Pedagogisch
beleid
Kinderdagverblijf Klein Marland
Dit is het beleidsplan van Kinderdagverblijf Klein Marland , voor de groepen Klein Marland en Groot Marland apart, maar samengevoegd in een document.
Desiré Jacobs november 2009 / versie aug. 2013/herzien 13januari 2014/herzien 20 jan.2014 herzien 11 jan. 2015/herzien 07 okt.15
Kinderdagverblijf Klein Marland voor kinderen tussen 0 - +/-2,5 jaar in Klein Marland en in Groot Marland van +/- 2 (2,5) – t/m 4 jaar . Kinderopvang in een buitengewone omgeving gebruikmakend van wat de natuur te bieden heeft, het ontdekken van de normale dingen die we in de drukte van alledag vaak niet meer opmerken. INHOUDSOPGAVE Inleiding De vier opvoedingsdoelen Uitgangspunten 1. Emotionele veiligheid 2. Gelegenheid tot ontwikkeling van persoonlijke competentie 3. Gelegenheid tot ontwikkeling van sociale competentie 4. Eigen maken van normen en waarden Het plan 1. Brengen/ophalen Wennen Wennen aan een nieuw gezicht Afscheid nemen Het ophalen Met vier jaar naar de basisschool 2. Inrichting van de ruimte Buitenspeelruimte 3. Horizontale groepen?/Samen een activiteit ondernemen/ Afname van extra dagdelen 4. Spelmateriaal 5. Activiteiten Vrijheid 6. Dagindeling en organisatie/inzet personeel Dagindeling Bijkomstigheden rondom onze lunch Baby’s voeden Rituelen rondom 'slapen' Algemene zaken o.a. verandering van groep m.b.t. opvang. 7. Sociaal-emotionele ontwikkeling Grenzen opzoeken en aangeven Emoties van jezelf of van anderen Ruzie Met zijn allen ... Grove motoriek Fijne motoriek Zindelijkheidstraining 8. Zintuiglijke ontwikkeling 9. Taalontwikkeling Zuigelingen Dreumesen en peuters 10.Wanneer naar Groot Marland? 11.Creativiteit Voorwaarden voor creatieve ontwikkeling Ondersteunende vaardigheden 12.Invloeden 13.Vierogenbeleid juli 2013 / Protocol ter voorkoming van misbruik per 01 juli 2012 14.Tot slot
Inleiding KdvPlus heeft een eigen visie weten te ontwikkelen en heeft als doel het bieden van verantwoorde kinderopvang op een professionele manier. Om dit te bereiken volgen we ons gevoel, onze ervaring en ons inlevingsvermogen. We hebben te maken met een kwetsbare groep. Zij moeten in een veilige en geborgen omgeving kind kunnen zijn en wij zien het als onze taak dit te realiseren. Uitgangspunt hierbij is het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en ontplooiingsmogelijkheden. In samenwerking met de ouder verzorgen we vraaggerichte opvang waarbij het kind centraal staat. Ouders hebben hierin de taak van opvoeder, echter een deel van de opvoeding leggen ze neer bij de opvang. Vanwege de verantwoordelijkheid die hierdoor in onze handen komt te liggen is een goede communicatie tussen beide partijen van uiterst belang. De ouder verdient respect als opvoeder en de groepsleiding verdient respect voor haar door studie en ervaring opgebouwde deskundigheid. Op velerlei gebied kunnen we elkaar aanvullen en van elkaar leren. In een pedagogisch beleidsplan wordt tevens informatie gegeven over procedures en werkwijzen welke worden gehanteerd. Het plan is bedoeld voor ouders en werknemers en loopt als een rode draad door alle voorkomende handelingen en activiteiten. Het geeft duidelijkheid over de visie , over kinderen en over hoe wij denken hiermee te moeten omgaan. Het omvat de werkwijze en een overzicht van alle daagse dingen en geeft zo een beeld van hoe een dag bij KdvPlus, uitgevoerd bij Klein Marland, eruit ziet.
De vier opvoedingsdoelen
Uitgangspunten
Binnen de wet kinderopvang is gekozen voor vier opvoedingsdoelen nl. emotionele veiligheid, mogelijkheden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties, mogelijkheden tot het ontwikkelen van sociale competenties en de wijze van overdracht van waarden en normen. Door deze doelen in een beleid op te nemen wordt vormgegeven aan wat de overheid verstaat onder verantwoorde kinderopvang. Zij omschrijft dit als volgt: “verantwoorde kinderopvang is opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving.
1. Emotionele veiligheid
Wanneer een kind zich niet veilig voelt in een omgeving, is het niet in staat indrukken en ervaringen in zich op te nemen. Om dus te komen tot een prettig verblijf voor het kind is emotionele veiligheid van uiterst belang. Wij zorgen dat uw kind zich geborgen voelt. We werken met toegewijde ervaren leidsters waardoor het opbouwen van een hechte band met uw kind gemakkelijk tot stand komt. Door structuur te bieden ontstaat bij het kind een vertrouwd gevoel en hieraan ontlenen zij een gevoel van veiligheid. Ons streven naar geborgenheid vindt u terug in de inrichting van de groepsruimte; deze straalt gezelligheid en warmte uit middels rustige kleuren, licht en natuurlijke materialen. Tevens proberen we middels het werken met verticale groepen de gezinssituatie te benaderen. Wij denken dat een kind zich zo sneller thuis zou kunnen voelen en dat het op deze manier relatief makkelijk is zich emotioneel veilig te voelen.
2.Gelegenheid tot ontwikkelen van persoonlijke competentie
Met het begrip persoonlijke competentie bedoelen we het opbouwen van veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Het moet voor een kind mogelijk zijn zich deze competenties eigen te maken zodat het zich bij veranderende omstandigheden makkelijk kan aanpassen. Voor het ontwikkelen van een eigen ik, om te weten te komen wat een kind leuk vind, is een uitdagende omgeving belangrijk. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze en in zijn eigen tempo. Door het aanbieden van taken welke met succes kunnen worden uitgevoerd maken dat het kind een positief zelfbeeld ontwikkeld en groeit in zijn zelfstandigheid en meer en meer zelfvertrouwen krijgt. Door de deskundigheid van de leidsters wordt die bezigheid geboden welke past bij het kind en verrijkend is. Een goede relatie met zijn leeftijdsgenootjes bevordert de kwaliteit van de uitwisseling in hun spel en de interesse om dit te doen. Stabiliteit binnen de groep verdient hierom prioriteit.
3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie
In een vertrouwde omgeving ontwikkelen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid. Hierdoor durven kinderen initiatieven te nemen om contact te leggen met de andere kinderen. KdvPlus beschouwt uw kind niet alleen als een uniek persoon met recht op individuele aandacht maar ook als een groepspersoon die regelmatig aandacht moet delen. Wij bieden kinderen de kans om zich sociaal te ontwikkelen en samen met andere kinderen ‘groot te groeien’. Daarom stimuleren we de kinderen om samen te spelen en daarbij rekening te houden met elkaar.
4. Eigen maken van waarden en normen
Tijdens eenvoudige bezigheden leert het kind met hulp van de leidster zich waarden en normen eigen te maken. Elke bezigheid is gericht op respect voor elkaar en gaat gepaard met het wachten op elkaar, iemand laten uitspreken, niet door elkaar heen praten, het leren maken van afspraken etc. Bij een conflict is het de taak van de leidster actief te luisteren en samen te zoeken naar een oplossing. Het verwoorden van wat er is gebeurd en te kijken naar de gevolgen van daden is hierbij heel belangrijk. Wij leren uw kind spelenderwijs wat het betekend om afspraken te maken over wat er mag en niet mag. Consequent zijn is hierbij van essentieel belang.
Het plan Het pedagogisch beleidsplan geeft een overzicht van de manier over hoe Klein Marland denkt te moeten omgaan met het kleine kind. Het geeft inzicht in wat we doen, hoe we dit proberen te doen en waarom we dit doen op deze manier. Middels dit plan willen we ouders de zekerheid geven dat hun kind zich in een veilige omgeving beweegt door ervoor te zorgen dat de ruimte en de materialen voldoen aan de eisen van de GGD en Brandweer. De zekerheid dat kinderen hun competenties kunnen ontwikkelen door te werken op een pedagogisch verantwoorde manier. Elk kind wordt gezien als individu en is uniek. Door de ervaring van de leidsters is het mogelijk om zich neutraal op te stellen en ieder kind te respecteren, met het uiteindelijke doel het opbouwen van een wederzijdse emotionele band. 1.Brengen en halen Wennen De allereerste keer naar Klein Marland begint met een wenochtend. Het staat de ouders vrij of ze wel of geen gebruik maken van deze service. Indien ouders geen gebruik maken van een wenochtend, verloopt deze wenprocedure voor hun zoon/dochter idem op zijn/haar eerste dag. Voor de wenochtend vindt er een gesprek plaats over de wijze van verzorgen van de kinderen van het geven van de fles tot op de manier hoe ze gewend zijn om naar bed te worden gebracht. We proberen de rituelen van tuis over te nemen zodat het kind op dit gebied weinig veranderingen te verwerken heeft. De wenochtenden worden ingepland op een rustige dag, van 9.00 uur tot 13.00 uur. Voor aanvang van een wenochtend vind er een gesprek plaats waarbij alle bijzonderheden van het kind worden vastgelegd zodat wij een zo volledig mogelijke omschrijving van het kind hebben met name het voeding -en slaapritme. Het doel van een wenochtend is om het vertrouwd raken van het kind met zijn nieuwe omgeving en de leidsters. Tevens is het voor de ouder belangrijk te wennen aan het feit dat anderen de taak als opvoeder tijdelijk over nemen en om het vertrouwen te krijgen dat hun kind in de nieuwe situatie, in goede handen is. Het verloop van de wenochtend hangt af van de leeftijd van het kind. Is het kind in staat om het dagritme te volgen dan mag het met alle activiteiten meedoen. Bij zuigelingen is het met name voor de ouders belangrijk het vertouwen te krijgen dat er in het dagverblijf goed en zorgvuldig met hun kind wordt omgegaan. Het meenemen van een eigen knuffel, doekje of zelfs een pyjama van thuis kan helpen het vertrouwde gevoel van thuis te creëren waardoor de baby zich snel op zijn gemak zal voelen. De kinderen slapen bij kinderdagverblijf Klein Marland in één ruimte. Peuters slapen op een ander tijdstip dan een zuigeling en ze liggen daarom nooit tegelijkertijd te rusten. Het kind zal hieraan moeten wennen, ook aan een ander bed, een andere geur en een andere ruimte. Kinderen zijn echter flexibel en uit ervaring is gebleken dat het samen slapen met vriendjes ook heel spannend kan zijn waardoor het onwennige vaak spelenderwijs geaccepteerd wordt. Natuurlijk kan met e.e.a. rekening gehouden worden d.m.v. het schuiven met de slaaptijden, de volgorde van naar bed brengen etc. Wennen aan een nieuw gezicht Vanwege de kleinschaligheid zullen er weinig wisselingen in personeel zijn. Dit heeft als voordeel dat een nieuw kindje sneller eigen zal zijn en hierdoor ook in een korte tijd een band kan opbouwen met degene die hem/haar de gehele dag door begeleid en verzorgt. Door de afscheiding middels het podium wordt het mogelijk een kind in alle rust te kunnen leren kennen en aandacht te geven. De grotere kinderen kunnen ongestoord hun eigen gang gaan.
