UITVOERINGSPLAN VEILIGHEID 2013
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Inhoudsopgave 1.
Inleiding _________________________________________________ 4
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Evaluatie Uitvoeringsplan Veiligheid 2012 _______________________ 6 Activiteiten en ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in 2012 Evaluatie prioriteit 1: Zorg voor jeugd Evaluatie prioriteit 2: Woninginbraken/voertuigcriminaliteit Evaluatie prioriteit 3: Huiselijk geweld en kindermishandeling Evaluatie prioriteit 4: Verkeer en veiligheid Evaluatie strategische thema’s ‘Veiligheid’ in de gemeentelijke organisatie
3. 3.1 3.2 3.3
Activiteiten en ontwikkelingen 2013 ___________________________ 12 Nationale politie Doorontwikkeling aansluiting Veiligheidshuis Breda Sociale media
4. 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7
Aanpak prioriteiten in 2013 __________________________________ 14 Prioriteit 1: Zorg voor jeugd Actoren Maatregelenmatrix Plan van aanpak Jeugdoverlast Halt-verwijzing Think before you drink Nieuwe Drank- en Horecawet Beleidsmatige inbedding
4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6
Prioriteit 2: Woninginbraken/ voertuigcriminaliteit Actoren Maatregelenmatrix Keurmerk Veilig Wonen (KVW) Bewustwordingsacties Integrale aanpak woninginbraken Beleidsmatige inbedding
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Prioriteit 3: Huiselijk geweld/ kindermishandeling Actoren Maatregelenmatrix Wet tijdelijk huisverbod Veiligheidshuis Breda Meldcode Beleidsmatige inbedding
4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7
Prioriteit 4: Verkeer en veiligheid Actoren Maatregelenmatrix Brom ff normaal Infrastructuur rondom scholen (BVL) Veilig honk Bewustwording jonge bestuurders Beleidsmatige inbedding
5. 5.1 5.2
Aanpak overige strategische thema’s in 2013 ____________________ 27 Buurtpreventie Keurmerk Veilig Wonen
2
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Aandachtspunten organisatorische borging in 2013 _______________ 32 Integrale veiligheid in de gemeentelijke organisatie Ambtelijke coördinatie Bestuurlijke coördinatie Beleidscyclus
Bijlage 1
Veiligheidsanalyse 2012 _______________________________ 33
3
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
1.
Inleiding
In juli 2010 is de kadernota Veiligheid 2010-2014 vastgesteld door de gemeenteraad. Deze kadernota is voor de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem gelijk. De gemeenten hebben hiermee de basis gelegd voor de integrale aanpak van veiligheid. In de kadernota zijn de kaders geschetst, prioriteiten gesteld en de algemene doelstellingen beschreven voor 2014. Er is onderscheid gemaakt tussen prioriteiten en strategische thema’s. Om uitvoering te geven aan de kadernota, wordt er ieder jaar een uitvoeringsplan Veiligheid vastgesteld door het College. Het uitvoeringsplan Veiligheid is in hoofdlijnen voor de drie gemeenten gelijk. Uiteraard is er plaats voor lokale aandachtspunten en problematiek. Voor u ligt het uitvoeringsplan Veiligheid 2013 van de gemeente Aalburg waarin de prioriteiten en de strategische thema’s nader uitgewerkt zijn. Prioriteiten De prioriteiten zijn vastgesteld in de kadernota Veiligheid 2010-2014. Een aantal factoren hebben invloed gehad op de prioritering van de kadernota Veiligheid: - De uitgevoerde veiligheidsanalyse (met input van de gehouden enquête leefbaarheid en veiligheid en de verzamelde objectieve cijfers en gegevens); - Prioritering van de ambtelijke werkgroep; - Input van portefeuillehouders; - Input van politie; - Prioritering van de aanwezige raads- en burgerleden tijdens de gezamenlijke raadsledenavond op 28 april 2010 op het politiebureau. De vier prioriteiten die voor de jaren 2010-2014 zijn vastgesteld: 1. Zorg voor jeugd, waaronder jeugdoverlast en alcohol en drugs; 2. Woninginbraken/ voertuigcriminaliteit; 3. Huiselijk geweld/ kindermishandeling; 4. Verkeer en veiligheid. Strategische thema’s De portefeuillehouders Openbare Orde en Veiligheid hebben gezamenlijk en in samenspraak met de politie ervoor gekozen om net als in 2012 buurtpreventie (in relatie tot burgerparticipatie) en het Keurmerk Veilig Wonen als strategische thema’s voor 2013 te benoemen. Als nieuw strategisch thema is gekozen voor het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum), een integrale, bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit. De strategische thema’s worden onder hoofdstuk 5 nader uitgewerkt en toegelicht. Input De inhoud van dit uitvoeringsplan is mede gebaseerd op de evaluatie van het uitvoeringsplan Veiligheid 2012, de Veiligheidsanalyse 2012, de resultaten van de Landelijke veiligheidsmonitor en andere ontwikkelingen op het gebied van veiligheid. In bijlage 1 is de Veiligheidsanalyse 2012 opgenomen. De veiligheidsanalyse is nog niet volledig, aangezien nog niet alle cijfers bekend zijn over het jaar 2012. De veiligheidmonitor is op verzoek beschikbaar. In het vierde kwartaal van 2012 wordt een enquête Leefbaarheid en veiligheid in de drie gemeenten uitgevoerd. De resultaten worden begin 2013 verwacht en indien mogelijk direct in de loop van 2013 gebruikt. De resultaten worden gebruikt als input voor het uitvoeringsplan Veiligheid 2014.
4
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Regionaal beleidsplan politie Vanuit de regio werkt men momenteel aan een regionaal beleidsplan voor de politie over de periode 2012-2014. Er zijn vijf gemeenschappelijke veiligheidsthema’s benoemd op basis van een analyse van de lokale integrale veiligheidsplannen van de 39 gemeenten van de nieuwe regionale eenheid Zuid West Brabant (ZWB) en de landelijke prioriteiten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor OM en politie. Als grote gemene deler zijn de volgende gemeenschappelijke veiligheidsthema's voor ZWB in de periode 2012-2014 benoemd: - Woninginbraken, overvallen en straatroof (WOS) - Geweld (w.o. uitgaansgeweld, huiselijk geweld en Veilige Publieke Taak) - Overlast en criminaliteit door jeugdgroepen - Georganiseerde criminaliteit (w.o. drugsoverlast en –criminaliteit, mensenhandel en 1% motorclubs) - Veiligheidsbeleving, betrokkenheid en vertrouwen van de burgers De vijf veiligheidsthema’s die uit het regionale beleidsplan voortvloeien worden gezamenlijk opgepakt. De ambities op termijn zijn hoog. Meer veiligheid, meer betrokkenheid en meer vertrouwen. Op districtelijk en regionaal niveau wil men de coalities verder versterken en als gemeenten, OM en politie optreden als één overheid. Voor een veiliger ZWB is het nodig dat de krachten gebundeld worden. Het regionale beleidsplan is nog niet gereed. De benoemde veiligheidsthema’s hebben een overlap met de prioriteiten zoals gesteld in de Kadernota veiligheid 2010-2014 voor de drie gemeenten. Bij de uitvoering van de veiligheidsplannen wordt zoveel mogelijk getracht aan te sluiten bij de plannen die regionaal opgesteld worden. Het zal een proces zijn waarin men elkaar in de loop van de tijd steeds beter weet te vinden en elkaar kan versterken. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt in de vorm van een beknopte evaluatie teruggeblikt op de activiteiten die in 2012 hebben plaatsgevonden. Belangrijke ontwikkelingen op het gebied van veiligheid komen in hoofdstuk 3 aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt de aanpak van de prioriteiten in 2013 uitgebreid toegelicht en in de vorm van een maatregelenmatrix concreet uitgewerkt. In hoofdstuk 5 wordt de aanpak van de strategische thema’s in 2013 nader uitgewerkt. Om ervoor te zorgen dat het uitvoeringsplan Veiligheid daadwerkelijk uitgevoerd wordt, is in hoofdstuk 6 de organisatorische borging beschreven. Tot slot is in bijlage 1 de Veiligheidsanalyse opgenomen. Samenwerking De realisatie van de gezamenlijke kadernota Veiligheid en de daarop gebaseerde uitvoeringsplannen Veiligheid vloeien voort uit de bestuursopdracht Veiligheid en crisisbeheersing in het kader van de niet-vrijblijvende samenwerking binnen de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem.
5
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
2.
Evaluatie uitvoeringsplan veiligheid 2012
In dit hoofdstuk wordt teruggeblikt op de activiteiten die in 2012 hebben plaatsgevonden. Deze activiteiten en de resultaten daarvan worden als input gebruikt voor het uitvoeringsplan Veiligheid 2013. 2.1 Activiteiten en ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in 2012 In 2012 is een aantal (extra) activiteiten uitgevoerd en hebben ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van veiligheid. Veiligheidsfolder In het najaar is de veiligheidsfolder verschenen. Hierin zijn de vier prioriteiten van het uitvoeringsplan veiligheid en overige ontwikkelingen op het gebied van veiligheid aan de orde gekomen. Landelijke Veiligheidsmonitor De gemeenten hebben deel genomen aan de Landelijke veiligheidsmonitor. De veiligheidsmonitor is een bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap op landelijk, regionaal en lokaal niveau. In september 2011 zijn de enquêtes onder een deel van de inwoners verspreid. De resultaten zijn in het voorjaar 2012 bekend gemaakt en verwerkt in de Veiligheidsanalyse 2012. Enquête leefbaarheid en veiligheid In het vierde kwartaal van 2012 is een enquête Leefbaarheid en veiligheid in de drie gemeenten uitgevoerd. De resultaten zijn begin 2013 beschikbaar en zullen zo mogelijk in 2013 gebruikt worden. De resultaten worden gebruikt als input voor het uitvoeringsplan Veiligheid 2014. Nationale Politie Door het aannemen van de nieuwe Politiewet is de vorming van een nationale politie een feit. Bij de ontwikkelingen 2013 onder 3.1 wordt verder ingegaan op de ontwikkelingen binnen de politie. 2.2 Evaluatie prioriteit 1: Zorg voor jeugd De accenten binnen deze prioriteit liggen bij jeugdoverlast en alcohol en drugs. In 2012 is de doelstelling behaald, doordat er met de politie, jongerenwerk en andere partners een plan van aanpak Jeugdoverlast is opgesteld. In november is door het college het plan van aanpak jeugdoverlast vastgesteld en ter kennisgeving aangeboden aan de gemeenteraad. De aanpak richt zich op jongeren in de leeftijdscategorie 12 t/m 23 jaar. Het doel is om jongeren uit de anonimiteit te halen en met hen en hun ouder(s)/verzorger(s) het probleem aan te pakken en waar mogelijk op te lossen. In het plan is beschreven welke partner op welk moment wat moet doen. Er wordt gewerkt met een stappenplan/ kaartensysteem ‘hanging by the rules’. Bij onwenselijk gedrag krijgen jongeren door de gemeente een gele kaart uitgereikt, bij herhaling nog een gele kaart en weer bij herhaling een rode kaart. Aan iedere kaart zijn consequenties gekoppeld. Bij overtredingen (strafbare feiten) zal, indien van toepassing, verwezen worden naar Halt of een boete opgelegd worden.
6
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Elke maand heeft overleg plaatsgevonden met politie, jongerenwerk, Halt, gemeente en (zo nodig) andere partners (het overleg Jeugd en Veiligheid). De jeugdgroepen zijn in dit overleg ook. Halt heeft voorlichting verzorgd voor (ouders en) jongeren aan de groepen 8 van het basisonderwijs over Halt en hoe om te gaan met de groepsdruk, die vaak ten grondslag ligt aan het plegen van strafbare feiten. Ook het gebruik van alcohol en drugs is bij deze voorlichting aan bod gekomen. De politie en de BOA zijn, voor bepaalde delicten, bevoegd om jongeren door te verwijzen naar Halt, bijvoorbeeld voor het in bezit hebben van alcohol in de openbare ruimte. Politieteam Altena heeft in de drie gemeenten tot en met augustus 2012 gezorgd voor 12 doorverwijzingen naar Halt. De BOA heeft tot en met augustus 2012, 1 jongere verwezen naar Halt. Hiermee blijven de Haltverwijzingen in de gemeenten achter ten opzichte van de regio West-Brabant. De maatregelen van het project ‘Think before you drink’ worden toegepast in de gemeenten. Op 1 januari 2013 treedt de nieuwe Drank- en Horecawet in werking. In 2012 is een regionale projectgroep actief om de gemeenten te informeren en voor te bereiden op deze wijziging. In elke gemeente is een kwartiermaker aangesteld die het regionale beleid implementeert en samen met de andere gemeenten afspraken hieromtrent maakt. 2.3 Evaluatie prioriteit 2: Woninginbraken/voertuigcriminaliteit Door diverse acties, zoals hieronder omschreven, is de bewustwording bij de inwoners ten aanzien van woninginbraken en voertuigcriminaliteit verhoogd. De gemeenten nemen preventieve maatregelen door voorlichting en de politie treedt repressief op m.b.t. woninginbraken en voertuigcriminaliteit. Op 28 maart, 24 april en 9 mei vonden in de drie gemeenten acties ‘Tegenhouden’ plaats. Speerpunten hierbij waren het voorkomen van woninginbraken en autoinbraak/criminaliteit. Het project heeft zowel een preventief karakter door bewustwordingsacties als een repressief karakter door controles gericht op het voorkomen van woninginbraken en voertuigcriminaliteit. In mei heeft de politie besloten ‘Tegenhouden’ tijdelijk te stoppen wegens prioriteiten/ onderzoek (proces opsporing) in de regio. In september heeft de politie besloten om ‘Tegenhouden’ definitief te stoppen en over te gaan op het ‘Donkere-dagen-offensief’. Onder 4.2.4 Bewustwordingsacties wordt toegelicht wat dit project inhoudt. Op 7 mei hebben twee medewerkers van de gemeenten de Veilig Wonen Dag van het CCV bijgewoond. Op deze dag was aandacht voor de problematiek rondom woninginbraken en de maatregelen die hiertegen genomen kunnen worden. De acties zijn opgenomen onder de uitwerking van hoofdstuk 4. Op 12 mei heeft van 17.00 tot 02.00 uur een grote integrale controle plaatsgevonden in de drie gemeenten. Politie, belastingdienst, vreemdelingendienst, verkeershandhavingsteam, kentekenscanner (ANPR), verdovende middelenhond en Joint Hit Team hebben op drie locaties een handhavingsactie gehouden. De resultaten van de actie waren uiteenlopend, van het niet tonen van het rijbewijs tot het rijden onder invloed van drank en drugs en van het niet handsfree bellen tot het aantreffen van gebruikershoeveelheden hennep.
