VOORSTEL RAADS- cq COLLEGEBESLUIT: ®
Toepassing Politiekeurmerk Veilig Wonen door gemeente bij Nieuwbouw, Renovaties en Wijkveiligheidsplannen Het voorstel luidt als volgt: Het College van Burgemeester en Wethouder van …………………… besluit / stelt u als gemeenteraad van de gemeente ………………… de volgende besluiten voor: Het college van Burgemeester en Wethouders / De gemeenteraad van …………………besluit dat met ingang van ……………………(datum): - Bij de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe woningbouwlocaties dient te worden voldaan ® aan de inrichtingsnormen genoemd in het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen voor de nieuwbouw; - Woningbouwprojecten, renovatieprojecten als ook de bouw van individuele woningen dienen te voldoen aan de regelgeving gesteld in het bouwwetgeving. De extra normen van het keurmerk voor de individuele woning (inbraakwerende garage, verlichting rond de woning en zichtlijnen) dienen daarnaast tot gemeentelijk beleid te worden gemaakt; - De verlichtingsnormen voor openbare verlichting van het Nederlands Normaliserings Instituut (NEN) en de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) is de minimum norm welke de gemeente hanteert; - De gemeente de eisen zo veel als wettelijk toegestaan is, opneemt in de eigen bouwverordening en middels eigen controle zal toezien op de naleving; - Bij het maken van wijkveiligheidsplannen voor bestaande woonomgevingen de ® uitgangspunten genoemd in het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen voor de bestaande bouw als normering/uitgangspunt worden gezien; - Alle bij het bouwproces betrokken ambtenaren van de gemeente [-------] voldoende te instrueren dan wel op te leiden met betrekking tot genoemd keurmerk; - Het keurmerk in het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente op te nemen als basis voor de veilige woonomgeving. TOELICHTING EN OVERWEGINGEN Al enige jaren heeft het gemeentebestuur het thema veiligheid geprioriteerd. Ook burgers ervaren het thema veiligheid als één van de allerbelangrijkste. Een inbraak in een auto,vandalisme, een woninginbraak, overlast en verloedering worden, zo blijkt uit onderzoek beschouwd als belangrijke inbreuken op het veiligheidsgevoel van burgers. Deze vormen van kleine criminaliteit blijven een hardnekkig probleem. De ervaringen die elders tot nu toe zijn opgedaan met het keurmerk geven aan dat de kans op kleine criminaliteit in zijn geheel zeer aanzienlijk afneemt. Een daling van de kleine criminaliteit in een dergelijke bestaande wijk met 50 % is, zo blijkt uit eerder onderzoek, realistisch. Bijkomend voordeel is verder dat veel verzekeraars de dalende kans op bijvoorbeeld een woninginbraak tot uitdrukking brengen in de differentiatie in de verzekeringspremies van de burger. Tot op dit moment is de politie veelal trekker van deze integrale veiligheidsnorm. De door de landelijke overheid gestimuleerde kerntakendiscussie maakt dat de politietaken nadrukkelijk centraal komen te staan. De werkzaamheden van de politie met betrekking tot het keurmerk behoren niet tot de gestelde kerntaken. De uitgangspunten van het keurmerk zijn daarentegen direct in te passen binnen het gemeentelijk (integraal) beleid. Politiefunctionarissen zullen de trekkersrol in 2005 dienen te verwisselen voor een rol als partner in het integraal veiligheidsbeleid. De lokale deskundigen ambtenaren van de gemeentelijke afdelingen als, bouw- en woningtoezicht, verlichting, verkeer, ruimte, groen - bekend gemaakt met de uitgangspunten van het keurmerk om de uitgangspunten mee te nemen in hun dagelijkse werkzaamheden. Met een opleiding van maximaal 5 dagen moet het mogelijk zijn de betrokken ambtenaren in eerste aanleg voldoende kennis bij te brengen. Tevens ® zullen er met de beheerder van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) afspraken over procedure en bewaking moeten worden gemaakt en vastgelegd. Aannemelijk lijkt de coördinatie en uitvoering/uitvoeringsbewaking te laten uitvoeren door de gemeentelijk coördinator veiligheid. Deze coördinator dient tevens belast te worden met het regelmatig rapporteren over de voortgang aan het college van B&W en de raad. Bovendien is deze verantwoordelijk voor de bewaking van het kennistraject voor eerder genoemde betrokken ambtelijke diensten. Voorbeeld raadsbesluit, versie april 2005 Bron: www.hetccv.nl (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
