Uitvoeringsregeling. Maatregel 6. Sectorplan Procesindustrie

Uitvoeringsregeling Maatregel 6 Toekomstgerichte (op)scholing voor medewerkers

Sectorplan Procesindustrie

Uitvoeringsregeling Sectorplan Procesindustrie maatregel 6 versie 5 15-9-2015

1/12

Inhoud Uitvoeringsregeling ........................................................................... 1 Maatregel 6 ...................................................................................... 1 Toekomstgerichte (op)scholing voor medewerkers ................................ 1 Sectorplan Procesindustrie ................................................................. 1 Inhoud ............................................................................................ 2 1 Algemeen .................................................................................... 3

2 3

4

5

1.1 Doel Uitvoeringsregeling.............................................................................. 3 1.2 Versiebeheer.............................................................................................. 3 1.3 Algemene Voorwaarden ............................................................................... 3 1.3.1 Contribuantschap .................................................................................. 3 1.3.2 Uitvoering ............................................................................................ 3 1.3.3 Beroep en bezwaar ............................................................................... 4 1.3.4 Disclaimer ............................................................................................ 4

Achtergrond maatregel 6............................................................... 4 Procedure.................................................................................... 4

3.1 3.2 3.3 3.4

Aanvraag................................................................................................... 4 Monitoring en voortgangsrapportage ............................................................. 6 Einddeclaratie ............................................................................................ 6 Voorschot .................................................................................................. 7

Projectadministratie ..................................................................... 7

4.1 Urenregistratie ........................................................................................... 7 4.2 Externe kosten ........................................................................................... 7 4.3 Deelnemersadministratie ............................................................................. 7 4.3.1 Overig ................................................................................................. 8 4.4 Samenvatting ............................................................................................ 9

Nadere toelichting ...................................................................... 10

5.1 Brancheopleidingen ...................................................................................10 5.2 Derde leerweg ..........................................................................................11 5.3 Meetinstrumenten .....................................................................................11 5.4 Marktconformiteit .........................................................................................11 Gunning uit de hand ........................................................................................12


2/12

1

Algemeen

1.1 Doel Uitvoeringsregeling Doel van dit document is om op beknopte wijze een overzicht te geven van de opzet van de administratieve organisatie en interne controlemaatregelen ten behoeve van de verantwoording van het Sectorplan. Hierop zijn de administratieve vereisten in het kader van de ‘Regelgeving cofinanciering sectorplannen’ van toepassing. Deze uitvoeringsregeling wordt toegepast om de vigerende wet- en regelgeving te vatten in werkbare procedures ten behoeve van de uitvoering van het subsidieproject. Voor betrokkenen bij het project maakt de uitvoeringsregeling duidelijk welke taken en verantwoordelijkheden de betrokkenen hebben en maakt het de scheidslijn tussen het verzamelen en invoeren van gegevens en de controle hierop inzichtelijk. Voor externe partijen borgt de uitvoeringsregeling dat er conform de vereisten wordt gewerkt resulterend in een juiste, volledige en actuele projectadministratie.

1.2 Versiebeheer Gedurende het twee jaar durende project, zullen eventuele aanvullingen in de uitvoeringsregeling worden opgenomen. In deze paragraaf zal per versie een korte samenvatting worden gegeven van de wijzigingen ten opzichte van de vorige versie. De eerste versie, werd op 11 april door het bestuur van OVP goedgekeurd. Met dien verstande dat het bestuur heeft verzocht de criteria voor de branche opleidingen bij maatregel 6 verder te concretiseren. In de tweede versie is hier gehoor aangegeven. In deze derde versie is de aanvraagprocedure aangepast, omdat is besloten om de webbased tool niet meer te gebruiken. De nieuwe wijze van aanvragen is nog eenvoudiger. In de vierde versie is de wijze van betaling aangepast voor aanvragen met subsidiebedragen tot € 15.000,- van 60%/40% naar 80%/20%. Met deze aanpassing wordt aangesloten bij het betaalschema van aanvragen met een subsidiebedrag hoger dan € 15.000 waarbij ook 20% na afloop wordt uitgekeerd.

