INDIEN ONBESTELBAAR RETOURADRES: UMC ST RADBOUD 528 STAF CONCERNCOMMUNICATIE POSTBUS 9101 6500 HB NIJMEGEN
VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 32 NUMMER 19 24 NOVEMBER 2006
NEDERLANDSE UMC’S KOPPELEN BIOBANKEN Foto: Frank Muller
Behalve voor de politiek was 22 november ook voor het Nederlandse medisch wetenschappelijk onderzoek een belangrijke datum. Op die dag ging in Amsterdam het zogeheten Parelsnoerproject van start. Dit beoogt een koppeling tot stand te brengen tussen de biobanken van alle Nederlandse UMC’s om zo het wetenschappelijk onderzoek naar - voorlopig acht – belangrijke aandoeningen (de ‘parels’) een forse stimulans te geven. De Nijmeegse parel in het snoer richt zich op de erfelijke darmkanker. MARTEN DOOPER
‘Erfelijke darmkanker is, gelukkig, vrij zeldzaam. Voor wetenschappelijk onderzoek heb je veel patiënten nodig. Het ligt daarom voor de hand in een klein land als Nederland de gegevens van patiënten uit de diverse UMC’s samen te voegen’, vertelt internist dr. Nicoline Hoogerbrugge (links op de foto), die samen met patholoog prof. Han van Krieken, de ‘groei’ van de Nijmeegse parel aanstuurt. ‘Dat argument geldt voor meer aandoeningen, vandaar dat ongeveer een jaar geleden vanuit het AMC het voorstel kwam om te komen tot nationale biobanken’, schetst prof. Nine Knoers (rechts op de foto), hoogleraar Klinische Genetica, de historie. ‘Daarvoor is het nodig
Pagina 5 ‘Medisch specialisten moeten zich kwetsbaar durven opstellen’
Pagina 8 Op pad met de traumahelikopter
alle reeds bestaande locale biobanken, verzamelingen van patiëntenmateriaal en klinische gegevens van patiënten, per ziektebeeld aan elkaar te koppelen. Zodat onderzoekers die met het betreffende onderwerp bezig zijn, kunnen putten uit de gegevens van een grote groep, goed gedocumenteerde patiënten.’ Die koppeling van gegevens is natuurlijk ook een ICT-kwestie. De 35 miljoen euro die door de overheid aan het gehele parelsnoerproject is toegezegd, zal voor een deel dan ook aan de ICT worden besteed. ‘Daarnaast is het zaak per aandoening afspraken te maken over een landelijk uniforme wijze van opslaan van materiaal en gegevens’, stelt Hoogerbrugge. ‘Tot nu toe heeft iedere biobank zijn eigen keuzes gemaakt welke gegevens worden opgeslagen en hoe dat gebeurt. Daardoor is het niet altijd mogelijk de gegevens uit de verschillende biobanken voor onderzoek samen te voegen. Straks gaan we per aandoening in alle UMC’s de patiëntengegevens op dezelfde manier vastleggen. Dat levert over enige tijd unieke cohorten op om onderzoek mee te doen, hetgeen ook de internationale positie van het Nederlandse onderzoek ten goede komt. Onderzoek waarvan uiteindelijk de patiënt zal profiteren. Want daar doen we het tenslotte voor: verbetering van de zorg.’ De komende tijd moeten er ook afspraken gemaakt worden wie er toegang krijgen tot al die patiëntengegevens en onder welke voorwaarden. Knoers: ‘Vast staat in ieder geval dat alle gegevens van patiënten anoniem uitgewisseld worden. Een Nijmeegse patiënt hoeft dus niet bang te zijn dat zijn medische gegevens herkenbaar in Groningen op tafel komen te liggen.’ Het zal in de toekomst zeker niet bij die ene ‘parel’, de erfelijke darmkanker, in Nijmegen blijven, verwachten Hoogerbrugge en Knoers. ‘We zien dit als een basisinvestering voor het opzetten van een infrastructuur in ons UMC die straks ook bruikbaar is voor andere ziektecategorieën.’ ■
Pagina 10 Berg je voor hoogteziekte
Pagina 11 Darmballon beschermt tegen schade door bestraling
RADBODE 19 - 2006
INHOUD 3
Beleid Nieuwe witte dienstkleding Ruime meerderheid proefdragers stemde voor het model van leverancier Berkel.
AGENDA Oecumenische vieringen
10
om 10.00 uur in het personeelsrestaurant. 3 december, 1e Advent, voorganger Stieneke Reeders, 10 december, 2e Advent, voorganger Ans Bertens, 17 december, 3e Advent, voorgang Wim Smeets.
Onderzoek Hoogteziekte
PAOG
Reizigers en artsen weten vaak te weinig over de risico’s van een bergbeklimming met zich meebrengt. Deze maand vond hier een congres plaats over hoogtefysiologie en -pathologie.
4
Interviews
Patiëntenzorg Het medisch handelen tegen het licht Bereidheid groot om zwakke plekken weg te werken.
8
1 december Cursus ‘Aan de slag met pijn’ bestemd voor huisartsen, bedrijfsartsen en verzekeringsartsen.
14 december • Miranda Boonstra, onderzoeker én topsporter • Jan Pelt gaat voor tien weken op vredesmissie naar Afghanistan.
5
Informatie over alle paog-cursussen en -bijeenkomsten zijn te vinden op www.umcn.nl/paog.
Reportage Een ziekenhuis dat vliegt voor de patiënten Vanaf 1 november vliegt het Nijmeegs Mobiel Medisch team (MMT) als eerste en voorlopig enige in Nederland ook ’s nachts met de traumahelikopter. Radbode keek een dag en avond mee.
Cursus ‘1 jaar Richtlijn palliatieve sedatie: wat valt er te leren?’ Gericht op verpleeghuisartsen, huisartsen, assistenten interne geneeskunde en verpleegkundigen in de palliatieve zorg.
13 Onderwijs Verpleegstage gekozen tot kernblok van het jaar Studenten Geneeskunde maken al in het eerste jaar kennis met de praktijk.
15 december Cursus ‘De (dreigende) pathologische fractuur’. Bestemd voor orthopeden. Cursus ‘Bekkenbodemchirurgie’. Bestemd voor gynaecologen (in opleiding).
Overige 30 november
En verder... Nieuwsladder, EPD, Identificatieplicht 3 Het moment 5 PIPpagina 6 In bedrijf; RSI-training, uitbreiding fietsenstallingen, seniorendag, sportieve medewerkers, wereldaidsdag 7 Darmballon, Prijzen en benoemingen 11 Advertenties 12 Buitenland 13 Mensen, Pfizer-prijs voor Parknet,boodschappen, stelling van de week 14 Het betoog, ethiek 15 Actueel, jennertje 16
FOCUS
Workshop voor leden van het Secretaressenetwerk UMC St Radboud en belangstellenden: Help, hoe moet ik netwerken? De workshop is in handen van Wenneke Ong van WLO Loopbaanadvisering. Tijd: inloop 17.00 uur, workshop 17.15-18.30 uur, locatie gehoorzaal OOV CIS, route 448. Voor koffie met een broodje wordt gezorgd. Deelname is gratis voor leden van het Secretaressenetwerk, belangstellenden betalen e 5,00. Aanmelden: tot uiterlijk dinsdag 28 november via de website www. umcn.nl/sn.
4, 7 en 11 december Matrix Op 2 april 2007 is de go-live datum van MATRIX, een geïntegreerd systeem voor inkoop, logistiek en financiën. Met de ingebruikname van dit systeem verdwijnt de model-8-bon grotendeels. Vanaf januari gaan 2000 medewerkers opgeleid worden. Op de volgende data zijn informatiebijeenkomsten gepland, eenieder die meer wil weten over het systeem en wat er gaat veranderen is van harte welkom. Maandag 4 december, 12.00 - 13.00 uur, locatie Auditorium, route 296 Dinsdag 7 december, 16.00 - 17.00 uur, locatie Lammerszaal, route 86 Maandag 11 december 12.00 - 13.00 uur, locatie Auditorium, route 296
4 december NUCI Microsymposium: Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van MRSA - een beestenbende? Locatie: Hippocrateszaal, Studiecentrum, om 17.30 uur. Er zijn broodjes voor wie zich heeft opgegeven. Voor meer informatie: secretariaat Medische Microbiologie, telefoon 14356. Opgave per e-mail: J.Grob-vanHooydonk@mmb. umcn.nl.
7 december Audit in het Auditorium: ‘Antistolling: Bloedstollend’. Van 12.15-13.45 uur in het Auditorium, route 296. Er zijn geen kosten aan verbonden en aanmelding is niet noodzakelijk. Informatie:
[email protected]. nl.
11 december Forum ‘Gynaecologie in Perspectief’, In hoeverre is de mens maakbaar? Een discussie tussen gynaecoloog en christen-ethicus. De casuïstiek waarover gediscussieerd zal worden: Prenatale Diagnostiek en Abortus, IVF en een Redder Baby. Forumleden: dr. J.A.M. Kremer, prof. dr. H. Jochemsen. Forumleider: dr. C. Leget. Locatie: L ammerszaal, route 86. Aanvang: 19.30 uur, inloop vanaf 19.00 uur. Kaartverkoop aan
[email protected].
19 december Foto: Frank Muller
Patrick Dobbelstein loopt het co-schap kindergeneeskunde
Colofon
Radbode is het veertiendaags opinieregistrerend informatieblad van het UMC St Radboud. Het blad wordt verspreid in een oplage van 13.000 exemplaren Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eind-redactie), Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Redactie-adres: UMC St Radboud, Staf Concerncommunicatie (528), Geert Grooteplein 10, 6525 GA Nijmegen (eerste verdieping), routenummer 528, telefoon: (024) 361 72 61 of 361 35 28, fax: (024) 361 06 26, e-mail:
[email protected] Aan dit nummer werkten verder mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Joke Groeneveld, Joost van der Gulden, Paul van Laere, Frank Muller, Berno Overbeek, Jan van Teeffelen, Rietje van Vliet Redactieraad: René Bakker, prof.dr. Rob Bleichrodt, Ruben Cremers, Henk Gerrits, mr. Æmiel Kerckhoffs, drs. Sander van Woudenberg Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet BV, Passage 13-21, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon: (023) 571 47 45, fax: (023) 571 76 80, e-mail:
[email protected] Kopij: Ingezonden stukken en reacties (max. 200 woorden), voorzien van naam, afdeling en telefoonnummer, komen voor plaatsing in aanmerking. De redactie kan ingezonden stukken inkorten of weigeren Berichten: Berichten kunnen tot vrijdag 09.00 uur in de week vóór verschijning bij de redactie worden aangeleverd Abonnement: Kosten e 13,60 Informatie: Sylvia van Brück-Engelen, telefoon (024) 361 54 42 Bezorging: Voor vragen en klachten over de bezorging van Radbode kunt u op werkdagen tussen 09.00 en 12.00 uur contact opnemen met Mediamail: (024) 377 79 63. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 7 december 2006.
2
Scholing ‘Ulcus cruris (open been)’ van 14.00–16.00 uur in leslokaal fysiotherapie, route 645. In deze serie scholingen zal aandacht besteed worden aan onderwerpen die in de WCS-cursus aan bod komen. Tijdens de eerste cursus wordt ingegaan op het voorkomen van ulcus cruris, het ontstaan, de behandeling, wondzorg en de ambulante compressietherapie. Geïnteresseerden zijn welkom. Inschrijven:
[email protected].
29 november tot 6 februari 2007 Overzichtstentoonstelling Zahary Kamenov. Locatie ITS, Toernooiveld 5, van maandag t/m vrijdag van 9.00-17.00 uur.
BELEID
RADBODE 19 - 2006
Nieuwe witte dienstkleding gekozen
NIEUWSLADDER Leden bonden akkoord met sociaal plan ‘Van werk naar werk’ De leden van ABVAKABO FNV, AC/FBZ, CMHF/ NU’91 en de CNV Publieke Zaak zijn akkoord met het Sociaal Plan ‘Van werk naar werk’. Dat is het resultaat van de ledenraadpleging op maandagmiddag 20 november. Na een uitgebreide voorlichting en discussie stemde een meerderheid van de leden in met het principe-akoord dat op woensdag 25 oktober is gesloten. Op 28 november 2006 vindt de officiële ondertekening plaats tussen de Raad van Bestuur en de bonden. In het sociaal plan zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop medewerkers worden begeleid naar ander werk, die boventallig worden in de ombuigingsoperatie ‘Kiezen voor morgen. Meer informatie vindt u op het Intranet onder de knop ‘Kiezen voor Morgen’.