Afscheid nemen Vooral voor peuters kan het moment van afscheid nemen van de ouders moeilijk zijn. Het is daarom ook van belang om het afscheid na verloop van tijd zo kort mogelijk te houden. Middels een ritueel van zwaaien, afleiding middels het beginnen van het dagritme of activiteit, is het vaak voor een peuter makkelijker te accepteren dat papa of mama even weg gaan. Indien een kind zo verdrietig is en moet huilen zal de leidster het kind van de ouder overnemen. Ouders kunnen altijd later even bellen om te vragen of alles goed gegaan is. Ook na deze wenperiode zal het wel eens voorkomen dat een kind bij het afscheid nemen huilt. Telkens proberen wij echter het vaste ritueel aan te houden in het belang van het kind de dag die voor het kind nog moet beginnen en de andere aanwezige leeftijdsgenootjes. Het ophalen Aan het eind van het dagdeel of de dag is er weer het moment dat de kinderen worden opgehaald. Graag volgen wij hierin de volgende procedure: De overdracht vindt plaats van leidster naar ouder en hierna doen papa of mama de jassen en/of schoenen aan. We verzamelen alle spullen en zorgen samen ervoor dat e.e.a. zo soepel mogelijk verloopt, ook vanwege de kinderen die nog niet zijn opgehaald. Indien er meerdere vragen of opmerkingen zijn, maken we omwille van privacy, liever op een later tijdstip een afspraak. De voortgang van de dag staat bij de kinderen tot 1,5 jaar, ook omschreven in het persoonlijke dagboekje. Tijdens de haalperiode worden kortdurende activiteiten aangeboden zoals een puzzel of het lezen van een boekje, een kringspelletje of het voorlezen van een verhaaltje. Zo wordt de haalperiode een rustige afsluiting van de dag. Met vier jaar naar de basisschool Op de leeftijd van vier jaar kiezen veel ouders om hun kind naar de basisschool te laten doorstromen. Indien kinderen tegen het eind van een basisschooljaar vier jaar worden kiezen ouders er ook soms voor om kinderen pas na de schoolvakanties op de basisschool te laten starten. Aan de ene kant om praktische redenen en ook vaak vanwege het feit dat kinderen nog niet toe zijn aan het basisschool ritme. Indien hiervoor in de groep de ruimte is en indien e.e.a. tijdig wordt aangekondigd gaan wij hiermee akkoord. Op deze manier komen wij ouders tegemoet m.b.t. de zorg voor hun kind en de overbrugging van opvang tot aan de start bij de basisschool. 2. Inrichting van de ruimte De ruimte is ingericht in twee gedeeltes. Op het podium is er rust en ruimte gecreëerd voor de zuigelingen en de kruipers. D.m.v. een hekwerk kunnen we hun de mogelijkheid geven zich even terug te trekken en ongestoord te spelen en bijv. hun concentratie vermogen verder te ontwikkelen zonder prikkels te ontvangen die hun hierbij afleiden. Het is echter niet zo dat deze ruimte niet gebruikt mag worden door de oudere kinderen. De samenstelling van de groep zorgt voor de invulling op het gebied van het lezen van verhaaltjes, een kring gesprek te voeren, of om gewoon even uit te rusten. Het podium geeft hierbij een extra gezellig gevoel. Uitrusten kan natuurlijk ook heel goed in onze snoezelhoek waarbij gebruik wordt gemaakt van een kleurenlamp. De speelhoeken in de ruimte zorgen voor het ontstaan van rollenspellen en het nabootsen van bijv. huishoudelijke activiteiten. De kinderen kunnen echter zelf kiezen om dit aan te passen aan hun fantasie en hebben de mogelijkheid hier creatief mee om te gaan. De eetkamertafel is buiten het eten om ook een plek waar geknutseld kan worden. Verfspullen worden veilig opgeborgen in de knutsel/poetskast waar enkel leidsters bij kunnen. Het aangrenzende keukenblok zorgt ervoor dat na de activiteit handjes etc. snel en effectief schoongemaakt kunnen worden. Buitenspeelplaats
De buitenspeelplaats ligt aan de achterzijde van het dagverblijf. Via de binnenplaats en de onderdoorgang is het voor kinderen en leidsters mogelijk dit terrein veilig te bereiken. In de speelweide is gezorgd voor voldoende schaduw en natuurlijke speelmaterialen zoals, boomstammen als evenwichtsbalk, boomschijven om op te zitten, harkjes, schepjes en bezempjes om te helpen bij het verzorgen van de dieren. Het spelen is vooral gericht op het vrij bewegen in de natuur, het observeren van de dieren en het zich bewust worden van de kleine dingen zoals bijv. hoe legt een kip een ei, hoe groeit een plant etc. Appels kunnen verwerkt worden tot appelmoes en ander fruit en/of groente mag geproefd worden. Het leeraspect hierbij is een van de punten waarmee de kinderen dagelijks mee in aanraking komen waardoor ze de kleine dingen van alle dag leren op te merken. De kinderen zullen elke dag buiten vertoeven, ook bij minder goed weer. M.b.t. de hygiëne rondom onze huisdieren, zorgen we ervoor dat de kinderen bij het toetreden van de schapen/speelweide laarsjes dragen. Bij terugkomst in het dagverblijf worden de handjes gewassen met desinfecterende zeep. Pedagogisch medewerkers attenderen kinderen op het feit dat omgang met de dieren fijn kan zijn, prettig en positief, leren hun hoe dit moet en dat ze voorzichtig moeten zijn m.b.t. hun ontlasting. Aanwezige ruimingsmiddelen zorgen ervoor dat ontlasting kan worden opgeruimd. Kinderen leren op deze manier spelenderwijs omgaan met ook de hygiënische kant van het hebben van een huisdier. Veiligheid buiten Kinderen ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en willen de wereld om zich heen ontdekken. Daarbij zien ze geen gevaar. Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze leren wat wel en niet mag en wat wel en niet gevaarlijk is. Leidsters oefenen veilig gedrag met de kinderen. Omdat het voor de leidsters onmogelijk is om elke minuut van de dag alle kinderen in de gaten te houden is een veilige omgeving van groot belang. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en vooral in leermomenten voor het kind. In de groep is een risico-inventarisatielijst aanwezig om de ruimte op veiligheid en hygiëne te controleren. Deze wordt eenmaal per jaar gecheckt door de groepsleiding. M.b.t. de veiligheid omtrent werkzaamheden op de binnenplaats (welke in najaar 2014 grotendeels zijn afgerond), onderdoorgang en achtergelegen weiland wordt ervoor gezorgd dat we kunnen uitwijken naar in de buurt gelegen speelweide, in een situatie dat er werkzaamheden aan het pand worden verricht. De materialen die gebruikt worden, worden afgedekt zodat kinderen hier niet mee in aanraking kunnen komen. De kinderen zullen nooit alleen op de binnenplaats, onderdoorgang en achterliggend weiland zijn, toezicht is steeds aanwezig en onze pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van hun taak hierin en hun verantwoordelijkheid. Op deze manier is ten alle tijden veiligheid gewaarborgd en kunnen kinderen in een verantwoorde omgeving hun fantasie en spel tot uiting laten komen. 3. Horizontale groepen ? Bij ‘Klein Marland’ werken we met een groep kinderen die qua leeftijd 2,5 jaar verschillen. Op deze leeftijd is dit heel veel daar een kind veel ontwikkeling door maakt in een korte tijd. De ontwikkelingsniveau’s blijven in de gehele periode verschillend daar er steeds kinderen bijkomen en doorgroeien naar Groot Marland. Wij hebben steeds gedacht dit aan te duiden met de benaming ‘verticale groepen’. Net vanwege de o.i. duidelijke verschillen. Maar ook omdat het opvangen van kinderen in één gemengde groep het meest aansluit op de visie van Groot en Klein Marland nl. het samen verblijven in een groep, net als een groot gezin. Bekijken we dit nu in het kader van de Wet Kinderopvang dan houdt dit in dat we, Groot en Klein Marland moeten aanduiden als horizontale groepen. Dit omdat volgens deze interpretatie, onze groepen gezien worden als een groep kinderen in ‘dezelfde’ leeftijd en dus hierdoor betiteld zouden moeten worden als horizontaal. Mede omdat we een dusdanig kleine organisatie zijn en we veel aandacht besteden aan zorg en begeleiding van onze kinderen, ziin we er ons van bewust dat de benaming van een groep eigenlijk niet veel uit maakt. De manier van werken behorend bij onze visie zal hierdoor niet veranderen.
We zullen dus de benaming overnemen en voortaan spreken van: Bij ‘Klein Marland’ werken we met horizontale groepen, tot een maximum aantal van twaalf in Klein Marland in de leeftijd 0 - +/- 2,5 jaar en een maximum aantal van zes kinderen in Groot Marland in de leeftijd +/- 2,5 – 4 jaar.
-
Samen een activiteit ondernemen
In achterliggend weiland spelen de kinderen van Klein Marland elke dag wel of niet samen (indien het dagritme overeenkomt) met de kinderen die verblijven in Groot Marland. Dit is nl. onze gezamenlijke speelplek. In dit kader kán er gesproken worden over het (gezamenlijk) verlaten van de ‘stamgroep’ om deel te nemen aan een spelactiviteit. Dit zelfde geldt ook voor het af en toe buiten eten, wandelen, feestactiviteiten zoals bijv. eieren zoeken met Pasen etc. Tevens kunnen er bijv. in Groot Maarland knutselactiviteiten plaatsvinden waaraan ook kinderen van Klein Marland zouden kunnen deelnemen. Dan is het mogelijk dat enkele kinderen voor deze activiteit hun groep verlaten om hieraan deel te nemen. Alles gebeurd onder begeleiding van een of meerdere pedagogisch medewerkster(s) die de gehele dag bij haar(hun) groep blijft (blijven) van begin tot einde van de dag. -
Het afnemen van extra dagdelen
In het kader van de voorschriften in de Wet Kinderopvang is het tevens nodig vast te leggen in ‘duidelijke en observeerbare termen’ hoe wij omgaan met het gebruik maken van opvang gedurende extra dagdelen’. Wij hebben hierover besloten (en wordt zoals hieronder omschreven ook dusdanig in de praktijk toegepast) dat, wij in samenspraak met onze ouders, afname van extra uren toestaan wanneer : -
-
E.e.a. plaats vindt in overleg en dus van te voren een aanvraag wordt ingediend; Indien de kindratio op betreffende dagen niet wordt overschreden; Indien de maximale groepsaantallen niet worden overschreden; Indien de aanvraag binnen een redelijke termijn plaats vindt zodat personeel eventueel gevraagd kan worden om extra inzetbaar te zijn. Indien de plekken in onze groepen max 12 (Klein Marland) max. 6 (Groot Marland) bezet zijn, er géén mogelijkheid is om een extra dagdelen af te nemen. E.e.a. wordt ook tijdens de intake en/of een persoonlijk gesprek met ouders voor aanvang van de opvang besproken en in overeenkomst vastgelegd. Indien extra opvang wordt aangevraagd wordt gekeken naar de leeftijd van het kind en hierna gekeken naar een vrije plek in Klein of Groot Marland. Dit gebeurd in overleg met de ouder.
4. Spelmateriaal Het spelmateriaal is afgestemd op de lichamelijke, verstandelijke, creatieve en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen en wordt geselecteerd op kwaliteit en veiligheidsnormen. Speelgoed wat ruimte laat voor eigen verbeelding/fantasie heeft onze voorkeur.
We leren kinderen met zorg omgaan met de verschillende soorten spelmaterialen, naar de aard van het materiaal. Samen met de kinderen spelmateriaal opruimen op een vaste plek en compleet maken van puzzeltjes e.d. hoort ook bij de zorg voor het materiaal. Als leidsters bieden we hiermee structuur aan, en het leren respect hebben voor onze gezamenlijke bezittingen. Kinderen mogen vrij kiezen waar ze mee willen spelen. Daarom staat het meeste materiaal in open kasten zodat kinderen het speelgoed zelf kunnen pakken (en opruimen). Ook de verkleedkleren liggen altijd binnen handbereik. Knutselmateriaal en potloden zijn in afgesloten kasten opgeborgen en daarvoor moeten de kinderen de leidsters vragen. Kleuren, verven, plakken, prikken en knippen gebeurt aan de keukentafel onder direct toezicht. Ook werken we met natuurlijke spelmaterialen zoals blaadjes, kastanjes, stokjes etc., net als met kosteloos materiaal zoals kartonnen dozen. Kinderen zijn vaak heel vindingrijk en dit zullen wij dan ook aanmoedigen. Van stoeltjes maken ze een trein of met kleden een hutje onder de tafel. Helpen is ook spelen, spelenderwijs leren. Bij het dekken/afruimen van de tafel mogen de kinderen meehelpen, ook wanneer er buiten bijv. laarsjes gepoetst worden.
5. Activiteiten Vrijheid Elke dag worden er meerdere activiteiten gedaan met de kinderen zoals liedjes zingen, knutselen, tekenen/kleuren, buitenspelen, het verzorgen van dieren, tent maken, rollenspel, tuinieren…etc. Sommige activiteiten vragen voorbereiding, andere ontstaan gewoon spontaan. We houden wel in de gaten of het activiteitenaanbod gevarieerd is, en verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod komen. We streven ernaar activiteiten aan te bieden op allerlei ontwikkelingsgebieden. We proberen ook van gewone huishoudelijke dingen een spel te maken zodat kinderen spelenderwijs leren, er niet onnodig een hekel aan krijgen. Bijvoorbeeld afruimen, opruimen… Kinderen zijn vrij om wel of niet mee te doen, toe te kijken of afstand te nemen van een activiteit. We vragen niet van de kinderen om zich aan te passen, om ons als leidster voldoening te geven t.a.v. het bedenken en voorbereiden van een activiteit. Het is zoals het is. We stimuleren, door zelf plezier te hebben aan een bepaalde activiteit. Dit is meestal voldoende voor het kind om zelf ook in actie te komen. We gebruiken thema's als inspiratiebron zoals de seizoenen, feesten, etc. maar hebben niet de behoefte om aan alle commerciële feesten mee te werken en deze in te bouwen in ons dagprogramma. We spelen elke dag buiten, zodra het weer het toelaat. Dit gebeurt onder toezicht, de buitenspeelplaats voldoet aan de vastgestelde veiligheidsnormen. (omheining, grond speelterrein, beplanting, natuurlijke materialen). Het buitenspeelgoed staat steeds ter beschikking en de kinderen zijn vrij ze te gebruiken. Na het spelen wordt alles weer opgeruimd.
6. Dagindeling en organisatie Dagindeling We werken het liefst met een vaste dagindeling daar de kinderen behoefte hebben aan structuur en hierdoor zelfstandigheid en zelfredzaamheid gestimuleerd kan worden. Maar ook om organisatorische redenen. Het is prettig een vaste dagindeling aan te houden, ook voor de leidsters. Kinderen worden gehaald en gebracht op vaste of flexibele tijden en de leidsters stellen hun organisatie daarop af. Wanneer ouders de kinderen graag eerder op willen halen of later willen brengen dan weten wij dit van te voren. Ouders wordt gevraagd rekening te houden met het dagritme en zo kan er onverdeeld aandacht gegeven worden aan de bezigheden van het moment en loopt het dagprogramma op rolletjes.
Voorspelbaarheid en tijdmarkering is voor jonge kinderen een belangrijk item om de dagindeling te leren herkennen. Zij kunnen immers nog geen klok lezen maar de opeenvolging van activiteiten wel onthouden en herkennen. Bijv. na het spelen eerst even opruimen alvorens te beginnen met een nieuwe activiteit of voor het eten een rustmoment nemen d.m.v. het lezen van een verhaaltje. Door deze structuur in te bouwen wordt een lange opvangdag voor hun overzichtelijk.