1.3 Algemene Voorwaarden 1.3.1

Contribuantschap

Om deel te nemen aan de maatregel 6 dient een bedrijf lid te zijn van OVP in de vorm van een contribuantschap. 1.3.2 Uitvoering De uitvoering het Sectorplan staat onder verantwoordelijkheid van het bestuur van OVP. De dagelijkse uitvoering geschiedt door team OVP. Situaties waarin de regeling niet voorziet, worden voorgelegd aan het bestuur van OVP. De uitspraak van het bestuur is bindend. OVP is te allen tijde gebonden (en daarmee dus ook bedrijven en de uitvoerders) aan nadere interpretaties en aanwijzingen afkomstig van hogere autoriteiten, zoals het Agentschap SZW en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook het bestuur van OVP kan nadere richtlijnen afgeven, waaraan bedrijven en uitvoerders gebonden zijn.


3/12

1.3.3 Beroep en bezwaar Indien het bedrijf het niet eens is met de door OVP afgegeven toekenning of eindbeschikking dan wel een gemotiveerde weigering van de aanvraag of gemotiveerde intrekking van de beschikking kan binnen 6 weken na dagtekening van dit besluit schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij het bestuur van OVP. Deze zal het bezwaar op haar eerstvolgende reguliere bestuursvergadering in behandeling nemen en schriftelijk binnen 4 weken nadat de vergadering heeft plaatsgevonden de beslissing kenbaar maken. Deze beslissing is bindend. 1.3.4

Disclaimer

Hoewel bij het opstellen van de Uitvoeringsregeling de hoogst mogelijke zorgvuldigheid in acht is genomen, kan OVP niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden. Ook kan OVP niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door acties die op grond van deze Uitvoeringsregeling worden gepleegd en gevolgtrekkingen die op grond van deze Uitvoeringsregeling worden gemaakt. Daarnaast kan OVP nimmer aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van nadere interpretaties of aanwijzingen van hogere autoriteiten.

2

Achtergrond maatregel 6

De doelstelling van maatregel 6 is als volgt: “Het verbeteren van de duurzame inzetbaarheid van vakmensen door middel van toekomstgerichte scholing welke bijdraagt aan verbetering c.q. toename van kennis, vaardigheden en competenties”. De doelgroep van deze maatregel zijn medewerkers (vakpersoneel) van bedrijven in de brede procesindustrie. Het gaat dan om mensen die opgeschoold worden naar een hoger niveau in het kader van de derde leerweg, of verdiepend / verbredend in het kader van een brancheopleiding. Speciale aandacht wordt geschonken aan mensen boven de 50 jaar (deze krijgen voorrang) in verband met de mobiliteit van deze groep die vergeleken met jongeren lager is. Voor deze doelgroep is het belangrijk om in beweging te blijven en mee te gaan met de ontwikkelingen binnen het bedrijf om hun positie daarbinnen en op de arbeidsmarkt als geheel te verstevigen. Om zoveel mogelijk rendement uit opleidingstrajecten te halen is het belangrijk om de deelnemer op het juiste niveau in te laten stromen. Meetinstrumenten, die competenties van medewerkers in kaart brengen en indiceren op welk niveau de medewerker staat, vallen ook onder deze maatregel. Meetinstrumenten die er voor zorgen dat werknemers op basis van eerder verworven competenties vrijstellingen kunnen krijgen voor delen van de opleiding en/of een kwalificatie behalen zijn ook van toepassing.

3

Procedure

3.1 Aanvraag Het bedrijf kan overgaan tot het indienen van een aanvraag indien zij voldoet aan de volgende voorwaarden: -

Het bedrijf behoort tot de brede procesindustrie; Het bedrijf is contribuant van OVP.