Radboudconcert Begin 2008 zal het hele Radboud overgestapt zijn op de nieuwe kleding. De nieuwe dienstkledinglijn is gekozen. Een ruime meerderheid van de proefdragers stemde voor het model van leverancier Berkel (zie foto). De kleding heeft als hoofdkleur wit met enkele, subtiele groene accenten en wordt als heel functioneel ervaren. ‘De kleding zal op een aantal punten verbeterd worden’, zegt stafmedewerker Jetty van Cronenberg. ‘Deze verbeterpunten zijn aangedragen in de werkgroep. Zo komen op de blouses van de artsen drukknopen in plaats van gewone knopen en wordt de sluiting van de broeken anders. De schuine groene streepjes zullen meer aangepast worden op de huisstijl.’ De afgelopen maanden hebben 115 medewerkers twee lijnen proefgedragen. Hiervan kozen 62 voor het model van Berkel, 36 voor dat van leverancier Lonneker, 17 hadden geen voorkeur. De kleding van Lonneker was met opvallender kleurgebruik uitgesprokener, maar riep sterk uiteenlopende reacties op. ‘Daarbij is de alge-
Foto: Flip Franssen
mene mening dat Berkel prettiger draagbaar was’, aldus Van Cronenberg. Zo’n 5500 medewerkers, waaronder verpleegkundigen, medici en paramedici, zullen deze nieuwe witte dienstkleding gaan dragen. Begin 2007 wordt gestart met 1600 medewerkers in de middenbouw van het Radboud (omgeving gebouw M307). Uiteindelijk zal begin 2008 het hele Radboud overgestapt zijn op de nieuwe kleding. De nieuwe kleding is maatgebonden; er is straks geen individuele kleding meer. Van Cronenberg: ‘Wel zal van iedere medewerker de maten worden opgenomen, zodat je dit niet steeds opnieuw hoeft aan te geven bij de kledingautomaat.’ De uitgifteautomaten voor de kleding komen in het Neurogebouw, de middenbouw en het westelijke deel van het Radboud. ‘Daarnaast zijn het Facilitair Bedrijf en Bedrijf Huisvesting in overleg hoe ze het beste ruimte voor automaten kunnen creëren in het P- en Q-gebouw.’ GM
Radboud EPD gestart Donderdag 16 november zijn alle applicaties van Labrador ondergebracht in het Radboud Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). De architectuur van het EPD is nu zo ingericht, met de modernste ICT-technieken, dat het de komende jaren snel kan groeien. Drie jaar geleden werd in het Radboud onder de naam Labrador een systeem geïntroduceerd voor het raadplegen van online gegevens van laboratoria, radiologie en DBC-registraties. Labrador is uitgegroeid tot een veelgebruikte en gewaardeerde applicatie. Het is door de jaren uitgebreid met andere informatiebronnen zoals pathologie, brieven en verslagen, foto’s en OK-gegevens. De afgelopen anderhalf jaar is er hard gewerkt om het fundament te leggen voor het Radboud EPD, waar Labrador nu is ondergebracht. Gebruikers krijgen een andere layout op hun scherm. Verder is er relatief weinig veranderd. Alles wat in Labrador kon, kan ook in het EPD. Alleen staan schermonderdelen soms op een andere plaats, zijn er bedieningsknoppen bijgekomen
en draait het volgens een andere navigatiestructuur. Het EPD zal de komende jaren snel verder groeien met meer informatiebronnen (zoals ECG’s). ‘Ook de dossiervoering zal zich verder ontwikkelen. De afzonderlijke papieren medische dossiers kunnen we straks vervangen door een ziekenhuisbrede digitale versie,’ vertelt projectleider Richard Kamman. Ook komen er oncologische, verpleegkundige en paramedische dossiers én een medicatiedossier. Omdat deze allemaal gebruik maken van dezelfde databronnen, hoeven klinische gegevens maar éénmalig te worden geregistreerd. Meer informatie: EPD-button op de medewerkeringang intranet. JM
Identificatieplicht per 1 december Patiënten die voor het eerst op de poli, de verpleegafdeling of de Spoedeisende Hulp komen, moeten zich per 1 december kunnen identificeren met een geldig identiteitsbewijs. Baliemedewerkers in het UMC St Radboud zullen standaard deze controle uitvoeren. Vanaf 23 november kan in ROCS worden gemeld dat een patiënt zich gelegitimeerd heeft. Is dat het geval, dan hoeft de patiënt bij een volgend bezoek niet opnieuw zijn paspoort of rijbewijs te laten zien. De identificatieplicht is een wettelijke verplichting. In 2005 is hiervoor de ‘Wet fraudebestrijding zorgverzekeringswetten’ aangenomen. ‘Patiënten moeten zich legitimeren om zo te voorkomen dat ze zich voordoen als iemand anders en kosten op de verkeerde verzekering worden verhaald’, zegt Marjo Cousijn, projectleider
van de identificatieplicht. ‘De wet is ook bedoeld om te voorkomen dat medische gegevens van verschillende patiënten verwisseld worden. Kunnen patiënten zich in eerste instantie niet legitimeren, dan is dat nog mogelijk bij een tweede bezoek.’ De komende tijd wordt er in het Radboud volop geïnformeerd over de identificatieplicht. Cousijn: ‘Op de poliklinieken komen borden te hangen voor patiënten met informatie hierover. Patiëntenfolders worden aangepast. Ook komt er een richtlijn wat baliemedewerkers moeten doen als patiënten zich ook bij een tweede bezoek niet kunnen of willen legitimeren. Uiteraard wordt er altijd medisch noodzakelijke zorg verleend en in levensbedreigende situaties altijd gehandeld.’ GM
3
Op dinsdag 12 december vindt weer het jaarlijkse UMC St Radboudconcert plaats in de Vereeniging. Medewerkers, studenten en vrijwilligers kunnen deze avond genieten van Russische muziek die het Nijmeegs Studentenorkest ten gehore zal brengen. Vanaf maandag 27 november kunt u op vertoon van uw personeelspas of studentenpas maximaal twee kaarten afhalen bij het Voorlichtingscentrum (centrale hal) en bij de portiers van het Studiecentrum, Tandheelkunde en Neurologie. Op het programma: Moussorgsky - Een nacht op de kale berg, Rachmaninov - Rapsodie op een thema van Paganini en Borodin - Steppen van centraal Azië
Magazijnen & Transport wordt Logistiek Binnen enkele maanden zal de afdeling Magazijnen & Transport gereorganiseerd zijn in de nieuwe afdeling Logistiek. De reorganisatie start op 1 december. Transportmedewerkers zullen hierna niet meer een zelfstandige eenheid vormen in het Radboud. Verdere informatie wordt binnenkort verstrekt via een brochure. Ook de product- en dienstengids van het Facilitair Bedrijf op intranet zal geactualiseerd worden.
Meisje mét hoofd terug bij moederkat Het kunstbeeld van de moederkat en het meisje in gebouw Vrouw en Kind is weer compleet. Enige tijd moest moeder het met een onthoofde kitten stellen. Onlangs was de Franse kunstenaar Alain Séchas in het Radboud aan het werk om het meisje te restaureren. Om te voorkomen dat de kunstkat weer geweld wordt aangedaan, komt er wel een hekje omheen te staan.
UMC-Kerstkaart De UMC-kerstkaarten zijn vanaf 11 december verkrijgbaar bij Logistieke Service. Om onze internationale relaties ook een passende kerstwens te kunnen sturen is dit jaar voor een tweetalige kerstkaart gekozen. De kaart is te bestellen onder nummer 216 125. Hij wordt geleverd in sets van 25 stuks, excl. envelop, en kost per set e 12,50.
Gezamenlijke verklaring aanpak agressie en geweld Het Verbond Sector Werkgevers (VSO) heeft eind oktober een verklaring ondertekend om agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak aan te pakken. De Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU) is aangesloten bij het VSO. De ondertekening is dus mede namens de NFU geschied. De verklaring is ook ondertekend door de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Justitie en werkgevers zoals brandweer, ambulancezorg, de NS en de Vereniging van Ziekenhuizen.
INTERVIEW
‘IETS AAN DE ELLENDE DOEN, DÁT IS MIJN DRIVE’ Eind november vertrekt Jan Pelt, verpleegkundige op de Spoedeisende Hulp, voor tien weken naar Afghanistan. Op vredesmissie. In een militair hospitaal van de NAVO zal hij medische zorg verlenen. Een gesprek over de uitdaging hiervan, de ‘smerige oorlog’ die in Afghanistan woedt en het onderscheid tussen goed en fout. ‘Dáár kijk ik niet naar. Ik heb een zorgplicht, die vervul ik.’ GIJS MUNNICHS
‘Een jongensdroom’, aldus Jan Pelt over zijn missie naar Afghanistan. ‘Vroeger wilde ik graag naar de militaire academie. Helaas werd ik toen op medische gronden afgekeurd.’ Nu doorstond Pelt (54) wel de intensieve keuring. Op 28 november vliegt hij naar het land waar oorlog woedt tussen de NAVO en de Taliban. Met zo’n elf Nederlandse professionals, waaronder een chirurg, een anesthesist en enkele verpleegkundigen, zal hij tien weken lang medische zorg verlenen in een militair hospitaal. ‘Het kamp is primair voor militairen, toch melden zich ook veel burgerslachtoffers’, zegt Pelt. ‘Uiteraard helpen we die. Sterker nog, er is al medisch instrumentarium onderweg om zorg aan kinderen te verlenen. Door burgers te helpen, kun je daadwerkelijk iets voor een land betekenen.’ Pelt heeft via Defensie – waar hij officieel onder contract staat – contact gehad met mensen die nu in Afghanistan zijn. ‘Er wordt een heel smerige oorlog gevoerd. Met boobytraps en sluipschutters. Ook zijn er Afghaanse soldaten die overstappen van de NAVO naar de Taliban, omdat de Taliban veel meer geld biedt.’ Voor Pelts werk
Op 28 november vliegt Jan Pelt naar Afghanistan. maakt dat in wezen niets uit. ‘Ons kamp is primair bedoeld voor NAVO-soldaten (uit onder andere Nederland en Canada) en leden van het Afghaanse leger. Of een slachtoffer goed of fout is, daar kijk ik als zorgprofessional niet naar. Dat doe ik in het Radboud ook niet. Dat kán ik ook niet. Ik heb een medische plicht, die vervul ik.’
Volste vertrouwen De medische mogelijkheden zijn in het kamp nagenoeg hetzelfde als in Nederland. ‘Het verschil zit hem vooral in de hoeveelheid slachtoffers, het soort verwondingen, de tijdsdruk en de lange diensten’, licht Pelt toe. Hij zal er werkzaam zijn als IC-verpleegkundige en als supervisor van de Spoedeisende Hulp. ‘Mijn drive is om iets aan de ellende daar te doen. Daarnaast kan ik ervaring opdoen met wonden die ik in het Radboud nooit gezien
Foto: Frank Muller
heb, zoals schietverwondingen. Zo kan ik mijn expertise uitbreiden; daar zal ik in het UMC profijt van hebben.’ Is hij niet bang gevaar te lopen? ‘Het hospitaal wordt wijd omringd door soldatenlinies. De werk- en slaapplekken zijn zwaar bepantserd. Ik heb het volste vertrouwen dat het er veilig is. Mócht dat nodig zijn, dan weet ik hoe ik mezelf moet verdedigen.’ Begin februari keert Pelt huiswaarts. ‘Misschien is het daarna eens maar nooit weer. Of ik vind het juist geweldig.’ Met 54 jaar is hij één van de oudste in het team. ‘Een voordeel is mijn jarenlange werkervaring. Wat privacy betreft, is het misschien lastiger ouder te zijn. Je zit tien weken op elkaars lip. Als jonge knul had ik daar geen moeite mee. Nu vind ik dat ook een avontuur op zich.’ ■
‘Onderzoek doen is eigenlijk net steeplechase’ Haar tijd: 9.45 minuten, op een parcours van 3000 meter met 35 hindernissen! Boonstra gaat dus als een speer. Als onderzoeker heeft ze - eufemistisch uitgedrukt - met minder snelle mensen te maken. ‘Ik onderzoek oudere mensen met een knieprothese en kijk of hun operatie leidt tot verbeteringen. Zij doen er alles aan om weer normaal te lopen of te fietsen. Terwijl ik soms klaag dat ik niet snel genoeg ga. Door de topsport en mijn werk als onderzoeker verenig ik eigenlijk uitersten in bewegen.’
Doorzettingsvermogen
Miranda Boonstra (nr. 1484) tijdens het EK Miranda Boonstra is onderzoeker in het Radboud én topsporter. Als steeplechaser schitterde ze dit jaar op het EK. In 2005 was ze negentiende op de ‘world ranking’; in Nederland is ze al enige jaren de allersnelste. Ook in het Radboud is ze bezig met bewegen. Zo onderzoekt ze patiënten met een knieprothese. Bij steeplechase (niet te verwarren met hordelopen) legt een loper drie kilometer af, waarin per ronde van 400 meter over vier balken moet worden gesprongen en eenmaal over een waterbak. Miranda Boonstra (34),
junior onderzoeker op het Orthopedisch Research Lab, deed al jaren aan atletiek, maar stapte pas in 2003 over op de steeplechase. ‘Een heel stoere sport. Prachtig om te zien, fantastisch om te doen. Door de hindernissen moet je goed tempo kunnen wisselen en tegelijk heel gefocust zijn. Snelheid en techniek, daar gaat het om.’ Steeplechase werd haar passie en leidde tot grote successen. Al enige jaren is ze Nederlands beste hierin. Afgelopen zomer schopte ze het tot het EK in Zweden. ‘Ik viel bij de finale en werd daardoor “maar” twaalfde. Toch was het supergaaf, mijn hoogtepunt tot nu als sporter.’
4
Toch gaat het Boonstra niet alleen maar voor de wind. Zo houdt een blessure aan de achillespees haar al enige tijd van de baan. ‘Verplichte rust. Misschien wel goed, want het EK had me aardig oververmoeid.’ Ook de Zevenheuvelenloop ging dit jaar helaas aan haar voorbij. Terwijl ze vorig jaar met een toptijd nog de snelste Nederlandse vrouw was. Maar ze blijft optimistisch. ‘Ik hoop volgend jaar op het WK steeplechase in Japan te staan. En in 2008 op de Olympische Spelen.’ De kans dat ze daar staat, schat ze hoog in. ‘80 procent’, zegt ze zelfverzekerd. Tegen die tijd hoopt ze gepromoveerd te zijn. ‘Bij onderzoek heb je ook met hindernissen te maken, eigenlijk net steeplechase’, lacht ze. ‘Als het tegenzit met mijn onderzoek, denk ik wel eens: ik kap ermee. Topsport of promoveren, je moet voor allebei veel doorzettingsvermogen hebben.’ Haar parttime baan is goed te combineren met het sporten. ‘Ik stem automatisch alles af op het lopen. Ik train elf keer per week. In de ochtend en na het werk weer.’ Miranda trekt ook geregeld de loopschoenen aan als ze bezig is aan haar onderzoek. ‘Lekker een uurtje rennen door het bos. Als ik even vastzit in gedachten, kan ik er daarna weer fris tegenaan.’ CM
PAT I Ë N T E N Z O R G
RADBODE 19 - 2006
‘Medisch specialisten moeten zich kwetsbaar durven opstellen’ Het Stafconvent heeft met alle afdelingshoofden en medische staf tezamen het medisch handelen tegen het licht gehouden. Conclusie: er gaat heel veel goed, maar het UMC vertoont ook zwakke plekken. De bereidheid om die weg te werken, is groot. ‘Vroeger was het not done om een collega aan te spreken op nalatigheden in het medisch handelen. Dat is veranderd, nu is het juist onderdeel van je medisch handelen.’
RIETJE VAN VLIET
Er zijn afdelingen waar het uitstekend is geregeld, maar elders worden huisartsen eindeloos doorverwezen voordat ze hun vragen over een patiënt aan de juiste specialist kunnen stellen. ‘Dat kan dus echt niet meer’, klinkt het stellig. ‘Overal in het ziekenhuis moeten huisartsen ons gemakkelijk kunnen vinden. Daar moet een eenduidig beleid in komen.’ De communicatie met huisartsen is slechts een van de speerpunten die het Stafconvent heeft aangewezen, maar zeker niet het onbelangrijkste. ‘Het mag absoluut niet meer voorkomen dat een patiënt ontslagen wordt zonder dat de huisarts daar op korte termijn van op de hoogte is gesteld.’ Het Elektronisch Patiënten Dossier waartoe ook huisartsen toegang moeten krijgen, zal trage berichtgeving voorkomen. Het staat met stip bovenaan het verlanglijstje van alle afdelingshoofden. Dit lijstje is geen optelsom van vrijblijvende verbeterpunten, stelt prof.dr. Didi Braat, voorzitter van het in mei aangetreden nieuwe Stafconvent. De Raad van Bestuur had naar aanleiding van de problemen bij thorax-hartchirurgie aan het Stafconvent gevraagd de kwaliteit van het medisch handelen onder de loep te leggen. Dat is inmiddels gebeurd. Vorige week hebben alle afdelingshoofden plenair de bevindingen doorgesproken. Het Stafconvent heeft die, samen met verbetervoorstellen, voorgelegd aan de Raad van Bestuur. De saamhorigheid onder afdelingshoofden is groot, constateert Braat. ‘Iedereen is ervan overtuigd dat de kwaliteit van het medisch handelen beter kan, nee, beter moet. Er gaan hier in het UMC veel dingen goed, maar men beseft dat de problemen bij hartchirurgie zich
‘Elkaar aanspreken op nalatigheden hoort bij ons beroep, hoe moeilijk het ook is’
ook elders kunnen voordoen. Daarom gaan we al onze voornemens monitoren. In maart vragen we iedereen hoe het ermee staat. We willen exact weten welke acties de afdelingen hebben ondernomen om knelpunten weg te werken. We zullen onze collega’s erop aanspreken als er niets is gebeurd.’