Pagina 1 van 5
Ten einde u bij de besluitvorming nader in kennis te stellen volgt hierna aanvullende informatie. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Wat is het keurmerk Procedure keurmerk Invoering keurmerk Positie woningbouwcorporaties Particulieren en nieuwbouw Particulieren en huurders bestaande bouw Financiën Uitvoering Conclusie
1. Wat is het keurmerk ®
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen - een geregistreerd keurmerk van het CCV - heeft tot doel om door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de te bouwen en/of gebouwde omgeving de kans op kleine criminaliteit tegen te gaan. Het keurmerk draagt in belangrijke mate bij aan de verbetering van de sociale veiligheid in de openbare ruimte en de directe woonomgeving. In de uitwerking is er eigenlijk sprake van twee keurmerken, te weten één voor de nieuwbouw en één voor de bestaande bouw. Bij nieuwbouw is er een nagenoeg onbeperkte invloed mogelijk, terwijl in de bestaande bouw de invloed op een reeds ingerichte woonomgeving beperkingen oplevert. Het keurmerk voor de nieuwbouw gaat uit van een integrale aanpak van alle bij de nieuwe wijk/het nieuwe project betrokken partijen. Het keurmerk voor de bestaande bouw is in verband met de verschillende invloedssferen opgedeeld in drie deelcertificaten, die tezamen een compleet keurmerk (kunnen) vormen. Het gaat om de certificaten : a. Certificaat Veilige Woning. Centraal staat hier de beveiliging van de eigen woning en dan met name van die delen die toegang geven tot de woning in combinatie met verlichting en branddetectie. b. Certificaat Veilig Complex. Centraal staat hier een complex van woningen of een groot woongebouw. Naast de woning komen de semi-openbare ruimten in woongebouwen en de buitenomgeving van complexen in beeld. c. Certificaat Veilige Omgeving. Centraal staat hier de inrichting en het onderhoud van een complete wijk. (Openbare verlichting, veilige parkeerplaatsen, adequaat beheer, e.a.) De eisen waaraan bij het ontwerp van nieuwe wijken of bij renovatie/ herinrichting van bestaande wijken moet worden voldaan om voor het keurmerk nieuwbouw en het keurmerk voor de bestaande bouw, inclusief de drie deelcertificaten(verder te noemen keurmerk) in aanmerking te komen staan beschreven in twee handboeken. Het handboek voor nieuwbouw en voor bestaande bouw. De regelgeving zoals deze is vastgelegd in het Bouwbesluit en de controle op de juiste naleving van dit Bouwbesluit hebben slechts betrekking op de bouw van tot woning bestemde gebouwen. De beide handboeken behandelen in belangrijke mate de (her)inrichting van wijken en melden ten aanzien de woning slechts geringe extra’s boven de bouwwetgeving. Het keurmerk tracht door een aantal "drempels" criminaliteit en angstgevoelens te reduceren. Zo worden bij het keurmerk eisen gesteld aan wijken ten aanzien van toegankelijkheid en vluchtwegen (fysieke drempel) en aan zichtbaarheid en beheer en onderhoud (sociale drempels). Het eisenpakket voor de nieuwbouw valt uiteen in twee delen: basiseisen en aanvullende eisen. Aan alle basiseisen moet worden voldaan; aan de aanvullende eisen (die overigens steeds grotendeels afhangen van de lokale situatie) moet in ruim voldoende mate (meer dan 60 %) zijn voldaan om het keurmerk te krijgen. Bij het keurmerk voor de bestaande bouw staat een wijkscan centraal bij het halen van de aanvullende eisen. De ervaringen die elders tot nu toe zijn opgedaan met het keurmerk geven aan dat een daling van de zogenaamde kleine criminaliteit met 50 % realistisch is. Burgers die in een keurmerkwijk wonen geven aan zich veiliger en meer tevreden te voelen dan voorheen.