7
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Na deze actie volgden meerdere integrale controles, onder andere op 1 oktober en 27 november. Naast woninginbraken en voertuigcriminaliteit zijn de acties ook gericht op verkeersveiligheid en MOE-landers. Uit de evaluatie van deze acties wordt door betrokken partners onderschreven de samenwerking voort te zetten en te versterken in volgende integrale acties. Op 30 mei stond er een uitgebreide publicatie op de samenwerkende pagina van Het Kontakt, met als thema ‘Inbraaktips’. In deze publicatie is aandacht geschonken aan tips voor auto- en woningbraken, maar ook gericht op babbeltrucs en het Keurmerk Veilig Wonen. Ook op 27 juni stond er een publicatie op de samenwerkende pagina, deze was gericht op het voorkomen van inbraak tijdens de vakantieperiode. Vanwege een stijging van het aantal woninginbraken in 2011 is er districtelijk een toolkit ontwikkeld voor de gemeenten om in samenwerking met de politie het aantal woninginbraken te doen dalen. Op 31 mei is de toolkit op Fort Altena overhandigd aan de gemeenten. In het uitvoeringsplan Veiligheid 2013 zijn de tools nader uitgewerkt. Bij iedere woninginbraak wordt door de politie altijd een buurtonderzoek gedaan en wordt een Forensisch Technische Ondersteuning (FTO) – sporenonderzoek uitgevoerd. De politie verspreid in de omgeving van de woninginbraak brieven. Deze brief maakt melding van de inbraak en bevat gerichte preventietips. In de periode van 1 mei t/m 30 september hebben 10 inwoners uit Aalburg, 31 uit Werkendam en 12 uit Woudrichem de ‘vakantiekaart’ ingevuld. De politie heeft deze woningen tijdens de periode van afwezigheid van de bewoners (vakantie) extra in de gaten gehouden. In het najaar is er een plan van aanpak vastgesteld voor het Keurmerk Veilig Wonen. In 2013 worden vrijwilligers aangesteld die advies aan particulieren gaan geven over de verbetermogelijkheden van beveiliging van de woning. In de Veiligheidsfolder is aandacht besteed aan het Keurmerk. Er is gewerkt aan het proces om te investeren op de zogenaamde hotspots en het houden van buurtschouws. In 2013 zal hier, mede met gebruikmaking van het project Buurtpreventie, verder vorm aan gegeven worden. In het najaar is afstemming gezocht voor één APV voor de drie gemeenten. De bepaling met betrekking tot het verbod op inbrekerswerktuig en controle- mogelijkheden bij handelaren in het kader van helingbestrijding is daarin meegenomen. 2.4 Evaluatie prioriteit 3: Huiselijk geweld en kindermishandeling De aanpak rondom huiselijk geweld is voortgezet. De focus heeft gelegen op het verhogen en verbeteren van de naamsbekendheid van het Steunpunt Huiselijk Geweld West-Brabant (SHG). In de huis-aan-huis bladen heeft twee keer een publicatie gestaan over huiselijk geweld, de signalering ervan en wat het Steunpunt Huiselijk Geweld voor hulp en ondersteuning kan geven. Landelijk is de campagne tegen geweld in huiselijke kring gestart met als titel: ‘Een veilig thuis. Daar maak je je toch sterk voor?’ De campagne is met name gericht op kindermishandeling, huiselijk geweld en ouderenmishandeling. In 2012 hebben een aantal scholen de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ingevoerd en zijn andere basisscholen gestart met de invoering hiervan. Zij zijn hierbij ondersteund door het CJG en het Steunpunt Huiselijk Geweld. De medewerkers van Trema (Algemeen maatschappelijk werk en School maatschappelijk werk) hebben de training Werken met de meldcode gevolgd. Ook de directeuren en de interne begeleiders van het basisonderwijs in Werkendam en Woudrichem hebben de training gevolgd.
8
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Bij bestaande overleggen is de noodzaak/verplichting voor invoering van de meldcode onder de aandacht gebracht bij de diverse organisaties. Bij jeugdgerelateerde instellingen wordt dit vanuit het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) gerealiseerd. Het CJG verzorgt tevens trainingen ‘Signalering’. De voorlichtingsbijeenkomst is gezien het uitstel van de wet (nog) niet georganiseerd. Als de Wet Meldcode is ingevoerd kan een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd worden. Op 22 november heeft in Fort Altena een bijeenkomst plaatsgevonden over de aanpak van ouderenmishandeling. Er is gewerkt aan de positionering en aanpak van het CJG en het Veiligheidshuis. De meldingen van huiselijk geweld van de drie gemeenten worden vanaf 1 januari 2012 besproken in het casusoverleg Huiselijk geweld op het Veiligheidshuis Breda. Ketenpartners maken per melding een plan van aanpak. Onze lokale zorg- en maatschappelijke instellingen Trema en/of Juvans participeren in dit overleg om zo ook de lokale verbinding te houden. Bij iedere aanhouding op basis van huiselijk geweld bekijkt de politie of huisverbod toegepast kan worden. In Aalburg is 3 keer een huisverbod opgelegd, in Werkendam 2 keer en in Woudrichem 4 keer. De gemeenten Breda, Oosterhout en Werkendam hebben het werkproces Tijdelijk huisverbod herschreven. Dit is in november aan de gemeenten in West-Brabant overhandigd. Hierdoor wordt de werkwijze in alle gemeenten uniform en worden de wettelijke voorschriften in acht genomen. Daarnaast zijn er tips en adviezen gegeven hoe de gemeenten kunnen omgaan met een huisverbod en de registratie daarvan. 2.5 Evaluatie prioriteit 4: Verkeer en veiligheid Door diverse acties, zoals hieronder omschreven, is de bewustwording bij (jonge) bestuurders op het rijgedrag bij gebruik van alcohol en drugs en de risico’s en gevaren voor de omgeving bij te hard rijden, verhoogd. Door het inzetten van handhaving, snelheidsinformatiedisplays (Woudrichem en Werkendam) en educatie worden weggebruikers bewust gemaakt van hun gereden snelheid. De politie en gemeenten hebben aandacht voor het opfrissen van de verkeersregels. VVN Altena organiseert opfriscursussen en in de projecten BROEM en BEN is ruim aandacht voor de verkeersregels. De gemeenten lichten regelmatig verkeersregels uit op haar informatiepagina in het Kontakt. Op 4 augustus heeft tijdens het autovoetbal van de Zomerfeesten Almkerk een rijsimulator gestaan die demonstreerde hoe alcohol het rijgedrag beïnvloedt. Hiermee zijn (jonge) bestuurders uit het gehele gebied bewust gemaakt van de risico’s en gevaren van alcohol en drugs op het rijgedrag. Dit zal een jaarlijks terugkerende activiteit worden. “Brom ff Normaal” Op 4 april is het project “Brom ff Normaal” van start gegaan. De gemeenten, het politieteam Altena, Veilig Verkeer Nederland afdeling Altena, Halt Zuid West Nederland en het Openbaar Ministerie hebben de intentieverklaring ondertekend. Het doel van het project is drieledig. Als eerste het verhogen van het veiligheidsgevoel en de leefbaarheid door terugdringen van geluidsoverlast door en rijgedrag van scooters. Daarnaast wordt het normbesef bij jongeren en ouders verhoogd door bewustwording en confrontatie met de gevolgen van het gedrag. Tot slot wordt de verkeersveiligheid verhoogd, door aanpassing van het verkeersgedrag na de confrontatie.
9
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
In week 34 en 35 zijn brieven verzonden aan alle 16 en 17-jarigen in de gemeenten om hen te informeren over “Brom Effe Normaal”. Veilig Verkeer Nederland afdeling Altena heeft voorlichtingen verzorgd op het Willem van Oranje College in Wijk en Aalburg (week 37), het Altena college in Sleeuwijk (week 38), De Schans in Sleeuwijk (week 39), het Prinsentuin college in Andel (week 40). De politie heeft de handhavingcontroles hierop afgestemd en vooraf, tijdens en na afloop van de voorlichtingen extra gecontroleerd. Regelmatig heeft er overleg plaatsgevonden met de betrokken partners om afstemming te zoeken en de stand van zaken door te spreken. In april 2013 wordt het project geëvalueerd en wordt besloten of het project voortgezet wordt. Aandacht voor het Brabants verkeerslabel (BVL) bij scholen In de gemeenten zijn BVL-overleggen geweest, waarbij alle scholen zijn uitgenodigd. De scholen worden vertegenwoordigd door directie, leraren of verkeersouders. Tijdens het overleg wordt aan elkaar verteld, wat men doet aan verkeerseducatie, zodat andere scholen hiervan kunnen leren en tips mee kunnen nemen. Ook wordt verteld wat ze van de gemeenten kunnen verwachten en wordt de subsidiestroom uitgelegd. Daarnaast heeft Edux diverse scholen bezocht om de school te stimuleren aan BVL deel te nemen. In Aalburg hebben 3 basisscholen het label gehaald. Van de 13 basisscholen in Werkendam, zijn er 11 die het label hebben, in 2012 zijn er 2 labels bijgekomen. 1 school is bezig om het label te behalen en 1 school is dringend verzocht om mee te doen. Op 1 school na hebben in Woudrichem alle scholen zich aangemeld voor BVL, 6 scholen hebben het label (3 meer dan 2011) en 4 scholen zijn druk bezig het label te halen. Veilig Honk Samen met politie en scholen voor voortgezet onderwijs wordt het project Veilig Honk besproken. Tot op heden blijkt er geen behoefte te zijn aan een dergelijk project. Mocht die behoefte er wel zijn, dan wordt scholen verzocht het initiatief te nemen en zullen de gemeenten (financieel) ondersteunen. Verkeerscontroles De politie heeft meerdere verkeersacties uitgevoerd waarbij het accent lag op repressief optreden. Daarnaast zijn een viertal grote integrale acties met meerdere partners uitgevoerd waarin onder meer prioriteit gegeven is aan het thema verkeer en veiligheid. Op 16 januari vond er algemene verkeerscontroles plaats in de Wielstraat in Veen en op 25 januari in de Wijksestraat in Wijk en Aalburg. Op 12 mei heeft van 17.00 tot 02.00 uur een grote integrale controle plaatsgevonden in de drie gemeenten. Politie, belastingdienst, vreemdelingendienst, verkeershandhavingsteam, kentekenscanner (ANPR), verdovende middelenhond en Joint Hit Team hebben op drie locaties een handhavingsactie gehouden. De controle was mede bedoeld om de verkeersveiligheid te verhogen en daarmee het aantal verkeersslachtoffers te verminderen. Er zijn diverse controles geweest voor de brom- en snorfietsen. Op 31 maart in de Kapitein H. van der Maadenstraat in Wijk en Aalburg, op 10 april in de Witboomstraat in Veen en op 8 juni in de Perzikstraat in Wijk en Aalburg. Tijdens deze controles zijn relatief weinig overtredingen waargenomen. Op 19 juni heeft er in de Perzikstraat een algemene verkeerscontrole plaatsgevonden, dezelfde controle was ook op 22 augustus op de Markt en op 13 oktober in de Polstraat, allen in Wijk en Aalburg. Op 13 oktober is een grote verkeerscontrole uitgevoerd tijdens het evenement Altena Rally. De integrale verkeersactie vond plaats op de carpoolplaats Kromme Nol in Wijk en Aalburg. Er werden een aantal overtredingen geconstateerd en bekeurd, zoals: verlichting, rijden onder invloed en het niet overhandigen van het kentekenbewijs.
10
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
De integrale verkeerscontroles hebben tevens betrekking op het voorkomen van woninginbraken en voorkomen van het gebruik van alcohol en drugs bij weggebruikers. Campagne ‘Modder op de weg’ De gemeente organiseert jaarlijks de campagne ‘Modder op de weg’ aan het begin van het oogstseizoen. De gemeente plaatst attentieborden en publiceert hierover in het Kontakt. Er wordt een brief gestuurd naar alle boeren in het gebied om ze te wijzen op het opruimen van de modder. Boeren kunnen tegen gereduceerd tarief modderattentieborden aanschaffen die zij kunnen plaatsen als ze bezig zijn op het land. ZLTO stuurt een sms-alert aan alle boeren die zich hebben opgegeven als de weersverwachting zodanig is dat de wegen een extra schoonmaakbeurt nodig hebben. De politie en de BOA controleren extra op modder op de weg en volgen het modderspoor zodat, indien noodzakelijk, geverbaliseerd wordt. 2.6 Evaluatie strategisch thema’s De twee strategische thema’s voor 2012 waren: buurtpreventie en het Keurmerk Veilig Wonen. Strategisch thema: ‘buurtpreventie’ In 2012 zijn de randvoorwaarden voor het project Buurtpreventie geregeld, er is budget vrijgemaakt en een projectplan geschreven. De uitvoering van het projectplan zal plaatsvinden in 2013 Strategisch thema: ‘Keurmerk Veilig Wonen’ Onder 2.3 van de evaluatie is dit onderwerp uitgewerkt. 2.7 ‘Veiligheid’ in de gemeentelijke organisatie Veiligheid is op veel plaatsen verweven in de ambtelijke organisatie. Vrijwel elke afdeling heeft raakvlakken op het gebied Veiligheid. De centrale coördinatie van het uitvoeringsplan Veiligheid ligt bij de beleidsmedewerker Veiligheid, daarbij is samenwerking en afstemming van groot belang. De beleidsmedewerkers Veiligheid van de gemeenten hebben tweewekelijks overleg.
11
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
3.
