HET CCV KEURINGSPROTOCOL POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN NIEUWBOUW 2015 Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw 2015
door
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid versie
Referentie
Utrecht, 1 april 2015
VOORWOORD
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 2/89
De Handboeken Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) geven de eisen weer waaraan wijken en woningen in zowel nieuwbouw als in bestaande bouw moeten voldoen. Het PKVW gaat uit van sociale en fysieke drempels om de gelegenheidsinbreker buiten de wijk en buiten de deur te houden. In de handboeken zijn de eisen als prestatie-eis geformuleerd (wat), met daarbij aangegeven hoe de eis gerealiseerd kan worden. Hiermee is nog onvoldoende bepaald wanneer er sprake kan zijn van goed- of afkeur. Het CCV Keuringsprotocol PKVW geeft hier invulling aan. Dit CCV Keuringsprotocol PKVW Nieuwbouw gaat specifiek in op nieuwbouw is verbonden aan het Handboek PKVW Nieuwbouw:2015. Deze handboeken zijn te downloaden via de website van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) of via de website www.politiekeurmerk.nl. Het CCV keuringsprotocol PKVW Nieuwbouw wordt gebruikt door: • Partijen betrokken bij ontwerp en realisatie van nieuwbouwwijken en – woningen om zelf van te voren te bepalen, vanuit hun verantwoordelijkheid, of aan de eisen voldaan zal worden; • Inspectie-instellingen voor het uitvoeren van inspecties volgens het CCV inspectieschema PKVW. Dit document is vastgesteld door het CCV met als publicatiedatum 1 april 2015 na instemming op 13 februari 2015 door de Werkgroep Kwaliteitsbeheer PKVW. Dit document kan worden aangehaald als : • “CCV Keuringsprotocol PKVW Nieuwbouw 2015”, of • “PKVW-KP-NB:2015”.
Dit document wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid te Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B van de Auteurswet 1912 jo het besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882,1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a database or retrieval system, or published, in any form or in any way, electronically, mechanically, by print, photoprint, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher. Ondanks alle aan de samenstelling van deze uitgave bestede zorg, kan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
INHOUDSOPGAVE
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 3/89
1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.4 1.5 1.6 1.7
Inleiding
2 2.1 2.2 2.2.1
Algemene eisen en aanbevelingen Afmeting en bereikbaarheid Inbraakwerendheid: dak- of gevelelementen Dak- of gevelelement met een attest waaruit blijkt dat het voldoet aan weerstandsklasse 2 van de vigerende NEN 5096 Dak- of gevelelement met een conformiteitsverklaring waaruit blijkt dat het voldoet aan weerstandsklasse 2 van de vigerende NEN 5096 Inbraakwerendheid: kwaliteit glas Gevelelementen: gelijksluitendheid en lichte bediening Vluchtvriendelijke deur Aanbeveling
2.2.2 2.3 2.4 2.5
8 8 8 8 8 8 9 9 9 9
Inleiding Meet- en testmiddelen Commissies Landelijke Beoordelingscommissie Commissie van Compenserende Maatregelen Overgangsregeling Bereikbaarheid Raam of deur Definities
3 Eisen: stedenbouwkundige randvoorwaarden S1-1 Routes langzaam verkeer (sociaal veilige route) S1-2 Routes langzaam verkeer (alternatieve/recreatieve route) S1-3 Routes langzaam verkeer (route naar functionaliteit-verlichting) S1-4 Routes langzaam verkeer (route naar functionaliteit-berm) S1-5 Routes langzaam verkeer (route naar functionaliteit-verlichting berm) S1-6 Routes langzaam verkeer (route naar functionaliteit-begroeiing berm) S1-7 Routes langzaam verkeer (route naar functionaliteit - verlichting paden) S2-1 verkaveling en achterpaden (zicht vanuit woningen) S2-2 verkaveling en achterpaden (zicht op de voordeur) S2-3 verkaveling en achterpaden ( achterpaden) 4 aanbevelingen: stedenbouwkundige randvoorwaarden S3-1 Schaalgrootte, woningdifferentiatie, bouwhoogte en contact met de buurt S3-2 Schaalgrootte, woningdifferentiatie, bouwhoogte en contact met de buurt voorzieningen) S3-3 Schaalgrootte, woningdifferentiatie, bouwhoogte en contact met de buurt gelijkwaardige woningen) S3-4 Schaalgrootte, woningdifferentiatie, bouwhoogte en contact met de buurt schaalgrootte) S3-5 Schaalgrootte, woningdifferentiatie, bouwhoogte en contact met de buurt verdiepingen) S4-1 Aansluiting op omliggende bebouwing (entrees woongebied) S4-2 Aansluiting op omliggende bebouwing (bundelen verkeersstromen) S4-3 Aansluiting op omliggende bebouwing (ontbreken niemandsland) S4-4 Aansluiting op omliggende bebouwing (ontbreken ruimtelijke barrieres) S5-1 Wijkontsluiting ( toegankelijkheid woonwijken) S5-2 Wijkontsluiting (hoofdwegen) S6-1 Recreatie en ontspanning (kleinere recratieve plekken)
11 11 11 11 11 12 12 12 14 14 14 14 15 15 16 16 17 17 18
19 (variatie in woningen) 19 (aanwezigheid 19 (clusters van 20 (Bouwhoogte en 20 (galerij en 20 21 21 21 22 22 22 23
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 4/89
S6-2 Recreatie en ontspanning (recreatieve openbare buitenruimte) 23 S7-1 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (geen overlast) 24 S7-2 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (centrale ligging) 24 S7-3 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (woningen boven winkels) 24 S7-4 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (zicht op ingangen en gevels voorzieningen) 25 S7-5 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (voorkomen nissen en onoverzichtelijke hoeken) 25 S7-6 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (langzaam verkeerroutes- geen tunnels en onderdoorgangen) 25 S7-7 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (routes in het zicht van woningen) 26 S7-8 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (parkeer- en stallingsvoorzieningen) 26 S7-9 Wijkvoorzieningen gekoppeld aan de woonfunctie (dag- en nachtgebruik van het voorzieningengebied) 27 5 Eisen: openbare ruimte O1-1 Openbare verlichting (verlichtingsniveau) O1-2 Openbare verlichting (periode verlichtingsniveau) O1-3 Openbare verlichting (Geen hinder openbaar groen) O1-4 Openbare verlichting (VERLICHTING onderdoorgangen) O2-1 Parkeren in de openlucht nabij woningen O2-2 Parkeren in de openlucht nabij woningen (mix openlucht en overdekt parkeren) O2-3 Parkeren in de openlucht nabij woningen (Mix openlucht en overdekt parkeren maximaal 25 overdekte plaatsen) O2-4 Parkeren in de openlucht nabij woningen (mix openlucht en overdekt parkeren > 25 overdekte plaatsen) O2-5 Parkeren in de open lucht nabij woningen (fietsparkeren bij woongebouw) O2-6 Parkeren in de open lucht nabij woningen (fietsparkeren bij multifunctioneel woongebouw) O3-1 Openbare parkeergarage bij een woonfunctie O3-2 Openbare parkeergarage bij een woonfunctie (koppeling eis o3) O4-1 Binnenterrein (zicht op ingangen) O4-2 Binnenterrein (besloten karakter) O4-3 Binnenterrein (verlichting bij en kwaliteit van toegangshek) O4-4 Binnenterrein (compartimenteren) O4-5 Binnenterrein (verlichting paden)
28 28 28 29 29 30 31
6 Aanbevelingen: openbare ruimte O5-1 Haltes openbaar vervoer (zicht op haltes vanuit woningen) O5-2 Haltes openbaar vervoer (belemmering zicht) O5-3 Haltes openbaar vervoer (criteria haltes) O5-4 Haltes openbaar vervoer (graffiti of vernielingen) O5-5 Haltes openbaar vervoer (klein afval) O6-1 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (toepassing) O6-2 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (kleine voorzieningen) O6-3 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (zicht op voorzieningen) O6-4 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (bereikbaarheid diensten) O6-5 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (vandalismebestendigheid en beheer) O6-6 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (beschikbaarheid speelruimten) O6-7 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (differentiatie naar leeftijd) O6-8 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (zicht op speelplaatsen) O6-9 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (speelveld oudere jeugd) O6-10 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (ligging plaats voor oudere jeugd) O6-11 Straatmeubilair en wijkvoorzieningen (plaatsen langs waterpartijen)
38 38 38 38 39 39 39 39 40 40 40 41 41 41 42 42 42
31 32 32 33 33 34 35 35 35 36 36
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 5/89
O7-1 Beheerplan woonomgeving (‘beheerplan’) O7-2 Beheerplan woonomgeving (inhoud ‘beheerplan’) O7-3 Beheerplan woonomgeving (procedures)
43 43 43
7 Eisen: Kavels K1-1 Achterpaden (afmetingen) K1-2 Achterpaden (ontsluitingsstructuur) K1-3 Achterpaden (toegangen, hoek, splitsing, kruising,gekoppelde paden) K1-4 Achterpaden (verlichting) K1-5 Achterpaden (verlichting aan bergingen) K2-1 Complex van bergingen, schuren of privé-garages: situering en verlichting: (zicht op deuren) K2-2 Complex van bergingen, schuren of privé-garages: situering en verlichting: (openbare verlichting) K2-3 Complex van bergingen, schuren of privé-garages: situering en verlichting: (inbraakwerendheid)
44 44 44 44 45 45 46 46 46
8 Aanbevelingen: Kavels K2-1 Complex van bergingen, schuren of privé-garages: situering en verlichting: (aantal) K3-1 Verkaveling en situering eengezinswoningen: voorzijde (semi private ruimte) K3-2 Verkaveling en situering eengezinswoningen: voorzijde (zicht) K3-3 Verkaveling en situering eengezinswoningen: voorzijde (gevel) K4 Verkaveling en situering eengezinswoningen: achterzijde (privé karakter) K5-1 Verkaveling en situering woongebouwen (zicht op toegangsdeuren) K5-2 Verkaveling en situering woongebouwen (geen zichtbelemmering) K5-3 Verkaveling en situering woongebouwen (semi private ruimte woningen bgg) K5-4 Verkaveling en situering woongebouwen (tuin woningen bgg) K5-5 Verkaveling en situering woongebouwen (toegangsroutes en verlichting) K5-6 Verkaveling en situering woongebouwen (parkeerplaatsen) K6-1 Erfafscheidingen (locaties en hoogte) K6-2 Erfafscheidingen (aansluiting op bebouwing)
47 47 47 47 48 48 48 49 49 49 50 50 50 51
9 Eisen: Woongebouwen G1-1 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (omvang en sociale controle) G1-2 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (toegankelijkheid) G1-3 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (opklimmen galerij) G1-4 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (bereikbare galerij) G1-5 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (brandtrappen en noodtrappenhuizen) G1-6 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (zorgfaciliteiten) G1-7 Woongebouw: ontsluiting en toegankelijkheid (kleinschalig woongebouw) G2 woongebouw: onderdoorgang G3-1 Hoofdingang woongebouw (zicht) G3-2 Hoofdingang woongebouw (positie in gevel) G3-3 Hoofdingang woongebouw (verlichting nis) G3-4 Hoofdingang woongebouw (verlichting binnen) G3-5 Hoofdingang woongebouw (verlichting buiten) G3-6 Hoofdingang woongebouw (criteria deur) G3-7 Hoofdingang woongebouw (bellenbord) G3-8 Hoofdingang woongebouw (intercom of videofoon) G3-9 Hoofdingang woongebouw (stallingsplaats fietsen) G3-10 Hoofdingang woongebouw (doorzicht en overzicht) G3-11 Hoofdingang woongebouw (niet afgesloten voorhal) G4-1 Toegangsdeuren gemeenschappelijke ruimten (eisen deur en verlichting) G4-2 Toegangsdeuren gemeenschappelijke ruimten (lift, zicht op toegangsdeuren)
52 52 52 52 53 53 54 54 55 56 56 56 57 57 58 58 58 59 59 60 60 61
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 6/89
G5-1 Verlichting gemeenschappelijke ruimten (verlichtingsniveau) 61 G5-2 Verlichting gemeenschappelijke ruimten (Dimmen of uitschakelen) 62 G5-3 Verlichting gemeenschappelijke ruimten (Dimmen in parkeergarage) 63 G6-1 Collectief bergingencomplex: ontsluiting en omvang (omvang en toegang) 63 G6-2 Collectief bergingencomplex: ontsluiting en omvang (meer dan 35 bergingen) 64 G6-3 Collectief bergingencomplex: ontsluiting en omvang (verlichting toegangsdeur) 64 G6-4 Collectief bergingencomplex: ontsluiting en omvang (positie toegangsdeur) 65 G6-5 Collectief bergingscomplex: ontsluiting en omvang (afsluiting) 65 G6-6 Collectief bergingscomplex; ontsluiting en omvang (overzichtelijkheid) 65 G6-7 Collectief bergingscomplex: ontsluiting en omvang (verlichting) 66 G7-1 Berging: Inbraakwerendheid gevelelementen, deuren, ramen en ventilatieopeningen (inbraakwerendheid) 66 G7-2 Berging: Inbraakwerendheid gevelelementen, deuren, ramen en ventilatieopeningen (bediening deuren) 66 G7-3 Berging: Inbraakwerendheid gevelelementen, deuren, ramen en ventilatieopeningen (glas) 67 G7-4 Berging: Inbraakwerendheid gevelelementen, deuren, ramen en ventilatieopeningen (garagedeur) 67 G7-5 Berging: Inbraakwerendheid gevelelementen, deuren, ramen en ventilatieopeningen (stelkozijnen) 67 G8-1 Voorzieningen in een woongebouw (zelfstandige entree) 68 G8-2 Voorzieningen in een woongebouw (doorgang naar woongebouw) 68 G8-3 Voorzieningen in een woongebouw (nooduitgangen) 69 G9-1 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (toegankelijkheid) 69 G9-2 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (koppeling eis O3) 69 G9-3 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (doorzicht toegangsdeur) 70 G9-4 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (criteria toegangsdeur) 70 G9-5 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (aantal bergingen) 70 G9-6 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (criteria bergingsdeuren) 71 G9-7 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (verlichting) 71 G9-8 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (toegangmogelijkheid voor bezoekers) 72 G9-9 Parkeergarage behorend bij een woongebouw (overzicht en doorzicht) 72 G10-1 Collectieve (fietsen)stalling (verplichting aanwezigheid) 73 G10-2 Collectieve (fietsen)stalling (aantal plaatsen) 73 G10-3 Collectieve (fietsen)stalling (criteria toegangsdeur en scootmobielruimte) 73 G10-4 Collectieve (fietsen)stalling (verlichting) 74 G10-5 Collectieve (fietsen)stalling (fietshangars) 74 G10-6 Collectieve (fietsen)stalling (positie toegangsdeur en verlichting) 75 10 Aanbevelingen: Woongebouwen G11 Beheerplan en toezicht woongebouw inclusief maatregelen tegen graffiti (inhoud beheerplan, procedures, meldpunt)
76
11 Eisen: Woningen W1-1 Zicht op de openbare ruimte (zicht vanuit woningen) W1-2 Zicht op de openbare ruimte (ramen in kopgevels) W1-3 Zicht op de openbare ruimte (zichtbelemmering) W2-1 Deuren: zicht en verlichting: (zicht en onderdoorgang) W2-2 Deuren: zicht en verlichting: (positie in gevel) W2-3 Deuren: zicht en verlichting: (positie berging voorzijde) W2-4 Deuren: zicht en verlichting: (zien wie voor de deur staat) W2-5 Deuren: zicht en verlichting: (verlichting voordeur) W2-6 Deuren: zicht en verlichting: (verlichting overige deuren)
77 77 77 77 78 78 78 79 79 79
76
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 7/89
W2-7 Deuren: zicht en verlichting: (centrale verlichting) W2-8 Deuren: zicht en verlichting: (toepassing W2) W3-1 Deuren: inbraakwerendheid (inbraakwerendheid) W3-2 Deuren: inbraakwerendheid (inbraakwerende beglazing) W3-3 Deuren: inbraakwerendheid (tweezijdig bedienbaar en cilindertrekbeveiliging) W3-4 Deuren: inbraakwerendheid (gelijksluitendheid) W3-5 Deuren: inbraakwerendheid (kierstandhouder) W3-6 Deuren: inbraakwerendheid (sleutelkluisje) W4-1 Ramen, ventilatieopeningen, lichtkoepels en dakramen: inbraakwerendheid (inbraakwerendheid) W4-2 Ramen, ventilatieopeningen, lichtkoepels en dakramen: inbraakwerendheid (inbraakwerende beglazing) W4-3 Ramen, ventilatieopeningen, lichtkoepels en dakramen: inbraakwerendheid (gelijksluitendheid) W5-1 Garages: inbraakwerendheid en verlichting (inbraakwerendheid) W5-2 Garages: inbraakwerendheid en verlichting (ramen gelijksluitend) W5-3 Garages: inbraakwerendheid en verlichting (deuren gelijksluitend) W5-4 Garages: inbraakwerendheid en verlichting (inbraakwerende beglazing) W5-5 Garages: inbraakwerendheid en verlichting (verlichting) W6-1 Berging of schuur: inbraakwerendheid en verlichting (inbraakwerendheid) W6-2 Berging of schuur: Inbraakwerendheid en verlichting (bediening deur) W6-3 Berging of schuur: inbraakwerendheid en verlichting (kwaliteit wandconstructie) W6-4 Berging of schuur: Inbraakwerendheid en verlichting (verlichting) W7-1 Rookmelder (aansluiting en plaatsing) W7-2 Rookmelder (beloopbare oppervlakte) W7-3 Rookmelder (projecteringsrichtlijnen)
80 80 80 81 81 81 81 82 82 82 83 83 83 83 83 84 84 85 85 85 86 86 87
12 Aanbevelingen: Woningen W8 Maatregelen bij hogere risico’s, voorlichting en communicatie (schriftelijk)
88 88
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 8/89
1
INLEIDING
1.1
INLEIDING
De volgende hoofdstukken geven aan hoe de eisen van het Handboek PKVW Nieuwbouw beoordeeld moeten worden. Aan de gestelde eis uit het handboek wordt voldaan als de bevindingen en/of gemeten waarden overeenkomen met de onder het keuringsprotocol genoemde criteria. Doelstelling van het CCV Keuringsprotocol PKVW Nieuwbouw 2015 is om inspecties en beoordelingen van de eisen en aanbevelingen op een eenduidige wijze te laten plaatsvinden. De volgorde van de eisen in het Handboek PKVW Nieuwbouw wordt zoveel mogelijk gevolgd. Als een eis uit meerdere deeleisen bestaat, worden deze apart behandeld in sub-paragrafen. De W-eisen met een repeterend karakter, die op gelijke wijze beoordeeld moeten worden, worden beschreven in het algemene hoofdstuk 2. Elk • • •
protocol bestaat uit de volgende onderdelen: Beschrijving van de eis Benodigde gegevens Inspectiemethode
1.2
MEET- EN TESTMIDDELEN
Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van de volgende meet- en testmiddelen: • Liniaal met schaalindeling • Rolmaat • Meetlint • Schuifmaat • Meetwiel • Meetwig (kiernaadmeter) • Schroevendraaierset • Hellingshoekmeter • Glasdiktemeter • Stuk plastic met een dikte van 0,5 mm (bijvoorbeeld halve plastic limonadefles)
1.3
COMMISSIES
1.3.1 LANDELIJKE BEOORDELINGSCOMMISSIE De Landelijke Beoordelingscommissie (LBC) heeft bouwplannen beoordeeld op basis van het Handboek PKVW Nieuwbouw en Bestaande Bouw en geeft daartoe een verklaring uit betreffende haar bevindingen. De verklaring van de LBC is normatief voor het aangegeven project. De LBC heeft tevens verzoeken beoordeeld, betreffende interpretatievraagstukken, te weten een bepaalde situatie in een project, op basis waarvan verduidelijkt wordt op welke wijze de betreffende eis in die specifieke situatie geïnterpreteerd dient te worden. De uitspraak geldt alleen voor de beoordeelde situatie in het aangegeven project. 1.3.2 COMMISSIE VAN COMPENSERENDE MAATREGELEN De Commissie van Compenserende Maatregelen beoordeelt verzoeken betreffende de voorwaarden, te weten gelijkwaardige maatregelen, op basis waarvan ontheffing wordt verleend van een eis dan wel een onderdeel van een eis.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 9/89
De Commissie van Compenserende Maatregelen beoordeelt tevens verzoeken betreffende interpretatievraagstukken, te weten een bepaalde situatie in een project, op basis waarvan verduidelijkt wordt op welke wijze de betreffende eis in die situatie geïnterpreteerd dient te worden. De uitspraak geldt alleen voor de beoordeelde situatie in het aangegeven project.