Rolmodel Dit voornemen is niet van bovenaf opgelegd, maar wordt door alle leden van het Stafconvent onderschreven, stelt prof.dr. Henri Marres nadrukkelijk. Ook hij zit in het bestuur van het Stafconvent en was nauw betrokken bij de enquête over het medisch kwaliteitsbeleid. Hij ziet het als een cultuuromslag. ‘Om het zwart-wit te stellen: de cultuur van schichtigheid slaat om in die van openheid. Elkaar aanspreken op nalatigheden hoort bij ons beroep, hoe moeilijk het ook is. Het zijn immers collega’s met wie je nauw samenwerkt.’ Er is echter geen excuus, meent Didi Braat. ‘Wij zijn meer rolmodel voor
Het Stafconvent wil bijvoorbeeld dat complicatiebesprekingen frequent bij iedereen op de agenda staan. Foto: Flip Franssen arts-assistenten en co-assistenten dan we beseffen. Bovendien moeten we ons voor ogen houden dat het aanspreken altijd gericht is op verbetering.’ Neem de complicatiebesprekingen, zegt Marres. ‘Sommige afdelingen doen daar niet of weinig aan. Daar hebben ze hun redenen voor, maar dit kan gewoon niet. Je creëert daarmee gesloten afdelingen waar het medisch handelen weinig toetsbaar is.’ Dit heeft als consequentie dat in het vervolg man en paard zullen worden genoemd. Anonimiteit maakt plaats voor openheid. ‘Niet om met een beschuldigend vingertje te wijzen, maar om met elkaar tot de beste oplossing te komen. Want we willen dat de complicatiebesprekingen frequent, bij voorkeur op een vast tijdstip in de maand, bij iedereen op de agenda staan. Anders verwatert het. En dan niet alleen per afdeling, maar ook per keten. We zoeken naar goede voorbeelden, zoals bij Heelkunde, waaraan andere afdelingen zich kunnen spiegelen.’ Het Stafconvent verwacht veel van de interne audits, die onder leiding van Bureau Kwaliteit zullen plaatsvinden. Externe audits, visitaties, zijn dikwijls gericht op processen en protocollen terwijl de inhoud, het medisch handelen, te veel buiten beeld blijft. Daarom wil het Stafconvent dat ook dossieranalyse onderdeel wordt van de audit.
Motivatie Bang dat een dergelijk kwaliteitssysteem een bureaucratische papierwinkel met zich meebrengt, is men niet. Prof.dr. Wim Oyen, eveneens bestuurslid van het Stafconvent: ‘Alle dokters beseffen dat het nodig is, ook de Raad van Bestuur. Het is aan het Stafconvent om het draagvlak bij de medische staf groot te houden.’ Hij onderstreept dat de motivatie om zich toetsbaar op te stellen, groot is. ‘Kijk naar de accreditatie van de nierdialyse. De afdeling heeft zich hier zelfs vrijwillig voor aangemeld.’ Een knelpunt waar volgens Oyen nog hard aan gewerkt moet worden, heeft te maken met KWINT. Iedere afdeling heeft eigen protocollen, die voor alle medewerkers toegankelijk moeten zijn. ‘Tot zover blijkt alles in huis te kloppen’, aldus Oyen. ‘Een heleboel staat echter niet op intranet, maar zit ergens in een papieren ordner opgeborgen. Dat is niet de bedoeling.’ ‘Ook de jaargesprekken zijn voor verbetering vatbaar,’ vult Braat hem aan. Ze vinden inmiddels wel overal plaats, maar over de kwaliteit ervan is nog weinig bekend. ‘Het Stafconvent wil aansluiten bij de aanpak van de Orde van Medisch Specialisten, met zijn multi source feedback. Je kwetsbaar durven opstellen en de ander aanspreken op eventuele nalatigheden, daar blijkt het ook hier weer om te gaan.’ ■
5
HET MOMENT In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring, keuze of wending tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een ongewoon en persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van KNO-arts Ronald Admiraal.
Weerzien ‘Ik werk veel met kinderen die meervoudig gehandicapt zijn. Naast gehoorverlies kampen ze met cognitieve, neurologische-, hart of oogafwijkingen. Voor ouders heel zwaar. Die zien met deze kinderen heel veel specialisten. Daarom is niet alleen voor de patiënten, maar ook voor de ouders goede zorg ontzettend belangrijk. Ik doe dit werk al jaren en ben verknocht aan deze kinderen. Mijn werk is niet levensreddend. We proberen in teamverband met kleine stapjes en adviezen ervoor te zorgen dat deze kinderen in het juiste circuit terechtkomen. Dat ze naar de juiste school gaan en dat ouders adequate ondersteuning krijgen. Beetje bij beetje werken we eraan dat het beter met ze gaat. Daar zijn ouders ons heel dankbaar voor. De zorg die we hier leveren is redelijk uniek. Daardoor komen er steeds meer meervoudig gehandicapte kinderen naar het Radboud. Inmiddels begeleiden en behandelen we hier kinderen uit het hele land. De grote toeloop heeft mij uiteindelijk geveld, waardoor ik er vorig jaar noodgedwongen een paar maanden tussenuit moest. Een vervelende episode. Maar bij mijn terugkomst maakte een van mijn patiënten veel goed. Toen het meisje op het spreekuur kwam stormde ze mijn kamer binnen,
‘Het meisje stormde mijn kamer binnen en omhelsde me’ sprong op me af, omhelsde me en klemde zich helemaal aan mij vast. Ze was zo blij dat ik weer terug was, dat ze werkelijk het hele consult op mijn schoot bleef zitten. Heel ontroerend. De ouders vertelden me dat ze zich tijdens mijn afwezigheid door niemand anders had laten onderzoeken. Daar was ze heel hardnekkig in. Mijn terugkomst was ook voor de ouders een opluchting. Dat is na zo’n periode, waarin je niet voor je lol thuiszit, hartverwarmend. Ik heb moeten snijden in het takenpakket. Dat doet pijn, want ik vind bijna alles leuk. Maar het moest. Nog steeds moet ik me bedwingen om niet alles aan te pakken. Een academisch ziekenhuis met de drie kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek heeft zoveel interessante kanten. Onderwijs, ook heel leuk. Dit jaar werd ik in verlegenheid gebracht door studenten die mij na mijn college een staande ovatie gaven. En nu ik dan toch de mooie momenten opnoem, wil ik ook nog even kwijt dat onze onderzoeksgroep twee jaar geleden een gen vond van het chargesyndroom. Ik heb veel van deze kinderen onder mijn hoede. Patiëntenzorg is mijn grootste passie. Daarom heeft het ‘stormachtige’ weerzien met het gehandicapte meisje veel impact op mij gehad. Een echte beloning.’ Nelleke Dinnissen
PIPpagina
Vacatureladder
PIP nieuws
De volledige vacaturetekst kunt u vinden op internet: www.umcn.nl/vacatures. Alle vacatures zijn ook te zien op het presentatiebord van het Personeels Informatie Punt. Vacatures met een sterretje* zijn alleen bestemd voor medewerkers van UMC St Radboud. De sluitingsdatum voor de vacatures is 8 december 2006, tenzij anders aangegeven op de vacaturepresentatie.
Openingstijden PIP: maandag t/m donderdag van 11:30 tot 14:00 en van 15:00 tot 17:00 uur en vrijdag van 11:30 tot 14:00 uur. Telefoon (024) 361 91 66. Routenummer 536. Internet: medewerker pip on line, e-mail:
[email protected].
FLEX
Tweede Kamer stemt in met verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang
U bent verpleegkundige met een parttime aanstelling in het UMC St Radboud en wil af en toe bij andere specialismen ervaring opdoen? Neem voor meer informatie contact op met FLEX, (024) 361 03 03 of
[email protected]
Vanaf 1 januari 2007 gaan alle werkgevers verplicht bijdragen aan de kosten van kinderopvang, via een opslag op de sectorpremie. Ouders krijgen ook, net als nu, een inkomensafhankelijke toeslag van de overheid. De Tweede Kamer heeft dit voorstel aangenomen op 31 oktober 2006. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer.
Vrijwilliger Wilt u als vrijwilliger aan de slag? Bel dan de coördinator Vrijwilligerswerk van het UMC St Radboud, (024) 361 53 28. Medisch 07306 07207 07135 04961 07145 06913
Netto salaris kan variëren!
SEH-arts, Spoedeisende Hulp, 40 uur, Schaal 97A, u.m.s. Klinisch geriater/internist, Geriatrie, 40-48 uur, Schaal 97A, u.m.s. Patholoog, Pathologie, 40-48 uur, Schaal 97A, u.m.s. Arts-assistent niet in opleiding, Kindergeneeskunde, 46 uur, Schaal 11A Arts-assistent niet in opleiding, Thorax Hartchirurgie, 46 uur, Schaal 11A Arts-assistent niet in opleiding, Thorax Hartchirurgie, 46 uur, Schaal 11A
(Een ander netto salaris bij een gelijk bruto salaris, kan dat?) Als gevolg van de Wet Walvis (Wet Administratieve Lastenverlichting en Vereenvoudiging In Sociale verzekeringswetten) kan het zijn dat er per maand een ander netto salaris uitbetaald wordt bij gelijkblijven van bruto salaris. Deze wet is al op 1 januari 2005 geïntroduceerd, maar per 1 januari 2006 is deze wet ook van kracht voor de premies volksverzekeringen. Een onderdeel van deze wet is dat bij de berekening van de sociale premies in een maand de premieberekening van de vorige maanden van het kalenderjaar worden betrokken of beter gezegd de grondslagen van die maanden op basis waarvan de premie is berekend. Is bijvoorbeeld in januari de grondslag sociale verzekeringen en/of ZorgVerzekeringsWet (ZVW) hoger dan de maximum grondslag voor deze volksverzekeringen, en in februari een grondslag die beneden het maximum ligt, dan moet in februari over het “niet gebruikte deel” van de grondslag uit januari alsnog premie betaald worden. Als je vervolgens in maart net zo veel verdient als in februari hoeft in maart niet weer extra premie betaald te worden. In dat geval heb je in maart een hoger netto salaris dan in februari bij een gelijk bruto salaris. Met name medewerkers die incidentele betalingen zoals ORT en declaraties hebben merken de verschillen tussen de maanden, maar ook na betaling van bijvoorbeeld vakantiegeld komt dit vaak voor.
Paramedisch 03182 NVZ Anesthesiemedewerker, Anesthesie, 18-36 uur, Schaal 8 07298 Logopedist, Keel-, Neus- en Oorheelkunde, 21,4 uur, schaal 8 07398* Psychologisch medewerker, Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid, 21 uur, Schaal 7 Verpleegkundig en verzorgend 07406* 06647* 07394* 07390* 07391* 06964* 07233 07368*
Senior verpleegkundige, Polikliniek voor Kinderen, 32 uur, Schaal 9B Senior verpleegkundige, Cardiologie, 36 uur, Schaal 9B Diabetesconsulent, Polikliniek Interne Specialismen, 24 uur, Schaal 8B Kinderverpleegkundige, Q3A, Kinderhartcentrum, 30 uur, Schaal 8A Verpleegkundige pijnbehandeling, Bedrijfseenheid PPP, 24 uur, Schaal 8A Verpleegkundige i.o. tot dialyse verpleegkundige, Dialyse, 32 uur, Schaal 6/7 FLEX Verpleegkundige, FLEX, 0-36 uur, Schaal 6/7 Verpleegkundige, Cardiologie, 36 uur, Schaal 7
In vakjargon heet dit Voortschrijdend Cumulatief Rekenen (VCR). Alle salarissystemen in Nederland, dus ook het onze, moeten deze VCR-methode gebruiken. De werking van het VCR zorgt er uiteindelijk voor dat er op jaarbasis correcte bedragen aan premies sociale verzekeringen en ZVW worden ingehouden.
Onderwijs en onderzoek 07102 07110 07355 07392 07393* 07402* 07131
Tandartsdocent, Tandheelkunde, uren in overleg, Schaal 11 Tandarts, Tandheelkunde, uren in overleg, Schaal 10/12 Onderzoeker in opleiding, Nucleaire Geneeskunde, 36 uur, Schaal 10A Onderzoeker in opleiding, Klinische Chemie, 36 uur, Schaal 10A Onderzoeker in opleiding, Antropogenetica, 32 uur, Schaal 10A Onderzoeker in opleiding, Laboratorium Kindergeneeskunde en Infectieziekten, 36 uur, Schaal 10A Wetenschappelijk onderzoeker, Voortgezette Opleiding tot Huisarts, 32 uur, Schaal 10
Voorbeeld VCR Grens 2000
Administratief en secretarieel 07389* Hoofd secretariaat, Medische Oncologie, 36 uur, Schaal 7 07405* Secretaresse, Secretariaat Plastische&Reconstructieve en Handchirurgie, 32 uur, Schaal 5 07403* Secretaresse, Antropogenetica, 36 uur, Schaal 5
Bruto
Premies
Loonheffing
Netto
Januari
2500
200
230
2070
Februari
1500
200
130
1170
Maart
1500
150
135
1215
Techniek en laboratorium 07281 Analist, Medische Microbiologie, 36 uur, Schaal 7
UMC levensloopregeling
Beleid en staf
De afgelopen week zijn er een aantal aanpassingen op de internet-site www.umclevensloop.nl gerealiseerd.
07326 Beleidsmedewerker Biomedische Wetenschappen, Onderwijs en Studentenzaken, 32 uur, Schaal 11 07395 Scientific Manager NCMLS, Nijmegen Centre for Molecular Life Sciences, 28,8 uur, Schaal 12
Onder andere is er een rekenaar op geplaatst waarmee u zelf een maatwerk-berekening maken.