Activiteiten en ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in 2013
3.1 Nationale politie Door het aannemen van de nieuwe Politiewet is de vorming van een nationale politie een feit. De huidige 25 regionale politiekorpsen en het Korps landelijke politiediensten gaan op in een nationale politie die 10 regio’s gaat kennen, die samenvallen met de 10 te vormen OM-regio’s. De regionale eenheid Zeeland-West-Brabant bestaat uit 4 districten met 12 basisteams. Districten doorsnijden de grenzen van de Veiligheidsregio’s. De drie gemeenten vallen onder het district De Baronie en vormen samen met Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout het basisteam Dongemond. De burgemeesters zijn zeer betrokken bij deze ontwikkelingen en willen goed geïnformeerd blijven in het Districtelijk DriehoeksOverleg (DDO) en door de politie. Zodra bekend is wat de beleidsruimte is en wat de inspraakmogelijkheden voor de burgemeesters zijn, wordt daar vanuit de drie gemeenten een uniform standpunt over ingenomen en wordt hierover gecommuniceerd. Het gevolg van de invoering van de nationale politie is dat integrale veiligheidsplannen in de toekomst niet alleen de lokale maar ook de regionale prioriteiten gaan bevatten. Doel is te voorkomen dat de aanpak van criminaliteit in de ene gemeente leidt tot verplaatsing naar de andere gemeente of dat bepaalde overtredingen in de ene gemeente aangepakt worden en in de andere gemeente niet. Tevens maakt het de communicatie over de regels en consequenties van overtredingen naar burgers gemakkelijker en transparanter. Hier gaat een preventieve werking van uit. 3.2 Doorontwikkeling aansluiting Veiligheidshuis Breda De gemeenten zijn aangesloten bij het Veiligheidshuis Breda. In 2013 worden de gemeenten geïnformeerd door het Veiligheidshuis als een gedetineerde van een zwaar misdrijf (zeden/doodslag/moord, e.d) terugkeert in de wijk. De gemeente kijkt samen met het Veiligheidshuis en haar lokale partners of dit mogelijk maatschappelijke onrust kan geven en bereidt zich hierop voor, middels een plan van aanpak. Ook in 2013 staat het leggen van verbinding tussen de overleggen in het Veiligheidshuis en de lokale overleggen centraal. Hier is in 2012 op geïnvesteerd, maar het moet daadwerkelijk in 2013 gerealiseerd zijn. Dit is met name belangrijk op het gebied van jeugd en huiselijk geweld. In 2013 wordt geëvalueerd of de gemeenten nog aangesloten moeten blijven bij het Veiligheidshuis. In kaart wordt gebracht wat de resultaten zijn in de afgelopen twee jaar en wat de verbeterpunten zijn. 3.3 Sociale Media De sociale media zijn sterk in opkomst. Sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een (professionele) redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling. Onder de noemer sociale media worden onder andere weblogs, fora, sociale netwerken als Hyves, Facebook en LinkedIn en diensten als Twitter geschaard. Via deze media delen mensen verhalen, kennis, ervaringen en nieuws. De drie gemeenten willen de sociale media onder andere inzetten voor Burgernet en buurtpreventie. Het is belangrijk om berichten uit de samenleving over veiligheid te volgen en eventueel te kunnen sturen/bijstellen. Burgernet Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeenten en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te vergroten. Met Burgernet kunnen inwoners helpen om verdachten, voertuigen of vermiste personen gerichter en sneller op te sporen. Burgernet is een telefonisch netwerk van bewoners en ondernemers in een bepaalde buurt.
12
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Buurtpreventie Een buurtpreventieproject is speciaal bedoeld voor woonomgevingen waar men regelmatig te maken heeft met problemen op het gebied van de criminaliteit en waar een groot deel van de buurtbewoners bereid is om er samen met de overheid en andere organisaties iets aan te doen. Een buurtpreventieproject levert een veiliger en rustiger buurt op en zorgt voor participatie van de burger. Onder hoofdstuk 5, strategische thema’s 2013, is het project Buurtpreventie nader uitgewerkt.
13
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.
Aanpak prioriteiten in 2013
4.1 Prioriteit 1: Zorg voor jeugd Voor een beschrijving van de prioriteiten en doelstellingen voor 2014 wordt u verwezen naar de kadernota Veiligheid 2010-2014. Doelstelling 2013: - Overlastgevende jongeren uit de anonimiteit halen, door de uitvoering van het plan van aanpak Jeugdoverlast. - Extra aandacht blijven geven aan het onder de aandacht brengen van het (overmatige) gebruik van alcohol en drugs onder de jeugd. 4.1.1 Actoren portefeuillehouder(s) ambtelijk ‘trekker’ interne uitvoeringspartners
externe uitvoeringspartners
samenwerkings-/overlegstructuur
Burgemeester en wethouder Jeugd Beleidsmedewerker Veiligheid en beleidsmedewerker Jeugd • Openbare werken • Communicatie • Beleidsmedewerker Veiligheid • Beleidsmedewerker Jeugd • Centrum Jeugd en Gezin • Leerplichtambtenaar • Jongerenwerk (in Aalburg) • Halt Nederland • Politieteam Dongemond • Novadic-Kentron • GGD/GGZ • Juvans • Trema • Stichting De Vleet • Openbaar Ministerie Breda • Stichting de Hoop • RMD (BOA) • Woningcorporaties • Veiligheidshuis Breda • Kerken • Sportverenigingen • Regionaal Leerplichtoverleg • Team Jeugd en Gezin (TJG) • Justitieel Casus Overleg (JCO) • Preventief Casus Overleg (PCO) • Regiegroep Jeugd • Maatschappelijk Steunsysteem (MASS) • Jeugd en Veiligheid • Veiligheidsunit Oosterhout • 12- en 12+ overleg
14
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.1.2 Maatregelenmatrix deelthema aspect actie/ maatregel
coördinatie
benodigd budget
dekking ja/ nee
1. Jeugdoverlast
Beleidsmedewerker Veiligheid en Jeugd
Geen
n.v.t.
Beleidsmedewerker Veiligheid
Geen
n.v.t.
Halt
Conform subsidie Halt
Ja (subsidie)
Beleidsmedewerker Veiligheid
Geen
n.v.t.
Beleidsmedewerker Jeugd en Veiligheid
Geen
n.v.t.
Beleidsmedewerker Veiligheid en Jeugd
Geen
n.v.t.
1.1: Preventief Repressief
1.2: Preventief Repressief
1.3: Preventief
1.4: Repressief
1.5: Repressief
1.6: Preventief Repressief
Overlastgevende jongeren uit de anonimiteit halen (door politie, jongerenwerk en BOA) Indien nodig de brieven sturen naar ouders van overlastgevende jongeren bij andere overlastplaatsen, conform het plan van aanpak jeugdoverlast Voorlichting voor ouders en jongeren (o.a. op scholen) BOA en politie verwijzen naar Halt bij overtreding Er wordt gewerkt met een stappenplan/ kaartensysteem ‘hanging by the rules’. Bij onwenselijk gedrag krijgen jongeren eerst een gele kaart uitgereikt, bij herhaling nog een gele kaart en weer bij herhaling een rode kaart. Aan iedere kaart zijn consequenties gekoppeld. Evalueren van plan van aanpak Jeugdoverlast in het tweede kwartaal
15
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
1.7: Preventief Repressief
2. Alcohol en drugs
2.1: Preventief
2.2: Repressief
2.3: Preventief
2.4: Preventief
2.5: Preventief Repressief
2.6: Preventief
Een werkwijze ontwikkelen voor de aanpak van jeugdoverlast van jongeren die buiten de gemeente Aalburg wonen Voorlichting op basisscholen (groep 7/8) en op middelbare scholen (brugklas) BOA en politie doorverwijzen naar Halt (zie jeugdoverlast) Toepassen maatregelen uit ‘Think before you drink’ Uitvoering geven aan de nieuwe Drank- en Horecawet Acties bij kantines bij sportclubs tegen het gebruik van alcohol bij jongeren en alcohol achter het stuur Voorlichting over alcohol- en drugsgebruik onder jongeren door en voor kerken (catechisatie)
Beleidsmedewerker Veiligheid en Jeugd
Geen
n.v.t.
Halt
Conform subsidie Halt
Ja (subsidie)
Beleidsmedewerker Veiligheid
Geen
n.v.t.
Beleidsmedewerker Volksgezondheid
Conform budget Volksgezondheid
Ja
Kwartiermaker nieuwe DHW
P.M.
Beleidsmedewerker Volksgezondheid (in afstemming met CJG) en Veiligheid
Conform budget Volksgezondheid
Ja
Beleidsmedewerker Volksgezondheid
Conform budget Volksgezondheid
Ja
4.1.3 Plan van aanpak jeugdoverlast De drie gemeenten hebben samen een plan van aanpak Jeugdoverlast opgesteld. De aanpak richt zich op jongeren in de leeftijdscategorie 12 t/m 23 jaar. Het doel is om hen uit de anonimiteit te halen en met hen en hun ouder(s)/verzorger(s) het probleem aan te pakken en waar mogelijk op te lossen. In dit plan is beschreven hoe de aanpak van jeugdoverlast in verschillende fases wordt opgepakt en wie waarvoor verantwoordelijk is. Er wordt gewerkt met een stappenplan/ kaartensysteem ‘hanging by the rules’. Bij dit stappenplan reikt de gemeente kaarten uit bij onwenselijk gedrag. 4.1.4 Halt-verwijzing Vanaf november 2010 verwijst de BOA, naast de politie, de jongeren bij bepaalde feiten/ overtredingen naar Halt. Bij een Halt-verwijzing hebben de feiten te maken met baldadig, overlastgevend gedrag, gebruik van alcohol/verdovende middelen en brandstichting. Halt
16
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
reageert snel, vroegtijdig en consequent op het strafbare feit. Zij confronteert de jongere met zijn gedrag en maakt duidelijk dat strafbaar gedrag niet acceptabel is. Vervolgens toont Halt de jongere een alternatief voor zijn gedrag. Om herhaling te voorkomen ligt het accent op positieve gedragsbeïnvloeding. De Halt-verwijzing sluit goed aan bij het hierna genoemde project Think before you drink.
17
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.1.5 Think before you drink Think before you drink is een project in West-Brabant dat zich richt op de volgende hoofddoelstellingen: • Géén alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar; • Géén overmatig alcoholgebruik door jongeren vanaf 16 jaar. Het is een gezamenlijk project van de 18 gemeenten in West-Brabant, Novadic-Kentron en de GGD West-Brabant. Daarnaast wordt samengewerkt met vele andere partijen/organisaties. De projectleiding ligt in handen van de GGD West-Brabant. Bij alle 18 gemeenten is alcoholpreventie onder jongeren een speerpunt in de nota Volksgezondheid en is het een aandachtspunt bij de aanpak van (integrale) veiligheid. Het thema Jongeren en alcohol heeft ook raakvlakken met jeugdbeleid, sportbeleid, opvoedingsondersteuning, verslavingspreventie en horecabeleid. Een integrale aanpak van alcoholgebruik onder jongeren is essentieel. 4.1.6 Nieuwe Drank- en Horecawet Op 1 januari 2013 gaat de nieuwe Drank- en Horecawet in. In de nieuwe wet zijn jongeren onder de 16 jaar strafbaar als ze alcohol in bezit hebben, zowel in de kroeg als op de openbare weg. Verkopers van alcohol die in 12 maanden tijd 3 keer worden betrapt op verboden verkoop, verliezen (tijdelijk) hun vergunning. De handhaving van de wet gaat over naar de gemeenten en kan daarmee gerichter worden ingezet. De gemeenten hebben ieder een kwartiermaker aangewezen die de invoering van de nieuwe wet zal coördineren. Door de regio worden ter ondersteuning diverse formats aangeboden. Wat gaat er veranderen? - In het kader van het streven naar reductie van de administratieve lasten wordt het vergunningsstelsel zodanig aangepast dat er minder frequent een nieuwe vergunning aangevraagd hoeft te worden; - De burgemeester wordt, ter vervanging van het college van burgemeester en wethouders, in medebewind belast met de uitvoering van de Drank- en Horecawet; - De gemeenteraad moet een verordening opstellen, waarbij zowel aspecten van oneerlijke mededinging als de bescherming van de jeugd moeten worden meegewogen; - Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om op lokaal niveau beter invulling te geven aan het alcoholbeleid, met name om overmatig alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan; - Er zijn sancties opgenomen voor niet-vergunningsplichtige detailhandelaren die voor de derde keer in één jaar zwakalcoholische dranken verkopen aan jongeren onder de zestien jaar; - Jongeren onder de zestien jaar die alcoholhoudende drank aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen (openbare weg en horecabedrijven) worden strafbaar gesteld; - Het toezicht op de Drank- en Horecawet wordt gedecentraliseerd van het rijk naar de gemeenten. 4.1.7 Beleidsmatige inbedding - Nota Volksgezondheid en jeugd - Project Think before you drink - Prioriteiten politie Zeeland West Brabant
18
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.2 Prioriteit 2: Woninginbraken/ voertuigcriminaliteit Voor een beschrijving van de prioriteiten en doelstellingen voor 2014 wordt u verwezen naar de kadernota Veiligheid 2010-2014. Doelstelling 2013: Het verhogen van de bewustwording bij inwoners ten aanzien van woninginbraken en voertuigcriminaliteit door zeer frequent de risico’s en de aantallen woninginbraken/ voertuigcriminaliteit te publiceren en inwoners te attenderen op de mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid om dit te voorkomen. 4.2.1 Actoren portefeuillehouder(s) ambtelijk ‘trekker’ interne uitvoeringspartners
externe uitvoeringspartners
samenwerkings-/overlegstructuur
4.2.2 Maatregelenmatrix deelthema aspect
1. Keurmerk Veilig Wonen (KVW)
actie/ maatregel
coördinatie
benodigd budget
dekking ja/ nee
1.1: Proactief
Aandacht/publiciteit voor het KVW
Beleidsmedewerker Veiligheid en VROM
Ja
1.2: Proactief
Aanstellen van vrijwilligers voor het geven van advies over KVW Vrijwilligers geven advies over KVW
Beleidsmedewerker Veiligheid en VROM
Conform budget Veiligheid Conform budget Veiligheid Conform budget Veiligheid Conform budget Veiligheid Conform budget
Ja
1.2: Preventief 1.3: Preventief 2.Bewustwordingsacties
Burgemeester en wethouder VROM/RO VROM/Ruimte en beleidsmedewerker Veiligheid • VROM/ Ruimte • Vergunning en handhaving • Communicatie • Openbare werken • Beleidsmedewerker Veiligheid • Politieteam Dongemond • CCV (Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid) • Woningbouwcorporaties • Dorpsraden • Openbaar Ministerie • Veiligheidsoverleg: burgemeester, politie en brandweer • Districtelijk Ambtenaren Veiligheidsoverleg (AVO) • Lokaal Driehoeksoverleg (LDO) • Overleg tussen beleidsmedewerker Veiligheid en wijkagent
2.3: Preventief
Bestaande woningen voorzien van inbraakadvies Donkere-dagenoffensief
Beleidsmedewerker Veiligheid en VROM Beleidsmedewerker Veiligheid en VROM Politie
Ja
Ja
Ja
19
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
3. Integrale aanpak in district Baronie
en repressief 3.1: Preventief
3.2: Preventief
3.3: Preventief
3.4: Preventief
3.5: Preventief
3.6: Preventief
politie Mediaoffensief in het district de Baronie m.b.t. bewustwording van de inwoners Vaststellen of er een probleem is dat een specifieke aanpak vereist Indien er een specifieke aanpak is vereist, vaststellen wat het doel is en de maatregelen uit de maatregelenmatrix toepassen Afspreken wie welke maatregelen uit de specifieke aanpak toe gaat passen Toepassen van de maatregelen uit de specifieke aanpak
Politie/ gemeente
Conform budget Veiligheid en politie
Ja
Politie/ gemeente
Conform budget Veiligheid en politie Conform budget Veiligheid en politie
Ja
Politie/ gemeente
Conform budget Veiligheid en politie
Ja
Politie/ gemeente
Ja
Monitoring en evaluatie van de maatregelen volgens de specifieke aanpak
Politie/ gemeente
Conform budget Veiligheid en politie Conform budget Veiligheid en politie
Politie/ gemeente
Ja
Ja
4.2.3 Keurmerk Veilig Wonen (KVW) Het Keurmerk Veilig Wonen is een veiligheidsinstrument dat bijdraagt aan de sociale veiligheid in en rond woningen, wooncomplexen, buurten en wijken. Woningen met dit keurmerk hebben tot 90% minder kans op een geslaagde inbraak. Het keurmerk werkt preventief tegen woninginbraak, overlast, vandalisme en criminaliteit op straat door eisen te stellen aan het ontwerp van de woonomgeving, het wooncomplex en de individuele woning. Het keurmerk stelt ook eisen, gericht op voorzieningen (bijvoorbeeld verlichting en begroeiing) of een beheersplan. Door het nemen van preventieve maatregelen kunnen inwoners ook zelf veel doen om inbraak te voorkomen. Het keurmerk maakt onderscheid tussen bestaande bouw en nieuwbouw. Bij bestaande bouw richt het keurmerk zich op drie afzonderlijke te certificeren niveaus: woning, wooncomplex en woonomgeving. Bij nieuwbouw werkt het keurmerk voor de gehele woonomgeving, inclusief maatregelen aan de woning.