De dagindeling is als volgt: (zuigelingen volgen hun eigen schema, aangepast aan het ritme van voeding/slapen van thuis) Na binnenkomst, vanaf 7.30 u, spelen de kinderen gezamenlijk tot rond 9.00 uur. Hierna ruimen we samen al het gebruikte speelgoed op. Om even wat rust te creëren en de kinderen een gevoel van betrokkenheid met de hele groep te geven, kunnen in de kring of aan tafel alle verhalen, belevenissen en indrukken van de avond en ochtend besproken worden. Hierna eten en drinken we aan tafel gezellig fruit en een beker sap. Hierna volgt voor de grotere kinderen meestal een activiteit of maken we een wandeling. De kleinere kinderen worden klaargemaakt voor hun eerste slaapje of krijgen volgens hun voedingsschema hun fles etc. Hierna drinken ook de leidster even een kop thee/koffie en worden alle dagboekjes nagekeken op bijzonderheden. Rond 11.00 uur beginnen we met de voorbereidingen van de lunch, verschoning van de kinderen en komen alle grotere kinderen weer terug naar binnen. De aanvangstijd van de lunch zal elke dag verschillen maar het streven is 11.15 uur. We eten brood met lekkers uit de tuin, melk en of iets van thuis. Na de lunch mag er even worden geslapen voor degene die dit willen. De rest kiest een rustige activiteit. De jongere kinderen welke eerder naar bed gingen nuttigen hun lunch en kunnen hierna ook aan de rustige activiteiten deelnemen. De leidsters nemen de tijd voor hun lunch en het invullen van de dagboekjes. Hierna volgen de voorbereidingen voor het eten van een koek met sap of iets extra’s volgens schema van thuis, volgen voor de jongere kinderen welke hierna beginnen aan hun tweede slaapje. De grotere kinderen ruimen hun speelgoed op en kunnen aan tafel deelnemen aan een activiteit. Wanneer alle kinderen wakker zijn en aangekleed kunnen ook zij samen een koek met sap eten en drinken om hierna lekker buiten te gaan spelen. De kleinere kinderen slapen tot rond 16.00 uur en krijgen nog een voeding of extraatje van thuis. Hierna mogen ook zij naar buiten. Aan het einde van de middag kunnen we op leeftijd gerichte spelletjes doen, kringspellen, boekjes lezen, puzzelen etc. Indien we werken met een thema kan dit door de dag in groepjes plaats vinden. Tegen de tijd dat de kinderen worden opgehaald eten we nog wat lekkers zoals een soepstengel, popcorn of een rijstwafel. Naar behoefte kan er nog iets worden gedronken. Bijkomstigheden rondom onze lunch Het eten en drinken bij Klein Marland zie we in eerste instantie als een sociaal gebeuren waarbij gezelligheid en een goede sfeer voorop staan. Voldoende eten en drinken zorgt voor voldoende energie zodat men zich de gehele dag prettig voelt. Gebeurd dit op een ontspannen manier dan kan een ieder zijn eigen tempo aannemen. Het hoeft niet vlug maar het duurt ook niet te lang. Indien een kind niet wil eten hebben wij respect voor zijn keuze. Vinden wij echter dat een kind te weinig eet, overleggen wij met een van de ouders om er achter te komen of dit hoort bij een normaal eetpatroon of dat het kind zich niet lekker voelt. Tijdens het eten is het belangrijk dat het kind de ruimte krijgt te experimenteren. Wij vinden het daarom goed dat elk kind de mogelijkheid krijgt zijn brood zelf te smeren. Als leidster kunnen we hierbij sturen, begeleiden en stimuleren en ervoor zorgen dat een ieder voldoende kan eten. Hierbij hanteren we de volgende basisregels waardoor het voor de kinderen helder is wat van hun verwacht wordt. -
We eten aan tafel, allemaal tegelijk. De leidster zit aan tafel en stimuleert de kinderen bij het eten,
We eten de eerste boterham in stukjes en er mag met een vork worden gegeten (ooghand coördinatie). Al blijkt in de praktijk dat dit niet de voorkeur heeft. De tweede en derde boterham mag zelf gekozen worden en eten we uit het vuistje(keuze mogelijkheden bieden). We schrokken niet, we gebruiken een bord om eten op te leggen, we proberen op te eten wat we op ons bord hebben genomen, we storen anderen zo min mogelijk bij het eten. Leidsters scheppen hiervoor de individuele voorwaarden. (de 3-jarige krijgt soms al een kindermesje bij zijn bord om het smeren te oefenen) We zitten met de billen op de stoel, de buik tegen de tafel, de handen boven de tafel en de benen onder de tafel. Het is belangrijk dit ook zo naar de kinderen toe uit te leggen en te benoemen. Het wachten op een langzame eter is vaak voor een supervlug en actief kind te moeilijk. Een of meerdere laatste etertjes kunnen nog even mag blijven zitten om volgens eigen tempo de maaltijd te beëindigen. M.b.t. tot hygiëne en kwaliteit zorgen wij ervoor dat: en -
Ieder eet van zijn eigen bord en drinkt uit zijn eigen beker. We geven kwalitatief goede voeding: bruin brood, vers fruit en verse groente, beperkt suikers en onverzadigd vet. De eerste boterham eten de kinderen met kaas of worst de tweede of derde boterham met stroop, pasta, jam of honing (gezond zoet). We houden rekening met individuele diëten en/of principes. Ouders kunnen altijd eventueel noodzakelijke dieetvoeding meegeven.
We stimuleren kinderen die dat al kunnen, te helpen met tafeldekken en afruimen. De maaltijden voorbereiden gebeurt uiteraard volgens de vastgestelde richtlijnen qua hygiëne en voldoende gekoeld beleg. Baby’s voeden Flesvoeding wordt middels kraanwater klaargemaakt. Gekolfde borstvoeding wordt verwarmd middels een flessenwarmer. Tijdens het voeden van een baby hebben we oogcontact en onverdeelde aandacht. De omgeving is zo rustig mogelijk. Door de kleinschaligheid zullen de leidsters snel de prettige houdingen en de handelingen rondom drinkgewoontes van elk kind herkennen. We schrijven het verloop van de eet en slaapmomenten op in het dagboekje van alle kinderen. Het is belangrijk een goede schriftelijke en mondelinge communicatie hierover met de ouders te onderhouden.
Rituelen rondom ‘slapen’ Het bedritueel van thuis wordt in essentie gevolgd door de leidsters op het KDV. Bijvoorbeeld: manier van inslapen, knuffel mee, slaapzakje wel/nietaan, speen mee, etc. Het kind slaapt zoveel mogelijk in een ‘eigen bedje’, dit is vertrouwd en geeft op den duur geen wakker houdende prikkels meer. In de badkamer zijn lijsten te vinden met hierop een bedindeling. Elke dag worden de bedjes opnieuw opgemaakt en indien nodig verschoont. Aan het eind van de week worden alle bedden nogmaals verschoond. De kinderen worden bij ons niet vastgelegd. Om de slaap omstandigheden zo gunstig mogelijk te maken, wordt gekeken naar de volgorde van het naar bed brengen. Vaak slapen kinderen binnen het dagverblijf anders dan thuis en kunnen we niet altijd voorkomen dat het slaapgedrag verandert. Door een goede communicatie met de ouders kiezen we altijd voor een oplossing in het belang van het kind maar ook in het belang van de groep. Algemene zaken Andere zaken die georganiseerd moeten worden, zoals binnenkomst en uitzwaaien, zindelijkheidstraining, buiten spelen, activiteiten etc. zijn te vinden in onze huisregels.
Voor speciale zaken hebben wij een protocollen map. Eén van de protocollen is bijvoorbeeld “vermoeden kindermishandeling”. Regelmatig ontvangen ouders van ons een 'nieuwsbrief' waarin we informeren over nieuwe ontwikkelingen of organisatorische veranderingen. Wisselen van groep. Ouders zijn ervan op de hoogte (nieuwsbrief) hoe we omgaan met het samenvoegen van groepen bij bijv. ziekte van meerdere kinderen of vakanties. Indien zich bovenstaand voordoet worden groepen Klein –en Groot Marland soms samengevoegd in Klein Marland. Dit omdat het aantal kinderen soms dusdanig klein is dat samenvoegen praktisch beter en verantwoord is. Ouders zijn hiervan op de hoogte, schriftelijk en mondeling. Voor de kinderen is dit niet vreemd omdat de meesten hier zijn gestart als baby. Mocht er zich een situatie voor doen dat m.n. de flexibele kinderen op dagen opvang genieten dat er geen plek is in een van de groepen, ouders ervan op de hoogte zijn dat wij deze kinderen dan indelen daar waar plek is. In de praktijk kan het dus zijn dat er kinderen twee dagen verblijven in Groot Marland en een dag in Klein Marland. Inzet personeel Naast ons vaste personeel maken wij (soms) gebruik van stagiaires welke boventallig worden ingedeeld. Zij lopen mee op de werkvloer, kunnen hulp bieden bij huishoudelijke tken en voeren opdrachten uit bijv. het observeren van een kind of het leren voeren van oudergesprekken. Steeds is een van ons pedagogisch medewerkers aanwezig om een oogje in het zeil te houden, stagiaires staan nooit alleen op de groep en zijn altijd boventallig. Bij de beoordeling wordt er met name gekeken naar inzet, verantwoordelijkheidsgevoel en teamwork. 7. Sociaal-emotionele ontwikkeling Wanneer we spreken van een ontwikkeling kunnen we dit ook benoemen als een proces. Een proces zoals bijv. een zwangerschap. Het laat zich niet versnellen of vertragen, het blijft een ontwikkeling van een bepaalde tijd, hierbij in een tijdsbestek van negen maanden. Het is onze taak om te zorgen dat de omstandigheden waarin de kindontwikkelingen plaats vinden zo gunstig mogelijk te maken. Ongunstige beïnvloeding kan leiden tot een omgekeerd resultaat zoals bijv. dwarsheid, extreem eetgedrag, stress etc. Ook bij de sociaal emotionele ontwikkeling zijn er aspecten die we niet eerder kunnen stimuleren dan op het moment zelf. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van het geweten. Een kind van twee jaar dat een baby aait als het huilt, bootst gedrag na of merkt dat het hiermee succeservaring heeft. Van echte inleving is nog geen sprake want het is nog volop bezig met zijn eigen ik te ontdekken. Het kind in deze leeftijd dat bijt, kan zich dus ook niet inleven in de persoon die gebeten wordt. De ontwikkeling is gewoonweg nog niet zover. Het kind redeneert “ik doe iets en als gevolg hiervan gebeurt er iets” of “ik heb invloed”. Er moeten dus een aantal processtappen gezet worden en dit kan in tijdsduur per kind verschillen. We kunnen enkel de omstandigheden zo gunstig mogelijk maken zodat de stappen op een verantwoorde manier door het kind gezet kunnen worden. Dit doen we door een goede begeleiding, door kijk te hebben op de ontwikkeling en door inlevingsvermogen. Om deze stappen te kunnen nemen is het voor het kind van belang een positieve eigenwaarde en zelfvertrouwen te ontwikkelen. Wanneer we uitgaan van het feit dat dit zich ontwikkeld vanuit het kind zelf waardoor je als leidster enkel het kind hoeft te observeren om te zien hoe dit tot uiting komt, is het belangrijk dit t.o.v. het kind te benoemen. Wanneer we een kind laten ervaren dat het prima is zoals hij/zij is en dat het er mag zijn, draagt dit bij tot een positieve eigenwaarde en een positieve ontwikkeling van zelfvertrouwen. Het gevoel veilig te zijn binnen de groep, dat er niemand oordeelt enkel observeert, is voor een kind in deze ontwikkelingsfase van groot belang. Grenzen opzoeken en aangeven
