VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 9 30 mei 2008
Elke registratie telt Foto: Flip Franssen
De registratie van diagnose en behandeling(en) in de zogenoemde DBC’s moet beter. Diagnose Behandelingscombinaties zijn de inkomsten van het ziekenhuis. Afdelingen die in ‘Radboud nieuwe stijl’ de lead krijgen voelen straks onnauwkeurige registraties direct in de portemonnee. Daarom start er dit jaar nog een verbetertraject. Een majeure operatie die door veel mensen moet worden gedragen. N elleke D innissen
‘Een nauwkeurige DBC-registratie is geen gemeengoed in het Radboud’, stelt Andries Hoitsma, die als adviseur van de Raad van Bestuur de opdracht kreeg een verbeterplan op te stellen voor de registratie van Diagnose Behandelingscombinaties. ‘Artsen registreren wel een DBC, maar kijken er vervolgens niet meer naar om. Zo wordt bijvoorbeeld een DBC van een patiënt geopend met de diagnose ‘analyse buikklachten’ en niet meer door de arts omgezet naar de einddiagnose ziekte van Crohn. De laatste DBC is veel specifieker en levert natuurlijk meer op. ‘Zo zijn er meer voorbeelden van zogenaamde kleine onvolkomenheden die grote gevolgen kunnen hebben’, zegt Hester Touwen die is aangesteld als projectleider van het verbeterplan. Hoitsma: ‘Het verbe-
Pagina 5 Interview met Loek Hermans, voorzitter Stichting Katholieke Universiteit
Pagina Reportage over gedwongen opname op academisch behandelcentrum Aurora
teren van de registratie is van cruciaal belang, omdat iedere afdeling straks zijn eigen broek moet ophouden. Een afdeling die onnauwkeurig registreert voelt dat straks rechtstreeks in haar portemonnee.’
Veranderingen In de nieuwe productstructuur zullen geen DBC’s meer getypeerd worden, maar diagnoses volgens het ICD-10 diagnosestelsel. Daarnaast zal het registratiesysteem voor verrichtingen veranderen. Tot nu hanteerde het Radboud hiervoor een eigen registratiesysteem. ‘Voordeel hiervan is dat dit naar eigen wens gemakkelijk verfijnd kon worden’, weet Hoitsma. ‘Maar dat gaat straks een stuk moeilijker. We gaan ons conformeren aan de landelijke richtlijnen voor DBC- en verrichtingenregistratie. Een uniform systeem voor het hele Radboud. Doel is de registratie te vereenvoudigen en de kans op fouten te verkleinen. Dus zowel voor artsen, als voor verpleegkundigen, baliemedewerkers en secretaresses die verrichtingen registreren, verandert er heel veel.’ ‘Medewerkers moeten weten dat elk onderdeel van de registratie van levensbelang is voor de afdeling’, benadrukt Touwen. ‘Registreert iemand een verrichting niet, dan telt deze ook niet mee in de vergoeding.’ ‘Met de invoering van de nieuwe DBC-systematiek wordt er geen validatieprogramma meer losgelaten op de registratie om te kijken of de behandelas wel klopt’, merkt Touwen op. ‘Straks wordt achter de schermen op de registratie van een diagnose in combinatie met allerlei verrichtingen een rekenprogramma losgelaten, ook wel grouper genoemd, dat een prijs berekent. Dat zijn dan je inkomsten, niet meer en niet minder.’ Vervolg pagina 3
Pagina 10 Vroegdiagnostiek bij de ziekte van Alzheimer
Pagina 16 Verdwijnt de thuisbevalling? Een debat over de voor en tegens en over het hoge sterftecijfer onder baby’s in Nederland.
radbode 9 - 2 0 0 8
inhoud 3
agenda
Beleid Papierloos werken
10
Op Verloskunde kunnen medewerkers al papierloos werken dankzij verdere ontwikkeling van het Elektronisch patiëntdossier
5
Patiëntenzorg Snel ingrijpen bloedvergiftiging - Bij een patiënt met bloedvergiftiging is snel en adequaat ingrijpen van levensbelang. De Spoed Eisende Hulp (SEH) heeft hiervoor een succesvol protocol. - Hulpfonds voor medewerkers die financiële problemen hebben.
8
10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 1 juni, voorganger Jack de Groot en zondag 8 juni, voorganger Els Groeneveld.
Onderzoek Het vaststellen van Alzheimer is een langdurige zaak. Een definitieve diagnose kan pas na de dood gesteld worden. Wellicht is met beetje hersenvloeistof de ziekte al in een vroeg stadium betrouwbaar aan te tonen.
Interview Frisse ideeën Oud-minister van onderwijs drs. Loek Hermans is de nieuwe voorzitter van de Stichting Katholieke Universiteit. Diverse vroegere ervaringen komen bij elkaar.
7
Oecumenische vieringen
Reportage Wat is krom, wat is recht in het leven dat ik leef? Bij gedwongen opnames kan de vlam zo in de pan slaan. Medewerkers zijn erop getraind.
13
Elective Course Anatomie Bij de afdeling Anatomie kunnen vijftien studenten zich verdiepen in de praktische kennis van de anatomie van het bewegingsapparaat door middel van prepareren. De cursus duurt tien dagen, telkens van 09.00 tot 17.00 uur. Aanmelden op het secretariaat afdeling Anatomie: secretariaat@anat. umcn.nl Voor nadere inlichtingen: dr. Joop van der Straaten (maandag- en dinsdag ochtend in het Museum voor Anatomie en Pathologie).
PAOG-Heyendael
Onderwijs
Voor alle cursussen en meer informatie: www.paogheyendael.nl
- Een piramide bouwen: een levensechte oefening om als arts in wording samen te werken. - Vorig jaar ging er voor mensen met coördinerende functies een leertraject ‘coördineren met resultaat’ van start.
Cursus: ‘De specialist in het verpleeghuis’? Over samenwerking tussen verpleeghuisarts/algemeen geriater en ziekenhuisspecialist.
En verder...
Nieuwsladder 3 Ouders van baby’s bij narcose, Elke partydrug vraagt een andere benadering 4 Het moment 5 Spreekuur voor zieke knuffels, 7 Tesla MRI geplaatst, Masterclass, Neuro Sensorisch Cluster wint prijs, Popconcerten voor zieke kinderen, IM 6 Hulpfonds helpt bij financiële problemen 7 Nieuwe wetenschappelijk directeur NCEPB, Prijzen en benoemingen 11 Advertenties 12 Smaakmaker in de sandwich 13 Mensen, Advertenties, Colofon 14 PIPnieuws, Het Betoog 15 Ach en wee, verdwijnt de thuisbevalling?, Ethiek 16
5 juni
6 juni Cursus: ‘Leefstijl van werknemers en de positieve beïnvloeding van de bedrijfs- en verzekerings geneeskundige hierin’. Bedoeld voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundigen.
10 juni 42ste Regionale Nascholingsavond Anesthesio logie. Bestemd voor: anesthesiologen en anesthesiologen in opleiding.
13 juni Cursus: ‘Nieuws onder de zon’. Studiedag voor managers en leidinggevenden van psychogeriatrische zorginstellingen en geïnteresseerde verpleeghuisartsen.
19 juni Prudentia conferentie ‘Menslievende zorg en management’. Bestemd voor top- en middenmanagement ziekenhuis, ervaren zorgverleners, leden commissies ethiek, geestelijk verzorgers, leden raden van toezicht, ethici en beleidsadviseurs.
kunst
János Bittenbinder, Loxodonta Africana, 1985
Foto: Jan van Teeffelen
Wie door de ziekenhuishal liep in de week vóór haar renovatie, zag ongetwijfeld hoe anders ze was: de Olifant stond er niet meer! Sommigen zagen hem uit elkaar nemen en zetten grote ogen op over de ambachtelijke wijze waarop – zonder één spijker – hij in elkaar was gezet. Intussen bleef het commentaar niet van de lucht:
‘Moet die weg? Komt hij terug? Waarom?!’ De meesten voelden zich gerustgesteld toen hij reeds de volgende dag in een gebouw verder, het Onderwijscentrum Medische Wetenschappen, werd heropgebouwd. Gelukkig was de kunstenaar zelf, Janos Bittenbinder, bereid zijn sculptuur uit elkaar te nemen en opnieuw in elkaar te zetten en dit met hulp van een vakkundig timmerman – Ger – door Bedrijf Huisvesting beschikbaar gesteld. Maar er kwamen nog meer mensen aan te pas, onder andere de poetsdienst die nu eens grondig het stof kon afnamen. Want zo’n groot en complex beeld met veel openingen en doorkijken wordt na verloop van tijd een stofnest waar men moeilijk bij kan. Deze herplaatsing van de Olifant gaf iedereen die iets vindt van dit kunstwerk – en dat zijn er zeer zeer velen – de gelegenheid het voor en tegen te ventileren. Als trefpunt voor bezoekers aan het ziekenhuis lijkt hij onvervangbaar, daar ieder ‘bij de Olifant’ afsprak. Maar is een olifant wel het meest geëigende embleem voor een ziekenhuis – dat toch een soort porseleinkast is? Kortom een eindeloze waaier van meningen, redeneringen en suggesties. Feit is dat de Olifant een nieuwe prominente plek heeft: hij ziet de auto’s op weg naar de parkeergarage komen aanrijden. Een soort omgekeerde dierentuin: hij is het die kijkt naar al dat verkeer. Intussen staat hij met zijn kont naar wie de hal van het Onderwijscentrum binnenkomt, niet veel meer dan een looprichting aangevend, maar tegelijk alsof de kunst de bezoekers de rug toekeert. Hij is niet op de ideale plek terechtgekomen, maar bij gebrek aan beter blijft hij daar voorlopig op de uitkijk staan, in afwachting van een passender plek. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator UMC St Radboud
2
27 juni ‘Ontwikkelingen in de longchirurgie’, afscheidssymposium en –receptie van Anton Cox, locatie; Nijmegen
3 juli Symposium: ‘Lumbosacraal radiculair syndroom, risicofactoren voor het ontwikkelen van chronische pijn – van wetenschap naar praktijk.’
Overig 6 mei tot 6 september Expositie van Tiny Figee op de afdeling SEH.
3 en 4 juni Verpleegkundige basisopleidingen. Hiervoor vindt op het ROC een informatieavond plaats op 3 juni (19.00 – 21.00 uur) en op de Han op 4 juni (18.00 – 21.30 uur). Meer info op website (Werken bij het UMC/leren en werken).
5 juni Praat mee over de leefbaarheid (o.a. bereikbaarheid Radboud) in Malden,Dorpscafé Malden 20.00 uur, in de Muse, Kerkplein 12 in Malden.
18 juni Wetenschapsdag Kindergeneeskunde in Studiecentrum Soeterbeeck met als thema ‘Geneesmiddelenonderzoek bij kinderen’ van 09.30 - 17.00 uur. Aanmelden: via email wetenschapsdagKG@cukz. umcn.nl. Het definitieve programma is te downloaden via www.umcn.nl/kind en ziekenhuis/nieuws.
radbode 9 - 2 0 0 8 beleid
nieuwsladder
Elke registratie telt (vervolg van pagina 1) ‘Het gaat om een majeure operatie waarvoor we de artsen en iedereen die registreert heel hard nodig hebben’, aldus Hoitsma. ‘Ze moeten niet alleen opletten of ze goed registreren, maar ook of ze het goede registreren’, merkt Touwen op. ‘Medewerkers vragen zich vaak af: waarom moet dit, maakt het zoveel uit of ik iets wel dan niet registreer? Ja, want hoe accurater de registratie, hoe exacter de kostprijs. Datum, aantal polikliniekbezoeken, labaanvragen, opname, ligdagen, controles, uitvoerders: ze doen er allemaal toe. Registreer je dit niet, dan rolt er een te krap zorgprofiel uit. Iedere medewerker die registreert bepaalt mede de inkomsten van het ziekenhuis en (de eigen afdeling).’ ‘Niet alleen intern moet het anders, ook landelijk staan er allerlei veranderingen op stapel waar het Radboud op in moet haken. Zo worden de 30.000 bestaande DBC’s in 2010 teruggedraaid naar 3000 DBC’s. De overheid wil dat zorginstellingen het jaar 2009 gebruiken als overgangsjaar om te wennen aan de nieuwe codering’, aldus Hoitsma. Volgend jaar wordt ook het aantal producten waarvoor instellingen een DBC moeten registreren, die op een speciale manier worden afgerekend, verhoogd
van 20 naar 35 procent (het zogenaamde B-segment). Dus voor 35 procent van de productie moeten zorginstellingen precies factureren voor datgene wat ze produceren. ‘Het financiële risico voor zorginstellingen wordt steeds groter’, aldus Touwen. ‘Onze missie is het belang van een goede registratie duidelijk te maken, zodat afdelingen zo factureren dat ze de middelen krijgen waar ze recht op hebben.’ Minister Ab Klink kondigde al eerder aan, zij het nog niet officieel, dat in 2010 het aantal DBC’s wordt teruggedraaid naar 3000. ‘Dat op zich is al een hele verandering. Met de verhoging van het B-segment van 20 naar 35 procent en de overgang naar het landelijke registratiesysteem staan we voor een ingewikkelde operatie’, stelt Hoitsma. ‘In het Radboud is de DBC-registratie nooit goed van de grond gekomen. Veel artsen namen de nieuwe systematiek niet serieus. Ze dachten zelfs: “DBCregistratie, dat komt er nooit”. Dat klopt dus niet. We lopen ontzettend achter. Met het verbeterplan willen we een voorsprong nemen en helemaal klaar zijn voor alle veranderingen en ontwikkelingen die de zorginstellingen in 2010 te wachten staan.’ n
Drs. Peter Holland benoemd tot bestuurslid Stichting Katholieke Universiteit Drs. Peter Holland is met ingang van 1 juli benoemd tot lid van het bestuur van de Stichting Katholieke Universiteit. Het stichtingsbestuur oefent toezicht uit op het bestuur van de Radboud Universiteit en op het bestuur van het UMC St Radboud. Holland is arts, gespecialiseerd in verloskunde/gynaecologie. Vanaf 1990 tot 2004 was hij lid van de Raad van Bestuur van verschillende ziekenhuizen, onder andere van de Alysis Zorggroep. Sinds 2004 is Holland voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). Daarnaast vervult hij diverse bestuurlijke functies in de gezondheidssector.
Project MijnZorgNet verkozen tot baanbrekend zorginitiatief Minister Klink (VWS) heeft onlangs op de Topconferentie Baanbrekende Zorginitiatieven vier baanbrekende zorginitiatieven in ontvangst genomen. Eén van deze initiatieven is MijnZorgNet (MZN) van het UMC St Radboud. MZN is een integraal zorgnetwerk rondom specifieke patiëntengroepen waardoor de patiënt leidend is en de arts digitaal toegankelijk is voor de patiënt. Neuroloog dr. Bas Bloem en hoogleraar voortplantingsgeneeskunde prof.dr. Jan Kremer zijn de leiders van dit project. De vier projecten werden gekozen door negentig deelnemers en een jury. Het Innovatieplatform, dat in 2003 door het kabinet is opgericht, deed de oproep om innovatieve zorgprojecten, waarop 130 reacties kwamen. De drie andere winnende projecten zijn GRIP van The Health Agency, Mammaprint van Agendia en POINT van Transmurale Zorg Den Haag e.o. De vier winnaars gaan als ijsbreker fungeren. Zij maken de weg vrij voor innovatie in de zorgsector.
