Vanavond niet schat ? Dossier SOA PEDAGOGISCH DOSSIER
Dit dossier, eerste hoofdstuk van het pedagogisch dossier van de initiatieven ‘Vanavond niet schat ?’ werd gerealiseerd voor rekening van Plateforme Normes, Genre et Sexualités ( ULB ) in het kader van de 175ste verjaardag van de Université Libre de Bruxelles en van de initiatieven ‘Pas ce soir chéri(e) ? Pratiques et représentations de la sexualité (19e – 20e siècles)’.
Redactie en realisatie Julie Maetens ( Centre de Culture Scientifique, ULB-Parentville ). Organisatie Projectverantwoordelijken : Valérie Piette ( Faculté de Philosophie et Lettres, ULB ). Régine Beauthier ( Centre de droit comparé, d’histoire du droit et d’anthropologie juridique, ULB ). Medewerkers François Frédéric ( Les Archives et Bibliothèques de l’ULB ). Didier Devriese ( Les Archives et Bibliothèques de l’ULB ). Gonzague Pluvinage ( Centre de droit comparé, d’histoire du droit et d’anthropologie juridique, ULB ). Met de steun van SANOFI PASTEUR MSD.
Illustraties ( Oude affiches van het venerische gevaar, pagina 2 en 3 ) : Théophile Alexandre Steinlen - Collection Marine Robert, Therabel Belgium Roméo Dumoulin - Collection Marine Robert, Therabel Belgium Louis Ramaekers - Collection Vleeshuis - Photographe : Paul Louis. Rechthebbenden die we ondanks uitgebreid onderzoek niet hebben kunnen terugvinden, worden verzocht zich kenbaar te maken. Dankwoord Een speciaal woord van dank gaat uit naar Dokter Pascal Semaille (Dienst Infectieuze Aandoeningen, UMC Sint-Pieter) die zo vriendelijk was om, als deskundige infectiologie, zijn blik op dit dossier te werpen, om de inhoud ervan te bekrachtigen en de recentste gegevens betreffende SOA’s te bezorgen. We bedanken ook Professor Clumeck, directeur van de Dienst Infectieuze Aandoeningen van het UMC Sint-Pieter.
DOSSIER SOA PAGINA
Grafische vormgeving Tertio, Stroobantsstraat 48b, 1140 Brussel ( www.tertio-design.be )
Geschiedenis in het kort...
Al altijd boezemen SOA’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) angst in. Door seks en dood, twee taboeonderwerpen, aan elkaar te koppelen, werden de meest fantasierijke ideeën over die aandoeningen de wereld ingestuurd waar ze het volksgeloof voedden met de meest levendige vrees.
Théophile Alexandre Steinlen ( 1859-1923 ) Af fiche zwar t-wit lithografie, t ypografie in kleur, onder tekend “Steinlen 1916” onderaan rechts Drukker Berger-Levrault, Paris-Nancy, 81x60cm Brussel, Therabel Belgium
Syfilis, wellicht de ernstigste SOA vóór aids deed heel wat inkt vloeien en was gedurende tientallen jaren stof voor tal van mythes, waarbij een fobisch klimaat in stand werd gehouden, maar soms ook een zekere vorm van bewondering en lugubere aantrekkingskracht. In de 19de eeuw hield Syfilis, in een welbepaalde kring, nl. die van de kunstenaars en schrijvers, lange tijd de romantische mythe in stand van de ‘syfilisgeest’, waarbij dementieaanvallen die in werkelijkheid het gevolg waren van het binnendringen van de bacterie in het zenuwstelsel, gezien werden als het wondermiddel om de creativiteit en inspiratie van de kunstenaar te prikkelen.
Louis Ramaekers ( 1869-1956 ) Kleurenaf fiche lithografie, onder tekend “Louis Ramaekers” onderaan rechts, s.d.1900 Drukker J.-E Goossens, Brussel, 119x77cm Ant werpen, Museum Vleeshuis
Voor tal van schrijvers, zoals ondermeer Flaubert, Baudelaire, Maupassant, Théophile Gautier,… zijn de eerste tekenen van syfilis in zekere zin het bewijs van hun geslaagde inwijding, zoals Baudelaire het zo goed uitlegt in ‘Mon coeur mis à nu’: “De dag waarop de jonge schrijver zijn eerste (druk)proef corrigeert, is hij zo fier als een scholier die zijn eerste ‘sief’ te pakken heeft. ’ 1 Ook Maupassant schrijft in een brief aan een vriend hoe fier hij is dat hij echte syfilis heeft opgelopen! De sporen van zijn paranoia-aanvallen ten gevolge van de ziekte zijn terug te vinden in zijn novelle ‘ Le Horla ’. Deze mythe van de syfilisgeest die in het begin beperkt blijft tot de bevoorrechte kringen van de kunstenaars, zal geleidelijk aan alle lagen van
De eerste grote mythe die syfilis lange tijd heeft omhuld, heeft dan wel eerder een romantische connotatie die het ziektebeeld minder somber voorstelt, dit is niet geval voor de mythe van de “hersenverweking” of die van de “heredosyfilis” die lang fobieën en sociale uitsluitingen hebben onderhouden. Met de heredosyfilis ontstaat immers de gedachte dat de ziekte wordt overgedragen van generatie op generatie. Vermaarde wetenschappers onderscheiden zelfs “actieve” heredosyfilis (overgedragen van moeder op kind tijdens de zwangerschap of de bevalling) van de heredosyfilis “ten gevolge van de bevruchting” (met andere woorden het sperma van de vader) die misvormingen en andere uitwendige symptomen veroorzaakt bij de foetus die kunnen leiden tot een miskraam of een doodgeboorte. 1_Richel Julie, Quand le fléau de la honte entre dans les ménages, Brussel, 2006-2007, pagina 22.
DOSSIER SOA PAGINA
de maatschappij bereiken. De artsen gingen zelfs zover dat zij de vlagen van genialiteit gingen toekennen aan een syfilistoxine!
In werkelijkheid gaat het daar slechts om gevallen van congenitale syfilis, maar dit alles wordt pas later duidelijk, met de evolutie van de wetenschap. In afwachting is het de mythe van deze erfelijke syfilis die de grootste fobieën onderhoudt, want in de ogen van bepaalde artsen kan men dan wel redelijkerwijze hopen dat syfilis op een dag te genezen is, maar er is geen verlossing denkbaar voor de ‘ heredosyfilis-patiënt ’, die slachtoffer is van een aangeboren afwijking met niet specifieke symptomen (…). ’ 2 . Gezinnen waar gevallen van “heredosyfilis” uitbreken, worden met de vinger gewezen, behandeld als “vermolmd”, “besmet met de pest”, “achterlijk”,… Kortom: uitgesloten van de rest van de maatschappij, zoals blijkt uit dit uittreksel afkomstig uit een getuigenis in een scheidingszaak: “(…) ze heeft me verteld dat haar echtgenoot, nadat hij een aanval kreeg in de Nieuwstraat, naar dokter Coppez werd gebracht, dat hij getroffen was door locomotore ataxie. Mevrouw heeft me de betekenis van deze woorden die ik niet kende uitgelegd, d.w.z. dat hij gek ging worden, dat zijn vader gek gestorven was en dat hij afstamde van een verdorven familie. ’ 3
Roméo Dumoulin ( 1883-1944 ) Lichtdruk, onder tekend ‘ R.Dumoulin ’ onderaan rechts, s.d.1910 Drukkerij van kunstaf fiches, la Photot ypie belge, Brussel, 80x60cm Brussel, Therabel Belgium
Deze mythe van de heredosyfilis ging zelfs zover dat werd gevreesd dat een hele natie, een heel ras erdoor kapot kon gaan indien de ziekte niet op tijd een halt werd toegeroepen. Dit opende de weg naar de ontwikkeling van de naoorlogse eugenetica, periode waarin de propaganda van de Staat en de preventie van de artsen tegen het venerische gevaar zijn hoogtepunt bereikte. Deze gedachten mogen vandaag de dag, en in het licht van onze wetenschappelijke kennis over de ziekte, behoorlijk lachwekkend lijken, toch moeten we ons afvragen of al die huidige (foute) gedachten rond aids en alle SOA’s in het algemeen, niet buitengewoon gelijkaardig zijn? Ze veroorzaken dezelfde fenomenen van sociale uitsluiting die de zieken dubbel doen lijden, dezelfde vingerwijzingen, dezelfde ongegronde angst, hetzelfde geroddel,… Dit dossier werd in de eerste plaats op punt gesteld, als poging om deze clichés, deze foute gedachten met soms zware gevolgen een halt toe te roepen, door een voorstelling te geven van de meest actuele wetenschappelijke kennis terzake. Zijn tweede doelstelling is, dat hopen we toch, mensen bewust te maken van het feit dat seksualiteit deel uitmaakt van de geneugten van het leven en niet van de taboes. Zo hopen we dat dit document de lezers aan het praten brengt binnen de familiale kring, school, onder vrienden en dit ongeacht de cultuur, de ideologie en de sociale klasse. Omdat taboes gevolgen kunnen hebben en omdat deze gevolgen inzake seksualiteit soms dramatisch kunnen zijn, willen we de dialoog tussen mensen opentrekken, de mogelijkheid bieden om openlijk vragen te stellen en vooral gemakkelijk de antwoorden te vinden. De derde, en zeker niet minder belangrijke doelstelling van dit werk, is uiteraard aan preventie doen. We stellen namelijk vast dat het juist op het moment is dat we onze seksualiteit beginnen te ontdekken, dat we het minst (goed) geïnformeerd zijn over de risico’s die eraan verbonden zijn. Sommige SOA’s zijn dan wel relatief onschuldig of tegenwoordig goed te behandelen, maar andere de verschillende SOA’s bij ons, opdat iedereen zou weten wat te doen om zich ertegen te wapenen. Jong en oud, ouders, (klein)kinderen: dit dossier is voor jullie bestemd! Doorblader het van voor naar achter en van achter naar voor, lees het zonder schroom, alleen of met anderen, vind een antwoord op al je vragen of in elk geval de wegen die je ernaar toe zullen leiden, opdat de genoegens van de liefde geen ongenoegens meer worden…
2_C.Quetel, ‘ Présentation de la troisième partie ’ in Bardet J.P., Bourdelais P., Guillaume P., Lebrun F., Quetel Cl., Peurs et terreurs face à la contagion : choléra, tuberculose, syphilis, XIX-XXe siècles, Parijs, 1988, pagina 339.
DOSSIER SOA PAGINA
zijn ernstig en kunnen zelfs tot de dood leiden. En allemaal veroorzaken ze pijn. Dit dossier wil zo een betrouwbare bron van informatie zijn over
?
Wat is een SOA
Een Super Onverklaarbare Aandoening?
Een Super Onbehandelbare Aandoening?
Een Super Ongeneeslijke Aandoening?
Een Seksueel Onbetrouwbare Aandoening?