1.4
OVERGANGSREGELING
Voor projecten die ten tijde van de publicatie in de ontwerpfase of bouwfase zijn, is het mogelijk om over te stappen op de eisen van het Handboek PKVW Nieuwbouw 2015. Dit dient dan wel voor alle eisen te gelden. Projecten met een bouwvergunning met een aanvraagdatum voor 1 juni 2015 kunnen volgens de eisen van het Handboek PKVW Nieuwbouw 2011 worden geïnspecteerd. Het project dient binnen 18 maanden gerealiseerd te zijn. Vanaf 1 januari 2017 is het verstrekken van certificaten niet meer mogelijk op basis van het Handboek PKVW Nieuwbouw 2011. Bij projecten die voor 1 januari 2015 gestart zijn, maar niet gereed zijn voor 1 januari 2017, kan het PKVW-servicebureau worden ingeschakeld.
1.5
BEREIKBAARHEID
Voor het beoordelen van de bereikbaarheid van een dak of gevelelement wordt verwezen naar bijlage 1 Bereikbaarheid van het Handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw 2015.
1.6
RAAM OF DEUR
Bij het vaststellen of een gevelelement een raam of een deur betreft zal allereerst gecontroleerd moeten worden of er aan de sluitzijde van het gevelelement geen enkel bedieningspunt aan de buitenzijde is aangebracht. Daarna zal gecontroleerd moeten worden of het gevelelement niet de functionaliteit heeft van een deur. Indien er geen bedieningspunt aan de buitenzijde is aangebracht en de functionaliteit van een deur is niet aanwezig dan is het gevelelement een raam en behoeft er geen verlichtingsarmatuur aangebracht te worden.
1.7
DEFINITIES
In het CCV Keuringsprotocol PKVW Nieuwbouw worden de volgende begrippen gebruikt:
Attest
Verklaring van een certificatie-instelling waarin staat vermeld dat het product voldoet aan de gestelde eisen op basis van een uitgevoerde test door een erkend keuringsinstituut. Conformiteitsverklaring Verklaring van een erkend keuringsinstituut dat het product aan de gestelde eisen voldoet, waarbij wordt verwezen naar de refererende test. Erkend • een testlaboratorium dat onder NEN-EN-ISO/IEC 17025 keuringsinstituut geaccrediteerd is voor het uitvoeren van tests conform de vigerende NEN 5096 (inbraakwerendheid), of • een testlaboratorium dat in onderaanneming werkt van een certificatie-instelling onder NEN-EN 45011 voor het certificeren van producten conform de BRL 3104. PKVW Richtlijn voor toepassing van verschillende soorten hang- en Beveiligingsrichtlijn sluitwerkproducten per type gevelelement, waarbij verwezen wordt naar de Productenlijst PKVW. De vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn is onderdeel van het Handboek PKVW Nieuwbouw en het Handboek PKVW Bestaande Bouw.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 10/89
Productenlijst
Verklaring Landelijke Beoordelingscommissie Verklaring Test op locatie
Verklaring van Compenserende Maatregel (voorheen dispensatie)
Overzicht met goedgekeurde producten die geschikt zijn voor toepassing binnen het eisenpakket van het Handboek PKVW Nieuwbouw en het Handboek PKVW Bestaande Bouw. Verklaring van de LBC betreffende de beoordeling van een plan op basis van het Handboek PKVW Bestaande Bouw of Nieuwbouw. Verklaring van een erkend keuringsinstituut dat het product, dan wel een combinatie van producten, aan de gestelde eisen voldoet, geconstateerd naar aanleiding van een test op locatie op basis van de NEN 5096 of BRL 3104. Verklaring van de Commissie van Compenserende Maatregelen, betreffende de voorwaarden, te weten gelijkwaardige maatregelen, op basis waarvan ontheffing is verleend van een eis dan wel een onderdeel van een eis.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 11/89
2
ALGEMENE EISEN EN AANBEVELINGEN
2.1
AFMETING EN BEREIKBAARHEID
Aan dak- of gevelelementen met een dagmaat kleiner dan 15 cm en aan dak- of gevelelementen die niet bereikbaar zijn volgens bijlage 1 van het Handboek PKVW Nieuwbouw 2015 stelt het PKVW geen eisen. Inspectiemethode • Bepaal welke dak- of gevelelementen een dagmaat groter dan 15 cm hebben. • Bepaal voor de dak- of gevelelementen die groter dan 15 cm zijn, welke dak- of gevelelementen bereikbaar zijn volgens bijlage 1 van het Handboek PKVW Nieuwbouw 2015. • Controleer of deze gevelelementen aan de eisen in de paragrafen 2.2 en 2.3 voldoen.
2.2
INBRAAKWERENDHEID: DAK- OF GEVELELEMENTEN
Er wordt een dak– of gevelelement toegepast: • Dat door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 (minimaal 3 minuten inbraakwerend) is getest en goedgekeurd; of • Dat een conformiteitsverklaring heeft verkregen op basis van toetsing en goedkeuring van een erkend keuringsinstituut. 2.2.1
DAK- OF GEVELELEMENT MET EEN ATTEST WAARUIT BLIJKT DAT HET VOLDOET AAN WEERSTANDSKLASSE 2 VAN DE VIGERENDE NEN 5096 Er wordt een dak- of gevelelement toegepast dat door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 (minimaal 3 minuten inbraakwerend) is getest en goedgekeurd. Benodigde gegevens • Attest(en) van het dak- of gevelelement • De betreffende montagevoorschriften Inspectiemethode 1. Lees het attest en beoordeel of daaruit blijkt dat het gevelelement voldoet aan weerstandsklasse 2 van de vigerende NEN 5096. 2. Bepaal vervolgens visueel of het in het attest beschreven component is toegepast. 3. Controleer of de producten conform de betreffende montagevoorschriften zijn bevestigd. 2.2.2
DAK- OF GEVELELEMENT MET EEN CONFORMITEITSVERKLARING WAARUIT BLIJKT DAT HET VOLDOET AAN WEERSTANDSKLASSE 2 VAN DE VIGERENDE NEN 5096 Er wordt een dak- of gevelelement toegepast waarvoor door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 een conformiteitsverklaring is afgegeven. Benodigde gegevens • Conformiteitsverklaring(en) van het dak- of gevelelement • De betreffende montagevoorschriften Inspectiemethode 1. Lees de conformiteitsverklaring en beoordeel of daaruit blijkt dat het gevelelement voldoet aan weerstandsklasse 2 van de vigerende NEN 5096. 2. Bepaal vervolgens visueel of het in de conformiteitsverklaring beschreven component is toegepast. 3. Controleer of de producten conform de betreffende montagevoorschriften zijn bevestigd.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 12/89
2.3
INBRAAKWERENDHEID: KWALITEIT GLAS
Als inbraakwerende beglazing moet worden toegepast, dan dient de kwaliteit te voldoen aan hetgeen in het vigerende Bouwbesluit is aangegeven. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: specificatie van het betreffende glas waaruit blijkt dat dit voldoet aan de kwaliteit conform het vigerende Bouwbesluit. Het ijkmoment is datum aanvraag bouwvergunning. • Bij beoordeling op documenten: specificatie van het betreffende glas waaruit blijkt dat dit voldoet aan de kwaliteit conform het vigerende Bouwbesluit. Het ijkmoment is datum aanvraag bouwvergunning. Inspectiemethode Controleer of het aanwezige glas binnen 100 cm zit ten opzichte van het bedieningspunt. Controleer vervolgens de aanwezigheid van inbraakwerend glas middels enerzijds de overlegde documentatie (minimaal conform het vigerende Bouwbesluit) en anderzijds middels het meten van de dikte van het glas en folie met behulp van de glasdiktemeter. Er zal altijd middels documentatie aangetoond moeten worden dat deze kwaliteit ook daadwerkelijk is geleverd en geplaatst. Het meten van de glas- en foliedikte is een controle dat er ook daadwerkelijk gelaagde beglazing aanwezig is.
2.4
GEVELELEMENTEN: GELIJKSLUITENDHEID EN LICHTE BEDIENING
Het sluitwerk van bereikbare gevelelementen wordt bediend met eenzelfde sleutel ('gelijksluitend') en is eenvoudig en licht te bedienen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: geen. • Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode Vraag de sleutel en bedien alle gevelelementen die bereikbaar zijn conform bijlage 1 Bereikbaarheid. Alle deuren moeten met dezelfde sleutel op slot en te openen zijn. Dit geldt ook voor ramen en ventilatieopeningen. Hierbij hoeft geen overdadige kracht te worden gebruikt.
2.5
VLUCHTVRIENDELIJKE DEUR AANBEVELING
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen raadt aan om tenminste 1 deur van de woning vluchtvriendelijk uit te voeren. Hierbij dient de deur te voldoen aan weerstandsklasse 2 van de NEN 5096 en van binnenuit vrij te bedienen te zijn. Hierbij dient aanboren van de draaiknopcilinder te worden tegengegaan. Indien de brievenbusopening zich binnen een afstand van 1 m van het bedieningspunt van de deur bevindt, dient de brievenbusopening afgeschermd te worden. Glas binnen een afstand van 1 m van het bedieningspunt van de vluchtvriendelijke deur dient te voldoen aan de vigerende eisen van het Bouwbesluit. Benodigde gegevens • Specificaties van de deur, waaruit blijkt dat de deur van binnenuit zonder sleutel is te openen. • Eventueel bij het glas behorende documentatie. Inspectiemethode 1. Vergrendel de deur. 2. Controleer of de deur van binnenuit geopend kan worden, zonder sleutels te gebruiken. 3. Beoordeel of de deur minimaal 3 minuten inbraakwerend is conform de eisen in 2.2.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 13/89
4. 5.
6.
Beoordeel of er maatregelen conform de Beveiligingsrichtlijn PKVW zijn getroffen om aanboren van de manipuleerbare draaiknopcilinder tegen te gaan. Controleer of er een brievenbusopening is binnen een afstand van 1 m van het bedieningspunt van de deur. Controleer of de maximale hoogte van de brievenbusopening 45 mm is en er een niet manipuleerbare draaiknopcilinder is geplaatst. Het gaat hier om de brievenbusopening in de deur (brutoopening) en dus niet om de hoogte van de veelal demontabele brievenbus(klep). Lees de bij het glas behorende documentatie en beoordeel of daaruit blijkt dat de minimale kwaliteit van het glas voldoet aan het vigerende Bouwbesluit.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 14/89
3
EISEN: STEDENBOUWKUNDIGE RANDVOORWAARDEN
S1-1 ROUTES LANGZAAM VERKEER (SOCIAAL VEILIGE ROUTE) Eis Te controleren Op tenminste 1 van de routes vanuit het woongebied naar essentiële functies en voorzieningen in de wijk (winkels, school, openbaar vervoer, parkeren, wijkcentrum) bestaat, binnen een afstand van 75 m van woningen, zicht op deze route. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. Inspectiemethode Verplaats je in een bewoner van het project en stel vast dat al lopend of fietsend binnen het project een route, richting een voorzieningengebied kan worden genomen. Waarbij je, op weg naar dit voorzieningengebied, door de buurtbewoners vanuit hun woningen gezien kan worden.
S1-2 ROUTES LANGZAAM VERKEER (ALTERNATIEVE/RECREATIEVE ROUTE) Eis Te controleren Op alternatieve/recreatieve routes wordt geen openbare verlichting aangebracht. Dit wekt slechts de schijn van veiligheid. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Zie of er geen schijnveiligheid is. 2. Bij beoordeling op documenten: bepaal aan de hand van het stedenbouwkundig plan of er geen schijnveiligheid wordt gewekt door de aanwezigheid van openbare verlichting in de sociaal minder veilige routes.
S1-3 ROUTES LANGZAAM VERKEER (ROUTE NAAR FUNCTIONALITEIT-VERLICHTING) Eis Te controleren Voor routes die leiden naar een functionaliteit en die niet (makkelijk) op een andere wijze kan worden bereikt, zoals een evenement in een bos of park, is een beleidsplan en onderhoudsplan vastgelegd. Hierin wordt o.a. beschreven dat, indien verlichting wordt toegepast, deze verlichting wordt in- en uitgeschakeld op basis van verwacht gebruik.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 15/89
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: beleidsplan en onderhoudsplan, tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Aanwezigheid verlichting op de route naar de functionaliteit. 2. Bij beoordeling op documenten: bestudering beleidsplan en onderhoudsplan.
S1-4 ROUTES LANGZAAM VERKEER (ROUTE NAAR FUNCTIONALITEIT-BERM) Eis Te controleren Op routes die leiden naar een functionaliteit, die niet (makkelijk) op een andere wijze kan worden bereikt, zoals een evenement in een bos of park, is, indien verlichting wordt toegepast, daar waar mogelijk aan iedere zijde van de route een overzichtelijke zone (berm) van 4 m breed. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen, • Bij beoordeling op documenten: beleidsplan en onderhoudsplan, tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Aanwezigheid verlichting op de route naar de functionaliteit en indien mogelijk de aanwezigheid van een overzichtelijke vrije zone (berm) van 4 m breed. 2. Bij beoordeling op documenten: bepaal aan de hand van het stedenbouwkundig plan of tekeningen of aan iedere zijde van de route, daar waar mogelijk, een overzichtelijke zone van 4 m breed in het plan is opgenomen.
S1-5 ROUTES LANGZAAM VERKEER (ROUTE NAAR FUNCTIONALITEIT-VERLICHTING BERM) Eis Te controleren Op routes die leiden naar een functionaliteit, die niet (makkelijk) op een andere wijze kan worden bereikt, zoals een evenement in een bos of park, is, indien verlichting wordt toegepast, daar waar mogelijk aan iedere zijde van de route een overzichtelijke zone (berm) van 4 m breed waarbij rekening wordt gehouden met een verlichte bermfactor over een breedte van 3 m met een luxwaarde van tenminste 50% van de verlichtingswaarde op de route. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 16/89
Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
S1-6 ROUTES LANGZAAM VERKEER (ROUTE NAAR FUNCTIONALITEIT-BEGROEIING BERM) Eis Te controleren Op routes die leiden naar een functionaliteit, die niet (makkelijk) op een andere wijze kan worden bereikt zoals een evenement in een bos of park, dient, indien verlichting wordt toegepast, en er sprake is van een combinatie van lage en hoge begroeiing in de berm (zoals bedoeld onder S1-4), er een gegarandeerde overzichtelijke zone te zijn tussen 50 cm en 2 m hoogte. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen, • Bij beoordeling op documenten: beleidsplan en onderhoudsplan, tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Aanwezigheid verlichting op de route naar de functionaliteit en indien mogelijk de aanwezigheid van een overzichtelijke vrije zone (berm) van 4 m breed en toepassing van een combinatie van lage en hoge begroeiing met een gegarandeerde overzichtelijke zone tussen de 50 cm en 2 m hoogte. 2. Bij beoordeling op documenten: bepaal aan de hand van het groenplan of er in de betreffende berm een combinatie is gepland tussen lage en hoge begroeiing en in het beheer- en onderhoudsplan de overzichtelijke vrije zone ook wordt gegarandeerd.
S1-7 ROUTES LANGZAAM VERKEER (ROUTE NAAR FUNCTIONALITEIT - VERLICHTING PADEN) Eis Te controleren Op routes die leiden naar een functionaliteit, die niet (makkelijk) op een andere wijze kan worden bereikt zoals een evenement in een bos of park, is, indien verlichting wordt toegepast, dient de verlichting op het wegdek van de fiets- en voetpaden in die route te voldoen aan de volgende waarden: Mogelijkheid 1: • De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 2 lux (Em); • De gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,3 Uh; • De kleurweergave is minimaal 70 (Ra). Mogelijkheid 2: • De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 3 lux(Em); • De gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,2 Uh; • De kleurweergave is minimaal 70 (Ra).
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 17/89
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
S2-1 VERKAVELING EN ACHTERPADEN (ZICHT VANUIT WONINGEN) Eis Te controleren Bij de verkaveling en inrichting van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met zicht vanuit woningen. De voorzijden van woningen zijn gericht op de hoofd- en zijstraten. Zodat sociale controle vanuit de woningen mogelijk wordt. Dit zorgt niet alleen voor meer toezicht op straat, maar ook voor meer betrokkenheid van bewoners bij de buurt (aangezien bewoners vanuit de woningen een directe zichtrelatie onderhouden met de woonomgeving. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Zie of de voorzijden vanuit de woningen gericht zijn op de hoofd- en zijstraten. Controleer of er zicht vanuit de woningen op de openbare ruimte. 2. Bij beoordeling op documenten: bepaal aan de hand van het stedenbouwkundig plan of de voorzijden van de woningen zijn gericht op de hoofd- en zijstraten. Controleer aan de hand van de tekening of er mogelijkheden zijn op zicht vanuit de woningen op de openbare ruimte.
S2-2 VERKAVELING EN ACHTERPADEN (ZICHT OP DE VOORDEUR) Eis Te controleren De voordeur ligt in het zicht van de (semi)openbare ruimte. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Controleer of er vanuit de (semi) openbare ruimte zicht is op de voordeuren. 2. Bij beoordeling op documenten: bepaal aan de hand van het stedenbouwkundig plan of er vanuit de (semi)openbare ruimte zicht is op de voordeuren.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 18/89
S2-3 VERKAVELING EN ACHTERPADEN ( ACHTERPADEN) Eis Te controleren Achterpaden ontbreken of voldoen aan K1. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen stedenbouwkundig plan, bestemmingsplantekening. Inspectiemethode 1. Bij inspectie op locatie: visueel. Zie of achterpaden ontbreken. 2. Bij beoordeling op documenten: bepaal aan de hand van het stedenbouwkundig plan of er achterpaden ontbreken. Zijn er wel achterpaden zie dan K1.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 19/89
4
AANBEVELINGEN: STEDENBOUWKUNDIGE RANDVOORWAARDEN
S3-1 SCHAALGROOTTE, WONINGDIFFERENTIATIE, BOUWHOOGTE EN CONTACT MET DE BUURT (VARIATIE IN WONINGEN) Aanbeveling Te controleren Er is variatie in woningen (woningtype, woninggrootte, prijsklasse, eigendom, bouwhoogte) en daarmee variatie in doelgroepen in de wijk. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan, woningdifferentiatie naar financieringcategorie, huur/koop, wijkplattegrond, presentatie, aanzicht tekening woningen met betrekking tot project. Inspectiemethode 1. Gebruik de gegevens en stel visueel vast dat binnen het project meerdere bouwstijlen zijn gebruikt zodat visueel een variatie tussen woningen ontstaat. Deze variatie kan ook ontstaan door andere type woningen, bijvoorbeeld: vrijstaand, flat, woongebouw, twee onder een kap, geschakeld, rijtjeswoning, tussenwoning, poortwoning etc. 2. Stel vast dat daadwerkelijk tenminste woningen in 2 verschillende financieringscategorieën zijn gerealiseerd.
S3-2 SCHAALGROOTTE, WONINGDIFFERENTIATIE, BOUWHOOGTE EN CONTACT MET DE BUURT (AANWEZIGHEID VOORZIENINGEN) Aanbeveling Te controleren De wijk heeft naast woningen ook voorzieningen voor werk, winkelen, recreatie enzovoort. Deze voorzieningen zijn aantrekkelijk voor bewoners en gedeeltelijk gericht op bezoekers uit andere delen van de gemeente. Haalbaarheidsstudies voor deze faciliteiten zijn belangrijk. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekening of presentatie project. Inspectiemethode Kijk waar voor bewoners aantrekkelijke voorzieningen in het woongebied liggen.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 20/89
S3-3 SCHAALGROOTTE, WONINGDIFFERENTIATIE, BOUWHOOGTE EN CONTACT MET DE BUURT (CLUSTERS VAN GELIJKWAARDIGE WONINGEN) Aanbeveling Te controleren Binnen de variatie in woningen is het goed om clusters van gelijkwaardige woningen te creëren. Een te grote variëteit in woningen en doelgroepen vergroot het risico op woonoverlast. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: wijkplattegrond, presentatie en tekening omvang project. Inspectiemethode Gebruik de gegevens of stel visueel vast dat er clusters van gelijkwaardige woningen aanwezig zijn.