Papierloos werken In het UMC St Radboud is het Electronisch Patiënten Dossier (EPD) volop in ontwikkeling. Maar het beloop van de behandeling van de patiënt, kun je daar nog niet in kwijt. Op de afdeling Verloskunde kan dat sinds 1 januari 2008 wél.
Foto: Flip Franssen
Wie loopt écht hard voor het UMC St Radboud?
In plaats van een kar met statussen, gaat bij visites lopen nu een laptop mee op een verstelbare hoog/laag kar. Alle informatie over een patiënt op een overzichtelijke manier in de computer in plaats van in een status. Op de afdeling Verloskunde kán dat. Het begon allemaal half oktober 2007 toen het computerprogramma MOSOS (MOnitoring and Storage of Obstetrical Signals) werd aangekocht. ‘Een bestaand systeem dat al op verschillende afdelingen Verloskunde wordt gebruikt’, vertelt bedrijfsvoerder Gynaecologie/Verloskunde Math Ahout. ‘Half november begon de eerste groep medewerkers met de scholing en op 1 januari is men op de polikliniek al begonnen het systeem in te voeren. Toen dat eenmaal goed liep, is op 1 april het klinische gedeelte ingevoerd. Dat is een korte periode om een systeem te implementeren, maar het is prima gegaan. Complimenten daarvoor aan alle medewerkers!’
Kerngroep Dat het zo vlot ging, is mede te danken aan de kleine kerngroep die alles heeft voorbereid. ‘Eigenlijk on-Radbouds’, merkt gynaecoloog Liesbeth Scheepers op. ‘Maar we hebben wel gezorgd dat van elke geleding die met het systeem te maken kreeg iemand in de kerngroep zat. En we hebben meteen gezegd dat een half jaar na invoering van het systeem in een evaluatie veranderingen bespreekbaar zijn.’ Scheepers kende het systeem al uit Leiden en de kerngroep is na de scholing bij producent BMA dan ook in het ziekenhuis daar gaan kijken. Daar zag men al snel dat werkprocessen soms heel anders moeten lopen als je de papieren status door een EPD vervangt. Zo is visite lopen met een kar vol statussen nu verleden tijd, in plaats
daarvan gaat een laptop mee op een verstelbare hoog/ laag kar. Ook seniorverpleegkundige Nardie ten Broek zat in de kerngroep. Ondanks de onrust die een overgangsfase met zich meebrengt, zag zij iedereen enthousiast worden. ‘Dat begon al bij de scholing, daar was veel aandacht voor de mensen.’ Medewerkers zagen ook al snel de voordelen: het verpleegkundig- en artsendossier staan nu in één EPD, alles wordt meteen gelinkt naar een aantal formulieren waardoor bijvoorbeeld de kraamzorg meteen alle informatie heeft, net als in een status staat alles altijd op een bepaalde plaats en je kunt gericht informatie zoeken op diverse criteria zodat je snel een overzicht hebt.
Ondersteuning draadloos netwerk Op de afdeling Verloskunde staat nu in de kast alleen een mapje – dat bewust níet op een status lijkt - met een uitdraai van de belangrijkste gegevens voor als een patiënt bijvoorbeeld met spoed naar de OK moet. Ten Broek: ‘Maar dat wordt na ontslag van de patiënt vernietigd, in principe kunnen we papierloos werken.’ In de toekomst zal het MOSOS-systeem gewoon geïntegreerd worden in het Radboud-EPD en zullen bijvoorbeeld ook gegevens over en weer met verloskundigen kunnen worden uitgewisseld. Maar dat is nog toekomstmuziek. Voor dit moment is er nog een belangrijke wens, volgens Scheepers. ‘Graag ondersteuning vanuit het ziekenhuis bij een draadloos netwerk, want pas dan kunnen we de draagbare laptop gebruiken bij onze visites.’ MM
3
Op zondag 16 november wordt de 25ste Zevenheuvelenloop georganiseerd. Ronald de Groot, afdelingshoofd Kindergeneeskunde, wil graag een Radboud Team formeren. De Groot: ‘De Zeven Heuvelenloop is een prachtige lange afstandsloop over de mooiste 15 kilometer van Nederland. Ongeveer 22 duizend individuele lopers en duizend bedrijventeams zijn ieder jaar actief betrokken.’ De Groot wil samen met een enthousiaste groep medewerkers een bijdrage leveren aan deze jubileumloop om het Radboud positief onder de aandacht te brengen. Wie loopt er mee? ‘Ik hoop op een grote groep sportieve medewerkers!’ Wil je meelopen?, mail dan vóór 10 juni naar R.deGroot@ cukz.umcn.nl. De Stichting Vrienden van het Radboud Kinderziekenhuis is gekozen als het goede doel voor deze jubileumloop. De opbrengst van de Zevenheuvelenloop wordt besteed aan projecten voor het kinderziekenhuis.
Schooltv-opnames over ALS bij Klinische Neurofysiologie Op 25 mei vonden op de afdeling Klinische Neurofysiologie televisieopnames plaats die ingaan op recent gestart onderzoek naar hersenmodulatie bij de ziekte ALS. Deze schooltv-serie is bestemd voor het vak Biologie in de bovenbouw havo/vwo. De serie wordt in de klas gebruikt. De inhoud sluit aan bij de examenstof over het menselijk lichaam. De serie geeft uitleg over het menselijk lichaam vanuit de biotechnologische mogelijkheden die er (in de toekomst) zijn om niet-functionerende organen of delen van organen te vervangen of te behandelen. Het programma ‘Prikkelverwerking’ wordt uitgezonden op 30 oktober, 09.30 uur (Nederland 2).
pa t i ë n t enzor g
Ouders van baby’s bij narcose anderhalf jaar met een afzonderlijke groep kinderanesthesiologen. Hierdoor voelen we ons meer betrokken bij de kinderkliniek en de snijdende kinderspecialisten, waardoor dit soort verbeteracties eerder van de grond komen.’ Inmiddels is er proefgedraaid bij twintig kinderen. Cornelissen heeft de ouders direct na de inleiding en een week erna geïnterviewd. Ze heeft ook video-opnamen gemaakt. ‘De meeste ouders blijven heel rustig en pakken hun kindje vast. Echter, slechts de helft praat tegen hen. Het gebeurt ook allemaal in pakweg vijf minuten en dan komen er zoveel indrukken op hen af.’ Ongeveer de helft heeft het idee dat het kind rustiger blijft met hun aanwezigheid. ‘Maar ze geven aan het vooral voor hun eigen geruststelling prettig te vinden,’ vertelt Leeuwerik. ’Ze zien waar het kind is, welke mensen de ingreep verrichten en dat het in goede handen is.’ Op het preoperatieve anesthesiologische spreekuur wordt de ouders voorgelegd dat één ouder bij de inleiding aanwezig mag zijn. Een pedagogisch medewerker
Foto: Jan van Teeffelen
Voortaan mogen ook ouders van baby’s onder de vier maanden op de operatiekamer aanwezig zijn als hun kind onder narcose gaat. Dat zijn er enkele honderden per jaar. Marlijn Cornelissen, student Biomedische Wetenschappen, heeft onderzoek gedaan naar de meerwaarde, de nadelen en de problemen volgens ouders en de betrokken zorgverleners. Op basis hiervan heeft ze een voorstel gedaan. De anesthesioloog kan bij uitzondering weigeren, als de veiligheid van het kind in het geding is. J annie M eussen
Waarom mocht het voorheen eigenlijk niet? Cornelissen: ‘Baby’s van vier maanden kennen waarschijnlijk nog geen angst en laten zich gemakkelijk troosten door een vreemde. Maar ik denk dat de weerstand vooral van de anesthesiologen kwam. Als er problemen optreden tijdens de inleiding zijn bij die kleintjes de risico’s veel groter. Je moet je dan volledig kunnen concentreren op
het kind, en je niet om de ouders hoeven te bekommeren.’ Volgens haar ligt overigens ook bij veel andere ziekenhuizen die grens bij vier tot zes maanden. Steeds meer ouders komen echter in verzet tegen dit beleid, de Vereniging Kind en Ziekenhuis oefent eveneens landelijk druk uit. ‘Het is natuurlijk ook niet klantgericht,’ zegt kinderanesthesioloog Mila Leeuwerik. ‘De tijd was er rijp voor in het Radboud. In het verleden werden kinderen verdeeld over alle circa vijftig anesthesiologen. Om de kwaliteit te verbeteren werken we sinds
‘Ongeveer de helft heeft het idee dat het kind rustiger blijft met hun aanwezigheid’
bereidt hen erop voor en een ouderbegeleider gaat mee naar de OK. Leeuwerik: ‘Geweldig, die vrijwilligers. Ze staan hier steevast om 07.30 uur, zonder dat daar enige vergoeding tegenover staat.’ Voor de anesthesiologen is het van cruciaal belang dat ze geen hinder ondervinden van de aanwezige ouder. ‘De veiligheid van het kind staat voorop’, aldus Jacques Driessen, universitair hoofddocent Kinderanesthesiologie. ‘Daarom vinden we dat een anesthesioloog bij uitzondering mag weigeren, bijvoorbeeld bij een kind met ernstige luchtwegproblemen. Dat zal echter zo min mogelijk gebeuren.’ De resultaten van de pilotstudie worden binnenkort ook besproken in de wetenschappelijke verenigingsvergadering van de Sectie Kinder Anesthesiologie. n
Elke partydrug vraagt een andere benadering Het openlucht dance-feest Emporium, dat morgen 31 mei op de Berendonck (Wychen) plaatsvindt, trekt altijd een groot publiek. Veel bezoekers zullen daarna doorgaan op de afterparty in de Matrixx. Op de site staat dat er ‘zero tolerance’ geldt voor drugs, en dat er strenge controle is. Bij de Spoedeisende hulp weten ze inmiddels dat ze die nacht kunnen rekenen op een extra toestroom van jongeren, waarbij het lijntje Coke of de XTC te heftig is uitgepakt. Goed getimed was daarom het symposium 22 mei over partydrugs, dat Radboudverpleegkundigen van de Spoedeisende Hulp (SEH) organiseerden voor hulpverleners uit Oost-Nederland. ‘Elke drug vraagt om een andere benadering. In grote lijnen weten hulpverleners wel hoe ze moeten handelen, maar een opfrisser met nieuwe inzichten is nooit weg,’ vertelt SEH-arts in opleiding Maurice Vroegop van het Radboud. Hier komen wekelijks gemiddeld twee tot drie patiënten met vergiftigingsverschijnselen door drugs binnen, veelal tussen de twintig en dertig jaar. Ze zijn geagiteerd, trillen, transpireren, hebben pijn op de borst of zijn zelfs buiten
bewustzijn. ‘Belangrijk is er zo snel mogelijk achter te komen wát ze gebruikt hebben. Uit schaamte ontkennen ze vaak dat er drugs in het spel zijn. Wij spreken ze dan vaderlijk toe, ook de begeleidende vrienden als de patiënt zelf niet meer aanspreekbaar is, want voor het inzetten van de behandeling moeten we weten welke drug de klachten veroorzaakt.’ Tijdens het symposium belichtte Maurice Vroegop drie cases, van gebruikers van XTC, Cocaïne en GHB. ‘De aanpak ervan is heel divers. Gebruikers van XTC, komen vaak oververhit binnen als gevolg van het middel zelf en door het urenlang dansen in een warme omgeving, soms zelfs met stuipen of een verminderd bewustzijn. Het is dan een kwestie van koelen, gecombineerd met toediening van zoutwater. Bij een kleine overdosering van GHB kunnen gebruikers al comateus raken. We verzekeren indien nodig de ademweg, monitoren het hartritme. Het middel werkt kort, als ze niet binnen een uur bij hun positieven zijn weten we dat de patiënt er nog een ander middel bij heeft gebruikt. Cocaïne pept en geeft energie,
4
gebruikers overschrijden daardoor hun grenzen en raken uitgeput. Ze komen soms met cardiovasculaire problemen. We geven ze eerst een rustgevend middel waardoor ze minder geagiteerd raken en de bloeddruk daalt, en maken een hartfilmpje.’ Maurice Vroegop doet ook onderzoek binnen het UMC St Radboud naar auto-intoxicaties (zelfvergiftiging). Naast drugsgebruikers volgt hij suïcidale patiënten die medicijnen hebben ingenomen. ‘We zijn van deze groep een grote database aan het opbouwen, en willen zo onder meer de behandeling verfijnen. Nu worden veel mensen uit deze groep opgenomen. Dat kost veel geld en het is niet altijd nodig, blijkt uit ons onderzoek. Gebruikers van GHB worden vaak geïntubeerd om de ademweg te verzekeren. Ook daarvan weten we inmiddels dat dat vaak overbodig is. Dergelijke kennis gaan we uitdragen naar de regio.’ JM
radbode in t erview 9 - 2008
HET MOMENT In deze rubriek vertellen medewerkers een verhaal dat verband houdt met hun beroep of het werk in het UMC St Radboud. Een persoonlijk verhaal dat impact heeft gehad. Dit keer een verhaal van oogarts Carel Hoyng.
Toeval ‘In mijn vrije tijd ben ik saxofonist en zanger. Mijn studie heb ik hiermee bij elkaar verdiend. We zijn als studenten begonnen en traden op als straatmuzikanten. We zijn nog steeds niet te huur, we gaan gewoon met de pet rond. Dat is overigens wel ingewikkeld geworden, want inmiddels hebben we allemaal redelijke functies, maar we vinden het nu eenmaal veel leuker om op de bonnefooi te spelen. Onze auto’s moeten we dus een beetje verdekt opstellen. Meestal gaan we op eigen initiatief, soms gaan we op een uitnodiging in. In Frankrijk doen we ieder jaar negen optredens achter elkaar. Vijf jaar geleden vroeg het Office du Tourisme vanwege een festival of we wilden optreden in La Tranche aan de Atlantische Kust. Het was er heet. Vlak voor het optreden namen we een duik in zee. Toen we wegliepen viel vlak voor ons een man achterover in de branding. Anton Visser, ook een bandlid en toenmalig anesthesioloog in het Radboud, stelde vast dat de man geen hartslag meer had. Meteen kwamen er strandwachten met een brancard aanrennen, die samen met ons deze zwaarlijvige man door het mulle zand naar de wachtpost droegen. De spierpijn was nog dagenlang te voelen. We begonnen direct te reanimeren. Ik volgde de aanwijzingen van Anton. Ik deed de hartmassage, hij de mond-op-mondbeademing. Inmiddels was er al een menigte samengedromd, zoals altijd bij een ongeluk.
Loek Hermans geïnstalleerd als voorzitter Stichting Katholieke Universiteit Vorige week vrijdag is oud-minister van onderwijs drs. Loek Hermans geïnstalleerd als nieuwe voorzitter van de Stichting Katholieke Universiteit, de toezichthouder op de Radboud Universiteit en het UMC St Radboud. ‘In deze functie komen diverse vroegere ervaringen bij elkaar.’
