Uitvoeringsagenda Economische Strategie Zuidvleugel - Analyse - concept -
Zuidvleugel Den Haag, 7 september 2011
Inhoudsopgave
Blz.
Leeswijzer 1
Hoofdstuk 1 Voorbereidend traject 1.1 1.2 1.3
Zuidvleugel, de topregio van Nederland Het juiste schaalniveau Traject uitvoeringsagenda
Hoofdstuk 2 Thema’s en accenten 2.2 2.3
2 2 4 6
8
Thema’s Accenten
9 11
Bijlage 1
Rol van de Regio
13
Bijlage 2
Sectorale uitwerkingen
15
Leeswijzer
Als onderdeel van het traject om het Uitvoeringsprogramma Economische Strategie Zuidvleugel op te stellen hebben de Zuidvleugelpartners onder begeleiding van Buck Consultants International in de afgelopen maanden gewerkt aan een analyse van de economische structuur van de Zuidvleugel. Als input voor dit traject zijn ten eerste de analyses van de Zuidvleugelpartners gebruikt. Voor alle verschillende sectoren die de Zuidvleugel rijk is zijn ambtelijke werkgroepen gevormd onder leiding van een bestuurder uit de Zuidvleugel. Aan de hand van gesprekken met stakeholders en partners en integratie van lopende initiatieven en geformuleerde ambities hebben alle werkgroepen een bondig overzicht opgesteld van de stand van zaken binnen hun sector. Daarnaast is gebruik gemaakt van het advies “Zuidvleugel, de topregio van Nederland” dat is opgesteld door Roland Berger en van diverse andere relevante informatiebronnen zoals het OECD, CBS en de adviezen voor de topteams. Het resultaat van dit breed gedragen traject ligt hier voor u. In dit analysedocument wordt de achtergrond geschetst van de keuzes die ten grondslag liggen aan de sectoren en thema’s waarop de Zuidvleugel zich de komende jaren wil gaan richten. Ook zijn de overzichten van de verschillende sectoren opgenomen in de bijlagen. Dit document vormt een basis voor het adviesdocument voor het Economische Strategie Zuidvleugel. Hierin wordt uit het brede scala aan initiatieven die in dit document worden geschetst geprioriteerd en voorgesorteerd voor de komende vier jaar.
1
Hoofdstuk 1
1.1
Voorbereidend traject
Zuidvleugel, de topregio van Nederland
In 2010 heeft het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel een diepgravend onderzoek laten verrichten door het bureau Roland Berger Strategy Consultants naar de economische positie van de Zuidvleugel. Begin 2011 is het rapport “Zuidvleugel, de topregio van Nederland” afgerond met daarin een advies over de nieuwe economische agenda voor de Zuidvleugel van 2010 to 2020. In dit rapport worden negen kansrijke stuwende sectoren benoemd die de motoren zijn achter het economisch succes van de regio en in 2020 naar schatting € 21 miljard bijdragen aan het Bruto Regionaal Product (BRP). Als de gevolgen voor verzorgende sectoren ook worden meegenomen is het totale effect zelfs € 30 – 35 miljard. In figuur 1.1 zijn deze sectoren en de bijdrage aan het BRP weergegeven.
Figuur 1.1 Topsectoren Zuidvleugel
Bron: Roland Berger (2010)
2
Het realiseren van die perspectieven gaat echter niet vanzelf. Uit het advies van Berger blijkt dat de Zuidvleugel de komende jaren voor grote maatschappelijke uitdagingen staat en dat regionale kenmerken als duurzaamheid, innovatievermogen, flexibiliteit en een onderscheidend internationaal profiel steeds belangrijker worden voor het economisch succes van regio’s. Ook spelen er interne uitdagingen zoals beperkte (fysieke) ruimte voor groei in enkele sectoren, het aanbod (en met name kwaliteit van het aanbod op de arbeidsmarkt) en de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Bovendien kan in vele opzichten de regionale samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen worden verbeterd. Als de kansen niet worden benut en de uitdagingen niet geadresseerd, is er zelfs een risico op achterblijven van het economisch resultaat en in het uiterste geval teruggang. Om de brede en sterk verbonden economie in de Zuidvleugel optimaal te ondersteunen is dus effectief economisch beleid nodig. Dit beleid moet zich richten op drie pijlers: 1 2 3
Versterken van het economisch fundament Versterken van de bewezen sleutelsectoren Versterken van de kruisbestuiving tussen sectoren
Deze strategische pijlers zijn vervolgens met behulp van regionale stakeholders en bestaande onderzoeken uitgewerkt in tien aanbevelingen waarbij de nadruk ligt op de samenwerking in de Zuidvleugel. Deze samenwerking kan afhankelijk van de aanbevelingen de volgende vormen hebben: • • •
Structureel, als het bijvoorbeeld gaat om internationale positionering, samenwerking met opkomende economieën en een stimuleringsfonds voor innovatie en kennisvalorisatie. Tijdelijk en initiërend, onder andere bij aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, incubators en demonstratieprogramma’s. Ad-hoc, bij bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, bereikbaarheid, vergunningen, valorisatieprofessoren.
In bestuurlijke overleggen in de afgelopen maanden is benadrukt dat ‘de inhoud’ bepalend moet zijn voor het opzetten van uitvoeringsstructuren. Gezien de vele partners die al actief zijn in de diverse sectoren, is het namelijk belangrijk de juiste dingen te doen op het juiste schaalniveau. Vaak is dat het gemeentelijk niveau (haven, universiteit, cluster bedrijven), maar voor innovatie, onderwijs/arbeidsmarkt en economische structuurversterking is juist het schaalniveau van de regio van belang. Juist op regionale schaal kan namelijk voldoende draagvlak voor programma’s en projecten (zoals voldoende bedrijven, kennisinstellingen en financiële middelen) gevonden worden. In paragraaf 1.2. wordt hier verder op ingegaan.
Conclusies economisch potentieel De Zuidvleugel beschikt over veel economisch potentieel. De regio is sterk vertegenwoordigd in de topsectoren die het Rijk in haar bedrijvenbeleid onderscheidt. De Zuidvleugel is bijna in alle topsectoren een van de koploperregio’s in Nederland. Over de volle breedte van de topsectoren scoort de Zuidvleugel beter dan bijvoorbeeld de Noordvleugel van de Randstad. Maar om dit potentieel volledig te benutten is dus actie en inzet nodig. Dit potentieel
3
wordt ook onderschreven in het nieuwe bedrijvenbeleid van het ministerie van EL&I, de adviezen van de topteams voor de topsectoren en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Met de Mainport Rotterdam, de Greenports en Den Haag als stad van Vrede en Veiligheid als belangrijke pijlers is de Zuidvleugel een van de belangrijkste regio voor de huidige en toekomstige economische ontwikkeling van Nederland.
1.2
Het juiste schaalniveau
Een succesvolle economie in de Zuidvleugel vraagt dus om gerichte inspanningen op meerdere schaalniveaus. Bij bedrijven en instellingen in gemeenten (bijvoorbeeld het Havenbedrijf), in de regio (de Zuidvleugel of delen daarvan), in een landsdeel (zoals de Randstad, of Zuidwest-Nederland) of het Rijk. Afhankelijk van het thema, de doelstelling en de sector verschillen de rollen per schaalniveau. De regio vervult hierbij een belangrijke schakelende rol. Niet om als Zuidvleugel steeds het intiatief te nemen of de uitvoering van projecten op te pakken, maar juist om de verbanden te leggen tussen de kwaliteiten van de verschillende deelgebieden. Dit blijkt ook uit studies van onder andere de OECD, diverse wetenschappers en BCI. In Bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de rol van de regio bij innovatie en duurzame economische structuurversterking. De drie belangrijkste conclusies uit deze rapporten zijn: 1 2 3
De regio is een belangrijk schaalniveau voor het stimuleren van innovatie en het innovatiesysteem. De prioriteit in economisch beleid moet liggen bij het uitbouwen van bestaande voordelen/clusters. Afhankelijk van het ontwikkelingsstadium van een cluster verandert de rol van de regio.
Invulling Zuidvleugel Met het kiezen voor de topsectoren heeft de Zuidvleugel een duidelijke keuze gemaakt voor het stimuleren van bestaande sterke clusters. Aanvullend aan de selectie van negen sectoren is de biobased economy toegevoegd. Biobased economy raakt vele van de topsectoren in de Zuidvleugel die door Roland Berger onderscheiden zijn. Dat is de reden dat de Zuidvleugel, net zoals het Rijk, biobased als een belangrijke cross over aan de lijst met topsectoren heeft toegevoegd. Vanuit praktische overwegingen is daarnaast de sector energie en chemie in tweeën gesplitst. Beide sectoren hebben in de Zuidvleugel een substantiële omvang en zijn afzonderlijk groter dan diverse andere sectoren. Daarnaast is aan de sector pensioenen en verzekeringen ook hoofdkantoren toegevoegd. De activiteit hoofdkantoren heeft een duidelijke toegevoegde waarde voor het economisch klimaat. De Zuidvleugel heeft hier met Den Haag een sterke positie in, zoals ook benoemd in het advies van het Topteam Hoofdkantoren.
4
In tabel 1.1 is voor de sectoren in de Zuidvleugel weergegeven wie welke rol heeft: oftewel wat kan het best op welk schaalniveau worden opgepakt. Tabel 1.1
Rollen op het juiste schaalniveau Bedrijven/ instellingen
Sectoren
Gemeenten/ Havenbedrijf
Regio
Landsdeel
Rijk
Chemie Energie Biobased Clean Tech Delta/maritiem Greenports Life Sciences ICT & Telecom Transport & Logistiek Veiligheid (Int.) kantoren (pensioenen & verzekeringen) Legenda Leidend: het uitzetten van de lijnen en bepalend bij de uitvoering Initiërend: het ontwikkelen van netwerken op gang brengen Faciliterend: initiatieven van derden met middelen ondersteunen Participerend: als partner deelnemend in overleggen/voor afstemming
Bedrijven en kennisinstellingen hebben een leidende rol in de meeste sectoren omdat economische structuurversterking moet inspelen op vragen vanuit de markt. De meeste van deze sectoren zijn dusdanig ontwikkeld dat er sprake is van een sterke mate van intern organiserend vermogen en voldoende focus en massa om richting te geven aan inspanningen. Dit geldt voor Chemie, Energie, Delta/Maritiem, Transport & Logistiek, Greenports en Life Sciences. De ‘massa’ van bedrijven en instellingen is voldoende groot dat de sector zelf de leidende rol kan vervullen. In de andere sectoren participeren de bedrijven vanzelfsprekend bij initiatieven die in eerste instantie aangezwengeld worden door overheden en instellingen.
5
Gemeenten en semipublieke instellingen zijn derhalve de leidende partij bij clusters waarvoor de netwerken nog ontwikkeld moeten worden, zoals bijvoorbeeld Clean Tech (Rotterdam/Havenbedrijf) en Veiligheid en Pensioenen en Verzekeringen (Den Haag) In alle andere sectoren vervullen de gemeenten een ondersteunende en faciliterende rol. De regio (Zuidvleugel, of deelgebieden) heeft in alle sectoren een faciliterende rol en zal met inzet, middelen en regelgeving de activiteiten versterken. Daarnaast zijn er drie sectoren waarbij de regio initiërend aan de slag moet, maar daarna de trekkende rol uiteindelijk bij derden neerlegt. In deze sectoren is er een duidelijke meerwaarde te behalen door op het regionale schaalniveau in de eerste stappen tot een triple helix samenwerking te zetten. Hierbij gaat het om de clusters Biobased, logistiek, ICT & Telecom, Delta en Maritiem. Duidelijk is dat de initiatieven rond biobased zijn ingegeven door de vele raakvlakken tussen sectoren. Voor logistiek geldt dat de regio in de voorwaardenscheppende sfeer (ruimte, bereikbaarheid, haven/achterland) een belangrijke rol vervult. Voor IT geldt dat deze sector nog nadrukkelijker bij de innovaties in andere sectoren betrokken kan worden. Delta en Maritiem is een voorbeeld van een sector waar van bedrijven en instellingen die over de hele Zuidvleugel verspreid zijn beter benut kunnen worden in programma’s en projecten en waarbij nu lopende initiatieven tot samenwerking ondersteund moeten worden. Het Landsdeel speelt een participerende of afstemmende rol bij Chemie, Energie, Biobased, Clean Tech en Logistiek. Hierbij gaat het met name om de ontwikkelingen binnen Deltri verband en de ambitie om met Zuidwest Nederland en met delen van Vlaanderen uit te groeien tot de logistieke draaischijf van Europa en de nummer één biobased regio te worden van Europa. Het Rijk speelt tenslotte op alle niveaus een belangrijke faciliterende rol door de inzet van generiek beleid, financiële middelen en regelgeving.
1.3
Traject uitvoeringsagenda
De Uitvoeringsagenda vormt een verdiepingsslag van het advies van Roland Berger. De speerpuntsectoren staan centraal en vormen de basis voor de thema’s waarop het economische beleid zich de komende jaren gaat richten, de accenten die daarbinnen de nodig zijn en de concrete projecten om de ambities te bereiken. In figuur 1.2 is deze verdiepingsslag schematisch weergegeven.
6
Figuur 1.2 Verdiepingsslag Uitvoeringsagenda
Sectoren
• De 11 sectoren staan centraal -
Thema`s
Accenten
Projecten
• Harde groeikernen • Perspectiefvolle thema`s
• Hoe loopt het nu? • Wat voort zetten? • Zuidvleugelniveau?
• Concrete projecten voor de komende 4 jaar
In Hoofdstuk 2 van deze analyse wordt de verdiepingsslag verder uitgewerkt. Daar komen de crosssectorale verbanden aan bod en wordt ingegaan op de prioriteiten die door de sectoren zijn gesteld. Daarnaast wordt ingegaan op de thema’s en de accenten.
7
Hoofdstuk 2
Thema’s en accenten
In dit hoofdstuk staan de thema’s en accenten van het beleid centraal. Zoals al eerder genoemd hebben Zuidvleugelpartners de ontwikkelingskansen en samenwerkingsmogelijkheden zelf in beeld gebracht. Men is ingegaan op wat de stand van zaken is in de sectoren, wat zijn belangrijke ontwikkelingen en trends, waar liggen kansen voor versterkingen, wat wordt er al gedaan en waar liggen aanknopingspunten voor maatregelen/acties op het schaalniveau van de Zuidvleugel. De volledige resultaten hiervan zijn opgenomen in de bijlage 2. Centraal hierbij staat hoe de triple helix in de Zuidvleugel betrokken is bij het benutten van kansen en het oplossen van knelpunten in de sectoren. In dit hoofdstuk komt eerst de samenhang tussen de verschillende sectoren aan bod en de gevolgen daarvan voor het beleid. Vervolgens gaan paragraaf 2.2 en 2.3 in op de thema’s binnen het Uitvoeringsprogramma en de accenten daarbij.
2.1 Zuidvleugeleconomie als integraal geheel Cross-overs Behalve dat de 11 sectoren afzonderlijk een grote impact hebben op de economie in de Zuidvleugel is het geheel van de sectoren meer dan de som der delen. Tussen sectoren bestaan cross-over relaties die versterkend werken op de afzonderlijke sectoren en op de economie als geheel. Hierbij zijn drie soorten relaties te onderscheiden: • •
•
Productinnovatie: hierbij maakt de expertise en know-how van de ene sector nieuwe applicaties en toepassingen in de andere sector mogelijk. Efficiencyverbeteringen: door samenwerking ontstaan schaal- en/of transactievoordelen die voor beide partijen meer efficiency opleveren. Dit is een specifieke vorm van productinnovatie. Markttoetreding: de omvang, massa en het netwerk van de ene sector stelt de andere sector in staat om een proeftuin, demosite of living lab voor nieuwe applicaties te vinden.
Deze relaties zijn van belang voor het Uitvoeringprogramma omdat ze de effectiviteit van economisch beleid kunnen vergroten en een belangrijk motief zijn voor samenwerking.