S3-4 SCHAALGROOTTE, WONINGDIFFERENTIATIE, BOUWHOOGTE EN CONTACT MET DE BUURT (BOUWHOOGTE EN SCHAALGROOTTE) Aanbeveling Te controleren De architectuur in en van de wijk is, samen met de schaal van de wijk, belangrijker dan de criteria voor de hoogte van woongebouwen. Een wijk wordt niet te grootschalig opgezet, omdat dit ongewenste anonimiteit kan creëren. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: wijkplattegrond, presentatie en aanzicht tekening woningen met betrekking tot project. Inspectiemethode Controleer of de wijk niet te grootschalig is opgezet en er een duidelijke samenhang tussen de architectuur en de schaal van de wijk aanwezig is.
S3-5 SCHAALGROOTTE, WONINGDIFFERENTIATIE, BOUWHOOGTE EN CONTACT MET DE BUURT (GALERIJ EN VERDIEPINGEN) Aanbeveling Te controleren Op galerijen of verdiepingen zijn maximaal 20 woningen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: wijkplattegrond, presentatie en aanzicht tekening woningen met betrekking tot project.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 21/89
Inspectiemethode Zie eis G1.
S4-1 AANSLUITING OP OMLIGGENDE BEBOUWING (ENTREES WOONGEBIED) Aanbeveling Te controleren De overgang van bestaand naar nieuw woongebied wordt overzichtelijk en attractief vormgegeven door herkenbare en aantrekkelijke entrees van het woongebied in het zicht van woningen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen stedenbouwkundige structuur van het plan, bouwtekeningen c.q. woningplattegronden. Inspectiemethode Ga buiten het woongebied staan op een afstand van 20 tot 25 m zodanig dat de overgang naar het woongebied te zien is en: 1. Kijk naar de overgang. 2. Let op de inrichting, vormgeving en toegankelijkheid. 3. Benader vanaf een willekeurige plaats de overgang naar het nieuwe woongebied.
S4-2 AANSLUITING OP OMLIGGENDE BEBOUWING (BUNDELEN VERKEERSSTROMEN) Aanbeveling Te controleren De overgang van bestaand naar nieuw woongebied wordt overzichtelijk en attractief vormgegeven door het bundelen van verkeersstromen, zodat informeel toezicht op toegangsroutes ontstaat. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: tekeningen stedenbouwkundige structuur van het plan, bouwtekeningen c.q. woningplattegronden. Inspectiemethode Visueel en aan de hand van gewaarmerkte tekeningen keurmerkcommissie. Toelichting (leidraad) De wegen/paden van langzaam en gemotoriseerd verkeer lopen al dan niet gescheiden door een smalle groenstrook (1 tot 5 m). Een individueel obstakel, waarachter een persoon zich niet kan verbergen is toelaatbaar.
S4-3 AANSLUITING OP OMLIGGENDE BEBOUWING (ONTBREKEN NIEMANDSLAND) Aanbeveling Te controleren De overgang van bestaand naar nieuw woongebied wordt overzichtelijk en attractief vormgegeven door het ontbreken van ‘niemandsland’. De maximale afstand tussen bestaand en nieuw woongebied is 100 m.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 22/89
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond van de wijk waarin het project valt. Inspectiemethode Stel vast of er overgangsgebieden zijn tussen het project en omliggende bebouwing en of deze conform de goedgekeurde tekeningen zijn. Overgangsgebieden zijn o.a. veldjes, grasvelden, stroken met wandel- en/of fietspaden, braakliggende terreinen etc.
S4-4 AANSLUITING OP OMLIGGENDE BEBOUWING (ONTBREKEN RUIMTELIJKE BARRIERES) Aanbeveling Te controleren De overgang van bestaand naar nieuw woongebied wordt overzichtelijk en attractief vormgegeven door het ontbreken van ruimtelijke barrières zoals een spoorlijn, autosnelweg of geluidwerende voorzieningen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond van de wijk waarin het project valt. Inspectiemethode Ga, indien mogelijk, midden in het overgangsgebied staan, maar altijd op toegangsniveau van woning of woongebouw waaraan het overgangsgebied ligt. Stel vast dat het overzicht in het overgangsgebied naar elke willekeurige richting niet wordt weggenomen door grote obstakels zoals spoorlijnen, autowegen, zandwallen, geluidsschermen, bosschages, etc.
S5-1 WIJKONTSLUITING ( TOEGANKELIJKHEID WOONWIJKEN) Aanbeveling Te controleren Woonwijken zijn goed toegankelijk zowel vanuit de omliggende gebieden als vanuit de stad als geheel. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. • Bij beoordeling op documenten: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. Inspectiemethode Bepaal met behulp van de gegevens of de woonwijk goed toegankelijk is.
S5-2 WIJKONTSLUITING (HOOFDWEGEN) Aanbeveling Te controleren Woonwijken met hoofdwegen door de wijk zijn sociaal veiliger dan woonwijken waarbij de hoofdwegen om de wijk heen liggen.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 23/89
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. • Bij beoordeling op documenten: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. Inspectiemethode Bepaal met behulp van de gegevens of door de woonwijk een hoofdweg loopt.
S6-1 RECREATIE EN ONTSPANNING (KLEINERE RECRATIEVE PLEKKEN) Aanbeveling Te controleren Verspreid in het woongebied zijn kleinere (groene) plekken gesitueerd, onder andere om te spelen en te recreëren Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: (groen) planindeling openbare ruimte, presentatie- of overzichtstekening van de wijk en woongebied, gegevens omtrent het aantal woningen in het woongebied. Inspectiemethode Stel aan de hand van rapportage inspectie op documenten vast of de aanbeveling van toepassing is. Zo ja, stel visueel of aan de hand van de gegevens vast, dat er op meerdere plaatsen binnen het project kan worden gespeeld en dat bij het spelen geen overlast voor omwonende wordt veroorzaakt.
S6-2 RECREATIE EN ONTSPANNING (RECREATIEVE OPENBARE BUITENRUIMTE) Aanbeveling Te controleren In het woongebied of aan de rand daarvan, ligt een (groen) gebied met mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik (spelen, wandelen, publieksactiviteiten, vissen, etc.) Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten (groen) plan indeling openbare ruimte, presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied, gegevens omtrent het aantal woningen in het woongebied. Inspectiemethode Stel aan de hand van rapportage inspectie op documenten vast of de aanbeveling van toepassing is. Zo ja, stel vast dat er een open ruimte binnen het project is, waar elke bewoner ongeacht leeftijd de mogelijkheid heeft om zonder overlast naar anderen recreatief te zijn. Dit gebied is zeer beperkt voorzien van obstakels (pergola's, bosschages, muren hoger dan 0,5 m etc.) die de overzichtelijkheid wegnemen.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 24/89
S7-1 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (GEEN OVERLAST) Aanbeveling Te controleren Voorzieningen veroorzaken geen overlast. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen en eventueel bestemmingsplan. • Bij beoordeling op documenten: document betreffende informatie over geplande voorzieningen. Inspectiemethode Lees het document van betrokken bouwplanadviseur met betrekking tot gegevens over overlast van betreffend project. Bezien of de voorzieningen zijn aangebracht eventueel conform de door de LBC goedgekeurde tekeningen. Overlast zijn klachten over: lawaai, vandalisme, hangplekken, intimidatie etc.
S7-2 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (CENTRALE LIGGING) Aanbeveling Te controleren Voorzieningen liggen bij voorkeur centraal in het woongebied. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekening of presentatie project. Inspectiemethode Kijk waar de voorzieningen in het woongebied liggen.
S7-3 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (WONINGEN BOVEN WINKELS) Aanbeveling Altijd van toepassing als woningen binnen een project vallen en boven winkels/voorzieningen zijn gebouwd. Te controleren Boven minimaal 60% van de winkels liggen woningen die zicht hebben op het voorzieningengebied. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. Inspectiemethode Stel visueel of door meting het totale oppervlak van de voorzieningen vast. Stel daarna het oppervlak van de woningen boven deze voorzieningen vast.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 25/89
S7-4 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (ZICHT OP INGANGEN EN GEVELS VOORZIENINGEN) Aanbeveling Te controleren Vanuit tenminste 2 woningen en/of openbaar gebied is goed zicht mogelijk op ingangen en gevels van voorzieningen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. Inspectiemethode Kijk vanuit het openbaar gebied naar de woningen of deze met de voor- c.q. zijgevel te zien zijn én of in voor- c.q. zijgevel doorzichtige ramen zijn aangebracht. Kijk vanuit het openbaar gebied naar ingangen en gevels van voorzieningen.
S7-5 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (VOORKOMEN NISSEN EN ONOVERZICHTELIJKE HOEKEN) Aanbeveling Te controleren Voorkom onoverzichtelijke nissen en dode hoeken. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. Inspectiemethode Kijk vanuit het openbaar gebied (rijbaan en of looproute) naar de mogelijke aanwezigheid van onoverzichtelijke nissen en hoeken.
S7-6 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (LANGZAAM VERKEERROUTES- GEEN TUNNELS EN ONDERDOORGANGEN) Aanbeveling Te controleren Er zijn bij voorkeur geen tunnels, viaducten of onderdoorgangen op de langzaam verkeer routes naar de voorzieningen. Wanneer dit niet voorkomen kan worden, dan voldoen de tunnels, viaducten en/of onderdoorgangen aan de richtlijnen van bijvoorbeeld Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) of de richtlijn van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 26/89
Inspectiemethode Bepaal met behulp van de gegevens of stel visueel vast, dat binnen het project tunnels, viaducten of onderdoorgangen niet voorkomen in de route naar de voorzieningen. Met voorzieningengebied wordt bedoeld: winkel, school, halte openbaar vervoer, parkeerplaats, wijkcentrum, speelplek etc.. Wanneer tunnels, viaducten of onderdoorgangen niet voorkomen kunnen worden, toets dan of deze locaties voldoen aan de criteria van de SWOV of de NSVV.
S7-7 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (ROUTES IN HET ZICHT VAN WONINGEN) Aanbeveling Te controleren Minimaal 1 van de loop- en fietsroutes van en naar de voorzieningen liggen binnen 75 m in het zicht van tenminste 2 woningen. Dit is een eis in S1 Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. Inspectiemethode Ga op een willekeurige plaats staan die redelijkerwijs beoordeeld kan worden als loop- of fietsroute naar of van een voorziening. Kijk naar de woningen (tenminste 2) die je vanaf die plaats kunt zien.
S7-8 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (PARKEER- EN STALLINGSVOORZIENINGEN) Aanbeveling Te controleren Het aantal parkeerplaatsen en het aantal stallingmogelijkheden voor fietsen is in overeenstemming met het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers. Vanuit omringende bebouwing is zicht mogelijk op deze parkeerplaatsen en stallingmogelijkheden. De gemeente onderzoekt het te verwachten verbruik. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. Inspectiemethode Stel aan de hand van tekeningen of presentatie de locatie van de parkeerplaatsen of stallingmogelijkheden vast.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 27/89
S7-9 WIJKVOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN DE WOONFUNCTIE (DAG- EN NACHTGEBRUIK VAN HET VOORZIENINGENGEBIED) Aanbeveling Te controleren Er wordt rekening gehouden met dag- en nachtgebruik van een voorzieningengebied. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: presentatie of overzichtstekening van de wijk en woongebied. Inspectiemethode Stel vast dat het voorzieningengebied overdag een positieve uitstraling heeft, zodat het aantrekkelijk is als ontmoetingsplaats. Stel vast dat er ’s nachts geen verlaten ongecontroleerd gebied ontstaat.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 28/89
5
EISEN: OPENBARE RUIMTE
O1-1 OPENBARE VERLICHTING (VERLICHTINGSNIVEAU) Eis De eis O1 is van toepassing op alle openbaar toegankelijke woongebieden en winkelgebieden die zijn gekoppeld aan een woonfunctie, inclusief parkeerplaatsen, straten en pleinen, (brom)fietspaden en voetpaden. Deze eis geldt niet voor sociaal minder veilige fiets- en voetpaden in groengebieden (zie S1). Te controleren Gemeten op het wegdek: Mogelijkheid 1: • De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 3 lux (Em); • De gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,30 Uh; • De kleurweergave is minimaal 25 (Ra). Mogelijkheid 2: • De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 2 lux (Em); • De gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,30 Uh; • De kleurweergave is minimaal 70 (Ra). Mogelijkheid 3: • De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 3 lux (Em); • De gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,20 Uh; • De kleurweergave is minimaal 70 (Ra). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
O1-2 OPENBARE VERLICHTING (PERIODE VERLICHTINGSNIVEAU) Eis Te controleren Openbare verlichting haalt gedurende de periode waarvoor het Politiekeurmerk Veilig Wonen wordt afgegeven (10 jaar) altijd de onder eis O1.1 genoemde waarden.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 29/89
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: onderhoudsovereenkomst van betrokken energiebedrijf of onderhoudsplan gemeente. • Bij beoordeling op documenten: onderhoudsovereenkomst van betrokken energiebedrijf, of onderhoudsplan gemeente. Inspectiemethode Het beschikbare contract bezien.
O1-3 OPENBARE VERLICHTING (GEEN HINDER OPENBAAR GROEN) Eis Te controleren Openbare verlichting wordt niet gehinderd door openbaar groen (bomen). Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan, bestemmingsplan en verlichtingsplan met bijbehorende kaarten en groenplan. Inspectiemethode Stel in voorbereidende fase van de inspectie vast of het verlichtingsplan totaal is gerealiseerd. Zo ja, bepaal visueel of de verlichtingspunten overeenkomen met de eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen.
O1-4 OPENBARE VERLICHTING (VERLICHTING ONDERDOORGANGEN) Eis Te controleren De verlichtingswaarde in onderdoorgangen bereikt ’s avonds en ’s nachts, gemeten op het wegdek, een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 15 lux (Em), met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh en een kleurweergave van minimaal 70 (Ra). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 30/89
O2-1 PARKEREN IN DE OPENLUCHT NABIJ WONINGEN Eis Opmerking Deze eis bestaat uit een aantal mogelijkheden. Aan minimaal 1 mogelijkheid moet worden voldaan. Als er combinaties van mogelijkheden zich voordoen, moet elke voorkomende combinatie aan de criteria voldoen. Te controleren • Bewoners kunnen met behoud van voortuin op het eigen erf parkeren. • Parkeerplaatsen voor bezoekers zijn in de nabijheid en vrijwel allemaal in het zicht van ten minste 2 woningen. • Bewoners en bezoekers kunnen hun auto parkeren op korte afstand van de woning, waarbij bijna elke parkeerplaats zichtbaar is vanuit minimaal 2 woningen. • Soms is er sprake van een kleine parkeergelegenheid in de straat of buurt die niet in het zicht van woningen ligt. Bij een maximum van 3 parkeerplaatsen buiten het zicht van woningen kan het PKVW het project goedkeuren. In de buurt zijn dan wel andere parkeermogelijkheden in het zicht van woningen, zodat bewoners een keuze kunnen maken waar ze parkeren. • Een andere manier om aan eis O2 te voldoen is door overzichtelijke parkeerterreinen van maximaal 25 plaatsen te creëren, waarbij vrijwel elke parkeerplaats zichtbaar is vanuit minimaal 2 woningen. • Aan eis O2 kan ook voldaan worden met grotere parkeerterreinen voor bewoners en/of bezoekers bij woningen en woongebouwen. Deze terreinen zijn sociaal veilig, overzichtelijk en goed verlicht, waarbij: − het terrein gecompartimenteerd is in aparte, herkenbare, kleinere eenheden met ieder maximaal 25 plaatsen; − er vanuit minimaal 2 woningen zicht is op vrijwel elke parkeerplaats (maximaal 3 parkeerplaatsen mogen uit het zicht liggen als het niet anders kan); − er geen obstakels of struiken hoger dan 0,5 meter zijn, die het zicht over het terrein belemmeren. Op de verlichting van parkeerterreinen is eis O1 van toepassing, waarbij grotere parkeerterreinen de kleurweergave minimaal 70 (Ra) is om de (kleur) herkenbaarheid van personen en auto’s te vergroten. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. Inspectiemethode 1. Stel vast waar de auto op de kavel van de woning kan worden geplaatst. 2. Bepaal waar een bezoeker van een willekeurige woning zijn auto kan parkeren en of bijna elke parkeerplaats van uit 2 woningen kan worden gezien. 3. Stel de korte afstand vast van de parkeerplaats (leidraad 75 m), bedoelt voor een willekeurige woning binnen het project en bepaal of bijna elke parkeerplaats van uit 2 woningen kan worden gezien. 4. Stel vast dat er een kleine parkeergelegenheid in de straat of buurt is met een maximum van 3 plaatsen buiten het zicht van woningen. Stel vervolgens vast dat er andere parkeermogelijkheden in de buurt zijn met zicht vanuit tenminste 2 woningen. 5. Tel het aantal parkeerplaatsen (maximaal 25). 6. Bepaal of vrijwel elke parkeerplaats van uit tenminste 2 woningen kan worden gezien. 7. Stel vast of deze parkeerplaats behoort bij woningen en een woongebouw sociaalveilig, overzichtelijk en goed verlicht zijn. 8. Kijk of het totale oppervlak van het parkeerterrein is onderverdeeld volgens de definitie `gecompartimenteerd` en tel het aantal parkeerplaatsen van elk compartiment (maximaal 25). 9. Bepaal of van uit ten minste 2 woningen vrijwel elke parkeerplaats kan worden gezien.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 31/89
10. Stel visueel vast of er obstakels of struiken, hoger dan 0,5 m op het parkeerterrein aanwezig zijn. 11. Voor de verlichting zie O1 en Lees de documentatie van de toegepaste verlichtingsarmaturen, het meetrapport en let bij grotere parkeerterreinen op de kleurweergave van tenminste 70 (Ra).
O2-2 PARKEREN IN DE OPENLUCHT NABIJ WONINGEN (MIX OPENLUCHT EN OVERDEKT PARKEREN) Eis Te controleren Bij een mix tussen in de open lucht en overdekt parkeren moet • Op vrijwel elke parkeerplaats zicht bestaan vanuit tenminste 2 woningen (maximaal 3 parkeerplaatsen mogen uit het zicht van woningen liggen). • In geval er vrijwel geen zicht is vanuit tenminste 2 woningen op iedere parkeerplaats, voor het overdekte gedeelte de eis G9 van toepassing zijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. Inspectiemethode 1. Stel vast of op vrijwel iedere parkeerplaats vanuit 2 woningen kan worden gezien (maximaal 3 parkeerplaatsen mogen uit het zicht van woningen liggen). 2. Indien wordt vastgesteld dat het gestelde onder A niet wordt gehaald voor het overdekte gedeelte, hanteer de inspectiemethode benoemd onder G9 voor het overdekte gedeelte.
O2-3 PARKEREN IN DE OPENLUCHT NABIJ WONINGEN (MIX OPENLUCHT EN OVERDEKT PARKEREN MAXIMAAL 25 OVERDEKTE PLAATSEN) Eis Te controleren Bij een mix tussen in de open lucht en overdekt parkeren moet bij een terrein van maximaal 25 overdekte parkeerplaatsen de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van het overdekte gedeelte minimaal 20 lux (Em) zijn, gemeten op het wegdek, met een kleurweergave van ten minste 70 (Ra) en een gelijkmatigheid van 0,30 Uh. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. Ga op enkele meters afstand van het overdekte gedeelte staan en beoordeel of er armaturen zijn geplaatst. Controleer
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 32/89
daarbij de aanwezige armaturen op basis van specificatie. Controleer tevens het aantal overdekte parkeerplaatsen.