Définitie SOA staat voor Seksueel Overdraagbare Aandoening. In Europa wordt ook gesproken over SOI, Seksueel Overdraagbare Infectie, om te wijzen op het feit dat je besmet kunt zijn en dus zelf anderen kunt besmetten zonder echt ziek te zijn. De Canadezen hebben het over ITS (Seksueel Overdraagbare Infectie) of ITSS (Infectie die seksueel en via het bloed kan overgedragen worden).
SOA’s werden vroeger “venerische ziektes” genoemd, naar de Romeinse godin van de liefde, Venus. Ze omvatten alle besmettelijke ziektes die voornamelijk worden overgedragen tussen twee personen tijdens verschillende soorten seksueel contact : geslachtsgemeenschap met penetratie, orale seks (fellatie, cunnilingus, anulingus), anale seks met penetratie.
Opgepast ! Een seksueel overdraagbare aandoening kan ook nog op een andere manier worden overgedragen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de volgende SOA’s: • HIV/aids kan ook via het bloed worden overgedragen van moeder op kind tijdens de zwangerschap, de bevalling of de borstvoeding.
•Hepatitis C die hoofdzakelijk via het bloed wordt overgedragen (belangrijkste overdrachtmanier) en heel zelden van moeder op kind tijdens de zwangerschap en de bevalling. •Syfilis kan ook via het bloed worden overgedragen van moeder op kind en via aanraking van huidletsels (met de vingers of de mond). •Herpes kan ook via kussen worden overgedragen. •Condylomen kunnen ook worden overgedragen via aanraking van letsels (met de vingers of de mond).
DOSSIER SOA PAGINA
•Hepatitis B kan ook via het bloed worden overgedragen van moeder op kind tijdens de zwangerschap en de bevalling en minder vaak via speeksel en kussen.
Alle gekende SOA’s op een rijtje... Virale aandoeningen Bacteriële aandoeningen
HIV/aids
Herpes simplex
Syfilis
Humaan Papillomavirus
Chancroïd
Virale hepatitis
Lymfogranuloma venereum
Gonokokken
Chlamydia trachomatis
Mycoplasma
Haemophilus vaginalis
Parasitaire aandoeningen
Trichomonas vaginalis
Vulvaire oxyurose
Schurft
Schaamluizen (Phtiriasis pubis)
Een keer is genoeg ! Eén risicocontact is genoeg om besmet worden. Vandaar het immense belang om je bij elk seksueel contact te beschermen. Bovendien hoef je niet echt ziek te zijn om iemand anders te kunnen besmetten. Het volstaat namelijk dat je zelf besmet bent, om iemand anders te kunnen besmetten, zonder dat je je daarbij noodzakelijk ziek voelt of dat de ziekte al uitgebroken is bij jou. Bovendien kunnen verschillende seksueel overdraagbare aandoeningen vaak soms asymptomatisch of heel onopvallend verlopen en daarom onopgemerkt voorbijgaan. Na een risicocontact kan je dus beter een arts raadplegen. Hij is er niet om je terecht te wijzen, maar gewoon om je te helpen!
Bij ons… De meest voorkomende SOA’s: HIV/aids Hepatitis B en C Genitale herpes Humaan Papillomavirus (veroorzaakt o.a. condylomen en baarmoederhalskanker, maar ook andere genitale aandoeningen) De meest voorkomende bacteriële SOA’s: Syfilis Chlamidia Gonorroe
DOSSIER SOA PAGINA
Het condoom blijft momenteel de enige manier om je te beschermen tegen SOA’s! Vergis je niet: de pil, het spiraaltje, de vaginale ring en spermaticiden bieden bescherming tegen zwangerschap, maar in geen geval tegen SOA’s!
DOSSIER SOA PAGINA
Enkele SOA’s onder de loep
Chlamydiose met Chlamydia Trachomatis Chlamydiose met chlamdydia trachomatis is een vaak voorkomende SOA. Een bijzondere infectievorm veroor-
BACTERIES
zaakt door Chlamydia trachomatis wordt Lymfogranuloma venereum LGV of ziekte van Nicolas-Favre genoemd, naar
Rijk Geslacht Soort Vorm Grootte
de naam van de twee onderzoekers die de aandoening voor het eerst omschreven in 1913.
Deze aandoening is dan wel één van de meest voorko-
Bactérie Chlamydia Chlamydia trachomatis Bacil kleiner dan 1µm
mende bacteriële SOA’s, toch is ze één van de minst gediagnosticeerde ziektes; slechts 11% van de gevallen is gekend. Dit is ongetwijfeld te wijten aan het feit dat deze zeer besmettelijke ziekte ook heel geniepig is. De symp-
Er bestaat een andere stam van Chlamydia trachomatis die wordt overgedragen via vuile handen of vliegen en die bij de mens trachoom veroorzaakt, een oogziekte die kan leiden tot blindheid.
tomen zijn namelijk heel onopvallend of zelfs onbestaand. Heel vaak wordt de ziekte pas ontdekt bij ernstige complicaties die later optreden. In dit stadium is het soms echter al te laat. Het geniepige en asymptomatische karakter van de aandoening verklaart ongetwijfeld ook waarom de ziekte vooral verspreid wordt bij jongeren die onbeschermd seksueel contact hebben. Indien deze ziekte op tijd opgespoord wordt, is eenvoudige behandeling mogelijk met antibiotica. In ernstigere gevallen is een ziekenhuisopname vereist, met als mogelijk gevolg de onvruchtbaarheid bij de vrouw. Chlamydia trachomatis is een obligate intracellulaire ziekteverwekkende bacterie. Dit wil zeggen dat ze niet kan leven buiten de
Replicatiecyclus van Chlamydia trachomatis
gastheercel. De bacteriën zorgen bij hun doelcellen voor fagocytose (hoewel deze cellen doorgaans geen fagocyten zijn) en bevinden zich in vacuoles van het cytoplasma, waar ze zich snel vermenigvuldigen door de samensmelting te verhinderen van het fagosoom met het lysosoom. Nauwelijks enkele uren na zijn besmetting, barst de gastheercel open onder de druk van de micro-organismen, die dan andere cellen gaan besmetten. C. trachomatis besmet uitsluitend de mens. De bacterie plant zich voort via seksueel contact, leidt tot infecties van de urinebuis bij de man (veroorzaakt uretritis – pijn en afscheiding op de top van de penis) en van de baarmoederhals, de vagina (veroorzaakt abnormale vaginale afscheiding) en de eileiders bij de vrouw. In ernstigere gevallen kan deze genitale aandoening leiden tot verstopping van de eileiders, onvruchtbaarheid of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Bij pasgeboren kinderen van besmette moeders kan de bacterie bind-
Symptomen bij de vrouw
Symptomen bij de man
abnormaal witverlies bloedverlies na het vrijen of pijn tijdens het vrijen baarmoederhalsontsteking ontsteking van de vagina (vaginitis) ontsteking van de urinebuis (uretritis)
afscheiding uit de penis pijn tijdens het vrijen pijn bij het plassen ontsteking van de urinebuis (uretritis) ontsteking van de bijbal (epididymitis) ontsteking van de prostaat (prostatitis)
DOSSIER SOA PAGINA
vliesontstekingen en longontstekingen veroorzaken.
Syfilis Er bestaan veel meningsverschillen over de oorsprong van deze ziekte. Indien syfilis effectief bestond in de Oude Wereld vóór 1493, kan erZe werd voor het allereerst vastgesteld in Europa toen de eerste ex- van uitgegaan worden dat de ziekte niet kon ontdekt worden doordat peditie van Colombus uit Amerika terugkeerde. In 1493 barstte een bepaalde symptomen gelijkenissen vertoonden met de symptomen epidemie los in Barcelona, die vervolgens heel Spanje, Frankrijk en van lepra. Europa teisterde. Daardoor dacht men dat de ziekte was overgewaaid uit Amerika. Deze gedachte hield stand tot in de jaren ’90. Een belangrijke ontdekking stelde deze overtuiging toen opnieuw ter discussie: er werden tal van beenderen teruggevonden die dateerden van vóór 1493 en die dezelfde verschijnselen vertoonde als bij syfilis. Deze vondst toonde dus aan dat er in Europa al veel langer een infectie bestond die veroorzaakt werd door een treponema. Als het ging om de treponema van syfilis, dan was deze ziekte dus in Amerika binnengebracht door de Europese kolonisten en misschien door de Afrikaanse slaven en niet omgekeerd.
Op het einde van de 15de eeuw werd syfilis geïdentificeerd. De ziekte werd eerst de ziekte van Napels (niet te verwarren met “variola”, een andere naam voor de pokken) en vervolgens de Franse ziekte genoemd en was heel erg verspreid in Europa. Het is aan het begin van de 20ste eeuw (in 1905), met het ontstaan van de microbiologie, dat Fritz Schaudinn erin slaagt de kiem die syfilis veroorzaakt, te isoleren. Een jaar later, in 1906, ontwikkelt de Duitse bacterioloog August von Wassermann de allereerste bloedtest voor de diagnose van syfilis. Drie jaar later ontdekt Paul Ehrlich het eerste geneesmiddel tegen syfilis, een mengsel op basis van arsenicum. Pas vanaf 1943 beschikt
Volgens een andere hypothese ligt de besmettingshaard van alle men over een echt efficiënte behandeling: een antibioticum, penicilline infecties met treponema in equatoriaal Afrika (syfilis zou in dit ge- genaamd, dat nochtans 15 jaar eerder werd ontdekt. Ook vandaag val geïmporteerd zijn in Europa door de Portugese zeevaarders) en nog wordt dit geneesmiddel doorgaans gebruikt voor de behandeling zijn het de Afrikaanse slaven die de Nieuwe Wereld hebben besmet. van syfilis.
Syfilis is goedaardig wanneer de aandoening behandeld wordt, maar kan in het tegenovergestelde geval tot de dood leiden. Ze blijft één van de meest verspreide SOA’s en het aantal nieuwe gevallen in België blijft toenemen. Syfilis veroorzaakt altijd ernstige gezondheidsproblemen en teistert zowel geïndustrialiseerde landen als ontwikkelingslanden. Toch komt de ziekte voornamelijk voor in Afrika onder de Sahara, Zuid-Azië en Zuidoost-Azië. In de westerse landen leidde het gebruik van penicilline vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot een aanzienlijke daling van de incidentie van syfilis, waardoor men dacht dat de ziekte uitgeroeid was in onze contreien. Op het einde van de jaren ’60 steekt de ziekte echter opnieuw de kop op. Dit is de periode van emancipatie en seksuele bevrijding. In de loop van de jaren ’70 wordt het merendeel van de gevallen van syfilis vastgesteld bij westerse homoseksuelen. In de jaren ’80 wordt een belangrijke opleving van de ziekte genoteerd die in grote mate de heterodelijke stijging vastgesteld van het aantal gevallen van syfilis bij homoseksuelen, wat doet denken dat een heuse syfilisepidemie deze bevolkingsgroep teistert. De tendens van een toename van het aantal gevallen van syfilis ligt aan de basis van het stijgende aantal gevallen van congenitale syfilis.