8
Meerdere sectoren produceren fysieke producten variërend van halffabricaten tot eindproducten. Het sterke van de Zuidvleugel is dat het over een groot aantal clusters/sectoren met waardeketens met producten die op de mondiale markten worden afgezet, dit in tegenstelling tot veel andere regio’s in Nederland. Binnen de Zuidvleugel bestaan bovendien meerdere bestaande en potentiële cross-overs tussen sectoren. Ook de sectoren Biobased en Clean Tech hebben veel cross-overs. Dit is ook niet meer dan logisch, aangezien deze sectoren know-how uit meerdere technologieën combineren. Een andere belangrijke rol van sectoren is toelevering aan andere economische activiteiten. Naast de directe relaties, zoals de sector Transport & Logistiek die logistieke wensen van andere sectoren afhandelt, vormt toelevering de basis voor het business service network van de Zuidvleugel en daarmee het vestigingsklimaat. Een business service network van topniveau stelt andere bedrijven en topsectoren in staat om beter te concurreren. Dit is bovenop de bijdrage die deze sectoren leveren aan de economie van de Zuidvleugel in termen van werkgelegenheid en omzet. Belangrijke sectoren in dit verband in de Zuidvleugel zijn Transport & Logistiek en ICT & Telecom. Zonder die sectoren kunnen de andere sectoren niet optimaal functioneren. Ook het veiligheidscluster ondersteunt niet alleen het Vredecluster in Den Haag, maar biedt ook kansen voor beveiliging van cruciale industriecomplexen. De sector Pensioenen en Verzekeringen in de Zuidvleugel beschikt over waardevolle expertise en kan naast advies en producten ook een rol spelen in kennis over financiering. De hoofdkantoren in de Zuidvleugel zouden in principe verder tot ontwikkeling kunnen komen in alle van de overige genoemde sectoren, want in die 10 sectoren heeft de Zuidvleugel een onderscheidend vermogen.
2.2
Thema’s
Economische structuurversterking van sectoren en clusters wordt in de Zuidvleugel opgepakt langs zes lijnen: • • • • • •
Fysiek Onderwijs/arbeidsmarkt Kennisvalorisatie Promotie & Acquisitie Regelgeving Uitvoering/organisatie
Uit de actieprogramma’s van de verschillende sectoren blijkt dat in alle sectoren meerdere invalshoeken zijn om die sectoren te vernieuwen en te versterken. In de Economische Uitvoeringsagenda maken we derhalve het onderscheid in de volgende invalshoeken of beleidsthema’s:
9
•
Fysiek − Bereikbaarheid. − Voldoende ruimte voor bedrijven. − Specifieke vestigingslocaties (bijv. campussen) of gebouwen (incubators, labruimte).
•
Onderwijs/Arbeidsmarkt − Opvangen van dreigende tekorten op de arbeidsmarkt vanwege vergrijzing en/of te weinig technisch personeel. − Het beter laten aansluiten van opleidingen op de vraag vanuit het bedrijfsleven. − Concrete initiatieven vanuit bedrijven om zelf een deel van de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor een deel van de opleidingen. − aansluiting op bestaande programma’s in de regio ter bevordering van betere aansluiting op de arbeidsmarkt en creëren van werkgelegenheid zoals het nationaal programma Kwaliteitssprong Zuid en het programma Economie en arbeidsmarkt in Rotterdam.
•
Kennisvalorisatie en financiering van innovatie − Meerjarige programma’s vanuit de sectoren (door bedrijven en kennisinstellingen vastgesteld) waarvoor financiering moet plaatsvinden uit eigen middelen en van het Rijk en de EU. Het gaat om fundamenteel en industrieel onderzoek. − Het valoriseren van aanwezige kennis van universiteiten, hogescholen, kennisinstellingen en grote bedrijven door spin offs vanuit die organisaties te stimuleren, maar ook door MKB bedrijven te ondersteunen in hun innovaties. Hierbij gaat het om kennis, faciliteiten van de grote instellingen onder voorwaarden beschikbaar te stellen voor het bedrijfsleven (shared facilities, open innovatie benadering). Hierdoor gaat fundamenteel onderzoek hand in hand met toegepast onderzoek door bedrijven. − Financiering van innovatieprojecten in bedrijven door het beschikbaar stellen van investeringsfondsen waarin overheden en de private sector participeren. (Een voorbeeld van een dergelijk fonds is het ICF II innovatiefonds waarin de gemeente Rotterdam en de TU Delft samen met private partijen participeren in een fonds voor Clean Tech start-ups.)
•
Positionering, promotie en acquisitie − In sommige sectoren is het nog nodig om de internationale kansen beter zichtbaar maken en te benutten (positionering). − Voor Promotie en Acquisitie geldt dat de inzet van verschillende organisaties (o.a. Science Port, Havenbedrijf Rotterdam, WFIA, RIA, NFIA, etc.) beter op elkaar afgestemd moet worden.
•
Regelgeving − Hierbij gaat het in veel sectoren om het creëren van een Europees Level Playing Field. − Maar ook de nadrukkelijke wens van het huidige kabinet om de regelgeving te vereenvoudigen speelt in diverse sectoren. − Gemeenten en provincies hebben uiteraard ook een rol bij de inpassing van nieuwe economische ontwikkelingen onder andere via de Omgevingsvergunningen en het ruimtelijke beleid. 10
•
Organisatie en Uitvoering − In dit Uitvoeringsprogramma zal worden aangegeven wat de rol van de Zuidvleugelpartners is ten opzichte van andere organisaties en samenwerkingsverbanden in de Zuidvleugel en wat van het Rijk wordt verwacht. − Voor enkele sectoren is aangegeven dat in de komende jaren geïnvesteerd moet worden in een (lichte) Triple Helix structuur om innovatie en duurzame economische ontwikkeling te kunnen stimuleren.
2.3
Accenten
Gebaseerd op paragraaf 2.2 en de actieprogramma’s per sector in de bijlage kunnen accenten per sector gelegd worden. In tabel 2.1 zijn de sectoren en lijnen tegen elkaar afgezet en voorzien van beleidsmatige accenten. Hierbij is bij de invulling van beleid aangesloten bij het juiste schaalniveau van handelen (zie paragraaf 1.2). De rol van samenwerking in de Zuidvleugel ligt op het faciliteren van initiatieven (van derden), maar in enkele sectoren is een actievere rol van de Zuidvleugel gewenst. Het gaat dan bijv. om als actieve partner mee te werken (investeren) in door derden op te zetten projecten en programma’s voor kennisvalorisatie, het beter afstemmen van promotie en acquisitie. In een aantal gevallen zal vanuit de Zuidvleugel ook een rol worden gespeeld in het versterken van de uitvoeringsstructuren, of omdat de clustersamenwerking nog van de grond moet komen, of omdat de uitvoeringsstructuur een groot deel van de Zuidvleugel beslaat.
Tabel 2.1
De sectoren en de beleidsmatige accenten vanuit de Zuidvleugel
Sectoren • • • • • • • • • • •
Chemie Energie Biobased Clean Tech Delta/maritiem Greenports Life Sciences ICT & Telecom Transport & Logistiek Veiligheid (Int.) kantoren (pensioenen & verzekeringen)
Fysiek + + + 0 + ++ + 0 ++ 0 0
Onderwijs/ arbeidsmarkt + 0 + + ++ + + + + 0 0
Kennisvalorisatie + + ++ ++ + + ++ ++ ++ ++ 0
Promotie & Acquisitie 0 0 + 0 ++ 0 ++ 0 + + ++
Regelgeving 0(+) 0(+) 0 0 0 + 0 0 + 0 0
Uitvoering/ organisatie 0 0 ++ ++ ++ 0 ++ ++ 0 ++ 0
Legenda ++ Uitdagingen/kansen vragen om gericht en direct ingrijpen + Thema vraagt om structurele aandacht 0 Geen acute ingrepen nodig, maar no-regret maatregelen om toekomstige problemen te ondervangen
Uit de tabel is een aantal conclusies te trekken.
11
•
•
•
•
•
•
Fysiek beleid speelt het meest bij de sectoren Greenports en Transport & Logistiek. Met name bereikbaarheidsproblematiek is voor deze sectoren actueel. Voor een aantal andere sectoren is aandacht voor werklocaties of woon-werkomgeving blijvend nodig. Aandacht voor Onderwijs/arbeidsmarkt is het meest acuut bij Delta/Maritiem. Hier vergrijst de beroepsbevolking het snelst en is er nu al niet genoeg nieuwe aanwas om de uitstroom te compenseren. Bovendien is dit het cluster waar de vraag naar technisch personeel het grootst is. Spreiding van aanbod van opleidingen over de regio is van groot belang en ook dat grote bedrijven gestimuleerd worden hun eigen bedrijfsscholen weer nieuw leven inblazen. Verder speelt dit thema ook bij veel andere sectoren. Kennisvalorisatie is over vrijwel de hele linie van groot belang. In vrijwel alle sectoren is blijvende innovatie en het omzetten van kennis en kunde in kassa nodig om de concurrentiepositie te behouden, uit te bouwen of te verbeteren. Er is in de Uitvoeringsagenda voor gekozen om bestaande initiatieven en organisaties te versterken en niet het wiel opnieuw uit te vinden. Promotie & Acquisitie is voor drie sectoren een actueel thema. Life Sciences, Delta/Maritiem en Pensioenen en Verzekeringen (hoofdkantoren) hebben een relatief groot deel van hun (potentiële) klantenbestand in het buitenland en zijn sterk gebaat bij structurele aandacht voor een kansrijke propositie, terwijl dat nu nog onvoldoende van de grond is gekomen (in tegenstelling tot sectoren zoals chemie, greenports, etc.). Regelgeving is een thema dat vooral op nationaal en Europees niveau speelt, maar wel van belang zijn voor het level playing field om nieuw producten op de markt te kunnen brengen of gebruik te kunnen maken van bepaalde grondstoffen. Op het schaalniveau van de Zuidvleugel gaat het vooral om de invulling van de omgevingsvergunningen. Uitvoering/organisatie is in 6 van de elf sectoren een belangrijk thema, waarbij de Zuidvleugelpartners een prominente rol hebben. Deze sectoren zijn gebaat bij een versterking van de samenwerking en een gezamenlijke aanpak van knelpunten en uitdagingen.
12
Bijlage 1
Rol van de Regio
Rol van de regio In de OECD studie “Regional Innovation Policy” wordt, aanvullend op het belang van steden in economische ontwikkeling, de rol van de regio belicht. De regio is een steeds belangrijkere actor in innovatiebeleid geworden. Dit heeft een aantal uitwerkingen: •
• •
Regio’s zijn het schaalniveau waarop economieën en innovatiesystemen geïntegreerd zijn. Binnen landen kunnen diverse regio’s met eigen innovatiesystemen bestaan die lek een eigen aanpak vragen. Regio’s kunnen door invloed uit te oefenen op de institutionele context, het regionale innovatiesysteem en strategische keuzes direct ingrijpen op de ontwikkelingen. Regio’s moeten in staat gesteld worden veranderingen te initiëren en begeleiden
Daarbij zijn er volgends de OECD een aantal aanbevelingen die regio’s kunnen volgen om het beleid de maximale impact te geven zoals een visie en strategische roadmap om innovatie te stimuleren, een maatregelenpakket gebaseerd op beschikbare middelen en gericht op meerdere sectoren en een grote mate van betrokkenheid van overheden. De prioriteit moet liggen bij het uitbouwen van huidige voordelen en/of clusters. Deze voordelen kunnen zijn: 1 2 3
gebaseerd op wetenschappelijke excellentie gebaseerd op technologische excellentie gebaseerd op een mix van wetenschappelijke en technologische excellentie
In 2009 heeft Buck Consultants ook onderzoek gedaan naar de rol van regionale overheden bij clusterprogramma’s. Hieruit bleek dat afhankelijk van de levensfase van een cluster en afhankelijk van het thema waarop beleid wordt ontwikkeld, regio’s verschillende mogelijkheden en rollen hebben. In figuur 2.1 is een matrix van deze rollen opgenomen.
13
Figuur 2.1 Dominante rollen van overheden in verschillende fasen van clusterprogramma’s
Bron: BCI, 2009
Tenslotte stelt ook een recente Amerikaanse studie (Muro & Katz, 2010), een aantal principes centraal voor clusterbeleidsmakers op alle niveaus: • • •
•
Probeer geen clusters uit niets te creëren, stimuleer alleen bestaande clusters. Dit betekent namelijk dat er markt is voor deze concentratie van bedrijvigheid. Focus initiatieven op clusters waar aantoonbaar sprake is van een suboptimale situatie (bijvoorbeeld qua arbeidsmarkt, instituties, input, etc.). De private sector is leidend, de publieke sector moet een faciliterende en verbindende rol spelen, obstructies wegnemen en de beschikbaarheid van publieke en semi-publieke goederen (onderwijs, infrastructuur, vergunningen) garanderen. Maximeer de impact door gefragmenteerde inspanningen van uit één overheidslaag en tussen meerdere overheidslagen op een lijn te brengen.
14
Bijlage 2
2.1
Sectorale uitwerkingen
Chemie
Perspectieven In de Havenvisie 2030 staat te lezen dat Rotterdam zich samen met Antwerpen, Moerdijk, Terneuzen en Vlissingen wil positioneren als Europa’s meest vitale chemische cluster. In de Havenvisie staan de ambities m.b.t. de verdere ontwikkeling van het petrochemische complex weergegeven onder de noemer Europe’s Industrial Cluster. De Nederlands-Vlaamse Delta, zeg maar het gebied tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen, is in 2030 verworden tot het 'Houston van Europa.' Het gebied rond Houston, aan de Golf van Mexico in het uiterste zuiden van de staat Texas, geldt als een absolute reus in de wereld van de petrochemische industrie. Een immens gebied van olieraffinaderijen, pijpleidingen en chemische complexen. De Mainport Rotterdam is vanwege haar grote diepgang bij uitstek geschikt voor het zonder tijdsverlies als gevolg van tij-werking ontvangen van grote zeeschepen en dus voor het accommoderen van grote ladingstromen. Mainport Rotterdam biedt mogelijkheden tot clustering en co-siting en een multimodale verbinding tussen de Europese en wereldmarkt. Ligging, schaalgrootte, organisatie, kennis en kunde maken het HIC tot een interessante vestigingslocatie voor transport, energie en de (petro-) chemische industrie. De Topcommissie Chemie stelt onlangs richting het Rijk dat de chemiesector in Nederland, met een sterke concentratie in Rijnmond, tot de wereldtop hoort, niet alleen vanwege de aanwezige multinationals, maar ook vanwege het onderzoek aan universiteiten en innovatie MKB bedrijven die in niches van de keten actief zijn. De Topcommissie stelt dat er twee lange termijn ambities zijn: Nederland als koploper van de groene chemie en Nederland behoort tot de top drie op het gebied van slimme materialen.(lichter, duurzamer, beter reagerend op omgeving) Om dat te bereiken heeft de topcommissie vier actiepakketten voorgesteld: ondernemerschap en innovatie; onderwijs/arbeidsmarkt; interactie kennisinstellingen en bedrijven; randvoorwaarden onder meer gericht op level playing field en regelgeving. Binnen dat krachtenveld van ambities en investeringen van de Rotterdamse haven en programma’s en acties die vanuit de chemie sector worden ontwikkeld (op nationaal en Europees niveau) is de ondersteunende rol van de partners in de Zuidvleugel afgebakend.
15
Partners Thema (Petro)chemie Biobased economy
Partners Havenbedrijf Rotterdam, petrochemische sector, gemeente Rotterdam, cross over met Energie, universiteiten en hogescholen Havenbedrijf, chemiesector, bedrijven uit andere kansrijke biobased domeinen, universiteiten
Programmalijnen •
•
•
•
•
Innovatie en valorisatie − Inzet op katalyse-onderzoek, bioprocestechnologie en andere kansrijke technologieen (optimalisatie van bestaande installaties, onder andere via bedrijven uit de sector clean tech). Daarnaast door middel van Plant One en spin-offs rond de TU en andere instellingen de aanwezige kennis in de regio omzetten in toegevoegde waarde voor de bedrijvigheid in de regio. Onderwijs&Arbeidsmarkt − Bestaande en lopende initiatieven vanuit de sector (VNCI) en de haven (Deltalinqs) blijven ondersteunen om kennisinstellingen van MBO tot en met universiteiten goed aan te laten sluiten op de vragen vanuit de bedrijven. Ook in deze sector is een tekort aan vakbekwaam personeel, dat nog eens extra urgent is vanwege de vergrijzing van het huidige personeel. Verbindende infrastructuur − Voor de concurrentiepositie van de chemische sector en de duurzaamheid van processen en aanwezigheid in de regio is het van belang om te investeren in verbindende infrastructuur. Internationale samenwerking − Verkennen van de mogelijkheden van samenwerking in Europese programma’s rond de as Delft – Gent en de chemische concentraties in bijvoorbeeld Rotterdam en Zuidwest-Nederland (en Vlaanderen) op het gebied van uitwisseling reststromen via buisleidingen, het versterken van opleidingen (procesoperators) en het zoeken naar samenwerking op complementariteit rond biobased economy. Cross-overs − De sterke positie van de chemische sector inde regio combineren met andere regionale sterktes zoals biobased economy, greenports, clean tech en energie. en daarbij gebruik maken van bestaande regionale samenwerkingsverbanden, zoals het tripartiete verband Clean Tech Delta.