Kinderen zoeken grenzen op in elke ontwikkelingsfase die ze doormaken. In de fase sociaal emotionele ontwikkeling betekent dit voor een leidster grenzen aangeven vooral op het vlak van emotie en minder op het gebied van het sociale. Dit omdat we van hun in deze leeftijd nog geen inleving mogen of kunnen verwachten. Bij het aangeven van grenzen stellen we ons zelf enkele richtlijnen zoals: Eerlijk zijn en oprecht, we spreken in de ik-vorm, we proberen geen irritatie te uiten of emotie, we passen ons verbaal aan bij de ontwikkeling van het kind, we maken oogcontact en houden eventueel de handjes even vast om contact te maken, we noemen het kind bij de naam, we zijn duidelijk met 'nee' of 'stoppen nu', we proberen via een andere weg tot hetzelfde doel te komen, we proberen te benoemen wat er aan de hand is en zoeken samen naar een oplossing. Indien er te veel prikkels zijn vanuit de groep kan het zijn dat we een kind even weghalen uit een situatie. Soms geven deze prikkels zo veel verleiding om over grenzen te gaan dat dit nodig is. Een afzondering in bijv. de hal, is vaak voldoende. Door consequent te zijn, verminder je de prikkels om grenzen steeds op te zoeken en dit geeft rust en veiligheid. Door steeds het positieve in het gedrag te benoemen valt het negatieve in het niet en wordt onbelangrijk. Door bijv. te zeggen “Ja, dát wil ik zien!” is het niet nodig om het ongewenste gedrag te benoemen. We proberen niet te veel uit te leggen waarom iets niet mag en onszelf te verdedigen. Een korte en duidelijke omschrijving van een grens is vaak veel effectiever. Emoties van jezelf of van anderen Kinderen reageren op emoties van zichzelf maar ook op emoties van anderen. Ze zijn hier gevoelig voor. Nog niet vaardig genoeg om te kunnen verwoorden of het van zichzelf is of van een ander reageert het ene kind anders dat het andere. Ontlading is vaak nodig om te leren hoe je met dit gevoel moet omgaan. Het liefst in een neutrale omgeving bijv. in de buitenruimte. Buitenspelen, rennen en de natuurbeleving kan hierbij een toegevoegde waarde zijn. In de binnenruimte zijn wij leidsters degene die zorgen voor evenwicht in de emotie, buiten is dit de natuur die dit opvangt. De dieren, de wind, de zon, de bomen etc. geven het kind het gevoel zichzelf te mogen zijn en zijn emoties de vrije loop te laten, zich fysiek en hiermee ook emotioneel te kunnen uiten en zo zich te ontladen. Door emotie te benoemen “ik zie dat je boos bent?” en dit te beschouwen als iets heel normaals, leert het kind wat bij hen hoort en wat bij een ander. Het is beter om het even te benoemen i.p.v. ermee te blijven rondlopen zodat het een grote zwarte wolk wordt en het gevoel escaleert. Ruzie Ondanks regeltjes zoals niet slaan en niet afpakken, ontstaat er natuurlijk wel eens ruzie. We observeren wel maar laten het kind zelf werken aan een oplossing. Als leidster staan we aan de zijlijn. De succeservaring is voor het kind de bevestiging dat het gekozen heeft voor een juiste aanpak en dit wordt door ons leidsters positief benoemd. Zelfredzaamheid ontwikkeld zich bij het kind hierdoor op een dusdanige manier waardoor bij een volgende ruzie de oplossingen soms van zelf tot stand komen en sturing van een van de leidsters vaak niet meer nodig. Met zijn allen… Binnen Klein Marland vieren we ook feest. Samen feesten geeft het gevoel erbij te horen, van betrokkenheid en saamhorigheid. Het is een belangrijk item in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Middels verjaardagen, thema's, een afscheid of feestdagen komen deze ervaringen aan bod. De kleine rituelen, zoals het slaapritueel, als ook deze grotere gebeurtenissen leveren een positieve toegevoegde waarde bij het ontdekken hoe het voelt om in het middelpunt te staan of om in het zonnetje gezet te worden. Of hoe het voor een ander kind moet voelen om jarig te zijn. Feesten hoort erbij en vergt geen enkele vaardigheid..... Grove motoriek
Stimulering van de grove motoriek kan middels de glijbaan, een evenwichtsbalk, ballen, en behendigheidsspellen. Buiten en binnen zijn hiervoor voldoende materialen aanwezig. Fijne motoriek Middels knutselactiviteiten bieden we de kinderen de mogelijkheid te werken aan hun fijne motorische ontwikkeling. Als leidsters zien we dat kinderen interesse hebben om gedetailleerder te werken kan dit worden uitgebouwd. Tevens is het smeren van een boterham en het leren zich zelf aan -en uit te kleden een manier om deze motoriek te stimuleren. Zindelijkheidstraining Wanneer kinderen toe zijn aan zindelijkheidstraining geven ze dit meestal zelf aan. Dit is een goed startmoment. Het verschilt enorm per kind, een kind moet leren luisteren naar zijn lichaam en de aandrang van het plassen onder controle krijgen. Het is van belang dat ouders en leidster hierover goed communiceren en het kind hierin het tempo laten bepalen. In een gesprek kan e.e.a. worden afgesproken en toegelicht. Aan het einde van de training ontvangt elk kind een plasdiploma ! 8. Zintuiglijke ontwikkeling De kinderen en de wereld om hen heen De ontwikkeling van de zintuigen en het stimuleren hiervan is opnieuw een van de processen die kinderen doormaken in hun groeifase. De zintuigen geven waarschuwingen, informatie, contact etc. Met name de zuigelingen zijn bezig met het gebruik van hun zintuigen, het maken van contact met zichzelf en de wereld. Het is voor hun nog een eenheid. Ook als kinderen ouder worden blijft deze ontwikkeling belangrijk. Het maken van contact is een onmisbaar onderdeel in het ervaren en de communicatie. Regelmatig werken wij met thema's waarin ook de zintuigen worden aangesproken zoals het gehoor, zien, ruiken, proeven en tast bijv. koekjes bakken, kleien en water/modder. Ook geur is een onderdeel hierin. Door regelmatig middels een aromasteen etherische olie in de binnenruimte te gebruiken, stimuleren we ook hierin de ontwikkeling van geur. We gebruiken rustgevende geuren en/of geuren welke helpen om onrustig slapen tegen te gaan. Middels spelactiviteiten zoal het spelen met scheerschuim op tafel of in de buitenruimte spelen in of met modder experimenteren we met textuur en aanraking. Wij vinden niet gauw iets vies, het spelen met bijv. modder bedreigt niet de gezondheid en we geven de kinderen de ruimte om te experimenteren binnen de normen van veiligheid. Ouders vragen we kinderen te kleden in kleding die tegen een stootje kan en er is altijd een schoon setje kleren aanwezig. 9. Taalontwikkeling Zuigelingen Bij het verschonen en spelen met zuigelingen, benoemen we alles wat we doen. Dit voegt iets wezenlijks toe in het ervaren van liefde, veiligheid en voorspelbaarheid. Het koude doekje waarmee we billen poetsen is op den duur geen verrassing meer als we steeds vertellen wat we doen. Een muziekdoos of een speeltje kan afleiding geven tijdens het verschonen. Dreumesen en peuters Gedurende de dreumes -en peuterleeftijd blijft het praten door de leidster van belang. De woorden krijgen naar verloop van tijd voor hun een betekenis en zelfs gevoel. Het zingen van liedjes en het voorlezen van verhalen ondersteund door gebaren maakt dat we het goede voorbeeld geven bij het uitspreken van woorden en de articulatie. Tevens wordt duidelijk welke betekenis een woord of gebaar heeft en welk gevoel erbij hoort. Rollenspellen kunnen een
ondersteuning zijn in het leren gebruiken van woorden en of gebaren. Bij het voorlezen is het belangrijk de aandacht te trekken van het kind (toon en intonatie). Taal moet geassocieerd worden met positieve aandacht en de moeite waard zijn om naar te luisteren. Bij het stellen van grenzen, het stimuleren, het aansturen of het corrigeren zijn we extra attent op duidelijkheid, toonaard, de hoeveelheid woorden en het selecterend gehoor van kinderen, behorend bij hun leeftijd en ontwikkeling. In principe hanteren wij ABN als voertaal binnen het kinderdagverblijf. Echter wanneer er kinderen zijn die in de thuissituatie opgevoed worden met dialect, willen wij hierin meegaan op de dagen dat zij het dagverblijf bezoeken. Dit betekend dat wij op communicatief gebied vaker dialect met hun spreken dan Nederlands. Het voorlezen en zingen van liedjes en opmerkingen in het algemeen blijven wij het Nederlands gebruiken. De voertaal is dus uiteindelijk een combinatie van dialect en Nederlands. 10. Wanneer naar Groot Marland? Het doorstromen naar Groot Marland is een natuurlijke overgang waarin gekeken wordt naar de ontwikkeling van het individuele kind. Is een kind er eerder aan toe of later, volgt uit observaties dat een kind beter begeleidt zou kunnen worden in Groot Marland en dus in een kleinere groep, al deze aspecten worden telkens opnieuw bekeken. Mocht het voorkomen dat op basis van observaties blijkt dat een kind in de leeftijd jonger dan 2,5 jaar toe is aan instroming naar Groot Marland, wordt dit met ouders teruggekoppeld. In zulke situaties gaan wij steeds uit van de beleving van het kind en de best mogelijke situatie waarin een kind zich kan ontwikkelen. 11. Creativiteit Een kind is in beginsel creatief en laat dit op vele manieren zien. Het vraagt van de leidster inlevingsvermogen om dit waar te nemen. Het doel is om op een zo breed mogelijk communicatie vlak te geraken waarbij over en weer geen misverstanden kunnen ontstaan en het kind zich optimaal kan uiten. Creatief zijn met de kinderen biedt vele mogelijkheden en geeft tastbare materiaal wat we kunnen vastleggen en bewaren. Wanneer we creatief bezig zijn scheppen we nieuwe dingen, maak je gebruik van je eigen creativiteit en zie je vaak meerdere oplossingen voor een en het zelfde probleem. Je ontdekt nieuwe wegen zonder je te laten beïnvloeden door het gangbare, de gewoonte. Het geeft een resultaat, een eindproduct. Het stimuleren van het kind tijdens de activiteit is belangrijker dan het eindproduct, de weg die het kind gaat is een leermoment en hier gaat het om. Vaak kan het voor ogen hebben van een eindresultaat een belemmering zijn in de creatieve manier van denken.
Voorwaarde voor creatieve ontwikkeling We geven dus als leidsters alle ruimte om te experimenteren met verf, viltstift, kosteloos materiaal, klei, plaksel, papier, materiaal uit de natuur, hout etc… Creativiteit wordt vaak gekoppeld aan knutselen, maar is veel breder… Onder creativiteit valt dus ook het experiment met: -
Muziekinstrumentjes, de stem, klanken Verkleedkleren Avontuur in de natuur Proeven, ruiken, voedsel Bewegen, dans (kinderyoga)
Kinderen de ruimte geven om zich te kunnen concentreren en inspiratie op te doen is goed voor het uiteindelijke persoonlijke resultaat, onder toeziend oog van ons als leidsters.
Ondersteunende vaardigheden Bij ondersteunende vaardigheden denken we aan vaardigheden welke helpen tot het komen tot een positief resultaat bij een bijv. activiteit. Het belangrijk dat het kind ook weet om te gaan met bijv. een schaartje (fijne motoriek) of het vasthouden van een penseel. Een kind heeft dus ondersteunende vaardigheden nodig t.b.v. bijv. zijn creatieve proces. Duidelijker is dit te zien bij muziek. Het bijv. aanleren van een sinterklaasliedje is het doel het leren van melodie en tekst, maar om tot hier te komen heeft het kind ondersteuning nodig in vaardigheden. Door ook regelmatig geluiden/klanken/melodieën te zoeken met muziekinstrumentjes wordt het creatief proces op muzikaal gebied gestimuleerd en geeft zo een ondersteuning bij het leren van een lied. Als leidsters zijn we ons bewust van onze doelen bij activiteiten en zorgen dat de hoeveelheid activiteiten in balans zijn. Dit doen we door steeds het doel van een activiteit voor onszelf te formuleren en van te voren vaardigheden uit te proberen. 12. Invloeden Pedagogische invloeden zoals van bijv.. Rudolf Steiner of Reggio-Emilia kunnen inspiratiebronnen zijn bij de ontwikkeling van een beleidsplan. KdvPlus put inspiratie uit ervaring, eigen inzicht en intuïtie. De basis van het leven en de natuur zijn onuitputtelijke inspiratiebronnen voor al onze dagelijkse activiteiten. Het geven van liefde, zorg en aandacht maakt dat kinderen zich snel thuis voelen. Het kind is voor ons het belangrijkste in ons werk, zijn/haar welzijn staat voorop. Zij staan centraal en zijn de spil waar alles om draait zoals in de dagindeling, het dagritme etc. Elke dag is anders en wordt in vele opties door de kinderen bepaald. We ontdekken de kleine dingen die het leven zo mooi maken. De dingen die we vaak in de drukte van alle dag niet meer opmerken. 13.
Vierogenbeleid juli 2013
Vanwege de invoering van het vierogenbeleid per 01 juli 2013 heeft Klein Marland een protocol vervaardigd waarin wordt uitgelegd hoe wij hiermee willen omgaan. In het kader van deze extra veiligheidsmaatregelen omtrent misbruik, gebruiken wij de meldcode van de Branche Kinderopvang bij incidenten. Het protocol is onderstaand bijgevoegd in meest recente versie. 14. Tot slot Dit beleidsplan is een afspiegeling van de werkwijze en de visie binnen Kinderdagverblijf Klein Marland. Eventuele veranderende werkwijzen worden besproken en genoteerd en jaarlijks verwerkt in de tekst. Hiermee blijft de werkwijze en het beleid actueel en blijft het plan een rode draad door al onze dagelijkse bezigheden. We staan open voor opmerking van ouders en zien dit als waardevolle feedback die we graag meenemen in een steeds betere afstemming in wat ouders van ons wensen.