DOSSIER SOA PAGINA 10
seksuelen lijkt te treffen. Sinds de jaren 2000 wordt een dui-
Enkele cijfers...
100 000 Oost-Europa en Centraal-Azië 100 000 Noord-Amerika
140 000 West-Europa
370 000 Noord-Afrika en Midden-Oosten
240 000 Oost-Azië en Stille Oceaan
4 miljoen Zuid- en Zuidoost-Azië
3 miljoen Latijns-Amerika en Caraïben
4 miljoen Subsaharaans Afrika 10 000 Australië en Nieuw-Zeeland
Bronnen : Rapport WGO over de snelle testen voor de diagnose van syfilis
Incidentie van syphilis : algemene verspreiding
De Wereldgezondheidsorganisatie stelt jaarlijks 12 miljoen nieuwe gevallen van syfilis vast (zie figuur 1 voor de verdeling van de belasting van syfilis). In de ontwikkelingslanden heeft 3 tot 15% van de vruchtbare vrouwen syfilis. Ongeveer 30% onder hen bevalt van een doodgeboren kind en 30% schenkt het leven aan een kind met congenitale syfilis. Het sterftecijfer van congenitale syfilis kan 50% bedragen.
1491-1547 Henri VIII van Engeland en vijf van zijn echtgenotes
1537-1553 Édouard VI van Engeland, zoon van Henri VIII
1797-1828 Franz Schubert
1821-1867 Charles Baudelaire
1849-1895 Randolph Churchill ( vader van Winston Churchill )
1850-1893 Guy de Maupassant
1853-1890 Vincent Van Gogh
1862-1921 Georges Feydeau
1864-1901 Henri de Toulouse-Lautrec
1870-1924 Lénine
1883-1945 Benito Mussolini
1899-1947 Al Capone
DOSSIER SOA PAGINA 11
Enkele “beroemde” personen met syfilis...
Na de besmetting vermenigvuldigt de treponema zich zeer
BACTERIES Rijk Geslacht Soort Vorm Grootte
snel in het lichaam. De incubatietijd (periode waarin deze bac-
Bactérie Treponema Treponema pallidum Spirochète van 6 tot 10 µm
Spirocheten zijn bacteriën in de vorm van een kleine beweeglijke spiraal. Ze kunnen bewegen door de aanwezigheid van een intern bewegingsapparaat met trilhaartjes dat 3 soorten bewegingen kan uitvoeren: spiraalvormig (d.w.z. in schroefgangen), golvend (zoals een slang) of van voor naar achter.
terie zich in het lichaam nestelt, vóór het verschijnen van de symptomen van de ziekte) bedraagt ongeveer 2 tot 6 weken. Vervolgens evolueert de infectie in 3 stadia. Het primaire stadium (sjanker) of primaire syfilis Het secundaire stadium of secundaire syfilis Het tertiaire stadium of tertiaire syfilis Naast deze 3 stadia bestaat ook nog latente syfilis, neurosyfilis en congenitale syfilis. (zie verder). Syfilis is bijzonder besmettelijk tijdens de primaire en secundaire fase. Aangezien de treponema door een intacte huid kan dringen, dringt hij het lichaam binnen via een slijmvlies (laag
cellen tegen de binnenzijde van de holle organen die in contact staan met de lucht en in het bijzonder de mond, de vagina en de endeldarm) via kussen of intiem contact of via de verwonde huid. Zodra de treponema in het lichaam is binnengedrongen, overmeestert hij het lymfestelsel waar hij terug te vinden is in de lymfklieren enkele uren na zijn inoculatie (het binnendringen in het lichaam). Vanaf de lymfklieren verspreidt de treponema zich in de bloedsomloop (hematogene weg).
Primair stadium & symptomen De eerste uitwendige symptomen zijn zichtbaar na een incubatieperiode (zonder zichtbaar symptoom) waarvan de duur varieert van 2 tot 6 weken (in het algemeen 3 weken). Het betreft eerst en vooral een klein knobbeltje, sjanker genaamd, dat zich ontwikkelt op de plaats waar de bacterie is binnengedrongen. De sjanker (en de vloeistof die er kan uit afgescheiden worden) is zeer besmettelijk. Hij kan zich bevinden ter hoogte van de geslachtsorganen, in de mond en op de aars, maar ook eender waar op de huid. Dit primaire stadium kan onopgemerkt verlopen en zonder behandeling verdwijnen in 4 tot 6 weken. De persoon blijft echter besmettelijk en een derde van de zieken evolueert naar een chronisch stadium.
Secundair stadium & symptomen Het secundaire stadium begint gemiddeld zes weken tot drie maanden later (maar soms tot 4 jaar later) en wordt gekenmerkt door algemene huiduitslag. De eerste opflakkering bestaat uit roze vlekken op de romp (roseola syphilitica) en uit pijnloze zweren rond de slijmvliezen (mond en genitale zones). De tweede opflakkering bestaat uit donkere bruinrode vlekken onder de huid, syfiliden genaamd. De verschillende huidletsels in de secundaire periode zijn pijnloos, maar heel besmettelijk. De uitslag gaat bovendien gepaard met hoofdpijn, koorts en een zwelling van de lymfeklieren. Het secundaire stadium kan enkele maanden tot 2 jaar duren.
In 75% van de gevallen ontwikkelen de zieken, na enkele tot enkele tientallen jaren, tertiaire syfilis of late symptomatische syfilis. Er verschijnen knobbels (gumma) in de onderhuidse weefsels, de slijmvliezen en de inwendige organen. Deze gumma kunnen ernstige beenderletsels veroorzaken. De lever, de nieren maar ook de andere ingewanden kunnen eveneens aangetast worden. De meeste sterfgevallen zijn het gevolg van aantasting van het hart en de belangrijkste bloedvaten. De ontsteking van de baarmoeder kan leiden tot een miskraam, doodgeboren baby’s of baby’s met congenitale syfilis. Bij 15% van de patiënten in het tertiaire stadium breekt vervolgens een vorm van verlamming uit, dorso-lumbale tabes of progressieve locomotorische ataxie genaamd. Deze tabes uit zich voornamelijk door een gebrek aan coördinatie van de spieren, incontinentie en een vermindering van de reflexen. Later kunnen de patiënten ook psychoses ontwikkelen.
DOSSIER SOA PAGINA 12
Tertiair stadium & symptomen
Latente syfilis De latentieperiode waarin het erop lijkt dat de bacterie in slaap is gevallen in ons lichaam wordt gekenmerkt door de afwezigheid van uitwendige symptomen, maar de bloedtests voor opsporing zijn positief. Latente syfilis kan 2 tot 20 jaar duren. Tijdens deze periode ontsteken de inwendige organen.
Neurosyfilis De hersenen kunnen in eender welk stadium aangetast worden. In aanwezigheid van neurologische klinische symptomen en in bepaalde gevallen, zoals een HIV-besmetting, is een ruggenmergprik vereist, om neurosyfilis uit te sluiten.
Congenitale syfilis De bacterie die syfilis veroorzaakt, kan overgedragen worden van moeder op foetus tijdens de zwangerschap. Syfilis bij kinderen, congenitale syfilis genaamd, kan zich in twee vormen uiten. Vroege congenitale syfilis uit zich vanaf de geboorte tot 2 jaar en tast tal van weefsels en organen aan (ogen, huid, slijmvliezen, beenderen, inwendige organen, zoals nieren en longen,…). Late congenitale syfilis ontwikkelt zich tussen de leeftijd van 5 en 10 jaar. Naast letsels wordt deze vorm voornamelijk gekenmerkt door een aantasting van het zenuwstelsel. Bovendien kan er ook een latente congenitale syfilis bestaan. Deze ziekte is asymptomatisch en kan slechts opgespoord worden aan de hand van tests. Congenitale syfilis komt relatief weinig voor in de geïndustrialiseerde landen, met name dankzij onderzoek verricht bij zwangere vrouwen.
De preventie van syfilis houdt de behandeling in van alle personen die seksueel contact hebben gehad met een besmet persoon (d.w.z. in het primaire en secundaire stadium van de ziekte). De preventie gebeurt ook via opsporing (medisch onderzoek vóór het huwelijk/geslachtsgemeenschap, systematisch onderzoek bij zwangere vrouwen,…), preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen, maar ze bieden geen absolute bescherming in het geval van syfilis, aangezien de syfilisletsels op een andere plaats kunnen voorkomen dan op de geslachtsorganen. Een eerste infectie biedt geen bescherming tegen een nieuwe infectie die dus moeilijker gediagnosticeerd kan worden. Het is nuttig op zoek te gaan naar andere Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, want ze houden vaak verband met elkaar.
DOSSIER SOA PAGINA 13
een vroege diagnose en het gebruik van condooms. Deze laatste zijn onontbeerlijk voor de
Gonorroe Gonorroe, gonococcia, blennorragie, “druiper” of “warme pies”: het zijn allemaal verschillende benamingen voor dezelfde infectie, veroorzaakt door een bacterie, Neisseria gonorrhoeae. Het is ‘s werelds meest voorkomende SOA van bacteriële oorsprong. In Afrika ligt Neisseria gonnorhoeae aan de oorsprong van 50% tot 70% van de gevallen van uretritis (ontsteking van de urinebuis) bij de man, terwijl Chlamydia trachomatis waarvan de infectiesymptomen gelijken op de symptomen van gonorroe slechts aan de basis ligt van 25% van de gevallen van uretritis. In Afrika is 20 tot 40% van de prostituees en 3 tot 10% van de zwangere vrouwen besmet. Dit aantal toont duidelijk aan hoe moeilijk mensen in ontwikkelingslanden toegang hebben tot diagnosetests en aangepaste behandelingen. In de ontwikkelde landen zijn de cijfers bemoedigender. In België bijvoorbeeld komt gonorroe bijna niet voor: 0,5 gevallen per 10000 inwoners. Dit verandert niets aan het heel besmettelijke karakter van gonorroe, die vooral mannen treft (85% van de gevallen). Gonorroe is daarom niet minder een heel besmettelijke ziekte die vooral mannen treft (85% van de gevallen). Er is nog veel werk aan de winkel op vlak van preventie, wanneer we zien dat de ziekte vandaag weer vaker de kop op steekt. Dit was het geval in België in 1999-2000 en is nog steeds het geval bij bepaalde kwetsbare personen. Gonorroe is bovendien de vaakst voorkomende geslachtsziekte ter wereld met 200 miljoen gevallen per jaar. In 1879 werd deze infectie van de urogenitale organen ontdekt door Albert Neisserin etter van een acute ontsteking van de urinebuis en de gonokokken die de ziekte verwekken, werden voor het eerst geïsoleerd in 1885 door Bumm. Eeuwenlang werd blennorragie verward met syfilis; een verwarring die definitief de wereld uit werd geholpen door Hernandez (1812) en vooral door Ricord (1838).