Projecten Uit het voorafgaande wordt duidelijk dat in deze sector de (inter)nationale dimensie van groot belang is en dat nadrukkelijk de samenwerking wordt gezocht met ZuidwestNederland en Vlaanderen. Om die samenwerking te kunnen versnellen is het van belang dat ervaringen rond open innovatie platforms worden uitgewisseld. In alle deelgebieden van 16
de genoemde Delta bestaan van die ontwikkelomgevingen. Voor de Zuidvleugel is dat het gezamenlijk initiatief van Plant One. Daarnaast kan ook in de Delta geleerd worden van initiatieven rond training en opleiding van personeel (zie bijv. de initiatieven in Zuidwest rond Maintenance). Die afstemming zal plaatsvinden vanuit de partners in Deltalinqs. Ten derde is de verbindende infrastructuur tussen de diverse deelgebieden in de Delta van belang. Concreet gaat het om investeringen in onder meer buisleidingen (o.a. voor CO2). Daarnaast zal optimaal gebruik gemaakt moeten worden van spin offs van de universiteiten (m.n. TUD). De partners in de Zuidvleugel ondersteunen initiatieven rond het ontwikkelen van specifieke huisvesting. Dat betekent dat de inbreng van de Zuidvleugel partners zich richt op de volgende projecten: •
•
•
•
Optimalisatie processen/ inzet biomaterialen in chemie − De komende jaren staan het Havenbedrijf en de chemiebedrijven in de haven aan de lat voor een vergaande optimalisatie van processen. Hiermee kan de chemiesector ook in de komende jaren concurrerend blijven. Hier lopen al tal van initiatieven die daardoor niet expliciet in het Uitvoeringsprogramma van de Zuidvleugel zijn opgenomen. Het gaat daarbij om energie-efficiëntie van processen, CO2-afvang en CO2-transport/opslag en de inzet van biomaterialen in de Chemie. Plant One continueren/ opschalen − In samenwerking met o.a. Deltalinqs, het Havenbedrijf, TNO en het Rotterdam Climate Initiative is Plant One de testfaciliteit voor duurzame procestechnologie. Hiermee is zowel voor starters, MKB, grote ondernemingen en onderzoeksinstellingen lab- en testruimte voor ontwikkelingen tussen innovatie en standaardisering. De regio co-investeert hierin en vraagt het Rijk hetzelfde te doen. Biokatalyse-onderzoek/spin offs − Bij de TU Delft wordt onderzoek gedaan naar biokatalyse. Deze onderzoeksrichting biedt kansen voor nieuwe producten door middel van kennisvalorisatie. De regio kan bij dragen aan de ontwikkeling van dergelijke spin-offs door zich garant te stellen voor incubatorruimtes. Die aandacht voor spin offs is al meegenomen in programma’s rond het ICT (Technologische Innovatie Campus Delft). Buisleidingen (CO2, andere stoffen), − Duidelijkheid verkrijgen over marktkansen, vergunningen en inpassing van buisleidingen onder meer in de deelgebieden van de Zuidvleugel. Voor het sluiten van kringlopen van reststoffen en de optimalisatie van bestaande processen zijn investeringen in buisleidingeninfrastructuur nodig. Hieronder vallen ook locaties en technieken voor opslag van onder andere CO2 (Carbon Capture Storage of CCS). Voor het vervoer van CO2 naar opslaglocaties (optie) zijn buisleidingen nodig. Bovendien kan er sprake zijn van uitwisseling van CO2 door de glastuinbouw. Voor de regio ligt hier een taak bij inpassing en het opstarten van een pilot voor een beheersorganisatie buizenzones met (samen met buurregio’s). Uitvoerende organisaties zijn hier de chemiebedrijven, de nutsbedrijven en de Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland. De rol van de regio bestaat uit het inpassen van ontwikkelingen en het opzetten van pilots voor beheer en exploitatie van buizenzones (zoals aangegeven in de Structuurvisie Buizenzones van het ministerie van EL&I) samen met buurregio’s.
17
Tabel 1 Sector Chemie
Accenten Project Plant One continueren/ opschalen Buisleidingen (CO2, andere stoffen)
Trekkers Deltalinqs, HBR, TNO, Rotterdam Climate Initiative, etc. Chemiesector Buisleidingenstraat ZuidwestNederland
Rol Regio Co-investeren
Rol Rijk Co-investeren
Cross-overs
Inpassen Pilot beheer/ exploitatie buizenzones (samen met buurregio’s)
Vergunningen/regelgeving
Biobased
Uitvoering Het merendeel van de genoemde programmalijnen en projecten wordt of op nationaal niveau of vanuit de haven opgepakt. De inbreng van de Zuidvleugelpartners is gelegen in het deelnemen aan overleggen en programma’s op het schaalniveau van de Delta (TriDelta) en het ondersteunen van kennisvalorisatie projecten rond Plant One en de TUD. De Zuidvleugel partners vragen van het Rijk een duidelijke stellingname en positie omtrent de ontwikkeling van buisleidingen en participatie in projecten zoals Plant One.
18
2.2
Energie
Perspectieven De Zuidvleugel neemt met het petrochemiecomplex in de haven van Rotterdam en de offshore industrie in Rijnmond en Drechtsteden een belangrijke positie in de Nederlandse en wereldwijde energiesector. Daarnaast zijn in Rotterdam en Den Haag diverse (hoofd)kantoren gevestigd van energiebedrijven en van gespecialiseerde ingenieurs- en adviesbureaus. Met name rond olie, gas en olieverwerking is de Rotterdamse positie sterk. Vanuit de Haven van Rotterdam en de stad Rotterdam wordt al zwaar ingezet op het versterken van de global hub positie van Rotterdam voor diverse energiebronnen (olie, kolen, LNG, biomassa). Daarnaast vinden nieuwe investeringen plaats in de energieopwekking en productie van (bio)brandstoffen. Het resultaat daarvan is dat daarmee nieuwe (lading-) stromen ontstaan zoals biofuels (tweede generatie biobrandstoffen), biomassa-reststromen en CO2. Daarnaast is de elektriciteitsproductie ook belangrijk in de haven. Elektriciteitsproductie is een zaak van de energiebedrijven. Ook voor deze bedrijven is Rotterdam vanwege de aanvoer van diverse grondstoffen voor productie (steenkool, aardgas) een belangrijke vestigingsplaats. Tegelijkertijd wordt elektriciteit ook steeds meer decentraal opgewekt door wind- en zonne-energie en de WKK’s in de glastuinbouw. Dit vraagt om intelligente netten (smart grids) om aanbod, distributie en vraag af te stemmen. Een derde segment van de energiesector zijn de innovaties rond duurzame energie. Hierbij liggen diverse cross-sectorale verbanden, biomassa met biobased economy, aardwarmte en biogas met greenports, offshore energiewinning met Delta en Watertechnologie, maar ook het concreet invulling geven aan de ambities van het Rijk rond de strategie Green Deal. Deze laatste concentreert zich voor Zuid-Holland grotendeels op warmte. Hierbij gaat het om het faciliteren en opschalen van het gebruik van rest- en aardwarmte in industriële/stedelijke en glastuinbouwgebieden en ondergrondse ruimtelijke ordening bij KWO en geothermie. Ook de uitbouw van de Stoompijp BV (Botlek) en co-siting in industriële gebieden maakt onderdeel uit van de Green Deal afspraken.
19
Partners Thema Olie en Gas Elektriciteit
Biomassa Windenergie CO2
Partners Havenbedrijf Rotterdam, petrochemische sector, olie- en gasbedrijven, waaronder Shell, Gasunie, Cirrus Grootschalig: Havenbedrijf Rotterdam, energiebedrijven E On, Electrabel, Eneco Decentraal: particulieren, gemeenten, provincie, Kema, kennisinstellingen, TNO, woningbouwcorporaties, energiecoöperaties, MKB/grootbedrijf, netbeheerders Greenports, Havenbedrijf, energiebedrijven (E On, Electrabel), afvalbedrijven en –coöperaties Rijk, provincie, gemeenten, energiebedrijven, offshore sector, windcoöperaties Air Liquide CCS, Shell, OCAP, Havenbedrijf, gemeente Rotterdam, Greenports
Programmalijnen •
•
•
•
•
Olie en Gas − Handhaving en uitbouw van de sterke positie van Rotterdam en innovatie (exploratie vanuit energiebedrijven en offshore sector). Inzet op nieuwe ladingstromen. Het primaat van deze programmalijn ligt bij de bedrijven in de haven, het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam. Elektriciteit − Handhaving en uitbouw van de sterke positie van Rotterdam op grootschalige en centrale energieopwekking. Het primaat van deze programmalijn ligt bij de energiebedrijven, het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam. Voor kleinschalige en decentrale energie opwekking (en het slim benutten van die energie via smart grids) is een aanpak vanuit meerder partners in de Zuidvleugel van belang. Biomassa − Vergroting van het aandeel biomassa in de energievoorziening en biomassa en grondstoffen als basis voor vergroening van de chemie. De grootschalige aanpak van import en verwerking biomassa wordt getrokken vanuit het Haven Industrieel Complex. Hier liggen ook cross-over kansen met sectoren als Greenports, Chemie en Biobased. Regionale samenwerking en innovatie (o.a. witte biotechnologie, valorisatie en cascadering) wordt samen met de provincie en de cross-over clusters getrokken. CO2 − Hergebruik, afvangen en/of opslag van CO2 is van nationaal belang in verband met de klimaatdoelstellingen. Het Havenbedrijf, de gemeente Rotterdam, de DCMR en het Rijk hebben hier samen met (grote) bedrijven een leidende rol. Windenergie − Vervolg geven aan de visieontwikkeling en ruimtelijke invulling zoals beschreven in de nota “Wervelender”. Hierin worden locaties benoemd om in Zuid-Holland te ko-
20
men tot 1000 MW in 2020. Hier is een bredere aanpak vanuit de Zuidvleugel van belang.
Projecten Uit bovenstaand overzicht wordt duidelijk dat het merendeel van de onderdelen van deze sector door partners in het Haven Industrieel Complex wordt opgepakt. In het advies van de Topsector Energie wordt richting het Rijk dan ook het accent gelegd op het creëren van een level playing field op internationaal en mondiaal niveau. Hierbij gaat het onder meer om samenhangende Europese energiepolitiek, internationale regelgeving rond biomassa en import van bio-ethanol. Op het schaalniveau van de Zuidvleugel komen twee aspecten naar voren die in de Uitvoeringsagenda een plaats zouden moeten hebben. Het gaat allereerst om de visie en aanpak rond windenergie (op land en op zee) en het innoveren en experimenteren van vele vormen van decentrale energie opwekking en het leveren van die energie aan het net. Uiteindelijk komen daar de volgende twee projecten naar voren:
•
•
•
• •
Wind op Land − Realiseren van de ambitie om 1000 MW in 2020 gerealiseerd te hebben. Hiervoor zijn locaties aangewezen in de nota ‘Wervelender’. De daadwerkelijke realisatie van (een aantal) plannen zal in de komende jaren veel inzet vragen van particulieren, gemeenten en provincie. De ontwikkeling van windparken op zee is al meegenomen bij de sector Delta en Watertechnologie. Smart Grids − Co-investeren in pilots rond decentrale energieopwekking en levering aan elektriciteitsnet. In samenwerking met KEMA, TNO, IBM, TU Delft en gebiedsontwikkelaars. Een voorbeeld van een dergelijke pilot zijn de Stadshavens in Rotterdam en de Smart Grids proeftuin in Ypenburg maar ook in andere gebieden (woningbouw, tuinbouw) bestaan al concrete plannen. De regio co-investeert in deze pilots en vraagt het Rijk dat ook te doen en zorg te dragen voor afstemming met initiatieven elders in Nederland om de focus en effectiviteit te behouden die dit thema verdient. Offshore wind − Hoewel offshore windparken wel degelijk een impact kunnen hebben op het milieu in de Zuidvleugel is dit in eerste instantie een Rijksaangelegenheid. Voor de Zuidvleugel is een eventuele economische spin-off hiervan interessant. Biogashubs − Zie de sector Biobased Green Deal − In de Zuidvleugel wordt al door diverse partijen gewerkt aan de warmte en koudevoorziening energie efficiënter te maken. De toepassingen hebben betrekking op aardwarmte, restwarmte uit afval en industriële processen en biomassa, stoom en warmte/koudeopslag (WKO). Diverse projecten zijn hiervoor of al in andere sectoren genoemd. Onlangs heeft de provincie aan het Ministerie van EL&I diverse suggesties gedaan om huidige knelpunten in projecten te verminderen of op te heffen. 21
Hierbij gaat het zowel om regelgeving, garanties en de inzet van financiële instrumenten als innovaties (smart grids). Eind 2011 wordt een Green Deal gesloten tussen Rijk en provincie (en gesteund door partners) en tussen Rijk en RCI. De provincie wil een actieve rol blijven spelen bij de verdere invulling van de Green Dealaanpak, mede namens en in overleg met de Zuidvleugelpartners.
Tabel 1 Sector Energie
Accenten Project Smart Grids en decentrale energieopwekking Wind op Land
Green Deal aanpak Zuid-Holland
Trekkers Kema, Stadshavens, TUD, TNO, IBM, woningcorporaties Energiebedrijven, particulieren, grote bedrijven, provincie, gemeenten Provincie, energiebedrijven, greenports
22
Rol Regio Pilots coinvesteren, organiseren, afstemmen Inpassen windparken
Rol Rijk Pilots coinvesteren/ afstemming initiatieven elders Regelgeving omgevingseffecten
Cross-overs Clean Tech, ICT
Organiseren, verbinden, knelpunten signalen
Garantiestelsel, regelgeving, financiële instrumenten
Greenports
2.3
Biobased Economy
Perspectieven In de Havenvisie 2030 en in de Topcommissie Chemie wordt sterk ingezet op vergroening van de energieproductie en de industriële productie (chemie). Ook in de Strategische Visie van Roland Berger is de urgentie voor verandering benadrukt. Vergroening van de economie is een belangrijke uitdaging, waarbij Nederland en de regio een goede uitgangspositie bezitten vanwege de aanwezige kennis (TUD, WUR, bedrijven) en de beschikbare fysieke infrastructuur. In de afgelopen jaren is zowel in het Rijnmond gebied als in andere delen van de Zuidvleugel zwaar ingezet op bio-fuels, biomassa, slim gebruik van reststromen (co-siting) en CO2 reductie. Daarnaast zijn door diverse partners pilotprojecten opgezet rond procesindustrie (Plant One), witte biotechnologie (BioProcess Pilot Facility, Be-Basic) en bioraffinage van plantaardige producten (Kenniscentrum Plant/Fieldlab Tuinbouw). Ook is Delft het Kluyver Instituut aanwezig waar onderzoek wordt gedaan naar het gebruik van micro-organismen in industriële gistingsprocessen. Ook zijn er verschillende initiatieven waarbij uit biomassa door cascadering waarde wordt gecreëerd (AgroLab Hoeksche Waard, Valorisatiepark Westland) en neemt vergisting van reststromen een brede vlucht. De inzet van aardgas en biogas als schone brandstof wordt lokaal en regionaal gestimuleerd en toegepast. De regio staat daarmee op de kaart. Op het vlak van het verduurzamen en efficiënter maken van de logistieke keten is verdere samenwerking tussen Dinalog/Breda en SmartPort/Rotterdam van belang (zie ook sector Logistiek). Momenteel is de discussie gaande hoe snel het gaat met de verschillende ontwikkelingen en perspectieven. Er bestaat een spanningsveld tussen het breed gedeelde eindbeeld van een groene economie en prioriteiten van bedrijven op korte termijn. Er ligt dus duidelijk een taak voor overheden om samen met bedrijven de perspectieven voor de korte termijn te concretiseren. Er moet voor worden gewaakt dat biobased economy een toverwoord is om alle huidige problemen op te lossen. Er zal stap voor stap aan concretisering worden gewerkt, waarbij meer dan tot nu toe kansen en knelpunten van bedrijven centraal zullen moeten staan. Belangrijk daarvoor is dat overheden, bedrijven en kennisinstellingen in de regio er samen met andere regio’s in binnen- en buitenland samenwerken om zo efficiënt mogelijk de leercurve te doorlopen. Een voorbeeld van een bestaand initiatief dat daar aan bijdraagt is Clean Tech Delta, een samenwerkingsverband van bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Biobased economy raakt vele van de topsectoren in de Zuidvleugel die door Roland Berger onderscheiden zijn. Dat is de reden dat de Zuidvleugel, net zoals het Rijk, biobased als een belangrijke cross over aan de lijst met topsectoren heeft toegevoegd. In de onderstaande programmalijnen en projecten ligt het accent op het versterken van de kennisvalorisatie en slim en efficiënt verknopen van reststoffen en –stromen. Daaruit komen de volgende programmalijnen naar voren: • •
Optimaal benutten kennis van universiteiten en bedrijven. Vergroenen procesindustrie. 23
• •
Sluiten van kringlopen. Benutten agrarische basis.