****************************
Protocol ter preventie van misbruik (herzien okt. 2015) De achterwachtregeling en het zogenoemde 'vier ogenprincipe' zijn samengebracht in dit protocol ter preventie van misbruik. Hierin is uitgewerkt hoe wij samen zorg dragen voor een veilige omgeving voor de kinderen en medewerkers. Het 'vier ogenprincipe' Volgens de brancheorganisatie kinderopvang en BOINK (2012) betekent het vier ogenprincipe dat er ten alle tijden iemand kan meekijken of meeluisteren bij de opvang van kinderen. "Het 'vier ogenprincipe' is voor convenantpartijen de basis voor veiligheid in de kinderopvang". "De uitvoering van dit beleid is maatwerk. De invulling zal voor iedere organisatie anders zijn, passend bij het pedagogisch beleid en financiële haalbaarheid." (Brancheorganisatie kinderopvang & BOINK, 2012). Het ‘vier ogenprincipe’ is een van de maatregelen ter preventie van misbruik. De kans op misbruik in de kinderopvang is gering, zeker in verhouding tot het aantal gevallen in het algemeen in Nederland. Extra preventieve maatregelen zijn er desondanks genomen. Klein Marland geeft de volgende invulling aan dit principe en de preventie van misbruik, onderverdeeld in de onderwerpen: gebouwelijke, personele, samenwerkende en overige maatregelen. Gebouwelijke voorzieningen Klein Marland bestaat uit twee groepsruimten: Klein Marland (max. 12 kinderen van globaal 0-2 jaar) en Groot Marland (max. 6 kinderen van globaal 2-4 jaar). De ruimten zijn direct gelegen aan het woonhuis van de eigenaar en van daaruit vrij toegankelijk. Groot Marland is gelegen op de eerste verdieping direct toegankelijk via een buitentrap en bestaat uit een ruimte voor eten en spelen en een kleedruimte (douche, toilet en wastafel). Deze ruimte is alleen middels een vouwdeur te sluiten, indien een leidster zelf gebruik maakt van het toilet (de ruimte is niet afsluitbaar). Klein Marland beschikt over een entree met daarin de toiletruimte en een trap naar de eerste verdieping. Op de eerste verdieping bevinden zich de slaap -en kleedruimte. In de entree is de toegang middels glasdeuren naar de eet -en speelruimte, daarin zijn geen fysieke scheidingen voorzien, ook niet t.b.v. de kantoorfunctie die daar aanwezig is. De toiletruimte is in de entree gelegen en voorzien van een zgn. boerendeur, die alleen geheel wordt gesloten als leidsters zelf van het toilet gebruik maken. De deuren van de kleedruimte en slaapruimte op de verdieping van Klein Marland zijn voorzien van glasramen zodat van buitenaf de ruimte te overzien is. De slaapruimte is altijd toegankelijk vanuit het woonhuis van de eigenaar (vluchtvoorziening in kader van gebruikers vergunning). De eet -en speelruimte op de begane grond zijn ook direct vanuit het woonhuis toegankelijk. Beide toegangen zijn tijdens de openingstijden van het kinderdagverblijf niet afgesloten. In beide ruimten is er sprake van overzichtelijkheid. Dit geeft transparantie en de pedagogisch medewerkers kunnen elkaar zien. Personeel Van ieder personeelslid is een VOG aanwezig, dit geldt ook voor stagiaires. De VOG van het personeel wordt elke twee jaar opnieuw aangevraagd. Nieuw personeel wordt pas aangenomen na een screening en eventueel na het checken van referentie(s) en na aanvraag van een VOG. De medewerkers zijn bekend met het protocol kindermishandeling en handelen volgens de meldcode. Er wordt gewerkt met een vast team en bij het inroosteren van de leidsters is de continuïteit op de groep het uitgangspunt. Dit zorgt o.a. ervoor dat leidsters aan elkaar gewend zijn, elkaar kennen en vertrouwen. Dit maakt het aanspreken op ongepast gedrag gemakkelijk en mogelijk.
Samenwerking en werkklimaat Er is een samenwerking tussen Klein en Groot Marland. Dit houdt in dat deze groepen elkaar ondersteunen, samenwerken, activiteiten ondernemen en op rustige dagen worden samengevoegd. Hierdoor staat een medewerker zo weinig mogelijk alleen voor een groep en is de opvang toch gewaarborgd door een vertrouwde medewerker. De medewerkers lopen met kinderen gedurende de dag regelmatig bij elkaars groep binnen. Er is een opendeuren beleid. Dit houdt in dat er op gepaste momenten ‘open deuren’ zijn en de kinderen van de groepen in andere ruimte kunnen spelen. Te denken valt aan momenten waarop een medewerker alleen voor een groep staat of wanneer meerdere kinderen tegelijk slapen. Door een professioneel werkklimaat is het contact met de leidinggevende laagdrempelig waardoor ook het aanspreken op ongepast gedrag soepel verloopt. Klein Marland is een kleinschalige organisatie, hierdoor zijn de communicatielijnen kort. De eigenaar kan de hele dag binnenlopen vanuit het woonhuis (indien niet ingeroosterd), zonder te kloppen of enige aankondiging. Ouders cq. klanten worden bij de voordeur (poort) via een spreek- en luistervoorziening toegelaten, dit vanwege externe veiligheid. Er zijn stagiaires aanwezig die als extra paar ogen fungeren. Zij functioneren altijd onder toezicht en verantwoording van de pedagogisch medewerker en worden boventallig ingeroosterd. Overige maatregelen Medewerkers staan zo min mogelijk alleen voor de groep, echter is dit wel het geval tijdens het openen en sluiten van de groep. Aangezien er vanwege ouders en medewerkers die af en aanlopen voldoende controle is. Ook hierbij is er een samenwerking tussen Klein en Groot Marland. Omgang met beeldmateriaal; mobiele telefoons en fotocamera's Klein Marland beschikt over een fotocamera die voor een ieder ter beschikking wordt gesteld. Het opgenomen beeldmateriaal is voor iedereen toegankelijk. Het is niet toegestaan om met privé telefoons beeldmateriaal tijdens werktijden te verzamelen. Controle via babyfoon Tussen Klein en Groot Marland en slaap- en badkamer is een spreek/luister verbinding (twee weg) aanwezig. Achterwachtregeling regeling Om er voor te zorgen dat continue controle is en in geval van calamiteiten, is de achterwachtregeling ingesteld. Indien er op zulke momenten niemand van de achterwacht beschikbaar is, mag ten alle tijden de eigenaar mobiel gebeld worden, of haar partner of dochter. De telefoonnummers zijn opgenomen in de telefoonlijst en staan bij de adresgegevens die liggen bijj de dagelijks te gebruiken formulieren. Basisprincipes Naast deze praktische maatregelen zijn er een aantal basisprincipes van toepassing op de preventieve maatregelen tegen misbruik: • een open aanspreek cultuur; • kleinschaligheid; • korte communicatie lijnen. In de praktijk houdt een open aanspreek cultuur in dat we door de geringe omvang en het kleinschalige karakter van de organisatie het contact persoonlijk, direct en duidelijk houden. Leidinggevende en medewerkers kennen elkaar en vertrouwen elkaar. Dit maakt het aanspreken op ongepast gedrag makkelijk en het elkaar hierop aanspreken idem. Het werken met een vast team bevordert het opbouwen van een vertrouwensband met het kind.
Bewustzijn en bewaken van eigen grenzen Het begeleiden van kinderen in de bewustwording en het leren aangeven van hun eigen grenzen is belangrijk. Kinderopvang is een veilige plek om dit te oefenen. Bij Klein Marland wordt er daarom van jongs af aan spelenderwijs aandacht aan gegeven. De kinderen leren wat ze wel en niet fijn vinden en leren ook om dit aan te geven. Verder leren ze dat, als iemand bijvoorbeeld een knuffel of aai wil geven en de ander dit niet wil, je de grens van de ander dient te respecteren. Dit geldt zowel voor het contact van de kinderen onderling als met volwassenen. In het bewust worden van je eigen grenzen en dit leren aan te geven, is de begeleiding van een pedagogisch medewerker vaak gewenst. Wanneer een pedagogisch medewerker bijvoorbeeld ziet dat het ene kind (meestal lief bedoeld) het andere kind aanraakt, maar het andere kind dit niet fijn vindt, het daarop aangesproken wordt. Het kind dat de aanraking als niet prettig ervaart, leert zich bewust te zijn van zijn grenzen en dit aan te geven. Het kind dat de ander wilde aanraken of liefkozen, leert in zijn geval de grenzen van het andere kind te respecteren. Warmte en een gezonde seksuele ontwikkeling De genomen preventieve maatregelen mogen ons inziens niet leiden tot minder intimiteit en het geven van warmte die we tijdens onze opvang aan de kinderen willen geven. Kinderen hebben behoefte aan lichamelijke koestering ter bevordering van hun welbevinden. Daarnaast is een positieve invalshoek bij de begeleiding van seksuele ontwikkeling belangrijk. Het mag niet zo zijn dat een angstige en afwijzende cultuur ten opzichte van seksualiteit gaat overheersen, wat een gezonde ontwikkeling in de weg kan staan. (Schreuder, Abrahamse & van der Linden, 2012) Bron vermelding: • Branchevereniging Kinderopvang & BOINK 2012. Convenant Kwaliteit Kinderopvang. Verkregen op 7 november 2012 via http://www.kinderopvang.nl/nieuws/nieuwsbericht • Schreuder, L. Abrahamse, S. & van der Linden, P. (2012). Preventie van seksueel misbruik in de kinderopvang. Utrecht : Nederlands Jeugd Instituut (NJI)
Protocol Versie 1, d.d. 25 juni 2013, Desire Jacobs/herzien januari 2014, herzien 20 okt.2015
WERKPLAN GROOT MARLAND
Kinderdagverblijf Klein Marland Groep Groot Marland, voor kinderen tussen +/-2(2,5) jaar t/m 4 jaar. Kinderopvang in een buitengewone omgeving gebruikmakend van wat de natuur te bieden heeft, het ontdekken van de normale dingen die we in de drukte van alledag vaak niet meer opmerken.
Desiré Jacobs en Angenita Peerboom oktober 2012/aug.2013/herzien 13 jan. 2014/20 jan.2014/herzien april ‘15/herzien okt.15
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan van ‘Groot Marland’, onderdeel van het beleid van Kinderdagverblijf Klein Marland. Klein Marland heeft een eigen visie ontwikkeld met als doel het bieden van verantwoorde kinderopvang op een professionele manier. Om dit te bereiken volgen we ons gevoel, onze ervaringen en ons inlevingsvermogen. We werken met een kwetsbare groep. Kinderen moeten in een veilige en geborgen omgeving kind kunnen zijn en wij zien het als taak om dit te realiseren. Uitgangspunt hierbij is het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en ontplooiingsmogelijkheden. In samenwerking met de ouder verzorgen we vraaggerichte opvang waarbij het kind centraal staat. Ouders hebben hierin de taak van opvoeder, echter een deel van de opvoeding leggen ze bij ons neer. Vanwege de verantwoordelijkheid die hierdoor in onze handen komt te liggen is een goede communicatie tussen beide partijen van uiterst belang. De ouder verdient respect als opvoeder en de groepsleiding verdient respect voor haar door studie en ervaring opgebouwde deskundigheid. Op velerlei gebieden kunnen we elkaar aanvullen en van elkaar leren. In het pedagogisch beleidsplan wordt tevens informatie gegeven over procedures en werkwijzen die worden gehanteerd. Het plan is bedoeld voor ouders en werknemers en loopt als een rode draad door alle voorkomende handelingen en activiteiten. Het geeft duidelijkheid over de visie, over de kinderen en over hoe wij denken hiermee om te gaan. Het omvat de werkwijzen en een overzicht van de alledaagse dingen en geeft zo een beeld van hoe een dag bij ‘Groot Marland’ eruit ziet.