Pathogenese van gonorroe
Rijk Geslacht: Soort Vorm Grootte
Bactérie Neisseiria Neisseiria gonnorhoeae Diplokok 0,6 tot 1 µm diameter
Kokken zijn ronde bacteriën. Diplokok betekent dus ronde bacterie bestaande uit twee bij elkaar gebrachte onderdelen.
DOSSIER SOA PAGINA 14
BACTERIES
Symptomen bij de man… Na een korte incubatieperiode (4 tot 5 dagen) uit de infectie zich in het merendeel van de gevallen via een ontsteking van de urinebuis die een branderige pijn veroorzaakt bij het plassen (vandaar de naam “warme pies”). Deze ontsteking gaat gepaard met een etterende, geelachtige afscheiding. In geval van complicaties kan dit leiden tot een ontsteking van de prostaat, de teelballen of een versmalling van de urinebuis met een risico op onvruchtbaarheid. Bij de man blijft de ziekte zelden asymptomatisch.
Naast de geslachtsorganen kunnen ook letsels teruggevonden worden ter hoogte van de aars of de keel (voornamelijk afhankelijk van de seksuele praktijken). Deze letsels kunnen moeilijk gediagnosticeerd worden en moeten systematisch opgespoord worden, wanneer er een vermoeden bestaat dat de patiënt aan de aandoening lijdt of de ziekte gediagnosticeerd wordt aan de geslachtsorganen. De bacterie kan ook leiden tot een bindvliesontsteking, maar dit komt uiterst zelden voor bij volwassenen. Deze ontsteking doet zich het vaakste voor bij pasgeborenen en dient systematisch voorkomen te worden via de toediening van antibiotica. Zowel bij de man, als bij de vrouw is er een gonokokkemie mogelijk (verspreiding van de kiem in het bloed), die gepaard gaat met koorts, huidsymptomen en aantasting van de gewrichten. Vaak wordt men tezelfdertijd door een andere microbe besmet: chlamydia
Symptomen bij de vrouw… Bij de vrouw is de infectie vaak wel asymptomatisch, wat de verspreiding van de ziekte bevordert. Wanneer de infectie niet asymptomatisch is, veroorzaakt ze pijn in de onderbuik, ontstekingen van de baarmoederhals, de vulva en de vagina met een geelachtige, vaak bloederige, afscheiding. Een onopvallende ontsteking van de urinebuis is ook mogelijk. In geval van complicaties, kan de infectie zich verspreiden tot helemaal bovenaan in het geslachtsorgaan en een endometritis veroorzaken (ontsteking van het baarmoederslijmvlies), een salpingitis (ontsteking van de eileiders) en eventueel leiden tot onvruchtbaarheid of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Gonorroe (zonder complicaties) kan behandeld worden met antibiotica. Dankzij een “minuutbehandeling” met een intramusculaire injectie kan de besmetting snel tegengehouden worden.
dagen. Ten slotte zal in geval van complicaties (bloedverspreiding, hevige aantasting van de geslachtsorganen) een ziekenhuisopname noodzakelijk blijken. Het is heel belangrijk dat alle personen die minimum 60 dagen voor het opduiken van de symptomen seksueel contact hebben gehad met de zieke behandeld worden. Hetzelfde geldt voor ouders van een pasgeborene die besmet is.
DOSSIER SOA PAGINA 15
Bij aantasting van de keel of de anus schrijft de arts hetzelfde antibioticum voor gedurende 5
HIV
/aids
Het Acquired Immune Deficiency Syndrome of aids is het verst gevorderde en strengste stadium van de HIV-besmetting (Humaan Immunodeficiëntie Virus of HIV). Afhankelijk van de streek, zou het aidsvirus de kop op gestoken hebben tussen het einde van de jaren ’70 en het begin van de jaren ’90 (voor Oost-Europa). Tegenwoordig komt het virus overal ter wereld voor. Vandaag de dag sterft om de 10 seconden wereldwijd iemand aan aids! In 2007 telde UNAIDS wereldwijd 3,2 miljoen mensen met aids, waarvan 2,5 miljoen kinderen jonger dan 15 jaar. In datzelfde jaar stierven 2,1 miljoen mensen aan de ziekte en werden wereldwijd 2,5 miljoen mensen met HIV besmet. Afrika onder de Sahara blijft het gebied dat het ergst wordt getroffen door de aids pandemie. Van de 2,1 miljoen doden wereldwijd in 2007, werd 1,6 miljoen alleen al geteld in dit gebied; een tragische illustratie van het gebrek aan retrovirale behandelingen en aan preventie in die regio! In België mogen we ons « gelukkiger » prijzen. Dankzij de toegang tot verzorging en preventiecampagnes kon het aantal personen besmet met het virus sinds het uitbreken van de epidemie in de jaren ’80 tot 21138 beperkt worden en het aantal zieken tot 3769. Vandaag gaat de wetenschappelijke gemeenschap ervan uit dat de voorloper van het Hiv-virus, die een wereldwijde pandemie veroorzaakte, het SIVcpz is, het Simian Immunodeficiëntie Virus dat door de chimpansee wordt overgedragen op de mens, waarschijnlijk via de jacht en het eten van besmet vlees uit de brousse.
VIRUS
Foto in rasterelektronenmicroscopie (onechte kleuren). De virale deeltjes die de lymfocyt verlaten waar ze gevormd werden, zijn goed zichtbaar (in oranje) aan het oppervlak (groen) van het witte bloedlichaampje. Institut Pasteur/CNRI/Phototake NYC Bron: Encyclopedie Microsof t ® Encar ta ® 2002. © 1993-2001 Microsof t Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Rijk Virus Geslacht Lentivirus Familie Retroviridae Groep VI (virus met enkele RNA-streng met
T-lymfocyt besmet door het aidsvirus
Soort HIV-1 (type die de voornaamste
Eén van de voornaamste doelwitten van het aidsvirus is de popula-
Vorm Grootte
retrotranscriptie)
tie van T-lymfocyten, die een zeer belangrijke rol spelen bij de reac-
epidemieën in de wereld veroorzaakt)
rond diameter van 90 tot 120 nm
besmetten en te vernietigen, zet het virus het meest geëvolueerde systeem van bescherming tegen ziekteverwekkers op het spel. Het belangrijkste gevolg hiervan is de inactiviteit van een groot deel verdedigingsprocessen tegen andere infecties. Het virus kan ook andere witte bloedlichaampjes, de macrofagen, vernietigen.
Er bestaat een tweede soort HIV: HIV-2 die minder besmettelijk is dan HIV-1 en vooral WestAfrika teistert.
DOSSIER SOA PAGINA 16
ties van het immuunsysteem (rol van “dirigent”). Door deze cellen te
HIV heeft de bijzonder eigenschap T4-lymfocyten te kiezen (ook CD4-lymfocyten genaamd) als doelwit en er binnen te dringen. Hij gebruikt een eiwit, het reverse transcriptase, om de voortplantingsactiviteit van de lymfocyt in zijn voordeel af te buigen. De T4-cel begint dus virussen te produceren. Wanneer ze de lymfocyt verlaten, beschadigen of vernietigen ze die. Al deze nieuwe virussen zoeken dan andere cellen om zich opnieuw te vermenigvuldigen. Zo worden de virussen steeds talrijker, terwijl er steeds minder T4-lymfocyten (ze worden beschadigd en uiteindelijk vernietigd), in het bloed aanwezig zijn. Het vermogen van de mens om weerstand te bieden tegen infecties neemt af, want de T4-lymfocyten spelen een essentiële rol in het immuunsysteem; ze sporen de aanvallers op en activeren andere killer lymfocyten (de CTL voor “cytotoxische T-lymfocyten), evenals de B-lymfocyten die antilichaampjes produceren.
Replicatiecyclus van HIV
De replicatiecyclus van HIV. Het HIV-virus (Humaan Immunodeficiëntie Virus) is een retrovirus. Het dient in de kern van de cel binnen te dringen om haar werking te verstoren en zo zijn replicatie te verzekeren. Hieronder vermelden we de belangrijkste stappen van dit proces, die stuk voor stuk als doelwitten kunnen worden beschouwd voor de geneesmiddelen.
1. Penetratie De gastheercellen van HIV hebben receptoren aan hun oppervlak die HIV toegang tot de cel bieden.
2. Omgekeerde transcriptie De genetische code van HIV bestaat in de vorm van RNA. Voor de integratie van dit genetische materiaal in het genetische materiaal van de cel, om de werking van de cel te verstoren, is er een stap nodig die de “vertaling” mogelijk maakt van het virale RNA in DNA, dat is de retrotranscriptie verkregen dankzij de omgekeerde transcriptie van het virus.
3. Integratie Het DNA afkomstig van de omgekeerde transcriptie wordt vervoerd in de kern van de cel. Dit DNA wordt opgenomen in het DNA van de cel, dankzij de werking van integrase.
4. Synthese Het feit dat de wetenschap nog geen vaccin heeft kunnen ontwikkelen sinds onderzoek wordt gevoerd naar HIV, is grotendeels te wijten aan de grote genetische variabiliteit van dit virus, een gevolg van zijn grote capaciteit voor verandering (mutatie). Er bestaan twee hoofdtypes van het virus: het HIV-1 en het HIV-2, maar elk type bevat tal van groepen die op hun beurt een aanzienlijk aantal subtypes bevatten. Het is dus verre van eenvoudig om een vaccin te vinden dat werkzaam is voor al die groepen.
Het DNA dient als handleiding voor de aanmaak van nieuwe virale eiwitten. Dit is de synthese.
5. Rijping De eerder gevormde eiwitten die niet rijp waren, moeten de werking ondergaan van een enzym vóór de “verbinding”. Dit enzym is het protease. Zijn werking is noodzakelijk voor de aanmaak van levensvatbare virussen.
6. Granulatie Dit is de eindfase waarin het gevormde virus de cel verlaat. Het HIV-virus «doordringt» het celmembraan, omringt zich ermee en verlaat de cel. Het nieuwe virus kan nu een nieuwe cel besmetten. ( Bronnen: Plateforme Prévention Sida : « Sida l’essentiel » - « Comment le VIH se reproduit ? » )
DOSSIER SOA PAGINA 17
Wist je dat?