Partners Thema Benutten kennisbronnen
Partners Universiteiten (TUD, WUR), bedrijven (DSM, Shell, etc.), innovatieve (klein)bedrijven, ECN/TNO, WUR, provincie, Rijk, regionale uitvoeringsdiensten Vergroenen procesindustrie Bedrijven chemie/energie, brancheorganisatie, Deltalinqs, Havenbedrijf, provincie Rijk Sluiten van kringlopen Relaties/verbindingen tussen chemische bedrijven, energiebedrijven, afvalbedrijven, natuurbeheerders en/of tuinbouwbedrijven Benutten agrarische basis Tuinbouwbedrijven, procesindustrie, Rijk, provincie Gezien de langjarige aanpak van dit thema en de initiatieven die in andere regio’s worden genomen en de noodzaak van opschaling van initiatieven om in aanmerking te komen voor financiering via de EU, stemt de Zuidvleugel haar ideeën en projecten af met partners in Zuidwest Nederland en Vlaanderen. Dat is conform de Havenvisie 2030 en de Topcommissie Chemie.
Programmalijnen De provincie Zuid-Holland stelt samen met de Zuidvleugelpartners een uitvoeringsplan BBE op. Gezamenlijk zullen de Zuidvleugelpartners gaan investeren in de BBE. Dit plan bestaat uit vier zelfstandig uit te voren programma’s. Daar waar nodig wordt afgestemd. De programma’s zullen de komende maanden worden uitgewerkt en vanaf begin 2012 in uitvoering worden genomen. De Zuidvleugelpartijen zullen de komende maanden ook afspraken maken over de voor de programma’s beschikbare middelen. 1 Programma Witte Biotech Campus Delft TU Delft en een consortium van bedrijven daaromheen heeft met het B-Basic programma en de nog te bouwen Bioprocess Pilot Facility (BPF) een koploperspositie op het terrein van de toepassing van de industriële biotechnologie op de fabricage van biochemische grondstoffen en materialen. De aanwezigheid van dit Centre of Excellence wordt door de provincie ZH, een aantal Zuidvleugelpartijen, TU Delft en het bedrijfsleven aangegrepen om een ontwikkelingsprogramma Witte Biotech Campus op het huidige DSM terrein op te stellen en uit te voeren. Dit substantiële en hoogwaardige programma zal zich naast de realisatie en uitbouw van de BPF ook richten op een aantal andere actielijnen zoals de ontwikkeling van een witte-biotech science park, een business accelerator en een incubatorfaciliteit, de promotie en acquisitie van de Campus, de ruimtelijke accomodering van BBE-bedrijven, vermindering van knelpunten in het op BBE gerichte onderwijs en arbeidsmarkt, starterstimulering, samenwerking met o.a. de Clean Tech en RCI programma’s in Rotterdam, en stimule-
24
ring en facilitering van de toepassing van industriële biotechprocessen in de verschillende sectoren.
2 Programma BBE Greenports/Agro De provincie ZH en overige Zuidvleugelpartijen hebben de intentie om te investeren in de ontwikkeling van de biobased economy in de Zuidvleugel. Een belangrijk aangrijpingspunt hierbij is de Greenport. De provincie ZH zal samen met de Zuidvleugelpartijen, het bedrijfsleven en kennisinstellingen een programma gericht op het uitbuiten van de BBE mogelijkheden in de Greenport en de agrarische sectoren in ZH opstellen en uitvoeren. Zwaartepunten in dit programma worden gevormd door de uitbouw van het recent opgerichte Centrum Plantenstoffen, de instelling van een Groene Economie Business Accelerator Zuidvleugel en de realisatie in de Greenport van (een) bioraffinage plant(s) en (een) valorisatiepark(en). Daarnaast worden actielijnen ontwikkeld mbt het versterken van het organiserend vermogen van triple helix per (biomassa) productgroep en/of gebied, een actieplan en de ontwikkeling van een Centrum of Excellence mbt energiebesparing en -productie in Agro/Greenports, de ruimtelijke accommodering van BBE bedrijven, vermindering van onderwijs –arbeidsmarktknelpunten in BBE Greenport/Agro en de organisatie van de logistiek van reststromen (realisatie MASP).
3 Programma Haven en Biobased In Rotterdam wordt de biobased economy uitgewerkt in de Stuurgroep Bioport van het Havenbedrijf. Voor de lokale vertaling zijn er drie werkgroepen actief. De werkgroep Groene Chemie zet via Deltalinqs kennismakelaars in om de transitie naar biobased chemie te versnellen. Er is samenwerking met het landelijke B-Basic programma. De handel in biomassa vraagt certificering, bemonstering, handelstransacties etc. Het Havenbedrijf heeft de vorming van een handelsbeurs voor biomassa opgepakt. Samenwerking op Zuidvleugelniveau werkt versterkend vanwege: • Kennisontwikkeling en innovatie: (TU Delft, B-Basic, Witte Biotech Campus, Centrum Plantenstoffen, Energie Greenports en Agro, Topinstituten etc). De ontwikkeling van een gezamenlijke (triple helix) kennis en innovatie agenda. • Meer inzet op stimulering van de nieuwe kennisdienstverlening door biobased inzet. • Gezamenlijke inzet mbt duurzaam inkopen. • Aanpak benutting biomassa voor energiegebruik. • Organisatie van benodigde stromen biomassa de logistiek ervan. • Ruimtelijke inpassing en planning (raffinage, valorisatieparken), incl. logistiek biomassa • Ontwikkeling Stimuleringsinstrumentarium breed gericht op cross-over sectoren (Greenports voedingsmiddelenindustrie etc.). De komende maanden zullen de Zuidvleugelpartijen een programma uitwerken waarin deze actiepunten uitgewerkt zullen worden.
25
Projecten Op basis van de gekozen programmalijnen werken de partners in Zuidvleugel verband in de komende jaren aan de volgende projecten: •
•
•
Programma BBE Greenports/Agro − Continuatie Kenniscentrum Plantenstoffen. Dit kenniscentrum heeft als missie valorisatie van werkzame stoffen uit plantaardig materiaal (reststromen en specifieke teelten) uit de Greenport voor uiteenlopende markten van farma tot fuel, als aanvullend verdienmodel en ter verbetering van duurzaamheid van het tuinbouwcluster. Het is van belang dat na afloop van de EFRO-subsidie, de ontwikkelde kennis niet verloren gaat. Mede daarom zal de regio co-investeren in de continuering van het kenniscentrum, en vraagt zij het Rijk hetzelfde te doen. − Realisatie van de Groene Economie Business Accelerator Zuidvleugel. − In het programma wordt ook gewerkt aan de realisatie van (een) bioraffinage plant(s) en (een) valorisatiepark(en). Daarnaast worden actielijnen ontwikkeld mbt het versterken van het organiserend vermogen van triple helix per (biomassa) productgroep en/of gebied, een actieplan en de ontwikkeling van een Centrum of Excellence mbt energiebesparing en -productie in Agro/Greenports, de ruimtelijke accomodering van BBE bedrijven, vermindering van onderwijs –arbeidsmarktknelpunten in BBE Greenport/Agro en de organisatie van de logistiek van reststromen (realisatie MASP). Continuering en realisatie van BioProcess Facility en de Witte Biotech Campus Delft − Europa, Nederland, de Provincie Zuid-Holland, de gemeentes Rotterdam, Delft en Den Haag, kennisinstellingen en bedrijven investeren samen ruim 100 miljoen euro in de proeffaciliteit. De apparatuur en expertise kunnen gebruikt worden door iedereen die ideeën voor duurzame processen wil onderzoeken en ontwikkelen op een grote schaal. Ook worden er in de proeffaciliteit mensen opgeleid en getraind. De regio staat aan de lat voor co-investeringen. Van het Rijk vraagt de regio ook coinvestering en inspanningen om tot een gestroomlijnde regelgeving te komen. − Naast de realisatie en uitbouw van de BPF richten de partners zich op een aantal andere actielijnen zoals de ontwikkeling van een witte-biotech science park, een business accelerator en een incubatorfaciliteit, de promotie en acquisitie van de Campus, de ruimtelijke accomodering van BBE-bedrijven, vermindering van knelpunten in het op BBE gerichte onderwijs en arbeidsmarkt, starterstimulering, samenwerking met o.a. de Clean Tech en RCI programma’s in Rotterdam, en stimulering en facilitering van de toepassing van industriële biotechprocessen in de verschillende sectoren. − Vestiging van een Business Accelerator bij het Biobased Center of Expertise van InHolland. Realisatie van een aantal biogashubs in de regio. − Gezien de sterke positie van de Zuidvleugel op het gebeid van energie wordt de komende jaren ingezet op de realisatie van een aantal biogashubs die op basis van sluitende business cases tegen een marktconforme prijs groen gas moeten leveren. Mogelijke locaties zijn bij de Heinekenfabrieken in het Groene Hart, in de Alblasserwaard, in Rotterdam (haven) en in de Greenports. De regio staat aan de lat voor in26
•
•
passing, het opstarten van pilots en co-investeringen in die pilots. Van het Rijk wordt co-investering gevraagd. Sluiten van Kringlopen − Verkennen van kansen voor buisleidingen die uitwisseling van reststromen en reststoffen (CO2, water, warmte) tussen bedrijven mogelijk maken. De Zuidvleugel ondersteunt hierbij de havenindustrie, energiebedrijven en tuinbouwbedrijven met het inpassen van buisleidingen, het netwerk opbouwen en de ruimtelijke keuzes. Van het Rijk vraagt de regio co-investeringen (zie ook Chemie). Ontwikkelen en uitvoeren programma Haven en Biobased. −
Tabel 1
Accenten
Sector Biobased
Project Bioprocess Pilot Facility Kringlopen CO2, water, warmte en mineralen sluiten
Trekkers DSM, TUD
Rol Regio Co-investeren
Havenindustrie, energiebedrijven, tuinbouwbedrijven
Netwerk bouwen, inpassen, ruimtelijke keuzes Kenniscentrum Plan- Tuinbouwbedrijven, Co-investeren tenstoffen WUR, TNO Biogashubs Bedrijven, energie- Co-investeren bedrijven, gemeente provincie
Rol Rijk Co-investeren, regelgeving Co-investeren
Cross-overs
Co-investeren
Greenports Chemie Greenports
Co-investeren
Greenports, Chemie, Energie
Uitvoering Net als voor andere sectoren, geldt ook hier dat de partners in de Zuidvleugel vooral participeren in projecten en initiatieven die een bredere doelgroep hebben dan alleen de bedrijven bijv. in de havens. Bovendien geldt dat vele regio’s momenteel dezelfde leercurve doorlopen, zonder van elkaar te leren. De Zuidvleugel wil deze fout niet maken en stemt initiatieven nadrukkelijk af met Zuidwest Nederland. De ambitie van de Zuidvleugel is om samen met Zeeland, West-Brabant en West Vlaanderen dé Europese topregio voor biobased economy te worden. De provincie zal met name een belangrijke coördinerende rol binnen de regio en in de samenwerking met andere regio’s kunnen vervullen. Voor de genoemde projecten geldt dat geen nieuwe uitvoeringsstructuur nodig is. De partners in de Zuidvleugel leveren hun bijdragen in de genoemde projecten.
27
2.4
Clean Tech
Perspectieven De komende decennia zal veel aandacht in de economie nodig zijn voor het klimaatbestendig en klimaatneutraal maken van diverse sectoren van de economie. Het realiseren van een toekomstbestendige concurrerende economie vergt investeringen en innovaties in clean tech. Clean Tech is containerbegrip voor technologieën gericht op energie efficiëntie, niet fossiele energie opwekking, een klimaatbestendige gebouwde omgeving, duurzaam gebruik van reststoffen en –stromen, nieuw (logistieke) inrichting van waarde ketens. In het rapport van Roland Berger wordt Clean Tech als een nieuwe sector gezien die als enabling technology een grote bijdrage kan leveren aan belangrijke bestaande sectoren zoals Chemie & Energie, Transport & Logistiek, Greenports en Delta en Maritiem. Die lijn is ook in deze Uitvoeringsagenda gevolgd. De toepassing van clean tech kansen zijn uitgewerkt voor die vier sectoren. Roland Berger verwacht dan ook terecht dat in deze cross over sector substantiële groeikansen liggen (tot 2020) van enkele miljarden toegevoegde waarde. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de regio Rotterdam- Delft herkennen dit en hebben zich verenigd in Clean Tech Delta. Clean Tech Delta investeert in Clean Tech om de economische concurrentiepositie te versterken met een cluster van innovatieve, toekomstbestendige bedrijven en kennisinstellingen, een kwaliteitsimpuls voor duurzame gebiedsontwikkeling in de regio Rotterdam- Delft. In de samenwerking tussen Rotterdam, Delft en Leiden (de zogenaamde TriDelta) wordt door deze (universiteitssteden) het accent gelegd op twee thema’s: Clean Tech en Medical Delta. Gezien de concentratie van kennisinstituten en bedrijven in die regio is dat ook een logische keuze. De Zuidvleugelpartners onderschrijven die accenten wat betreft de positionering en profilering van deze Kenniscorridor van Rotterdam – Delft – Leiden. Maar vanuit de Zuidvleugel worden daar bedrijven en instellingen vanuit de hele regio toegevoegd. Zo zijn de sectoren Water en Deltatechnologie, Transport & Logistiek en de Greenports breder vertegenwoordigt dan in de Kenniscorridor van de TriDelta. Het draagvlak voor duurzame technologie kan worden versterkt door de bedrijven en instellingen uit die grotere Zuidvleugel regio mee te nemen. Bovendien geldt in deze Uitvoeringsagenda er voor gekozen is om de ‘eindgebruikers’ oftewel de ‘toepassers’ van clean tech centraal te stellen en dus het accent op de sectoren te leggen en minder op de cross over (Clean Tech)
28
Partners In de positionering van Clean Tech zijn vier categorieën partners onderscheiden: Thema Beeldbepalende bedrijven Kennisinstellingen Overheden Netwerkorganisaties
Partners Eneco, DSM, E On, Dura Vermeer, Siemens, Arcadis, Evides, Havenbedrijf Rotterdam, etc. TU Delft, Erasmus Universiteit, TNO, WUR, Universiteit Leiden, Deltares, etc. Gemeenten, Stadshavens, Hoogheemraadschap, etc. NWP, Deltalinqs, Cleantech Delta, etc.
Vanuit de Uitvoeringsorganisatie van de Zuidvleugel worden initiatieven en projecten vanuit de sectoren (toepassers/eindgebruikers) ondersteund en dat geldt ook voor MKB bedrijven in deze nieuwe sector die in marktniches innovaties in sectoren en ketens weten te realiseren. De Zuidvleugelpartners onderschrijven dat Stadshavens en de Technologische Innovatie Campus (TIC Delft) belangrijk concentratiepunten zijn voor innovatie, met name door het MKB. Niet vergeten moet worden dat ook elders in de regio (op basis van de vier sectoren met toepassers) er kansen liggen voor innovatie, onderzoek en onderwijs en investeringen van bedrijven. Net zoals voor de sectoren Chemie, Energie, Transport & Logistiek en Biobased Economy geldt ook hier dat van uit de Zuidvleugel er duidelijke relaties nog ontwikkeld kunnen worden richting Zuidwest-Nederland, Met name het in Zuid-Nederland opgezette programma Maintenance (dat deel dat gericht is op procesindustrie) biedt kansen voor samenwerking met bedrijven en instellingen in de Zuidvleugel.
Programmalijnen De missie van de Clean Tech Delta is te investeren in clean tech om de economische concurrentiepositie te versterken met een cluster van innovatieve, toekomstbestendige bedrijven en kennisinstellingen en een kwaliteitsimpuls voor duurzame gebiedsontwikkeling in de regio Rotterdam-Delft. In de positionering door Clean Tech Delta wordt een onderscheid aangebracht in de volgende segmenten: • • • •
Biobased economy Water- en Deltatechnologie Infrastructuur en Mobiliteit Duurzaam bouwen
Deze vier segmenten worden in de Uitvoeringsagenda al meegenomen bij andere sectoren. Bovendien is bij die andere sectoren er ook aandacht voor de sector doorsnijdende thema’s onderwijs/arbeidsmarkt, investeren in ruimte en bereikbaarheid, promotie en acquisitie, innovatie en kennisvalorisatie.
29
In de Uitvoeringsagenda van de Zuidvleugel wordt het accent gelegd op het zicht krijgen op MKB bedrijven die actief zijn met innovatie in clean tech. Dat kan enerzijds door spin offs van kennisinstituten en grote bedrijven, maar de invalshoek die hier gekozen is om MKB bedrijven te ondersteunen die actief zijn in de toepassingssectoren.