O2-4 PARKEREN IN DE OPENLUCHT NABIJ WONINGEN (MIX OPENLUCHT EN OVERDEKT PARKEREN > 25 OVERDEKTE PLAATSEN) Eis Te controleren Bij een mix tussen in de open lucht en overdekt parkeren moet bij een terrein van meer dan 25 overdekte parkeerplaatsen de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van het overdekte gedeelte minimaal 40 lux (Em) zijn, gemeten op het wegdek, met een kleurweergave van tenminste 70 (Ra) en een gelijkmatigheid van 0,30 Uh. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. Ga op enkele meters afstand van het overdekte gedeelte staan en beoordeel of er armaturen zijn geplaatst. Controleer daarbij de aanwezige armaturen op basis van specificatie. Controleer tevens het aantal overdekte parkeerplaatsen.
O2-5 PARKEREN IN DE OPEN LUCHT NABIJ WONINGEN (FIETSPARKEREN BIJ WOONGEBOUW) Eis Te controleren • Op maximaal 20 m afstand van de hoofdingang van een woongebouw zijn voorzieningen voor het stallen van fietsen, bijvoorbeeld fietsbeugels. Hierbij wordt de formule toegepast: − Bij de eerste 40 woningen geldt: 1 stallingsplaats op 4 woningen met een minimaal aantal van 4 stallingsplaatsen. − Bij meer dan 40 woningen geldt: 1 stallingsplaats extra bij elke 10 woningen of een deel daarvan. Voorbeeld: Bij een woongebouw met 78 woningen zijn voor de eerste 40 woningen 10 stallingsplaatsen nodig. Voor de volgende 38 woningen zijn 4 stallingsplaatsen nodig. Dat geeft een totaal van 14 stallingsplaatsen voor fietsen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond entreehal en directe omgeving hoofdingang, documentatie over aantal woningen woongebouw.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 33/89
Inspectiemethode 1. Bepaal het aantal benodigde stallingplaatsen op basis van aangegeven formule. 2. Controleer of binnen een afstand van de hoofdingang maximaal 20 m de benodigde stallingplaatsen aanwezig zijn.
O2-6 PARKEREN IN DE OPEN LUCHT NABIJ WONINGEN (FIETSPARKEREN BIJ MULTIFUNCTIONEEL WOONGEBOUW) Eis Te controleren Voor het aantal fietsparkeerplaatsen bij een multifunctioneel woongebouw gelden de normen die per type gebruikersfunctionaliteit aangeven hoeveel stallingsplaatsen er nodig zijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond entreehal en directe omgeving hoofdingang, documentatie over aantal woningen woongebouw, in combinatie met de gemeentenorm op basis van de kerncijfers van CROW. Inspectiemethode 1. Bepaal het aantal benodigde stallingplaatsen op basis van aangegeven formule. 2. Controleer of binnen een afstand van de hoofdingang maximaal 20 m de benodigde stallingplaatsen aanwezig zijn en het aantal stallingsplaatsen op basis van de norm die de betreffende gemeente hanteert.
O3-1 OPENBARE PARKEERGARAGE BIJ EEN WOONFUNCTIE Eis Deze eis is van toepassing ingeval er een duidelijke koppeling is met de woonfunctie, bijvoorbeeld doordat bewoners van een woongebouw hier parkeren. Te controleren Een openbare parkeergarage voldoet minimaal aan de volgende verlichtingseisen: • In en uitritten (dagsituatie) minimaal 200 lux (Em) op 1 m hoogte. • In en uitritten (nachtsituatie) minimaal 100 lux (Em) op 1 m hoogte. • Kassa’s, balies en betaalautomaten (randzone van 1 meter) minimaal 300 lux (Em) op de vloer. • Lift en trappenhuis minimaal 100 lux (Em) op de vloer. • Parkeervakken en rijstroken minimaal 75 lux (Em) op de vloer. • De kleurweergave van de toegepaste verlichting is 70 (Ra), gelijkmatigheid 0,50 Uh. • De kleurweergave voor de toegepaste verlichting voor kassa’s , balies en betaalautomaten is 80 (Ra), gelijkmatigheid 0,80 Uh. • Beheersloges hebben een verlichtingsniveau van 350 lux, met een kleurweergave van 80 (Ra) en een gelijkmatigheid van 0,80 Uh. Daarnaast voldoet de openbare parkeergarage aan de volgende eisen op het gebied van sociale veiligheid: • Er zijn geen dode hoeken (zie bijlage 2 Leidraad onoverzichtelijke gedeelten in een openbare parkeergarage). De aanwezige dode hoeken worden gecompenseerd met vandalisme bestendige spiegels, bij voorkeur die gecertificeerd zijn conform de SKG KE 572.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 34/89
• • • • •
Er is goede identificatie mogelijk van de parkeerplaatsen (verdieping, rijen en vakken). Binnen en buiten de parkeergarage is goede bewegwijzering aanwezig. Er is doorzicht vanuit de lift en het trappenhuis naar de hal en de parkeervloer. Goede afsluiting na sluitingstijd en een afscherming van alle buitenopeningen. Er is helder, doorzichtig (spiegeldraad)glas toegepast of op andere wijze doorzicht aangebracht in alle deuren van ruimten die voor het publiek toegankelijk zijn.
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: al geschiedt bij voorbereiding opleveringsinspectie. In geval van twijfel omtrent de gerealiseerde situatie ter plekke, kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bijlage 2 Leidraad voor het beoordelen van onoverzichtelijke gedeelten in de openbare parkeergarage. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde, gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. Voor het beoordelen van onoverzichtelijke gedeelten in de openbare parkeergarage zie bijlage 2 van het Handboek PKVW Nieuwbouw 2015.
O3-2 OPENBARE PARKEERGARAGE BIJ EEN WOONFUNCTIE (KOPPELING EIS O3) Eis Deze eis is van toepassing ingeval er een duidelijke koppeling is met de woonfunctie, bijvoorbeeld doordat bewoners van een woongebouw hier parkeren. Te controleren Voor bewoners van een woongebouw of wooncomplex is een apart afgesloten parkeergedeelte aanwezig. Wanneer deze bewoners door een openbaar gedeelte van de parkeergarage moeten om bij het woongebouw of het afgesloten gedeelte te komen, dient het openbare deel van de garage te voldoen aan de eis O3. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: Eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Inspectiemethode Controleer of er voor de bewoners van een woongebouw of wooncomplex een apart afgesloten parkeergedeelte aanwezig is. Controleer of deze bewoners door een openbaar gedeelte van de parkeergarage moeten om bij het woongebouw of het afgesloten gedeelte te komen. Is dat het geval zie O3.1.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 35/89
O4-1 BINNENTERREIN (ZICHT OP INGANGEN) Eis Te controleren Op de entrees tot binnenterrein en op de binnenterreinen zelf, bestaat zicht vanuit tenminste 2 woningen die zich bevinden op een maximale afstand van 75 m. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen • Bij beoordeling op documenten: projecttekening. Inspectiemethode Bepaal de plaatsen waarlangs de entrees tot het binnenterrein zijn. Ga op deze plaats(en) en op het binnenterrein staan en kijk om je heen.
O4-2 BINNENTERREIN (BESLOTEN KARAKTER) Eis Te controleren Binnenterreinen hebben een besloten karakter en kunnen, als de situatie daartoe aanleiding geeft, worden afgesloten. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projecttekening. Benodigde meetapparatuur (indien noodzakelijk) Geen. Inspectiemethode Bepaal de plaatsen waarlangs de toegang tot het binnenterrein is. Ga op deze plaats(en) staan en kijk naar het binnenterrein en stel vast of er een constructie is geplaatst die de toegang tot het binnenterrein verhindert. Zo nee, bepaal of een dergelijke constructie is aan te brengen.
O4-3 BINNENTERREIN (VERLICHTING BIJ EN KWALITEIT VAN TOEGANGSHEK) Eis Te controleren • Als het binnenterrein is afgesloten met een gemeenschappelijk toegangshek of een deur, dan is binnen 7,5 m een schemergeschakelde verlichtingsarmatuur aangebracht of er is binnen een afstand van 7,5 m een armatuur van de openbare verlichting aanwezig; De poort of de deur: biedt doorzicht naar het achterliggende paden of terreinen, bijvoorbeeld via een spijlen hekwerk met een afstand tussen de spijlen van minder dan 15 cm. • De poort is: zelfsluitend, minimaal 1,8 m hoog, voorzien van een flipperbeveiliging en is van de binnenkant zonder sleutel te openen. Het bedieningspunt dient afgeschermd te worden tegen manipulatie vanaf de buitenzijde. Hiertoe kan een beschermingsplaat worden aangebracht met een minimale afstand tussen het bedieningspunt van 70 cm. De beschermingsplaat volstaat bij het gebruik van een draaiknopcilinder. Is het bedieningspunt een deurkruk dan dient die deurkruk tegen manipulatie afgeschermd te worden, bijvoorbeeld middels een ronde of rechthoekige kokervormige afscherming.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 36/89
•
Als men het woongebouw via het binnenterrein vrij kan betreden, dan is het hek tenminste 2,85 m hoog.
Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projecttekening. Inspectiemethode Bepaal de plaatsen waar het binnenterrein is afgesloten en stel vast of er verlichting is aangepast en de poort voldoet aan de gestelde eisen.
O4-4 BINNENTERREIN (COMPARTIMENTEREN) Eis Te controleren Het binnenterrein is door plaatsing van groen en/of speelobjecten ingedeeld in compartimenten, zodat geen ruimte wordt gegeven aan sportieve activiteiten zoals voetbal of basketbal. Benodigde gegevens Geen. Inspectiemethode Bepaal of er objecten op staan.
O4-5 BINNENTERREIN (VERLICHTING PADEN) Eis Te controleren Mogelijkheid 1: • de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 2 lux (Em); • de gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,30 Uh; • de kleurweergave is minimaal 70 (Ra). Mogelijkheid 2: • de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is minimaal 3 lux (Em); • de gelijkmatigheid bedraagt minstens 0,20 Uh; • de kleurweergave is minimaal 70 (Ra). Verlichting wordt niet gehinderd door groen (bomen). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 37/89
Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. Positie van het aanwezige groen t.o.v. de armaturen.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 38/89
6
AANBEVELINGEN: OPENBARE RUIMTE
O5-1 HALTES OPENBAAR VERVOER (ZICHT OP HALTES VANUIT WONINGEN) Aanbeveling Te controleren De haltes liggen binnen 75 m in het zicht van woningen. Dit geldt niet als de halte specifiek voor ter plaatse aanwezige bedrijven en kantoren is bedoeld. Benodigde gegevens Geen. Inspectiemethode Ga in de halte openbaar vervoer staan en kijk of je binnen een afstand van 75 m woningen kunt zien. Bepaal de afstand tot die woningen.
O5-2 HALTES OPENBAAR VERVOER (BELEMMERING ZICHT) Aanbeveling Te controleren Het zicht op de halte wordt niet belemmerd door beplanting of andere obstakels. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: bestemmingsplan en stedenbouwkundig plan. Inspectiemethode Ga in de halte openbaar vervoer staan en stel vast of er in de directe omgeving obstakels aanwezig zijn.
O5-3 HALTES OPENBAAR VERVOER (CRITERIA HALTES) Aanbeveling Te controleren De haltes (abri's) zijn zodanig transparant en verlicht, zodat de gebruikers vanuit de omringende bebouwing kunnen worden gezien. Het is toegestaan om een poster te plaatsen aan een zijde en/of een stadsplattegrond in de abri (het bushokje). Benodigde gegevens Geen. Inspectiemethode Ga in de abri staan en stel vast of er verlichting is en dat je door de wanden kunt kijken. Meet de afstand tussen de onderkant van een aangebrachte poster en/of plattegrond en straatniveau waarop de abri is neergezet.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 39/89
O5-4 HALTES OPENBAAR VERVOER (GRAFFITI OF VERNIELINGEN) Aanbeveling Te controleren Er is geen sprake van ongewenste graffiti of andere vernielingen. Benodigde gegevens Geen. Inspectiemethode Ga in de abri staan en stel vast dat er geen ongewenste graffiti of andere vernielingen aanwezig zijn.
O5-5 HALTES OPENBAAR VERVOER (KLEIN AFVAL) Aanbeveling Te controleren Er zijn geen mogelijkheden in de buurt om klein afval te deponeren. Benodigde gegevens Geen. Inspectiemethode Ga in de abri staan en stel vast dat erin de buurt een mogelijkheid is om klein afval te deponeren.
O6-1 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (TOEPASSING) Aanbeveling Te controleren Straatmeubilair en andere wijkvoorzieningen zijn alleen op logische plaatsen gepositioneerd. Zitbanken worden zodanig geplaatst dat deze niet aantrekkelijk zijn als hangplek. Banken zijn het meest op hun plaats op pleinen en in plantsoenen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projectplan en inrichtingsplan. Inspectiemethode Stel vast of straatmeubilair en andere wijkvoorzieningen zoals banken, brievenbussen, afvalbakken etc. zijn toegepast en stel vast waar deze zijn toegepast. Stel vervolgens vast of de zitbanken niet zodanig zijn geplaatst dat deze aantrekkelijk zijn als hangplek.
O6-2 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (KLEINE VOORZIENINGEN) Aanbeveling Te controleren Kleine voorzieningen zoals brievenbussen, telefooncellen, bushokjes, zitbanken en afvalbakken worden zoveel mogelijk gecombineerd. Zitbanken worden altijd gecombineerd met afvalbakken om zwerfvuil te voorkomen.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 40/89
Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek/technische omschrijving. Inspectiemethode Stel vast of er kleine voorzieningen, zoals bij 'te controleren' is omschreven, aanwezig zijn.
O6-3 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (ZICHT OP VOORZIENINGEN) Aanbeveling Te controleren De (gecombineerde) voorzieningen liggen, binnen een afstand van 75 m, in het zicht van minimaal 2 woningen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projecttekening en plattegronden woningen. Inspectiemethode Ga bij een willekeurig onderdeel van het straatmeubilair staan en kijk naar tenminste 2 woningen van waaruit zicht mogelijk is. Stel vast dat deze woningen binnen een afstand van 75 m zijn gelegen.
O6-4 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (BEREIKBAARHEID DIENSTEN) Aanbeveling Te controleren Het straatmeubilair en speeltoestellen zijn zodanig geplaatst dat de bereikbaarheid van (woon)gebouwen gegarandeerd blijft voor voertuigen van brandweer (ook met het oog op de openbare bluswatervoorziening), voor ambulances, voor vuilophaaldiensten en andere (hulp)diensten. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: bestemmingsplan en stedenbouwkundig plan. Inspectiemethode Ga bij de opstelling van het straatmeubilair staan en kijk naar de entree of plaats waar bereikbaarheid wordt verlangd.
O6-5 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (VANDALISMEBESTENDIGHEID EN BEHEER) Aanbeveling Te controleren Materialen van straatmeubilair zijn vandalismebestendig en goed te beheren. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: productinformatie met betrekking tot straatmeubilair. • Bij beoordeling op documenten: detailtekening en productinformatie met betrekking tot straatmeubilair.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 41/89
Inspectiemethode Er is geen referentie bekend waaraan vandalismebestendigheid valt te toetsen. Dit wordt visueel en/of aan de hand van de documentatie bepaald. Indien voorhanden, lees met betrekking tot het straatmeubilair de productinformatie of verklaring ondertekend door een verantwoordelijk persoon en bekijk het straatmeubilair.
O6-6 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (BESCHIKBAARHEID SPEELRUIMTEN) Aanbeveling Te controleren Er is een speelruimte voor alle leeftijdscategorieën van de jeugd, afgestemd op de te verwachte behoefte in de wijk. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: Bestemmingsplan en stedenbouwkundig plan. Inspectiemethode Toets aan de hand van het stedenbouwkundig plan, het bestemmingsplan etc. voor welke doelgroepen de wijk ontworpen wordt. Aan de hand hiervan dient in deze plannen vastgelegd te zijn welke voorzieningen voor jongeren gerealiseerd gaan worden.
O6-7 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (DIFFERENTIATIE NAAR LEEFTIJD) Aanbeveling Te controleren Afhankelijk van de behoefte van de wijkbewoners zijn er afzonderlijke en van elkaar gescheiden speelplaatsen voor kinderen tot maximaal 6 jaar, kinderen van 6 tot 12 jaar en jongeren van 12 jaar en ouder. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: detailtekening indeling speelruimte. Inspectiemethode Ga bij de speelruimte staan en onderscheid de speelruimten bedoeld voor kinderen tot maximaal 6 jaar, zoals wipkip, zandbak en speelveldje en de speelruimte bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar, zoals schommels, wip, wipkip, glijbaan, klimrek etc. en speelruimten voor kinderen van 12 tot 18 jaar zoals basketbalkorf, goal, volleybalnet etc. Bepaal de afstand tussen de dichtst bij elkaar liggende grenzen van deze speelruimten.
O6-8 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (ZICHT OP SPEELPLAATSEN) Aanbeveling Te controleren Op speelplaatsen voor de kinderen tot 12 jaar (bijvoorbeeld met speeltoestellen) is binnen 75 m zicht vanuit woonvertrekken van minimaal 2 omringende woningen. Deze speelplekken zijn niet gelegen langs een doorgaande verkeersroute voor gemotoriseerd verkeer. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestemmingsplan, stedenbouwkundig plan en woningplattegronden.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 42/89
Inspectiemethode Ga op de speelplek bedoeld voor kinderen tot maximaal 12 jaar (zie O9-2) staan en kijk naar de woningen.
O6-9 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (SPEELVELD OUDERE JEUGD) Aanbeveling Te controleren Voor oudere jeugd is er ruimte voor sportieve activiteiten, zoals voetbal op een plein of grasveld. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projecttekening. Inspectiemethode Als uit de projecttekening blijkt dat er een speelveld is, bedoeld voor jeugd van 12 tot 18 jaar, bepaal dan de afmeting van dit speelveld.
O6-10 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (LIGGING PLAATS VOOR OUDERE JEUGD) Aanbeveling Te controleren Voorzieningen voor oudere jeugd (waaronder ook jeugdontmoetingsplaatsen) zijn wel in de invloedssfeer, maar niet per se in het directe zicht van de woningen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestemmingsplan, stedenbouwkundig plan en projecttekening. Inspectiemethode Bepaal waar de speelruimte is, bedoeld voor kinderen van 12 tot 18 jaar.
O6-11 STRAATMEUBILAIR EN WIJKVOORZIENINGEN (PLAATSEN LANGS WATERPARTIJEN) Aanbeveling Te controleren De gemeente laat waterpartijen langs speelplaatsen voor spelende kinderen jonger dan 6 jaar afschermen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: bekijk of er in de wijk sprake is van waterpartijen in de directe omgeving van speelplaatsen voor de jongere jeugd. • Bij beoordeling op documenten: detailtekening, indeling speelruimte en waterpartijen Inspectiemethode Indien er in de directe omgeving van speelplaatsen voor de jongere jeugd waterpartijen zijn, controleer dan op de aanwezigheid van afscherming van deze partijen in de vorm van bijvoorbeeld hekwerken. Oordeelsvorming ter plaatse door inspecteur.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 43/89
O7-1 BEHEERPLAN WOONOMGEVING (‘BEHEERPLAN’) Aanbeveling Te controleren In het ‘beheerplan’ woonomgeving staan afspraken over de wijze waarop zorg wordt gedragen voor een ‘schone, hele en veilige woonomgeving’. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: een document of documenten ondertekend door de instantie of instanties die belast zijn met het beheer van het betrokken openbaar of semi-openbaar gebied of ruimte. Inspectiemethode Bestuderen vastgestelde beheerplan.
O7-2 BEHEERPLAN WOONOMGEVING (INHOUD ‘BEHEERPLAN’) Aanbeveling Te controleren Er wordt in het beheerplan onder meer rekening gehouden met het volgende: • Er is een meldpunt waar bewoners kapotte verlichting, vervuiling en/of andere onderhoudsklachten kunnen melden. • De noodzakelijke schoonmaak en reparatie van bestrating, muren, straatmeubilair, verlichting en ander openbare bezittingen worden binnen afgesproken termijn uitgevoerd en er is controle op deze schoonmaak en reparatie. • Er is structureel onderhoud van groen, zodat het zicht niet wordt belemmerd en de (openbare) verlichting niet wordt gehinderd. • Er worden maatregelen getroffen om de overlast van hondenpoep tegen te gaan. • Er vinden regelmatig controles plaats op vervuiling, vernieling en graffiti, zodat deze problemen met name als het gaat om aanstootgevende en discriminerende bekladding snel wordt opgelost. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: vastgesteld en ondertekend beheerplan. Inspectiemethode Bestudering beheerplan.