Indien het bedrijf nog geen contribuant is, dient zij zich aan te melden middels het contribuantenformulier dat is gepubliceerd op de website van OVP: www.ovp.nl/contribuanten/. Uitvoeringsregeling Sectorplan Procesindustrie maatregel 6 versie 5 15-9-2015

4/12

Het bedrijf dient de aanvraag in door middel van het aanleveren van een aantal formats die door OVP beschikbaar zijn gesteld. Het betreft de volgende documenten: -

Projectinformatie subsidieaanvraag Begrote kosten Algemene akkoordverklaring Verklaring Medefinanciering Contribuantformulier (indien bedrijf nog geen lid is van OVP)

3.1.1 Toetsing brancheopleiding of meetinstrument Indien het bedrijf een aanvraag wil indienen voor brancheopleidingen en/of meetinstrumenten dient de betreffende activiteit eerst door OVP te zijn getoetst. OVP beoordeelt of brancheopleidingen en meetinstrumenten voldoen aan de gestelde richtlijnen die zijn bepaald voor subsidiabele activiteiten die vallen onder maatregel 6 van het Sectorplan. Om een indruk te krijgen of een opleiding voor subsidie in aanmerking komt, kan een bedrijf gebruik maken van het formulier “Stroomschema Brancheopleiding”. Hiernaast is een ongelimiteerde lijst van reeds goedgekeurde brancheopleidingen en meetinstrumenten op de website gepubliceerd, genaamd “Voorbeelden van brancheopleidingen”. Staat de opleiding van de betreffende opleider niet in de lijst met voorbeelden en geeft het stroomschema als resultaat: “Invullen formulier brancheopleiding OVP”, dient het bedrijf het formulier in te vullen en te mailen naar OVP. Bij meetinstrumenten dient het ‘formulier meetinstrument’ te worden ingevuld. Als de toetsing positief is, kan het bedrijf overgaan tot het indienen van de aanvraag. 3.1.2 Beoordeling aanvragen Het loket staat continue open voor aanvragen waarbij per elke 1e van de maand (of eerst volgende werkdag na de 1e als deze in het weekend valt) de beoordeling plaatsvindt van de maand ervoor, net zolang tot de maatregel volledig benut is. Team OVP beoordeelt de binnengekomen aanvragen op volgorde van indiening. Naar aanleiding van de beoordeling kan de door de bedrijven gevraagde subsidie lager uitvallen. Wanneer het totale budget is uitgeput wordt de maatregel gesloten. Overschrijding budget Bij overschrijding van het beschikbare budget behoudt OVP zich het recht voor om maatregelen te treffen, teneinde te zorgen voor een goede verdeling over bedrijven, branches en regio’s. Voorwaarden Een aanvraag en het bedrijf moeten voldoen aan de volgende voorwaarden; - De opleidingsactiviteiten bestaan uit brancheopleidingen en/of om opleidingen volgens de derde leerweg; - De meetinstrumenten hebben als doel om de competenties van medewerkers in kaart te brengen en indiceren op welk niveau de medewerker staat - De opleidingsactiviteiten die plaatsvinden in de periode 1 februari 2014 t/m 31 januari 2016 komen voor subsidie in aanmerking; - De prijzen van de opleidingen zijn markconform met een maximum van €3.000 per jaar bij opleidingen via de 3e leerweg en met een maximum van € 2.600,- bij brancheopleidingen.


5/12

-

-

De prijzen voor meetinstrumenten zijn marktconform met een maximum van € 1.250 voor wat betreft EVC-trajecten en met een maximum van € 1.000 voor wat betreft overige meetinstrumenten. Het bedrijf overlegt een getekende algemene akkoordverklaring waarin onder andere het volgende is vermeld: o Dat het bedrijf is aangesloten bij Opleidingsfonds OVP; o Dat het bedrijf verklaart kennis te hebben genomen van de Regelgeving Sectorplannen en akkoord te gaan met de daarin opgenomen bepalingen; o Het bedrijf verklaart voor dit project een aparte projectadministratie te hebben ingericht conform deze Uitvoeringsregeling en stemt er mee in dat voor alle onderbouwende stukken geldt dat het Ministerie SZW, OVP en haar accountant ten tijde van de einddeclaratie en ten tijde van de uitvoering van een controle kan verzoeken om originele of gekopieerde versies en dat het bedrijf en deelnemers akkoord gaan met het verstrekken van gegevens aan OVP en het Ministerie SZW. o Het bedrijf garandeert dat de administratie vijf jaar bewaard blijft en te allen tijde kan worden ingezien. Deze vijfjaarsperiode wordt gerekend vanaf de datum van de subsidievaststelling. Dit betekent dat de stukken uiterlijk tot 31 december 2022 bewaard dienen te blijven. Het bedrijf neemt de opleidingskosten voor zijn rekening (co-financieringsverklaring). De opleidingsmaatregel komt alleen voor cofinanciering in aanmerking voor zover het subsidiebedrag niet meer dan € 2 miljoen per onderneming per opleidingstraject bedraagt. Dit in verband met de regelgeving rondom staatssteun.