Projecten Complementair aan clean tech initiatieven in andere sectoren, kiezen we hier voor een innovatiefonds voor MKB bedrijven die ondersteund worden in hun projecten om met nieuwe technieken en systemen duurzaamheid in de (voor de Zuidvleugel belangrijke sectoren) te stimuleren door het accent te leggen op meet- en regeltechniek omdat bedrijven in de Zuidvleugel op dit terrein over unieke kennis beschikken. Hierdoor bestaat er complementariteit ten opzichte van Biobased en liggen er tegelijkertijd toepassingsmogelijkheden in vele sectoren zoals Greenports, Logistiek, Chemie, Energie en Delta en Watertechnologie. Tabel 1
Accenten
Sector Clean tech
Project Innovatiefonds MKB meet- en regeltechniek
Trekkers Bedrijven, kennisinstellingen
Rol Regio Fonds opzetten, financiering
Rol Rijk Co-investering
Cross-overs
Uitvoering De partners in de Zuidvleugel willen in overleg met partners in TriDelta komen toe Clean Tech Innovation Fund, gericht op het MKB. Daarvoor brengen de Zuidvleugel partners middelen in en zal ook het Rijk gevraagd worden mee te investeren in dit fonds. Nagegaan moet worden of hiervoor een specifiek fonds opgericht moet worden of dat deze doelgroep deel gaat uitmaken van een breder innovatiefonds dat gevuld wordt door private en publieke partijen.
30
2.5
Medical Delta/Life Sciences
Perspectieven De sector Life Sciences is sterk vertegenwoordigd in de Zuidvleugel, met meerder (academische) ziekenhuizen, de TUD, tientallen bedrijven in de segmenten biotech, pharma en medische technologie. Dit cluster beschikt in de vorm van Medical Delta over een ambitieus Triple Helix regionaal samenwerkingsverband in de Zuidvleugel van relevante partijen voor innovatie in Life Science, Medische Technologie en Zorg. Er is een grote concentratie R&D intensieve bedrijven in Life Sciences en Medische Technologie waarbij zowel multinationals, MKB als spin-offs en starters een rol spelen. In regio zijn opleidingen op elk niveau voor Life Science, Medtech en zorgsector (van MBO, HBO tot en met universitair). Als in deze sector de toegevoegde waarde van care en cure wordt samengevoegd, dan is het een van de grotere sectoren in de Zuidvleugel, met groeipotenties vanwege de toename van de zorgvraag, maar ook vanwege de kansen voor innovatieve producten en diensten op de internationale markt. In het advies van de Topcommissie Life Sciences & Health wordt ook die marktkansen (‘Voor een gezond en welvarend Nederland’) benadrukt. Het advies geeft ook aan dat vele regio’s Life Sciences als speerpunt hebben en dat op het eerste gezicht er veel overlap is tussen de regio’s over de invulling van de speerpunten. Dieper kijkend kan worden gesteld dat op themaniveau (imaging, moleculaire diagnostiek, E-Health, cohort onderzoek naar gezondheid mensen) er veel overlap is tussen de regio’s, maar als naar de niches wordt gekeken (de specifieke toepassing) is er sprak van complementariteit. Medical Delta is nationaal en internationaal (Europees) toonaangevend in diverse thema’s. Waar in Leiden dat ook al zichtbaar is in spin offs en buitenlandse investeringen, moet dat in de andere concentratiepunten (Delft, Rotterdam) nog tot ontwikkeling komen. Belangrijk is ook dat vanuit de regio actief de samenwerking wordt gezocht met andere regio’s in Europa (HealthTIES, met bijv. Oxford, Barcelona, Zurich, etc.) De sector kan gebruikmaken van een bundeling van hoogwaardige en unieke R&D infrastructuur voor bedrijven en wetenschappers, zoals microscopencentrum NeCEN, Reactor Instituut Delft, faciliteiten voor nanobiologie, cleanroom faciliteiten, een deeltjesversneller voor kankeronderzoek, een Clinical Trial Infrastructuur en uiteenlopende vestigingsomgevingen ter ondersteuning van bestaande en nieuwe bedrijven door middel van campussen met universiteiten en ziekenhuizen, scienceparken en incubators. Binnen de sector Life Sciences in de regio is een focus op het bieden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, zoals Gezond Ouder Worden vanuit van een aantal medisch-technologische onderwerpen ( Imaging and Image guided Medicine, Interventions and Care, en Targeted Molecular Technology) waarop een wereldwijd track record bestaat.
31
Partners Thema Arbeidsmarkt en Onderwijs Innovatie en Valorisatie Infrastructuur Promotie en Acquisitie Financiering
Partners Bedrijven, zorginstellingen, onderwijsinstellingen Bedrijven, kennisinstellingen, HealthTIES, Verzekeraars, Living Labs, Medical Delta, Science Park Gemeente, provincies, ondernemers Medical Delta, NFIA, WFIA, gemeenten Topinstituten, banken, investeerders
Programmalijnen •
•
•
•
Onderzoek − Focus en massa creëren in sterke regionale onderzoekslijnen als Moleculair Medicine, Imaging, Care en Interventions. Partners in de regio willen de budgetten voor meerjarig onderzoek in de komende jaren verdubbelen. Met de bezuinigingen bij het Rijk, zal het aanhaken op Europese programma’s belangrijker worden. Naast investeringen in fundamenteel onderzoek, wil de regio met het Ministerie van EL&I het accent leggen op het versterken van kennisvalorisatie door aan fundamenteel onderzoek user platforms te koppelen waar bedrijven in een innovatieve omgeving hun eigen toepassingen kunnen creëren. Zo lopen fundamenteel en toegepast onderzoek parallel en dat biedt kansen voor innovaties. Zorgconcepten − Door middel van de oprichting van regelvrije zones kunnen nieuwe technologieën en concepten in een praktijkomgeving testen en vervolmaken. Naast technologische innovatie gaat het hier veel meer om sociale innovatie: het kennis maken met nieuwe technieken en concepten en die in de praktijk toepassen. Het introduceren van nieuwe zorgconcepten is cruciaal om de kosten van de zorg te beheersen. Randvoorwaarden − Aandacht voor zowel technische infrastructuur (gedeelde faciliteiten voor bijvoorbeeld elektronenmicroscopen e.d., IT voorzieningen), kennisinfrastructuur (onderwijs, beschikbaarheid personeel, kenniswerkers) en ruimtelijke infrastructuur (aansprekende woon-werkmilieus, goede verbindingen). In Medical Delta verband wordt de faciliteiten en campussen in samenhang ontwikkeld, via de zogenaamde Kenniscorridor (Rotterdam, Delft, Leiden, om de diverse hotspots met elkaar te verbinden, waarbij naast bereikbaarheid (OV) er ook aandacht moet zijn voor de kwaliteit van het verblijf op de diverse locaties. Onderwijs/arbeidsmarkt − Gezien de toenemende vraag naar arbeidskrachten in de zorg en de toenemende complexiteit van de zorgsector (technologie, veranderingen in ketens) is een meer ketengestuurde aanpak in het zorgonderwijs van belang. Vandaar dat in de Medical Delta wordt gewerkt aan een koepel onder de noemer Medical Delta Opleidingen Regie Platform.
32
•
Financiering − In navolging van de plannen van het Rijk zal Medical Delta Multiplier BV ook werken privaat gefinancierde publiek/private product ontwikkeltrajecten. Medical delta wil ook meer private financieringsarrangementen voor innovatieve bedrijven organiseren en researchfaciliteiten uitbouwen.
Projecten •
•
•
•
•
Valorisatie − User Platforms opzetten of versterken voor nieuwe toepassingen in molecular technology, imaging and guided medicine, interventions en care. Hier ligt een taak voor het economisch beleid van partners in de Zuidvleugel en het Ministerie van EL&I. Via die User Platforms krijgen bedrijven toegang tot hoogwaardig onderzoek (en faciliteiten) en zullen zij ook investeren in research en eigen faciliteiten. − Het is van belang dat de investeringen in fundamenteel onderzoek worden gecontinueerd en geïntensiveerd. Daarvoor zijn het Rijk (NWO/ OC&W) en de EU verantwoordelijk. Tastbare voorbeelden zijn NeCEN, Holland PTC, de 3 Medical Delta IMDI Cores, Population Imaging Infrastructure, Digital Operating Room Assistant en Nanobiology Facilities. Labfaciliteiten − Gedeelde labfaciliteiten creëren voor starters, spin-offs en MKB. Regiorol is coinvesteren en garantiestellingen. OV en ruimte − 3 kernen Medical Delta beter verbinden (Kenniscorridor) en op lokaal niveau aantrekkelijke ontmoetingsplekken creëren naar voorbeeld o.a. High Tech Campus. Er zal meer geïnvesteerd moeten worden in OV-bereikbaarheid van locaties en in de kwaliteit van de ‘verblijfsomgeving’. Ondernemers betrekken bij concrete business cases. Regio co-investeert en Rijk ook (MIRT). Proeftuinen − Creëren van regelvrije zones voor de invoering van nieuwe ketenconcepten in de zorg en de toepassing van nieuwe technologieën. Hierbij worden zorginstellingen, zorgverzekeraars, kennisinstellingen intensief betrokken. Medical Delta Governance − Opzetten van een mean and lean uitvoeringsorganisatie voor Medical Delta, met een Kern Office aangestuurd door de Triple Helix en met taskforces voor o.a. onderwijs, onderzoek, incubation, proeftuinen en acquisitie. Onder deze koepel kan bijvoorbeeld het idee voor het Medical Delta Opleidingen Regie Centrum worden uitgewerkt.
33
Tabel 1
Accenten
Sector
Project
Trekkers
Rol Regio
Rol Rijk
Medical Delta
Kennisvalorisatie/innovatie
Universiteiten, ziekenhuizen, bedrijven
Co-investeren in user-platforms
Co-investeren in user-platforms/ versterken basisonderzoek (NWO) in combinatie met EUmiddelen
Randvoorwaarden • Labfaciliteiten • OV en invulling/ inrichting ruimte Kenniscorridor knooppunten Organisatie Medical delta formaliseren/ versterken
• •
Kennisinstellingen Kennisinstellingen, gemeenten
Triple Helix
• •
Garantiestellingen Co-investeren
•
Crossovers
Co-investeren (MIRT)
Participatie
Uitvoering Voor de realisatie van een samenhangend regionaal Medical Delta programma tussen de aanwezige kennispartners, bedrijven, overheden en eindgebruikers is een stimulerende rol van de Zuidvleugelpartners essentieel. Voor basisfinanciering van onderzoek zijn de instellingen, het Rijk en de EU verantwoordelijk. Dit hoogwaardig onderzoek is aantrekkelijk voor bedrijven (spin offs, gespecialiseerd MKB, maar ook voor multinationals). In Medical Delta verband wordt gericht ingezet op het betrekken van bedrijven bij het onderzoek, vanwege private cofinanciering, maar ook vanwege de economische spin off. Vanuit de Zuidvleugel wordt vooral het accent gelegd op kennisvalorisatie, het bieden van ruimte voor doorgroei en het ondersteunen van een krachtige organisatie. De Zuidvleugelpartners hebben een ondersteunende rol. Enkele van de direct betrokken partners hebben zich al georganiseerd in TriDelta verband. Zij zijn de eerst betrokkenen en kunnen voor investeringen in user platforms, organisatie en communicatiekracht, incubators en gebiedsontwikkeling een beroep doen op het Rijk en de provincie.
34
2.6
Greenports
Perspectieven Volgens het rapport van de Topcommissie Tuinbouw en Uitgangsmaterialen is de sector goed voor € 12,5 miljard aan binnenlandse productie, € 17 miljard aan export en meer dan 450.000 banen. Zuid-Holland neemt daarbij met 3 van de 5 Greenports (Westland/Oostland, Duin- en Bollenstreek, Boskoop e.o.) een sterke positie in. Voor de komende jaren onderscheiden wij vier bepalende ontwikkelingen te voor de Greenportsector, waar de Zuidvleugel een belangrijke positie kan innemen: • • •
•
Voedselzekerheid en –veiligheid Toenemende aandacht voor veilig voedsel, stijgende prijzen van grondstoffen en voedsel. Klimaatontwikkelingen invloeden van weer op opbrengsten in met name andere landen. Duurzaamheid Effectieve omgang met energie, water en land. Sluiting van kringlopen. Groei van vraag naar duurzame producten. Opkomende economieën Meer vraag naar producten en tegelijkertijd ook meer concurrentie.
Er zijn duidelijke groeikansen in de verschillende segmenten. Dit, samen met het feit dat de sector gericht is op innovatie en verder internationalisering (Commissie Nijkamp) betekent dat stimulering van deze sector door bedrijven, kennisinstellingen en overheden tot relatief sterke groei van de toegevoegde waarde zal leiden. In deze sector bestaat al een decennialange traditie in tripartite samenwerking. Daarbij is het met name van belang dat door middel van een roadmap voor innovatie en technologie een schaalsprong in concurrentiekracht en duurzaamheid gemaakt kan worden. Door publieke en private investeringen in duurzaamheid en innovatie is de sector in staat in bestaande gebieden en reeds beschikbare (nieuwe) projectlocaties de transitieslag te maken. Deze roadmap heeft zeven lijnen, met modernisering en verduurzaming van de productieomgeving als vertrekpunt: •
•
•
Het sluiten van kringlopen van reststoffen (CO2, mineralen, etc.) en reststromen (bijv. warmte en water). Door het organiseren van efficiënte verzameling en transport van deze reststoffen uit bijv. het Haven Industrieel Complex naar tuinbouwlocaties en door plantaardig afval uit de tuinbouw zelf te vergassen kan in de Greenports in de Zuidvleugel een belangrijke impuls worden gegeven aan de Biobased Economy. De glastuinbouw kan een belangrijke deeloplossing bieden voor het herbenutten van CO2 van het Haven Industrieel Complex in combinatie met ondergrondse opslag van CO2, bijvoorbeeld onder de zeebodem. Aandacht voor water als een van de belangrijkste productiemiddelen van de sector en dat in combinatie met de problematiek van waterberging in diverse deelgebieden in de Zuidvleugel In dit kader spelen bijvoorbeeld het oppompen van water door DSM in Delft, de rol van de AWZI en de Harnaschpolder een belangrijke rol. Het gebruik van aardwarmte als kansrijke energiebron. Op diverse plaatsen lopen hier al pilots. De zaak is nu hier door middel van het ontwikkelen van een exploitatiemodel
35
•
•
• •
en het duidelijk organiseren van de beheersorganisatie een kansrijke business case voor op te zetten. Onveranderd inzetten op lopende innovatietrajecten. Deze hebben twee hoofdinvalshoeken: productie-optimalisatie en verduurzaming. Voorbeelden zijn kassen van de toekomst, nieuwe teelttechnieken, slimme verpakkingen (met sensoren) het nog meer aanscherpen van voedselveiligheid en het kunnen traceren van producten in ketens. Onveranderd aandacht blijven besteden aan voldoende hoe veelheid en niveau van arbeidskrachten (uit de regio en het buitenland) en vernieuwen van opleidingen om op innovaties en duurzaamheid in te kunnen spelen. Het optimaliseren van het transport van producten naar diverse afzetgebieden. De partners in de Zuidvleugel zullen in overleg met de sector (binnen bestaande en nieuwe locaties) nagaan of schaalvergroting in de sector op nieuwe locaties in de regio kan plaatsvinden waarin tegelijkertijd in de bestaande gebieden er voor andere bedrijven mogelijkheden van uitbreiding ontstaan. De provincie gaat na welke rol bestaande (glas)ontwikkelingsmaatschappijen en gebiedsexploitaties (o.a. Zuidplaspolder) daarin kunnen vervullen.
Deze sector staat bekend om zijn innovatiekracht en samenwerking. Dat betekent ook dat vanuit de Zuidvleugel lopende trajecten en uitvoeringsstructuren ondersteund kunnen worden met financiële bijdragen, duidelijk beleid en regelgeving.
Partners Afhankelijk van het onderwerp zijn voor de Greenports de volgende partners van de betrokken gemeenten en de provincie Zuid-Holland te onderscheiden: Thema Onderwijs en arbeidsmarkt
Innovatie en Valorisatie Logistiek Verduurzaming Ruimte Governance
Partners MBO’s, HBO’s, Universiteiten, werkgeversorganisaties, brancheorganisaties, Greenport Campus, RPA”s, bedrijfsscholen, Kennisalliantie Kennisinstellingen, WuR, Flora Holland, LTO, diverse MKB bedrijven Rijk, Provincie Zuid-Holland, transportsector, groothandel, Havenbedrijf Bedrijven, hoogheemraadschap, energiemaatschappijen, Havenbedrijf, NWP Binnen bestaande en nieuwe locaties schaalvergroting en verduurzaming een kans geven Landelijke netwerken die in ontwikkeling zijn( Greenport Holland) ondersteunen
De ambitie van de schaalsprong voor de sector Greenports houdt verder in dat partners op drie niveaus worden gezocht:
36
•
• •
Voor concrete innovatieprojecten op lokaal niveau (ondernemers nemen initiatief), maar tegelijkertijd wordt ingespeeld op ontwikkelingen en projecten in andere Greenports in Nederland. Voor onderwijs en arbeidsmarkt en ruimtelijke investeringen vinden afwegingen op regionaal niveau plaats. Voor de vormgeving van de duurzaamheidsambities op regionaal en op bovenregionaal niveau, bijvoorbeeld de samenwerking met bijv. Noord-Brabant en Zeeland op het gebied van biobased economy.