O7-3 BEHEERPLAN WOONOMGEVING (PROCEDURES) Aanbeveling Te controleren Het beheerplan voorziet in procedures voor samenwerking en communicatie met de bewoners en andere betrokkenen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: beheerplan. Inspectiemethode Lees het document.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 44/89
7
EISEN: KAVELS
K1-1 ACHTERPADEN (AFMETINGEN) Eis Te controleren Het achterpad is kort, recht, verlicht en minimaal 1,5 m breed. Het achterpad ontsluit maximaal 10 woningen per zijde of als het achterpad 11 tot maximaal 20 woningen per zijde ontsluit, is het achterpad 1,8 m breed. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp en woningplattegrond. Inspectiemethode Tel het aantal woningen dat z'n ontsluiting heeft via het achterpad en meet de breedte van het achterpad. Bekijk het achterpad en let op het volgende: • De doorgang naar het achterpad; • Het aantal woningen dat z'n ontsluiting heeft via het achterpad; • De breedte van het achterpad.
K1-2 ACHTERPADEN (ONTSLUITINGSSTRUCTUUR) Eis Te controleren Bij meer dan 2 in elkaars verlengde liggende achterpaden dient de ontsluitingsstructuur te worden onderbroken. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp. Inspectiemethode Beoordeel op basis van de tekeningen of er sprake is van een doorlopende ontsluitingsstructuur.
K1-3 ACHTERPADEN (TOEGANGEN, HOEK, SPLITSING, KRUISING,GEKOPPELDE PADEN) Eis Te controleren Vanaf de toegang(en) heeft het achterpad maximaal 1 hoek, splitsing of kruising. Het achterpad heeft maximaal 2 toegangen. Is er sprake van 2 gekoppelde achterpaden, dan is de minimale breedte van beide achterpaden de breedte van het deel met de meeste ontsluitingen van woningen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 45/89
Inspectiemethode 1. Beoordeel op basis van de tekeningen of er sprake is van de juiste afmetingen en achterpadenstructuur. 2. Beoordeel op locatie of de achterpadenstructuur voldoet aan de gestelde afmetingen en structuur.
K1-4 ACHTERPADEN (VERLICHTING) Eis Te controleren Het achterpad is voorzien van (openbare) verlichting met een kleurweergave van minimaal 70 (Ra) en: • Een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 2 lux (Em) met een gelijkmatigheid van tenminste 0,15 Uh gemeten vanaf het maaiveld; • Een lichtpuntafstand van maximaal 6 keer de lichtpunthoogte. • De verlichting moet door middel van schemerschakeling worden ingeschakeld. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: Eventueel door de LBC goedgekeurde verlichtingsplan en specificaties armaturen zoals gebruikt bij de inspectie op documenten. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp, gevalideerde berekening verlichtingsplan en tekening van de openbare verlichting. Productbeschrijving toegepaste verlichting en armaturen, al dan niet op de bergingen aangebracht. Inspectiemethode 1. Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. 2. Ga in het achterpad en/of tussenpad staan en bepaal de afstand tussen de lichtpunten van de (openbare) verlichting en bezie of deze afstanden voldoen aan de gestelde eis.
K1-5 ACHTERPADEN (VERLICHTING AAN BERGINGEN) Eis Te controleren Bij aanwezigheid van voldoende bergingen, dan aan elke berging in de tuin, zo hoog mogelijk, minimaal 2 m vanaf het maaiveld en met een maximale afstand van 0,3 m vanaf de grens van het achterpad, met een maximale onderlinge afstand van 12 m. Deze verlichting met een kleurweergave van minimaal 70 (Ra) moet door middel van schemerschakeling worden ingeschakeld. Benodigde gegevens Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde verlichtingsplan en specificaties armaturen zoals gebruikt bij de inspectie op documenten. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. In dit geval gericht op de kleurweergave. Ga in het achterpad en/of tussenpad staan en bepaal of op elke berging een armatuur zo hoog mogelijk is geplaatst. Controleer vervolgens of aan de maximale afstand van 0,3 m vanaf de grens van het achterpad wordt voldaan.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 46/89
K2-1 COMPLEX VAN BERGINGEN, SCHUREN OF PRIVÉ-GARAGES: SITUERING EN VERLICHTING: (ZICHT OP DEUREN) Eis Te controleren De deuren/toegangen liggen binnen 75 m in het zicht van ten minste 2 woningen. Benodigde gegevens Geen. Inspectiemethode Ga bij de bergingen, schuren of privé-garages staan en kijk naar 2 woningen van waaruit men zicht heeft op het complex. Stel de afstand tot de woningen vast.
K2-2 COMPLEX VAN BERGINGEN, SCHUREN OF PRIVÉ-GARAGES: SITUERING EN VERLICHTING: (OPENBARE VERLICHTING) Eis Te controleren Het gebied is voorzien van (openbare) verlichting conform O1 met een kleurweergave van tenminste 70 (Ra). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
K2-3 COMPLEX VAN BERGINGEN, SCHUREN OF PRIVÉ-GARAGES: SITUERING EN VERLICHTING: (INBRAAKWERENDHEID) Eis Te controleren Bergingen, schuren en garages zijn inbraakwerend conform de eis W5 en W6. Inspectiemethode Zie W5 en W6.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 47/89
8
AANBEVELINGEN: KAVELS
K2-1 COMPLEX VAN BERGINGEN, SCHUREN OF PRIVÉ-GARAGES: SITUERING EN VERLICHTING: (AANTAL) Aanbeveling Te controleren Een aanbeveling is om bergingen of schuren die behoren bij rijen eengezinswoningen of woongebouwen in kleine concentraties te plaatsen. Dit geldt ook voor privé-garages. Aanbevolen wordt om concentraties van maximaal 10 garages of 20 bergingen toe te passen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp. Inspectiemethode Bepaal het aantal privé-garages en bergingen of schuren, die in kleine concentraties zijn gebouwd. Bepaal hoe eventueel meerdere concentraties zijn opgebouwd en over het project zijn verdeeld.
K3-1 VERKAVELING EN SITUERING EENGEZINSWONINGEN: VOORZIJDE (SEMI PRIVATE RUIMTE) Aanbeveling Te controleren Elke woning heeft een voortuin of andere vorm van afscheiding tussen de 2 en 5 m diep. Een hoekwoning heeft ook een zijtuin. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: project tekening of presentatie. Inspectiemethode Stel vast of er bij de woningen sprake is van een voortuin en ingeval het een hoekwoning betreft ook een zijtuin.
K3-2 VERKAVELING EN SITUERING EENGEZINSWONINGEN: VOORZIJDE (ZICHT) Aanbeveling Te controleren De voorzijde van de woning ligt goed in het zicht van de openbare ruimte. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp en woningplattegrond. Inspectiemethode
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 48/89
Benader vanaf het openbare of semi-openbare grondgebied, de voorzijde van een willekeurige woning tot aan de grens van de kavel waarop die woning staat. Bepaal hoe groot het zichtbare oppervlak van de voorzijde van de woning is.
K3-3 VERKAVELING EN SITUERING EENGEZINSWONINGEN: VOORZIJDE (GEVEL) Aanbeveling Te controleren De voorgevel is vlak. Als de gevel inspringt, beperkt dit zichtlijnen en sociale veiligheid niet. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp en woningplattegrond. Inspectiemethode Trek een denkbeeldige lijn langs de muur waarin de entree zit en stel vast dat de voordeur ook op deze lijn ligt. Zo ja, dan wordt aan dit onderdeel voldaan. Zo nee, benader de woning vanaf een willekeurige richting op het daarvoor bedoelde pad of weg tot een afstand van minimaal 10 m gemeten vanaf de entree. Bepaal hoe groot het oppervlak van de voordeur is.
K4 VERKAVELING EN SITUERING EENGEZINSWONINGEN: ACHTERZIJDE (PRIVÉ KARAKTER) Aanbeveling Te controleren • De achterzijde van de woning heeft een duidelijk privé karakter. De toegankelijkheid van achtertuinen voor inbrekers wordt bemoeilijkt. Aan de aanbeveling K4 wordt voldaan door: Achtertuinen niet te laten grenzen aan de openbare ruimte. • Er is een volledig gesloten bouwblok (geschakelde woningen met eventueel garages). • Achterpaden ontbreken. Fysieke afscheiding van de achtertuin van tenminste 1,8 m. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projecttekening. Inspectiemethode Ga aan de achterzijde van de woning staan en kijk naar de grenzen van de kavel. Stel visueel vast op welke wijze er een duidelijk privé karakter aanwezig is.
K5-1 VERKAVELING EN SITUERING WOONGEBOUWEN (ZICHT OP TOEGANGSDEUREN) Aanbeveling Te controleren Ingangen van het gebouw en toegangen van bergingcomplexen zijn goed zichtbaar vanaf de openbare ruimte. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp en plattegrond.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 49/89
Inspectiemethode Ga op een willekeurige openbare (voor lopen, fietsen of te rijden ingerichte) plaats staan en benader het woongebouw tot op een afstand van 15 m. Bepaal de afmeting van de entree waar goed zicht op verlangd wordt.
K5-2 VERKAVELING EN SITUERING WOONGEBOUWEN (GEEN ZICHTBELEMMERING) Aanbeveling Te controleren Zicht op het woongebouw wordt niet weggenomen door bomen, struiken, schuurtjes en andere obstakels die doorzicht belemmeren. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: groenplan. Inspectiemethode Bepaal of de definities 'zicht' en in het 'zicht van elkaar' opgaan voor elk willekeurige (voor lopen, fietsen of te rijden ingerichte) plaats in de directe omgeving bij een entree, nooduitgang, balkon, bergingsentree etc.
K5-3 VERKAVELING EN SITUERING WOONGEBOUWEN (SEMI PRIVATE RUIMTE WONINGEN BGG) Aanbeveling Te controleren Elke woning op de begane grond in een woongebouw, waarvan de voordeur uitkomt op de openbare ruimte heeft een semi-private ruimte of andere vorm van afscheiding tussen de 2 en 5 m diep. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: projecttekening of presentatie. Inspectiemethode Stel vast of er bij de woningen sprake is van een tuin aan de voorkant van de woning. Zo ja, dan wordt aan dit onderdeel voldaan. Zo nee, stel vast dat er een constructie is gemaakt, die overduidelijk aangeeft of men op privé of openbaar gebied staat.
K5-4 VERKAVELING EN SITUERING WOONGEBOUWEN (TUIN WONINGEN BGG) Aanbeveling Te controleren Aan de achterzijde hebben woningen op de begane grond een tuin en/of terras over de hele breedte van de woning. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp en plattegrond woongebouw.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 50/89
Inspectiemethode Stel vast of er bij de woningen sprake is van een tuin, aan de voor- en/of zijkant van de woning. Zo ja, dan wordt aan dit onderdeel voldaan. Zo nee, stel vast dat er een constructie is gemaakt, die overduidelijk aangeeft of men op privé of openbaar gebied staat.
K5-5 VERKAVELING EN SITUERING WOONGEBOUWEN (TOEGANGSROUTES EN VERLICHTING) Aanbeveling Te controleren De toegangsroutes zijn kort en overzichtelijk. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp en plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Bepaal de afstand van de route en bewandel deze van en naar een willekeurige entree of uitgang.
K5-6 VERKAVELING EN SITUERING WOONGEBOUWEN (PARKEERPLAATSEN) Aanbeveling Te controleren Parkeerplaatsen in de open lucht worden zo gesitueerd, dat ze goed bereikbaar zijn vanaf de hoofdingang. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp. Inspectiemethode Hanteer de werkinstructie van basis eis O2, en bepaal het aantal parkeerplaatsen bestemd voor het woongebouw.
K6-1 ERFAFSCHEIDINGEN (LOCATIES EN HOOGTE) Aanbeveling Te controleren De erfafscheiding wordt geplaatst langs zij- en achtertuinen van woningen die grenzen aan een toegangsweg tot het woongebied en bij woningen, die langs (wijk)ontsluitingsroutes liggen. Een stevige erfafscheiding met een hoogte van circa 1,8 m biedt een duidelijke scheiding tussen openbaar en privé terrein. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: tekening verkaveling project. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp. Inspectiemethode Bepaal van welke woningen de tuinen met minimaal 1 zijde aan een weg grenzen, die voldoet aan de definitie de toegang tot het woongebied of langs (wijk)ontsluitingsroutes.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 51/89
K6-2 ERFAFSCHEIDINGEN (AANSLUITING OP BEBOUWING) Aanbeveling Te controleren De erfafscheiding sluit aan op de woning en/of berging, zodat de tuin volledig is afgeschermd. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: tekening verkaveling project. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig ontwerp. Inspectiemethode Bekijk de constructie van de erfafscheiding. Indien er niet sprake is van een transparante erfafscheiding is dit geen reden voor afkeur. Bekijk of de constructie aansluit op de woning en/of berging
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 52/89
9
EISEN: WOONGEBOUWEN
G1-1 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (OMVANG EN SOCIALE CONTROLE) Eis Te controleren Een woongebouw bevat maximaal 20 woningen per etage, of wordt bij meer dan 20 woningen per etage gecompartimenteerd in clusters van maximaal 20 woningen door het toepassen van deuren die voldoen aan de eisen van de eis G4, inclusief een bellenbord en een intercom. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel een door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Stel vast dat het woongebouw maximaal 20 woningen per etage bevat. Indien blijkt dat er meer dan 20 woningen per etage aanwezig zijn, stel vast of er compartimenten zijn gecreëerd door toepassing van deuren die voldoen aan de eisen van de eis G4, inclusief een bellenbord en een intercom.
G1-2 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (TOEGANKELIJKHEID) Eis Te controleren Een woongebouw is niet vrij toegankelijk doordat toegangsdeuren voldoen aan G4 ‘ Toegangsdeuren gemeenschappelijke ruimten’. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Stel vast, eventueel op basis van de door de LBC goedgekeurde tekeningen, welke deuren in het gebouw dienen te voldoen aan de G4-eis. Bij G4 worden de betreffende deuren op de vereiste specificatie geïnspecteerd.
G1-3 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (OPKLIMMEN GALERIJ) Eis Te controleren Het opklimmen van een galerij op de eerste etage is niet mogelijk binnen een hoogte van 2,85 m. Een tussenruimte tussen de vloer van de galerij en de balustrade van maximaal 5 cm is toegestaan. De eenvoudige opklimmogelijkheden, zoals genoemd in bijlage 1 Bereikbaarheid, zijn van toepassing op deze eis.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 53/89
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Stel vast ,eventueel op basis van de door de LBC goedgekeurde tekeningen, of mogelijk opklimbare galerijen aanwezig zijn. Controleer op locatie of de betreffende galerijen niet opklimbaar zijn op waarbij rekening wordt gehouden met bijlage 1 Bereikbaarheid en de opklimmaat van 2,85 m. Houd hierbij rekening met een maximale toegestane tussenruimte van 5 cm tussen de vloer van de galerij en de onderzijde van de balustrade.
G1-4 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (BEREIKBARE GALERIJ) Eis Te controleren Bij een bereikbare galerij op de begane grond moeten de toegangsdeuren naar de overige gemeenschappelijke ruimten voldoen aan de eis G4. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Benodigde meetapparatuur (indien noodzakelijk) Geen. Inspectiemethode 1. Stel vast, eventueel op basis van de door de LBC goedgekeurde tekeningen, of mogelijk deze situatie zich voordoet en dat dan de deuren als G4deuren zijn aangeduid. 2. Ingeval die situatie aanwezig is, controleer of de betreffende deuren ook aan de eisen van G4 voldoen.
G1-5 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (BRANDTRAPPEN EN NOODTRAPPENHUIZEN) Eis Te controleren Brandtrappen en noodtrappenhuizen zijn niet vrij toegankelijk binnen 2,85 m en niet opklimbaar. De eenvoudige opklimmogelijkheden, zoals genoemd in bijlage 1 Bereikbaarheid, zijn van toepassing op deze eis. Als brandtrappen en noodtrappenhuizen toegangsdeuren hebben, voldoen ze aan G4 ‘Toegangsdeuren gemeenschappelijke ruimten’. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 54/89
Inspectiemethode 1. Stel vast of er eventueel op basis van de door de LBC goedgekeurde tekeningen mogelijk opklimbare brandtrappen of noodtrappenhuizen aanwezig zijn. 2. Controleer op locatie of de betreffende brandtrappen of noodtrappenhuizen tot de eerste etage zijn afgeschermd en niet opklimbaar zijn. 3. Controleer of de betreffende toegangsdeuren voldoen aan de specificaties zoals vermeld bij G4.
G1-6 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (ZORGFACILITEITEN) Eis Te controleren Als in het gebouw faciliteiten beschikbaar zijn voor anderen dan de bewoners, dan zijn deze faciliteiten afgescheiden van algemene ruimten behorend bij de woonfunctie door middel van een scheiding die voldoet aan de eis G4 (zie ook G8). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Stel vast, eventueel op basis van de door de LBC goedgekeurde tekeningen, welke faciliteiten in het gebouw aanwezig zijn. Ingeval van faciliteiten voor anderen dan de bewoners, stel daarbij vast dat de toegankelijkheid van het woongebouw voor bezoekers beperkt is tot het gedeelte waar zich die faciliteiten bevinden en de route daarnaar toe.
G1-7 WOONGEBOUW: ONTSLUITING EN TOEGANKELIJKHEID (KLEINSCHALIG WOONGEBOUW) Eis Te controleren Een kleinschalig woongebouw met alleen een begane grond en een eerste etage kan onder voorwaarden geheel openblijven en behoeft niet afgesloten te zijn. Voorwaarden zijn: • Maximaal 10 woningen op de eerste etage ; • De route vanaf het openbaar gebied naar de galerij ligt volledig in het zicht vanaf het openbare gebied en/of vanuit tenminste 2 woningen; • De trap naar de eerste etage is voorzien van schemergeschakelde verlichting. Er is een armatuur op de begane grond en de eerste etage binnen 2 m van het begin en het einde van de trap. Als de afstand tussen deze 2 lampen groter is dan 15 m, wordt een extra armatuur geplaatst; • Een balustrade van de galerij op de eerste etage is over maximaal 1 m hoog niet doorzichtig. • Als zich in het woongebouw compartimenten bevinden zoals een parkeergarage of een bergingencomplex dan zijn deze afgesloten met een deur die voldoet aan de eis G4; • Wanneer de eerste etage per lift bereikt kan worden, is de lift sleutelbediend en alleen toegankelijk voor bewoners. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 55/89
Inspectiemethode Stel vast dat op de eerste etage maximaal 10 woningen aanwezig zijn en tevens dat de route vanaf het openbaar gebied naar de galerij volledig in het zicht ligt vanaf het openbare gebied en/of vanuit tenminste 2 woningen; Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten. Stel vast dat: • De balustrade van de galerij tot maximaal 1 m hoog niet doorzichtig is (een balustrade mag natuurlijk doorzichtig zijn, alleen een hogere balustrade moet vanaf 1 m doorzichtig zijn); • Er in het woongebouw zich compartimenten bevinden zoals een parkeergarage of een bergingencomplex en de deuren daarvan voldoen aan de eis G4; • Wanneer de eerste etage per lift bereikt kan worden, de lift sleutel bediend is en alleen toegankelijk is voor bewoners.
G2 WOONGEBOUW: ONDERDOORGANG Eis Te controleren Verkeersroutes (ook voor langzaam verkeer) in een onderdoorgang liggen op gelijke hoogte en in het zicht van elkaar. Onderdoorgangen hebben; • Overdag geen verlichting; • ’S avonds en ’s nachts, gemeten op het wegdek, een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 15 lux (Em), een gelijkmatigheid van minimaal 0,30 Uh en een kleurweergave van minimaal 70 (Ra); • Geen deuren die toegang geven tot woningen, tot bergingen en/of gemeenschappelijke ruimten; • De verlichting is in een vandalismebestendige constructie aangebracht, conform de criteria van de SKG KE 571. Bij voorkeur is de constructie gecertificeerd. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening woongebouw. Getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode 1. Bekijk de plattegrond van het woongebouw c.q. de woningplattegrond, de locatietekening en bezie of er onderdoorgangen zijn. Stel vast dat er geen deuren, die toegang geven tot een woning of gemeenschappelijke ruimten van een woongebouw, in de onderdoorgang aanwezig zijn. 2. Bij opleveringsinspectie: Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 56/89
G3-1 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (ZICHT) De eis G3 is niet van toepassing voor een kleinschalig woongebouw met alleen op de eerste etage een galerij met daaraan gelegen maximaal 10 woningentrees. Eis Te controleren De hoofdingang van een woongebouw ligt in het zicht van het openbare gebied. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan. Inspectiemethode Benader de hoofdingang van het woongebouw vanaf een willekeurige plaats van het openbare of semiopenbare grondgebied tot aan de grens van de kavel waarop het woongebouw staat, doch niet dichter dan 10 m.