OVP gaat over tot beoordeling van de aanvraag. Bij een afkeuring zal het bedrijf door OVP schriftelijk worden geïnformeerd. Bij een goedkeuring zal OVP een beschikking opstellen en naar het bedrijf versturen.

3.2 Monitoring en voortgangsrapportage Gedurende de projectperiode zal team OVP driemaandelijks contact met het bedrijf hebben om de voortgang van het project te bespreken. Het bedrijf heeft de verantwoordelijkheid om bij tussentijdse wijzigingen OVP te informeren. Tussentijds dient het bedrijf een voortgangrapportage in over de voortgang van het project bij OVP. OVP zal het bedrijf hierover in de beschikking nader informeren.

3.3 Einddeclaratie Binnen 1 maand na afloop van de opleiding dient het bedrijf de einddeclaratie in door de hiervoor bestemde formats te mailen naar [email protected]. Het bedrijf stuurt de onderbouwende stukken (zie paragraaf 4) en de definitieve versie van het format ‘Berekening kosten maatregel 6’ naar OVP. Consultant OVP controleert de einddeclaratie en de onderbouwende stukken en stuurt een format Gevraagde subsidie naar het bedrijf. Bedrijf ondertekent dit format en retourneert deze naar OVP. De uitbetaling van het subsidiebedrag bij aanvragen met een gevraagd subsidiebedrag groter dan € 15.000 geschiedt op onderstaande wijze: - 50% na indienen van de eerste voortgangsrapportage door het bedrijf en controle door OVP; - 30% na indienen einddeclaratie door het bedrijf en controle door OVP; - 20% na ontvangst van de subsidie door OVP van subsidieverstrekker Agentschap SZW.


6/12

De uitbetaling van het subsidiebedrag bij aanvragen met een gevraagd subsidiebedrag kleiner dan € 15.000 geschiedt op onderstaande wijze: - 80% na indienen einddeclaratie door bedrijf en controle door OVP; - 20% na ontvangst van de subsidie door OVP van subsidieverstrekker Agentschap SZW. Indien twijfel bestaat over de subsidiabiliteit van de opleidingsactiviteit(en) in combinatie met de aangeleverde projectadministratie behoudt OVP zich het recht voor om over te gaan op een aangepast betalingsschema.

3.4 Voorschot OVP keert aan bedrijven pas een voorschot of subsidie uit nadat deze is ontvangen van het AGSZW. OVP behoudt zich het recht voor om voordat een bedrag wordt uitgekeerd een kredietwaardigheidscheck uit te voeren of indien dit noodzakelijk wordt geacht extra garantstellingen van het bedrijf te vragen.

4

Projectadministratie

De administratie van deze maatregel bestaat uit een projectadministratie, waaronder begrepen een financiële administratie en een deelnemersadministratie. In de projectadministratie worden alle noodzakelijke gegevens tijdig, juist en volledig vastgelegd. Ten behoeve van de vaststelling van de subsidiabiliteit zijn deze gegevens te verifiëren met bewijsstukken. De administratie geeft inzicht in de geplande en gerealiseerde maatregelen en is voor controle beschikbaar op één locatie. Alle stukken rondom de projectadministratie worden minimaal vijf jaar bewaard. Zie ook de garantstelling van bedrijven hierboven. Van bewijsstukken wordt het originele stuk bewaard. Het is toegestaan in de projectadministratie een kopie op te nemen, het origineel kan elders (bijv. bij de boekhouding) worden bewaard.