20
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.2.4 Bewustwordingsacties/ “Donkere-dagen-offensief” Het is belangrijk inwoners bewust te maken van hetgeen zij zelf kunnen doen om woninginbraken en voertuigcriminaliteit tegen te gaan. In de wintermaanden slaan criminelen veelvuldig hun slag, vaak met een piek voor de feestdagen. Een donkeredagen-offensief zet in deze periode extra maatregelen in tegen overvallen, straatroven, woning- en autoinbraken. De extra maatregelen bestaan onder meer uit verscherpt toezicht en intensievere surveillances op bepaalde tijdstippen (hottimes) en risicoplaatsen waar criminelen vaker toeslaan (hotspots). Maar ook voorlichting aan ondernemers en burgers via de (lokale) media of door te flyeren. Ten slotte kunnen scherpere verkeerscontroles en zelfs roadblocks deel uit maken van een donkere dagen offensief. Het doel van een donkere-dagen-offensief is het tegengaan van de stijging van overvallen, straatroven en inbraken met name in de wintermaanden. Bij een donkeredagen-offensief zijn politie, gemeenten, burgers, ondernemers en het Openbaar Ministerie betrokken. 4.2.5 Integrale aanpak in district de Baronie (Probleemgerichte integrale aanpak woninginbraken) In het voorjaar van 2012 heeft de politie de Integrale aanpak woninginbraken gelanceerd. Deze aanpak is in de maatregelenmatrix hierboven uitgewerkt. De aanpak richt zich op het verminderen van het aantal woninginbraken en het vertrouwen van de burgers te verhogen. Bij de aanpak is het gewenst om op korte termijn direct merkbare actie te ondernemen, maar ook te borgen dat lange termijn maatregelen uitgevoerd worden. Het betrekken van burgers bij de aanpak is een belangrijke succesfactor. Tevens is een belangrijk onderdeel het evalueren en monitoren van de toegepaste aanpak. 4.2.6 Bedrijfsinbraken Naast de bewustwording bij de inwoners, is het ook belangrijk dat de ondernemers bewust worden. Zij kunnen verschillende maatregelen treffen om hun bedrijf beter te beveiligingen en het aantal bedrijfsinbraken terug te dringen. Voorbeelden hiervan zijn cameratoezichten/of het plaatsen van een slagboom. Iedere gelegenheid zal aangegrepen worden om de ondernemers bewust te maken van de risico’s en de maatregelen die ze daarvoor kunnen nemen. 4.2.7 Beleidsmatige inbedding - Keurmerk Veilig Wonen - Integrale aanpak woninginbraken - Prioriteiten politie Zeeland West Brabant
21
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.3 Prioriteit 3: Huiselijk geweld/ kindermishandeling Voor een beschrijving van de prioriteiten en doelstellingen voor 2014 wordt u verwezen naar de kadernota Veiligheid 2010-2014. Doelstelling 2013 - Aan het einde van het jaar is huiselijk geweld meer uit de anonimiteit gehaald en is de naamsbekendheid van het Steunpunt Huiselijk Geweld West-Brabant (SHG) verbeterd, doordat er ieder kwartaal over het onderwerp huiselijk geweld gepubliceerd wordt. - De afstemming tussen het Veiligheidshuis en het lokale CJG is bewerkstelligd. 4.3.1 Actoren portefeuillehouder(s) ambtelijk ‘trekker’ interne uitvoeringspartners
externe uitvoeringspartners
samenwerkings-/overlegstructuur
Wethouder Zorg & burgemeester Beleidsmedewerker Samenleving, Jeugd en Veiligheid • Centrum voor jeugd en gezin gemeenten Werkendam en Woudrichem • Centrum voor jeugd en gezin gemeente Aalburg • Beleidsmedewerker Jeugd • Communicatie • Steunpunt Huiselijk Geweld West-Brabant • Politieteam Dongemond • Veiligheidshuis Breda • Trema / De Vleet • Juvans • Huisartsen • GGD West-Brabant • GGZ Breburg Groep • Veiligheidshuis Breda • Kerken • Scholen • Openbaar Ministerie Breda • AMK (Algemeen Meld- en adviespunt Kindermishandeling) Bureau jeugdzorg • Slachtofferhulp Nederland • Novadic-Kentron • Stichting Valkenhorst • Tender Jeugdzorg • Zuidwester (jeugdzorg) • SMO Breda • IMW Breda (crisisdienst) • Raad voor de Kinderbescherming • Vluchtelingenwerk • Reclassering Nederland • DOK • Sensoor Noord-Brabant (telefonische hulpdienst) • Kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en gastouder(bureaus) • Huisartsencoöperatie Land van Altena • Zorg en Advies Team (ZAT) • Regionaal Leerplichtoverleg • Preventief Casus Overleg (PCO) • Team Jeugd en Gezin (TJG) • Maatschappelijk Steunsysteem (MASS) • Casusoverleg huiselijk geweld
22
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.3.2 Maatregelenmatrix deelthema aspect
1 Bekendheid huiselijk geweld (taboe doorbreken)
1.1: proactief
1.2: preventief
1.3: Preventief
actie/ maatregel
coördinatie
benodigd budget
dekking ja/ nee
In februari/mei/ augustus/ november een artikel publiceren in de huis-aan-huis bladen over huiselijk geweld. In het najaar organiseren van een interne gemeentelijke bijeenkomst voor de drie gemeenten, waarin het thema huiselijk geweld aan de orde wordt gesteld en tips en adviezen gegeven worden hoe hier mee omgegaan kan worden. Als de Meldcode wettelijk ingevoerd wordt op 01-01-2013 dan moeten alle kinderdagverblijven, gastouders/ peuterspeelzalen en scholen in 2013 een Meldcode hebben. Zo niet, dan is het streven dat 40% een Meldcode heeft.
Samenleving
Conform subsidie Steunpunt Huiselijk Geweld
Ja
Samenleving
Conform subsidie Steunpunt Huiselijk Geweld
Ja
Samenleving
Conform subsidie Steunpunt Huiselijk Geweld
Ja
23
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
2. Aanpak huiselijk geweld
2.1: repressief
Alle zaken van huiselijk geweld waar kinderen bij betrokken zijn, worden door het veiligheidshuis Breda doorgeven aan het lokale CJG.
Veiligheid
Conform bijdrage aan het Veiligheidshuis Breda
Ja
4.3.3 Beleidskader huiselijk geweld 2013-2016 In december 2012 is het regionale beleidskader huiselijk geweld 2013-2016 ‘Van handelingsverlegen naar verantwoordelijkheid’ vastgesteld door de centrumgemeente Breda. De aanpak van huiselijk geweld is volop in beweging en langzaam maar zeker komt het gesprek over geweld in huiselijke kring uit de taboesfeer. Dit beleidskader geeft een richting over hoe de gemeenten samen met haar partners kan samenwerken om van handelingsverlegenheid te komen tot het daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen om huiselijk geweld tegen te gaan. 4.3.4 Meldcode De Meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld, kindermishandeling, ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. Dit basismodel is geschreven voor functionarissen die binnen een instelling, organisatie of praktijk een meldcode opstellen. Met behulp van dit basismodel wordt de meldcode op maat gemaakt van de betreffende organisatie of praktijk en wordt huiselijk geweld en kindermishandeling eerder gesignaleerd en aangepakt. Het wordt voor organisaties in de zorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie een wettelijke verplichting om te beschikken over en te handelen naar de Meldcode. 4.3.5 Veiligheidshuis Breda-CJG De bespreking van huiselijk geweld zaken voor de gemeenten vindt plaats in het Veiligheidshuis Breda. Kinderen die betrokken zijn bij of getuigen zijn van huiselijk geweld worden nu vaak gemeld bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) en bureau Jeugdzorg. Het CJG wil betrokken worden bij de aanpak voor deze kinderen en om te voorkomen dat verschillende partijen zonder daarbij op de hoogte te zijn van elkaars inzet in een gezin werkzaam zijn. De coördinatie van zorg moet goed geregeld worden. Op deze manier kan er op maat een hulpaanbod gedaan worden. 4.3.6 Beleidsmatige inbedding - Prestatieveld 2,7,8,9 WMO - Wet tijdelijk huisverbod - Wet meldcode
24
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.4 Prioriteit 4: Verkeer en veiligheid Voor een beschrijving van de prioriteiten en doelstellingen voor 2014 wordt u verwezen naar de kadernota Veiligheid 2010-2014. Doelstelling 2013 - Het verhogen van de bewustwording bij (jonge) bestuurders op het rijgedrag bij gebruik van alcohol en drugs en de risico’s en gevaren voor de omgeving bij te hard rijden. - Alle basisscholen zijn in het bezit van het Brabantse Verkeersveiligheidslabel (BVL). 4.4.1 Actoren portefeuillehouder(s) ambtelijk ‘trekker’ interne uitvoeringspartners
externe uitvoeringspartners
samenwerkings-/overlegstructuur
4.4.2
Burgemeester en wethouder Verkeer Beleidsmedewerker Veiligheid en Verkeer • Communicatie • Ruimte • Beleidsmedewerker Verkeer • Beleidsmedewerker Veiligheid • Samenleving • Openbaar Ministerie • Politieteam Dongemond • RMD (BOA) • Veilig Verkeer Nederland (VVN) • Basisscholen en middelbare scholen • Edux (uitvoerende partij educatie scholen) • Novadic-Kentron • Halt Nederland • Stichting de Vleet • Trema • Stichting de Hoop • Stichting de Soos • GGA Breda • Verkeersoverleg Altena gemeenten • Verkeerscommissie (met VVN en Politie) • Verkeer en Veiligheid
Maatregelenmatrix
deelthema
aspect
actie/ maatregel
coördinatie
benodigd budget
dekking ja/ nee
1. Bewustwording (jonge) bestuurders
1.1 Preventief
Beleidsmedewerkers Verkeer en Veiligheid
Conform budget verkeer en veiligheid
Ja
2.Brommer overlast
2.1: Preventief/ repressief
(Jonge) bestuurders door gerichte voorlichting bewust laten worden van de invloed van alcohol en drugs op het rijgedrag. Uitvoering geven aan het project ‘Brom ff normaal’
Beleidsmedewerkers Verkeer en Veiligheid
Conform budget politie
Ja
25
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
3. Brabants verkeersveiligheids label (BVL)
3.1: Preventief
4. TotallyTraffic (TT)
4.1: Preventief
5. Verkeersquiz
5.1: Preventief
6. Modder op de weg
6.1: Preventief/ repressief
BVL implementeren bij alle basisscholen TT implementeren bij alle middelbare scholen Het organiseren van een verkeersquiz in het voorjaar Uitvoering geven aan het project ‘Modder op de Weg’
Beleidsmedewerker Verkeer
Conform budget verkeer
Ja
Beleidsmedewerker Verkeer
Conform budget verkeer
Ja
Beleidsmedewerker Verkeer
Conform budget verkeer
Ja
Beleidsmedewerker Verkeer
Conform budget verkeer
4.4.3 Brom ff normaal In 2012 is de intentieverklaring ‘Brom Effe Normaal’ vastgesteld door de drie gemeenten in samenwerking met de partners: politie, OM, Veilig Verkeer Nederland, afdeling Altena en Halt. Door een intensieve samenwerking en duidelijke afspraken worden maatregelen genomen die niet alleen overlast en irritatie terugdringen, maar ook de verkeersveiligheid verhogen. Ouders van minderjarigen worden betrokken en aangesproken op hun verantwoordelijkheid. 4.4.4 Infrastructuur rondom scholen (BVL) Het Brabantse Verkeersveiligheidslabel (BVL) is gericht op educatie, scholen kunnen zich hiervoor opgeven. Er worden verkeerslessen in het klaslokaal en op het schoolplein gehouden. Met het jaarlijks behalen van een aantal punten blijft een school voorzien van het label. De kosten van het BVL worden voor 80% door de provincie vergoed. De resterende 20% komt voor rekening van de scholen. 4.4.5 Totally Traffic TotallyTraffic (TT) is de nieuwe aanpak voor verkeerseducatie in Noord-Brabant voor het voortgezet onderwijs. TT vervangt sinds het schooljaar 2011-2012 het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL) voor middelbare scholieren. In het basisonderwijs blijft het BVL wel bestaan. TT richt zich op structurele verkeerseducatie van hoge kwaliteit in het voortgezet onderwijs. De focus ligt hierbij op de verkeerseducatie zelf: goede, duidelijk lessen waarbij voorafgestelde leerdoelen aan bod komen. TT richt zich op leerlingen van 12 tot en met 18 jaar, leerlingen dus van alle leerjaren en op alle niveau's binnen het voorgezet onderwijs. 4.4.6 Verkeersquiz In het voorjaar wordt met medewerking van VVN een verkeersquiz gehouden voor de leerlingen van het basisonderwijs in de gemeenten, de quiz eindigt met een finale met drie scholen. De quiz is gericht op verkeersregels voor zowel de deelnemers als het publiek.