G3-2 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (POSITIE IN GEVEL) Eis Te controleren De hoofdingang ligt bij voorkeur vlak in de gevel. Als de hoofdingang terugspringt, is de nis minimaal 2 keer zo breed als diep. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: tekening woongebouw. Inspectiemethode Trek een denkbeeldige lijn langs de gevel, zodanig, dat de grens van de gevel op deze lijn ligt. Wanneer er sprake is van een nis stel de afmetingen vast.
G3-3 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (VERLICHTING NIS) Eis Te controleren Als de nis niet aan de minimale maatvoering voldoet, is hier, gemeten op de vloer, de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 15 lux (Em) met een gelijkmatigheid van tenminste 0,30 Uh en een kleurweergave van minimaal 70 (Ra). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 57/89
Inspectiemethode Stel vast dat de nis niet aan de minimale maatvoering voldoet. Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
G3-4 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (VERLICHTING BINNEN) Eis Te controleren De hoofdingang is binnen voorzien van verlichting. Binnen is, gemeten op de vloer, de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 40 lux (Em) met een gelijkmatigheid van tenminste 0,30 Uh. De kleurweergave is binnen minimaal 70 (Ra). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
G3-5 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (VERLICHTING BUITEN) Eis Te controleren De verlichting buiten bestaat uit minimaal 2 lichtpunten. Deze zijn zo aangebracht dat de entree vanuit het openbare gebied goed zichtbaar is. De kleurweergave is buiten minimaal 70 (Ra). Verlichting van binnenuit is onder voorwaarden toegestaan. Deze voorwaarden zijn: • De verlichting aan de binnenzijde bij de gevel is minimaal 40 lux (Em); • De gevel is volledig transparant; • De plaatsing van brievenbussen is zodanig dat de verlichting naar buiten slechts beperkt gehinderd wordt. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 58/89
Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
G3-6 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (CRITERIA DEUR) Eis Te controleren De hoofdingang van een woongebouw is voorzien van een deur die voldoet aan de specificaties genoemd in eis G4:‘Toegangsdeuren gemeenschappelijke ruimten’. De hoofdingang is voorzien van een deur die van buitenaf met een sleutel en door bewoners op afstand vanuit de woning kan worden ontsloten. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: geveltekening woongebouw/bestek. Inspectiemethode Ga voor de hoofdingang van het woongebouw staan en toets of de deur voldoet aan de eisen van G4 en controleer of de deur van buitenaf alleen met een sleutel is te bedienen en op afstand is te ontsluiten. Dit laatste kan gecontroleerd worden met medewerking van een bewoner.
G3-7 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (BELLENBORD) Eis Te controleren De hoofdingang van een woongebouw is voorzien van een bellenbord bij de deur met naambordjes. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: geveltekening woongebouw/bestek. Inspectiemethode Ga voor de gemeenschappelijke entree van het woongebouw staan en toets of er een werkzaam bellentableau met naambordjes is.
G3-8 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (INTERCOM OF VIDEOFOON) Eis Te controleren De hoofdingang van een woongebouw is voorzien van een intercom of videofoon. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek hoofdstuk installaties.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 59/89
Inspectiemethode Ga voor de hoofdingang van een woongebouw staan, toets de intercom of videofoon door bij willekeurig adres gebruik te maken van deze oproepmethode.
G3-9 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (STALLINGSPLAATS FIETSEN) Eis Te controleren Als de grond rond het gebouw eigendom is van de ontwikkelaar of onder verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar wordt gerealiseerd, dan zijn voorzieningen voor het stallen van fietsen, bijvoorbeeld fietsbeugels verplicht op maximaal 20 m afstand van de hoofdingang. Hierbij wordt de formule toegepast: • voor de eerste 40 woningen geldt: 1 stallingplaats op 4 woningen met een minimum aantal van 4. • Bij meer dan 40 woningen geldt: 1 stallingsplaats extra bij elke 10 woningen of een deel daarvan. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond hoofdingang en directe omgeving hoofdingang, documentatie over aantal woningen woongebouw. Inspectiemethode 1. Stel vast of de grond eigendom is van de ontwikkelaar, danwel onder zijn verantwoordelijkheid valt. Bepaal het aantal benodigde stallingplaatsen op basis van aangegeven formule. 2. Controleer of binnen een afstand van de hoofdingang maximaal 20 m de benodigde stallingplaatsen aanwezig zijn. Voorbeeld formule: woongebouw met 78 woningen. Voor de eerste 40 woningen zijn 10 stallingsplaatsen nodig. Voor de 38 woningen komen er nog 4 extra plaatsen bij. In totaal dienen er 14 stallingsplaatsen aanwezig te zijn.
G3-10 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (DOORZICHT EN OVERZICHT) Eis Te controleren Voor de entreehal gelden de volgende eisen: • De entreehal is overzichtelijk. Onoverzichtelijke situaties moeten worden opgeheven door het plaatsen van één of meerdere slagvaste spiegels, bij voorkeur gecertificeerd conform SKG KE 572 (niet manipuleerbaar qua positie). Deze slagvaste spiegels bieden zicht aan personen met een ooghoogte variërend van 1 m tot 1,8 m ongeacht de looproute; • Als er liften aanwezig zijn in het woongebouw, dan wordt in de lift op de achterwand een spiegel aangebracht, op een hoogte tussen de 1 m en 1,8 m. Als er sprake is van een doorlooplift, dan kan de spiegel op een zijwand worden aangebracht. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekening, documentatie van toegepaste coating of ander materiaal. Eventueel kwaliteitsverklaring slagvaste spiegels. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond entreehal, documentatie van toegepaste slagvaste spiegels. Inspectiemethode Ga op een willekeurige plaats in de entreehal staan en kijk naar de uitvoering van de hal en eventuele liften. Ingeval van aanwezigheid noodzakelijke spiegels kwaliteitsverklaring controleren. Controleer of de spiegels qua positie zijn te manipuleren. Stel de functionaliteit vast t.a.v. het zicht bieden aan personen met een
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 60/89
ooghoogte variërend tussen de 1 m en 1,8 m ongeacht de looproute. Stel vast dat de spiegel in de lift tussen de 1 m en 1,8 m is aangebracht.
G3-11 HOOFDINGANG WOONGEBOUW (NIET AFGESLOTEN VOORHAL) Eis Te controleren Als er ontwerptechnisch een niet-afgesloten voorhal noodzakelijk is voor postkasten, dan is dit alleen toegestaan als er sprake is van tijdschakelingen op de deur van het voorportaal en op de tweede deur. Het voorportaal kan in dat geval geopend zijn tussen 06.00 uur en 20.00 uur. In dat tijdvak is de tweede deur afgesloten. De deur van het voorportaal is daarmee afgesloten tussen 20.00 uur en 06.00 uur. De afgesloten deur voldoet aan G4. De hal is dan voorzien van glas, zodat daglicht kan toetreden en zodat van buitenaf zichtbaar is wat er binnen gebeurt. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekeningen en informatie over de tijden van afsluitingen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond entreehal, documentatie van toegepaste afsluitingen G4deuren. Inspectiemethode Ga op een willekeurige plaats voor de entreehal staan en kijk naar de uitvoering van de voorhal en de G4 deuren. Stel vast of er voldoende glas aanwezig is.
G4-1 TOEGANGSDEUREN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (EISEN DEUR EN VERLICHTING) Eis Te controleren • Deuren zijn zelfsluitend, beveiligd tegen flipperen en van buitenaf alleen met een sleutel te openen. • Deuren kunnen vanaf de binnenkant zonder (elektronische) sleutel geopend worden, tenzij sleutelbediening vanaf de binnenzijde noodzakelijk is. • De buitenkant van de deur heeft een niet-beweegbare knop. • Er is helder, doorzichtig (spiegeldraad)glas in of naast de deur aangebracht. Glas is niet noodzakelijk in nooddeuren en deuren van containerruimten indien deze in de buitenschil liggen. Deuren in een gemeenschappelijke verkeersruimte zijn wel voorzien van glas. Glas in of naast de deur dient minimaal vanaf 1 m tot 1,8 m, gerekend vanaf de vloer, aanwezig te zijn met een minimale breedte van 40 cm. • Bij toegangsdeuren die uitkomen op het (semi-)openbaar gebied is buitenverlichting aanwezig met een kleurweergave van tenminste 70 (Ra).De afstand tussen het verlichtingsarmatuur en de toegangsdeur is maximaal 7,5 m. • Buitendeuren van containerruimtes moeten voldoen aan G4. Als de deur is gelegen in de buitenschil en er dan via de containerruimte toegang is tot het woongebouw voldoet ook de tweede deur aan G4, waarbij beide zijden met vaste greep zijn uitgevoerd. Het is niet noodzakelijk dat deuren van containerruimten die zich bevinden in een garage (G9), collectieve fietsenstalling (G10) of een bergingencomplex (G6) afgesloten zijn. • Bij nooddeuren in de buitengevel die niet zijn voorzien van openbare verlichting of achterpadverlichting is de afstand tussen het verlichtingsarmatuur en de toegangsdeur maximaal 7,5 m en is buitenverlichting met een kleurweergave van minimaal 70 (Ra) verplicht.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 61/89
Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: documentatie betreffende de armaturen moet de vereiste kleurweergave (Ra) aangeven. Inspectiemethode Doe de deur voor minimaal 50% open en laat hem weer los, controleer de deur op een anti-flippervoorziening en sleutelbediening aan de buitenzijde. Indien het profiel daartoe aanleiding geeft, controleer dan met een stuk plastic (deel colafles) of er geflipperd kan worden. Ga aan de binnenzijde van de entree staan en open de entreedeur met 1 handeling. Ga aan de buitenzijde van een gesloten entreedeur staan. Probeer de deur te openen door de klink, greep of knop te bewegen. Ga aan een willekeurige zijde van de entreedeur staan en kijk er doorheen naar de andere zijde. Stel vast dat het glas is geplaatst op de juiste hoogte en breedte. Ingeval er geen glas in of naast de deur aanwezig is, controleer of dit een nooddeur of deur van een containerruimte betreft, die niet als toegangsdeur wordt gebruikt. Controleer iedere toegangsdeur en kijk of er een verlichting armatuur binnen een afstand van 7,5 m is aangebracht. Bij een nooduitgangdeur alleen wanneer er geen openbare verlichting of achterpadverlichting binnen 7,5 m aanwezig is. Lees de documentatie betreffende de kleurweergave van de verlichtingsarmaturen (tenminste 70 Ra).
G4-2 TOEGANGSDEUREN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (LIFT, ZICHT OP TOEGANGSDEUREN) Eis Te controleren • Als een woongebouw een lift heeft, mag deze onbevoegden niet direct toegang bieden tot gemeenschappelijke ruimten zoals een bergingencomplex of parkeergarage. Als dat wel het geval is, dient de betreffende verdieping alleen met een sleutelschakelaar in de lift toegankelijk te zijn voor de bewoners. • Deuren in de buitengevel, die toegang geven tot gemeenschappelijke ruimten in het woongebouw, liggen in het zicht. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: niet van toepassing. Inspectiemethode 1. Als een lift aanwezig is, controleer dan of deze niet direct in een bergingencomplex of parkeergarage uitkomt. Is dat wel het geval dient de betreffende verdieping alleen met een sleutelschakelaar in de lift toegankelijk te zijn voor de bewoners. 2. Ga op ongeveer 20 m van de betreffende toegangsdeur staan in het openbaar gebied en controleer of deze in het zicht ligt.
G5-1 VERLICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (VERLICHTINGSNIVEAU) Eis Te controleren • Er is sprake van heldere, niet-verblindende en gelijkmatige verlichting over de hele oppervlakte van de ruimte, met een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van 20 lux (Em), gemeten op de vloer, met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh, de kleurweergave is minimaal 70 (Ra).
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 62/89
•
Voor buitengalerijen en de daaraan gelegen woningentrees geldt dat bij elke voordeur op de buitengalerij een verlichtingsarmatuur moet zijn aangebracht. Bij een grotere onderlinge afstand dan 15 m moet een extra verlichtingsarmatuur worden aangebracht. De kleurweergave is minimaal 70 (Ra).
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
G5-2 VERLICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (DIMMEN OF UITSCHAKELEN) Eis Te controleren Dimmen of uitschakelen in collectieve bergingencomplexen (G6) en in collectieve stallingen (G10) of in noodtrappenhuizen is toegestaan onder de volgende voorwaarden: • De ruimte wordt constant verlicht conform de eis over een minimale lengte van 7,5 m na de toegangsdeur van het compartiment, buiten deze afstand is dimmen of uitschakelen toegestaan; • In geval van dimmen is het advies te dimmen tot een niveau van minimaal 2 lux (Em), met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh, gemeten op de vloer. De kleurweergave is minimaal 70 (Ra). • Bij het betreden van de betreffende ruimte schakelt de verlichting automatisch naar het vereiste niveau van verlichting en blijft dan minimaal 10 minuten branden met de maximale sterkte van deze eis. Bij verlichting in een containerruimte kan volstaan worden met een handmatig bedienbare schakelaar aan de buitenzijde (aangrenzende binnenruimte). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten, de wijze van automatische inschakeling, de tijd dat het vereiste niveau blijft branden en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 63/89
G5-3 VERLICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (DIMMEN IN PARKEERGARAGE) Eis Te controleren Dimmen in een parkeergarage behorend bij een kleinschalig woongebouw met een maximum van 25 parkeerplaatsen is toegestaan onder de volgende voorwaarden: • Tot een niveau van minimaal 2 lux (Em), met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh, gemeten op de vloer. • De kleurweergave is minimaal 70 (Ra). Bij overige parkeergarages behorend bij een woongebouw is dimmen toegestaan tot een niveau van minimaal 4 lux (Em), met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh en een kleurweergave van tenminste 70 (Ra). Voordat een bevoegde toegang tot de betreffende ruimte krijgt, schakelt de verlichting automatisch naar het vereiste niveau. Dit niveau moet minimaal 10 minuten branden met de maximale sterkte van deze eis. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten, de wijze van automatische inschakeling, de tijd dat het vereiste niveau blijft branden en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gemerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
G6-1 COLLECTIEF BERGINGENCOMPLEX: ONTSLUITING EN OMVANG (OMVANG EN TOEGANG) Eis Te controleren Bergingencomplexen bevatten maximaal 35 individuele bergingen of de individuele bergingen zijn ondergebracht in compartimenten die elk maximaal 35 individuele bergingen bevatten. Bewoners hebben alleen toegang tot het eigen compartiment. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekening bergingen complex. Inspectiemethode Bekijk de tekening en het bergingencomplex. Bepaal het aantal individuele bergingen en of de toegang alleen toegankelijk is voor de betreffende bewoners.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 64/89
G6-2 COLLECTIEF BERGINGENCOMPLEX: ONTSLUITING EN OMVANG (MEER DAN 35 BERGINGEN) Eis Te controleren Als een compartiment meer dan 35 bergingen en niet meer dan 50 bergingen bevat, zijn extra maatregelen nodig: • Het glas in de toegangsdeur tot het compartiment en het glas binnen een afstand van 70 cm naast de deurkruk, is inbraakvertragend conform de classificatie P2A; • Er is conform de montagehandleiding een slot ingebouwd met een automatische nachtschootuitwerper van lijst Y van de PKVW Productenlijst, en dit slot kan aan de binnenzijde met een kruk of draaiknop bediend worden; • Scharnieren en veiligheidsbeslag voldoen aan de eisen van de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekening bergingen complex. Vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en Productenlijst. Inspectiemethode Bekijk de tekening en het bergingencomplex. Bepaal het aantal individuele bergingen en of de toegangsdeuren van het bergingscomplex zijn uitgevoerd conform de eis G6-2
G6-3 COLLECTIEF BERGINGENCOMPLEX: ONTSLUITING EN OMVANG (VERLICHTING TOEGANGSDEUR) Eis Te controleren • Aan de buitenzijde van het gebouw is bij de toegangsdeuren van het bergingencomplex buitenverlichting aangebracht binnen 7,5 m van die deur, met een kleurweergave van minimaal 70 (Ra). • Als de toegangsdeur onder het maaiveld ligt, dan is er bij de deur, gemeten op de vloer en minimaal 2 m vanaf de deur, een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 15 lux (Em), met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh en een kleurweergave van minimaal 70 (Ra). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode Zie G4-1. Toetsing van de plaats van de verlichtingspunt(en) en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 65/89
G6-4 COLLECTIEF BERGINGENCOMPLEX: ONTSLUITING EN OMVANG (POSITIE TOEGANGSDEUR) Eis Te controleren De toegang van het bergingencomplex vanaf het openbaar gebied ligt op maaiveldniveau, in het zicht. Als de toegangsdeur onder maaiveldniveau ligt, bestaat er zicht op deze deur vanuit omliggende bebouwing of vanaf het openbaar gebied. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: plattegrond woongebouw en situatie tekening complex. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw en omgeving. Inspectiemethode Ga op 20 m afstand van de toegangsdeur staan en controleer of die toegangsdeur op maaiveldniveau en in het zicht ligt. Ingeval de deur onder het maaiveld ligt, zal gecontroleerd moeten worden of er vanuit de omliggende bebouwing zicht op de deur is. Ingeval de deur in een parkeergarage is gelegen zal gecontroleerd moeten worden of de deur goed in het zicht ligt vanuit de garage.
G6-5 COLLECTIEF BERGINGSCOMPLEX: ONTSLUITING EN OMVANG (AFSLUITING) Eis Te controleren Het bergingencomplex of elk compartiment is afgesloten met een eigen toegangsdeur, die voldoet aan de specificaties van het normblad G4. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw . Inspectiemethode Hanteer de inspectiemethode van basiseis G4.
G6-6 COLLECTIEF BERGINGSCOMPLEX; ONTSLUITING EN OMVANG (OVERZICHTELIJKHEID) Eis Te controleren Bergingencomplex of –compartimenten zijn voorzien een of meer rechte ontsluitingsgangen, zonder bochten, knikken of nissen. Als rechte gangen niet mogelijk zijn, dan wordt de overzichtelijkheid verbeterd door een of meerdere slagvaste spiegels te plaatsen, bij voorkeur spiegels die gecertificeerd zijn conform SKG KE 572. Slagvaste spiegels kunnen niet uit positie worden gebracht. Het is de bedoeling dat slagvaste spiegels zicht bieden aan personen met een ooghoogte variëren van 1 m tot 1,8 m. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: plattegrond woongebouw en eventueel goedgekeurde en gewaarmerkte tekening LBC. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw. Informatie over slagvaste spiegels.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 66/89
Inspectiemethode Bekijk de tekeningen en loop door de bergingsgangen en lees de documentatie.
G6-7 COLLECTIEF BERGINGSCOMPLEX: ONTSLUITING EN OMVANG (VERLICHTING) Eis Te controleren De verlichting voldoet aan G5 ’Verlichting gemeenschappelijke ruimten’. Inspectiemethode Zie G5.
G7-1 BERGING: INBRAAKWERENDHEID GEVELELEMENTEN, DEUREN, RAMEN EN VENTILATIEOPENINGEN (INBRAAKWERENDHEID) Eis Te controleren Er wordt een gevelelement toegepast dat: • Door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096, weerstandsklasse 2 (minimaal 3 minuten inbraakwerend) is getest en goedgekeurd; of • Een conformiteitsverklaring heeft verkregen op basis van toetsing en goedkeuring van toetsing en goedkeuring van een erkend keuringsinstituut; of • Voorzien is van een goedgekeurde combinatie van producten zoals genoemd in de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn (inbraakvertraging minimaal 3 minuten) en de Productenlijst. Aan ramen of ventilatieopeningen met een dagmaat kleiner dan 15 cm stelt het PKVW geen eisen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: attest van het gevelelement of conformiteitsverklaring óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2. Vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en Productenlijst. • Bij beoordeling op documenten: bestek óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2. Vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en Productenlijst. Inspectiemethode Toetsing op aanwezigheid attesten c.q. conformiteitsverklaring en toetsing aan conformiteit montagevoorschriften.