Dienstverlening Tot 1 december 2006 kunt u weer een keuze maken tussen levensloop en spaarloon. Binnen één kalenderjaar meedoen aan beide regelingen is niet mogelijk. Doet u in 2006 mee aan spaarloon, dan is het nu het juiste moment om na te gaan of u volgend jaar gebruik wilt maken van levensloop. In dat geval dient u namelijk voor het einde van dit jaar uw deelname aan spaarloon stop te zetten.
07397 Conciërge, Onderwijs en Opleidingen, 10 uur, Schaal 3 Leren en werken 07243 07318 07241 07240 07242
Student Verpleegkunde BBL4 Verkort Versneld, Staf Zorg, 28 uur, Schaal 4 Leerling Operatie-assistent, Onderwijs en opleidingen, 36 uur, Schaal A* Student HBOV-Duaal Verkort Traject, Staf Zorg, 32 uur, Schaal A* Student HBOV-Duaal, Staf Zorg, 32 uur, Schaal A* Student Verpleegassistent BBL2 Helpende, Staf Zorg, 28 uur, Schaal B*
De inhoud van deze pagina valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
6
IN BEDRIJF
RADBODE 19 - 2006
Oud-medewerkers
Genieten op de Seniorendag
Ook wordt het aantal plekken aan de Gerard van Swietenlaan uitgebreid: rechts van het Transitorium (30 extra plaatsen) en aan de zijkant van het Studiecentrum (50 plaatsen). Bij de voormalige Bloedbank komen twintig extra plekken. ‘Daarnaast krijgen de verouderde fietsenstallingen een frissere uitstraling’, zegt Jan van Boekholt, OR- en projectgroeplid. ‘De grote stalling op het Geert Grooteplein zal meer kleur krijgen en daglicht toelaten.’ Er zijn nog meer plannen. Zo onderzoeken Bedrijf Huisvesting en het FaB of het mogelijk is om een fietswinkel en -reparateur te huisvesten op het UMC-terrein. Tot 2010 wordt gewerkt aan een fietsvriendelijk Radboud. ‘Ook diefstal en vernieling willen we aanpakken’, aldus Pesman. ‘Belangrijk is wel dat medewerkers dit melden.’ Dit kan via de button ‘Melding diefstal e.d.’ op de website bij ingang medewerker. Opmerkingen over het fietsbeleid kunnen gemeld worden aan de OR. GM
Sportief Foto: Jan van Teeffelen
Tachtig oud-medewerkers waren 15 november aanwezig op de Seniorendag in het UMC St Radboud. ‘Een geweldige dag, waar mensen ontzettend van genoten hebben’, aldus Gonny Lamers-Froon van Staf P&O. Het programma bestond uit rondleidingen door Gebouw Vrouw en Kind, het NCMLS-gebouw en het Centraal Dierenlaboratorium. Voor degenen die moeilijk ter been waren, werden films vertoond over de nieuwbouw, het Facilitair Bedrijf en van het Gemeentearchief Nijmegen over het Radboud in 1956-1962. In het Kasteeltje woonden de senioren een ‘fantastisch pretcollege’ bij van docent Toine Lamers. De Seniorendag is georganiseerd door Staf P&O voor de Radboud Senioren van de Personeelsvereniging. 120 Senioren hadden zich aangemeld, terwijl de organisatie was ingericht op tachtig mensen. Voor oud-medewerkers die er daarom niet bij waren, komt er in het voorjaar opnieuw een Seniorendag. GM
1 december
Wereld Aids Dag Op 1 december wordt er voor de 20e keer wereldwijd aandacht geschonken aan Wereld Aids Dag. Het thema voor dit jaar is: Samen tegen Aids. In de hal van Radboud Centraal staat van 29 november t/m 1 december a.s. een stand waar belangstellenden terecht kunnen met vragen over HIV, folders, verkoop van Art bags en zelfgemaakte koekjes. De opbrengst is bestemd voor het Aids Fonds. De stand wordt bemand door deskundige Nijmeegse studenten Geneeskunde. Meerdere keren per jaar geven zij voorlichting op middelbare scholen over HIV preventie en seksualiteit. Deze groep medische studenten zijn ondergebracht in SCORA, the Standing Committee On Reproductive health including Aids. Op maandag 4 december vindt het Tiende Nationaal Congres SOA/HIV en AIDS plaats in het RAI congrescentrum in Amsterdam. Dit jaar staat het congres in het teken van “evidence based werken.” Daarnaast zal er aandacht zijn voor het resultaat van 10 jaar combinatietherapie. In de middag zijn er workshops op de verschillende deelterreinen van de SOA en AIDS-bestrijding. Voor meer informatie en aanmelding: www.soa.nl en www.aidsfonds.nl (evenementenkalender).
Fietsbeleid
Fietsenstallingen breiden uit met 700 plaatsen De fietsenstallingen van het UMC St Radboud breiden de komende tijd uit met 700 plaatsen. Aan de achterkant van Gebouw Vrouw en Kind komt een overdekte stalling voor 180 à 200 fietsen. Deze ruimte, die via de René Descartesdreef toegankelijk is, zal eind december gerealiseerd zijn. Begin 2007 komt er vóór de Researchtoren ook een overdekte stalling voor 180 tot 200 fietsen. ‘Deze stallingen zijn via een badgelezer alleen voor medewerkers toegankelijk’, aldus Gerard Pesman, vanuit de OR lid van de projectgroep fietsbeleid. ‘De stallingen zijn een soort houten constructies die in de toekomst makkelijk uit te breiden zijn om meer fietsen in te plaatsen.’
Marathon in New York en Zevenheuvelenloop
Vijf sportievelingen, waarvan drie UMC-medewerkers, liepen op 4 november de marathon van New York. De 42 kilometers en 195 meter werden afgelegd in hesje van het UMC St Radboud. Op de foto, vlnr: Dimphy Ariaens (dialyseverpleegkundige), Trees van Bohemen (pz-functionaris), Andra Walhout (IC-verpleegkundige), Annemiek Krechting en op de achtergrond Marjet Derks. Nog meer sportiviteit. Op 19 november werd de Zevenheuvelenloop gelopen, de heuvelachtige 15-kilometerloop tussen Nijmegen en Groesbeek. Vanuit het Radboud deden zes bedrijventeams mee. Een team van het Bedrijvencentrum eindigde als hoogste UMC St Radboud-team op de 76e plek tussen de 741 bedrijventeams. Afdeling Kwaliteit van Zorg volgde op de 89e plaats. Kenniscentrum Geriatrie behaalde de 274e positie en afdeling Radiologie de 443e plek. Een gecombineerd team van Staf Zorg en Staf Medische Zaken nam de 530e positie in. Staf P&O werd nummer 561. Het tweede team van het Bedrijvencentrum eindigde op de 678e plaats. GM
met dr. Hans Scheffer (Antropogenetica) en dr. Dirk de Jong (Maag-, darm-, leverziekten) en collega’s uit Leiden en Utrecht, is erop gericht om vast te stellen of met deze test de optimale individuele dosering van de thiopurines voor aanvang van de behandeling kan worden bepaald. Onderzocht wordt of dit de totale kosten van de behandeling kan terugdringen. Het project begint in maart 2007. JG
RSI-training
Verklein de kans op KANS In het Arboplusconvenant staat veilig en gezond werken centraal. Hierin is beschreven hoe medewerkers om moeten gaan met fysieke belasting, gevaarlijke stoffen, RSI en psychische belasting. Ditmaal aandacht voor de RSI-training die in het Radboud verzorgd wordt. Stijfheid, pijn in de schouders en armen, tintelende handen, koude vingers. Allemaal symptomen die kunnen duiden op RSI. ‘Hoewel men tegenwoordig liever spreekt over KANS, klachten in armen, nek en schouders’, aldus bedrijfsfysiotherapeut Marcel Gerritse. ‘Omdat RSI een gangbaardere term is, hebben we die gehandhaafd voor onze training.’ De RSI-training is bedoeld voor medewerkers met bovenstaande symptomen, die vaak het gevolg zijn van langdurige, repeterende werkzaamheden achter de computer. Na doorverwijzing van de bedrijfsarts kunnen deze medewerkers in werktijd een training van drie maanden volgen op de afdeling Fysiotherapie CSS. Drie keer per week trainen ze een uur in een soort gymzaal met allerlei bewegingsapparatuur om de RSI de baas te worden. Gerritse: ‘Wij kijken wáár iemand de pijn ervaart en wat de beperkingen zijn. Vervolgens gaat hij of zij met de training aan de slag. Hierin krijgt de medewerker ook adviezen hoe om te gaan met belasting en klachten in werk en thuissituatie. Zo komt er weer een goede balans tussen de belasting van het werk en iemands belastbaarheid.’ RSI (of KANS) sluipt erin. ‘Vaak wachten mensen te lang voordat ze iets aan de klachten doen’, zegt Gerritse. Voor medewerker Carine Hendriks, secretaresse in het Radboud, kwam dat omslagpunt in een weekend. ‘Ik had al een tijd pijn in mijn armen, schouders en nek. Gewoon dóórwerken, dacht ik, gaat vanzelf over. Tot ik, na zes weken, op mijn vrije zaterdag nog steeds overal pijn had.’
Subsidie
ZonMw kent doelmatigheidsproject toe Het UMC St Radboud heeft van ZonMw subsidie gekregen om na te gaan of het toepassen van een farmacogenetische test bij een behandeling voor de ziekte van Crohn en de ziekte colitis ulcerosa, kosteneffectief is. Het gaat om een doelmatigheidsproject, dat gecoördineerd wordt door dr. Barbara Franke van de afdeling Antropogenetica. De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa kunnen behandeld worden met thiopurines, omdat deze stoffen de afweer onderdrukken. Ze zijn effectief bij het onder controle houden van deze darmziektes, maar een deel van de patiënten heeft al bij een normale dosering last van een te sterke onderdrukking van de afweer. Dit ligt aan TPMT, een eiwit dat ervoor zorgt dat thiopurines in het lichaam worden afgebroken. TMPT is bij sommige mensen veel minder actief dan bij anderen. Er bestaat een genetische test om de activiteit van TPMT te meten. Het onderzoek, waarin Franke samenwerkt
7
Foto: Jan van Teeffelen
Carine Hendriks volgt sinds september de training. ‘Het bevalt ontzettend goed. Ik ben nu bijna pijnvrij, maar ik blijf na de training wel de oefeningen onderhouden.’ Een fout is dat ‘pijnvrije’ medewerkers meteen weer hard aan de slag gaan. Gerritse: ‘Dan keren de klachten genadeloos terug. Je moet voortdurend bewust blijven, oefeningen doen en je werkgedrag erop aanpassen.’ Voor meer informatie over de RSI-training: Pieternel van Heijst, tel. 10645. GM
REPORTAGE
EEN ZIEKENHUIS DAT VLIEGT VOOR D Vanaf 1 november vliegt het Nijmeegs Mobiel Medisch team (MMT) als eerste en voorlopig enige in Nederland ook ’s nachts met de traumahelikopter. Komend jaar worden nut en noodzaak van deze 24-uurs parate zorg onderzocht. Radbode keek alvast een dag en avond mee. ‘Alarm, en gaan met die banaan.’
PAUL VAN LAERE
Het is over drieën ‘s middags op vliegveld Volkel – de uitvalbasis van het Mobiel Medisch Team van het UMC St Radboud. Het alarmsein, dat ook bij de verslaggever in de zak zit, houdt zich al de hele dag koest. Steeds kleiner wordt de kans op een vlucht, want ’s avonds meevliegen - en de avond begint vandaag officieel om 17.15 uur – is niet toegestaan. En de dag was nog wel zo hoopgevend begonnen. Normaal gesproken kan een gast pas vanaf de tweede vlucht mee, had MMT-verpleegkundige Hans van der Meer tevoren uitgelegd. Dan is er namelijk voldoende brandstof uit de helitank om extra gewicht te kunnen dragen. Maar, gelukje, vroeg in de ochtend had de heli reeds een tripje gemaakt. De eerste beste oproep zou dus raak zijn. Althans, na alle noodzakelijke voorbereidingen. Zoals het aantrekken van de felroodgele MMT-overall, met ‘Observer ’op de rug, inclusief een paar stevige laarzen, als bescherming tegen een eventuele landing in de modder. Verder moeten papieren getekend worden – dat je de bemanning niet voor de voeten zult lopen en alles op eigen risico geschiedt, het zogenaamde ‘doodvalbriefje’. En natuurlijk is er een uitgebreide veiligheidsinstructie. Want ja, zo’n heli kan ‘harder naar beneden gaan dan bedoeld’, zoals Van der Meer het met gevoel voor understatement uitdrukt. De verpleegkundige wijst op klepjes om het raam eruit te drukken, een mes om de gordel door te snijden. En mochten we zoek raken, onze namen staan geregistreerd. Heel geruststellend allemaal…
Chirurg-traumatoog Leo Geeraedts en MMT-verpleegkundige Hans van der Meer (op de rug gezien) buigen zich samen m slachtoffer.
‘Met een F16 hoef je niet in de wei bij boer Biet te landen’
ongelukken.‘We rukken ook uit bij andere noodsituaties, zoals een verdrinking, zelfmoordpoging of ongeval thuis of op het werk.’
Autowrak
Hans van der Meer demonstreert de nachtkijker. Maar objectief gezien is de kans dat er iets mis gaat nagenoeg nihil. ‘Het autoritje hier naartoe is veel riskanter,’ meent Van der Meer. ‘Als de motor uitvalt, zorgt de wind ervoor dat de rotors blijven draaien en kun je toch veilig landen. Je valt echt niet als een baksteen naar beneden, zoals iedereen denkt.’ Nu we toch misvattingen aan het rechtzetten zijn: de heli is lang niet alleen bedoeld voor ernstige verkeers-
Bij een noodsituatie rukt in principe ook de ambulance uit. De meldkamers, waarvan Nederland er 24 telt, besluiten of het dusdanig ernstig is dat er ook een MMT op af moet. Het vliegen, en daardoor zeer snel ter plekke zijn, is niet het enige grote verschil met de ambulance. Belangrijker nog is de aanwezigheid van een medisch specialist in het team. Van der Meer: ‘Die heeft veel meer mogelijkheden dan verpleegkundigen. Een patiënt onder narcose brengen bijvoorbeeld, extra pijnstilling, bepaalde noodgrepen. Dat kan net het verschil uitmaken. We brengen als het ware het ziekenhuis naar de patiënt toe.’ Het MMT van vandaag bestaat naast Van der Meer uit chirurg-traumatoloog Leo Geeraedts en piloot Maik
8
Feyen. Ze bevolken één van de gebouwtjes aan de rand van het vliegveld. In de gezamenlijke ruimte hebben ze elk een werkplek bij het raam, vanwaar ze de heli kunnen zien. Met betrokkenheid spreken ze over het werk. Op hun beeldschermen verschijnen foto’s van totaal verfrommelde autowrakken, waaruit de passagiers wonder boven wonder levend bevrijd zijn. Ze vertellen over de onbreekbaarheid van bomen, de geweldige krachten bij verkeersongevallen (‘soms liggen de motorblokken op straat’’) en hét ABC van de acute hulpverlening: zorg eerst voor de ademweg (A), ademhaling (B - breathing) en circulatie (C). Geeraedts: ‘Treat first what kills first.’ Plots worden we opgeschrikt door het ongelooflijke kabaal van een F16 die rakelings overvliegt. Een ramp in spé? Het blijkt een partijtje stuntvliegen. Iedereen loopt naar buiten om de indrukwekkende capriolen te aanschouwen. De jager scheert keer op keer met vlammende uitlaat over de basis, om vervolgens razendsnel te draaien. De manoeuvres zijn minder moeilijk dan het lijkt, weet piloot Feyen. ‘Dat gaat allemaal computergestuurd.’ In dat opzicht is het vliegen met de traumaheli veel lastiger. ‘Met een F16 hoef je niet in de wei bij boer Biet te landen.’ Dat improviseren is juist het mooie van het vliegen met de traumaheli, vult Van der Meer aan. ‘Normaal moet je voor elk vluchtje een hele papierwinkel invullen. Bij ons is het: alarm en gaan met die banaan. We bepalen zelf onze route en landingsplek.’