Een variabel virus??? Het HIV heeft de bijzondere eigenschap om heel veel te muteren, waardoor zo voortdurend nieuwe genetische varianten ontstaan. Het ontstaan van deze nieuwe varianten is te wijten aan een evolutieproces, waarvan de mechanismen gelijkaardig zijn aan de mechanismen die de evolutie en het ontstaan van elke levende soort verklaren. Enkel de evolutie van het HIV heeft de bijzondere eigenschap dat ze heel snel verloopt, wat leidt tot het grote aantal groepen en subtypes van het virus dat momenteel gekend is. De wetenschappers schrijven deze grote variabiliteit toe aan verschillende oorzaken:
Toevallige, heel frequente mutaties : Het HIV-genoom muteert gemiddeld 1000 keer meer dan gewoonlijk het geval is bij een menselijk genoom. Dit is te wijten aan de biologie zelf van het virus. HIV bezit namelijk het enzym reverse transcriptase, waardoor het virus zijn genomische materiaal kan repliceren. Enkel dit reverse transcriptase bezit, in tegenstelling tot de polymerasen die dezelfde functie vervullen in ons genoom, geen mechanisme om fouten te herstellen. De fouten zijn dus heel frequent en konden geschat worden op één fout om de 1700 tot 10000 geproduceerde nucleotiden. Het HIV-genoom maakt iets minder dan 10000 nucleotiden aan. Het aantal mutaties bij elke virale cyclus wordt dus tussen 1 en 10 geschat! Bovendien is het aantal nieuwe virionen (infectieuze virusdeeltjes) dat dagelijks wordt aangemaakt enorm: 10000 nieuwe virionen voor elk virion dat een een cel besmet. In theorie kan dus verwacht worden dat elk van deze nieuwe virionen verschillende mutaties draagt! Zo kunnen bij één enkele persoon al verschillende varianten van het virus gevonden worden. Bovendien zijn niet alle sequenties van het virale genoom gelijk t.o.v. de mutaties. Bepaalde sequenties hebben namelijk meer de neiging om te muteren dan andere en dit is met name het geval voor het env-gen voor “enveloppe”, het coderend gen voor de eiwitten die de envelop van het virus vormen. Maar in het algemeen zijn het net deze enveloppeneiwitten die de onderdelen van een vaccin vormen die de mogelijkheid zullen bieden ons lichaam te leren om de indringer op te sporen van zodra hij binnendringt in ons lichaam en om hem te vernietigen. Dit is dus hetgeen het ontwikkelen van een antiaids vaccin zo bemoeilijkt.
Nieuwe genetische combinaties: De verschillende varianten van het virus muteren niet alleen, maar wanneer ze een zelfde cel besmetten, kunnen ze in deze cel gaan recombineren. D.w.z. dat ze delen van hun genoom kunnen uitwisselen, waardoor een nieuwe soort ontstaat die tot dan toe nog niet bestond. Dit recombinatieproces dat ook toevallig is, wordt gestimuleerd bij personen met een (seksueel) risicogedrag. Zij hebben namelijk een grotere kans om ook besmet te worden door verschillende virusstammen.
Daarom zijn de huidige geneesmiddelen multitherapieën. Ze hebben tot doel het virus aan te vallen op verschillende facetten tegelijkertijd, zodat het grootste deel ervan zeker vernietigd wordt en ook te vermijden dat er zich stammen gaan ontwikkelen die
DOSSIER SOA PAGINA 18
resistent zijn tegen de geneesmiddelen.
Wijze van overdracht…
Het HIV is aanwezig in heel wat lichaamsvocht. Het is terug te vinden in speeksel, tranen en urine. De concentratie is echter onvoldoende om erdoor besmet te kunnen worden. In lichaamsvocht, zoals bloed, moedermelk, vaginaal vocht*, sperma en zaadvocht (vocht dat wordt afgescheiden vóór de ejaculatie) is de virale last dan wel weer groot genoeg om iemand te besmetten. Worden dus beschouwd als besmettingsmanieren: - Onbeschermd seksueel contact tussen homo’s of hetero’s (anale penetratie, vaginale penetratie, en in mindere maat de fellatio, de cunnilingus indien vaginaal bloedverlies) - Aanraking met besmet materiaal bij drugsverslaafden (uitwisselen van injectienaalden), mensen die bloedtransfusies krijgen (gebruik van injectienaalden die niet steriel zijn), medisch personeel (werkongeval). - De overdracht van moeder op kind tijdens de zwangerschap, de bevalling (waar het risico het grootst is, omdat het bloed van moeder en kind met elkaar vermengd worden) of de borstvoeding.
vloeistof die wordt afgescheiden door de klieren van Bartholin die zich aan beide kanten van de vagina bevinden. Het vocht wordt afgescheiden wanneer de vrouw seksueel opgewonden is, om de binnenwanden en de kleine schaamlippen van de vagina glad te maken, en de penetratie te vergemakkelijken.
Het virus wordt niet overgedragen via lucht, speeksel, stoelgang, water, urine, zweet, voeding, muggenbeten. Zelfs als het virus is teruggevonden in speeksel, moet je er tot 12 liter van drinken om een risico te lopen op HIV-besmetting!
Symptomen… De HIV-infectie wordt gekenmerkt door 4 opeenvolgende stadia die, van persoon tot persoon, langer of minder lang kunnen duren: - De primo-infectie duurt 20 dagen tot 3 maanden en wordt gekenmerkt door de productie van specifieke HIV-antilichaampjes door het contact van ons lichaam met het virus. Het aantal van deze antilichaampjes wordt bepaald tijdens de opsporingstest. Deze fase van primo-infectie verloopt vaak asymptomatisch, maar kan soms gepaard gaan met vermoeidheid, koorts en hoofdpijn, spijsverteringsstoornissen of huiduitslag. In dit stadium is de immuniteit van de persoon nog intact. - Het asymptomatisch stadium dat 10 tot 15 jaar kan duren. Tijdens deze periode, is de immuniteit van de patiënt weinig aangetast en zelfs normaal. Tijdens deze fase wordt gesproken over “seropositief”. Het HIV-virus gaat de strijd aan met het immuunsysteem, wat een tiental jaar kan duren. De symptomen blijven tijdens dit stadium geheel op de achtergrond (vermoeidheid is wel een veel gehoorde klacht), maar biologisch gezien zijn ze er wel. De besmette cellen produceren in deze fase namelijk aanzienlijke hoeveelheden nieuw virus dat het nog actieve immuunsysteem één voor één uitschakelt. Het immuunsysteem breekt ook de besmette cellen af, vandaar een daling van het aantal TV-lymfocyten, die gecompenseerd wordt door een effectieve regeneratie van deze cellen. Het gevolg is een duidelijke stabilisatie van het TV-gehalte in het bloed. - De pre-aids fase, is eigenlijk een tussenfase en wordt gekenmerkt door het opduiken van enkele symptomen die ook voorkomen bij andere ziektes, zoals vermagering en opgezette klieren. - De fase van uitbreking van aids: het eindstadium van de ziekte. De strijd tussen het immuunsysteem en het HIV-virus werd gewonnen door het virus. Aangezien het immuunsysteem te zwak geworden is, stijgt het virusgehalte in het lichaam snel. De lymfeklieren zijn volledig uitgeteld en vervullen hun rol niet meer, namelijk de vernietigde T4-lymfocyten vervangen. Het virus krijgt dus vrij spel om te groeien. Deze erge immunologische deficiëntie gaat dan gepaard met een hele reeks opportunistische infecties (die de longen, de hersenen, het spijsverteringskanaal, ogen,… aantasten), tumoren, zoals het sarcoom van Kaposi (dat de rode vlekken veroorzaakt op de kenmerkende huid van de aidspatiënten), lymfomen die alle organen kunnen aantasten of aandoeningen van het centraal zenuwstelsel.
DOSSIER SOA PAGINA 19
* H et vaginaal vocht is de
Help de onjuiste vooroordelen de wereld uit !
Het is van groot belang dat je je er bewust van bent dat aids wel behandeld kan worden, maar nog steeds niet genezen kan worden! De courante multitherapieën maken het mogelijk om de aidsfase zo lang mogelijk uit te stellen bij de patiënt en zo zijn levensverwachting en –kwaliteit te verbeteren. Dit gebeurt echter met zware medicatie die tal van bijwerkingen heeft.
De huidige therapieën beogen tegelijkertijd de preventie van opportunistische infecties en tumoren bij deze patiënten en werken in op de virale productie en de immuniteit. Tegen opportunistische infecties wordt in het algemeen de hele reeks gebruikt van antibiotica, antimycotica, antiparasitica, middelen tegen virussen (die niet altijd goed verdragen worden) en aangezien de terugvallen frequent zijn, wordt een onderhoudsbehandeling heel vaak aanbevolen tot het gehalte van T4-lymfocyten terug stijgt. Tegen tumoren worden courante kankerbehandelingen gebruikt, zoals chemotherapie en radiotherapie met alle zware bijwerkingen tot gevolg.
DOSSIER SOA PAGINA 20
Om het HIV-virus zelf te bestrijden ten slotte, wordt tegenwoordig aanbevolen om in eerste bedoeling 3 antiretrovirale middelen samen te gebruiken (2 niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers en 1 antiprotease of 1 nucleoside reverse-transcriptase remmer). De dagelijkse dosis geneesmiddelen van een persoon met het virus kan variëren van 2-3 tabletten tot 15 of 20 tabletten per dag (voornamelijk indien het virus resistent is tegen antiretrovirale middelen of verschillende resistenties van het virus tegen de behandelingen) die op een regelmatig tijdstip moeten ingenomen worden en niet mogen vergeten worden met gevaar om virusstammen te ontwikkelen die resistent zijn tegen de behandelingen!
Anogenitale wratten en baarmoederhalskanker Anogenitale wratten of hanekammen of ook genitale wratten, worden veroorzaakt door een virus met de naam Humaan Papillomavirus (HPV voor de courante afkortingen die van het Engels zijn afgeleid). Er bestaan een honderdtal verschillende stammen van HPV die verschillende types van huidwratten veroorzaken die op verschillende plaatsen van het lichaam kunnen opduiken (mond, handen, genitale wratten). Hieronder werden enkel de types 16 en 18 als duidelijk oncogeen erkend (die kanker kunnen veroorzaken). 10 andere types worden zeker als oncogeen erkend (de types 31, 33, 35, 39, 45, 51, 56, 58 en 59). En 6 andere als hoogstwaarschijnlijk oncogeen ((26, 53, 66, 68, 73 et 82). Er zijn dus HPV’s met een hoog oncogeen risico, voornamelijk de genotypes 16 en 18, en andere met laag risico, de genotypes 6 en 11, als oorzaak van condylomen. In 1876 vermoedde men al dat er een verband was tussen baarmoederhalskanker en een voorafgaande virale infectie van de baarmoederhals. Dit verband is nog duidelijker geworden in 1983 toen onderzoekers bij de helft van de biopsieën die werden uitgevoerd bij kankerletsels van de baarmoederhals, HPV in de cellen isoleerden. Vandaag bestaat geen twijfel meer: studies tonen aan dat men HPV aantreft in bijna al de gevallen van baarmoederhalskanker ( in 99,7% van de gevallen om precies te zijn). Wereldwijd is baarmoederhalskanker de tweede meest voorkomende kanker bij de vrouw, na borstkanker. Elk jaar krijgen 500 000 vrouwen baarmoederhalskanker en ongeveer 275 00 sterven eraan. In België is het aantal overlijdens als gevolg van die kanker steeds gedaald sinds de jaren 1950. Een daling die zich na 1990 niet lijkt verder te zetten ook al worden er meer en meer uitstrijkjes genomen. Vandaag zijn in België jaarlijks 700 nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker en men schat dat er elke dag één vrouw aan overlijdt.