G7-2 BERGING: INBRAAKWERENDHEID GEVELELEMENTEN, DEUREN, RAMEN EN VENTILATIEOPENINGEN (BEDIENING DEUREN) Eis Te controleren De deur moet met 1 handeling afgesloten kunnen worden.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 67/89
Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode Controleer of de deur met 1 handeling kan worden afgesloten.
G7-3 BERGING: INBRAAKWERENDHEID GEVELELEMENTEN, DEUREN, RAMEN EN VENTILATIEOPENINGEN (GLAS) Eis Te controleren In bergingsdeuren is geen glas aangebracht.
Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode Ga voor een gesloten deur van een individuele bergingsdeur staan.
G7-4 BERGING: INBRAAKWERENDHEID GEVELELEMENTEN, DEUREN, RAMEN EN VENTILATIEOPENINGEN (GARAGEDEUR) Eis Te controleren Wanneer een bergingsdeur wordt uitgevoerd als garagedeur, dan moet deze voldoen aan eis W5. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode Zie W5.
G7-5 BERGING: INBRAAKWERENDHEID GEVELELEMENTEN, DEUREN, RAMEN EN VENTILATIEOPENINGEN (STELKOZIJNEN) Eis Te controleren Bij het gebruik van stelkozijnen wordt sluitwerk met een hakende functie toegepast. Ongeacht de draairichting, worden 3 scharnieren met een geïntegreerde dievenklauw toegepast. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: attest van het gevelelement of conformiteitsverklaring óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2. Vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en Productenlijst.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 68/89
•
Bij beoordeling op documenten: bestek óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2. Vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en Productenlijst.
Inspectiemethode Toetsing op aanwezigheid attesten c.q. conformiteitsverklaring en toetsing aan conformiteit montagevoorschriften.
G8-1 VOORZIENINGEN IN EEN WOONGEBOUW (ZELFSTANDIGE ENTREE) Eis Te controleren Voorzieningen hebben een zelfstandige entree. Bezoekers van voorzieningen kunnen niet in de gemeenschappelijke ruimten van het woongebouw komen.
Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: overzicht en situatie tekeningen van voorzieningen en, plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Probeer jezelf toegang te verschaffen tot de gemeenschappelijke ruimte van het woongebouw zonder: 1. Toegangsmiddelen te hanteren bestemd voor de bewoners van het woongebouw; 2. Vernielingen aan te brengen; 3. Met personen mee te lopen.
G8-2 VOORZIENINGEN IN EEN WOONGEBOUW (DOORGANG NAAR WOONGEBOUW) Eis Te controleren Als bewoners van het woongebouw vanuit gemeenschappelijke voorzieningen naar het woongebouw kunnen, dan voldoet de deur aan de eis G4. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: overzicht en situatie tekeningen van voorzieningen en, plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Controleer of er vanuit gemeenschappelijke ruimten deuren naar het woongebouw zijn. Controleer vervolgens of die deuren voldoen aan de eis G4.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 69/89
G8-3 VOORZIENINGEN IN EEN WOONGEBOUW (NOODUITGANGEN) Eis Te controleren Nooduitgangen van de voorzieningen zonder woonfunctie kunnen uitkomen in een gemeenschappelijke ruimte van het woongebouw, tenzij het gaat om parkeergarages, bergingencomplexen en/of collectieve fietsenstallingen. Als voorwaarde geldt dat de nooduitgangdeuren zijn voorzien van detectie gekoppeld aan een akoestisch alarm. Dit alarm is aangebracht aan de zijde van de voorzieningen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: overzicht en situatie tekeningen van voorzieningen en plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Kijk of de betreffende nooduitgangdeuren uitkomen in gemeenschappelijke ruimten, niet zijnde parkeergarages, bergingencomplexen en/of collectieve fietsenstallingen. Stel vast dat de betreffende deur voorzien is van detectie (vaak magneetcontact of slotstandsignalering). Open de nooduitgangdeur en stel vast of het akoestisch alarm in werking treedt en is aangebracht aan de zijde van de voorziening.
G9-1 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (TOEGANKELIJKHEID) Eis Te controleren Parkeergarages zijn afgesloten en alleen toegankelijk voor bewoners en/of bezitters van een parkeerplaats. Buitenopeningen met een dagmaat van 15 cm of groter moeten worden afgeschermd. Huurders en bezitters van een parkeerplaats die niet in het woongebouw wonen, hebben geen toegang tot de overige gebruikersruimten van de bewoners. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode 1. Probeer jezelf toegang te verschaffen tot de parkeergarage zonder: − de toegangsmiddelen te hanteren bestemd voor geautoriseerde gebruikers; − vernielingen aan te brengen; − met personen of auto's mee te lopen. 2. Controleer ingeval er sprake is van huurders of bezitters van parkeerplaatsen, niet zijnde bewoners van het woongebouw, of de toegang tot de overige gebruikersruimten van de bewoners niet toegankelijk zijn.
G9-2 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (KOPPELING EIS O3) Eis Te controleren Wanneer de bewoners van een woongebouw of wooncomplex door een openbaar gedeelte van de parkeergarage moeten om bij het woongebouw of het afgesloten parkeergedeelte van de bewoners te komen, dient het openbare gedeelte van de parkeergarage te voldoen aan O3.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 70/89
Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode Controleer of de bewoners door een openbaar gedeelte van de parkeergarage moeten om bij het woongebouw of het afgesloten parkeergedeelte van de bewoners te komen. Is dat geval controleer dan of het openbare gedeelte van de parkeergarage voldoet aan de eis O3. (Zie verder O3.)
G9-3 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (DOORZICHT TOEGANGSDEUR) Eis Te controleren Als de parkeergaragedeuren in de buitengevel ook door fietsers gebruikt worden, dan is er doorzicht nodig. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond parkeergarage. Inspectiemethode Ga op een willekeurige plaats voor de garagedeur staan en beoordeel of er doorzicht in de garagedeur is gemaakt, bijvoorbeeld middels ramen of strekmetaal.
G9-4 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (CRITERIA TOEGANGSDEUR) Eis Te controleren De toegangen tot de parkeergarages vanuit het complex zijn afgesloten met deuren die voldoet aan eis G4. Inspectiemethode ’Toegangsdeuren gemeenschappelijke ruimten’ (zie verder G4 ).
G9-5 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (AANTAL BERGINGEN) Eis Te controleren In de parkeergarage mogen maximaal 35 individuele bergingen rechtstreeks verbonden zijn met de parkeergarage als er een gegarandeerde vrije ruimte is van 1 m tussen de berging en het geparkeerde voertuig of de rijbaan. De vrije ruimte kan gegarandeerd worden door bijvoorbeeld een hek of biggenruggen. Biggenruggen zijn op minimaal 1,5 m van de bergingsdeuren geplaatst. Dit met het oog op de overstek van de voor- of achterzijde van personenauto’s. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: plattegrond parkeergarage.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 71/89
Inspectiemethode Tel de aanwezige individuele bergingen en meet de vrije ruimte tussen de geparkeerde voertuigen en de bergingsdeuren. Controleer of voor deze vrije ruimte biggenruggen of een hekwerk is geplaatst. Controleer de minimale afstand van 1,5 m bij toepassing van biggenruggen.
G9-6 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (CRITERIA BERGINGSDEUREN) Eis Te controleren Als deuren van individuele bergingen in het parkeergedeelte liggen: • Voldoet de deur aan eis G7; • Is de bergingsdeur goed bereikbaar via een looppad van minimaal 1 m breed. Dit pad dient afgeschermd te zijn voor auto’s. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: attest van het gevelelement of conformiteitsverklaring óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2, de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. • Bij beoordeling op documenten: bestek óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2, de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en plattegrond parkeergarage. Inspectiemethode Zie G7: Ga op een willekeurige plaats op de rijbaan van de parkeergarage staan en beoordeel of de betreffende bergingsdeuren goed bereikbaar zijn via een looppad van minimaal 1 m breed en afgeschermd is voor auto’s.
G9-7 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (VERLICHTING) Eis Te controleren Er is sprake van heldere, niet-verblindende en gelijkmatige verlichting over de gehele oppervlakte van de ruimte met een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van 40 lux (Em), gemeten op de vloer, een gelijkmatigheid van 0,30 Uh en een kleurweergave van minimaal 70 (Ra). Bij kleinschalige woongebouwen (maximaal 25 parkeerplaatsen) is de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte in de bijbehorende parkeergarage 20 lux (Em), gemeten op de vloer met een gelijkmatigheid van 0,30 Uh en een kleurweergave van tenminste 70 (Ra). Bij in- en /of uitgangen van parkeergarages is buitenverlichting aangebracht conform G4. Als de in- en/of de uitgang van de parkeergarage beneden het maaiveld ligt, is het verlichtingsniveau 15 lux (Em) op de vloer en een gelijkmatigheid van 0,30 Uh. De kleurweergave bedraagt minimaal 70 (Ra). Voor mogelijkheid voor dimmen zie G 5. Uitschakelen van verlichting is geen optie. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 72/89
Inspectiemethode Toetsing van de plaats van de verlichtingspunten en de gebruikte armaturen aan de: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen, de specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten. Ga op enkele meters afstand van de in- en/of uitgangen van de parkeergarage staan en beoordeel of er armaturen zijn geplaatst(zie G4). Indien er sprake is van in- en/of uitgangen van de parkeergarage beneden het maaiveld moet de technische omschrijving en meetrapport aangeven dat aan de gestelde waarden wordt voldaan. Controleer daarbij de aanwezige armaturen op basis van specificatie.
G9-8 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (TOEGANGMOGELIJKHEID VOOR BEZOEKERS) Eis Te controleren Als bezoekers van bewoners gebruik kunnen maken van parkeerplaatsen in de garage van het woongebouw, dan zijn de volgende extra eisen van toepassing: • Bij de entree van de parkeergarage is een intercomfunctie aanwezig, zodat bewoners de bezoekers vanuit de woning gecontroleerd toegang kunnen geven tot de garage; • Er zijn afzonderlijke gemarkeerde parkeerplaatsen voor bezoekers; • Bij de entree van de hal(len) naar de parkeergarage is ook een intercomfunctie aanwezig, zodat bewoners de bezoekers vanuit de woningen gecontroleerd toegang kunnen geven tot de garage; • Er zijn voorzieningen getroffen zodat er niet meer bezoekers toegelaten kunnen worden dan er plaatsen voor bezoekers zijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond parkeergarage. Inspectiemethode Controleer de mogelijkheid voor het toelaten van bezoekers van bewoners. Controleer op de aangegeven plaatsen de intercomfunctie. Controleer de aanwezigheid van een voorziening dat er niet meer bezoekers toegelaten kunnen worden dan er plaatsen zijn. Controleer de aanwezigheid van afzonderlijke gemarkeerde parkeerplaatsen.
G9-9 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN WOONGEBOUW (OVERZICHT EN DOORZICHT) Eis Te controleren Andere collectieve voorzieningen vormen een apart compartiment in de parkeergarage met een toegangsdeur die voldoet aan de eis G4. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond parkeergarage. Inspectiemethode Indien een ander compartiment in de parkeergarage aanwezig is: zie voor de toegangsdeur G4.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 73/89
G10-1 COLLECTIEVE (FIETSEN)STALLING (VERPLICHTING AANWEZIGHEID) Eis Deze eis is van toepassing als er geen eigen bergingen zijn voor fietsen, rolstoelen, scootmobielen e.d.. Deze eis is ook van toepassing voor een complex eengezinswoningen zonder bergingen (zie W7). Te controleren Er is een collectieve stalling als er geen eigen berging voor bewoners aanwezig zijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Stel vast dat er geen privé-bergingen voor de bewoners aanwezig zijn. Stel vervolgens vast dat er voor de bewoners een collectieve stalling aanwezig is.
G10-2 COLLECTIEVE (FIETSEN)STALLING (AANTAL PLAATSEN) Eis Te controleren Het aantal stallingplaatsen is minimaal 1,5 per woning. Bij studentenwooneenheden en eenpersoonshuishoudens kan met 1 stallingsplaats per wooneenheid worden volstaan. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en plattegrond woongebouw. Inspectiemethode Stel het aantal woningen vast die tot het woongebouw horen met een minimum van 1,5 per woning. Stel vast of er sprake is van studentenwooneenheden of eenpersoonshuishoudens. In dat geval kan volstaan worden met 1 stallingsplaats per wooneenheid.
G10-3 COLLECTIEVE (FIETSEN)STALLING (CRITERIA TOEGANGSDEUR EN SCOOTMOBIELRUIMTE) Eis Te controleren Voor een toegangsdeur van een collectieve (fietsen)stalling gelden de volgende eisen: • Het glas in de toegangsdeur en het glas binnen een afstand van 70 cm naast de deurkruk is inbraakvertragend conform de classificatie P2A; • Er is conform de montagehandleiding een slot ingebouwd met een automatisch nachtschootuitwerper van lijst Y van de Productenlijst. Dit is inclusief de bijbehorende sluitkom. • De scharnieren en het veiligheidsbeslag voldoen aan de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. Scootmobielruimten vallen ook onder G10, tenzij het gaat om een gemeenschappelijke verkeersruimte op een woonetage.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 74/89
Voor de toegangsdeur in de buitenschil is doorzichtig glas in of naast de deur geen vereiste; voor de deur vanuit de collectieve stalling naar andere algemene ruimten van het woongebouw is dit wel verplicht. Ramen in de collectieve fietsenstallingen voldoen aan de eisen van de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: attest van het gevelelement of conformiteitsverklaring óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis NEN 5096 weerstandsklasse 2. Actuele beveiligingsrichtlijn PKVW Bestaande Bouw. • Bij beoordeling op documenten: bestek óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis NEN 5096 weerstandsklasse 2, Actuele Beveiligingsrichtlijn PKVW Bestaande Bouw. Inspectiemethode 1. Controleer of de deur zelfsluitend is in de vorm van een deurdranger en een slot met een automatische nachtschootuitwerper. 2. Toetsing gevelelementen op aanwezigheid attesten c.q. conformiteitsverklaring of vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn en toetsing aan conformiteit montagevoorschriften. Hierbij moet rekening gehouden worden met aanwezigheid van inbraakwerende scharnieren SKG**® toegepast en veiligheidsbeslag SKG**® 3. Controleer of het aanwezige glas binnen 70 cm zit t.o.v. bedieningspunten en in dat geval ook inbraakwerend is middels enerzijds de overlegde documentatie (minimaal P2A) en anderzijds middels het tikken van metaal op het glas. (Bij een dof geluid mag aangenomen worden dat het in ieder geval gaat om gelaagde beglazing.)
G10-4 COLLECTIEVE (FIETSEN)STALLING (VERLICHTING) Eis Te controleren De verlichting voldoet aan G5 ’Verlichting gemeenschappelijke ruimten’. Schakeling van verlichting is toegestaan bij een glasloze deur in de buitenschil van het gebouw als dit de enige toegangsdeur is. De verlichting dient aan te gaan direct bij de opening van de deur en vervolgens minimaal 10 minuten te branden. Benodigde gegevens Zie G5. Inspectiemethode Zie G5. Stel vast of er sprake is van een glasloze deur in de buitengevel die bij opening van de deur de binnenverlichting schakelt en de verlichting minimaal 10 minuten blijft branden. Stel vervolgens vast of dit de enige toegangsdeur is tot deze collectieve fietsenstalling.
G10-5 COLLECTIEVE (FIETSEN)STALLING (FIETSHANGARS) Eis Te controleren Fietshangars dienen te voldoen aan de vigerende NEN 5096, klasse 2 . De openingen in de hangar zijn zodanig dat een fiets daar niet doorheen kan.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 75/89
Benodigde gegevens Bij inspectie op locatie: attest van het gevelelement of conformiteitsverklaring óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2, met daarbij de aantekening betreffende de doorgangsopening. Inspectiemethode Stel vast dat de fietshangar voldoet aan de specificatie zoals vermeld op het attestrapport.
G10-6 COLLECTIEVE (FIETSEN)STALLING (POSITIE TOEGANGSDEUR EN VERLICHTING) Eis Te controleren De toegang van stallingen vanaf het openbaar gebied ligt op maaiveldniveau, in het zicht van de openbare ruimte. Bij toegangsdeuren in de buitenschil is binnen 7,5 m een verlichtingsarmatuur aangebracht met een kleurweergave van minimaal 70 (Ra). Als de toegangsdeuren van de stalling onder maaiveldniveau liggen, is er zicht mogelijk op deze deur vanuit omliggende bebouwing of vanaf het openbaar gebied. Daarbij geldt als minimale verlichtingssterkte bij de deur 15 lux (Em). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: plattegrond woongebouw en situatietekening collectieve stalling, getoetst bij voorbereiding opleveringskeuring. In geval van twijfel omtrent de toegepaste materialen kan de inspectie-instelling een meetrapportage eisen van de lokale situatie, uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woongebouw en omgeving. Meetrapporten op basis van gevalideerde rekenprogramma’s, opdrachtbevestiging werkzaamheden openbare verlichting/omschrijving technische specificaties armaturen via bestek c.q. technische omschrijving. Inspectiemethode 1. Ga op 20 m afstand van de toegangsdeur staan en controleer of die toegangsdeur op maaiveldniveau en in het zicht ligt. Ingeval de deur onder het maaiveld ligt, zal gecontroleerd moeten worden of er vanuit de omliggende bebouwing zicht op de deur is. 2. Zie G4-1. Toetsing van de plaats van de verlichtingspunt(en) en de gebruikte armaturen aan de: specificaties van de geleverde armaturen aan de kwaliteitseisen in het bestek c.q. technische omschrijving tekening en de meetrapporten.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 76/89
10 AANBEVELINGEN: WOONGEBOUWEN G11 BEHEERPLAN EN TOEZICHT WOONGEBOUW INCLUSIEF MAATREGELEN TEGEN GRAFFITI (INHOUD BEHEERPLAN, PROCEDURES, MELDPUNT) Eis Te controleren In het beheerplan van het woongebouw staan afspraken over de wijze waarop wordt zorg gedragen voor een 'schoon, heel en veilig' woongebouw. Er wordt daarbij onder meer rekening gehouden met: • Noodzakelijke schoonmaak en reparatie aan bestrating, collectieve gebouwdelen en verlichting; • Structureel onderhoud van groen, zodat het zicht niet wordt belemmerd en de (openbare) verlichting niet wordt gehinderd; • Herstel van vernielingen. Het beheerplan voorziet in procedures voor samenwerking en communicatie met bewoners en andere betrokkenen. Er is een meldpunt waar bewoners storingen en klachten kunnen melden. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: vastgesteld en ondertekend beheerplan. Inspectiemethode Bestudering beheerplan.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 77/89
11 EISEN: WONINGEN W1-1 ZICHT OP DE OPENBARE RUIMTE (ZICHT VANUIT WONINGEN) Eis Te controleren Vanuit de woning heeft de bewoner zicht op de openbare ruimte. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en woningplattegrond. Inspectiemethode Kijk van uit het openbaar gebied naar de woningen of deze met de voor- c.q. zijgevel te zien zijn én of in voor- c.q. zijgevel doorzichtige ramen zijn aangebracht.
W1-2 ZICHT OP DE OPENBARE RUIMTE (RAMEN IN KOPGEVELS) Eis Te controleren De kopgevels zijn voorzien van een raam, met uitzondering van die situaties waar dat op basis van wettelijke regels niet is toegestaan of wanneer minimaal 2 andere woningen voldoende zicht op de openbare ruimte bieden. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en woningplattegrond. Inspectiemethode Stel vast of er woningen met kopgevels voorzien zijn van een raam. In stegen mogen in de kopgevels geen ramen zitten. Stel vast indien er geen ramen in de kopgevels zitten er vanuit ten minste 2 woningen zicht is op die openbare ruimte.