Inleiding
2
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
Inhoudsopgave werkplan Groot Marland
Inleiding.................................................................................................................... 21 Inhoudsopgave .......................................................................................................... 22 1. Opvoedingsdoelen .................................................................................................. 23 2. Pedagogisch werkplan Groot Marland......................................................................... 24 2.1 Brengen en halen .............................................................................................. 24 2.2 De inrichting van de ruimtes ............................................................................... 25 2.3 Activiteiten en spelmateriaal ............................................................................... 25 2.4 Dagindeling ...................................................................................................... 26 2.5 Ontwikkeling..................................................................................................... 27 3.Organisatorische zaken ............................................................................................ 29 Groepsopbouw/Werkwijze/Horizontale groepen?/Samen een activiteit ondernemen/Afname extra dagdelen 4.Tot slot .................................................................................................................. 32
Inhoudsopgave
22
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
1. Opvoedingsdoelen Binnen de Wet Kinderopvang is gekozen voor vier opvoedingsdoelen, namelijk: 1. Emotionele veiligheid 2. Ontwikkeling van persoonlijke competenties 3. Ontwikkeling van sociale competenties 4. Overdracht van waarden en normen. Door deze doelen in een beleid op te nemen wordt vormgegeven aan wat de overheid verstaat onder verantwoorde kinderopvang. Zij omschrijft dit als volgt: ‘Verantwoorde kinderopvang is opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving.’ Ad 1; Emotionele veiligheid. Wanneer een kind zich niet veilig voelt in een omgeving, is het niet in staat indrukken en ervaringen in zich op te nemen. Om te komen tot een prettig verblijf voor het kind is emotionele veiligheid van uiterst belang. Wij zorgen dat uw kind zich geborgen voelt. We werken met toegewijde, ervaren leidsters waardoor het opbouwen van een hechte band met uw kind gemakkelijk tot stand komt. Door structuur te bieden ontstaat bij het kind een vertrouwd gevoel en hieraan ontlenen zij een gevoel van veiligheid. Ons streven naar geborgenheid vindt u terug in de inrichting van de groepsruimte; deze straalt gezelligheid en warmte uit middels rustige kleuren, licht en natuurlijke materialen. In ‘Groot Marland’ zal gewerkt worden met een horizontale groep. Het ontwikkelingsniveau ligt bij ‘Groot Marland’ korter bij elkaar. Kinderen die achterblijven in hun ontwikkeling worden sneller opgemerkt. Dit heeft onder meer als voordeel dat we hier snel op kunnen inspelen. Deze kinderen kunnen we de extra ondersteuning geven die ze nodig hebben. Tevens is er een evenwichtiger dagritme voor de kinderen; ze draaien immers allemaal hetzelfde ritme. Ad 2; Ontwikkeling van persoonlijke competenties. Met het begrip persoonlijke competentie bedoelen we het opbouwen van veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Het moet voor een kind mogelijk zijn zich deze competenties eigen te maken, zodat het zich bij veranderende omstandigheden gemakkelijk kan aanpassen. Voor het ontwikkelen van een eigen ik, om te weten te komen wat een kind leuk vindt is een uitdagende omgeving belangrijk. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze en eigen tempo. Door het aanbieden van taken welke met succes kunnen worden uitgevoerd maken dat het kind een positief zelfbeeld ontwikkelt en groeit in zijn zelfstandigheid en meer en meer zelfvertrouwen krijgt. Door de deskundigheid van de leidsters wordt die bezigheid geboden welke past bij het kind en verrijkend is. Een goede relatie met zijn leeftijdsgenootjes bevordert de kwaliteit van de uitwisseling in hun spel en de interesse om dit te doen. Stabiliteit binnen de groep verdient hierom prioriteit. Ad 3; Ontwikkeling van sociale competenties. In een vertrouwde omgeving ontwikkelen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid. Hierdoor durven kinderen initiatieven te nemen om contact te leggen met de andere kinderen. KdvPlus beschouwt uw kind niet alleen als een uniek persoon met recht op individuele aandacht, maar ook als een groepspersoon die regelmatig aandacht moet delen. Wij bieden kinderen de kans om zich sociaal te ontwikkelen en samen met anderen kinderen op te groeien. Dit is een van de redenen om de kinderen te stimuleren samen te spelen en daarbij rekening te houden met elkaar. Ad 4; Overdracht van waarden en normen. Tijdens eenvoudige bezigheden leert het kind met hulp van de leidster zich waarden en normen eigen te maken. Elke bezigheid is gericht op respect voor elkaar en gaat gepaard met het wachten op elkaar, iemand laten uitspreken, niet door elkaar heen praten, het leren maken van afspraken etc. Bij een conflict is het de taak van de leidster om actief te luisteren en samen met de betrokken kinderen te zoeken naar een oplossing. Het verwoorden van wat er is gebeurd en te kijken naar de gevolgen van daden is hierbij belangrijk. Wij leren uw kind spelenderwijs wat het betekend om afspraken te maken over wat er wel en niet mag. Consequent zijn is hierbij van essentieel belang. Het pedagogisch beleidsplan geeft een overzicht van de manier over hoe ‘Groot Marland’ denkt te moeten omgaan met het kleine kind. In het pedagogisch werkplan staan de werkzaamheden omschreven zoals ze dagelijks op de werkvloer uitgevoerd worden. Het geeft inzicht in wat we doen, hoe we dit proberen te doen en waarom we dit doen op deze manier. Middels dit plan willen we ouders de zekerheid geven dat hun kind zich in een veilige omgeving beweegt door ervoor te zorgen dat de ruimte en de materialen voldoen aan de eisen van de GGD en Brandweer. De zekerheid dat kinderen hun competenties kunnen ontwikkelen door te werken op een pedagogisch verantwoorde manier. Elk kind wordt gezien als individu en is uniek. Door de ervaring van de leidsters is het mogelijk zich neutraal op te stellen en ieder kind te respecteren, met het uiteindelijke doel het opbouwen van een
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
wederzijdse emotionele band.
2. Pedagogisch werkplan Groot Marland In dit hoofdstuk staat beschreven hoe we het beleid tot uitvoering brengen. Hierin komen de vier opvoedingsdoelen terug die in de wet staan beschreven. Daarnaast wordt inzicht gegeven in het reilen en zeilen binnen ‘Groot Marland.’ Zo wordt er aandacht besteed aan de aansluiting bij de basisschool. Middels het werken met taken voor de kinderen. Dagelijks zal er aandacht besteed worden aan werkjes; deze worden door de kinderen gekozen of door de leiding. Verder wordt er aandacht geschonken aan de voorbereiding voor taalvaardigheden, rekenvaardigheden, oriëntatie, kunstzinnige vorming. Dit alles op een speelse manier. Meer hierover kunt u lezen onder het kopje 2.4 Activiteiten en spelmateriaal. 2.1 Brengen en halen De kinderen worden veelal door de ouders naar het kinderdagverblijf gebracht en worden op het eind van de dag weer opgehaald. Soms worden de kinderen ook gebracht en gehaald door familieleden. Onder dit kopje wordt meer aandacht besteed aan dit gebeuren. 2.1.1 Wennen De meeste kinderen bij ‘Groot Marland’ zijn begonnen bij ‘Klein Marland’. Hier heeft de wenochtend al plaatst gevonden. De rituelen zijn veelal bekend bij de kinderen als bij de ouders. Het dagritme zal enigszins veranderen bij ‘Groot Marland.’ Wanneer er een nieuw kind in de groep van ‘Groot Marland’ komt, kan er een wenochtend worden ingepland, wanneer ouders hier behoefte aan hebben. De wenochtend zal worden ingepland op een rustige dag. Zo kan de leidster het kind goed observeren en begeleiden. Tevens is er meer aandacht voor het kind en de interactie tussen de kinderen onderling. 2.1.2 Wennen aan een nieuw gezicht Vanwege de kleinschaligheid zullen er niet veel wisselingen bij de leidsters plaats vinden. Dit heeft als voordeel dat een nieuw kind sneller eigen zal zijn en hierdoor ook goed een band kan opbouwen met de leidsters. Op dit moment werken er vier leidsters binnen KdvPlus. Iedere leidster werk zowel bij ‘Klein Marland’ als ‘Groot Marland’. Er wordt dus gerouleerd binnen de verschillende settings. 2.1.3 Brengen De kinderen worden ’s morgens naar ‘Groot Marland’ gebracht. De jassen en eventueel tassen worden aan de kapstok gehangen door de kinderen of ouders. De kapstokken zijn geplaatst in de speelruimte. Het kind kan dus meteen deelnemen aan het spel dat gaande is of zelf een keuze maken. Een warme overdracht zal plaatsvinden tussen de leidster en de ouder. De ouders geven eventuele bijzonderheden aan van de afgelopen avond en nacht. Verder is dit de mogelijkheid om aan de te geven als het kind extra zorg nodig heeft. Het is voor de rust in de groep en het dagritme van belang dat de kinderen voor 9:00 zijn gebracht, zodat het dagprogramma kan beginnen. 2.1.4 Afscheid nemen Soms kan het afscheid nemen even moeilijk zijn voor het kind. Het is in het belang van het kind dat dit zo kort mogelijk duurt. Het is fijn om een ritueel ervan te maken; een kus, zwaaien en weggaan. De leidster zal het overnemen en eventueel troost bieden door een knuffel of het kind af te leiden door speelgoed aan te bieden. Wanneer de ouders behoefte hebben om later te informeren hoe het met hun kind is, kunnen ze altijd telefonisch contact opnemen. 2.1.5 Halen Op het eind van de dag worden de kinderen na een vermoeiende, maar voldane dag opgehaald door de ouders. De ouders kunnen overzichtelijk lezen wat het kind die dag allemaal gedaan heeft. Er hangt een whiteboard op waarop staat beschreven welke activiteiten die dag ondernomen zijn. Samen met de ouders wordt de jas aangetrokken en eventueel de tas gepakt. Wanneer de ouders meerdere zaken willen bespreken, maken we graag een afspraak op een later tijdstip. Tijdens de haalperiode worden en rustige activiteiten aangeboden, dit in de vorm van een puzzel, een boekje lezen, voorlezen of kringactiviteiten. Zo wordt de dag op een rustige manier afgesloten.
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
2.2 De inrichting van de ruimtes Klein Marland heeft twee groepen. Iedere groep heeft zijn eigen inrichting waarbij nagedacht is over de gebruiksmogelijkheden. Beide groepen maken gebruik van de speelweide die achter het kinderdagverblijf ligt. 2.2.1 Inrichting van de ruimte binnen ‘Groot Marland’ is verdeeld in twee ruimtes. Bij binnenkomst treedt men meteen binnen in het speel gedeelte. Hier ligt vloerbedekking waarop de kinderen kunnen spelen. Waar het loopgedeelte naar de keuken is, ligt laminaat. Tevens is er in deze ruimte een snoezelhoek ingericht. Twee bedden zijn ingericht als bank met grote kussens. Hierin kunnen de kinderen zich even terugtrekken en rusten wanneer hier behoefte aan is. De kinderen zullen in de regel niet meer ’s middags naar bed gaan en dit kan een alternatief voor hen om hun rust te krijgen. Mochten kinderen wel nog behoefte hebben aan een middagdutje dan kan dit uiteraard. Er is niet gericht een hoek ingericht waar de kinderen met speelgoed kunnen spelen. Spullen hebben hun vaste plek, maar kunnen gemakkelijk worden verplaatst. De tweede ruimte in ‘Groot Marland’ is de keuken. Hierin is het keukenblok waar het eetgerei is opgeborgen, het beleg, brood e.d. In deze ruimte staan verder twee grote tafels . Aan deze tafels wordt gegeten, maar ook geknutseld of een praatje gemaakt. Aan de tweede ruimte, de keuken grenst de badkamer. In de badkamer is het toilet voor de kinderen en de leidster. Daarnaast liggen hier de reserve kleren van de kinderen, EHBO spullen en er is een wasgelegenheid aanwezig. 2.2.2 Inrichting van de buitenspeelplaats De buitenspeelplaats ligt aan de achterzijde van het kinderdagverblijf. ‘Groot Marland’ ligt aan de achterzijde, de speelplaats is dus gemakkelijk te bereiken. In de weide is gezorgd voor voldoende schaduw middels een groot doek dat we kunnen spannen tussen drie bomen. Verder zijn er natuurlijke speelmaterialen zoals houtblokken waarop kinderen kunnen staan of ze kunnen ermee rollen en nog meer activiteiten die hun fantasie rijk is. Een speelhuisje heeft ook een plek in de speelweide. Hierin kunnen de kinderen zich terugtrekken. Bij het speelhuisje ligt ook een zandbak met verschillende schepjes, harkjes en anderen materialen. De natuur wordt dichterbij gehaald door de schaapjes en kippen die in een aangrenzend weiland rondlopen. De kinderen kunnen contact maken met de dieren, maar worden wel beschermd door een hekwerk. Wanneer de kinderen durven, hebben zij ook de mogelijkheid om de wei in te gaan en echt te knuffelen met de schapen. Er is ook plek gemaakt voor eetbare planten zoals frambozen en tomaten.