M ar t en D ooper
De lange lijst van functies en nevenfuncties die Hermans tot nu toe heeft bekleed of nog bekleedt, zal waarschijnlijk ieder universiteitsbestuur doen watertanden. Dat uitgerekend de Stichting Katholieke Universiteit, de toezichthouder op de Radboud Universiteit en het UMC St Radboud, een beroep op hem doet, heeft voor Hermans toch net dat tikje extra. ‘Nijmegen beschouw ik toch een beetje als mijn thuisbasis. Ik heb zelf aan deze universiteit gestudeerd [bestuurskunde van 1969 tot 1976, red]. Ik zie me nog op mijn fiets het Geert Grooteplein, toen nog een parkeerplaats, opfietsen. Ook heb ik in de woelige jaren zeventig vier jaar in de Nijmeegse gemeenteraad gezeten. Daardoor zijn Nijmegen en de Nijmeegse universiteit voor mij toch net iets anders dan alle ander universiteiten in Nederland. Ik vind het leuk dat ik als voorzitter van de Stichting Katholieke Universiteit nu een bijdrage mag leveren aan de verdere ontwikkeling van de Radboud Universiteit en het UMC St
Stichtingsbestuur nu meer bovenop gaan zitten. En met de recente benoeming van Peter Holland, arts, voorzitter van de KNMG en voormalig lid van de Raad van Bestuur van diverse ziekenhuizen, lijkt mij de inhoudelijke expertise ook verzekerd. Verder ben ik van mening dat we de fouten die in het verleden gemaakt zijn vooral moeten gebruiken om de toekomst te verbeteren. Zonder het gebeuren te willen bagatelliseren zou ik de schrijver John Osborn willen parafraseren door te zeggen: ‘Don´t look back in anger’. We moeten kijken hoe we er beter van kunnen worden. Overigens constateer ik dat er de afgelopen twee jaar onder leiding van Emile Lohman al heel veel verbeteringen in gang zijn gezet.’
Frisse ideeën Voor de komende jaren ziet Hermans een aantal punten die voor het UMC en de Radboud Universiteit in het bijzonder de aandacht zullen vragen. ‘Om te beginnen de arbeidsmarkt binnen de gezondheidszorg. De grote vraag is: hoe krijg je voldoende mensen op de juiste plaats? Ik denk dat het Stichtingsbestuur, vooral door zijn brede samenstelling, hierbij een goede gesprekspartner is voor de Raad van Bestuur van het UMC. De leden van het Stichtingsbestuur hebben zeer uiteenlopende achtergronden en vandaar uit kunnen zij frisse ideeën aandragen. Een ander punt van aandacht vormen de medisch
‘Vlak voor ons viel een man achterover in de branding’ Ik was onder de indruk van de professionaliteit en de vastberadenheid waarmee Anton handelde. Ik deed alleen maar wat hij zei: hartmassage. Dat gaat er meestal heftig aan toe, ik hoorde de ribben onder mijn handen kraken. Na een paar minuten kreeg de man weer hartslag. Al heel snel arriveerde de ambulance. Gelukkig, want je weet niet hoe lang het duurt voor zo’n wagen komt. Anton is nog meegereden. Het was opschieten geblazen, we moesten immers optreden. Vreemde gewaarwording. Zo blaas je iemand in je zwembroek nieuw leven in, zo sta je op het podium te spelen dat het een lieve lust is. Het werd een fantastische avond. Het Office du Tourisme had ons aangekondigd als Animation. Dat doopte wij om tot Reanimation, de running gag voor die avond. La Tranche is een klein dorpje, dus iedereen wist ervan. Ik had wel vaker iemand gereanimeerd, maar niet buiten het ziekenhuis. Nadien stond ik toch wel even te trillen op m’n benen. We hadden iemand levend afgeleverd. Het was nog de vraag of hij het echt zou redden. Maar daar kwamen we heel snel achter, want de familie heeft meteen contact met ons gezocht via de website van de band. De man heeft het overleefd. Nadien heeft de familie nog een hele tijd contact gehouden. Het was een geluk dat de man voor de voeten van twee artsen dood neerviel, maar alle eer komt Anton toe.’ Nelleke Dinnissen
Foto: Flip Franssen
Radboud. In deze functie komen diverse vroegere ervaringen bij elkaar. Natuurlijk mijn ervaringen in het veld van het onderwijs tijdens mijn ministerschap. Maar ook mijn ervaringen op het gebied van de gezondheidszorg onder andere opgedaan als lid van de Raad van Toezicht van de Alysis Zorggroep en, iets langer geleden, lid van de Raad van Toezicht van het toenmalige Academisch Ziekenhuis Groningen, inmiddels omgevormd tot het UMC Groningen.’ Hermans was nog niet officieel geïnstalleerd toen ook ‘zijn’ Stichting Katholieke Universiteit eind vorige maand een flinke veeg uit de pan kreeg in het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar aanleiding van de hartchirurgiecrisis. Het Stichtingsbestuur ‘gaf het toezicht houden op deze complexe zorginstelling en op het functioneren van autonome, hoog opgeleide professionals te weinig aandacht’.... ‘Dit resulteerde in volgend toezicht in plaats van leidend toezicht’, stelde de Onderzoeksraad onder andere. Ook zou er volgens de Onderzoeksraad binnen het Stichtingsbestuur ‘in onvoldoende mate kennis over en ervaring met het besturen van een ziekenhuis voorhanden zijn’. ‘Goed toezicht houden is inderdaad anders dan pakweg tien jaar geleden’, reageert Hermans. ‘Het toezicht moet op alle niveaus kloppen: bij de Raad van Bestuur, bij het Stichtingsbestuur en bij de Inspectie. We zullen er als toezichthoudend
5
ethische vraagstukken. De katholieke grondslag van de Radboud Universiteit en het UMC maken dat dergelijke discussies een extra component krijgen. Daarbij hoeft die identiteit geen blokkade te zijn, niet een reden om bij voorbaat de deur dicht te gooien ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen. Wel zal die identiteit de afweging om bepaalde medische handelingen of bepaald onderzoek wel of niet te doen een extra dimensie, een extra prikkel tot zorgvuldigheid meegeven. Waarbij we ons altijd moeten realiseren dat we inmiddels in de wereld van 2008 leven. Identiteit moet niet een aanleiding zijn om zonder meer op de rem te trappen.’ Gevraagd naar zijn doelstelling als voorzitter van de Stichting Katholieke Universiteit, stelt Hermans: ‘De Radboud Universiteit en het UMC St Radboud moeten nationaal en internationaal toonaangevend zijn. Niet alleen wat betreft onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg, maar ook wat betreft organisatie. Voor het UMC vormt de marktwerking in de zorg hierbij een mooie uitdaging. De patiënt of cliënt kiest niet bij voorbaat voor de Radboud omdat dit een universitair ziekenhuis is. We zullen iedere dag opnieuw moeten laten zien waarom we beter zijn dan andere ziekenhuizen. Daarbij telt niet alleen de medische uitkomst van de behandeling, maar ook de manier hoe de patiënt zich behandeld en bejegend voelt. De huidige patiënt of cliënt wil “convenience”.’ n
in bedrijf
Masterclass
Natuurkunde en DNA
Op de foto geneeskundestudent Frank van de Kracht
Foto: Frank Muller
De afdeling arbeidsmarkt organiseert samen met het exo-steunpunt van de Radboud universiteit masterclasses voor VWO scholieren van klas 4 en 5 vanuit heel Nederland. ‘Doel is om scholieren te laten zien dat er in het UMC St Radboud naast dokters ook onderzoekers met een andere opleiding, bijvoorbeeld biologie of natuurkunde, nodig zijn’, aldus Sietske Claassen, van arbeidsmarktcommunicatie. Op 14 mei was er een masterclass Natuurkunde . ‘De leerlingen vroegen honderduit en waren erg onder de indruk van wat er tegenwoordig allemaal kan met MRI. Met hulp van de afdeling Radiologie en met name klinisch fysicus Leon van Erning is deze masterclass een groot succes geworden.’
Berenziekenhuis
Spreekuur voor zieke knuffels Ieder jaar organiseert het UMC St Radboud een spreekuur voor kleuters. Die kunnen hun zieke beer of pop laten onderzoeken en behandelen door geneeskundestudenten. ‘De afgelopen dagen waren een groot succes voor studenten, onderwijzers en kleuters’, vertelt een enthousiaste Corinne Delsing, geneeskundestudent. ‘Er waren maar liefst 120 studenten en 400 kleuters. Het teddyberenziekenhuis is een project dat zich met name richt op kleuters. We willen ze kennis laten maken met het ziekenhuis en hun angst ervoor proberen weg te nemen. Uiteraard is het project tweeledig, want studenten leren er ook een heleboel van. Voor medisch studenten is het de ideale manier om te leren omgaan met kinderen en hun wilde fantasieën. We hebben dan ook de mooiste verhalen gehoord: beren die te hard geknuffeld zijn en nu een gebroken poot hebben, beren die giftige kikkers hebben gegeten, beren die allergisch zijn voor chocola en buikpijn hebben.’ Het Teddy Bear Hospital is één van de projecten van de IFMSA-NL (International Federation of Medical Students Associations), een wereldwijde organisatie van geneeskundestudenten die actief is in meer dan negentig landen en zich bezighoudt met het promoten van ‘Global Health’. ND
Foto: Dick van Aalst
Op 23 mei was er een masterclass over DNA. Er was onder andere een practicum over ‘speur surfend in je genen’ een bio-informatica practicum over genenonderzoek. Verder konden leerlingen door op hun wang te kauwen hun eigen DNA isoleren en aan een halskettinkje mee naar huis nemen. Volgens Claassen zien leerlingen door deze masterclasses hoe leuk en interessant werken bij het UMC is, ook al ben je geen dokter of verpleegkundige. ND
Sweepday
Neuro Sensorisch Cluster wint prijs
Onderzoek
7 Tesla MRI geplaatst
Foto: Flip Franssen
Arend Heerschap (links)
Foto: Jan van Teeffelen
Begin deze maand is in het CDL een nieuwe MRI voor proefdieronderzoek geplaatst. ‘Het bijzondere van dit apparaat is niet de veldsterkte van 7 Tesla’, legt Arend Heerschap, hoogleraar Biomedische Magnetische Resonantie, uit. ‘Die heeft het reeds aanwezige MRI-apparaat ook. Wel bijzonder is het zogeheten klinische front-end van dit apparaat. Dat houdt in dat meetmethoden die op dit apparaat ontwikkeld zijn heel gemakkelijk kunnen worden toegepast op klinische MRI-systemen, zoals het 7 Tesla MRI-apparaat voor mensen dat wij in Essen gebruiken. En omgekeerd. Die soepele uitwisseling van methodieken vergemakkelijk het translationeel onderzoek, het vertalen van kennis bij proefdieren naar mensen en vice versa.’ Momenteel wordt hard gewerkt aan het operationeel maken van het nieuwe MRI-apparaat. ‘Naar verwachting is dat over circa twee maanden afgerond en kunnen de onderzoekers gebruik maken van de nieuwe MRI-voorziening’, stelt Heerschap. ‘Na de zomer zal de “oude” 7 Tesla MRI in het CDL vervangen worden door een nieuw apparaat met een veldsterkte van maar liefst 11,7 Tesla. Dat zal dan het sterkste MRI-apparaat voor biomedisch gebruik zijn in Nederland; een apparaat waarmee heel gevoelige metingen mogelijk worden.’ De aanschaf van nieuwe apparatuur is mogelijk geworden dankzij subsidies van NWO. MD
muziek van hun favoriete popsterren. Zodat ook deze kinderen een onbezorgd dagje uit kunnen! Wat in 2005 begon als een éénmalig muziekevenement van initiatiefnemers Stichting CliniClowns Nederland en Stichting Energy4All is inmiddels uitgegroeid tot een heuse concertreeks. De Stichting Energy4All, opgericht door prof.dr. Jan Smeitink van het UMC St Radboud, ondersteunt het werk van het Nijmegen Centre for Mitochondrial Disorders (NCMD). Het NCMD is een onderdeel van het Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen waar aandacht wordt besteed aan de zorg voor patiënten met een stoornis in de energiestofwisseling. Pop4Kids on tour met Thomas Berge, Brace en Ch!ps start op woensdag 4 juni in Nijmegen en eindigt op 2 juli in Puttershoek. www.pop4kids.nl ND
Het Neuro Sensorisch Cluster (NSC) heeft de Sweepdayprijs gewonnen. Huisvestingscoördinator Marlies van Ing nam afgelopen maandag de cheque van 2008 euro in ontvangst. Dit jaar werd schrikkeldag 29 februari uitgeroepen tot Sweepday. In het hele ziekenhuis zijn de mouwen opgestroopt om de uitstraling van verpleegafdelingen, poliklinieken en openbare ruimten te verbeteren. Van Ing heeft zich zeer actief ingezet om Sweepday binnen NSC een succes te laten zijn. Ze heeft vooral verbeteringen in de uitstraling bewerkstelligd. In de hal bij het gebouw Neurologie/Neurochirurgie is onder meer een lelijk prikbord verwijderd, een kopieerapparaat verplaatst en de afwaskarren van restauratie ZieZo zijn uit het zicht van de bezoekers gebracht. Ook is de ‘beeldvervuiling’ bij openbare ruimten van KNO en Dermatologie aangepakt. Het NSC mag de cheque besteden aan een verdere verbetering van ruimten waar patiënten en bezoekers komen. JM
Pop4Kids
Popconcerten voor zieke kinderen Voor het vierde achtereenvolgende jaar kunnen zo’n 1500 kinderen met een ziekte en/of handicap een speciaal popconcert bijwonen: Pop4Kids on tour. De gedachte achter Pop4Kids is even simpel als doeltreffend: laat zieke en gehandicapte kinderen samen met hun gezin dingen ondernemen die kinderen graag doen, zoals naar een popconcert gaan. Pop4Kids laat ze even vergeten dat ze ziek zijn door ze te laten swingen op de
6
In memoriam Albert Verhofstad Onlangs is dr. Albert A.J. Verhofstad overleden. Met hem verliest de afdeling Pathologie van het UMC St Radboud een gedreven docent en onderzoeker, die vele generaties studenten en promovendi heeft onderwezen in de beginselen van microscopie, histologie, pathologie en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Albert Verhofstad leefde voor zijn werk. Hij was altijd beschikbaar om onderwijs te verzorgen en te organiseren. Of het nu om analisten, geneeskundestudenten, studenten biomedische wetenschappen of medische biologie ging, allemaal wist hij ze te overtuigen van de schoonheid van het microscopisch beeld en van het grote belang van kennis van cellen en weefsels voor een goed begrip van gezondheid en ziekte. Hij studeerde van 1956 tot 1964 geneeskunde te Nijmegen. Als wetenschappelijk medewerker van de afdeling Anatomie ontwikkelde hij immunohistochemische detectiemethoden voor peptidehormonen in humane weefsels waarop hij later ook promoveerde. In 1985 maakte hij een overstap naar de afdeling Pathologie. Zijn brede interesse in de biologie en pathobiologie van de mens resulteerde in de loop der jaren in wetenschappelijk onderzoek op veel verschillende deelgebieden en in samenwerking met vele klinische afdelingen Naast zijn reguliere werkzaamheden, zette Albert Verhofstad zich ook in voor algemene belangen betreffende wetenschap en onderwijs. Hij heeft als secretaris van de Federa, de federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen, vele jaren deze organisatie mee vorm gegeven. Daarvoor is hij in 1998 geridderd. Ook heeft hij vele nationale en internationale congressen mede georganiseerd. Voor het Academisch Oncologisch Centrum Nijmegen was hij de laatste jaren actief als organisator van de thema-avonden. Ondanks toenemende fysieke beperkingen bleef Albert Verhofstad betrokken bij zijn onderzoek en studenten. Zijn activiteiten zullen voor nog vele toekomstige generaties studenten en onderzoekers van nut zijn: hij bouwde een zeer waardevolle collectie van teratologische preparaten op, een collectie die blijvend beschikbaar is in het Anatomisch en Pathologisch Museum. Ook organiseerde hij een weefselbank van endocriene tumoren, die nog voor belangrijk verder onderzoek geschikt is. Bijzonder was het symposium dat in november 2007 werd gehouden te zijner eer. Hoewel het geen echt afscheidssymposium mocht zijn, immers Albert Verhofstad had nog zo veel plannen, is het dat toch geworden. Prof.dr. Han van Krieken, afdeling Pathologie
radbode pa t i ë n t enzor g 9 - 2008
Betere diagnostiek en behandeling bloedvergiftiging Bij een patiënt met (een vermoeden op) bloedvergiftiging is snel en adequaat ingrijpen van levensbelang. De Spoed Eisende Hulp (SEH) voerde het afgelopen anderhalf jaar met succes een protocol in dat dit snel ingrijpen garandeert. Hiermee loopt het UMC St Radboud internationaal voorop. M ar t en D ooper
Precieze cijfers ontbreken, maar naar schatting belanden in Nederland jaarlijks tussen de 10.000 en 20.000 mensen in het ziekenhuis vanwege bloedvergiftiging, sepsis in vaktaal. ‘Het gaat dan vaak om mensen met bijvoorbeeld een longontsteking waarbij de bacterie kans ziet om in het bloed te komen en zich te vermenigvuldigen. Wordt er dan niet snel ingegrepen, dan kan de sepsis fataal aflopen’, schetst internist-intensivist Peter Pickkers de ernst van de aandoening. Het belangrijkste om de overlevings- en genezingskans van de patiënt met sepsis te verhogen is dan ook een snelle diagnose en snel toedienen van antibiotica. ‘Wereldwijd loopt sinds enkele jaren de zogeheten Surviving Sepsis Campaign, een initiatief om met name sepsis bij IC-patiënten snel te herkennen en te behandelen’, vertelt Pickkers. ‘Wij meenden echter dat je nog een stap verder kunt gaan. Het sneller herkennen en behandelen van sepsis bij patiënten die binnenkomen op de Spoed Eisende Hulp, kan voorkomen dan mensen zo ziek worden dat een opname op de IC nodig is.’ Om dit te bereiken stopte Pickkers samen met Nurse Practitioner Mirjam Tromp de afgelopen twee jaar veel tijd en energie in het invoeren van een strak protocol voor de diagnostiek en behandeling van sepsis op de SEH. Tromp: ‘Vanuit de commissie patiëntenzorg van het Nijmeegs Universitair Centrum voor Infectieziekten hebben we voor alle onderdelen van de diagnostiek en behandeling bij sepsis normen gesteld. Bijvoorbeeld dat antibiotica binnen drie uur na binnenkomst op de SEH moeten zijn toegediend. Een steekproef liet echter zien dat de naleving van het protocol niet optimaal was. Er ging, om
Nurse Practitioner Mirjam Tromp: ‘Antibiotica moet binnen drie uur zijn toegediend.’ diverse redenen, soms kostbare tijd verloren of bepaalde diagnostische handelingen werden niet of niet snel genoeg uitgevoerd. Dat was niet altijd duidelijk voor de betrokkenen, aangezien niet bij iedere patiënt nauwkeurig werd gedocumenteerd op welk tijdstip welke handeling werd verricht.’