Boerenschuur Maar voorlopig blijft de banaan op zijn plek staan. ‘Gisteren hadden we vijf oproepen, maar er zijn ook dagen zonder,’ zegt Geeraedts. ‘Ik zorg wel altijd dat ik voldoende gegeten heb, je weet nooit wanneer je weer de kans krijgt.’ Hij heeft de woorden amper uitgesproken of het langverwachte gebeurt. De pieper gaat af! Renswoude is de plaats des onheils, ziet Leo op zijn
RADBODE 19 - 2006
DE PATIËNTEN
met de ambulanceverpleegkundigen (in geelblauw) over het Foto's: Paul van Laere
sein. Hij staat al bij de grote muurkaart en meet met een simpel touwkatrolsysteem afstand en richting. Een halve minuut later zitten we in de heli en terwijl Leo verdere gegevens achterhaalt bij de centrale meldkamer, doorlopen voorin Hans en Maik in hoog tempo de veiligheidsprocedure. En dan vliegen we, nog geen drie minuten na de oproep. Een vluchtje van tien minuten, luidt de schatting. Leo verneemt dat iemand door het dak van een boerenschuur is gevallen, en dat er een ambulance onderweg is. Co-piloot Hans, links voorin op de ‘eretribune’, bewaakt de koers en waarschuwt voor mogelijke obstakels. Langzaam schuift het vredige platteland onder ons door, ook al gaan we met 250 km per uur. Daarginds staat een politieauto bij een boerderij. Zijn we er nu al? Nee, het moet nog verder zijn. Dáár is het, waar die gele ambulance bij de boerderij staat. De landingsplaats is snel bepaald, de naburige wei. Even later staat het gele gevaarte wiekend in het lange gras, verbaasd gadegeslagen door de koeien die eerbiedig afstand houden. Amper geland is Leo al op weg, met zijn rode rugzak vol ABC-materiaal. In de diepe donkere schuur ligt een jonge boer op zijn rug, omgeven door hulpverleners. Schuin boven hem gaapt in het golfplaten dak een groot gat. Het slachtoffer is een meter of vier naar beneden gesmakt, bovenop de rode tractor, en vervolgens ernaast op de grond gestuiterd. Zijn bewustzijn is verminderd en hij bloedt uit het hoofd, maar hij beweegt, dat is geruststellend. Leo probeert hem bij kennis te houden, en gaat na waar hij pijn en mogelijk inwendig letsel heeft. Familieleden staan op een afstand stilletjes toe te kijken, een politieagente houdt een infuuszak omhoog. Na alle checks, en het aanbrengen van een halssteun, wordt de boer op een brancard gelegd, en de ambulance ingeschoven. Op advies van Leo zal deze hem naar het UMC Utrecht brengen, omdat neurochirurgisch ingrijpen noodzakelijk kan zijn. Leo vergezelt de patiënt in de ambulance. De heli zet eveneens koers naar
‘Het slachtoffer is een meter of vier naar beneden gesmakt , bovenop de rode tractor’
Beeld zoals dat te zien is door een oculair van de nachtkijker.
Het Medisch Mobiel Team: (vlnr) Leo Geeraedts, Maik Feyen en Hans van der Meer.
9
Geeraedts houdt contact met de centrale meldkamer. Links voorin co-piloot Hans van der Meer. Utrecht om hem op te halen, zodat het team weer compleet is. Vervoer van het slachtoffer met de heli loont niet de moeite. De tijdwinst zou gering zijn.
Nachtkijker Op het helidek van het UMC Utrecht staan drie brandweermannen paraat voor het geval er iets mis gaat. Kort nadat we bij de Spoedopvang aankomen, arriveert ook de ambulance. Leo informeert het Utrechtse team dat reeds op volle sterkte, zo’n acht personen, rond de traumabrancard staat. Terwijl het slachtoffer verder neurologisch wordt onderzocht vliegen we terug naar Volkel, nog net voordat de avond officieel begint. Onder ons zien we de files aanzwellen. Het avondeten wordt gecombineerd met de debriefing, waarin de hele film nog een keer afgespeeld wordt. Eigenlijk liep alles op rolletjes, zelfs de koeien in de wei werkten mee. ‘Paarden slaan nog wel eens op hol,’ weet Hans van der Meer. ‘En één keer is een struisvogel in paniek de heg ingedoken.’ Het weer verslechtert, pas rond middernacht zal het opklaren en mag er weer gevlogen worden. Maik’s dienst zit erop, de onderhoudsmonteurs worden gebeld dat ze met hun sleutelwerk kunnen aanvangen. En dan bromt voor de tweede maal de pieper. Een TS in medisch jargon, afkorting voor tentamen suïcide. Poging tot zelfmoord dus. Het is in Nijmegen, een ambulance is reeds onderweg. Wanneer Hans meldt dat het mobiele team met het busje komt omdat er niet gevlogen kan worden, wordt de oproep afgeblazen. De duisternis is ingevallen, een goed moment om de nachtkijkers te beproeven. Onwaarschijnlijk hoeveel daar in het donker mee te zien valt, al is het wel kijken door twee kokertjes naar een groenig zwart-wit beeld. En dan gaat opnieuw het sein. Een ongeluk in het dorpje Vorstenbosch. Verpleegkundige Yvon Beurskens, die inmiddels Hans van der Meer heeft afgelost, kruipt achter het stuur van het MMT-busje en met zwaailicht en sirene op racen we door de Brabantse binnenlanden. Een meisje op een scooter blijkt aangereden door een ouder echtpaar, zowat voor hun deur. Het meisje zit nu in de bijkeuken met een pijnlijke knie. Maar ze houdt zich groot, want zaterdag wil ze graag voetballen. De oudjes zijn meer aangedaan dan het slachtoffer. Toch maar even een borstfoto maken, adviseert Leo de ambulance-verpleegkundigen die inmiddels ook gearriveerd zijn. ‘Er kan toch iets gebroken zijn, beter geen risico lopen.’ Terug op de vliegbasis blijkt de heli in de grote hangar geschoven, waar de monteurs het interieur onder handen nemen. Leo gooit de overalls in de was. Zijn dienst duurt 24 uur, hij heeft nog tot de volgende ochtend te gaan. Naast zijn werk bij het mobiele team werkt hij ook als chirurg in het ziekenhuis. ‘Soms heb ik patiënten gewond van straat opgeraapt en zie ik ze later op de poli weer gezond terug. Die hele keten, dat vind ik het mooie.’ ■
ONDERZOEK
BERG JE VOOR HOOGTEZIEKTE
De Cho Oyu gezien vanuit Tibet. De doeken met tekst zijn gebedsvlaggen, Lung ta genoemd, waarmee bergbeklimmers een goede bergtocht vragen. De traditionele kleuren representeren de vijf Boeddhafamilies en de vijf elementen: water, vuur, lucht, wind en aarde. Blauw staat voor ruimte.
Steeds meer reizigers laten zich verleiden om hoge bergen te bedwingen. Reisorganisaties, deelnemers, maar ook artsen weten vaak te weinig over de risico’s die zo’n bergtocht met zich meebrengt. Steeds vaker vinden argeloze bergbeklimmers er de dood. Onlangs was er een congres in het UMC St Radboud over hoogtefysiologie en hoogtepathologie.
NELLEKE DINNISSEN
In augustus van dit jaar overleed Jessica Jacobs (34) aan hoogteziekte op de 5895 meter hoge Kilimanjaro in Afrika. Een bergtrip die onderdeel uitmaakte van een rondreis door Tanzania. Grepen de gidsen hier te laat in? Had Jessica niet op tijd in de gaten dat het ernst was? ‘Hoogteziekte is vaak moeilijk te duiden’, zegt Remco Berendsen, anesthesioloog in opleiding en gepassioneerd bergbeklimmer. ‘Bij HACE (High Altitude Cerebral Edema) krijg je hoofdpijn, word je misselijk, ben je niet meer in staat recht te lopen, je slaapt slecht en je denkvermogen verandert.’ Maar wanneer is hoofdpijn extreem? En wanneer neemt een bergbeklimmer zijn klachten serieus en kaart hij ze aan bij de reisleiding? En als hij dat doet, maakt de reisleider dan meteen rechtsomkeert? Die gaat niet over een nacht ijs, want de hele club moet voor één deelnemer zwichten, weet Berendsen. ‘Dan moet de gids zeker weten dat het om hoogteziekte gaat. Maar te lang wachten kan fataal zijn.’
Berendsen weet waar hij over praat. Hij trotseerde vele bergen, in april van dit jaar haalde hij de top van de 8201 meter hoge Cho Oyu in Nepal. Onlangs organiseerde hij samen met andere collega’s een internationaal congres over hoogtefysiologie. ‘Hoogtefysiologie was altijd al een topic in Nijmegen’, zegt prof.dr. Gert Jan Scheffer, hoofd van de afdeling Anesthesiologie, die het congres als voorzitter met enthousiasme ondersteunde. ‘De fysiologie en de pathologie op hoogte, sluiten volledig aan bij de anesthesiologie, waar het juist gaat om respiratiefysiologie, gaswetten en partiële drukken. Heel interessant.’
Hierdoor droogt het vaatstelsel uit, maar door het opgekrikte HB-gehalte kan het hart wel een gelijke hoeveelheid zuurstof rondpompen als op zeeniveau en blijft de hartfrequentie tot 5000 meter hetzelfde, mits de acclimatisatie goed verloopt.’ De vraag is nu waar de nieren voor de aanmaak van bloedcellen de bouwstoffen vandaan halen? Het ijzer komt uit de spieren, zo werd verondersteld op het con-
Overleven Hoog is in de bergsport 2500 tot 5500 meter, extreem hoog geldt pas vanaf 5500 meter. 7000 meter is de zone des doods, fysiologisch een vijandig gebied dat niet verenigbaar is met leven. Het record is drie dagen op 8000 meter hoogte. Onder 7000 meter domineert de overlevingsdrang en komen er bij de mens wonderlijke mechanismen naar boven. Zoals hyperventileren. ‘Niet omdat er minder zuurstof in de lucht zit zoals veel mensen denken - daar zit ook 21 procent zuurstof - maar omdat de barometerdruk lager is’, legt Berendsen uit. ‘Het gaat hier om een drukverschuiving. Zuurstof wil altijd van een hogere naar een lagere druk, ook wel zuurstofwaterval genoemd. Op hoogte wil het lichaam deze zuurstofwaterval handhaven en dat kan door hyperventilatie. Meer ademen dus. Maar meer zuurstof in de longen betekent plaats vrij maken. Dat doen de longen door CO2 uit te wassen. Daardoor verandert in het lichaam het zuurbasenevenwicht en neemt de PH-waarde toe. In dit stadium bindt zuurstof zich gemakkelijker aan hemoglobine, waardoor het bloed - ondanks de lage zuurstofdruk - beter verzadigd raakt, maar natuurlijk niet zoveel als op zeeniveau. Om nu toch dezelfde hoeveelheid zuurstof aan weefsel af te geven, heeft het lichaam weer een andere truc: meer water uitplassen. Daarnaast worden de nieren geprikkeld meer rode bloedcellen aan te maken en uiteindelijk bevat het bloed minder water.