VIRUS
70% van de gevallen van baarmoederhalskanker in de wereld is te wijten aan HPV 16 en 18, terwijl 90% van de nietoncogene genitale wratten te wijten zijn aan HPV 6 en 11.
!!Ook al is baarmoederhalskanker de kanker die meest in verband gebracht wordt met het HPV, dit virus is eveneens verantwoordelijk voor andere types van kanker zoals kankers van de vulva, de vagina en
Hoewel papilloma-virussen bij veel gewervelde dieren worden aangetroffen worden, zijn ze zeer speciespecifiek. Alle papilloma-virussen hebben, ongeacht hun gastheer, eenzelfde fysieke structuur en organisatie van hun genoom. Het virion bestaat uit dubbelstrengig DNA omgeven door een kapsel.
de anus!!
!!Ook al wordt de vrouw meest getroffen door kankers die in verband gebracht worden met het HPV, ook de man is hier niet vrij van!! 80% van de personen die seksueel actief zijn, hebben al te maken gehad met het HPV. Deze personen vormen dan ook een belangrijk besmettingsreservoir voor anderen. Trouwens bij hen kan dezelfde soort genitale huidaandoeningen ontstaan, en in zeldzame gevallen kan dit zelfs leiden tot kanker van de penis of de anus.
DOSSIER SOA PAGINA 21
Rijk Virus Geslacht Papillomavirus Familie Papovaviridae Groep I (virus met dubbelstrengig DNA) Soort HPV Icosaëder Vorm Omvang Diameter van 55 nm
Replicatiecycli van de verschillende HPV-types. We zullen het hier uitsluitend hebben over de replicatiecycli van de HPV die de goedaardige anogenitale wratten veroorzaken en van de HPV die baarmoederhalskanker kunnen veroorzaken. Afhankelijk of dit type genitale HPV al dan niet oncogeen is, zal de replicatiecyclus van het virus enigszins verschillen.
A. Replicatiecyclus van een HPV dat genitale wratten veroorzaakt zonder dat kanker ontstaat:
Replicatiecyclus van niet-oncogene HIV ( lytische infectie )
1. Het binnendringen van een virus in de baarmoeder via een opening in het slijmvlies. 2. Het virus hecht zich aan het celoppervlak van het basaalmembraan dankzij de wisselwerking van receptoren en dringt binnen in de gastheercel. 3. Het verwijderen van capsiden van het virus in het cytoplasma van de cel en het binnendringen van het viraal genoom in de celkern. 4. Gematigde synthese van enkele “vroege” virale eiwitten (E1, E2, E6, E7), die de snelle verspreiding van de epitheelcellen en hun migratie naar het oppervlak van het epitheel met hun differentiatie meebrengen. Diezelfde virale eiwitten lijken het voortbestaan van het viraal DNA in de vorm van een episoom te bevorderen, d.w.z. in een cirkelvormige streng buiten het DNA van de gastheercel. 5. De migratie en de differentiëring van de cellen die teweeggebracht wordt door het virus veroorzaakt de activering van “late” virale genen en evenals de verhoging van de expressie van de eiwitten E1, E2, E4, E5 die de reproductie van het viraal DNA regelen. Dit leidt tot de versterking van het viraal genoom in de cellen. De papillomasamengevoegd worden in gedifferentieerde cellen. Deze manteleiwitten worden in dit stadium aangemaakt. 6. Bij het plaveiselepitheel van de cellen, komen de nieuw samengestelde virussen tegelijkertijd met de natuurlijke afschilfering van de cellen vrij. De cyclus van HPV wordt daarom “niet lytisch” genoemd omdat hij de celafbraak niet veroorzaakt om nieuwe virussen vrij te geven.
D O S S I E R S O A P A G I N A 22
virussen beschikken daarnaast over twee manteleiwitten L1 en L2 die enkel kunnen
B. Replicatiecyclus van een HPV die kan leiden tot baarmoederhalskanker:
Replicatiecyclus van oncogene HIV
( abortieve en transformante infectie )
1. Stap 1 tot 3 blijven dezelfde als de hiervoor beschreven cycli. 4. Het genoom zal zich bij bepaalde personen, nadat het is binnengedrongen in de celkern en in tegenstelling tot de hiervoor beschreven cyclus, integreren in het DNA van de gastheercel. De vroege eiwitten voor virale regulatie (E1 en E2) zullen in beperkte mate samengevoegd worden wat een niet gereguleerde productie meebrengt van andere vroege eiwitten (E6 en E7). Een abnormale groei van de getransformeerde cellen wordt ontketend met een ordeloze groei van het epitheelweefsel en mogelijk kanker tot gevolg. In alle gevallen van kanker worden systematisch de eiwitten E6 en E7 aangetroffen,wat er lijkt op te wijzen dat die eiwitten een grote rol lijken te spelen in het ontstaan van kwaadaardige cellen met de zogeheten “vereeuwiging” van de cel tot gevolg; in tegenstelling tot de normale levenscyclus, sterft de getransformeerde cel niet af. De cyclus die HPV transformeert wordt abortief genoemd omdat hij het in dit geval niet mogelijk maakt om nieuwe virussen aan te maken en te bevrijden. De late eiwitten die het viraal capside vormen zijn zelfs helemaal niet samengevoegd en er worden geen nieuwe virussen aangemaakt. De epitheelcellen worden in dit geval “niet permissief” genoemd omdat ze de replicatie van het virus niet toelaten; enkel de replicatie van zijn geïntegreerde genoom. Het viraal DNA wordt op het zelfde ogenblik gerepliceerd als het DNA van de gastcel die zich zal
DOSSIER SOA PAGINA 23
delen en op die manier steeds meer getransformeerde cellen doet ontstaan.
De voorstadia van baarmoederhalskanker
Bron : Hoge Gezondheidsraad 8367, pagina 131
Hoe ontstaat baarmoederhalskanker ?
> Wanneer een HPV-infectie optreedt, slaagt ons immuunsysteem er in 90% van de gevallen in om het virus uit te schakelen. > In de 10% van de overige gevallen wordt de infectie langdurig, d.w.z. het virus blijft op latente manier aanwezig in de gastcellen. Dat wordt bij een vrouw door middel van een uitstrijkje vastgesteld (de “Papanicolaou test”) want dit is het type van aanhoudende infectie die het risico op baarmoederhalskanker verhoogt. > 3 stadia:
• Kleine letsels: - 1ste graads : zijn letsels die kleine veranderingen meebrengen in de celstructuur en de organisatie van het epitheel van het slijmvlies. Sommige cellulaire afwijkingen kunnen gedetecteerd worden tijdens de opsporingstest en aangeven of er een HPV-infectie heeft plaats gevonden (al of niet oncogeen).In het geval van een al of niet persisterende infectie, verdwijnen de letsels uit zichzelf nadat onze immuniteit het virus heeft uitgeschakeld. • Grote letsels - 2de en 3de graads : worden enkel veroorzaakt door oncongene HPV types. De aanhoudende integratie van het viraal DNA in het DNA van de gastheercel brengt een ordeloze replicatie mee van de epitheelcellen die steeds meer mutaties zullen opstapelen en een morfologie aannemen die steeds abnormaler wordt. Deze voorstadia van kanker leiden, als ze niet behandeld worden, tot de ontwikkeling van het kankergezwel ‘ in situ ’ (kankerstadium) of tot eventuele uitzaaiingen naar andere organen.
! ! Opgepast ! ! De frequentie van de infectie met het Humaan Papillomavirus in verhouding tot de (betrekkelijk) lage frequentie van kanker van de geslachtsorganen bij de mens toont aan dat het HPV op zich niet volstaat om tot een kankerachtige transformatie van de cellen te leiden, maar dat ook andere factoren een rol spelen (tabak, contraceptiva? Aantal en vroege seksuele contracten), veelvuldige partners, plaatselijke hygiëne).
D O S S I E R S O A P A G I N A 24
Hoe kan je je beschermen? Hoe behandelen?
Je beschermen De enige manier om een een HPV-infectie te vermijden, is elk contact met de letsels (genitale condylomen,…) te vermijden. Elk rechtstreeks contact met de letsels dient dus vermeden te worden, zowel tijdens seksueel contact, voorspel, als de coïtus. Het condoom is een goed middel om zich ertegen te beschermen, maar is slechts tot 60% doeltreffend tegen genitale wratten, want hij bedekt niet de volledige huid tot aan de aars waar ook letsels kunnen voorkomen. Er moet ook geprobeerd worden om het aantal verschillende seksuele partners te beperken, want hoe meer partners, hoe groter het risico op HPV-besmetting. Sinds kort bestaan 2 vaccins die tot 100% bescherming bieden tegen 75% van de gevallen van baarmoederhalskanker. In 25% van de gevallen biedt het vaccin geen bescherming. We moeten dus waakzaam blijven: een gynaecologische controle met jaarlijks een uitstrijkje blijft noodzakelijk! Praat erover met uw behandelend arts voor meer informatie over deze vaccins of surf naar of naar de website van de Hoge Raad voor Hygiëne:
Behandelen Genitale wratten worden vernietigd via het plaatselijk aanbrengen van een product of op een fysieke manier (branden of laser), wat vaak heel pijnlijk is. Bij precancereuze letsels van de baarmoederhals vindt een chirurgische ingreep plaats, die “conisatie” wordt genoemd (het deel van de baarmoederhals dat aangetast is door het virus wordt verwijderd). Er bestaat een risico op onvruchtbaarheid. Voor kankerletsels worden klassieke kankerbehandelingen toegepast (chirurgie, chemotherapie, radiotherapie), met alle mogelijke zware bijwerkingen tot gevolg.
! ! Opgepast ! ! Het is mogelijk dat het virus nog steeds aanwezig is na de behandeling, zelfs als de condylomen of andere genitale letsels verdwenen zijn. Je moet er dus letten of er geen nieuwe wratten opduiken en je regelmatig door een kunnen terugkomen.
D O S S I E R S O A P A G I N A 25
arts laten controleren, want deze letsels
Meisjes > Wat is een uitstrijkje? Bij een uitstrijkje neemt de arts of de gynaecoloog met een klein borsteltje enkele cellen van de baarmoederhals af. In het labo wordt bepaald of de cellen aangetast zijn door het HPV-virus. > Vanaf welke leeftijd dient een uitstrijkje genomen te worden? Het is aangeraden een uitstrijkje te nemen van zodra je seksueel actief bent of vanaf 25 jaar. > Wat indien mijn uitstrijkje positief is? Dit wil zeggen dat er HPV-letsels werden gevonden. Het kan gaan om letsels van lage of van hoge graad. In beide gevallen kunnen deze letsels behandeld worden, op voorwaarde dat dit vroeg genoeg gebeurt.
40% van de Belgische vrouwen laat geen uitstrijkje afnemen!!! Dit kan zware gevolgen hebben…
80% van de mannen die seksueel actief zijn, komt in contact met HPV !