26
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
4.4.6 Bewustwording jonge bestuurders Provinciaal beleid ‘Maak van de nul een punt’ en ‘Nul verkeersdoden Brabant’. Elk verkeersslachtoffer is er één te veel. Brabant gaat voor nul verkeersdoden. Met de campagne 'Help Brabant mee op weg naar nul verkeersdoden' zet de provincie samen met haar verkeersveiligheidspartners een nieuwe koers in. 4.4.7 Beleidsmatige inbedding - Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan - Prioriteiten politie Zeeland West Brabant (ZWB) - Provinciaal beleid MvdO (maakvandenuleenpunt) - Provinciaal beleid NvdBr (nulverkeersdodenbrabant)
27
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
5.
Aanpak overige strategische thema’s in 2013
In de kadernota Veiligheid 2010-2014 zijn naast de prioriteiten, zoals beschreven in hoofdstuk 4, ook strategische thema’s vastgesteld. Op deze thema’s wordt intensief ingezet en in het uitvoeringsplan Veiligheid worden zij nader geconcretiseerd. De strategische thema’s die de gemeenten gezamenlijk voor 2013 hebben gekozen zijn: georganiseerde criminaliteit/ RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum), buurtpreventie en het Keurmerk veilig wonen. 5.1 Strategisch thema: Georganiseerde criminaliteit/ RIEC Beschrijving thema Georganiseerde criminaliteit kenmerkt zich door samenwerking en logistiek, streven naar criminele winst en geen of weinig belang bij legale bedrijfsuitoefening. Vormen van georganiseerde criminaliteit zijn productie of handel in drugs, mensensmokkel of –handel, internetcriminaliteit, wapenhandel en het witwassen van geld. Het lokaal bestuur kan met haar verantwoordelijkheden en bevoegdheden veel doen om de georganiseerde criminaliteit een halt toe te roepen. De bestuurlijke aanpak blijkt in de praktijk een goede aanvulling te zijn op de bestaande methoden van opsporing en vervolging van de georganiseerde criminaliteit. Een belangrijk bestuurlijk instrument is de BIBOB-procedure (BIBOB = Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuur). Doelstelling 2013 Voorkomen dat de georganiseerde criminaliteit misbruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening. 5.1.1 Actoren portefeuillehouder(s) ambtelijk ‘trekker’ interne uitvoeringspartners
externe uitvoeringspartners
samenwerkings-/overlegstructuur
Burgemeester Beleidsmedewerker veiligheid • Communicatie • Juridische zaken • Medewerkers met een balie- of klantcontactfunctie • RIEC • Politieteam Dongemond • Openbaar Ministerie • Belastingsdienst • Overleg RIEC • Lokaal driehoeksoverleg • Veiligheidsoverleg
28
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
5.1.2 Maatregelenmatrix deelthema aspect actie/ maatregel
coördinatie
benodigd budget
dekking ja/ nee
1. Georganiseerde criminaliteit
Beleidsmedewerker Veiligheid/ Juridische zaken
Onbekend
Nee
Beleidsmedewerker Veiligheid
Onbekend
Ja, budget: veiligheid
Beleidsmedewerker Veiligheid en/of betrokken medewerkers
Onbekend
Conform budget: bijdrage RIEC
Beleidsmedewerker Veiligheid
Onbekend
Nee
2. 1%motorclubs
1.1: preventie
1.2: preventie
Onderzoeken mogelijkheden om BIBOB toe te passen bij bouw- en milieuaanvragen en mogelijk andere aanvragen. De gemeentelijke medewerkers opleiden/informeren om vormen van georganiseerde criminaliteit te signaleren. Gebruik maken van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) daar waar noodzakelijk, zodat zowel strafrechtelijke als bestuurlijke invalshoeken gecontroleerd zijn. Mogelijkheden onderzoeken t.a.v de bestrijding van 1%-motorclubs
5.1.3 De gemeentelijke medewerkers opleiden/informeren om vormen van georganiseerde criminaliteit te signaleren. Een brede bewustwording van de risico’s van criminaliteit binnen de gemeenten ondersteunen. 5.1.4 Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit De georganiseerde criminaliteit maakt vrijwel altijd gebruik van plaatselijke infrastructuren en faciliteiten. Dat geldt op dit moment in het bijzonder voor hennepteelt, vastgoedcriminaliteit en mensenhandel. Er zijn immers huisvesting, ‘personeel’ en diensten nodig om criminele activiteiten uit te kunnen voeren. Daarnaast zijn dergelijke criminaliteitgroeperingen altijd op zoek naar manieren om crimineel vermogen wit te wassen, bijvoorbeeld door te investeren in vastgoed. Bij aankoop van vastgoed maakt een crimineel onder meer gebruik van de diensten van een notaris, advocaat, taxateur en een bank. Het grote gevaar van deze lokale inbedding is dat onder- en bovenwereld zich ongemerkt vermengen. Het tegengaan van deze vermenging is een belangrijke taak voor het openbaar bestuur.
29
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
5.1.5 RIEC Zuid-West Nederland In het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) Zuid-West Nederland werken gemeenten, de provincie Noord-Brabant en Zeeland), politie, OM, Belastingdienst, Koninklijke Marechaussee, Douane en de opsporingsdiensten FIOD en SIOD samen aan een bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit. De samenwerking binnen het RIEC maakt het mogelijk criminele organisatiestructuren bloot te leggen en aan te pakken die vroeger verborgen bleven. Doel is te voorkomen dat criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust door de overheid worden gefaciliteerd. Het RIEC ondersteunt de gemeenten en de andere convenantpartners: • als informatieknooppunt; • als expertisecentrum voor de bestuurlijke aanpak; • bij de analyse van georganiseerde misdaad en • met instrumenten om barrières op te werpen en handhavend op te treden. De thema's waar RIEC Zuid-West Nederland mee werkt, zijn gelijk aan de landelijk benoemde thema's: vastgoedfraude/witwassen, mensenhandel, georganiseerde hennepteelt en handhavingsknelpunten. Naast deze landelijk geprioriteerde thema’s is er ruimte voor de aanpak van lokale prioriteiten. 5.1.6. Bestrijding 1%-motorclubs Er is een landelijk geïntegreerd plan van aanpak Bestrijding 1%-motorclubs vastgesteld door politie, OM, gemeenten, de Belastingdienst, de RIECs en het LIEC. In het plan van aanpak zijn onder meer de volgende gezamenlijke speerpunten benoemd: - prioriteit voor strafrechtelijke vervolging, - focus op clubhuizen en evenementen, - het bestrijden van de invloed van 1%-motorclubs in de horeca, beveiligingsbedrijven en op harde kernen van voetbalsupporters, - het aanpakken van windhappers (personen die geen bekend inkomen hebben) en; - focus op leden van 1%-motorclubs in overheidsdienst. Op al deze punten worden nu in gezamenlijkheid acties in gang gezet. Ook worden in het verlengde hiervan – en de trajecten die op lokaal en regionaal niveau al zijn opgepakt momenteel door de verschillende partijen in RIEC-verband regionale geïntegreerde projectplannen opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat de lokaal ervaren problematiek goed in kaart wordt gebracht. Op basis daarvan worden voorstellen voor kansrijke integrale interventies gedaan. 5.1.6 -
Beleidsmatige inbedding Afspraken en prioriteiten politie Zeeland West Brabant Afspraken en prioriteiten RIEC Wet Bibob Plan van Aanpak bestrijding 1%-motorclubs
5.2 Strategisch thema: buurtpreventie Beschrijving thema Een buurtpreventieproject is speciaal bedoeld voor woonomgevingen waar men regelmatig te maken heeft met problemen op het gebied van de criminaliteit en waar een groot deel van de buurtbewoners bereid is om er samen met de overheid en andere organisaties iets aan te doen. Een buurtpreventieproject levert een veiliger en rustiger buurt op. Het is een allesomvattend product en het zorgt voor participatie van de burger. Doelstelling 2013 In de gemeente zijn twee buurtpreventieteams actief.
30
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
5.1.1 Actoren portefeuillehouder(s) ambtelijk ‘trekker’ interne uitvoeringspartners
externe uitvoeringspartners
samenwerkings-/overlegstructuur
Burgemeester Beleidsmedewerker Veiligheid • Communicatie • Samenleving • Openbare Werken • Ruimte • Beleidsmedewerker Veiligheid • Projectleider Buurtpreventie (voor 3 gemeenten) • Inwoners • Politieteam Dongemond • Woningbouwcorporaties • RMD (BOA) • Stichting De Vleet • GO • Trema • Lokaal driehoeksoverleg • Veiligheidsoverleg (burgemeester, politie en OM) • Overleg beleidsmedewerker veiligheid en wijkagenten • Buurtpreventie-teamoverleg (nog op te richten)
5.1.2 Maatregelenmatrix deelthema aspect actie/ maatregel
1. Buurtpreventie
1.1: preventie
Onderzoeken/ analyseren van een geschikte wijk Uitvoering geven aan Buurtpreventie
coördinatie
benodigd budget
dekking ja/ nee
Beleidsmedewerker Veiligheid Beleidsmedewerker Veiligheid
Onbekend
Ja
Onbekend
Ja
5.1.3. Project Buurtpreventie Het doel van een buurtpreventieproject is dat bewoners, gemeente, woningbouwcorporaties en politie er samen voor zorgen dat dieven, inbrekers, overlastgevers en vernielers minder gemakkelijk de kans krijgen hun slag te slaan. Buurtbewoners wordt gevraagd extra op te letten en betrokken te zijn bij de straat en buurt waar ze wonen. Opgedane ervaringen stellen de gezamenlijke partners in staat beter op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de buurt. Voor de buurtbewoners betekent dat de mogelijkheid om effectieve voorzorgsmaatregelen te nemen, terwijl ook de politie er met haar dagelijks werk rekening mee kan houden. Een bijkomend voordeel is dat door inwoners te laten participeren en zelf initiatieven voor meer binding en betrokkenheid in de buurt te laten ondernemen, zij ook meer grip krijgen op ontwikkelingen in hun directe woonomgeving. Dit heeft een positieve invloed op de veiligheidsbeleving. Buurtpreventie wordt als zeer nuttig en functioneel gezien tegen verschillende vormen van overlast: woninginbraken, jeugdoverlast, etc. Het levert een veiliger en rustiger buurt op. Kortom positief voor burgerparticipatie. De buurtpreventieteams overleggen geregeld met de gemeente, politie over allerlei zaken waar zij tegenaan lopen en wat voor verbetering vatbaar is. Tevens krijgt het team informatie over bijvoorbeeld inbraakpreventie, organiseren van leuke activiteiten, e.d. De projectleider is namens de gemeente het eerste aanspreekpunt voor de buurtpreventieteams en de wijkagent namens de politie.
31
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Voordelen buurtpreventie - Activeren buurtbewoners, hierdoor worden zij alert en zelfredzaam - Leefbaarheid wordt vergroot - Criminaliteit vermindert - Sociale cohesie wordt verhoogd Aandachtspunten buurtpreventie - Het is een continu proces, dus er moet aandacht, ondersteuning en capaciteit voor zijn en alle inwoners moeten steeds bij het project betrokken blijven. Er moeten nieuwsbrieven opgesteld worden, workshops georganiseerd worden met sprekers over thema’s, werkbezoeken geregeld worden, e.d. Alleen op deze manier blijven de inwoners betrokken; - Het project kan een sneeuwbaleffect hebben, wordt het ergens ingevoerd dan is de kans groot dat er vanuit een andere buurt/wijk ook interesse komt en dit moet opgepakt worden; - Buurtpreventie kan starten op projectbasis, maar op een gegeven moment moet gezocht worden naar een organisatievorm. Het moet een continu proces zijn dat dan ook gewaarborgd is en blijft. - Bij onvoldoende deelname van de inwoners kan een buurtpreventieproject niet van de grond komen; - Interne procedures (registratie) bij gemeente en politie moeten goed op orde zijn. Beleidsmatige inbedding - Afspraken en prioriteiten politie Zeeland West Brabant 5.3 Strategisch thema: ‘Keurmerk Veilig Wonen’ Beschrijving thema Het Keurmerk Veilig Wonen (KVW) is een veiligheidsinstrument dat bijdraagt aan de sociale veiligheid in en rond woningen, wooncomplexen en buurten en wijken. Doelstelling 2013 Het verminderen van woninginbraken door het verhogen van de bewustwording bij inwoners ten aanzien van woninginbraken en ze te attenderen op de mogelijkheden die het Keurmerk Veilig Wonen (KVW) met zich meebrengt. Dit strategisch thema is gekozen in het lokaal driehoeksoverleg om het aantal woninginbraken/ voertuigcriminaliteit te verminderen. Het KVW is een middel om dit te bewerkstelligen. De actoren en de maatregelen zijn reeds beschreven en uitgewerkt in 4.2.
32
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
6.
Aandachtspunten organisatorische borging
6.1 Integrale veiligheid in de gemeentelijke organisatie Zoals uit het uitvoeringsplan Veiligheid 2013 blijkt, is integrale veiligheid op veel plaatsen verweven in de ambtelijke organisatie. Iedere afdeling heeft wel bepaalde raakvlakken met integrale veiligheid. De centrale coördinatie en de ambtelijke verantwoordelijkheid ligt bij de beleidsmedewerker Veiligheid. In het uitvoeringsplan is per veiligheidsthema aangegeven wie de portefeuillehouder is, de ambtelijk trekker, de interne en externe samenwerkingspartners zijn en van welk samenwerkings- en/of overlegstructuur gebruik wordt gemaakt om uitvoering te geven aan de beschreven acties en/of maatregelen. Belangrijk is dat het managementteam op de hoogte is van dit uitvoeringsplan en capaciteit kan vrijmaken voor de beschreven interne samenwerkingspartners en voor de ambtelijk trekker. Deze capaciteit moet opgenomen worden in de diverse afdelingsplannen die per afdeling opgesteld worden. 6.2 Ambtelijke coördinatie De ambtelijke coördinatie ligt bij de beleidsmedewerker Veiligheid van Woudrichem, die regelmatig overleg heeft met de beleidsmedewerkers Veiligheid van de gemeenten Aalburg en Werkendam. Per veiligheidsthema is een ambtelijk trekker benoemd, die er met de portefeuillehouder zorg voor draagt dat er aan de diverse deelthema’s met de bijbehorende acties/maatregelen uitvoering gegeven wordt. 6.3 Bestuurlijke coördinatie Per veiligheidsthema is een portefeuillehouder vastgesteld die samen met de ambtelijk trekker de voortgang van het proces bewaakt. 6.4 Beleidscyclus Het uitvoeringsplan Veiligheid 2013 is tot stand gekomen in overleg met de drie gemeenten en afgestemd in de lokale driehoek met de burgemeesters, de gebiedsofficier en de teamchef van de politie. Op 13 november 2012 is het uitvoeringsplan Veiligheid vastgesteld door het college. Het uitvoeringsplan wordt vervolgens ter kennisname aangeboden aan de opiniërende raad.