4.1 Urenregistratie Er hoeft voor deze maatregel door de bedrijven geen urenregistratie te worden bijgehouden.

4.2 Externe kosten De financiële administratie voor de externe kosten bestaat uit de volgende documenten: - Factuur met naam opleiding en deelnemer(s) - Betaalbewijs - Marktconformiteitsdossier (zie paragraaf 5.4)

4.3 Deelnemersadministratie Het doel van het voeren van een deelnemersadministratie is tweeledig. Ten eerste wordt in de deelnemersadministratie geregistreerd welke deelnemers aan de maatregel deelnemen en wordt aangetoond dat de deelnemers aan de maatregel tot de doelgroep behoren waarvoor de subsidie wordt verleend. Ten tweede onderbouwt de deelnemersadministratie dat de maatregelen waarvoor subsidie is verleend, daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Zo wordt aangetoond dat de met die activiteiten gemoeide kosten subsidiabel zijn. Tevens wordt de deelnemersadministratie gebruikt ter


7/12

onderbouwing van de wijze waarop de kosten worden toegerekend aan de maatregelen binnen het sectorplan en de periode waarbinnen deze worden uitgevoerd. Tevens toont de deelnemersadministratie aan dat de eisen van Regeling wordt voldaan. De deelnemersadministratie van de deelnemers per maatregel bestaat uit een Burgerservicenummer, dan wel bij het ontbreken daarvan een sociaalfiscaalnummer. Deze persoonsgegevens zijn nodig om te controleren of er geen sprake is van dubbelfinanciering. De gegevens zullen anoniem worden gebruikt voor bestandsvergelijking. De inbreuk op de privacy van de deelnemers wordt hierdoor tot een minimum beperkt.

In de algemene akkoordverklaring die deelnemende bedrijven moeten ondertekenen, is opgenomen dat bedrijven en hun deelnemers op de hoogte zijn van het feit dat OVP de deelnemersgegevens registreert en indien het Agentschap SZW hierom vraagt aan hen worden verstrekt. De deelnemersadministratie bestaat uit de volgende documenten: - Dienstverband door middel van salarisstrook (eerste en laatste scholingsmaand binnen de projectperiode); - Onderwijsovereenkomst (contract leerwerkplaats), niet van toepassing bij brancheopleidingen en meetinstrumenten; - Onderbouwing prestatie door middel van diploma of, indien opleiding nog niet is afgerond, een opleidersverklaring. Bij een meetinstrument bestaat de prestatieonderbouwing uit een diploma/certificaat en (indien aanwezig) een onderbouwing.

4.4 Overig Bij deze maatregel dient het bedrijf de volgende documenten aan OVP te verstrekken: - SBI code om aan te tonen dat het bedrijf valt onder de brede procesindustrie - Algemene akkoord verklaring - Verklaring medefinanciering


8/12

4.5 Samenvatting Externe kosten Bedrijf  Facturen  Betaalbewijzen  Marktconformiteitsdossier Deelnemersadministratie Bedrijf  Loonstrook begin en eind scholingsactiviteit (aantonen dienstverband)  Kopie ID (Naam, geboortedatum, BSN) indien niet vermeld op loonstrook  Onderwijsovereenkomst (in geval van 3e leerweg)  Bewijs deelname opleiding (diploma) of opleidersverklaring en/of  Bewijs deelname meetinstrument (diploma/certificaat)  Deelnemersoverzicht  Berekening subsidiabele scholingskosten per deelnemer Rapportages en overig OVP  Beschikkingen  Overeenkomst met OVP Bedrijf  SBI code  Algemene akkoord verklaring  Verklaring Medefinanciering  Voortgangsrapportage  Einddeclaratie


9/12

Nadere toelichting: In onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op een aantal specifieke items die van belang zijn bij deze maatregel. Het gaat dan om een toelichting op brancheopleidingen, derde leerweg en het aantonen van marktconformiteit.