Tijdwinst Door het geven van voorlichting, door het invoeren en bijhouden van een database voor patiënten met (verdenking van) sepsis, maar vooral door er samen met SEHverpleegkundige Lilian Peters bovenop te zitten, wisten Pickkers en Tromp het afgelopen jaar de naleving van het protocol flink te verbeteren. Pickkers: ‘Werd vooraf aan het project per patiënt gemiddeld 50 procent van de in het protocol gestelde criteria gehaald, nu is dat 80 tot 90 procent.’ Pickkers: ‘Veel tijdswinst wordt gemaakt doordat de SEH-verpleegkundige al start met de diagnostiek bij patiënten die voldoen aan bepaalde criteria.’ Tromp: ‘Ook het invoeren van het registratiesysteem blijkt een effectief middel tot verbetering. Alle betrokkenen kunnen aan de hand van harde gegevens zien waar nog ruimte is voor verbetering. Dat werkt enthousiasmerend. Zo kunnen SEH-verpleegkundigen met het protocol in de hand artsen erop wijzen dat zij binnen 10 minuten op de SEH aanwezig dienen te zijn.’ ‘Het is nu een sport geworden om de diagnostiek en behandeling snel en
Foto: Frank Muller
volledig in te zetten’, constateert Pickkers tevreden. ‘Daarmee is de kwaliteit van de geleverde zorg verbeterd’. Het liefst zouden Pickkers en Tromp het succes van hun project ook onderbouwen met een aantoonbare daling van de sterfte als gevolg van sepsis. Pickkers. ‘Zover zijn we nog niet. Dat komt vooral doordat de sterfte als gevolg van sepsis ook in de oude situatie gelukkig niet heel hoog was. Ruim 6 procent van de patiënt die met sepsis binnenkomt op de SEH overlijdt uiteindelijk. Er moeten dus heel wat patiënten gepasseerd zijn om hierin een wetenschappelijk bewezen daling aan te tonen. Wel zien we al dat de patiënten nu sneller doorstromen naar de afdeling en dat als zij op de afdeling komen al het benodigde onderzoek is verricht en de behandeling is gestart. Dat was voorheen niet altijd zo.’ Zowel nationaal als internationaal heeft het project van Pickkers en Tromp inmiddels de aandacht getrokken. Presentaties over het project leverden al diverse prijzen op en afgelopen maand nog hield Tromp een posterpresentatie tijdens een congres in Barcelona. ‘De meeste ziekenhuizen richten zich op sepsis binnen de IC. Wij lopen voorop bij het verbeteren van de diagnostiek en behandeling van sepsis op de SEH.’ n
Hulpfonds helpt bij financiële problemen Het komt geregeld voor dat personeelsleden van het UMC St Radboud of de Radboud Universiteit Nijmegen in financiële problemen raken. Dan is het fijn dat het Hulpfonds al 40 jaar helpt die problemen op te lossen. ‘Eigenlijk zou iedereen uit solidariteit mee moeten doen.’
‘Het Hulpfonds is een solidariteitsfonds dat 40 jaar geleden is ontstaan. Toen was het vaak zo dat medewerkers van universiteit en ziekenhuis elkaar onderling geld leenden als er problemen waren. Er is destijds een fonds opgericht waarvoor deelnemers maandelijks een klein bedrag betaalden, zodat collega’s om financiële hulp konden vragen zonder dat de hele afdeling het hoefde te weten. Het Hulpfonds helpt enkel bij financiële problemen, voor andere problemen is er het bedrijfsmaatschappelijk werk’, aldus Diny Rozendal, maatschappelijk werker op de afdeling Klinisch Genetica en daarnaast voorzitter van het Hulpfonds.
Budgetteringsbegeleiding Gemiddeld 55 keer per jaar wordt een beroep gedaan op
het Hulpfonds. De redenen zijn heel divers. Rozendal: ‘Vaak zie je bij echtscheiding dat problemen ontstaan, omdat mensen ineens dubbele woonlasten hebben. Of de partner van een parttime werkende vrouw is ziek, waardoor er een terugval in inkomen is. Ook komen mensen met kinderen wel eens in de problemen als de rekening voor schoolboeken op de deurmat valt.’ Mensen die bij het Hulpfonds aankloppen krijgen eerst een uitgebreid gesprek waarin ze openheid van zaken moeten geven. ‘Iemand moet echt zijn hele financiële huishouding laten zien, pas dan kunnen we een plaatje maken en een oplossing bedenken.’ Het Hulpfonds lost de problemen meestal op door een renteloze lening te verschaffen. ‘Soms proberen we ook schulden te saneren’, vertelt de voorzitter. ‘Of we nemen de schuld over, maar dan moet het niet om enorme bedragen gaan. Vaak geven we daarnaast budgetteringsbegeleiding zodat mensen leren beter met hun geld om te gaan, soms stellen we dat zelfs als voorwaarde voor financiële hulpverlening.’ Formeel moet iemand minimaal een half jaar deelnemer
7
zijn aan het Hulpfonds, voordat hulp verleend wordt. In de praktijk blijkt dat door een half jaar te wachten schulden alleen maar gigantisch oplopen. Van mensen die hulp vragen wordt wel verwacht dat ze deelnemer worden aan het fonds. ‘Eigenlijk is het niet fijn als je het daarop laat aankomen’, vindt Rozendal.
Solidariteit Vaak denken mensen dat ze al deelnemer zijn, maar dan blijkt dat het lidmaatschap van de Personeelsvereniging te zijn. Van de ruim 8000 personeelsleden zijn er maar 1350 deelnemer aan het Hulpfonds. Terwijl het afhankelijk van het salaris maar 0,50 tot hooguit 3 euro per maand kost. ‘Mensen zouden zich ervan bewust moeten worden dat ook zij ineens financiële hulp nodig kunnen hebben. Maar eigenlijk zou je mee moeten doen vanwege het collectiviteitsprincipe. Uit solidariteit zou je het er voor over moeten hebben jaren te betalen zonder zelf hulp nodig te hebben’, besluit Rozendal. MM Meer informatie: www.ru.nl/hulpfonds
repor t a g e
Sinds twee jaar huist een deel van GGz Nijmegen op het terrein van het UMC St Radboud, waar een aantal patiënten onder dwang wordt opgenomen. De burgemeester geeft daarvoor een inbewaringstelling af (IBS) en de rechter beoordeelt dit ter plekke, want in principe moet de patiënt bij de rechtszitting zijn. Rechtszittingen zijn dus op het ziekenhuisterrein aan de orde van de dag. Onder de naam Aurora zijn GGz en Psychiatrie van het Radboud samen een academisch behandelcentrum. Een reportage over gedwongen opname. N elleke D innissen
Op Opname 3 kunnen patiënten meedoen aan activiteitentrain
‘Wat is krom, wat is recht in ‘Ik wil hier vrijwillig blijven en zal me houden aan de regels van het huis. Ik slik de medicatie en zal me niet onttrekken aan de behandeling.’ Met deze tekst op een briefje drentelt Koen op de gang. Hij klampt hulpverleners aan en repeteert: ‘Ik wil hier vrijwillig blijven en zal me houden aan de regels van het huis….’. ‘Heb ik het goed voorbereid?’, vraagt hij telkens. Vandaag is er voor Koen namelijk een rechtszitting op Aurora. ‘Op de gesloten afdeling van Aurora , Opname 1, zitten patiënten die in bewaring zijn gesteld (IBS), omdat ze een gevaar voor zichzelf en/of voor anderen zijn’, legt psychiater/hoofd patiëntenzorg Harm Gijsman uit. ‘De rechter beslist of een IBS terecht is. Een IBS is pas mogelijk als het om een
psychiatrische stoornis gaat en de stoornis oorzaak is van het gevaar.’ ‘Het gaat om acute situaties. Patiënten worden vaak per ambulance naar Aurora vervoerd en soms komt de politie mee om de patiënt in bedwang te houden’, vertelt Stefan Bäcker, unitleider. ‘Zonodig is er via een aparte zij-ingang een korte weg naar de separeerruimtes.’ ‘Op meer plaatsen in de regio zijn er gedwongen opnames, maar als de muren stevig moeten zijn komen patiënten naar Aurora Opname 1’, zegt Gijsman. ‘Wij kunnen zorg op maat leveren. Soms blijkt een patiënt na een dag al weer aanspreekbaar, een andere keer gaat het om een moeilijk behandelbare psychose en is sepa-
De separeerruimtes zijn schamel ingericht. Op het matras een scheurjurk. Eigenlijk een anti-scheurjurk zodat patiënten zichzelf niets kunnen aandoen.
8
ratie onvermijdelijk. Voor minder gevaarlijke patiënten die rust nodig hebben zijn er time-outkamers. En we hebben ook een open afdeling.’
Rechtszitting Koen kwam terecht op Opname 1 toen hij een ‘bad trip’ had, vertelt hij. ‘Ik heb ooit een suïcidepoging gedaan…. Zelf ben ik katholiek en ik geloof in reïncarnatie… Vind je dat ik psychotisch over kom?’, vraagt hij. ‘Ik sport en ik krijg complimenten over het samenwerken. Ik ben naar stad geweest met Niels, een verpleegkundige. Ik zie hem als een goeie vriend van mij. Niels kijkt naar mijn oefentijden.’ (red.:Oefentijden zijn er om patiënten te leren omgaan met verblijf buiten de afdeling). ‘Er gaat een verpleegkundige mee zodat ik niet kan gaan blowen. Daar hoeven ze niet bang voor te zijn. Mijn besluit staat vast, zal ik het even voor je rappen? “Wat is goed, wat is slecht. Wat is krom, wat is recht in het leven dat ik leef. Ik zweef en ik vecht voor m’n stem. Ik kijk om me heen, zonder THC in m’n brain. … Voor dingen die ik doe haal politie..”.’ ‘Dit is een parodie op een bestaand liedje. Ik wil een leven zonder THC in mijn brain. THC is een stofje in drugs. Mag ik even je aantekeningen doorlezen?’, vraagt Koen dan plotseling en hij ontcijfert het gekrabbel perfect. De advocaat van Koen is inmiddels aangekomen. Zo’n twee keer per week vinden er op Aurora rechtszittingen plaats. Ter plekke dus, omdat de patiënt erbij moet zijn en de rechter de patiënt wil zien. Al kan dat soms alleen maar door een blik in het raampje van de separeerruimte te werpen. Als de rechter en de griffier binnen zijn, richt de rechter zich eerst tot Koen. ‘Hoe gaat het me je?’ ‘Beter. Ik heb goed contact met de artsen. Ik ben helemaal clean. U kunt het checken in mijn bloed en urine. En ik ben katholiek… Ik heb wel drie dagen in de separeerruimte moeten zitten. Bent u wel eens in een separeerruimte opgesloten? Ik kan u zeggen: dat is geen lolletje….. Toch was het goed voor me. Verder doe ik mee aan activiteitentraining en sport.’ ‘Ik ben hier voor een Rechterlijke Machtiging (RM) een gedwongen opname van zes maanden, wat vind je
radbode 9 - 2 0 0 8
Sinds twee jaar zit GGz Nijmegen met een gebouw naast Psychiatrie van het UMC St Radboud. Zowel GGz als Radboud hebben gesloten en open afdelingen. Onder de naam Aurora zijn de twee instellingen een academisch behandelcentrum. Ze hebben een gezamenlijke ingang en één opnameloket. De twee houden wel hun eigen verantwoordelijkheid, maar vallen onder één managementteam met prof.dr. Jan Buitelaar als voorzitter. Patiënten met stemmings- en persoonlijkheidsstoornissen gaan naar het Radboud en patiënten met psychosen naar de GGz.
ningen onder leiding van Andrea Elbin.