33
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Bijlage 1
Veiligheidsanalyse 2012
34
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Leeswijzer van de veiligheidsanalyse
Deze rapportage vormt de weerslag van de veiligheidsanalyse zoals die in de periode 2007 tot en met 2012 (voor zover reeds bekend) heeft plaatsgevonden in het kader van de ontwikkeling van het integraal veiligheidsbeleid. Naast de gebruikelijke bronnen van de partners is ook gebruik gemaakt van de resultaten van de Integrale Veiligheidsmonitor. De veiligheidsanalyse vormt de basis voor de verdere uitwerking van het veiligheidsbeleid in 2013 en verder. De veiligheidsanalyse richt zich op de vier hoofdprioriteiten van de kadernota veiligheid 2010-2014, te weten: 1. Zorg voor jeugd, waaronder jeugdoverlast en alcohol/drugs; 2. 3.
Woninginbraken/ voertuigcriminaliteit; Huiselijk geweld/ kindermishandeling;
4.
Verkeer en veiligheid.
Voor een goed begrip van de rapportage is het volgende van belang: Deze rapportage richt zich alleen op de vier bovengenoemde hoofdprioriteiten die voor het opstellen van het -
uitvoeringsplan 2013 van belang zijn; De cijfers van de verschillende bronnen ten opzichte van de voorgaande jaren kunnen verschillen, reden hiervan is dat bij een aantal organisaties de wijze van vraagstelling en/of registratie is verandert, dit kan soms een vertekend beeld geven van een toename of afname van de problematiek;
-
De input is afkomstig van de Integrale Veiligheidsmonitor, de Gebiedsscan en cijfers van de politie en informatie van partners, zoals: GGD, Halt en het steunpunt Huiselijk Geweld.
-
De Integrale Veiligheidsmonitor wordt in deze rapportage veelvuldig aangehaald, om die reden een toelichting. In het najaar van 2011 is een Integrale Veiligheidsmonitor uitgevoerd in de drie gemeenten. De veiligheidsmonitor is een bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Om de veiligheid te monitoren is gebruik gemaakt van een enquête onder een steekproef van inwoners van 15 jaar of ouder. De vragen hadden betrekking op verschillende thema’s rondom veiligheid: leefbaarheid,onveiligheidsgevoelens, respectloos gedrag van burgers, slachtofferschap, politiecontacten, preventie en het functioneren van politie en gemeente. De rapportage is beschreven vanuit de beleving van veiligheid van inwoners enerzijds en anderzijds vanuit geregistreerde incidenten bij de politie. De resultaten zijn in het voorjaar
-
2012 bekend gemaakt en verwerkt in deze Veiligheidsanalyse. De output, beleidsversterkingen zijn gebruikt voor het Uitvoeringsplan Veiligheid 2013.
INHOUDSOPGAVE Inleiding
pag. 2
Prioriteit 1: Zorg voor jeugd, waaronder jeugdoverlast en alcohol en drugs
pag. 3
-
thema 1.1: jeugdoverlast
pag. 3
-
thema 1.2: alcohol en drugs
pag. 6
Prioriteit 2: Woninginbraken/ voertuigcriminaliteit -
thema 2.1: woninginbraken/ voertuigcriminaliteit
Prioriteit 3: Huiselijk geweld/ kindermishandeling -
thema 3.1: Huiselijk geweld
Prioriteit 4: Verkeer en veiligheid -
thema 4.1: verkeersveiligheid
pag. 10 pag. 10 pag. 12 pag. 12 pag. 14 pag. 14
35
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Inleiding Veiligheidsmonitor Aalburg Op het gebied van veiligheid in de buurt komt in de Veiligheidsmonitor naar voren dat inwoners de woon- en leefomgeving beoordelen als relatief veilig. Te hard rijden en overlast van jongeren vormen de belangrijkste problemen. Voor veiligheid krijgt Aalburg het rapportcijfer 7 van de inwoners. Dit is vergelijkbaar met het gemiddelde van de kleine gemeenten. Van de bewoners geeft bijna 15% aan zich wel eens onveilig te voelen. Bijna 11% voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Dit is lager dan gemiddeld in de kleine regiogemeenten. Algemene conclusie: - De inwoners van Aalburg voelen zich relatief veilig in de buurt. - Overlast van jongeren is groot: plekken rond uitgaansgelegenheden worden als onveilig ervaren, inwoners voelen zich daardoor bedreigd. - Verkeersoverlast en vooral te hard rijden is een belangrijk probleem. Werkendam Op het gebied van veiligheid in de buurt komt in de Veiligheidsmonitor naar voren dat inwoners de woon- en leefomgeving beoordelen als relatief veilig. Voor veiligheid krijgt Werkendam het rapportcijfer 7,1 van de inwoners. Dit is vergelijkbaar met het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. Van alle inwoners geeft slechts 10,8% aan zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt. Dit percentage ligt iets lager dan het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. Algemene conclusie: - De inwoners van Werkendam voelen zich relatief veilig in de buurt. - De scores op winkeldiefstal, jeugd en veiligheid en drugs- en woonoverlast zijn beduidend lager dan het gemiddelde van de middelkleine gemeenten. - De scores op agressief en onveilig rijgedrag en het aantal winkelinbraken in Werkendam zijn beduidend hoger dan het gemiddelde van de middelkleine gemeenten. Woudrichem De veiligheid wordt door de inwoners positief gewaardeerd. Met een rapportcijfer van 7,2 voor de veiligheid in de buurt krijgt Woudrichem een hogere waardering dan gemiddeld voor de kleine regiogemeenten. Het aandeel bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen gemeente of in de eigen buurt is het laagst binnen de groep van kleine regiogemeenten. Inwoners beoordelen de woon- en leefomgeving als relatief veilig. Dit ligt iets boven het gemiddelde van de kleine regiogemeenten (7,1). Algemene conclusie: - Uit politiegegevens en onderzoek onder inwoners blijkt dat Woudrichem een relatief veilige woongemeente is. - Woninginbraak vormt een aandachtspunt. Hoewel woninginbraken onder het gemiddelde van de kleine gemeenten ligt, is sprake van een toename sedert 2009. - Op het terrein van veiligheid en leefbaarheid ligt de tevredenheid van inwoners over politie en gemeente op het gemiddelde niveau van kleine gemeenten.
36
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Prioriteit 1: zorg voor jeugd
thema 1.1: jeugdoverlast
Jeugd kan slachtoffer en dader van onveiligheid zijn; risico’s voor jeugd zijn onder meer alcohol en drugs, onveiligheid in en om de school en geweld/bedreiging in de openbare ruimte of bij het uitgaan; jeugd kan ook oorzaak zijn van onveiligheid: overlast vernieling, bedreiging en andere vormen van criminaliteit.
Cijfers
rapportage jeugdgroepen (Beke)
Aantal geïnventariseerde hinderlijke jeugdgroepen
rapportage jeugdgroepen (Beke)
Aantal geïnventariseerde overlastgevende jeugdgroepen
rapportage jeugdgroepen (Beke)
Aantal geïnventariseerde criminele jeugdgroepen
rapportage jeugdgroepen (Beke)
Verdachten 12 t/m 24 jaar
politie (gebiedsscan)
Incidenten politie, per 1.000 inwoners
veiligheidsmonitor
Verwijzingen Halt
t/m 2010: politie (gebiedsscan) v.a. 2011: Halt Halt
Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Teamgebied Altena
Verwijzingen Halt per gemeente*
Ervaren overlast op plekken waar jongeren rondhangen
veiligheidsmonitor
Voelt zich onveilig op plaatsen waar jeugd rondhangt
veiligheidsmonitor
Geeft aan dat jeugdcriminaliteit vaak voorkomt in de buurt
veiligheidsmonitor
Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem
3 7 5 0 1 0 1 3 1 0 0 0
2 7 2 0 0 0 2 1 0 0 0 0 37 97 24
0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50 37 48
32
30
20
0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 39 115 90 6,6 3,1 2,3 12
8 17 7
14 19 8
13 9 2
t/m sept. 2012
Aantal geïnventariseerde aanvaardbare overlast jeugdgroepen
2011
Gemeente/ gebied
2010
bron
2009
Indicator
2008
Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn:
37 98 45
7 15 4 9,6% 4,5% 4,7% 4,8% 4,9% 3,4% 4,0% 1,6% 0,6%
* Het aantal verwijzingen van Halt per gemeente loopt niet gelijk op met het aantal verwijzingen van het politieteam, reden hiervan is dat jongeren uit de gemeente soms in een andere gemeente worden opgepakt en doorverwezen.
37
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Toelichting Veiligheidsmonitor op dit onderwerp Aalburg Inwoners van Aalburg ervaren relatief vaak overlast van groepen jongeren. De politiecijfers overlast jongeren liggen boven het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - Politiecijfers wijzen tevens uit dat de overlast veroorzaakt door jongeren (2,2 incidenten per 1000 inwoners) in Aalburg boven het gemiddelde van de kleine regiogemeenten ligt. - Eén op de tien bewoners van Aalburg geeft aan vaak overlast te hebben van groepen jongeren. Dit ligt ruim boven het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - De percentages inwoners die zich vaak onveilig voelen op plekken waar jongeren rondhangen en die vaak last hebben van jeugdcriminaliteit in hun buurt, liggen met respectievelijk met 4,8% en 4% ruim boven het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. Werkendam Inwoners van Werkendam ervaren relatief weinig overlast van groepen jongeren. De politiecijfers overlast jongeren zijn vergelijkbaar met het gemiddelde. - Van de bewoners in Werkendam zegt 4,5% vaak overlast te ervaren van groepen jongeren. Dit is het laagste percentage binnen de middelkleine gemeenteklasse en ligt hiermee beduidend lager dat het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten (9,1%). - Politiecijfers wijzen evenwel uit dat de overlast veroorzaakt door jongeren (3,1% incidenten per 1000 bewoners) vergelijkbaar is met het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. - Het percentage bewoners dat aangeeft dat jeugdcriminaliteit vaak voorkomt in de buurt (1,6%) is laag en ligt onder het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten (3,5%). Woudrichem Inwoners van Woudrichem ervaren relatief weinig overlast van groepen jongeren. De politiecijfers overlast jongeren liggen iets hoger dan gemiddeld. - Van de bewoners in Woudrichem zegt 4,7% vaak overlast te ervaren van groepen jongeren. Dit is minder dan gemiddeld voor de kleine regiogemeenten (5,3%). - Politiecijfers wijzen evenwel uit dat de overlast veroorzaakt door jongeren (2,3 incidenten per 1000 bewoners) iets hoger is dan het gemiddeld in de kleine regiogemeenten (1,8). - Het percentage bewoners dat aangeeft dat jeugdcriminaliteit vaak voorkomt in de buurt (0,6%) is laag en ligt onder het gemiddelde van de kleine regiogemeenten (1,8%). Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers kan het volgende geconcludeerd worden: - Volgens de rapportage jeugdgroepen in beeld (Beke) van de politie is het aantal jeugdgroepen van 2008 tot 2010 afgenomen en in 2010 en 2011 gelijk gebleven. - Er is één aanvaardbare jeugdgroep in Werkendam en geen in Aalburg en Woudrichem. Er zijn geen hinderlijke, overlastgevende of criminele jeugdgroepen in de gemeenten aanwezig. - Het aantal Halt-verwijzingen van het teamgebied Altena is afgenomen t.o.v. de voorgaande jaren. - Het aantal Halt-verwijzingen per gemeente vanuit dit gebied is voor de drie gemeenten in totaal 26. Opvallend is dat jongeren uit de gemeenten elders worden opgepakt en verwezen naar Halt. - Het aantal verdachten in de leeftijdscategorie 12 t/m 24 jaar fluctueert in Aalburg en Werkendam in de loop der jaren. In Woudrichem is een stijgende lijn te zien. - Inwoners van Aalburg ervaren relatief vaak overlast van groepen jongeren. Inwoners van Werkendam en Woudrichem ervaren relatief weinig overlast van groepen jongeren.
38
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Er zijn geen hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen in onze gemeenten aanwezig. Desondanks geven inwoners aan zich niet altijd veilig te voelen en overlast te ervaren van groepen jongeren.
In de drie gemeenten worden de jeugdgroepen en de meldingen van jeugdoverlast ad hoc en op een verschillende manier behandeld.
- Één gezamenlijk plan van aanpak “Jeugdoverlast” voor de drie gemeenten. - Uitvoering geven aan ‘Hanging by the rules’
Het aantal jeugdige verdachten in de drie gemeenten is relatief hoog.
De jeugdige verdachten in de leeftijdscategorie (12 t/m 17 jaar) worden doorverwezen naar Halt. Er is bij bepaalde delicten een aanpak voor de 18 t/m 24jarigen in het Veiligheidshuis en een structurele aanpak.
- Één gezamenlijk plan van aanpak “Jeugdoverlast” voor de drie gemeenten. - Uitvoering geven aan ‘Hanging by the rules’.
In de gemeente Aalburg is er veel overlast van jongeren die buiten de gemeente wonen.
Er is geen duidelijke aanpak/werkwijze voor deze jongeren
Een werkwijze ontwikkelen voor de aanpak van jeugdoverlast van jongeren die buiten de gemeente Aalburg wonen.
- Afname van het aantal Halt-verwijzingen in het teamgebied (kan betekenen dat er minder overtredingen plaatsvinden, kan echter ook betekenen dat men om welke reden dan ook minder doorverwijst naar Halt) - Jongeren uit de drie gemeenten plegen feiten elders.
Bij constatering van een overtreding verwijst politie en Boa de jongeren door naar Halt.
Onderzoeken of daadwerkelijk minder overtredingen plaatsvinden of er om een andere reden minder doorverwezen wordt naar Halt.