> Wat moet ik doen, als ik huidwratten of genitale wratten heb ? Ze verzorgen! Indien je kleine wratjes ziet op je huid, je penis, je teelballen of je anus, ga dan onmiddellijk naar je arts. Jij kan dan wel geen baarmoederhalskanker ontwikkelen, aangezien je geen baarmoeder hebt, maar je kan wel penis- of anuskanker ontwikkelen, zelfs als dit zeldzamer is dan baarmoederhalskanker bij vrouwen. En je loopt vooral het risico om anderen te besmetten! En hoe meer seksuele partners je hebt, hoe meer risico je loopt om hen te besmetten. > HPV opsporen bij mannen is bovendien niet eenvoudig, dus vermijd om dit virus op te lopen! > Een vaccin voor mannen? Hierover is nog geen uitspraak. Aangezien mannen veel minder vaak HPV-kanker hebben dan vrouwen, rijst de vraag van het werkelijke belang van deze vaccinatie. Momenteel wordt onderzoek gevoerd naar de doeltreffendheid van het vaccin bij mannen en de balans kosten/voordelen van een dergelijke vaccinatie. Het zou dus kunnen dat in de komende jaren de vaccins die momenteel voorhanden zijn, ook aangewezen worden bij mannen.
D O S S I E R S O A P A G I N A 26
Jongens
Herpes Genitale herpes is een virale SOI die veroorzaakt wordt door virus herpes simplex (HSV). De infectie behoort verrassend genoeg tot de vaakst
Wijze van overdracht
voorkomende infecties ter wereld. In België zouden +/- 2 miljoen men-
In de meeste gevallen wordt het virus van genitale
sen drager zijn.
herpes overgedragen in de fase waarin een besmet
Er bestaan 2 varianten van HSV. HSV-1 leidt het vaakste tot huiduitslag
persoon geen zichtbare symptomen vertoont. Het vi-
(koortsblazen op de mond, de neus, de oren en het gezicht). HSV-2 is
rus dringt het lichaam binnen door microscopische
verantwoordelijk voor genitale herpes.
letsels op de huid of via de slijmvliezen.
De genitale aandoening begint in het algemeen met lichte jeuk, gevolgd
Meestal :
door blaasjes in de vorm van uiterst pijnlijke trossen. De blaasjes barsten
> bij niet beschermd vaginaal of anaal seksueel
open en vormen vervolgens een korst en drogen uit. Het proces kan één tot drie weken duren. De ziekte manifesteert zich gewoonlijk via terugkerende episodes van symptomen, die “opstoten” of “herpesaanvallen” worden genoemd. De ziekte keert steeds terug, want het is onmogelijk om herpes definitief te behandelen. Eens je de ziekte opgelopen hebt, ben je levenslang drager. Het virus blijft latent in ons lichaam aanwezig
contact > via orale/genitale contacten tussen partners die ook bijdragen tot de “virale uitwisselingen” tussen de mond en de genitale zone (en minder vaak tussen de genitale zone en de mond).
en veroorzaakt geen symptomen buiten deze aanvallen. Er bestaan toch
> op één persoon. Via de vingers kan het virus over-
geneesmiddelen om de symptomen te verlichten tijdens de opstoten en
gedragen worden van de geslachtsorganen op de
om het aantal herhalingen te beperken.
mond of de ogen.
Bij vrouwen die herpes hebben op het moment van de bevalling wordt
Het is zo goed als onmogelijk om het virus op te lopen
een keizersnede uitgevoerd, want het kind loopt het risico om een in-
via aanraking van voorwerpen die gebruikt werden
fectie op te lopen die voor de pasgeborene heel ernstig is, en zelfs tot
door een besmet persoon (toilet, badhanddoeken),
de dood kan leiden.
want zodra het virus zich buiten het lichaam bevindt, gaat het snel dood.
Replicatiecyclus van HSV
1. vasthechting van het virus aan de receptoren van het celmembraan 2. doordringing via samensmelting 3. vrijkomen van nucleocapsiden in het cytoplasma 4. migratie van de capsiden in de kern 5. doordringing van het virale DNA in de kern 6. replicatie en eiwitsynthese in 3 stadia (uiterst vroegtijdig stadium, vroegtijdig stadium, laat stadium) van het viraal genetisch materiaal en de virale
Rijk Geslacht Familie Groep Soort Vorm Grootte
Virus Simplexvirus Herpesviridae I (virus met dubbele DNA-streng) HSV-1 en HSV-2 Icosaëder Diameter van 200 nm
eiwitten nodig voor de productie van nieuwe virussen (capside-eiwitten, functionele enzymen,…) 7. aansluiting van nieuwe virionen in de kern 8. o mwikkeling van de virionen die zijn ingekapseld ten koste van het membraan van de gastheercel en vrijkomen van de nieuwe virussen via granulatie.
Het HSV behoort tot dezelfde familie als het virus van de waterpokken, de zona, het cytomegalovirus en het Epstein-Barr virus.
D O S S I E R S O A P A G I N A 27
VIRUS
Hepatitis B en C Hepatitis is een acute of chronische leverontsteking, veroorzaakt door een virus. Er bestaan minstens vijf verschillende types: A, B, C, D, E. Alleen hepatitis B en C zijn seksueel overdraagbaar. (Hepatitis A kan als een SOA worden beschouwd in het geval van bepaalde seksuele praktijken (anulingus)).
L’hépatite B, ou hépatique sérique, n’est identifiée que depuis la Seconde Guerre mondiale.
Wijzen van overdracht > seksuele gemeenschap > gebruik van besmette naalden of spuiten (de ziekte is frequent bij drugsverslaafden)
Terwijl er tegen hepatitis B een vaccin bestaat, is dat voor hepatitis C jammergenoeg nog niet het geval! Om besmetting bij seksueel contact te voorkomen, is het condoom dus je enige bondgenoot!
> van moeder op foetus Deze ziekte veroorzaakt elk jaar de dood van ongeveer een miljoen mensen in de wereld. De prevalentie is het hoogst in
Het hepatitis C-virus werd ontdekt in 1989. Het wordt overdra-
Afrika, Zuid-Oost-Azië, Alaska, China en het Amazonegebied.
gen via het bloed of organische vloeistoffen.
Het aantal chronische dragers van het virus wordt wereldwijd op ongeveer 350 miljoen geschat. Aangezien in de wereld maar liefst twee miljard mensen besmet zijn, vormt hepatitis B een grote bedreiging voor de openbare gezondheid. In België
Hoewel hepatitis C ooit de vorm van hepatitis was die het meest werd verspreid via bloedtransfusie, is deze vorm van besmetting in geïndustrialiseerde landen bijna verdwenen.
raken elk jaar naar schatting 2000 mensen besmet.
Wijze van overdracht
Meerdere vormen
> seksuele overdracht is mogelijk maar zeldzaam
> de acute vorm (40% van de gevallen)
> overdracht van moeder op foetus tijdens de zwangerschap
> fulminante, dodelijke hepatitis (0,5% van de gevallen)
> gemeenschappelijk gebruik van naalden, drinkrietjes, lepels,
> chronische hepatitis (10% van de gevallen), waarvan ongeveer 5% evolueert tot levercirrose en een aantal gevallen tot leverkanker
watten en andere elementen, verbonden aan drugsgebruik > het aanbrengen van piercings en tatoeages kan ook een risico inhouden, als de instrumenten niet correct gesteriliseerd zijn Hepatitis C is een enorm probleem voor de openbare gezond-
Bloedstalen, bestemd voor bloedtransfusies, worden systematisch getest op een specifieke marker van het hepatitis B-virus: het antigeen Australia, dat in 1965 werd ontdekt door Dr. Blumberg, een Amerikaanse arts. Deze ontdekking was een grote stap voorwaarts in de preventie van hepatitis B en heeft het aantal besmettingen door bloedtransfusie aanzienlijk doen dalen.
heid. Hoewel er sinds 1990 veel vooruitgang is geboekt in de diagnosestelling van de ziekte, blijft het een stille doder. Wereldwijd zouden ongeveer 150 miljoen mensen drager van het virus zijn, maar waarschijnlijk is 70% van de chronische dragers niet gekend. Hepatitis C besmet zeven keer meer en doodt vier keer meer dan AIDS. Maar liefst 3% van de wereldbevolking is erdoor getroffen. De percentages kunnen variëren afhankelijk van het geografische gebied (in sommige streken is het percentage dus hoger dan in andere). De prevalentie varieert tussen 0,6 en 1% onder de bloeddonoren in Noord-Europese
Hetzelfde geldt voor hepatitis C, dat wordt getest
landen. De prevalentie in België wordt op 1% geschat. Met an-
door het opsporen van antistoffen tegen hepatitis in
dere woorden, er zouden op dit moment ongeveer 100.000
het bloed.
Belgen besmet zijn, waarvan 25 à 50% dit niet weet.
D O S S I E R S O A P A G I N A 28
Geen paniek
Behandeling
VIRUS
De behandeling van acute hepatitis is een louter symptomatische behandeling (rust, geen alcohol drinken, de inname van het eventueel verantwoordelijke geneesmiddel stopzetten). Mensen met een goede algemene gezondheid raken het virus op natuurlijke wijze kwijt (in een derde van de gevallen van HCV-besmetting en de meeste gevallen van HBV-besmetting). In de fase van de seroconversie kunnen geneesmiddelen worden toegediend. De behandeling is dus voornamelijk van toepassing op fulminante of chronische gevallen. Het interferon-α, een natuurlijke, antivirale stof die geproduceerd wordt door genmanipulatie,
Rijk Virussen Geslacht Orthohepadnavirus Familie Hepadnaviridae Groep VII (virus met dubbelstrengs-DNA
heeft al tal van chronische hepatitis C-patiënten met succes be-
Soort Vorm Grootte
Deze behandelingen zijn vaak langdurig en lastig. Ze kunnen
handeld, evenals bepaalde patiënten met chronische hepatitis B. Het wordt gebruikt in combinatie met ribavirine, een ander antiviraal middel.
met retrotranscriptie-activiteit)
HBV en HCV Rond Diameter van 42 tot 47 nm
met zware neveneffecten gepaard gaan. Wanneer hepatitis C op tijd wordt aangepakt, is genezing mogelijk in ongeveer 2/3 van de gevallen. Niettemin kan de behan-
* Vermenigvuldiging van HBV in de hepatocyt.
Replicatiecyclus van HBV en HCV
deling alleen een verdere evolutie van de ziekte tegenhouden, vandaar het belang om zich in te enten!