Foto’s: Jan van Teeffelen
in het leven dat ik leef’ ervan?’, vraagt de rechter. ‘Ik heb het besproken met mijn advocaat’, zegt Koen. ‘Maar ik wil een vrijwillige opname. Ik zal me houden aan de regels van het huis, mijn medicatie innemen en me niet onttrekken aan de behandeling. Ik wil over een paar dagen naar Opname 3, en vandaaruit naar begeleid wonen.’ Je hebt er goed over nagedacht, zegt de rechter. Maar wat vindt behandelend arts Hans Rode? ‘Het gaat inderdaad beter met je Koen, maar je bent nog snel bang van mensen en mensen van jou. Een aantal dagen geleden was een separatie onvermijdelijk. Het verbaast me dat je nu om een vrijwillige opname vraagt. Je was het eens met een RM. Het ziektebeloop is nog te grillig. Voor de genezing is continuïteit nodig. Die komt met een vrijwillige opname in het geding.’ Dan wordt de mening van de advocaat gevraagd. ‘Koen kan meer aan en is actief. Hij is al naar stad geweest. Ik zie hem niet iedere dag, maar misschien is een RM van drie maanden voldoende’, oppert hij. Geen goed idee, vindt psychiater in opleiding Rode. ‘Er is meer tijd nodig om Koen stabiel te krijgen.’ De rechter geeft Koen alle tijd om te reageren, maar uiteindelijk beslist ze voor een RM van zes maanden. Ze kent zijn voorgeschiedenis. ‘Ik zie dat het beter met je gaat, maar je bent nog te wispelturig. Dokter Rode kan altijd nog beslissen om de duur in te korten.’ ‘Ik ben het helemaal met u eens’, reageert Koen. Zitting gesloten.
Qui-vive ‘Op Opname 1 zitten patiënten met een ernstige psychiatrische stoornis. Ze zijn depressief met psychotische en suïcidale kenmerken’, legt psychiater in opleiding Erdem Yaktemur uit. ‘Veel patiënten kampen met persoonlijkheidsstoornissen als borderline, automutulatie (zelfbeschadiging), of schizofrenie. Het gaat om acute psychiatrie in de meest ernstige vorm. Als de patiënt binnenkomt stellen we binnen 24 uur een behandelplan op.’ ‘Per jaar komen hier zo’n driehonderd patiënten binnen, 80 procent heeft een psychotische stoornis en ongeveer de helft is hier niet vrijwillig’, zegt Gijsman. De afdeling is hermetisch afgesloten, maar patiënten lopen er vrij rond. Tijdens een rondgang op de afdeling
roept een patiënt alsmaar: jurken kopen, jurken kopen. In het midden van de gang staat een kantoor dat grotendeels van glas is en uitkijkt over de gangen waaraan de patiëntenkamers liggen. Zo op het oog lijkt er niets aan de hand. ‘Maar de vlam kan zo in de pan slaan’, weet Bäcker. ‘Patiënten zijn vaak verward en achterdochtig. Van een klontje suiker in de koffie kan een patiënt al doordraaien en denken dat hij vergiftigd wordt. Sommige mensen horen stemmen en krijgen opdracht iemand te slaan. Op gevaarlijke voorwerpen houden we scherp toezicht. Serviesgoed breekt in onscherpe gruzelementen.’ Medewerkers moeten constant op hun qui vive zijn. Ze krijgen trainingen om met geweld om te gaan. Want hoe pak je iemand vast? Wie houdt de regie? ‘Behalve het fysieke deel, krijgen medewerkers ook een training interactievaardigheden’, aldus Gijsman. ‘Deze training is vooral gericht op het voorkomen van geweld. Hoe communiceer je met patiënten en hoe benader je ze, zodat de situatie niet escaleert. Onze patiënten hebben een groot territorium nodig. Ga je te dichtbij staan, dan worden ze bang of agressief. Hoe houd je contact zonder iemand op de kast te jagen? Doel van deze zogenoemde MAT-trainingen, ontwikkeld door Tom Kuipers, directeur Zorg GGz, is zoveel mogelijk separaties te voorkomen.’
Middel of maatregel onder dwang De drie separeerruimtes zijn schamel ingericht met alleen een wc, matras en een scheurjurk. Eigenlijk een antischeurjurk, zodat een patiënt zichzelf niets aan kan doen. Of het nu om een separatie gaat of time-out het zijn maatregelen onder dwang. ‘Dat mogen we niet zomaar doen’, zegt Bäcker. ‘Dat gaat in overleg met ons’, aldus Yaktemur. ‘We registreren dat, melden het aan de directeur Patiëntenzorg en aan de Inspectie. Overigens betrekken we bij de behandeling de patiënt en/of familie zoveel mogelijk. We hebben niets te verbergen. Heel belangrijk voor de patiënt en voor de hulpverleners.’ Heikel punt is ook medicatie onder dwang. Gijsman: ‘Wanneer geef je gedwongen medicatie en wanneer separeer je? Uit onderzoek blijkt dat de helft van de patiënten zegt:
9
Trainster Maloe Hofland: ‘Door bewegen ofwel psychomotorische therapie kunnen patiënten ontspannen en hun impulsen beter reguleren.’ geef me een spuit, separeer me alsjeblieft niet want ik word gek. De andere helft kiest juist voor separatie.’
Naar buiten De afdeling mag dan hermetisch afgesloten zijn, patiënten kunnen wel naar buiten. Aan de woonkamers liggen tuinen voorzien van hoge muren en hekwerken. Ook aan de separeerruimte ligt een tuin. ‘Daar gaan we koffie drinken of met de patiënt eten als het kan’, vertelt Bäcker. Tijdens de rondgang op de afdeling blijken de tuindeuren op slot, omdat een patiënt voortdurend probeert te ontsnappen. Zodra Bäcker de tuindeuren openmaakt staat de patiënt al achter ons. ‘Kom we gaan weer naar binnen’, zegt Bäcker heel bedaard. Soms breekt er iemand uit. Bäcker: ‘Dan waarschuwen we de politie per telex die dan meteen een zoekactie begint en de patiënt terugbrengt.’ De naam van de patiënt is om privacyredenen gefingeerd
onderzoek
Diagnostiek bij de ziekte van Alzheimer berust nu vooral op (veranderingen in) klinische gegevens en is daardoor een langdurige zaak. Een definitieve diagnose kan pas na de dood worden gesteld. Neurochemicus dr. Marcel Verbeek, werkzaam bij de afdeling Neurologie, en principal investigator in het Dondersinstituut voor Neurowetenschappen, gaat de komende jaren aan de slag om een test te ontwikkelen die aan de hand van een beetje hersenvloeistof de ziekte van Alzheimer al in een vroeg stadium betrouwbaar kan aantonen. M ar t en D ooper
Moleculaire vroegdiagnostiek bij Alzheimer De ziekte van Alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie, is tot op heden niet te genezen. Toch is het zinvol om te zoeken naar methoden die de ziekte al in een vroeg stadium met zekerheid kunnen vaststellen, vindt neurochemicus dr. Marcel Verbeek. ‘Om te beginnen willen patiënten, hun naasten en ook behandelaars graag in een vroeg stadium met zekerheid weten of de klachten voortkomen uit de ziekte van Alzheimer of dat de klachten een andere, mogelijk goed behandelbare oorzaak hebben. Mensen willen ook graag vroeg weten wat er aan de hand is om vervolgens nog zelf de zorg voor de toekomst te kunnen plannen. Ook voor artsen is het van belang te weten of er sprake is van de ziekte van Alzheimer. Zij kunnen daarmee rekening houden bij de behandeling van andere aandoeningen van de patiënt. Tenslotte is betrouwbare vroege diagnostiek van belang voor een beter inzicht in de waarde van bestaande en nog te ontwikkelen medicijnen tegen de ziekte.’ In die redenering staat Verbeek niet alleen. Immers, onlangs trok het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) een flink bedrag uit, 15 miljoen euro om precies te zijn, voor onderzoek naar vroege diagnostiek van de ziekte van Alzheimer. ‘Het CTMM is een publiek-private samenwerking waarin universiteiten, industrieën en de overheid samenwerken om te komen tot nieuwe vormen van gezondheidszorg die gebaseerd zijn op kennis van de moleculaire mechanismen die ten grondslag liggen aan de veel voorkomende ziektes’, legt Verbeek uit. ‘Een van die ziektes is de ziekte van Alzheimer, waaraan inmiddels naar schatting ruim 150.000 mensen in Nederland lijden. De diagnostiek daarvan leunt nu in belangrijke mate op klinische verschijnselen en het beloop daarvan in de tijd. Dat betekent dat het jaren kan duren voordat de diagnose Alzheimer wordt gesteld. Het CTMM-project heeft als doel diagnostiek te ontwikkelen aan de hand van biomarkers, in het lichaam voorkomende verklikkers van de ziekte, of diagnostiek aan de hand van beeldvormende technieken.’
Signaal versterken Deze uitdaging wordt de komende vijf jaar aangegaan door een samenwerkingsverband van de universiteiten van Nijmegen, Maastricht, Leiden en de Vrije Universiteit Amsterdam, Philips en Organon in het zogeheten LeARNproject. ‘Door de samenwerking met de industrie kan de nieuwe wetenschappelijke kennis die het onderzoek oplevert ook snel worden omgezet in economische waarde bijvoorbeeld in de vorm van patenten en producten’, legt Verbeek de gekozen constructie uit. De Nijmeegse inbreng in het LeARNproject bestaat uit twee delen. ‘Om te beginnen is het onze taak een test te ontwikkelen waarmee de ziekte van Alzheimer aan de hand van biomarkers al in een vroeg stadium betrouwbaar kan worden vastgesteld. Daarnaast biedt de in Nijmegen opgezette biobank met patiëntenmateriaal de mogelijkheid aansluitend de betrouwbaarheid en gevoeligheid van zo’n test na te gaan. In de laatste fase van het onderzoek zal de ontwikkelde test in nieuwe patiënten op zijn bruikbaarheid onderzocht moeten worden. Daarbij zal het Alzheimer Foto: Frank Muller
10
radbode 9 - 2 0 0 8 Centrum Nijmegen een belangrijke rol gaan spelen.’ Dat juist Verbeek de kar gaat trekken bij de ontwikkeling van een test voor de ziekte van Alzheimer op grond van biomarkers, mag geen verbazing wekken. ‘Ons Laboratorium voor Neurologie en Kindergeneeskunde is al jaren toonaangevend wat betreft neurochemische diagnostiek. Dat houdt in het opsporen van ziektes aan de hand van moleculen in hersen- en ruggenmergsvloeistof, de zogeheten liquor.’ Ook voor een test voor de ziekte van Alzheimer gaat Verbeek aan de slag met de liquor. ‘Het is al bekend dat mensen met verschillende vormen van dementie afwijkende hoeveelheden en vormen van de eiwitten amyloid bèta en tau in de liquor hebben. Deze eiwitten hopen zich bij Alzheimerpatiënten op in het hersenweefsel en veroorzaken daar schade aan de hersencellen. We willen de meting nu specifieker maken
prijzen en benoemingen
voor de ziekte van Alzheimer. Er zijn momenteel aanwijzingen dat bij deze vorm van dementie het eiwit amyloid bèta vooral schadelijk voor de hersenen is als het aaneenklit tot ketens van enkele tientallen moleculen. Groeien de ketens amyloid beta daarna nog verder aan, dan slaat het eiwit neer in de voor de ziekte van Alzheimer zo karakteristieke seniele plaques. Het idee is nu dat deze tussenvorm, de zogeheten amyloid bèta oligomeren, vooral belangrijk is in de vroege fase van de ziekte. Voor die vorm willen we dus graag een diagnostische test ontwikkelen. Probleem is dat deze oligomeren maar in zeer minieme hoeveelheden in de liquor voorkomen. We hopen door gebruik te maken van een recent beschreven techniek, de zogeheten bio-barcode assay, het signaal toch zodanig te versterken dat er een betrouwbare meting uitrolt.’ n
P r o f . d r. H a n s B l i c k m a n
Nieuwe wetenschappelijk directeur NCEPB
Nadat hij gedurende acht jaar de rol van afdelingshoofd Radiologie in het UMC St Radboud heeft vervuld, heeft prof. dr. J.G. (Hans) Blickman aangegeven dat hij niet zal opteren voor een nieuwe periode als afdelingshoofd. Met ingang van 21 mei 2008 zal hij zijn functie als afdelingshoofd neerleggen en per 1 oktober zal hij uit dienst treden van het UMC St Radboud. De Raad van Bestuur heeft dr. George Ziedses des Plantes, plaatsvervangend afdelingshoofd Radiologie, verzocht professor Blickman tot nader order op te volgen als afdelingshoofd Radiologie ad interim en prof. dr. Jan Willem Leer zal hem daarbij, als interim-manager, terzijde staan.
Foto: Flip Franssen
P r o f . d r. R o n a l d d e G r o o t
Richard Grol (links) en Paul Smits: ‘Het NCEBP moet zich positioneren t.o.v. de andere onderzoeksinstituten.’ Sinds afgelopen maand kent het NCEPB, het Nijmegen Centre for Evidence Based Practice, een nieuwe wetenschappelijk directeur. Prof.dr. Richard Grol, oprichter van het NCEBP, heeft na acht jaar het stokje doorgegeven aan prof.dr. Paul Smits. Aan hem onder andere de taak de komende tijd het NCEBP te positioneren tussen de andere vijf onderzoeksinstituten van het UMC. ‘Het NCEBP dankt zijn bestaan aan het visiedocument Kennis op Koers uit 2000’, memoreert Grol ‘Dat defi nieerde naast een viertal hoofdprogramma’s voor het medisch onderzoek, zoals Oncologie en Neurowetenschappen, ook twee zogeheten dwarsverbanden. Deze dwarsverbanden bundelden onderzoek waarmee alle hoofdprogramma’s van tijd tot tijd mee te maken krijgen. Enerzijds onderzoek naar moleculaire mechanismen van ziekten, anderzijds onderzoek dat zich richt op klinische toepassing van die kennis, op de effectiviteit van medisch handelen en op de implementatie van nieuwe inzichten. Dat onderzoek was rond 2000 nog gefragmenteerd, er bestond behoefte aan focus en samenwerking. Dit leidde tot de oprichting van twee onderzoeksinstituten aan het UMC: het NCMLS met als focus de moleculaire mechanismen en het NCEBP dat zich bezighoudt met methodologie, effectiviteit en implementatie.’ Dat Grol de eerste wetenschappelijk directeur van het NCEBP zou worden, lag voor de hand. Als hoogleraar Kwaliteit van Zorg trok hij met de Werkgroep Onderzoek Kwaliteit (WOK) al sinds 1989 in Nijmegen de kar van dit type onderzoek. Onder zijn leiding groeide het NCEBP, dat naast de WOK ook afdelingen omvat als Medische Psychologie, Epidemiologie & Biostatistiek, MTA, Ethiek, Filosofie & Geschiedenis van de Geneeskunde en klinische groepen als Psychiatrie, Neurologie, Reumatologie, Longziekten, Geriatrie, Preventieve Tandheelkunde en het Fertiliteitsonderzoek, de afgelopen jaren uit tot een internationaal hoog aangeschreven onderzoeksinstituut. Zoals onder ander bleek uit de lovende woorden van de internationale visitatiecommissie die in 2005 het NCEBP onder de loep nam. In het visitatierapport wemelde het van de termen ‘excellent’ en ‘outstanding’. De verschillende onderzoeksterreinen van het instituut werden in meerderheid gekenschetst als internationaal competitief of zelfs internationaal baanbrekend. ‘De afgelopen jaren hebben we geprobeerd het niveau van het instituut waar mogelijk nog te verhogen’, zegt Grol. ‘Onder andere door
begeleidingsplannen op te stellen voor promovendi, door principal investigators te selecteren op grond van objectieve, vastgelegde criteria en door de invoering van zelfevaluaties.’