Programmalijnen De in de voorgaande tabel onderscheiden onderwerpen vormen ook de kern van de programmalijnen van de sector. •
•
•
•
• •
Onderwijs/Arbeidsmarkt − De groeikansen worden belemmerd door vergrijzing van de beroepsbevolking in de deelsegmenten, de continue vraag naar personeel uit het buitenland, onvoldoende aansluiting van onderwijs op vragen vanuit de markt en onvoldoende spreiding van opleidingen (MBO) over de regio. Innovatie en Valorisatie − Door middel van technologische innovaties en het faciliteren van het ecosysteem in de Zuidvleugel een antwoord hebben voor de veranderende omstandigheden in de komende 10 jaren. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling in meerlaags telen. Logistiek − Meer aandacht voor de rol van logistiek en de ketenregie in de meest transportintensieve sector van Nederland. Aantakking van de werklocaties in het Westland op de mainport Rotterdam en realisatie van de Nieuwe Westelijke Oeververbinding om de Mainport en de Greenports beter te verbinden. Verduurzaming − Zowel inzetten op kosten- en efficiencyvoordelen van verduurzaming als op de nieuwe kansen en toepassingen die dat met zich meebrengt. Hierbij hoort ook het vraagstuk rond de herstructurering van het glasareaal. Daarnaast heeft verduurzaming heeft ook een maatschappelijke component die te maken heeft met imagoverbetering en creëren van draagvlak (licence to operate is voor Greenports erg belangrijk). Ruimte − Schaalvergroting realiseren op nieuwe en bestaande locaties. Governance − Aansluiten bij landelijke initiatieven.
37
Projecten •
•
•
• • •
•
•
•
Coolport − Concentratie van import en handel van groente en fruit in de Rotterdamse haven in het Waalhavengebied, zodat Rotterdam de belangrijkste hub in Europa is voor de import van overzeese producten en producten via meerdere modaliteiten vervoerd kunnen worden naar afzetmarkten in het achterland. De rol van de regio is hier inpassen en co-investeren. Van het Rijk wordt ook co-investering gevraagd. Greenrail terminal − Vervolgstappen zetten om de kansen te benutten om de producten van de Greenports te vervoeren vanuit de Greenport (Bleiswijk) via het spoor naar het achterland. De rol van de regio is hier inpassen en co-investeren. Van het Rijk wordt ook coinvestering gevraagd. Verbetering bereikbaarheid − Belangrijke productie- en handelsgebieden in met name het Westland via de weg (Centrale as Westland, met ook betere benutting bestaande wegen door middel van ongehinderd vervoer vrachtverkeer via dynamisch verkeersmanagement. Crossover met Transport en logistiek. Continuering en doorontwikkeling van het Fieldlab Glastuinbouw (Honselerdijk), om innovatie in de praktijk te testen. Dit project is al genoemd bij de sector Biobased. Kenniscentrum Planten − Dit project is al genoemd bij de sector Biobased. Greenport Campus − Doorontwikkeling van het concept door na te gaan of voor bestaande initiatieven meer bedrijven, kennisinstellingen en organisaties geïnteresseerd kunnen worden, met naast innovatie ook veel aandacht voor opleidingen. De regio gaat hier naast co-investeren, het netwerk versterken met bedrijven en de ontwikkelingen versnellen door in te zetten op heldere business cases. Van het Rijk wordt co-investering in innovatieprojecten gevraagd. Watervoorziening en waterberging tuinbouw − Beleid en uitvoering van aanpak watervoorziening tuinbouw en waterberging in diverse deelgebieden van de Zuidvleugel. De regio is hier verantwoordelijk voor vergunningen en beleid. Hier bestaan cross-sectorale verbanden met de sector Maritiem/Delta. Aardwarmte − Doorontwikkeling van bestaande initiatieven (in regio en landelijk) wat betreft aardwarmte als duurzame energievoorziening voor de glastuinbouw. De regio coinvesteert in pilots en opschaling en vraagt het Rijk dit vanuit het Energiebeleid ook ter doen. Aardwarmte neemt een belangrijke plek in naast andere energievormen als biobased brandstof (groen gas), opschaling van CO2 en restwarmte. Deze zijn bij andere sectoren reeds benoemd. Ontwikkelbedrijven/ruimte − Door middel van ontwikkelbedrijven wil de provincie samen met ondernemers en andere partners in de Zuidvleugel de herstructurering van het bestaande glasareaal op gang brengen.
38
Tabel 1 Sector Greenports
Accenten Project Greenrail Terminal
Coolport, (crosssector met biobased) Greenport Campus
Trekkers Flora Holland, Greenport Holland, transportbedrijven overheden Fruit/foodsector, haven, gemeenten
Rol Regio Inpassen, Coinvesteren
Rol Rijk Co-investeren
Cross-overs Logistiek
Inpassen, Coinvesteren
Co-investeren
Biobased
TUD/TNO/WUR, kennisalliantie hogescholen, Demokwekerij Westland
Co-investeren, netwerk versterken met bedrijven, heldere businesscase opstellen
Co-investeren in innovatieprojecten
Uitvoering Deze sector wordt gekenmerkt door vele bestaande organisaties en structuren. Vanuit de Economische Strategie Zuidvleugel wordt aangesloten bij het advies van de Topcommissie Tuinbouw en Uitgangsmaterialen door de regie centraal neer te leggen bij de in ontwikkeling zijnde Greenport Holland organisatie. Overheden in de Zuidvleugel ondersteunen bovengenoemde projecten en initiatieven, waarbij het bedrijfsleven doorgaans de trekkers zijn. De regiopartners zijn bij alle genoemde projecten beleidsmatig of in uitvoerende zin betrokken. De vragen aan het rijk richten zich vooral op het mee investeren in innovatie projecten en bereikbaarheidsprojecten (Coolport, Greenrailterminal, opschaling Kenniscentrum Planten/cofinanciering innovatieprojecten, Centrale as Westland) en het daadkrachtig ondersteunen van realisatie Greenport Holland.
39
2.7
Delta/Maritiem
Perspectieven De deltatechnologie en de maritieme sector in Zuid Holland behoren tot de absolute wereldtop. Deze combinatie van kennis en bedrijvigheid heeft zijn concentratiepunt in de regio Delft-Rotterdam-Drechtsteden. Binnen Europa heeft deze regio de hoogste dichtheid aan bedrijven en kennisinstellingen die binnen de watersector actief zijn en de belangrijke wereldspelers zijn hier gevestigd. Boskalis en Van Oord behoren tot de mondiale top 4 in de baggersector. De TU Delft, UNESCO-IHE en Deltares zijn toonaangevend op het gebied van watermanagement en deltatechnologie. De regio beschikt tevens over een stevig ontwikkelde maritieme sector, zoals de scheepbouw (met bedrijven als IHC, Damen), de offshore (met bedrijven zoals Heerema en Fugro) en de scheepvaart met zijn gespecialiseerde toeleveringsinfrastructuur. Voor de komende jaren zijn er twee bepalende ontwikkelingen te onderscheiden voor de deltatechnologie en maritieme sector: •
Klimaatontwikkelingen
•
Groeiende wereldeconomie
preventie en herstel a.g.v. klimaatverandering met stijgende zeespiegels en frequente wateroverlast. Vooral kansen op thema’s veiligheid en leefbaarheid. door groeiende economie neemt behoefte aan innovatieve oplossingen toe (vermarkten NLse kennis). Ook meer vraag naar offshore werkzaamheden.
Er zijn duidelijke groeikansen in de verschillende segmenten. Ambitie is om dé regio in Europa te zijn op het gebied van veilig leven met water en op het gebied van de maritieme industrie en binnenvaart. Door de toenemende internationale vraag kan de verwachte export van de regio groeien met 2% boven de gemiddelde groei van 6% van deze sector. 1 Om deze groei te faciliteren is het nodig dat de triple helix in de regio beter samenwerkt en dat de keten ‘innoveren-implementeren-etaleren-exporteren’ wordt versterkt.
1
2% extra groei v/d sector in 2020 is berekend door het onderzoeksbureau Roland Berger
40
Triple Helix Faciliteiten Regio
Overheden: Delft-Rotterdam-Drechtsteden-Delfland, Provincie,… Kennisinstituten: TUD-EUR-HRO-UnescoIHE-Deltares-IHS-Scheepvaart&Transport College…ETC (!) Bedrijfsleven: v. Oord-Boskalis-Arcadis-Haskoning-Fugro-Evides-…ETC (!)
HAKA-pand R’dam
Co-creatie & Crossovers aanpalende sectoren
Duurzaamheidsfabriek Dordt RDM Campus Science Centre
Delfland Rijnmond:
Flexibele kering Water Reuse Plant Waterplein Smart Delfland Climate Proof DeltaCities
Experimenteren Lab/Veld
Schaalmodellen Demo sites
Basis
voorbeeld Innovaties
Innovatieketen
BC1
Innoveren Idee/vraag
Science Centre Delft
Stadshavens Stadswerven SciencePoort
Yes!Delft Connecting Delta Cities
NWC BC3
BC2
Implementeren Toepassen
Etaleren Showcase
Pilots in’t veld
High Tech Visualisatie communicatie
Exporteren Vermarkten
BCase, internationale toepassing: Saigon, Jakarta…
Instroom – Scholing - Human Capital -arbeidsmarkt Goed Investeringsklimaat
Het gebied Delft-Rotterdam-Drechtsteden is een living showcase en etalage op het gebied van ‘Enabling Deltalife’, de sleutelpositie die deze regio heeft in het Nationale Deltaprogramma versterkt dit beeld. Het is van groot belang om de kennis die aanwezig is bij kennisinstellingen en bedrijven in te zetten voor de (regionale) maatschappelijke opgaven. De regio heeft een zeer goede positie op de maritieme wereldmarkt. Het is echter wel zaak om te blijven investeren in duurzame innovaties. Ook hiervoor is de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de kennisinstellingen in de regio van groot belang. Om de groei van de Deltatechnologie en de Maritieme sector te faciliteren moet echter ook aandacht besteed worden aan de randvoorwaarden, zoals voldoende goed opgeleid personeel en voldoende geschikte ruimte voor bedrijven.
Partners Afhankelijk van het onderwerp zijn voor de deltatechnologie en maritieme sector de volgende mogelijke partners van de betrokken gemeenten en de provincie Zuid-Holland te onderscheiden: Thema Onderwijs en arbeidsmarkt Valorisatie
Fysieke ruimte Promotie en acquisitie
Partners MBO’s, HBO’s, Universiteiten, werkgeversorganisaties, bedrijven, brancheorganisaties, KMR, NWP, Havenbedrijf Kennisinstellingen (TNO, Deltares, TU Delft), UNESCOIHE, Hoogheemraadschap, Kennisalliantie, Havenbedrijf, Bedrijven (Van Oord, Boskalis, Alert Solutions, DeltaSync Krohne Altometer, Mercurius, etc.) Provincie Zuid-Holland, gemeenten, KvK, Bedrijven, regio’s Bedrijven, Nationale en regionale initiatieven (NWP, NWC, Delft Blue Technology, CBRB) NFIA, WFIA, RIA 41
Vanuit de Zuidvleugel wordt op verschillende dossiers ook intensief samengewerkt met naburige regio’s.
Programmalijnen De in de voorgaande tabel onderscheiden onderwerpen vormen ook de kern van de programmalijnen van de sector. •
•
•
•
Betere aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt − De sector staat voor de uitdaging om, als gevolg van de vergrijzing, een derde van haar huidige personeelsbestand te vervangen. Als ook rekening wordt gehouden met de extra groeiambitie wordt gesproken over landelijke tekorten op de arbeidsmarkt in 2020 van rond de 30% tot 40% op HBO en WO niveau. Versterking en versnelling van investeringen en innovatie − De thuismarkt is voor de sector van belang om marktrijpe producten en diensten te kunnen ontwikkelen. De lokale en regionale overheid heeft hier een belangrijke rol, o.a. door als ‘launching customer’ op te treden, door het gezamenlijk aanbieden van experimenteergebieden en van faciliteiten. De keten ‘innoveren-implementerenetaleren-exporteren’ moet versterkt worden door huidige programma’s als Proeftuin Maritieme Innovatie, Ecoshape, Duurzaamheidsfabriek, Urban Flood Management en de verschillende spelers beter te verbinden. En door cross-sectorale innovaties aan te jagen. Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven − De te verwachten schaalsprong in de binnenvaart als gevolg van Tweede Maasvlakte en modal-shift, maakt het voor de Zuidvleugel, en in het bijzonder voor de Drechtsteden en omgeving, noodzakelijk om zich te beraden op de hiervoor te bieden fysieke ruimte. Betere positionering cluster door middel van promotie en acquisitie − Nog sterker de kracht en groeikansen van dit cluster neerzetten en nagaan waar marktkansen nog scherper neergezet kunnen worden, voor promotie en acquisitie van bedrijven, maar ook om nog beter op nieuwe kansen (deltatechnologie, offshore, etc.) in te kunnen spelen.
Projecten Hieronder de projecten die vallen onder de programmalijnen.
Tabel 1
Projecten
Programmalijn Betere aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt Langere termijn
Project Opzetten van regionale expertisecentra (HBO)
Trekkers/ partners Vereniging van Waterbouwers, Scheepsbouw NL, HBO- MBO-instellingen, bedrijfsleven, bedrijfsscholen, KMR, NWC, regionale en lokale overheden
42
Rol Regio Faciliteren, Co-investeren
Rol Rijk co-financiering
Programmalijn
Korte termijn
Project Trekkers/ partners Campagne om jongeren NWP, bedrijven, Scheepsbewust te maken van water,bouw NL, KMR, deelnemers delta en maritieme (tech- proeftuin maritieme innovaniek) binnen het primair en tie, regionale en lokale oversecundair onderwijs heden
Rol Regio Co-investeren
Opzetten van een centrum Alberda, Zadkine, Davinci, voor innovatief vakmanPon, Wärtsilä, VIV, lokale schap overheden
Faciliteren, Co-investeren
Rol Rijk
NWP treedt op als trekker, Proeftuin maritieme innovatie als uitvoeringskader betrekken
Trekkerschap ligt bij de 3 ROC’s Versterken en versnellen Creëren structureel regiovan investeringen en naal organiserend vermoinnovatie gen Langere termijn
Korte termijn
Gemeente Rotterdam, Ge- Initiëren meente Delft, Kennisalliantie, waterschappen, PZH, Deltares, UNESCO-IHE, TU Delft, o.a. business cases inge- TNO, Waterkader Haaglandiend bij Topteam Water den, Drechtsteden, ondersteunen en samen- UFM/Mare, Proeftuin Gouda, brengen van vraag en aan- bedrijven. bod Verbinding leggen tussen innovaties vanuit de Proeftuin Maritieme Innovatie en onderzoeksagenda van Dinalog
Proeftuin Maritieme Innova- Faciliteren tie, SN, HME, Werkgevers Drechtsteden, Dinalog, regionale en lokale overheden
Inventariseren mogelijkheden van lokale/ regionale overheden op het gebied van ‘launching customership’ en regelluwe experimenteergebieden
Gemeente Rotterdam, Gemeente Delft, Gemeente Dordrecht & Drechtsteden, PZH, Kennisalliantie, Waterschappen
Faciliteren Kennisalliantie levert de inventarisatie op ism met de regionale/ lokale overheden
Zorgen voor optimale uit- PMI, HME, EICB, regionale Faciliteren nutting van de ‘makel- en en lokale overheden schakelfunctie’ van PMI door de regionale verbin- PMI is trekker dingen te leggen met faciliteiten elders Aantrekkelijk vestigings- -op de kaart zetten van Gemeenten Drechtsteden, Faciliteren, klimaat voor bedrijven knelpunten (inclusief ruim- Rotterdam, Stadsregio Rot- Financieren tebehoefte) bij bestaande terdam, RWS, (regionaal) Langere termijn bedrijven in hun huidige georganiseerd bedrijfsleven (KvK R’dam, VNO/NCW, functioneren; -In beeld brengen (regiona- Brancheorganisaties), indivile) ruimtevraag (o.a. beno- duele bedrijven, Rijkswaterdigde ruimte vanuit Haven- staat, HBR, PZH. visie 2030); -wegnemen van knelpunten en inpassen van ruimtevraag.
