Politiekeurmerk Veilig Wonen Handboek Bestaande Bouw 2008
Inhoud • Achtergrond • Resultaten • Deelcertificaten • Toepassing • Bereikbaarheid
2
Achtergrond Waar komt het keurmerk vandaan? • 1989 Engelse formule “Secured by Design” • 1990 Checklist SVO (Sociaal Veilig Ontwerpen) • 1992 Ontwikkeling in Nederland • 1994 Onderzoek en experimenten begeleid door BZK en Justitie en SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) • 1998 Landelijke invoering • 1999 Doorontwikkeling door NPI • 2001 Oprichting Beheerinstituut PKVW • 2005 Beheer en management bij CCV • 2008 PKVW (regeling 2008)
3
Resultaten Het PKVW levert voordelen voor de gemeenten, de corporaties, de politie en natuurlijk de bewoners. • 90 % minder kans op inbraak of poging daartoe; • bewoners eerder gewaarschuwd bij brand door verplichte rookmelders; • korting op de verzekeringspremie; • overige delicten (vernieling, graffiti, auto-inbraken) in de wijk nemen af; • een toename van veiligheidsbeleving in de wijk; • een prettige en veilige woonwijk behoudt zijn waarde.
4
Deelcertificaten • Anders dan bij nieuwbouw zijn hier deelcertificaten mogelijk • Onafhankelijk van elkaar te behalen • Samen het politiekeurmerk Veilig Wonen indien minimaal 60% van de woningen een certificaat heeft.
Veilige Woning
Veilig Complex
Veilige Omgeving
5
Toepassing Er is één keurmerk, maar meerdere toepassingsgebieden: 1. 2. 3. 4. 5.
Keurmerk voor nieuwbouw (NB) Keurmerk voor grootschalige renovatie (BB) Certificaat voor individuele woningen (BB, CVW) Certificaat voor het complex (BB, CVC) Certificaat voor de omgeving (BB, CVO)
1. Prestatieafspraken met partners zoals corporaties 2. Mutaties en grootschalig onderhoud 3. Stimuleringsregeling • Keuze: expertise inhuren, laten opleiden of Landelijke beoordelingscommissie op afstand (CVC en CVO) • Wel noodzakelijk: basiskennis over instrument 6
Toepassing Keurmerk Bestaande Bouw
Woning
Complex
Omgeving
C
O
W
• E = Eis • A = Aanbeveling 7
Woning (W) W1
Deuren: inbraakwerendheid en zichtbaarheid
E
W2
Ramen : inbraakwerendheid
E
W3
Kelderramen, lichtkoepels: inbraakwerendheid
E
W4
Deuren: verlichting
E
W5
Rookmelders
E
W6
Voorlichting en communicatie
E
8
W1 – Deuren Inbraakwerendheid en zichtbaarheid • WAT: Bereikbare deuren zijn 3 minuten inbraakwerend Bewoners kunnen zien wie er voor de deur staat • HOE: - Glasstrook of deurspion - Beveiligen conform beveiligingsrichtlijn PKVW of - Gevelelementen voldoen aan weerstandsklasse 2
9
W1 – Deuren inbraakwerendheid vervolg. • WAT: Vluchtvriendelijke deur • HOE: 1 deur van de woning kan zonder sleutel verlaten worden. Draaiknopcilinder is een mogelijkheid. Glas binnen 70 cm is inbraakwerend klasse P4A • Brievenbus binnen 70 cm afgeschermd
10
W2 – Ramen en ventilatieopeningen inbraakwerendheid • WAT: Bereikbare ramen zijn 3 minuten inbraakwerend • HOE: - Beveiligen conform beveiligingsrichtlijn PKVW of - Gevelelementen voldoen aan weerstandsklasse 2 - Ramen kleiner dan 15 cm (een zijde) geen eisen.