39
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Prioriteit 1: zorg voor jeugd
thema 1.2: alcohol en drugs
Jeugd kan slachtoffer en dader van onveiligheid zijn; risico’s voor jeugd zijn onder meer alcohol en drugs, onveiligheid in en om de school en geweld/bedreiging in de openbare ruimte of bij het uitgaan; jeugd kan ook oorzaak zijn van onveiligheid: overlast vernieling, bedreiging en andere vormen van criminaliteit.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: gemeente en evt. aandachtsgebieden daarbinnen
% jeugdigen 12-18 jaar dat meer dan 20 glazen alcoholische dranken per week nuttigt % jeugdigen 12-18 jaar dat in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest is % jeugdigen 12-18 jaar dat in de afgelopen 4 weken wiet of hasj genuttigd heeft Aantal verwijzingen alcohol en drugsgerelateerde zaken van de politie naar Halt Aantal jeugdigen verdachten (12-24 jaar) alcohol- en drugsgerelateerde zaken (rijden onder invloed, softdrugs en overig)
GGD MWB
Aalburg Werkendam Woudrichem
3 (3) 3 (4)
5 3
3 (6)
2
GGD MWB
Aalburg Werkendam Woudrichem
11 (12) 10 (15) 15 (19)
15 16 10
GGD MWB
Aalburg Werkendam Woudrichem
2 2 3
3 1 2
Halt
Aalburg Werkendam Woudrichem
politie
Aalburg Werkendam Woudrichem
0 3 0
0 1 0 7 39 11
t/m juli 2012
2011
2010
2009
feitelijke waarde 2008
bron
2007 *
indicator
2 1 0 7 47 14
9 27 8
5 18 4
* In de monitorgegevens van 2011 staat een vergelijking met 2007 waar een correctie is uitgevoerd voor de leeftijd (2007: 12 tot 18 jaar. 2011 12 tot en met 18 jaar) en een verschil in vraagstelling. Dit wil niet zeggen dat de cijfers van 2007 niet betrouwbaar zijn, maar wel dat ze bewerkt moeten zijn voordat ze vergelijken mogen worden met 2011. Dit is in de jeugdmonitor van 2011 gedaan. Dit percentage is tussen haakjes vermeld bij het jaar 2007, zodat er een vergelijk gemaakt kan worden.
Toelichting Veiligheidsmonitor en onderzoek GGD West Brabant (jeugdmonitor) op dit onderwerp Aalburg Het aantal incidenten met drugshandel is in vergelijking tot 2011 afgenomen. Daar tegenover staat een (kleinere) toename van incidenten die met drugsoverlast te maken hebben. Het aantal incidenten van drugsoverlast in Aalburg (0,3% per 1000 inwoners) is vergelijkbaar met het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. Van de inwoners van Aalburg geeft 4% aan daadwerkelijk drugsoverlast te ervaren. Dit is iets hoger dan het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. Het percentage inwoners dat overlast ervaart van dronken mensen op straat is met 1% erg laag, ook vergeleken met de andere kleine regiogemeenten. De jeugdmonitor is eind 2011 door de GGD West Brabant afgenomen in de gemeenten onder 12 t/m 18 jarigen. In het tabellenboek staan de resultaten van deze jongerenenquête, welke uitgevoerd is in de drie gemeenten. In het boek staat tevens een vergelijking met de jongerenenquête in 2007. Op het gebied van veiligheid in relatie tot zorg voor jeugd zijn de volgende gegevens interessant:
40
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
2011 54% (705)
Regionaal 52%
2007 -
5% (65)
4%
3%
15% (196)
18
11%
Heeft in de afgelopen 4 weken alcohol gedronken en is zeker/waarschijnlijk van plan om binnenkort niet meer dronken te worden.
14% (80)
22
-
Heeft wel eens drugs gebruikt Heeft de afgelopen 4 weken wiet of hasj gebruikt.
9% (117) 3% (39)
8 2
2%
Heeft de afgelopen 4 weken GHB, XTC, LSD, cocaïne en/of heroïne gebruikt.
0,8%
0,2
0%
Heeft wel eens alcohol gedronken Drinkt 20 glazen alcohol of meer Is in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest.
Toelichting: tussen haakjes staat het aantal procenten uitgedrukt in aantallen
Wat verder opvalt is dat 17% (222) zich wel eens onveilig voelt. De jongeren voelen zich het meest onveilig tijdens het uitgaan 6%=78 jeugdigen) en op straat in en buiten de eigen woonbuurt (8%=104 jeugdigen). 17% (222) is de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van ongewenst gedrag. Dit ongewenste gedrag bestond met name uit het vernielen en stelen van spullen. Werkendam Het aantal incidenten van drugshandel en drugsoverlast is gelijk gebleven ten opzichte van de meting in 2009. Het aantal incidenten van drugsoverlast ligt aanzienlijk lager in vergelijking tot andere middelkleine regiogemeenten (0,7% per 1000 inwoners). Dit is het laagste aantal binnen de middelkleine gemeenteklasse. Het aantal incidenten van drugshandel komt overeen met het gemiddelde regiogemeenten. Opmerkelijk is dat 3,3% van de inwoners van Werkendam aangeeft vaak drugsoverlast te ervaren. Het percentage inwoners dat zegt dat drugsoverlast in hun buurt (bijna) nooit voorkomt. Het percentage inwoners dat overlast ervaart van dronken mensen op straat is 2,5%. Beiden zijn iets lager dat het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. De jeugdmonitor is eind 2011 door de GGD West Brabant afgenomen in de gemeenten onder 12 t/m 18 jarigen. In het tabellenboek staan de resultaten van deze jongerenenquête, welke uitgevoerd is in de drie gemeenten. In het boek staat tevens een vergelijking met de jongerenenquête in 2007. Op het gebied van veiligheid in relatie tot zorg voor jeugd zijn de volgende gegevens interessant:
Heeft wel eens alcohol gedronken Drinkt 20 glazen alcohol of meer Is in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest. Heeft in de afgelopen 4 weken alcohol gedronken en is zeker/waarschijnlijk van plan om binnenkort niet meer dronken te worden.
2011 54% (1301)
Regionaal 52%
2007 -
3% (72)
4%
4%
16% (386)
18
19%
28% (304)
22
-
41
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Heeft wel eens drugs gebruikt Heeft de afgelopen 4 weken wiet of hasj gebruikt.
6% (145) 1% (24)
8 2
2%
Heeft de afgelopen 4 weken GHB, XTC, LSD, cocaïne en/of heroïne gebruikt.
0%
0,2
0,.2%
Toelichting: tussen haakjes staat het aantal procenten uitgedrukt in aantallen
Wat verder opvalt is dat 20% (482) zich wel eens onveilig voelt. De jongeren voelen zich het meest onveilig tijdens het uitgaan 10%=241 jeugdigen) en op straat in en buiten de eigen woonbuurt (7%=169 jeugdigen). 18% (434) is de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van ongewenst gedrag. Dit ongewenste gedrag bestond met name uit het vernielen en stelen van spullen. Woudrichem Het aantal incidenten van drugsoverlast is laag. Bewoners ervaren echter meer dan gemiddeld overlast van drugs en openbaar dronkenschap. Het aantal incidenten van drugsoverlast in Woudrichem (0,2 per 1000 bewoners) is het laagst van de kleine regiogemeenten. Opmerkelijk is dat 3,8% van de bewoners van Woudrichem aangeeft vaak drugsoverlast te ervaren. Dit is het hoogste percentage binnen de groep van de kleine regiogemeenten. Het percentage inwoners dat zegt dat drugsoverlast in hun buurt (bijna) nooit voorkomt, wijkt echter niet af van de andere kleine gemeenten. Het percentage inwoners dat overlast ervaart van dronken mensen op straat (4,1%) ligt eveneens hoger dan het gemiddelde van kleine regiogemeenten (3,0). Ook hier geldt dat het percentage inwoners dat nooit overlast zegt te hebben niet afwijkt van de andere kleine regiogemeenten. Toelichting op onderzoek GGD West Brabant De jeugdmonitor is eind 2011 door de GGD West Brabant afgenomen in de gemeenten onder 12 t/m 18 jarigen. In het tabellenboek staan de resultaten van deze jongerenenquête, welke uitgevoerd is in de drie gemeenten. In het boek staat tevens een vergelijking met de jongerenenquête in 2007. Met een dergelijke gezondheidsenquête kunnen problemen of trends gesignaleerd worden. Vaak zal nader onderzoek verricht moeten worden om hiervoor verklaringen te achterhalen. De epidemiologische analyses op basis van de gezondheidsenquêtes bieden actuele beleidsinformatie op het terrein van volksgezondheid en aanverwante beleidsterreinen. Een volledig overzicht van de cijfers is terug te vinden in het Tabellenboek Jeugdmonitor 12-18 jaar, 2011, gemeente Woudrichem of op www.ggdgezondheidsatlas.nl. Op het gebied van veiligheid in relatie tot zorg voor jeugd zijn de volgende gegevens interessant: 2011 50% (626)
Regionaal 52%
2007 64%
2% (925)
4%
6%
10% (125)
18
19%
Heeft in de afgelopen 4 weken alcohol gedronken en is zeker/waarschijnlijk van plan om binnenkort niet meer dronken te worden.
37% (190)
22
-
Heeft wel eens drugs gebruikt Heeft de afgelopen 4 weken wiet of hasj gebruikt.
6% (75) 2% (25)
8 2
3%
Heeft de afgelopen 4 weken GHB, XTC, LSD, cocaïne en/of heroïne gebruikt.
0%
0,2
1%
Heeft wel eens alcohol gedronken Drinkt 20 glazen alcohol of meer Is in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest.
Toelichting: tussen haakjes staat het aantal procenten uitgedrukt in aantallen
42
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Wat verder opvalt is dat 24% (300) zich wel eens onveilig voelt. Dit is gelijk aan de regionale cijfers en vergelijkbaar met 2007. De jongeren voelen zich het meest onveilig tijdens het uitgaan (11%=138 jeugdigen) en op straat in en buiten de eigen woonbuurt (8%=100 jeugdigen). 20% (250) is de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van ongewenst gedrag. Dit ongewenste gedrag bestond met name uit het vernielen en stelen van spullen. Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers en informatie kan het volgende geconcludeerd worden: - Het procentueel aantal jeugdigen 12-18 jaar dat meer dan 20 glazen alcoholische dranken per week nuttigt is in Aalburg 5%, in Werkendam 3% en in Woudrichem 2%. Ten opzichte van 2007 is in Aalburg een stijging te zien, in Werkendam blijft het aantal gelijk en in Woudrichem is een daling te zien. - Het percentage jeugdigen van 12-18 jaar dat in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest is in Aalburg 15%, in Werkendam 16% en in Woudrichem 10%. In vergelijk met 2007 is in Aalburg een toename te zien, in Werkendam blijft het percentage gelijk en in Woudrichem is een daling te zien. - Het percentage jeugdigen 12-18 jaar dat in de afgelopen 4 weken wiet of hasj genuttigd heeft is in Aalburg 3%, in Werkendam 1% en in Woudrichem 2%. - Voor het bezitten van alcohol en drugs op grond van de APV (alcohol op de openbare weg en openlijk drugsgebruik op de openbare weg) zijn in 2011 in Aalburg 2 jongeren doorverwezen naar Halt, in Werkendam 1 en geen in Woudrichem. - Het aantal jeugdige verdachten in de leeft tijd van 12 tot 24 jaar in alcohol- en drugsgerelateerde zaken laat vanaf 2010 in de gemeenten een afname zien. In Aalburg en Woudrichem is het aantal vrijwel gehalveerd en in Werkendam is een afname te zien. - In Aalburg voelt 17% van de jeugdigen van 12-18 jaar zich wel eens onveilig, in Werkendam is dat 20% en in Woudrichem 24%. In Aalbug is 17% het afgelopen jaar slachtoffer geweest van ongewenst gedrag, in Werkendam is dat 18% en in Woudrichem 20%.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Het aantal jeugdigen tussen de 12 en 18 jaar dat meer dan 20 glazen alcohol nuttigt is in Aalburg toegenomen, in Werkendam gelijk gebleven en in Woudrichem gedaald. Deze trend is ook te zien bij het dronken of aangeschoten zijn de laatste vier weken.
Op voortgezet onderwijs wordt voorlichting gegeven over de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik.
- Voorlichting aan doelgroep intensiveren. - Kerken en sportclubs betrekken bij de problematiek. - Toepassen maatregelen uit ‘Think before you drink’ - Nieuwe Drank- en Horecawet
De politie heeft beperkt jongeren doorverwezen naar Halt voor het in bezit hebben van alcohol en/of drugs op de openbare weg.
De politie waarschuwt of verbaliseert jongeren die alcohol of drugs bij zich hebben op de openbare weg. Tevens nemen ze dit in beslag.
- Het verwijzen naar Halt bij een overtreding stimuleren bij politie en BOA. - ‘Hanging by the rules’. Onwenselijk gedrag tegen gaan.
Jeugd voelt zich onveilig en is slachtoffer van ongewenst gedrag
- ‘Hanging by the rules’. Onwenselijk gedrag tegen gaan. - Bewustwording verhogen, bijvoorbeeld door het volgen van een assertiviteitscursus.
43
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Prioriteit 2: Woninginbraken/ voertuigcriminaliteit
thema 2.1: woninginbraken
Dit thema heeft betrekking op woninginbraken en voertuigcriminaliteit, gebeurtenissen die ingrijpen op de persoonlijke levenssfeer van onze inwoners. Cijfers Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn: indicator
bron
gemeente
2011
t/m sept 2012
politie (gebiedsscan)
2010
Meldingen voertuigcriminaliteit
Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem
2009
politie (gebiedsscan)
2008
Meldingen woninginbraak/ diefstal uit woning
2007
feitelijke waarde
24 69 40 98 302 108
30 56 28 70 206 68
29 79 47 97 275 47
47 97 71 93 227 100
33 40 33 19 53 20
31 60 29
Toelichting Veiligheidsmonitor op dit onderwerp Aalburg Aalburg heeft minder last van woninginbraken dan gemiddeld; verdubbeling ten opzichte van 2011. - Het aantal woninginbraken in Aalburg bedraagt in 2011 11,5 inbraken per 1000 inwoners. Dit is lager dat het gemiddelde van de kleine gemeente. Wel is, vergeleken met 2009, het aantal woninginbraken verdubbeld. - In Aalburg geeft 8,6% van de inwoners aan dat inbraak in woningen vaak voorkomt in de buurt. Dit is iets lager dan het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - Van de inwoners van Aalburg zegt 1,4% het afgelopen jaar te maken hebben gehad met inbraak of een poging tot inbraak. Dit ligt aanzienlijk onder het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - De mate waarin inwoners van Aalburg technische preventiemaatregelen nemen om criminaliteit te voorkomen, komt overeen met het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. Aalburg scoort wisselend op aspecten van voertuigcriminaliteit; toename voertuigcriminaliteit. - Van de inwoners van Aalburg geeft 4,3% aan dat fietsendiefstal vaak voorkomt in de buurt. Gemiddeld genomen ligt dit percentage op 3,3% in de kleine regiogemeenten. - Percentage inwoners Aalburg dat te maken heeft met beschadigen/vernieling auto’s komt overeen met percentage fietsendiefstal. Beschadiging/vernieling auto’s komt in Aalburg minder voor dat in andere kleine regiogemeenten. - Politiecijfers laten in de periode 2009-2001 een toename zien van zowel fietsen, als uit/vanaf motorvoertuigen. Diefstal van motorvoertuigen ligt iets onder het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. Werkendam Werkendam ervaart ten opzichte van 2009 een forse stijging omtrent woninginbraken. - Het aantal woninginbraken in Werkendam bedraagt in 2011 9,9 inbraken per 1000 woningen. Dit is iets lager dat het gemiddelde van de middelkleine regiogemeente. Wel vergeleken met 2009 is het aantal woninginbraken bijna verdubbeld. - Slechts 6,1% van de inwoners van Werkendam geeft aan dat woninginbraak vaak voorkomt in de buurt. Dit cijfer ligt iets onder het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. - Hoewel 4,3% van de inwoners van Werkendam aangeeft dat er een grote kans bestaat om zelf slachtoffer te worden van een inbraak, geeft slechts 2,4% aan in het afgelopen jaar daadwerkelijk slachtoffer te zijn geweest. Dit percentage ligt iets onder het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten.