43
Belemmeringen (regelgeving) wegnemen, co-investeren business cases
Programmalijn Korte termijn
Project Trekkers/ partners In lopende bedrijfsterrein- Regionale en lokale overheprogrammeringen (waaron- den der het Uitvoeringsprogramma Bedrijfsterreinen Drechtsteden) beleidsmatige ruimte reserveren voor de uitkomsten van bovengenoemde acties
Gezamenlijke promotie Gezamenlijke promotie & & acquisitie acquisitie strategie opstellen voor de Water & DeltaLangere termijn sector en voor de binnenvaartsector
Rol Regio Rol Rijk Beleidsmatig anticiperen op resultaten uit onderzoek
Lokale en regionale overhe- Faciliteren den, bedrijfsleven, CTD, DBT, NWC, WFIA, RIA, NFIA. Binnenvaart: SPB, CBRB, EICB, Gemeente Rotterdam, Gemeente Delft, Drechtsteden, PZH
Gezamenlijk optrekken bij Regionale en lokale overhe- Initiëren regionale inbreng richting den PZH is trekker Brussel om het binnenhalen van EU subsidies te vergroten Korte termijn
-Regionaal Deltatechnolo- -Regionale en lokale over- Faciliteren gie event (oude DDD) voor- heden, regionaal bedrijfslejaar 2012 ven, CTD, DBT, NWC -Martieme Week (november -Scheepsbouw Nederland en 2011) partners -Innovatiedag van PMI (mei -PMI en partners 2012)
Uitvoering Als het gaat om het versterken en versnellen van investeringen en innovatie is de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheden essentieel. Op dit moment wordt in de regio gewerkt aan business cases die zijn opgenomen in het advies van het Topteam Water (o.a. Ecoshape, Flood Control, Urban Flood Management, Schone schepen, Deep Sea Mining). Bestuurders uit de Gemeente Delft, Rotterdam, Drechtsteden, Hoogheemraadschap Delfland en de provincie ZH (indieners van document ‘Werk maken van Water’) zullen de business cases actief ondersteunen en zetten zich in om het regionaal organiserend vermogen (ism met bedrijven en kennisinstellingen) te versterken. Om een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor de sector te creëren wordt er vanuit het schaalsprongprogramma een inventarisatie gemaakt van de ruimtevraag en de knelpunten bij bedrijven in de maritieme sector. Het Deltri-platform zet ook in op een Maritieme en Logistieke topregio. Eén van de opgaven is het uitwerken van een gedeelde visie op natte haventerreinen Rotterdam, Dordrecht en Moerdijk. Het is van belang dat deze onderzoeken op elkaar afgestemd worden.
44
Op het gebied van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt is een werkgroep ingesteld die een business plan op zal stellen voor de regionale expertisecentra en de jongerencampagne.
45
2.8
Transport & Logistiek
Perspectieven De sector Transport en Logistiek is na Chemie en Energie in omvang (toegevoegde waarde) de belangrijkste sector van de Zuidvleugel, met kansen voor groei in de komende jaren. Bovendien is deze sector een belangrijke randvoorwaarde (of enabler) om ketens in andere sectoren goed te laten functioneren, want zonder transport en logistiek staat alles stil en zijn er geen noodzakelijk buffers in ketens. Het vertrekpunt van de bijdragen van de Zuidvleugelpartners is om enerzijds de ambities die in de Havenvisie 2030 zijn verwoord helpen duurzaam te realiseren. Dat betekent onder meer een efficiënte benutting van alle modaliteiten en meer aandacht voor verduurzaming van transport. Tegelijkertijd wil de regio ook inspelen op de adviezen van de Topcommissie Logistiek die ondermeer (naast synchromodaliteit en multimodaliteit) ook aandacht vraagt voor de introductie van innovatieve IT-systemen, en de regievoering in ketens met aandacht voor innovatie en het vestigingsklimaat in Nederland. Niet voor niets heeft de commissie haar advies de titel “Partituur naar de top’ meegegeven. De Zuidvleugelpartners kiezen ook hier voor een ondersteunende rol ten opzichte van vele ontwikkelingen en projecten die al lopen. Dat betekent dat vooral meegewerkt wordt aan de volgende zaken (waar gemeenten en provincie, buiten met name de havens) een meerwaarde kan vervullen: • • • •
investeren in bereikbaarheid van belangrijke knooppunten buiten de havens; het versterken van de relaties tussen mainport en greenports; kansen voor waardetoevoeging buiten de havens; slim en duurzaam vervoer, aansluitende op initiatieven van ondernemers buiten de havens.
Partners Thema Bereikbaarheid Versterken mainport Greenport
Partners Gemeenten, provincie, TLN/EVO, ondernemers Flora Holland, handelsbedrijven, transportbedrijven, provincie
Toegevoegde waarde
Logistieke dienstverleners, handelsbedrijven gemeenten, WFIA, RIA Dinalog, universiteiten, IT bedrijven, logistieke bedrijven, RWS, TNO, IT-bedrijven, Verkeersonderneming, SmartPort, Keyrail, Portbase Bedrijven, gemeenten, provincie
Slim en duurzaam vervoer
Omgevingsrecht
46
Voor deze sector geldt (net zoals voor biobased en chemie) dat samenwerking in ruimer verband met Zuidwest-Nederland (TriDelta) van groot belang is voor de realisering van infrastructuur en innovaties in logistieke ketens.
Programmalijnen •
•
•
•
Bereikbaarheid − Uiteraard zijn de Zuidvleugelpartners betrokken bij de investeringen in de diverse achterlandverbindingen (met name wegen en spoor), maar vanuit de Zuidvleugel wordt het accent gelegd op het beter ontsluiten van een aantal knooppunten in de Zuidvleugel die voor de regionale economie van groot belang zijn. Hierbij kan worden gedacht aan de Greenports, de havens en de nieuwe terreinen in de Drechtsteden en aan de vaarverbinding Rotterdam, Alphen aan den Rijn (en op langere termijn richting Schiphol, A4 over water. Relatie Mainport-Greenports − Bij het versterken van de relaties mainport – Greenports gaat het om projecten zoals Coolport en Greenrail en Fresh Corridor Flowers die al benoemd zijn bij de sector Greenports. Een derde van het vrachtvervoer over de weg in de regio is agrogerelateerd. Door containerisatie worden de relaties tussen de mainport en de diverse greenports versterkt in de komende jaren. Toegevoegde waarde − Toegevoegde waarde in de regio legt het accent op kansen voor meer vestigingen van internationale bedrijven die hun goederenstromen via Rotterdam laten lopen en voor het bewerken van hun markten ondersteunende kantoren en (kleinere en flexibele warehouses) nodig hebben. Daar doen zich kansen voor in Rotterdam (o.a. Stadhavens) maar ook voor andere locaties in de regio. Slimme en duurzame logistiek − Bij slimme en duurzame logistiek gaat het om een veelheid aan initiatieven van bedrijven en overheden, die vaak onvoldoende krachtig worden ondersteund. Het gaat bijv. om dynamisch verkeersmanagement voor vrachtverkeer om bestaande infrastructuur beter te benutten voor het vrachtverkeer, stedelijke ontkoppelpunten voor modulair distributietransport en het beter op elkaar afstemmen van bouwstromen rond grote bouwprojecten. Maar er is ook meer te doen met de vele tientallen ITbedrijven en adviesbureaus in de regio die actief zijn in uiteenlopende logistieke ketens en een belangrijke impuls kunnen geven aan schaalsprongen in de ketenregie, in nauwe samenwerking met universiteiten en Dinalog.
47
•
Omgevingsvergunningen − Omgevingsrecht. Op diverse locaties in de regio worden bedrijven (met name op natte locaties) beperkt in hun doorgroeimogelijkheden in verband met regelgeving (milieu). Initiatieven van het Rijk om regelgeving te vereenvoudigen is van groot belang, maar er zou ook aandacht moeten zijn voor het belonen van bedrijven die duurzaamheidsmaatregelen treffen (bijv. in langere openstelling, of intensiever gebruik van kades en faciliteiten).
Projecten •
•
•
•
•
•
Prioriteiten bereikbaarheid − Met elkaar vaststellen van prioriteiten in de investeringen in betere benutting van de infrastructuur (Centrale as Westland (N211-N213-A20-A4), A4 over water (via de Gouwe), bereikbaarheid Dordtse Kil en Nieuwe Reijerwaard, etc.). Hierbij neemt de regio de taak op zich om de investeringen in infrastructuur van een prioritering te voorzien. Van het Rijk wordt co-investering in de Rijksverbindingen gevraagd. Verduurzaming Kernnet − In navolging van de Topcommissie Logistiek nagaan hoe het kernnet goederenvervoer er voor de regio uitziet (voortbouwend op het al bestaande Kwaliteitsnet) en met name ook na te gaan welke verduurzamingsmogelijkheden er zijn (door dynamisch verkeersmanagement, door modal shift (bijv. A4 over Water), door andere voertuigen/ladingdragers en/of door nieuwe logistieke concepten). De regio zal hierop een visie ontwikkelen en op onderdelen investeren en vraagt het Rijk te coinvesteren in de Rijksverbindingen. Mainport-Greenports − De diverse projecten rond Mainport en Greenports, zoals Coolport en de Greenrail Terminal, zijn al beschreven bij de sector Greenports. Regie IT/Control Towers − De regio gaat na welke IT-bedrijven en gespecialiseerde adviesbureaus een bijdrage kunnen leveren aan concrete projecten bij logistieke dienstverleners en verladers om de ketenregie te versterken. Hierbij wordt aangesloten op initiatieven van Dinalog, maar met pilots in de regio. Van het Rijk vraagt de regio inzet in de vorm van coinvestering. De regio zal zelf ook zorg dragen voor co-investering. Toegevoegde waarde goederenstroom Rotterdam − Er is meer toegevoegde waarde te halen uit de goederenstromen die via Mainport Rotterdam lopen. Dat vraagt om een helder positionering van tal van bedrijvenlocaties in de regio ten opzichte van de haven en anderzijds de locaties in het achterland, zoals Venlo en West-Brabant. Tevens is meer inzicht nodig in de vele handelskantoren die al aanwezig zijn in de regio met als doel om na te gaan of meer activiteiten in hun waardeketens vanuit de regio uitgevoerd kunnen worden. Organisatiestructuur − In de regio zijn vele ondernemers en instituten aanwezig met vernieuwende ideeën. Er ontbreekt echter een structuur om efficiënt met dat innovatievermogen om te gaan. Daarvoor willen de partners in de regio een effectieve structuur ontwikkelen
48
•
Belonen duurzaamheid − Met name bedrijven langs het water (bouwmaterialen, scheepsreparatie, overslag bedrijven, etc.) worden regelmatig in hun bedrijfsvoering belemmerd door bestaande regelgeving. In de regio zullen pilots worden gestart om investeringen van bedrijven (in geluidsvermindering, stof emissies, etc.) te belonen via meer gebruiksruimte in de Omgevingsvergunning.
Tabel 2
Accenten
Sector Transport en Logistiek
Project Verduurzaming Kernnet, dynamisch verkeersmanagement Regie/IT/Control Towers
Trekkers Provincie, TCN/EVO, TNO, Universiteiten, Havenbedrijf Bedrijven, Dinalog
Rol Regio Visie ontwikkelen, op onderdelen investeren
Rol Rijk Co-investeren in Rijksverbindingen
Cross-overs ICT
Co-investeren
Co-investeren
ICT
Uitvoering In de afgelopen jaren heeft op Randstad niveau een overleg bestaan tussen overheden en het bedrijfsleven rond transport en Logistiek (GOVERA). Dit overleg wordt dit jaar beëindigd. Tegelijkertijd zal in navolging van de Topcommissie logistiek een (nationaal) Strategisch Platform Logistiek worden opgezet. Gezien de dominante economische positie van de regio, zullen ook vertegenwoordiger uit de regio zitting hebben in dit overleg. Vanuit de Zuidvleugel zullen ideeën en voorstellen worden ingebracht. Voor de logistieke en maritieme projecten die vanuit de Zuidvleugel om afstemming vragen met Zuidwest Nederland zal het DelTri Platform worden benut, voor projecten die vragen om landsbrede dan wel grensoverschrijdende afstemming zal het zeehavenoverleg worden benut. Voor bovengenoemde projecten geldt dat de provincie samen met de betrokken gemeenten en ondernemers het voortouw zal nemen.
49
2.9
ICT & Telecom
Perspectieven ICT & Telecom is in omvang de vijfde sector, en concentreert zich in Den Haag, Delft, Zoetermeer en Rotterdam. De sector blijft echter achter bij wat in Europees verband kan worden gezien als de ‘best in class’, zodat naar alle waarschijnlijkheid commerciële kansen voor bedrijven blijven liggen. De sector kan in potentie beter, en dat zal vanuit werkgelegenheidsperspectief ook gewenst zijn moeten, gelet op de snelle en heftige ontwikkelingen (consolidatie) in de Telecom-sector zoals deze recentelijk zichtbaar zijn geworden. De ICT-sector in de Zuidvleugel kenmerkt zich –zoals ook elders- door specialisatie en een focus op de andere grote sectoren in de regio. Er is veel specifieke ICT-kennis aanwezig op het gebied van Transport & Logistiek, Energie, Chemie, Greenports en Veiligheid. Maar ook voor de andere sectoren zijn ICT-bedrijven uit de regio in staat om meerwaarde te leveren. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld bedrijven die zich specialiseren in Cyber crime en beveiliging, de hoogwaardige kennis op het gebeid van ketenoptimalisatie en de sterke positie op het gebeid van meet- en regeltechniek. Naast deze inhoudelijke focus vervult ICT een rol als enabling technology. Ontwikkelingen in de ICT-sector maken een veelvoud van ontwikkelingen in andere sectoren mogelijk. De ICT-sector levert daarmee, naast een bijdrage aan de werkgelegenheid en bedrijvigheid in regio, ook een bijdrage aan het vestigingsklimaat van de Zuidvleugel voor andere bedrijven.
Partners Thema Netwerk versterken Cross-overs
Partners Bedrijven, kennisinstellingen, KennisKring Delft, Telecom Netwerk Den Haag, ICT kring Leiden, ICT kring Zoetermeer Chemiesector, Energiesector, Veiligheidsector, Greenports, Transport & Logistiek
Programmalijnen Het programma beoogt de volgende lijnen: •
Netwerkversterking − Omdat de ICT-sector met name gericht is op inhoudelijke thema’s die verwant zijn aan de andere sectoren is de onderlinge relatie niet altijd en voor iedereen zichtbaar nog niet optimaal. Zakelijke netwerken zijn bij uitstek het instrument om markt en commerciële kansen beter zichtbaar te maken. Een beter inzicht in competenties in de regio en een betere organisatie, focus en massa kunnen de sector vooruit helpen in het aanboren van nieuwe markten. 50
•
Innovatie door cross-overs − Binnen de eerder genoemde sectoren zijn de ICT-bedrijven of ICT-oplossingen instrumenteel. Door te zoeken naar kruisbestuiving en succesvolle cross-overs zichtbaar te maken kunnen nieuwe product-markt combinaties ontstaan. − Een concreet voorbeeld is het ‘Water Floriade’-initiatief waar op dit moment aan wordt gewerkt. Doel is de realisatie van een klimaatadaptieve polder in West Nederland, waarin / -mee hoogwaardige en unieke kennis op het gebied van watermanagement, bodem(sanering), geotechniek, monitoring, data-assimilatie en datamanagement voor het beheer van een complex water- en bodemsysteem zichtbaar wordt gemaakt voor de (inter)nationale markt. Dit versterkt de sectoren Delta & Maritiem en ICT & Telecom in de Zuidvleugel. ICT vormt de ruggengraat van dit voorstel en faciliteert cross-sectorale innovatie door middel van een informatieplatform waarin de resultaten van verschillende meet- en monitoringtechnieken worden samengebracht. Deze informatie vormt een betrouwbare basis voor het beheer van een complex water- en bodemsysteem zoals een ‘mine tailing’. ICT is ‘enabling technology’ om een dreigend incident tijdig te detecteren en op tijd in actie te komen door bijvoorbeeld een dam versterken of, in het ergste geval, een evacuatie in gang te zetten. − Een tweede aansprekend voorbeeld is het ontwikkelen van een “Deltaplan service bus” (open source) om voor beheer van delta’s relevante data die door een uiteenlopende range aan instanties (realtime) verzameld wordt eenvoudig aan elkaar te koppelen. ICT is de drager van veel informatie-uitwisseling, en door de verschillende partijen en systemen actief in deltatechnologie eenvoudiger met elkaar te laten communiceren ontstaan innovatiekansen. Deze ‘bus’ is niet alleen voor de Zuid Hollandse delta relevant, maar is na uitontwikkeling een world wide business opportunity. Ook dit initiatief is een cross-over tussen verschillende sectoren en versterkt met name de sectoren Delta & Maritiem en ICT & Telecom in de Zuidvleugel.
•
Integratie in regionaal ecosysteem − ICT-bedrijven krijgen op het moment nog te moeilijk toegang tot kennisinstellingen en tot overheidslagen.