11
W3 – Kelderramen, luiken, lichtkoepels en dakramen:inbraakwerendheid • WAT: Alle bereikbare Kelderramen, luiken, lichtkoepels en dakramen die toegang kunnen geven tot de woning zijn tenminste drie minuten inbraakwerend. • HOE: Dagmaat kleiner dan 215 cm (aan 1 zijde) geen eisen - kelderramen of luiken onder vloerniveau onbereikbaar maken - Lichtkoepels conform weerstandsklasse 2 –of- Barrierevoorziening productenlijst K • Dakramen conform W2
12
W4-Deuren: verlichting • WAT: Bereikbare en zichtbare deuren zijn bij duisternis verlicht • HOE: - Bij bereikbare deuren is een lamp aangebracht - Indien de voordeur in een nis ligt dieper dan 40 cm is een schemergeschakeld armatuur aangebracht - Overige deuren kan de verlichting gecombineerd worden indien gelegen binnen 7,5 meter. - Indien de routing naar een deur op de eerste etage verlicht wordt kan een lamp bij die deur achterwege blijven. 13
W5 - Rookmelders • WAT: Bewoners worden tijdig gealarmeerd als rook ontstaat. • HOE: Op ieder vloerniveau indien beloopbaar vloeroppervlakte van minimaal 8m2 met een hoogte van 1,9 meter dient op een centrale plaats een rookmelder geplaatst te worden.
14
W6 - Voorlichting en communicatie • WAT: Bewoners van beveiligde woningen worden voorgelicht over veilig gedrag. • HOE: Bewoners ontvangen (schriftelijk) informatie- en voorlichtingsmateriaal en eventuele voorlichting uitleg over sleutelbeheer.
15
Complex (C) C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 C12
Toezicht en Beheer Woongebouw: toegankelijkheid en verlichting Gem. Ruimten: toegankelijkheid en verlichting Coll. Bergingencomplex; ontsluiting, omvang
E E E E
Collectieve fietsenstalling Achterpaden
E E
Parkeergarage, behorend bij het complex Collectieve parkeerterreinen in de open lucht Binnenterreinen
E E A
Bergingen, schuren of garages: inbraakwerenh. E Bergingen, schuren of garages: verlichting E Muren / vlakken /wanden: antigraffiti A 16
C1 – Toezicht en beheer • WAT: Informeel toezicht gestimuleerd en beheer complex is georganiseerd • HOE: - meldpunt kapotte verlichting - maatregelen voorkomen en/of verwijderen graffiti op gevoelige plaatsen - reparaties aan en schoonmaak van terrein, muren straatmeubilair binnen afgesproken termijn. Controle op herstel. - regelmatig controles op vervuiling. 17
C2 –Woongebouw; toegankelijkheid en verlichting • WAT: Woongebouw is niet vrij toegankelijk. Zicht op de hoofdingang wordt niet belemmerd. • HOE: Ingang goed in het zicht; goede verlichting; bellenbord; intercom; doorwerp postkasten afgeschuind; doorzicht door glas. Brandtrappen tot 2.40 meter hoogte afgeschermd.
18
C3 – Gemeenschappelijke ruimten; toegankelijkheid en verlichting • WAT: Toegangsdeuren van parkeergarage, bergingscomplex fietsenstalling e.d. in een woongebouw zijn zelfsluitend en beveiligd tegen flipperen. Wel een goede vluchtweg! • HOE: - Beperken van de doorgang door een gebouw voor onbevoegden door voorzieningen aan deuren, maar wel doorzicht door beglazing. - gemeenschappelijke ruimtes zijn goed verlicht volgens diverse normen.
19
C4 - Collectief bergingscomplex; ontsluiting, toegankelijkheid en omvang • WAT: Bergingscomplexen hebben een ontsluitingssysteem, dat zowel praktisch is als sociaal veilig. • HOE: Maximaal 50 kelderboxen of in compartimenten van 50; Toegang op maaiveldniveau; Elk compartiment eigen toegangsdeur volgens C3; Rechte gangen of eventueel spiegels; Verlichting conform G5. Dimmen mogelijk! • Individuele bergingsdeuren inbraakwerend of bij compartimenten kleiner dan 15 de buitenschil van het compartiment onder voorwaarden.
20
C5 - Collectieve fietsenstalling • WAT: Als privé-stallingen ontbreken (zoals schuurtjes en bergingen) is een inbraakveilige en goed verlichte collectieve (fietsen)stalling met voldoende plaatsen noodzakelijk. • HOE: Voldoende capaciteit; inbraakwerend; doorzicht via inbraakwerend glas en goed verlicht.