2.3 Activiteiten en spelmateriaal Spelen doen kinderen een groot deel van de dag. Kinderen leren veel van spelen, de motoriek wordt steeds fijner, de fantasie wordt ontwikkeld en natuurlijk wordt de sociale ontwikkeling gestimuleerd. Het spelmateriaal binnen ‘Groot Marland’ is afgestemd op de lichamelijke, verstandelijke, creatieve en sociaal- emotionele ontwikkeling van kinderen. Daarnaast wordt het spelmateriaal geselecteerd op kwaliteit en veiligheidsnormen. Speelgoed dat de ruimte laat voor eigen verbeelding en fantasie heeft de voorkeur. 2.3.1 Spelen en opruimen We leren kinderen met zorg omgaan met de verschillende soorten spelmaterialen, naar aard van het materiaal. Voorzichtig ermee omgaan, onderdelen bij elkaar houden en weer netjes opruimen. Regelmatig wordt ook samen met de kinderen het materiaal opgeruimd. Door het materiaal een vaste plek te geven en compleet op te ruimen leren we kinderen zorg dragen voor het materiaal. Als leidsters bieden we hierdoor ook structuur en leren de kinderen respectvol om te gaan met materialen. Het speelgoed staat grotendeels in kasten die op kindhoogte staan en waar de kinderen gemakkelijk bij kunnen. Zij kunnen dus zelf speelgoed en materiaal kiezen. Sommige knutselmaterialen zijn afgeschermd, te denken aan materialen waarmee ze zichzelf kunnen bezeren of die schadelijk zijn voor hen. Het tekenmateriaal zal vrij toegankelijk zijn voor de kinderen; papier met mate, dit om te voorkomen dat ze steeds een nieuw vel nemen. Scharen, lijm, karton, kwasten en verf zijn materialen die worden opgeborgen. Wanneer we werken met deze materialen, gebeurd onder toezicht 2.3.2 Vrijheid in de activiteiten De kinderen mogen bij ‘Groot Marland’ grotendeels kiezen waarmee ze spelen. Echter wordt ook regelmatig voor hen een werkje gekozen door een leidster. Welk kind met welk werkje aan de slag gaat,
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
wordt inzichtelijk gemaakt door het planbord met pictogrammen. Op dit bord zijn de naamkaartjes van de kinderen zichtbaar en de activiteiten. Door het naamkaartje van het kind bij een activiteit te hangen, kunnen de kinderen zien met welke activiteit ze aan de slag gaan. Dit doen we om de kinderen voor te bereiden op de basisschool. De meeste kinderen verlaten ‘Groot Marland’ om naar school te gaan. Op de basisschool gaan de kinderen ook zelfstandig in kleine groepjes werken. Vaak mogen de kinderen zelf een werkje kiezen, maar ook wordt een werkje door de juf gekozen. De kinderen kunnen op deze manier reeds kennis maken met het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast is het ook een manier om te zorgen dat kinderen met alle materialen in aanraking komen en dat ze niet steeds hun favoriete activiteit kiezen. Bij ‘Groot Marland’ bereiden we de kinderen op nog een andere manier voor op de basisschool. Door te werken met verschillende onderwerpen, zoals taal, rekenen, (wereld)oriëntatie en (kunstzinnige) vorming, maar ook door het werken met thema’s. Dit alles op een speelse manier. Zo zullen bijvoorbeeld taalactiviteiten bestaan uit rijmen, spelletjes op de IPad, verteltafels en voorlezen. Rekenactiveiteiten zijn bijvoorbeeld bordspelletjes spelen, maar ook de bordjes tellen om de tafel klaar te maken. 2.4 Dagindeling Op een kinderdagverblijf werkt men met een vaste dagindeling. Dit biedt de kinderen structuur en veiligheid. Binnen ‘Groot Marland’ zullen we ook werken met een dagindeling. Deze dagindeling zal iets verschillen met de dagindeling van ‘Klein Marland’. Tijden verschuiven, activiteiten worden toegevoegd en sommige zaken komen niet meer voor. Voor de kinderen in ‘Groot Marland’ zal de dagindeling zichtbaar worden gemaakt door picto’s op een planbord. Zo weten de kinderen wat er gaat gebeuren en zien ze de dag vorderen en is deze overzichtelijk voor hen. Eerder is verteld dat een vast dagindeling belangrijk is voor kinderen. Niet alleen zorgt dit voor structuur en veiligheid, maar het stimuleert ook de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen. Ze weten immers wat er gaat gebeuren door de volgorde van de activiteiten. De kinderen kunnen nog geen klok lezen, maar ze zullen door een patroon weten wat er gaat komen. Organisatorisch heeft een vaste dagindeling ook voordelen voor de leidsters, maar ook voor u, als ouder. De leidsters houden rekening met de dagindeling binnen het programma, maar ouders herkennen ook het ritme waarin hun kind zich beweegt. De kinderen worden gebracht en gehaald op vaste tijden, flexibiliteit is ook een optie. We vragen om dit van te voren te melden, zodat wij hier rekening mee kunnen houden binnen het dagprogramma. Daarnaast heeft het ook als voordeel dat nieuwe collega’s of een stagiaire sneller het dagritme herkennen. 2.4.1 Dagindeling De deur staat vanaf 7:30 open voor de kinderen. Bij binnenkomst spelen de kinderen gezamenlijk tot ongeveer 9:30. Rond deze tijd zullen alle kinderen gearriveerd zijn en hebben ze allemaal de mogelijkheid gehad om even te spelen. Daarna zal het programma beginnen. Als eerste ruimen we gezamenlijk het gebruikte speelgoed op. Leidsters geven de kinderen taakgericht opdrachten, dit geeft de kinderen duidelijkheid en ze weten wat ze moeten doen. Wanneer alle speelgoed opgeruimd is, gaan we samen aan tafel. Er wordt samen fruit gegeten; standaard fruit zoals appel, banaan en peer, maar we zullen ook seizoensgebonden fruit aanbieden. Variatie komt ook tot stand door af en toe ander fruit aan te bieden. Bij het fruit krijgen de kinderen sap aangeboden. Tijdens het fruit eten zullen er gesprekjes op gang komen tussen de kinderen, maar ook tussen kinderen en leidsters. Kinderen leren communiceren, maar ook luisteren naar elkaar en op hun beurt wachten. Na het fruit gaan de kinderen naar het toilet en gaan vervolgens met taakgerichte werkjes aan de slag. De kinderen kunnen zelf een keuze maken via een planbord, of er wordt een werkje voor hen gekozen. Na een tijdje kunnen de kinderen ruilen, hierbij zullen de leidsters hen ondersteunen. De kinderen werken ongeveer een half uur aan taakgerichte werkjes. Het voorlezen van een boekje of een andere voorschoolse groepsactiviteit valt ook onder de taakgerichte werkjes van de kinderen. Na de taakgerichte werkjes gaan de kinderen naar buiten, mits het goed weer is. In de zomer lekker ravotten, in de winter lekker ingepakt in de sneeuw spelen. Rond 12:00 gaan de kinderen weer naar binnen om de lunch klaar te maken. Na een toiletronde gaan de kinderen aan tafel. De lunch wordt samen met de kinderen klaar gemaakt. Eén kind zal de leidster mogen helpen met het klaarmaken van de tafel. Hij of zij mag de bordjes op tafel zetten, het bestek ernaast leggen, brood en beleg op tafels zetten. Iedere dag zal een andere kind de leidster mogen helpen met verschillende taken. De kinderen smeren in ‘Groot Marland’ zelf hun brood. Ze oefenen onderleiding van de leidster brood smeren, niet te veel boter pakken en goed uitsmeren etc. Tijdens de lunch krijgen de kinderen ook een beker melk. Af en toe zal de lunch uitgebreider zijn door bijvoorbeeld knakworstjes te eten, groente uit onze eigen tuin of een heerlijke beker chocolademelk! Na de lunch wordt er een rustmoment ingelast voor de kinderen. Ze gaan even rustig op de banken zitten. Hier mogen ze een boekje lezen of lekker even snoezelen. Als alternatief kan er ook een rustige kringactiviteit plaats vinden die past binnen het thema. Rond 15:00/ 15:30 gaan de kinderen aan tafel voor een koekje en een beker sap.
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
Ook in de middag is er de mogelijkheid om met de kinderen naar buiten te gaan als het weer het toelaat. In de zomer zal de dag ook buiten met de kinderen worden afgesloten. Wanneer de dag binnen wordt afgesloten zal dit gebeuren door middel van een rustige activiteit. Voor de kinderen is er ook nog de mogelijkheid om nog iets lekkers te eten, zoals een soepstengel of rozijntjes en eventueel krijgen ze nog een beker sap. 2.4.2 Bijkomstigheden in de dagindeling Onder deze kop worden bijkomstigheden vermeld die zich in de dagindeling voorkomen. Voornamelijk draait het hierbij om de lunch. De eet en drinkmomenten bij Klein Marland zien we als een sociaal gebeuren waarbij gezelligheid voorop staat. Voldoende eten en drinken zorgt voor voldoende energie om de dag door te komen en de energie hebben ze nodig! Op een ontspannende manier kan iedereen goed eten en op zijn eigen tempo. Door het brood zelf te smeren, eten de kinderen ook beter hun brood, zij hebben het immers zelf klaar gemaakt! Doordat de kinderen eerst bij ‘Klein Marland’ zijn geweest, kennen we hun eetgewoontes. Zouden deze veranderen, dan nemen we contact op met de ouders. Tijdens het lunchmoment gelden er ook een aantal regels: • We eten aan tafel, allemaal samen • De leidster zit aan tafel, stimuleert en helpt. Stimuleren gebeurd door zelf mee te eten, maar ook door complimenten te maken. • We schrokken niet. De boterham ligt op het bord en nemen de boterham hier van af en leggen die daarop terug. • We storen de andere kinderen niet tijdens het eten. Er mag zeker gepraat worden aan tafel, maar er wordt niet aan de anderen kinderen gefriemeld of aan het eetgerei. • We zitten aan tafel met de billen op de stoel, de stoel is aangeschoven en de handen zijn boven tafel. • Iedereen eet van zijn eigen bord en drinkt uit zijn eigen beker. • De kinderen eten tarwebrood en de eerste snee wordt met kaas of worst gegeten. De tweede en eventueel derde mag met zoet, hier brengen we variatie aan door de kinderen verschillende soorten beleg te laten kiezen. • Er wordt rekening gehouden met diëten en principes. 2.5 Ontwikkeling In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van de kinderen. Deze wordt onderverdeeld in de sociaal- emotionele ontwikkeling, de fysieke ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. In een apart kopje staat de creatieve ontwikkeling beschreven. Deze keuze is gemaakt, omdat de creatieve ontwikkeling alle ontwikkelingsgebieden bestrijkt; zowel de sociaal- emotionele, fysieke als de cognitieve ontwikkeling. 2.5.1 Sociaal- emotionele ontwikkeling Kinderen maken snel contact met andere kinderen om zich heen, ook binnen ‘Groot Marland’. De meeste kinderen kennen elkaar van ‘Klein Marland’ zijn al opgegroeid met elkaar bij ‘Klein Marland’ en kennen elkaar. Ze hebben samen de babyperiode doorgebracht en veel geleerd. In ‘Groot Marland’ zullen de kinderen samen verder groeien en verder leren. Er zal ook worden ingespeeld op de ontwikkeling richting de basisschool, dit zal verder aan bod komen bij de cognitieve ontwikkeling. Wanneer er meerdere mensen samen zijn, kan er ruzie ontstaan. Dit kan ook binnen ‘Groot Marland,’ Als kinderen ruzie krijgen, zullen we als ‘mediator’ optreden. We streven ernaar dat de kinderen zelf hun ruzies oplossen. We zullen samen in gesprek gaan en samen opzoek gaan naar een oplossing. In het begin zullen we vaker met de kinderen in gesprek moeten gaan, maar na een tijdje zullen de kinderen zelf hun ruzies goed kunnen oplossen. Er kunnen natuurlijk altijd situaties ontstaan waar wij meteen ingrijpen en er later een gesprek zal plaats vinden tussen kinderen onderling. Dit zal gebeuren in situaties waar de een de ander pijn doet of iets doet wat niet door de beugel kan. Natuurlijk vieren we bij ‘Groot Marland’ de verjaardag van een kind. Ook bij ‘Groot Marland’ zal dit gebeuren. Samen de verjaardag vieren; zingen, muziek maken en uitdelen. Niet alleen de verjaardagen zijn reden voor een feestje. Daarnaast vieren wij ook feestdagen zoals Sinterklaas, Pasen en Kerst. De minder leuke feestjes, zoals het afscheid nemen vieren we ook. Samen iemand in het middelpunt zetten en hem of haar een fijn feest geven. Dat kunnen we allemaal! 2.5.2 Fysieke ontwikkeling De grote sprongen van de fysieke ontwikkeling hebben de kinderen doorlopen in ‘Klein Marland’. Hier hebben ze hun kunsten van het tijgeren, kruipen en lopen laten zien. Andere ontwikkeling zullen de
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
kinderen nog spelenderwijs doorlopen bij ‘Groot Marland’ te denken aan springen, hinkelen en rennen. Ook andere onderdelen zoals de motorisch ontwikkeling valt onder de fysieke ontwikkelling De motorische ontwikkeling kun je onderverdelen in: 1. de grove motoriek 2. de fijne motoriek Bij de grove motoriek draait het om grotere handelingen zoals springen, gooien met een bal, traplopen, rennen en hinkelen. De fijne motoriek gaat over kleinere handelingen zoals knippen met een schaar, plakken, rijgen, kleuren en een eenvoudige puzzel maken. Globaal kan men zeggen dat de grove motoriek gestimuleerd wordt binnen ‘Klein Marland’ en de fijne motoriek binnen ‘Groot Marland’. Ad 1 De grove motoriek De grove motoriek zullen de kinderen grotendeels leren bij ‘Klein Marland.’ Toch blijven we ze stimuleren. We doen dit middels buiten zijn en met ballen spelen, spring spelletjes en behendigheidsspelletjes. Binnen en buiten zijn hiervoor materialen aanwezig. Ad 2 De fijne motoriek De fijne motoriek kan men stimuleren door middel van knutselactiviteiten, tekenen, knippen, verven, rijgen, maar door zelf de boterham te smeren en zichzelf aan- en uit te kleden. 2.5.3 Cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling van kinderen maakt grote sprongen. Door de groei van de hersenen in de peuter- kleuterleeftijd, ontwikkelen de kinderen zich op cognitief gebied snel. Binnen ‘Groot Marland’ zal veel aandacht besteed worden aan deze ontwikkelingen, we willen deze stimuleren middels een voorbereiding op de basisschool. Dit voorbereiden doen we door middel van taakgericht werken, maar ook door het werken met thema’s en hier omheen verschillende activiteiten te plannen. Deze activiteiten zijn gericht op onder andere de taal- en, rekenontwikkeling, (wereld) oriëntatie en (kunstzinnige) vorming. Taal is er altijd! Verbaal of non- verbaal. Taal verduidelijkt de dingen die om ons heen gebeuren, ook voor kinderen. Al op jonge leeftijd komen kinderen met taal in aanraking. Taal voegt iets wezenlijks toe in het ervaren van liefde, veiligheid en voorspelbaarheid. Bij het verschonen van de luier worden de stapjes verteld die worden doorlopen om een schone luier te geven. Op den duur wordt het voor het kind duidelijk wat er gaat gebeuren. Het praten van de leidster is van belang voor een kind. De woorden krijgen betekenis en zelfs gevoel, door middel van, toon, intonatie en articulatie. Een boze toon, wanneer een kind een ander kind pest, de lieve, trotse stem wanneer een kind weer iets nieuws heeft geleerd. We gebruiken ook de intonatie voor het trekken van de aandacht. Taal wordt ook ondersteund door gebaren; een terechtwijzende vinger bij een boze stem, de high five bij de lieve, trotse stem. Bij ‘Groot Marland’ als bij ‘Klein Marland’ zal de taalontwikkeling worden gestimuleerd worden door verhalen voor te lezen, door rollenspellen te spelen en vooral door met de kinderen te communiceren en handelingen duidelijk te maken. In ‘Groot Marland’ zal verder worden ingegaan op de taalontwikkeling door gericht te werken. Prentenboeken worden voorgelezen, in een kringgesprek wordt hier over gepraat en er zal een verteltafel bij worden gemaakt, zodat de kinderen het verhaal kunnen naspelen. