidelijkheid bieden door het opstellen van protocollen: richtlijnen die aangeven hoe een medewerker met een vermoeden van kindermishandeling dient om te gaan. De meldcode kindermishandeling is bedoeld als basis voor deze protocollen. Vertrouwensarts Nens Coebergh van het AMK Noord-en Midden Limburg heeft vanuit haar functie als vicevoorzitter van het bestuur van de landelijke vereniging vertrouwensartsen kindermishandeling (VVAK) een substantiële bijdrage geleverd aan de nieuwe Meldcode Kindermishandeling voor artsen. Zij was ook al bij de vorige Meldcode betrokken. De meldcode is vastgesteld door de KNMG (de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) en in september 2008 aan minister Rouvoet overhandigd. Nens Coebergh is er duidelijk over: “De Meldcode Kindermishandeling voor artsen is geen vrijblijvende code. Artsen moeten bij vermoedens overleggen met het AMK en zo nodig een melding doen. Het is nu “spreken tenzij....”. Voorheen was het “zwijgen tenzij.....”.
Iedere beroepskracht is verplicht om bij vermoedens van kindermishandeling melding te doen bij het AMK. “Artsen worden hier op beoordeeld. Via een stappenplan wordt de arts ook naar het AMK geleid. Voor het AMK betekent dit nu al dat het aantal meldingen vanuit de ziekenhuizen in 2008 verdubbeld is in vergelijking met 2007.” De nieuwe Meldcode Kindermishandeling voor artsen is een goede en belangrijke ontwikkeling vindt de vertrouwensarts. “Het geeft artsen veel meer handvatten bij vermoedens van kindermishandeling. Artsen zijn er meer mee bezig en zijn zich er dus bewust van. De artsen volgen nu scholing in kindermishandeling en in ziekenhuizen worden scholingstrajecten opgezet.” “Kindermishandeling is van alle tijden. Alleen is de maatschappij complexer geworden. Hierdoor is er een grote groep mensen die de ontwikkelingen niet meer kunnen volgen en daardoor in de problemen komen of zelfs buiten de maatschappij komen te staan. Dit verhoogt het risico op kindermishandeling en geeft de kinderen uit deze gezinnen minder toekomstkansen. Het signaleren en bestrijden van kindermishandeling verdient alle aandacht. Preventie door aanpak van de onderliggende oorzaken is van groot belang voor de toekomst van kinderen en indirect dus ook voor de toekomst van ons land.” “Kindermishandeling is een breed begrip. Het kan gaan om een ‘pak slaag’ tot het verwaarlozen van kinderen. Geen aandacht geven is ook mishandeling. Er bestaat zowel geestelijke als lichamelijke mishandeling.” Nens Coebergh is inmiddels gestart met het geven van voorlichting aan artsen. “Het is mooi dat de Meldcode er is, maar artsen moeten ook weten wat ze van het AMK kunnen verwachten. Je doet een melding, en dan…..wat gebeurt er dan met jouw melding. Dat is minstens zo belangrijk. Artsen moeten wel weten dat er iets met hun melding gebeurt. ”
Deskundigheidsbevordering Aanpak Kindermishandeling Vanuit Bureau Jeugdzorg zijn medewerkers actief om trainingen te geven aan beroepskrachten die met kinderen te maken hebben. Een training om deze beroepskrachten bewust te maken van signalen van kindermishandeling en wat te doen als er vermoedens zijn van kindermishandeling. In 2008 hebben de twee medewerkers uitbreiding van hun team gekregen. Er zijn nu acht trainers binnen Bureau Jeugdzorg Limburg die de training Deskundigheidsbevordering Aanpak Kindermishandeling geven. Het komende jaar zal het aantal trainingen aan beroepskrachten dan ook flink uitgebreid worden.
11
De Kinderen Jongerenrechtswinkel De Kinder-en Jongerenrechtswinkel (KJRW) in Maastricht maakt deel uit van Bureau Jeugdzorg Limburg. De KJRW, voor het merendeel gerund door vrijwilligers, vraagt aandacht voor de rechtspositie van minderjarigen. Tevens verleent dit onderdeel juridische hulp aan kinderen en jongeren van 0 tot en met 18 jaar. De KJRW is bereikbaar via de locatie BJz Maastricht.