Uitdagingen ‘Ik ben dan ook trots en vereerd dat ik het stokje van Richard mag overnemen’, zegt Smits. Naast het continueren van de kwaliteit van het instituut, ziet Smits ook enkele nieuwe uitdagingen. ‘Het toegepast onderzoek binnen het NCEBP kun je beschouwen als een drietrapsraket. Eerst moet de basale kennis die vanuit fundamenteel onderzoek en vanuit proefdieronderzoek bekend is, vertaald worden naar toepassingen bij de mens, het zogenaamde translationeel onderzoek. Vervolgens dienen die toepassingen vertaald te worden in bewezen effectieve medische handelingen, zogeheten evidence based medicine. Tot slot moet het nieuwe handelen ingevoerd worden in de dagelijkse praktijk zodat iedere patiënt ervan kan profiteren. Het NCEBP richtte zich tot nu toe vooral op onderzoek naar de effectiviteit van het medisch handelen en de implementatie daarvan. Ik wil proberen ook de eerste stap, het genoemde translationele onderzoek, een extra impuls te geven. Daarmee zal er binnen het NCEBP naast evidence based medicine ook meer aandacht komen voor mechanism based medicine. Het is per slot van rekening niet alleen belangrijk dat een medische handeling werkt, maar dat ook bekend is hoe het werkt.’ In de nieuwe organisatie van het UMC zal het NCEBP zich moeten positioneren ten opzichte van de andere vijf onderzoeksinstituten: het NCMLS en de vier nieuwe onderzoeksinstituten die voortkomen uit de voormalige hoofdprogramma’s. Smits: ‘Enerzijds moeten NCEBP en NCMLS de nieuwkomers de ruimte gunnen zichzelf te profileren, anderzijds moeten we ervoor waken het NCEBP en het NCMLS, beide inmiddels internationaal toonaangevend, uit te kleden ten koste van de nieuwe instituten. Voorop staat dat deze zes onderzoeksinstituten er samen aan gaan werken om het niveau van het wetenschappelijk onderzoek in ons UMC verder te versterken. Het is belangrijk daarbij na te gaan waar gezamenlijke belangen liggen voor de zes onderzoeksinstituten, bijvoorbeeld het ontwikkelen van gezamenlijke PhD-programma’s, en samenwerking in het verwerven van financiële middelen enzovoort.’ MD
11
Prof. dr. Ronald de Groot, kinderarts-infectioloog en hoofd van de afdeling Kindergeneeskunde ontving tijdens het jaarlijkse congres van de European Society for Paediatric Infectious Diseases op 15 mei in Graz,Oostenrijk de prestigeuze Bill Marshall Award. Deze award wordt jaarlijks uitgereikt aan diegene die een uitzonderlijke bijdrage heeft geleverd op het gebied van de pediatrische infectieziekten waarin deze persoon op zowel klinisch als wetenschappelijk gebied moet excelleren. De prijs is ingesteld ter nagedachtenis aan Bill Marshall, een kinderarts-infectioloog van Australische afkomst die werkzaam was in het Great Ormond Street Children Hospital in Londen.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie drs. J.J.W. van der Burg, vrijdag 30 mei om 10.30 uur. Titel: Drooling in children with cerebral palsy: Impact and behavioural treatment • Promotie mw. drs. J. Buijs, vrijdag 30 mei om 13.30 uur. Titel: Bacterial morphology and cytokine responses during initial treatment of gramnegative sepsis • Promotie D.J. Baker, woensdag 4 juni om 10.30 uur. Titel: The mitotic checkpoint in cancer and aging • Promotie drs. W.J.E.M. Habraken, woensdag 4 juni om 13.30 uur. Titel: Development of biodegradable calcium phosphate cement for bone tissue engineering • Promotie ing. H.A. Banus, donderdag 5 juni om 10.30 uur. Titel: Host genetics and genomics of bordetella pertussis infection and vaccination • Promotie drs. G.J. Hannink, donderdag 5 juni om 13.30 uur. Titel: Bone impaction grafting under reconstruction • Promotie mw. drs. C. Prahl, vrijdag 6 juni om 13.30 uur. Titel: The effects of infant orthopedics. A clinical trial • Promotie mw. drs. L.J.C. Rotteveel, maandag 9 juni om 13.30 uur. Titel: Cochlear implantation in the compromised cochlea • Promotie mw. drs. M.E.P. Philippens, dinsdag 10 juni om 13.30 uur. Titel: Radiation tolerance of the rat spinal cord: volume effects and MR imaging • Promotie mw. drs. A.M. Hövels, dinsdag 10 juni om 15.30 uur. Titel: The value of MR lymphography in the detection of lymph node metastases in patients with prostate cancer • Promotie drs. T.G.P.H. Mettes, vrijdag 13 juni om 12.00 uur. Titel: Routine oral examination: towards a patient-tailored risk strategy * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Balistraat 15 Nijmegen (veiling)
Werkwijzer Zorg heeft de meest uiteenlopende functies bij de beste werkgevers in de gezondheidszorg in de regio Nijmegen e.o. Wij zijn op zoek naar kandidaten met verschillende opleidingsniveaus.
Volledig gerestaureerd en gemoderniseerd app. (85m2), (250m3) met behoud van alle authentieke details: sierplafonds, paneeldeuren etc. Op unieke locatie (galgenveld / indische buurt) in rustige omgeving nabij centrum.
Nijmegen Verzorgingshulpen niveau 2 Verzorgenden niveau 3 (IG) Verpleegkundigen niveau 4 Verpleegkundigen niveau 5 (HBO-V)
(www.meeus.com) 024-3227777 Open dag op zaterdag 7 juni.
Wijchen
Verzorgenden niveau 3 (IG)
Geïnteresseerd? Kom je dan inschrijven op een van onze vestigingen! Wijchen Spoorstraat 39 024-6421903
[email protected]
(Bio)medisch tekstwerk
Nijmegen Van Welderenstraat 1 024-3226600
[email protected]
Kijk voor alle banen op www.werkwijzerbv.nl
Het UTN redigeert en vertaalt uw: (populair)wetenschappelijke artikel • beleidstekst • voorlichtingstekst • dissertatie • presentatie • website • ... en meer
Sprok “Feesten aan de Waal”
Voor meer informatie kijk op www.ru.nl/utn/tekstwerk. U kunt uw verzoek richten aan
[email protected] of bellen met 024 – 3611425.
eUnieke zaal aan het water met balkon, terras en strand eSchitterende zaal op de dijk met prachtig terras onder de platanen
Het UTN Alle talen meester!
eVoor promoties, personeelsfeesten, presentaties en vegaderingen eLeuke logementen voor uw gasten van ver eSlechts 5 autominuten van centrum Nijmegen Sprok “Feesten aan de Waal” Waaldijk 9, 6681KJ Lent/Bemmel 024-3243703
[email protected] www.sprok.nl
radbode-utn 080521.indd 1
23-05-2008 15:02:03
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Radboud Collectiviteit! Financieel voordeel voor alle (oud-)medewerkers van het UMC St Radboud Akkermans Van Elten Privé Pakket
Internets paren, rente 4,2 5%!
Voordelig, overzichtelijk en perfecte dekking. Kijk in onderstaand schema hoeveel voordeel u kunt behalen.
Verzekering
Premie zonder Radboud korting
Premie met Radboud korting
Auto Peugeot 307, 80% no-claimkorting
€ 576,00
€ 417,65
Auto (2e gezinsauto) Renault Twingo, 80% no-claimkort. Inboedel € 75.000,- verzekerde som Woonhuis € 225.000,- verzekerde som
€ 324,50 € 234,75 € 211,50
€ 243,25 € 176,05 € 187,85
Aansprakelijkheid Gezin Rechtsbijstand
€ 53,00 € 195,90
€ 37,00 € 176,20
Doorlopende reis Gezin
€ 81,85
€ 65,00
€ 1.677,50
€ 1.303,00
Totaal per jaar
Onze adviseurs in het UMC St Radboud: Jeanette Millecam en Agneta Nijsse
Direct meer weten?
Uw voordeel per jaar € 374,50!*
Bel onze speciale Radboudlijn: 0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
* Deze tabel is een rekenvoorbeeld per product, inclusief 7% assurantiebelasting en 10% pakketkorting. Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van de Radboud Collectiviteit.
Het Radboud Hypotheekarrangement
Kom langs of maak een afspraak:
Een voorbeeld van de totale besparing met het Radboud Hypotheekarrangement bij een gewenst hypotheekbedrag van € 242.000,-. (koopsom € 220.000,-)
U vindt ons in het UMC St Radboud (vlakbij het PIP en FLEXPUNT): kamer 1.04, routenummer 526, 527
Tot 0,3% rentekorting (jaarlijks) 50% korting op de taxatiekosten 25% korting op makelaarscourtage bij aankoop 25% korting op makelaarscourtage bij verkoop Besparing notariskosten (schatting)
€ 726,00
en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur
€ 250,00 € 1.210,00 € 1.210,00 € 600,00
Uw voordeel bij aanvang* € 3.270,00
Openingstijden: maandag van 11.30 tot 17.00 uur
Bereken zelf uw voordeel: Kijk op www.akkermansvanelten.nl gebruikersnaam: radboud
per jaar* € 726,00
* Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van het Radboud Hypotheekarrangement.
12
wachtwoord:
voordeel
Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud
radbode 9 - 2 0 0 8 onderwijs
Samen een piramide bouwen Foto: Jan van Teeffelen
Gijs M unnichs
In het UMC St Radboud is veel aandacht voor samenwerken binnen de ketenzorg. Hoe werken de artsen in wording eigenlijk samen? In het Centraal Klinisch Onderwijs tijdens de studie Geneeskunde krijgen de coassistenten een oefening waarbij ze samen een piramide moeten bouwen. Hierbij wordt feedback gegeven op hun manier van samenwerken. ‘Deze oefening is levensecht. Je kunt dit gedrag niet faken.’
Een zonnige dag in mei. Op het grasveld naast het Kasteeltje staan vijftien studenten verzameld rond tientallen bamboestokken. De opdracht is om van de stokken, met behulp van elastiekjes, een piramide te bouwen van vier lagen hoog. Ze beginnen eerst in subgroepjes kleine piramides in elkaar te zetten. Deze worden daarna, met het nodige overleg en door samen te werken, gevormd tot één grote piramide. Na drie kwartier is de klus geklaard. In die tijd is er ‘van alles’ gebeurd. Aan de zijlijn observeerden twee trainers - docent Sascha van Kuppeveld en extern trainer Anke Peters - hoe er is samengewerkt. ‘Jullie lieten verschillende rollen zien’, vertelt Peters na afloop aan de studenten. ‘Sommigen namen de leiding, er waren volgers, anderen stelden kritische vragen bij het bouwen. Jullie konden elkaar goed overtuigen over wat er moest gebeuren. Als groep is er gericht gewerkt aan het gemeenschappelijke einddoel.’ Door middel van het stellen van vragen laten de twee trainers de coassistenten reflecteren op de oefening en het resultaat.
Niet praten, maar doen De piramideoefening is onderdeel van het Centraal Kli-
nisch Onderwijs (CKO) dat studenten in de klinische fase volgen en vindt plaats na het coschap Heelkunde. De coassistenten reflecteren hierbij op hun eigen vaardigheden in het samenwerken. ‘Eén beste manier van samenwerken is er niet’, zegt Van Kuppeveld. ‘We kijken met de studenten naar wat goed ging en wat verbeterd kan worden in de samenwerking. Ook bespreken we wat hun eigen rol daarbij was én kan zijn.’ Na de oefening geeft elke student aan welk leerdoel op het gebied van samenwerking die heeft voor de komende coschappen. ‘Meer mezelf durven laten horen als ik overtuigd ben van mijn gelijk’, zegt een student. Een ander zegt juist: ‘Eerst nadenken voor ik er iets uitflap.’ ‘Het goede van deze oefening is dat je niet alleen praat over samenwerken, maar vooral laat zien hoe je dat doet’, zegt chirurg Harry van Goor. ‘Het gedrag van de coassistenten in de oefening zal goed overeen komen met de praktijk. Je kunt je gedrag niet faken of gewenst gedrag laten zien, daar is de oefening te écht voor.’ Student Mariska beaamt dit laatste: ‘Binnen onze cogroep kennen we elkaar redelijk goed. Iedereen heeft zich laten zien zoals die echt is.’ In de evaluaties zijn de coassistenten erg enthousiast over dit onderwijsonderdeel. n
Smaakmaker in de sandwich Veel professionals in het UMC St Radboud moeten collega’s aansturen en taken coördineren. Hoe doe je dit? Vorig jaar is er een speciaal leertraject ‘coördineren met resultaat’ van start gegaan. In september dit jaar begint de derde groep. Professionals die coördinerende taken op zich nemen, zijn vaak de spil tussen leidinggevende en medewerkers. ‘Hoe je deze functie vervult, is te illustreren met de metafoor van een sandwich’, zegt Machteld Dronkers (Staf P&O). ‘Word je in die spilfunctie als het ware platgedrukt tussen je baas en je collega’s? Of ben je juist de smaakmaker?’ Het leertraject ‘coördineren met resultaat’ is voor professionals die formeel geen leiding geven, maar wel taken hebben waarbij ze collega’s aan moeten sturen. In de cursus leren ze vaardigheden zoals motiveren van medewerkers, resultaatgericht communiceren, timemanagement, onderhandelen en delegeren. Het leertraject is vooral voor mensen in de ondersteunende diensten,
bijvoorbeeld analisten, facilitaire en secretariële medewerkers. Het leertraject is vrij intensief. Gedurende enkele maanden zijn de cursisten twaalf dagdelen in de weer. ‘Ze voeren een intakegesprek waarbij ze samen met hun leidinggevende bepalen wat hun leerdoel wordt’, licht Dronkers toe. ‘Het betrekken van de leidinggevende is belangrijk om zo ook het geleerde te borgen in de praktijk. De cursisten brengen in het leertraject voorbeelden in die op hun eigen werksituatie van toepassing zijn. Zo leren ze bijvoorbeeld in rollenspellen met acteurs hun eigen gedrag in het coördineren te verbeteren.’