4.6 Brancheopleidingen OVP toetst de brancheopleidingen om te borgen dat deze bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van medewerkers binnen de brede procesindustrie en hiermee voldoen aan de doelstellingen van maatregel 6 in het Sectorplan Procesindustrie. Een brancheopleiding betreft een opleiding die aansluit op de vraag vanuit de branche (het bedrijfsleven). De opleiding is vakinhoudelijk, bevat theorie en praktijkcomponenten. Tevens vindt er examinering plaats. De brancheopleiding richt zich op het praktische aspect van het beroep en is gericht op de vereisten die vanuit de branche worden gesteld ten aanzien van de benodigde kennis en kunde over het vak. Brancheopleidingen die in aanmerking komen voor deze maatregel leiden niet op tot een CREBO-erkend diploma. Met een brancheopleiding vergroot de vakmedewerker zijn kansen op de arbeidsmarkt en is hij beter inzetbaar, binnen maar ook buiten het eigen bedrijf. Een brancheopleiding is géén bedrijfsspecifieke opleiding maar heeft een civiel effect voor de vakmedewerker. Een brancheopleiding moet, om voor subsidie uit het Sectorplan Procesindustrie in aanmerking te komen, minimaal voldoen aan de volgende voorwaarden: - Het is een opleiding die wordt uitgevoerd door een externe opleider met bewezen kennis en meerjarige ervaring in de branche; - Het is een in de brede procesindustrie gangbare vakinhoudelijke opleiding; - De opleiding wordt afgesloten door middel van een toets of examen en er wordt een extern branche-erkend certificaat of diploma uitgereikt; - De opleiding levert een substantiële bijdrage aan de duurzame inzetbaarheid van de medewerker op het vakgebied. Hieronder zijn trainingen/cursussen en opleidingen weergegeven welke niet voor subsidie in aanmerking komen. Deze lijst is niet limitatief: - BBL-opleiding met Crebo certificering - BOL-opleiding met Crebo certificering - Niet Nederlandse Taaltrainingen - Training Hef- en/of reachtruck - BHV cursussen - Cursus Microsoft office - Cursus Six Sigma - Management opleidingen - ‘Soft-skill’ cursussen - Bedrijfsspecifieke opleidingen OVP beoordeelt per geval of opleidingen subsidiabel zijn.


10/12

4.7 Derde leerweg Qua inhoud wordt er bij de derde leerweg aangesloten bij de wettelijke vereisten vanuit het kwalificatiedossier. Zo zijn algemene vakken als Nederlands en Rekenen onderdeel van de opleiding. Er is echter geen verplichting ten aanzien van de contacturen (geen norm). De exacte invulling kan per aanbieder (partij die de scholing verzorgt) derhalve verschillend zijn, maar bestaat globaal uit de volgende onderdelen: - Docenturen: begeleiding door de docent van de student. Dit kan in company of klassikaal gebeuren, afhankelijk van de aanpak van de aanbieder. - BPV component: praktijkcomponent die bij een geaccrediteerd leerbedrijf plaatsvindt (verplicht). De student wordt begeleid door een praktijkbegeleider uit het bedrijf, het aantal uren begeleiding is vrij in te vullen. - Examinering: conform vereisten WEB en onderwijsinspectie. Dit resulteert in de CREBO erkend diploma dat voldoet aan wettelijke vereisten zoals opgenomen in de WEB en gecontroleerd door de Onderwijsinspectie. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op uitvoering van de derde leerweg. Wat betreft de inhoud (lesmateriaal, onderwerpen) zijn de opleidingen in principe hetzelfde als CREBO opleidingen van niveau 1 t/m 4, er gelden alleen geen specifieke urennormen. OVP zal toetsen of er sprake is van opleidingen via de derde leerweg.

4.8 Meetinstrumenten Om zoveel mogelijk rendement uit opleidingstrajecten te halen is het belangrijk om de deelnemer op het juiste niveau in te laten stromen. Daarom zijn meetinstrumenten, die de competenties van medewerkers in kaart brengen en indiceren op welk niveau de medewerker staat, ook subsidiabel. Meetinstrumenten die er voor zorgen dat werknemers op basis van eerder verworven competenties vrijstellingen kunnen krijgen voor delen van de opleiding en/of een kwalificatie behalen zijn ook van toepassing (EVC trajecten). Middels het ingevulde ‘Formulier meetinstrument’ beoordeelt OVP of een meetinstrument voor subsidie via deze maatregel in aanmerking komt.