Aantal hulpaanvragen 2007 2008 verschil
Voorlichting... maar dan net even anders Meer dan ooit tevoren heeft de Kinder -en Jongerenrechtswinkel hard gewerkt om de naamsbekendheid te vergroten binnen de provincie. Coördinator Esther Pessers is ervan overtuigd dat de KJRW voorziet in een noodzakelijke behoefte voor kinderen en jongeren. De Kinder-en Jongerenrechtswinkel is er voor jongeren van 0 tot 18 jaar. Een groot deel van deze doelgroep zit dus nog op school. Om te laten weten dat de KJRW bestaat en dat het veel voor jongeren kan betekenen is in 2008 veel geinvesteerd om voorlichting te geven op scholen. Maar dan net even anders.
Coördinator Esther Pessers: “ In 2007 zijn we al begonnen om flink in te steken op de voorlichting over de KJRW. We zijn er tenslotte voor heel Limburg.”
Camper KJRW Dit betekent dat er veel tijd is gestoken in mobiele spreekuren. Met de speciale camper van de Kinderen Jongeren rechtswinkel gaan de vrijwilligers (rechtenstudenten) naar evenementen zoals het Bevrijdingsfestival in Roermonden stonden de vrijwilligers in Venlo tijdens de Dag van de Rechten van de Jeugd in november. Daarnaast zijn er ook mobiele spreekuren in gemeenten als Venlo en Sittard gehouden. De resultaten daarvan zijn wisselend. In sommige gemeenten loopt het goed, in andere gemeenten is de animo onder jongeren iets minder.
Voorlichting op scholen
12
“In 2008 zijn we ook met een nieuwe vorm van voorlichting begonnen. We hebben tijdens lesuren op middelbare scholen een uur voorlichting gegeven. Niet van die saaie verhalen houden, maar juist een hele interactieve voorlichting. En dat blijkt een groot
succes te zijn. Leraren en leerlingen zijn heel erg enthousiast. De vraag naar onze voorlichting is groot. We gaan gemiddeld een keer per week naar een middelbare school. We hebben deze “voorlichtingslessen” gegeven op scholen in Maastricht, Sittard en Venlo.”
Interactief Esther Pessers: “Ons lesuur begint met het tonen van de voorlichtingsfilm “Bert Brievenbus”. Een landelijke voorlichtingsfilm van de KJRW ‘s. Dan start een interactieve quiz die veel discussie oproept in de klas. We laten vragen zien waar we een reactie op willen. We schotelen situaties voor over het werk van de KJRW en vragen over wat wel en niet bij een KJRW thuishoort. Dit interactieve deel zorgt ervoor
dat leerlingen ook echt gaan reageren en mee doen. Ook leraren geven ons nadien aan dat ze het erg leuk vonden en vragen ons weer terug.”
Vervolg Wegens het succes van de interactieve voorlichting op scholen wordt dit komend jaar gecontinueerd. Nu waren de lessen vooral gericht op leerlingen van het havo en het atheneum. Komend jaar worden de vmbo-scholen benaderd. In heel Limburg wel te verstaan.
13
Personeelszaken Vertrouwenspersonen In het kader van ons thema ‘Veilig’ zijn in 2008 binnen Bureau Jeugdzorg Limburg drie externe vertrouwenspersonen aangesteld. Medewerkers kunnen bij hen terecht met klachten over ongewenst gedrag door andere medewerkers van Bureau Jeugdzorg Limburg.
Traumapsychologe Ook als er buitenshuis iets zou gebeuren, kunnen medewerkers op hulp rekenen. Bureau Jeugdzorg Limburg heeft een contract afgesloten met een team van traumadeskundigen van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Hulpverleners die tijdens het werk iets ingrijpends meemaken, bijvoorbeeld een bedreigende situatie met een ouder of het overlijden van een kind, kunnen terecht bij een van de traumapsychologen.
14
sfeer en hun eigen functie. Zaken zoals informatie, communicatie, leiderschap en werkomstandigheden verdienden wel nog de nodige aandacht. In 2008 is daarom uitvoering gegeven aan het betrekken van medewerkers bij verbeterplannen. Er zijn brainstormsessies georganiseerd en deze hebben geleid tot verbeterplannen. Deze plannen worden in de loop van 2009 nader uitgewerkt en dan zal ook begonnen worden met de uitvoering ervan.