10
Remco Berendsen gres. Daar lanceerde een onderzoeker ook een opmerkelijke uitkomst van een onderzoek over de oorzaak van de twee ernstigste vormen van hoogteziekten HACE en HAPE (High Altitude Pulmonary Edema). De onderzoeker haalde de veronderstelling onderuit dat HAPE primair veroorzaakt wordt door verhoogde druk in de longen en HACE door verhoogde druk in de hersenen. Berendsen: ‘In een proefdieronderzoek liet hij honden normale buitenlucht inademen, maar zorgde ervoor dat er via een aderlijke bloedflow een laag zuurstofgehalte naar de hersenen ging. Deze honden kregen geen HACE, maar HAPE. Totaal in tegenstrijd met het idee dat HAPE
RADBODE 19 - 2006
primair door zuurstoftekort in de longen wordt veroorzaakt. De hersenen lijken de centrale regulator te zijn van alle vormen van hoogteziekten. HAPE ontstaat dus niet door een zuurstoftekort in de longen, maar is een afgeleide van het zuurstoftekort in de hersenen. Een heel nieuwe gedachte.’ Doel van het congres was kennis over hoogtefysiologie en hoogtepathologie op internationaal niveau uit te wisselen. Maar bovenal is Berendsens doel kennis over
PRIJZEN EN BENOEMINGEN
hoogtefysiologie naar reisorganisaties en de gewone reiziger uit te dragen. Hij vindt dat berggidsen via officieel onderwijs de nodige medische kennis moeten vergaren en voor acute situaties moeten ze over medicatie kunnen beschikken. Ook moet er een centrale vraagbaak komen waar gidsen in noodsituaties naar toe kunnen bellen voor een medisch advies van artsen. Want steeds vaker hebben bergtochten, bedoeld als leuk verzetje, een dodelijk afloop. ■
Peter Pickkers en Niels Riksen
Darmballon beschermt tegen schade door bestraling MARTEN DOOPER
Mihai Netea in Jonge Akademie
‘Het percentage patiënten met klachten van de ontlasting daalde door het gebruik van de ballon van 70 procent naar 20 procent’
de negatieve kanten van de bestraling verminderen. Van Lin ontwikkelde de afgelopen jaren hiervoor, in samenwerking met de afdelingen Radiologie, Urologie en Maag-, Darm en Leverziekten, twee technieken: een die de straling (nog) beter concentreert op de tumor en een die de kwetsbare wand van de endeldarm beschermt tegen de negatieve invloed van de straling. ‘Een standaardbehandeling beslaat vaak meer dan 30 bestralingen. Tegenwoordig kan de vorm en de plaats van bestralingsbundel nauwkeurig worden aangepast aan de tumor. Je kunt in principe dus heel gericht bestralen. Onder invloed van de vulling van de darm kunnen er echter forse dagelijkse verplaatsingen van de prostaat optreden. Om de tumor toch goed te treffen, werd er tot voor kort daarom altijd een gebied van ongeveer 1 cm rondom de prostaat mee bestraald. Met als gevolg dat er ook gezond blaas- en darmweefsel wordt getroffen. Tegenwoordig brengt de uroloog eerst vier goudstaafjes in de prostaat. Die maken het mogelijk om met MRI beelden de positie van de prostaat voor iedere bestraling nauwkeurig te bepalen en de bestralingsbun-
Foto: Frank Muller
Minuscule goudstaafjes en een speciaal ontworpen ballon maken het mogelijk prostaatkanker zeer gericht en met een hogere dosis te bestralen. Dat leidt niet alleen tot een betere genezing, maar vooral tot minder bijwerkingen als darmbloedingen of ongecontroleerd verlies van ontlasting. ‘Juist deze bijwerkingen veroorzaken een forse sociale handicap; reden waarom patiënten huiverig zijn voor de bestralingen’, weet radiotherapeut Emile van Lin die op 29 november promoveert op de nieuwe manier van bestralen van de prostaat. Bij het bestralen van tumoren bevinden patiënten en behandelaars zich altijd in een klassieke Catch 22situatie. Een hogere dosis straling levert weliswaar een grotere kans op genezing, maar ook meer schade aan gezond weefsel en dus meer bijwerkingen. ‘In de praktijk blijken patiënten die bestraald worden wegens prostaatkanker, mannen van gemiddeld een jaar of zeventig, zwaarder te tillen aan de bijwerkingen, dan aan de levensverwachting. Ze kiezen eerder voor minder bijwerkingen dan voor een hogere levensverwachting’, citeert Van Lin een recent onderzoek van zijn collega Julia van Tol. Vandaar de zoektocht naar methoden die
De Vasculaire Biologie Jaarprijs is dit jaar uitgereikt aan internist/intensivist dr. Peter Pickkers (afdeling Intensive Care). De Jaarprijs is een initiatief van de Vasculaire Biologie Werk Groep. Het doel van de Jaarprijs is het zichtbaar maken en stimuleren van het onderzoeksgebied van de vasculaire biologie. De jaarprijs, voor de meest onderscheidende publicatie op het gebied van de vasculaire biologie, bestaat uit een bedrag van 5000 euro en een congresreis of scholing gerelateerd aan de vasculaire biologie. De tweede prijs was voor internist in opleiding drs. Niels Riksen (Algemeen Interne Geneeskunde). Hij ontving als prijs een congresreis of scholing.
Emile van Lin ontwierp een speciale ballon die in de endeldarm wordt opgeblazen.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft internist dr. Mihai G. Netea (Algemeen Interne Geneeskunde) benoemd tot lid van de Jonge Akademie. De Jonge Akademie is in 2005 opgericht om jonge onderzoekers in aanraking te brengen met collega’s uit vakgebieden buiten hun specialisme. Nieuwe leden worden geselecteerd op wetenschappelijke excellentie, een interdisciplinaire aanpak en een brede belangstelling voor de wetenschap. Na vijf jaar treden zij af. Netea hoort, aldus de KNAW, tot de top met zijn onderzoek naar aangeboren afweer en weerstand tegen infecties. In 2005 was één van zijn artikelen het meest geciteerde artikel over immunologie ter wereld.
Mihai Netea Goslingprijs Dr. Mihai Netea heeft 16 november de Prof Dr WRO Goslingsprijs gekregen. Dit is een prestigieuze prijs van de Vereniging voor Infectieziekten voor de belangrijkste Nederlandse jonge onderzoeker op het gebied van de infectieziekten. De prijs is genoemd naar WRO Goslings, degene die met de klinische infectiologie in Nederland is begonnen en hoogleraar microbiële ziekten in in Leiden was.
D r. J . d e G r a a f Dr.J. de Graaf van de afdeling Algemeen Interne Geneeskunde ontving de NVVG-MSD Vasculaire Geneeskundeprijs 2006 voor het onderzoekswerk op het gebied van de vetstofwisseling.
Zielhuispenning 2006 voor m w . D r s . P. N a n
del dagelijks aan te passen aan de positie van de prostaat. Hierdoor hebben we de veiligheidsmarge rondom de prostaat kunnen verkleinen tot 5 mm.’
Burenhulp Om de endeldarm, die tegen de prostaat aan ligt, verder te beschermen tegen beschadiging door de straling, ontwierp Van Lin een speciale ballon die na het inbrengen in de endeldarm wordt opgeblazen. ‘Hierdoor komt de achterwand van de endeldarm verder weg te liggen van de prostaat. De achterwand krijgt daardoor minder straling te verduren en loopt dus veel minder schade op.’ Wat zich direct vertaalt in minder bijwerkingen, blijkt uit Van Lins onderzoek. ‘Het percentage patiënten met klachten van de ontlasting daalde door het gebruik van de ballon van 70 procent naar 20 procent.’ Geen wonder dus dat voor de Nijmeegse endeldarmballon een patent aanvraag loopt en dat de ballon inmiddels via een licentie door een firma op de markt wordt gebracht. De forse daling van de bijwerkingen door het gebruik van de ballon, was overigens ook voor Van Lin aanvankelijk een verrassing. ‘De ballon reduceert weliswaar de dosis op de achterwand van de endeldarm, maar de voorwand wordt juist dichter tegen de prostaat gedrukt. Desondanks zien we bij bij inspectie van de darm veel minder ernstige beschadigingen aan het slijmvlies in de darm, ook in het slijmvlies op de voorwand. We verklaren dat uit het feit dat de relatief ongeschonden achterwand bijdraagt aan een snel herstel van de schade die de straling in de voorwand heeft aangebracht. Een soort van burenhulp dus.’ Een bijkomend effect van het gebruik van de ballon en de goudstaafjes is nog dat de dagelijkse bestralingsdosis verhoogd is, zodat de patiënt minder vaak bestraald hoeft te worden. ‘Dat is voor de patiënt minder belastend en we kunnen daardoor nu meer mensen behandelen in dezelfde tijd.’ ■
11
Elk jaar wordt door de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), voor de best gekwalificeerde wetenschappelijke afstudeerscriptie, de Zielhuispenning uitgereikt. Dit jaar is deze landelijke prijs uitgereikt aan mw. drs. P. Nan. Haar arbeidsgeneeskundig onderzoek is een inventarisatie naar de wijze van terugkeer naar het werk na het verlies van een naaste en de factoren die hierop mogelijk van invloed zijn geweest. Ze voerde haar scriptie uit onder verantwoording van de Nijmeegse bedrijfsartsenopleiding SGBO, ingebed in de sectie “Arbeid, milieu en gezondheid” van de afdeling Sociale Geneeskunde, cluster BEG.
D r. W. F. J . F e i t z Dr. Wouter Feitz is met ingang van 1 november benoemd tot hoogleraar met als leeropdracht Kinderurologie. Dr. Feitz was reeds als hoofd Kinderurologie verbonden aan het UMC St Radboud.
Promoties, oraties, afscheidsredes • Promotie ing. H.B.P.M. Dijkman, dinsdag 28 november om 13.30 uur. Titel: De rol van glomerulaire epitheelcellen bij nierziekten. • Promotie A.L. Pahor, woensdag 29 november om 10.30 uur. Titel: Otorhinolaryngology in Ancient Egypt. • Promotie drs. E.N.J.T. van Lin, woensdag 29 november om 13.30 uur. Titel: Darmballon vermindert bijwerkingen na prostaatbestraling. • Promotie V.D. Triantis, maandag 4 december om 15.30 uur. Titel: DC-SCRIPT and DC-STAMP. Two novel Dendritic cell-expressed genes. • Promotie J.H. Robben, woensdag 6 december om 13.30 uur. Titel: Functional rescue of mutant vasopressin V2 receptors. • Promotie mw. T.E. Setiati, donderdag 7 december om 13.30 uur. Titel: Dengue virus infection. Clinical assessment, pathophysiology and management. • Promotie ing. B. Smeets, maandag 11 december om 13.30 uur. Titel: Antibody mediated albuminuria and focal segmental glomerulosclerosis in Thy- 1.1 transgenic mice. * Locatie Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 tenzij anders vermeld
Ùw huis onze Hoofdzaak
MEGAKORTING VOOR LEDEN PERSONEELSVERENIGING Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Van Haapsstraat 76 te Nijmegen
Voor de persoonlijke aanpak
In gewilde wijk Groenewoud gelegen gerenoveerde royale op de hoek gelegen maisonnette met veel privacy en fraai uitzicht rondom. Centrale entree: met intercomsysteem, toegang tot inpandige berg-/fietsenkelder v.v. elektra. Indeling maisonnette: bovenste woonlaag Entree: royale hal met tochtportaal en meterkast (vernieuwd), dichte moderne keuken v.v. inbouwapparatuur, toilet met fontein, lichte woonkamer veel daglichttoetreding. Vaste trap naar verdieping; overloop, 3 slaapkamers waarvan 1 royaal, vaste kasten, moderne badkamer met wastafel en douche.
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Algemeen: bouwjaar 1960 / woonoppervlak ca. 92 m2 / inhoud ca. 262 m3. Bijzonderheden: nieuw dak (2003) / kunststof kozijnen met isolerende beglazing / Vaillant c.v. combiketel 1991 / nieuwe groepenkast, stopcontacten vernieuwd / alle ruimten zijn v.v. een vinyl vloerbedekking (houtnerf-look) / gezonde V.v.E. professioneel beheerd / servicekosten € 94,- p/mnd. incl. voorschot waterverbruik. Vraagprijs € 189.000,-Aanvaarding: in overleg
Voor informatie: Gelsing Makelaardij te Nijmegen 024-3812233
12
ONDERWIJS
BUITENLAND In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaring in het buitenland. Een verhaal van Berno Overbeek, die in de clinica Ana Manganaro heeft gewerkt, in El Salvador.
RADBODE 19 - 2006
Verpleegstage draagt bij aan betere samenwerking Studenten Geneeskunde kozen dit jaar de Verpleegstage tot kernblok van het jaar. Het is een enthousiaste club docenten. En de laatste jaren is de nadruk van deze stage meer komen te liggen op professioneel gedrag in de praktijk. Daardoor blijft de boodschap veel langer hangen.
Petra is enthousiast over haar stage op Kinderoncologie. ‘Het valt me reuze mee. Kinderen zijn erg ziek, maar er heerst toch vrolijkheid. Jammer is het wel dat ik hier minder verzorgende handelingen kan verrichten, want dat doen de ouders zelf. De meeste studenten gaan daarom naar verpleeghuizen. Daarentegen mag ik overal bij zijn. Zo heb ik bijvoorbeeld een visite mee-
JANNIE MEUSSEN
Overgewicht in een ontwikkelingsland Met vele verwachtingen vertrok ik bijna een jaar geleden naar El Salvador om in het dorpje Guarjila te gaan werken in de clinica Ana Manganaro. El Salvador is een klein landje in Centraal –Amerika dat bij het grote publiek toch vooral bekend is door de bloedige burgeroorlog die er van 1980 tot 1992 heeft gewoed. Vooraf had ik verwacht in mijn werk vooral infectieziekten en ondervoeding tegen te komen. Echter, toen ik de eerste keer over straat liep, viel mij iets anders op, namelijk het grote aantal mensen met overgewicht. Ik had overgewicht en obesitas altijd als welvaartsproblemen gezien en had niet verwacht dit in een ontwikkelingsland tegen te komen. Toen ik in Guarjila dit probleem in kaart bracht, door binnen een kleine groep patiënten het percentage mensen dat overgewicht had uit te rekenen, bleek dit bij 36 procent voor te komen. Dit geeft aan dat het een enorm probleem is. In Guarjila verbleef ik bij een Salvadoraanse familie met een klein winkeltje bij huis. Het best verkopende product in deze winkel was de cola, die was werkelijk niet aan te slepen. Menigmaal kwam ik mensen tegen met een of meerdere 3 liter flessen op de arm. Mierzoete frisdranken, met name cola, werden overdag veel gedronken. Ook chips en nootjes vlogen de winkel uit en werden, met name door de kinderen, veel tussendoor gegeten. De maaltijden bestonden vaak uit hetzelfde: tortilla’s (maispannekoekjes) en bonen met soms een stukje vlees, vaak ondergedompeld in de olie zodat het gefrituurd je bord op komt. De voeding bevat dus te veel calorieën en is niet gevarieerd. Overgewicht wordt vooral gezien bij de vrouwen in Guarjila. De meeste mannen werken op het land en doen zwaar fysiek werk, terwijl de vrouwen het huishouden doen. Hoewel dit ook een flinke fysieke inspanning is, zijn zij meer aan huis gebonden en bewegen zij minder dan de mannen. Wat een verklaring kan zijn voor het feit dat ik overgewicht in Guarjila vooral bij vrouwen heb waargenomen. Overgewicht en obesitas zijn grote gezondheidsproblemen, die ziekten zoals hart- en vaatziekten en diabetes mellitus tot gevolg hebben. Het zijn dus serieuze bedreigingen voor de gezondheid van vele Salvadoranen. Tijdens mijn verblijf in Guarjila heb ik de indruk gekregen dat mensen vaak niet weten wat ze eten en dat voorlichting hierover essentieel is om veranderingen te bewerkstelligen. Op het gebied van informatievoorziening en voorlichting over voeding valt nog een wereld te winnen in El Salvador. Berno Overbeek
‘Soms ben ik een beetje jaloers op onze studenten,’zegt blokcoördinator en verpleeghuisarts Mathieu Prevoo. ‘Wij moesten vroeger door schade en schande wijs worden. Pas in het vierde jaar van de studie hadden we ons eerste contact met échte patiënten. We werden opgeleid tot wandelende bibliotheken. Hoe een goede dokter naast vaardigheid en kennis ook professionaliteit in de praktijk diende te brengen leerde je eigenlijk niet.’ Nu maken studenten Geneeskunde al in het eerste jaar kennis met de praktijk, tijdens een verpleegstage van vier weken. Momenteel zijn er weer 120 studenten uitgewaaierd over ziekenhuizen en verpleeghuizen in de regio, waarvan twaalf in het Radboud. ‘We hebben eerst drie dagen voorbereiding gehad,’ vertelt eerstejaars student Petra Nas, die in het Radboud sinds twee weken meeloopt op Kinderoncologie. ‘We hebben bijvoorbeeld geleerd hoe we patiënten moeten wassen en eten geven en hoe je bedden opmaakt.’ ‘Héél basaal allemaal, want het vak Verpleegkunde leer je niet in drie dagen’, benadrukt Prevoo. ‘Verzorgende handelingen oefenen ze op elkaar. Het is best spannend om je dan te moeten overgeven aan een medestudent, maar zo ervaren ze wel hoe deze kwetsbare situatie aanvoelt.’ Ook het professioneel gedrag en de zelfreflectie krijgen in de voorbereiding uitgebreid aandacht. ‘We kregen bijvoorbeeld vragen van patiënten gepresenteerd’, vertelt Petra. “Wil je even naar mijn huis bellen dat ze een slof sigaretten meenemen?”, “Goh wat zijn uw handen zacht, heeft u nachtdienst?” of “Die chemokuren, waar doe ik het nog voor!” We moesten hier spontaan op reageren. In de praktijk krijg je ook geen bedenktijd. Verrassend hoe verschillend de reacties dan zijn. Dat zet je echt aan het denken.’ ‘Ik kom altijd met zoveel positieve energie van de terugkomdag vandaan, halverwege de stage’ vertelt Prevoo. ‘Studenten zijn enorm gemotiveerd om hun gedrag te verbeteren, door hun ervaringen uit de praktijk. Nu waren er bijvoorbeeld ook weer twee. De één vond het zo erg dat ze met de mond vol tanden stond bij een patiënt die zijn privé-situatie aan haar voorlegde: “Ik wist gewoon niet wat ik moest zeggen!”. Een ander wist niet hoe ze een gesprek met een patiënt ‘die maar door bleef ratelen’, op een nette manier kon afronden. Door die ervaringen uit te wisselen leren ze ontzettend veel van elkaar.’