Voorbeeld raadsbesluit, versie april 2005 Bron: www.hetccv.nl (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
Pagina 2 van 5
2. Procedure keurmerk. De procedures ten aanzien van een nieuwbouwproject of de bestaande bouw verschillen enigszins en worden hierna afzonderlijk kort toegelicht. Nieuwbouw Een gemeente, een stedenbouwkundige, een projectontwikkelaar, een bouwende partij meldt een bouwplan in een zo vroeg mogelijk stadium van planvoorbereiding aan bij een van de landelijk erkende Certificatie Instellingen. Deze onafhankelijke Certificatie Instelling zal met de opdrachtgever afspraken maken zodat er volgens de normen van het keurmerk wordt ontworpen en uiteindelijk gebouwd. De gemeente heeft zelf een deskundige in dienst op gebied van het keurmerk of huurt extern een bouwplanadviseur voor advies in. Het nieuwbouwplan wordt in haar voorlopige fase met de partijen aan de hand van een landelijk opgestelde toetslijst door de Certificatie Instelling getoetst. Deze toetslijst kan worden gezien als een veiligheidsanalyse voor een te ontwikkelen wijk. Conform deze toetslijst worden samen afspraken gemaakt, die eventueel in een te sluiten convenant worden vastgelegd. Als het plan aan de keurmerkeisen voldoet wordt hierop door de Certificatie Instelling het predikaat: ‘voorlopig keurmerk toegekend’ gegeven. Het project wordt gebouwd, daarna gekeurd door de onafhankelijke Certificatie Instelling en als het voldoet ook gecertificeerd. Zowel de gemeente als de opdrachtgever ontvangen vervolgens het keurmerk. De toekomstige bewoners ontvangen een certificaat Veilige Woning voor hun huis. Dit is in principe vijf jaar geldig en men kan met het certificaat korting bedingen op de premie van de inboedelverzekering. Hiernaast krijgt het veiligheidsgevoel van de burger een belangrijke positieve impuls. Nagenoeg alle regelgeving van het keurmerk gaat over integrale veiligheid en het Bouwbesluit. In principe allemaal onderwerpen, die eigenlijk als vanzelfsprekend door de gemeente opgepakt, toegepast en gecontroleerd zouden moeten worden. Het voorliggende raadsbesluit brengt deze taken (terug) bij de gemeente. Het voorziet verder in opleiding en vorming van alle gemeentelijke diensten die betrokken zijn bij het bouwproces in algemene zin en/of de controle van het Bouwbesluit. Bestaande bouw Binnen de bestaande bouw werken de PKVW-rkende beveiligingsbedrijven en woningcorporaties op dit moment in hoofdzaak met certificering van bestaande woningen. Het tot stand brengen van veilige complexen en veilige woonomgevingen hangt nauw samen met gemeentelijk beleid. Het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid bevindt zich nog in een opbouw fase. Corporaties die veelal eigenaar zijn van complexen en doorsnee vooruitstrevend zijn in het creëren van veiligheid voor hun huurders lopen hier eveneens tegenaan omdat woonomgeving en complex raakvlakken hebben. De normen van het keurmerk kunnen worden gezien als basisstappen voor wijkveiligheidsplannen. Te verwachten valt dat corporaties onmiddellijk zullen aansluiten bij deze plannen. De positieve gevolgen voor het veiligheidsgevoel van de burger zullen groot zijn en gelijkmatig gevolgd worden door een daling van de kleine criminaliteit. De procedure start met het uitvoeren van een veiligheidsanalyse en het bepalen van de aanvullende eisen waaraan een wijk/buurt dient te voldoen. De vervolgstappen zijn uitvoeren, keuren en certificeren. De ervaringen met het certificeren van bestaande woonomgevingen en omgevingen van complexen komen uit circa 25 projecten. Het voorliggende raadsbesluit brengt deze taken (terug) bij de gemeente. Het voorziet verder in opleiding en vorming van alle gemeentelijke diensten die betrokken zijn bij het bouwproces in algemene zin, alsmede van ambtenaren betrokken bij wijkveiligheidsplannen. Toepassing van de normen zal het veiligheidsgevoel van de burger in de wijk zeer positief beïnvloeden. 3. Invoering keurmerk. Bij de invoering van het keurmerk wordt uw college/gemeenteraad voorgesteld de grenzen van wat juridisch mogelijk is of zal zijn op te zoeken en zonodig "dwangmiddelen" aan te geven. Invoering op basis van overtuiging en consensus wordt in het beginstadium belangrijk en effectief geacht. Doch het hebben van een stok achter de deur na een overgangsperiode verhoogt de effectiviteit.