21
C6 - Achterpaden • WAT: Achterpad is overzichtelijk en goed verlicht • HOE: - Verlichting RA waarde 60 - Diverse mogelijkheden om het pad te verlichten - Op hoeken worden spiegels geplaatst - Overhangend groen verwijderd
22
C7 - Parkeergarage, behorend bij het complex • WAT: De parkeergarage is sociaal veilig en goed verlicht • HOE: - Een garage is afgesloten en alleen toegankelijk voor bevoegden; met goede verlichting (min gem 40 lux 0,50 Uh) en goed zicht. - Dimmen verlichting kleine garages mogelijk - Toegangsdeuren voldoen aan C3 - Maximaal 25 bergingen rechtstreeks op de garagevloer
23
C8 – Collectieve parkeerterreinen in de open lucht, behorend bij een complex • WAT: Een parkeerterrein voor bewoners van een complex is overzichtelijk, goed verlicht en er is zicht op geparkeerde auto’s vanuit woningen. • HOE: - groenvoorziening of straatmeubilair neemt het zicht niet weg - zicht vanuit minimaal 2 woningen op het parkeerterrein - eenheden van maximaal 20 parkeerplaatsen - bij deels overdekt parkeren zicht van 2 woningen op elke parkeerplaats en verlichting 40 lux gelijkmatigheid 0,5 Uh en RA waarde minimaal 60.
24
C9 - Binnenterreinen
(Aanbeveling)
• WAT: Binennterreinen hebben geen openbare functie, zijn sociaal veilig, niet kwetsbaar voor vandalisme en buurtoverlast en maken aanliggende woningen niet kwetsbaar voor inbraak • HOE: - Geen openbare status - afsluitbaar met deur of hek met verlichting - paden op het terrein zijn verlicht conform O2
25
C10 – Bergingen, schuren of garages; inbraakwerendheid • WAT: Deuren, ramen en ventilatieopeningen van bergingen, schuren en garages zijn tenminste drie minuten inbraakwerend. • HOE: - Inbraakwerend volgens NEN 5096 klasse 2 OF - Productenlijst bestaande bouw - Geen glas in deur berging in complex - Indien smaller dan 15 cm geen eisen
26
C11 – Bergingen, schuren of garages; verlichting • WAT: Bergingen, schuren en garages zijn aan de buitenzijde zodanig verlicht, dat het inbrekers afschrikt en de gebruiksvriendelijkheid verhoogt. • HOE: - lamp bij elke toegangsdeur - combineren van verlichting binnen 7,5 meter - zonder belemmering door openbare verlichting
27
C12 - Muren/vlakken/wanden: antigraffiti (Aanbeveling) • WAT: Graffiti op muren, vlakken en wanden van het woongebouw voorkomen. • HOE: Afschermen muren e.d. door beplanting of muren met antigraffiti-coating c.q. eenvoudig schoon te maken.
28
Omgeving(O) O1
Toezicht en Beheer
E
O2
Openbare verlichting
E
O3
Parkeren in de open lucht
E
O4
Achterpaden
E
O5
Routes langzaam verkeer
A
O6
Tunnels en onderdoorgangen
E
O7
Openbare parkeergarage
E
O8
Stallen van fietsen bij voorzieningen
A
O9
Haltes openbaar vervoer
A
O10
Speelplaatsen en straatmeubilair
A
O11
Publiekstrekkende voorzieningen
A
O12
Muren/vlakken/wanden” antigraffiti
A 29
O1 – Toezicht en beheer • WAT: Het beheer van de omgeving is georganiseerd • HOE: - Beheerplan woonomgeving waarin: * meldpunt verlichting, vervuiling of andere klachten * reparaties binnen afgesproken termijn * groen-onderhoud * overlast hondenpoep tegengaan * controles op graffiti. Rascistische graffiti wordt verwijderd.
30
O2- Openbare verlichting • WAT: Een woongebied is bij duisternis helder, nietverblindend en gelijkmatig verlicht. Herkenbaarheid personen op een afstand van minimaal vier meter. • HOE: Horizontale gemiddelde verlichtingssterkte (Egem) = 3 lux met gelijkmatigheid min. 0,3 Uh bij RA 25 of(Egem) = 2 lux met 0,3 Uh bij RA 60 of (Egem) = 3 lux met 0,2 Uh bij RA 60. + Geen hinder door openbaar groen. Tunnels en onderdoorgangen 15 lux, 0,3Uh Ra waarde 60.
31
O3 - Parkeren in de open lucht • WAT: Er is parkeergelegenheid voor bewoners en bezoekers in de nabijheid van woningen en woongebouwen; Er is zicht op de geparkeerde auto’s vanuit woningen. • HOE: Eigen erf parkeren of parkeerterreinen van maximaal 20 plaatsen, in het zicht van tenminste twee woningen; Grotere parkeerterreinen voor bewoners en/of bezoekers bij woongebouwen zijn sociaal veilig, overzichtelijk en goed verlicht.