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van de taalspelletjes die op de I- pad gespeeld kunnen worden. Eerder is verteld dat de hersenen een groeispurt doormaken tijdens de peuter- kleuterleeftijd. Dit heeft weer tot gevolg dat de zintuigen ook de gelegenheid krijgen om zich verder te ontwikkelen. De zintuigen geven de mensen informatie; brandlucht is gevaar, rook die je ziet betekend gevaar, de lampen bij de spooroverweg, maar ook de lekkere geur van koekjes of ander eten. Deze zintuigen willen wij stimuleren en dat doen wij onder anderen de reukzin te stimuleren, met geurstenen, maar ook door koekjes te bakken. 2.5.4 Creatieve ontwikkeling Kinderen zijn creatief en laten dit op verschillende manieren zien; een stoel wordt een trein, een ring wordt een stuur e.d. Dit vraagt onder andere van de leidsters inlevingsvermogen om dit waar te nemen. Door hierop in te gaan, maak je de communicatie breder, je leeft je in, in de wereld van het kind. Het kind kan zich mede hierdoor optimaal uiten. Creatief zijn met kinderen biedt mogelijkheden en geeft tastbaar materiaal dat we kunnen vastleggen en bewaren. Door creatief bezig te zijn schep je nieuwe dingen en stimuleer je niet alleen de creativiteit van het kind, maar ook die van jezelf! Kinderen worden niet alleen creatief in het constructief bezig zijn, maar dit stimuleert ook het oplossingsgericht denken. Je krijgt vaker meerdere oplossingen te zien voor een
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
probleem, je ontdekt nieuwe invalshoeken. Het stimuleren van de creativiteit van kinderen is dus van belang, niet alleen voor het eindproduct, maar zeker voor het hele proces erom heen. De weg naar het eindproduct is vaker nog belangrijker dan het eindproduct zelf. De kinderen leren vaardigheden die ze hun hele leven nog kunnen inzetten. Het stimuleren van de creativiteit komt tot stand op verschillende manieren: • Experimenteren met knutselmateriaal; verf, viltstift, papier, doosjes, klei en afvalmateriaal • Natuurlijke materialen; zand, water, nootjes en bladeren • Muziekinstrumentjes; stem, sambaballen, tamboerijn etc • Verkleedkleren; dierenpakjes, fantasiepakjes etc • Buiten spelen; buiten in de natuur spullen zoeken, bekijken etc • Bewegen; dansen. Tijdens het creatieve proces zullen we de kinderen ook ondersteunen bij verschillende vaardigheden. Hierbij valt te denken aan het leren omgaan met materialen, zoals het vasthouden van een schaar of penseel. Niet alleen bij materialen wordt ondersteuning geboden, maar ook bij het aanleren van een liedje. Als voorbeeld nemen we het aanleren van een sinterklaasliedje. Het doel is het aanleren van de tekst en melodie van het liedje, maar om tot dit doel te komen heeft het kind ondersteuning nodig. Door regelmatig geluiden en klanken te zoeken met muziekinstrumenten wordt dit proces gestimuleerd en geeft dit ondersteuning. 3. Organisatorische zaken In dit hoofdstuk staan een aantal neven zaken beschreven die belangrijk zijn voor ouders. Het gaat over informatie welke niet meteen van toepassing zijn op de verzorging of het welzijn van de kinderen, maar om de organisatie. Ze worden kort opgesomd en besproken in dit hoofdstuk. Klein Marland werkt met twee groepen: Klein Marland’ en ‘Groot Marland’. Wanneer de kinderen niet meer slapen tussen de middag én zindelijk zijn, of goed op weg zijn met hun zindelijkheidstraining, kunnen ze doorstromen naar ‘Groot Marland’. De leeftijd zal dus liggen tussen +/- 2 (2,5) en 4 jaar. Indien kinderen o.i. qua ontwikkeling vooruitlopen op hun leeftijd en o.i. beter gedijen bij begeleiding in een kleinere groep, bespreken we dit met hun ouders. Wanneer ouders akkoord gaan kunnen wij kinderen (indien er plek is) vroegtijdig laten doorstromen naar Groot Marland. Wisselen van groep. Ouders zijn ervan op de hoogte (nieuwsbrief) hoe we omgaan met het samenvoegen van groepen bij bijv. ziekte van meerdere kinderen of vakanties. Indien zich bovenstaand voordoet worden groepen Klein –en Groot Marland soms samengevoegd in Klein Marland. Dit omdat het aantal kinderen dusdanig klein is dat samenvoegen praktisch beter en verantwoord is. Ouders zijn hiervan op de hoogte, schriftelijk en mondeling. De groep Klein Marland is voor de kinderen niet vreemd. Ze zijn hier nl. ook bij binnenkomst in de ochtend en de meesten zijn van baby af aan in Klein Marland gestart. Mocht er zich een situatie voor doen dat m.n. de flexibele kinderen op dagen opvang genieten dat er geen plek is in een van de groepen, ouders ervan op de hoogte zijn dat wij deze kinderen dan indelen daar waar plek is. In de praktijk kan het dus zijn dat er kinderen twee dagen verblijven in Groot Marland en een dag in Klein Marland. Adresgegevens: Rijckholterweg 8 6245 LS Oost- Maarland Telefoonnummer: 06 42456226 Openingstijden: Maandag t/m vrijdag van 07:30 – 18:30 Op nationale feestdagen is het kinderdagverblijf gesloten. Inschrijving: Nadat het inschrijfformulier is geretourneerd en de inschrijving definitief gemaakt is middels ondertekening, is het kind aangemeld. De ouder ontvangt een bevestiging van de aanmelding waarin staat vermeldt wanneer het kind welkom is en op welke dagen. Een maand voor de aanvang van de opvang ontvangen ouders een overeenkomst en een uitnodiging om langs te komen om e.e.a. te bespreken m.b.t. de verzorging van hun kind. Er bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van een wenochtend van 9:00 tot 13:00.
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
De groep, horizontaal of verticaal ? Bij ‘Groot Marland’ werken we met een groep kinderen die qua leeftijd 1,5 jaar verschilt. Op deze leeftijd is dit heel veel daar een kind veel ontwikkeling door maakt in een korte tijd. De ontwikkelingsniveaus blijven dan ook over de gehele periode verschillend en wij hebben steeds gedacht dit aan te duiden met de benaming ‘verticale groepen’. Net vanwege de o.i. duidelijke verschillen. En omdat het opvangen van kinderen in een gemengde groep het meest aansluit op de visie van Klein Marland nl. het samen verblijven in een groep, net als een groot gezin. Bekijken we dit nu in het kader van de Wet Kinderopvang, houdt dit in dat we Groot en Klein Marland moeten aanduiden als horizontale groepen. Dit omdat volgens deze visie, groepen in de ‘dezelfde’ leeftijd betiteld moeten worden als horizontaal. Daar we echter een dusdanig kleine organisatie zijn en we veel aandacht besteden aan de zorg en begeleiding van onze kinderen, maakt de benaming van een groep eigenlijk niet veel uit. We nemen de term horizontaal voor onze groepen over en spreken voortaan van : Bij ‘Groot Marland’ worden kinderen in een horizontale groep, tot maximaal zes kinderen opgevangen in de leeftijd van +/- 2 (2,5) t/m 4 jaar (tot aan moment dat ze naar de basisschool gaan). De voordelen van Groot Marland zijn: • Kinderen die achter blijven in hun ontwikkeling vallen sneller op, waardoor men beter op de behoefte van de kinderen kan in spelen en de ontwikkeling stimuleren. • Het aanbod en de activiteiten kunnen beter op de kinderen worden afgestemd. • Er is een evenwichtiger dagritme, het is meer afgestemd op hen.. • Omdat er toch nog steeds verschillende ontwikkelingsniveaus blijven bestaan, kunnen kinderen onderling heel veel van elkaar leren. Kinderen die zich wat langzamer ontwikkelen kunnen op een natuurlijke wijze, net als in een gezin, gebruik maken van hun vriendjes die al wat ouder zijn. Samen een activiteit ondernemen In het kader van het “opendeurenbeleid” wordt gevraagd vast te leggen bij welke spelactiviteiten de kinderen hun stamgroep verlaten. In achterliggend weiland spelen de kinderen elke dag samen (wanneer het individuele dagritme dit toelaat) met de kinderen die verblijven in Klein Marland omdat dit onze gezamenlijke speelplek is. In dit kader kan er gesproken worden over het gezamenlijk verlaten van de ‘stamgroep’. Dit zelfde geldt ook voor het af en toe buiten eten, wandelen, feestactiviteiten zoals bijv. eieren zoeken met Pasen etc. Alles gebeurd onder begeleiding van een pedagogisch medewerkster die de gehele dag bij haar groep blijft van ochtend tot avond. (zie verder beleidsplan Klein Marland) Het afnemen van extra dagdelen Zie idem als in beleid van Klein Marland. De groepsleiding Het streven is om, naast de opvang van de kinderen, ook vroegtijdig eventuele problemen of achterstanden te onderkennen en ouders hierover te adviseren. Naast de professionele leiding zal men ook stagiaires aantreffen. We bieden de studenten de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen en zo hun studie te voltooien. Daarnaast zullen er ook vrijwilligers aanwezig zijn om te helpen bij bijzondere activiteiten, zoals uitstapjes en creatieve activiteiten. Bij ‘Groot Marland’ werken we met dezelfde personeelsleden als bij ‘Klein Marland’. Het personeel rouleert tussen ‘Groot Marland’ en ‘Klein Marland’. Vakantie Als u met uw gezin op vakantie gaat, is het prettig voor de groepsleiding om hiervan op de hoogte te zijn. Dit is voor de planning en het maken van werkroosters van belang. Voorafgaand aan een vakantieperiode worden de ouders gevraagd wanneer de kinderen afwezig zijn. Verjaardag Als een kind jarig is, wordt er aandacht geschonken aan deze bijzondere dag. Er wordt een kroon gemaakt, slingers worden opgehangen, gezongen en het kind krijgt een cadeautje. De kinderen mogen trakteren, dit is een vrije keuze van de ouders. We geven de voorkeur aan een gezonde traktatie.
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
Wat is ziekte? Wanneer een kind ziek is hanteren wij ons ‘Protocol ziek zijn.’ Ouders zijn hiervan op de hoogte en bij elke nieuwe ouder wordt dit protocol bij inschrijving bekend gemaakt. Calamiteiten Voor calamiteiten is er in de groep een noodplan aanwezig. Brandweer en installatiebedrijven zorgen voor controles en onderhoud van de installatie en brandmelders. Het plan en de contracten liggen ter inzage voor de ouders. Hygiëne Jonge kinderen komen in aanraking met ziekteverwekkers waartegen zij nog geen weerstand hebben opgebouwd. Het doormaken van een aantal veel voorkomende infectieziektes hoort bij de normale ontwikkeling van een kind. Tijdens het verblijf in het kinderdagverblijf komen zij via andere kinderen vaker in contact met deze ziekteverwekkers. Er wordt hierom extra aandacht besteed aan hygiëne zoals: • Handen wassen • Een volledig poetsschema voor alle ruimtes en spelmaterialen • Het klaarmaken van flesvoeding en eten • Het aanleren van hoest- en niesdiscipline • Goed ventileren • Toiletgebruik Veiligheid Kinderen ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en willen de wereld om zich heen ontdekken. Daarbij zien ze geen gevaar. Hoe ouder de kinderen worden, hoe beter ze leren wat wel en niet mag en wat wel en niet gevaarlijk is. Leidsters oefenen veilig gedrag met de kinderen, omdat het voor leidster onmogelijk is om elke minuut van de dag alle kinderen in de gaten te houden. Een veilige omgeving is daarom van belang. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en vooral in leermomenten voor het kind. In de groep is een risico- inventarisatielijst aanwezig om de ruimte op veiligheid en hygiëne te controleren. Deze wordt eenmaal per jaar gecheckt door de groepsleiding. Inspectie De GGD Zuid Limburg controleert jaarlijks of de kinderopvang voldoet aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de Wet Kinderopvang en de bijbehorende beleidsregels. Inspectierapporten liggen in de groep ter inzage voor ouders en zijn te vinden via onze website. Oudercommissie In het kader van de Wet Kinderopvang moet ieder KDV een oudercommissie hebben. Iedere oudercommissie heeft een eigen reglement. Informatie kan opgevraagd worden bij de groepsleiding. De oudercommissie stelt zich ten doel: • De belangen van de kinderen en ouders zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen • De verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van de eigen kinderen te realiseren door invloed uit te oefenen op het beleid van het kinderdagverblijf binnen de door het kinderdagverblijf gestelde randvoorwaarden. • *De communicatie te bevorderen tussen ouders en leiding en tussen ouders onderling. Klagen mag ook Hoewel wij ons best doen om alles goed te doen, weten wij ook dat we fouten kunnen maken. Daar kunnen ouders natuurlijk een klacht over indienen. Klachtenreglement Lukt het niet om tot een oplossing te komen met een medewerkster van Klein Marland, dan kan een ouder een schriftelijke klacht indienen over de dienstverlening. De te nemen stappen staan beschreven in het Klachtenreglement van Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). Ook dit protocol ligt in de groep ter inzage voor de ouders. Opzegging Opzegging van de overeengekomen plaatsing dient een maand van te voren, schriftelijk kenbaar gemaakt te worden. Dit staat ook vermeld in de algemene voorwaarden.
KdvPlus
Beleid Groot Marland
2012
Tot slot Dit beleidsplan is een afspiegeling van de werkwijze en visie binnen ‘Groot Marland’. Eventuele veranderingen worden besproken en aangepast. Hierdoor blijft het beleidsplan actueel en blijft dit een rode draad bij de werkzaamheden in ‘Groot Marland.’ We blijven openstaan voor opmerkingen van ouders om zo ons werken te optimaliseren.
**************************************************