Voorbeeld raadsbesluit, versie april 2005 Bron: www.hetccv.nl (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
Pagina 3 van 5
Over het algemeen zal blijken dat er geen fundamentele inhoudelijke belemmeringen bestaan voor de invoering en de toepassing daarvan. Het draagvlak voor toepassing is in de bouwwereld in redelijke mate aanwezig. Het Bouwbesluit legt ten aanzien van de te bouwen woningen nagenoeg alle normen van het keurmerk reeds dwingend op. De belangrijkste partijen die met nieuw beleid te maken krijgen zijn stedenbouwkundigen, ontwerpers van groenplannen, ontwerpers van verlichtingsplannen. De indruk bij diensten en sectoren bestaat dat het keurmerk zowel achterpaden als parkeerhavens zou verbieden. Dit berust echter op een misverstand. Achterpaden en grotere parkeerplaatsen kunnen wel degelijk, mits zij voldoen aan bepaalde inrichtingseisen. 4. Positie Woningbouwcorporaties. Een groot deel van de woningvoorraad ligt in handen van woningbouwcorporaties. In het recente verleden is gebleken dat woningcorporaties steeds meer onder keurmerk bouwen of renoveren. Voorbeelden daarvan zijn over het hele land te vinden. Voorgesteld wordt om met woningbouwcorporaties een samenwerkingsverband te sluiten dat zij zich houden (zowel bij bouw als renovatie) aan het keurmerk. Bij nieuwbouw gaat het dan om de sociale veiligheid in en rond het complex dat gerealiseerd wordt. Hetzelfde geldt voor de bestaande bouw. Het veilig renoveren van en woning is belangrijk, maar veel belangrijker is de veilige omgeving voor de bewoners. AEDES, de landelijke koepel voor woningbouwcorporaties, adviseert haar leden zich aan het keurmerk te binden. In het werkgebied van de regiopolitie IJsselland bezitten de gezamenlijke corporaties ongeveer 90.000 woningen. Inmiddels bezitten ruim 10.000 woningen uit hun bezit het certificaat Veilige Woning (bestaande bouw) van het keurmerk. De corporaties hebben nadrukkelijk belangstelling hun complexen eveneens onder het keurmerk te brengen. De verwachting is dat zij actief deel gaan nemen aan het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid om de huurders veiligheid te bieden en hun complexen in te richten zoals het keurmerk aangeeft. Voor de lokale invoering wordt voorgesteld middels een convenant met de woningbouwcorporaties publicitair de invoering aan te kondigen en te ondersteunen. 5. Particulieren en nieuwbouw. Het Bouwbesluit verplicht particuliere bouwers/verbouwers aan veel veiligheidsaspecten te voldoen. De controle hierop door ambtenaren met voldoende kennis van de vernieuwde regelgeving kan verbeterd worden. Het huidige raadsbesluit levert hier een bijdrage aan. Een bouwer dient slechts beperkt voorzieningen te treffen welke boven de bouwwetgeving uitgaan. Via deze doelgroep is de invloed op de sociale veiligheid in de woonomgeving beperkt aangezien het steeds gaat om personen die slechts invloed hebben op de eigen woning. Creatieve stimuleringsprogramma’s die opdrachtgevers en bouwers/verbouwers aanzetten om deze extra voorzieningen te treffen dienen te worden ontwikkeld. Zo zijn er landelijk zogenaamd ‘statiegeldregelingen’ ontwikkeld. De koper van een woning op een vrije kavel krijgt een premie die in eerste instantie gefinancierd is uit de opbrengst van de verkoop van de grond. Bij opgelegde toepassing als instrument om keurmerkwoningen te creëren, dienen alle juridische complicaties goed in beeld te zijn gebracht. 6. Eigenaren en huurders bestaande woningen De woningen in de bestaande bouw vergen voor wat betreft de aanpak verschil als het gaat om eigenaren of als het gaat om huurders. De gemeente kan echter een belangrijke stimulans hebben op het beveiligen van die individuele woningen. De individuele bewoner zal in hoofdzaak belang hechten aan de beveiliging van de woning. Zij kunnen voor advies en het beveiligen en certificeren van hun huis in eerste instantie terecht bij de speciale PKVW-erkende bedrijven. De Certificatie Instellingen houden op deze bedrijven toezicht zodat de betrouwbaarheid, de deskundigheid en de kwaliteit van het uitgevoerde werk aan de eisen voldoen. De corporaties kunnen zelf ook PKVWerkend bedrijf worden en hun eigen woningbezit (onder voorwaarden) onder de normen van het keurmerk brengen en hun huurders veiligheid bieden. In de steden Deventer en Zwolle houdt de stadswachtorganisatie zich eveneens bezig met het adviseren in de bestaande bouw. Elk gemeentelijk initiatief om iets soortgelijks te realiseren is mogelijk. De contacten hiertoe lopen via de Certificatie Instellingen. Een afspraak van de gemeente met verhurende partijen hieromtrent kan een extra stimulans opleveren, die de burger ten goede gaat komen.