Functieherwaardering Jeugdhulpverlening In 2008 heeft er een functieherwaardering plaatsgevonden voor de medewerkers in de Jeugdhulpverlening (de Toegang) van Bureau Jeugdzorg Limburg. Door de taakverzwaring, onder andere door toename aantal zorgmeldingen en meldingen van derden, is de functiebeloning gelijk getrokken met die van de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.
MTO
FUWA
Een jaar eerder, in 2007, is een groot medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden in opdracht van Bureau Jeugdzorg Limburg. Onderzocht werd hoe de medewerkers zich voelen in onze organisatie. Daaruit kwam onder meer naar voren dat medewerkers over het algemeen tevreden zijn over de werk-
In de nieuwe CAO jeugdzorg (2008-2010) is opgenomen dat alle functies binnen Bureau Jeugdzorg periodiek tegen het licht worden gehouden en indien nodig herijkt moeten worden. Bureau Jeugdzorg Limburg heeft hier in 2008 een start mee gemaakt. Het traject zal twee jaar duren.
Aantal medewerkers
1/1/2008 1/1/2009
Verdeling man/vrouw
man vrouw
Verzuimpercentage
2007 2008
Dienstverband
parttime fulltime
15
Bureau Jeugdzorg Limburg Slachthuisstraat 33 Postbus 34 6040 AA Roermond T 0475 335808 F 0475 315070 E
[email protected] www.bjzlimburg.nl
Bureau Jeugdzorg Heerlen Kloosterweg 26 6412 CN Heerlen T 045 5725757 F 045 572 5705 E
[email protected]
Bureau Jeugdzorg Kerkrade Kosterbeemden 45 6461 EA Kerkrade t 045 5471717 f 045 5471700 e
[email protected]
Bureau Jeugdzorg Limburg is de toegang tot de jeugdzorg in Limburg. Jeugdigen en hun ouders kunnen bij ons terecht met (ernstige) problemen bij opvoeden en opgroeien. Ook derden kunnen hun zorgen over jeugdigen melden bij Bureau Jeugdzorg. Onze taken zijn vastgelegd in de Wet op de Jeugdzorg. Wij verzorgen als onafhankelijke instelling de indicatie voor alle vormen van jeugdzorg. Als langer durende of intensieve hulp nodig is dan regelen wij dat en houden wij zicht op de voortgang daarvan. Ook vervullen wij de taken Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling. Daarnaast maken ook de afdeling PGB en de Kinder-en Jongerenrechtswinkel onderdeel uit van Bureau Jeugdzorg Limburg. Bureau Jeugdzorg streeft naar het scheppen van een zo verantwoord mogelijke ontwikkeling en opvoedingssituatie. Bepalend in onze werkwijze zijn de Universele Rechten van het Kind.
Bureau Jeugdzorg Maastricht
Bureau Jeugdzorg Sittard
Bureau Jeugdzorg Weert
De Bosquetplein 1 6211 KJ Maastricht t 043 3501400 f 043 3259988 e
[email protected]
Mgr. Buckxstraat 8 6134 AP Sittard t 046 4580808 f 046 4585098 e
[email protected]
Roermondseweg 10/12 6004 AS Weert t 0495-596565 f 0495 - 531865 e
[email protected]
Bureau Jeugdzorg Heuvelland
Bureau Jeugdzorg Venray
AMK Noord- en Midden-Limburg
Adelbert van Scharnlaan 170 6224 JX Maastricht t 043 3627000 f 043 3626699 e
[email protected]
Noorderhof 14 5804 BV Venray t 0478 517484 f 0478 641237 e
[email protected]
Prinsenstraat 4 5913 ST Venlo t 077 3875829 f 077 3542892 e
[email protected]
Bureau Jeugdzorg Roermond
Bureau Jeugdzorg Venlo
AMK Zuid-Limburg
Mariagardestraat 64 6041 HM Roermond t 0475 316245 f 0475 335595 e
[email protected]
Prinsenstraat 4 5900 AE Venlo t 077 3540959 f 077 3542892 e
[email protected]
Adelbert van Scharnlaan 170 6224 JX Maastricht t 043-3639424 f 043-3626699 e
[email protected]
Kinder- en Jongerenrechtswinkel De Bosquetplein 1 6211 KJ Maastricht t 043 3259757
ontwerp: www.fraipont.nl © 2009
Jaar bericht 2008
Dit jaarbericht is een uitgave van Bureau Jeugdzorg Limburg