W1-3 ZICHT OP DE OPENBARE RUIMTE (ZICHTBELEMMERING) Eis Te controleren Het zicht wordt niet weggenomen door struiken, schuurtjes, hekken of andere obstakels in tuinen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: niet van toepassing. Inspectiemethode Kijk van uit het openbaar gebied naar de voor en/of zijkant van de woning.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 78/89
W2-1 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (ZICHT EN ONDERDOORGANG) Eis Te controleren • De voordeur van de woning licht in het zicht vanaf de (semi-)openbare ruimte. • De voordeur ligt niet in een onderdoorgang, zoals bij poortwoningen (zie G2) Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en woningplattegrond. Inspectiemethode Benader vanaf een willekeurige plaats op het (semi-)openbare grondgebied de voordeur van een de woning tot aan de grens van de kavel, waarop die woning staat. Bepaal hoe groot het oppervlak van de entree is. Voor (voor)deuren in een onderdoorgang wordt verwezen naar G2.
W2-2 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (POSITIE IN GEVEL) Eis Te controleren De voordeur ligt bij voorkeur vlak in de gevel. Als de voordeur terugspringt, is de nis minimaal 2 keer zo breed als diep. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en woningplattegrond. Inspectiemethode Trek een denkbeeldige lijn langs de gevel, zodanig dat de grens van de gevel op deze lijn ligt. Criterium De voordeur ligt ook op de denkbeeldige lijn van de gevel. Zo niet, dan is de breedte van het de terugspringing minstens 2 keer de loodrechte afstand van de denkbeeldige lijn tot het gevelelement. (met andere woorden: 2 keer zo breed als diep). Van een nis is sprake wanneer de terugspringing groter dan 40 cm.
W2-3 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (POSITIE BERGING VOORZIJDE) Eis Te controleren Bergingen aan de voorzijde zijn zo gesitueerd dat de voordeur zichtbaar is vanaf de straat. De nis die dan tussen de bergingen ontstaat, is minimaal 2 keer zo breed als diep. Er zijn geen onoverzichtelijke ruimten tussen woningen en bergingen. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: woningplattegrond.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 79/89
Inspectiemethode Indien de berging aan de voorzijde van het huis is gesitueerd, bepaal dan de afstand van de gevel van het woonhuis en de gevel van de berging, die parallel ligt aan de gevel van het woonhuis. Bepaal ook de breedte van de voorgevel van het woonhuis. Stel vast dat er geen onoverzichtelijk ruimten tussen de woning en de berging aanwezig is.
W2-4 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (ZIEN WIE VOOR DE DEUR STAAT) Eis Te controleren Vanachter de voordeur kan de bewoner zien wie er voor de deur staat, bijvoorbeeld door toepassing van glas of een deurspion. Een deurspion wordt geplaatst tussen de 1,35 m en de 1,55 m vanaf de vloer. Een glasstrook geeft minimaal tussen deze hoogten zicht op wie er voor de deur staat. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: woningplattegrond. Inspectiemethode Ga achter de voordeur staan en stel vast dat er gezien kan worden wie er voor de deur staat. Zorg dat de voordeur gesloten is en meet, ingeval er een deurspion aanwezig is, de hoogte van een eventueel geplaatste deurspion. Ingeval er glas in of naast de deur aanwezig is, stel vast dat er tenminste tussen een hoogte van 1,35 m en 1,55 m zicht is op wie er voor de deur staat.
W2-5 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (VERLICHTING VOORDEUR) Eis Te controleren Er is een verlichtingsarmatuur bij de voordeur aangebracht. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: plattegrond woning c.q. portiek etagegebouw. Inspectiemethode Ga aan de buitenzijde bij de entree van de woning staan op 0,5 m afstand van de deur. Stel vast dat er een verlichtingsarmatuur is aangebracht.
W2-6 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (VERLICHTING OVERIGE DEUREN) Eis Te controleren Er is een verlichtingsarmatuur bij alle overige bereikbare deuren aan de buitenkant van de woning. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: woningplattegrond. Inspectiemethode Kijk waar de aansluitpunten voor buitenverlichting bij de bereikbare deuren conform bijlage 1 aanwezig zijn.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 80/89
Criterium Bij elke bereikbare voor-, zij-, achter-, balkon- en garagedeur is een verlichtings-armatuur aangebracht Bereikbaarheid wordt vastgesteld conform bijlage 1.
W2-7 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (CENTRALE VERLICHTING) Eis Te controleren Als meerdere deuren vanuit 1 punt kunnen worden aangelicht, is een centraal aangebracht verlichtingsarmatuur binnen 7,5 m voldoende. Een combinatie met een verlichtingsarmatuur op de berging of garage is ook mogelijk. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: stedenbouwkundig plan en woningplattegrond. Inspectiemethode Ga aan de buitenzijde bij de entree van de woning staan op 0,5 m afstand van de deur. Kijk of je andere entreedeuren van de woning kunt zien. Stel vast of er bij iedere deur een verlichtingsarmatuur is aangebracht of dat er een centraal aangebracht verlichtingsarmatuur op een afstand van maximaal 7,5 m is aangebracht.
W2-8 DEUREN: ZICHT EN VERLICHTING: (TOEPASSING W2) Eis Te controleren Alleen (balkon)deuren tot een hoogte van 5,5 m vanaf het aansluitend terrein vallen onder de eis W2. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: controle op basis van bijlage 1 Bereikbaarheid. • Bij beoordeling op documenten: de benodigde gevel- en doorsnedetekeningen van het object, waaruit blijkt dat deuren tot een hoogte van 5,5 m bereikbaar zijn vanaf het aansluitend terrein. Inspectiemethode Controleer de deuren op bereikbaarheid.
W3-1 DEUREN: INBRAAKWERENDHEID (INBRAAKWERENDHEID) Eis Te controleren Er is een gevelelement toegepast dat door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 is getest en goedgekeurd (minimaal 3 minuten inbraakwerendheid) of er is een conformiteitsverklaring afgegeven door een erkend keuringsinstituut. Zie 2.1. en 2.2
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 81/89
W3-2 DEUREN: INBRAAKWERENDHEID (INBRAAKWERENDE BEGLAZING) Eis Te controleren Als inbraakwerende beglazing moet worden toegepast, dan dient de kwaliteit te voldoen aan hetgeen in het vigerende Bouwbesluit is aangegeven. Zie 2.3
W3-3 DEUREN: INBRAAKWERENDHEID (TWEEZIJDIG BEDIENBAAR EN CILINDERTREKBEVEILIGING) Eis Te controleren Tenminste 1 deur van de woning is tweezijdig bedienbaar. Er is een SKG gecertificeerde voorziening tegen cilindertrekken toegepast van tenminste 15 Kn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: specificaties van de cilinders of andere voorzieningen waaruit de aangegeven waarde betreffende cilindertrekken wordt gehaald. • Bij beoordeling op documenten: specificatie van de betreffende voorziening tegen cilindertrekken. Inspectiemethode Controleer of er tenminste 1 buitendeur van de woning tweezijdig bedienbaar is. Stel vast op basis van specificaties of er een voorziening tegen cilindertrekken is toegepast van tenminste 15 Kn. De voorziening tegen cilindertrekken geldt voor alle bereikbare buitendeuren van de woning.
W3-4 DEUREN: INBRAAKWERENDHEID (GELIJKSLUITENDHEID) Eis Te controleren De buitendeuren van de woning zijn voorzien van een sluiting, die met eenzelfde sleutel ('gelijksluitend') eenvoudig en licht te bedienen zijn. Zie 2.4
W3-5 DEUREN: INBRAAKWERENDHEID (KIERSTANDHOUDER) Eis Te controleren Iedere voordeur van de woning is voorzien van een SKG KE 573 goedgekeurde kierstandhouder. Dit is niet noodzakelijk indien blijkt dat het aanbrengen van een kierstandhouder zowel operationeel als organisatorisch niet functioneel blijkt te zijn, danwel de montage technisch niet uitvoerbaar is. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: Een keuringsrapport van een erkend keuringsinstituut waaruit blijkt dat de kierstandhouder voldoet aan de gestelde eisen conform de SKG KE 573. • Bij beoordeling op documenten: specificatie van de betreffende kierstandhouder
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 82/89
Inspectiemethode Toetsing van de aanwezigheid van een goedgekeurde kierstandhouder op de voordeur conform de montagevoorschriften. Bij het ontbreken van de kierstandhouder, controleer of de situatie zodanig is dat de kierstandhouder niet noodzakelijk is, danwel de montage technisch niet uitvoerbaar is.
W3-6 DEUREN: INBRAAKWERENDHEID (SLEUTELKLUISJE) Eis Te controleren Indien er een sleutelkluis wordt toegepast dient dit ten minste een SKG**® gecertificeerd sleutelkluisje te zijn. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: montagevoorschrift. • Bij beoordeling op documenten: attest sleutelkluisje. Inspectiemethode Controleer de aanwezigheid van een SKG**® gecertificeerd sleutelkluisje. Controleer de juiste bevestiging conform het montagevoorschrift.
W4-1 RAMEN, VENTILATIEOPENINGEN, LICHTKOEPELS EN DAKRAMEN: INBRAAKWERENDHEID (INBRAAKWERENDHEID) Eis Te controleren • Er wordt een gevelelement, een dakraam of een lichtkoepel toegepast dat door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 is getest en goedgekeurd of een conformiteitsverklaring heeft gekregen op basis van toetsing en goedkeuring door een erkend keuringsinstituut. • Aan ramen en ventilatieopeningen met een dagmaat kleiner dan 15 cm stelt het Politiekeurmerk Veilig Wonen geen eisen. Zie 2.1 en 2.2
W4-2 RAMEN, VENTILATIEOPENINGEN, LICHTKOEPELS EN DAKRAMEN: INBRAAKWERENDHEID (INBRAAKWERENDE BEGLAZING) Eis Te controleren Als inbraakwerende beglazing moet worden toegepast, dan dient de kwaliteit te voldoen aan hetgeen in het vigerende Bouwbesluit is aangegeven. Zie 2.3
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 83/89
W4-3 RAMEN, VENTILATIEOPENINGEN, LICHTKOEPELS EN DAKRAMEN: INBRAAKWERENDHEID (GELIJKSLUITENDHEID) Eis Te controleren De verschillende ramen en ventilatieopeningen en lichtkoepels zijn eenvoudig en licht te bedienen. Sluitpunten van ramen zijn bij voorkeur gelijksluitend (met 1 sleutel te bedienen). Zie 2.4
W5-1 GARAGES: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (INBRAAKWERENDHEID) Eis Er zijn dak- c.q. gevelelementen (raam, ventilatieopening, deur, lichtkoepel of dakraam) toegepast die door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 zijn getest en goedgekeurd of een conformiteitsverklaring hebben verkregen op basis van toetsing en goedkeuring van een erkend keuringsinstituut. Aan ramen, ventilatieopeningen, lichtkoepels of dakramen met een dagmaat kleiner dan 15 cm stelt het PKVW geen eisen. Zie 2.1.en 2.2
W5-2 GARAGES: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (RAMEN GELIJKSLUITEND) Eis Te controleren Ramen en ventilatieopeningen zijn eenvoudig en licht te bedienen. Sluitpunten van ramen zijn bij voorkeur gelijksluitend (met 1 sleutel te bedienen). Zie 2.4
W5-3 GARAGES: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (DEUREN GELIJKSLUITEND) Eis Te controleren De toegangsdeur van de garage is met eenzelfde sleutel (gelijksluitend) eenvoudig en licht te bedienen. Zie 2.4
W5-4 GARAGES: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (INBRAAKWERENDE BEGLAZING) Eis Te controleren Als bij een deur inbraakwerende beglazing moet worden toegepast, dient de kwaliteit te voldoen aan hetgeen in het vigerende Bouwbesluit is aangegeven. Zie 2.3
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 84/89
W5-5 GARAGES: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (VERLICHTING) Eis Te controleren Er is een verlichtingsarmatuur bij de toegangsdeuren. Als meerdere deuren vanuit 1 punt aangelicht kunnen worden, kan volstaan worden met een centraal verlichtingsarmatuur, waarbij maximaal 7,5 m ruimte tussen het verlichtingsarmatuur en de deuren mag zitten. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek en elektriciteitsplan. Inspectiemethode Bezie de locatie van de deuren van de bergingen en bezie of een verlichtingsarmatuur is aangebracht dan wel of meerdere deuren van uit een punt kunnen worden belicht. De maximale afstand is 7,5 m.
W6-1 BERGING OF SCHUUR: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (INBRAAKWERENDHEID) Eis Te controleren Er wordt een gevelelement toegepast dat door een erkend keuringsinstituut op basis van de vigerende NEN 5096, weerstandsklasse 2 (minimaal 3 minuten inbraakwerend) is getest en goedgekeurd of een conformiteitsverklaring heeft verkregen op basis van toetsing en goedkeuring van toetsing en goedkeuring van een erkend keuringsinstituut of voorzien is van een goedgekeurde combinatie van producten zoals genoemd in de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn (minimaal 3 minuten inbraakwerend). Aan ramen, ventilatieopeningen, lichtkoepels of dakramen met een dagmaat kleiner dan 15 cm stelt het PKVW geen eisen. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: attest van het gevelelement of conformiteitsverklaring óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 of de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. • Bij beoordeling op documenten: bestek óf attest c.q. gelijkwaardigheidverklaring door erkend keuringsinstituut afgegeven op basis de vigerende NEN 5096 weerstandsklasse 2 of de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. Inspectiemethode Toetsing op aanwezigheid attesten c.q. conformiteitsverklaring en toetsing aan conformiteit montagevoorschriften.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 85/89
W6-2 BERGING OF SCHUUR: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (BEDIENING DEUR) Eis Te controleren Deuren moet met 1 handeling afgesloten kunnen worden. In vrijstaande schuren en bergingen is het toegestaan om enkel (draad)glas te plaatsen conform de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek. Inspectiemethode Controleer of de deur met 1 handeling kan worden afgesloten. Controleer indien er draadglas is geplaatst dit conform de vigerende PKVW Beveiligingsrichtlijn is gebeurd.
W6-3 BERGING OF SCHUUR: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (KWALITEIT WANDCONSTRUCTIE) Eis Te controleren Indien de gevel waarin de bergingsdeur is geplaatst bestaat uit een enkelvoudige wandconstructie, moet de deur voorzien zijn van sluitwerk met een hakende functie en scharnieren met een geïntegreerde dievenklauw. Hiervan zijn uitgezonderd gevelelementen die voldoen aan weerstandsklasse 2 van de vigerende NEN 5096. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: ontwerptekening en bestek. Inspectiemethode Controleer de wandconstructie. Ingeval dit betreft een enkele houten wandconstructie controleer of er een gevelelement is geplaatst dat voldoet aan weerstandsklasse 2 van de vigerende NEN 5096 of het sluitwerk een hakende functie heeft en de scharnieren zijn uitgevoerd met een geïntegreerde dievenklauw.
W6-4 BERGING OF SCHUUR: INBRAAKWERENDHEID EN VERLICHTING (VERLICHTING) Eis Te controleren Er is een verlichtingsarmatuur bij elke toegang van de berging of schuur. Als meerdere deuren van uit 1 punt aangelicht kunnen worden, kan volstaan worden met een centraal verlichtingsarmatuur, waarbij maximaal 7,5 m ruimte is tussen het verlichtingsarmatuur en de deuren. Benodigde gegevens Bij beoordeling op documenten: bestek, elektriciteitsplan.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 86/89
Inspectiemethode Bezie de locatie van de deuren van de bergingen en bezie of een verlichtingspunt is aangebracht dan wel of meerdere deuren van uit 1 punt worden belicht. De maximale afstand is 7,5 m.
W7-1 ROOKMELDER (AANSLUITING EN PLAATSING) Eis Te controleren Rookmelders moeten worden aangesloten en geplaatst conform het vigerende bouwbesluit. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen van de betreffende woningen. Inspectiemethode Bepaal waar er rookmelders moeten worden geplaatst conform het bouwbesluit. Controleer of de rookmelders zijn aangesloten op het lichtnet. Controleer of de rookmelder is voorzien van een back-up batterij.
W7-2 ROOKMELDER (BELOOPBARE OPPERVLAKTE) Eis Te controleren In het Bouwbesluit kan sprake zijn van een onbenoemde ruimte. Dit is bijvoorbeeld de zolderetage van een woning. Indien op de zolderetage een beloopbaar vloeroppervlak aanwezig is van ten minste 8 m2, met een stahoogte van tenminste 1,9 m, moet op deze etage een rookmelder worden aangesloten conform het vigerende Bouwbesluit. Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: eventueel door de LBC goedgekeurde en gewaarmerkte tekeningen. • Bij beoordeling op documenten: tekeningen van de onbenoemde ruimten Inspectiemethode Bekijk de tekeningen en beoordeel of er onbenoemde ruimten zijn met een vloeroppervlak van 8 m2 met een stahoogte van tenminste 1,9 m. Kijk op locatie of de afmetingen van 8 m2 en een stahoogte van 1,9 m ook daadwerkelijk aanwezig is. Ingeval die situatie aanwezig is, controleer dan of er een rookmelder is geplaatst conform het vigerende Bouwbesluit.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 87/89
W7-3 ROOKMELDER (PROJECTERINGSRICHTLIJNEN) Eis Te controleren Er moeten rookmelders worden aangesloten en geplaatst volgens de projecteringsrichtijnen van de NEN-EN 2555 (2008). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: documentatie en montage voorschriften rookmelder. • Bij beoordeling op documenten: attesten. Inspectiemethode Lees de documentatie en montagevoorschrift. Kijk waar de rookmelder geplaatst is en hanteer de testmogelijkheid.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 88/89
12 AANBEVELINGEN: WONINGEN W8 MAATREGELEN BIJ HOGERE RISICO’S, VOORLICHTING EN COMMUNICATIE (SCHRIFTELIJK) Aanbeveling Te controleren Bij het PKVW certificaat Veilige Woning ontvangen de bewoners (schriftelijk) informatie- en voorlichtingsmateriaal, dat aandacht besteedt aan een goed gebruik van de aangebrachte keurmerkvoorzieningen. Tevens wordt aandacht besteed aan sleutelbeheer en aan vluchtroutes in geval van brand. Voorlichting moet bewoners wijzen op de maatregelen die genomen zijn ten behoeve van de (sociale) veiligheid in de wijk en de schakel die zij zelf vormen in de veiligheidsketen. De waarde van het PKVW zit uiteindelijk in de houding van mensen en de manier waarop zij met de aangebrachte voorzieningen omgaan (organisatorische maatregelen). Bijvoorbeeld: • Zichtlijnen niet doorbreken en dicht laten groeien; • Ramen en deuren daadwerkelijk afsluiten en sleutels verwijderen; • Verlichting inschakelen; • Doorzicht van ramen niet blokkeren (bijvoorbeeld een ruitje in de voordeur niet dicht maken). Benodigde gegevens • Bij inspectie op locatie: informatiepakket t.b.v. de bewoners. • Bij beoordeling op documenten: informatiepakket t.b.v. de bewoners. Inspectiemethode Tijdens de inspectie wordt bij een willekeurige bewoner in de wijk aangebeld en gevraagd of het informatiepakket is ontvangen.
Het CCV keuringsprotocol politiekeurmerk veilig wonen nieuwbouw 2015 versie pagina 89/89
CENTRUM VOOR CRIMINALITEITSPREVENTIE EN VEILIGHEID Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is het kenniscentrum dat samenhangende instrumenten ontwikkelt en implementeert om de maatschappelijke veiligheid te vergroten. Het CCV stimuleert samenwerking tussen publieke en private organisaties om criminaliteit integraal terug te dringen en vormt een schakel tussen beleid en praktijk. Van deze door het CCV ontwikkelde instrumenten, door andere partijen ontwikkelde instrumenten, of op marktniveau al aanwezige (technische) instrumenten kan de behoefte aanwezig zijn dat de kwaliteit van de gehaalde prestatie aantoonbaar gemaakt wordt. Het CCV heeft hiervoor conformiteitschema’s in beheer, waarvoor een structuur met inbreng van belanghebbende partijen ingericht is. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is gehuisvest te Utrecht: Churchilllaan 11 3527 GV Utrecht Postbus 14069 3508 SC UTRECHT T (030) 751 6700 F (030) 751 6701 www.hetcvv.nl Volg het CCV:
De stichting Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is een initiatief van het Ministerie van Justitie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie, het Verbond van Verzekeraars, werkgeversorganisatie VNO-NCW, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Nationale Politie.