44
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Inwoners van Werkendam ervaren relatief weinig overlast van voertuigcriminaliteit. - Politiecijfers van de periode 2009 – 2011 laten een lichte afname van het aantal diefstallen uit/vanaf motorvoertuigen zien. Het aantal diefstallen van brom-, snor- en fietsen is ongeveer gelijk gebleven. - Met 4,6% diefstallen uit/vanaf motorvoertuigen (per 1000 inwoners) en 2,4% fietsendiefstallen (per 1000 inwoners) liggen deze cijfers iets onder het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. - Slechts 2,9% van de inwoners van Werkendam geeft aan dat diefstal uit auto’s vaak voorkomt in de buurt. - Slechts 4,9% van de inwoners van Werkendam geven aan dat beschadigingen aan auto’s vaak voorkomt in de buurt. - Van de inwoners van Werkendam geeft 4,4% aan dat fietsendiefstal vaak voorkomt in de buurt. Woudrichem Woudrichem ervaart relatief weinig problemen omtrent woninginbraken. Het aantal woninginbraken in Woudrichem ligt met 10,8 per 1000 bewoners in 2011 onder het gemiddelde van de kleine regiogemeenten (14,7). Wel is sprake van een verdubbeling van het aantal woninginbraken sedert 2009. - Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen is laag en de verontrusting van bewoners hierover ligt op gemiddeld niveau. Fietsendiefstal is beperkt, maar de bewoners ervaren dit meer dan gemiddeld als probleem. - Feitelijke diefstal uit/vanaf motorvoertuigen (2,3) is het laagst van alle kleine gemeenten. - Met 1,9% ligt het aantal bewoners dat verontrust is over diefstal uit auto’s op het gemiddelde van de kleine gemeenten. - De beschadiging van auto’s (4,2%) komt volgens hen iets vaker voor dan gemiddeld (4,1%). - Volgens de politiecijfers komt fietsendiefstal (2,2) minder vaak voor dan gemiddeld in de kleine gemeenten (3,3). De bewoners daarentegen geven met 3,7% meer dan gemiddeld (3,3%) aan dat fietsendiefstal vaak voor komt in hun buurt. Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers en informatie kan het volgende geconcludeerd worden: - Het aantal woninginbraken is in de periode van 2007 tot 2010 gestegen. In 2011 is een afname waar te nemen, terwijl tot en met september 2012 weer een stijgende lijn te zien is. - Het aantal meldingen van voertuigcriminaliteit fluctueert in de loop der jaren. In 2011 is een extreme daling te zien in de drie gemeenten.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Minder woninginbraken en een daling van de voertuigcriminaliteit in 2011, dit blijft echter de aandacht houden.
- De politie surveilleert intensief. - Bij iedere woninginbraak start de politie een buurtonderzoek. En wordt een FTO-onderzoek gedaan (Forensisch Technische Ondersteuning - sporenonderzoek). - De politie verspreid brieven in de buurt van de inbraak. - In de huis-aan-huisbladen staan tips en publicaties om woninginbraken en voertuigcriminaliteit te voorkomen. - In de veiligheidsfolder is aandacht besteed aan dit onderwerp.
- Het versterken van de sociale cohesie in de buurt door het invoeren van bijvoorbeeld buurtpreventie. - Extra controles. - Integrale aanpak in verband met regionale problematiek. - Toepassen en voorlichting geven aan inwoners van bestaande woningen over het Keurmerk Veilig Wonen. - Het opleiden van vrijwilligers die bij inwoners de huizen controleren en hen attent maakt op mogelijke inbraakgevoeligheden. - Donkere-dagen-offensief. - Bewustwordingsacties bij inwoners organiseren met de politie over het nemen van preventieve maatregelen om woninginbraken en voertuigcriminaliteit te voorkomen.
45
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Prioriteit 3: Huiselijk geweld/ kindermishandeling Dit thema heeft betrekking op onveiligheid en geweld ‘binnenshuis’ ofwel in de relationele sfeer. Het gaat daarbij om geestelijk en/of fysiek geweld tussen partners, jegens kinderen binnen het gezin en/of jegens andere familieleden en huisgenoten. Cijfers Indicatoren met betrekking tot deze prioriteit zijn:
Opgelegde huisverboden
politie (SHG)
Meldingen bij het Steunpunt huiselijk geweld
Steunpunt huiselijk geweld
Voorlichting door Steunpunt huiselijk geweld
Steunpunt huiselijk geweld
2012 t/m sept.
politie (gebiedsscan)
2011
Aangiften huiselijk geweld
Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem
2010
politie (gebiedsscan)
feitelijke waarde 2009
Incidenten huiselijk geweld
gemeente en evt. aandachtsgebieden daarbinnen 2008
bron
2007
Indicator
20 70 34 7 31 19
29 70 21 11 37 7
29 66 31 7 12 10 1 1 0
29 85 36 6 17 10 0 2 0 14 44 21 0 1 0
26 76 40 6 19 9 1 3 0 23 51 21 1 1 0
30 58 34 5 22 9 2 2 3 23 38 19 0 0 0
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers kan het volgende geconcludeerd worden: - Het aantal incidenten van huiselijk geweld in Aalburg is nagenoeg hetzelfde gebleven de laatste jaren, in 2012 (t/m september) is een lichte toename te zien. In Werkendam is een lichte afname te zien vanaf 2010 . In Woudrichem is een licht stijgende lijn te zien in het aantal incidenten huiselijk geweld. - Verhoudingsgewijs is het aantal aangiften in de drie gemeenten laag ten opzichte van het aantal incidenten. In Aalburg zijn 6 aangiften gedaan, in Werkendam 19 en in Woudrichem zijn dat er 9. Het aantal incidenten is vier keer zo hoog ten opzichte van het aantal aangiften. - Het opleggen van een huisverbod is een ingrijpende bestuurlijke maatregel. Bij iedere aanhouding op basis van huiselijk geweld beoordeelt de politie of een huisverbod toegepast kan worden. Het opleggen van een huisverbod is een bestuurlijke manier om hulpverlening direct op gang te krijgen. In Aalburg is in 2011 één huisverbod opgelegd, in Werkendam 3 en in Woudrichem geen. Opvallend is dat in Woudrichem in 2012 (tot en met september) drie huisverboden opgelegd zijn. - Het aantal meldingen bij het Steunpunt huiselijk geweld vanuit Aalburg neemt toe. In Werkendam en Woudrichem blijft het aantal redelijk gelijk. - Het aantal voorlichtingen van het Steunpunt Huiselijk Geweld is minimaal. In 2011 is in Aalburg en Werkendam een voorlichting gegeven voor professionals, met als onderwerp ouderenmishandeling. In 2012 wordt in november een bijeenkomst belegd voor de gemeenten over de aanpak van ouderenmishandeling.
46
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Het aantal aangiften t.o.v. het aantal incidenten is te laag. Huiselijk geweld vindt nog veel plaats ‘achter gesloten deuren’ .
Op verschillende gebieden wordt aandacht gevraagd voor en voorlichting gegeven over het wel of niet doen van aangifte bij de politie.
- Meer voorlichting geven om huiselijk geweld uit de anonimiteit te halen. - Alle meldingen van huiselijk geweld moeten besproken worden in het Veiligheidshuis Breda. - Alle zaken van huiselijk geweld waar kinderen bij betrokken zijn moeten door het veiligheidshuis Breda doorgegeven worden aan het lokale CJG. - Melders van huiselijk geweld moeten nog beter geïnformeerd worden over het belang van een aangifte en de mogelijke vervolgstappen.
Voorlichting over huiselijk geweld is marginaal en richt zich met name op professionals en niet op de burger
- Publicaties in de huis-aan-huis bladen over huiselijk geweld. - Het Steunpunt huiselijk geweld zorgt ervoor dat er ieder jaar een voorlichting gegeven wordt.
- Meer voorlichting geven om huiselijk geweld uit de anonimiteit te halen - Meer publicaties in de huis-aan-huis bladen over huiselijk geweld. - Meer en betere samenwerking met betrokken partners i.c.m. ontwikkelingen op het gebied van huiselijk geweld.. - Begeleiden van het invoeren van de Meldcode. De Meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld, kindermishandeling, ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld.
47
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
Prioriteit 4: Verkeer en veiligheid
thema 4.1: verkeersveiligheid
Dit thema heeft betrekking op veiligheid voor verkeersdeelnemers, in relatie tot o.m. inrichting wegennet/infrastructuur, alcohol, te hard rijden alsmede op verkeersproblematiek in woongebied en rond scholen door hard rijden, parkeerproblematiek, e.d.
Via-statonline
Verkeersongevallen met letsel
Via-statonline
Verkeersongevallen materiële schade
Via-statonline
Totaal ongevallen met rijk als wegbeheerder
Via-statonline
Totaal ongevallen met Provincie als wegbeheerder
Via-statonline
Totaal ongevallen met gemeente als wegbeheerder
Via-statonline
Totaal aantal parkeerbekeuringen
BOA
2011
Verkeersongevallen met ernstig letsel
Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem Aalburg Werkendam Woudrichem
2010
Via-statonline
feitelijke waarde 2009
Totaal aantal ongevallen
gemeente en evt. aandachtsgebieden daarbinnen
2008
bron
2007
Indicator
65 194 66 9 22 7 16 49 14 49 145 52 0 101 0 6 5 17 59 88 48
56 177 55 7 16 8 14 35 20 42 142 35 0 84 0 9 3 13 47 90 42
22 111 44 4 14 2 8 31 10 14 80 34 0 62 0 3 1 14 19 48 30 69 285 146
41 191 67 3 4 2 5 12 8 36 179 59 0 101 0 6 3 12 35 87 55 107 164 159
34 147 30 0 6 2 1 13 4 33 134 30 0 101 0 4 3 7 30 87 27 91 232 31
Veiligheidsmonitor Aalburg De verkeersoverlast in Aalburg is groter dan in andere kleine gemeenten, wel minder verkeersongevallen. - Met 5,7 verkeersongevallen (per 1000 inwoners) is het aantal verkeersongevallen laag vergeleken met het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - Met 0,4 incidenten van agressief en onveilig rijgedrag (per 1000 inwoners) scoort Aalburg boven het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - Van de kleine gemeenten komt rijden onder invloed het vaakst voor in Aalburg en ook parkeerproblemen en verkeersstremmingen komen vaker voor dat gemiddeld. - Inwoners van Aalburg hebben meer overlast van het verkeer dan in de andere kleine gemeenten. Belangrijkste irritatiepunt is te hard rijden. - Eén op de vijf inwoners hebben te maken met parkeeroverlast en ruim 10% met agressief en onveilig rijden en/of geluidsoverlast door verkeer. Werkendam Werkendam ervaart relatief veel verkeersoverlast - Werkendam ervaart relatief veel overlast van agressief en onveilig rijgedrag, parkeerproblemen en verkeersstremmingen.
48
Uitvoeringsplan Veiligheidsplan 2013
- Met 6 verkeersongevallen (per 1000 inwoners) komt het aantal verkeersongevallen in Werkendam overeen met het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. - Op het aantal incidenten van agressief en onveilig rijgedrag scoort Werkendam met 0,7 incidenten (per 1000 inwoners) iets hoger dan het gemiddelde van de middelkleine regiogemeente. - Werkendam heeft relatief veel verkeersoverlast van personen die onder invloed rijden. Met 3 incidenten (per 1000 inwoners) ligt dat aantal iets boven het gemiddelde van de middelkleine regiogemeenten. - 32% van de inwoners van Werkendam geeft aan dat te hard rijden vaak voorkomt in de buurt. - 19% van de inwoners geeft aan vaak hinder te ervaren van parkeeroverlast in de buurt. - 10% van de inwoners geeft aan dat geluidsoverlast door het verkeer vaak voorkomt in de buurt. Woudrichem Woudrichem ervaart relatief weinig verkeersoverlast - Met 5,7 verkeersongevallen (per 1000 inwoners) is het aantal verkeersincidenten lager dan gemiddeld in de kleine regiogemeenten (6,7). - Met 0,2 incidenten van agressief en onveilig rijgedrag (per 1000 inwoners) scoort Woudrichem onder het gemiddelde van de kleine regiogemeenten. - De schaalscore verkeersoverlast scoort in Woudrichem iets hoger dan gemiddeld voor de kleine regiogemeenten. Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers en informatie kan het volgende geconcludeerd worden: - Het aantal ongevallen is afgenomen in 2011 (dit komt mede door de grote investering van maatregelen op de infrastructuur). - Het totaal aantal parkeerbekeuringen die de BOA uitschrijft is in Aalburg en Woudrichem afgenomen, In Werkendam is het aantal toegenomen.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Het aantal ongevallen is in de drie gemeenten gedaald, dit blijft echter de aandacht houden.
- Investering van maatregelen op de infrastructuur. - Daar waar nodig worden verkeersremmende maatregelen getroffen.
- Acties gericht op het verhogen van de verkeersveiligheid, zoals: Brom Effe Normaal, Brabants Verkeersveiligheids-label, Totally Traffic en Modder op de Weg. - Bewustwordingsacties.
49