5

Marktconformiteit

Het vraagstuk van het aantonen van marktconformiteit ligt bij het bedrijf. Het aantonen van marktconformiteit is van belang, omdat het declareren van bovenmatige kosten niet is toegestaan. De redelijk- en billijkheid van de kosten moet worden aangetoond. Voor brancheopleidingen zijn opleidingskosten tot € 2.600 per deelnemer per jaar subsidiabel, zonder dat de marktconformiteit expliciet aangetoond dient te worden. Hetzelfde geldt voor opleidingen via de 3e leerweg tot € 3.000 per deelnemer per jaar. Een korte beschrijving van de offerteprocedure volstaat in beide gevallen. Als de opleidingskosten voor brancheopleidingen hoger dan €2.600 per deelnemer per jaar zijn of hoger dan €3.000 per deelnemer per jaar voor opleidingen via de 3e leerweg, dient de marktconformiteit aangetoond te worden. Er zijn verschillende manieren om de marktconformiteit van de opgenomen projectkosten aan te tonen. Uitgangspunt is dat wordt aangesloten bij de door de eigen organisatie gehanteerde inkoopprocedures.


11/12

Hiervoor dient een beschrijving van de inkoopprocedure te worden aangeleverd bij OVP, plus achterliggende informatie, zoals bijvoorbeeld opgevraagde offertes. Indien er geen inkoopprocedure is kan de marktconformiteit van de externe kosten door middel van twee opties worden aangetoond. Namelijk: • •

Gunning uit de hand Benchmarkprocedure

Hieronder worden de opties verder uitgewerkt: Gunning uit de hand Voor bedragen kleiner dan € 25.000 is het niet nodig om de marktconformiteit expliciet aan te tonen. Uitgangspunt is dat een zo optimaal mogelijke prijs/kwaliteitverhouding wordt bedongen. OVP zal op basis van alle ingediende aanvragen een controle uitvoeren op de marktconformiteit van de opgevoerde kosten. Indien de kosten significant afwijken van wat gangbaar is, zal een nadere onderbouwing van de aanvrager worden gevraagd. In sommige gevallen kan door OVP worden besloten de kosten af te toppen tot het gangbare bedrag. Het gangbare bedrag is het bedrag wat over het algemeen in de markt wordt betaald voor vergelijkbare opleidingen. Benchmarkprocedure Voor de overige bedragen kan gebruik worden gemaakt van een benchmarkprocedure. In de benchmarkprocedure wordt door middel van eigen onderzoek van het bedrijf minimaal twee partijen op basis van hun prijsopgaven beoordeeld. Deze prijsopgaven kunnen bestaan uit een offerte, een uitdraai van internet of een andere vorm van prijsopgave gebaseerd op het keuzemoment. De vergelijking met andere leveranciers kan plaatsvinden op basis van informatie die is verkregen via het internet, prijslijsten, brochures, offertes of andere stukken met prijsindicaties (minimaal twee). Voor een vergelijking van prijzen versus hoeveelheid wordt verwezen naar het benchmarkformulier voor het aantonen van marktconformiteit. Hierbij moet nadrukkelijk gekeken worden naar overeenkomsten tussen de inhoudelijke aspecten van de betreffende opleidingen. Indien sprake is van een “unieke” opleiding, waarbij geen goede vergelijking kan worden gemaakt tussen aanbieders dan dient te worden gezocht naar soortgelijke onderdelen. Bijvoorbeeld naar vergelijkbare leveranciers of opleidingen van vergelijkbare aard. Bij het indienen van de aanvraag dient het bedrijf aan OVP het ingevulde benchmarkformulier met achterliggende bewijsstukken aan te leveren. OVP zal aan de hand hiervan beoordelen of de benchmark goed is uitgevoerd en de kosten voor subsidie in aanmerking komen.


12/12

Uitvoeringsregeling. Maatregel 6. Sectorplan Procesindustrie

Recommend Documents