1. Het virus herkent de hepatocyt (levercel) en klampt zich eraan vast. De celreceptor van het virus is op dit moment nog niet geïdentificeerd. 2. Fusie tussen het virale membraan en de celwand. De nucleocapside komt vrij in het cytoplasma. 3. Verplaatsing van de nucleocapside naar de kern dankzij de nucleaire localisatiesignalen van het virus. Het HBV- of HCV-DNA dringt de kern binnen. 4. Door een nog weinig bekend mechanisme wordt het open, asymmetrische DNA in het partikel een cirkelvormig dubbelstrengs-DNA, dat covalent in de kern gesloten is (Covalently Closed Circular DNA). Het
ccc-DNA verbindt zich met histonen van de cellen en vormt een ‘minichromosoom’. Het DNA is op dit moment heel erg opgerold. Vanuit dit superopgerolde DNA vindt een transcriptie plaats van een cellulair RNA-polymerase II naar een pregenomisch RNA-polymerase. 5. Dit gesynthetiseerde, pregenomische RNA verplaatst zich naar het cytoplasma en dient als matrix voor de synthese van twee virale eiwitten, waaronder het virale polymerase. Andere virale ARNm worden eveneens in deze fase omgezet in virale eiwitten. 6. Enkele van deze gesynthetiseerde eiwitten, waaronder de envelopeiwitten, worden naar het endoplasmatische reticulum gestuurd en dan naar het apparaat van Golgi. 7. De lege virale partikels, die uitsluitend uit envelopeiwitten bestaan, worden afgescheiden. 8. Van hun kant worden het pregenomische ARN en het polymerase in de nieuw gevormde capsides opgenomen om nieuwe virale partikels 9. De DNA-streng wordt gesynthetiseerd in de capside door een omgekeerd transcriptieproces door het virale DNA-polymerase (deze fase lijkt op de replicatiecyclus van retrovirussen). 10. De synthese van de tweede DNA-streng begint op basis van de zopas gevormde streng. 11. De nucleocapsiden kunnen twee bestemmingen hebben. Een minderheid zal naar de kern worden gerecycleerd om de ccc-DNA-pool op peil te houden. De overige nucleocapsiden – de meerderheid – zullen naar het endoplasmatische reticulum worden teruggestuurd om de productie van nieuwe virions te stoppen. 12. De nucleocapsiden met dubbelstrengs-DNA worden omwikkeld ten koste van het ontvangende celmembraan. 13. De infectieuze virale partikels worden buiten de cel afgescheiden door granulatie.
D O S S I E R S O A P A G I N A 29
te vormen.
DOSSIER SOA PAGINA 30
Samengevat
SOA: een onbetrouwbare tegenstander! > Het condoom is nog altijd de enige manier om je tegen SOA te beschermen. > Gebruik bij anale gemeenschap of een droge vagina een glijmiddel op basis van water, want vette glijmiddelen (vaseline, olie, zeep, enz.) tasten de kwaliteit van het condoom aan. Daardoor is er een hoger risico dat het condoom scheurt of poreus wordt (en dat er dus virussen of bacteriën door kunnen). > Heb je toch het risico gelopen dat je besmet bent (condoom gescheurd, geslachtsgemeenschap en/of strelingen zonder bescherming met een persoon van wie je niet weet of hij/zij besmet is), dan ga je best naar de spoeddienst van het ziekenhuis, een opsporingscentrum voor SOA, je behandelend arts of een centrum voor gezinsplanning om te praten en te zien wat er moet gebeuren. Stel dit niet uit, want sommige ernstige infecties kan je nog een halt toeroepen als je een speciale behandeling volgt binnen de 48 tot 72 uur nadat je (mogelijk) besmet bent geraakt! > Begin nooit een behandeling op eigen houtje. Gebruik je een antibiotica-crème of volg je een behandeling zonder te weten wat je hebt, dan loop je het risico de symptomen van de infectie te verhullen en verhoog je de kans dat een verkeerde diagnose wordt gesteld. Overwin dus je schaamte en ga zo vlug mogelijk een dokter raadplegen. Dokters zijn er toch om je te helpen!
DOSSIER SOA PAGINA 31
> E n tot slot: doorbreek de taboes! Seksualiteit hoort bij het leven en kan heerlijk zijn! De beste manier om dat zo te houden, is door ervoor te zorgen dat je goed geïnformeerd bent en erover te praten met je vrienden, kennissen of seksuele partner(s). Zo kan je in alle veiligheid van je seksualiteit genieten.
Samenvatting !
Overdrachtmanieren van AIDS en andere SOA Seksueel contact via penetratie AIDS
Fellatio
Cunnilingus
●
Anulingus
Kussen
Uitwisselen van injectienaalden
●
Hepatitis A Hepatitis B
Seksueel contact
Snuiven
Moeder/ Kind
●
●
●
●
● ●
●
●
Hepatitis C
●
Syfilis
●
●
●
●
➋
Genitale herpes
●
●
●
●
●
Condylomen
●
●
●
●
●
Chlamydia
●
Gonokokken
●
●
●
● ●
● ●
●
●
●
●
●
●
●
Vloeistoffen die AIDS en andere SOA kunnen overdragen AIDS
Sperma
Vaginale afscheiding
●
●
Speeksel
Bloed
Urine
Stoelgang
●
Hepatitis A
●
Hepatitis B
●
●
Hepatitis C
●
●
●
Syfilis
●
●
●
Genitale herpes
●
●
Condylomen
●
●
Chlamydia
●
●
● Klein risico
Tranen, zweet
Gemiddeld risico
●
● Hoog risico
●
➋ In de tweede fase
! Nog even alles op een rijtje !
DOSSIER SOA PAGINA 32
Weg met al die vooroordelen! De meeste SOA worden niet overgedragen door dagelijkse dingen als een handdruk of het gemeenschappelijke gebruik van douches, toiletten, glazen, bestek of zwembad. Dit is bijvoorbeeld het geval van HIV en AIDS: je krijgt het NIET door dagelijkse handelingen – in tegenstelling tot de fabeltjes die rond deze ziekte bestaan en die bijdragen tot de ondraaglijke sociale uitsluiting van heel veel zieken.
DOSSIER SOA PAGINA 33
Om er alles, maar dan ook echt alles over te weten...
De vrouwelijke geslachtsorganen
DOSSIER SOA PAGINA 34
De mannelijke geslachtsorganen
Het condoom :
( gebruiksaanwijzing ) Stap 1 Laat het condoom gerust even ademen. Stap 2 Tip: breng voor méér genot wat glijmiddel aan de binnenkant aan... (gebruik altijd een vette gel op basis van water, anders gaat het condoom scheuren !)
Stap 3 Knijp het condoom dicht om de lucht te verwijderen en ontrol het.
Het glijmiddel moet op basis van water zijn ! ! ! Andere glijmiddelen (vaseline, olie, zeep, enz.) tasten de kwaliteit van het condoom aan. Zo verhoogt het risico op scheuren of kan het condoom voor bepaalde bacteriën of virussen doordringbaar of poreus worden!
(n de goede richting op een stijve penis).
Stap 4 Breng gerust wat glijmiddel op het condoom aan… Dat maakt de penetratie gemakkelijker en zorgt voor een betere bescherming. En het is echt veel leuker !
Het vrouwencondoom : ( gebruiksaanwijzing )
Stap 5 Verwijder het condoom vóór het einde van de erectie door aan het uiteinde te draaien...
Stap 6 Gebruik een condoom slechts 1 keer ! Werp het condoom hermetisch verpakt in de vuilnisbak.
Binnenring
Voorspel / Voorbereiding Het vrouwencondoom kan uren of net vóór het vrijen worden ingebracht !
Buitenring
(dit is niet mogelijk met een gewoon condoom: een urendurende erectie is heel pijnlijk !)
Stap 1 Neem een gemakkelijke houding aan : liggend of zittend. Het is niet evident de eerste keer ! Stap 2 Plaats de binnenring aan het uiteinde van het condoom en draai hem tussen duim en wijsvinger.
Het is belangrijk om bij elk seksueel contact een nieuw condoom te gebruiken! Wacht niet tot het moment van de zaadlozing om het condoom op te zetten, want
Stap 3 Blijf de ring goed vasthouden en breng hem zo ver mogelijk in de vagina in. Stap 4 Technisch gedeelte : stop je wijsvinger in het condoom en duw de binnenring diep in de vagina.
het zaadvocht (een doorzichtige, slijmerige
(Je mag het 2 keer proberen !)
vloeistof, die al vóór de zaadlozing wordt
Stap 5 Het condoom is correct aangebracht ! Zorg er juist voor dat de penis van je partner op de juiste manier binnendringt in de binnenkant van het condoom !
afgescheiden) is voldoende om een infectie over te dragen! Eén condoom per keer volstaat. Gebruik er in geen geval twee boven elkaar.
Stap 6 Het condoom verwijderen is heel simpel : draai aan de buitenring en trek er zachtjes aan.
Seksspeeltjes (of sex toys, zoals de dildo, de vibrator, enz.) kunnen ook seksueel overdraagbare aandoeningen doorgeven. Je moet ze dus met een condoom gebruiken of ze na elk contact ontsmetten.
Het voordeel van het vrouwencondoom is dat het al enkele uren voor de seksuele betrekking kan worden aangebracht.
Condooms en glijmiddelen zijn verkrijgbaar in de apotheek, supermarkten, automaten, centra voor gezinsplanning en sex shops.Let erop dat de vervaldatum niet verstreken is en dat het CE label (de Europese kwaliteitsnorm) op de verpakking staat. Gebruik tot slot nooit een condoom dat te lang in je broekzak heeft heeft gezeten, of dat op de verwarming of in de zon heeft gelegen. De warmte kan de kwaliteit van het condoom immers aangetast hebben.
DOSSIER SOA PAGINA 35
EXP :
Nuttige informatie > Sida Info Service 0 800 840 800 ( 24h/24 ) anonieme en kosteloze hulplijn
> Hépatites Info Service 0 800 845 800 ( 9h/23h ) anonieme en kosteloze hulplijn
> Federatie van Centra voor Gezinsplanning van de F.P.S. Sint-Jansplein 1-2 1000 Brussel 02 515 04 89
[email protected]
> Plate-forme Prévention SIDA / Platform voor AIDS-preventie Jordaenstraat 151 1060 Brussel 02 733 72 99
[email protected] www.preventionsida.org
www.planning-familial.be
> Modus Vivendi – Preventie, gericht op drugsgebruikers Emile de Bécolaan 67 1050 Brussel 02 644 22 00
[email protected]
> Ex Aequo – Preventie, gericht op homoseksuelen Locquenghienstraat 41 1000 Brussel 02 736 28 61
[email protected] www.exaequo.be
www.modusvivendi-be.org
> Sireas – Preventie, gericht op buitenlanders en vluchtelingen Kruisstraat 22 1050 Brussel 02 649 99 58
[email protected]
> Verzorgingsgids van de dienst ‘HIV/AIDS en seksueel overdraagbare aandoeningen’van het UMC Sint-Pieter www.guide-ist-vih.info
> Espace P – Preventie, gericht op prostitués, prostituees en hun klanten
02 219 98 74 Antennes : 04.221 05 09 071.30 98 10 081.72 16 29 www.espacep.be
DOSSIER SOA PAGINA 36
Plantenstraat 116 1030 Bruxelles