Eerstejaars student Petra Nas loopt haar verpleegstage op Kinderoncologie Foto: Jan van Teeffelen
gelopen. Ik had gelukkig niet in de gaten dat de professor speciaal voor mij een medisch betoog hield, want ik geloof dat ik er drie woorden van heb begrepen. Ik ben nog bijna onderuit gegaan bij een beenmergpunctie op de OK. Ik vind het ook leuk om in Labrador te neuzen, want mijn vorige blok ging over beeldtechnieken. Hier kan ik de MRI’s , Ct-scans en röntgenfoto’s bekijken.’ Bij haar is alle twijfel weggenomen om het artsenvak in te gaan. ‘Tijdens een bijbaantje als voedingsassistent in een ziekenhuis elders ben ik zo afgeknapt op de hiërarchische verhoudingen tussen artsen, verpleegkundigen en facilitair medewerkers. In die sfeer wil ik helemaal niet werken, dacht ik toen. Maar hier gaan de verpleegkundigen en artsen heel gelijkwaardig met elkaar om.’ ‘Dat vind ik nou het goede van zo’n verpleegstage zo vroeg in de studie,’ zegt verpleegkundige Johan van Asten. ‘Doordat studenten de hele dag met ons optrekken, krijgen ze waardering voor ons vak. Ze zien hoe hard we werken en dat ook wij weldenkende mensen zijn met wie je een goed gesprek kunt voeren over vakinhoudelijke zaken. Als co-assistent staan ze verder van ons af, dan lopen ze mee met de arts-assistenten. Ik denk dat zo’n verpleegstage, hoe kort ook, bijdraagt aan een betere samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen.’ ■
Aandacht voor schimmels Sinds kort biedt het UMC St Radboud een cursus aan over laboratoriumdiagnostiek van schimmelinfecties voor analisten uit heel het land. Deze cursus wordt verzorgd door de afdeling Medische Microbiologie en het Nijmeegs Universitair Centrum voor Infectieziekten (NUCI). ‘Aan schimmels wordt in de reguliere analistenopleiding veel te weinig aandacht besteed, terwijl sommige schimmels tot dodelijke infecties kunnen leiden’, vertelt docent/analist Ton Rijs. ‘Bij bijvoorbeeld patiënten die behandeld zijn voor leukemie of een beenmergtransplantatie hebben gehad, kunnen sporen van schimmels terechtkomen in de longen en daarna ook andere organen aantasten.’ In de loop der jaren is binnen de afdeling Medische Microbiologie steeds meer kennis opgebouwd over schimmels. ‘Diagnostiek van schimmels is heel moeilijk en vereist veel expertise en vaardigheid’, aldus Rijs. ‘In
13
de cursus leren analisten verschillende schimmels te herkennen en benoemen. Het nut hiervan is dat de behandelend arts en arts-microbioloog hier de juiste behandeling op kunnen afstemmen. Bij een onjuiste diagnose kan een schimmel actief blijven met alle fatale gevolgen van dien.’ De complete cursus bestaat uit vijf modules, die ook apart gevolgd kunnen worden. In elke module wordt een specifieke groep verwekkers van schimmelinfecties besproken. De scholing wordt ‘op locatie’ verzorgd in laboratoria van ziekenhuizen uit heel het land. Rijs: ‘De kracht is dat we zo heel specifiek in kunnen gaan op voorbeelden uit de praktijk. Inmiddels hebben zich al diverse ziekenhuizen aangemeld.’ Uitdragen van kennis hoort bij een UMC, vindt Rijs. ‘De belangstelling is zo groot dat we de komende maanden al vol zitten.’ GM
RADBODE 19 - 2006
Pfizer-prijs voor ParkNet Kunstenaars in spe ParkNet, een initiatief van het UMC St Radboud, is winnaar geworden van de ‘Pfizer Zorg voor Morgen prijs 2006’. Er waren 94 inzendingen voor de prijs, waarvan de jury er vijf had genomineerd. ParkNet is tot winnaar uitgeroepen. De jury bestond uit Rien Meijerink, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg; Martin van Rijn, directeur-generaal Ministerie van VWS; Chiel Bos, directeur Zorgverzekeraars Nederland; Iris van Bennekom, directeur Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie en Wim Stalman, hoogleraar Huisartsgeneeskunde, VUMC. De prijs, bestaande uit 25.000 euro en een beeld, is in ontvangst genomen door dr. Bas Bloem en dr. Marten Munneke van het Parkinson Centrum Nijmegen. Parknet is onderdeel van de ketenzorg voor Parkinsonpatiënten, die vanuit het Parkinson Centrum Nijmegen gecoördineerd wordt. Parknet bestaat uit regionale multidiscipli-
naire netwerken van zorgverleners in de directe woonomgeving van de patiënt. Het gaat onder andere om neurologen, fysiotherapeuten, logopedisten en ergotherapeuten. Zij werken nauw samen met het Parkinson Centrum Nijmegen, waar Parkinson patiënten een uitgebreid onderzoek en behandeladviezen krijgen. Parknet beslaat momenteel negen regio’s; begin 2007 komen daar nog acht bij. Andere onderdelen van de ketenzorg voor de Parkinsonpatiënt zijn het ParC Dagcentrum van het UMC St Radboud en het ParkinsonWeb. Juryvoorzitter Rien Meijerink prees vooral het feit dat de patiënt bij dit project zo nadrukkelijk is betrokken. Tevens sprak hij zijn waardering uit voor het initiatief om dit systeem Europees en wereldwijd toe te passen. Ook roemde hij de mogelijkheden die het systeem van ParkNet biedt voor andere groepen chronisch zieke patiënten. ■
Ook dit jaar heeft de Tafelronde Oss een kalender samengesteld met tekeningen van patiënten van de afdeling kinderoncologie. De opbrengst van deze actie was 10.000 euro en komt ten goede aan de Stichting Vrienden van het KOC, die het geld besteedt ten behoeve van kinderen met kanker in het Radboud. Ditmaal vond de uitreiking van de prijswinnende tekeningen plaats door de burgemeester van Nijmegen, mw. Guusje ter Horst.
MENSEN Vrijwilligers
Op vrijdag 3 november is de Internationale Vrijwilligersdag 2006 gevierd met als thema “Ode aan de vrijwilliger”. Met een flitsende show vol zang, dans en muziek heeft ’t Huistheater de vrijwilligers in het zonnetje gezet. Emile Lohman, voorzitter Raad van Bestuur, heeft de avond officieel geopend en samen met Emmy Janssen de jubilarissen gehuldigd. Miek van Bockel-Barten werd gefeliciteerd met haar 25 jarig jubileum bij de Rijdende Winkel. Tevens zijn de volgende 12,5 jarige jubilarissen in het zonnetje gezet: Diny de Heij, poli CSS; Gerry Jansen-Kersten, A30; Gerry van der Kraan, Rijdende Winkel; Alice Landman-Vishnudatt, Ouderbegeleiding; Riet Opgenoort, poli CIS; Tiny Vogel-Huisman, DGVP. Joke Hoop Coordinator vrijwilligers
STELLING VAN DE WEEK Paul Hendriks van de Weem Op 1 december is het 25 jaar geleden dat Paul Hendriks van de Weem, werkzaam bij het goederentransport van het Facilitair Bedrijf, in dienst trad bij het UMC St Radboud. Wij feliciteren hem met dit jubileum en willen hem bedanken voor zijn inzet gedurende deze jaren. Op zijn verzoek zal dit jubileum in kleine kring worden gevierd. J. Rutten-v.d. Snoek Hoofd Magazijnen en Transport
Week 45 De toegenomen marktwerking leidt tot verkeerde prikkels in de zorg, meer gericht op prijs dan op kwaliteit. Eens: 169 (74%) Oneens: 41 (18%) Geen mening: 18 (8%) Week 46 Ziekenhuizen en zorgverzekeraars moeten meer ruimte krijgen om te onderhandelen over inhoud, prijs of tarieven van behandelingen. Eens: 119 (58%) Oneens: 57 (28%) Geen mening: 29 (14%)
KLEINE BOODSCHAP
Jan Meeuwsen Op 1 januari aanstaande verlaat Jan Meeuwsen, medewerker Thema/Verhuizingen, na ruim 33 jaar het UMC St Radboud. Hij maakt gebruik van de FPUregeling. Wij nodigen u uit om dit afscheid met hem te vieren op vrijdag 15 december aanstaande van 16.00 - 18.00 uur in het personeelsrestaurant, route 535. Wij hopen u die dag te mogen ontvangen. J. Rutten- van der Snoek Hoofd Magazijnen en Transport
Jullie
Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail: Voorlichting@ com.umcn.nl. Op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Relatie in Therapie
Vermeulen & Cliquet (SBOE#VGGFU
4NBBLWPMWBOPQCPVX ,PVECVGGFU
Arts en Relatietherapeuten
.FFSEBOTPPSUFOWMFFTFOWJT %JWFSTFTBMBEFT WMFFT WJT WFHFUBSJTDI
8BSNCVGGFU /VPPLNFU5IBJTFXPLFO)PMMBOETFHSJMMHFSFDIUFO
(SBOEEFTTFSU 3VJNFLFV[FBBOJKT LPVEFFOXBSNF OBHFSFDIUFO
Berg en Dalseweg 102 6522 BS Nijmegen
"BOCJFEJOH .BBOEBHUN7SJKEBH 4QFDJBMFBSSBOHFNFOUQSJK[FOWPPSHSPFQFO 3JKLTXFH.PPL
XXXEFTDIBOTOM
024 322 47 88 www.vermeulen-cliquet.nl 14
RADBODE 19 - 2006
OPINIE
‘WE MOETEN DE VITALITEIT VAN MEDEWERKERS BEVORDEREN’ ‘De komende jaren zullen we meer energie moeten stoppen in het bevorderen van de vitaliteit van de medewerkers van het UMC St Radboud. Dat vraagt om een andere aanpak van arbozorg en personeelswerk. We zijn overigens al op de goede weg,’ stelt Joost van der Gulden, bedrijfsarts, die de studiedag “Vitale werknemers – vitale bedrijven” heeft georganiseerd.