Projecten •
Netwerk opbouwen − De KennisKring IT Delft en soortgelijke initiatieven uit Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer en Leiden straten met de op- en uitbouw van een ICT netwerk. De regio kan hierbij een faciliterende rol spelen Toegang IT bedrijven tot kennisinstellingen − Bedrijven en kennisinstellingen kunnen op het gebied van ICT beter samenwerken. Daartoe zal de regio pilots faciliteren en de synergie verkennen
•
Toegang IT bedrijven tot Brussel/EU − Om de positie van ICT-bedrijven in de Zuidvleugel te versterken in belangrijke EUprogramma’s waarin IT als enabling technology kan rekenen op steun voor innovatie opent de regio haar netwerk voor bedrijven en kennisinstellingen uit de regio. De regio vraagt verder het Rijk hetzelfde te doen. 51
•
IT-infrastructuur − Bedrijven, kennisinstellingen en TNO brengen in kaart in hoeverre de ITinfrastructuur in de Zuidvleugel toereikend is voor de ambities en waar accenten voor verbetering gelegd zouden kunnen worden. Hierbij is het uitgangspunt dat dit ontwikkelingen zijn die door de markt kunnen worden opgepakt. De regio ondersteunt deze verkenning.
•
Cross-overs − Bedrijven uit de sectoren T&L, Greenports, Veiligheid, Energie, Chemie en Delta/Maritiem verkennen samen de mogelijkheden voor kruisbestuivingen en de inzet van de (leidende) kennispositie in andere sectoren. De regio faciliteert pilots uit de markt die dit beogen en vraagt het Rijk meer te investeren in jonge innovatieve bedrijven door fondsen uit de relevante topsectoren in te zetten.
Tabel 1 Sector ICT
Accenten Project Cross-overs, IT als enabling technologie
Trekkers Bedrijven uit sectoren
Rol Regio Faciliteren pilots
Toegang tot Brussel/EU Belangrijke programma’s EU voor IT ook enabling technology
Bedrijven, kennisinstellingen
Netwerk Brussel openen
52
Rol Rijk Meer investeren in jonge innovatieve bedrijven via fondsen andere topsectoren Netwerk Brussel openen
Cross-overs T&L Energie Chemie Veiligheid Greenports
2.10 Veiligheid Perspectieven Het veiligheidscluster zoals dat in de zuidvleugel tot ontwikkeling komt, is één van de economische effecten van de inzet op de verdere ontwikkeling van Den Haag als Internationale Stad van Vrede, Recht en Veiligheid. Economische ontwikkeling, gedragen door technologische ontwikkelingen, toenemende nationale en internationale veiligheidsrisico’s en de Haagse rol als vestigingsplaats voor internationale rechtspleging liggen hieraan ten grondslag. Onlangs heeft een onderzoek is uitgevoerd door B&A Consultancy in opdracht van de gemeente Den Haag en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de sector nauwkeurig in beeld gebracht. Vastgesteld kan worden dat de Zuidvleugel (met circa 10.000 banen in de Haagse regio exclusief overheidsdiensten en hulpdiensten) een in omvang grotere veiligheidssector huisvest dan de regio’s Eindhoven en Twente bij elkaar. Er is bovendien sprake van een bovengemiddelde groei. In de Economische Uitvoeringsagenda van de Zuidvleugel is er voor gekozen om het accent op Veiligheid te leggen, de commerciële kant van Den Haag Internationale Stad van Vrede en Recht. De (andere) onderdelen Vrede en Recht worden al in ander verband voortvarend opgepakt, getuige de recente start van het Institute of Global Justice. Op het thema Veiligheid liggen er grote kansen voor innovatie en kennisvalorisatie. De sector Veiligheid is in de Zuidvleugel een relatief grote economische sector met een bovengemiddelde groeipotentie. Dat is dan ook de reden om Veiligheid in de Uitvoeringsagenda op te nemen. Er zijn legio initiatieven gestart om de innovatieve groeisector Veiligheid in Den Haag te faciliteren en te stimuleren, deels door de overheid maar met name ook door het bedrijfsleven zelf. Met name het Pieken in de Delta-programma dat in de jaren 2006 – 2010 in uitgevoerd, heeft als facilitator gewerkt van veertien innovatieve projecten in het Veiligheidsdomein. Grote winst van deze inspanningen is nu al dat partijen in de regio Den Haag tot voor kort onvoorziene samenwerkingsverbanden zijn aangegaan. Ze kijken over hun bestaande netwerk heen en vormen nieuwe consortia. Veel door de sector noodzakelijk geachte initiatieven (innovatieprojecten, productontwikkeling, netwerkbouw, marktbewerking) zijn hiermee inmiddels door de sector opgestart. Die ontwikkelingen zullen in de komende vier jaar gecontinueerd moeten worden.
Partners Thema Netwerk versterken Innovatie
Partners Bedrijven, kennisinstellingen, Netwerk voor Veiligheid en Innovatie, Kamer van Koophandel, Rijk TNO, NFI, HCSS, Frigion, FoxIT, Cisco, Thales, Siemens, CityGIS, IBM Nederland, brancheorganisaties, gemeente, provincie, Rijk
53
Programmalijnen The Hague Security Delta is de naam van het nationaal veiligheidscluster in Den Haag, en als zodanig ‘de kop op’ de vele individuele projecten en samenwerkingsverbanden. Waar het Recht & Vrede-cluster wordt ‘gecomplementeerd’ met de opening in juni 2011 van het Institute for Global Justice, zal dit aan de bedrijfslevenkant rond veiligheid moeten gebeuren met The Hague Security Delta. Na alle specifieke innovatieve Pieken in de Delta-projecten is het in het The Hague Security Delta zaak om bereikte resultaten te borgen, maar vooral om in de komende jaren de daadwerkelijke pijlers te bouwen waar een succesvol cluster Veiligheid op zal rusten. Het programma van The Hague Security Delta beoogt drie lijnen, te weten: netwerkversterking, ontwikkelingsmaatschappij Security Delta en innovatiehuizen: •
•
•
Netwerkversterking. − Om dit relatief jonge cluster te versterken en om voor de bedrijven in het cluster inzichtelijk te maken wat de regio allemaal te bieden heeft is netwerkversterking een prioriteit. Ontwikkelingsmaatschappij Security Delta: − De ontwikkelingsmaatschappij is een gremium waar nagedacht wordt over en samengewerkt aan de verdere oprichting, inrichting en verdere uitbouw van het economisch cluster door gerichte samenwerking op de verschillende aspecten van het verdienmodel. Innovatie langs een aantal herkenbare lijnen die hun herkomst vinden in reeds aanwezige sterktes in de regio. − Cyber Security richt zich op veiligheid van de ICT-infrastructuur en op de beveiliging van informatie. Vooral de ministeries van Veiligheid & Justitie en Defensie investeren in cybersecurity. Het NCTV (het voormalige NCTb) en betrokken marktpartijen hebben zich verenigd in de Nationale Cybersecurity Raad. De gemeente Den Haag is in gesprek met leden van deze raad hoe Den Haag behulpzaam kan zijn bij het uitvoeren van de nationale strategie en de oprichting van een Nationaal Cybersecurity Centrum. − Urban security, ingegeven door de sterke particuliere veiligheidssector in Den Haag en de unieke kennis bij instellingen en bedrijven als de TU Delft en TNO. Het bewaken (van delen) van steden hangt nauw samen met innovaties in detectiesystemen (camera’s, social media). De toenemende vraag naar veiligheid versus de druk op de arbeidsmarkt zorgt voor innovatiedruk en vraagt om slimme oplossingen. − Forensics, in samenwerking met het NFI verkennen of particuliere bedrijven ook forensisch werk kunnen uitvoeren onder de werknaam CSI The Hague. Hiervoor worden vele nieuwe technieken ingezet (IT, biometrie, etc.). Onder de noemer CSI The Hague worden het aanbod van kennis gebundeld en er kan worden geëxperimenteerd in het Forensics Fieldlab dat onlangs van start is gegaan. − Vitale infrastructuur, beveiliging van bijvoorbeeld energiecentrales, havens, knooppunten, pijpleidingen et cetera. Complexe stedelijke samenlevingen van de 21e eeuw brengen nieuwe vragen met zich mee aangaande bescherming van vitale infrastructuur.
54
Projecten •
•
Netwerkversterking: − Door de bestaande structuren te gebruiken om bedrijven en kennisinstellingen bij nieuwe business cases te betrekken kan het ecosysteem rond veiligheid in de regio verder opgebouwd worden. De regio zal dit proces faciliteren. Innovatiehuizen: − Rond de voornaamste en meest kansrijke subclusters in het veiligheidsdomein worden innovatiehuizen opgericht. In de innovatiehuizen, die zowel een fysieke als een digitale vorm kunnen krijgen, komen partijen bijeen, delen zij kennis en kunnen vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. Op dit moment worden de subclusters Cyber Security, Vitale Infrastructuur, Forensics en Urban Security als meest kansrijk beoordeeld. Via open innovatieprojecten wordt kennisvalorisatie gestimuleerd en meteen toegepast in uiteenlopende omgevingen. De regio co-investeert hierin en vraagt het Rijk hetzelfde te doen in aansluiting op relevante topsectoren als HTSM, Logistiek en Energie.
Tabel 1
Accenten
Sector Veiligheid
Project Netwerk uitvoeringsorganisatie projecten
Innovatiehuizen • Cyber Security • Urban security • Forensics • Vitale infrastructuur
Trekkers CEO-beraad, Stuurgroep THSD Projectgroep THSD Bedrijven/kennisinstellingen Kamer van Koophandel Bedrijven/kennisinstellingen
Rol Regio Faciliteren
Rol Rijk
Cross-overs
Co-investeren
Co-investeren, aansluiten op Topsectoren HTSM, logistiek, Energie
IT-sector
Uitvoering Net als voor andere sectoren, geldt ook hier dat de partners in de Zuidvleugel vooral participeren in projecten en initiatieven die een bredere doelgroep hebben dan alleen de bedrijven actief in security-vraagstukken rond internationale instellingen. Bovendien geldt dat vele regio’s momenteel dezelfde leercurve doorlopen, zonder van elkaar te leren. De Zuidvleugel wil deze fout niet maken en stemt initiatieven nadrukkelijk af met Eindhoven en Twente. Voor de genoemde projecten geldt dat geen nieuwe uitvoeringsstructuur nodig is. De partners in de Zuidvleugel leveren hun bijdragen in de genoemde projecten.
55
2.11 Pensioenen & Verzekeringen (internationale kantoren) Perspectieven Geconcentreerd in Den Haag, maar ook sterk aanwezig in bijvoorbeeld Rotterdam, heeft de zuidvleugel een financieel en zakelijke dienstverleningscluster dat enerzijds een regionaal verzorgende functie heeft (een functie die steeds meer een (inter)nationaal schaalniveau kent) maar vooral gebaseerd is op een aantal structuurkenmerken van de economie van de Zuidvleugel. De Zuidvleugel is traditioneel sterk in economische activiteiten die voortkomen uit en / of gereguleerd zijn door de overheid. Het pensioen- en verzekeringswezen is er hier één van. Daarnaast is op basis van de havengerelateerde en scheepvaart / logistieke activiteiten in de Rijnmond een gespecialiseerd verzekeringscluster aanwezig. Het cluster ‘Pensioenen & Verzekeringen’, in de analyse van Roland Berger Strategy Consultants omvangrijker in de Zuidvleugel dan sectoren als life sciences, greenports en clean tech, vormt zo een kern van een grootstedelijk vestigingsmilieu (in de Zuidvleugel aanwezig in Den Haag en Rotterdam) dat aantrekkelijk moet blijven als vestigingsplaats voor (inter)nationale hoofdkantoorfuncties. Het vormt de top van de piramide voor een waaier aan activiteiten op het gebied zakelijke dienstverlening, gespecialiseerde juridische dienstverlening en notariaat, hoogwaardige werving en selectie van topkandidaten voor het bedrijfsleven et cetera. Naast een groot direct belang is er derhalve ook een belangrijk indirect belang. Pensioenen en Verzekeringen zijn in die zin een pars pro toto voor de gehele (internationale) zakelijke dienstverlening in de Zuidvleugel, een functie tot uiting komend in Den Haags positie als tweede hoofdkantorenstad van Nederland met (na Amsterdam) het grootste aantal hoofdkantoren van bedrijven uit de Global Fortune 500. Bij de behandeling van het bedrijfslevenbeleid in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op 31 maart 2011 refereerde minister Verhagen hier ook aan: “…. We gaan specifiek kijken naar het hoofdkantorenbeleid. Niet alle hoofdkantoren staan in Amsterdam, ook Den Haag heeft behoorlijk wat hoofdkantoren….”. Den Haag en Rotterdam zijn de thuisbasis van een fors aantal multinationale bedrijven, die hun wereldwijde, Europese of nationale hoofdkantoor hier hebben gevestigd. Van de honderd grootste internationale hoofdkantoren in Nederland zitten er 29 in de zuidelijke Randstad, waarvan 16 in de Haagse regio.
Partners Thema Pensioenen en Verzekeringen Hoofdkantoren
Partners Erasmus universiteit, Aegon, ING Gemeenten, provincies, Rijk (NFIA), WFIA, Ria, gebiedsontwikkelaars
56
Programmalijnen •
•
•
Vestigingsklimaat − Voor de activiteiten uit de pensioen en verzekeringensector en hoofdkantoren in de Zuidvleugel is een attractief vestigingsklimaat van groot belang. Woon- en werkmilieus die voldoen aan de eisen van hoogopgeleide (vaak buitenlandse) werknemers spelen daarbij een belangrijke rol. Concrete voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld geschikte woonruimte in of bij de stad, internationale scholen een gevarieerd cultuuraanbod en een toegankelijke openbare ruimte. Hieraan wordt al volop aandacht besteed. Promotie en Acquisitie − De Zuidvleugel beschikt met haar topsectoren over een uniek profiel voor buitenlandse bedrijven. Met name Europese divisiekantoren uit bestaande donorlanden zoals de VS, Japan, Korea zijn hier van belang. Daarnaast passen regionale kantoren van multinationale ondernemingen uit opkomende economieën als India en China of uit Zuid-Amerika goed bij het profiel. Met inzet van de unieke internationaal herkende aspecten (Mainport, regeringszetel, internationaal woon/vestigingsmilieu) kan ingezet worden op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Business service netwerk − Ter ondersteuning van de type werkgelegenheid in deze topsector is het van belang dat er een professioneel en gevarieerd Business Service Netwerk in de Zuidvleugel aanwezig is. Hierbij gaat het om ondersteunende zakelijke dienstverlening als onder andere advocatuur, reclame, marketing, notarissen. Dit aanbod is in de Zuidvleugel nog niet scherp in beeld.
Projecten Uit het voorafgaande wordt duidelijk dat in deze sector de (inter)nationale dimensie van groot belang is en dat nadrukkelijk de Zuidvleugel als geheel een internationaal profiel heeft. Om dat profiel verder te ontwikkelen staan er de komende jaren een aantal projecten op stapel. •
•
Business Service Networks − In samenwerking met de gemeente Den Haag en Rotterdam en brancheorganisaties zal in kaart worden gebracht wat het aanbod is van ondersteunende zakelijke dienstverlening in de Zuidvleugel. Door middel van een pilot die de regio ondersteunt zal deze informatie gebundeld worden en voor internationale bedrijven toegankelijk gemaakt worden. Resultaten uit dit project dienen ook ter ondersteuning van de promotie en acquisitie. Acquisitiestrategie Hoofdkantoren − Samenwerking tussen de WFIA, de NFIA en de RIA en gemeenten op het gebied van een gezamenlijke acquisitiestrategie voor (regionale) hoofdkantoren. De regio ondersteunt bij dit project door waar nodig contacten en netwerken toegankelijk te maken en medewerking te verlenen aan activiteiten die het internationaal profiel van de Zuidvleugel versterken zoals buitenlandse handelsmissies, beurzen en congres-
57
•
sen en bezoekende delegaties. Van het Rijk verwacht de Zuidvleugel eenzelfde inzet. Internationale marktkansen pensioenen en verzekeringen − Het Holland Financial Centre gaat in samenwerking met betrokken bedrijven de internationale marktkansen voor pensioenen en verzekeringen in kaart brengen. Dergelijke initiatieven bestaan al in Amsterdam, maar hier liggen ook kansen voor de Zuidvleugel vanwege de omvang van ‘pensioenen & verzekeringen’ in de regio. Doel is om mogelijk nieuwe product-markt combinaties te identificeren op basis van de hoogwaardige kennis in Nederland op dit gebied. De regio faciliteert deze projecten.
Tabel 1
Accenten
Sector Pensioenen en Verzekeringen
Project Business Service Networks zichtbaar maken Acquisitiestrategie Hoofdkantoren
Trekkers Gemeenten, brancheorganisaties WFIA, NFIA, Gemeenten
Rol Regio Ondersteunen
Rol Rijk Ondersteunen, NFIA
Faciliteren projecten marktpositionering
Faciliteren door netwerken (beleid ministerie)
Cross-overs
20111208
58
59