Voorbeeld raadsbesluit, versie april 2005 Bron: www.hetccv.nl (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
Pagina 4 van 5
7. Financiën De invoering van het keurmerk brengt weinig extra kosten met zich mee. In eerste aanleg kan worden volstaan met training en kennisvergroting. Om de werkwijze gedragen te krijgen binnen het ambtenarenkorps is kennisvergroting een vereiste. Inmiddels zijn er speciale ééndaagse trainingen Inrichting en Beheer Openbare Ruimte (IBOR) voor dit doel beschikbaar. Een positief gevolg zal zijn dat de ambtenaren onderling meer kennis van elkanders werkzaamheden zullen krijgen. Voorbeeld: In de huidige situatie maakt de afdeling groen een groenplan en de afdeling verlichting onafhankelijk hiervan een verlichtingsplan. Gevolg is dat beiden vaak dezelfde plaats kiezen voor een boom en een lantaarnpaal. De opleidingskosten per ambtenaar bedragen afhankelijk van de mate van extra opleiding van enkele honderden euro tot maximaal tweeduizend euro, los van de niet gewerkte arbeidstijd. Aan een aantal opleidingen is een officieel examen en certificaat verbonden. Er zijn manieren denkbaar om deze kosten terug te verdienen (door bijvoorbeeld een lichte verhoging leges en/of grondprijs). 8. Uitvoering De coördinatie en uitvoeringsbewaking worden uitgevoerd door de gemeentelijk coördinator 1 (integrale) veiligheid . Aangezien deze gemeente inmiddels beschikt over een aangewezen integraal veiligheidscoördinator is dit op deze wijze benoemd. Het verdient aanbeveling om in samenspraak en onder verantwoordelijkheid van deze coördinator het beleid binnen de gemeente gestalte te geven. Deze coördinator dient tevens belast te worden met het regelmatig rapporteren over de voortgang aan het college van B&W en de raad, alsmede met de bewaking van het kennistraject voor betrokken ambtelijke diensten als bouw- en woningtoezicht, groen, ruimtelijke ordening, openbare verlichting en eventuele andere diensten. Conclusie Met de toepassing van bovenomschreven instrumentarium worden voldoende waarborgen geschapen voor de feitelijke effectuering van het keurmerk binnen de gemeente met als doel de sociale veiligheid in stad, wijk, buurt en dorp te vergroten, alsmede het veiligheidsgevoel van de burger te vergroten. Het instrumentarium zal een positieve invloed hebben op het integraal veiligheidsbeleid binnen de gemeente. Het kan verder dienen als platform om ook op andere terreinen te komen tot concretisering van de integrale veiligheid. De (regio)politie zal in het jaar 2005 nadrukkelijk beschikbaar blijven om het proces van de overdracht van het keurmerk te begeleiden. Samenwerking om te komen tot een verantwoorde en goede inbedding van het keurmerk binnen het integraal veiligheidsbeleid staat voorop. Ook in de daarop volgende jaren blijft de politie binnen het integraal veiligheidsbeleid aanspreekbaar als partner, vraagbaak, ondersteuner en bestrijder van de criminaliteit. Samen met de politie zal de aankomende jaren moeten worden gevolgd hoe de zogenaamde kleine criminaliteit in keurmerkwijken zich ontwikkelt ten opzichte van wijken die niet op deze wijze zijn ingericht. Landelijk is een grootschalig onafhankelijk onderzoek afgerond naar het aantal woninginbraken in gecertificeerde woningen bij ten opzichte van niet gecertificeerde woningen. Hierbij is een spectaculaire vermindering (tot 90% minder) van de kans op een woninginbraak in een gecertificeerde woning aangetoond.
1
De inrichting van de eigen gemeentelijke organisatie kan echter zodanig zijn dat dit anders geregeld moet worden.
Voorbeeld raadsbesluit, versie april 2005 Bron: www.hetccv.nl (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
Pagina 5 van 5