Confronterend Een van de twaalf cursisten in de eerste groep is Maria te Poele, stafmedewerker Laboratorium Kindergeneeskunde en Neurologie. Ze heeft de cursus in april afgerond. Enerzijds wilde ze meer theoretische achtergrond vergaren, om zo haar bevoegdheden in haar coördinerende taken te kennen. ‘Daarnaast had ik een meer
13
persoonlijk leerdoel’, vertelt ze. ‘Mijn valkuil is dat ik te meegaand ben in gesprekken met collega’s en de staf, waardoor ik wel eens vergeet wat mijn eigen doel is. In de cursus heb ik geleerd daar meer balans in te krijgen.’ Te Poele vond de training zeer nuttig. Na drie maanden was er een terugkomdag voor alle cursisten, waar ook hun leidinggevenden aanwezig waren. Te Poele: ‘Deze dag was geweldig. Je hebt intussen in de praktijk kunnen toepassen wat je hebt geleerd. Ik merk in mijn werk dat ik er echt profijt van heb. Je moet er wel voor open staan om te leren. Je krijgt feedback op gedrag dat je al jaren vertoont. De training kan behoorlijk confronterend zijn. Door daarvoor open te staan, haal je ook het meest uit de cursus.’ GM In september start een nieuwe groep met het leertraject ‘coördineren met resultaat’. Inschrijving hiervoor kan bij Hans van den Brink (P&O),
[email protected], tel. 10646.
radbode 9 - 2 0 0 8
mensen Monique Staub Na een dienstverband van 28 jaar heeft Monique Staub per 16 mei 2008 het UMC St Radboud verlaten. Monique zal als strategisch inkoper haar carrière voortzetten in de Sint Maartenskliniek. Natuurlijk gaan we Monique missen in ons inkoopteam. Haar enorme inzet en ervaring zijn van grote waarde geweest. Wij wensen Monique veel succes en plezier toe in haar nieuwe functie en zullen haar nog regelmatig tegenkomen als deelnemer van Duneicom, de Duits Nederlandse Inkoopcombinatie waar zowel het UMC St Radboud als de Sint Maartenskliniek in deelnemen. Monique heeft er voor gekozen om haar afscheid te vieren met haar inkoopcollega’s. Gerwin Meijer, manager Inkoop
Marijke Hankel Na 35 jaar zal onze collega Marijke Hankel het Radboud gaan verlaten om gebruik te kunnen maken van de FPU-regeling. Marijke heeft op diverse klinische afdelingen gewerkt en haar warmte en enthousiasme voor het vak uitgedragen. Haar uiteindelijke vaste stek was de afdeling Orthopedie. Ze heeft als teamspeler in de loop van de jaren een duidelijke stempel kunnen leggen op de werkwijze van fysiotherapie van deze afdeling. Een gedreven collega met een groot hart voor de patiënt; zo wordt er over Marijke gesproken. We zullen haar als mens en als collega missen op de afdeling. Marijke heeft te kennen gegeven haar afscheid in kleine kring te willen vieren. Marijke bedankt voor je jarenlange inzet en wij wensen je alle goeds toe voor de toekomst. Afdeling Fysiotherapie CSS, Steven van Moorsel, hoofd afdeling Fysiotherapie CSS
Marianne Blokpoel Op woensdag 28 mei is het vijfentwintig jaar geleden dat Marianne Blokpoel-de Ruyter in dienst trad als analist op de afdeling Pathologie. Zij startte haar loopbaan op het laboratorium voor Neuropathologie bij professor Slooff en stond later aan de basis van het laboratorium Speciële Histologie. Daar heeft zij een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van diverse nieuwe technieken. Thans vervult Marianne een belangrijke rol in het laboratorium voor Enzymhistochemie, waar zij betrokken is bij de spier- en zenuwdiagnostiek. Wij feliciteren Marianne met haar jubileum en hopen dat ze nog lang en met veel plezier op de afdeling Pathologie werkzaam zal zijn. Coos Diepenbroek, hoofdanalist Pathologie
René van Rheden René van Rheden, researchanalist in het Laboratoium voor Orale Biologie, is op 1 juni 25 jaar werkzaam bij de universiteit. Hij begon als histologisch analist op de afdeling Pathologie en combineerde dit vele jaren met een parttime dienstverband bij de afdeling Orthodontie en Orale Biologie. Vanaf het jaar 2000 is hij voltijds bij Tandheelkunde werkzaam. Wij kennen René als een kundig analist, die er plezier in heeft nieuwe technieken te ontwikkelen en om jonge onderzoekers in hun labwerk behulpzaam te zijn. Prof.dr. A.M. Kuijpers-Jagtman, afdeling Orthodontie en Orale Biologie
Annie van Huykelom Op 16 mei is het 40 jaar geleden dat Annie van Huykelom – Verbroekken in dienst trad van het UMC St Radboud. Gedurende deze periode heeft zij dertig jaar met veel plezier als verpleeghulp gewerkt binnen het Hartcentrum. De laatste tien jaar is zij werkzaam als afdelingssecretaresse op de verpleegafdeling Cardiothoracale Chirurgie / Longchirurgie / Longziekten (A10), een functie die Annie vol enthousiasme uitvoert. In die hoedanigheid is Annie vanaf september 2007 nauw betrokken bij de opstart en verdere doorstart van de Short Stay Unit (SSU) binnen het A-gebouw, waar ze binnenkort dan ook vast zal worden aangesteld. Annie is erg betrokken bij haar werk, zeer klantgericht, ziet mogelijkheden ter verbetering en pakt nieuwe kansen met beide handen aan. Kenmerkend voor haar zijn haar inzet, collegialiteit en enthousiasme. Namens alle medewerkers van verpleegafdeling A10 en de SSU feliciteren wij Annie met dit jubileum. Daarnaast bedanken wij Annie voor de samenwerking en inzet de afgelopen jaren. Ten slotte wensen wij Annie veel succes en werkplezier toe in
haar nieuwe functie als afdelingssecretaresse op de SSU. Op verzoek van Annie zal het jubileum in besloten kring plaatsvinden. Namens alle collega’s Jolanda ter Sluysen (hoofdverpleegkundige A10) en Jean-Pierre van Bergen (hoofdverpleegkundige SSU).
liteit en bescheidenheid. Patiëntenzorg staat voor haar altijd op de eerste plaats en zij heeft zich hiervoor met hart en ziel ingezet. Voor al haar inzet bedanken wij haar! Namens alle collega’s met wie ze heeft gewerkt. Ria van Mierlo, Hoofdverpleegkundige E30
teugen zal genieten van haar welverdiende pensioen. Belangstellenden zijn van harte welkom om persoonlijk afscheid te nemen van Marijcke op haar afscheidsreceptie op donderdag 12 juni 2008 van 17.30 tot 20.00 in Huize Heyendael. Prof.dr. Anne Speckens, afdeling Psychiatrie
Ellen Corsius
Marijcke Honee-van Zijll de Jong
Bert Graveth
Op 23 maart is Ellen Corsius 25 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Zij begon haar loopbaan als verpleegkundige op afdeling A30 Chirurgie heren. Wij bedanken Ellen voor haar inzet gedurende deze jaren en hopen ook voor de toekomst op een fijne samenwerking. Namens alle collega’s van afdeling A10 Cardiothoracale chirurgie en Longziekten, feliciteren wij Ellen met haar 25 jarig jubileum. In juni wordt haar jubileum gevierd met haar (oud) collega’s. Namens alle collega’s van de afdeling A10, Jolanda ter Sluysen, hoofdverpleegkundige
Marijcke Honee-van Zijll de Jong is gedurende negen jaar als senior psycholoog werkzaam geweest bij de afdeling Psychiatrie van het UMC St Radboud. In die hoedanigheid heeft zij een onschatbare bijdrage geleverd aan de patiëntenzorg van zowel opgenomen als ambulante patiënten met een diversiteit aan psychische problemen. Daarnaast heeft zij als klinisch psycholoog en praktijkopleider van de Stichting Praktijkinstellingen van de postdoctorale GGz-opleidingen Oost Nederland in belangrijke mate bijgedragen aan de opleiding van artsen, psychologen en psychiaters. Wij hebben Marijcke leren kennen als een warme, betrokken en integere collega en zullen haar node missen! Maar wij hebben er alle vertrouwen in dat zij met haar man, kinderen en kleinkinderen met volle
Erny Meij – van Kesteren Erny Meij gaat na 33 jaar de afdeling klinische Chemie verlaten. Per 1 juni start zij bij het PAOG als hoofd secretariaat. Erny is haar loopbaan begonnen als secretaresse bij het lab Inwendige Geneeskunde. Door haar sociale instelling en betrokkenheid was zij een spin in het web. De laatste jaren heeft zij het secretariaatswerk verruild voor de functie van coördinator bloedafname. In deze functie is Erny voor velen in het ziekenhuis een bekend gezicht geworden. Wij willen Erny bedanken voor haar inzet en het enthousiasme waarmee zij haar werk gedaan heeft. Wij wensen haar veel succes in haar nieuwe functie. Vera Gelsing, hoofd preanalyse en prof. dr. Hans Willems, hoofd afdeling Klinische Chemie
Na ruim 40 jaar verlaat de heer Bert Graveth, thans medewerker BTS binnen het Facilitair Bedrijf, met ingang van 1 juni het UMC St Radboud. Hij maakt gebruik van de FPU-regeling. Wij nodigen u uit om dit afscheid met hem te vieren op vrijdag 20 juni van 16.00 – 18.00 uur in het Studiecentrum (voorheen prékliniek), route 76. Wij kennen Bert als een zeer betrokken medewerker en willen hem dan ook bedanken voor zijn inzet gedurende de lange periode die hij bij het UMC werkzaam is geweest. Wij wensen hem nog veel fijne en gezonde jaren toe. J. Rutten v.d. Snoek, hoofd afdeling Logistiek
kleine boodschap In verband met de ruimte staan de boodschappen deze keer alleen op Intranet.
Speciale behandeling
Siebold de Graaf Op 4 juni nemen wij afscheid van Siebold de Graaf. Siebold heeft zich ruim dertig jaar als kinderarts en kinderoncoloog met hart en ziel ingezet voor zijn patiënten. Hij heeft een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de kinderoncologie in Nederland door participatie in het bestuur van de Stichting Nederlandse Werkgroep Leukemie bij Kinderen, en door zijn inbreng in protocolcommissies van de Stichting Kinderoncologie Nederland. Hiernaast heeft Siebold na zijn komst uit Groningen in 1999 een belangrijke bijdrage geleverd aan de patiëntenzorg voor kinderen met kanker in onze regio en aan de opleiding van arts-assistenten en fellows kindergeneeskunde. Mede door Siebolds inbreng, is het kinderoncologisch centrum Nijmegen gegroeid tot het tweede grote centrum in Nederland en het enige waarbinnen ook beenmergtransplantaties plaatsvinden. Voor de arts-assistenten kindergeneeskunde en voor de staf was hij een rots in de branding, die wij allen in de toekomst zeer zullen missen. Wij wensen Siebold en zijn echtgenote een goede en gezonde troisième âge met veel tijd voor reizen, hobby’s, muziek en kinderen. Peter Hoogerbrugge, subafdeling kinderoncologie, Ronald de Groot, afdeling kindergeneeskunde.
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Ùw huis onze Hoofdzaak
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Henny Eikholt Per 1 juni zal Henny Eikholt het Centraal Dierenlaboratorium gaan verlaten om gebruik te maken van de prepensioenregeling. Henny is op 1 juli 1963 in dienst getreden van het CDL. Hij is begonnen op de quarantaineafdeling als laboratoriumbediende. Later werd hij onderwijs- onderzoeksassistent E op de radionuclidenafdeling. Wij zijn Henny veel dank verschuldigd voor zijn inspanningen van de afgelopen 45 jaar. Ter gelegenheid van zijn afscheid wordt hem woensdag 11 juni een receptie aangeboden in Huize Heyendaal van 16.30 tot 18.30 uur. Wij nodigen u van harte uit om bij dit afscheid aanwezig te zijn. Merel Ritskes-Hoitinga, directeur CDL
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Colofon
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Stien van Brederode Ze heeft de eindstreep gehaald! Na 43 jaar werkzaam geweest te zijn als verpleegkundige op afdeling longziekten neemt Stien van Brederode op maandag 9 juni afscheid! Dit vieren we in de koffiekamer van E30 van 10.00 - 11.30 uur. Stien is in staat geweest om alle veranderingen die op haar pad gekomen zijn het hoofd te bieden, rechtop te blijven staan en door te gaan. Ze is altijd zichzelf gebleven, in eenvoud, zonder poespas. Stien is uniek in haar loya-
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
14
Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen , Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Marlies Mielekamp, Frank Muller, Daan van Speybroeck en Jan van Teeffelen. E-mail: radbode@com. umcn.nl, telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat, Patrick Voskuilen Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 13 juni 2008
radbode 9 - 2 0 0 8 opinie
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel In verband met de vakantieperiode is het PIP in de maanden juli en augustus op vrijdag gesloten.
PIP tip Op 19 mei 2008 is een principe akkoord bereikt tussen vakbonden en de Raad van Bestuur over een Sociaal Plan. Dit Sociaal Plan geldt van 1 april 2008 tot en met 31 december 2010 voor reorganisaties in het kader van ‘Beter worden in het Radboud’. : medewerker ➔ pip on line ➔ actueel
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en op het presentatiebord bij PIP.
Vacaturetip Voor een coördinator die houdt van het uitvoeren van complexe taken 08702 Coördinator secretariaat, Antropogenetica : werken bij het UMC ➔ vacatures
FLEX Bent u verpleegkundige en op zoek naar een afwisselende baan? Dan is werken via FLEX, intern uitzendbureau, interessant voor u. Voor meer informatie over FLEX: kijk op onze site. Voor meer uitleg over uw inzet als verpleegkundige: bel of mail ons. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk. T (024) 361 03 03,
[email protected] route 534, interne post 536 ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
In de Hospital Standardized Mortality Rates wordt de ziekenhuismortaliteit afgezet tegen te verwachte sterftecijfers. Internist Hub Wollersheim vraagt zich af of dit getal relevant en betrouwbaar is en of je er verbeteractiviteiten op kunt baseren? Ofwel kunnen patiënten op basis van deze getallen hun veiligheidsvertrouwen schenken? Wollersheim is nog sceptisch, maar gelooft wel in de ontwikkeling van steeds betere statistische analysetechnieken die echte verschillen laten zien. Tussen haakjes: wil je gegevens van je eigen ziekenhuis inzien, dan kost dat geld.
In God we trust, all others should show data
het betoog
Betrouwbaarheid
Recent organiseerde het UMCU een bijeenkomst over de landelijke introductie van de HSMR. In de Hospital Standardized Mortality Rates wordt de feitelijke ziekenhuismortaliteit afgezet tegen de te verwachten sterftecijfers, gecorrigeerd voor diagnose, leeftijd, geslacht, urgentie en ligduur. Bij obductiebesprekingen leerde ik dat in een ziekenhuis op jaarbasis ongeveer evenveel mensen overlijden als er bedden zijn. Eind jaren tachtig overleden in ons UMC op jaarbasis ongeveer 900 patiënten, met een bepaalde variatie. Deze variatie, uitgedrukt in de zogenoemde standaarddeviatie (SD), lag rond de 30. Dat laatste is belangrijk, want een toe- of afname in de tijd of een afwijking van de norm van twee maal de SD of meer duidt op een probleem.