32
O4 - Achterpaden • WAT: Achterpad is overzichtelijk en goed verlicht • HOE: - Verlichting RA waarde 60 - Diverse mogelijkheden om het pad te verlichten - Op hoeken worden spiegels geplaatst - Overhangend groen verwijderd Bij deze eis zijn de achterpaden eigendom van/in beheer bij de gemeente
33
O5 - Routes langzaam verkeer (Aanbeveling) • WAT: Routes voor langzaam verkeer zijn sociaal veilig. • HOE: – Op tenminste 1 route naar essentiele functies zicht vanuit omliggende woningen. – Groen tussen rijbaan en fietspad mag het overzicht niet belemmeren. – routes door het groen, wordt geen schijnveiligheid gewekt door daar openbare verlichting aan te leggen
34
O6 - Tunnels en onderdoorgangen • WAT: Tunnels en onderdoorgangen voor langzaam verkeer zijn schoon, heel en goed verlicht. • HOE: - Bij in/uitgangen geen zichtbelemmerende obstakels en groen - Verlichting 15 lux gelijkmatigheid 0,3 - Verlichting in vandalisme bestendige constructie
35
O7 - Openbare parkeergarage • WAT: Openbare parkeergarages zijn sociaal veilig. • HOE: Strenge verlichtingseisen: In- en uitritten overdag: 200 lux-, ’s nachts: 100 lux; parkeervakken 40 lux RA-waarde 50; gelijkmatigheid 0,50 Uh; hiernaast zicht, doorzicht herkenbare route en bewegwijzering. Afsluitbare ingangen.
36
O8 – Het stallen van fietsen bij voorzieningen. (Aanbeveling) • WAT: Er zijn voldoende en veilige, collectieve fietsparkeervoorzieningen in de omgeving. • HOE: - Stallingsplaatsen in overeenstemming aantal gebruikers - Verlichting conform O2 - Zichtbelemmerende obstakels verwijderd/aangepast - Stallingsplaatsen: * bewaakte stallingen of * collectieve fietskluizen * fietsparkeur * volgens C5
37
O9 - Haltes openbaar vervoer (Aanbeveling)
• WAT: Haltes voor het openbaar vervoer zijn zichtbaar, verlicht, worden onderhouden en nodigen niet uit tot vandalisme, graffiti of buurtoverlast. • HOE: - binnen 75 meter van woningen en in het zicht - zicht wordt niet belemmerd door beplanting etc
38
O10 – Speelplaatsen voor jongeren en straatmeubilair (Aanbeveling) • WAT: Speelplaatsen en ontmoetingsplaatsen voor de jeugd zijn afgestemd op de behoefte; Toezicht is mogelijk en overlast wordt zoveel mogelijk voorkomen. • HOE: Speelruimte is afgestemd op leeftijd jeugd en gescheiden categorieën; Zicht op speelplaats van de kleintjes; Oudere jeugd heeft plein of grasveld; JOP’s zijn niet direct in zicht woningen. Bewoners worden betrokken bij herinrichting.
39
O11 – Publiekstrekkende voorzieningen (Aanbeveling) • WAT: Publiekstrekkende voorzieningen veroorzaken geen extreme overlast. • HOE: - vergunningenbeleid wordt gebruikt - aantoonbare overlast dan bestuurlijke dwang
40
O12 - Muren/vlakken/wanden: anti graffiti (Aanbeveling) • WAT: Graffiti op muren, vlakken en wanden in de leefomgeving wordt zoveel mogelijk voorkomen. • HOE: Afschermen door beplanting of antigraffiti-coating of eenvoudig reinigende materialen.
41
Bijlage: Bereikbaarheid • WAT: Gevelelementen (deuren en ramen) en daarmee gelijk te stellen delen, zoals dakramen en lichtkoepels op de hoger gelegen verdiepingen moeten, als ze bereikbaar zijn, voldoen aan de betreffende W-eisen. • HOE: Bereikbaarheid van deuren, ramen, luiken, lichtkoepels en dakramen volgens de NEN 5087 versie september 2007 en alle hoger gelegen deuren en ramen zijn ook bereikbaar als er duidelijke opklimmogelijkheden zijn (3,50 m en 2,40 m; < +/50 graden dakhelling en werkvlak van minimaal 0,4 x 0,4 m.).
42
Meer informatie • www.politiekeurmerk.nl
43