HET BETOOG Iedere bedrijfsarts is relatief veel tijd zoet aan een kleine groep medewerkers die vaak op het spreekuur komt. Het zijn mensen die geregeld verzuimen en nog maar matig presteren. Vakinhoudelijk komen ze niet goed meer mee en ze hebben er duidelijk geen zin meer in. Ze begrijpen wel dat je niet meer zo gemakkelijk in de WAO (nu: WIA) komt. Maar misschien valt er wel een regeling te treffen voor voortijdig vertrek? Het valt flink tegen wanneer je vertelt dat ook dat nauwelijks meer gebeurt. Wie het nieuws een beetje volgt weet dat de druk toeneemt om langer door te werken. De pensioenleeftijd komt weer echt bij 65 jaar, tenzij je zelf spaart om eerder te kunnen vertrekken. Als je naar cijfers kijkt hoe de bevolkingsopbouw van Nederland zich ontwikkelt is ook te begrijpen waarom: de groep 65-plussers wordt in de komende periode steeds groter. Tegelijkertijd wordt de groep van jongere leeftijd minder groot. We hebben niet alleen te maken met een vergrijzing, maar ook met een ontgroening. In de verkiezingsdebatten is er veel aandacht voor de gevolgen voor de AOW. Blijft die wel betaalbaar? Maar er zijn ook grote gevolgen voor de zorgsector. In recente studies van het Centraal Planbureau en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg wordt geschat dat het personeel in de zorg in omvang moet stijgen van 11 procent van de beroepsbevolking nu tot zo’n 20 procent in 2025 om voldoende ‘handen aan het bed’ te houden. Je kunt je moeilijk voorstellen dat dit echt gaat lukken. Want zou straks een op de vijf werk-
ETHIEK
nemers affiniteit hebben met het werk in de zorg? En hoe houdt de zorg haar medewerkers vast als de marktsector beter gaat betalen zo gauw ook daar een tekort aan personeel ontstaat? Het is dus geen wonder dat de overheid probeert om een groter deel van de bevolking tussen 18 en 65 aan het werk te krijgen. Er is aandacht voor uitval op school, want zonder ‘voldoende startkwalificatie’ (schooldiploma’s) vinden jongeren geen baan. De kinderopvang zou goedkoper moet worden, zodat beide ouders kunnen werken. En dan zijn er allerlei maatregelen om mensen beter en langer aan het werk te houden. Het ziekteverzuim en de WAO instroom zijn daardoor flink gedaald. Prepensioenregelingen verdwijnen of worden minder aantrekkelijk. In de afgelopen periode is veel energie gestoken in een ander verzuimbeleid binnen het UMC St Radboud. En met succes: het arbeidsverzuim daalde van 6,9 procent in 2001 tot 5,0 procent in 2005. In dezelfde periode
‘Wanneer je meer van werknemers ver wacht , moet je daar als werkgever wat tegenover zetten’
daalde de WAO instroom zelfs tot eenderde (0,5 procent in 2004). Maar mensen aan het werk houden is één ding. Als ze nauwelijks meer vooruit te branden zijn – zoals een deel van de bezoekers van ons spreekuur – heb je daar niet veel aan. We zullen ervoor moeten zorgen dat mensen er weer lol in krijgen. Of beter nog: dat ze het plezier in het werk niet verliezen, dat ze vakinhoudelijk bij blijven en hun conditie behouden. Er is op dit punt veel in ontwikkeling. Op 24 november vindt een studiedag plaats onder de naam ‘Vitale werknemers – vitale bedrijven’. We gaan dan met 175 personeelsmensen, managers en arbo-professionals zoals de
kleine zusje dat ‘nog’ in de Sint gelooft. Net zo met de vrije wil, aldus Keestra. Uit onderzoek van Benjamin Libet bleek dat beslissingen en handelingen door onbewuste processen in de hersenen worden begeleid, vóór dat men bewust doorheeft dat men de handeling
De vrije wil en Sinterklaas Tijdens de Maand van de Filosofie publiceerde de NRC een betoog van de Amsterdamse filosoof Machiel Keestra. Volgens Keestra verhoudt het zich met de vrije wil net zo als met Sinterklaas. Als kind geloof je dat deze elk jaar lichamelijk, komende uit Spanje, in het hier en nu arriveert. Ouders leggen aan hun jonge kinderen uit dat de heilige man in Amsterdam en degene bij de plaatselijke V&D dezelfde is, en vooral dat deze zelfde persoon werkelijk Sinterklaas is. Op een gegeven moment hebben kinderen door dat het verhaal niet helemaal klopt, tenminste niet op de wijze waarop ze het eerder hadden geloofd. Na geloof volgt teleurstelling; het zou wel eens gebeuren dat een gedesillusioneerde prepuber laatdunkend neerkijkt op het
wil uitvoeren. Van de idee dat het initiatief tot handelen niet bij de bewust plannende wil ligt was het een kleine stap naar de ontnuchterende conclusie: de vrije wil bestaat niet; hij behoort tot een verhaal uit de kinderdagen van onze cultuur. Filosoof Keestra is het met deze laatste stap niet eens. Het is prematuur om dergelijke globale conclusies te verbinden aan een methodisch zuiver afgebakend experimenteel onder-
15
Joost van der Gulden
bedrijfsarts in de slag over de vraag hoe je kunt bereiken dat werknemers tot op hoge leeftijd vitaal blijven in hun werk. Vitaliteit zegt iets over de lichamelijke en psychische gezondheid: mensen moeten goed in hun vel zitten. Maar ze moeten ook betrokken blijven en bereid zijn om hun vak bij te houden. Vitaliteit betekent ook dat je veranderingen aan kunt, de handen uit de mouwen wilt steken. Om dit te bereiken moet vitaliteit een kenmerk zijn van de organisatie waarin mensen werken, van de bedrijfscultuur. Investeer in prettige arbeidsverhoudingen, goed loopbaanbeleid en veilige en plezierige arbeidsomstandigheden. Wanneer je meer van werknemers verwacht, moet je daar als werkgever wat tegenover zetten. Biedt bijvoorbeeld faciliteiten voor preventief medisch onderzoek (PMO) met een advies rond gezondheidsbevordering bij de arbodienst en voor geregelde bij- en nascholing. Binnen het UMC St Radboud zijn er goede kansen om een vitaal bedrijf te worden. We doen al het nodige op dit terrein. Het accent op gedragscompetenties in de jaargesprekken is een goed voorbeeld. Er is meer aandacht voor loopbaanadvies en het intern of extern overplaatsen van mensen. De AMD verkent de mogelijkheden tot PMO en gezondheidsbevordering. In de komende periode zal aan dit soort zaken nog veel meer aandacht moeten worden besteed om te bereiken dat UMC-medewerkers enkele jaren langer vitaal hun werk kunnen blijven doen. Joost van der Gulden, bedrijfsarts AMD en afdeling Sociale Geneeskunde
zoek zoals dat van Libet. Wat hier een anoniem proces lijkt, zou wel eens gebaseerd kunnen zijn op ervaringen en intenties die gegroeid zijn tijdens een heel menselijk leven. Daarmee worden ze een onderdeel van een groter geheel. In de zorgverlening voor chronische patiënten of voor ouderen gaat men er daarom inmiddels van uit dat iemands vrije wil niet duidelijk wordt door alleen te kijken naar wat iemand incidenteel, op een bepaald moment voorafgaand aan een specifieke beslissing wil. Alleen door zorgvuldig aandacht te besteden aan het hele levensverhaal en aan het waardepatroon van een patiënt, wordt duidelijk wat deze belangrijk vindt en voornemens is te doen. Na de door onderzoek gefaciliteerde teleurstelling dat de vrije wil überhaupt niet zou bestaan, is een bredere kijk op het fenomeen mogelijk geworden. Keestra vergelijkt dit, zoals gezegd, met het geloof aan Sinterklaas: pas nadat het oorspronkelijke geloof niet meer bestaat groeit - gerijpt en getoetst door nader onderzoek - adequate kennis van de culturele werkelijkheid. De betekenis daarvan lijkt voorlopig groter dan wat experimenteel kan worden bewezen. Norbert Steinkamp
Foto: Flip Franssen
ACTUEEL
RADBODE 19 - 2006
In Nederland is op driekwart van de IC’s geen richtlijn voor het staken van de behandeling (abstineren), blijkt uit onderzoek. Is het wel mogelijk om een abstineerbesluit in een protocol te vangen? Een interview met hoogleraar Intensive Care Hans van der Hoeven en intensivist Jeroen Verwiel.
STAKEN VAN DE BEHANDELING OP DE IC NELLEKE DINNISSEN
slaan bijvoorbeeld niet aan of de conditie van de patiënt verslechtert en vice versa.’ Is er geen consensus dan wordt een ‘Moreel Beraad’ gehouden, waarin naast het medisch team ook een ethicus en zonodig een jurist zitting hebben. Volgens het Nijmeegs model beantwoordt de raad alle relevante medische, verpleegkundige, sociaal-psychologische en organisatorische vragen. Het hieruit voortkomende besluit is een optelsom van scores. Van der Hoeven: ‘Pas als er brede consensus is, bespreken we dit met familieleden. Valt een abstineerbesluit hen rauw op het dak, dan is er iets grondig misgegaan. Familieleden moet je van meet af aan steeds goed informeren over de ernst van de ziekte en de prognose, dan wordt een abstineerbesluit ook voor hen een logische stap.’ ‘Juridisch zijn er maar twee mogelijkheden tot abstineren’, zegt intensivist Jeroen Verwiel. ‘Dat kan als de behandeling medisch technisch zinloos is of als een wilsbekwame patiënt de behandeling weigert. Familie kan nooit een abstineerbesluit nemen, daarmee zou ze het doodvonnis van hun dierbare tekenen. Die verantwoordelijkheid ligt altijd bij de arts.’ Onlangs kreeg Verwiel een verzoek van familie de behandeling te staken. ‘Daar was geen enkele medische reden voor. Maar de familie vond dat de patiënt een matige kwaliteit van leven had, omdat ze in een verzorgingshuis zat en cognitief achteruitging. Wij konden niet op dit verzoek ingaan. Uiteindelijk hebben we de behandeling toch moeten stoppen door ernstige complicaties.’
Op een Intensive Care overlijden de meeste patiënten doordat de behandeling wordt gestopt. ‘Bij een wilsonbekwame patiënt gebeurt dit in zorgvuldig overleg met de familie’, zegt hoogleraar IC Hans van der Hoeven. ‘Hierbij wegen wij de ernst, het beloop van de aandoening en de belasting van een eventuele behandeling af tegen een potentieel gunstig effect.’ Belangrijk is dat er consensus is in het team. Het kan zijn dat verpleegkundigen vinden dat verder behandelen mensonterend is, terwijl medici nog mogelijkheden zien. ‘In deze fase moeten we elkaar overtuigen. Het komt maar zelden voor dat dit niet lukt’, zegt Van der Hoeven. ‘Tijd maakt vaak een hoop duidelijk, ook voor degenen die tot het uiterste willen gaan. Behandelingen
Foto: Frank Muller
Protocol
Jeroen Verwiel (links) en Hans van der Hoeven: ‘Gelimiteerd beleid, abstineren en euthanasie moeten in het onderwijs meer aandacht krijgen.’
Volgens Verwiel is abstineerbeleid op de IC en op de afdeling Oncologie goed geregeld. ‘Op andere afdelingen gebeurt het wel dat artsen in acute situaties nog met de familie moeten praten over wel of niet reanimeren. Die gesprekken moet je in rustig vaarwater voeren. Niet alleen belangrijk voor de familie, maar voor het hele team. Achteraf moet er geen discussie ontstaan over een genomen besluit.’ De eerste opstap naar abstineren is gelimiteerd beleid. Op een speciaal formulier kunnen artsen aangeven welk medisch beleid wel en niet haalbaar is. Er moeten ten-
JENNERTJE
minste twee intensivisten een handtekening onder zetten. Er staat op met wie overleg is geweest etc. Een protocol is het niet. Evenals Verwiel vindt Van der Hoeven dat staken van de behandeling individueel zo sterk verschilt dat het niet in een protocol te vangen is. ‘Het moet de basisattitude van een arts zijn om met de grootste zorgvuldigheid consensus te verkrijgen binnen het team en open te staan voor uitzonderlijke gevallen.’ Verwiel: ‘Zinvol is wel een richtlijn over symptoombestrijding op het sterfbed. Patiënten moeten op een menswaardige manier kunnen overlijden.’ Verwiel verzorgt colleges en houdt zowel in- als extern voordrachten over abstineren. ‘Gelimiteerd beleid, abstineren en euthanasie moeten in het onderwijs meer aandacht krijgen. Dat is met een katholieke identiteit misschien moeilijk, maar wel heel erg nodig. Artsen moeten weten wat juridisch wel en niet is toegestaan. Daarmee neem je de angst voor een aanklacht weg en voorkom je dat ze handelingen nalaten. Veel artsen weten bijvoorbeeld niet dat ze een bepaalde hoeveelheid slaapmiddelen en pijnstillers mogen geven voordat de behandeling wordt gestaakt. Die informatie en zorgvuldigheidseisen zoals wie betrokken moeten zijn bij een abstineerbesluit passen goed in een richtlijn.’
Behandelweigering Patiënten hebben soms zelf een behandelweigering opgesteld, maar uit onderzoek blijkt dat artsen die vaak negeren. Van der Hoeven is het daar volstrekt mee oneens. ‘Wij nemen een behandelweigering heel serieus, en dat moet iedere arts doen. Dat wil niet zeggen dat hij altijd aan de wensen van een patiënt kan voldoen, want goed behandelaarschap bestaat ook nog. Voor een arts moet een wilsverklaring volstrekt invoelbaar zijn. Is een behandeling medisch technisch haalbaar en verantwoord, dan kan hij van de verklaring afwijken. Wel is hij verplicht grondig uit te zoeken of de patiënt zich bevindt in een situatie zoals hij destijds heeft beschreven. Cruciaal is of de patiënt steeds goed was geïnformeerd en of hij zijn wilsverklaring jaarlijks heeft besproken met zijn huisarts’ Verwiel: ‘Voor een patiënt is het bijna onmogelijk om ver van te voren alle consequenties van ziekte en behandeling te overzien.’ ■
een hij) zou naar de loshangende plint kijken en opschrijven welk gereedschap er nodig was om de plint weer vast te maken. Een schroef wellicht, misschien twee. Of lijm. Dan zou hij weer vertrekken. Een week later, misschien twee, zou hij terugkomen. Hij zou het juiste gereedschap bij zich hebben (ik wil het niet nog erger maken) en hij zou de loshangende plint vastzetten. En dan zou ik zeggen: Kijk meneer, die plint daar aan de andere muur, die begeeft het ook bijna. Dan zou de servicemedewerker antwoorden: Moet u eens luisteren, daar heb ik geen opdracht voor. Dan moet u een nieuwe bon invullen. En dat zou ik doen. En dan zou het verhaal opnieuw beginnen. Tot zover mijn doemscenario. Maar nu wat er werkelijk gebeurde! Verwonder u. Ik vond het telefoonnummer met slechts een paar muisklikken op intranet. Het is 18000, voor als u het nog eens nodig heeft. Daar inventariseerde een vriendelijke servicemedewerkster via enkele adequate vragen mijn probleem. En ze zei: er komt iemand langs. Nog diezelfde week kwam er iemand langs. Hij had gereedschap bij zich. En lijm. Hij repareerde de plint. En hij keek eens kritisch de kamer rond. Hij zei: die plint daar, die begeeft het ook bijna, die zet ik ook maar even vast. Dat deed hij. Nooit had ik durven hopen dat het zo eenvoudig zou zijn. Ik weet niet wie er verantwoordelijk is voor deze ongekende cultuuromslag binnen het Radboud. Maar hij (of zij?) verdient minstens een Radboudpluim.
Plint Laatst zat er hier bij mij op het werk een plint los. Zo’n plint waaraan je schilderijen kunt bevestigen. Geen ramp, maar het hoort niet. Er moest iets gebeuren en ik zag de bui al hangen. Het volgende doemscenario ontrolde zich voor mijn geestesoog: Ik zou op zoek moeten naar een telefoonnummer, waaraan ik mijn probleem zou kunnen voorleggen. Na verloop van tijd zou ik iemand aan de lijn krijgen, die me zou doorverwijzen naar een ander telefoonnummer. Met een beetje goede wil zou ik daarmee aan het juiste adres zijn, dat wil zeggen, iemand, die me zou vertellen dat ik een bon moest aanvragen. Die bon zou ik dan moeten invullen, ik zou handtekeningen moeten verzamelen en de bon moeten opsturen. Laat ik ervan uit gaan, dat de bon geen zwerftocht door het Radboud zou gaan maken, maar ter bestemder plekke zou arriveren. Dan zou er, in dit doemscenario, een servicemedewerker bij mij langskomen. Hij (het is altijd
16
PAGINAONDERWERP
RADBODE 19 - 2006
overloop nieuwsladder
Kapsalon In het UMC St Radboud bevindt zich vanaf 1 december weer een dames- en herenkapsalon voor patiënten, bezoekers en medewerkers. De salon is van maandag tot en met vrijdag geopend van 09.00 tot 17.00 uur. De kapster komt ook op afspraak op de afdeling. Het is al mogelijk om afspraken te maken voor de maand december via nummer (024) 361 01 25. Sandra Artz heeft al een salon Van Lin in Overasselt. HYPERLINK “http://www.umcn.nl/overhetumc/nieuws/homepage/patient/algemene_ informatie/voorzieningen/kapsalon_b” \t “” HYPERLINK “http://www.umcn.nl/overhetumc/nieuws/homepage/patient/algemene_ informatie/voorzieningen/kapsalon_b” \t “”
17