Toepassing Eind jaren negentig corrigeerde de Brit Brian Jarman mortaliteitscijfers voor risico en begon ziekenhuizen met elkaar te vergelijken. Onderzoekers toonden aan dat de Bristol case (een verhoogde mortaliteit in de kinderhartchirurgie door medisch falen) en de Shipman case (een Engelse huisarts die een groot aantal patiënten vermoordde) eerder ontdekt zouden zijn als men de beschikking had gehad over vergelijkende mortaliteitsstatistieken. In New York State weet men dit al 20 jaar. Daar publiceert men op een openbaar toegankelijke website de voor risico gecorrigeerde mortaliteitscijfers van alle maatschappen Cardiothoracale Chirurgie. Scoor je slecht volgt verplichte analyse. Als de analyse het vermoeden van onveilige chirurgie bevestigt, wordt de afdeling gesloten. In vijf jaar daalde de mortaliteit met 40 procent en schommelt nu tussen de 2 en 3 procent. Daarbij zou de 6,7 procent van de Radboud case in 2004, overigens net als de 1,9 procent van nu, direct opgevallen zijn. In Nederland zijn dit jaar de geanonimiseerde HSMR’s gerapporteerd. Er waren positieve (met een 28 procent onderscore) en negatieve uitersten. 23 Ziekenhuizen weken duidelijk af van het landelijk gemiddelde en drie ziekenhuizen hadden zelfs een overmatige sterfte van 40 procent. Ik heb er weinig over gehoord. De middenmoters houden zich stil, de toppers verheugen zich op de openbaarmaking in 2009 en de laagvliegers hebben, naar ik hoop, intern spoedoverleg over verbeteracties gevoerd.
Discussiepunten In de discussie over de HSMR staat een aantal vragen centraal: is dit getal relevant en betrouwbaar, wat is het discriminerend vermogen en kun je er verbeteractiviteiten op baseren?
Als er één cijfer betrouwbaar lijkt, is het de mortaliteit. Minder betrouwbaar worden de factoren die de ernst van het ziektebeeld mede bepalen vastgelegd. Daarom scoren de academische ziekenhuizen slechter; deze zien namelijk in het algemeen zwaardere patiënten.
Relevantie Voor een internist lijkt de discussie over het gebruik van mortaliteitscijfers minder relevant. Immers de meeste patiënten hebben een chronisch ziektebeeld. Een eventueel onkundig handelen heeft slechts een marginale invloed op de mortaliteit op de lange termijn. Tevens zijn er zo veel anderen - huisarts, gespecialiseerde verpleegkundige, andere medisch specialisten, de patiënt zelf - bij de zorg betrokken, dat een fout met schade moeilijk naar mij te herleiden zal zijn. Dat is anders in hoogrisico beroepen zoals de Heelkunde, Verloskunde, Intensive Care en Anesthesiologie. Er is bij deze specialismen een veel sterkere relatie tussen een foutieve handeling en direct aantoonbare schade.
Basis voor verbeteractiviteiten Een verhoogd mortaliteitscijfer van een ziekenhuis is een redelijk abstract getal. Het krijgt concretere betekenis door het te relateren aan een diagnosegroep, een ingreep of een individuele zorgverlener. Deze detaillering heeft echter ook weer nadelen. De getallen worden kleiner en de toevalskans neemt toe. Daar staat tegenover dat er steeds nauwkeurigere statistische analysetechnieken (CUSUM-analyses en funnel-plots) worden ontwikkeld die verschillen en de betrouwbaarheid ervan verduidelijken. Deze statistische technieken worden in het komend jaar in ons ziekenhuis geïntroduceerd. Het interne auditteam experimenteert ermee en diverse wetenschappelijke verenigingen hebben belangstelling.
Een commerciële werkplaats Ik belde met Prismant. Aan hen leveren de ziekenhuizen hun cijfers. Daaruit maken zij de voor risico-gecorrigeerde vergelijkende overzichten. Het bleek dat ik de cijfers van ons UMC kon krijgen door lid te worden van de ‘HSMR-werkplaats’. Deze werkplaats is mee opgezet met de Praktijkindex, een commercieel bureau. Zij leren mij de cijfers te begrijpen en te hanteren bij verbeterplannen. De kosten voor 12 uur cursus bedragen 4.250 Euro, dat is bijna 400 euro per uur, meer dan tweemaal mijn uurloon. Er is voor dit project ruime subsidie van het Ministerie van VWS ontvangen. Ik kan nog veel leren. n Dr H Wollersheim, internist, afdeling Kwaliteit van Zorg.
Cursussen en trainingen In september start de vernieuwde Radboud Leergang voor Leidinggevenden (RLL). Voorlichtingsbijeenkomst: 10 juni van 15.30 -16.30 uur in de Marijnenkamer, Huize Heyendael. Geïnteresseerd? Aanmelden via:
[email protected] U kunt nog inschrijven voor de 2-daagse basistraining Verbale Agressietraining op 16 en 23 september 2008. De cursus Medische Terminologie start in augustus. Voor meer informatie en voor inschrijving, zie intranet: : Medewerker ➔ Leren in het Radboud ➔ Opleidingsaanbod ➔ Functiegericht
PIPnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
I n m e m o r i a m P r o f . d r. H e n k B o o n s t r a In de ochtend van donderdag 22 mei jongstleden is Henk Boonstra op de leeftijd van 67 jaar plotseling overleden. Na lange tijd in Groningen werkzaam te zijn geweest werd hij in 1998 in het UMC St Radboud aangesteld als hoogleraar Gynaecologische Oncologie. Tijdens die periode heeft hij gedurende enkele jaren ook het hoofdschap van de gehele afdeling en de functie van opleider voor zijn rekening genomen. Heel wat assistenten hebben het onder zijn bezielende leiding binnen het Nijmeegs cluster tot gynaecoloog gebracht. Van 1998 tot aan zijn pensionering eind 2005 heeft hij het vakgebied Gynaecologische Oncologie in ons academisch ziekenhuis stevig op de kaart gezet. Bij al zijn handelen stond de patiënt voortdurend centraal. Henk Boonstra was een echte patiëntendokter. De basis hiervoor had hij waarschijnlijk aan het begin van zijn carrière gelegd tijdens zijn werkzaamheden als zendingsarts in Afrika. Henk Boonstra moet gezien worden als de oprichter van het GOCN (Gynaecologisch Oncologisch
15
Centrum Nijmegen), een uniek samenwerkingsverband tussen tien ziekenhuizen in de regio Oost Nederland waarbij patiënten met gynaecologische maligniteiten academische zorg op locatie krijgen. Met deze samenwerking heeft hij de kwaliteit van de regionale oncologische zorg een sterke impuls gegeven. Onder zijn leiding werden de eerste subspecialisten in de Gynaecologisch Oncologie in Nijmegen opgeleid. Henk Boonstra was ook na zijn pensionering nog zeer actief betrokken bij het vakgebied Gynaecologische Oncologie. Hij was een fanatiek tennisser en zette zich met hart en ziel in voor de kerk. De laatste maanden ging het echter wat minder goed met zijn gezondheid. Velen in zijn omgeving hebben dat ook duidelijk kunnen merken. Niemand heeft echter dit plotselinge einde van zijn aardse bestaan zien aankomen. We verliezen in Henk een zeer aimabele collega met een groot hart voor de klinische patiëntenzorg. Wij wensen zijn vrouw en kinderen zeer veel kracht bij de verwerking van dit grote verlies. Prof.dr. Didi Braat en prof.dr. Leon Massuger
radbode ac t ueel 9 - 2008 De thuisbevalling staat onder druk. Veel vrouwen die thuis hun bevalling beginnen, komen uiteindelijk toch in het ziekenhuis terecht. Daarnaast is de babysterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen relatief hoog. Zou dit komen door onveilige thuisbevallingen? Op 19 mei debatteerden een gynaecoloog, een verloskundige en onderzoeker hierover in LUX op het UMC St Radbouddebat. Ook de zorg vóór de bevalling moet beter, vindt Nijhuis. ‘Er ontstaan problemen tijdens de bevalling doordat zaken niet goed gesignaleerd worden. Groeivertraging van de baby wordt bijvoorbeeld niet altijd herkend door een verloskundige die niet routinematig echo’s maakt. Betere afstemming tussen de verloskundige en de gynaecoloog kan dit voorkomen.’
Foto: Frank Muller
Bevallingsfabrieken
Ach en wee, verdwijnt de thuisbevalling? Gijs M unnichs
lingen. Ook het groot aantal keizersnedes zou een oorzaak kunnen zijn.’
Voldoet ons huidige ‘unieke’ Nederlandse systeem, waarin thuisbevalling een grote rol speelt, nog wel in de 21ste eeuw, vroegen twee gynaecologen zich af in een artikel in Medisch Contact eind januari. Een week later legt gynaecoloog prof.dr. Jan Nijhuis (Maastricht UMC) in NRC Handelsblad een verband tussen de hoge babysterfte en de typisch Nederlandse verloskunde. De publicaties werden gezien als een aanval op de thuisbevalling. ‘Iedere baby die sterft is er een te veel’, zegt Angela Verbeeten, vicevoorzitter Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen, op het LUXdebat. ‘Er is te veel onduidelijkheid rond de cijfers. De schuld wordt nu afgeschoven op de thuisbevalling. Dat is niet terecht. Er is niet vastgelegd of de sterfte veroorzaakt wordt door de bevalling. Er kunnen tal van andere oorzaken zijn. Laten we die eerst onderzoeken. De hoge sterfte kan ook komen doordat Nederlandse vrouwen op relatief oude leeftijd kinderen krijgen of door het hoge aantal meerlingen door vruchtbaarheidsbehande-
ethiek
Gesteggel over cijfers Verschillende belangengroepen lijken de sterftecijfers anders te interpreteren. Nijhuis vindt dat het gesteggel over de cijfers maar eens afgelopen moet zijn. ‘Hoe je de cijfers ook bekijkt: de babysterfte in Nederland is te hoog. Vergeleken met veertien andere Europese landen scoren wij het slechtst. In Nederland zijn we geneigd dat te relativeren. Laten we de cijfers serieus nemen en vooral kijken hoe de zorg beter kan.’ De thuisbevalling hoeft niet per se te verdwijnen, aldus Nijhuis. ‘Maar het moet geen doel op zichzelf zijn. Het is veel belangrijker dat er een goede zorgketen komt rond de zwangere vrouw, met een goede overdracht tussen gynaecologen en verloskundigen. Nu is het niet duidelijk wie de leiding in de zorg heeft. Er worden verschillende dossiers gevoerd, waardoor de gynaecoloog en verloskundige niet goed op de hoogte zijn van elkaars bevindingen. Het is essentieel dat er één elektronisch patiëntendossier komt voor de zwangere vrouw.’
Het is duidelijk dat mensen met psychische problemen niet allemaal hetzelfde zijn. Je hebt er die lijden, het leven moeilijk aankunnen en geen vlieg kwaad doen. Voorbeelden te over in de RIBW, maar kijk om je heen en je ziet er ook genoeg. Op straat of in je eigen kennissenkring. Daarnaast heb je mensen die lijden en het
Ach, zo’n steekpartijtje Ik ken veel ontzettend aardige mensen die zich bekommeren om medemensen met aanhoudende psychische problemen. Ze zijn sociaalpsychiatrisch verpleegkundige, psycholoog of psychiater, of ook hoogleraar of junioronderzoeker op het gebied van burgerschap van mensen met psychische problemen. Soms trouwens, vreemd genoeg, psychiatrische problemen genoemd. Deze mensen zijn oprecht bevlogen en ze doen fantastisch werk. Eigenlijk moet je het complete personeel van de Regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen Nijmegen-Rivierenland (RIBW) tot hen rekenen. Ik begeleid al een jaar of tien hun commissie ethiek, dus ik ken ze wel een beetje. Maar ook wetenschappers als Doortje Kal en Andries Baart horen daarbij.
leven moeilijk aankunnen maar die bovendien af en toe medemensen naar het leven staan. Denk aan Bilal B., de schizofrene jongen die ruim een half jaar geleden in Amsterdam-Slotervaart twee politiemensen met een mes te lijf ging. In de geschriften van de bekommerden lees ik niets over deze tweede groep. Alle mensen met psychische pro-
16
Verbeeten is het met Nijhuis eens dat de ketenzorg beter kan. Behalve dit, pleit Nijhuis ook voor centralisatie van de bevallingszorg. ‘Niet alle ziekenhuizen hoeven bevallingen te doen’, zegt hij. ‘Het aantal geboortes loopt terug. Sommige ziekenhuizen raken minder ervaren in het doen van bevallingen. Nu kunnen de meeste zwangere vrouwen nog kiezen tussen twee ziekenhuizen binnen een afstand van vijftien minuten. We moeten streven naar minder centra, die meer gespecialiseerd zijn. Hier zou 24-uur per dag een team paraat kunnen staan voor bevallingen, iets dat onmogelijk is om in alle ziekenhuizen te doen.’ Goede 24-uurs zorg zou de babysterfte kunnen terugdringen, aldus de twee gynaecologen die in Medisch Contact publiceerden. Marlies Rijnders, onderzoeker bij TNO, plaatst kritische kanttekeningen bij de gecentraliseerde zorg. ‘Je moet eerst heel goed uitzoeken welke effecten dit kan hebben op de keuzevrijheid van de vrouw en de uitkomst van de baring’, zegt ze. ‘Het is niet goed oplossingen aan te dragen, terwijl je niet eens weet waarom de babysterfte in Nederland zo hoog is. Een ander punt is dat vrouwen persoonlijke aandacht van zorgverleners heel belangrijk vinden. Verdwijnt dit niet als er grote bevallingsfabrieken komen?’ Volgens Nijhuis is er geen sprake van ‘fabrieken’ en kunnen die ziekenhuizen evengoed ‘persoonlijk’ zijn. Verbeeten is eveneens kritisch: ‘In het ziekenhuis hebben baby’s meer kans om infecties op te lopen.’
Ondergewaardeerd Verdwijnt de thuisbevalling? Acht jaar geleden zei Nijhuis in zijn oratie nog van wel. Anno 2008 denkt hij dat de thuisbevalling nog niet op zijn retour is. ‘Het zit ingebakken in onze cultuur’, merkt hij op. ‘Vrouwen zien het nog steeds als een falen als je niet thuis bent bevallen. Het aantal loopt nog niet zo hard terug als ik dacht.’ Nog steeds kiest zeventig procent van de vrouwen aanvankelijk voor een thuisbevalling. Rijnders vindt de thuisbevalling ondergewaardeerd. ‘Uit onderzoek blijkt dat laagrisico vrouwen die thuis bevallen minder ingrepen krijgen. Ze hebben vergelijkbare goede uitkomsten als laagrisico vrouwen in het ziekenhuis.’ Bovendien kijken vrouwen die thuis bevallen daar meer tevreden op terug dan vrouwen die in het ziekenhuis bevallen, aldus haar eigen onderzoek. Rijnders: ‘De thuisbevalling moeten we niet zomaar verloren laten gaan.’ n
blemen in het overigens prachtige boek Kwartiermaken van Kal zijn ontroerende, sneue, maar ook scherpziende mensen. Zoals Jan die zo graag ‘lid van de wereld’ wil zijn. Of die andere GGz-cliënte die ‘gewone mensen’ benijdt omdat hun leven ‘versierd met een doel’ lijkt te zijn. En de wereld van ‘gewone mensen’, u en ik dus, aan de andere kant van een kloof, discrimineert hen meedogenloos, met de wreedheid van pestende schoolkinderen. Niets over mensen als Bilal B. ‘Sssst, niks zeggen hoor, dan verdwijnt het probleem vanzelf’, lijkt de gedachte. En ook: ‘Deze mensen zijn zo beschadigd, dat het voor de hand ligt dat ze af en toe zelf schade aanrichten. Laten we het onderscheid tussen de twee groepen vooral over het hoofd zien en met de mantel der liefde bedekken. Want alleen liefde helpt.’ Liefdevolle aandacht, stokpaardje van Baart, zal alle wonden helen en nieuwe voorkomen. Maar ik houd wel van Jan, en niet van Bilal. En u? Carla Bal